ATAG OX611T User Manual

postbus 8•7070 AA Ulft•Nederland
gba 2630688
gebruiksaanwijzing
elektro oven
four electro
Bedienungsanleitung
Elektro Backofen
instructions for use
electric oven
OX611T
uw oven
beschrijving
bedieningspaneel
De bediening van deze oven is eenvoudig. Met deze handleiding willen we vooral inzicht geven in alle mogelijkheden van dit toestel. In het hoofdstuk bediening zijn de verschillende functies overzichtelijk gerangschikt. Ook vindt u er bak- en braadaanwijzingen waarmee u uw voordeel kunt doen.
Voor de installatie is een separaat installatievoorschrift bijgevoegd. Hierin vindt u tevens de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de installatie en aansluiting.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Veel kookplezier!
uw oven
voorwoord
bedieningspaneel
oven ovenlamp
ventilator
grillelement
onderelement (niet zichtbaar)
keuzetoetsen ovenfuncties
temperatuurinstelling tijdinstelling
kinderslot
stop/pauzetoets
starttoets
snel voorverwarmen
contact culisensor
draaispitmotor
ovenfuncties (Zie voor meer informatie pagina 12)
turbo; hetelucht
infra; boven- en onderwarmte
onderwarmte
infra met ventilator
spaargrill
maxi-grill
NL 3
uw oven
inleiding
U heeft gekozen voor een oven van Atag. Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
Door tweemaal op start te drukken kiest de oven de turbo­functie. Een ovenfunctie met een ruim toepassingsgebied. Uw favoriete recepten zullen op deze stand zeker een uitstekend resultaat geven. U hoeft alleen de temperatuur nog bij te stellen.
De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk exact dìe bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat. De ovenfuncties zijn in een logische volgorde op het bedieningspaneel ondergebracht.
uw oven
inhoud
veiligheid
waar u op moet letten 4 – 5
ingebruikname
voor u gaat bakken 6
bediening
inschakelen 7 extra functies 8 - 11
kookaanwijzingen
ovenfuncties 12 toebehoren 13 bak- en braadtips 14 - 15 braden 16 grillen 17 - 18 tabellen 19 - 21
onderhoud
reinigen 22
storingen
wat moet ik doen als... 23 - 24
werking
DCF tijdklok 25
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren 26
garantie
bepalingen 27 - 28
NL 4 NL 5
veiligheid
waar u op moet letten
tijdens het gebruik
Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit worden. De tijd die daarvoor nodig is, hangt van vele factoren af, zoals de hoeveelheid en het soort gerecht. De eventueel in het voedsel aanwezige bacteriën worden alleen gedood als het voedsel minimaal 10 minuten bij een temperatuur hoger dan 70 °C verhit wordt. Laat het voedsel wat langer garen als u niet zeker weet of het voedsel genoeg verhit is.
Verwarm nooit gesloten conservenblikken. Er ontstaat een overdruk in het blik, waardoor het kan exploderen.
De ovenruit kan door langdurig gebruik van de oven op de maximale temperatuur (bijv. bij het grillen) warm worden. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
Gebruik de oven niet voor het opbergen van brandgevaarlijke of licht vervormbare materialen.
Bij het bereiden van gerechten die alcohol bevatten kan de alcohol door de hoge temperaturen verdampen. De damp kan vlam vatten als hij in aanraking komt met een heet ovenelement.
Bedek de ovenbodem nooit met aluminiumfolie en plaats ook geen bakplaten of -vormen op de ovenbodem. Deze houden namelijk de hitte tegen, waardoor emailschade kan ontstaan en het bakresultaat ongunstig beïnvloed wordt.
Giet nooit water in de hete oven. Hierdoor kan emailschade ontstaan.
Bereid diepvriesproducten zoals pizza’s bij voorkeur op het rooster, bedekt met bakpapier. Bij gebruik van de bakplaat kan deze vervormen door het grote temperatuurverschil.
algemeen
Deze oven is uiterst veilig. Toch is er, net als bij elk product, een aantal zaken waar u op moet letten.
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
Reparaties mogen alleen door een bevoegd servicemonteur worden uitgevoerd.
Open nooit de behuizing van het toestel en verander de mechanische en/of elektrische opbouw van het toestel niet. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties (aanraken van spanningvoerende onderdelen) en storingen.
Gebruik het toestel niet als het beschadigd is.
Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet het toestel spanningsloos gemaakt worden. Neem de stekker uit de contactdoos of draai de schakelaar in de meterkast op nul.
In verband met de elektrische veiligheid mag het toestel niet met hogedrukreinigers of stoomreinigers schoongemaakt worden.
Wees voorzichtig met snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer. Deze kunnen bekneld raken tussen de deur van de hete oven.
Deze oven is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik hem alleen voor het bereiden van gerechten.
veiligheid
waar u op moet letten
Voor veiligheidsaan­wijzingen rondom de installatie verwijzen wij naar de voor­schriften in het bijbehorende installatievoorschrift.
De oven is optimaal geïsoleerd. Desondanks vindt er altijd enige warmte­overdracht plaats, waarbij de buitenzijde van het toestel opwarmt. Deze opwarming valt ruimschoots binnen de normen.
De oven heeft een ventilator die de ovenmantel koelt. Nadat de oven is uitgeschakeld, kan deze ventilator nog enige tijd nadraaien.
NL 7
bediening
inschakelen
inschakelen
1 Kies een ovenfunctie door het gewenste symbool aan te
raken.
Het lampje boven de gekozen functie brandt. In het display verschijnt de standaard oventemperatuur. De bereidingstijd knippert.
2 Stel met de + en –toets de gewenste temperatuur in.
De temperatuur is regelbaar in stappen van 5 °C.
3 Stel met de + en –toets de bereidingstijd in.
De bereidingstijd wordt in minuten ingesteld en is instelbaar tot 3.59 uur.
4 Tip op de starttoets.
Als u dat wenst, kunt u de oventemperatuur nog aanpassen.
Als u vergeet de starttoets aan te tippen, worden de ingestelde waarden na één minuut gewist. De oven gaat niet aan.
tijdens het bakproces
Wanneer u geen bereidingstijd ingeeft en wel op de starttoets tipt, zal de oven toch starten. In het display ziet u de tijd oplopen.
De oven schakelt na vier uur aaneengesloten te hebben gebakken automatisch uit. Als er tussendoor op de stoptoets is getipt, begint de klok weer opnieuw te tellen.
De punt achter de temperatuuraanduiding dooft zodra de oven op temperatuur is. Wanneer de verwarmingselementen weer inschakelen, licht de punt weer op.
ingebruikname
voor u gaat bakken
oven en toebehoren reinigen
Neem het toebehoren uit de oven en reinig het toebehoren en de binnenzijde van de oven met een mild reinigingsmiddel.
Schakel de oven één uur lang in op 250 °C (zie pagina 7). Tijdens de fabricage gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd.
opmerking
Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een “nieuwigheidsluchtje” ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de wasemkap in of open een raam.
Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
dagtijd instellen
De klok stelt zichzelf in. Een ingebouwde ontvanger zorgt ervoor dat het display altijd de juiste tijd aangeeft. Als u de oven heeft aangesloten kan het even duren voordat er ontvangst is. Zolang er geen of een gestoorde ontvangst is verschijnen er vier liggende streepjes in het display.
U kunt de klok ook handmatig instellen.
handmatig instellen dagtijd
1 Controleer of de oven is uitgeschakeld.
2 Leg uw vinger op de tijdkeuzetoets tot het display gaat
knipperen.
3 Stel met de + en –toets de juiste tijd in.
Enkele seconden nadat u de toets hebt losgelaten is de tijd vast ingesteld. De ingebouwde ontvanger zal daarna de tijd automatisch bij blijven stellen (zomer- en wintertijd).
NL 6
functie kiezen
temperatuur instellen
tijd instellen
tijdklok
start
De klok geeft de Centraal Europese Tijd aan. Zie ook de werking van de klok op pagina 25.
thermostaatcontrole
baktijd telt op
NL 8 NL 9
bediening
extra functies
2 Stel met de + en –toets de gewenste temperatuur in.
De temperatuur is regelbaar in stappen van 5 °C.
3 Stel met de + en –toets de bereidingstijd in.
4 Tip op de tijdkeuzetoets .
Naast de bereidingstijd verschijnt de vroegst mogelijke eindtijd.
5 Stel met de + en –toets de gewenste eindtijd in.
6 Tip op de starttoets.
De ovenverlichting dooft. In het display verschijnen de dagtijd en de eindtijd. De oven rekent zelf uit hoe laat hij in moet schakelen.
De oven geeft een signaal en schakelt uit zodra de ingestelde eindtijd bereikt is. Door het openen van de deur stopt u het signaal. U kunt het ook stoppen met de stoptoets of de timertoetsen.
Voor het aanpassen van de instellingen, zoals de oventemperatuur en de eindtijd, eerst de stoptoets aantippen. De huidige instellingen worden zichtbaar.
Met de tijdkeuzetoets kunt u het te wijzigen display kiezen. Het display dat knippert kunt u aanpassen.
Let op: zorg ervoor dat zowel de bereidingstijd als de eindtijd zichtbaar is voordat u op de starttoets tipt. Wanneer de eindtijd niet zichtbaar is wordt deze gewist.
bediening
extra functies
snel voorverwarmen
Bij de turbo-functie, de infra-functie en de functie infra met ventilator kunt u kiezen voor snel voorverwarmen. De oven is dan extra snel op temperatuur. Zodra de oven op temperatuur is hoort u een signaal en schakelt het snel voorverwarmen automatisch uit. De oven gaat verder op de ingestelde functie.
Als u na het voorverwarmen of tijdens het bakproces, waarbij u in eerste instantie geen bereidingstijd had ingesteld, alsnog een bereidingstijd in wilt stellen moet u eerst op de tijdkeuzetoets
tippen. Stel de bereidingstijd in zoals
beschreven op pagina 7.
uitschakelen
Tip één maal op stop om het proces te onderbreken.
De ingestelde gegevens blijven bewaard, waardoor u deze eventueel kunt wijzigen.
Tip twee maal op stop en u wist de ingestelde gegevens.
uitstellen starttijd/instellen eindtijd
U kunt het tijdstip uitstellen waarop de oven inschakelt. Zet een gerecht in de oven. Stel de bereidingstijd in, en het tijdstip waarop het gerecht klaar moet zijn. De oven berekent zelf de starttijd, en schakelt na het verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
1 Kies een ovenfunctie door het gewenste symbool aan te
raken.
Het lampje boven de gekozen functie brandt. In het display verschijnt de standaard oventemperatuur. De bereidingstijd knippert.
stop
snel voorverwarmen
Tip op de tijdkeuze­toets en stel de eindtijd in.
bereidingstijd eindtijd
functie kiezen
temperatuur instellen
tijd instellen
NL 10 NL 11
culisensor
Bij het braden van groot vlees is de culisensor een handig hulpmiddel. U bent er dan altijd zeker van dat het vlees de door u gewenste gaarheid heeft bereikt.
1 Kies een ovenfunctie.
2 Stel met de + en –toets de gewenste oventemperatuur
in.
Bij braden is voorverwarmen aan te bevelen.
3 Steek de punt van de naald in het midden van het vlees.
De punt mag geen bot raken.
4 Schuif het vlees in de oven.
5 Steek de stekker van de sensor in het contact in de linker
zijwand van de oven.
55 verschijnt als standaard kerntemperatuur. Wanneer CU in het display verschijnt is een niet geschikte ovenfunctie ingesteld.
6 Stel met de + en –toets de gewenste kerntemperatuur in
(zie bak- en braadtips op pagina 19).
De kerntemperatuur is regelbaar in stappen van 1 °C.
7 Tip de starttoets aan.
In het display verschijnen de gemeten kerntemperatuur en de verstreken tijd.
De oven geeft een signaal en schakelt uit zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is. Door het openen van de deur stopt u het signaal. U kunt het ook stoppen met de stoptoets of de timertoetsen.
Met de temperatuur-keuzetoets °C kunt u het te wijzigen display kiezen. Het display dat knippert kunt u aanpassen.
kinderslot
Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden; de deur van de oven kan wel geopend worden. U kunt het kinderslot alleen inschakelen als de oven niet in gebruik is.
op slot
Leg uw vinger 5 seconden op de stoptoets totdat het sleutelsymbool gaat branden.
U hoort twee keer een pieptoon. Het sleutelsymbool licht op.
van het slot
Leg uw vinger 5 seconden op de starttoets totdat het sleutelsymbool dooft.
Het sleutelsymbool verdwijnt.
aanpassen standaard oventemperatuur
Na het selecteren van een ovenfunctie kiest de oven zelf een standaard oventemperatuur. U kunt deze aanpassen.
1 Kies een ovenfunctie.
De standaard oventemperatuur verschijnt.
2 Stel met de + en –toets de gewenste
standaardtemperatuur in.
3 Tip nogmaals op de toets van de gekozen functie en houd
uw vinger op de toets tot u een signaal hoort.
kinderslot U kunt de culisensor gebruiken bij de functies Turbo, Infra en Infra met ventilator.
standaard kerntemperatuur
bediening
extra functies
bediening
extra functies
functie kiezen
standaard temperatuur
aanpassen
NL 12 NL 13
kookaanwijzingen
ovenfuncties
turbo; hete lucht
U kunt op verschillende niveaus tegelijk bakken. Door de intensieve warmteoverdracht kunt u een ca. 20 °C lagere temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat aangegeven.
infra; boven- en onderwarmte
Infra is bedoeld voor het bakken op één niveau. Plaats het gerecht altijd in het midden van de oven voor de traditionele manier van bereiden. De gerechten rijzen goed uit en krijgen een mooie bruine kleur.
onderwarmte
Alleen de onderwarmte is ingeschakeld. Deze stand is geschikt voor het kortstondig extra doorbakken van taart- en pizzabodems. U schakelt deze stand in aan het eind van een bakproces.
infra met ventilator
Infra met ventilator is bedoeld voor het bakken op 1 niveau. Door de intensieve warmteoverdracht kunt u een ca. 20 °C lagere temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat aangegeven.
spaargrill
Gebruik de spaargrill wanneer alleen in het midden van de oven een gerecht staat of bij gebruik van het draaispit. De thermostaat regelt ook de grill. Het element zal daarom niet continu, maar van tijd tot tijd rood oplichten.
maxi-grill
Gebruik de maxi-grill voor grote porties, bijvoorbeeld bij een volledig bedekt rooster. De thermostaat regelt ook de grill. Het element zal daarom niet continu, maar van tijd tot tijd rood oplichten.
kookaanwijzingen
toebehoren
vlak rooster
Voor grillen en het bakken met bakvormen.
bakplaat/braadslede
Voor het bakken van deeg zonder vorm en het braden van vlees. De braadslede kan ook als lekbak gebruikt worden. De braadslede kan daartoe onder het rooster worden geschoven.
bedruiprooster
Met uitsparing in het rooster voor het bedruipen van vlees. Past op de braadslede en op het draagrooster.
glazen bakplaat
Voor het bakken van deeg zonder vorm en het braden van vlees. Spoel de bakplaat nooit direct na gebruik af met koud water; de plaat kan dan barsten.
draagrooster
Voor de glazen bakplaat en de braadslede. In combinatie met het bedruiprooster, een tweede vlak rooster.
culisensor
Voor het braden van grote stukken vlees. U kunt er dan altijd zeker van zijn dat het vlees de gewenste gaarheid heeft bereikt (voor gebruik culisensor, zie pagina 10).
accessoires
grillset
Voor het grillen is als accessoire een draaispit met een mixed grillset leverbaar. 1 Schuif op niveau 1 een rooster met lekbak. 2 Haak de steun in de zijkant (1). 3 Steek de grillset in de achterwand (2). 4 Leg het spit op de steun (3). 5 Verwijder het handvat en sluit de deur.
12 3
NL 14 NL 15
ovenservies
In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken. Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water. Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten. Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
bodem niet afdekken
Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het email leiden.
tijdinstelling
Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
warm houden
U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide gerechten. Kies hiervoor de turbofunctie en een temperatuur van 80 ˚C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen te voorkomen.
kookaanwijzingen
bak- en braadtips
kookaanwijzingen
bak- en braadtips
introductie
In de overzichtstabellen op de pagina’s 19 t/m 21 vindt u aanwijzingen over bereidingstijden, temperaturen en inzethoogten. De tijden en temperaturen in de tabellen zijn gemiddelden. Zonodig kunt u daar iets van afwijken om gerechten gelijktijdig te bereiden.
energiebewust ovengebruik
Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidings­temperatuur (bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde rooster of met de turbofunctie boven elkaar. Vlees laten meestoven kan ook.
Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan 10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven. Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar laat de deur dicht.
voorverwarmen
Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of wanneer een recept dit aangeeft. U kunt de oven extra snel voorverwarmen op de speciale voorverwarmstand.
oven leeg
Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
afkoelen
Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt. Sluit de ovendeur en laat de oven afkoelen.
NL 16 NL 17
kookaanwijzingen
grillen
algemene tips
• Bij het roosteren van vlees, wild, gevogelte en vis wordt het vlees of de vis onmiddellijk dichtgeschroeid, waardoor de voedings- en smaakstoffen behouden blijven. Boter of olie is daarvoor niet nodig. Het meest geschikt zijn dikkere stukken klein vlees, dunne moten vis of hele vissen.
• De grillpennen gebruikt u voor het gelijkmatig roosteren van kleinere stukjes vlees en groenten, zoals saté, kebabs en sjasliks.
tips voor vlees
• Gebruik alleen vlees van goede kwaliteit. Reken per persoon 100-200 gram vlees of 150-250 gram vlees met been.
• Zet altijd een passende braadslede onder de gerechten om afdruipend vet op te vangen. Droog het vlees zonodig met keukenpapier, voordat u het onder de grill legt.
• Giet voor gerechten met een lange grilltijd, bijvoorbeeld rollade en kip, ± 2,5 dl water in de braadslede.
tips voor vis
• Reken per persoon 150-200 gram moten of hele vis of 100-150 gram gefileerde vis. Laat bij grotere vissen de kop verwijderen.
• Was de vis. Afdrogen met keukenpapier. Kerf dikke vis in. Leg de vis op het rooster en schuif er een braadslede onder.
vlees braden
Het meest geschikt is "groot vlees" vanaf 1 kg. Het vlees krijgt een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden. Gebruik voor het braden 80 tot 100 gram boter of vet (of een mengsel hiervan) per 500 gram vlees.
braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees.
• Bij gebruik van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot 20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
• Door de culisensor te gebruiken bent u altijd zeker van het gewenste resultaat.
In de tabel op pagina 20 vindt u de braadtemperaturen en tijden voor verschillende soorten vlees met een gewicht van ca. 1,5 kg. In de tabel op pagina 21 vindt u de kerntemperaturen.
bereiding
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
kookaanwijzingen
braden
NL 18 NL 19
kookaanwijzingen
tabellen
bakken
turbo infra tijd
oventemp. °C niveau* oventemp. °C niveau* min.
roerdeeg
cake 140 - 150 2 160 - 170 2 65 - 70 tulband 140 - 160 2 160 - 180 2 70 - 80 kruidkoek 140 - 150 2 160 - 170 2 65 - 75 vruchtentaart (bakplaat) 150 - 170 3 180 - 200 3 35 - 45 vruchtentaart (springvorm)150- 170 2 160 - 180 2 45 - 55 taartbodem 150 - 170 3 180 - 200 3 20 - 30 klein gebak 150 - 170 3 180 - 200 3 15 - 25
biscuitdeeg
biscuitgebak 150 - 170 3 170 - 190 3 40 - 50 biscuitrol 160 - 180 3 180 - 200 3 15 - 20
zandtaartdeeg
appeltaart 165 - 175 2 180 - 200 2 50 - 60 kwarktaart 150 - 170 2 180 - 200 2 70 - 80 taartbodem 150 - 170 3 180 - 200 3 15 - 25 zandkoekjes – op 1 niveau 150 - 160 3 170 - 180 3 15 - 18 – op 2 niveaus 150 - 160 2 + 4 - - 15 - 18
gistdeeg
vlaai 180 - 190 3 200 - 220 3 30 - 40 brood 200 - 210 2 220 - 230 2 30 - 40 pizza 190 - 210 3 210 - 230 3 20 - 35
kookdeeg
soezen 190 - 200 3 210 - 220 3 20 - 30
bladerdeeg 190 - 210 3 200 - 220 3 15 - 25 ovenschotels/gratins
rauwe ingrediënten 160 - 180 2 180 - 200 2 60 - 80 voorgekookte ingrediënten** 160 - 180 2 180 - 200 2 30 - 40 alleen gratineren 180 - 200 2 180 - 200 2 20 - 30 lasagne 170 - 190 2 190 - 210 2 35 - 45
kookaanwijzingen
grillen
garneringen en sausjes
• Garnering kan meegegrilld worden, zoals bijvoorbeeld plakken appel, ananas of halve tomaatjes.
• Plakken kaas de laatste minuten op het vlees leggen en laten smelten. Bestrooi het vlees pas na het grillen met peper en zout. De dikte van het vlees bepaalt de plaats onder de grill. Over het algemeen geldt dat dunne stukken hoog moeten worden geplaatst (altijd op minstens 5 cm afstand van de grill) en dikkere stukken, die gaar moeten worden, wat lager.
• Draai dunne stukken vlees om met een vleestang. Gebruik een ovenwant. Prik niet in het vlees omdat er dan vleessap verloren gaat. Bij gegrilld vlees, waarbij immers geen jus wordt gevormd, kan desgewenst afzonderlijk een saus of kruidenboter worden gegeven.
• Snijd gegrilld vlees en dergelijke niet direct aan maar laat het eerst enkele minuten rusten. Er zal dan bij het aansnijden minder vleessap verloren gaan.
tabellen
Het betreft hier richtlijnen. Temperatuur en tijd kunnen afwijken, aangezien deze afhankellijk zijn van onder andere de hoeveelheid, de gebruikte vorm en de gewenste kleur.
* van beneden naar boven. ** De ingrediënten zijn hier nog warm. Wanneer de ingrediënten wel voorgekookt, maar
inmiddels afgekoeld zijn, dan zal de baktijd verlengd moeten worden.
NL 20 NL 21
kookaanwijzingen
tabellen
grillen
vlakgrillen grill met draaispit tijd
oventemp. °C niveau* oventemp. °C min.
karbonade 200 - 225 4 / 5 - 12 - 16 lamskoteletje 200 - 225 5 - 7 - 8 saucijs 200 - 225 4 / 5 - 16 - 20 hamburger 200 - 225 5 - 14 - 17 sjaslik 200 - 225 5 - 15 - 20 visfilet (dun) 200 - 225 5 - 8 - 10 vis (moot) 200 - 225 4 / 5 - 10 - 15 toast 200 - 225 5 - 2 - 4 toast, belegd 200 - 225 4 - 4 - 5 kip (1 kg) - - 200 - 225 60- 70 varkensrollade (1 kg) - - 200 - 225 65 - 75 runderrollade (1 kg) - - 200 - 225 45 - 55
Draai de gerechten om als de helft van de grilltijd verstreken is.
braden met de culisensor
turbo infra kerntemp. °C resultaat
vlees (1,5 kg) oventemp. °C oventemp. °C
kalfsvlees
kalfsfricandeau 150 - 160 170 - 180 77 gaar kalfsrollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar gevulde kalfsborst 150 - 160 170 - 180 77 gaar
rundvlees
ossenhaas 200 - 210 220 - 230 35 rood rosbief 200 - 220 220 - 240 45 rood lenderollade 150 - 160 170 - 180 70 roze ribrollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar
varkensvlees
varkensfricandeau 150 - 160 170 - 180 77 gaar varkenslenderollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar doorregen rollade 150 - 160 170 - 180 82 gaar
lamsvlees
lamsbout 150 - 160 200 70 roze lamsbout 150 - 160 170 - 180 80 gaar lamsrollade 150 - 160 170 - 180 80 gaar lamsschouder 150 - 160 170 - 180 80 gaar
gevogelte (1 kg) 160 - 170 170 - 180 95 gaar wild
haas 160 - 170 170 - 180 95 gaar konijn 160 - 170 170 - 180 95 gaar
kookaanwijzingen
tabellen
braden
turbo infra tijd
vlees (1,5 kg) oventemp. °C niveau* oventemp. °C niveau* min.
kalfsvlees
kalfsfricandeau 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 60 - 65 kalfsrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90 gevulde kalfsborst 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90
rundvlees
ossenhaas 200 - 210 2/3 220 - 230 2/3 20 - 25 rosbief 200 - 220 2/3 220 - 240 2/3 30 - 35 lenderollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 55 - 65 ribrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 85 - 95 staartstuk 150- 160 2/3 170 - 180 2/3 35 - 45
varkensvlees
varkensfricandeau 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90 varkenslenderollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90 doorregen rollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 90 - 100
lamsvlees
lamsbout roze 150 - 160 2/3 200 2/3 50 - 60 lamsbout gaar 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 85 - 100 lamsrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 95 - 110 lamsschouder 150- 160 2/3 170 - 180 2/3 95 - 110
gevogelte (1 kg)
kip 160 - 170 2 170 - 180 2 50 - 60 babykalkoen (2 - 3 kg) 160 - 170 1 170 - 180 1 120 - 180 eend (wild) 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 50 - 60
wild
haas 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 110 - 120 konijn 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 90 - 120
* van beneden naar boven
NL 22 NL 23
storingen
wat moet ik doen als...
storing
De klok werkt niet (zie pagina 25).
Oven of grill wordt niet warm.
Temperatuur niet goed.
Ovenverlichting brandt niet.
Oven schakelt plotseling uit.
oorzaak
Geen stroomtoevoer.
Zekering in de meterkast defect.
Zekering in de meterkast defect.
Eindtijd ingesteld. Temperatuur verkeerd
ingesteld. Thermostaat defect.
Eindtijd ingesteld.
Geen stroomtoevoer.
Lamp defect.
Bedrijfsduur begrenzing heeft de oven uitgeschakeld.
oplossing
Steek de stekker in het stopcontact.
Vervang de zekering.
Vervang de zekering.
De oven schakelt vanzelf in. Stel de oventemperatuur
opnieuw in. Oven uitschakelen en de
servicedienst bellen. De lamp gaat branden bij het
openen van de deur en zodra de oven inschakelt.
Steek de stekker in het stopcontact.
Oven uitschakelen en de lamp vervangen. Maak het toestel spanningsloos door de stekker uit het stopcontact te trekken of door de hoofdschakelaar in de meterkast om te draaien. Het glaskapje kunt u uit de achterwand van de oven schroeven. Daarna is het lampje bereikbaar. Vervang deze door een nieuw lampje 230 V-50 Hz-300 °C.
Stel de oven opnieuw in.
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het euvel eerst zelf als volgt te verhelpen. Bel de servicedienst indien onderstaande adviezen niet helpen.
onderhoud
reinigen
Gebruik de geëmailleerde bakplaat als lekbak tijdens het grillen.
reiniging na gebruik
Voor de reiniging van zowel de buiten- als de binnenzijde kunt u het beste een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) en een vochtige doek gebruiken. Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Gebruik nooit agressieve middelen. Deze kunnen het email aantasten of krassen veroorzaken.
hardnekkige vlekken
Hardnekkige vlekken kunt u verwijderen met een vloeibaar schuurmiddel of ovenreiniger. Verwijder aangekoekt vuil in de ovenruimte met een glasschraper.
Het glazen paneel aan de binnenzijde van de deur is uitneembaar. Wanneer de oven onder het aanrechtblad is ingebouwd kan het zijn dat het glazen paneel niet uit de deur genomen kan worden. U kunt de ruit aan de binnenkant schoonmaken door een doek tussen de twee ruiten door te bewegen. De geleiders van de glasplaat aan de binnenzijde van de ovendeur kunnen verkleuren wanneer ze met ovenreiniger in contact komen. Lees eerst de aanwijzingen op de verpakking van de ovenreiniger, voordat u deze gebruikt.
reiniging toebehoren
Gebruik een mild reinigingsmiddel. Maak het toebehoren met een droge doek goed droog. Eventueel aangekoekt vuil op de grillset kunt u verwijderen met staalwol.
NL 24 NL 25
storingen
wat moet ik doen als...
storing
F0 - Fxx verschijnt.
F99 verschijnt.
E0 verschijnt.
E1 verschijnt. E2 verschijnt.
CU verschijnt.
CU en 55 knipperen om en om.
oorzaak
Toets is vuil. Toets te lang aangeraakt. Toets is defect. Meerdere toetsen vuil. Meerdere toetsen te lang
aangeraakt. Elektronica in de oven te
warm. Thermostaat defect. Culisensor niet juist
aangesloten. Culisensor defect. De culisensor wordt gebruikt
bij de verkeerde functie.
Culisensor heeft te hoge temperatuur.
oplossing
Maak de toets schoon. Laat de toets eerder los. Bel de servicedienst. Maak de toetsen schoon. Laat de toetsen eerder los.
Wacht tot de oven is afgekoeld.
Bel de servicedienst. Plaats de stekker op de juiste
wijze. Bel de servicedienst. Gebruik de culisensor alleen
bij de functies Turbo, Infra en Infra met ventilator.
Laat de culisensor afkoelen.
De oven is uitgevoerd met een zogenaamde DCF tijdklok. Een radiosignaal zorgt ervoor dat de klok zichzelf automatisch instelt. Door verstoring van het signaal kan het soms langer duren voordat de klok zichzelf op tijd zet. Dit is normaal. Mocht de klok het signaal blijvend slecht ontvangen, dan is het door verplaatsing van de antenne mogelijk de ontvangst te optimaliseren.
De klok stelt zichzelf in op Centraal Europese Tijd. Ten opzichte van deze tijd kunt u een zogenaamde offset kiezen (het tijdsverschil ten opzichte van de Centraal Europese Tijd). U kunt maximaal 1 uur verschil instellen. U doet dit als volgt:
1 Tip op de tijdkeuzetoets totdat het display gaat knipperen.
2 Laat de knop los en tip nog een keer op de
tijdkeuzetoets.
In het display verschijnt "OF 0".
3 Stel het tijdsverschil in met de + en - toets.
In het display verschijnt "OF-1", "OF 0", "OF 1".
Enkele seconden na het loslaten van de toets is de offset ingesteld.
werking
DCF tijdklok
Als er geen ontvangst is werkt de klok op een intern signaal. Bij een mindere ontvangst zal de klok zich vaak 's nachts synchroniseren.
NL 26 NL 27
garantie
bepalingen
wat garandeert Atag
Op dit apparaat geeft Atag u 5 jaar onderdelengarantie en 1 jaar gratis service. De garantie op Atag keukenapparatuur is alleen geldig indien het toestel voor huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd en in gebruik is voor doeleinden waarvoor het is geconstrueerd. De garantieperiode gaat in op de datum van aflevering. Deze datum moet u op verzoek kunnen aantonen, bijvoorbeeld met een afleveringsbon of aankoopnota. Onderdelen die defect zijn geraakt door materiaal-, constructie- of fabricagefouten, worden gedurende een periode van 5 jaar gratis geruild. Tijdens het eerste jaar ontvangt u ook gratis service. Dat wil zeggen dat bij reparaties geen administratiekosten, voorrijkosten en arbeidsloon in rekening worden gebracht. Bij het verzenden van gratis onderdelen worden gedurende het eerste jaar geen verzendkosten in rekening gebracht.
tot wie kunt u zich wenden
In de landen waar Atag een vertegenwoordiging heeft, kunt u zich tot deze wenden als u een beroep wilt doen op de Atag Servicedienst. In de overige landen neemt u contact op met uw leverancier.
buiten de garantie vallen
transportschade en installatiefouten
Controleer uw nieuwe apparatuur voordat u deze in gebruik neemt. Als u beschadigingen aantreft, neem dan contact op met uw leverancier. Defecten en schaden die het gevolg zijn van een installatiefout vallen buiten de garantie. Schade, ontstaan door onvoldoende ventilatie van het toestel of een foutieve elektrische aansluiting, wordt niet vergoed. Ook gebreken die ontstaan omdat er wijzigingen aan de apparatuur zijn aangebracht, zijn van garantie uitgesloten.
gebruiksfouten en verkeerd of onvoldoende onderhoud
Dit geldt bijvoorbeeld voor glasbreuk en emailbeschadigingen, ontstaan door stoten of vallen van voorwerpen op of tegen de apparatuur. Door onvoldoende of verkeerd onderhoud
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afvoeren.
De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte huishoudelijke apparaten.
NL 28 NL 29
garantie
bepalingen
kunnen verkleuringen aan oppervlakten ontstaan en rubbers en kunststoffen snel verouderen. Ook dit valt niet onder de garantie.
gebruiksslijtage of veroudering
Voorbeelden hiervan zijn defect geraakte lampen, verkleuringen van kunststof of gelakte delen en krassen op de apparatuur.
gegevensplaatje
De toestelspecificaties vindt u op het gegevensplaatje. Zie hiervoor de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
waar vindt u Atag
Nederland:
ATAG Keukentechniek B.V. bezoekadres
Nijverheidsweg 1, 7071 CH Ulft
postadres
Postbus 8, 7070 AA Ulft Fax: 0315 687 888
0800 0222636 (gratis)
consumenteninformatie
Tel.: 0315 687 887
service
Tel.: 0544 393 944
onderdelen
Tel.: 0544 393 955
e-mail
info@atagkeukentechniek.com
België:
ATAG België N.V. bezoekadres
Keerstraat 1 ERPE-MERE
postadres
Industriezone Erpe-Mere 9420 ERPE-MERE Telex: 12467 ATAG B Fax: 053 - 80.60.57
servicedienst­consumenteninformatie
053 - 80.62.08
touches de sélection des fonctions du four
La commande de ce four est aisée. Ce manuel a surtout pour but de vous aider à découvrir toutes les possibilités que vous offre cet appareil. Dans le chapitre Commande, vous trouverez les différentes fonctions ordonnées clairement. Vous pourrez également tirer profit des divers conseils de cuisson.
Les prescriptions d'installation sont jointes séparément. Elles contiennent les prescriptions de sécurité relatives à l'installation et au branchement.
Conservez bien ce manuel. Il peut servir à tout autre utilisateur éventuel de l'appareil.
Nous vous souhaitons beaucoup de satisfactions avec votre nouvel appareil.
votre four
avant-propos
votre four
description
panneau de commande
panneau de commande
four éclairage du four
ventilateur
élément gril
élément inférieur (non visible)
réglage de la température
réglage de la durée
sécurité enfants
touche stop/pause
touche mise en marche
préchauffage rapide
contact culisenseur
moteur
tournebroche
fonctions de four (voir aussi page 12)
turbo; air chaud
infra; chaleur d'en haut et chaleur
d'en bas
chaleur d'en bas
infra avec ventilateur
ecogril
maxigril
FR 3
votre four
table des matières
sécurité
attention 4 – 5
mise en service
avant la première cuisson 6
commande
mise en marche 7 fonctions supplémentaires 8 - 11
indications de cuisson
fonctions du four 12 accessoires 13 conseils de cuisson 14 - 15 rôtir 16 griller 17 - 18 tableaux 19 - 21
entretien
nettoyage 22
problèmes
que dois-je faire si… 23 - 24
fonctionnement
minuterie DCF 25
aspects écologiques
évacuation emballage et appareil 26
garantie
dispositions 27 - 28
votre four
introduction
Vous avez choisi un four Atag. Les éléments qui sont à la base de la création de ce produit sont le confort d'utilisation optimal et la commande aisée.
En appuyant deux fois sur la touche "Start", vous sélectionnerez la fonction turbo. Cette fonction turbo permet de nombreux modes de cuisson, elle vous donnera les meilleurs résultats pour vos plats favoris. Il vous suffit simplement de régler la température.
Les nombreuses possibilités de réglage vous permettent de réaliser exactement la préparation que vous désirez. Les fonctions du four figurent logiquement sur le panneau de commande.
FR 4 FR 5
sécurité
attention
pendant l'utilisation
Réchauffez suffisamment vos plats. Le temps nécessaire dépend bien sûr de nombreux facteurs tels que la quantité et la nature du mets. Les bactéries que contient éventuellement la nourriture ne seront anéanties que si le mets est chauffé à plus de 70 °C pendant au moins 10 minutes. N'hésitez pas à prolonger la cuisson en cas de doute.
Ne réchauffez jamais de boites de conserves non ouvertes. La surpression qui se produit dans la boite la ferait exploser.
Si vous utilisez le four à la température maximale pour une longue durée (pour griller ou rôtir par ex.), la vitre du four sera chaude. Eloignez les enfants du four.
N'utilisez pas le four pour ranger des matières inflammables ou des matières susceptibles de se déformer légèrement.
Si vous préparez un plat contenant de l'alcool à haute température, l'alcool va s'évaporer. La vapeur peut prendre flamme en entrant en contact avec un élément chaud du four.
Ne couvrez jamais le fond du four avec du papier aluminium et ne placez pas non plus de plaque de four ou de moules sur le fond du four. L'aluminium retenant la chaleur, vous risqueriez d'endommager l'émail et d'obtenir un mauvais résultat de cuisson.
Ne versez jamais d'eau dans le four chaud. Vous risqueriez d'endommager l'émail.
Posez vos plats congelés (pizza par ex.) de préférence sur la grille couverte de papier à cuire. Si vous les posez sur la plaque de four, celle-ci pourra se déformer en raison de l'énorme différence de température.
L'isolation du four est optimale. Il se produit cependant toujours une transmission de chaleur qui réchauffe la paroi extérieure de l'appareil. Ce réchauffement ne dépasse absolument pas les normes.
Le four dispose d'un ventilateur qui refroidit l'enveloppe du four. Ce ventilateur peut fonctionner encore après avoir éteint le four.
généralités
Ce four offre la plus grande sécurité. Vous devrez cependant, comme pour chaque produit, faire attention à plusieurs aspects.
Cet appareil ne peut être raccordé que par un installateur agréé.
Les réparations ne seront effectuées que par monteur électrotechnique agréé.
N'ouvrez jamais le coffre de l'appareil et n'en modifiez pas la structure mécanique ou électrique. Ceci pour éviter tout danger (risque de contact avec des pièces sous tension) et dérèglement.
N'utilisez pas l'appareil s'il est endommagé.
Pour nettoyer l'appareil ou effectuer toute réparation, vous devrez débrancher l'appareil. Pour cela, retirez la fiche de la prise de courant ou mettez l'interrupteur qui se trouve dans le placard aux compteurs en position -0-.
Pour des raisons de sécurité, ne nettoyez jamais l'appareil avec un nettoyeur à haute pression ou à vapeur.
Si vous utilisez un appareil électrique, un mixer par ex. prenez soin ne pas coincer le fil électrique dans la porte du four chaud.
Ce four a été élaboré pour un usage ménager. Ne l'utilisez que pour la préparation de plats.
sécurité
attention
Pour les mesures de sécurité relatives à l'installation, nous vous renvoyons aux prescriptions d'installation qui sont jointes séparément.
Loading...
+ 43 hidden pages