Alpine IVA-D300RB, IVA-D300R User Manual [nl]

R
Mobile Media Station
IVA-D300R
IVA-D300RB
TM
R
DIGITAL VIDEO
• HANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig door alvorens dit toestel te gebruiken.
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-725 13 26 E-mail: info@alpine.be
De CHA-S634 is een zeer krachtige wisselaar voor 6 disks met nieuwe M DAC, CD-R/RW PLAY BACK, MP3 PLAY BACK en CD TEXT. Het CHA-1214 Ai-NET-model is goed voor 12 disks, terwijl het CHM-S630 M-Bus-model een supercompacte wisselaar voor 6 disks is met CD-R/RW PLAY BACK.
U kunt meer doen met Alpine CD-wisselaars!
Meer muziekselecties, meer veelzijdigheid, meer comfort.
CHM-S630
CHA-1214
CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB
CHA-S634
CD-wisselaar voor IVA-D300R/IVA-D300RB
1-NL
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING....................................4
VOORZICHTIG..........................................4
VOORZORGSMAATREGELEN ................5
Welke disks kunt u afspelen?.................6
Aan de slag
Plaats van de bedieningstoetsen........................9
Gebruik van antidiefstalafdekking ....................9
Ingebruikneming ...............................................9
Toestel in- of uitschakelen ..............................10
Monitor openen/sluiten ...................................10
Monitor platleggen..........................................10
Volume regelen...............................................10
Volume snel verlagen......................................10
Display bekijken .............................................10
Bediening van aanraaktoetsen ......................10
Bron oproepen ..............................................11
Sneltoetsscherm ............................................11
Invoerscherm met numeriek toetsenbord
weergeven ................................................12
Dubbel-schermweergave ..............................12
Radio
Radio beluisteren.............................................13
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders .....13
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders ..13
Afstemmen op voorkeuzezenders ...................13
Zoeken op radiozendernaam ...........................13
Werking van RDS
AF (alternatieve frequenties) in- of
uitschakelen ................................................14
Verkeersinformatie ontvangen........................14
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)..........................................................14
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
afspelen CD of radio...................................14
Prioriteit PTY (programmatype).....................15
Weergave van radiotekst.................................15
CD/MP3/WMA
Afspelen ..........................................................16
Herhaald afspelen............................................16
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen) .....16
Mappen selecteren (voor MP3/WMA) ...........16
Over MP3/WMA ............................................17
DVD/video-CD
DVD/video-CD afspelen.................................18
DVD-modusscherm weergeven....................19
Als een menuscherm verschijnt ....................19
Hoofdmenuscherm weergeven
(alleen DVD)............................................20
Menuscherm weergeven (alleen DVD) ........20
Menubedieningsmodusscherm weergeven
(alleen DVD)............................................20
PBC-functie in- of uitschakelen
(alleen video-CD) .......................................20
Afspelen stoppen (PRE STOP)...................... 20
Afspelen stoppen.............................................20
Snel vooruit/snel achteruit ..............................20
Begin van hoofdstukken of tracks zoeken ......21
Stilstaande beelden afspelen (pauzeren) .........21
Beeld voor beeld afspelen ...............................21
Afspelen in slow motion .................................21
Hoofdstuk/track/titel herhaaldelijk
afspelen.......................................................21
Zoeken op titelnummer (alleen DVD) ............21
Direct zoeken op hoofdstuk- of
tracknummer...............................................22
Veranderen van hoek (alleen DVD)................22
Veranderen van audiospoor ............................22
Veranderen van ondertiteling
(taal ondertiteling) (alleen DVD) ...............22
Schakelen vanuit het diskmenu ....................22
Diskstatus voor DVD/video-CD
weergeven...................................................22
Andere nuttige functies
Audio bijregelen..............................................23
Disks/radiozenders benoemen.........................23
Diskzoekfunctie ..............................................24
Functie voor entertainment achterin ...............24
Functie van de sensor van de
afstandsbediening omschakelen ...............24
De weergavemodi omschakelen......................25
Alleen visuele bron schakelen
(simultaan-functie) .....................................25
Simultaan-functie annuleren.........................25
Black-outmodus in- en uitschakelen ...............25
VISUALIZER instellen...................................26
Visual Effect instellen.....................................26
NEDERLANDS
2-NL
Monitorinstelling
Monitorinstelling uitvoeren.............................26
Regeling van de hoek van de monitor ..........26
Keuze van de monitorstand ..........................26
Instelling voor het automatisch openen
/sluiten van de monitor.............................26
Instelling
DVD-instelling uitvoeren................................27
Instelling van de menutaal ............................27
Instelling van de audiotaal ............................27
Instelling van de ondertitelingtaal ................27
Landinstelling wijzigen ................................28
Classificatieniveau instellen
(oudercontrole).........................................28
Instelling digitale uitgang wijzigen ..............28
Digitale uitgang instellen..............................30
Instelling tv-scherm wijzigen .......................30
Algemene instelling uitvoeren ........................30
Tijd weergeven .............................................31
Tijd instellen .................................................31
Zomertijd instellen........................................31
Demonstratiefunctie......................................31
Pieptoonfunctie .............................................31
Instelling van het scrollen.............................31
RDS-tijd weergeven......................................31
Het basisvolume van bronsignalen
aanpassen..................................................31
Geluidskwaliteit van de tuner instellen.........31
Instellen van het zoeken volgens programma-
identificatie (PI SEEK) ............................31
Regionale (lokale) RDS-zenders
ontvangen .................................................31
DRC (Dynamic Range Control)
in/uitschakelen..........................................31
Berichtinformatie ontvangen van lokale
DAB-zenders............................................32
Instelling voor automatische overgang van
DAB naar RDS.........................................32
Weergavetaal van programmatype (PTY)
omschakelen.............................................32
Binnenkomende oproepen van de telefoon
schakelen ..................................................32
MP3/WMA-bestanden afspelen....................32
Systeeminstelling uitvoeren ........................... 32
Onderbrekingsmodus externe toestellen
instellen ....................................................32
Weergave van onderbrekingssymbool
SYSTEEM-instelling
ALGEMENE instelling
DVD-instelling
instellen ....................................................33
Navigatiemodus instellen..............................33
Navigatieonderbreking instellen...................33
De externe expansiedoos aansluiten en
instellen ....................................................33
VISUALIZER-modusweergave instellen.....33
AUX-modus instellen ...................................33
Externe toestellen benoemen ........................33
Het audioniveau van de externe ingang
regelen ......................................................33
Het visuele ingangssignaal omschakelen......34
Externe monitoruitgang instellen..................34
Achtercamera instellen .................................34
Visuele modus instellen................................34
Verlichtingskleur van de toetsen veranderen
(alleen IVA-D300R).................................34
Selectie van optische digitale ingang voor een
externe audioprocessor.............................34
Scherminstelling uitvoeren .............................34
Regeling van de verlichting ..........................35
Minimumniveau van achtergrondverlichting
instellen ....................................................35
Achtergronden schakelen..............................35
Automatische achtergronden instellen..........35
Lettertype instellen .......................................35
Weergavekleur van lettertypeachtergrond
veranderen ................................................35
Trilling van aanraakscherm in- of
uitschakelen..............................................35
Aanraakscherm bijregelen ............................35
i-Personalize™
MX-modus instellen........................................36
Bass Engine instellen ......................................36
Bass EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)
...36
Afregelen en opslaan/oproepen van
parametrische EQ .....................................37
Over tijdcorrectie ..........................................37
Afregelen en opslaan/oproepen van
Bass Focus................................................38
Afregelen en opslaan/oproepen van
tijdcorrectie ..............................................39
Afregelen en opslaan/oproepen van
ingebouwd scheidingsfilter ......................39
In- en uitschakelen van de subwoofer.............40
Visual EQ instellen .........................................40
VISUAL EQ-modus kiezen (instelling
VISUAL EQ™
Bass Engine-functie
Media Xpander-functie
SCHERM-instelling
3-NL
fabrikant) ..................................................40
Regeling van de helderheid ..........................40
Regeling van de beeldkleur ..........................41
Regeling van de beeldtint .............................41
Regeling van het beeldcontrast.....................41
Regeling van de beeldkwaliteit.....................41
VISUAL EQ opslaan ................................... 41
Over downloaden van
GELUIDSINSTELLINGEN ......................41
Gegevens downloaden ....................................42
Afregelen en opslaan/oproepen van de externe
versterker (optioneel)..................................42
Versterker benoemen ....................................43
Status van externe versterker weergeven ........43
Instelprocedure voor Dolby Surround.............44
Luidsprekers instellen .....................................44
MX-modus van de externe audioprocessor
instellen.......................................................44
Instelling X-OVER .........................................45
Tijdcorrectie handmatig uitvoeren (TCR).......45
Faseomschakeling ...........................................46
Instellingen grafische equalizer ......................46
Instellingen parametrische equalizer...............47
Regeling van de lage tonen .............................47
Bascompressor instellen ...............................47
Bass Focus instellen......................................47
Luidsprekerinstelling ......................................48
Instelling van Dolby 5.1ch..............................48
Het akoestisch beeld instellen.......................48
Lage tonen mengen met het achterkanaal.....48
Krachtig geluid met hoog volume ............... 49
Luidsprekerniveaus regelen ..........................49
DVD-niveau instellen .....................................49
Instellingen opslaan in het geheugen ..............49
Geheugenvoorkeuzezender oproepen .............49
Pro Logic II-modus .........................................50
Lineaire PCM-instelling..................................50
Navigatiesysteem (optioneel)
Omschakelen naar navigatiescherm
(optioneel)..................................................51
Hulptoestel (optioneel)
Hulptoestellen bedienen (optioneel) ...............51
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel) ......52
Keuze van multiwisselaar (optioneel).............52
Externe audioprocessor (optioneel)
AMP Link instellen (optioneel)
Gegevens downloaden
Werking van HDD-speler (optioneel)
Muziek van HDD beluisteren .........................53
Werking van DAB (optioneel)
De DAB-ontvanger gebruiken om automatisch
ensembles te zoeken (optioneel).................53
De service wijzigen.........................................54
De servicecomponent wijzigen .......................54
De service opslaan ..........................................54
De opgeslagen service ontvangen ...................54
Het ensemble automatisch in het geheugen
opslaan........................................................54
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)..........................................................54
Verkeersmeldingen in-/uitschakelen...............54
Berichtselectiemodus instellen........................55
De weergavemodus wijzigen ..........................55
MobileHub™ Link (optioneel)
Over MobileHub™ Link (optioneel) ..............55
Telefoonontvangst...........................................56
Telefoneren .....................................................56
Een oproep tot stand brengen met de
snelkeuzetoetsen .........................................56
Nummer vormen .............................................56
Een oproep tot stand brengen met nummers uit
het adresboek ..............................................56
Een oproep tot stand brengen met de historiek
uitgaande / binnenkomende / gemiste
binnenkomende oproepen...........................56
SMS (Short Message Service)
zenden/ontvangen .......................................57
SMS-bericht ontvangen...................................57
Informatie
Over DVD’s ....................................................57
Terminologie...................................................58
Lijst van taalcodes...........................................59
Lijst van landcodes..........................................60
Bij problemen..................................................62
Technische gegevens.......................................65
Installatie en aansluitingen
WAARSCHUWING
Waarschuwing .......................................66
Voorzichtig .............................................66
Voorzorgsmaatregelen..........................66
Installatie.........................................................67
Aansluitingen (IVA-D300R/IVA-D300RB
bedradingsschema) .....................................70
Voorbeeld van systeem ...................................72
4-NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gebruiksaanwijzing
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine­onderhoudscentrum voor herstelling.
HOUD UW VINGERS OP EEN VEILIGE AFSTAND TERWIJL HET MOTORGESTUURDE FRONTPANEEL OF DE BEWEGENDE MONITOR IN BEWEGING IS.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
INSTALLEER HET TOESTEL CORRECT, ZODAT DE BESTUURDER ENKEL NAAR DE TV/VIDEO KAN KIJKEN ALS HET VOERTUIG GESTOPT IS EN DE HANDREM WERD AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. Als dit toestel niet correct wordt geïn­stalleerd, kan de bestuurder tijdens het rijden naar de tv/video kijken. Dit kan zijn aandacht afleiden van de weg, wat tot een ongeval kan leiden. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
KIJK NIET NAAR DE VIDEO TERWIJL U RIJDT.
Als de bestuurder naar de video kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vergen, mogen alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand hebt gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY TIJDENS HET RIJDEN.
Als de bestuurder naar het display kijkt, kan zijn aandacht worden afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12 V­TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
5-NL
VOORZORGSMAATREGELEN
Vervolg
Middengat
Oneffenheden
Middengat
Nieuwe disk
Buitenzijde
(Oneffenheden)
JUIST
FOUT JUIST
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen. Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +45 °C en 0 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan de geluidsweergave van de disk zweven. In dit geval haalt u de disk uit de speler en wacht u ongeveer een uur tot het vocht verdampt is.
Beschadigde disk
Speel nooit disks af die gebarsten, verbogen of beschadigd zijn. Als u een slechte disk afspeelt, kan het weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
Probeer het volgende nooit
Neem de disk niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het automatisch invoermechanisme in de speler wordt getrokken. Steek geen disk in het toestel terwijl het toestel uitgeschakeld is.
Disk insteken
U kunt slechts één disk tegelijk in uw speler steken. Probeer nooit meer dan één disk in de speler te steken. Plaars de disk met de bedrukte zijde naar boven. Als u de disk niet goed hebt geplaatst, zal uw speler de disk automatisch uitwerpen. Als de speler een correct geplaatste disk uitwerpt, drukt u met een scherp voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de reset-schakelaar. Als u een disk afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de disk of beschadigt de speler niet.
Disks met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel enkel disks met ronde vorm; gebruik nooit disks met een speciale vorm. Als u disks met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme beschadigd raken.
Nieuwe disks
Om te voorkomen dat de disk vastloopt, werpt de DVD-speler automatisch disks uit met onregelmatige oppervlakken of disks die verkeerd werden geplaatst. Als een nieuwe disk in de speler wordt geplaatst en als hij wordt uitgeworpen, gaat u met uw vinger langs de binnenzijde van het middengat en langs de buitenrand van de disk. Kleine oneffenheden of onregelmatigheden kunnen een juiste plaatsing van de disk verhinderen. Om oneffenheden te verwijderen, gaat u met een balpen of iets dergelijks langs de binnenzijde van het middengat en langs de buitenrand van de disk. Plaats de disk vervolgens opnieuw.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de IVA-D300R/IVA-D300RB niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Veel stof
• Veel trillingen
Correcte hantering
Laat de disk niet vallen. Hou de disk zo vast, dat u geen vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Bevestig geen tape, papier of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Disk reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de disk kunnen tot gevolg hebben dat de DVD-speler verspringt. Voor een routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone, zachte doek af te vegen van het midden van de disk naar de buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone, zachte doek met een oplossing van zacht neutraal detergent voor u de disk reinigt.
Welke disks kunt u afspelen?
VIDEO CD
DIGITAL VIDEO
* Geschikt voor tweelagige DVD-disk
Logo Inhoud
Formaat
Max.
afspeelduur
DVD
Video
Video
CD
Muziek
-CD
Audio
+
Audio
+
Audio
12 cm*
8 cm
12 cm
12 cm
8 cm
8 cm
(CD single)
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
Toebehoren voor disks
Er bestaan verschillende accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren. De meest ervan beïnvloeden echter de dikte en/of diameter van de disk. Wanneer dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de disk buiten de standaardspecificaties vallen en bedieningsproblemen veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke toebehoren te gebruiken voor disks die worden weergegeven in Alpine DVD-spelers.
Geschikte disks
De hierna vermelde disks kunnen in dit toestel worden afgespeeld.
Behandeling van het afneembare voorpaneel
• Niet blootstellen aan regen of water.
• Niet laten vallen of blootstellen aan schokken.
• Nadat het toestel werd uitgeschakeld, blijft het beeld nog even lichtjes op het display staan. Dit is een normaal effect dat inherent is aan de LCD-technologie.
• Bij koude temperaturen kan het contrast van het scherm tijdelijk wat minder scherp zijn. Na een korte opwarmtijd wordt het contrastniveau echter weer normaal.
Toestellen van Alpine die uitgerust zijn met de Ai-NET-bus en aangesloten zijn op de IVA-D300R/IVA-D300RB, kunnen vanaf de IVAD300R/IVA-D300RB worden bediend. Afhankelijk van de aangesloten producten zullen de functies en de afbeeldingen variëren. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
Verwijder de antidiefstalafdekking als u rijdt. Op die manier kan ze niet van het toestel vallen en de veiligheid van het voertuig hinderen.
De werking van een aantal functies van dit toestel is heel complex. Precies daarom werden deze functies ondergebracht in een speciaal scherm. Deze functies kunnen alleen worden bediend terwijl het voertuig geparkeerd staat. Zo blijft de aandacht van de bestuurder op de weg gericht en niet op de IVA-D300R/IVA­D300RB. Dit biedt de bestuurder en de inzittenden meer veiligheid. Titels kunnen niet worden ingevoerd en de audioprocessor kan niet worden afgeregeld terwijl de auto rijdt. De auto moet geparkeerd staan en de handrem moet opgetrokken zijn om de procedure te kunnen uitvoeren die beschreven staat in de gebruiksaanwijzing. De waarschuwing “CAN’T OPERATE WHILE DRIVING” verschijnt als u dit toch probeert te doen terwijl de auto rijdt.
Eenzijdige disk ca. 4 uur
Tweezijdige disk ca. 8 uur
Tweezijdige disk ca. 160 minuten
Eenzijdige disk ca. 80 minuten
Ca. 74 minuten
Ca. 74 minuten
Ca. 20 minuten
Ca. 20 minuten
Video
(bewegende
beelden)
Video
(bewegende
beelden)
6
-
NL
ALL
2
Behandeling van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
Volgende disks kunnen niet worden afgespeeld
DVD-ROM’s, DVD-RAM’s, DVD + R’s, DVD + RW’s, CD­ROM’s (behalve MP3/WMA-bestanden), foto-CD’s, enz.
DVD-regionummer (afspeelbaar regionummer)
Deze DVD-speler kan elke disk afspelen die regionummer 2 (of All) heeft. DVD’s met een regionummer dat hierna niet is aangegeven, kunnen niet worden afgespeeld op deze DVD­speler.
Multisessie-CD-R/RW:
Als een opname gestopt is, wordt dit als één sessie beschouwd. Als de disk niet wordt afgesloten (beëindigd), kunnen bijkomende gegevens worden toegevoegd. Zodra bijkomende gegevens werden opgenomen, wordt dit een “multisessie”-CD. De IVA-D300R/IVA-D300RB kan alleen multisessies met dataformaat lezen (MP3/WMA-bestanden – geen audio-CD­bestanden).
MP3 ID3 tag-/WMA-taginformatie:
De IVA-D300R/IVA-D300RB kan MP3 ID3v1 tag- of WMA­taginformatie lezen en weergeven. MP3-bestanden die met ID3v2-taginformatie werden gemaakt, kunnen worden afgespeeld, maar de taginformatie kan niet worden gelezen of weergegeven.
Degelijk geformatteerde MP3/WMA-disks:
Gebruik ISO9660-formattering om de disks goed te kunnen afspelen. U kunt ook standaard ISO-benaming level 1 (8.3 DOS­standaard), level 2 (32 tekens) of Joliet (lange bestandsnamen van Windows of Macintosh) gebruiken voor de benoeming van bestanden.*
*In de gebruiksaanwijzing vindt u bijkomende informatie.
Video-CD’s
Deze DVD head-unit is compatibel met afspeelregeling (PBC) (versie 2.0). Met “PBC” kunt u menuschermen die op de disk werden opgenomen, gebruiken om de gewenste scène te zoeken en kunt u verschillende soorten informatie in dialoogvorm bekijken.
Gebruik van compact disks (CD/CD-R/CD-RW)
Als u disks gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden, kan de goede werking niet worden gewaarborgd. U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CDReWritable) gebruiken die alleen werden opgenomen op audiotoestellen. U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3/WMA-audiobestanden afspelen.
• De volgende disks kunnen niet altijd op dit toestel worden afgespeeld. Gebrekkige disks, disks met vingerafdrukken, disks die hebben blootgestaan aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv. achtergelaten in de auto of in dit toestel), disks die in onstabiele omstandigheden werden opgenomen, disks waarop een opname is mislukt en waarop men opnieuw heeft proberen op te nemen, disks die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik disks met MP3/WMA-bestanden die geschreven zijn in een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details zie pagina’s 17 en 18.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de disk opnieuw af te spelen.
Gebruik van DVD-R’s/DVD-RW’s
• Dit toestel is alleen geschikt voor het afspelen van disks die zijn opgenomen in de DVD-videomodus. Disks die zijn opgenomen in de DVD-VR-modus kunnen niet worden afgespeeld.
• Merk op dat deze DVD-speler geen disks kan afspelen die niet zijn beëindigd (d.w.z. die zijn verwerkt om te worden afgespeeld op ‘alleen-afspelen’ DVD-spelers).
• Het is mogelijk dat sommige disks niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat. (Dit toestel heeft een kopieerbeveiligingsfunctie. Illegaal gekopieerde disks worden niet afgespeeld. Sommige bestanden die zijn opgenomen met software die gebruik maakt van een ongeschikt opnamesysteem worden mogelijk beschouwd als illegaal gekopieerde disks.)
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat dit toestel de disk niet kan afspelen: disks opgenomen door bepaalde DVD­recorders, bepaalde disks met onregelmatige vorm, gebrekkige disks, vuile disks, vuile opnamelens van de DVD-speler of vochtcondensatie in het toestel.
• Neem alle waarschuwingen in acht die bij uw DVD-R/DVD­RW-disks zijn gevoegd.
• Bevestig geen stickers, etiketten of tape op de bedrukte zijde van de DVD-R’s/DVD-RW’s.
• In vergelijking met gewone disks zijn DVD-R’s/DVD-RW’s gevoeliger voor warmte, vocht en rechtstreeks zonlicht. Als u ze achterlaat in een auto, enz., kunnen ze beschadigd raken en kan dit toestel ze mogelijk niet meer afspelen.
Tips om uw eigen CD’s te maken
De IVA-D300R/IVA-D300RB kan DVD-video, video-CD, audio-CD afspelen en beschikt over een ingebouwde MP3/WMA-decoder.
Volgende informatie kan u helpen om eigen muziek-CD’s (Audio CD of CD-R/RW-bestanden met MP3/WMA-codering) te maken.
Wat is het verschil tussen een audio- en MP3/WMA-CD?
Een audio-CD heeft hetzelfde formaat als de CD’s die u in de winkel koopt (ook wel CD-DA genoemd). MP3 (MPEG-1 Audio Layer 3)/WMA (Windows Media Audio) is een databestand dat gebruik maakt van een compressiemodel om de omvang van het muziekbestand te verkleinen *.
Hybride audio-CD en data- (MP3/WMA) CD-R/RW disks:
De IVA-D300R/IVA-D300RB kan beide sectoren op de disk lezen. Kies CD-DA om het CD-audiogedeelte af te spelen, of MP3/WMA om het MP3/WMA-gedeelte af te spelen.*
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de disk niet bloot aan direct zonlicht.
• Bevestig geen stickers of etiketten op de disk.
• Reinig de disk als er stof op zit.
• Ga na of de disk glad en vlak is.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare diskaccessoires.
Laat de disk niet gedurende lange tijd in de auto of in het toestel achter. Stel de disk nooit bloot aan direct zonlicht.
Warmte en vochtigheid kunnen de disk beschadigen, zodat u de disk niet meer kunt afspelen.
7
-
NL
8-NL
Diskterminologie
Titel
Als titels geprogrammeerd zijn voor de DVD, vormen de titels de grootste onderverdeling van de informatie op de disk.
Hoofdstuk
Elke titel kan opgesplitst zijn in kleinere onderdelen, die we hoofdstukken noemen. Dit kunnen specifieke scènes of muziekselecties zijn.
• Dit toestel maakt gebruik van technologie ter bescherming tegen kopiëren, die beschermd is door bepaalde Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten die het eigendom zijn van Macrovision Corporation en andere eigenaars. Het gebruik van deze beschermingstechnologie moet worden toegestaan door Macrovision Corporation; deze technologie staat alleen huishoudelijke en andere beperkte weergavetoepassingen toe, tenzij uitdrukkelijk anders toegestaan door Macrovision Corporation. Decompilatie of desassemblage zijn verboden.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“Pro Logic” en het dubbel-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijke niet gepubliceerde werken. ©1992-1997 Dolby Laboratories. Alle rechten voorbehouden.
“DTS” en “DTS2.0 + Digital Out” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, inc.
Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
9-NL
Aan de slag
!1qq-toets
Werpt de disk uit.
!2 OPEN/CLOSE/FLAT-toets
Brengt de monitor omhoog. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de monitor omlaag te brengen. Druk op de toets om de geopende monitor in de platte stand te brengen.
Gebruik van antidiefstalafdekking
Bij de IVA-D300R/IVA-D300RB wordt een antidiefstalafdekking geleverd. Bevestig de afdekking op de IVA-D300R/IVA-D300RB wanneer u het voertuig verlaat. Verwijder de antidiefstalafdekking als u rijdt.
Ingebruikneming
Onmiddellijk na het installeren of nadat het toestel werd ingeschakeld, moet het worden geïnitialiseerd. Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de RESET-knop.
•Als de monitor open was vóór het resetten, wordt hij automatisch gesloten na het uitvoeren van een reset. Terwijl de monitor wordt gesloten, werken de toetsen niet.
Plaats van de bedieningstoetsen
q Encoder-draaiknop
Regel het volume door de knop naar links of naar rechts te draaien. Als u de knop indrukt, wordt het audio-instelscherm weergegeven. Als u de knop minstens 2 seconden indrukt, wordt MUTE in- of uitgeschakeld.
w Toegangsindicator
Knippert wanneer een bewerking wordt uitgevoerd (behalve wanneer het volume wordt geregeld).
e Afstandsbedieningssensor
Richt de afstandsbediening naar deze sensor binnen een bereik van 2 m.
r SOURCE/POWER-toets
Schakelt het toestel in. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen. Roept het bronkeuzescherm op.
t BAND/TEL.-toets
Radiomodus: verandert de golfband. Visuele bron (behalve navigatiescherm): verandert de weergavemodus. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de TEL.-modus in te schakelen en een oproep tot stand te brengen of te onderbreken. (Wanneer Mobile Hub (CXA­B200NK) aangesloten is.)
y V.SEL/OFF-toets
Met deze toets geeft u het visuele keuzescherm weer. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om de simultaan-functie te annuleren.
u V.SEL-indicator
Licht op wanneer de simultaan-functie actief is. (Zie “Alleen visuele bron schakelen (simultaan-functie)” op pagina 25.)
i RESET-schakelaar
Druk op de RESET-schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, nadat u de accu van de auto hebt vervangen, of als een bewerking niet kan worden uitgevoerd.
o T.INFO/RDS-toets
Schakelt de T.INFO-modus in of uit. Houd de toets minstens 2 seconden ingedrukt om het RDS-scherm weer te geven.
!0 DISC-IN-indicator
Deze indicator licht op wanneer een disk wordt geplaatst.
Weergave van toetsen in deze gebruiksaanwijzing
• De toetsen op dit toestel worden in het vet weergegeven (bijv. SOURCE/POWER). De aanraaktoetsen op het display worden in het vet tussen [ ] weergegeven (bijv. [SRC]).
• In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.
Compatibiliteit met radiobedieningstoetsen op het stuur
Als uw voertuig is uitgerust met radiobedieningstoetsen op het stuur, kan het zijn dat er een optionele stuurinterface beschikbaar is voor de aansluiting van uw Alpine-radio. Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
e
q
rtyio
w
u!1 !2
!0
10-NL
Toestel in- of uitschakelen
Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld met om het even welke toets op het toestel, behalve
OPEN en q (uitwerpen).
Houd SOURCE/POWER meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• De IVA-D300R/IVA-D300RB verbruikt zelfs in uitgeschakelde toestand wat stroom. Als het geschakelde stroomsnoer (ontsteking) van de IVA-D300R/IVA-D300RB rechtstreeks is aangesloten op de positieve (+) pool van de voertuigaccu, kan dit leiden tot een ontlading van de accu. Is dit stroomsnoer niet geschakeld, dan dient het losgekoppeld te worden van de accupool als het voertuig lange tijd niet wordt gebruikt. Er kan een afzonderlijk verkochte SPST-schakelaar (Single­Pole, Single-Throw) toegevoegd worden om deze procedure te vergemakkelijken. U zet deze schakelaar dan gewoon uit wanneer u het voertuig verlaat. Voor u de IVA-D300R/IVA­D300RB opnieuw gebruikt, zet u de SPST-schakelaar aan. Voor de aansluiting van de SPST-schakelaar verwijzen we naar “Aansluitschema van SPST-schakelaar” (pagina 69).
• Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Monitor openen/sluiten
Druk op OPEN.
Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch geopend wordt.
Houd de toets OPEN (CLOSE) minstens 2 seconden ingedrukt.
Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch gesloten wordt.
• Open/sluit de monitor nooit met de hand. Dit kan een storing veroorzaken.
• De hoek van de monitor is in de fabriek afgesteld op 90 graden. In sommige auto’s kan de monitor het dashboard raken wanneer hij wordt geopend. De monitorhoek kan worden afgesteld en opgeslagen in het geheugen, zodat hij bij het openen niet langer het dashboard raakt. Voor het afstellen van de monitor, zie "Regeling van de hoek van de monitor" op pagina 26. Zelfs wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, blijft de afgestelde monitorhoek bewaard in het geheugen.
• De IVA-D300R/IVA-D300RB is een ultraprecies toestel. Ga er voorzichtig mee om om lange tijd van zijn uitzonderlijke eigenschappen te kunnen genieten.
• Als de monitor iets raakt tijdens het openen (of sluiten), stopt het openen (of sluiten) onmiddellijk. Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u nogmaals minstens 2 seconden op
OPEN om de monitor te sluiten.
• Als de beweegbare monitor open is, mag u er geen voorwerpen op plaatsen en moet u ervoor zorgen dat u de monitor niet stoot of er druk op uitoefent. Dit kan het mechanisme beschadigen.
• Bij een lage omgevingstemperatuur kan het zijn dat het display enige tijd wat donkerder is meteen nadat de stroom werd ingeschakeld. Zodra het LCD opgewarmd is, wordt het display opnieuw normaal.
• Voor uw eigen veiligheid kan een aantal functies van het toestel niet uitgevoerd worden terwijl het voertuig in beweging is. Breng uw voertuig tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
2
1
2
1
Monitor platleggen
Als u een functie van de auto (bijv. airco) wenst te gebruiken die verborgen zit achter het omhoog geplaatste monitordisplay, dient u deze functie te gebruiken.
Druk op OPEN (FLAT).
Het monitordisplay gaat naar de platte stand.
Druk nogmaals op OPEN (FLAT).
Het monitordisplay keert terug naar de vorige hoek.
• De monitor keert terug naar de vorige hoek 10 seconden nadat hij in de platte stand is gezet.
• Als een te grote kracht op het monitordisplay wordt uitgeoefend terwijl het plat ligt, bijvoorbeeld door een voorwerp op de achterzijde van het monitordisplay te plaatsen, kan er een storing optreden.
Volume regelen
Regel het volume met de encoder-draaiknop.
Volume: 0 - 35
Volume snel verlagen
Als u deze functie activeert, wordt het volumeniveau meteen met 20 dB verlaagd.
Houd de encoder-draaiknop (MUTE) minstens 2 seconden ingedrukt.
Het geluidsniveau zakt met 20 dB. Als u de
encoder-draaiknop (MUTE) nogmaals minstens 2 seconden indrukt, wordt opnieuw het vorige geluidsniveau ingesteld.
Display bekijken
Het display is uitgerust met een voelbare gebruiksinterface (PULSE TOUCH).
• Raak de toets lichtjes aan met uw vingertop om het display te beschermen.
• Als er geen reactie is wanneer u een toets aanraakt, haalt u uw vinger van het display en probeert u het opnieuw.
2
1
Hoe werkt deze voelbare interface (PULSE TOUCH)?
Wanneer u een toets aanraakt op het display, voelt u een lichte trilling en hoort u een klikgeluid. Op die manier kunt u de verschillende actiegebieden op het display gemakkelijk identificeren.
Weergave van aanraaktoetsen in deze gebruiksaanwijzing
• In deze gebruiksaanwijzing worden de displaytoetsen in het vet en tussen [ ] weergegeven (bijv.
[SRC]).
• In deze gebruiksaanwijzing wordt doorgaans de functie van de aanraaktoets verklaard wanneer een aanraaktoets en een toets op het toestel dezelfde functie hebben.
Bediening van aanraaktoetsen
11-NL
Bron oproepen
Het voorbeeld hieronder laat zien hoe u een bron oproept op het radiomodusscherm.
Raak [SRC] aan op het hoofdscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Weergavevoorbeeld voor bronkeuzescherm
q Gaat naar het hoofdbronscherm. w Geeft de bronmodi weer die kunnen worden gekozen
(Welke bronmodi worden weergegeven, hangt af van de aansluiting en de instelling).
Raak [RADIO] aan.
Het hoofdscherm van de radiomodus verschijnt.
Voorbeeld van hoofdscherm voor radiomodus
e Geeft de gekozen bronnaam, bijv. radiogolfband, enz.,
weer.
r Gaat naar de telefoonmodus*2(zie pagina 55).
Aantal streepjes neemt af afhankelijk van ontvangstniveau ( is geen ontvangst).
t Gaat naar VISUAL-keuzescherm. y Gaat naar SYSTEM-keuzescherm. u Geeft de tijd weer. i Geeft het sneltoetsscherm weer (pagina’s 11-12). o Functiegids:
Het functiegidsdisplay verschilt van bron tot bron. De inhoud van de functiegids verandert door [P1/2]*1of [P1/3]
*1aan te raken op de functiegids. Vele andere
bewerkingen kunnen dan worden uitgevoerd.
!0 Pictogram voor nieuwe binnenkomende post*2. !1 Pictogram voor gemiste binnenkomende post*2. !2 Geeft het volumeniveau weer. !3 Indicator werktoestand. !4 Geeft het titelinvoerscherm weer (zie pagina 23). !5 Gaat naar het bronkeuzescherm (scherm van stap 1).
*1Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen. *2Weergegeven als MobileHub (CXA-B200NK) aangesloten is.
2
1
r
Als een optionele DVD-speler of DVD-wisselaar aangesloten is, wordt AUX 1 weergegeven als "EXT.DVD" of "DVD CHG" op het display.
Als zowel de optionele DVD-speler als de DVD-wisselaar aangesloten zijn, wordt AUX 1 weergegeven als "EXT.DVD" en AUX 2 als "DVD CHG" op het display. (Als de optionele expansiedoos VPE-S431 aangesloten is.)
Wanneer i-Personalize en SETUP worden geselecteerd, kunnen deze bewerkingen pas worden uitgevoerd nadat de auto is geparkeerd.
Het scherm verandert in een andere bron wanneer u [SRC] aanraakt op het hoofdbronscherm.
Het scherm kan worden veranderd in het VISUAL-keuzescherm door [V.SEL] aan te raken.
Het scherm kan worden veranderd in het SYSTEM-keuzescherm door [SYS.] aan te raken.
5 seconden na elke bewerking in de visuele modus verandert het scherm alleen in het visuele keuzescherm. Als u het bronkeuzescherm wilt weergeven, raakt u het displaypaneel aan en vervolgens de toets [MAIN CONT.] op het scherm. Het bronkeuzescherm wordt weergegeven wanneer u [SRC] aanraakt op het veranderde hoofdbronscherm.
Op het hoofdbronscherm kunnen sneltoetsen worden weergegeven voor het instellen van Media Xpander, Bass MAX EQ, Visual EQ en DOLBY PLII. Hiermee kunt u deze functies rechtstreeks instellen.
Raak [ ] uiterst rechts op het hoofdbronscherm aan.
Het sneltoetsmenu wordt weergegeven. (Weergegeven als DEFEAT is ingesteld op OFF.)
Raak het gewenste instelmenu aan.
MX (Media Xpander):
Kiest de MX-modus van de momenteel weergegeven audiobron.
Bass Max EQ:
Hiermee kunt u elke gewenste modus kiezen. (Deze functie kan niet worden ingesteld als een externe audioprocessor aangesloten is. De instelling kan worden uitgevoerd op de audioprocessor.)
Visual EQ:
Kan worden gekozen als de visuele bronmodus is ingeschakeld.
DOLBY PLII:
Weergegeven als een externe audioprocessor aangesloten is.
Vervolg
2
1
3
Sneltoetsscherm
q
w
e !5
!4
!3
!2
!1 !0
t y u
i
o
12-NL
Weergavevoorbeeld voor sneltoetsscherm
Weergavevoorbeeld voor instelscherm
q Sluit het sneltoetsscherm door [ ] aan te raken. w Het scherm verandert in het instelscherm wanneer u een
andere modus aanraakt.
e U kunt de gewenste instelling maken met de
bedieningstoetsen.
Het instelscherm wordt weergegeven wanneer u een van deze modi aanraakt.
Verandert het AMP­display voor de aangesloten versterker.
q
Invoerscherm met numeriek toetsenbord weergeven
Dubbel-schermweergave
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven wanneer de DVD-modus wordt gekozen voor het zoeken naar een titel of hoofdstuk, en ook voor het invoeren van een landcode of wachtwoord in de DVD-instellingen.
Raak [10KEY] aan op het hoofdbronscherm.
Raak de gewenste nummertoets aan.
Weergavevoorbeeld voor numeriek toetsenbord
q De bedieningstoetsen van dit gebied kunnen worden
gebruikt terwijl het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
w Invoerschermgebied. e Alle ingevoerde nummers worden gewist. r Vorige nummer wordt gewist. t Ingevoerde nummer wordt bevestigd. y Invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt gesloten. u Numeriek toetsenbord. i De bedieningstoetsen van dit gebied kunnen niet worden
gebruikt terwijl het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
Raak [ENT] aan om uw invoer te bevestigen.
De aangesloten AMP Link-compatibele externe versterker kan in dubbel scherm worden weergegeven op het hoofdbronscherm.
Raak [V.SEL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DUAL SCREEN] aan.
Het hoofdbronscherm verandert in de dubbel­schermweergave.
Weergavevoorbeeld voor dubbel scherm
Raak [V.SEL] aan om de dubbel-schermweergave te annuleren.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
Het scherm wordt weer normaal.
4
3
2
1
3
2
1
q
w
e
w e
r t
i
y
u
13-NL
Radio
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Stem met de handmatige of automatische
zoekfunctie af op een radiozender die u in het geheugen voor voorkeuzezenders wenst op te slaan.
Raak
[P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
Raak [MEMORY] aan.
Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] aan.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Herhaal deze procedure om tot 5 andere zenders op dezelfde band op te slaan.
Om deze procedure te gebruiken voor andere frequentiebanden, selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure.
In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW of LW).
•Als een geheugen voor voorkeuzezenders reeds ingesteld is onder hetzelfde voorkeuzenummer, wordt de informatie gewist en wordt de nieuwe zender opgeslagen in het geheugen.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
De tuner kan automatisch 6 sterke zenders in de geselecteerde band zoeken en opslaan in de volgorde van hun signaalsterkte.
Raak na het kiezen van de gewenste band [A.MEMO] aan.
De tuner zoekt automatisch de 6 sterkste zenders en slaat ze in volgorde van hun signaalsterkte op in [P.SET 1] tot [P.SET
6]
Als de informatie automatisch is opgeslagen, gaat de tuner naar de zender die opgeslagen is in [P.SET 1].
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
U kunt met de voorkeuzenummers de voorkeuzezenders in elke frequentieband oproepen.
Raak na het kiezen van de gewenste band [P1/2] aan om de functiegids te veranderen.
Raak een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot
[P.SET 6] aan waarin een zender is opgeslagen.
De voorkeuzezender wordt ontvangen.
Zoeken op radiozendernaam
Als u de naam van een radiozender invoert, wordt een lijst van zendernamen weergegeven. (Zie “Disks/radiozenders benoemen” op pagina 23)
Raak []aan om de zoekmodus te activeren.
Het scherm verandert in de lijst van radiozendernamen.
Raak [oo] aan om de gewenste zendernaam te kiezen.
Het scherm verandert in het hoofdscherm van de radiomodus en de gewenste radiozender wordt ontvangen.
2
1
2
1
5
4
3
2
1
Weergavevoorbeeld voor radiohoofdscherm
1q
[SRC]-toets: zie pagina 11
2w
[TITLE]-toets: zie pagina 23
3e
[ ]-toets: zie pagina’s 55-57
4r
[V.SEL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer
5t
[SYS.]-toets: geeft het SYSTEM-keuzescherm weer
6y [ ]-toets: zie pagina 11
A Geeft de ingevoerde radiozendernaam weer. B Geeft het voorkeuzenummer/de voorkeuzefrequentie weer.
Radio beluisteren
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [RADIO] aan.
De radiomodus is geactiveerd en op het display verschijnt het scherm radiomodus.
Raak [BAND] aan om de gewenste radioband te selecteren.
Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende banden:
FM-1 FM-2 FM-3 → MW → LW FM-1
Raak [TUNE] aan om de afstemmodus te kiezen.
Telkens als u de toets aanraakt, verandert de afstemmodus.
Distance Local Manual Distance
•U kunt twee modi kiezen voor de automatische afstemming, namelijk DX en Lokaal:
- DX (Distance) modus (met DX SEEK-indicator aan);
Er wordt afgestemd op sterke en zwakke zenders.
- Lokale modus (met SEEK-indicator aan);
Er wordt alleen afgestemd op sterke zenders. De begininstelling is DX.
Raak []of []aan om de radiofrequentie respectievelijk te verhogen of te verlagen.
Als u de toets aanraakt en ingedrukt houdt, verandert de frequentie continu tot u de toets loslaat.
• Als op een stereo FM-zender wordt afgestemd, verschijnt de stereo-indicator op het display.
5
4
3
2
1
e
A
q
w
B
r t
y
14-NL
Werking van RDS
• Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Houd T.INFO/RDS minstens 2 seconden ingedrukt in de FM-radiomodus.
Het display gaat naar het RDS-instelscherm.
Raak [PTY] aan om de PTY-modus te activeren.
Het programmatype van de momenteel ontvangen zender wordt weergegeven.
Raak [d] of [o] aan nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl PTY wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype weergegeven.
Raak [PTY] aan nadat u het programmatype hebt geselecteerd, om een zender te zoeken met het geselecteerde programmatype.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display “NO PTY”.
• Wanneer de DAB-ontvangerdoos aangesloten is, wordt de PTY­afstemming op dezelfde manier gebruikt
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het afspelen CD of radio
In volgend voorbeeld wordt beschreven hoe verkeersinformatie kan worden ontvangen terwijl een CD wordt afgespeeld.
In de CD-modus drukt u op T.INFO/RDS om de modus verkeersinformatie in te schakelen.
Het toestel zoekt automatisch de beschikbare verkeersuitzendingen.
Als de uitzending met verkeersinformatie gevonden is, schakelt het toestel om van CD-modus naar radiomodus en wordt de uitzending met de verkeersinformatie ontvangen.
Als de verkeersinformatie begint, schakelt het toestel de CD automatisch stil.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
• De ontvanger is uitgerust met de functie EON (Enhanced Other Networks). Als de ontvangen zender dus geen verkeersinformatie uitzendt, gaat de ontvanger automatisch naar de verwante zender die de verkeersinformatie uitzendt.
Als de verkeersinformatie ten einde is, keert het toestel terug naar de CD-modus.
• Als de DAB-ontvangerdoos aangesloten is, kan geen andere bewerking worden uitgevoerd. Zie “Berichtselectiemodus instellen” (pagina 55).
2
1
4
3
2
1
AF (alternatieve frequenties) in- of uitschakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [RDS] aan.
Het display gaat naar het RDS*-modusscherm. *Het RDS/DAB-modusscherm als DAB aangesloten is.
Raak [AF] aan om de AF-modus (alternatieve frequenties) in of uit te schakelen.
• Als de AF-modus ingeschakeld is, stemt het toestel automatisch af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.
• Schakel de AF-modus uit als automatische herafstemming niet vereist is.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Tips
• Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het “ALARM” weergeven in het display.
• De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie: PI Programma-identificatie PS Programmadienstnaam AF Lijst met alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersmelding PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken
• In het gedeelte ALGEMENE instelling (pagina’s 31-32) bij “Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)”, “Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen” en “Weergavetaal van programmatype (PTY) omschakelen” vindt u meer informatie.
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op T.INFO/RDS om de modus voor verkeersinformatie in te schakelen.
Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de TP-indicator op.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by. Als verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt “Traffic Info.” op het display.
Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
• Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 70 seconden onder een bepaald niveau blijft, wordt “TP OFF” weergegeven.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op
T.INFO/RDS om dat verkeersbericht over te slaan.
De T. INFO-modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
4
3
2
1
15-NL
CD/MP3/WMAA
Weergavevoorbeeld voor MP3/WMA-hoofdscherm
q [SRC]-toets: zie pagina 11 w [ ]-toets: zie pagina’s 55-57
e [V.SEL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer r [SYS.]-toets: geeft het SYSTEM-keuzescherm weer t [ ]-toets: zie pagina 11
y [ ]-toets: zie pagina 24
A CD:
Geeft tracktekst*1weer op de bovenste regel. Geeft ingevoerde titel weer op de onderste regel. De disktekst*1wordt weergegeven als er geen titels zijn in het display.
MP3/WMA:
Nadat de bestandsnaam is verschenen op de bovenste regel, wordt de tracknaam weergegeven als ID3­taginformatie beschikbaar is. Nadat de mapnaam is verschenen, wordt de naam van de artiest/het album weergegeven als ID3-taginformatie beschikbaar is.
B CD:
Geeft het tracknummer/disknummer*2/verstreken tijd weer.
MP3/WMA:
Geeft het mapnummer/bestandsnummer/disknummer*3/verstreken afspeeltijd weer
*1Weergegeven als CD-tekst beschikbaar is. *2Weergegeven als een CD-wisselaar aangesloten is. *3Weergegeven als een MP3-compatibele CD-wisselaar
aangesloten is.
w
Prioriteit PTY (programmatype)
Deze functie maakt het mogelijk een programmatype, bijvoorbeeld een muziekgenre, nieuws, enz., vooraf in te stellen en te beluisteren. Zodra een programma van het vooringestelde type wordt uitgezonden, krijgt het automatisch voorrang en wordt het op dat moment beluisterde programma onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Raak [RDS] aan.
Het display gaat naar het RDS-modusscherm.
Raak [P.PTY] aan om de PRIORITY PTY-modus te activeren.
Het programmatype dat met de functie P.PTY werd geselecteerd, verschijnt.
Raak [d] of [o] aan om het gewenste programmatype te kiezen. Raak vervolgens [P.PTY] aan.
De functie PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld. De indicator “P.PTY” licht op.
•Als de P.PTY-modus ingeschakeld is, geeft het toestel automatisch het vooringestelde programmatype weer als het toestel het programmatype ontvangt, zelfs als het toestel een andere geluidsbron dan de radio weergeeft.
• Als u het ontvangen programma niet wenst te beluisteren, raakt u [P.PTY] aan in het RDS-modusscherm om het vastgelegde programmatype over te slaan. De P.PTY-modus blijft ingeschakeld om het volgende vooringestelde programmatype te ontvangen.
• Om de modus PRIORITY PTY (onderbreking) uit te schakelen, raakt u de toets [P.PTY] aan en houdt u hem minstens 2 seconden ingedrukt.
• In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Stem af op een zender die tekstberichten verzendt.
Raak
[INFO.] aan in de FM-radiomodus om de
radiotekstmodus te activeren.
Op het display verschijnt gedurende enkele seconden “WAIT”.
Om de radiotekstmodus uit te schakelen, raakt u [INFO.] aan.
• Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel een tekstbericht niet goed kan ontvangen, verschijnt “NO TEXT” op het display.
3
2
1
5
4
3
2
1
A
q
B
e r
t
y
16-NL
Afspelen
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DVD PLAYER] aan.
Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler.
Als een CD/MP3/WMA in de IVA-D300R/IVA-D300RB zit met de bedrukte zijde omhoog, begint het toestel de CD/MP3/WMA af te spelen.
Als een optionele Alpine CD-speler aangesloten is en als een CD in de CD-speler wordt geplaatst, begint het afspelen automatisch.
Raak []of []aan om de gewenste track (bestand) te selecteren.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Raak [ ] aan.
Snel achteruit:
Raak [ ] aan en houd ingedrukt.
Naar het begin van de volgende track (bestand) gaan:
Raak [ ] aan.
Snel vooruit:
Raak [ ] aan en houd ingedrukt.
Afspelen pauzeren
Raak [ ] aan. Als u [ ] nogmaals aanraakt, wordt het afspelen hervat.
Disk uitwerpen
Druk op q.
• De IVA-D300R/IVA-D300RB-modellen beschikken over een ingebouwde MP3/WMA-eenheid. U kunt CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s met MP3/WMA-bestanden weergeven op dit toestel. Gebruik een formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor meer informatie over het afspelen of opslaan van MP3/WMA­bestanden dient u pagina 17 en 18 te raadplegen voor u het toestel gebruikt.
• Een bestand in WMA-formaat dat beschermd is door DRM (Digital Rights Management), kan op dit toestel niet worden afgespeeld.
• Het toestel kan disks afspelen met zowel audiogegevens als MP3/WMA-gegevens.
• De MP3/WMA-indicator is aan tijdens het afspelen van MP3/WMA.
• Tijdens snel vooruit of achteruit spoelen hoort u geen geluid.
• Snel achteruit spoelen in de MP3/WMA-modus is alleen mogelijk terwijl een track (bestand) wordt afgespeeld.
• Het tracknummer dat wordt aangegeven tijdens het afspelen van CD-audiogegevens komt overeen met de tracknummers op de disk.
• CD’s van 8 cm kunnen worden gebruikt.
• Informatie over het afspelen van MP3/WMA-bestanden vindt u op pagina 32 “ALGEMENE instelling”.
• Als een MP3/WMA-disk wordt afgespeeld, duurt het soms even voor hij start.
• Raak [ ] aan om de zoekmodus te activeren. Voor de bediening, zie “Diskzoekfunctie” op pagina 24.
3
2
1
Herhaald afspelen
Raak [ ] aan om de momenteel afgespeelde track herhaaldelijk af te spelen.
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Raak opnieuw [ ] aan en selecteer OFF om het herhaald afspelen te annuleren.
CD: RPT RPT ALL*1→ (uit) → RPT
MP3/WMA:
1 Raak [P1/2]*3aan om de functiegids te veranderen. 2 Raak []aan en selecteer de gewenste functie voor
herhaald afspelen.
RPT
RPT FLDR*2→ RPT ALL*1→ (uit) RPT
*1Als een CD-wisselaar of een MP3-compatibele CD-wisselaar
aangesloten is en de RPT ALL-modus geselecteerd wordt, speelt het toestel herhaaldelijk alle tracks (bestanden) af op de geselecteerde disk.
*2Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld. *3Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten
toestellen.
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Raak []aan tijdens het afspelen.
De tracks (bestanden) op de disk worden afgespeeld in een willekeurige volgorde.
Raak [ ] aan om de M.I.X.-afspeelfunctie te annuleren.
CD: M.I.X.
M.I.X. ALL*1→ (uit) M.I.X.
MP3/WMA:
1 Raak [P1/2]*4aan om de functiegids te veranderen. 2 Raak [ ] aan en selecteer de gewenste M.I.X.-
afspeelfunctie. M.I.X. FLDR*3→ M.I.X.*2→ (uit) → M.I.X. FLDR*
3
*1Als een CD-wisselaar met M.I.X. ALL-functie aangesloten is,
kan ook M.I.X. ALL worden geselecteerd. In deze modus worden alle tracks op alle CD’s van het huidige magazijn in willekeurige volgorde afgespeeld.
*2Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, worden
alle bestanden op een disk in willekeurige volgorde afgespeeld, waarna de volgende disk wordt afgespeeld.
*3In de M.I.X. FLDR-modus worden alleen bestanden in een map
in willekeurige volgorde afgespeeld.
*4Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten
toestellen.
Mappen selecteren (voor MP3/WMA)
Raak [F.DN] of [F.UP] aan om de map te selecteren.
17-NL
Over MP3/WMA
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is een compressiestandaard die door de ISO (International Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC) wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden gecomprimeerd, waardoor de grootte van de muziekbestanden tot één tiende kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3­formaat kan dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde audiogegevens. Met WMA kunt u muziekbestanden maken en opslaan met een grotere compressieverhouding dan MP3-audio (ongeveer de helft van de oorspronkelijke grootte). Daarbij wordt bijna geen afbreuk gedaan aan de CD­kwaliteit van het geluid.
Methode om MP3/WMA-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke MP3/WMA-software. Voor meer details over het maken van MP3/WMA-bestanden verwijzen we naar de handleiding bij die software. De MP3/WMA-bestanden die met dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben de bestandsextensie “mp3” / “wma”. Bestanden zonder deze extensie kunnen niet worden afgespeeld. (WMA ver. 7.1 en 8 worden ondersteund)
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz Bitsnelheden: 32 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz ~ 48 kHz Bitsnelheden: 32 -192 kbps Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties of bitsnelheden is het mogelijk dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en WMA-tag. Als taggegevens in een MP3/WMA-bestand vervat zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest en de naam van het album weergeven op basis van de ID3-/WMA-taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (max. 30 voor ID3-tags en max. 15 voor WMA-tags) en de onderstreping weergeven. Voor niet-ondersteunde tekens wordt “NO SUPPORT” weergegeven. Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie niet goed wordt weergegeven.
MP3/WMA-disks maken
MP3/WMA-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp van CD-R-brandsoftware worden weggeschreven naar een CD-R of CD-RW. Een disk is goed voor 255 bestanden/255 mappen (inclusief bronmappen).
Afhankelijk van de structuur van de mappen of bestanden, kan het even duren om een disk af te lezen. In dit geval is het raadzaam om het aantal mappen of bestanden te beperken.
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA-bestanden) of het verspreiden, overdragen of kopiëren ervan, gratis of tegen vergoeding, zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de wetgeving op de auteursrechten en door internationale overeenkomsten.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt disks die geformatteerd zijn volgens ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden met een aantal beperkingen. De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de brondirectory). De namen van bestanden/mappen zijn beperkt tot 31 tekens (inclusief de extensie). Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn letters (A-Z) (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en ‘_’ (onderstreping).
Dit toestel kan ook disks in Joliet, Romeo, enz. afspelen en andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie. Dit toestel kan geen disks correct afspelen die met Track At Once of met pakketsoftware werden opgenomen.
Volgorde van bestanden
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze door de software werden weggeschreven. De afspeelvolgorde kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de bestanden hebt ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
Vervolg
z
Basis­map
x
w
c
v
r
b
n
u
q
Map MP3/WMA-bestand
e
t
y
18-NL
DVD/video-CD
Weergavevoorbeeld voor DVD-hoofdscherm
q [SRC]-toets: zie pagina 11 w [ ]-toets: zie pagina’s 55-57
e [V.SEL]-toets: geeft het VISUAL-keuzescherm weer r [SYS.]-toets: geeft het SYSTEM-keuzescherm weer t [ ]-toets: zie pagina 11
y [ ]-toets: zie pagina 24
A geeft de ingevoerde titel weer (alleen voor video-CD). B geeft het titelnummer/hoofdstuknummer/verstreken
afspeeltijd weer voor een DVD. geeft het tracknummer/verstreken afspeeltijd weer voor een video-CD.
• Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd, afhankelijk van de disk of het afspeelscherm.
• De weergave van de functiegids [P1/2], enz., kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
DVD/video-CD afspelen
De IVA-D300R/IVA-D300RB is voorzien van een ingebouwde DVD­speler. Als een optionele Alpine DVD-/video-CD-/CD-speler (of DVD-wisselaar) aangesloten is op de IVA-D300R/IVA-D300RB, kunt u deze toestellen bedienen op de IVA-D300R/IVA-D300RB. (Met uitzondering van een aantal functies.)
w
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden bemonsterd (opgenomen). Muziek-CD’s gebruiken bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor audiocompressie.
Tag
Liedjesinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten, namen van albums enz., die vervat zit in MP3/WMA-bestanden. MP3: ID3-tag WMA: WMA-tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De bronmap bestaat uit alle mappen en bestanden.
WAARSCHUWING Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/DVD/video kijkt terwijl hij het voertuig bestuurt. De aandacht van de bestuurder wordt afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
Installeer de IVA-D300R/IVA-D300RB op een correcte manier, zodat de bestuurder slechts naar de tv of naar een DVD of video kan kijken als het voertuig stilstaat en de handrem werd opgetrokken.
Als de IVA-D300R/IVA-D300RB niet correct geïnstalleerd wordt, zal de bestuurder naar de tv of naar een DVD of video kunnen kijken terwijl hij rijdt en zal zijn aandacht afgeleid worden van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
A
q
B
e r
t
y
19-NL
DVD-modusscherm weergeven
• Als u het hulptoestel probeert te activeren terwijl u rijdt, verschijnt op het display de waarschuwing - PICTURE OFF FOR YOUR SAFETY.
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DVD PLAYER] aan.
Op het display verschijnt het modusscherm DVD-speler. Plaats een disk met de bedrukte zijde omhoog. Het toestel begint de disk af te spelen.
Als een optionele Alpine DVD-speler aangesloten is: Plaats een disk in de DVD-/video-CD-/CD-speler; de speler begint de disk af te spelen.
• In de DVD- of video-CD-modus verandert het bedieningsscherm in het visuele scherm gedurende 5 seconden na het uitvoeren van een bewerking. Raak het display aan om opnieuw het bedieningsscherm weer te geven.
• De weergavemodus kan worden veranderd door
[WIDE] aan te
raken. Voor de bediening, zie "De weergavemodi omschakelen" op pagina 25.
Disk uitwerpen
Druk op q.
• De ommezijde van een dubbelzijdige DVD wordt niet automatisch afgespeeld. Haal de disk uit het toestel, draai de disk om en steek hem weer in het toestel.
• Steek GEEN disks met kaarten voor het navigatiesysteem in het toestel. Dit zou tot beschadiging kunnen leiden.
• Zie ook "DVD-instelling" (pagina 27 tot 30).
• Als
o
(afspeelsymbool) wordt weergegeven wanneer u een video­CD met PBC (Playback Control) invoert, kunt u het afspelen starten door [ ] aan te raken en minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
• Zorg ervoor dat de ingangsdraad van de afstandsbediening verbonden is met de uitgangsdraad van de afstandsbediening van dit toestel wanneer een DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is. Als de draden niet correct zijn aangesloten, is aanraakbediening niet mogelijk.
•Om terug te keren naar het vorige scherm tijdens het afspelen van een video-CD, raakt u [
d
] aan nadat u [P1/2] van de functiegids hebt aangeraakt. De functie kan echter variëren afhankelijk van de disk.
2
1
Voorzichtig
Niet alle functies werken voor elke DVD. In de instructies van de specifieke DVD vindt u meer informatie over de ondersteunde functies.
Vingerafdrukken op een disk kunnen nadelige gevolgen hebben voor het afspelen. Als er zich een probleem voordoet, haalt u de disk uit het toestel en gaat u na of er geen vingerafdrukken op de afspeelzijde zitten. Reinig de disk indien nodig.
Als u tijdens het afspelen het toestel of het contactslot uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder waar het werd onderbroken, zodra u het afspelen herneemt.
Als u een ongeldige bewerking probeert uit te voeren (op basis van het type disk dat wordt afgespeeld), verschijnt volgend symbool op het scherm van het monitordisplay:
Afspeelpositiegeheugen Zelfs als u tijdens afspelen het toestel of de contactsleutel uitschakelt of een andere bron kiest, gaat het afspelen verder vanaf het punt waar het afspelen werd gestopt zodra de stroomtoevoer weer wordt ingeschakeld.
Als een menuscherm verschijnt
Op DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kunnen menuschermen automatisch verschijnen. In dit geval gaat u als volgt te werk om het afspelen te starten.
Directe menubediening (alleen DVD)
1 Raak het DVD-menu direct aan.
• Een aantal functies kan niet worden uitgevoerd afhankelijk van de disk.
Menubediening (alleen DVD)
1 Raak [KEY] aan.
De menubedieningsmodus wordt weergegeven.
2 Kies het gewenste menu-item door [f], [p], [d] of [o]
aan te raken.
3 Raak [ENT] aan om het gekozen item te bevestigen.
Vervolg
20-NL
Hoofdmenuscherm weergeven (alleen DVD)
Menuscherm weergeven (alleen DVD)
Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (DVD)
1 Raak [KEY] aan.
De menubedieningsmodus wordt weergegeven.
2 Raak [KEY] nogmaals aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
3 Raak het gewenste nummer aan. 4 Raak
[ENT] aan op het numerieke invoerscherm om uw
keuze te bevestigen.
Invoerbewerkingen met numeriek toetsenbord (video-CD
)
Wanneer PBC is uitgeschakeld, wordt het menuscherm niet weergegeven. Schakel de functie in om het scherm weer te geven (zie “PBC-functie in- of uitschakelen” op deze pagina).
1 Raak [P1/2] aan in de video-CD-modus om de
functiegids te veranderen.
2 Raak [10KEY] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven. 3 Raak het gewenste nummer aan om het in te voeren. 4 Raak [ENT] aan om te bevestigen.
Wanneer een DVD twee of meer titels bevat, wordt het hoofdmenuscherm weergegeven.
Raak [TOP MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD-modus.
Het scherm met het hoofdmenu verschijnt.
• Voor het uitvoeren van de noodzakelijke bewerkingen, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina’s 19 en 20.
Bij een DVD die twee of meer menu s bevat, wordt een menuscherm weergegeven met de beschikbare programma s, naast de hoofdprogramma s.
Raak [MENU] aan op het hoofdscherm van de DVD­modus.
Het menuscherm verschijnt.
• Voor het uitvoeren van de noodzakelijke bewerkingen, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina’s 19 en 20.
Raak [P1/2] aan op het hoofdscherm van de DVD- modus.
De functiegids wijzigt.
Raak [MENU CONT] aan.
Het scherm van de menubedieningsmodus verschijnt.
• Voor de verdere bediening, zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina’s 19 en 20.
PBC-functie in- of uitschakelen (Alleen video-CD)
Hierna wordt beschreven hoe u de PBC-functie (afspeelregeling) in­of uitschakelt voor een video-CD die hiermee is uitgerust.
Raak [PBC] aan op het hoofdscherm van de video-CD­modus.
Telkens als u [PBC] aanraakt, wordt de PBC-functie afwisselend in- en uitgeschakeld.
Afspelen stoppen (PRE STOP)
Druk tijdens het afspelen op de stoptoets om het afspelen te stoppen. De positie wordt in het geheugen bewaard.
Raak [e] eenmaal aan tijdens het afspelen.
Op het display verschijnt “PRE STOP”.
Raak []aan in de PRE STOP-modus.
Het afspelen begint op de plaats waar het voordien werd gestopt.
• Met sommige disks is de positie waarop het afspelen werd gestopt niet altijd nauwkeurig.
Afspelen stoppen
Raak [e] tweemaal aan of raak [e] aan en houd minstens 2 seconden ingedrukt tijdens het afspelen.
“STOP” verschijnt op het display en het afspelen stopt.
• Het afspelen start vanaf het begin als 2 [ ] wordt aangeraakt terwijl het afspelen gestopt is.
Snel vooruit/snel achteruit
Raak [](snel achteruit) of [](snel vooruit) aan tijdens het afspelen.
Als u deze toets meer dan 1 seconde aanraakt en ingedrukt houdt, gaat de disk met dubbele snelheid vooruit/achteruit. Als u de toets nog 5 seconden of langer ingedrukt houdt, gaat de disk met 8 keer de normale snelheid vooruit/achteruit.
Laat []of []los om weer met normale snelheid af te spelen.
• Tijdens snel vooruit of achteruit spoelen hoort u geen geluid.
• Tijdens snel vooruit of achteruit spoelen worden geen ondertitels weergegeven. Afhankelijk van de disk worden de ondertitels soms wel weergegeven.
• Bij DVD’s en video-CD’s met afspeelregeling (PBC) kan het menuscherm opnieuw verschijnen tijdens snel vooruit of achteruit spoelen.
2
1
2
1
2
1
Raak [RTN] aan om het invoerscherm met numeriek toetsenbord te sluiten.
Menubedieningsmodusscherm weergeven (alleen DVD)
21-NL
• Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
Video-CD
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak
[]aan op het hoofdtoestel tijdens het
afspelen.
De herhaalmodus verandert telkens als de toets wordt aangeraakt.
• Het display kan variëren afhankelijk van de aangesloten toestellen.
• De modus voor herhaald afspelen van een track/disk kan niet gebruikt worden op video-CD’s met afspeelregeling (PBC). Deze functie is pas mogelijk nadat PBC is uitgeschakeld. Zie “PBC­functie in- of uitschakelen” op pagina 20.
• Bij sommige disks kunt u de herhaalmodus niet veranderen.
•Stap 1 is niet nodig als een DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is.
Zoeken op titelnummer (alleen DVD)
Gebruik deze functie om bepaalde posities op de DVD snel op te zoeken op basis van de titels.
Raak [P1/2] aan terwijl het afspelen is gestopt.
De functiegids verschijnt.
Raak [10KEY] aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
Voer de gewenste titel in door het titelnummer aan te raken.
Zie pagina 20 voor de bediening van het numerieke toetsenbord.
Bevestig uw keuze door [ENT] aan te raken.
Het afspelen start vanaf het geselecteerde titelnummer.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met disks waarop geen titelnummers zijn opgenomen.
• Het afspelen start vanaf het begin van het hoofdstuk-/tracknummer in de status PRE STOP.
• Sommige disks aanvaarden geen bediening.
4
3
2
1
2
1
Begin van hoofdstukken of tracks zoeken
Raak []of []aan tijdens het afspelen.
Het hoofdstuk of de track verandert telkens als u de toets aanraakt, en het afspelen van het gekozen hoofdstuk of de gekozen track begint.
: Raak deze toets aan om het afspelen te starten
vanaf het begin van het volgende hoofdstuk of de volgende track.
: Raak deze toets aan om het afspelen te starten
vanaf het begin van het huidige hoofdstuk of de huidige track.
• Sommige DVD’s zijn niet opgesplitst in hoofdstukken.
Stilstaande beelden afspelen (pauzeren)
Raak []aan tijdens het afspelen.
Raak []aan om het afspelen te hervatten.
• Als stilstaande beelden worden afgespeeld, wordt geen geluid weergegeven.
• Het beeld of het geluid kan tijdelijk stoppen als het afspelen vanuit de pauzemodus wordt hervat. Dit wijst niet op een defect.
Beeld voor beeld afspelen
Raak []aan in de pauzemodus.
Telkens als u de toets aanraakt, gaat het beeld één frame vooruit.
Raak []aan om terug te keren naar de normale modus.
• Tijdens het beeld voor beeld afspelen wordt geen geluid weergegeven.
Afspelen in slow motion
Als []wordt aangeraakt en ingedrukt wordt gehouden in de pauzemodus, wordt met 1/8ste van de normale snelheid afgespeeld. Als u de toets nog 5 seconden langer ingedrukt houdt, gaat de slow motion-snelheid naar de helft van de normale snelheid.
Laat
[]los om te pauzeren, en raak []aan
om af te spelen.
• Tijdens het afspelen in slow motion wordt geen geluid weergegeven.
• Achterwaarts afspelen in slow motion is niet mogelijk.
• 1/2, 1/8 zijn snelheden bij benadering. De effectieve snelheid is verschillend van disk tot disk.
Hoofdstuk/track/titel herhaaldelijk afspelen
Gebruik deze functie om de titels, hoofdstukken of tracks van een disk herhaaldelijk af te spelen.
DVD
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak
[]aan op het hoofdtoestel.
De herhaalmodus verandert telkens als de toets wordt aangeraakt.
2
1
2
1
2
1
2
1
Bijkomende uitleg
Hoofdstukken” zijn opsplitsingen van films of muziek op DVD’s. “Tracks” zijn opsplitsingen van films of muziek op video- en muziek-CD’s.
.
REPEAT
REPEAT TITLE
REPEAT OFF
REPEAT
REPEAT ALL
REPEAT OFF
Het hoofdstuk wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De titel wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De normale afspeelmodus wordt hervat
De track wordt herhaaldelijk afgespeeld.
De disk wordt herhaaldelijk afgespeeld.
OFF De normale afspeelmodus wordt hervat.
22-NL
Video-CD’s met multiplex-audio
Raak
[P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [AUDIO] aan.
De linker- en rechterkanalen worden als volgt weergegeven telkens als u op de toets drukt.
AUDIO L/L
AUDIO R/R AUDIO L/R AUDIO L/L
Veranderen van ondertiteling (taal ondertiteling) (alleen DVD)
Als er ondertitels in verschillende talen op de DVD zijn opgenomen, kan de taal van de ondertiteling tijdens het afspelen worden veranderd; bovendien kan de ondertiteling worden verborgen.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [SUBT.] aan.
Telkens als u deze toets aanraakt, worden de op de disk opgenomen ondertitelingstalen een voor een doorlopen en worden de ondertitels tot slot uitgeschakeld.
• Het kan even duren voordat de geselecteerde ondertiteling verschijnt.
• Het is niet bij alle disks toegestaan de ondertiteling tijdens het afspelen te wijzigen. In dit geval selecteert u de ondertiteling in het menu van de DVD.
• De geselecteerde taal voor de ondertiteling wordt de standaardinstelling als het toestel wordt ingeschakeld of als de disk wordt verwisseld. Als de disk niet over de gewenste taal beschikt, wordt de standaardtaal van de disk geselecteerd.
• Op sommige disks kunnen de ondertitels worden weergegeven, zelfs als ze uitgeschakeld zijn.
Op sommige disks kunnen de audiotaal, de hoek en de ondertiteling worden gekozen in het diskmenu.
Raak [MENU] of [TOP MENU] aan om het menu weer te geven.
Selecteer een item om het te bevestigen.
Zie “Als een menuscherm verschijnt” op pagina’s 19 en
20.
Diskstatus voor DVD/video-CD weergeven
Met volgende procedure kunt u de status (titelnummer, hoofdstuknummer, enz.) van de momenteel afgespeelde DVD of video-CD (tracknummer, enz.) oproepen op het monitordisplay.
Raak het displaypaneel aan tijdens het afspelen.
Het bedieningsmenu verschijnt op het display.
Raak [MAIN CONT.] aan binnen 5 seconden.
De weergavestatus wordt 5 seconden lang weergegeven.
2
1
2
1
2
1
2
1
Direct zoeken op hoofdstuk- of tracknummer
Gebruik deze functie om snel naar het begin van hoofdstukken of tracks op de disk te gaan.
Raak [P1/2] aan in een andere modus dan de stopmodus.
De functiegids verschijnt.
Raak [10KEY] aan.
Het invoerscherm met numeriek toetsenbord wordt weergegeven.
Raak het hoofdstuk- of tracknummer aan dat u wilt afspelen en voer het in.
Zie pagina 20 voor de bediening van het numerieke toetsenbord.
Raak [ENT] aan om uw keuze te bevestigen.
Het afspelen start vanaf het gekozen hoofdstuk of de gekozen track.
• Deze functie kan niet worden gebruikt met disks waarop geen hoofdstukken of tracks zijn opgenomen.
• Het direct zoeken van een tracknummer is niet mogelijk met een video-CD die is uitgerust met de PBC-functie (afspeelregeling), zolang PBC is ingeschakeld. Schakel PBC uit voordat u het zoeken start (zie “PBC-functie in- of uitschakelen” op pagina 20).
Veranderen van hoek (alleen DVD)
Tijdens het afspelen van DVD’s waarop scènes staan die vanuit verschillende hoeken werden gefilmd, kunt u de gewenste hoek kiezen.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
De functiegids wijzigt.
Raak [ANGLE] aan.
De verschillende hoeken die op de disk opgenomen zijn, worden achtereenvolgens doorlopen telkens als u de toets aanraakt.
• Het kan soms even duren voordat de hoek verandert.
• Afhankelijk van de disk kan de hoek op twee manieren worden veranderd.
- Naadloos: De hoek wordt zonder onderbreking veranderd.
- Niet-naadloos: Als een andere hoek wordt gekozen, verschijnt
eerst een stilstaand beeld, waarna van hoek wordt veranderd.
Veranderen van audiospoor
DVD s kunnen tot 8 verschillende audiosporen hebben. Deze alternatieve sporen kunnen tijdens het afspelen worden veranderd.
Raak [P1/2] aan tijdens het afspelen.
Raak [AUDIO] aan.
Het geluid schakelt tussen de alternatieve audiosporen op de disk telkens als de toets wordt aangeraakt.
• Het alternatieve spoor dat werd geselecteerd, wordt de standaardinstelling als het toestel wordt ingeschakeld of als de disk wordt verwisseld. Als de disk dat spoor niet heeft, wordt de standaardtaal van de disk geselecteerd.
• Het is niet bij alle disks toegestaan alternatieve audiosporen te selecteren tijdens het afspelen. In dit geval selecteert u de audiosporen in het menu van de DVD.
• Het kan even duren voordat het geselecteerde alternatieve spoor wordt afgespeeld.
2
1
2
1
4
3
2
1
Schakelen vanuit het diskmenu
23-NL
Andere nuttige functies
Niveau van de lage tonen (BASS) bijregelen
Raak
[dd] of [oo] van BASS aan om het niveau van de
lagefrequentie-bastonen bij te regelen.
Instelbereik: 0 tot 11
•Deze instelling is mogelijk wanneer AMP Link-compatibele externe versterkers (MRD-M301 en MRD-M501) aangesloten zijn.
Rechtstreeks instellen van balans/fader Raak [O] aan en verplaats naar de gewenste instelling.
U kunt ook het gewenste instelbereik aanraken.[O] wordt naar dit bereik verplaatst. Raak [L] of [R] van balans en [F] of [R] van fader aan om deze nauwkeurig in te stellen.
Disks/radiozenders benoemen
U kunt disks (CD, video-CD) en radiozenders benoemen. In deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven hoe u radiozenders benoemt (in de RDS-modus, u kunt alleen een titel invoeren wanneer geen PI wordt ontvangen). U kunt geen DVD’s en MP3/WMA-disks benoemen.
Activeer de radiomodus.
Raak
[TITLE] aan op het hoofdscherm.
Het titelinvoerscherm verschijnt.
Raak het gewenste teken aan om het in te voeren. Maximaal 16 tekens kunnen worden ingevoerd.
Telkens als [A/a/1/+] wordt aangeraakt, worden achtereenvolgens hoofdletters, kleine letters, nummers en tot slot symbolen geselecteerd.
Weergavevoorbeeld voor titelinvoerscherm
q
Verplaatst de cursor naar links in het invoergebied.
w
Invoergebied.
e
Verplaatst de cursor naar rechts in het invoergebied.
r
Schakelt tussen teken en symbool.
t
Alle ingevoerde tekens worden gewist.
y
Het vorige teken wordt gewist.
u
Bevestigt de ingevoerde titel en slaat hem op.
i
Keert terug naar het vorige scherm.
o
Teken-/symboolpalet.
Raak [ENT] aan om de ingevoerde titel te bevestigen.
Het display gaat naar de radiomodus.
•U kunt maximaal 100 titels voor radiozenders, CD’s en video­CD’s invoeren.
• Het is niet mogelijk de bestandsnaam, mapnaam en taginformatie van MP3/WMA-bestanden in te voeren op dit toestel.
• Als het geheugen vol is, verschijnt gedurende 2 seconden “Full Data”. Raak in dit geval
[ENT] aan om de oudste titel die u het eerst hebt
ingevoerd te wissen. Daarna kunt u een nieuwe titel invoeren.
• Onmiddellijk nadat u titels hebt ingegeven of de instellingen van de setup-modus of de weergavemodus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de titels of data automatisch invoert), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. De titel wordt dan namelijk niet geschreven of de instellingen worden niet gewijzigd.
4
3
2
1
Audio bijregelen
Druk op de encoder-draaiknop op het toestel.
Het display gaat naar het audioafstelscherm.
Weergavevoorbeeld voor audioafstelscherm
q
Regel het volume van de voor- en achterluidsprekers bij door
[F] of [R] aan te raken.
w
Regel het volume van de linker- en rechterluidsprekers bij door
[L] of [R] aan te raken.
e
Kies de gewenste instelwaarde door [O] aan te raken en te verplaatsen.
r
Raak [d] of [o] aan om uw voorkeur in te stellen.
• Raak [AUDIO MODE] aan op het SYSTEM-keuzescherm om het
audioafstelscherm te veranderen.
Balans bijregelen
Raak
[L] of [R] aan om het geluidsvolume van de
linker- en rechterluidsprekers bij te regelen.
Instelbereik: L15 tot R15
Fader bijregelen
Raak
[F] of [R] aan om het volume van de voor- en
achterluidsprekers bij te regelen.
Instelbereik: F15 tot R15
Subwooferniveau bijregelen
Raak
[dd] of [oo] van SUBW. aan om het volume van
de subwoofer bij te regelen.
Instelbereik: 0 tot 15
• Het niveau kan worden bijgeregeld wanneer 0°of 180°is ingesteld in “In- en uitschakelen van de subwoofer” (pagina 40).
Navigatieniveau (NAV. LEVEL) bijregelen
Raak
[dd] of [oo] van NAV. aan om het volume van de
navigatieonderbreking bij te regelen.
Instelbereik: 0 tot 15
• Deze instelling is mogelijk wanneer NAV.MIX is ingeschakeld in “Navigatieonderbreking instellen” (pagina 33).
De defeat-functie in- of uitschakelen
Raak
[dd] of [oo] van DEFEAT aan om deze functie in
of uit te schakelen.
Als u de defeat-functie inschakelt, wordt MX uitgeschakeld en wordt teruggekeerd naar de begininstelling van de EQ.
r
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de functie titelinvoer te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
e
e w
q
w q
o
r t y u
i
24-NL
Functie voor entertainment achterin
De functie voor entertainment achterin speelt bronnen onafhankelijk vooraan en achteraan in de auto af. Voorbeeld: als u vooraan naar de radio of een andere audiobron luistert, kan men achterin met de optionele achtermonitor en een hoofdtelefoon naar een DVD kijken.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [REAR SELECT] aan.
Het scherm voor de achterselectie verschijnt.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als MONITOR OUT 1 of 2 uitgeschakeld is in de SYSTEEMINSTELLING.
Raak de gewenste bron (de hulpingang of de ingebouwde DVD) aan om hem te selecteren.
REAR.1:
Externe monitor die aangesloten is op AUX OUT van de tunerkast op dit toestel. (Als de optionele expansiedoos (VPES431) niet aangesloten is), of een externe monitor aangesloten is op AUX OUT1 van de optionele expansiedoos (VPE-S431).
REAR.2
*: Externe monitor die aangesloten is op AUX OUT 2 van de optionele expansiedoos (VPE-S431)
* REAR.2 wordt niet weergegeven als alleen een externe monitor
aangesloten is. Het instelscherm voor REAR.2 wordt weergegeven als de externe monitor aangesloten is op de optionele expansiedoos (VPE-S431).
• Raak
[OFF] aan om de functie voor entertainment achterin te
annuleren.
• Als “AUX-modus instellen” (pagina 33) uitgeschakeld is, kan de hulpbron niet worden weergegeven.
• Als in AUX IN 1, 2 MODE werd gekozen voor de tv, wordt TV weergegeven.
Voor de werking van de optionele afstandsbediening kan de overeenkomstige sensor van het externe toestel (monitor, enz.) worden geschakeld volgens uw wensen.
Raak [FRONT], [REAR 1] of [REAR 2] aan.
De monitor die voorrang krijgt van de afstandsbediening verandert.
FRONT:De afstandsbedieningssensor van dit toestel is
van toepassing.
REAR1: De afstandsbedieningssensor van de externe
monitor die aangesloten is op AUX OUT van de tunerkast van dit toestel of van de optionele expansiedoos (VPE-S431) is van toepassing, en de afstandsbediening kan alleen de bron bedienen die is geselecteerd voor de aansluitingen.
REAR2: De afstandsbedieningssensor van de externe
monitor die aangesloten is op AUX OUT van de optionele expansiedoos (VPE-S431) is van toepassing, en de afstandsbediening kan alleen de bron bedienen die is geselecteerd voor de aansluitingen.
• Als u naar de ingebouwde DVD kijkt in de IVA-D300R/IVA­D300RB (monitor vooraan) en in de achtermonitor, wordt de scherminformatie van de achtermonitor (PLAY, PAUSE, FAST FWD, enz.) niet weergegeven.
• De sensor van de achtermonitor met aanraakscherm krijgt voorrang boven de sensor van de afstandsbediening als de achtermonitor (aangesloten op de Alpine achtermonitor met aanraakscherm via de monitorbesturingsdraad) wordt aangeraakt, ongeacht de instelling van de schakelaar van de afstandsbedieningssensor. De ingestelde afstandsbedieningssensor krijgt echter voorrang als het scherm 5 seconden lang niet is aangeraakt.
• Wanneer een optionele DVD-wisselaar of DVD-speler aangesloten is en de afstandsbedieningssensor ingesteld is op REAR1 of REAR2, werken sommige aanraaktoetsen ( [
e
] STOP, enz.) niet. In dit geval stelt u de afstandsbedieningssensor in op FRONT.
4
3
2
1
Diskzoekfunctie
Raak []aan op de functiegids in de diskmodus.
De diskzoekfunctie wordt ingeschakeld en het scherm met de diskzoeklijst verschijnt.
Selecteer de gewenste disktitel.
Raak [o] aan om hem direct af te spelen.
Wanneer een hiërarchische lijst wordt opgesteld voor de disk, verschijnt
[]of []. Raak []aan om de verschillende hiërarchische lijstschermen op te roepen (voor de desbetreffende modi beschreven in stap 2).
Weergavevoorbeeld voor diskzoekscherm
q
[]wordt weergegeven als er een hiërarchische lijst is.
w
Kies rechtstreeks door [o] aan te raken. De disk (of map/bestand) wordt dan afgespeeld.
e
Doorloop de lijstpagina’s door []of []aan te raken.
r
Raak []aan om terug te keren naar het vorige lijstscherm
*.
* Dit scherm geeft een lijst weer voor de momenteel afgespeelde
disk, of voor elke disk van een aangesloten externe CD-speler of ­wisselaar.
• Wanneer een CD of video-CD niet is benoemd, verschijnt “NO TITLE”.
Raak []van de geselecteerde disktitel aan.
Er verschijnt een andere hiërarchische lijst. Zie de procedure hierna voor de desbetreffende modus.
Modus interne CD-speler
1 De tracktitellijst* of het tracklijstscherm verschijnt.
* Als de CD compatibel is met tekst.
2 Raak [o] van de gewenste tracktekst* of track aan.
De geselecteerde track wordt afgespeeld.
Modus interne MP3/WMA-speler/externe MP3 compatibele wisselaar
1 Het maplijstscherm verschijnt.
Selecteer de gewenste map en raak vervolgens [] aan. ([]verschijnt alleen als een bestand aanwezig is in de geselecteerde map.) Het bestandslijstscherm verschijnt.
• Raak [o] aan om de map direct af te spelen.
2 Raak [o] van de gewenste bestandsnaam aan.
Het geselecteerde bestand wordt afgespeeld.
2
1
Functie van de sensor van de afstandsbediening omschakelen
w
r
e
q
25-NL
Alleen visuele bron schakelen (simultaan-functie)
U kunt het videogedeelte van een andere bron bekijken terwijl u de huidige bron beluistert.
Raak [V.SEL] aan op het audiobronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak de gewenste visuele bron aan.
De visuele bron wordt omgeschakeld naar de geselecteerde bron.
Druk op V.SEL.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
De simultaan-functie wordt geannuleerd.
Raak het visuele scherm aan om de hoofdbediening op te roepen.
Raak
[MAIN CONT.] aan.
Raak [V.SEL] aan binnen 5 seconden.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
De simultaan-functie wordt geannuleerd.
• Als een DVD-speler aangesloten is, kunt u het DVD-beeld/-geluid ontvangen. DVD-speler (DVA-5205P) of DVD-wisselaar (DHA-S680P) is aangesloten: Houd V.OUT op de meegeleverde afstandsbediening van de DVD­speler of DVD-wisselaar minstens 2 seconden ingedrukt. Het beeld en het geluid van de DVD worden weergegeven. De DVA-5210 is aangesloten: Houd V.OUT op de afstandsbediening (meegeleverd met de DVA-
5210) ingedrukt om het beeld en het geluid van de DVD weer te geven.
• De simultaan-functie kan niet worden gebruikt als de audiobron zich in de navigatiemodus bevindt.
• Door meer dan 2 seconden op V.SEL te drukken, wordt de simultaan-functie geannuleerd.
Black-outmodus in- en uitschakelen
Als de black-outmodus ingeschakeld is, schakelt het display uit om energie te sparen. Deze extra energie verbetert de geluidskwaliteit.
Raak [V.SEL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [OFF] aan.
Het van achteren verlichte displaygedeelte gaat uit.
Raak [OFF] nogmaals aan om de achtergrondverlichting van het display te annuleren.
• Als u tijdens de black-outmodus op een willekeurige toets op het toestel drukt, wordt de toestand van de functie gedurende 5 seconden weergegeven, waarna het scherm weer zwart wordt.
3
2
1
4
3
2
1
2
1
2
1
De weergavemodi omschakelen
Raak [WIDE] aan op het visuele bronscherm terwijl het voertuig geparkeerd staat.
Door herhaaldelijk aanraken selecteert u achtereenvolgens de volgende weergavemodi:
In modus 1 (Breed) geeft de monitor een normaal beeld breder weer door het gelijkmatig horizontaal uit te rekken om in een breedbeeldmonitor te passen.
In modus 2 (Zoom) geeft de monitor een normaal beeld breder weer door het ongelijkmatig uit te rekken om in de breedbeeldmonitor te passen. Het middelste deel van het beeld wordt slechts lichtjes uitgerekt zodat het natuurlijk overkomt.
In modus 3 (Cinema) geeft de monitor een normaal beeld weer door het horizontaal en verticaal uit te rekken. Deze modus is goed om een cinemabeeld weer te geven in de beeldverhouding 16 : 9.
In modus 4 (Normaal) geeft de monitor een normaal beeld weer in het midden van het scherm met aan beide zijden een verticale zwarte balk.
Simultaan-functie annuleren
MODE 1
→→→→
(WIDE) (ZOOM) (CINEMA) (NORMAL) (WIDE)
MODE1
MODE2
MODE3
MODE4
MODE 1MODE 2 MODE 3 MODE 4
26-NL
Monitorinstelling
Monitorinstelling uitvoeren
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [MONITOR] aan.
Het MONITOR-scherm verschijnt.
Raak [d] of [o] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
TILT / SLIDE / MONITOR O/C (OPEN/CLOSE)
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
Regeling van de hoek van de monitor
Regel de hoek van de monitor (tussen 40 en 105 graden) voor een optimale zichtbaarheid.
Instelitem: TILT Instelbereik: 1 tot 10
• Als de monitor een obstakel raakt, moet u dit obstakel verwijderen.
• De kleur van het scherm varieert al naargelang de kijkhoek. Pas de schermhoek aan voor de best mogelijke kijkstand.
• Als de voltage van de accu van het voertuig laag is, kan het zijn dat het scherm knippert wanneer de schermhoek veranderd wordt. Dit wijst niet op een defect.
Keuze van de monitorstand
De monitor kan in 2 standen worden gezet.
Instelitem: SLIDE Instelmogelijkheid: BACK / FRONT
BACK: Het display wordt naar achteren geschoven. FRONT: Het display wordt naar voren geschoven.
• Als de monitor met geweld wordt ingeduwd of uitgetrokken, zult u de hoek of de stand van de monitor mogelijk niet kunnen instellen. Druk in dit geval meer dan 2 seconden op OPEN om de monitor te sluiten en weer te openen.
Instelling voor het automatisch openen/sluiten van de monitor
Instelitem: MONITOR O/C (OPEN / CLOSE) Instelmogelijkheid: MANUAL / FULL / CLOSE
MANUAL:Het monitordisplay wordt handmatig geopend
of gesloten door op OPEN te drukken.
FULL: Het monitordisplay opent of sluit automatisch
als de contactsleutel naar de stand “ACC” of “ON” wordt gedraaid.
CLOSE: Het monitordisplay sluit automatisch als de
contactsleutel naar OFF wordt gedraaid.
4
3
2
1
In stappen 1 tot 4 hierna worden de algemene procedures voor het uitvoeren van de MONITOR-instelling beschreven. Voor meer details over de instelitems, zie de afzonderlijke beschrijvingen van de items.
VISUALIZER instellen
Deze instelling is beschikbaar wanneer de expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Raak [V.SEL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [VISUALIZER] aan.
Het instelscherm van de Visualizer wordt weergegeven. Als u geen toets aanraakt binnen 5 seconden, verdwijnen de bedieningsdisplaytoetsen, [MAIN CONT.] enz.
Raak het scherm (alleen het visuele scherm) aan nadat het bedieningsdisplay is verdwenen.
De VISUALIZER-instelmodus wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste modus door [dd] of [oo] van VISUALIZER aan te raken binnen 5 seconden.
MODE1 tot MODE6 / OFF:
Roept de instelmodus van de fabrikant op de expansiedoos (VPE-S431) op. SCAN: Geeft het patroon van MODE1 tot MODE6 herhaaldelijk weer.
SCAN: Geeft het patroon van MODE1 tot MODE6
herhaaldelijk weer.
Visualizer-functie annuleren:
Raak [NORMAL] aan op het VISUAL-keuzescherm.
• Deze instelling is beschikbaar wanneer OFF is geselecteerd voor “Visual Effect instellen” (deze pagina) en ON voor “De externe expansiedoos aansluiten en instellen”, “VISUALIZER­modusweergave instellen” (pagina 33).
Visual Effect instellen
Deze instelling is beschikbaar wanneer de expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Raak [V.SEL] aan op het visuele hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [VISUALIZER] aan.
Het instelscherm van de Visualizer wordt weergegeven. Als u geen toets aanraakt binnen 5 seconden, verdwijnen de bedieningsdisplaytoetsen, [MAIN CONT.] enz.
Raak het scherm (alleen het visuele scherm) aan nadat het bedieningsdisplay is verdwenen.
Het VISUALIZER-instelscherm verschijnt.
Selecteer “ON” door [d] of [o] van V.EFFECT aan te raken binnen 5 seconden.
ON:Schakelt de functie voor betere visuele effecten in
wanneer het toestel is aangesloten op twee of meer externe monitors.
Stel OFF in om de functie te annuleren.
• V.EFFECT wordt niet weergegeven als de audiohoofdbron is geselecteerd.
• Als het visuele effect is ingeschakeld, kan de bron van de achtermonitor niet worden veranderd vanaf het toestel.
• Deze instelling kan niet worden uitgevoerd tijdens het rijden.
4
3
2
1
4
3
2
1
27-NL
Instelling
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u titels hebt ingegeven of de instellingen van de DVD-modus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de titels of data automatisch invoert), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. De titel wordt dan namelijk niet geschreven of de instellingen worden niet gewijzigd.
Taalinstelling wijzigen
U kunt de taal voor de audio, voor de ondertiteling en voor de menu’s instellen volgens uw wensen. Daarna wordt dit de standaardtaal. Deze functie is interessant als u altijd in het Engels wenst te luisteren. (Bij sommige disks werkt de taalinstelling niet. Als dit niet mogelijk is, is de standaardtaal in de fabriek ingesteld.)
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. De instellingen worden niet gewist, ook niet als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld.
• Als u de taal van de huidige disk tijdelijk wenst te wijzigen, kunt u dit doen in het DVD-menu of met de procedure in het hoofdstuk “Veranderen van audiospoor” (pagina 22).
• Als de disk de geselecteerde taal niet ondersteunt, wordt de standaardtaal van de disk ingesteld.
Instelling van de menutaal
Kies de taal voor de menu’s (titelmenu, enz.).
Instelitem: MENU LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH /JAPANESE / CODE
•Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire menutaal van de opgenomen talen afgespeeld.
Instelling van de audiotaal
U kunt de door de luidsprekers weergegeven audiotaal instellen.
Instelitem: AUDIO LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH /JAPANESE / CODE
• Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire audiotaal van de opgenomen talen afgespeeld.
Instelling van de ondertitelingtaal
U kunt de taal voor de ondertiteling instellen.
Instelitem: SUBT. LANGUAGE Instelmogelijkheden: AUTO / ENGLISH / GERMAN / FRENCH /JAPANESE / CODE
• Als “AUTO” wordt geselecteerd, wordt de primaire taal van de ondertiteling van de opgenomen talen afgespeeld.
Een andere dan de weergegeven talen gebruiken
1 Raak [CODE] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
2 Raak de 4 cijfers van het taalnummer aan.
Voor de taalnummers verwijzen we naar “Lijst van taalcodes” (pagina 59).
3 Raak
[ENT] aan om het nummer op te slaan in het
geheugen.
Vervolg
5
DVD-instelling uitvoeren
De DVD-instelling kan worden uitgevoerd nadat de disk uit het toestel is verwijderd.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [SETUP] aan.
Het SETUP-scherm verschijnt.
Raak []van DVD SETUP aan.
Het DVD-instelscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
MENU LANGUAGE / AUDIO LANGUAGE / SUBT. LANGUAGE/ COUNTRY CODE / PARENTAL / DIGITAL OUT MODE /OPTICAL OUT / TV SCREEN
Weergavevoorbeeld voor DVD-instelscherm
4
3
2
1
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de instelling van de DVD. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
De handrem moet opgetrokken zijn om het DVD­modusscherm te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
DVD-instelling
Raak [d] of [o] aan om de gewenste taal in te stellen.
Raak [CODE] aan om het invoerscherm met numeriek toetsenbord weer te geven.
Raak
[]of []om naar een andere pagina
met instelitems te gaan.
Invoerscherm met numeriek toetsenbord
Gebruik het numerieke toetsenbord om de afspeeltaal te veranderen, om een wachtwoord voor de oudercontrole in te stellen, enz.
28-NL
Landinstelling wijzigen
Stel de landcode in als u het classificatieniveau (oudercontrole) instelt.
Instelitem: COUNTRY CODE Instelmogelijkheid: CODE
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. De instellingen worden niet gewist, ook niet als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld.
1 Raak [CODE] aan. 2 Raak
[ALL DEL] of [BS] aan.
Wis het weergegeven landnummer.
3 Raak de landcode van 4 cijfers aan.
Voor het landnummer verwijzen we naar “Lijst van landcodes” (pagina’s 60, 61).
4 Raak
[ENT] aan om de code op te slaan in het
geheugen.
Classificatieniveau instellen (oudercontrole)
Gebruik deze functie om te voorkomen dat kinderen films kunnen bekijken die niet voor hun leeftijd bedoeld zijn.
Instelitem: PARENTAL Instelmogelijkheid: INPUT
• Als de instellingen worden gewijzigd, worden de oude instellingen overschreven. Noteer de huidige instellingen voor u wijzigingen aanbrengt. De instellingen worden niet gewist, ook niet als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld.
• Op DVD’s zonder classificatie wordt het afspelen niet beperkt, zelfs als een classificatieniveau is ingesteld.
• Als het classificatieniveau ingesteld is, blijft het in het geheugen bewaard tot het niveau wordt gewijzigd. Om disks met hogere classificatieniveaus af te spelen of om de oudercontrole te annuleren, moet de instelling worden gewijzigd.
• Niet alle DVD’s beschikken over een oudercontrole. Als u niet zeker bent van een DVD, kunt u hem eerst afspelen om dit na te gaan. Laat DVD’s niet rondslingeren als u vindt dat ze niet geschikt zijn voor kinderen.
1 Raak [INPUT] aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
2 Voer een wachtwoord van 4 cijfers in met het
numerieke toetsenbord. Het uitgangsgetal is 1111. Het ingevoerde getal wordt weergegeven als “*”.
3 Raak [ENT] aan om het nummer op te slaan in het
geheugen. Het PARENTAL-scherm verschijnt.
Classificatieniveau voor oudercontrole instellen
4 Raak [d] of [o] van PARENTAL aan om de
oudercontrole in te schakelen.
5 Raak [d] of [o] van PARENTAL LEVEL aan om het
classificatieniveau te selecteren (1 tot 8).
Selecteer “OFF” om de oudercontrole te annuleren of als
u geen classificatieniveau wenst in te stellen. Hoe kleiner de waarde, hoe hoger het classificatieniveau.
6 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Wachtwoord wijzigen
4 Raak [INPUT] van PASSWORD CHANGE aan.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
5 Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
• Bewaar het getal op een veilige plaats, voor het geval u het wachtwoord vergeet
6 Raak [ENT] aan om het nummer op te slaan in het
geheugen.
7 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Classificatieniveau tijdelijk wijzigen
Voor sommige disks moet u het classificatieniveau dat in de standaardinstellingen gedefinieerd is, tijdens het afspelen wijzigen. In dit geval verschijnt het bericht “PARENTAL LEVEL CHANGE OK? [YES] / [NO]” op het monitordisplay.
In dit geval wijzigt u het niveau als volgt:
Om het classificatieniveau te wijzigen en af te spelen, raakt u [YES] aan.
Om af te spelen zonder het classificatieniveau te wijzigen, raakt u [NO] aan.
(Wanneer u [NO] aanraakt, wordt afgespeeld met het classificatieniveau dat is ingesteld in “Classificatieniveau instellen (oudercontrole).”)
Instelling digitale uitgang wijzigen
Met volgende procedure wordt het digitale audiosignaal ingesteld dat door de IVA-D300R/IVA-D300RB wordt geproduceerd.
Instelitem: DIGITAL OUT MODE Instelmogelijkheden: AUTO / LPCM
AUTO: De digitale uitgang wordt automatisch
geschakeld in functie van het soort audiosignalen dat wordt afgespeeld. Selecteer “AUTO” als u een digitale audioprocessor wenst aan te sluiten en Dolby Digital-audio wenst af te spelen. “AUTO” is de fabrieksinstelling.
LPCM: De audiosignalen die op de disk zijn
opgenomen, worden omgevormd naar 48 kHz/16-bit (voor DVD’s) of 44,1 kHz (voor video-CD’s en CD’s) lineaire PCM­audiosignalen.
29-NL
Audio-uitgang/optische digitale audio-uitgang
Disk
DVD
Video CD
CD
MP3
WMA
Audio-opnameformaat
DTS
Dolby Digital
Lineair PCM
MPEG2
MPEG1
Lineair PCM
DTS
MPEG Audio
Layer3
Bitsnelheid:
32 kbps~320
kbps
Windows
Media™
Audiobitsnel
-heid:
32 kbps~320
kbps
48 kHz/16-bit
48 kHz/20-bit
48 kHz/24-bit
96 kHz/16-bit
96 kHz/20-bit
96 kHz/24-bit
32 kHz/16-bit
44,1 kHz/16-bit
48 kHz/16-bit
32 kHz/16-bit
44,1 kHz/16-bit
48 kHz/16-bit
Instelling digitale uitgang
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO
LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO
LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
AUTO of LPCM
Optische digitale audio-uitgang (als een digitale audioprocessor aangesloten is)
DTS Elementary Stream
LPCM Encode
2-kanaals down-mix
(48 kHz/16-bit)
Dolby Digital
LPCM (48 kHz/16-bit)
of
of
of
of
of
of
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (48 kHz/16-bit)
LPCM (44,1 kHz)
LPCM (44,1 kHz)
DTS Elementary Stream
LPCM Encode
2-kanaals down-mix
(44,1 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(32 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(44,1 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(48 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(32 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(44,1 kHz/16-bit)
LPCM Encode
2-kanaals
(48 kHz/16-bit)
Analoge audio-uitgang
(Ai-NET, RCA-aansluiting)
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
30-NL
Digitale uitgang instellen
Als u een audioprocessor wenst aan te sluiten via de optische digitale uitgang, dient u de functie als volgt in te schakelen.
Instelitem: OPTICAL OUT Instelmogelijkheden: OFF / ON
• Daarna zet u ACC één keer op OFF en daarna weer op ON. De instelling van de digitale uitgang is geprogrammeerd.
Instelling tv-scherm wijzigen
Gebruik volgende procedure om de instelling van het uitvoerscherm te wijzigen overeenkomstig het type tv-monitor (achtermonitor) dat wordt gebruikt. Deze instelling kan ook worden toegepast voor de IVA-D300R/IVA­D300RB. Als de achtermonitor niet is aangesloten, is de scherminstelling 16:9 van kracht.
Instelitem: TV SCREEN Instelmogelijkheden: 4:3 LB / 4:3 PS / 16:9
• Met sommige disks wordt het beeld niet weergegeven overeenkomstig de geselecteerde schermgrootte. (Voor meer informatie verwijzen we naar de hoes van de disk.)
4:3 LETTER BOX:
Selecteer deze mogelijkheid als u een klassieke 4:3­monitor (normale tv-beeldverhouding) hebt. Er kunnen onderaan en bovenaan het scherm zwarte strepen zichtbaar zijn (als een film in 16:9-formaat wordt afgespeeld). De breedte van deze strepen is afhankelijk van de originele beeldverhouding van de film.
4:3 PAN-SCAN:
Selecteer deze mogelijkheid als een klassieke 4:3­monitor aangesloten is. Het beeld vult het volledige tv-scherm. Omdat de beeldverhouding echter niet overeenkomt, zijn bepaalde delen van de film uiterst links en rechts niet zichtbaar (als een film in het formaat 16:9 wordt afgespeeld).
16:9 WIDE:
Selecteer deze mogelijkheid als een breedbeeld-tv aangesloten is. Dit is de fabrieksinstelling.
ALGEMENE instelling
Algemene instelling uitvoeren
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [SETUP] aan.
Het SETUP-scherm verschijnt.
Raak []van GENERAL SETUP aan.
Het GENERAL-instelscherm verschijnt.
Raak [d] of [o] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
CLOCK / CLOCK ADJUST / DAYLIGHT SAVING TIME /DEMONSTRATION / BEEP / AUTO SCROLL / RDS CLOCK DISP / FM LEVEL / FM CONDITION / PI SEEK / RDS REGIONAL / DRC*1/ DAB REGIONAL*1/ AUTO SW DAB TO RDS*1/ PTY LANGUAGE / PHONE RECEIVE*2/ PLAY MODE
*1Weergegeven als de DAB-ontvangerdoos aangesloten is. De
werking van DAB wordt beschreven op pagina’s 53 tot 55.
*2Alleen weergegeven als MobileHub (CXA-B200NK)
aangesloten is.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u titels hebt ingegeven of de instellingen van de algemene modus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de titels of data automatisch invoert), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen De titel wordt dan namelijk niet geschreven of de instellingen worden niet gewijzigd.
5
4
3
2
1
De handrem moet opgetrokken zijn om het DVD­modusscherm te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de ALGEMENE instelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
31-NL
Tijd weergeven
De weergave van de tijd wordt respectievelijk uit- of ingeschakeld.
Instelitem: CLOCK Instelmogelijkheid: OFF / ON
Tijd instellen
Instelitem: CLOCK ADJUST Overige instelitems: HOUR / MINUTE / TIME ADJUST Instelmogelijkheid: 0-23 / 0-59 / RESET
HOUR: Het uur instellen. MINUTE: De minuten instellen. RESET: Als de klok minder dan 30 minuten na het uur
aangeeft, wordt de minuutinstelling “: 00”; als dit meer dan 30 is, wordt het uur vooruitgezet.
• De tijdinstelmodus wordt geannuleerd wanneer de spanning wordt
uitgeschakeld en wanneer [RETURN] of [MAIN CONT.] wordt aangeraakt.
Zomertijd instellen
Instelitem: DAYLIGHT SAVING TIME Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de zomertijd in. De tijd gaat met één uur
vooruit.
OFF: Keert terug naar de gewone tijd.
Demonstratiefunctie
Dit toestel is uitgerust met een demonstratiefunctie, die de basisbediening van de aangesloten bronnen toont op het display.
Instelitem: DEMONSTRATION Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de demonstratiemodus in om de
basisbediening te tonen.
OFF: Schakelt de demonstratiemodus uit.
• De demonstratie wordt automatisch herhaald totdat de functie wordt uitgeschakeld.
Pieptoonfunctie
Instelitem: BEEP Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Activeert de pieptoon. OFF: Deactiveert de pieptoon. Er wordt geen pieptoon
weergegeven als een toets van het toestel wordt ingedrukt.
Instelling van het scrollen
De scrollweergave is beschikbaar als titels worden ingevoerd in de disk. Scrollweergave van CD-tekst, mapnamen, bestandsnamen en taginformatie is eveneens mogelijk.
Instelitem: AUTO SCROLL Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de AUTOMATISCHE scrollfunctie in. De
scrollweergave wordt herhaald zolang de functie is ingeschakeld.
OFF: Schakelt de AUTOMATISCHE scrollfunctie uit.
De scrollweergave wordt eenmaal ingeschakeld bij het veranderen van de track.
RDS-tijd weergeven
Als ON wordt geselecteerd, wordt de klok automatisch ingesteld op basis van tijdgegevens afkomstig van de RDS-uitzending.
Instelitem: RDS CLOCK DISP Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Stelt de klok automatisch in op basis van de
tijdgegevens. In dit geval kan de klok niet handmatig worden ingesteld. Om de klok handmatig in te stellen, kiest u OFF.
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
Als het verschil in volume tussen de CD en FM-radio te groot is, regelt u het FM-signaalniveau als volgt bij.
Instelitem: FM LEVEL Instelmogelijkheid: LOW / HIGH
Geluidskwaliteit van de tuner instellen
De IVA-D300R/IVA-D300RB is uitgerust met de functie MAX TUNE Pro die garant staat voor de hoogste audiokwaliteit. U kunt bovendien kiezen uit 3 instellingen overeenkomstig uw persoonlijke voorkeuren en wensen.
Instelitem: FM CONDITION Instelmogelijkheid: NORMAL / HI-FI / STABLE
NORMAL: Standaardinstelling Hi-Fi: Geluidskwaliteit prioritair STABLE: Ruisvrij prioritair
Instellen van het zoeken volgens programma­identificatie (PI SEEK)
Instelitem: PI SEEK Instelmogelijkheid: OFF / AUTO
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Als u OFF selecteert, blijft het toestel automatisch de verwante lokale RDS-zender ontvangen.
Instelitem: RDS REGIONAL Instelmogelijkheid: OFF / ON
DRC (Dynamic Range Control) in-/uitschakelen
Als u deze functie inschakelt als u geluid met een breed dynamisch bereik ontvangt, neemt de DRC-versterking (Dynamic Range Control) toe als het bronsignaal klein is; de DRC-versterking neemt af als het bronsignaal breed is, waardoor u een beter en meer comfortabel geluid krijgt, zelfs in een voertuig dat veel lawaai produceert.
Instelitem: DRC Instelmogelijkheid: OFF / ON
• Als een radioprogramma aan staat, kan ander geluid worden geproduceerd dan hetgeen u voordien hebt ingesteld, afhankelijk van de uitzending. In dit geval schakelt u het programma uit.
• Gebruik deze functie als de DAB-ontvangerdoos aangesloten is.
.
32-NL
Berichtinformatie ontvangen van lokale DAB-zenders
Instelitem: DAB REGIONAL Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON:U kunt automatisch de berichtonderbreking
ontvangen van de regio waarin u zich momenteel bevindt.
OFF: Berichtonderbreking is geldig voor alle regio’s.
• Gebruik deze functie als de DAB-ontvangerdoos aangesloten is.
Instelling voor automatische overgang van DAB naar RDS
Als de DAB-ontvangst zwak is, kunt u deze functie inschakelen om automatisch over te schakelen naar de RDS-zender (een zender die kan worden ontvangen) binnen hetzelfde zendstation, tot goede ontvangst verzekerd is. U kunt dit alleen omschakelen voor spraak (behalve weergave van servicelabel/dynamisch label). De ontvangst en de werking zijn dezelfde als bij DAB.
Instelitem: AUTO SW FROM DAB TO RDS Instelmogelijkheid: OFF / ON
• Gebruik deze functie als de DAB-ontvangerdoos aangesloten is.
Weergavetaal van programmatype (PTY) omschakelen
U kunt een van de patronen voor de weergavetalen selecteren. Als de optionele DAB-ontvangerdoos aangesloten is, geldt de instelling voor beide toestellen.
Instelitem: PTY LANGUAGE Instelmogelijkheid: GB / NL / F / D / I / E
Binnenkomende oproepen van de telefoon schakelen
Deze functie kan alleen worden gebruikt als een mobiele telefoon en de MobileHub (CXA-B200NK) aangesloten zijn.
Instelitem: PHONE RECEIVE Instelmogelijkheid: AUTO / MANUAL
• De binnenkomende oproep kan worden geschakeld naar automatische oproep of handmatige oproep.
MP3/WMA-bestanden afspelen
Als disks worden gebruikt met zowel audiogegevens als MP3/WMA­gegevens.
Instelitem: PLAY MODE Instelmogelijkheid: CD / MP3
CD: Speelt alleen de audiogegevens af van disks die
zowel audiogegevens als MP3/WMA-gegevens bevatten.
MP3: Speelt alleen de MP3/WMA-bestanden af op
disks die zowel audiogegevens als MP3/WMA­gegevens bevatten.
• Verwijder de disk uit het toestel vóór de instelling.
• Deze instelling kan niet worden toegepast als u een MP3­compatibele CD-wisselaar gebruikt.
SYSTEEM-instelling
Systeeminstelling uitvoeren
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [SETUP] aan.
Het SETUP-scherm verschijnt.
Raak []van SYSTEM SETUP aan.
Het SYSTEM-instelscherm verschijnt.
Raak [d] of [o] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
IN INT. MUTE / IN INT. ICON / NAV. IN / NAV. MIX /EXPANSION BOX*1/ VISUALIZER*2/ AUX IN-1 /AUX IN­2*2/ AUX IN-3*2/ MONITOR OUT-1 / MONITOR OUT­2*2/ CAMERA IN / V.SEL KEY / ILLUMINATION COLOR (alleen IVAD300R) / A. PROC TYPE
*1De instelling is beschikbaar als de externe expansiedoos
(VPES431) aangesloten is.
*2Weergegeven als de expansiedoos is ingeschakeld.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u titels hebt ingegeven of de instellingen van de systeemmodus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de titels of data automatisch invoert), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. De titel wordt dan namelijk niet geschreven of de instellingen worden niet gewijzigd.
Onderbrekingsmodus externe toestellen instellen
Als een Alpine Ai-NET-onderbrekingsdoos (NVE-K200) aangesloten is op de IVA-D300R/IVA-D300RB, kan een hulpbron de huidige audiobron onderbreken. Voorbeeld: u kunt de vocale begeleiding van uw navigatiesysteem beluisteren, zelfs als u een CD of DVD beluistert. De CD-/DVD-speler wordt tijdens de vocale begeleiding automatisch stilgeschakeld. Voor meer details verwijzen we naar de handleiding van de NVE-K200.
Instelitem: IN INT. MUTE Instelmogelijkheid: OFF / ON
OFF: Het volumeniveau kan worden geregeld in de
onderbrekingsmodus.
ON: Er wordt geen geluid weergegeven. Het symbool
dat is ingesteld in “MONITOR OUT-2” wordt weergegeven.
• Het aangesloten hulptoestel moet over een onderbrekingsdraad met een negatieve schakelaar beschikken om deze functie automatisch te gebruiken. In het andere geval moet een afzonderlijke schakelaar worden voorzien om de functie handmatig te schakelen.
5
4
3
2
1
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm systeemmodus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN'T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de systeeminstelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
33-NL
Weergave van onderbrekingssymbool instellen
Het toestel kan het symbool van een extern apparaat, zoals een telefoontoestel, weergeven, zodat u kunt zien of er een telefoonoproep binnenkomt.
Instelitem: IN INT. ICON Instelmogelijkheid: INT / TEL
INT: Het symbool INT verschijnt op het display. TELL: Als het externe apparaat (telefoon) het
onderbrekingssignaal verzendt, verschijnt het telefoonsymbool op het display.
• Het TEL-symbool in deze instelling heeft niets te maken met de TEL Link-functie (pagina’s 55 tot 57).
Navigatiemodus instellen
Als u optionele navigatieapparatuur aansluit, dient u deze in te schakelen.
Instelitem: NAV. IN Instelmogelijkheden: OFF / ON
ON: Navigatiebron wordt weergegeven. OFF: Navigatiebron wordt niet weergegeven. De
instellingen voor de navigatie kunnen niet worden gewijzigd op dit toestel.
Navigatieonderbreking instellen
Als een Alpine-navigatiesysteem aangesloten is op de IVA­D300R/IVAD300RB, wordt de vocale begeleiding van het navigatiesysteem gemengd met de radio, CD-weergave enz.
Instelitem: NAV.MIX Instelmogelijkheid: OFF / ON
OFF: De navigatieonderbreking is uitgeschakeld.
ON: De navigatieonderbreking is ingeschakeld.
Om het volumeniveau van de navigatieonderbreking bij te regelen, kunt u de instelling NAV. LEVEL uitvoeren in “Audio bijregelen” op pagina 23 nadat deze is ingeschakeld.
• Het audiovolume tijdens de navigatiebegeleiding kan worden ingesteld door het audiovolume te regelen terwijl de navigatiebegeleiding bezig is. Als de navigatiebegeleiding ten einde is, worden het vorige audiovolume en het vorige scherm hersteld. Maar als de navigatie tussenkomt terwijl het audiovolume lager is dan het ingestelde niveau, wordt het audiovolume tijdens de navigatiebegeleiding ingesteld op het huidige luistervolume. (Als de navigatiebegeleiding tussenkomt, neemt het audiovolume niet toe.)
• De instelling is van toepassing als het lijstscherm NAV. IN of SYSTEM is ingeschakeld.
• Als PXA-H510 of PXA-H900 aangesloten is, heeft de NAV.MIX­waarde die in dit toestel ingesteld is geen invloed op de PXA­H510 of PXA-H900.
De externe expansiedoos aansluiten en instellen
Deze instelling is nodig als de optionele expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Instelitem: EXPANSION BOX Instelmogelijkheid: OFF / ON
OFF: Selecteer wanneer de expansiedoos (VPE-S431)
niet aangesloten is.
ON: Selecteer wanneer de expansiedoos (VPE-S431)
aangesloten is.
VISUALIZER-modusweergave instellen
Selecteer deze weergave wanneer u de bronnamen van VISUALIZER weergeeft op het VISUAL-keuzescherm. Deze instelling is alleen mogelijk als de optionele expansiedoos (VPE-S431) aangesloten is.
Instelitem: VISUALIZER Instelmogelijkheden: OFF / ON
OFF: “VISUALIZER” en de bronnamen worden niet
weergegeven op het VISUAL-keuzescherm.
ON: “VISUALIZER” en de bronnamen worden
weergegeven op het VISUAL-keuzescherm.
AUX-modus instellen
Instelitem: AUX IN-1, 2, 3 Instelmogelijkheid: OFF / ON
OFF: De AUX-bron wordt niet weergegeven ON: De AUX-bron wordt weergegeven.
• OFF wordt niet weergegeven als de optionele DVD-speler of DVD-wisselaar aangesloten is.
• Wanneer OFF wordt geselecteerd, kunnen de AUX-instellingen niet worden gewijzigd vanaf dit toestel.
• Als een DVD-speler of een DVD-wisselaar aangesloten is op AUX IN 1, wordt EXT. DVD weergegeven op het scherm. Als ze allebei aangesloten zijn, wordt EXT.DVD weergegeven voor AUX IN 1 en wordt DVD CHG weergegeven voor AUX IN 2.
• AUX IN 2,3 wordt weergegeven als de externe expansiedoos (VPES431) aangesloten is.
Externe toestellen benoemen
Als er meer dan één extern toestel aangesloten is, kunt u ze een naam geven (maximaal 3 toestellen). Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen []van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitems: NAME Instelmogelijkheden: AUX / VCR / GAME-1,2 / TV / NAV.
• De geselecteerde bronnaam wordt weergegeven in plaats van de AUX-bronnaam. Als een bron wordt geselecteerd, verschijnt de functiegids van de AUX-modus.
• Alleen AUX IN -3 MODE kan “NAV.” worden genoemd. Wanneer de AUX-modus wordt geselecteerd, wordt “NAV.” weergegeven als bronnaam. Deze instelling wordt aanbevolen als u het navigatiescherm bekijkt op de achtermonitor. Zij is echter alleen beschikbaar als het Alpine-navigatiesysteem (behalve RGB-navigatie) aangesloten is.
• Alleen als een Alpine tv-tuner aangesloten is, kunt u de weergegeven functiegids op dit toestel gebruiken.
Het audioniveau van de externe ingang regelen
Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen []van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitem: LEVEL Instelmogelijkheid: LOW / HIGH
LOW: Het audioniveau van de externe ingang wordt
verlaagd.
HIGH: Het audioniveau van de externe ingang wordt
verhoogd.
34-NL
Het visuele ingangssignaal omschakelen
Na het inschakelen van de functie in “AUX-modus instellen” raakt u een van de toetsen [ ] van AUX IN 1 tot 3 aan om deze instelling uit te voeren.
Instelitem: SIGNAL Instelmogelijkheid: NTSC / PAL
• Het type video-ingang kan worden gewijzigd.
Externe monitoruitgang instellen
Zet deze functie op ON als u de achter-entertainmentfunctie wenst te gebruiken (pagina 24).
Instelitems: MONITOR OUT-1, 2 Instelmogelijkheden: OFF / ON
ON: Door de aangesloten externe monitor op ON te
zetten, kan de afstandsbediening worden gebruikt.
OFF: Als MONITOR OUT 1 of 2 op OFF staat, kan
slechts één monitor worden ingesteld met de achter-entertainmentfunctie. Als zowel MONITOR OUT 1 als 2 op OFF staan, kan REAR SELECT - dat wordt weergegeven op het SYSTEM-keuzescherm - niet worden gebruikt.
• “MONITOR OUT-2” wordt weergegeven als “ON” is ingesteld in “De externe expansiedoos aansluiten en instellen” op pagina 33.
Achtercamera instellen
Als de achtercamera aangesloten is, worden de achterbeelden weergegeven op het scherm.
Instelitem: CAMERA IN Instelmogelijkheden: OFF / NTSC/PAL
NTSC/PAL: Zelfs als de versnellingshendel niet in
achteruit (R) wordt gezet, worden de achterbeelden weergegeven door op V.SEL te drukken en de camerabron te selecteren.
OFF: De achterbeelden worden niet weergegeven.
• Door in achteruit (R) te schakelen, worden de achterbeelden weergegeven. Deze functie werkt alleen als de achteruitdraad goed aangesloten is.
Visuele modus instellen
Deze instelling verandert de functie van de toets V.SEL op het toestel.
Instelitem: V.SEL KEY Instelmogelijkheid: V.SEL / NAV.
NAV: Door op V.SEL te drukken, verschijnt het
navigatiescherm onmiddellijk. (Alleen als een optioneel Alpine RGB-navigatiesysteem aangesloten is.)
V.SEL: Druk op V.SEL om het VISUAL-keuzescherm op
te roepen.
Verlichtingskleur van de toetsen veranderen (alleen IVA-D300R)
Instelitem: ILLUMINATION COLOR Instelmogelijkheid: GREEN / RED
GREEN: De verlichtingskleur is groen. RED: De verlichtingskleur is rood.
Selectie van optische digitale ingang voor een externe audioprocessor
Ga na of “OPTICAL OUT” is ingesteld op ON in “Digitale uitgang instellen”(pagina 30) voordat u deze instelling verandert.
Instelitem: A.PROC TYPE Instelmogelijkheden: PXA-H510 / OTHER
OTHER:
Als u een audioprocessor via een optische digitale kabel aansluit, behalve de PXA-H510. Verbind de optische digitale ingangsconnector met de connector voor de head-unit.
PXA-H510:
Als de PXA-H510 wordt aangesloten. Verbind de optische digitale ingangsconnector met de connector voor de DVD.
• Nadat het selecteren van de ingang is voltooid, moet u het contactslot op OFF en weer op ON zetten. De instelling van de optische digitale ingangsschakelaar is voltooid.
Scherminstelling uitvoeren
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [SETUP] aan.
Het SETUP-scherm verschijnt.
Raak []van DISPLAY SETUP aan.
Het DISPLAY-instelscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van het gewenste item aan om de instelling ervan te veranderen.
Instelitems:
DIMMER / DIMMER LOW LEVEL / BACKGROUND / AUTO BACKGROUND / FONT TYPE / FONT COLOR / TOUCH PANEL / SCREEN ALIGNMENT
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
• Onmiddellijk nadat u titels hebt ingegeven of de instellingen van de display-modus hebt gewijzigd (terwijl het systeem de titels of data automatisch invoert), mag u het contactslot (autosleutel) niet uitschakelen. De titel wordt dan namelijk niet geschreven of de instellingen worden niet gewijzigd.
5
4
3
2
1
SCHERM-instelling
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de display-modus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
De volgende stappen 1 tot 5 gelden voor alle items van de scherminstelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
35-NL
Regeling van de verlichting
De achtergrondverlichting gebeurt met een fluorescentielamp die in het LCD-paneel is ingebouwd. De verlichtingsregeling past de helderheid van de achtergrondverlichting aan het omgevingslicht in de auto aan voor een optimaal zicht.
Instelitem: DIMMER Instelmogelijkheid: OFF / ON / AUTO
OFF: Deactiveert de automatische dimmodus om de
achtergrondverlichting van het monitordisplay helder te houden.
ON: Houdt de achtergrondverlichting van het
monitordisplay donker.
AUTO: Regelt de helderheid van de
achtergrondverlichting automatisch overeenkomstig de lichtomstandigheden in de auto. Als echter AUTO is ingesteld met gesloten monitor, wordt de toetsverlichting actief wanneer de koplampen worden ingeschakeld. (Dit werkt alleen als de verlichtingsdraad van het toestel aangesloten is).
Minimumniveau van achtergrondverlichting instellen
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting bijregelen (LOW). Deze functie is bijvoorbeeld nuttig om de helderheid van het scherm aan te passen wanneer u ’s nachts rijdt.
Instelitem: DIMMER LOW LEVEL Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt het niveau instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
Achtergronden schakelen
U kunt kiezen uit 5 verschillende achtergronden.
Instelitem: BACKGROUND Instelmogelijkheid: MODE1 tot 5
• Wanneer u een andere bron dan de ingebouwde disk selecteert op dit toestel, en de ingebouwde disk wordt geselecteerd op de achtermonitor die is aangesloten op het toestel, kunnen geen achtergronden worden weergegeven op het toestel.
• Wanneer een foutbericht wordt weergegeven (ERROR, HI-TEMP, enz.), kunnen achtergronden die zijn geselecteerd met deze instelling niet worden weergegeven op het toestel.
Automatische achtergronden instellen
Schakel de automatische scrollfunctie voor de achtergrond in om de achtergrond automatisch te laten wisselen. De achtergrond wijzigt telkens de contactsleutel wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld (5 achtergronden).
Instelitem: AUTO BACKGROUND Instelmogelijkheid: OFF / ON
ON: Schakelt de automatische scrollfunctie voor de
achtergrond in. De achtergrond wijzigt telkens als de contactsleutel wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld:
OFF: Schakelt de automatische scrollfunctie voor de
achtergrond uit.
Lettertype instellen
U kunt een lettertype kiezen voor de tekens (tekst, taginformatie, enz.) die verschijnen op het hoofddisplay.
Instelitem: FONT TYPE Instelmogelijkheid: FONT 1 / FONT 2
FONT1:Vette tekens FONT2:Ronde tekens
Weergavekleur van lettertypeachtergrond veranderen
U kunt kiezen uit 5 verschillende weergavekleuren voor de lettertypeachtergrond (brontitel, snelmenu, enz.).
Instelitem: FONT COLOR Instelmogelijkheden: MODE 1 tot MODE 5
Trilling van aanraakscherm in- of uitschakelen
U kunt de trilling van het aanraakscherm tijdens de bediening in- of uitschakelen.
Instelitem: TOUCH PANEL Instelmogelijkheid: NORMAL / FORCE
NORMAL:De trilling wordt uitgeschakeld tijdens de
bediening.
FORCE: De trilling wordt ingeschakeld tijdens de
bediening.
Aanraakscherm bijregelen
Bijregelen is nodig wanneer de weergavepositie op het LCD en de aanraakpositie op het aanraakscherm niet meer met elkaar overeenkomen.
Instelitem: SCREEN ALIGNMENT Instelmogelijkheid: / RESET
1 Raak []van SCREEN ALIGNMENT aan.
Het afstelscherm verschijnt.
2 Raak het merkteken in de linkerbenedenhoek van
het scherm nauwkeurig aan. Het scherm verandert in het afstelscherm.
3 Raak het merkteken in de rechterbovenhoek van het
scherm nauwkeurig aan. Het bijregelen is voltooid en het DISPLAY-instelscherm verschijnt opnieuw.
• Als u een andere plaats hebt aangeraakt dan het merkteken, raakt
u [RESET] aan om terug te keren naar de begininstelling van het afstelscherm.
• Als u [RETURN] aanraakt op het afstelscherm, vindt geen
afstelling plaats en verschijnt het DISPLAY-instelscherm opnieuw.
MODE 1 MODE 5
→→→→
MODE 2
MODE 1
MODE 3 MODE 4
36-NL
i-Personalize™
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als OFF wordt geselecteerd, is het MX-effect van elke MX-modus uitgeschakeld.
• Voor elke muziekbron, zoals radio, CD en MP3, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• AUX wordt weergegeven als ON is geselecteerd in “AUX-modus instellen” (pagina 33).
• De MX-modus werkt niet voor MW-, LW-radio als MX ingeschakeld is.
• MX COMPRESS MEDIA wordt toegepast voor MP3/WMA, MMD.
• Als het toestel verbonden is met een audioprocessor met de MX­functie, zoals PXA-H700, enz., kan de MX-verwerking worden toegepast op de audioprocessor. In dit geval moet de audioprocessor worden afgeregeld. Voor meer informatie verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de defeat-functie ingeschakeld is.
Bass Engine instellen
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak []van BASS ENGINE aan.
Het scherm verandert in het Bass Engine-instelscherm.
Raak []van het gewenste Bass Engine- instelitem aan.
Instelmogelijkheden
BASS MAX EQ / P-EQ / BASS FOCUS / T.CORR (TIME CORRECTION) / X-OVER / SUBWOOFER
Raak [d] of [o] van het geselecteerde instelitem aan en verander de instelling.
• Wanneer de instelling is voltooid, verdient het aanbeveling deze op te slaan in het geheugen.
Raak [RETURN] aan.
Het vorige scherm keert terug.
10 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Instelitem: BASS MAX EQ
Instelmogelijkheden: FLAT / ROCK / POPS / JAZZ /
ELECTRIC /HIPHOP / EASY / COUNTRY / CLASSIC /NEWS / CUSTOM *
* Inhoud die wordt ingesteld in parametrische EQ.
6
5
4
3
2
1
6
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De radio, CD- en MP3­speler kunnen de muziek ook in een auto met veel rijgeluiden duidelijk weergeven.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het scherm verandert in het i-Personalize-scherm.
Raak [dd] of [oo] van MEDIA XPANDER aan om MX in of uit te schakelen.
OFF: De MX-modus wordt geannuleerd voor alle
muziekbronnen.
ON: De geselecteerde MX-modus wordt
ingeschakeld.
Nadat u ON hebt ingesteld, raakt u []aan.
Het scherm verandert in het Media Xpander-instelscherm.
Raak [d] of [o] van de gewenste MX-modus aan.
Het niveau van de audiobron kan worden ingesteld.
MX CD (OFF, CD1 tot 3)
Het grote volume ongecomprimeerde CD-gegevens wordt verwerkt om het geluid met meer helderheid weer te geven.
MX COMPRESS MEDIA (OFF, CMPM1 tot 3) / MX DAB (OFF, DAB 1 tot 3)
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd weggelaten. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
MX FM (OFF, FM1 tot 3)
De midden- tot hoge frequenties worden helderder en u hoort een goed uitgebalanceerde klank in alle frequentiebanden.
MX DVD (OFF, MOVIE 1 tot 2)
Het dialooggedeelte van de video wordt veel duidelijker weergegeven.
(DVD MUSIC)
De disk bevat een grote hoeveelheid gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
MX AUX 1 tot 3 (OFF, MP3, MOVIE, MUSIC)
Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media.
5
4
3
2
1
Media Xpander-functie
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de i-Personalize-modus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
Bass Engine-functie
De volgende stappen 1 tot 6 gelden voor alle items van de instelling van bass engine. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
Bass EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)
37-NL
In een auto kan de afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers sterk verschillend zijn wegens de specifieke omstandigheden in de auto. Dit verschil in afstand tussen de luidsprekers en de luisteraar veroorzaakt een verschuiving in het geluidsbeeld en de frequentiekarakteristieken. De reden hiervoor is het tijdsverschil dat optreedt tussen het ogenblik waarop het geluid het rechteroor en het linkeroor bereikt. Om dit te corrigeren, kan de IVA-D300R/IVA-D300RB het audiosignaal vertragen naar de luidsprekers die zich het dichtst bij de luisteraar bevinden. Dit creëert een indruk van grotere afstand ten opzichte van die luidsprekers. De luisteraar kan dus eigenlijk op een gelijke afstand tussen de linker- en de rechterluidsprekers worden geplaatst. De afregeling gebeurt voor elke luidspreker in stappen van 0,1 ms.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Stoel links voor
Stel de tijdcorrectie van de luidspreker links voor in op een hoge waarde en de luidspreker rechts achter op nul of een lage waarde.
Tips * Subwoofer-luidspreker
U kunt de tijdcorrectiewaarde voor de subwoofer niet wijzigen, maar u kunt de schijnbare positie van de subwoofer naar voor instellen door de tijdcorrectiewaarde van de voor- en achterluidsprekers aan te passen. Voor meer details verwijzen we naar “Tips” op pagina 39.
Hier berekenen we de correctiewaarde voor de luidspreker links voor in bovenstaande situatie.
Situatie:
Verste luidspreker – luisterpositie: 2,25 m Luidspreker links voor – luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m -0,5 m = 1,75 m Tijdcorrectie = 1,75 ÷ 343** × 1000 = 5,1 (ms)
** Snelheid van het geluid: 343 m/sec. bij 20 °C
Het geluid is niet in evenwicht omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 meter.
De tijdcorrectie elimineert de verschillen in de tijd die het geluid nodig heeft om de luisterpositie te bereiken. De tijd van de luidspreker links voor wordt met 5,1 ms gecorrigeerd, zodat het geluid van die luidspreker op hetzelfde ogenblik de luisterpositie bereikt als het geluid van de andere luidsprekers.
Met andere woorden: door voor de luidspreker links voor een tijdcorrectie van 5,1 ms in te stellen, lijkt het alsof de luidspreker links voor zich op dezelfde afstand bevindt als de verste luidspreker.
Vervolg
De frequentiebanden van de grafische equalizer liggen vast. Daardoor is het zeer moeilijk om ongewenste pieken en dalen op specifieke frequenties te corrigeren. De middenfrequentie van de parametrische equalizer kan worden afgestemd op deze specifieke frequenties. Daarna worden de bandbreedte (Q) en het niveau onafhankelijk van elkaar fijn afgeregeld. De parametrische equalizer is een geavanceerde functie voor echte audiofielen.
Instelitem: P-EQ Overige instelitems: HIGH / MID-HIGH / MID-LOW /
LOW
Instelmogelijkheden: FREQ / LEVEL / Q
1Raak []van P-EQ aan.
Het scherm verandert in het P-EQ-instelscherm.
2 Raak het gewenste instelitem aan.
FREQ : Regelt de middenfrequentie. LEVEL: Regelt het niveau. Q : Regelt de bandbreedte (Q).
3 Nadat u een keuze hebt gemaakt in stap 2 hierboven,
regelt u de gewenste band af door
[d] of [o] aan te
raken overeenkomstig de gekozen band.
Middenfrequentie
HIGH :10 kHz, 12,5 kHz, 15 kHz MID-HIGH :500 Hz, 700 Hz, 1 kHz, 2 kHz, 4kHz,
6 kHz MID-LOW : 100 Hz, 150 Hz, 200 Hz LOW :40 Hz, 60 Hz, 90 Hz
Niveau: ±12 Bandbreedte (Q):
HIGH: 1.0 (huidige bandbreedte kan niet
worden ingesteld in HIGH). MID-HIGH: 1.0, 2.0, 3.0 MID-LOW: 1.0, 1.5, 2.0 LOW: 1.0, 2.0, 3.0
• Als u de parametrische EQ instelt, wordt BASS EQ ingesteld op “CUSTOM.”
4 Herhaal stappen 2 en 3 hierboven om een andere
band af te regelen.
5Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 5 hierboven.
6Raak [MEMORY] aan. 7 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] op het BASS ENGINE-scherm aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het P.SET-nummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De afgeregelde en opgeslagen inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 5 hierboven.
6 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De afgeregelde en opgeslagen inhoud wordt opgeroepen.
• De frequenties van de naastliggende banden kunnen niet worden afgeregeld in 4 stappen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de defeat-functie ingeschakeld is.
Afregelen en opslaan/oproepen van parametrische EQ
Over tijdcorrectie
5,1 ms
0,5 m
2,25 m
38-NL
Tabel met tijdverschillenVoorbeeld 2. Luisterpositie: Alle stoelen
Stel de correctiewaarde van elke luidspreker ongeveer gelijk in.
1 Ga in de luisterpositie zitten (de bestuurdersstoel, enz.)
en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
2 Bereken het verschil in afstand tussen de verste
luidspreker en de andere luidsprekers. L = (afstand tot verste luidspreker) - (afstand tot andere luidsprekers)
3 Deel de berekende afstanden voor de luidsprekers
door de snelheid van het geluid (343 m/sec. bij 20
°C).
Deze waarden vormen de tijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Het tijdverschil tussen de luidsprekers voor-achter/links-rechts kan tegelijk worden gecorrigeerd. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,1 ms voor elk van de 0 tot 99 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Instelitem: BASS FOCUS Instelmogelijkheden: 0-99
1 Raak []van BASS FOCUS aan.
Het scherm verandert in het BASS FOCUS­instelscherm.
2 Stel het aantal stappen in voor voor en achter en rechts
en links door de toets [d] of [o] van de voor-, achter-, rechter- en linkerluidsprekers aan te raken.
3 Herhaal stap 2 hierboven om een ander kanaal
(luidspreker) in te stellen.
4 Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
• Handmatige tijdcorrecties zijn ook van invloed op de correcties die voor bass focus werden uitgevoerd.
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 4 hierboven.
5 Raak [MEMORY] aan. 6 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] op het BASS ENGINE-scherm aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het P.SET-nummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De afgeregelde en opgeslagen inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 4 hierboven.
5 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. Roep de afgeregelde en opgeslagen inhoud op.
Afregelen en opslaan/oproepen van Bass Focus
stappen
Aantal
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
Tijdverschil
(ms)
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
2,0
2,1
2,2
2,3
2,4
2,5
2,6
2,7
2,8
2,9
3,0
3,1
3,2
3,3
3,4
3,5
3,6
3,7
3,8
3,9
4,0
4,1
4,2
4,3
4,4
4,5
4,6
4,7
4,8
4,9
5,0
Afstand cm
(inch)
0,0
3,4(1-3/8")
6,9(2-3/4")
10,3(4-1/16")
13,7(5-3/8")
17,2(6-13/16")
20,6(8-1/8")
24,0(9-7/16")
27,4(10-13/16")
30,9(12-3/16")
34,3(13-1/2")
37,7(14-13/16")
41,2(16-1/4")
44,6(17-9/16")
48,0(18-7/8")
51,5(20-1/4")
54,9(21-5/8")
58,3(22-15/16")
61,7(21-1/4")
65,2(25-5/8")
68,6(27")
72,0(28-3/8")
75,5(29-11/16")
78,9(31-1/16")
82,3(32-3/8")
85,8(33-3/4")
89,2(35-1/8")
92,6(36-7/16")
96,0(37-3/4")
99,5(39-13/16")
102,9(40-1/2")
106,3(41-7/8")
109,8(43-1/4")
113,2(44-9/16")
116,6(45-7/8")
120,1(47-5/16")
123,5(48-5/8")
126,9(49-15/16")
130,3(51-5/16")
133,8(52-11/16")
137,2(54")
140,6(55-3/8")
144,1(56-3/4")
147,5(58-1/16")
150,9(59-3/8")
154,4(60-3/4")
157,8(62-1/8")
161,2(63-7/16")
164,6(64-3/4")
168,1(66-3/16")
171,5(67-1/2")
Aantal
stappen
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
Tijdverschil
(ms)
5,1
5,2
5,3
5,4
5,5
5,6
5,7
5,8
5,9
6,0
6,1
6,2
6,3
6,4
6,5
6,6
6,7
6,8
6,9
7,0
7,1
7,2
7,3
7,4
7,5
7,6
7,7
7,8
7,9
8,0
8,1
8,2
8,3
8,4
8,5
8,6
8,7
8,8
8,9
9,0
9,1
9,2
9,3
9,4
9,5
9,6
9,7
9,8
9,9
Afstand cm
(inch)
174,9(68-7/8")
178,4(70-1/4")
181,8(71-9/16")
185,2(72-7/8")
188,7(74-1/4")
192,1(75-5/8")
195,5(77")
198,9(78-5/16")
202,4(79-11/16")
205,8(81")
209,2(82-3/8")
212,7(83-3/4")
216,1(85-1/16
219,5(86-3/8")
223,0(87-3/4")
226,4(89-1/8")
229,8(90-1/2")
233,2(91-13/16")
236,7(93-3/16")
240,1(94-1/2")
243,5(95-7/8")
247,0(97-1/4")
250,4(98-9/16")
253,8(99-7/8")
257,3(101-1/4")
260,7(102-5/8
264,1(104")
267,5(105-5/16")
271,0(106-11/16")
274,4(108-1/16")
277,8(109-3/8")
281,3(110-3/4
284,7(112-1/16")
288,1(113-1/16
291,6(114-3/4")
295,0(116-1/8
298,4(117-1/12")
301,8(118-13/16")
305,3(120-3/16")
308,7(121-1/12
312,1(122-7/8")
315,6(124-1/4
319,0(125-9/16")
322,4(126-7/8")
325,9(128-5/16")
329,3(129-5/8")
332,7(131")
336,1(132-5/16")
339,6(133-11/16")
"
)
"
)
"
)
"
)
"
)
"
)
"
)
39-NL
Voorbeeld van instelling voor Bass Focus
1 Nadat de correcties voor de voorluidsprekers (links en
rechts) werden ingegeven in STAP 15, bedraagt het tijdverschil 1,5 ms voor de luidsprekers voor links en voor rechts.
2 Nadat de correcties voor de linkerluidsprekers (voor en
achter) werden ingegeven in STAP 15, wordt het tijdverschil 3,0 ms** voor de voorluidspreker links en 1,5 ms voor de achterluidspreker links.
** Omdat het tijdverschil voor de voorluidspreker links in STAP
1 reeds was ingesteld op 1,5 ms, maakt de bijkomende correctie in STAP 15 dat het tijdverschil van de voorluidspreker links 3,0 ms bedraagt.
Tips * Subwoofer-luidspreker
Vertraag het audiosignaal naar de luidsprekers links en rechts voor (draai aan de encoder-draaiknop), zodat de schijnbare positie van de subwoofer zich vooraan bevindt. Hierdoor lijkt de schijnbare positie tussen de voorluidsprekers (links en rechts) en de subwoofer gelijk voor de bestuurder. Als u deze instellingen hebt uitgevoerd, kunt u de positie van de linker- en rechterluidsprekers aanpassen door de tijdvertraging in te stellen.
Voor u volgende procedures uitvoert, verwijzen we naar “Over tijdcorrectie” (pagina 37).
Instelitem: T.CORR (TIJDCORRECTIE) Instelmogelijkheden: 0.0 - 9.9
1Raak []van T.CORR. aan.
Het scherm verandert in het T-CORR.-instelscherm.
2Raak
[d] of [o] van de gewenste luidspreker aan om
de tijdcorrectiewaarde in te stellen (0,0 tot 9,9).
3 Herhaal stap 2 hierboven om een andere luidspreker in
te stellen.
4Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
• De inhoud die is ingesteld in “Tijdcorrectie” wordt toegepast voor de Bass Focus-modus.
Afregelen en opslaan/oproepen van tijdcorrectie
De afgeregelde inhoud opslaan
Het opslaan/oproepen van de tijdcorrectie gebeurt na stap 4 hierboven.
5 Raak [MEMORY] aan. 6 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] op het BASS ENGINE-scherm aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het voorkeuzenummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De opgeslagen instelling voor de tijdcorrectie oproepen
Het opslaan/oproepen van de tijdcorrectie gebeurt na stap 4 hierboven.
5 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De opgeslagen afgeregelde inhoud wordt opgeroepen.
U kunt de hoog- en laagdoorlaatfilters gebruiken om het toestel aan te passen aan uw persoonlijke smaak.
Instelitem: X-OVER Instelmogelijkheden: LPF / HPF
1 Raak []van X-OVER aan.
Het scherm verandert in het X-OVER-instelscherm.
2 Regel LPF/HPF af door [d] of [o] van LPF of HPF aan
te raken.
LPF: Geeft alle frequenties lager dan de door u
geselecteerde frequentie weer. (Alleen mogelijk als de subwooferuitgang van dit toestel wordt gebruikt.)
HPF: Geeft alle frequenties hoger dan de door u
geselecteerde frequentie weer.
3 Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm..
• Als de subwooferuitgang van dit toestel uitgeschakeld is, zijn de laagdoorlaatfilter en de fase uitgeschakeld.
• Behalve als de HPF en LPF uitgeschakeld zijn, werkt de subwoofer in mono.
Vervolg
Afregelen en opslaan/oproepen van ingebouwd scheidingsfilter
1,5 ms
3,0 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
1,5 ms
40-NL
De afgeregelde inhoud opslaan
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4 Raak [MEMORY] aan. 5 Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen
[P.SET 1] tot [P.SET 6] op het BASS ENGINE-scherm aan. De afgeregelde inhoud wordt opgeslagen op het voorkeuzenummer dat u hebt aangeraakt.
• De inhoud die is opgeslagen op het P.SET-nummer blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
De opgeslagen afgeregelde inhoud oproepen
De volgende bewerking wordt uitgevoerd na stap 3 hierboven.
4 Raak een van de toetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan
op het BASS ENGINE-scherm. De opgeslagen afgeregelde inhoud wordt opgeroepen.
In- en uitschakelen van de subwoofer
Instelitem: SUBWOOFER Instelmogelijkheden: OFF / 0° / 180°
OFF: Subwooferuitgang is uitgeschakeld. 0º: Subwooferuitgang is ingeschakeld en de fase
bedraagt 0°.
180º: Subwooferuitgang is ingeschakeld en de fase
bedraagt 180°.
• De afgeregelde/ingestelde inhoud van elk instelitem van Bass Engine kan worden opgeslagen op de voorkeuzetoetsen (1 tot 6).
VISUAL EQ™
Visual EQ instellen
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-instelscherm verschijnt.
Raak []van VISUAL EQ aan.
Het VISUAL EQ-scherm verschijnt.
Kies het gewenste instelitem door []of [] aan te raken.
Instelitems:
VISUAL EQ* BRIGHT COLOR* ↔ TINT* CONTRAST SHARP* USER MEMORY*
* Deze instelling is beschikbaar in de visuele bronmodus. (behalve
navigatiescherm.
Verander de instelling van het geselecteerde item door [dd] of [oo] aan te raken.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de instelling werd gestart.
VISUAL EQ-modus kiezen (instelling fabrikant)
U kunt een modus selecteren die geschikt is voor de getoonde beelden.
Instelitem: VISUAL EQ Instelmogelijkheden: OFF (FLAT) / NIGHT M. / SOFT / SHARP /CONTRAST / P-1 / P-2
OFF(FLAT):Begininstelling. NIGHT M: Geschikt voor films waarin veel donkere
scènes voorkomen.
SOFT: Geschikt voor computergegenereerde films
en animatiefilms.
SHARP : Geschikt voor oude films met onduidelijke
beelden.
CONTRAST
: Geschikt voor recente films.
P-1: Roept de VISUAL EQ-modus op die is
opgeslagen op voorkeuzenummer P-1 in “VISUAL EQ opslaan” (pagina 41).
P-2: Roept de VISUAL EQ-modus op die is
opgeslagen op voorkeuzenummer P-2 “VISUAL EQ opslaan” (pagina 41).
• Om terug te keren naar de begininstelling, schakelt u deze functie uit na het selecteren van een van de instelmogelijkheden (NIGHT M. tot CONTRAST) en het instellen van de gewenste helderheid, beeldtint, enz.
• Als u de gewenste helderheid, beeldtint, enz. instelt na het selecteren van een van de instelmogelijkheden (NIGHT M. tot CONTRAST), wordt “CUSTOM” weergegeven.
Regeling van de helderheid
Instelitem: BRIGHT Instelmogelijkheid: -15 ~ +15
U kunt de helderheid instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
6
5
4
3
2
1
De volgende stappen 1 tot 6 gelden voor alle items van de VISUAL EQ-instelling. Voor meer details verwijzen we naar de respectieve paragrafen.
41-NL
Regeling van de beeldkleur
Instelitem: COLOR Instelmogelijkheid: -15 ~ +15
U kunt de kleur instellen tussen MIN (-15) en MAX (+15). Als de minimum- of maximumwaarde bereikt wordt, geeft het display respectievelijk “MIN” of “MAX” weer.
• De kleurinstelling kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, AUX1 en AUX2.
• De beeldkleur kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
Regeling van de beeldtint
Instelitem: TINT Instelmogelijkheid: G15 ~ R15
U kunt de kleur instellen tussen G15 en R15. “G MAX” of “R MAX” wordt weergegeven als het maximum van elke kleur is bereikt.
• De beeldtint kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, AUX1 en AUX2.
• De beeldtint kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
• Als u instelt op PAL, kunt u de TINT niet regelen.
Regeling van het beeldcontrast
Instelitem: CONTRAST Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt het contrast instellen tussen -15 en +15. “HIGH” en “LOW” worden weergegeven als de opgegeven maximum- en minimumwaarden.
Regeling van de beeldkwaliteit
Instelitem: SHARP Instelmogelijkheid: -15 tot +15
U kunt de beeldkwaliteit instellen tussen -15 en +15. “HARD” en “SOFT” worden weergegeven als de opgegeven maximum- en minimumwaarden.
• De beeldkwaliteit kan alleen worden geregeld in de modi navigatie, DVD, AUX1 en AUX2.
• De beeldkwaliteit kan niet worden geregeld als een navigatiesysteem met de RGB-functie aangesloten is.
VISUAL EQ opslaan
U kunt de instellingen die u hebt gemaakt in “Regeling van de helderheid, tint, diepte, beeldkwaliteit en contrast” opslaan in het geheugen.
Instelitem: USER MEMORY Instelmogelijkheid: P-1 / P-2
1 Na het voltooien van de “Regeling van de helderheid,
tint, diepte, beeldkwaliteit en contrast” (deze pagina), raakt u [d] of [o] van USER MEMORY aan. Selecteer vervolgens het voorkeuzenummer, “P-1” of “P-2”, waarop u de instellingen wenst op te slaan.
2 Raak na het selecteren van een voorkeuzenummer
[WRITE] aan. De ingestelde VISUAL EQ-modus wordt opgeslagen op de bovenstaande manier.
•U kunt de opgeslagen VISUAL EQ-modus oproepen van P-1 of P­2 zoals beschreven in “VISUAL EQ-modus kiezen” (pagina 40).
Gegevens downloaden
Over downloaden van GELUIDSINSTELLINGEN
U kunt gegevens (van de website van Alpine) downloaden naar CD­R/CD-RW of de harde schijf en vervolgens de gegevens downloaden en opslaan op de IVA-D300R/IVAD300RB. Om het downloaden van GELUIDSINSTELLINGEN te starten, gaat u naar volgende URL en volgt u de instructies op het scherm.
http://www.alpine.com of http://www.alpine­europe.com of http://www.alpine.com.au
De bestandsnaam van de binnengehaalde gegevens is “A_U*****.MP3.”
U kunt een bestandsnaam aanmaken via de website. Als u een bestandsnaam hebt gemaakt, mag u hem niet meer wijzigen. Dit zou namelijk tot storingen leiden.
• Een beschrijving van de downloadprocedures vindt u op de website van ALPINE.
• Als een externe audioprocessor aangesloten is, kunnen gedownloade gegevens niet worden gebruikt.
Downloadbare gegevens
Parametrische equalizer
Tijdcorrectie
Scheidingsfilter
A_U
*****.
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de parametrische EQ-modus.
Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de tijdcorrectiemodus. Gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de scheidingsfiltermodus.
MP3
Extensie (vast) Identificatie (letters of cijfers,
maximaal 5) Kop (vast)
42-NL
Gegevens downloaden
Plaats de CD-R/CD-RW-disk waarop de gegevensstaan.
• Als de optionele HDA-5460 aangesloten is, kunnen stappen 2 tot 7 worden uitgevoerd nadat de gegevens zijn gedownload naar de verwijderbare harde schijf. Het MM DRIVER-hoofdbronscherm kan dan worden gekozen op dit toestel.
• Als de CD-R/CD-RW audiogegevens bevat, stelt u “MP3” in in “MP3/WMA-bestanden afspelen” (pagina 32).
Raak [SYS.] aan.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van DATA DOWNLOAD aan.
Raak [ ] van SOUND SETUP aan.
Het toestel begint te zoeken naar gegevens op de disk. Wanneer het zoeken van gegevens is voltooid, verschijnt het bestandskeuzescherm van Gegevens downloaden.
• Als met de zoekfunctie geen bestand wordt gevonden, verschijnt “NO FILE”.
Raak [ ] aan van het bestand dat u wilt
downloaden.
De gegevens worden gedownload. Wanneer de gegevens met succes zijn gedownload, wordt het bevestigingsscherm weergegeven gedurende 5 seconden. Daarna verschijnt opnieuw het bestandskeuzescherm.
Gegevens voor de parametrische equalizer
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de modus parametrische EQ. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (modus parametrische EQ) worden automatisch toegepast.
X-OVER-gegevens (scheidingsfilter)
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de modus X-OVER. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (modus X-OVER) worden automatisch toegepast.
Tijdcorrectiegegevens
De gegevens worden opgeslagen in voorkeuzezendertoets 6 van de tijdcorrectiemodus. De opgeslagen instellingen in voorkeuzezendertoets 6 (tijdcorrectiemodus) worden automatisch toegepast.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het voordien ingestelde hoofdbronscherm.
• Als u de gegevens opnieuw downloadt, worden de gegevens in voorkeuzezendertoets 6 overschreven.
7
6
5
4
3
2
1
Afregelen en opslaan/oproepen van de externe versterker (optioneel)
Als een externe versterker (MRD-M301 of MRD-M501) aangesloten is, kunt u deze instellen op dit toestel. Maximaal acht versterkers kunnen worden ingesteld.
• Als u de versterkerinstellingen uitvoert op het toestel, mag u de instellingen niet wijzigen met de knoppen op de versterker; het scherm van de versterker komt niet noodzakelijk overeen met de bedieningen op het toestel.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van AMPLIFIER LINK aan.
Het AMPLIFIER LINK-lijstscherm* verschijnt.
* De aangesloten externe versterkers worden weergegeven en hun
temperatuur (graden Celsius), spanning en elektrische stroom worden vermeld.
Raak [ ] aan van de versterker die u wilt instellen op het AMPLIFIER LINK-lijstscherm.
Het moduslijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [ oo] van de gewenste instelmodus aan.
Instelmodus:
INPUT SELECT / INPUT GAIN / INPUT GAIN FACTOR / LP /LP FREQ. / LP SLOPE / SUBSONIC / SUBSONIC FREQ. /P-EQ / P-EQ FREQ. / P-EQ Q / P-EQ LEVEL / BASS COMP. / BASS COMP.MODE / T.CORR / T.CORR DELAY TIME / PHASE/ TURN ON DELAY TIME / OUTPUT DISABLE / MEMORY WRITE / MEMORY READ / NAME
• Voor meer informatie over de instelmodus verwijzen we naar de handleiding bij de externe versterker.
Als u een andere versterker wilt instellen, raakt u [RETURN] aan en herhaalt u stappen 4 en 5 hierboven.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Raak [MAIN CONT.] aan om terug te keren naar het hoofdbronscherm dat werd weergegeven voordat de versterkerinstelling werd gestart.
De inhoud van de versterkerinstelling opslaan
1 Na het instellen van de versterker selecteert u P-1 of P-
2 door [d] of [o] van MEMORY WRITE aan te raken op het instelmodus-lijstscherm.
2 Raak [WRITE] aan.
De inhoud van de instelling wordt opgeslagen op het voorkeuzenummer dat u hebt aangeraakt.
• De opgeslagen informatie blijft bewaard, ook na het resetten van het toestel of het loskoppelen van de accukabel.
7
6
5
4
3
2
1
AMP Link instellen (optioneel)
43-NL
De opgeslagen inhoud van de versterkerinstelling oproepen
1 Selecteer P-1 of P-2 door [dd] of [oo] van MEMORY
READ aan te raken op het instelmodus-lijstscherm.
2 Raak
[READ] aan.
De opgeslagen instelgegevens worden opgeroepen.
Raak op het AMPLIFIER LINK-lijstscherm [ ] aan van de versterker die u wilt benoemen.
Het instelmodus-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van NAME aan.
Het titelinvoerscherm verschijnt.
Raak de gewenste tekens aan.
U kunt maximaal 8 tekens invoeren.
Raak na het invoeren [ENT] aan om uw invoer te bevestigen.
Nadat de invoer is bevestigd, verschijnt het vorige scherm opnieuw. Hierop wordt de naam weergegeven die is ingevoerd op het AMPLIFIER LINK-lijstscherm.
Status van externe versterker weergeven
U kunt de status van de aangesloten externe versterker (MRDM301 of MRD-M501) voor AMP Link weergeven.
Raak [V.SEL] aan op het hoofdbronscherm.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [AMP STATUS] aan.
Het AMP-statusscherm verschijnt.
Weergavevoorbeeld voor AMP-statusscherm
q Versterkernaam w Vorige/volgende pagina e Temperatuur (°C) r Spanning (V) t Elektrische stroom
Raak [V.SEL] aan om het AMP-statusscherm te annuleren.
Het VISUAL-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [NORMAL] aan.
Het normale scherm verschijnt opnieuw.
4
3
2
1
4
3
2
1
Als een externe audioprocessor op dit toestel aangesloten is, kunt u de audioprocessor op dit toestel bedienen. Sommige audioprocessoren kunnen niet worden bediend. Als de PXA-H510 of PXA-H900 aangesloten is, kunnen sommige functies niet worden bediend op dit toestel. In dit geval dient u ze te bedienen op het aangesloten toestel. Volgende beschrijving is van toepassing als bijvoorbeeld de PXA-H700 of PXA-H701 aangesloten is. We verwijzen ook naar de bedieningsinstructies van de aangesloten audioprocessor.
• De instellingen of afregelingen die op de aangesloten audioprocessor worden uitgevoerd, kunnen niet goed worden bediend op dit toestel.
Vervolg
Versterker benoemen
q
Externe audioprocessor (optioneel)
De handrem moet opgetrokken zijn om het scherm van de audioprocessormodus te kunnen gebruiken. Als u dit scherm probeert op te roepen terwijl u rijdt, verschijnt de waarschuwing - CAN’T OPERATE WHILE DRIVING.
w
w e r
t
44-NL
Luidsprekers instellen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
23).
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van SPEAKER SELECT aan.
Het SPEAKER SELECT-scherm verschijnt.
Stel de aangesloten luidspreker in door de desbetreffende toets [dd] of [oo] aan te raken.
FRONT1: OFF/FULL (full-range)/TW (tweeter) FRONT2: OFF/ON REAR: OFF/ON CENTER: OFF/ON SUBWOOFER: OFF/MONO/STEREO
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Zet de luidspreker die niet aangesloten is op OFF.
• Bovenstaande instellingen kunnen ook worden uitgevoerd als de luidspreker op OFF staat in de luidsprekerinstelling (pagina 48).
• Als u de subwoofer in MONO wenst te gebruiken met de PXA­H700 of PXA-H701 aangesloten, dient u de subwoofer aan te sluiten op de subwooferuitgang van de PXA-H700 of PXA-H701.
MX-modus van de externe audioprocessor instellen
Voor u volgende bewerkingen uitvoert, dient u de MX-modus (Media Xpander) van de PXA-H700 op “AUTO” te zetten als de PXA-H700 aangesloten is.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Stel MX in op ON of OFF door [dd] of [oo] van MEDIA XPANDER aan te raken.
OFF: Schakelt het MX-effect van elke muziekbron uit. ON: Schakelt de opgegeven MX-modus in.
Raak [ ] aan nadat u ON hebt ingesteld.
Het Media Xpander-instelscherm verschijnt.
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
Instelprocedure voor Dolby Surround
Voer volgende instellingen uit om Dolby Digital- en DTS-geluid met grotere nauwkeurigheid weer te geven.
Instelprocedure
Bij combinatie van de automatische instellingen e.d.
Het is aan te bevelen de automatische instellingen uit te voeren voor de Dolby Surround-instellingen.
7
6
5
4
3
2
1
Luidsprekerinstelling (pagina 48)
(De te gebruiken luidsprekers in- en uitschakelen en hun frequentiebereik instellen)
Luidsprekerniveaus regelen (pagina 49)
(Het signaaluitgangsniveau van de verschillende luidsprekers instellen)
DVD-niveau instellen (pagina 49)
(Het volume (signaalniveau) instellen in de modi Dolby Digital, Pro Logic II, DTS en PCM)
Instellingen opslaan in het geheugen (pagina
49)
(Alle instellingen en aanpassingen van de IVA­D300R/IVA-D300RB (niet alleen de hierboven vermelde instellingen) opslaan in het geheugen)
Lage tonen mengen met het achterkanaal (pagina 48)
(Vloeiend geluid op de achterbank door de vooraudiosignalen te mengen met de signalen van de achterluidsprekers)
Krachtig geluid met hoog volume instellen (pagina 49)
(Een energiek geluid met nog meer vermogen instellen, zoals in een bioscoop)
Het akoestisch beeld instellen (pagina 48)
(Het akoestisch beeld bijregelen voor een geluid waarbij het lijkt of de middenluidspreker zich direct voor de luisteraar bevindt)
45-NL
Raak [dd] of [oo] van de gewenste MX-modus aan.
• Het niveau van de muziekbron (bijv. radio-uitzendingen en CD’s, behalve MW-, LW-radio) kan worden ingesteld.
MX CD (OFF, CD 1 tot 3)
De CD-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Met deze gegevens wordt het geluid dankzij het grote gegevensvolume zuiver weergegeven.
MX COMPRESS MEDIA (OFF, CMPM 1 tot 3) / MX DAB (OFF, DAB 1 tot 3)
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de compressie werd weggelaten. Dit leidt tot een goed uitgebalanceerd geluid dat het origineel zeer goed benadert.
MX FM (OFF, FM 1 tot 3)
De midden- tot hoge frequenties worden helderder en u hoort een goed uitgebalanceerde klank in alle frequentiebanden.
MX DVD (OFF, MOVIE 1 tot 2)
Het dialooggedeelte van de video wordt veel duidelijker weergegeven.
(DVD MUSIC)
De disk bevat een grote hoeveelheid gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
MX AUX 1 tot 3 (OFF, MP3, MOVIE, MUSIC)
Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten media.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• De MX-instelling die hier wordt uitgevoerd, wordt weerspiegeld in de PXA-H700 of PXA-H701.
• Als OFF wordt geselecteerd, is het MX-effect van elke MX-modus uitgeschakeld.
• Voor elke muziekbron, zoals radio, CD en MP3, kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• De MX-modus werkt niet als MX ingeschakeld is voor MW-, LW­radio.
• MX COMPRESS MEDIA wordt toegepast voor MP3/WMA, MMD.
Instelling X-OVER
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van X-OVER aan om L/R of L+R te selecteren.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Raak [ ] van X-OVER aan.
Het instelscherm voor de scheidingsfilter verschijnt.
Raak de gewenste instelmodus aan.
FREQ: Regelt de afsnijfrequentie van de hoog- of
7
6
5
4
3
2
1
7
6
laagdoorlaatfilter. De mogelijke frequentiebanden zijn afhankelijk van het kanaal (luidspreker).
SLOPE: Regelt de steilheid van de hoog- of
laagdoorlaatfilter.
LEVEL : Regelt het niveau van de hoog- of
laagdoorlaatfilter.
Raak [dd] of [oo] aan van het luidsprekerkanaal dat u wilt instellen.
Herhaal stappen 7 en 8 hierboven om een ander kanaal af te regelen.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), kan de scheidingsfilter voor die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 44).
• Controleer de afspeelfrequenties van de aangesloten luidsprekers voor u instellingen uitvoert.
• Om de luidsprekers te beschermen, is er geen OFF-instelling voor de laagdoorlaatfilter van de subwoofer (de steilheid blijft dezelfde).
• Zelfs als tweeter wordt geselecteerd voor FRONT 1, kan de hoogdoorlaatfilter niet worden ingesteld op OFF (steilheid OFF). Als de steilheid op OFF wordt gezet, kunnen de luidsprekers beschadigd raken. Let op met deze instelling.
Tijdcorrectie handmatig uitvoeren (TCR)
Wegens de speciale omstandigheden in het voertuig kunnen er grote verschillen in afstand zijn tussen de diverse luidsprekers en de luisterpositie. Met deze functie kunt u zelf de optimale correctiewaarden berekenen, zodat de tijdfout op de luisterpositie wordt vermeden.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Ga in de luisterpositie zitten (bijvoorbeeld de bestuurdersstoel) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende luidsprekers.
Bereken het verschil in afstand tussen de verste luidspreker en de andere luidsprekers.
L = (afstand tot verste luidspreker)
– (afstand tot andere luidsprekers)
Deel de berekende afstanden voor de verschillende luidsprekers door de snelheid van het geluid (343 m/sec. bij 20 °°C).
Deze waarde is de tijdcorrectiewaarde voor de verschillende luidsprekers.
Enkele voorbeelden
De tijdcorrectiewaarde berekenen voor de luidspreker links voor in volgende situatie.
Situatie: Afstand tussen verste luidspreker en luisterpositie:
2,25 m
Afstand tussen luidspreker links voor en luisterpositie:
0,5 m
Berekening:
L = 2,25 m -0,5 m = 1,75 m
Compensatietijd = 1,75 - 343 x 1000 = 5,1 (ms)
Met andere woorden: de tijdcorrectiewaarde voor de luidspreker links voor wordt op 5,1 (ms) ingesteld overeenkomstig de afstand tot de verste luidspreker.
Vervolg
4
3
2
1
10
9
8
46-NL
5,1 ms
Het geluid is ongelijkmatig omdat de afstand tussen de luisterpositie en de verschillende luidsprekers verschillend is. Het verschil in afstand tussen de luidsprekers links voor en rechts achter bedraagt 1,75 meter.
De tijdcorrectie verhelpt het verschil in tijd die het geluid nodig heeft om vanuit de verschillende luidsprekers de luisterpositie te bereiken. Als de tijdcorrectie van de luidspreker links voor wordt ingesteld op 5,1 ms, kan de afstand van de luisterpositie tot de luidspreker worden gecompenseerd.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van T.CORR aan.
Selecteer L/R of L+R.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Raak [ ] van T.CORR. aan.
Het T.CORR-instelscherm verschijnt.
Stel de correctiewaarde (0,0 - 20,0 ms) van de gewenste luidspreker in door de desbetreffende toets [dd] of [oo] aan te raken (1 stap = 0,1 ms).
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), kan de tijdcorrectie voor die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 44).
• De instelwaarde voor FRONT 2 (luidsprekers) die is ingesteld voor de tijdcorrectie wordt ook toegepast op de voorluidsprekers in “Bass Focus instellen” (pagina 47).
• De automatische instelling (AUTO TCR) is niet mogelijk op dit toestel.
11
10
9
8
7
6
5
Faseomschakeling
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
23).
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van PHASE aan.
Het PHASE-instelscherm verschijnt.
Schakel de fase om (0°°of 180°°) door [dd] of [oo] van de gewenste luidspreker aan te raken.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
Instellingen grafische equalizer
Met de grafische equalizer kan het geluid telkens in 31 frequentiebanden worden geregeld voor de voorluidsprekers (links en rechts), de achterluidsprekers (links en rechts) en de middenluidspreker. Voor de subwoofer zijn nog eens 10 frequentiebanden voorzien. Op die manier kunt u het geluid perfect afstemmen op uw persoonlijke smaak.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Selecteer L/R of L+R door [dd] of [oo] van G-EQ aan te raken.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Wanneer de parametrische EQ wordt bijgeregeld, wordt deze instelling uitgeschakeld.
Raak [ ] van G-EQ aan.
Het G-EQ-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van de gewenste luidspreker (kanaal) aan.
Het G-EQ-instelscherm verschijnt.
Regel het niveau door [dd] of [oo] van de gewenste frequentie aan te raken.
Herhaal stappen 7 en 8 hierboven om een andere frequentie af te regelen.
9
8
7
6
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
0,5 m
2,25 m
47-NL
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), werkt de grafische equalizer voor die luidspreker niet. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 44).
• Controleer de frequentiebereiken van de aangesloten luidsprekers voor u de equalizer bijregelt. Als het frequentiebereik van de luidspreker bijvoorbeeld 55 Hz tot 30 kHz bedraagt, heeft een instelling in de frequentieband van 40 Hz of 20 Hz geen zin. Bovendien kunt u de luidsprekers overbelasten en beschadigen.
• Als de grafische equalizer wordt bijgeregeld, heeft de instelling van de parametrische equalizer geen effect.
Instellingen parametrische equalizer
De frequentiebanden van de grafische equalizer liggen vast. Daardoor is het zeer moeilijk om ongewenste pieken en dalen op specifieke frequenties te corrigeren. De middenfrequentie van de parametrische equalizer kan worden afgestemd op deze specifieke frequenties. Daarna worden de bandbreedte (Q) en het niveau onafhankelijk van elkaar fijn afgeregeld. De parametrische equalizer is een geavanceerde functie voor echte audiofielen.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Selecteer L/R of L+R door [dd] of [oo] van P-EQ aan te raken.
L/R: Verschillende correctiewaarden zijn mogelijk voor
de linker- en rechterkanalen.
L+R: Gelijke correctiewaarden voor de linker- en
rechterkanalen.
Wanneer de grafische EQ wordt bijgeregeld, wordt deze instelling uitgeschakeld.
Raak [ ] van P-EQ aan.
Het P-EQ-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van de gewenste luidspreker (kanaal) aan.
Het P-EQ-instelscherm verschijnt.
Raak de gewenste instelmodus aan.
FREQ : Selecteert de frequentie. LEVEL : Regelt het niveau. Q : Regelt de bandbreedte.
Regel de gewenste band bij door [dd] of [oo] van die band aan te raken.
Herhaal stappen 7 tot 9 hierboven om een andere band af te regelen.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
10
• Als de luidspreker uitgeschakeld is (“OFF”), kan de parametrische equalizer voor die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekers instellen” (pagina 44).
• De frequenties van naastliggende banden kunnen binnen 7 stappen niet worden ingesteld.
• Controleer de frequentiebereiken van de aangesloten luidsprekers voor u de equalizer bijregelt. Als het frequentiebereik van de luidspreker bijvoorbeeld 55 Hz tot 30 kHz bedraagt, heeft een instelling in de frequentieband van 40 Hz of 20 Hz geen zin. Bovendien kunt u de luidsprekers overbelasten en beschadigen.
• Als de parametrische equalizer wordt bijgeregeld, heeft de instelling van de grafische equalizer geen effect.
Regeling van de lage tonen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van BASS SOUND CONT. aan.
Het scherm Bass Sound Cont. verschijnt.
U kunt de klank van de lage frequenties naar wens instellen.
Raak [dd] of [oo] van BASS COMP. aan om de gewenste modus te selecteren.
De lage tonen worden meer benadrukt naarmate de modus wordt veranderd in respectievelijk MODE1 2
3. Dit resulteert in een levendige klank van de lage frequenties. Selecteer OFF wanneer de instelling niet nodig is.
Raak
[RETURN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Met het voordien opgegeven vertragingsnummer (tijdverschil) kunt u een tijdverschil instellen tussen de luidsprekers voor-achter en links­rechts. Dit maakt namelijk een tijdcorrectie op basis van uw voorkeur mogelijk. Bij een oorspronkelijke vertraging van 0,10 ms voor elk van de 0 tot 200 stappen, is een auditieve tijdcorrectie mogelijk.
Stel het vertragingsnummer in voor voor-achter en links-rechts van de gewenste luidspreker door de desbetreffende toets [dd] of [oo] aan te raken.
• Elke instelling van Bass Focus wordt ook toegepast in de tijdcorrectie.
• Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het vorige scherm.
6
6
5
4
3
2
1
Bascompressor instellen
Bass Focus instellen
48-NL
Instelling van Dolby 5.1ch
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DOLBY 5.1 CH SETUP aan.
Het scherm DOLBY 5.1CH SETUP verschijnt. Stel volgende punten in volgens uw smaak.
In de meeste installaties moet de middenluidspreker direct tussen de voorpassagier en de bestuurder worden geplaatst. Met deze functie wordt de informatie van het middenkanaal verdeeld naar de linker- en rechterluidsprekers. Dit creëert een akoestisch beeld dat een middenluidspreker direct voor elke luisteraar simuleert. Door de middenbreedte in te stellen in PL II MUSIC (zie “Pro Logic II­modus”, pagina 50), is deze functie niet beschikbaar.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Raak [dd] of [oo] van BI-PHANTOM aan om het niveau bij te regelen. Het niveau kan worden ingesteld tussen -5 en +5. Hoe hoger het niveau, hoe meer de positie van de middenluidspreker naar de zijkanten wordt verplaatst. U schakelt de functie BI-PHANTOM uit door [OFF] aan te raken.
• Deze instelling is van toepassing als de middenluidspreker op SMALL of LARGE werd gezet bij de luidsprekerinstellingen.
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
44).
Deze functie mengt de audiosignalen van het voorkanaal met de audiosignalen uit de achterluidsprekers, waardoor het geluid op de achterbank van het voertuig wordt verbeterd.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Raak [dd] of [oo] van REAR MIX aan om het niveau bij te regelen. Het niveau kan in vijf stappen worden geregeld: -6, -3, 0, +3 and +6. Hoe hoger het niveau, hoe meer lage tonen uit de achterluidsprekers komen. (Het effect is afhankelijk van de software (DVD, enz.).) U schakelt de functie REAR MIX uit door [OFF] aan te raken.
• Deze instelling is niet van toepassing als de achterluidsprekers ingesteld zijn op “OFF”.
• Voor lineaire PCM-signalen komt de stem uit de achterluidspreker, ongeacht de instelling voor REAR FILL of REAR MIX.
5
4
3
2
1
Luidsprekerinstelling
De PXA-H700 of PXA-H701 kan worden ingesteld op het weergeefbare frequentiebereik van uw luidsprekers. Controleer het weergeefbare frequentiebereik van de luidsprekers (niet voor de subwoofer) voor u deze functie gebruikt, zodat u zeker bent dat de luidsprekers lage frequenties (ongeveer 80 Hz of minder) kunnen weergeven.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
23).
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van SPEAKER SETUP aan.
Het SPEAKER SETUP-instelscherm verschijnt.
Selecteer de luidsprekerkarakteristiek door [dd] of [oo] van de gewenste luidsprekerinstelling aan te raken.
OFF*1: Als geen luidspreker aangesloten is. SMALL : Als een luidspreker aangesloten is die geen
lage frequenties (80 Hz of minder) kan weergeven.
LARGR*2: Als een luidspreker aangesloten is die lage
frequenties (80 Hz of minder) kan weergeven.
*1De voorluidsprekers kunnen niet op “OFF” worden
gezet.
*2Als de voorluidsprekers op “SMALL” worden gezet,
kunnen de achter- en middenluidsprekers niet op “LARGE” worden gezet.
• Als de middenluidspreker op “OFF” wordt gezet, worden de audiosignalen van het middenkanaal toegevoegd aan de audiosignalen uit de voorluidsprekers.
• Als u de luidsprekerkarakteristiek instelt op “OFF”, dient u ook de luidsprekerinstelling op “OFF” te zetten. (pagina 44)
• Voer de instelling uit voor alle luidsprekers (voor, midden, achter en subwoofer). Als u dit niet doet, kan het geluid uit evenwicht zijn.
•Als u de middenluidspreker op “OFF” instelt, is de instelling niet van toepassing, zelfs niet als de middenluidspreker met deze functie wordt ingesteld.
• Door de instellingen voor elke luidspreker te wijzigen kan de weergave uit de andere luidsprekers wijzigen wegens de instelvereisten.
•Als u PRO LOGIC II gebruikt en de achterluidspreker ingesteld is op “LARGE”, komt er geen geluid uit de subwoofer.
6
5
4
3
2
1
Lage tonen mengen met het achterkanaal
Het akoestisch beeld instellen
49-NL
DVD-niveau instellen
Het volume (signaalniveau) voor de modi Dolby Digital, Dolby PL II, DTS en PCM kan worden ingesteld.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DVD LEVEL aan.
Het lijstscherm DVD LEVEL verschijnt.
Regel het niveau door [dd] of [oo] van de gewenste instelmodus aan te raken.
Het niveau kan worden geregeld binnen het bereik –5 tot +5.
Instellingen opslaan in het geheugen
Afstellingen of instellingen kunnen worden opgeslagen. De waarden die kunnen worden opgeslagen, zijn afhankelijk van de gebruikte audioprocessor.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak
[MEMORY] aan op het A.PROC-lijstscherm.
Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] op het A.PROC-lijstscherm aan.
De instellingen worden opgeslagen.
• De opgeslagen inhoud blijft ook bewaard als de accukabel wordt losgekoppeld.
Geheugenvoorkeuzezender oproepen
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] op het A.PROC-lijstscherm aan om het voorkeuzegeheugen te selecteren.
• Het duurt even om de inhoud van het geheugen te lezen.
2
1
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Met Dolby Digital wordt het dynamisch bereik gecomprimeerd, zodat een krachtig geluid wordt verkregen bij gewone volumeniveaus. Deze compressie kan worden geannuleerd, om een energiek en nog krachtiger geluid te verkrijgen, zoals in een bioscoop. Deze functie werkt alleen in de Dolby Digital-modus.
Raak [dd] of [oo] van LISTENING MODE aan om STD of MAX te selecteren.
STD: Voor krachtig geluid bij normale volumes. MAX: Voor krachtig geluid bij hoge volumes.
• Stel het volume niet te luid in, zodat u geluiden van buiten het voertuig nog steeds kunt horen.
Met behulp van de testtonen kunt u het volume van de verschillende luidsprekers instellen. Als de niveaus gelijk zijn, merkt u op de luisterpositie een duidelijk gevoel van aanwezigheid uit de verschillende luidsprekers.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
1 Raak [ON] van OUTPUT LEVEL aan.
De testtoon wordt weergegeven voor de verschillende luidsprekerkanalen. Dit gebeurt in de hierna aangegeven volgorde. Als u gedurende 2 seconden niets doet, schakelt het kanaal naar het volgende kanaal.
Links Midden Rechts Rechts surround Links surround Links
2 Terwijl de testtoon wordt weergegeven door de
luidsprekers, raakt u [dd] of [oo] van OUTPUT LEVEL aan om de balans tussen de volumes van alle luidsprekers in te stellen.
Het instelbereik voor de verschillende luidsprekers bedraagt –10 dB tot +10 dB.
De instelling is gebaseerd op de voorluidsprekers.
• Als een luidspreker uitgeschakeld is, kan het niveau van die luidspreker niet worden ingesteld. Zie “Luidsprekerinstelling” (pagina 48).
Krachtig geluid met hoog volume
Luidsprekerniveaus regelen
50-NL
• Als de instelling van REAR FILL wordt uitgevoerd terwijl REAR MIX op AAN staat, blijft het geluid in de instelling voor REAR FILL ongewijzigd, want REAR MIX krijgt prioriteit tijdens 2­kanaal decodering (behalve lineaire PCM).
• Voor lineaire PCM-signalen komt de stem uit de achterluidspreker, ongeacht de instelling voor REAR FILL of REAR MIX.
Lineaire PCM-instelling
De uitgang als disks worden weergegeven die in lineaire PCM zijn opgenomen, kan worden ingesteld op 2 of 3 kanalen.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van PCM MODE aan om 2 CH of 3 CH te selecteren.
2CH: 2-kanaals uitgang (L/R) 3CH: 3-kanaals uitgang (L/R/MIDDEN)
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
44).
5
4
3
2
1
Pro Logic II-modus
Pro Logic-verwerking kan worden toegepast op de muzieksignalen die op twee kanalen zijn opgenomen, om een Dolby Pro Logic II surround-geluid te verkrijgen. Voor tweekanaals Dolby Digital- en DTS-signalen is er ook een functie “gevulde achtergrond” (REAR FILL) voorzien om de signalen van het voorkanaal weer te geven via het achterkanaal.
Ga na of de defeat-modus uitgeschakeld is (pagina
23).
Raak
[SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
Raak [ ] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
Raak [ ] van DOLBY PLII aan.
Het DOLBY PLII-instelscherm verschijnt.
Raak [dd] of [oo] van DOLBY PLII aan om de
gewenste modus te selecteren.
PL II MOVIE:
Geschikt voor stereo-tv-programma's en alle programma's die gecodeerd zijn met Dolby Surround. Hiermee wordt de richtingsgevoeligheid van het geluidsveld verbeterd tot bijna die van een discreet 5.1-kanaalgeluid.
PL II MUSIC:
Kan worden gebruikt voor alle stereomuziekopnames en geeft een breed, diep geluidsveld.
REAR FILL:
Afhankelijk van de ingangssignalen is het mogelijk dat het geluid alleen uit de voorluidsprekers komt. In dit geval kan de functie “REAR FILL” worden gebruikt om ook uit de achterluidsprekers signalen weer te geven.
OFF: Schakelt de DOLBY PL II-functie uit.
Als PL II MUSIC wordt geselecteerd, kan de middenbreedte als volgt worden aangepast.
Deze functie biedt een optimale stempositionering door de positie van het middenkanaal aan te passen tussen de middenluidspreker en de L/R-luidspreker. (De instellingen in “Het akoestisch beeld instellen” (pagina 48) zijn niet beschikbaar als deze functie geactiveerd is.)
Raak [d] of [o] van CENTER WIDTH CONT aan om het niveau bij te regelen. Het niveau kan worden ingesteld tussen 0 en 7. Hoe hoger het niveau, hoe meer het middenkanaal vanuit de middenluidsprekerpositie naar de zijkanten wordt verplaatst. Raak [OFF] van CENTER WIDTH CONT aan om de middenbreedteregeling uit te schakelen.
• Deze instelling is van toepassing als de middenluidspreker op SMALL of LARGE werd gezet bij de luidsprekerinstellingen.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van disk verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen of het audiokanaal van de speler omschakelen. De instelling wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
• Deze instelling is niet van toepassing als de luidspreker op CENTER OFF werd gezet in “Luidsprekers instellen” (pagina
44).
• Deze functie werkt alleen met tweekanaal-signalen. Deze functie is niet beschikbaar als 5.1-kanaal DTS- of Dolby Digital-signalen worden weergegeven.
6
5
4
3
2
1
51-NL
Navigatiesysteem (optioneel)
Hulptoestel (optioneel)
Hulptoestellen bedienen (optioneel)
Om de toestellen te bedienen die aangesloten zijn op de AUX­aansluitingen op het achterpaneel van de IVA-D300R/IVA-D300RB, gaat u als volgt te werk.
• Als u het hulptoestel probeert te activeren terwijl u rijdt, verschijnt op het display de waarschuwing - PICTURE OFF FOR YOUR SAFETY.
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronscherm verschijnt op het display.
Raak [AUX]* aan.
Het scherm van de externe ingang wordt weergegeven.
Raak [NTSC/PAL] aan om de video-ingang te wijzigen.
* AUX-1 tot AUX-3 worden weergegeven als toestellen aangesloten
zijn op de externe ingangen (maximaal 3). Ofwel wordt de naam weergegeven die aan de bron is toegekend in “Externe toestellen benoemen” op pagina 33.
• Als de AUX-modus niet wordt weergegeven in het hoofdmenu, zet u AUX IN op ON zoals beschreven in “AUX-modus instellen” (pagina 33).
• De instelling van de NTSC/PAL-omschakeling die u hier hebt ingesteld, kan op dezelfde manier worden gebruikt in “Het visuele ingangssignaal omschakelen” op pagina 34.
• De weergavemodus verandert wanneer u
[WIDE] aanraakt. Voor de bediening, zie “De weergavemodi omschakelen” op pagina 25.
3
2
1
Omschakelen naar navigatiescherm (optioneel)
Als een optioneel Alpine-navigatiesysteem aangesloten is op de IVAD300R/IVA-D300RB, kan het navigatiescherm worden weergegeven op dit toestel.
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronscherm verschijnt op het display.
Raak [NAV] aan.
Het navigatiescherm wordt weergegeven. Het systeem kan worden bediend met de meegeleverde navigatie-afstandsbediening. Voor de bediening van het navigatiesysteem verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van het navigatiesysteem.
• Als V.SEL wordt ingedrukt terwijl de navigatieselectiemodus wordt geselecteerd in “Visuele modus instellen” (pagina 34), wordt de navigatiemodus direct geactiveerd.
• Als het navigatiemenu niet wordt weergegeven op het hoofdmenuscherm, moet u NAV. IN inschakelen zoals beschreven in “Navigatiemodus instellen” (pagina 33).
• Als het navigatiesysteem ingeschakeld is, komt de audio- en visuele navigatie tussen.
2
1
WAARSCHUWING
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt tijdens het rijden. De aandacht van de bestuurder wordt afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
Installeer de IVA-D300R/IVA-D300RB op een correcte manier, zodat de bestuurder slechts naar de tv of naar een video kan kijken als het voertuig stilstaat en de handrem werd opgetrokken.
Als de IVA-D300R/IVA-D300RB niet correct geïnstalleerd wordt, zal de bestuurder naar de tv of naar een video kunnen kijken terwijl hij rijdt en zal zijn aandacht afgeleid worden van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken. De bestuurder of andere mensen kunnen hierbij ernstig gewond raken.
52-NL
Wisselaar (optioneel)
Sturing van een CD-wisselaar (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 disks of 12 disks kan worden aangesloten op de IVA-D300R/IVA-D300RB als deze compatibel is met Ai-NET. Als een CD-wisselaar aangesloten is op de Ai-NET­ingang van de IVA-D300R/IVAD300RB, kan de CD-wisselaar worden bediend op de IVA-D300R/IVA-D300RB. Als u een wisselaar aansluit die compatibel is met MP3, kunt u CD­ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s met MP3-bestanden afspelen op de IVAD300R/IVA-D300RB. Met de KCA-400C (Multi-Changer Switching Device) kunnen verschillende wisselaars worden bediend door de IVA-D300R/IVA­D300RB. Zie de paragraaf Keuze tussen meerdere CD-wisselaars om de CD­wisselaars te selecteren (op deze pagina).
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Raak
[CD CHG] aan.
Het display gaat naar het CD-wisselaarmodusscherm.
Als een wisselaar voor 6 disks aangesloten is:
1 Raak [P1/2]* aan.
Het display van de functiegids verschijnt.
* Als een MP3-compatibele CD-wisselaar of DVD-wisselaar
aangesloten is, raakt u de toets meermaals aan totdat het disknummer wordt weergegeven.
2 Raak een van de keuzetoetsen [DISC 1] tot [DISC 6]
aan. Met DISC 1 tot DISC 6 selecteert u de eerste tot de zesde disk.
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is;
1 Raak [P1/3] tweemaal aan om de functiegids te
veranderen.
2 Raak een van de keuzetoetsen [DISC 1] tot [DISC 6]
aan. Met DISC 1 tot DISC 6 selecteert u de eerste tot de zesde disk.
Als een wisselaar voor 12 disks aangesloten is;
U kunt de disknummers 1 tot 6 op dezelfde manier selecteren als voor de wisselaar voor 6 disks.
Raak [P1/3] tweemaal aan om disknummers 7 tot 12 te selecteren. Het display van de functiegids verandert en geeft DISC 7 tot DISC 12 weer, die staan voor disknummers 7 tot
12.
• Als de gewenste disk gekozen werd, kunt u de CD-wisselaar op dezelfde manier bedienen als de CD-speler. Voor meer details verwijzen we naar het hoofdstuk over CD/MP3/WMA.
• Als een MP3-compatibele CD-wisselaar aangesloten is, kan het toestel disks weergeven met zowel audiogegevens als MP3­gegevens.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan net als de CD-wisselaar worden bediend op de IVA-D300R /IVA-D300RB.
2
1
Keuze van multiwisselaar (optioneel)
Het Ai-NET-systeem van Alpine ondersteunt tot 6 CD-wisselaars. Bij gebruik van twee of meer CD-wisselaars, dient de KCA-400C (Multi-Changer Switching Device) gebruikt te worden. Gebruikt u 1 dergelijk schakeltoestel, dan kunt u tot 4 CD-wisselaars aansluiten. Gebruikt u 2 dergelijke schakeltoestellen, dan kunt u tot 6 CD­wisselaars aansluiten. Als u de KCA-410C (Versatile Link Terminal) gebruikt, kunt u slechts twee wisselaars aansluiten.
Raak in de wisselaarmodus [CHG SEL] aan of druk op BAND op het toestel om de volgende wisselaar te selecteren (alleen aangesloten wisselaars).
Voor de bediening van de geselecteerde wisselaar verwijzen we naar het hoofdstuk “CD/MP3/WMA”.
• Om de geselecteerde wisselaar te bedienen, zie “CD/MP3/WMA” (pagina’s 16 en 17).
2
1
53-NL
Muziek van HDD beluisteren
Dit apparaat kan worden bediend op het toestel als een Alpine HDD-speler aangesloten is.
Raak [SRC] aan op het hoofdbronscherm.
Het bronkeuzescherm wordt weergegeven.
Raak [MM DRIVER] aan.
Het hoofdscherm van de MM DRIVER-modus verschijnt.
Selecteer de gewenste muziek door [ ] of [] aan te raken.
Zoeken: Raak [ ] of [ ] aan. Snel vooruit/achteruit: Raak [ ] of [ ] aan en houd de toets ingedrukt.
Raak [ ] aan om de muziek die wordt afgespeeld tijdelijk te stoppen.
Raak [ ] nogmaals aan om het afspelen te hervatten.
4
3
2
1
De DAB-ontvanger gebruiken om automatisch ensembles te zoeken (optioneel)
DAB (Digital Audio Broadcasting) biedt een uitstekende geluidskwaliteit, zelfs in een rijdend voertuig. Men kan verschillende soorten informatie ontvangen, zoals weerbericht en verkeersinformatie, en informatie bekijken die door de zenders wordt uitgestuurd. Dringende uitzendingen of aankondigingen kunnen ook een lopende uitzending onderbreken.
• Als u de DAB-ontvangerdoos TUA-T100DAB (afzonderlijk verkocht) aansluit, kunt u DAB gebruiken voor de ontvangst van de zender.
• CD-geluidskwaliteit is mogelijk met DAB-uitzendingen, maar de kwaliteit kan verschillend zijn van service tot service.
•Sommige zenders voeren mogelijk testuitzendingen uit.
• Als de DAB-ontvangst zwak is, kunt u een metaalachtig geluid horen. Dit wijst niet op een defect.
Raak [SYS.] aan op het hoofdbronscherm.
Het SYSTEM-keuzescherm wordt weergegeven.
Raak [DAB] aan.
Het scherm verandert in het DAB*-hoofdscherm.
* Bij de ontvangst van RDS verschijnt het DAB/RDS-scherm.
Raak [BAND] aan om DAB1, DAB2 of DAB3 te selecteren.
Als u [ ] of [ ] aanraakt en ingedrukt houdt tijdens de ontvangst van DAB1, 2 of 3, wordt het ensemble automatisch gezocht.
De indicator “ENS. SEEK” licht op. Het ensemblelabel wordt weergegeven terwijl naar het ensemble wordt gezocht.
•“Berichtinformatie ontvangen van lokale DAB-zenders”, “DRC in-/uitschakelen” en “Instelling voor automatische overgang van DAB naar RDS” zijn vermeld in het hoofdstuk “ALGEMENE instelling” op pagina’s 31 en 32.
Tip
Als u DAB gebruikt, kunt u een gewenst ensemble selecteren, dat één of meer services kan omvatten, die elk kunnen worden ontvangen. Bovendien bevat elke service een servicecomponent, die op zijn beurt een aantal primaire of secundaire services bevat, afhankelijk van de servicecomponent. Verschillende soorten services kunnen dus worden geselecteerd.
4
3
2
1
Werking van DAB (optioneel)
Werking van HDD-speler (optioneel)
54-NL
De service wijzigen
Services worden ontvangen binnen het ensemble dat u momenteel ontvangt.
Raak [SRV/ENS] aan om over te schakelen naar de service.
De indicator “SERV.” verschijnt.
Raak tijdens de ontvangst van het ensemble kortstondig [ ] of [ ] aan om de gewenste service te selecteren.
Het label van de gekozen service wordt gedurende 2 seconden weergegeven, waarna het toestel terugkeert naar de informatie die werd geselecteerd in de paragraaf “De weergavemodus wijzigen” (pagina 55).
De servicecomponent wijzigen
U kunt de audioservices van de servicecomponent omwisselen tussen de primaire en secundaire service als u naar een audioservice luistert die een secundaire servicecomponent heeft.
Raak [P/S] aan om te kiezen tussen de primaire en secundaire servicecomponent.
Telkens als u deze toets aanraakt, wordt de selectie omgewisseld. Het componentlabel wordt gedurende 2 seconden weergegeven, waarna het toestel terugkeert naar de informatie die werd geselecteerd in de paragraaf “De weergavemodus wijzigen” (pagina 55).
• Als de primaire servicecomponent wordt afgestemd terwijl de secundaire servicecomponent bestaat, verschijnt de indicator “P”.
• Als de secundaire servicecomponent wordt afgestemd, verschijnt de indicator “S”.
• Als de secundaire servicecomponent niet bestaat, verschijnt geen indicator op het display.
De service opslaan
Selecteer de service die u in het geheugen wenst op te slaan.
Raak
[P1/2] aan.
De functiegids wijzigt.
Raak [MEMORY] aan.
Raak binnen 5 seconden een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan.
De geselecteerde service wordt opgeslagen in het geheugen.
•U kunt tot 18 zenders (6 zenders voor elke frequentieband: DAB1, DAB2, DAB3) in het geheugen opslaan.
• Als u een voorkeuzezendernummer kiest waarin reeds een service is opgeslagen, wordt de vorige instelling vervangen door de nieuwe service.
• Als u geen DAB ontvangt, is de service niet opgeslagen in het geheugen. (Sla de service op in het geheugen als de DAB-ontvangst goed is.)
De opgeslagen service ontvangen
Raak na het kiezen van de gewenste band [P1/2] aan.
De functiegids wijzigt.
1
4
3
2
1
2
1
Raak een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan.
De geselecteerde service wordt ontvangen. De modus die werd geselecteerd in “De weergavemodus wijzigen” (pagina 55) wordt weergegeven.
• Als u de secundaire servicecomponent ontvangt, slaat u de service op in het geheugen, maar als u deze opgeslagen service oproept, wordt de primaire servicecomponent opgeroepen.
Het ensemble automatisch in het geheugen opslaan
Raak na het kiezen van de gewenste band [A.MEMO] aan.
Het ensemble wordt gezocht; zes ensembles worden automatisch ontvangen en in het geheugen opgeslagen met de voorkeuzezendertoetsen (P.SET 1 tot P.SET 6). Als alle informatie in het geheugen opgeslagen is, wordt het ensemble dat het laatst in het geheugen werd opgeslagen, ontvangen. De modus die werd geselecteerd in “De weergavemodus wijzigen” (pagina 55) wordt weergegeven.
• Als geen ensemble wordt ontvangen, gaat het toestel naar het ensemble dat u ontving voor u deze informatie in het geheugen hebt opgeslagen.
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Houd T.INFO/RDS minstens 2 seconden ingedrukt in de modus DAB.
Het display gaat naar het DAB-instelscherm.
In de radiomodus (DAB-ontvangst) raakt u [PTY] aan om naar de PTY-selectiemodus te gaan.
Raak [
dd
] of [oo] aan om het gewenste
programmatype te kiezen.
Als u een programmatype hebt geselecteerd, raakt u
[PTY] aan om naar de PTY-zoekmodus te gaan.
Het geselecteerde programmatype wordt gezocht.
• Om de PTY-zoekmodus te annuleren, raakt u [PTY] aan.
Als de zender wordt ontvangen, wordt het ontvangen programmatype gedurende 5 seconden weergegeven. Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 5 seconden “NO PTY”.
• Deze functies kunnen alleen worden uitgevoerd voor services binnen een ensemble.
Verkeersmeldingen in-/uitschakelen
Als u deze functie inschakelt, kunt u automatisch verkeersinformatie ontvangen.
Druk op T.INFO/RDS om de verkeersinformatie in en uit te schakelen.
•U kunt tegelijk ook de RDS-zenders instellen.
•U kunt deze functie ook in- en uitschakelen in de paragraaf “Berichtselectiemodus instellen” op pagina 55.
5
4
3
2
1
2
55-NL
Berichtselectiemodus instellen
Houd T.INFO/RDS minstens 2 seconden ingedrukt.
Het display gaat naar het RDS/DAB*-modusscherm. * RDS-modusscherm als DAB niet aangesloten is.
Raak [ANNC] aan.
Raak [
dd
] of [oo] aan om het gewenste bericht te
selecteren.
All Select Traffic News Travel news Warning News Weather Event Special Event Radio Info SportsNews Financial All Select
Raak [ON] of [OFF] aan om het geselecteerde bericht in of uit te schakelen.
Herhaal stappen 3 en 4 om nog meer berichten in te stellen.
• Als een van de selecties tussen “All Select” (alles selecteren) en “Financial” (financieel nieuws) ingeschakeld is, worden de berichten niet onderbroken als u OFF instelt door [ANNC ENT] aan te raken.
• Als u in-/uitschakelt met de optie “All Select” (alles selecteren), kunt u de opties vanaf “Traffic News” (verkeersinformatie) tot “Financial” (financieel nieuws) in-/uitschakelen.
Tips
Als een dringende uitzending wordt ontvangen, wordt automatisch omgeschakeld naar de DAB-modus om het alarmbericht te ontvangen. Als u ondertussen het volumeniveau aanpast, wordt dat volumeniveau in het geheugen opgeslagen en wordt dat volume gebruikt als u de volgende keer een dringende uitzending ontvangt.
Als het bericht dat u in stap 3 hebt geselecteerd, wordt onderbroken, wordt het geselecteerde berichtlabel weergegeven. Als u ondertussen het volumeniveau aanpast, wordt dat volumeniveau in het geheugen opgeslagen en wordt dat volume gebruikt voor volgende berichtonderbrekingen.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het DAB-instelscherm.
De weergavemodus wijzigen
U kunt informatie weergeven die afkomstig is van de zenders, zoals het kanaalnummer of de naam van de service die u ontvangt of beluistert.
Terwijl u DAB ontvangt, raakt u [INFO.] aan om de weergavemodus te wijzigen.
Ensemble Label Display Service Label Display Component Label Display*1→ Dynamic Label (radiotekst)Display*2→ Ensemble Label Display
*1U kunt dit alleen weergeven als de zender het
servicecomponentlabel levert. Anders wordt “No Component” weergegeven.
*2“NO TEXT” wordt weergegeven als zenders worden ontvangen
zonder dynamisch label.
• Het dynamisch label wordt niet weergegeven in de dubbel­schermstand.
5
4
3
2
1
Over MobileHubTMLink (optioneel)
Verbind een afzonderlijk verkochte verdeeldoos en een draagbare telefoon (van Nokia) om de binnenkomende en uitgaande gesprekken van de draagbare telefoon te regelen.
• Als een draagbare telefoon aangesloten is, worden zijn adresboek, de binnenkomende en uitgaande historiek, de SMS-historiek en de standaardzinnen gedownload naar de verdeeldoos. Zie de handleiding bij de verdeeldoos.
• Als geen draagbare telefoon aangesloten is, wordt “NO PHONE” minstens 5 seconden weergegeven. Daarna keert het toestel terug naar de oorspronkelijke bron.
• Als de draagbare telefoon tijdens een binnenkomende of uitgaande oproep of tijdens een handenvrije oproep wordt losgekoppeld van de verdeeldoos, wordt de oproep door de draagbare telefoon beschouwd als een gewone oproep.
• Als er een binnenkomend gesprek is terwijl de spanning van de IVA-D300R/IVA-D300RB is uitgeschakeld, wordt de IVA­D300R/IVA-D300RB automatisch ingeschakeld, wordt de handenvrije oproep verbroken, en is een gewone oproep met de draagbare telefoon mogelijk.
• Als de draagbare telefoon is uitgeschakeld en de IVAD300R/IVA­D300RB in de telefoonmodus wordt geschakeld, wordt de draagbare telefoon ingeschakeld.
• Als de ACC-voeding van het voertuig wordt uitgeschakeld (motor wordt afgezet) tijdens een handenvrije oproep, wordt de handenvrije oproep verbroken en is een gewone oproep met de draagbare telefoon mogelijk.
• Als er tijdens de werking een oproep binnenkomt (behalve een uitgaande oproep of spreken), wordt de modus beëindigd en wordt overgeschakeld naar de binnenkomende of gespreksmodus.
• Een uitgaande oproep vanaf een draagbare telefoon is ook mogelijk.
• kunt echter niet verschillende bewerkingen tegelijk uitvoeren op een draagbare telefoon en de IVA-D300R/IVA-D300RB, want dit leidt tot storingen.
• Als een verdeeldoos aangesloten is, wordt de uitgaande, binnenkomende en verzonden historiek ook geregistreerd in de draagbare telefoon.
• Tijdens het telefoneren wordt de tijdcorrectie ingesteld op normaal (0,0 ms) en is DEFEAT ook ingeschakeld. Als de oproep ten einde is, keert het toestel terug naar de voordien gebruikte instelling.
• Het telefoonvolume kan worden geregeld op de IVA­D300R/IVAD300RB. Het volume dat u tijdens de oproep hebt ingesteld, wordt opgeslagen in het geheugen en automatisch gebruikt voor de volgende oproep.
MobileHub™ Link (optioneel)
VOORZICHTIG
Zelfs bij handenvrij gebruik kan een bestuurder tijdens het bedienen van de telefoon of tijdens een gesprek afgeleid worden. Om veiligheidsredenen mogen bestuurders de telefoon dus niet bedienen tijdens het rijden.
Om veiligheidsredenen mogen andere functies dan binnenkomende oproepen en uitgaande oproepen met snelkeuzetoetsen niet worden gebruikt.
56-NL
Een oproep tot stand brengen met de snelkeuzetoetsen
Een oproep tot stand brengen met nummers uit het adresboek
Een oproep tot stand brengen met de historiek uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen
Nummer vormen
Raak het telefoonnummer aan om het in te voeren.
Raak
[ENT] aan.
Raak [ ] aan om een oproep tot stand te brengen.
• De oproep wordt beëindigd 5 seconden nadat “NO NETWORK COVERAGE” werd weergegeven.
Om het antwoordapparaat te beluisteren of nummers in te geven:
1 Raak [10 KEY] aan op het scherm CONNECT.
Het oproepverzendscherm en het numerieke toetsenbord worden weergegeven.
2 Raak het gewenste nummer of symbool aan om het in
te voeren.
3 Raak [RTN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Om de oproep te beëindigen, raakt u [ ] aan. De oproep wordt ook automatisch afgesloten 5 seconden na het einde.
Het scherm keert terug naar de vorige bronmodus.
• Als u [RETURN] aanraakt binnen 5 seconden na het verbreken van de oproep, verschijnt het telefoonmenu.
• Wanneer de oproep is verbroken, kunt u het nummer opnieuw kiezen door [ ] aan te raken.
In uw voertuig kunt u oproepen tot stand brengen via het adresboek dat in de draagbare telefoon is opgeslagen. Deze bewerking kan alleen worden uitgevoerd als het voertuig geparkeerd staat.
Raak [ ] aan op het hoofdbronscherm.
Het snelkiesscherm verschijnt.
Raak [RTN] aan op het scherm met het numerieke toetsenbord om dit scherm te sluiten.
Het telefoonmenu verschijnt.
Raak [PHONE BOOK] aan.
Het telefoonboekscherm verschijnt.
Raak [CALL] aan bij de gewenste ontvanger in de lijst.
• Door [ ] of [ ] aan te raken, kunt u de namen in alfabetische volgorde schikken.
• Als er geen gegevens in het telefoonboek zitten, verschijnt “NO MEMORY”. Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het telefoonmenu.
Raak [ ] aan om een oproep tot stand te brengen.
Om de oproep te beëindigen, raakt u [ ] aan. De oproep wordt ook automatisch afgesloten 5 seconden na het einde.
U kunt een oproep tot stand brengen naar een van de laatste 999 opgeroepen nummers op basis van de historiek voor uitgaande / binnenkomende / gemiste binnenkomende oproepen.
6
5
4
3
2
1
7
6
5
4
Telefoonontvangst
Als het toestel een oproep ontvangt, verschijnt het belscherm van de telefoonmodus.
Als automatische oproep (instelling AUTO/MANUAL, pagina 32) wordt geselecteerd, verschijnt het verbindingsscherm en gaat het toestel binnen 3 seconden na de ontvangst naar de automatische oproepmodus.
Om de oproep te beëindigen, raakt u [ ] aan. De oproep wordt ook automatisch afgesloten 5 seconden na het einde.
Het scherm keert terug naar de vorige bronmodus.
Een getal of symbool ingeven tijdens een oproep:
1 Raak [10 KEY] aan op het scherm CONNECT.
Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
2 Raak het gewenste nummer of symbool aan om het in
te voeren.
3 Raak [RTN] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
Telefoneren
U kunt een oproep tot stand brengen door een van de telefoonnummers die zijn opgeslagen in nrs. 1 tot 9 van het adresboek op te roepen.
Raak [ ] aan op het hoofdbronscherm.
Het snelkiesscherm en het numerieke toetsenbord worden weergegeven.
Raak een van de toetsen [1] tot [9] aan waarop de telefoonnummers zijn opgeslagen.
•U brengt rechtstreeks een oproep tot stand door een van de opgeslagen toetsen [1] tot [9] aan te raken en minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
Raak [ ] aan om een oproep tot stand te brengen.
Om de oproep te beëindigen, raakt u [ ] aan. De oproep wordt ook automatisch afgesloten 5 seconden na het einde.
• Als er geen telefoonnummer geregistreerd is onder de geselecteerde functietoets, verschijnt gedurende 5 seconden “NO PRESET”. Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het telefoonmenu.
• Als 1 [SPEED DIAL] wordt aangeraakt in het telefoonmenu, verschijnt het snelkiesscherm.
Geef het telefoonnummer in met de kiezer.
Raak [ ] aan op het hoofdbronscherm.
Het snelkiesscherm verschijnt.
Raak [RTN] aan op het scherm met het numerieke toetsenbord om dit scherm te sluiten.
Het telefoonmenu verschijnt.
Raak [DIRECT CALL] aan.
Het directe oproepscherm en het numerieke toetsenbord worden weergegeven.
3
2
1
4
3
2
1
3
2
1
57-NL
Over DVD’s
Muziek-CD’s en DVD’s zijn voorzien van groeven (sporen), waarin de digitale gegevens worden opgenomen. De gegevens hebben de vorm van microscopisch kleine putjes in de sporen. Deze putjes worden afgelezen door een laserstraal om de disk af te spelen. Op DVD’s is de dichtheid van de sporen en putjes tweemaal zo hoog als bij CD’s, waardoor DVD’s meer gegevens kunnen opslaan op een kleinere ruimte.
Een disk van 12 cm kan één film of ongeveer vier uur muziek bevatten.
Bovendien leveren DVD’s scherpe beelden met levendige kleuren, dankzij een horizontale resolutie van meer dan 500 lijnen (een VHS­cassette levert minder dan 300 lijnen). Met een optionele digitale audioprocessor (PXA-H900/PXA-H510/PXA-H700, enz.) kunt u met behulp van Dolby Digital 5.1-kanaal Surround de sfeer van een bioscoop nabootsen.
Bovendien bieden DVD’s talloze functies.
Meervoudige audio* (pagina 22)
Films kunnen in max. acht talen opgenomen zijn. De gewenste taal kan op de afstandsbediening worden gekozen.
Ondertitelingsfunctie* (pagina 22)
Films kunnen ondertiteld zijn in max. 32 talen. De gewenste taal voor de ondertiteling kan op de afstandsbediening worden gekozen.
Verschillende hoeken* (pagina 22)
Als de DVD een film bevat die vanuit verschillende camerastandpunten is opgenomen, kan de gewenste hoek worden geselecteerd op de afstandsbediening.
Meervoudige verhalenfunctie*
Met deze functie bevat één film verschillende verhaallijnen. U kunt de verschillende verhaallijnen selecteren om verschillende versies van dezelfde film te bekijken. De bediening verschilt van disk tot disk. Tijdens de film verschijnen keuzeschermen met verhaallijnen en instructies om ze te selecteren. Volg gewoon de instructies op het scherm.
* De functies audiotaal, ondertitelingstaal, hoek, enz. verschillen
van disk tot disk. Voor meer informatie verwijzen we naar de hoes van de disk.
Raak [ ] aan op het hoofdbronscherm.
Het snelkiesscherm verschijnt.
Raak [RTN] aan op het scherm met het numerieke toetsenbord om dit scherm te sluiten.
Het telefoonmenu verschijnt.
Raak een van de toetsen [DIALED CALL], [MISSED CALL] of [RECEIVED CALL] aan.
DIALED CALL: Weergave van de historiek met
uitgaande oproepen.
MISSED CALL: Weergave van de historiek met
gemiste binnenkomende oproepen.
RECEIVED CALL: Weergave van de historiek met
binnenkomende oproepen.
• Als er geen historiek opgenomen is in een van de lijsten, verschijnt “NO MEMORY”.
Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het telefoonmenu.
Raak [CALL] aan bij de gewenste ontvanger in de lijst.
Raak [ ] aan om een oproep tot stand te brengen.
Om de oproep te beëindigen, raakt u [ ] aan. De oproep wordt ook automatisch afgesloten 5 seconden na het einde.
SMS (Short Message Service) zenden/ontvangen
U kunt berichten ontvangen, de inhoud van berichten bekijken en standaardzinnen verzenden. Als een bericht wordt ontvangen, verschijnt een symbool op het display.
Raak [ ] aan op het hoofdbronscherm.
Het snelkiesscherm verschijnt.
Raak [RTN] aan op het scherm met het numerieke toetsenbord om dit scherm te sluiten.
Het telefoonmenu verschijnt.
Raak [SMS READ] aan.
Het scherm SMS Read verschijnt.
Raak [READ] aan bij het ontvangen SMS-bericht.
Het scherm SMS Inbox verschijnt. De inhoud van het ontvangen bericht wordt voor maximaal 140 tekens weergegeven. Raak [RETURN] aan om terug te keren naar het scherm SMS Read.
• Als het toestel een bericht ontvangt, verschijnt het bijbehorende
symbool.
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Informatie
Minimale lengte van de putjes ­0,9 m
1,2 mm
Minimale lengte van de putjes ­0,9 m
0,6 mm 0,6 mm
CD’s
DVD’s
Spoorafstand ­1,6 m
Spoorafstand ­0,74 m
SMS-bericht ontvangen
58-NL
Terminologie
Dolby Digital is een compressietechnologie voor digitale audio, die werd ontwikkeld door Dolby Laboratories. Met deze techniek kunnen grote hoeveelheden audiogegevens efficiënt worden opgenomen op disks. Dolby Digital is compatibel met audiosignalen van mono (1 kanaal) tot 5.1-kanaal surround sound. De signalen voor de verschillende kanalen zijn volledig onafhankelijk en, omdat het geluid digitaal en van hoge kwaliteit is, is er geen verlies van geluidskwaliteit.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-
H510/PXA-H900/ PXA-H700, enz.) is vereist om volledig te kunnen genieten van 5.1-kanaal surround-geluid.
De IVA-D300R/IVA-D300RB voert Dolby Digital-decodering uit als analoge audiosignalen worden uitgevoerd; in dit geval is het 2-kanaal audio en niet 5.1-kanaal
Dit is een digitaal geluidsformaat voor thuistoepassingen van het DTS Sound System. Dit is een kwalitatief hoogstaand geluidssysteem, dat door Digital Theater Systems Corp werd ontwikkeld voor gebruik in bioscopen. DTS beschikt over zes onafhankelijke geluidssporen. De bioscoopweergave wordt volledig gerealiseerd in de thuis- en andere instellingen. DTS is de afkorting van Digital Theater System.
* Om van DTS surround-geluid te kunnen genieten, hebt u de
afzonderlijk verkochte DTS digitale audioprocessor (PXA­H900/PXA-H700, enz.) nodig. De DVD-videosoftware moet ook over een DTS-geluidsspoor beschikken.
De IVA-D300R/IVA-D300RB beschikt over een ingebouwde DTS 2-kanaal audiodecoder. Analoge audio-uitgangen zijn beschikbaar.
Dolby Digital
DTS
Luidsprekeropstelling voor Dolby
Digital-geluid en DTS-geluid
Dolby Pro Logic is de technologie waarmee programma’s worden gedecodeerd die in Dolby Surround werden gecodeerd. Pro Logic-decodering levert vier geluidskanalen (voor links/rechts, midden en mono achter surround) op basis van een 2-kanaal (stereo) bron.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-
H510/PXA-H900) is vereist om volledig te kunnen genieten van Dolby Pro Logic surround-geluid.
Dolby Pro Logic II geeft 2-kanaal bronnen weer in 5 kanalen over het volledige frequentiebereik. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een geavanceerde, kwalitatief hoogstaande matrix surround-decoder, die de ruimtelijke eigenschappen van de oorspronkelijke opname beklemtoont zonder geluiden toe te voegen of de klank van de bron te wijzigen.
* De afzonderlijk verkochte digitale audioprocessor (PXA-H700,
enz.) is vereist om volledig te kunnen genieten van Dolby Pro Logic II surround-geluid.
LPCM is een signaalopnameformaat dat wordt gebruikt voor muziek-CD’s. Terwijl muziek-CD’s worden opgenomen met 44,1 kHz/16-bit, worden DVD’s opgenomen met 48 kHz/16-bit tot 96 kHz/24­bit, waardoor een hogere geluidskwaliteit wordt verkregen dan bij muziek-CD’s.
Dit is een functie om te voorkomen dat DVD’s door kinderen worden bekeken, zoals voorgeschreven door de wetgeving van bepaalde landen. De manier waarop de weergave wordt beperkt, is verschillend van DVD tot DVD. Soms kan de DVD helemaal niet worden weergegeven, soms worden bepaalde scènes overgeslagen en soms worden bepaalde scènes vervangen door andere scènes.
Dolby Pro Logic
Dolby Pro Logic II
Lineair PCM-audio (LPCM)
Classificatieniveaus (oudercontrole)
Midden­luidspreker
Voor­luidsprekers
Achter­luidsprekers
Subwoofer
59-NL
Lijst van taalcodes
(Voor meer details zie pagina 27.)
Afkorting
AA AB AF
AM
AR AS AY AZ BA BE BG BH
BI BN BO BR CA
CO
CS CY DA DE DZ EL EN EO ES ET EU FA
FI FJ FO FR FY GA
GD
GL
GN GU
HA
HI HR HU HY
IA
Code
6565 6566 6570 6577 6582 6583 6589 6590 6665 6669 6671 6672 6673 6678 6679 6682 6765 6779 6783 6789 6865 6869 6890 6976 6978 6979 6983 6984 6985 7065 7073 7074 7079 7082 7089 7165 7168 7176 7178 7185 7265 7273 7282 7285 7289 7365
Taal Taal Taal
Afar Abchazisch Afrikaans Amharisch Arabisch Assamees Aymara Azerbeidjaans Basjkirisch Wit-Russisch Bulgaars Bihari Bislama Bengaals Tibetaans Bretoens Catalaans Corsicaans Tsjechisch Welsh Deens Duits Bhutani Grieks Engels Esperanto Spaans Estisch Baskisch Perzisch Fins Fiji Faeröers Frans Fries Iers Schots Galicisch Guarani Gujarati Hausa Hindi Kroatisch Hongaars Armeens Interlingua
Afkorting
IE IK IN IS IT
IW
JA
JI JW KA KK KL KM KN KO KS KU KY LA LN LO
LT LV MG
MI MK ML MN MO MR MS MT MY NA NE NL NO OC OM OR PA PL PS PT QU RM
Code
7369 7375 7378 7383 7384 7387 7465 7473 7487 7565 7575 7576 7577 7578 7579 7583 7585 7589 7665 7678 7679 7684 7686 7771 7773 7775 7776 7778 7779 7782 7783 7784 7789 7865 7869 7876 7879 7967 7977 7982 8065 8076 8083 8084 8185 8177
Interlingue Inupiak Indonesisch IJslands Italiaans Hebreeuws Japans Jiddisch Javaans Georgisch Kazaks Groenlands Cambodjaans Kannada Koreaans Kasjmiers Koerdisch Kirgizisch Latijn Lingala Laotiaans Litouws Lets Malagassisch Maori Macedonisch Malayalam Mongools Moldavisch Marathi Maleis Maltees Birmaans Nauru Nepalees Nederlands Noors Occitaans (Afan) Oromo Oriya Punjabi Pools Pashto Portugees Quechua Reto-Romaans
Afkorting
RN
RO
RU
RW
SA SD SG SH
SI SK SL
SM
SN SO SQ SR SS ST SU SV
SW
TA TE TG TH
TI TK
TL TN TO TR TS
TT
TW
UK UR UZ
VI VO
WO
XH YO ZH ZU
Code
8278 8279 8285 8287 8365 8368 8371 8372 8373 8375 8376 8377 8378 8379 8381 8382 8383 8384 8385 8386 8387 8465 8469 8471 8472 8473 8475 8476 8478 8479 8482 8483 8484 8487 8575 8582 8590 8673 8679 8779 8872 8979 9072 9085
Kirundi Roemeens Russisch Kinyarwanda Sanskriet Sindhi Sangho Servokroatisch Singalees Slovaaks Sloveens Samoaans Shona Somali Albanees Servisch Siswati Sesotho Soendanees Zweeds Swahili Tamil Telugu Tadzjieks Thais Tigrinya Turkmeens Tagalog Setswana Tonga Turks Tsonga Tartaars Twi Oekraïens Urdu Oezbeeks Vietnamees Volapuk Wolof Xhosa Yoruba Chinees Zoeloe
60-NL
Lijst van landcodes
(Voor meer details zie pagina 28.)
Afkorting
AD AE AF AG
AI
AL
AM
AN AO AQ AR AS AT AU
AW
AZ BA BB BD BE BF BG BH
BI
BJ
BM
BN BO BR BS BT BV
BW
BY BZ CA CC CD
CF
CG
CH
CI CK CL
CM
CN
CO
CR CU CV CX CY CZ DE DJ DK
Code
6568 6569 6570 6571 6573 6576 6577 6578 6579 6581 6582 6583 6584 6585 6587 6590 6665 6666 6668 6669 6670 6671 6672 6673 6674 6677 6678 6679 6682 6683 6684 6686 6687 6689 6690 6765 6767 6768
6770 6771 6772 6773 6775 6776 6777 6778 6779 6782 6785 6786 6788 6789 6790 6869 6874 6875
Land Land Land
Andorra Verenigde Arabische Emiraten Afghanistan Antigua en Barbuda Anguilla Albanië Armenië Nederlandse Antillen Angola Antarctica Argentinië Amerikaans-Samoa Oostenrijk Australië Aruba Azerbeidzjan Bosnië en Herzegovina Barbados Bangladesh België Burkina Faso Bulgarije Bahrein Burundi Benin Bermuda Brunei Darussalam Bolivië Brazilië Bahama’s Bhutan Bouveteiland Botswana Wit-Rusland Belize Canada Cocoseilanden Democratische Republiek Congo Centraal-Afrikaanse Republiek Congo Zwitserland Ivoorkust Cookeilanden Chili Kameroen China Colombia Costa Rica Cuba Kaapverdië Christmaseiland Cyprus Tsjechië Duitsland Djibouti Denemarken
Afkorting
DM DO DZ EC EE EG EH ER ES ET
FI
FJ FK FM FO FR GA GB GD GE GF GH
GI GL GM GN GP GQ GR GS
GT GU
GW
GY HK
HM
HN HR HT HU
ID
IE
IL
IN
IO
IQ
IR
IS
IT JM JO
JP KE KG KH
Code
Dominica
6877
Dominicaanse Republiek
6879
Algerije
6890
Ecuador
6967
Estland
6969
Egypte
6971
Westelijke Sahara
6972
Eritrea
6982
Spanje
6983
Ethiopië
6984
Finland
7073
Fiji
7074
Falklandeilanden
7075
Micronesia
7077
Faeröer
7079
Frankrijk
7082
Gabon
7165
Verenigd Koninkrijk
7166
Grenada
7168
Georgië
7169
Frans-Guyana
7170
Ghana
7172
Gibraltar
7173
Groenland
7176
Gambia
7177
Guinee
7178
Guadeloupe
7180
Equatoriaal-Guinea
7181
Griekenland
7182
Zuid-Georgië en Zuidelijke
7183
Sandwicheilanden Guatemala
7184
Guam
7185
Guinee-Bissau
7187
Guyana
7189
Hong Kong
7275
Heard- en
7277
McDonaldeilanden Honduras
7278
Kroatië
7282
Haïti
7284
Hongarije
7285
Indonesië
7368
Ierland
7369
Israël
7376
India
7378
Brits Territorium in de Indische Oceaan
7379
Irak
7381
Iran
7382
IJsland
7383
Italië
7384
Jamaica
7477
Jordan
7479
Japan
7480
Kenia
7569
Kirgizstan
7571
Cambodja
7572
Afkorting
KI KM KN KP
KR KW KY KZ
LA
LB
LC
LI
LK
LR
LS LT
LU
LV
LY MA MC MD MG MH MK
ML MM MN MO MP MQ MR MS MT MU MV
MW
MX MY MZ NA NC NE NF NG
NI NL NO NP NR NU NZ
OM
PA
Code
Kiribati
7573
Comoren
7577
Saint Kitts en Nevis
7578
Democratische
7580
Republiek Korea Republiek Korea
7582
Koeweit
7587
Caymaneilanden
7589
Kazachstan
7590
Democratische
7665
Volksrepubliek Laos Libanon
7666
Saint Lucia
7667
Liechtenstein
7673
Sri Lanka
7675
Liberia
7682
Lesotho
7683
Litouwen
7684
Luxemburg
7685
Letland
7686
Libië
7689
Marokko
7765
Monaco
7767
Moldavië
7768
Madagascar
7771
Marshalleilanden
7772
Voormalige Joegoslavische
7775
Republiek Macedonië Mali
7776
Myanmar
7777
Mongolië
7778
Macau
7779
Noordelijke Marianen
7780
Martinique
7781
Mauritanië
7782
Montserrat
7783
Malta
7784
Mauritius
7785
Maldiven
7786
Malawi
7787
Mexico
7788
Maleisië
7789
Mozambique
7790
Namibië
7865
Nieuw-Caledonië
7867
Niger
7869
Norfolkeiland
7870
Nigeria
7871
Nicaragua
7873
Nederland
7876
Noorwegen
7879
Nepal
7880
Nauru
7882
Niue
7885
Nieuw-Zeeland
7890
Oman
7977
Panama
8065
61-NL
Afkorting
PE PF PG PH PK PL
PM
PN PR PT
PW
PY QA RE
RO
RU
RW
SA SB SC SD SE SG SH
SI
Code
8069
Peru
8070
Frans-Polynesië
8071
Papoea-Nieuw-Guinea
8072
Filipijnen
8075
Pakistan
8076
Polen
8077
Saint-Pierre en Miquelon
8078
Pitcairneilanden
8082
Puerto Rico
8084
Portugal
8087
Palau
8089
Paraguay
8165
Qatar
8269
Reunion
8279
Roemenië
8285
Rusland
8287
Rwanda
8365
Saoedi-Arabië
8366
Salomonseilanden
8367
Seychellen
8368
Soedan
8369
Zweden
8371
Singapore
8372
Sint-Helena
8373
Slovenië
Land Land Land
Afkorting
SJ SK SL SM SN SO SR ST SV SY SZ TC TD TF TG TH
TJ TK TM TN TO TP TR TT TV
Code
8374
Svalbard en Jan Mayen
8375
Slovakije
8376
Sierra Leone
8377
San Marino
8378
Senegal
8379
Somalië
8382
Suriname
8384
Sao Tomé en Principe
8386
El Salvador
8389
Syrië
8390
Swaziland
Turks- en Caicoseilanden
8467
Tsjaad
8468
Franse Gebieden in de zuidelijke Indische Oceaan
8470
Togo
8471
Thailand
8472
Tadzjikistan
8474
Tokelau
8475
Turkmenistan
8477
Tunesië
8478
Tonga
8479
Oost-Timor
8480
Turkije
8482
Trinidad en Tobago
8484
Tuvalu
8486
Afkorting
TW
TZ
UA UG UM
US
UY
UZ
VA
VC
VE
VG
VI VN VU
WF WS
YE YT YU ZA ZM
ZW
Code
Taiwan
8487
Tanzania
8490
Oekraïne
8565
Oeganda
8571
Amerikaanse
8577
ondergeschikte afgelegen eilanden
8583
Verenigde Staten
8589
Uruguay
8590
Oezbekistan
8665
Vaticaanstad Saint
8667
Vincent en de Grenadines Venezuela
8669
Britse Maagdeneilanden
8671
Amerikaanse Maagdeneilanden
8673
Vietnam
8678
Vanuatu
8685
Wallis en Futuna
8770
Samoa
8783
Jemen
8969
Mayotte
8984
Joegoslavië
8985
Zuid-Afrika
9065
Zambia
9077
Zimbabwe
9087
62-NL
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenne, of breuk in de antennekabel.
- Kijk na of de antenne correct aangesloten is; vervang zo nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Vergewis u ervan dat de tuner in DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De radio-uitzending gaat gepaard met veel ruis.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken antenne.
• De antenne is slecht geaard.
- Vergewis u ervan dat de antenne juist geaard is ter hoogte van de
montageplaats.
• Het zendersignaal is zwak en bevat ruis.
- Als bovenstaande oplossing niet helpt, stemt u af op een andere
zender.
Afgespeelde geluid van disk zweeft.
• Vochtcondensatie in de diskmodule.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie verdampt is (ongeveer 1
uur).
Disk kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een disk in de DVD-speler.
- Haal de disk uit de speler.
• De disk is niet goed geplaatst.
- Ga na of de disk geplaatst is zoals beschreven in de instructies in
het hoofdstuk over de CD-speler (MP3/WMA/DVD/video-CD).
Disk kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De disk is beschadigd.
- Haal de disk uit het toestel en gooi hem weg. Als u een
beschadigde disk gebruikt, kan het mechanisme van het toestel beschadigd raken.
Geluidsweergave van disk verspringt wegens trillingen.
• Toestel niet goed bevestigd.
- Zet het toestel degelijk vast.
• Disk is zeer vuil.
- Reinig de disk.
• Disk vertoont krassen.
- Vervang de disk.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare disk om de optische lens
te reinigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer.
Afgespeelde geluid van disk verspringt zonder trillingen.
• Disk vuil of gekrast.
- Reinig de disk; als de disk beschadigd is, moet hij worden
vervangen.
Afspelen van CD-R/CD-RW onmogelijk.
•Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
Bij problemen
Toestel of display werkt niet.
• De contactsleutel van het voertuig staat niet in de juiste positie.
- Als het toestel aangesloten werd volgens de instructies, zal het niet werken als het contact van het voertuig uitgeschakeld is.
• Verkeerde aansluiting van de voedingskabels.
- Controleer de aansluiting van de voedingskabels.
• Doorgebrande zekering.
- Kijk de zekering van de accukabel van het toestel na; vervang zo nodig door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer tengevolge van interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-knop.
• Black-outmodus geactiveerd.
- Annuleer de black-outmodus.
Geen of onnatuurlijke klank.
• Onjuiste instelling van de regelingen volume/balans/fader.
- Pas de regelingen aan.
•Verkeerde of onveilige aansluitingen.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Er wordt geen scherm weergegeven.
• De helderheid is ingesteld op de minimumstand.
- Pas de regeling van de helderheid aan.
• De temperatuur in het voertuig is te laag.
- Verhoog de binnentemperatuur van het voertuig tot in het bereik
van de bedrijfstemperatuur.
• De aansluitingen van de DVD-, CD-speler of van het navigatiesysteem werden niet veilig uitgevoerd.
- Kijk na of de aansluitingen correct en stevig zijn.
Abnormale beweging van het weergegeven beeld.
• De temperatuur in het voertuig is te hoog.
- Laat de temperatuur van het voertuiginterieur afkoelen.
Onduidelijke weergave of weergave met beeldruis.
• De fluorescentieplaat is versleten.
- Vervang de fluorescentieplaat.
Het navigatiesysteem werkt niet.
• De aansluitingen met het navigatiesysteem zijn verkeerd.
- Kijk de aansluitingen met het navigatiesysteem na en sluit de
kabels correct en stevig aan.
Onduidelijke weergave van het beeld.
• De fluorescentiebuis is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis*.
* Het vervangen van de fluorescentiebuis is niet kosteloos, zelfs
binnen de garantieperiode, aangezien de buis een consumptieartikel is.
Algemeen
Radio
CD/MP3/WMA/DVD/Video-CD
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist raadplegen. Op die manier kunt u gemakkelijker een probleem identificeren dat afkomstig is van het toestel. Anders moet u zich ervan vergewissen dat de rest van uw systeem correct is aangesloten ofwel uw erkende Alpine-dealer raadplegen.
63-NL
Indicatie voor CD/MP3/WMA
Foutmeldingen
• Mechanische fout
- Druk op q. Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de disk weer
in het toestel. Als deze oplossing niet helpt, dient u uw Alpine­dealer te raadplegen.
MP3/WMA wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat geschreven is.
Zie “Over MP3/WMA” (pagina’s 17 en 18) en schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
Toestel werkt niet.
• Voeding van monitordisplay is niet ingeschakeld.
- Schakel het monitordisplay in.
• Condensatie.
- Wacht even (ongeveer 1 uur) tot de condensatie opgedroogd is.
Geen beeld.
• De modus van het monitordisplay is niet geschakeld in de modus die u wenst te bekijken.
- Schakel naar de modus die u wenst te bekijken.
• De handremdraad van het monitordisplay is niet aangesloten.
- Sluit de handremdraad van het monitordisplay aan en zet de
handrem aan. (Voor meer details verwijzen we naar de instructies bij het monitordisplay.)
• De handremdraad van het monitordisplay is niet aangesloten.
- Sluit de handremdraad van het monitordisplay aan en trek de
handrem op. (Voor meer details verwijzen we naar de instructies bij het monitordisplay.)
Het afspelen begint niet.
• Disk is omgekeerd geplaatst.
- Controleer de disk en plaats hem met de bedrukte zijde omhoog.
• Disk is vuil.
- Reinig de disk.
• Een disk werd geplaatst die niet kan worden afgespeeld met dit toestel.
- Ga na of de disk kan worden afgespeeld.
• Oudercontrole ingesteld.
- Annuleer de oudercontrole of wijzig het classificatieniveau.
Beeld is onduidelijk of gestoord.
• Disk gaat snel vooruit of achteruit.
- Het beeld kan lichtjes gestoord zijn, maar dit is normaal.
• Voertuigaccu is zwak.
- Controleer het vermogen van de accu en de bedrading. (Het toestel kan storingen vertonen als de accu minder dan 11 volt vermogen levert als een belasting wordt aangelegd.)
• Fluorescentiebuis van monitordisplay is versleten.
- Vervang de fluorescentiebuis van het monitordisplay.
Beeld stopt soms.
• Disk is gekrast.
- Vervang door een disk zonder krassen.
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
- Laat het toestel uitgeschakeld tot de temperatuur daalt; schakel het toestel daarna weer in.
• Geen disk geplaatst.
- Plaats een disk.
• Hoewel er een disk geplaatst is, verschijnt “NO DISC
en
het toestel begint niet af te spelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt: Druk minstens 3 seconden op q.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op q en werp de disk uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u
nogmaals op q. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op q hebt gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
• Gekraste disk, disk is vuil, opname van slechte kwaliteit of disk niet geschikt voor dit toestel.
- Druk op
q.
- Vervang de disk.
Hi-TEMP
NO DISC
LOADING ERROR
DISK ERROR
EJECT ERROR
64-NL
Indicatie voor DVD/video-CD
• Geen disk geplaatst.
- Plaats een disk.
• Hoewel er een disk geplaatst is, verschijnt “NO DISC” en het toestel begint niet af te spelen of werpt de disk uit.
- Verwijder de disk als volgt:
Druk minstens 3 seconden op q.
•Afstandsbediening kan niet worden gebruikt.
- Met sommige disks of afspeelmodi zijn bepaalde functies niet
mogelijk. Dit wijst niet op een defect.
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
de bedrijfswaarden ligt.
- Laat het toestel uitgeschakeld tot de temperatuur daalt; schakel
het toestel daarna weer in.
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op
q en werp de disk uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet verdwenen is, drukt u
nogmaals op q. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u enkele keren op q hebt gedrukt, dient u contact op te nemen met uw Alpine-dealer.
• Gekraste disk, disk is vuil, opname van slechte kwaliteit of disk niet geschikt voor dit toestel.
- Druk op q.
- Vervang de disk.
NO DISC
HI-TEMP
DISK ERROR
LOADING ERROR
EJECT ERROR
Indicatie voor CD-wisselaar
• Beschermingscircuit wordt geactiveerd door hoge temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de uitwerptoets van het magazijn en verwijder het magazijn. Controleer de indicatie. Breng het magazijn terug in. Raadpleeg uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk..
- Druk op de magazijnuitwerpknop. Als het magazijn niet uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de Eject-toets om de uitwerpfunctie te activeren. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie beëindigd heeft, plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD te recupereren die in de CD-wisselaar achtergebleven is.
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Breng een magazijn in.
• Er wordt geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
HI-TEMP
ERROR01
ERROR02
NO MAGAZINE
NO DISC
65-NL
Technische gegevens
MONITORGEDEELTE
Schermformaat 7.0" LCD-type Transparant type TN LCD Bedrijfssysteem TFT actieve matrix Aantal beeldelementen 336.960 (1.440 × 234) Effectief aantal beeldelementen 99,99 % of meer Verlichtingssysteem Koude kathode fluorescentiebuis
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Bruikbare gevoeligheid mono 9,3 dBf (0,8 µV/75 ohm) 50 dB stilschakelgevoeligheid 13,5 dBf (1,3 µV/75 ohm) Alternatieve kanaalselectiviteit 80 dB Signaal-ruisverhouding 80 dB Stereoscheiding 45 dB Vangbereik 2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 531 –1.602 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik 153 – 281 kHz Gevoeligheid (IEC-norm) 31,6 µV/30 dB
CD-/DVD-GEDEELTE
Frequentiebereik 5 – 20.000 Hz Wow & Flutter (% WRMS) Niet meetbaar Totale harmonische vervorming 0,008 % (bij 1 kHz) Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz) Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz) Signaalsysteem NTSC/PAL Horizontale resolutie 500 lijnen of meer Video-uitgangsniveau 1Vp-p (75 ohm) Signaal-ruisverhouding video DVD: 60 dB Signaal-ruisverhouding audio Meer dan 105 dB
LEESSYSTEEM
Golflengte DVD: 665 nm
CD: 800 nm
Laservermogen KLASSE I
ALGEMEEN
Stroomvereisten 14,4 V DC
(11–16 V toelaatbaar)
Bedrijfstemperatuur 0 ºC tot + 45 ºC Maximaal uitgangsvermogen 50 W × 4 Uitgangsspanning 2.000 mV/10k ohm Gewicht (Monitorgedeelte) 2,1 kg
(Tunergedeelte) 1,2 kg
Audio-uitgangsniveau
Voorversterkeruitgang
(voor, achter): 2 V/10k ohm (max.)
Voorversterkeruitgang
(subwoofer): 2 V/10k ohm (max.) Hulpuitgang: 1,2 V /10k ohm Ai-NET: 850 mV
CHASSISFORMAAT (monitorgedeelte)
Breedte 178 mm Hoogte 50 mm Diepte 165 mm
CHASSISFORMAAT (tunergedeelte)
Breedte 275 mm Hoogte 40 mm Diepte 170 mm
• Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de specificaties en het ontwerp veranderen zonder voorafgaande kennisgeving.
•Het LCD-paneel wordt gefabriceerd volgens een ultraprecieze productietechnologie. De effectieve pixelverhouding bedraagt ruim 99,99 %. Dit betekent dat de kans bestaat dat 0,01 % van de pixels altijd aan of uit staat.
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van monitorspeler)
66-NL
Installatie en Aansluitingen
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u volgende informatie en pagina 4 tot 6 van deze handleiding grondig door te nemen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet­naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN, DIENT U DE KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
LET OP DAT KABELS NIET VERWARD RAKEN IN OMLIGGENDE VOORWERPEN.
Plaats de draden en kabels zoals beschreven in de handleiding, om hinder tijdens het rijden te vermijden. Kabels of bedrading die hinder veroorzaakt of zich kan vasthaken aan bijvoorbeeld het stuurwiel, de schakelhendel, het rempedaal enz., kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET KABELS VAN ANDERE SYSTEMEN.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om stroom af te takken voor andere systemen. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad worden overschreden, wat brand of elektrische schok tot gevolg kan hebben.
GEEN PIJPEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u voorzorgsmaatregelen nemen om geen pijpen, brandstofleidingen, reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM­OF BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze onderdelen kan de controle over het voertuig onklaar maken en brand enz. veroorzaken.
KLEINE VOORWERPEN, BIJVOORBEELD BOUTEN OF SCHROEVEN, BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG, ZOALS HET STUURWIEL OF DE VERSNELLINGSHENDEL, ZOU KUNNEN HINDEREN.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht vooruit worden belemmerd of kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig ongeval kan leiden.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich voor dit werk het best tot de dealer waarbij u dit toestel hebt gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Vergewis u ervan alleen de vermelde accessoireonderdelen te gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet stevig op zijn plaats wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen, wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de weg van bewegende onderdelen (zoals de stoelrails) of scherpe of gepunte randen. Dit voorkomt dat de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
• Denk eraan de kabel van de negatieve (-) accupool los te koppelen alvorens uw IVA-D300R/IVA-D300RB te installeren. Hierdoor vermijdt u elke mogelijkheid tot beschadiging van het toestel door een kortsluiting.
• Vergewis u ervan de kleurgecodeerde stroomdraden aan te sluiten volgens het diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit toestel. Als u de IVA-D300R/IVA-D300RB aansluit op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring waarop de IVA-D300R/IVA-D300RB wordt aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig beschadigen. Raadpleeg uw ALPINE­dealer in geval van twijfel.
• De IVA-D300R/IVA-D300RB is uitgerust met vrouwelijke RCA­aansluitingen om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren beschikken. U hebt misschien een adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende ALPINE-dealer om hulp.
• Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (–) aan te sluiten op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels van het linker- en rechterkanaal nooit met elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
• Het display moet voor de installatie volledig in de behuizing getrokken zijn. Als dit niet het geval is, kunnen er zich problemen voordoen.
• Bij installatie in auto’s dient u ervoor te zorgen dat het display kan openen en sluiten zonder in contact te komen met de versnellingshendel.
BELANGRIJK
SERIENUMMER:
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene INSTALLATIEDATUM: ruimte hieronder en houd het bij als referentie. INSTALLATIETECHNICUS: Het serienummerschildje bevindt zich op de onderzijde van het toestel. PLAATS VAN AANKOOP:
67-NL
Installatie
De plaats van installatie
Voor u de montagepositie kiest, dient u na te gaan of het display in geopende en gesloten stand de versnellingshendel niet hindert.
• Installeer het monitordisplay in een hoek van 30 graden ten opzichte van de horizontale lijn.
• De hoek van de monitor is in de fabriek afgesteld op 90 graden. In sommige auto’s kan de monitor het dashboard raken wanneer hij wordt geopend. De monitorhoek kan worden afgesteld en opgeslagen in het geheugen, zodat hij bij het openen niet langer het dashboard raakt. Voor het afstellen van de monitor, zie “Regeling van de hoek van de monitor” op pagina 26. Zelfs wanneer de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, blijft de afgestelde monitorhoek bewaard in het geheugen.
Schuif de montageslede in het dashboard. Installeer de meegeleverde steun op het monitordisplay.
• Gebruik de meegeleverde schroef (M4 ×3) om het monitordisplay te installeren. Als u een andere schroef gebruikt om het monitordisplay te installeren, kan er een storing optreden.
2
1
Het monitordisplay installeren
IVA-D300R/ IVA-D300RB
Voorframe (meegeleverd)
Bouttapeind
Metalen montagebeugel
Schroef
Zeskantmoer (M5)
Aardingsdraad
Chassis
Breedste rand moet naar onderen wijzen.
Als uw voertuig uitgerust is met de steun, monteert u de lange zeskantbout in het achterpaneel van de IVA-D300R/IVA­D300RB en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout. Als uw wagen niet over de montagebeugel beschikt, versterkt u het monitordisplay met de metalen montagebeugel (niet meegeleverd). Bevestig de aardingsdraad van het toestel aan een schoon metalen punt met behulp van een schroef () die reeds op het chassis van het voertuig bevestigd is.
• Voor schroeven gemerkt met ★★ gebruikt u een geschikte schroef
voor de gekozen montageplaats.
Verbind elke ingangsdraad afkomstig van een versterker of equalizer met de overeenkomstige uitgangsdraad afkomstig van links achter van de IVA-D300R/IVA-D300RB. Verbind alle andere draden van de IVA-D300R/IVA-D300RB overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk aansluitingen.
Schuif de IVA-D300R/IVA-D300RB in het dashboard. Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Daardoor wordt het toestel stevig vergrendeld en kan het niet loskomen van het dashboard. Installeer het meegeleverde voorframe.
Demontage
1 Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig
gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse positie te duwen (zie stap 3). Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór de tweede pen wordt losgemaakt.
2 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat
het niet meer vastklikt.
< JAPANSE AUTO >
Installeren met de originele steun van het voertuig.
• Gebruik de meegeleverde schroef (M4 ×6) om het monitordisplay te installeren. Als u een andere schroef gebruikt om het monitordisplay te installeren, kan er een storing optreden.
3
Steun
Dashboard
Bevestigingsmof (meegeleverd)
Zeskantbout (meegeleverd)
Rubberen dop (meegeleverd)
Schroeven (M4 x 3) (meegeleverd)
Bevestigingssteun (meegeleverd)
IVA-D300R/ IVA-D300RB
Borgpen
Schroeven (M4 x 6)
Aardingsdraad
IVA-D300R/ IVA-D300RB
(meegeleverd)
Bevestigingssteun
68-NL
Voorzichtig
Blokkeer de ventilator of de warmteafvoer van het toestel niet, want hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan de warmte in het toestel zich opstapelen en brand veroorzaken.
Bevestiging met velcro
Als de tuner met velcro wordt bevestigd, dient u een vlakke plaats te kiezen. Bevestig het toestel niet aan de onderzijde van het dashboard of op de hoedenplank met behulp van velcro.
Verwijder het beschermpapier en bevestig twee stukken velcro aan de onderzijde van de tuner.
Controleer de positie en bevestig de tuner dan op de vloermat.
Montage met schroeven
Als de tuner met schroeven wordt bevestigd, dient u een vlakke plaats te kiezen. Als u gaten boort, dient u op te letten dat u geen leidingen of draden krast.
Bevestig de steun op de twee zijkanten van de tuner met behulp van de meegeleverde panschroeven (M4 ××8).
1
2
1
De tunerkast installeren
DC/DC-omzetter installeren
Installeer de tuner op de vloer met de meegeleverde zelftappende schroeven met flenskop (M4 XX 14).
Installeer de DC/DC-omzetter op de vloer met de meegeleverde zelftappende schroeven met flenskop (M4
××
14).
2
Luchtventilatiegat
<Zijkant van tunerkast>
Zelftappende schroeven met flenskop (M4 x 14) (meegeleverd)
Tunerkast
Beschermpapier
Velcro (meegeleverd)
Beschermpapier
Tunerkast
Zelftappende schroeven met flenskop (M4 x 14) (meegeleverd)
DC/DC-omzetter
Tunerkast
Steun (meegeleverd)
Panschroeven (M4 x 8) (meegeleverd)
69-NL
Aansluitschema van SPST-schakelaar (afzonderlijk verkocht)
Aansluiting draad parkeerrem
Indien nodig gebruikt u een knijpconnector om de draad van de parkeerrem, enz. aan te sluiten.
(Als de een geschakelde stroomdraad niet beschikbaar is)
• Als uw voertuig niet over een geschakelde stroomdraad beschikt, dient u een SPST-schakelaar (Single Pole, Single Throw) (afzonderlijk verkocht) en een zekering (afzonderlijk verkocht) toe te voegen.
• Het schema en de zekeringwaarde hierboven gelden als de IVA-D300R/IVA-D300RB afzonderlijk wordt gebruikt.
• Als de geschakelde vermogensdraad (ontsteking) van de IVA-D300R/IVA-D300RB rechtstreeks wordt verbonden met de positieve (+) pool van de accu van het voertuig, verbruikt de IVA-D300R/IVA-D300RB een weinig stroom (enkele honderden milliampères), zelfs als zijn schakelaar in de uitgeschakelde stand staat, waardoor de accu ontladen kan raken.
21
Om te voorkomen dat externe ruis het audiosysteem binnendringt.
Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de draadbundels van de auto.
Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan. Uw
Alpine-dealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
Voertuigkabel
Knijpconnector
Monitordisplaykabel
Stop
Tang
Contactslot
IVA-D300R/IVA-D300RB
(Monitor en tunerkast)
(Rood)
Accu
(Geel)
SPST-schakelaar (optioneel)
ZEKERING (20 A) (Optioneel)
ZEKERING (5 A) (Optioneel)
Accu
70-NL
Aansluitingen (IVA-D300R/IVA-D300RB bedradingsschema)
Antenne
Naar interfacedoos van afstandsbediening
!2
IVA-D300R/IVA-D300RB Tunerkast
!1
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
!8
DISPLAY OUT
!9
@0
!7
EQ/DIV
NORM
we
o
!0
!1
PRE IN/OUT
AUX OUT
AUDIO
AUX IN
IVA-D300R/IVA-D300RB <Monitor>
i
SUBW.
REAR
FRONT
L
R
Ai-NET
EXT.OUT
AV.SELECTOR
CAMERA IN
VIDEO
L
R
RADIO ANTENNA IN
#7
(Blauw)
(Rood)
r
MASSA
(Zwart)
!3
!4
!5
!6
Naar verlichtings­draad instrumenten­groep
Naar ingangsdraad afstandsbediening.
Naar uitgangsdraad afstandsbediening.
Naar pluszijde van signaaldraad achterlicht van auto
Naar monitor­besturingsdraad.
#0
#3
#5
VERLICHTING VERLICHTING
(Oranje)
ACCU
(Geel)
MASSA
(Zwart)
@8 @7 @6
@5 @4
t
y
u
BEDIENINGS­DRAAD UIT
BEDIENINGS­DRAAD IN
(Oranje)
ACCU
(Geel)
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
ACHTERUIT
(Oranje/Wit)
M.CONT
(Wit/Roze)
@3
INSCHAKELDRAAD
@2
@1
VERSTERKER
(Blauw/Wit)
ELEKTRISCHE
ANTENNE
(Blauw)
INGANGSDRAAD
AUDIO-ONDERBREKING
(MUTE)
(Roze/Zwart)
HANDREM
(Geel/Blauw)
CONTACTSLOT
(Rood)
ACCU
(Geel)
MASSA
(Zwart)
@9
#1
#2
#4
#6
y
EL. ANT.
CONTACTSLOT
q
Opmerking:
Verbind de draden correct nadat u de ISO-
LUIDSPREKER LINKS VOOR
(Wit)
Zwart)
LUIDSPREKER LINKS ACHTER
(Groen/ Zwart)
LUIDSPREKER RECHTS ACHTER
(Violet)(Groen)(Wit/
(Violet/ Zwart)
LUIDSPREKER RECHTS VOOR
(Grijs/Zwart) (Grijs)
connectoraansluitingen voor de accu en het contactslot hebt geïdentificeerd.
$5 $4 $3 $2u$1 $0 #9 #8
Kan. L-V Kan. L-A Kan. R-A Kan. R-V
• Zet de systeemschakelaar op “NORM” als alleen een wisselaar aangesloten is (als de Ai-NET-compatibele equalizer niet wordt gebruikt).
71-NL
q ISO-antenneplug w Omzetterstekker ISO-antenne (meegeleverd) e Antenneverlengkabel r ISO-aansluiting (meegeleverd) t Verlichtingsdraad (Oranje)
Deze stroomdraad mag worden aangesloten op de stroomdraad voor de instrumentengroepverlichting. Op die manier kan de achterverlichting van de IVA-D300R/IVA­D300RB worden gedimd als de lichten van het voertuig worden ingeschakeld.
y Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
u Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met blank metaal en degelijk vastgezet is met de meegeleverde plaatmetaalschroef.
i Zekeringhouder (10 A) o Digitale uitgangsaansluiting (optisch)
Gebruikt als toestellen worden gecombineerd die compatibel zijn met digitale glasvezelingang.
!0 Interfaceconnector afstandsbediening
Verbinden met interfacedoos afstandsbediening.
!1 Voedingsconnector !2 DC/DC-omzetter
Installeer de omzetter niet waar hij bloot kan staan aan water,
zoals onder de vloermat of de airco. Dit kan een storing veroorzaken.
Bundel de kabel van de DC/DC-omzetter niet samen met andere
audiokabels. Plaats de kabels evenmin direct naast het toestel. Dit zou ruis in het systeem kunnen veroorzaken.
Houd de DC/DC-omzetter op een veilige afstand van de
antennekabels en de achterzijde van het toestel, anders kan er ruis ontstaan als een radio-uitzending wordt ontvangen.
!3 Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN van het externe Alpine-toestel. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
!4 Bedieningsdraad IN (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad UIT van het externe Alpine-toestel.
!5 Achteruitdraad (Oranje/Wit)
Gebruik deze draad alleen als een achteruitrijcamera aangesloten is. Verbind de plus-zijde van het achteruitlicht van de auto dat aangaat als de transmissie in achteruit (R) wordt geschakeld. Schakelt het videobeeld naar de achteruitrijcamera. Is gekoppeld met het in achteruitversnelling (R) schakelen.
!6 Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de achtermonitor met aanraakscherm.
!7 Monitorverlengkabel (meegeleverd) !8 Aansluiting afstandsbediening IN/UIT !9 Aansluiting display-uitgang @0 Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de
schakelaar verandert.
@1 Antennebus
@2 AUX-ingangsaansluitingen/AUX-
uitgangsaansluitingen
Als deze aansluitingen worden verbonden met de optionele expansiedoos (VPE-S431), worden de AUX­ingangen en -uitgangen op dit toestel niet gebruikt. Verbind AUX IN 1, 2 en 3, en de AUX OUT 1- en 2­aansluitingen van de expansiedoos (VPES431) met het (de) externe toestel(len).
@3 AV-keuzeconnector
Als deze connector wordt verbonden met de optionele expansiedoos (VPE-S431), verbind u hem met de aansluiting HEAD UNIT van de VPE-S431.
@4 Ext. uitgangsaansluiting
Als deze aansluiting wordt verbonden met de optionele Amplifier Link-compatibele monoversterker, verbindt u hem met de optionele Amplifier Link-kast en voert u het Amplifier Link-besturingssignaal uit.
@5 Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, enz.) die uitgerust zijn met Ai-NET.
@6 Aansluiting vooringang/-uitgang
Gebruikt om een versterker of equalizer aan te sluiten..
@7 Aansluiting achteringang/-uitgang
Gebruikt om een versterker of equalizer aan te sluiten.
@8 Aansluiting subwooferuitgang
Verbind de ingangsdraad van een versterker voor de subwoofer met deze aansluiting.
@9 Inschakeldraad versterker (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw versterker of signaalprocessor.
#0 Naar equalizer of versterker #1 Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische antenne, indien van toepassing.
#2 Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
(Roze/Zwart)
#3 Naar autotelefoon #4 Handremdraad (Geel/Blauw)
Sluit deze draad aan op de voedingszijde van de handremschakelaar om de statussignalen van de handrem door te sturen naar de IVA-D300R/IVA-D300RB.
#5 Verbind deze draad met de handremdraad die
gevoed wordt als de handrem aangezet is.
#6 Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open contact in de zekeringkast van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de hulppositie staat.
#7 Zekeringhouder (10 A) #8 Uitgangsstroomdraad (Grijs) luidspreker rechts
vooraan (+)
#9 Uitgangsstroomdraad (Grijs/Zwart) luidspreker
rechts vooraan (–)
$0 Uitgangsstroomdraad (Violet/Zwart) luidspreker
rechts achteraan (–)
$1 Uitgangsstroomdraad (Violet) luidspreker rechts
achteraan (+)
$2 Uitgangsstroomdraad (Groen) luidspreker links
achteraan (+)
$3 Uitgangsstroomdraad (Groen/Zwart) luidspreker
links achteraan (–)
$4 Uitgangsstroomdraad (Wit/Zwart) luidspreker links
vooraan (–)
$5 Uitgangsstroomdraad (Wit) luidspreker links
vooraan (+)
72-NL
Voorbeeld van systeem
• Als een toestel dat compatibel is met digitale glasvezel wordt aangesloten, moet de modus van dit toestel worden ingesteld. Zie “Digitale uitgang instellen” (pagina 30) en schakel de functie in. Zie dan “Selectie optische digitale ingang voor externe audioprocessor” (pagina 34) en verander de instelling.
• *Als de PXA-H510 wordt aangesloten:
- Verbind de aansluiting van de digitale glasvezelingang met de DVD.
- De IVA-D300R/IVA-D300RB en DVA-5205P of DVA-5210 kunnen niet tegelijk worden aangesloten als digitale glasvezel wordt gebruikt.
• Als de NVE-N055PS aangesloten is voor het navigatiesysteem, dient u de RGB-omzettingskabel KCE-030N (afzonderlijk verkocht) te gebruiken.
Houd rekening met het volgende als u glasvezelkabel gebruikt.
• Wikkel de glasvezelkabel niet in een straal van minder dan 30 mm.
• Plaats niets op de glasvezelkabel.
Verbind de Ai-NET-compatibele audioprocessor (compatibel met digitale glasvezel), navigatiesysteem, DVD-speler en -wisselaar.
IVA-D300R/IVA-D300RB monitor
NVE-N077PS/NVE-N099P
Navigatiesysteem
(afzonderlijk
verkocht)
q
IVA-D300R/IVA-D300RB
Tunerkast
SUBW.
PRE IN/OUT
REAR
FRONT
L
POWER SUPPLY
w
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
e
r
EQ/DIV
R
Ai-NET
EXT.OUT
AV.SELECTOR
CAMERA IN
AUX OUT
VIDEO
L
AUDIO
R
AUX IN
RADIO ANTENNA IN
u
y
Ai-NET­kabel
Digitale glasvezel Ingangsaansluiting (voor DVD-speler)
!0
o
i
NORM
(Geel)
Glasvezelkabel
t
Glasvezelkabel
*Aansluiting digitale
glasvezelingang (voor head-unit)
Audioprocessor (Ai-NET)
(Compatibel met glasvezel)
(afzonderlijk verkocht)
yy
Aansluiting
!2
digitale glasvezelingang (voor wisselaar)
1!0
Ai-NET­kabel
**
Glasvezel­kabel
!0
!4
(Wit/Bruin)
BEDIENINGS­DRAAD UIT
!3
(Wit/Bruin)
BEDIENINGS­DRAAD IN
DVD-videospeler
(DVA-5210, enz.)
(afzonderlijk verkocht)
Ai-NET-kabel
!5
!1
Alleen aansluiting van CD-wisselaar die compatibel
**
CD-wisselaar (Ai-NET) (afzonderlijk verkocht)
is met digitale glasvezel
73-NL
q RGB-kabel (meegeleverd bij navigatie) w Aansluiting afstandsbediening IN/UIT e RGB-ingangsaansluiting
Verbind deze met het RGB-uitgangscontact van het navigatiesysteem.
r Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
• Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de schakelaar verandert.
t Digitale uitgangsaansluiting y Ai-NET-connector
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsconnector van andere producten die uitgerust zijn met Ai-NET.
u AUX video-ingangsaansluiting
Verbind de video-uitgangsdraad van een DVD-videospeler of DVD-wisselaar met dit contact.
i RCA-verlengkabel (meegeleverd bij DVD-videospeler) o Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-videospeler) !0 Glasvezelkabel (afzonderlijk verkocht) !1 Ai-NET-kabel (meegeleverd bij audioprocessor) !2 Ai-NET-kabel (meegeleverd bij CD-wisselaar) !3 Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN van het externe Alpine-toestel. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
!4 Naar Ai-NET-connector (Grijs) !5 Naar Ai-NET-connector (Zwart)
74-NL
Als externe apparatuur wordt aangesloten
q Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de
schakelaar verandert.
w Aansluiting afstandsbediening IN/UIT e Camera-ingangsconnector
Als een achteruitrijcamera wordt aangesloten.
r AUX video/audio-uitgangsaansluiting
Gebruikt om een optionele monitor enz. aan te sluiten.
t AUX video/audio-ingangsaansluiting y Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de achtermonitor met aanraakscherm.
u Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN van het externe Alpine-toestel. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
i Bedieningsdraad IN (Wit/Bruin) o Verbind de plus-zijde van het achteruitlicht van de
auto dat aangaat als de transmissie in achteruit (R) wordt geschakeld. Schakelt het videobeeld naar de achteruitrijcamera. Is gekoppeld met het in achteruitversnelling (R) schakelen.
!0 RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
q
EQ/DIV
NORM
*
Verbind deze met de achtermonitor met aanraakscherm.
w
Tunerkast
POWER SUPPLY
REMOTE IN/OUT
NAVIGATION IN
DISPLAY OUT
(Wit/Roze)
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
(Oranje/Wit)
PRE IN/OUT
r
AUX OUT
AUX IN
BEDIENINGS­DRAAD UIT
BEDIENINGS­DRAAD IN
FRONT
(MONO)
AUDIO
M.CONT
ACHTERUIT
IVA-D300R/IVA-D300RB
SUBW.
REAR
VIDEO
L
R
RADIO ANTENNA IN
AV.SELECTOR
CAMERA IN
Naar audio-ingangsaansluiting
!0
Achtermonitor
(afzonderlijk verkocht)
Naar video-ingangsaansluiting
L
R
Ai-NET
EXT.OUT
e
!0
Naar video-uitgangsaansluiting
Achteruitrijcamera
(afzonderlijk verkocht)
t
!0
Naar video-uitgangsaansluiting
Tv-tuner of videorecorder
(afzonderlijk verkocht)
Naar audio-uitgangsaansluiting
y
u
i
M.CONT
BEDIENINGS­DRAAD IN
BEDIENINGS­DRAAD UIT
(Wit/Roze)
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
o
Gebruik deze draad alleen als een achteruitrijcamera aangesloten is.
75-NL
Sluit een expansiedoos (VPE-S431), DVD-speler, DVD-wisselaar of monitor met aanraakscherm aan.
q Systeemschakelaar
Als een equalizer of verdeler met Ai-NET-functie aangesloten is, zet u deze schakelaar in de EQ/DIV-stand. Als geen toestel aangesloten is, laat u de schakelaar in de stand NORM staan.
Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de
schakelaar verandert.
w Naar AV-keuzeaansluiting
e AUX video/audio-uitgangsaansluiting
r RCA-verlengkabel (afzonderlijk verkocht)
t AV-keuzekabel (meegeleverd bij VPE-S431)
y Monitorbesturingsdraad (Wit/Roze)
Verbind deze draad met de monitorbesturingsdraad van de achtermonitor met aanraakscherm.
u Bedieningsdraad UIT (Wit/Bruin)
Verbind deze draad met de bedieningsdraad IN van het externe Alpine-toestel. Deze draad levert de stuursignalen afkomstig van de afstandsbediening.
i Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-videospeler) o Ai-NET-kabel (meegeleverd bij DVD-wisselaar) !0 Naar Ai-NET-connector (Zwart) !1 Naar Ai-NET-connector (Grijs)
DISPLAY OUT
NAVIGATION IN
REMOTE IN/OUT
PRE IN/OUT
Ai-NET
FRONT
L
R
SUBW.
REAR
POWER SUPPLY
AUX OUT
AUX IN
VIDEO
AUDIO
R
L
RADIO ANTENNA IN
CAMERA IN
AV.SELECTOR
EXT.OUT
NORM
EQ/DIV
q
w
r
r
r
o
!1
!0
!0
i
r
u
y
u
t
e
IVA-D300R/IVA-D300RB
Tunerkast
Naar AUX- (AUX IN 3) ingangsaansluitingen
Naar AUX- (AUX IN 1) ingangsaansluitingen
Naar AUX- (AUX IN 2) ingangsaansluitingen
(Wit/Bruin)
Naar video­ingangsaansluitingen
Naar audio­ingangsaansluitingen
(Wit/Roze)
(AUX2)
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
Naar AUX­uitgangsaansluitingen
M.CONT
EXPANSIEDOOS
(VPE-S431)
(afzonderlijk verkocht)
DVD-SPELER
(afzonderlijk verkocht)
DVD-WISSELAAR
(afzonderlijk verkocht)
ACHTERMONITOR
MET AANRAAKSCHERM
(afzonderlijk verkocht)
M.CONT
BEDIENINGS­DRAAD UIT
BEDIENINGS­DRAAD IN
(AUX1)
(Wit/Roze)
(AUX2)
(AUX1)
BEDIENINGS­DRAAD UIT
(Wit/Bruin)
(Wit/Bruin)
BEDIENINGS­DRAAD IN
BEDIENINGS­DRAAD IN
BEDIENINGSD­RAAD UIT
Als de expansiedoos (VPE-S431) verbonden is met een DVD-videospeler of DVD-wisselaar, verbindt u deze met AUX IN 1. Indien u hem verbindt met AUX IN 2, zal de afstandsbediening niet werken. Als beide verbonden worden, verbindt u de DVD­videospeler met AUX IN 1 en de DVD-wisselaar met AUX IN 2.
Loading...