Navigatiesoftware voor de Alpine INE-W920R/INE-W928R
Nederlands (NL)
Bedankt dat u de Alpine-NAVI hebt gekozen als uw autonavigatiesysteem. Begin uw apparaat
meteen te gebruiken. In dit document vindt u een gedetailleerde beschrijving van de navigatiesoftware.
Tijdens het gebruik raakt u gemakkelijk bekend met de software. Wij willen u echter toch aanraden deze
handleiding te lezen om vertrouwd te raken met de schermen en functies.
2
Inhoud
1 Waarschuwingen en veiligheidsinformatie ........................................................................... 6
2 Van start gaan ......................................................................................................................... 7
2.1 Toetsen en andere bedieningselemen
ten op het scherm ...................................................................8
2.1.1 De toetsenborden gebruiken ................................................................................................................... 10
2.1.2 Beyond single screen tap ........................................................................................................................ 11
2.2 Het kaartscherm ............................................................................................................................. 11
2.2.1 Navigeren op de kaart ............................................................................................................................ 11
2.2.2.1 Voertuigaanduiding en vergrendelen op de weg .............................................................................................. 13
2.2.2.2 Geselecteerde locatie op de kaart (cursor) en geselecteerd kaartobject ................................................ .......... 14
2.2.3 Objecten op de kaart .............................................................................................................................. 14
2.2.3.1 Straten en wegen .............................................................................................................................................. 14
2.2.3.2 Volgende afslag en Volgende straat ................................................................................................................. 14
2.2.3.3 Rijstrookinformatie en Wegwijzers .................................................................................................................. 16
2.2.3.7 Elementen van de actieve route ....................................................................................................................... 18
3.1.1 Een adres of deel ervan invoeren ........................................................................................................... 27
3.1.1.1 Een adres invoeren .......................................................................................................................................... 28
3.1.1.2 Het midden van een straat als bestemming invoeren ....................................................................................... 30
3.1.1.3 Een kruispunt als bestemming van uw route instellen ...................................................................................... 32
3.1.1.4 Het centrum van een stad of plaats als bestemming instellen. ......................................................................... 33
3.1.1.5 Een adres met postcode invoeren ..................................................................................................................... 35
3.1.1.6 Tips om adressen snel in te voeren .................................................................................................................. 37
3.1.2 Uw bestemming selecteren uit de interessante plaatsen ......................................................................... 37
3.1.2.1 Snelzoeken naar een interessante plaats .......................................................................................................... 38
3.1.2.2 Een interessante plaats zoeken met behulp van ingestelde categorieën ........................................................... 39
3.1.2.3 Een interessante plaats zoeken op categorie .................................................................................................... 41
3.1.2.4 Een interessante plaats zoeken op naam .......................................................................................................... 44
eren ....................................................................................... 27
3
3.1.2.5 Hulpdiensten in de buurt zoeken via 'Waar ben ik?' ........................................................................................ 47
3.1.3 De optie voor vrij zoeken gebruiken ...................................................................................................... 49
3.1.4 Een locatie op de kaart als bestemming selecteren ................................................................................ 50
3.1.5 Uw bestemming selecteren uit uw Adresboek ....................................................................................... 51
3.1.6 Een recente bestemming selecteren uit de geschieden is ........................................................................ 52
3.1.7 De coördinaten van de bestemming invoeren. ....................................................................................... 53
3.1.8 Naar een locatie navigeren die in een foto is opgeslagen ....................................................................... 54
3.1.9 Een route samenstellen uit de lijst met bestemmingen (Route maken) .................................................. 55
3.2 De volledige route op de kaart bekijken ......................................................................................... 56
3.3 De route-parameters controleren en route-gerelateerde functies openen ..................................... 56
3.4 De route aanpassen ........................................................................................................................ 57
3.4.1 Een nieuwe bestemming kiezen wanneer u al een route heeft: nieuwe route, tussenpunt of
Het navigatiesysteem helpt u de weg te vinden naar uw gekozen bestemming met behulp van een
verbonden GPS-ontvanger. De software geeft uw GPS-positie niet door aan derden; anderen kunnen u
niet opsporen.
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit absoluut veilig is. Als u de bestuurder van de auto bent, raden wij
u aan uw software in te stellen voordat u op weg gaat. Plan uw route voordat u vertrekt en stop op een
veilige plaats indien u de route wilt veranderen.
Houd u aan de aanwijzingen op de verkeersborden en de wegbelijning. Als u van de aanbevolen route
afwijkt, zal uw software de instructies overeenkomstig aanpassen.
6
2 Van start gaan
Als u de navigatiesoftware de eerste keer gebruikt, wordt een automatisch proces gestart voor het
instellen van de basisinstellingen. Ga als volgt te werk:
1. Selecteer de taal die het programma op het scherm gebruikt. U kunt deze later altijd nog wijzigen
onder Regionale instellingen (pagina 88).
2. Lees de licentieovereenkomst voor eindgebruikers. Tik op
3. De Configuratiewizard wordt geactiveerd. Tik op
4. Selecteer de taal en de spreker voor de gesproken begeleiding. U kunt deze instellingen later altijd
nog wijzigen onder Geluid en waarschuwingen (pagina 88).
5. Zo nodig, kunt u het tijdformaat en de instellingen van eenheden wijzigen. U kunt deze later altijd
nog wijzigen onder Regionale instellingen (pagina 88).
om verder te gaan.
om verder te gaan.
6. Eventueel kunt u de standaardopties voor het plannen van de route wijzigen. U kunt deze later
altijd nog wijzigen onder Route-instellingen (pagina 81).
7
7. De basisinstellingen zijn nu compleet. De Configuratiewizard kan later opnieuw worden
geactiveerd vanuit het menu Instellingen (pagina 77).
Na afro
nding van de basisinstellingen verschijnt het kaartscherm en is de software klaar voor gebruik.
2.1 Toetsen en andere bedieningselementen op het scherm
Wanneer u de software gebruikt, tikt u in de regel op de toetsen op het aanraakscherm.
U hoeft selecties of wijzigingen alleen te bevestigen als het programma opnieuw moet worden opgestart,
de configuratie aanzienlijk wordt gewijzigd, of wanneer het gevaar bestaat dat u bepaalde gegevens of
instellingen zou kunnen kwijtraken. In alle andere gevallen slaat de software uw selecties op en past de
nieuwe instellingen toe zonder dat u die moet bevestigen.
Type Voorbeeld Beschrijving Hoe te gebruiken
Toets
Toets met
waarde
Tik erop om een functie te
activeren, een nieuw scherm te
openen, of een parameter in te
stellen.
Sommige toetsen tonen de
actuele waarde van een veld of
instelling. Tik op de toets om de
waarde te wijzigen. Na de
wijziging, wordt de nieuwe
waarde getoond op de toets.
Eenmaal aantikken.
Eenmaal aantikken.
Pictogram
Geeft de status weer.
8
Sommige pictogrammen
werken ook als toets.
Eenmaal aantikken.
Lijst
Selectievakje
Selectievakje
Als u uit meerdere opties kunt
kiezen, staan deze in een lijst.
Als er maar een paar
keuzemogelijkheden zijn,
kunnen er selectievakjes in
plaats van lijsten worden
gebruikt. Er kan maar één
waarde worden geselecteerd.
Wanneer er slechts twee
keuzemogelijkheden zijn, geeft
de markering aan welke functie
is geactiveerd.
Raak de lijst op een
willekeurige plek aan, en
schuif uw vinger omhoog of
omlaag. Afhankelijk van de
schuifsnelheid, zal de lijst
snel of langzaam
verschuiven; slechts een
klein stukje of helemaal tot
het einde.
Ook kunt u van pagina naar
pagina gaan met de toetsen
en en op de
gewenste optie tikken.
Tik op een van de
onderstaande toetsen om
een nieuwe waarde te
selecteren.
Tik erop om het
selectievakje aan of uit te
vinken.
Schuifbalk
Virtueel
toetsenbord
Indien een bepaalde functie op
verschillende opeenvolgende
waarden kan worden gezet,
toont de software een indicator
op een meter, waarmee u de
waarde kunt weergeven en
instellen.
Alfabetisch en alfanumeriek
toetsenbord voor het invoeren
van tekst en getallen.
•Sleep met de toets
de schuifbalk naar de
nieuwe positie.
•Tik op de schuifbalk
op de plek waarheen
u de toets wilt
verplaatsen, de toets
springt dan naar die
plek.
Elke toets is een
aanraaktoets.
9
2.1.1 De toetsenborden gebruiken
U hoeft alleen letters of cijfers in te typen als dat absoluut noodzakelijk is. U kunt met uw vingertoppen op
de toetsen typen die op een volledig scherm worden weergegeven en u kunt wisselen tussen
verschillende toetsenbordindelingen, zoals Engels, Grieks of numeriek.
Taken Aanwijzing
De indeling van het toetsenbord
wijzigen, bijv. van een Engels naar
een Grieks toetsenbord
Uw invoer via het toetsenbord
corrigeren
Tik op de toets
toetsenbordindeling uit de lijst.
Tik
Tik en houd de toets ingedrukt om meerdere tekens, of de hele
invoerreeks te wissen.
om het/de ongewenste teken(s) te verwijderen.
en selecteer de nieuwe
Een spatie invoeren, bijvoorbeeld
tussen voor- en achternaam of bij
straatnamen die uit meerdere
woorden bestaan
Hoofd- en kleine letters invoeren
Symbolen invoeren
De invoer via het toetsenbord
afsluiten (het getoonde
zoekresultaat goedkeuren)
De invoer via het toetsenbord
afsluiten (de lijst met zoekresultaten
openen)
De invoer via het toetsenbord
afsluiten (uw invoer opslaan)
Tik op de toets
Wanneer u een tekst invoert, verschijnt de eerste letter als
hoofdletter en de rest van de tekst in kleine letters. Tik op
een hoofdletter in te voeren, of tik twee keer om Caps Lock aan te
zetten. Tik opnieuw om terug te keren naar kleine letters.
Tik op
geven.
Tik op
Tik op
Tik op
om een toetsenbord met cijfers en symbolen weer te
.
onderaan, in het midden van het scherm.
om
.
.
De invoer via het toetsenbord
annuleren (terugkeren naar het
vorige scherm)
Tik op
.
10
2.1.2 Beyond single screen tap
Doorgaans hoeft u alleen maar één keer op het scherm te tikken. Sommige functies zijn echter
toegankelijk door gecombineerd tikken op het aanraakscherm. Deze functies zijn de volgende:
Handeling Details
Tikken op het scherm
en vasthouden
Bewegingen
(slepen&loslaten)
U kunt op de volgende toetsen tikken en die vasthouden voor extra functies:
•Als u in het kaartscherm op een van de toetsen
, en klikt en deze vasthoudt: kunt u de kaart
ononderbroken draaien, kantelen of schalen.
•Als u in toetsenbordschermen op
kunt u meerdere tekens snel wissen.
•Als u in lange lijsten op
u zonder onderbreking naar andere pagina's navigeren.
Slepen en loslaten doet u alleen wanneer u bijv.:
• een schuifbalk verschuift.
• Door de lijst bladeren: raak de lijst op een willekeurige plek aan, en
schuif uw vinger omhoog of omlaag. Afhankelijk van de schuifsnelheid,
zal de lijst snel of langzaam verschuiven; slechts een klein stukje of
helemaal tot het einde.
of tikt en deze toets vasthoudt, kunt
klikt en deze toets vasthoudt,
, , ,
•De kaart verschuiven in de kaartzoekmodus: 'pak' de kaart en beweeg
deze in de gewenste richting.
2.2 Het kaartscherm
2.2.1 Navigeren op de kaart
Het kaartscherm is het meest gebruikte scherm van de software.
Het toont de huidige positie (de voertuigaanduiding, standaard een blauwe pijl), de aanbevolen route (een
oranje lijn), en de omgeving op de kaart.
De toepassing wordt gestart in een volledig Kaartscherm. Tik op
kaart te halveren, zodat informatie van uw Alpine-NAVI-audiosysteem in de andere helft van het
scherm getoond kan worden. U kunt kiezen aan welke kant van het kaartscherm de navigatie wordt
getoond. U tikt gewoon op het audiogedeelte en sleept het naar de andere kant van het scherm.
om het formaat van de
11
Als de GPS-positie niet bekend is, wordt de voertuigaanduiding transparant weergegeven. De laatst
bekende positie wordt getoond.
In de linkerbovenhoek ziet u gekleurde stippen die rond een satellietsymbool draaien. Hoe meer groene
stippen u ziet, hoe groter de kans op het verkrijgen van een geldige GPS-positie.
Zodra de GPS-positie beschikbaar is, zal de voertuigaanduiding volledig in kleur worden getoond, en
wordt uw huidige positie weergegeven.
Op het scherm ziet u schermpictogrammen en gegevensvelden. Hiermee kunt u navigeren. Tijdens de
navigatie toont het scherm route-informatie.
Twee gegevensvelden worden aan de linkerkant getoond.
De gegevensvelden verschillen wanneer u langs een actieve route navigeert van wanneer u geen
specifieke bestemming hebt (de oranje lijn wordt dan niet getoond).
Standaardgegevensvelden bij het rijden zonder bestemming (tik op één van velden om de waarde te
wijzigen):
Veld Beschrijving
Toont uw actuele snelheid doorgegeven door de GPS-ontvanger.
Geeft de snelheidslimiet aan die geldt voor de weg waarover u rijdt, indien bekend.
12
A
Standaardgegevensvelden bij het rijden langs een route (tik op één van velden om de waarde te
wijzigen):
Veld Beschrijving
Geeft de afstand aan, die u nog op uw route moet afleggen, voordat u uw
eindbestemming hebt bereikt.
Geeft aan, hoe lang het nog duurt tot u de eindbestemming van uw route bereikt,
gebaseerd op de beschikbare informatie over de resterende trajecten van de
route.
ls uw apparaat live verkeersinformatie kan ontvangen, wordt bij het berekenen
rekening gehouden met ontvangen vertragingen in het verkeer die zich op uw
route voordoen. Deze berekening is echter meestal inaccuraat.
Er kan ook rekening worden gehouden met verkeerspatronen, wanneer deze
gegevens beschikbaar zijn.
Er zijn drie modi voor de kaartweergave beschikbaar. Tik op de toets onder de gegevensvelden om de
weergave te wijzigen:
•
•
•
: 3D-perspectief gedraaid in de richting waarin u reist.
: 2D-bovenaanzicht naar het Noorden gekeerd.
: 2D-bovenaanzicht gedraaid in de richting waarin u reist.
2.2.2 Positiemarkeringen
2.2.2.1 Voertuigaanduiding en vergrendelen op de weg
Wanneer uw GPS-positie bekend is, markeert de software uw actuele positie met de voertuigaanduiding.
Standaard wordt deze weergegeven door een blauwe pijl, maar u kunt dit pictogram in de instellingen
wijzigen.
Als u on-road-navigatie hebt geselecteerd, kan het zijn dat de voertuigaanduiding niet uw exacte GPSpositie en rijrichting toont. Wanneer er wegen nabij liggen, bevindt deze zich bij de dichtstbijzijnde weg,
om afwijkingen te compenseren van de GPS-positie en de richting waarin u zich beweegt.
Als u off-road-navigatie selecteert: Bevindt de voertuigaanduiding zich op uw exacte GPS-positie. De
richting van de pijl geeft uw actuele rijrichting aan.
13
2.2.2.2 Geselecteerde locatie op de kaart (cursor) en geselecteerd kaartobject
U kunt een locatie op de kaart op de volgende manieren markeren:
• Tik op de kaart tijdens de navigatie,
• Tik op de kaart wanneer u wordt gevraagd om de bestemming aan het einde van een
zoekopdracht te bevestigen, of
•Tik op de kaart onder Op kaart zoeken (pagina 50)
Als er ee
wordt weergegeven als een stralende rode punt (
De locatie van de cursor kan worden gebruikt als de bestemming van de route, een nieuw
waarschuwingspunt, u kunt naar locaties erom heen zoeken, of u kunt deze locatie opslaan als
adresboekitem.
U kunt ook een aantal objecten op de kaart selecteren. Als u op de kaart het pictogram van een
interessante plaats of een waarschuwingspunt aantikt, wordt dit object geselecteerd (er wordt een rode
cirkel omheen getoond); u kunt dan informatie over dit object krijgen of u kunt het als routepunt
gebruiken.
n locatie op de kaart is geselecteerd, verschijnt op dat punt de cursor op de kaart. De cursor
), zodat deze zichtbaar is op alle zoomniveaus.
2.2.3 Objecten op de kaart
2.2.3.1 Straten en wegen
De software geeft straten weer op dezelfde manier als papieren wegenkaarten. De kleuren en de breedte
komen overeen met de betekenis: u kunt gemakkelijk een snelweg van een gewone straat
onderscheiden.
2.2.3.2 Volgende afslag en Volgende straat
Bij het navigeren van een route, toont de bovenkant van het kaartscherm informatie over de volgende
gebeurtenis op de route (manoeuvre) en de volgende straat of volgende stad/pla ats.
In de linkerbovenhoek bevindt zich een veld dat de volgende manoeuvre toont. Zowel het soort
gebeurtenis (afslag, rotonde, snelweg verlaten, etc.) als de afstand vanaf de Huidige positie worden
weergegeven.
14
De meeste van deze pictogrammen zijn sterk intuïtief. In de volgende tabel ziet u enkele van de meest
voorkomende routegebeurtenissen.
Pictogram Beschrijving
Sla linksaf.
Sla rechtsaf.
Keer om.
Rechts aanhouden.
Sla scherp linksaf.
Links aanhouden.
Rijd op de kruising rechtdoor.
Ga links op de rotonde, 3e afslag.
Rijd de snelweg op.
Verlaat de snelweg.
Rijd de veerboot op.
Rijd de veerboot af.
U nadert een tussenpunt.
U nadert de bestemming.
Deze velden fungeren eveneens als toetsen:
•Tik op het veld Volgende afslag en de gesproken begeleiding herhaalt de laatste instructie
voorzien van bijgewerkte afstandsinformatie.
•Tik op het veld met de volgende straat om de Routebeschrijving te openen.
15
2.2.3.3 Rijstrookinformatie en Wegwijzers
Wanneer u navigeert op wegen met meerdere rijstroken, is het van belang dat u op de juiste rijstrook rijdt
om de routeaanwijzingen te kunnen opvolgen. Wanneer er informatie over de rijstrook beschikbaar is in
de kaartgegevens, geeft de software de rijstroken en hun richtingen weer met gebruik van kleine pijlen
bovenaan de kaart. De gemarkeerde pijlen geven de rijstroken aan waarop u moet rijden.
Indien aanvullende informatie beschikbaar is, worden de pijlen vervangen door wegwijzers. Wegwijzers
worden bovenaan de kaart weergegeven. De kleuren en de uitvoering van de wegwijzers corresponderen
met wat u werkelijk boven of naast de weg ziet. Hierop worden de mogelijke bestemmingen en het
wegnummer van de rijstrook die daarheen leidt aangegeven.
Alle wegwijzers zien er hetzelfde uit wanneer u onderweg bent zonder aanbevolen route. Wanneer u een
route volgt, wordt alleen die wegwijzer in felle kleuren weergegeven die de te nemen rijstro(o)k(en)
aangeeft; alle andere zijn dan donkerder.
Als u de getoonde wegwijzers wilt verbergen, tikt u een willekeurige aan; het normale kaartscherm wordt
dan weer weergegeven totdat er nieuwe wegwijzerinformatie wordt ontvangen.
Deze functie kan worden uitgeschakeld onder de instellingen voor Visuele begel eiding.
2.2.3.4 Knooppuntweergave
Als u een afrit of een complex kruispunt nadert en er is hierover informatie beschikbaar, dan zal de kaart
worden vervangen door een 3D-weergave van het knooppunt. De rijststroken die u moet aanhouden
worden met pijlen aangeduid. Wegwijzers kunnen ook worden getoond als er informatie beschikbaar is.
Als u het getoonde knooppunt wilt verbergen, tikt u op de afbeelding; u keert dan terug naar het
kaartscherm.
Deze functie kan worden uitgeschakeld onder de instellingen voor Visuele begel eiding.
16
2.2.3.5 Diensten langs afritten
Wellicht wilt u naar een tankstation of een restaurant gaan tijdens uw reis. Deze functie toont een nieuwe
toets op de kaart als u op een snelweg rijdt.
Tik op deze toets om een deelscherm te openen met informatie over de volgende afritten of
snelwegdiensten.
Tik op een willekeurige hiervan om deze informatie op de kaart te tonen, en voeg het zo nodig als
tussenpunt toe.
Als u overige soorten locaties aan de afritten wilt weergeven, kunt u de pictogrammen in de instellingen
voor Visuele begeleiding wijzigen (pagina 86).
2.2.3.6 3D-objecttypes
Uw software ondersteunt de volgende 3D-objecttypes:
Type Beschrijving
3D-terrein De 3D-terrein-kaart geeft veranderingen van het terrein en hoogteverschillen weer
voor weergave in 2D, deze worden ook gebruikt voor het maken van de 3D-routekaart
tijdens het navigeren. Heuvels en bergen worden bij de 3D-kaart op de achtergrond
weergegeven en op de 2D-kaart als kleurvlak.
Verhoogde/
verlaagde wegen
3Doriëntatiepunten
3D-gebouwen
Complexe kruisingen en verticaal gescheiden wegen (zoals viaducten of bruggen)
worden in 3D weergegeven.
Oriëntatiepunten zijn 3D-afbeeldingen of als blok weergegeven opvallende of
algemeen bekende objecten.
3D-blokweergave van de bebouwing van een plaats, die de grootte en plaats van de
gebouwen op de kaart omvat.
17
2.2.3.7 Elementen van de actieve route
Uw software geeft de route weer op de volgende manier:
Symbool Naam Beschrijving
Uw huidige GPS-positie en
vertrekpunt
Tussenpunt (tussenliggende
Kleur van de route
Straten en wegen die van de
Straten en wegen die hinder
bestemming)
Bestemming (eindpunt) De eindbestemming van de route.
navigatie zijn uitgesloten
ondervinden van
verkeerssituaties
Uw huidige positie weergegeven op de kaart. Wanneer
er wegen dichtbij zijn, bevindt deze zich bij de
dichtstbijzijnde weg.
Indien de GPS-positie bekend is, start het vertrekpunt
vanuit de huidige positie. Bij ontbreken van een geldige
GPS-positie selecteert uw software de laatst bekende
positie als vertrekpunt.
Een tussenliggende bestemming op de route voordat de
eind-bestemming wordt bereikt.
De route is door de kleur altijd goed zichtbaar op de
kaart, zowel in de modus dag als nacht.
U kunt zelf bepalen of u bepaalde wegtypen wilt
gebruiken of vermijden (pagina 81). Als uw software
ke wegen echter niet kan vermijden, worden ze toch
zul
in de route opgenomen en weergegeven in een kleur
die afwijkt van de kleur van de route.
Trajecten kunnen hinder ondervinden van
verkeerssituaties De betreffende straten en wegen
worden in een andere kleur getoond, en langs de route
worden kleine symbolen weergegeven die het type
verkeerssituatie aanduiden.
18
2.2.3.8 Verkeerssituaties
Trajecten die hinder ondervinden van verkeerssituaties worden in een andere kleur op de kaart getoond,
en boven de weg worden kleine symbolen weergegeven die het type verkeerssituatie aanduiden.
Tik op
In de eerste kolom kunt u het aantal verkeerssituaties op uw route zien. De tweede kolom bevat de totale
som van verkeerssituaties binnen de categorieën.
Tik op één van de soorten situaties om de situaties binnen die categorie weer te geven of selecteer de
bovenste rij om de lijst met alle verkeerssituaties te openen.
U kunt nu op een item in de lijst tikken om de details te bekijken, en het betreffende traject volledig op de
kaart weer te geven:
om de lijst met verkeerssituatie-categorieën te openen.
19
2.2.4 De kaart bewerken
Tik op een willekeurige plaats op de kaart om er tijdens het navigeren door te bladeren. De kaart stopt
dan na de huidige positie (de voertuigaanduiding, standaard een blauwe pijl, wordt dan niet meer op een
vaste plek op het scherm vastgezet) en er verschijnen besturingstoetsen die helpen om de
kaartweergave aan te passen.
Handeling Toets(en) Beschrijving
De kaart verplaatsen
met drag&drop (slepen
en loslaten).
Uit- en inzoomen
Geen toetsen
,
U kunt de kaart in elke richting verplaatsen: Tik en
houd uw vinger op de kaart; beweeg uw vinger
vervolgens in de richting waarin u de kaart wilt
verplaatsen.
Een groter of kleiner kaartgebied op het scherm
weergeven.
Uw software maakt gebruik van vectorkaarten van
hoge kwaliteit, die u kunt bekijken op verschillende
zoomniveaus, waarbij de inhoud steeds
geoptimaliseerd blijft. Straatnamen en andere
tekstobjecten worden altijd weergegeven in hetzelfde
lettertype, nooit ondersteboven, en u ziet slechts die
straten en objecten die nodig zijn.
Het schalen van de kaart is beperkt in de modus
voor 3D-kaartweergave. Als u verder uitzoomt, zal de
kaart overschakelen naar de 2D-weergavemodus.
Tik één keer op de toets om de weergave in grote
mate aan te passen, of tik en houd de toets ingedrukt
om het doorlopend en vloeiend aan te passen.
Omlaag en omhoog
kantelen
,
Hierbij verandert de verticale zichthoek op de kaart in
3D-modus.
Tik één keer op de toets om de weergave in grote
mate aan te passen, of tik en houd de toets ingedrukt
om het doorlopend en vloeiend aan te passen.
20
Rechtsom en linksom
draaien
Kompas
Locatiegegevens
Terug naar normale
navigatie
Aanvullende
mogelijkheden
,
, ,
Hierbij verandert de horizontale zichthoek op de
kaart.
Tik één keer op de toets om de weergave in grote
mate aan te passen, of tik en houd de toets ingedrukt
om het doorlopend en vloeiend aan te passen.
Tik op deze toets om te wisselen tussen een 3Dperspectief en twee kaartweergavemodi voor 2Dbovenaanzicht.
Tik op deze toets om een nieuw scherm te openen
met informatie over de geselecteerde locatie op de
kaart, de cursor.
Tik op deze toets als u de kaart terug wilt zetten om
de huidige GPS-positie te volgen. Ook de
automatische draaifunctie wordt weer geactiveerd.
De kaartbesturingstoetsen verdwijnen en de
navigatie gaat door.
Tik op deze toets om een lijst met aanvullende
functies te openen; zoals het opslaan van de cursor
als adresboekitem, of het zoeken van plaatsen in de
buurt van de cursor.
Bestemming
selecteren
Tik op deze toets om de cursor als nieuwe
bestemming te selecteren.
2.2.5 Snelmenu
Het Snelmenu bevat een aantal toetsen en functies die tijdens het navigeren regelmatig worden gebruikt.
Het kan rechtstreeks vanuit het kaartscherm worden geopend, door op
Het menu zal automatisch sluiten als het enkele seconden inactief blijft, of als u op
tikt.
De meeste van deze functies zijn snelkoppelingen. Ze zijn toegankelijk vanuit het menusysteem.
Er zijn meer functies beschikbaar dan het aantal toetsen in het menu. Onder Instellingen kunt u de functie
van elke toets kiezen (pagina 80). De volgende opties zijn beschikbaar:
te tikken.
21
Toets Beschrijving
Met deze functie kunt u zoeken naar een plaats langs uw route, of nabij uw huidige locatie
als er geen route is berekend.
Deze toets opent het adresboek.
Deze toets opent de lijst Geschiedenis. U kunt één van uw vorige bestemmingen kiezen.
Deze toets opent de functie Route bewerken.
Deze toets opent de route-gerelateerde instellingen.
Deze toets opent de kaart-gerelateerde instellingen.
Deze toets opent een speciaal scherm met informatie over de huidige positie en een toets
waarmee u naar een nooddienst of hulp onderweg kunt zoeken. Zie het volgende
hoofdstuk voor meer informatie.
Deze toets annuleert de route en stopt het navigeren. De toets wordt vervangen door de
volgende als er tussenpunten zijn opgegeven.
Met deze toets wordt het volgende tussenpunt uit de route overgeslagen:
Met deze toets opent u een 2D-map die zo geschaald en gepositioneerd is dat hele route
wordt getoond.
Deze toets opent het instellingenscherm voor Visuele begeleiding.
22
Met deze toets opent u de lijst met soorten verkeerssituaties.
Met deze toets kunt u trajecten uit de aanbevolen route overslaan.
Met deze toets opent u het scherm Ritmonitor waar u opgeslagen logbestanden van
voorgaande ritten en routes kunt beheren.
Met deze toets opent u de lijst met manoeuvres (de routebeschrijving).
Met deze functie kunt u de actieve route opslaan voor later gebruik.
Met deze functie kunt u de actieve route vervangen door een die eerder is opgeslagen.
Met deze functie kunt u op verschillende manieren zoeken naar interessante plaatsen.
Met deze toets opent u het kaartscherm en wordt het simuleren van de actieve route
gestart.
Met deze toets opent u het GPS-informatiescherm met informatie over de positie van de
satellieten en signaalsterkte.
Met deze toets opent u de parameters van het gekozen voertuigprofiel.
23
2.2.6 De details van de huidige positie controleren (Waar ben ik?)
Dit scherm bevat informatie over de huidige positie (of over de laatst bekende positie wanneer er geen
GPS-ontvangst is) en een toets om naar nuttige plaatsen in de nabijheid te zoeken.
.
U kunt dit scherm vanuit de kaart openen op een van de volgende manieren:
•Als de huidige straat onder de voertuigaanduiding (de huidige positie op de kaart) wo rdt getoond,
tikt u de straatnaam aan om het scherm Waar ben ik? te openen.
• Open het snelmenu en tik op de toets
• In het Navigatiemenu, tikt u op
Informatie op dit scherm:
•
•
• Adresgegevens (indien beschikbaar) van de huidige positie worden ook onderaan getoond.
U kunt ook een aantal handelingen verrichten op dit scherm:
, : Breedtegraad en lengtegraad (coördinaten van de huidige positie in WGS84-
formaat).
: Hoogtegraad (hoogtegegevens ontvangen van de GPS-ontvanger - vaak inaccuraat).
en vervolgens op .
.
Tik op
land te lezen.
U kunt ook naar assistentie in de nabijheid van uw huidige positie zoeken. Tik op
een nieuw scherm te open voor het snelzoeken:
om de huidige positie als adresboekitem op te slaan of informatie over het
24
om
Er kan naar de volgende diensten in de nabijheid van de huidige positie of de laatst bekende positie
worden gezocht:
•
•
•
•
Tik op één van de toetsen, kies een plaats uit de lijst en navigeer er naartoe.
: Garages en hulpdiensten voor onderweg
: Medische en noodhulpdiensten
: Politiebureaus
: Tankstations
2.3 Navigatiemenu
Alle delen van de software zijn bereikbaar vanuit het navigatiemenu. Als u het menu opent, verschijnen
de toetsen voor het zoeken naar een bestemming op het scherm. Tik bovenaan op een willekeurige
andere menuknop, en de bijbehorende functieknoppen verschijnen eronder.
De volgende menu's zijn beschikbaar:
• Tik op
plaats; een locatie op de kaart, of één van uw adresboekitems invoeren. U kunt ook één van uw
recente bestemmingen opzoeken in de geschiedenis; coördinaten invoeren of de locatie gebruiken
die in een foto is opgeslagen. U kunt ook de optie voor vrij zoeken gebruiken.
• Tik op
ook route-gerelateerde handelingen verrichten, zoals het bewerken of annuleren van uw route, het
om uw bestemming te selecteren - u kunt dan een adres of een interessante
om de routeparameters en de volledige route op de kaart weer te geven. U kunt
25
plaatsen van een vertrekpunt voor de route, het kiezen van alternatieve routes, vermijden van
bepaalde trajecten in de route of de navigatie simuleren.
• Tik op
hebt afgelegd, of om aanvullende toepassingen uit te voeren.
• Tik op
• Druk op de hardwareknop MAP om de navigatie op de kaart te starten.
als u meer wilt weten over uw huidige positie, de GPS-ontvangst of de ritten die u
als u de manier waarop de navigatiesoftware werkt wilt aanpassen.
26
3 On-road-navigatie
Aan het begin berekent Alpine-NAVI de route met behulp van het wegennetwerk van hoogwaardige
vectorkaarten die bij het product worden geleverd.
U kunt uw route op verschillend manieren instellen:
•Als u een route nodig hebt voor directe navigatie, kunt u de bestemming selecteren en er direct
naartoe navigeren (normale navigatie).
•U kunt ook een route plannen die onafhankelijk is van uw huidige GPS-positie of zelfs zonder
GPS-ontvangst (hiervoor moet u de GPS-ontvanger uitzetten en een nieuw vertrekpunt instellen in
Route / Route bewerken, door het vlag-pictogram op de huidige positie aan te tikken).
U kunt ook routes plannen met meerdere bestemmingen. Selecteer de eerste bestemming. Selecteer
vervolgens een tweede bestemming en voeg het aan uw route toe om een meerpuntsroute te maken. U
kunt zoveel bestemmingen aan uw route toevoegen als u wilt.
U kunt Alpine-NAVI ook gebruiken voor off-road-navigatie. Zie voor meer informatie pagina 1.
3.1 De bestemming van een route selecteren
Met de software kunt u op verschillende manieren een bestemming selecteren:
•Voer een volledig of gedeeltelijk adres in, bijvoorbeeld een straatnaam zonder huisnummer, of de
namen van twee kruisende straten (pagina 27).
•
Voer een adres met postcode in (pagina 35). U hoeft dan niet de stads-/plaatsnaam in te voeren
en het zo
• Gebruik een geïntegreerde interessante plaats als uw bestemming (pagina 37).
•
Gebruik de optie voor vrij zoeken om een adres of plaats te zoeken (pagina 49).
•
Kies een locatie op de kaart met de functie Op kaart zoeken (pagina 50).
•
Gebruik een adresboekitem (pagina 51) die u eerder hebt opgeslagen.
•
Kies een locatie uit de geschiedenis van voormalige bestemmingen (pagin a 52).
•
Voer de coördinaten van de bestemming in (pagina 53).
•
Gebruik de locatie waar een foto is gemaakt (pagina 54).
eken naar straatnamen kan mogelijk zelfs sneller gaan.
3.1.1 Een adres of deel ervan invoeren
Als u een deel van het adres kent, is dit de snelste manier om de bestemming van de route te selecteren.
In het zelfde scherm kunt u een adres vinden door het volgende in te voeren:
• het exacte adres, inclusief huisnummer
• het centrum van een stad of plaats
• een kruispunt
• de locatie halverwege de straat
27
•een van bovenstaande, te beginnen met de postcode (pagina 35)
nt ook de optie voor vrij zoeken gebruiken om een adres te zoeken (pagina 49).
U ku
3.1.1.1 Een adres invoeren
Om een adres als bestemming in te voeren, doet u het volgende:
1. Tik in het navigatiemenu op de volgende toetsen:
2. Standaard geeft de software aan in welk land en welke stad/plaats u zich bevindt. Desge we nst tikt
u op
en maakt een keuze uit de lijst met resultaten.
3. Kies, indien nodig, een nieuwe stad of plaats:
a. Tik op
b. Begin met het invoeren van de naam van de stad of plaats via het toetsenbord.
c. Zoek de stad of plaats op die u nodig hebt:
•De meest waarschijnlijke stad- of plaatsnaam wordt altijd getoond in het invoerveld.
Om deze te accepteren, tikt u op
, u voert de eerste paar letters van de landnaam in op het toetsenbord,
.
, .
.
•Als de gewenste naam niet wordt getoond, verschijnen de namen in een lijst die met
de ingevoerde tekens overeenkomen (om de lijst met resultaten te openen voordat
deze automatisch verschijnt, tikt u op
de lijst.
28
). Kies de stad of plaats uit
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.