Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig
letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT
AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW
VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen
alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand
heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige
plaats alvorens deze functies te bedienen. Niet-naleving van deze
aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG ALTIJD
GELUIDEN VAN BUITEN KUNT WAARNEMEN TIJDENS
HET RIJDEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval tot gevolg
hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN 12VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Nietnaleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen
hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit
toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE AMPEREWAARDE.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET
AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan
dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel is ontworpen is, kan
brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
RAAK DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN
NIET AAN EN LEG ER GEEN VREEMDE VOORWERPEN IN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan letsel of beschadiging van
het toestel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Niet-naleving van de aanwijzingen kan letsel of
materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH
EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of
beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel naar uw
erkende Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpineonderhoudscentrum voor herstelling.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen.
Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water
bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kunnen de lak of de
kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Vochtcondensatie
Ten gevolge van condensatie kan het weergegeven geluid van de CD
zweven. In dit geval haalt u de CD uit de speler en wacht u ongeveer
een uur tot het vocht is verdampt.
Beschadigde CD
Probeer nooit CD’s af te spelen die gebarsten, verbogen of
beschadigd zijn. Als u een slechte CD afspeelt, kan het
weergavemechanisme ernstig beschadigd raken.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen.
Breng het toestel naar uw erkende Alpine-dealer of de
dichtstbijzijnde Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
2-NL
VOORZORGSMAATREGELEN
Vervolg
Probeer het volgende nooit
Neem de CD niet vast of trek er niet aan terwijl hij door het
automatisch herladingsmechanisme in de speler wordt getrokken.
Probeer geen CD in het toestel te plaatsen terwijl het toestel is
uitgeschakeld.
De plaats van installatie
Zorg ervoor de CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM niet te
installeren op een plaats die onderhevig is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
Correcte hantering
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zo vast dat u geen
vingerafdrukken achterlaat op het oppervlak. Breng geen kleefband,
papier of zelfklevend papier op de CD aan. Schrijf niet op de CD.
JUIST
CD’s plaatsen
U kunt slechts één CD tegelijk in uw speler plaatsen om af te spelen.
Probeer nooit meer dan één CD in de speler te steken.
Zorg ervoor dat de labelzijde naar boven ligt als u de CD plaatst.
Als u een CD op een onjuiste manier invoert, zal “ERROR” op uw
speler worden weergegeven. Als “ERROR” op het display blijft
staan, hoewel de CD goed werd ingevoerd, drukt u met een scherp
voorwerp (bijvoorbeeld een balpen) op de RESET-toets.
Als u een CD afspeelt terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt, kan
de weergave verspringen, maar dit veroorzaakt geen krassen op de
CD of beschadigt de speler niet.
Nieuwe CD’s
Als beschermende maatregel om te voorkomen dat de CD zweeft,
zal “ERROR” worden weergegeven als CD’s met een onregelmatig
oppervlak worden ingevoerd of als CD’s op een onjuiste manier
worden ingevoerd. Als een nieuwe CD in de speler wordt geplaatst
en vervolgens wordt uitgeworpen, gaat u met uw vinger langs de
binnenzijde van de opening in het midden en langs de buitenrand
van de CD.
Kleine bobbeltjes of onregelmatigheden kunnen een juiste plaatsing
van de CD verhinderen. Om de bobbeltjes te verwijderen, wrijft u
met een balpen of een soortgelijk voorwerp langs de binnenzijde van
het gat en langs de buitenrand van de CD. Voer de CD vervolgens
opnieuw in.
Opening in
het midden
Bobbeltjes
Opening in
het midden
Nieuwe
CD
Buitenkant
(bobbeltjes)
ONJUIST
JUIST
CD reinigen
Vingerafdrukken, stof of vuil op het oppervlak van de CD kunnen tot
gevolg hebben dat de CD-speler verspringt. Voor een
routinereiniging volstaat het het weergaveoppervlak met een schone,
zachte doek af te vegen van het midden van de CD naar de
buitenzijde. Als het oppervlak zeer vuil is, bevochtigt u een schone,
zachte doek met een oplossing van zacht neutraal schoonmaakmiddel
voor u de CD reinigt.
CD-accessoires
Er bestaan verschillende accessoires om het CD-oppervlak te
beschermen en de geluidskwaliteit te verbeteren.
De meeste ervan beïnvloeden echter de dikte en/of doorsnede van de
CD. Wanneer dergelijke accessoires worden gebruikt, kan de CD
buiten de standaardspecificaties vallen, wat bedieningsproblemen kan
veroorzaken. Het is dus niet aan te bevelen dergelijke accessoires te
gebruiken voor CD’s die in Alpine CD-spelers worden afgespeeld.
CD’s met onregelmatige vorm
Gebruik in dit toestel alleen CD’s met ronde vorm; gebruik nooit
CD’s met een speciale vorm.
Als u CD’s met een speciale vorm gebruikt, kan het mechanisme
beschadigd raken.
CD-stabilisatorDoorschijnend vel
3-NL
Behandeling van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de CD niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
• Breng geen stickers of labels op de CD aan.
• Reinig de CD als er stof op zit.
• Vermijd bobbeltjes aan de buitenzijde van de CD.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare CD-accessoires.
Laat de CD niet gedurende lange tijd in de auto of in
het toestel achter. Stel de CD nooit bloot aan
rechtstreeks zonlicht. Hitte en vochtigheid kunnen de
CD beschadigen, zodat u de CD niet meer kunt afspelen.
Als u CD-R/CD-RW gebruikt
• Als een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, dient u na te
gaan of de laatste schrijfsessie werd afgesloten (beëindigd).
• Beëindig de CD-R/CD-RW indien nodig en probeer de CD
opnieuw af te spelen.
Geschikte media.
Gebruik alleen CD’s waarvan op de labelzijde het volgende CD-logo
is aangegeven.
Als u CD’s gebruikt die niet aan deze voorschriften beantwoorden,
kan de goede werking niet worden gegarandeerd.
U kunt CD-R’s (CD Recordable)/CD-RW’s (CD-ReWritable)
afspelen die alleen werden opgenomen op audiotoestellen.
U kunt ook CD-R’s/CD-RW’s met MP3-audiobestanden afspelen.
• De volgende CD’s kunnen niet altijd op dit toestel worden
afgespeeld.
CD’s met fouten, CD’s met vingerafdrukken, CD’s die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bijv.
achtergelaten in de auto of in dit toestel), CD’s die in onstabiele
omstandigheden werden opgenomen, CD’s waarop een opname is
mislukt en waarop men een heropname heeft geprobeerd, CD’s
die beschermd zijn volgens het auteursrecht en die niet voldoen
aan de industrienorm voor audio-CD’s.
• Gebruik CD’s met MP3-bestanden die zijn geschreven in een
formaat dat geschikt is voor dit toestel. Voor details, zie pagina
12-13.
• “De licentie voor de codeertechnologie van de MPEG Layer-3
audio is van Fraunhofer llS en Thomson”
• “De levering van dit product houdt alleen een vergunning in
voor privégebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft
geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële
(d.w.z. inkomsten opwekkende) realtime-uitzending (op de
aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium),
uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor
muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte licentie
vereist. Raadpleeg http://www. mp3licensing.com voor meer
details.
4-NL
Aan de slag
CDE-9848RB
Encoder-draaiknop
SOURCE/POWER
CDE-9846R/CDE-9846RM
SOURCE/POWER
Aanbrengen
Steek de rechterkant van het frontpaneel in het
1
toestel. Zet de groef op het frontpaneel op
eenzelfde lijn met het uitstekende gedeelte van het
toestel.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
•Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitklemmen ligt en of er niets tussen het
frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel zorgvuldig, waarbij u de zijkanten van het
frontpaneel vasthoudt, zodat u niet per vergissing op een knop
drukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-toets als u het toestel voor het eerst gebruikt,
nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/POWER om het toestel in te
schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke
toets te drukken, behalve de uitwerptoets .
Houd SOURCE/POWER meer dan 2 seconden
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• Wanneer het toestel de eerste keer wordt ingeschakeld, begint het
volume vanaf niveau 12.
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Afnemen
Schakel het toestel uit.
1
Druk op de toets (loskoppelen) onderaan links
2
tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en
3
trek het uit het toestel.
Verwijder het afneembare front.
2
Druk met een balpen of een ander scherp
3
voorwerp op
RESET.
1
RESET-toets
Volume instellen
Draai aan de encoder-draaiknop (alleen
CDE-9848RB) of druk op en (alleen CDE-9846R/
CDE-9846RM) tot u de gewenste klank bekomt.
Aansluitbaar op een interfacedoos voor de
stuurwielafstandsbediening.
U kunt dit toestel bedienen met de stuurwielbediening van
het voertuig als een Alpine interfacedoos voor de
stuurwielafstandsbediening (optioneel) is aangesloten.
Neem contact op met uw Alpine-dealer voor meer
inlichtingen.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (in het
bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het
frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te
beschermen.
5-NL
Radio
CDE-9848RB
TUNE/A.ME
CDE-9846R/CDE-9846RM
TUNE/A.ME
Luisteren naar de radio
Druk op de SOURCE/POWER-toets tot een
1
radiofrequentie op het display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
2
gewenste radiofrequentieband wordt
weergegeven.
F1 (FM1) → F2 (FM2) → F3 (FM3) → MW → LW → F1 (FM1)
Er wordt automatisch afgestemd op sterke en zwakke
zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders
(automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd
(handmatige afstemming).
Druk op of om af te stemmen op de
4
gewenste zender.
Als uofingedrukt houdt, verandert de
frequentie voortdurend.
• De indicator ST verschijnt op het display als wordt afgestemd op
een stereo FM-zender.
SOURCE/POWER
FUNC./SETUP
SOURCE/POWER
FUNC./SETUP
→ DX SEEK
BAND
Voorkeuzetoetsen
(1 tot en met 6)
BAND
Voorkeuzetoetsen
(1 tot en met 6)
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radiofrequentieband en stem af op de
1
radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt
opslaan.
Houd een van de voorkeuzetoetsen (1 tot 6)
2
waaronder u de zender wenst op te slaan,
minstens 2 seconden ingedrukt.
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Het display toont de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het
geheugen zijn opgeslagen.
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
voorkeuzegeheugen (6 zenders per frequentieband: FM1, FM2,
FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzegeheugen reeds een zender werd
opgeslagen, zal deze gewist worden en door de nieuwe zender
worden vervangen.
• Als de indicator “F” aan is, schakelt u de indicator uit door op de
FUNC./SETUP-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt
uitvoeren.
Automatische opslag van voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
1
gewenste radiofrequentieband wordt
weergegeven.
Houd de TUNE/A.ME-toets minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de
automatische opslag. De tuner zoekt automatisch naar 6
sterke zenders in de geselecteerde frequentieband en
slaat deze op. De zenders worden opgeslagen onder de
toetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte).
Als de automatische opslag in het geheugen is voltooid,
gaat de tuner naar de zender die onder
voorkeuzezendertoets 1 werd opgeslagen.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang
van de automatische geheugenprocedure.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND-toets tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op een van de
2
waaronder de door u gewenste radiozender werd
opgeslagen.
Het display geeft de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen
zender weer.
• Als de indicator “F” aan is, schakelt u de indicator uit door op de
FUNC./SETUP-toets te drukken, waarna u de bewerking kunt
uitvoeren.
voorkeuzetoetsen (1 tot 6)
6-NL
RDS
CDE-9848RB
BAND
TA
FUNC./SETUP 1 /AFTITLE2/NEWS
CDE-9846R/CDE-9846RM
BAND
TA
FUNC./SETUP
1 /AF
3 /PTY
3
/PTY
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de FUNC./SETUP-toets, zodat de
1
indicator “F” oplicht.
Druk op de
2
werking te stellen.
Druk op de
3
modus te activeren.
De indicator “F” dooft.
Zorg ervoor dat de indicator “F” gedoofd is. Druk
4
vervolgens op de voorkeuzetoets waaronder de
gewenste RDS-zender werd opgeslagen.
Als het signaal van de voorkeuzezender zwak is, zal het
toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in
de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de
5
AF-lijst niet kunnen worden ontvangen:
Als de instelling PI SEEK is ingeschakeld (zie “Instellen
van het zoeken volgens programma-identificatie (PI
SEEK)” op pagina 8), zoekt het toestel naar een andere
zender in de PI-lijst.
Als er nog geen zenders in het gebied kunnen worden
ontvangen, geeft het toestel de frequentie van de
voorkeuzezender weer en verdwijnt het
voorkeuzenummer.
Als het signaalniveau van de regionale (lokale) zender
waarop wordt afgestemd te zwak wordt voor ontvangst,
drukt u op dezelfde voorkeuzetoets om af te stemmen op
een lokale zender in een andere regio.
TITLE2/NEWS
• Raadpleeg het hoofdstuk Radiofuncties voor de instelling van de
RDS-zenders. De RDS-zenders kunnen alleen vooraf worden
ingesteld in de frequentiebanden F1, F2 en F3.
1p/AF-toets om de RDS-modus in
FUNC./SETUP-toets om de normale
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder
verkeersinformatie en zendernamen, te ontvangen en automatisch
opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt.
Druk op de FUNC./SETUP-toets, zodat de
1
indicator “F” oplicht.
Druk op de
2
werking te stellen.
Druk op of om af te stemmen op de
3
gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op de
4
modus uit te schakelen.
Druk op de
5
modus in werking te stellen.
De indicator “F” dooft.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende
informatie:
PIProgramma-identificatie
PSProgrammadienstnaam
AFLijst met alternatieve frequenties
TPVerkeersprogramma
TAVerkeersmelding
PTYProgrammatype
EONVerbeterde andere netwerken
1p/AF-toets om de RDS-modus in
1p/AF-toets om de RDS-
FUNC./SETUP-toets om de normale
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de FUNC./SETUP-toets minstens 2
1
seconden ingedrukt om de instelmodus in werking
te stellen.
Druk op of om “REG” te kiezen.
2
Druk op de
3
schakelen tussen “ON” en “OFF”.
In de modus REG OFF blijft het toestel automatisch de
overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Druk op de FUNC./SETUP-toets om de
4
instelmodus uit te schakelen.
• Bedien het toestel terwijl de indicator “F” aan is. Als u binnen 10
seconden geen bewerking uitvoert, gaat de indicator “F” uit.
BAND-toets om de modus om te
7-NL
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt.
Druk op of om “PISK” te kiezen.
2
Druk op de
3
schakelen tussen “ON” en “OFF”.
Druk op de FUNC./SETUP-toets om de gekozen
4
modus in te stellen.
BAND-toets om de modus om te
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op de TA-toets, zodat de indicator “TA”
1
oplicht.
Druk op of om de gewenste
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Als wordt afgestemd op een zender met
verkeersinformatie, licht de indicator “TP” op.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment
dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie
wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als
de uitzending van de verkeersinformatie begint, ontvangt
het toestel die uitzending automatisch en verschijnt
gedurende enkele seconden “TRF-INFO” op het display,
waarna het PS-display terugkeert.
Aan het einde van de uitzending van de
verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug
naar de waakstand.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt,
blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal
langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de
indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk
dan licht op de TA-toets om dat verkeersbericht over te slaan.
De TA-modus blijft geactiveerd om de volgende verkeersmelding
te ontvangen.
• Als het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van
verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume in het geheugen
opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt
ontvangen, zal het geluidsvolume automatisch worden aangepast
aan het opgeslagen niveau.
• In de TA-modus selecteert de automatische zoekfunctie alleen TPzenders.
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)
Druk op de FUNC./SETUP-toets, zodat de
1
indicator “F” oplicht.
Druk op de
2
activeren terwijl het toestel in FM-radiomodus
staat.
Het programmatype van de momenteel ontvangen
zender wordt 10 seconden lang weergegeven.
Als er geen programmatype kan worden ontvangen,
wordt 10 seconden lang “NO PTY” weergegeven.
Als er geen RDS-zender kan worden ontvangen, staat
“NO PTY” op het display.
• Als u binnen 10 seconden nadat u op de toets 3/PTY heeft
gedrukt, geen bewerking uitvoert, wordt de PTY-modus
automatisch uitgeschakeld.
Druk op of binnen de 10 seconden nadat
3
de PTY-modus in werking werd gesteld om het
gewenste programmatype te kiezen terwijl PTY
(programmatype) wordt weergegeven.
Telkens als u op deze toets drukt, wordt het volgende
programmatype weergegeven.
Druk op de 3/PTY toets binnen de 10 seconden
4
nadat u het programmatype heeft gekozen, om een
zender te zoeken in het gekozen programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert
tijdens de zoekbewerking en gaat branden als een
zender werd gevonden.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, geeft het
display gedurende 10 seconden “NO PTY” weer.
Druk op de FUNC./SETUP-toets om de normale
5
modus te activeren.
De indicator “F” dooft.
• Bedien het toestel terwijl de indicator “F” aan is. Als u binnen 10
seconden geen bewerking uitvoert, gaat de indicator “F” uit.
3/PTY-toets om de PTY-modus te
LIGHT M ↔ CLASSICS ↔ OTHER M
8-NL
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
afspelen van een CD of een radio-uitzending
Druk op de TA-toets, zodat de indicator “TA”
1
oplicht.
Druk op of om desgewenst een
2
verkeersinformatiezender te kiezen.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het
toestel automatisch het volume van de CD-speler of van
de gewone FM-uitzending.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel
automatisch terug naar de oorspronkelijke bron waarnaar
u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen
worden ontvangen:
In de tunermodus:
Als het TP-signaal al meer dan 1 minuut niet meer kan
worden ontvangen, gaat de indicator “TA” knipperen.
In de CD-modus:
Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen,
wordt automatisch een verkeersinformatiezender van een
andere frequentie gekozen.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (verbeterde andere
netwerken) teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te
houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EONzender licht de indicator “EON” op. Als de ontvangen zender de
verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch
af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Druk op de TA-toets om de modus voor
3
verkeersinformatie uit te schakelen.
De indicator “TA” dooft.
Prioriteitsnieuws
Met deze functie kunt u vooraf instellen dat u voorrang wilt geven
aan het programma Nieuws. U mist nooit nieuwsprogramma’s, want
het toestel geeft automatisch voorrang aan het programma Nieuws als
de uitzending begint, waarbij het programma dat u op dat moment
beluistert, wordt onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer
uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
Druk op de FUNC./SETUP-toets, zodat de
1
indicator “F” oplicht als het toestel in de
radiomodus (FM ontvangst) staat.
Druk op de
2
PRIORITY NEWS in te schakelen.
De indicator “NEWS” verschijnt op het display.
Om de functie PRIORITY NEWS uit te schakelen, drukt u
op de f2/NEWS-toets.
• In de modus PRIORITY NEWS wordt het volume niet automatisch
verhoogd, in tegenstelling tot de modus TA.
Druk op de FUNC./SETUP-toets om de normale
3
modus te activeren.
De indicator “F” dooft.
• Bedien het toestel terwijl de indicator “F” aan is. Als u binnen 10
seconden geen bewerking uitvoert, gaat de indicator “F” uit.
f2/NEWS toets om de modus
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden weergegeven.
Druk op de TITLE-toets terwijl u een FM-zender in de
radiomodus ontvangt om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
PS (Programmadienstnaam) → Radiotekst →
FREQUENCY → PS (Programmadienstnaam)
Op het display staat gedurende enkele seconden “WAITING”,
waarna het tekstbericht wordt weergegeven.
• Als er geen tekstbericht kan worden ontvangen of als het toestel
een tekstbericht niet goed kan ontvangen, verschijnt “NO TEXT”
op het display.
9-NL
CD/MP3
/
/
CDE-9848RB
Encoderdraaiknop
CDE-9846R/CDE-9846RM
MODE
SOURCE/
POWER
1 /AF
SOURCE/POWER
2/NEWS
3
/PTY
45
TITLE
Druk op of om de gewenste track
3
(bestand) te kiezen.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (bestand):
Druk op.
Snel achteruit spoelen:
Naar het begin van de volgende track (bestand) gaan:
Snel vooruit spoelen:
4
6
5
• Verwijder een CD niet terwijl hij wordt uitgeworpen. Plaats niet
• Als de CD niet wordt uitgeworpen, houdt u gedurende ten
• De CD-speler kan CD’s afspelen met zowel audiogegevens als
• Tijdens het afspelen van MP3-bestanden wordt “MP3”
• Het weergegeven tracknummer voor het afspelen van MP3-
ingedrukt houden.
Druk op.
ingedrukt houden.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
-toets.
Als u nogmaals op de -toets drukt, wordt het
afspelen verdergezet.
Druk op om de CD uit te werpen.
meer dan één CD tegelijk. Als u een van beide handelingen toch
uitvoert, kan er een defect optreden.
minste 2 seconden ingedrukt.
MP3-bestanden.
weergegeven.
bestanden is het bestandsnummer dat op de CD is opgenomen.
5
4
1 /AF
2/NEWS
3 /PTY
Afspelen
Plaats een CD met de labelzijde naar boven.
1
De CD wordt automatisch in het toestel getrokken.
Als er reeds een CD in het toestel zit, drukt u op de
SOURCE/POWER-toets om over te schakelen naar de
CD-modus.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de modus.
TUNER
→ CD → TUNER
Terwijl een MP3 wordt afgespeeld, drukt u op de
2
toets 1▼/AF of ▲2/NEWS om de gewenste map te
kiezen.
Als u de toets 1▼/AF of ▲2/NEWS ingedrukt houdt,
verandert de map voortdurend.
TITLE
6
MP3-afspeelweergave
Het mapnummer en het bestandsnummer worden als volgt
weergegeven.
MP3F01T03
Weergave
mapnummer
• Als het mapnummer of het bestandsnummer uit drie cijfers bestaat,
wordt “F” of “T” niet weergegeven.
• Druk op de TITLE-toets om de weergave om te schakelen. Zie
“Weergave van titel/tekst” (pagina 15) voor meer informatie
hierover.
Weergave
bestandsnummer
10-NL
Herhaald afspelen
M.I.X.
(uit)
(uit)
CD-modus:
: De tracks worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
MP3-modus:
M.I.X.: Alleen bestanden in een map worden
in willekeurige volgorde afgespeeld.
M.I.X.: De bestanden worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
Vervolg
Programma’s aftasten
Druk op 4 om de huidige track herhaaldelijk af te
1
spelen.
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de toets
herhaalde afspelen uit te schakelen.
CD-modus:
RPT: Slechts één track wordt
(uit)
MP3-modus:
RPT: Slechts één bestand wordt
RPT:
(uit)
herhaaldelijk afgespeeld
↓
herhaaldelijk afgespeeld
↓
Alleen bestanden in een map
worden herhaaldelijk afgespeeld
↓
4 en kies OFF om het
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op 5tijdens het afspelen of in
1
pauzemodus.
De tracks (bestanden) op de CD worden in een
willekeurige volgorde afgespeeld.
Om de M.I.X.-afspeelmodus te annuleren, drukt u opnieuw op
de toets 5.
Druk op de toets 6 om de scanmodus in de
1
afspeelmodus in werking te stellen.
De eerste 10 seconden van elke track (bestand) worden
achtereenvolgens afgespeeld.
Om het aftasten te stoppen, drukt u opnieuw op
en schakelt u de scanmodus uit.
6
Zoeken op CD-tekst
De tracks kunnen met behulp van de CD-tekst op de CD worden
gezocht en afgespeeld.
Als de CD’s geen CD-tekst ondersteunen, kunt u zoeken met behulp
van de tracknummers.
Druk op 3 /PTY in de afspeelmodus.
1
Hierdoor wordt de zoekfunctie ingesteld.
Draai aan de encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of
2
druk open(CDE-9846R/CDE-9846RM) om de
gewenste track te kiezen. Druk vervolgens op de
encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of op MODE
(CDE-9846R/CDE-9846RM).
Nu wordt de gekozen track afgespeeld.
• Houd 3/PTY minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus
om deze te annuleren. De zoekmodus wordt ook geannuleerd als
er binnen 10 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd.
• Het zoeken op CD-tekst is niet mogelijk tijdens het gebruik van de
M.I.X.-afspeelmodus.
Zoeken op bestands-/mapnaam (voor MP3)
U kunt de map- en de bestandsnaam weergeven en zoeken terwijl u
luistert naar het bestand dat momenteel wordt afgespeeld.
Druk op de toets 3/PTY om de modus Zoeken
1
op mapnaam of Zoeken op bestandsnaam te
kiezen in de MP3-modus.
Modus Zoeken op mapnaam
Draai aan de
2
of druk op en (CDE-9846R/CDE-9846RM)
binnen 10 seconden om de gewenste map te
kiezen.
Druk op de
3
op
MODE (CDE-9846R/CDE-9846RM) om het
eerste bestand in de gekozen map af te spelen.
• De zoekfunctie wordt geannuleerd door de toets 3/PTY
minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus Zoeken op
mapnaam.
• In de modus Zoeken op mapnaam drukt u op 3/PTY om naar
de modus Zoeken op bestandsnaam te gaan.
• Gedurende 2 seconden wordt “NO FILE” weergegeven als de
map die met de modus Zoeken op mapnaam werd geselecteerd
geen bestanden bevat.
• “ROOT” wordt weergegeven als een map geen mapnaam heeft.
• Het zoeken op mapnaam is niet mogelijk tijdens het gebruik van de
M.I.X.-afspeelmodus.
encoder-draaiknop (CDE-9848RB)
encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of
11-NL
Modus Zoeken op bestandsnaam
Druk op 1▼/AF of ▲2/NEWS om een andere map
2
te kiezen.
Draai aan de
3
encoder-draaiknop (CDE-9848RB)
of druk open(CDE-9846R/CDE-9846RM)
binnen 10 seconden om het gewenste bestand te
kiezen.
Druk op de encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of
4
op
MODE (CDE-9846R/CDE-9846RM) om het
gekozen bestand af te spelen.
• De modus Zoeken op bestandsnaam wordt geannuleerd door de
toets 3 /PTY minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
• In de modus Zoeken op bestandsnaam drukt u op
naar de modus Zoeken op mapnaam te gaan.
• Het zoeken op bestandsnaam is niet mogelijk tijdens het gebruik
van de M.I.X.-afspeelmodus.
3 /PTY om
Snel zoeken (alleen CDE-9848RB)
U kunt zoeken op tracks (bestanden).
Houd de toets 3 /PTY in de CD/MP3-modus
1
minstens 2 seconden ingedrukt om de modus Snel
zoeken in werking te stellen.
Draai de
2
seconden om een gewenste track (bestand) te
encoder-draaiknop binnen de 10
kiezen.
De gekozen track wordt onmiddellijk afgespeeld.
• De zoekfunctie wordt geannuleerd door de toets 3 /PTY
minstens 2 seconden ingedrukt te houden in de modus Snel zoeken.
Over MP3
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het gratis of tegen vergoeding
kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3-bestanden) of het
verspreiden of overdragen ervan, zonder de toestemming van de
eigenaar van het auteursrecht ten strengste verboden door de
wet op de auteursrechten en door een internationaal verdrag.
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is
een compressiestandaard die door de ISO (International
Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC)
wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens.
Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden
gecomprimeerd, waardoor de grootte van de
muziekbestanden tot één tiende van hun oorspronkelijke
grootte kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen
afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3-formaat kan
dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door
geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk
oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Methode om MP3-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke
MP3-software.
Voor meer details over het maken van MP3-bestanden
verwijzen we naar de handleiding bij die software.
De MP3-bestanden die kunnen worden afgespeeld met dit
toestel, hebben de bestandsextensie “mp3”. Bestanden
zonder extensie kunnen niet worden afgespeeld.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en
bitsnelheden voor het afspelen
Merk op dat voor bemonsteringsfrequenties de
frameweergave van het toestel (pagina 15) eventueel niet juist
kan zijn.
Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk
dat dit toestel niet correct kan afspelen.
ID3-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2.
Als ID3-taggegevens in een MP3-bestand vervat zitten, kan
dit toestel de titel (titel van de track), de naam van de artiest
en de naam van het album weergeven op basis van de ID3taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte (tot
30 bytes voor ID3-tags) en het onderstrepingsteken
weergeven. Voor niet-ondersteunde tekens wordt “NO
SUPRT” weergegeven.
Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie
niet goed wordt weergegeven.
MP3-CD’s maken
MP3-bestanden worden voorbereid, waarna ze met behulp
van CD-R brandsoftware worden weggeschreven naar een
CD-R of CD-RW. Een CD kan tot 510 bestanden/mappen
(inclusief bronmappen) bevatten. Het maximum aantal
mappen is echter 255.
Ondersteunde media
Dit toestel kan CD-ROM’s, CD-R’s en CD-RW’s afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt CD’s die zijn geformatteerd volgens
ISO9660 Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard dient men rekening te houden
met een aantal beperkingen.
De maximale geneste mapdiepte is 8 (inclusief de
brondirectory). Het aantal tekens voor een map/bestandsnaam is beperkt.
Geldige tekens voor de namen van mappen/bestanden zijn
de letters A-Z (in hoofdletters), de cijfers 0-9 en “_”
(onderstrepingsteken).
Dit toestel kan ook CD’s in Joliet, Romeo, enz. afspelen en
andere normen die voldoen aan ISO9660. Het is echter
mogelijk dat de bestandsnamen, mapnamen enz. niet altijd
goed worden weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD,
Enhanced CD (CD-Extra) en multisessie.
Dit toestel kan CD’s die met Track At Once of met
pakketsoftware werden opgenomen, niet correct afspelen.
12-NL
Volgorde van bestanden
Vervolg
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze
door de software werden geschreven. De afspeelvolgorde
kan dus verschillend zijn van de volgorde waarin u de
bestanden heeft ingegeven. De afspeelvolgorde van de
mappen en bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van
mappen en bestanden kan echter verschillend zijn van het
mapnummer en bestandsnummer dat op het display is
aangegeven.
Instelling van het geluid
CDE-9848RB
Encoder-draaiknop
(MODE)
BAND
1
Bronmap
2
2
3
4
3
5
4
5
6
7
1
MP3-bestandMap
6
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het
geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de
geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens
worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken
bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat het
geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd (opgenomen).
Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de
geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van de
gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en
andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor
audiocompressie.
Tag
Trackinformatie zoals titels van nummers, namen van artiesten,
namen van albums enz., die vervat zit in MP3-bestanden.
MP3: ID3-tag
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De
bronmap bevat alle mappen en bestanden.
• Als u de encoder-draaiknop (MODE) of MODE niet binnen 5
seconden indrukt nadat u de modi BASS LV, TRE LV, BALANCE,
FADER, DEFT of SUBW heeft gekozen, keert het toestel
automatisch terug naar de normale modus.
CDE-9848RB:
• Als u de
CDE-9846R/CDE-9846RM:
• Als u de toets
1
*
encoder-draaiknop (MODE) niet binnen 5 seconden
indrukt nadat u de modi BASS LV of TRE LV heeft gekozen, keert
het toestel automatisch terug naar de normale modus.
MODE niet binnen 15 seconden indrukt nadat u de
modi BASS LV of TRE LV heeft gekozen, keert het toestel
automatisch terug naar de normale modus.
Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
13-NL
Draai aan de encoder-draaiknop (MODE) (CDE-
2
9848RB) of druk open(CDE-9846R/CDE9846RM) tot u in elke modus de gewenste klank
krijgt.
Door defeat in te schakelen (ON), keren voordien
uitgevoerde instellingen voor BASS LV en TRE LV terug
naar de fabriekswaarden.
Regeling van de Bass
U kunt de klemtoon van de frequentie van de lage tonen wijzigen om
uw eigen klankbeeld te scheppen.
CDE-9848RB:
1
Druk op CENT. f. om de modus voor de
lagetonenregeling te kiezen.
BASS LV → TRE LV → normale modus → BASS LV
CDE-9846R/CDE-9846RM:
Druk op MODE om de modus voor de
lagetonenregeling te kiezen.
De centerfrequentie van de lage tonen instellen:
Druk op of om de gewenste
centerfrequentie voor lage tonen te kiezen.
60Hz ↔ 80Hz ↔ 100Hz ↔ 120Hz ↔ 60Hz
De weergegeven frequentie voor de lage tonen wordt
extra beklemtoond.
2-2
De bandbreedte voor de lage tonen (Q-factor)
instellen:
Druk op de BAND-toets om de gewenste
frequentie voor de bandbreedte voor de lage tonen
te kiezen.
1 → 2 → 3 → 4
(Smal)(Breed)
Verander de versterkte bandbreedte voor de lage tonen
naar breed of smal. Een brede instelling versterkt een
ruim frequentiebereik boven en onder de
centerfrequentie. Een smallere instelling versterkt alleen
de frequenties nabij de centerfrequentie.
*2
2-3
Het niveau van de lage tonen instellen:
Draai aan de encoder-draaiknop (CDE-9848RB)
of druk open(CDE-9846R/CDE-9846RM)
om het gewenste niveau van de lage tonen te
kiezen (-7~+10).
U kunt het niveau van de lage tonen beklemtonen of
afzwakken.
• Als u binnen 15 seconden niet op een toets drukt, wordt de
instelling van de lage tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de lage tonen worden
afzonderlijk in het geheugen opgeslagen voor elke bron (FM, MW
(LW), CD, enz.) tot de instelling wordt gewijzigd. De instellingen
voor de frequentie en de bandbreedte van de lage tonen voor één
bron, gelden ook voor alle andere bronnen (FM, MW (LW), CD,
enz.).
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFT-functie is
ingeschakeld.
*2CDE-9848RB:
De instelling kan ook gebeuren door op de encoder-draaiknop(MODE) te drukken. Zie “Regeling Bass/Treble/Balance (linksrechts)/Fader (voor-achter)/Defeat” (pagina 13).
......................................
Regeling van de hoge tonen
U kunt de klemtoon van de Treble Frequency wijzigen om uw eigen
klankbeeld te scheppen.
CDE-9848RB:
1
Druk op CENT. f. om de regelmodus voor de hoge
tonen te kiezen.
BASS LV → TRE LV → normale modus → BASS LV
CDE-9846R/CDE-9846RM:
Druk op MODE om de modus voor de
hogetonenregeling te kiezen.
De weergegeven frequentie voor de hoge tonen wordt
extra beklemtoond.
*2
2-2
Het niveau van de hoge tonen instellen:
Draai aan de
of druk open(CDE-9846R/CDE-9846RM)
om het gewenste niveau van de hoge tonen te
kiezen (-7~+7).
U kunt de hoge tonen beklemtonen.
• Als u binnen 15 seconden niet op een toets drukt, wordt de
regeling van de hoge tonen automatisch uitgeschakeld.
• De instellingen van het niveau van de hoge tonen worden
afzonderlijk opgeslagen voor elke bron (FM, MW (LW) en CD) tot
de instelling wordt gewijzigd. De instellingen voor de frequentie
van de hoge tonen voor één bron, gelden ook voor alle andere
bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Deze functie kan niet worden gebruikt als de DEFT-functie is
ingeschakeld.
2
*
CDE-9848RB:
De instelling kan ook gebeuren door op de encoder-draaiknop(MODE) te drukken. Zie “Regeling Bass/Treble/Balance (linksrechts)/Fader (voor-achter)/Defeat” (pagina 13).
encoder-draaiknop (CDE-9848RB)
In- en uitschakelen van de functie Loudness
Loudness legt een speciale klemtoon op de lage en hoge frequenties
bij lage luistervolumes. Dit compenseert de lagere gevoeligheid van
het menselijk oor voor lage en hoge tonen.
Houd de encoder-draaiknop (MODE) (CDE-9848RB)
of MODE (CDE-9846R/CDE-9846RM) minstens 2
seconden ingedrukt om de modus loudness in werking
te stellen of uit te schakelen.
Op het display staat “LOUD ON” en de indicator “LD” knippert
als de modus loudness is ingeschakeld.
14-NL
Andere functies
CDE-9848RB
Encoder-draaiknop
*1Weergegeven tijdens het afspelen van een CD met CD-tekst.
“NO TEXT” wordt weergegeven als de CD geen tekstgegevens
bevat.
*2“ROOT” wordt weergegeven als een map geen mapnaam heeft.
*3ID3-tag
Als een MP3-bestand ID3-taginformatie bevat, wordt al deze
informatie weergegeven (tracknaam, naam van de artiest en naam
van het album). Alle andere taggegevens worden genegeerd.
Als een MP3-bestand geen ID3-taginformatie bevat, wordt “NO
DATA” weergegeven.
*4De bemonsteringsfrequentie van de opname en de bitsnelheid van
het MP3-bestand worden weergegeven.
Indicatoren
Als de titel/tekst wordt weergegeven, gaan volgende
indicatoren aan, overeenkomstig de modus.
TITLE
CDE-9846R/CDE-9846RM
MODE
TITLE
Weergave van titel/tekst
De titel van een CD kan worden weergegeven als de titel voordien
werd ingegeven (zie “CD’s benoemen” pagina 16). Tekstinformatie,
zoals de naam van de CD en de track, wordt weergegeven als u een
CD afspeelt die compatibel is met CD-tekst. Het is ook mogelijk om
de mapnaam, de bestandsnaam, de tag, enz. weer te geven tijdens het
afspelen van MP3-bestanden.
Druk op TITLE.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
De weergave in radiomodus:
PS (Programmadienstnaam) → Radiotekst → FREQUENCY →
PS (Programmadienstnaam)
De weergave in CD-modus:
TRACK NO./ELAPSED TIME → TEXT (DISC NAME)*1→ TEXT
(TRACK NAME)
De weergave in MP3-modus:
FILE NO./ELAPSED TIME → FOLDER NO./FILE NO. →
FOLDER NAME*2→ FILE NAME → ARTIST NAME*3→
ALBUM NAME*3→ TRACK NAME*3→ FRAME*4→
FILE NO./ELAPSED TIME
*1→ TITLE → TRACK NO./ELAPSED TIME
Weergave niveau lage tonen
Indicator/
modus
CD-modus
Terwijl Title wordt
weergegeven
—
—
—
Terwijl Text (Disc Name)
wordt weergegeven
Terwijl Text (Track Name)
wordt weergegeven
MP3-modus
—
Terwijl Folder Name
wordt weergegeven
Terwijl File Name
wordt weergegeven
Terwijl Artist Name*
wordt weergegeven
Terwijl Album Name*
wordt weergegeven
Terwijl Track Name*
wordt weergegeven
*
Taginformatie
Over “Title” en “Text”
Title:
Met dit toestel kunt u de naam van de CD invoeren (pagina 16).
De ingevoerde naam wordt “title” genoemd.
U kunt geen titels invoeren of weergeven voor radiozenders of
MP3-CD’s.
Text:
Tekstcompatibele CD’s bevatten tekstinformatie, zoals de
naam van de CD en de naam van de track. Dergelijke
tekstinformatie wordt “text” genoemd.
• Afhankelijk van het soort tekens is het mogelijk dat sommige
tekens met dit toestel niet goed worden weergegeven.
• Als de scrollinstelling (pagina 17) ingesteld is op “MANU”, houdt
u de TITLE-toets minstens 2 seconden ingedrukt om de
tekstinformatie één keer te scrollen (modi ).
• “NO SUPRT” verschijnt als de gewenste tekstinformatie niet op
dit toestel kan worden weergegeven.
• Als de titel voordien niet werd ingevoerd, wordt “NO TITLE”
weergegeven.
• Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de tekst of de
taginformatie niet goed wordt weergegeven.
15-NL
CD’s benoemen
/
/
U kunt een titel geven aan uw favoriete CD’s.
U kunt geen titels invoeren voor radiozenders of MP3-CD’s.
Druk op TITLE en selecteer de titelweergave.
1
Voor meer details zie “Weergave van titel/tekst” (pagina 15).
Houd de TITLE-toets minstens 2 seconden
2
ingedrukt. Het eerste teken knippert.
Draai aan de
3
of druk open(CDE-9846R/CDE-9846RM) om
het gewenste letterteken/cijfer/symbool te kiezen
dat beschikbaar is voor het benoemen van CD’s.
Druk op de encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of
4
op MODE (CDE-9846R/CDE-9846RM) om het
eerste teken op te slaan.
Het eerste teken knippert niet meer en het display gaat
automatisch verder naar het volgende teken. Als dat
teken begint te knipperen, kunt u de volgende letter of
het volgende symbool van de titel kiezen.
Herhaal de stappen 3 en 4 voor de volledige titel.
5
Door op de encoder-draaiknop (CDE-9848RB) of op
MODE (CDE-9846R/CDE-9846RM) te drukken nadat u
het 8ste teken heeft ingevoerd, wordt de titel automatisch
in het geheugen opgeslagen.
Bij het invoeren van een titel van minder dan 8 tekens
(bijvoorbeeld voor een naam van 3 tekens):
Nadat u 3 tekens heeft ingegeven, knippert de spatie
voor het 4de teken. Ga verder naar stap 6 om de
volledige titel in te voeren.
Druk op de TITLE-toets om de titel op te slaan.
6
• Als u de handeling annuleert terwijl u een titel ingeeft, worden de
gekozen tekens niet opgeslagen.
•U kunt 18 CD-titels in dit toestel ingeven. Als u meer titels
probeert op te slaan, verschijnt “FULL DATA” op het display. Er
kunnen dan geen bijkomende titels meer worden opgeslagen. Als u
een nieuwe titel wenst in te voeren, moet u eerst een van de
voordien ingevoerde titels wissen.
• Indien u een titel wilt wissen, vult u in alle ruimtes het symbool
“ ” in.
• De handelingen beschreven in stappen 3 tot 5 moeten binnen 10
seconden worden uitgevoerd. Als geen handeling wordt
uitgevoerd gedurende meer dan 10 seconden, wordt de
invoermodus geannuleerd.
encoder-draaiknop (CDE-9848RB)
CD-titel wissen
Druk op de TITLE-toets om de titelweergave te
1
kiezen. Houd de toets daarna minstens 2
seconden ingedrukt.
Houd minstens 2 seconden ingedrukt.
2
Op het display knippert de titel.
Druk herhaaldelijk op of tot de titel die u
3
wilt wissen, wordt afgebeeld.
Houd minstens 2 seconden ingedrukt om de
4
weergegeven titel te wissen.
Druk de
5
titel te annuleren.
• CD-TEXT kan niet worden gewist.
• “NO DATA” wordt gedurende 2 seconden weergegeven als de
titel niet werd ingevoerd in stap 2, of als de titel werd gewist in
stap 4.
TITLE-toets in om de wisfunctie voor de
SETUP
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en
gebruik. Kies in het menu SETUP uit Aanpassen van het geluid,
Scrollfunctie aanpassen, enz. om de gewenste instelling te selecteren.
CDE-9848RB
Encoder-draaiknop
CDE-9846R/CDE-9846RM
MODE
In stappen 1 tot en met 4 hierna wordt een
typische SETUP-procedure beschreven. Zie verder
voor meer informatie over elk SETUP-menu.
2 Draai om het niveau aan te passen aan de encoder-
draaiknop (CDE-9848RB) of druk open(CDE-
9846R/CDE-9846RM).
* Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
Scrollfunctie aanpassen
Dimmerregeling (alleen CDE-9848RB)
DIM AUTO (basisinstelling) / DIM MANU
Zet de functie DIMMER op AUTO om de helderheid van het toestel
te verminderen als de koplampen van de auto worden ingeschakeld.
Deze modus is interessant als u de toetsverlichting van het toestel ’s
avonds te helder vindt.
• Als uw voertuig is uitgerust met een dimmerregeling voor de
dashboardverlichting, mag u de DIMMER-kabel (oranje) van de
radio nooit aansluiten op deze dimmerregeling.
Instellen van het scrollen
SCR AUTO / SCR MANU (basisinstelling)
Deze CD-speler kan de namen van de CD en de tracks, die op CD
TEXT-CD’s werden opgenomen, scrollen; hetzelfde geldt voor
tekstinformatie voor bestands- en mapnamen en tags van MP3bestanden.
SCR AUTO : De CD-tekstinformatie, de tekstinformatie
van map- en bestandsnamen en de tags
worden automatisch gescrold.
SCR MANU : De weergave wordt alleen gescrold als een
CD wordt geplaatst of als van track wordt
veranderd, enz.
• Het toestel scrolt namen van CD-tekst, mapnamen, bestandsnamen
of tags. De CD-titels die handmatig werden ingevoerd (pagina
16) kunnen niet worden gescrold.
Instellen van het scrolltype
TYPE1 (basisinstelling) / TYPE2
U kunt kiezen tussen twee scrollmethoden.
Kies het gewenste type.
TYPE1: De tekens scrollen ononderbroken en
verschijnen vanaf de rechterkant van het
display.
TYPE2: De tekens worden een voor een
weergegeven en verdwijnen een voor een
vanaf de linkerkant van het display wanneer
het scherm vol is.
MP3
MP3-bestanden afspelen
CD-DA (basisinstelling) / CDDA/MP3
Dit toestel kan CD’s met zowel CD- als MP3-bestanden afspelen.
In sommige situaties (bepaalde verbeterde CD’s) kan het afspelen
echter moeilijk zijn. Voor deze speciale gevallen kunt u alleen het
afspelen van CD-gegevens kiezen. Als een CD zowel CD- als MP3bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met CDgegevens op de CD.
CD-DA: Alleen CD-gegevens kunnen worden
afgespeeld.
CDDA/MP3 : Zowel CD-gegevens als MP3-
bestandstracks kunnen worden afgespeeld.
• Kies deze instelling voordat u een CD plaatst. Als reeds een CD
werd geplaatst, kiest u de instelling na het verwijderen van de CD.
Extern toestel
AUX-modus instellen (alleen CDE-9848RB)
AUX ON / AUX OFF (basisinstelling)
U kunt de audio van een extern toestel (zoals een draagbare speler)
dat is aangesloten op de extra ingangsklem van dit toestel invoeren
met behulp van een in de handel verkrijgbare RCA-kabel.
U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX is
ingeschakeld. Selecteer de AUX-naam door opofte
drukken.
Aansluiten op een externe versterker
PWR ON (basisinstelling) / PWR OFF
Als een externe versterker is aangesloten, kunt u de geluidskwaliteit
verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te
schakelen.
PWR OFF: Gebruik deze modus als de voorste
PWR ON:De luidsprekers worden aangestuurd door de
voorversterker van het toestel wordt gebruikt
om een externe versterker aan te sturen die
op de luidsprekers is aangesloten. In deze
instelling voert de inwendige eindversterker
van de head-unit geen signaal naar de
luidsprekers.
Links
Versterker
voor
Rechts
voor
ingebouwde eindversterker.
Luidsprekers
LUIDSPREKER
RECHTS VOOR
LUIDSPREKER
RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER
LINKS ACHTER
LUIDSPREKER
LINKS VOOR
Rechts
voor
Rechts
achter
Links
achter
Links
voor
• Het systeem produceert geen geluid als de vermogensuitgang is
uitgeschakeld.
17-NL
Informatie
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als
het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u volgende checklist
raadplegen. Met deze gids kunt u een probleem gemakkelijker
identificeren dat afkomstig is van het toestel. Ligt het probleem niet
bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of wend
u tot een erkende Alpine-dealer.
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel werd aangesloten volgens de instructies, zal het
niet werken als het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
• Verkeerde aansluiting van stroomdraad (rood) en accukabel (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomdraad en de
accukabel.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van het toestel; vervang indien nodig
door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van
interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-toets.
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Kijk na of de antenne correct is aangesloten; vervang indien
nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om zenders te vinden in de zoekmodus.
•U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Controleer of de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn
dat de antenne niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk is geaard op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De uitzending is lawaaierig.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang een gebroken antenne.
• De antenne is slecht geaard.
- Zorg ervoor dat de antenne juist is geaard ter hoogte van de
montageplaats.
CD
CD-speler werkt niet.
• Bedrijfstemperatuur van +50 °C voor de CD werd overschreden.
- Laat de binnenkant van het voertuig (of de kofferruimte)
afkoelen.
Weergegeven geluid van de CD zweeft.
• Vochtcondensatie in de CD-module.
- Wacht lang genoeg tot de condensatie is verdampt (ongeveer 1
uur).
CD kan niet worden geplaatst.
• Er zit reeds een CD in de CD-speler.
- Haal de CD uit de speler.
• De CD is niet goed geplaatst.
- Ga na of de CD werd geplaatst volgens de instructies in het
hoofdstuk Werking van de CD-speler.
CD kan niet snel vooruit of achteruit spoelen.
•De CD is beschadigd.
- Haal de CD uit het toestel en gooi hem weg. Als u een
beschadigde CD gebruikt, kan het mechanisme van het toestel
beschadigd raken.
Weergegeven geluid van CD verspringt wegens
trillingen.
• Toestel verkeerd bevestigd.
- Zet het toestel degelijk opnieuw vast.
• De CD is zeer vuil.
- Reinig de CD.
• De CD vertoont krassen.
-Vervang de CD.
• De optische lens is vuil.
- Gebruik geen in de handel verkrijgbare reinigings-CD om de
lens te reinigen. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde ALPINE-dealer.
Weergegeven geluid van CD verspringt zonder
trillingen.
• De CD is vuil of gekrast.
- Reinig de CD; als de CD is beschadigd, moet hij worden
vervangen.
Foutmeldingen (alleen ingebouwde CD-speler)
• Mechanische fout
- Druk op . Als de foutmelding verdwijnt, plaatst u de CD weer
in het toestel. Als bovenstaande oplossing niet helpt, dient u uw
dichtstbijzijnde Alpine-dealer te raadplegen.
Afspelen van CD-R/CD-RW is onmogelijk
• Sessie werd niet degelijk beëindigd (afgesloten).
- Sluit de sessie af en probeer opnieuw af te spelen.
MP3
MP3 wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het CD-formaat is niet
compatibel.
- Ga na of de CD in een ondersteund formaat is geschreven.
Zie “Over MP3” (pagina 12-13) en schrijf de CD opnieuw in
een formaat dat door dit toestel wordt ondersteund.
18-NL
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de luidsprekeruitgang.
- PWR is op “ON” gezet (pagina 17).
Indicatie voor CD-speler
HI TEMP
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge
temperatuur.
- De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
het normale werkingsbereik ligt.
NO DISC
• Geen CD geplaatst.
- Plaats een CD.
• Hoewel een CD is geplaatst is, verschijnt “NO DISC” en het
toestel begint niet met afspelen of werpt de CD uit.
- Verwijder de CD als volgt:
Druk opnieuw minstens 2 seconden op de toets .
Als de CD nog niet wordt uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpinedealer.
ERROR
• Fout in het mechanisme.
1) Druk op de -toets en werp de CD uit.
Raadpleeg uw Alpine-dealer indien de CD niet wordt
uitgeworpen.
2) Als de foutmelding daarna niet is verdwenen, drukt u
nogmaals op de -toets.
Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is nadat u
enkele keren op de -toets heeft gedrukt, dient u uw
Alpine-dealer te raadplegen.
• Als “ERROR” wordt weergegeven:
Als de CD niet kan worden uitgeworpen door op te drukken,
drukt u op de RESET-toets (zie pagina 5) en drukt u opnieuw op .
Als de CD nog steeds niet kan worden uitgeworpen, raadpleegt u
uw Alpine-dealer.
• Er wordt een CD geplaatst die niet compatibel is met het toestel.
- Plaats een CD die compatibel is met het toestel.
UNSUPORT
• De CD is niet geschreven in een door MP3 ondersteund formaat.
- Gebruik een CD die in het door MP3 ondersteunde formaat is
geschreven.
Specificaties
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono0,7 µV
Selectie alternatief kanaal80 dB
Signaal/ruisverhouding65 dB
Stereoscheiding35 dB
Vangbereik2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik531 – 1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)25,1 µV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik153 – 281 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)31,6 µV/30 dB
CD-GEDEELTE
Frequentiebereik5 – 20.000 Hz (±1 dB)
Wow & Flutter (% WRMS)Niet meetbaar
Totale harmonische vervorming0,008 % (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruisverhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
PICKUP
Golflengte795 nm
LaservermogenCLASS I
ALGEMEEN
Spanningsvereiste14,4 V DC
(11 – 16 V toelaatbaar)
Maximaal vermogen45 W × 4
Maximale pre-outspanning2 V/10k ohm
Bass+20/-14 dB bij 60 Hz
Treble±14 dB bij 10 kHz
Gewicht1,6 kg
CHASSISAFMETINGEN
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte160 mm
AFMETINGEN FRONT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte18 mm
• Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de
technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder
voorafgaande kennisgeving.
VOORZICHTIG
KLASSE 1
LASERPRODUCT
(Onderzijde van speler)
19-NL
Installatie en aansluitingen
Voor u het toestel installeert of aansluit, dient u
volgende informatie en pagina 2 tot 4 van deze
handleiding grondig door te nemen.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot
gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN 12VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Nietnaleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen
hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE
KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan elektrische schok of letsel
door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET ELEKTRISCHE KABELS.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om andere systemen van stroom te
voorzien. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad
worden overschreden, wat brand of een elektrische schok tot gevolg
kan hebben.
GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET
BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen om geen leidingen, brandstofleidingen,
reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te
hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand
tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF
BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere
veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt
voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze
onderdelen kan de controle over het voertuig onklaar maken en brand
enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET OP PLAATSEN WAAR DE
BEDIENING VAN HET VOERTUIG ZOU WORDEN GEHINDERD,
ZOALS HET STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL.
Mocht u dat toch doen, kan het zicht door de vooruit worden
belemmerd of kunnen bewegingen worden gehinderd, enz.
Dit kan leiden tot een ernstig ongeval.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN
DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische
vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid wendt u zich
voor dit werk het best tot de dealer bij wie u dit toestel heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE
ACCESSOIREONDERDELEN EN INSTALLEER ZE OP EEN
VEILIGE MANIER.
Zorg ervoor dat u alleen de vermelde accessoireonderdelen gebruikt.
Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel
inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet
stevig wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen,
wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS
WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE
METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de buurt van bewegende onderdelen
(zoals de stoelrails) of scherpe of puntige randen. Dit voorkomt dat
de bedrading geplooid en beschadigd geraakt. Indien de bedrading
door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een
rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand
van het gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof
komt. Het toestel kan defect geraken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
• Denk eraan de kabel van de negatieve (–) accupool los te koppelen
alvorens uw CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM te
installeren.
Hierdoor vermijdt u elke kans op beschadiging van het toestel in
geval van een kortsluiting.
• Zorg dat u de kleurgecodeerde stroomdraden aansluit volgens het
diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het toestel
of beschadiging van het elektrische systeem van het voertuig tot
gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig tot
stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek
geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak
geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit
toestel. Als u de CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM aansluit
op de zekeringkast, dient u na te gaan of de zekering voor de kring
waarop de CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM wordt
aangesloten, de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een
andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig
beschadigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer in geval van twijfel.
• De CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM is uitgerust met
vrouwelijke RCA-aansluitingen om andere toestellen (bijv. een
versterker) aan te sluiten die ook over RCA-connectoren
beschikken. U heeft misschien een adapter nodig om andere
toestellen aan te sluiten. Vraag in dat geval uw erkende Alpinedealer om hulp.
• Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (–) aan te sluiten
op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de luidsprekerkabels
van het linker- en rechterkanaal nooit met elkaar of met de
carrosserie van het voertuig.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte
hieronder en houd het bij als referentie. Het serienummer of het
gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
20-NL
SERIENUMMER:
INSTALLATIEDATUM:
INSTALLATIETECHNICUS:
PLAATS VAN AANKOOP:
• Gebruikershandleiding ................................................1 set
Opmerking:
Het ingebouwde toestelgedeelte moet op 35 graden van het
horizontale vlak worden gemonteerd, van achter naar voor.
Minder dan 35°
1
Steun
Dashboard
Rubberen deksel
(meegeleverd)
Zeskantbout
(meegeleverd)
Schuif de CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM in het
3
dashboard. Als het toestel op zijn plaats zit, dient u na
te gaan of de borgpennen volledig in de neerwaartse
positie zitten. Daartoe kunt u stevig op het toestel
drukken terwijl u de borgpen met een kleine
schroevendraaier omlaag duwt. Op die manier wordt
het toestel stevig vergrendeld en kan het niet per
ongeluk loskomen van het dashboard. Plaats het
afneembare front.
Borgpen
Demontage
1 Verwijder het afneembare front.
2 Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig
gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse
positie te duwen (zie tekening hierboven).
Als u een pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het
toestel, zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór u de
tweede pen losmaakt.
3 Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat
het niet meer vastklikt.
Montageslede
(meegeleverd)
dit toestel
Schuif de montageslede uit de hoofdeenheid (zie
“Demontage” op deze pagina). Schuif de
montageslede in het dashboard en zet de slede vast
met de metalen sluitingen.
2
Metalen montagebeugel
Schroef
Sierbout
Zeskantmoer
(M5)
dit toestel
Als uw voertuig met de steun is uitgerust, monteert u
de lange zeskantbout in het achterpaneel van de CDE9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM en plaatst u het
rubberen deksel op de zeskantbout. Als uw voertuig
niet over de montagesteun beschikt, versterkt u de
head-unit met de metalen montagebeugel (niet
meegeleverd). Verbind alle andere draden van de
CDE-9848RB/CDE-9846R/CDE-9846RM
overeenkomstig de informatie in het hoofdstuk
AANSLUITINGEN.
• Voor de schroef * dient u een schroef te kiezen die geschikt is voor
de installatieplaats in het chassis.
<JAPANESE CAR>
Voorframe
Schroeven (M5 × 8)
(meegeleverd)
dit toestel
Bevestigingssteun
21-NL
Aansluitingen
(Roze/Zwart)
(Blauw/Wit)
(Oranje)
Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
Inschakeldraad versterker (remote)
Dimmerdraad
(alleen CDE-9848RB)
Geschakelde
stroomdraad
(Rood)
(Zwart)
(Blauw)
(contactslot)
Aardingsdraad
Draad voor de
elektrische antenne
t
i
(Geel)
Accustroomdraad
!0
!1
q
@4
JASO-antenneplug
w
e
Naar autotelefoon
Naar equalizer of versterker
Antenne
ISO-antenneplug
Naar verlichtingsdraad instrumentengroep
r
Naar elektrische antenne
y
o
Contactsleutel
u
Accu
!2
!3
Luidsprekers
!4
!5
!6
!7
!8
!9
@2
@0
@1
@3
@3@5
(Zoals een draagbare speler)
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/zwart)
(Grijs)
(Violet/Zwart)
(Violet)
Versterker
Extern toestel
Links achter
Links voor
Rechts voor
Rechts achter
Vooraan of subwoofers
22-NL
q Antennebus
w Ingangsdraad audio-onderbreking (mute) (Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm, die
aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
e Inschakeldraad versterker (remote) (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw versterker of
signaalprocessor.
r Dimmerdraad (oranje) (alleen CDE-9848RB)
Deze stroomdraad mag worden aangesloten op de stroomdraad
voor de verlichting van de instrumentengroep. Hiermee kunt u
de achtergrondverlichting van het toestel dimmen met de
dimmerregeling van het voertuig.
t Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open klem in de zekeringkast van
het voertuig of een andere ongebruikte stroombron die alleen (+)
12 V levert als het contact wordt ingeschakeld of in de
accessoirepositie staat.
y Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het voertuig.
Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt gebracht met
blank metaal en degelijk is vastgezet met de meegeleverde
plaatmetaalschroef.
u Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische antenne,
indien van toepassing.
•
Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne
van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een
versterker, een signaalprocessor, e.d. in te schakelen.
i Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de autoaccu.
o ISO-stroomtoevoerconnector
!0 Zekeringhouder (10 A)
!1 Interface-aansluiting voor stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor de stuurwielafstandsbediening.
!2 RCA-uitgangen vooraan/subwoofer*
* Wanneer Subwoofer is ingesteld op OFF: Uitgang naar versterker
van voorste luidsprekers.
Wanneer Subwoofer is ingesteld op ON: Uitgang naar versterker
van subwoofer.
Afhankelijk van het voertuig kan een ISO/JASO-antenneadapter
vereist zijn.
@5 Extra ingang RCA-connector (alleen CDE-9848RB)
Met deze aansluiting kan audio worden ingevoerd van een extern
toestel (zoals een draagbare speler), met behulp van een in de
handel verkrijgbare RCA-kabel.
Om te voorkomen dat externe geluiden het audiosysteem binnendringen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de bedrading van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan aan zo ver mogelijk van het toestel vandaan. Uw Alpine-dealer
verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
23-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.