ATAG MC4111L User Manual

gebruiksaanwijzing
combi-magnetronoven
mode d’emploi
micro-ondes combiné
Bedienungsanleitung
Kombi-Mikrowellengerät
instructions for use
MC 4111 L MC 4211 L
inhoud
2
BESTEMD VOOR DE GEBRUIKER
Functioneringsprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Voor de aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Oventoebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
De tijd instellen en wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Stop draaiplateau optie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Gebruik van vermogenniveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Microgolven functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Snel programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Warm houden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Opwarmen op 2 niveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Automatische bakfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Handleiding voor automatische functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Automatische ontdooiingsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Grill functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Handleiding voor bakken met de sterke grill functie . . . . . . . . . . . . . 20
Grill + Microgolven functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Handleiding voor het bakken met de Grill + Microgolven functie . . . 21
Krokant functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Hetelucht functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Handleiding voor het bakken met de Hetelucht functie . . . . . . . . . . . 24
Hetelucht + Microgolven functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Handleiding voor het bakken met Hetelucht + Microgolven functie . 26
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Schakelklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Geheugenfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
BIJ PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
KEURINGSTEST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
bestemd voor de gebruiker
U heeft voor een combi-magnetronoven van Atag gekozen. Optimaal gebruiksgemak en een eenvoudige bediening stonden bij de ontwikkeling van dit product voorop.
De combi-magnetronoven combineert de eigenschappen van een magnetronoven met die van een traditionele oven. Dankzij de ruime keuze aan instellingen kunt u in elk geval de door u gewenste
bak-
methode selecteren. Het design maakt de bediening eenvoudig.
De functies zijn op praktische wijze aangebracht op het bedieningspaneel. Het display geeft informatie en helpt u bij het kiezen van de instellingen.
De microgolven die voor het koken worden gebruikt zijn elektromagnetische golven. Deze zijn aanwezig in ons dagelijks leven zoals radiogolven, licht- of infraroodstraling. Hun frequentie bevindt zich in de 2450 Mhz band.
De kenmerken:
Zij worden teruggekaatst door metaal.
Zij doordringen alle andere materialen.
Zij worden door water-, vet- en suiker­moleculen geabsorbeerd.
Wanneer een voedingsmiddel aan micro­golven wordt blootgesteld, worden de moleculen snel in beweging gebracht wat verwarming veroorzaakt.
De microgolven komen tot ongeveer 2,5 cm in het voedingsmiddel. Indien het voe­dingsmiddel dikker is wordt het doorbakken door warmtegeleiding, zoals bij traditio­neel koken. Het is goed om te weten dat microgolven alleen een thermisch effect hebben op het voedingsmiddel en dat zij niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is recyclebaar. Doe mee aan de recycling en draag bij aan de bescherming van het milieu door dit materiaal in de hiervoor bestemde gemeentecontainers te deponeren.
Uw apparaat bevat tevens
vele recyclebare materialen.
Daarom is het voorzien van dit logo wat aangeeft dat de gebruikte apparaten van ander afval dienen te worden gescheiden. De recycling van de apparaten die door uw fabrikant wordt georganiseerd wordt op deze manier onder de beste omstandigheden uitge­voerd, overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/CE betreffende elektrisch en elektronisch afval. Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude apparaten. Wij danken u
voor
uw
bijdrage aan de bescherming van het milieu.
3
functioneringsprincipe
milieubescherming
Fig. 01
Waarschuwing:
Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de nabijheid van het apparaat. Indien het apparaat aan een ander persoon wordt verkocht of gegeven, dient u de gebruiksaan­wijzing hierbij niet te vergeten. Lees eerst aandachtig de volgende tips alvorens uw oven te installeren en te gebruiken. Zij zijn voor uw veiligheid en die van anderen opge­steld.
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik, voor het koken en bakken, het opwarmen en ontdooien van voedingsmiddelen. De fabrikant is niet aansprakelijk in geval van onjuist gebruik.
Controleer of het keukengerei geschikt is voor gebruik in een magnetronoven. Om beschadiging te voorkomen, dient u het apparaat nooit
leeg of zonder draaiplateau te
laten werken. Kom niet aan de slotopening aan de voorkant: dit zou tot beschadiging en dus reparatie
van het apparaat kunnen leiden. Controleer de afdichting en de lijst van de deur regelmatig op beschadigingen. Indien deze
beschadigd zijn dient u het apparaat niet langer te gebruiken en het te laten controleren door een vakman.
Houd de magnetronoven bij het opwarmen van voedingsmiddelen in plastic of papieren verpakkingen in de gaten vanwege eventueel brandgevaar.
Bij de microgolven en hetelucht + microgolven functie wordt het afgeraden om metalen schalen, vorken, lepels, messen of metalen strippen of nietjes voor diepvrieszakken te gebruiken.
De inhoud van zuigflessen en potjesvoeding voor baby’s moet eerst worden geschud of geroerd en de temperatuur moet voor consumptie worden gecontroleerd om verbranding te voorkomen. Verwarm een zuigfles nooit met de speen erop (explosiegevaar)
.
Laat kinderen de oven nooit zonder toezicht gebruiken, behalve indien hiervoor aangepas­te instructies zijn gegeven zodat zij de magnetronoven op veilige wijze kunnen gebruiken en de gevaren van onjuist gebruik kunnen begrijpen.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer u schalen uit de magnetronoven haalt. Sommige scha­len absorberen de warmte van de gerechten en worden dus heet.
Vloeistoffen of andere voedingsmiddelen moeten niet worden opgewarmd in afgesloten schalen vanwege het explosiegevaar.
Het wordt afgeraden om eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren in een magne­tronoven te verwarmen omdat zij uit elkaar kunnen spatten, zelfs na het koken.
Het opwarmen van dranken in de magnetronoven kan het plotseling opspuiten van de kokende vloeistof veroorzaken. Wees voorzichtig bij het uit de magnetronoven halen. Wanneer u kleine hoeveelheden opwarmt (bijv. 1 worstje, 1 croissant, enz.), zet er dan een glas water naast.
Wanneer het te lang in de magnetronoven blijft kan het uitdrogen en verbranden. Om dit soort incidenten te vermijden, dient u nooit dezelfde tijd te gebruiken die voor een traditio­nele oven wordt voorgeschreven.
Bij rookvorming, de oven stopzetten of de stekker uit het stopcontact halen en de deur dichtlaten opdat eventuele vlammen worden gedoofd
bestemd voor de gebruiker
4
veiligheidsaanwijzingen
installatie van het apparaat
Let op:
Controleer of het apparaat geen schade heeft ondervonden tijdens het vervoer (beschadiging van deur of afdichting, enz). Mocht u voor het eerste gebruik schade aan het apparaat constateren, neem dan contact op met de verkoper. Om de referenties van het apparaat in de toekomst makkelijk terug te kunnen vinden, raden wij u aan deze op de “Servicedienst” pagina te schrijven.
Controleer of:
-
het vermogen van de installatie voldoende is.
- de voedingskabels in goede staat zijn
- de diameter van de kabels overeenkomstig de installatieregels zijn.
- uw installatie is uitgerust met een thermische beveiliging van 16 ampère. Raadpleeg bij twijfel uw elektrotechnicus.
De elektrische aansluiting dient te worden uitgevoerd
voordat het apparaat in het meubel
wordt geplaatst. De elektrische veiligheid dient te worden verzekerd door een goede inbouw. Bij installatie
en onderhoud de stekker uit het stopcontact halen en zekeringen uitschakelen of verwij­deren.
Voor de aansluiting van het apparaat gebruikt u een (genormaliseerde) voedingskabel met 3 geleiders met een doorsnede van 1,5 mm² (1 fasedraad + 1 nulleider + aarding). Deze geleiders moeten worden aangesloten op een elektriciteitsnet van 220-240 V~(monofa­sig) via een genormaliseerd stopcontact (1 fasedraad + 1 nulleider + 1 aarding) CEI 60083 of overeenkomstig de installatievoorschriften. De beschermingsdraad (groen-geel) is ver­bonden met de aansluitklem van het apparaat en moet worden verbonden met de aarding
van de installatie. Als het apparaat is voorzien van een stekker, moet deze ook na de aansluiting gemakkelijk toegankelijk blijven.
De nulleider van de magnetronoven (blauwe draad) moet met de nulleider van het elektri-
citeitsnet worden verbonden.
Zorg er bij uw elektrische installatie voor dat de schakelaar toegankelijk is voor de gebruiker,
zodat deze het apparaat van het elektriciteitsnet kan afsluiten. De contactopening dient tenmin-
ste
3 mm voor alle polen te bedragen.
Indien de voedingskabel is beschadigd moet deze veiligheidshalve door de fabrikant, de
servicedienst of een ander gekwalificeerd persoon worden vervangen.
Onze aansprakelijkheid vervalt bij een ongeval ten gevolge van een afwezige, defecte of foute aarding.
Indien de magnetronoven een willekeurig probleem vertoont, trek dan de stekker uit het stopcontact of verwijder de zekering die overeenkomt met de aansluitingskabel van de magnetronoven.
5
voor de aansluiting
elektrische aansluiting
installatie van het apparaat
inbouw
6
Fig. 02
Het apparaat kan naar keuze onder een werkblad of in een (open of dicht) kolommeubel met de juiste afmetingen voor de inbouw, worden geïnstalleerd
(Fig. 02)
.
Gebruik het apparaat niet meteen (wacht 1 of 2 uur) na het van een koude naar een warme plaats te hebben gebracht, omdat condensatie kan leiden tot slecht functioneren.
23
550 int.
600 ext.
450 int.
456
547
592
450 int.
beschrijving van het apparaat
het apparaat
7
Bediening
Binnenzijde
Draaiplateau
Handvat
A
B
D
Fig.03
A
B
C
D
C
beschrijving van het apparaat
oventoebehoren
8
Fig. 04
Fig. 05
Fig. 06
Het draaiplateau:
zorgt voor een gelijk­matig bakresultaat van het gerecht zonder tussenkomst. Draait in beide richtingen. Indien het plateau niet draait, controleer dan of alle onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draai het plateau niet met de hand, op deze
manier kunt u het aandrijvingssysteem beschadigen. U kunt het als bakplaat gebruiken. Om het te verwijderen, gebruikt u de hier­voor bestemde toegangszones aan de bin­nenzijde.
De aandrijver:
hierdoor draait het gla-
zen draaiplateau
(Fig. 04)
.
De drager met wieltjes:
De wieltjes
moeten beslist in de goede richting staan
(Fig. 04)
. Wanneer het slecht draait controleer dan of er zich geen vreemde elementen onder de wieltjes bevinden.
Het rooster (Fig. 05):
hiermee kunt u roosteren, een bruin laagje aan uw gerech­ten geven of grillen. Het rooster mag nooit met andere metalen schalen gebruikt wor­den met de microgolven, grill + microgolven of hetelucht + microgolven functies. U kunt voedingsmiddelen echter verwar­men in een aluminium bakje door een bord tussen het bakje en het rooster te plaatsen.
De glazen braadslee (Fig. 06):
Het kan half met water worden gevuld voor “au bain marie” of hetelucht bakken. U kunt het als bakplaat gebruiken.
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat de braadslee goed is gecentreerd op de zijroosters zodat de lucht goed cir
culeert.
Het rooster + de glazen braadslee:
plaats het rooster op de braadslee om te braden en het braadnat op te vangen
(Fig. 07)
Fig. 07
beschrijving van het apparaat
oventoebehoren
De zijroosters (Fig. 08):
met behulp van twee 2 zijroosters kunt u de oventoebehoren op 3 niveaus gebruiken.
De 3 niveaus worden afhankelijk van de bakwijze en het gerecht gebruikt
(Fig. 09)
.
Met de
Grill of Grill + Microgolven functies
gebruikt u de oventoebehoren (rooster of braadslee) op het 1steniveau voor dikke gerechten zoals braadstukken, en op het 3de niveau voor minder dikke gerechten zoals koteletten en worstjes.
Met de
Hetelucht of Hetelucht + Microgolven-
functies,
zet u het rooster of de braadslee op niveau 1 of 2, naar gelang het gerecht.
Het speciale magnetrondeksel (Fig. 10):
De voordelen van het deksel:
Voedingsmiddelen behouden hun smaak door het stoom effect. Gerechten worden gelijkmatig verwarmd. Het uitdrogen van voedingsmiddelen wordt tot het mini­mum beperkt. De baktijd kan worden verminderd. Doordat spatten wordt voorkomen blijft de oven schoon.
Alleen gebruiken met de microgolven functie.
De KROKANTPLAAT Fig. 11):
Gebruik de KROKANTPLAAT met de Automatische bak of grill + microgolven functie om energie en tijd te besparen. Uw gerechten zullen net zo krokant, smakelijk en goudbruin worden als in een traditionele oven.
9
Fig. 08
Fig. 09
Fig. 11
Fig. 10
réchauffage
cuisson
décongélation
Onderhoud van de oventoebehoren:
Een spons, heet water en een vloeibaar reinigingsproduct is alles wat u nodig hebt om het deksel en de krokantplaat te reinigen
.
Ze kunnen ook in de vaatwasser.
Let op:Gebruik geen metalen schuurspons of schuurpoeder.
Gebruik de oventoebehoren nooit met de hetelucht functie.
beschrijving van het apparaat
de bediening
10
Met de toets START / STOP kunt u een programma beginnen en wissen of
een lopend programma annuleren.
Met de toetsen - / + kunt u de bakduur, het gewicht, de temperatuur, de tijd,
de categorie van het gerecht en het vermogenniveau selecteren.
Gebruik de toets ENTER om een programma te bevestigen of de Geheugen-
functie te gebruiken.
Met de toets OVENKLOK kunt u de tijd instellen.
De toets STOP DRAAIPLATEAU stopt het draaiplateau zodat u schalen kunt
gebruiken die de gehele ovenruimte in beslag nemen.
Met de toets AUTO kunt u de automatische functie en het soort gerecht selec-
teren.
Met de toets SELECTEREN stelt u de gewenste bakfunctie in.
C
A
B
D
F
F
E
D
CB
A
H
G
H
G
E
beschrijving van het apparaat
het display
11
Met de displays kunt u de functie en de programmering van de instellingen kiezen: vermogenniveau, gewicht, tijd, temperatuur en soort gerecht.
A
B
C D E F G
PK L
GEPROGRAMMEERDE FUNCTIE
NIVEAU MICROGOLVEN / GEWICHT VOEDINGSMIDDEL
PROGRAMMA TIJD / OVENKLOKTIJD
AUTOMATISCH ONTDOOIEN
VIS
GEVOGELTE
VLEES
STOP DRAAIPLATEAU
KINDERBEVEILIGING
SCHAKELKLOK
TEMPERATUUR WEERGAVE
TEMPERATUUR HETELUCHT / NIVEAU ROOSTER
KANT-EN-KLAAR GERECHTEN
GROENTEN
BROOD
PIZZA
A
B
C
O
D
E
F
G
H
I
L
J
K
M
N
P
ONMJIH
de tijd instellen en wijzigen
12
Na de aansluiting van het apparaat of na een lange stroomstoring, knippert de tijd
0000::0000
op het display.
De ovenklok instellen Weergave
Druk op de toetsen + of – om de tijd in te stellen, bijv. 6:30.
Bevestig door op
START / STOP
of op de toets OVEN-
KLOK te drukken. Een pieptoon bevestigt de ingestelde tijd.
Wijzigen van de tijd Weergave
Druk op de toets
OVENKLOK
. Het tijddisplay knippert.
Programmeer de nieuwe tijd (bijv. 7:30) door op de toets + te drukken.
Bevestig door op
START / STOP
of op de toets OVEN-
KLOK
te drukken.
Een pieptoon bevestigt de nieuw ingestelde tijd.
Opmerkingen:
A
ls u niet op de ovenklok toets drukt, wordt de weergegeven tijd automatisch na
één minuut geregistreerd.
In geval van een lange stroomstoring blijft de tijd één dag op de ovenklok aangegeven en de opgeslagen programma’s blijven behouden.
Om het display te dimmen drukt u 5 seconden lang op de ovenklok toets. Alleen de achtergrondverlichting blijft nu aan. Druk opnieuw 5 seconden om het dis­play weer te verlichten.
Als u denkt dat er onvoldoende ruimte is in de oven om uw schotel te laten draaien, gebruikt u de STOP DRAAIPLATEAU functie voor of tijdens het programma.
OPMERKING: u kunt het draaiplateau niet stopzetten tijdens een automatisch ontdooien programma.
Instelling:
Druk op de toets STOP DRAAIPLATEAU, het symbool is verlicht en het draai- plateau stopt.
Om het ongedaan te maken:
Om de functie te annuleren volgt u dezelfde procedure. Wanneer de STOP DRAAIPLATEAU functie is ingesteld, dient u halverwege het programma de schaal te draaien of de inhoud te vermengen
/
/
stop draaiplateau optie
gebruik van het apparaat
programmieren
13
Vermogenniveau Gebruik
1000 W / 900 W
Snel verwarmen van dranken, water, waterhoudende gerechten. Koken van waterhoudende voedingsmiddelen (soep, sauzen, tomaten, enz.).
800 W / 700 W
Koken van verse of diepgevroren groente.
600 W
Smelten van chocolade.
500 W
Koken van vis en schaaldieren. Opwarmen op 2 niveaus. Stoven van peulvruchten. Verwarmen of koken van gerechten op basis van eieren.
400 W / 300 W
Zachtjes koken van melkproducten, jam.
200 W
Manueel ontdooien. Zacht laten worden van boter, ijs.
100 W
Ontdooien van gebakjes met crème.
WEERGEGEVEN VERMOGEN: 1000 W
Het apparaat is nu aangesloten en de tijd is ingesteld. Open de deur met het handvat. Zet het gerecht in de magnetronoven en sluit de deur. Als de deur niet goed dicht is werkt het apparaat niet.
Wanneer u de deur opent tijdens de werking wordt het programma niet geannuleerd, maar slechts onderbroken.
Om de magnetronoven opnieuw te starten hoeft u
slechts op de toets START te drukken. Als u dit binnen 1 minuut na de programmering niet heeft gedaan, nodigen 3 piep-
tonen u uit om het programma te starten of te wijzigen. Zonder verdere instructies en na nog een minuut en een extra pieptoon, wordt het programma geannuleerd en de tijd wordt opnieuw op de ovenklok aangegeven.
Druk op de toets START / STOP met gesloten deur, om een programma te onder- breken. Om een programma ongedaan te maken, kunt u 2 seconden lang op de toets START / STOP drukken of de deur openen en op START / STOP drukken. Als u het vermogenniveau wenst te controleren, kunt u op
ENTER
drukken om het
dis
play te checken, en vervolgens op START
drukken.
Om een tweede programma in te stellen nadat het eerste is afgelopen, dient u de deur te openen en te sluiten.
Drie pieptonen geven het eind van elk programma aan en de ovenklok geeft de tijd weer aan. Als de deur open wordt gelaten, gaat het licht na 3 minuten uit.
Om vocht te verwijderen is het apparaat uitgerust met een uitgestelde ventilatiefunctie. Afhankelijk van de bakwijze (solo / grill / combi), blijft de ovenventilatie doorwerken na het eind van het programma.
Het stopt automatisch.
gebruik van vermogenniveaus
gebruik van het apparaat
microgolven functie
14
Programmeren met behulp van vermogen Weergave
Druk op de toets SELECTEREN om de microgol­ven functie te selecteren. Het maximale vermo­genniveau, 1000 W, knippert op het display.
Druk op de toets “-” voor een lager vermogenni­veau, bijv. 500 W. Bevestig het vermogenniveau door op ENTER te drukken: de cijfers van de tijd beginnen te knipperen op het display.
Druk op de toets “+” om de gewenste program­matijd in te stellen, bijv. 10 minuten.
Bevestig door op START te drukken. Het licht gaat aan en het programma begint.
U kunt op de toets “+” drukken om rechtstreeks 1000 W te programmeren.
U kunt op de toets “-” drukken om rechtstreeks uw vermogenniveau te selecteren. Ga vervolgens te werk zoals hierboven beschreven.
Opmerkingen:
Als u de deur tijdens het bakken opent, stopt het apparaat en de resterende tijd knip­pert op het display. Om het programma te beëindigen
sluit u de deur en drukt u op
START
.
De tijd kan op elk moment worden gewijzigd door op de toetsen - / + te drukken.
Warm houden Weergave
Als u het gerecht in de oven laat zonder de deur te openen na een microgolven of snel programma, start de warm houden functie na 2 minuten om het gerecht op de juiste temperatuur te houden. Drie pieptonen geven na 15 minuten het einde aan van de warm houden functie.
Snelle programmeren Weergave
Druk 1 seconde lang op de toets START om een snel programma van 30 seconden in te stellen. De microgolven functies op het hoogste vermogenni­veau (1000 W). Het licht gaat aan en het program­ma begint. U kunt een snel programma instellen tot 2 min. 30 sec.
Pas de tijd aan met de + toets.
warm houden functie
snel programma
gebruik van het apparaat
opwarmen op 2 niveaus
15
automatische bakfuncties
Met de automatische bakfuncties worden de tijd en de functie automatisch berekend
naar
gelang het soort gerecht en het gewicht.
Programmeren van de automatische baktijd Weergave naar gelang het gewicht
Druk op de toets AUTO tot het symbool dat over­eenkomt met het te bakken voedingsmiddel, op het display verschijnt, bijv. vis
.
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. Het minimum gewicht knippert op het display. Druk op de toets + om het gewicht in te stellen, bijv. 150g. Bevestig door op START/STOP te drukken.
De juiste functie is geselecteerd en de baktijd wordt automatisch berekend. De overeenkomen­de symbolen verschijnen op het display en het pro­gramma begint.
Opmerkingen:
U kunt kiezen uit 3 automatische programma’s voor het koken van groenten. Instelling
11en22
worden gebruikt voor het koken van verse groenten. Instelling
33
wordt gebruikt voor diep-gevroren groenten (zie HANDLEIDING
AUTOMATISCH
BAKKEN). Programmeer volgens bovenstaande beschrijving, wanneer 1 wordt
weergegeven, bevestigt u categorie 1 door op
ENTER
te drukken of selecteert
u categorie 2 en 3 door op de toets + te drukken en vervolgens op
ENTER
. Ga door met het programmeren van het gewicht van de groenten en beves­tig door op
START
of
ENTER
en vervolgens
START
te drukken.
Er zijn 2 automatische bakprogramma’s voor pizza’s, beide bestemd voor gebruik met de krokantplaat. Instelling 1 is voor verse pizza, instelling 2 voor het bakken van diepgevroren pizza. Instelling 1 biedt een 12 minuten durende baktijd, wat overeenkomt met de baktijd voor een pizza van de grootte van de krokantplaat. U kunt de tijd desgewenst wijzigen. Instelling 2, voor diepgevroren pizza’s, is gebaseerd op het gewicht van de pizza. Nadat u categorie 2 hebt geselecteerd, volgt u dezelfde procedure als voor andere soorten gerechten: voer het gewicht in van de pizza. De auto­matisch geprogrammeerde tijd kan niet worden gewijzigd.
Voor het optimaal opwarmen van twee gerechten zet u de microgolven functie op stand 500 W en plaatst u één bord op het draaiplateau en het andere op het rooster op niveau 3.
Enkele adviezen:
Bedek de borden met magnetronfolie, het speciale magnetrondeksel of een
ander omgekeerd bord.
De hieronder aangegeven tijden zijn gebaseerd op het verwar-
men van gekoelde gerechten of blikvoedsel op kamertemperatuur.
Soort gerecht Hoeveelheid Tijd
Homogene gerechten zoals puree, doperwten, selderij, enz.
2 borden van 200 g 4 - 6 min.
Gerechten met verschillende diktes zoals cassoulet, stoofpot, ravioli, enz.
2 borden van 300 g 6 - 8 min.
gebruik van het apparaat
handleiding voor automatische functies
16
Vis
Deze functie wordt gebruikt voor het bakken van vis tussen 100 g en 1000 g. Alle soorten vis zijn geschikt voor de magnetronoven. U dient er alleen voor te zorgen dat de vis vers is. Het bakken geschiedt met de microgolven functie. U kunt de vis heel, in plakken of als filet bakken. Als u de vis heel bakt, maak dan een snede in het dikste gedeelte. Leg de vis in een ronde of ovale magnetronschaal, voeg 2 à 3 eet­lepels water, citroensap of witte wijn toe en bedek het met het dek­sel of magnetronfolie. Breng op smaak na het bakken. Zet de schaal op het draaiplateau. Halverwege het bakken hoort u een pieptoon en “ ” knippert op het display om u eraan te herinneren dat de vis moet worden omgedraaid voor een beter resultaat.
Gevogelte
Deze functie wordt gebruikt voor het bakken en goudbruin maken van hele kip of stukken
kip (bouten) tussen 500 g en 2000 g. Kip wordt gebakken met de microgolven + hetelucht of met de grill functie. Gebruik een hittebestendige schaal voor magnetronovens, bij voor­keur van aardewerk
(minder spatten dan bij glas). Kippenbouten kun-
nen rechtstreeks
op de glazen braadslee worden gelegd. Eerst gaatjes in het vel maken om spatten te voorkomen. Wrijf de kip in met olie, zout en peper en bestrooi het desgewenst met kruiden. Hele kip: zet de schaal op het rooster op niveau 1. Kippenbouten: Tot 900 g, de braadslee op niveau 2 plaatsen. Laat de kip na het bakken 5 minuten in de oven rusten voordat u het serveert.
Vlees
Deze functie wordt gebruikt voor het bakken en goudbruin maken van runderbraadstukken tussen 500 g en 2000 g. Bakken geschiedt met de microgolven + hetelucht en microgolven + grill functies. Gebruik een hittebestendige schaal voor magnetronovens, bij voor­keur van aardewerk (minder spatten dan bij glas). Geef de voorkeur aan braadstukken zonder spek om vetspatten en rook te voorkomen. Hoe minder dik, hoe beter het resultaat. Haal het vlees uit de koelkast en laat het 1 uur op omgevingstem­peratuur rusten voordat u het in de oven zet. Zet de schotel op het rooster op niveau 2. Laat het braadstuk na het bakken 10 minuten rusten in aluminium­folie. Hierdoor ontspannen de vleesvezels en wordt uw braadstuk malser.
gebruik van het apparaat
handleiding voor automatische functies
17
Verse
kant-en-
klaar
gerechten
Met deze functie kunt u gekoelde kant-en-klaar
gerechten (lasagna, gegra­tineerde aardappelschotel, aardappelpuree met vlees, gegratineerde visscho­tel, enz.) tussen 100 g en 1000 g opwarmen. De gerechten worden opgewarmd met de microgolven functie. Verwijder de verpakking en plaats het product in een hittebestendige schaal voor magnetronovens. Voor een goed resultaat bedekt u het gerecht met magnetronfolie, het speciale magnetrondeksel of een omge­keerd bord. Zet de schaal op het draaiplateau. Laat het gerecht voor een homogene warmteverdeling enkele minuten rusten voordat u het serveert.
Groenten
Deze functie wordt gebruikt voor het koken van groenten tussen 100 g en 1000 g. De groenten worden gekookt met de microgolven functie. Kies verse groenten en voeg voor het koken toe:
- 2 eetlepels water tot een gewicht van 200 g
- 1/2 dl water tot een gewicht van 500 g
- 1 dl water tot een gewicht van 1000 g Pas de schaal aan aan het volume van de groenten en bedek het (met uit­zondering van champignons). Zet de schaal op het glazen draaiplateau. Een pieptoon halverwege het bakken geeft aan dat u de groenten moet mengen, en “ ” verschijnt op het display. Voeg boter of olie toe en breng op smaak. Na de kooktijd de groenten enkele minuten laten rusten voordat u ze ser­veert. Met categorie
11
kunnen harde en vezelige groenten worden gekookt: Spruiten, witte kool in dunne plakjes, wortelen in plakjes, knolsel­derij in stukjes, enz.
Met categorie
22
kunt u zachte waterhoudende groenten koken: courgettes in plakjes of stukjes, prei in dunne ringen, aardappelen gesorteerd naar grootte en in plakjes gesneden, bladspinazie, venkel, struikjes bloemkool of broccoli, enz.
Met categorie
33
kunt u diepgevroren groenten koken: wortelen in plakjes, struikjes bloemkool of broccoli, spruiten, prei in dunne ringen, courgettes in plakjes of stukjes, bladspinazie.
Verse
pizza
diep-
gevroren
pizza
Deze functie wordt gebruikt voor het bakken en goudbruin maken van
verse
pizza in de bij de oven geleverde krokantplaat. Selecteer pizza met het automatische bakprogramma, instelling 1, en pas de baktijd desgewenst aan. De pizza wordt gebakken met de microgolven en grill functie. Zet de krokantplaat altijd rechtstreeks op het draaiplateau.
Deze functie wordt gebruikt voor het bakken en goudbruin maken van
diepgevroren
pizza’s tussen 125 g en 650 g. Gebruik de krokantplaat en het automatische bakprogramma, instelling 2, selecteer het gewicht. Zet de krokantplaat altijd rechtstreeks op het draaiplateau.
gebruik van het apparaat
ontdooien
18
Door diepvriesvoedsel in de magnetronoven te ontdooien wint u veel tijd. Voor het ont­dooien gebruikt u de AUTOMATISCHE ONTDOOI functie of de MICROGOLVEN functie, op vermogenniveau 200 W.
Wat u dient te weten:
Kleine stukjes vlees of vis kunnen onmiddellijk na het ontdooien worden gebakken. Grote stukken zoals braadstuk of hele vis blijven na het ontdooien nog licht diepgevro­ren. We raden u aan een rusttijd te voorzien die ten minste gelijk is aan de ontdooiings­tijd om zo een gelijkmatige temperatuur te verkrijgen.
Een voedingsmiddel dat bedekt is met ijskristallen zal minder snel ontdooien. In dit geval zult u de ontdooiingstijd moeten verlengen.
Enkele adviezen:
De ontdooiingstijd verschilt naar gelang het type apparaat. Het verschilt ook naar gelang de vorm, de grootte, de oorspronkelijke temperatuur en de kwaliteit van het voedings­middel.
In de meeste gevallen moet de verpakking worden verwijderd. Verwijder de metalen strippen van de verpakking.
Halverwege de ontdooiing dient u de stukken te draaien, te mengen of uit elkaar te halen.
Als u vlees of vis ontdooit dat zo groot is dat hierdoor het draaiplateau niet meer kan draaien, gebruik dan de stop draaiplateau functie. In dit geval dient u het voedingsmiddel regelmatig te draaien.
Laat vlees en vis op een schotel omgekeerd op een ander bord ontdooien zodat het vrij­komende vocht naar beneden loopt. Als het vocht in contact blijft met het voedingsmid­del kan dit tot oververhitting hiervan leiden. Vries nooit opnieuw voedingsmiddelen in voordat u deze heeft gekookt of gebakken.
Ontdooiingstijden:
De tijden zijn berekend voor voedingsmiddelen die zijn diepgevroren op -18°C. Zij wor­den ter informatie gegeven; zij kunnen echter variëren naar gelang de dikte, de vorm, de grootte en de verpakking.
Programmakeuzes:
Auto ontdooiingsprogramma’s zijn beschik­baar voor de volgende categorieën: vis, gevogelte, vlees, kant-en-klaar gerechten, groenten en brood.
gebruik van het apparaat
Loading...
+ 41 hidden pages