PRODUCTINFORMATIEBLAD
1
B
2
3
2
****
NL
4
5
A
7
6
8
1
A. Koelvak
1. Groente- en fruitlade
2. Schappen/Zone voor schappen
3. Bedieningspaneel met ledverlichting
4. Bovenste schap
5. Deurvakken
6. Flessenplank
7. Flessenblokkering (indien aanwezig)
8. Serienummerplaatje (naast de groente- en
fruitlade)
Opmerkingen: Het aantal schappen en de vorm van de accessoires kunnen van model tot model
verschillen.
Alle schappen, vakken en rekken kunnen worden verwijderd.
Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de afwasmachine worden
gewassen.
B. Vriesvak (indien aanwezig)
1. Ijsbakje (in het vak)
2. Binnendeur vriezer
ITNL FIDKNOSEGRPTESGB FRDE
BEKNOPTE HANDLEIDING
1
2
Ledverlichting
In vergelijking met
traditionele lampjes
hebben leds een
langere levensduur,
verbeteren ze het zicht
in de koelkast en zijn
ze minder schadelijk
voor het milieu.
Neem voor de vervanging contact op met de
klantenservice.
Ventilator (indien aanwezig)
De ventilator is standaard
AAN.
De ventilator kan worden
uitgeschakeld door de toets
op de basis in te drukken
(zoals op de afbeelding). Als
de omgevingstemperatuur hoger is dan 27 °C,
dan moet de ventilator werkzaam zijn om een
correcte conservering van de levensmiddelen
te garanderen.
Door de uitschakeling van de ventilator wordt
het energieverbruik geoptimaliseerd.
Standby
Druk 3 seconden op de knop “Temp.” (1)
om het apparaat uit te schakelen (het
bedieningspaneel en de verlichting blijven uit).
Druk kort op deze knop om het apparaat weer
in te schakelen.
Opmerking: Door deze handeling wordt het
apparaat niet losgekoppeld van de elektrische
voeding.
Temperatuur van het koelvak
De drie lampjes (2) geven de temperatuur aan
die in het koelvak is ingesteld.
Er kan een andere temperatuur worden
ingesteld met de knop “Temp.”.
De mogelijke instellingen zijn de volgende:
Leds aan Ingestelde temperatuur
Hoog (minst koud)
Middelhoog
Gemiddeld
Middellaag
Laag (koudst)
ITNL FIDKNOSEGRPTESGB FRDE