FOR CAR USE ONLY/NUR FÜR AUTOMOBIL GEBRAUCH/POUR APPLICATION AUTOMOBILE UNIQUEMENT/PARA USO EN
AUTOMÓVILES/SOLO PER L’UTILIZZO IN AUTOMOBILE/ENDAST FÖR BILBRUK/ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE AUTO/
ТОЛЬКО
ДЛЯ ИСПОЛЬЗОВАНИЯ В АВТОМОБИЛЯХ/DO UŻYCIA TYLKO W SAMOCHODZIE/ΓΙΑ ΧΡΗΣΗ ΜΟΝΟ ΣΕ ΑΥΤΟΚΙΝΗΤΟ
R
EN
RDS MP3/WMA/AAC CD Receiver
CDE-9880R/
CDE-9882Ri
• OWNER’S MANUAL
Please read before using this equipment.
• BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie diese Bedienungsanleitung
bitte vor Gebrauch des Gerätes.
• MODE D’EMPLOI
Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
• MANUAL DE OPERACIÓN
Léalo antes de utilizar este equipo.
• ISTRUZIONI PER L’USO
Si prega di leggere prima di utilizzare il
attrezzatura.
• ANVÄNDARHANDLEDNING
Innan du använder utrustningen bör du läsa
igenom denna användarhandledning.
• GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig alvorens
dit toestel te gebruiken.
• РУКОВОДСТВО ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Прочтите настоящее руководство перед
началом использования оборудования.
• INSTRUKCJA OBSŁUGI
Prosimy zapoznać się z tą instrukcją przed
przystąpieniem do użytkowania urządzenia.
• ΕΓΧΕΙΡΙ∆ΙΟ ΧΡΗΣΤΗ
Παρακαλούµε διαβάστε το πριν
χρησιµοποιήσετε τη συσκευή.
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U
VERHINDERT VEILIG MET UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats vooraleer u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
PLAATS UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE
VOORWERPEN NIET IN DE SLEUVEN VAN HET TOESTEL.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product.
OPGELET
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen
of schade aan het product tot gevolg hebben.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH
EEN PROBLEEM VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE
AUTO NOG STEEDS KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk tot
een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN AUTO
KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler), zoniet kan dit leiden tot brand,
enz.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer onmiddellijk een dokter bij inslikken.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈRE-WAARDE BIJ HET
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF
RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
V
OORZORGSMAATREGELEN
Schoonmaken van het product
Gebruik een zachte, droge doek voor regelmatig schoonmaken van
het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel met
water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen of
de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen –10°C en
+60°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Condensvorming
Het is mogelijk dat de geluidsweergave van de cd-speler hapert
door condensvorming. Indien dit gebeurt, dient u de cd uit de speler
te verwijderen en ongeveer een uur te wachten tot het vocht
verdampt is.
Beschadigde cd
Probeer geen gebarsten, geplooide of beschadigde cd's af te spelen.
Indien u dit wel doet, kan dit ernstige schade teweegbrengen aan
het afspeelmechanisme.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
repareren. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw Alpineverdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand, elektrocutie
of andere verwondingen.
3-NL
Probeer de volgende zaken in geen geval
Grijp of trek niet aan de cd terwijl hij in het toestel wordt getrokken
door het automatische laadmechanisme.
Probeer geen cd in te brengen in het toestel wanneer het
uitgeschakeld is.
Een cd plaatsen
U kunt slechts één cd per keer afspelen met dit toestel. Probeer niet
meer dan één cd te plaatsen.
Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar boven gericht is bij het
plaatsen van de cd. "ERROR" verschijnt op het scherm van het
toestel wanneer u een cd verkeerd plaatst. Wanneer "ERROR" blijft
verschijnen ook al werd de cd correct geplaatst, druk dan op de
RESET-knop met een puntig voorwerp zoals een balpen.
Het afspelen van een cd tijdens het rijden op een erg hobbelige weg
kan leiden tot haperingen; dit veroorzaakt echter geen krassen op
de cd of schade aan het toestel.
Nieuwe cd's
Om te verhinderen dat de cd blijft steken, wordt "ERROR"
weergegeven wanneer een cd met een onregelmatig oppervlak
wordt geplaatst of wanneer een cd verkeerd wordt geplaatst.
Wanneer een nieuwe cd onmiddellijk na het plaatsen wordt
uitgeworpen, voel dan met uw vinger aan de binnenkant van de
opening in het midden en de buitenste rand van de cd. Indien u daar
kleine oneffenheden vindt, kan dit een goede plaatsing van de cd
verhinderen. Om de oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een
balpen of iets dergelijks langs de binnenkant van de opening en de
buitenste rand van de cd. Plaats daarna de cd opnieuw.
Opening in het midden
Oneffenheden
Opening in
het midden
Nieuwe cd
Buitenkant
(Oneffenheden)
Grillig gevormde cd's
Gebruik enkel ronde cd's in dit toestel; gebruik nooit cd's met een
speciale vorm.
Het gebruik van cd's met een speciale vorm kan leiden tot schade
aan het mechanisme.
Plaats van installatie
Zorg ervoor dat het toestel niet wordt geïnstalleerd op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan:
• Direct zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig stof
• Overmatige trillingen
Correcte behandeling
Laat de cd niet vallen. Houd de cd vast zodat u geen
vingerafdrukken op het oppervlak achterlaat. Kleef geen kleefband,
papier of kleefbriefjes op de cd. Schrijf niet op de cd.
CORRECT
NIET CORRECTCORRECT
Een cd schoonmaken
Vingerafdrukken, stof of vuiltjes op het oppervlak van de cd
kunnen leiden tot haperingen tijdens het afspelen. Wrijf voor een
gebruikelijke schoonmaakbeurt met een propere, zachte doek van
het midden van de afspeelzijde van de cd naar de buitenste rand toe.
Indien de afspeelzijde erg vuil is, maak dan een propere, zachte
doek vochtig met een oplossing van een milde, neutrale detergent
voor u de cd schoonmaakt.
Cd-accessoires
Er zijn verschillende accessoires verkrijgbaar op de markt om het
oppervlak van de cd te beschermen en de geluidskwaliteit te
verbeteren. De meeste daarvan zullen echter een invloed hebben op
de dikte of de diameter van de cd. Het gebruik van dergelijke
accessoires kan ervoor zorgen dat de cd niet meer binnen de
standaardspecificaties valt en kan zo operationele problemen kan
veroorzaken. Wij raden u aan deze accessoires niet te gebruiken op
cd's die worden afgespeeld met Alpine cd-spelers.
Doorzichtige folieCd-stabilisator
4-NL
Betreffende het behandelen van compact discs (CD/CD-R/
CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de cd niet bloot aan direct zonlicht.
• Kleef geen zelfklevers of etiketten op de cd.
• Maak de cd schoon als er stof op ligt.
• Zorg ervoor dat er geen oneffenheden zijn aan de cd.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd-accessoires.
Laat de cd niet gedurende een lange periode achter in de auto
of in het toestel. Stel de cd nooit bloot aan direct zonlicht.
Warmte en vochtigheid kunnen de cd beschadigen en het is
mogelijk dat u hem dan niet langer kunt afspelen.
Voor klanten die gebruik maken van CD-R/CD-RW
• Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, is het
mogelijk dat de laatste opnamesessie niet werd afgesloten
(gefinaliseerd).
• Finaliseer indien nodig de CD-R/CD-RW en probeer nogmaals
de cd af te spelen.
Over afspeelbare media
Gebruik enkel cd's waarop de logo's hieronder zijn terug te vinden.
Indien u gebruik maakt van niet nader omschreven cd's, kan een
correcte werking niet worden gegarandeerd.
U kunt enkel CD-R's (CD-Recordables)/CD-RW's (CDReWritables) afspelen die werden opgenomen op audioapparaten.
U kunt ook CD-R's/CD-RW's afspelen die audiobestanden in MP3/
WMA/AAC-formaat bevatten.
• Sommige van de volgende cd's worden mogelijk niet afgespeeld
op dit toestel:
Cd's met krassen, cd's met vingerafdrukken, cd's die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bv.
achtergelaten in de auto of het toestel), cd's opgenomen onder
onstabiele omstandigheden, cd's waarmee een opname mislukte
of een poging tot heropname werd ondernomen, cd's die
beveiligd zijn tegen kopiëren en niet beantwoorden aan de
industrienorm voor audio-cd's.
•Gebruik cd's met MP3/WMA/AAC-bestanden die geschreven
zijn in een formaat dat compatibel is met dit toestel. Zie
pagina 13-14 voor meer informatie.
• Als de cd andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat,
zullen deze geen geluid voortbrengen tijdens het afspelen.
De USB-aansluiting beschermen
• U kunt enkel een USB-geheugen aansluiten op de USBaansluiting van dit toestel. Indien u andere USB-producten
gebruikt, kan een correcte werking niet worden gegarandeerd.
• Wanneer de USB-aansluiting wordt gebruikt, zorg er dan voor
dat de aansluiting verbonden is met het toestel door middel van
een USB-verlengkabel (apart verkrijgbaar). Een USB-hub wordt
niet ondersteund.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat, is het
mogelijk dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet
worden uitgevoerd.
• De types audiobestanden die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld zijn MP3/WMA/AAC.
• Artiest/naam van het lied, enz. kunnen worden weergegeven. Het
is echter mogelijk dat bepaalde karakters niet correct worden
weergegeven.
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren gegevens,
enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn gegaan tijdens het
gebruik van dit product.
Betreffende het behandelen van een USB-geheugen
• Om storingen of schade te vermijden, dient u het volgende in
acht te nemen.
Lees grondig de gebruiksaanwijzing van het USB-geheugen.
Raak de contactpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatige schokken.
Plooi het USB-geheugen niet, haal het niet uit elkaar, wijzig
het niet en dompel het niet onder in water.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in de auto blootgesteld aan direct zonlicht of
hoge temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen
mogelijk aanwezig zijn.
• Plaats het USB-geheugen op een plaats die niet hinderlijk is voor
de bestuurder.
• Het USB-geheugen werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-geheugens. Houd er
rekening mee dat zelfs gecertificeerde USB-geheugens mogelijk
niet goed werken, afhankelijk van het type of de staat waarin het
zich bevindt.
• Het functioneren van een USB-geheugen wordt niet
gegarandeerd. Gebruik het USB-geheugen in overeenstemming
met de voorwaarden van overeenkomst.
• Naargelang de instellingen van het type USB-geheugen, de
toestand van het geheugen of de coderingssoftware, is het
mogelijk dat het toestel niet correct afspeelt of gegevens
weergeeft.
• Een bestand dat beveiligd is tegen kopiëren
(copyrightbeveiliging) kan niet worden afgespeeld.
• Het kan een tijdje duren voor het afspelen van het USBgeheugen van start gaat. Indien er een bestand van een ander
type dan audio in het USB-geheugen aanwezig is, kan het een
behoorlijke tijd duren voor het bestand wordt afgespeeld of
gezocht.
• Het toestel kan "mp3"-, "wma"- of "m4a"-bestandstypes
afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies enkel toe aan een bestand met
audiogegevens. Indien het bestand geen audiogegevens bevat, zal
het niet herkend worden. Het afspelen van een dergelijk bestand
kan een lawaai veroorzaken dat de luidsprekers en/of de
versterkers kan beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te
maken op een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is.
Zet SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens
het USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te
vermijden.
• Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en / of andere landen.
• iPod is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
• "MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson."
• "De aankoop van dit toestel verleent enkel toestemming voor
privé-, niet-commercieel gebruik en verleent geen toestemming
noch enig recht om dit product te gebruiken in om het even
welke commerciële (d.w.z. met winstoogmerk) real timeuitzending (land, satelliet, kabel en/of andere media),
uitzenden/streaming via het internet, intranetten en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
informatieverspreiding, zoals pay-audio of audio-on-demandtoepassingen. Voor dergelijke toepassingen is een aparte
licentie vereist. Meer informatie kunt u vinden op
http://www.mp3licensing.com".
5-NL
Aan de slag
3
Neem het voorpaneel stevig vast, schuif naar links
• Gebruiksaanwijzing .................................................... 1 set
TM
-verbindingskabel
Het toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/ om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door te drukken op om het even
welke knop, uitgezonderd
Druk op de SOURCE/ -knop en houd deze ingedrukt
gedurende minstens 2 seconden om het toestel uit te
schakelen.
• Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt ingeschakeld, is het
volume ingesteld op niveau 12.
(OPEN).
• Het voorpaneel kan warm worden bij normaal gebruik (vooral de
contactpunten op de achterkant van het voorpaneel). Dit duidt niet
op een storing.
• Plaats het voorpaneel in de meegeleverde opbergdoos om het te
beschermen.
• Oefen geen overmatige druk uit wanneer u het voorpaneel
loskoppelt, anders kunnen er storingen optreden.
• Laat het voorpaneel niet open staan of rijd niet met de auto met het
paneel open. Dit kan een ongeval of storingen veroorzaken.
Vastmaken
1
Steek de rechterzijde van het voorpaneel in de
hoofdeenheid. Zorg ervoor dat de groef in het
voorpaneel correct aansluit op de uitstekende delen
van de hoofdeenheid.
2
Druk op de linkerzijde van het voorpaneel tot het
vastklikt op de hoofdeenheid.
• Voor u het voorpaneel vastmaakt, dient u ervoor te zorgen dat er
geen vuiltjes of stof aan de contactpunten hangen en er zich geen
vreemd voorwerp bevindt tussen het voorpaneel en de hoofdeenheid.
• Maak het voorpaneel voorzichtig vast door de zijkanten van het
paneel vast te houden, om te vermijden per ongeluk op een knop te
drukken.
Het voorpaneel loskoppelen en
vastmaken
Loskoppelen
1
Schakel het toestel uit.
2
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen.
Om het voorpaneel te sluiten, drukt u op de linkerkant tot
het paneel sluit zoals hieronder weergegeven.
6-NL
Eerste gebruik van het toestel
Druk eerst op de RESET-knop wanneer u het toestel voor de eerste keer
gebruikt, na het vervangen van de batterij van de auto, enz.
1
Schakel het toestel uit.
2
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen en
verwijder het vervolgens.
3
Druk op RESET met een balpen of een gelijkaardig
puntig voorwerp.
RESET-knop
Het volume regelen
Draai aan de draaiknop tot het gewenste volume is
bereikt.
Snel het volume verlagen
Wanneer u de functie geluidsdemping activeert, wordt het volumeniveau
onmiddellijk verlaagt met 20 dB.
Druk op MUTE om de modus geluidsdemping te
activeren.
Het geluidsniveau zal ongeveer 20 dB zakken.
Wanneer u nogmaals op MUTE drukt, wordt het geluid
teruggeschakeld naar het vorige volumeniveau.
Bedienbaar met de afstandsbediening
Dit toestel kan worden bediend met een optionele Alpine
afstandsbediening. Contacteer uw Alpine-verdeler voor
meer informatie.
Richt de zender van de optionele afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor.
Afstandsbedieningssensor
Aansluitbaar op de interface box voor de
stuurafstandsbediening
Dit apparaat kan worden bediend via de
bedieningsinstrumenten van uw voertuig wanneer een
Alpine interface box voor stuurafstandsbediening (optioneel)
is aangesloten. Contacteer uw Alpine-verdeler voor meer
informatie.
7-NL
Radio
Draaiknop
SOURCE/
BAND/TA
TUNE/A.ME
/ESC
Luisteren naar de radio
1
Druk op SOURCE/ om TUNER-modus te
selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op BAND/TA tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
F1 (FM1) F2 (FM2) F3 (FM3) MW LW F1 (FM1)
3
Druk op TUNE/A.ME om de afstemmingsmodus te
selecteren.
De frequentie op het scherm blijft veranderen zolang het
automatische geheugen in werking is. De tuner zal
automatisch 6 sterke zenders binnen de geselecteerde
frequentieband zoeken en opslaan. Ze worden opgeslagen
onder de preselectieknoppen 1 tot 6 in volgorde van hun
signaalsterkte.
Wanneer het automatische geheugen is voltooid, schakelt
de tuner over naar de zender die werd opgeslagen onder
preselectie 1.
• Wanneer geen zenders worden opgeslagen, zal de tuner terugkeren
naar de zender waarnaar u aan het luisteren was voor de
automatische geheugenprocedure begon.
Afstemmen op vooraf ingestelde zenders
1
Druk herhaaldelijk op BAND/TA tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
2
Druk op de preselectieknop (1 tot 6) waaronder
de gewenste radiozender is opgeslagen.
Het scherm geeft de geselecteerde frequentieband weer,
het preselectienummer en de zenderfrequentie.
• Indien de -indicator verlicht is, schakel dan de indicator uit
door op F/SETUP te drukken, waarna u de handeling kunt
uitvoeren.
Functie frequentie zoeken
U kunt een radiozender zoeken aan de hand van de frequentie ervan.
1
Houd /ENT gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt in de radiomodus om de modus
'frequentie zoeken' te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de gewenste frequentie
te selecteren.
3
Druk op /ENT om de geselecteerde frequentie te
ontvangen.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
8-NL
RDS
Vooraf ingestelde RDS-zenders
oproepen
Draaiknop
BAND/TA
VIEW
/ENT
F/SETUP
1 AF/ESC
NEWS 2
3 PTY
De RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Druk op F/SETUP zodat de -indicator oplicht.
2
Druk op 1 AF om de RDS-modus te activeren.
3
Druk op of om af te stemmen op de
gewenste RDS-zender.
4
Druk nogmaals op 1 AF om de RDS-modus uit te
schakelen.
5
Druk op F/SETUP om de normale modus te
activeren.
De -indicator dooft uit.
• Wanneer de "Instelling PTY31-ontvangst (nooduitzending)" (zie
pagina 10) ingeschakeld is en het toestel het PTY31-signaal
(nooduitzending) ontvangt, zal het toestel automatisch "ALARM"
weergeven op het scherm.
• Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
-indicator.
De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende
informatie:
PIProgramme Identification (programma-
identificatie)
PSProgramme Service Name (programmanaam)
AFList of Alternative Frequencies (lijst met
(verkeersaankondiging)
EONEnhanced Other Networks (versterkte andere
netwerken)
1
Druk op F/SETUP zodat de -indicator oplicht.
2
Druk op 1 AF om de RDS-modus te activeren.
3
Druk op F/SETUP om de normale modus te
activeren.
De -indicator dooft uit.
4
Zorg ervoor dat het -indicatorlampje dooft en
druk vervolgens op de preselectieknop waaronder
de gewenste RDS-zender is opgeslagen.
Als het signaal van de preselectiezender zwak is, stemt het
toestel automatisch af op een sterkere zender uit de AF-lijst
(lijst met alternatieve frequenties).
5
Wanneer de preselectiezender en de zenders uit de
AF-lijst niet kunnen worden ontvangen:
Wanneer PI SEEK is ingeschakeld (zie "PI SEEK-instelling"
op
pagina 10), zoekt het toestel nogmaals naar een zender
in de PI-lijst (programma-identificatie).
Indien er nog steeds geen zenders beschikbaar zijn in de
omgeving, dan geeft het toestel de frequentie weer van de
preselectiezender en het preselectienummer verdwijnt.
Indien de signaalsterkte van de afgestemde regionale
(lokale) zender te zwak wordt om te kunnen ontvangen,
druk dan op dezelfde preselectieknop om af te stemmen op
een regionale zender uit een andere regio.
• Raadpleeg het onderdeel radiobediening om de RDS-zenders vooraf
in te stellen. De RDS-zenders kunnen enkel vooraf worden ingesteld
in de frequentiebanden F1, F2 en F3.
• Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
-indicator.
Regionale (lokale) RDS-zenders
ontvangen
1
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de instellingsmodus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de modus RDS
REGIONAL te selecteren en druk vervolgens op
/ENT.
3
Draai aan de draaiknop om ON of OFF te
selecteren.
In de OFF-modus blijft het toestel automatisch de verwante
lokale RDS-zender ontvangen.
4
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Druk op /ESC om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
9-NL
PI SEEK-instelling
1
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de instellingsmodus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de PI SEEK-modus te
selecteren en druk vervolgens op
3
Draai aan de draaiknop om ON of OFF te
selecteren.
4
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Druk op /ESC om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
/ENT.
Instelling PTY31-ontvangst
(nooduitzending)
Zet PTY31-ontvangst (nooduitzending) op ON/OFF.
1
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de instellingsmodus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om ALERT PTY31 te
selecteren en druk vervolgens op
3
Draai aan de draaiknop om ON of OFF te
selecteren.
Wanneer u ON kiest, worden nooduitzendingen ontvangen
ongeacht de bron. "ALARM" wordt weergegeven tijdens de
ontvangst.
4
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, zal het
volume automatisch worden aangepast aan het opgeslagen
niveau in de modus verkeersinformatie. Meer informatie
kunt u vinden onder "Verkeersinformatie ontvangen" op
pagina 10.
• Door op /ESC te drukken tijdens de procedure kunt u terugkeren
naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd in
de instellingsmodus, wordt de instellingsmodus geannuleerd.
/ENT.
Verkeersinformatie ontvangen
• Wanneer het signaal van de uitzending met verkeersinformatie
beneden een bepaald niveau zakt, blijft het toestel gedurende 1
minuut in de ontvangstmodus. Wanneer het signaal langer dan 1
minuut beneden een bepaald niveau blijft, knippert de "TA"indicator.
• Indien u niet wenst te luisteren naar de ontvangen
verkeersinformatie, drukt u zacht op BAND/TA om het bericht met
verkeersinformatie over te slaan. De TA-modus blijft ingeschakeld
om het volgende bericht met verkeersinformatie te ontvangen.
• Indien u het volumeniveau wijzigt tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie, dan zal het gewijzigde volume worden
opgeslagen. Wanneer u de volgende keer verkeersinformatie
ontvangt, zal het volumeniveau automatisch overschakelen naar het
opgeslagen niveau.
• In de TA-modus selecteert de SEEK-afstemming enkel de TP-zenders.
PTY (programmatype)-afstemming
1
Druk op F/SETUP zodat de -indicator oplicht.
2
Druk op 3 PTY om de PTY-modus te activeren
terwijl het toestel in radiomodus (FM-ontvangst) is.
Het programmatype van de ontvangen zender wordt
gedurende 10 seconden weergegeven.
Als er geen beschikbare PTY-uitzending is, wordt "NO PTY"
gedurende 10 seconden weergegeven.
Als het toestel geen RDS-zender kan ontvangen, geeft het
scherm "NO PTY" weer.
• Wanneer gedurende 10 seconden na het drukken op 3 PTY geen
handeling wordt uitgevoerd, wordt de PTY-modus automatisch
geannuleerd.
3
Druk binnen de 10 seconden na het activeren van de
PTY-modus op
programmatype te kiezen terwijl PTY
(programmatype) wordt weergegeven.
Telkens u drukt, schakelt u naar een volgend
programmatype.
4
Druk binnen de 10 seconden na het selecteren van
het programmatype op 3 PTY om te beginnen te
zoeken naar een zender binnen het geselecteerde
programmatype.
Het gekozen programmatype knippert op het scherm
tijdens het zoeken en licht op wanneer een zender is
gevonden.
Als het toestel geen PTY-zender vindt, wordt "NO PTY"
gedurende 10 seconden weergegeven.
5
Druk op F/SETUP om de normale modus te
activeren.
• Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
Druk op of om de gewenste zender voor
verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer het toestel afstemt op een zender voor
verkeersinformatie, licht de "TP"-indicator op.
Verkeersinformatie kunt u enkel horen wanneer het wordt
uitgezonden. Wanneer de verkeersinformatie niet wordt
uitgezonden, schakelt het toestel over op de standbymodus. Wanneer een uitzending met verkeersinformatie
begint, wordt deze automatisch ontvangen door het toestel
en "TRF-INFO" wordt gedurende 5 seconden weergegeven
op het scherm.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd
is, schakelt het toestel automatisch over op de standbymodus.
10-NL
Verkeersinformatie ontvangen tijdens
het spelen van een cd of de radio
Druk op of om indien gewenst een zender
voor verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint,
dempt het toestel automatisch de cd-speler of de FMuitzending.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd
is, keert het toestel automatisch terug naar de bron die werd
ontvangen voor de uitzending met verkeersinformatie
begon.
Wanneer zenders voor verkeersinformatie niet kunnen
worden ontvangen:
In de CD-modus:
Wanneer het TP-signaal niet langer kan worden ontvangen,
wordt een zender voor verkeersinformatie van een andere
frequentie automatisch geselecteerd.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (versterkte andere
netwerken) om bijkomende alternatieve frequenties op de AF-lijst bij
te houden. De "EON"-indicator licht op wanneer een RDS EONzender wordt ontvangen. Indien de ontvangen zender de
verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af
op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
3
Houd BAND/TA gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de modus verkeersinformatie uit te
schakelen.
De "TA"-indicator dooft uit.
CD/MP3/WMA/AAC
SOURCE/
Draaiknop
(OPEN)
VIEW
/ENT
/
4 5
/ESC
Nieuwsprioriteit
Met deze functie kunt u het toestel instellen om prioriteit te geven aan
het nieuwsprogramma. U zult het nieuwsprogramma nooit missen
aangezien het toestel automatisch voorrang geeft aan het
nieuwsprogramma zodra het begint uit te zenden. Het programma
waarnaar u aan het luisteren bent, wordt onderbroken. Deze functie
werkt niet in de LW- en MW-modi.
1
Druk op F/SETUP om de functiemodus te activeren
terwijl het toestel in radiomodus (FM-ontvangst) is.
2
Druk op NEWS 2 om de modus nieuwsprioriteit te
activeren.
De "NEWS"-indicator verschijnt op het scherm.
Om de functie nieuwsprioriteit uit te schakelen, drukt u op
NEWS 2.
• In tegenstelling tot bij de TA-functie, verhoogt het volume niet
automatisch bij de functie nieuwsprioriteit.
3
Druk op F/SETUP om de normale modus te
activeren terwijl het toestel in radiomodus (FMontvangst) is.
• Bedien het toestel terwijl de -indicator oplicht. Wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd, dooft de
-indicator.
Radiotekst weergeven
Tekstberichten van radiozenders kunnen worden weergegeven.
Druk op VIEW in de radiomodus (FM-ontvangst) om het
scherm voor radiotekst te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
wordt weergegeven in de radiomodus. De frequentie wordt gedurende
5 seconden weergegeven.
Wanneer PS (programmanaam) niet beschikbaar is:
FREQUENTIE RADIOTEKST FREQUENTIE
Het scherm geeft gedurende enkel seconden de melding
"WAITING" weer, waarna het tekstbericht over het scherm rolt.
• Het scherm geeft de melding "NO TEXT" weer wanneer er geen
beschikbare tekstinformatie is of het toestel moeilijkheden heeft om
de tekstinformatie te ontvangen.
Afspelen
1
Druk op (OPEN).
Het voorpaneel gaat open.
2
Plaats een cd met de bedrukte zijde naar boven.
De cd wordt automatisch in het toestel getrokken.
Sluit het voorpaneel manueel, en de "DISC IN"-indicator licht
op.
Wanneer er reeds een cd is geplaatst, drukt u op
SOURCE/ om over te schakelen naar de DISC-modus.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de modus.
TUNER DISC USB AUDIO iPod*1 / AUX+*2
BT AUDIO*3 TUNER
*1Wordt enkel weergegeven wanneer de iPod aangesloten is en AUX+
SETUP op OFF staat (zie "De AUX+ SETUP-modus instellen"
pagina 20)).
(
*2Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ SETUP op ON staat (zie
"De AUX+ SETUP-modus instellen" (
*3Enkel wanneer BLUETOOTH IN ingesteld is op ADAPTE (zie "De
Bluetooth-verbinding instellen" (
3
Druk op of terwijl MP3/WMA/AAC wordt
afgespeeld om de gewenste map te selecteren.
Door of ingedrukt te houden, blijft u van map
veranderen.
4
Druk op of om het gewenste nummer
(bestand) te selecteren.
Terugkeren naar het begin van het huidige nummer (bestand):
Druk op .
Snel terugspoelen:
Houd ingedrukt.
Vooruitgaan naar het begin van het volgende nummer (bestand):
Druk op .
Snel vooruitspoelen:
Houd ingedrukt.
5
Druk op / om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op / zal het afspelen
hervatten.
pagina 20)).
pagina 18)).
11-NL
6
.
Druk op (OPEN) om het voorpaneel te openen en
druk vervolgens op om de cd uit te werpen.
• Verwijder nooit een cd tijdens het uitwerpen. Laad nooit meer dan
één cd per keer. Doet u dit wel, dan kunt u in beide gevallen een
storing veroorzaken.
• Houd gedurende minstens 2 seconden ingedrukt wanneer de cd
niet wordt uitgeworpen.
• De "DISC IN"-indicator licht op wanneer een cd wordt geplaatst.
• De cd-speler kan cd's afspelen met audiogegevens, MP3-gegevens,
WMA-gegevens en AAC-gegevens.
• WMA-bestanden die worden beschermd door DRM (Digital Rights
Management), AAC-bestanden die werden gekocht via de iTunes
Music Store en bestanden die beveiligd zijn tegen kopiëren
(copyrightbeveiliging), kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
• "MP3" wordt weergegeven tijdens het afspelen van MP3.
• "WMA" wordt weergegeven tijdens het afspelen van WMA.
• "AAC" wordt weergegeven tijdens het afspelen van AAC.
• De nummerweergave tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC-
gegevens stemt overeen met de bestandsnummers die op de cd
werden opgenomen.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
MP3/WMA/AAC-afspeelscherm
Het mapnummer en bestandsnummer worden weergegeven
zoals hieronder beschreven.
Weergave
mapnummer
• Druk op VIEW om de schermweergave te wijzigen. Raadpleeg "De
tekst weergeven" (pagina 17) voor meer informatie over het wijzigen
van de schermweergave.
Weergave
bestandsnummer
M.I.X. (willekeurig afspelen)
Druk op 5 in de afspeel- of pauzemodus.
De nummers (bestanden) op de cd zullen worden afgespeeld in
willekeurige volgorde.
Druk nogmaals op 5 om het afspelen in M.I.X. te annuleren.
Cd-modus:
: de nummers worden afgespeeld in willekeurige
volgorde.
MP3/WMA/AAC-modus:
: enkel bestanden uit een bepaalde map worden
in willekeurige volgorde afgespeeld.
*
: de bestanden worden afgespeeld in
willekeurige volgorde.
* In de USB-modus worden alle bestanden die zijn opgeslagen in het
USB-geheugen afgespeeld in willekeurige volgorde, en de "M.I.X."indicator licht op.
• Als een nummer wordt afgespeeld tijdens willekeurig afspelen
(M.I.X.) in de USB-modus, kan het nummer opnieuw willekeurig
worden afgespeeld, zelfs als niet alle nummers op het USB-geheugen
zijn afgespeeld.
Zoeken naar cd-tekst
Repeat (herhaald afspelen)
Druk op 4 om het nummer dat wordt afgespeeld te
herhalen.
Het nummer (bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk nogmaals op 4 en selecteer OFF om herhaald
afspelen uit te schakelen.
Cd-modus:
: enkel een nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
MP3/WMA/AAC-modus:
: enkel een bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld
: enkel bestanden uit een bepaalde map worden
herhaaldelijk afgespeeld.
12-NL
Op cd's die gebruik maken van cd-tekst kunnen liedjes worden gezocht
en afgespeeld door gebruik te maken van hun opgenomen titels. Op cd's
zonder cd-tekst wordt gezocht door gebruik te maken van het
muziekstuknummer dat verbonden is met elk liedje.
1
Druk op /ENT tijdens het afspelen.
Zo wordt de zoekmodus ingesteld.
2
Draai aan de draaiknop om het gewenste nummer
te selecteren en druk vervolgens op
Zo wordt het geselecteerde nummer afgespeeld.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
• Wanneer naar een cd-tekst wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
/ENT.
Zoeken naar bestands-/mapnaam
(betreffende MP3/WMA/AAC)
Over MP3/WMA/AAC
Map- en bestandsnamen kunnen worden gezocht en weergegeven
tijdens het afspelen.
1
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC op
/ENT om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de zoekmodus
mapnaam of zoekmodus bestandsnaam te
selecteren en druk vervolgens op
Zoekmodus mapnaam
3
Draai aan de draaiknop om de gewenste map te
selecteren.
4
Houd /ENT gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om het eerste bestand in de geselecteerde
map af te spelen.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
• Om bestanden te zoeken in de zoekmodus mapnaam, drukt u op
/ENT. Bestanden in de map kunnen worden gezocht.
• Druk in stap 3 op /ESC om de zoekmodus mapnaam te verlaten
en de zoekmodus bestandsnaam te selecteren.
• De hoofdmap van DISC wordt weergegeven als "".
• Wanneer naar een mapnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
Zoekmodus bestandsnaam
3
Druk op of om een andere map te selecteren.
4
Selecteer het gewenste bestand door te draaien aan
de draaiknop.
5
Druk op /ENT om het geselecteerde bestand af te
spelen.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
• Druk op /ESC in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige
modus.
• Wanneer naar een bestandsnaam wordt gezocht tijdens het afspelen
in M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
/ENT.
Quick Search (snel zoeken)
OPGELET
Het dupliceren, verspreiden, overzetten of kopiëren van
audiogegevens (waaronder MP3/WMA/AAC-gegevens), gratis of
tegen betaling, zonder toestemming van de copyrighthouder, is
strikt verboden door de Copyright Act en door internationale
verdragen, tenzij het voor privégebruik is.
Wat is MP3?
MP3, met als officile naam "MPEG-1 Audio Layer 3", is een
compressiestandaard voorgeschreven door de ISO
(International Standardization Organization) en MPEG, een
gezamenlijk activiteiteninstituut van de IEC.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. De
MP3-codering kan audiogegevens comprimeren aan extreem
hoge ratio's, waardoor de grootte van muziekbestanden tot een
tiende van hun oorspronkelijke grootte wordt herleid. Dit wordt
verwezenlijkt terwijl de kwaliteit quasi even goed blijft als op een
cd. Het MP3-formaat realiseert zulke hoge compressieratio's
door geluiden te elimineren die ofwel onhoorbaar zijn voor het
menselijke oor of gemaskeerd worden door andere geluiden.
Wat i s WMA?
WMA of "Windows Media™ Audio" zijn gecomprimeerde
audiogegevens.
WMA is gelijkaardig aan MP3-audiogegevens en kan geluid van
cd-kwaliteit bereiken bij kleine bestandsgroottes.
Wat is AAC?
AAC is de afkorting van "Advanced Audio Coding" en is een
basisformaat voor audiocompressie dat wordt gebruikt door
MPEG2 of MPEG4.
Methode om MP3/WMA/AAC-bestanden te creëren
Audiogegevens worden gecomprimeerd door gebruik te maken
van software met MP3/WMA/AAC-codecs. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van die software voor meer informatie over
het aanmaken van MP3/WMA/AAC-bestanden.
MP3/WMA/AAC-bestanden die op dit toestel kunnen worden
afgespeeld hebben de volgende extensies: "mp3"/"wma"/"m4a".
Bestanden zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld
(WMA ver. 7,1, 8 en 9 worden ondersteund). Beschermde
bestanden worden niet ondersteund; raw AAC-bestanden
(maken gebruik van de ".aac"-extensie) evenmin.
Er bestaan veel verschillende versies van het AAC-formaat.
Zorg ervoor dat de gebruikte software de aanvaarde formaten
hierboven weergegeven, kan leveren. Het is mogelijk dat het
formaat niet kan worden afgespeeld, ook al heeft het een
geldige extensie.
Het afspelen van AAC-bestanden die gecodeerd zijn via iTunes
wordt ondersteund.
U kunt zoeken naar nummers (bestanden).
1
Houd /ENT gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt in de CD/MP3/WMA/AAC-modus om de
modus snelzoeken te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om een gewenst nummer
(bestand) te selecteren.
Het geselecteerde nummer wordt onmiddellijk afgespeeld.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
13-NL
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor
het afspelen
Dit toestel speelt mogelijk niet correct af afhankelijk van de
bemonsteringsfrequenties.
In de USB-modus wordt de afspeeltijd mogelijk niet correct
weergegeven wanneer een bestand opgenomen met VBR
(Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2, en WMA/AAC-tag.
Wanneer een MP3/WMA/AAC-bestand tag-gegevens bevat, kan
dit toestel de ID3-tag/WMA/AAC-tag-gegevens weergeven: de
titel (titel van het nummer), artiest en albumnaam.
Dit toestel kan enkel alfanumerieke karakters weergeven van
één byte (tot 30 voor ID3-tags en tot 15 voor WMA-tags) en de
underscore. "NO SUPPORT" wordt weergegeven bij nietondersteunde karakters.
De tag-informatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk niet
correct weergegeven.
MP3/WMA/AAC afspelen
MP3/WMA/AAC-bestanden worden aangemaakt en vervolgens
geschreven op een CD-R, CD-RW door gebruik te maken van
schrijfsoftware voor CD-R, of opgeslagen op een USBgeheugen. Een cd kan tot 510 bestanden/mappen (inclusief
hoofdmappen) bevatten, met een maximum van 255 mappen.
Dit toestel kan minstens 100 mappen (inclusief de hoofdmap) en
100 bestanden per map opgeslagen in het USB-geheugen
herkennen.
Het afspelen lukt mogelijk niet wanneer een cd of een USBgeheugen de bovenstaande beperkingen overschrijdt.
Beperkt de afspeelduur van een bestand tot 1 uur.
Ondersteunde media
De media die met dit toestel kunnen worden afgespeeld zijn
CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's.
Dit toestel kan eveneens USB-geheugens afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt cd's die werden geformatteerd met
ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard zijn er enkele belangrijke
beperkingen.
De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de hoofdmap). Het
aantal karakters voor een map-/bestandsnaam is beperkt.
Geldige karakters voor map-/bestandsnamen zijn de letters
A-Z (hoofdletters), nummers 0-9 en '_' (underscore).
Dit toestel kan ook cd's afspelen in Joliet, Romeo, enz. en
andere standaarden die voldoen aan ISO9660. Soms worden de
bestandsnamen, mapnamen, enz. echter niet correct
weergegeven. Dit toestel ondersteunt eveneens FAT 12/16/32
voor USB-geheugens.
22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz,
11,025 kHz, 8 kHz
22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz,
11,025 kHz, 8 kHz
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD,
Enhanced CD (CD-Extra) en multi-sessie-CD.
Dit toestel kan cd's die werden opgenomen met Track-At-Once
of packet writing niet correct afspelen.
Bestandsvolgorde
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde waarin de
schrijfsoftware ze brandt op de cd. Daardoor is de
afspeelvolgorde mogelijk niet wat u verwacht. Controleer de
schrijfvolgorde in de handleiding bij de software. De
afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt.
Hoofdmap
MapMP3/WMA/AAC-bestand
* Het mapnummer of de mapnaam wordt niet weergegeven wanneer de
map geen bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieratio van het "geluid" gespecificeerd voor de
codering. Hoe hoger de bitsnelheid, hoe beter de geluidskwaliteit,
maar ook hoe groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde toont aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden
bemonsterd (opgenomen). Muziek-cd's gebruiken bijvoorbeeld een
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, dus wordt het geluid 44.100
keer per seconde bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie, hoe beter de geluidskwaliteit, maar ook
hoe groter het volume van de gegevens.
Codering
Het converteren van muziek-cd's, WAVE (AIFF)-bestanden en andere
geluidsbestanden naar het gespecificeerde formaat voor
audiocompressie.
Tag
Informatie over een liedje zoals de titel van het nummer, artiest,
albumnaam, enz. geschreven in MP3/WMA/AAC-bestanden.
Hoofdmap
De hoofdmap kunt u vinden aan de top van het bestandssysteem. De
hoofdmap bevat alle mappen en bestanden en wordt automatisch
aangemaakt bij elke gebrande cd.
14-NL
Geluidsinstelling
SOURCE/
Regelen van subwoofer-niveau/niveau lage
tonen (bass)/niveau hoge tonen (treble)/
balans (balance) (tussen links en rechts)/
fader (tussen voor en achter)/defeat
1
Druk herhaaldelijk op de draaiknop (AUDIO) om
de gewenste modus te selecteren.
Elke druk schakelt als volgt over naar een volgende modus:
Niveau Subwoofer: 0 ~ +15
Niveau lage tonen: –7 ~ +7
Niveau hoge tonen: –7 ~ +7
Balans: L15 ~ R15
Fader: R15 ~ F15
Defeat: ON/OFF
Vol um e: 0 ~ 3 5
• Indien er gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd na
het selecteren van de modus SUBW LEVEL, BASS LEVEL, TREBLE
LEVEL, BALANCE, FADER of DEFEAT, schakelt het toestel
automatisch terug naar de normale modus.
* Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast. Zie "De subwoofer in-/uitschakelen"
(pagina 16).
2
Draai aan de draaiknop tot het gewenste volume is
bereikt voor elk niveau.
Door DEFEAT ON in te stellen, zullen vroeger aangepaste
waarden van BASS en TREBLE terugschakelen naar de
fabrieksinstellingen.
Het subwoofer-niveau instellen
U kunt het subwoofer-niveau aanpassen om uw eigen toonvoorkeur te
creëren.
1
Druk op SOUND om de modus Geluidsinstelling te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de aanpassingsmodus
SUBW LEVEL te selecteren en druk vervolgens op
SUBW LEVEL*1 BASS*2 TREBLE*2 HPF*2
SUBW LEVEL
3
Draai aan de draaiknop om het gewenste
subwoofer-niveau te selecteren (0~+15).
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Wanneer de subwoofer op OFF staat en DEFEAT op ON staat, kunt
u de SOUND-knop tijdelijk niet gebruiken.
Draaiknop (AUDIO/LOUD)
BAND/TA
/ESC
/ENT.
/ENT
SOUND
*1Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast De aanpassing kan ook worden doorgevoerd
door te drukken op de draaiknop (AUDIO). Zie "Regelen van
subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau hoge tonen
(treble)/balans (balance) (tussen links en rechts)/fader (tussen voor
en achter)/defeat" (pagina 15).
*2Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
Instellen van de regeling voor lage tonen
U kunt de frequentie van de lage tonen aanpassen om uw eigen
toonvoorkeur te creëren.
1
Druk op SOUND om de modus Geluidsinstelling te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de aanpassingsmodus
voor de lage tonen (BASS) te selecteren en druk
vervolgens op
SUBW LEVEL*3 BASS*4 TREBLE*4 HPF*4
SUBW LEVEL
De centerfrequentie van de lage tonen instellen
3
-1 Druk op BAND/TA om de gewenste centerfrequentie
van de lage tonen in te stellen.
80 Hz 100 Hz 200 Hz 60 Hz 80 Hz
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de lage
tonen.
Instellen van de bandbreedte voor lage tonen
3
-2 Druk op SOURCE/ om de gewenste bandbreedte
van de lage tonen in te stellen.
Smal
Wijzigt de bandbreedte naar hoog of laag. Een hogere
instelling stimuleert een breed spectrum van frequenties
boven en onder de centerfrequentie. Een lagere instelling
stimuleert enkel frequenties dichtbij de centerfrequentie.
Instellen van het niveau voor lage tonen
3
-3*5Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau
voor lage tonen te selecteren (–7~+7).
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
4
Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Het niveau voor de lage tonen zal afzonderlijk voor elke bron worden
opgeslagen (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt
veranderd. Aanpassingen aan de frequentie en bandbreedte van de
lage tonen bij één bron worden eveneens doorgevoerd in de andere
bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Wanneer de subwoofer op OFF staat en DEFEAT op ON staat, kunt
u de SOUND-knop tijdelijk niet gebruiken.
*3Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast. Zie "De subwoofer in-/uitschakelen"
(pagina 16).
*4Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
*5De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
draaiknop (AUDIO). Zie "Regelen van subwoofer-niveau/niveau
lage tonen (bass)/niveau hoge tonen (treble)/balans (balance) (tussen
links en rechts)/fader (tussen voor en achter)/defeat" (pagina 15).
/ENT.
Breed
15-NL
Instellen van de regeling voor hoge tonen
U kunt de frequentie van de hoge tonen aanpassen om uw eigen
toonvoorkeur te creëren.
1
Druk op SOUND om de modus Geluidsinstelling te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de aanpassingsmodus
voor de hoge tonen (TREBLE) te selecteren en druk
vervolgens op
SUBW LEVEL*6 BASS*7 TREBLE*7 HPF*7
SUBW LEVEL
/ENT.
De centerfrequentie van de hoge tonen instellen
3
-1 Druk op BAND/TA om de gewenste centerfrequentie
van de hoge tonen in te stellen.
10,0 kHz 12,5 kHz 15,0 kHz 17,5 kHz 10,0 kHz
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de hoge
tonen.
Instellen van het niveau voor hoge tonen
3
-2*8Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau
voor hoge tonen te selecteren (–7~+7).
U kunt de hoge tonen benadrukken.
4
Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Het niveau voor de hoge tonen zal afzonderlijk voor elke bron
worden opgeslagen (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt
veranderd. Aanpassingen aan de frequentie van de hoge tonen bij één
bron worden eveneens doorgevoerd in de andere bronnen (FM, MW
(LW), CD, enz.).
• Wanneer de subwoofer op OFF staat en DEFEAT op ON staat, kunt
u de SOUND-knop tijdelijk niet gebruiken.
*6Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast. Zie "De subwoofer in-/uitschakelen"
(pagina 16).
*7Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
*8De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
draaiknop (AUDIO). Zie "Regelen van subwoofer-niveau/niveau
lage tonen (bass)/niveau hoge tonen (treble)/balans (balance) (tussen
links en rechts)/fader (tussen voor en achter)/defeat" (pagina 15).
De hoogdoorlaatfilter aanpassen
De hoogdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
1
Druk op SOUND om de modus Geluidsinstelling te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de HPFaanpassingsmodus te selecteren en druk
vervolgens op
SUBW LEVEL*9 BASS*10 TREBLE*10 HPF*10
SUBW LEVEL
3
Draai aan de draaiknop om de gewenste HPFfrequentie te selecteren.
OFF 80 Hz 120 Hz 160 Hz
4
Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Wanneer de subwoofer op OFF staat en DEFEAT op ON staat, kunt
u de SOUND-knop tijdelijk niet gebruiken.
/ENT.
*9Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast. Zie "De subwoofer in-/uitschakelen"
(pagina 16).
*10Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
De subwoofer in-/uitschakelen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitgangsniveau van
de subwoofer aanpassen (zie
1
Houd SOUND gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de subwoofer-keuzemodus te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de SUBWOOFERmodus te selecteren en druk vervolgens op
SUBWOOFER SUBW SYSTEM SUBWOOFER
3
Draai aan de draaiknop om SUBW ON/OFF te
selecteren.
SUBW ON (standaardinstelling) SUBW OFF
4
Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
pagina 15).
/ENT.
Het subwoofer-systeem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u SYS 1 of SYS 2 kiezen
voor het gewenste subwoofer-effect.
1
Houd SOUND gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de subwoofer-keuzemodus te
activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de SUBW SYSTEM modus te selecteren en druk vervolgens op
SUBWOOFER SUBW SYSTEM SUBWOOFER
3
Draai aan de draaiknop om SUBW SYS 1 of SUBW
SYS 2 te selecteren en druk vervolgens op
Kies SYS 1 of SYS 2 voor het gewenste subwoofer-effect.
SUBW SYS 1 (standaardinstelling) SUBW SYS 2
SUBW SYS 1: Het niveau van de subwoofer wijzigt
SUBW SYS 2: Het niveau van de subwoofer wijzigt niet
4
Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer de Subwoofer-modus
op OFF staat.
overeenkomstig met de volume-instellingen.
overeenkomstig met de volume-instellingen.
Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
/ENT.
/ENT.
Loudness in-/uitschakelen
Loudness legt een speciale nadruk op de lage en hoge frequentie bij een
laag volume. Dit compenseert voor de lagere gevoeligheid van het oor
voor de lage en hoge tonen.
Houd de draaiknop (LOUD) gedurende minstens 2
seconden ingedrukt om de loudness-modus in of uit te
schakelen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
16-NL
Overige functies
VIEW
Over de schermaanduidingen
Bij het weergeven van tekst lichten de volgende indicatoren
op naargelang de modus.
De tekst weergeven
Tekstinformatie, zoals de cd-naam en de naam van het nummer, zal
worden weergegeven wanneer u een cd afspeelt die compatibel is met
cd-tekst. Het is eveneens mogelijk de mapnaam, bestandsnaam, tag,
enz. weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA/AACbestanden.
Druk op VIEW.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
• Wanneer TEXT SCROLL op SCROLL MANU is ingesteld, dient u
VIEW gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden om de
huidige tekst één keer over het scherm te laten rollen (uitgezonderd in
radiomodus).
De weergave in radiomodus:
Wanneer PS (programmanaam) beschikbaar is
PS (programmanaam)*1 RADIO TEXT
PS (programmanaam)
Wanneer PS (programmanaam) niet beschikbaar is
FREQUENTIE RADIOTEKST FREQUENTIE
De weergave in CD-modus:
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD
TEKST (CD-NAAM)*2
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD
De weergave in MP3/WMA/AAC-modus:
BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD MAPNR./BESTANDSNR.
MAPNAAM BESTANDSNAAM ARTIEST *3
ALBUMNAAM*3 NAAM VAN HET NUMMER*3
BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD
De weergave in BT AUDIO-modus:
Het volgende wordt alleen weergegeven wanneer een telefoon
met iRadio-functie correct is aangesloten met een Bluetooth
interfacemodule en correct is ingesteld. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de Bluetooth interfacemodule voor meer
informatie.
PRESELECTIENR. ARTIEST*4 ALBUMNAAM*4
NAAM VAN HET NUMMER*4 PRESELECTIENR.
*1Houd VIEW gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de PS-
weergavemodus. De frequentie wordt gedurende 5 seconden
weergegeven.
*2Weergegeven tijdens het afspelen van een cd met cd-tekst.
*3ID3-tag/WMA-tag
Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3-tag/WMA-taginformatie bevat,
wordt de ID3-tag/WMA-taginformatie weergegeven (bv. titel van het
nummer, artiest en albumnaam). Alle andere tag-gegevens worden
genegeerd.
Wanneer de Scroll-instelling (pagina 19) is ingesteld op "SCROLL
AUTO", zal de tag-informatie automatisch over het scherm rollen.
*4Wanneer een BT AUDIO-signaal wordt ontvangen, wordt
tekstinformatie zoals artiest, album en nummer weergegeven.
Wanneer er geen tekstinformatie beschikbaar is, worden "ARTIST"/
"ALBUM"/ "SONG" weergegeven.
TEKST (NAAM VAN HET NUMMER)
*2
Knippert in de zoekmodus wanneer aan de draaiknop wordt
gedraaid. Knippert eveneens wanneer een handeling, zoals snel
vooruitspoelen enz., wordt uitgevoerd.
Licht op in de instellingsmodus of menumodus geluidsinstelling.
Indicator/
Modus
*1Tag-informatie
Wanneer er geen taginformatie beschikbaar is, wordt "ARTIST"/
"ALBUM"/"SONG" weergegeven.
*2De hoofdmap van Disc wordt weergegeven als "FOLDER", de
hoofdmap van USB wordt weergegeven als "ROOT".
*3Wanneer er geen tekst (cd-naam of naam van het nummer)
beschikbaar is, wordt "DISC TEXT"/"TRACK TEXT" weergegeven.
Cd-modus
––
––
Weergegeven
tekst (cd-
3
)
naam*
Weergegeven
tekst (naam van
het nummer*
MP3/WMA/AAC/
USB Audiomodus
Weergegeven
mapnaam*
Weergegeven
artiest*
Weergegeven
albumnaam*
Weergegeven
naam van het
3
)
nummer*1/
bestandsnaam
iPod/BT Audiomodus
2
1
1
––
Weergegeven
1
artiest*
Weergegeven
albumnaam*
Weergegeven
naam van het
nummer*
1
1
Over "Tekst"
Tekst:
Cd's die compatibel zijn met cd-tekst, bevatten tekstinformatie
zoals de naam van de cd en het nummer. Naar dergelijke
tekstinformatie wordt verwezen met "tekst".
• Sommige karakters worden, afhankelijk van het karaktertype,
mogelijk niet correct weergegeven op dit toestel.
• De tekst- of tag-informatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk
niet correct weergegeven.
17-NL
SET-UP (instellen)
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeuren en gebruik voldoet. Vanuit het instelmenu kunt u de opties
Geluid aanpassen, Visueel aanpassen, enz. wijzigen.
SOURCE/
Gebruik stappen 1 tot 4 om een van de
instellingsmodi te selecteren en aan te passen. Zie
het desbetreffende onderdeel voor meer informatie
over het geselecteerde instellingsitem.
1
2
*1Wordt enkel weergegeven wanneer INT MUTE op OFF staat en de
modus op iets anders dan BT AUDIO is ingesteld.
*2Zie "Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen" (pagina 9).
*3Zie "PI SEEK-instelling" (pagina 10).
*4Zie "Instelling PTY31-ontvangst (nooduitzending)" (pagina 10).
*5Wordt enkel weergegeven wanneer BLUETOOTH IN op OFF staat.
*6Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ SETUP op ON staat.
3
4
• Druk op /ESC om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
Draaiknop
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de instellingsmodus te activeren.
Draai aan de draaiknop om het gewenste
instellingsmenu te selecteren en druk vervolgens op
/ENT.
(bv. Selecteer POWER IC)
BLUETOOTH IN*1 FM-LEVEL RDS REGIONAL*2
PI SEEK*3 ALERT PTY31*4 ILLUMINATION
LCD CONTRAST DIMMER PLAY MODE
SCROLL TYPE TEXT SCROLL INT MUTE*5
AUX+ SETUP AUX+ NAME*6 AUX IN GAIN*6
POWER IC LANGUAGE DEMO BLUETOOTH IN
Draai aan de draaiknop om de instelling te wijzigen.
(bv. selecteer POWER IC ON of POWER IC OFF.)
Houd F/SETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
/ESC
/ENT
F/SETUP
BLUETOOTH IN
De Bluetooth-verbinding instellen
BT IN ADAPTE / BT IN OFF (standaardinstelling)
Wanneer een optionele Bluetooth Box is aangesloten, kunt u handenvrij
bellen met een mobiele telefoon die is uitgerust met Bluetooth.
Voer deze instelling uit wanneer de Bluetooth Box is aangesloten en de
Bluetooth-functie wordt gebruikt. Meer informatie kunt u vinden in de
gebruiksaanwijzing van de optionele Bluetooth Box.
Kies voor ADAPTE wanneer de Bluetooth Box is aangesloten.
• Als de met Voice Dial compatibele Bluetooth Box is aangesloten, kan
de Voice Dial-functie worden gebruikt.
Geluid aanpassen
Sterkte van de bronsignalen aanpassen
FM-LEVEL HI (standaardinstelling) / FM-LEVEL LOW
Indien het verschil in volume tussen de cd-speler en de FM-radio te
groot is, pas dan de FM-signaalsterkte aan.
Visueel aanpassen
Verlichtingskleur aanpassen
ILLUMI TYPE1 (standaardinstelling) / ILLUMI TYPE2
TYPE1 TYPE2
• CDE-9880R:
U kunt de verlichtingskleur van de knoppen van het toestel aanpassen.
TYPE1: de kleur van de knoppen van het toestel is groen.
TYPE2: de kleur van de knoppen van het toestel is amber.
• CDE-9882Ri:
U kunt de verlichtingskleur van de volgende zes knoppen aanpassen.
SOURCE/ , BAND/TA, , , , .
TYPE1: wanneer de kleur van de zes knoppen blauw is, is de
kleur van de rest rood.
TYPE2: wanneer de kleur van de zes knoppen rood is, is de
kleur van de rest rood.
Schermcontrast aanpassen
CONTRAST
U kunt het schermcontrast aanpassen voor een betere zichtbaarheid.
U kunt het contrast aanpassen op een schaal
van –5 tot +3.
• De fabrieksinstelling bedraagt "0".
18-NL
Dimmerregeling
DIMMER AUTO (standaardinstelling) / DIMMER MANU
Stel de DIMMER regeling in op AUTO om de helderheid van de
verlichting te verminderen wanneer de koplampen van het voertuig
branden. Deze modus kan nuttig zijn wanneer u vindt dat de
achtergrondverlichting van het scherm's nachts te fel is.
• Indien uw voertuig over een dimmerregeling beschikt voor de
dashboardverlichting, sluit dan nooit de DIMMER kabel (oranje)
van de radio aan op deze dimmerregeling.
Instelling Scroll Type
SCROLL TYPE1 / SCROLL TYPE2 (standaardinstelling)
Kies uit twee scrollmethodes.
Kies het type waarnaar uw voorkeur uitgaat.
SCROLL TYPE1: De karakters rollen over het scherm van rechts
naar links, één karakter per keer.
SCROLL TYPE2: Woorden worden van links naar rechts
opgebouwd, één karakter per keer. Wanneer
het scherm vol is, wordt de inhoud ervan
gewist en de resterende woorden worden
weergegeven op dezelfde manier totdat alle
woorden uit de titel werden weergegeven.
Scroll-instelling (TEXT SCROLL)
SCROLL AUTO / SCROLL MANU (standaardinstelling)
Deze cd-speler kan de naam van de cd en de nummers die werden
opgenomen op cd-tekst compatibele cd's weergeven, evenals de
tekstinformatie van MP3/WMA/AAC-bestanden, mapnamen en tags.
SCROLL AUTO: Cd-tekstinformatie, tekstinformatie van map-
en bestandsnamen, en tag-informatie rollen
automatisch over het scherm.
SCROLL MANU: Informatie rolt over het scherm wanneer een
cd wordt geplaatst of een ander nummer
wordt gekozen, enz.
• Het toestel geeft cd-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of tag-
informatie weer.
Het taallettertype instellen
LANGUAGE 1 (standaardinstelling) / LANGUAGE 2 / LANGUAGE 3
U kunt drie soorten lettertypes kiezen.
LANGUAGE 1: Normaal lettertype
LANGUAGE 2: Europees lettertype
LANGUAGE 3: Russisch lettertype
MP3/WMA/AAC
MP3/WMA/AAC-gegevens afspelen (PLAY MODE)
CD-DA (standaardinstelling) / CD-DA&MP3
Dit toestel kan cd's afspelen die zowel cd- als MP3/WMA/AACgegevens bevatten (aangemaakt in Enhanced CD-formaat (CD-Extra)).
In bepaalde situaties kan het afspelen van een CD-Extra echter
moeilijkheden opleveren. Wanneer dit zich voordoet, kunt u kiezen om
slechts één sessie af te spelen, namelijk de sessie die de cd-gegevens
bevat. Wanneer een cd zowel cd- als MP3/WMA/AAC-gegevens bevat,
start het toestel met het afspelen van de cd-gegevens.
CD-DA:Enkele de cd-gegevens in sessie 1 kunnen
CD-DA&MP3: Cd-gegevens, MP3/WMA/AAC-bestanden in
worden afgespeeld.
mixed mode en multi-sessie-cd's kunnen worden
afgespeeld.
• Voer deze instelling uit voor u een cd plaatst. Wanneer er reeds een
cd werd geplaatst, verwijder die dan eerst.
Extern apparaat
Aansluiten op een externe versterker
POWER IC ON (standaardinstelling) / POWER IC OFF
Wanneer een externe versterker is aangesloten, kan de geluidskwaliteit
verbeterd worden door de stroomtoevoer van de ingebouwde versterker
af te sluiten.
POWER IC OFF: gebruik deze modus wanneer de lijnuitgang
van dit toestel gebruikt wordt om een externe
versterker aan te sluiten. Bij deze instelling
wordt de interne versterker van de
hoofdeenheid uitgeschakeld. De interne
versterker kan de luidsprekers niet meer
sturen.
Voor
Versterker
Versterker
links
Voor
rechts
Achter
links
Achter
rechts
Demonstratie
DEMO ON / DEMO OFF (standaardinstelling)
Dit toestel beschikt over een demonstratiefunctie voor het scherm.
• Om de demonstratiemodus te verlaten, schakelt u over naar DEMO
OFF.
19-NL
POWER IC ON: De luidsprekers worden gestuurd door de
ingebouwde versterker.
USB-geheugen (optioneel)
Luidsprekers
LUIDSPREKER
RECHTSVOOR
LUIDSPREKER
RECHTSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSVOOR
• Het systeem brengt geen geluid voort wanneer het uitgangsvermogen
op OFF is ingesteld.
Vo or
rechts
Achter
rechts
Achter
links
Vo or
links
Modus geluidsdemping in- of uitschakelen (INT MUTE)
MUTE ON / MUTE OFF (standaardinstelling)
Wanneer een apparaat is aangesloten dat is uitgerust met een
onderbreekfunctie, zal het geluid automatisch worden gedempt wanneer
het onderbrekingssignaal van het toestel wordt ontvangen.
De AUX+ SETUP-modus instellen
AUX+ ON / AUX+ OFF (standaardinstelling)
U kunt een extern apparaat (zoals een draagbare muziekspeler)
aansluiten op de iPod Direct-aansluiting van dit toestel. Daarvoor hebt u
een iPod Direct/RCA Interface-kabel (optioneel) nodig.
Een draagbare muziekspeler en een iPod kunnen niet tegelijk worden
aangesloten op de iPod Direct-aansluiting.
AUX+ O N: Zet dit op ON wanneer een draagbaar apparaat is
AUX+ O FF : Zet dit op OFF wanneer een iPod is aangesloten.
aangesloten. Indien u op SOURCE/
AUX+ is geselecteerd, wordt het geluid van het
draagbare apparaat ingevoerd in het toestel.
drukt en
De AUX+ NAME-modus instellen
AUXILIARY*
U kunt de AUX+ NAME-weergave wijzigen in de SETUP-modus,
wanneer AUX+ SETUP op ON staat.
* Als de instelling voltooid is, wordt AUX weergegeven op het toestel.
(standaardinstelling) / TV / DVD / PORTABLE / GAME
Het AUX+ niveau instellen (AUX IN GAIN)
LOW (standaardinstelling) / HIGH
Deze instelling kan worden uitgevoerd na ON te hebben gekozen in "De
AUX+ SETUP-modus instellen".
LOW: Verlaagt het geluidsniveau van de externe invoer.
HIGH: Verhoogt het geluidsniveau van de externe invoer.
SOURCE/
/
Een USB-geheugen bedienen (optioneel)
Een USB-geheugen kan worden aangesloten op dit toestel. Wanneer er
een USB-geheugen is aangesloten op dit toestel, dan kunt u het USBgeheugen bedienen via dit toestel.
• De bedieningselementen van dit toestel voor het bedienen van een
USB-geheugen werken enkel wanneer een USB-geheugen is
aangesloten.
MP3/WMA/AAC-bestanden afspelen met
het USB-geheugen (optioneel)
Wanneer u een USB-geheugen aansluit dat MP3/WMA/AAC-gegevens
bevat, kunt u deze bestanden afspelen met dit toestel.
1
Druk op SOURCE/ om over te schakelen naar de
USB AUDIO-modus.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de modus.
TUNER DISC USB AUDIO iPod*1 / AUX+*2
BT AUDIO*3 TUNER
*1Wordt enkel weergegeven wanneer de iPod aangesloten is en AUX+
SETUP op OFF staat (zie "De AUX+ SETUP-modus instellen"
(pagina 20)).
*2Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ SETUP op ON staat (zie
"De AUX+ SETUP-modus instellen" (pagina 20)).
*3Enkel wanneer BLUETOOTH IN ingesteld is op ADAPTE (zie "De
Bluetooth-verbinding instellen" (pagina 18)).
2
Druk op / om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op / zal het afspelen
hervatten.
• De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT" in de zoekmodus
mapnaam.
• Het toestel speelt bestanden van een USB-geheugen af via dezelfde
functies en modi als bij het afspelen van cd's die MP3/WMA/AACgegevens bevatten. Meer informatie vindt u in het onderdeel "CD/
MP3/WMA/AAC" op de pagina’s 11 tot 14.
• Schakel over naar een andere bron of schakel de pauzestand in
voordat u USB-geheugen loskoppelt.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
20-NL
iPod® (optioneel)
VIEW
/
/ENT
/ESC
4
Preselectieknoppen
(1 tot 6)
pagina 20).
pagina 20)).
pagina 18)).
5
6
SOURCE/
Draaiknop
U kunt een iPod® aansluiten op dit toestel via de ALPINE FULL
SPEED™-verbindingskabel (KCE-422i) (apart verkrijgbaar). Wanneer
dit toestel door middel van de kabel is aangesloten, werken de
bedieningselementen op de iPod niet meer.
• Stel AUX+ SETUP in op OFF wanneer een iPod is aangesloten (zie
"De AUX+ SETUP-modus instellen" op
• Als de Bluetooth Box en een iPod tegelijk zijn aangesloten, zorg er
dan voor dat u de iPod loskoppelt van de Bluetooth Box terwijl ACC
op OFF staat.
Geschikte iPods voor gebruik met dit toestel
• Dit toestel kan worden gebruikt in combinatie met een iPod,
iPod photo, iPod mini of iPod nano vanaf de vierde generatie.
Een iPod Shuffle kan echter niet worden aangesloten.
• iPods uitgerust met een touch wheel of scroll wheel maar
zonder dock connector kunnen niet worden aangesloten op
dit toestel.
• Dit toestel kan worden gebruikt met de volgende types iPod.
iPod vierde generatie
iPod vijfde generatie
iPod photo
iPod mini
iPod nano eerste generatie
iPod nano tweede generatie
• Wanneer het toestel wordt gebruikt met iPod-softwareversies van
iTunes vóór versie 7.1.0.59, worden correcte werking en prestaties
niet gegarandeerd.
Afspelen
1
Druk op SOURCE/ om over te schakelen naar de
iPod-modus.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de modus.
TUNER DISC USB AUDIO iPod*1 / AUX+*2
BT AUDIO*3 TUNER
*1Wordt enkel weergegeven wanneer de iPod aangesloten is en AUX+
SETUP op OFF staat (zie "De AUX+ SETUP-modus instellen"
(pagina 20)).
*2Wordt enkel weergegeven wanneer AUX+ SETUP op ON staat (zie
"De AUX+ SETUP-modus instellen" (
*3Enkel wanneer BLUETOOTH IN ingesteld is op ADAPTE (zie "De
Bluetooth-verbinding instellen" (
2
Druk op of om het gewenste nummer te
selecteren.
Terugkeren naar het begin van het huidige nummer:
Druk op .
Snel terugspoelen door het huidige nummer:
Houd ingedrukt.
Doorspoelen naar het begin van het volgende nummer:
Druk op .
Snel vooruitspoelen door het huidige nummer:
Houd ingedrukt.
3
Druk op / om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op / zal het afspelen
hervatten.
• Een nummer dat wordt afgespeeld via de iPod terwijl het apparaat is
aangesloten op dit toestel, zal verder spelen vanaf de positie waarop
het werd gepauzeerd na het loskoppelen.
• Wanneer u luistert naar een episode uit een podcast of gesproken
boek, kunt u wisselen van episode door op of te drukken.
• Een episode kan uit verschillende hoofdstukken bestaan. Het
hoofdstuk kan worden gewijzigd door op of te drukken.
Een gewenst nummer zoeken
Een iPod kan honderden nummers bevatten. Door gebruik te maken van
de taginformatie in bestanden en de nummers te organiseren in
afspeellijsten, zal het zoeken naar nummers eenvoudig verlopen met de
zoekfuncties van dit toestel. Elke muziekcategorie heeft een individuele
hiërarchie. Gebruik de zoekmodi Afspeellijst/Artiest/Album/Nummer/
Podcast/Genre/Componist/Gesproken boek om zoekopdrachten te
verfijnen op basis van de hieronder afgebeelde tabel.
Hiërarchie 1Hiërarchie 2Hiërarchie 3Hiërarchie 4
Afspeellijst
(PLAYLIST)
Artiest
(ARTIST)*
Album
(ALBUM)*
Nummer
(SONG)
PodcastEpisode——
Genre
(GENRE)*
Componist*
(COMPOSER)
Gesproken boek
(AUDIOBOOK)
Bijvoorbeeld: zoeken op artiestennaam
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een ARTIST-zoekopdracht wordt
uitgevoerd. Een anders zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde
handeling, maar dan op basis van een andere hiërarchie.
1
Druk op /
2
Draai aan de draaiknop om de ARTIST-zoekmodus
te selecteren en druk vervolgens op
PLAYLISTARTISTALBUMSONGPODCAST
GENRECOMPOSER AUDIOBOOK PLAYLIST
3
Draai aan de draaiknop om de gewenste artiest te
selecteren en druk vervolgens op
4
Draai aan de draaiknop om het gewenste album te
selecteren en druk vervolgens op
Nummer——
Album*Nummer—
Nummer——
———
Artiest*Album*Nummer
Album*Nummer—
———
ENT
om de zoekmodus te activeren.
/ENT.
/ENT.
/ENT.
21-NL
5
Draai aan de draaiknop om het gewenste nummer
te selecteren en druk vervolgens op
Het geselecteerde nummer wordt afgespeeld.
• Na /ENT gedurende minstens twee seconden ingedrukt te houden
in elke hiërarchie (uitgezonderd Song- en Audiobook-hiërarchie),
worden alle nummers van de geselecteerde hiërarchie afgespeeld.
• Na in de zoekmodus [ALL] te hebben geselecteerd met "*", houdt u
/ENT gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om alle
nummers van de iPod of de geselecteerde zoekmodus af te spelen.
• Wanneer u in de zoekmodus /ESC gedurende 2 seconden
ingedrukt houdt, of wanneer gedurende 10 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
• Druk op /ESC in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige
modus.
• Wanneer een zoekopdracht wordt gegeven tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• "NO SONG" wordt weergegeven wanneer er geen nummers
aanwezig zijn in de geselecteerde afspeellijst in de zoekmodus
PLAYLIST.
• "NO PODCAST" wordt weergegeven wanneer er geen podcast-
gegevens aanwezig zijn in de iPod in de zoekmodus PODCAST.
• "NO AUDIOBOOK" wordt weergegeven wanneer er geen gegevens
voor gesproken boeken aanwezig zijn in de iPod in de zoekmodus
AUDIOBOOK.
• Wanneer de "naam van de iPod" opgeslagen in de iPod is
geselecteerd in de gewenste Playlist-zoekmodus en /ENT is
ingedrukt, kunt u naar alle nummers op de iPod zoeken. Wanneer u
bovendien /ENT gedurende minstens 2 seconden ingedrukt
houdt, worden alle nummers op de iPod afgespeeld.
• Afhankelijk van de iPod is het mogelijk dat zoeken naar podcasts niet
wordt ondersteund.
• Wanneer u een van de preselectieknoppen (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Meer informatie kunt u vinden onder "Direct Search
Functie (gericht zoeken)" op pagina 22.
/ENT.
Direct Search Functie (gericht zoeken)
De directe zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer, enz. In de modi
Afspeellijst/Artiest/Album/Nummer/Podcast/Genre/Componist/
Gesproken boek, kunt u snel een nummer kiezen.
Druk in de zoekmodus op een van de
preselectieknoppen (1 tot 6) om snel een
aangegeven percentage van uw nummers over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken naar een nummer:
Als er 100 nummers op uw iPod staan, worden die
onderverdeeld in 6 groepen aan de hand van percentages (zie
hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de
preselectieknoppen (1 tot 6).
Voorbeeld 1:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer in het midden
(50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 4 om naar het
50e nummer te gaan en draai aan de draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Voorbeeld 2:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer aan het einde
(83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 6 om naar het
83e nummer te gaan en draai aan de draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Alle 100 nummers (100%)
0%17%33%50%67%83%
Preselectie-
knoppen
Nummers
123456
Eerste
nummer
17e
nummer
33e
nummer
50e
nummer
nummer
67e
83e
nummer
Quick Search (snel zoeken)
U kunt een nummer kiezen uit alle nummers op de iPod zonder een
album, artiest, enz. te selecteren.
1
Houd /ENT gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de snelzoekmodus te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om een gewenst nummer te
selecteren.
Het geselecteerde nummer wordt onmiddellijk afgespeeld.
• Houd /ESC gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de
zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens
geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd.
• Wanneer de iPod vele nummers bevat, duurt het langer om naar
nummers te zoeken.
• Wanneer u een van de preselectieknoppen (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Meer informatie kunt u vinden onder "Direct Search
Functie (gericht zoeken)" op pagina 22.
• Deze functie is niet actief tijdens herhaald afspelen (RPT).
Afspeellijst/Artiest/Album/Genre/Componist kunnen eenvoudig worden
gewijzigd.
Wanneer u bijvoorbeeld naar een nummer uit een gekozen album
luistert, kunt u het album wijzigen.
Druk op of om de gewenste Afspeellijst/Artiest/
Album/Genre/Componist te selecteren.
• Deze functie is niet actief indien de nummerzoekmodus werd gebruikt
om een nummer te selecteren.
• Indien een album werd gekozen tijdens een zoekopdracht naar een
artiest, kunt u andere albums van die artiest zoeken.
• Deze functie is niet actief tijdens willekeurig afspelen (M.I.X.).
22-NL
Willekeurig afspelen (M.I.X.)
Repeat (herhaald afspelen)
De Shuffle-functie van de iPod wordt weergegeven als M.I.X. op dit
toestel.
Shuffle Albums:
De nummers uit elk album worden in de juiste volgorde
afgespeeld. Na het afspelen van alle nummers op een album,
wordt het volgende album willekeurig geselecteerd. Dit gaat zo
verder tot alle albums werden afgespeeld.
Shuffle Nummers:
De optie Shuffle nummers speelt de nummers binnen een
geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.) willekeurig af.
De nummers binnen de categorie worden slechts één keer
afgespeeld tot alle nummers werden afgespeeld.
1
Druk op 5 .
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
M.I.X. M.I.X. (off) M.I.X.
(Shuffle Albums) (Shuffle Nummers)
2
Selecteer (off) in de bovenstaande procedure om het
afspelen in M.I.X. te annuleren.
• Wanneer een nummer is geselecteerd in de albumzoekmodus vóór
afspelen in M.I.X. werd geselecteerd, zullen de nummers niet
willekeurig afspelen, ook al wordt Shuffle Albums geselecteerd.
Shuffle ALL:
Shuffle ALL speelt alle nummers op de iPod af in willekeurige
volgorde. Een nummer wordt niet meer herhaald tot alle
nummers werden afgespeeld.
1
Druk op 6.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
M.I.X. (off) M.I.X.
(Shuffle ALL)
2
Selecteer (off) in de bovenstaande procedure om het
afspelen in M.I.X. te annuleren.
• Wanneer Shuffle ALL is geselecteerd, worden de geselecteerde
nummers die worden afgespeeld in de zoekmodus geannuleerd.
Enkel Herhaal Eén is beschikbaar voor de iPod.
Herhaal Eén:
Een enkel nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
1
Druk op 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
RPT (off) RPT
(Herhaal Eén)
2
Selecteer (off) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
• Tijdens herhaald afspelen worden geen andere nummers geselecteerd
door te drukken op of .
De tekst weergeven
U kunt de tag-informatie van een nummer op de iPod weergeven.
Druk op VIEW.
Elke druk schakelt over naar een andere schermweergave.
• Wanneer TEXT SCROLL op MANU is ingesteld, dient u VIEW
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden om de huidige
tekst één keer over het scherm te laten rollen.
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD ARTIEST*
ALBUMNAAM* NAAM VAN HET NUMMER*
TRACK NO./ELAPSED TIME
* TAG-informatie
Wanneer er geen tag-informatie beschikbaar is, wordt "ARTIST"/
"ALBUM"/"SONG" weergegeven.
• Enkel alfanumerieke karakters (ASCII) kunnen worden weergegeven.
• Als de artiest, het album of de naam van een nummer aangemaakt in
iTunes te veel karakters bevat, is het mogelijk dat het nummer niet
wordt afgespeeld wanneer de iPod is aangesloten via de adapter. Om
die reden is een maximum van 250 karakters aangeraden. Het
maximaal aantal karakters van de hoofdeenheid is 128 (128 byte).
• Sommige karakters worden mogelijk niet correct weergegeven.
• "NO SUPPORT" wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
wordt ondersteund door het toestel.
23-NL
Informatie
Bij problemen
Wanneer u een probleem ervaart, schakel dan het toestel uit en daarna
weer in. Indien het toestel nog steeds niet normaal functioneert,
overloop dan de items op de checklist hieronder. Deze gids zal u helpen
het probleem op te sporen indien de oorzaak bij het toestel ligt. Is dit
niet het geval, controleer dan of het systeem correct is aangesloten of
contacteer uw bevoegde Alpine-verdeler.
Basis
Geen werking of schermweergave.
• Het contact van de auto is niet ingeschakeld.
- Indien het toestel volgens de instructies werd aangesloten, zal
het niet werken wanneer het contact van de auto niet is
ingeschakeld.
• Incorrecte aansluiting van de stroomkabel (rood) en de
batterijkabel (geel).
- Controleer de verbindingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van het toestel; vervang door de juiste
waarde indien nodig.
• Er is een storing opgetreden in de interne microcomputer ten
gevolge van interferentieruis.
- Druk op de RESET-knop met een balpen of een ander puntig
voorwerp.
Radio
U kunt geen zenders ontvangen.
• Er is geen antenne aangesloten of er is een losgekoppelde
aansluiting in de kabel.
- Zorg ervoor dat de antenne correct is aangesloten;
vervang indien nodig de antenne of de kabel.
U kunt geen zenders afstemmen in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een gebied met zwakke ontvangst.
- Zorg ervoor dat de tuner is ingesteld op DX-modus.
• Wanneer u zich in een gebied met sterke ontvangst bevindt, is het
mogelijk dat de antenne niet correct is geaard en aangesloten.
- Controleer de verbindingen van de antenne; zorg ervoor dat de
antenne correct is geaard aan de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
- Zorg ervoor dat de antenne volledig is uitgestrekt; indien de
antenne stuk is, vervang hem dan door een nieuwe.
Er treedt ruis op bij de ontvangst.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
- Strek de antenne volledig uit; vervang de antenne indien hij
stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
- Zorg ervoor dat de antenne correct is geaard aan de
montageplaats.
CD
Cd-speler werkt niet.
• Temperatuur ligt boven de toelaatbare bedieningsgraad voor cd's
(+50°C).
- Verlaag de temperatuur in het interieur (of de koffer) van de
auto.
Het afspeelgeluid van de cd wordt onvast.
• Condensatie in de cd-module.
- Wacht voldoende lang (ongeveer 1 uur) tot het vocht is
verdampt.
U kunt geen cd plaatsen.
• Er is reeds een cd aanwezig in de cd-speler.
- Werp de cd uit en verwijder hem.
• De cd wordt niet correct geladen.
- Zorg ervoor dat de cd wordt geladen volgens de instructies in
het onderdeel bediening van de cd-speler.
U kunt de cd niet snel vooruit of achteruit spoelen.
• De cd is beschadigd.
- Werp de cd uit en gooi hem weg; wanneer u een beschadigde
cd gebruikt in het toestel kan dit het mechanisme beschadigen.
Het afspeelgeluid van de cd hapert door trillingen.
• Incorrecte installatie van het toestel.
- Installeer het toestel opnieuw op een correcte manier.
• De cd is erg vuil.
- Reinig de cd.
• Er zijn krassen op de cd.
- Plaats een andere cd.
• De lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd om de lens te
reinigen. Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler.
Het afspeelgeluid van de cd hapert zonder trillingen.
• De cd is vuil of gekrast.
- Maak de cd schoon; een beschadigde cd moet worden
vervangen.
Error wordt weergegeven (enkel bij de ingebouwde cdspeler).
• Mechanische fout.
- Druk op . Plaats de cd nogmaals nadat Error verdwenen is.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler indien de
bovenvermelde oplossing het probleem niet verhelpt.
Het afspelen van een CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• De opnamesessie werd niet afgesloten (gefinaliseerd).
- Finaliseer de sessie en probeer opnieuw.
MP3/WMA/AAC
MP3, WMA of AAC-bestanden worden niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3/WMA/AACformaat is niet compatibel.
- Zorg ervoor dat het MP3/WMA/AAC-bestand geschreven
werd in een ondersteund formaat. Zie "Over MP3/WMA/
AAC" (
pagina's 13-14) en herschrijf de bestanden vervolgens
in een formaat dat wordt ondersteund door dit toestel.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Het toestel krijgt geen uitvoersignaal van de interne versterker.
- POWER IC is ingesteld op "ON" (pagina 19).
iPod
De iPod speelt niet af en er is geen geluid hoorbaar.
• De iPod werd niet herkend.
- Reset het toestel en de iPod. Zie "Eerste gebruik van het
toestel" (
pagina 7). Meer informatie over het resetten van de
iPod kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van de iPod.
24-NL
Schermaanduidingen voor de cd-speler
• Er is geen cd geplaatst.
- Plaats een cd.
• Er is een cd geplaatst maar toch wordt "NO DISC" weergegeven
en het toestel speelt de cd niet af of werpt de cd niet uit.
- Verwijder de cd via de volgende stappen:
Druk nogmaals op de -knop gedurende minstens 2
seconden.
Indien de cd nog steeds niet wordt uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Storing van het mechanisme.
1) Druk op en werp de cd uit.
Indien de cd niet wordt uitgeworpen, contacteer dan uw
Alpine-verdeler.
2) Wanneer Error nog steeds verschijnt na het uitwerpen, drukt
u nogmaals op
Contacteer uw Alpine-verdeler wanneer Error blijft
verschijnen na verschillende keren op
• Als "ERROR" wordt weergegeven:
Indien de cd niet kan worden uitgeworpen door op te drukken,
druk dan op de RESET-knop (zie pagina 7) en druk nogmaals op .
Indien de cd nog steeds niet kan worden uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Een WMA-bestand beveiligd tegen kopiëren werd afgespeeld.
- U kunt enkel bestanden afspelen die niet beveiligd zijn tegen
kopiëren.
.
te hebben gedrukt.
NO USB UNIT
• Er is geen USB-geheugen aangesloten.
- Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en
dat de kabel niet te veel gebogen is.
• Het USB-geheugen bevat geen nummers (bestanden).
- Sluit het USB-geheugen opnieuw aan wanneer het nummers
(bestanden) bevat.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
- Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
• Een WMA-bestand beveiligd tegen kopiëren werd afgespeeld.
- U kunt enkel bestanden afspelen die niet beveiligd zijn tegen
kopiëren.
NO SUPPORT
• Er werd tekstinformatie ingevoerd die niet door het toestel kan
worden herkend.
- Sluit een USB-apparaat aan met ingevoerde tekstinformatie die
wordt ondersteund door het toestel.
Schermaanduidingen voor de iPod-modus
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
- Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
Schermaanduidingen voor een USBgeheugen
• Het USB-aansluitingsapparaat ontvangt een abnormale
stroomsterkte (een foutmelding wordt mogelijk weergegeven
indien een USB-apparaat is aangesloten dat niet compatibel is
met het toestel).
Er is een storing in het USB-geheugen of er heeft zich een
kortsluiting voorgedaan.
- Sluit een ander USB-geheugen aan.
DEVICE ERROR
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund
door het toestel.
- Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
• De iPod is niet aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten (Zie
"Aansluitingen").
Zorg ervoor dat de kabel niet te veel gebogen is.
• De iPod bevat geen nummers.
- Download nummers op de iPod en sluit de iPod opnieuw aan
op dit toestel.
• Communicatiestoornis
- Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in.
- Controleer het scherm door de iPod met behulp van de iPodkabel opnieuw aan te sluiten op dit toestel.
• Veroorzaakt doordat de versie van de iPod-software niet
compatibel is met dit toestel.
- Update de versie van de iPod-software zodat de software
compatibel is met dit toestel.
25-NL
Specificaties
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik87,5-108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono0,7 µV
Afwisselende kanaalselectiviteit 80 dB
Signaal/ruis-verhouding65 dB
Stereoscheiding35 dB
Ontvangstverhouding2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik531-1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard)25,1 µV/28 dB
FRAMEFORMAAT
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte160 mm
FORMAAT VOORKANT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte24 mm
• Ten gevolge van voortdurende verbetering van de producten, kunnen
specificaties en ontwerp wijzigen zonder enige kennisgeving.
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik153-281 kHz
Gevoeligheid (IEC-standaard)31,6 µV/30 dB
CD-SPELERGEDEELTE
Frequentierespons5-20.000 Hz (±1 dB)
Snelheidsfluctuaties (% WRMS) Onder meetbare limiet
Totale harmonische vervorming0,008% (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
ONTVANGST
Golflengte795 nm
Laserproduct KLASSE I
USB-GEDEELTE
USB-vereistenUSB 1,1/2,0
Max. stroomverbruik500 mA
USB-klasseMassaopslag
BestandssysteemFAT 12/16/32
Frequentierespons*5-20.000 Hz (±1 dB)
Totale harmonische vervorming0,008% (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
* De frequentierespons kan verschillen afhankelijk van de
coderingssoftware/bitsnelheid.
ALGEMEEN
Stroomvereiste14,4 V DC
(11-16 V toelaatbaar)
Maximaal uitgangsvermogen50 W × 4
Maximaal pre-uitgangsvoltage2 V/10 kilo-ohm
Lage tonen ±14 dB bij 60 Hz
Hoge tonen±14 dB bij 10 kHz
Gewicht1,5 kg
OPGELET
CLASS 1
LASER PRODUCT
(Onderkant van het toestel)
26-NL
Installatie en verbindingen
Lees het volgende en pagina’s 3 en 5 van deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor u het toestel
installeert of aansluit, om een juist gebruik te
garanderen.
Waarschuwing
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler), zoniet kan dit leiden tot brand,
enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE
BATTERIJAANSLUITING VOOR U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET
BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF
STUURINRICHTING OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of stuurinrichting
(of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen NOOIT gebruikt
worden voor installaties of als aardverbinding. Het gebruik van
dergelijke onderdelen kan leiden tot een controleverlies over de
auto en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer onmiddellijk een dokter bij inslikken.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN
UW VOERTUIG KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF
DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
Opgelet
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
steeds de verdeler waar u dit product hebt gekocht om de installatie
te laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN
INSTALLEER ZE OP DE JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF
GEKNEPEN WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF
STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of
stof aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terecht komt in het
toestel, kan dit storingen veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen
•
Zorg ervoor dat u de kabel verwijdert van de (–) batterijaansluiting
voor u uw
kans op schade aan het toestel bij een kortsluiting.
•
Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde draden aansluit volgens het
diagram. Foute aansluitingen kunnen storingen veroorzaken in het
toestel of schade teweegbrengen aan het elektrische systeem van de
auto.
•
Tijdens het aansluiten op het elektrische systeem van de auto, dient
u op te letten voor componenten die in de fabriek werden
geïnstalleerd (bv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen in deze
kabels om stroom te voorzien voor dit toestel. Zorg bij het aansluiten
van de
zekering voor het circuit bedoeld voor de
CDE-9880R/CDE-9882Ri
niet, dan kan dit leiden tot schade aan het product en/of het voertuig.
Contacteer bij twijfel uw Alpine-verdeler.
•
De
RCA-aansluitingen voor aansluiting op andere apparaten (bv.
versterker) met RCA-aansluitingen. U hebt mogelijk een adapter
nodig om andere apparaten aan te sluiten. Contacteer in dat geval uw
bevoegde Alpine-verdeler voor hulp.
•
Zorg ervoor dat u de (–) luidsprekerkabel aansluit op de (–)
luidsprekeraansluiting. Verbind nooit de kabels van het linkse en het
rechtse luidsprekerkanaal met elkaar of met de carrosserie van het
voertuig.
CDE-9880R/CDE-9882Ri
CDE-9880R/CDE-9882Ri
CDE-9880R/CDE-9882Ri
installeert. Dit verkleint de
op de zekeringkast ervoor dat de
de juiste stroomsterkte heeft. Doet u dit
maakt gebruik van vrouwelijke
BELANGRIJK
Gelieve het serienummer van uw toestel te noteren in de voorziene
ruimte hiernaast en houd dit bij als permanent bewijs. Het
serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u aan de
onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER:
DATUM VAN INSTALLATIE:
INSTALLATIETECHNICUS:
PLAATS VAN AANKOOP:
27-NL
Installatie
Verwijderbaar
voorpaneel
Opgelet
Verwijder het verwijderbare voorpaneel niet wanneer u dit
toestel in uw auto installeert.
Wanneer het verwijderbare voorpaneel wordt verwijderd tijdens
de installatie, is het mogelijk dat u te hard gaat drukken en zo de
metalen plaat vervormt die het op zijn plaats houdt.
• De hoofdeenheid moet binnen een hoek van 35 graden met het
horizontale vlak worden geïnstalleerd, gemeten van achter naar voor.
Minder dan 35°
1
Beugel
Montageframe
(meegeleverd)
Drukplaten*
* Als het montageframe loszit in het dashboard, kunt u de drukplaten
licht plooien om het probleem op te lossen.
Verwijder het montageframe van de hoofdeenheid
(zie "Verwijdering" op
montageframe in het dashboard en bevestig het met
de metalen haken.
Rubberen kapje
(meegeleverd)
Zeskantbout
(meegeleverd)
Dashboard
Dit toestel
pagina 28). Schuif het
2
Zeskantmoer (M5)
Wanneer uw voertuig uitgerust is met de beugel,
monteer dan de lange zeskantbout op het
achterpaneel van
plaats het rubberen kapje op de zeskantbout.
Versterk de hoofdeenheid met de metalen
montageband (niet meegeleverd) indien uw voertuig
niet is uitgerust met de montagebeugel. Verbind alle
andere kabels van
volgens de details omschreven in het onderdeel
VERBINDINGEN.
• Voorzie voor de schroef * een goede schroef voor de installatieplaats
in het chassis.
Schuif de CDE-9880R/CDE-9882Ri in het dashboard.
3
Zorg ervoor dat de sluitpinnen helemaal naar
beneden staan wanneer het toestel op zijn plaats zit.
Dit kunt u doen door stevig op het toestel te drukken
terwijl u de sluitpin naar beneden drukt met een
kleine schroevendraaier. Dit zorgt ervoor dat het
toestel stevig op zijn plaats zit en niet per ongeluk
uit het dashboard zal vallen. Plaats het
verwijderbare voorpaneel.
Verwijdering
1. Verwijder het verwijderbare voorpaneel.
2. Gebruik een kleine schroevendraaier (of een
gelijkaardig gereedschap) om de sluitpinnen naar
boven te schuiven (zie tekening hierboven). Trek het
toestel zachtjes naar buiten wanneer u een pin naar
boven hebt geschoven, om ervoor te zorgen dat het
niet opnieuw sluit voor u de tweede pin hebt kunnen
naar boven schuiven.
3. Trek het toestel uit het dashboard terwijl u de pinnen
open houdt.
Metalen montageband
Schroef
Schroefbout
∗
Dit toestel
de CDE-9880R/CDE-9882Ri en
de CDE-9880R/CDE-9882Ri
Sluitpin
28-NL
<JAPANSE AUTO>
Voorpaneel
Schroeven (M5
(meegeleverd)
Dit toestel
Montagebeugel
×8)
Aansluiting USB-geheugen (apart verkrijgbaar)
Een USB-geheugen aansluiten
Sluit het USB-geheugen aan op de USB-kabel.
Dit toestel
USB-aansluiting
Kabel (apart verkrijgbaar)
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
Een USB-geheugen verwijderen
Trek het USB-geheugen recht uit de USB-kabel.
Dit toestel
• Trek een USB-geheugen bij het verwijderen recht uit de USB-
aansluiting.
• Wanneer er geen geluid hoorbaar is of het USB-geheugen niet wordt
herkend maar toch is aangesloten, verwijder dan het USB-geheugen
onmiddellijk en sluit het opnieuw aan.
• Schakel over naar een andere bron dan USB-modus en verwijder
vervolgend het USB-geheugen. Wanneer het USB-geheugen wordt
verwijderd in de USB-modus, kunnen gegevens beschadigd raken.
• Leid de USB-kabel weg van andere kabels, enz.
USB-aansluiting
Kabel (apart verkrijgbaar)
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
29-NL
Aansluitingen
(Roze/Zwart) AUDIO-ONDERBREKING (MUTE)
Naar iPod
Antenne
JASO-antenneaansluiting
Naar telefoon voertuig
ISO-antenneaansluiting
(Blauw/Wit) INSCHAKELDRAAD VERSTERKER (REMOTE)
(Rood) GESCHAKELDE
STROOMDRAAD
(CONTACTSLOT)
(Zwart) MASSA
(Blue) AUTOM ANT
(Oranje) DIMMER
BATTERIJ
(Geel)
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Paars/Zwart)
(Paars)
Naar versterker of equalizer
Naar automatische antenne
Naar de verlichtingskabel
van de instrumentencluster
Ontstekingssleutel
Batterij
Luidsprekers
Linksachter
Linksvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
30-NL
Vers terker
Vers terker
Vers terker
Luidsprekers
Linksachter
Rechtsachter
Linksvoor
Rechtsvoor
Subwoofers
Aansluiting iPod Direct
Controleert iPod-signalen.
Verbind deze kabel met een iPod met behulp van een FULL
TM
SPEED
of verbind deze met een extern toestel (zoals een
draagbare speler) met behulp van de iPod Direct/RCA
Interface-kabel (apart verkrijgbaar).
* Zie "De AUX+ SETUP-modus instellen" (pagina 20).
AUX+ O N:Wanneer een extern apparaat is aangesloten.
AUX+ O FF : Wanneer een iPod is aangesloten.
-verbindingskabel (KCE-422i) (apart verkrijgbaar)
Antenneaansluiting
Kabel audio-onderbreking (mute) (Roze/Zwart)
Sluit deze kabel aan op de audio-interface-uitvoer van een
mobiele telefoon die aardsluiting voorziet wanneer een
oproep wordt ontvangen.
Kabel afstandschakeling (Blauw/Wit)
Sluit deze kabel aan op de kabel voor afstandschakeling
van uw versterker of signaalprocessor.
Geschakelde stroomkabel (contactslot) (Rood)
Sluit deze kabel aan op een vrije aansluiting in de
zekeringkast van het voertuig of op een andere ongebruikte
voedingsbron die enkel (+) 12V levert wanneer de motor
aan is of de sleutel in de contactpositie staat.
Massa (Zwart)
Sluit deze kabel aan op een goede plaats op het chassis
van de auto. Zorg ervoor dat de verbinding enkel metaal
raakt en stevig vastgemaakt is door middel van de
meegeleverde metalen schroef.
Kabel automatische antenne (Blauw)
Sluit deze kabel aan op de +B-aansluiting van uw
automatische antenne, indien van toepassing.
• Deze kabel mag enkel worden gebruikt voor het bedienen van de
automatische antenne van het voertuig. Gebruik deze kabel niet om
een versterker, signaalprocessor, enz. in te schakelen.
Dimmerkabel (Oranje)
Deze kabel kan worden aangesloten op de
verlichtingskabel van de instrumentencluster van het
voertuig. Zo kunt u via de dimmerbediening van het
voertuig de achtergrondverlichting van het toestel
verduisteren.
Batterijkabel (Geel)
Sluit deze kabel aan op de positieve (+) aansluiting van de
batterij van het voertuig.
Naar de interface box van de stuurafstandsbediening.
Zekeringsklem (10A)
RCA-aansluitingen uitvoer achteraan
ROOD is rechts en WIT is links.
RCA-aansluitingen uitvoer vooraan
ROOD is rechts en WIT is links.
RCA-aansluitingen subwooferuitvoer
ROOD is rechts en WIT is links.
Aansluiting stroomvoorziening
USB-aansluiting
Sluit een USB-kabel aan.
RCA-verlengkabel (apart verkrijgbaar)
FULL SPEEDTM-verbindingskabel (KCE-422i)
(CDE-9880R, apart verkrijgbaar; CDE-9882Ri
meegeleverd)
ISO/JASO-antenneadapter (apart verkrijgbaar)
Afhankelijk van het voertuig hebt u mogelijk een ISO/JASOantenneadapter nodig.
Vermijden dat extern lawaai het audiosysteem binnendringt.
• Plaats het toestel en leid de kabels minstens 10 cm verwijderd van het chassis van de auto.
• Houd de stroomkabels van de batterij zo ver mogelijk weg van de andere kabels.
• Sluit de aardkabel goed aan op een plaats waar hij enkel metaal raakt (verwijder verf, stof of vet indien nodig) op het chassis van de
auto.
• Wanneer u een optionele ruisonderdrukker toevoegt, sluit hem dan zover mogelijk verwijderd van het toestel aan. Contacteer uw
Alpine-verdeler voor meer informatie over verschillende ruisonderdrukkers.
• Uw Alpine-verdeler is uitvoerig op de hoogte van middelen voor ruispreventie. Contacteer uw verdeler dus voor meer informatie.
31-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.