AEG S1444-4IU, S1444-4IUCH, S1544-4I, S1544-4IUGB, S1444-4IUGB User Manual [nl]

ÖKO-SANTO
Integrierbare Unterbau-Kühlschränke Integrated Built–Under Refrigerators Frigos encastrés intégrables par le bas Frigoriferi sottopiano da incasso Geïntegreerde onderbouwkoelkasten
Gebrauchsanweisung Operating Instructions Mode d’emploi Istruzioni per l’uso Gebruiksaanwijzing
Geachte klant,
Gedruk
ili
lijk
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
1
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!)
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Dit symbool leidt Uw stap voor stap door de bediening van het
0
apparaat. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het
3
praktisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
2
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Verklaringen van vaktermen die in de gebruiksaanwijzing gebruikt
worden, vindt U aan het eind in het Hoofdstuk "Vaktermen". Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding
aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst U te allen tijde ter beschikking.
wordt de aandacht gevestigd
92
t op m
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
euvriende
vervaardigd papier
Inhoud
Veiligheid Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Transportbescherming verwijderen Opstellen
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Inbouw
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Beschrijving van het apparaat
Voorkant apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Voor ingebruikneming Ingebruikneming Apparaat uitzetten, vakantieschakeling Interieur
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Groentelade en serveertableau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Juist opslaan Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Reiniging en onderhoud Tips om energie te besparen Wat te doen als ...
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
93
Inhoud
Klantenservice
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Geluiden als apparaat in bedrijf is Doel, Normen, Richtlijnen Vaktermen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
94
1
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de erkende regels der techniek en aan de Duitse wet op de veiligheid van apparaten. Desondanks zien wij ons genoodzaakt U met de volgende veiligheidsa­anwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoor­ding nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbren­gen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wendt U in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinde­ren weghouden!
95
Veiligheid
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe­zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin­gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
96
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan­wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwij­zingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont­staan. Wendt U zich bij reparaties tot Uw vakhandel of tot onze klan­tendienst.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor­den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan ver­vanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing!
1
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot­maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa­raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
97
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.
0 Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
3
verwijderd worden.
0 Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. 0 Aan de binnenkant van de deur de beschermdelen van de deuraf-
dichting verwijderen.
0 Transportbeschermdeel van de glijrails verwijderen en plakband er
aftrekken..
98
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont­worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat­sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isola­tieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
99
Inbouw
Zie meegeleverde montage-aanwijzing. Controleer na het inbouwen van het toestel, vooral na overzetten van
het deurscharnier, of de deurafdichting rondom goed afdicht. Een ondichte deurafdichting kan tot versterkte rijpvorming en daardoor tot hoger energieverbruik leiden (zie ook hoofdstuk „Wat te doen als ...“).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstal­leerde stopcontact met randaarde vereist. De elektrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan­kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie ervoor te zor­gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
0 Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenko­men met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
100
De netaansluiting mag alleen door gekwalificeerd personeel verwisseld worden. Wendt U in geval van reparaties tot onze klantendienst.
Beschrijving van het apparaat
Voorkant apparaat
Temperatuurregelaar en lichtschakelaar
Boter-/kaasvakken met klep en eiervak
Deurvak met beugel
Flessenvak
Groentelade met serveertableau
Legvlakken
Typeplaatje
Voor ingebruikneming
0 Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
101
Ingebruikneming
Attentie! Het apparaat alleen gebruiken als het ingebouwd is!
0 Stekker in stopcontact steken. De binnenverlichting brandt bij geo-
pende deur.
1 Lichtschakelaar 2 Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
De temperatuurregelaar is tegelijkertijd de AAN/UIT–schakelaar. De grote ovale schakelaar naast de temperatuuregelaar is de lichtscha­kelaar. Als de deur geopend en gesloten wordt, schakelt de lichtscha­kelaar de binnenverlichting aan c.q. uit. Om de temperatuurregelaar te kunnen draaien is een munt nodig. Daardoor wordt het per ongeluk verstellen van de temperatuurinstel­ling bemoeilijkt (kinderbeveiliging).
102
De hiernaast getoonde stand van de temperatuurregelaar betekent: koeling uit. Draaien in richting “1”: Koeling aan, compressor loopt en werkt dan automatisch.
Stand “1” betekent: Hoogste binnentemperatuur (warmste instelling)
Stand “4” betekent: Laagste binnentemperatuur (koudste instelling)
Ingebruikneming
De volgende zaken zijn van invloed op de binnentemperatuur: – Omgevingstemperatuur; – Hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen; – Vaak of lang openen van de deur. Daarom kunnen de volgende instellingen van de temperatuurregelaar slechts als aanbevelingen gezien worden die eventueel aan de diverse invloeden aangepast moeten worden.
Instellingsaanbevelingen:
Bij normale koeling: stand “1” tot “2”; Voor lagere temperaturen: stand “2” tot “3”.
Temperatuurregelaar met behulp van een munt op de gewenste stand
0
draaien. De compressor start en werkt dan automatisch.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “3” tot “4”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt. Reden: De compressor moet ononderbroken lopen om bij een hogere omgevingstemperatuur de lage temperatuur van het apparaat te kun­nen handhaven. De koelruimte ontdooit dan niet meer – automatisch ontdooien van de koelruimte is alleen bij stilstaande compressor moge­lijk (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Sterke rijpvorming aan de achterwand van de koelruimte is dan het gevolg. Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “2” tot “3”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ontdooien weer automatisch.
103
Apparaat uitzetten, vakantieschakeling
0 Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
0 Als de deur gedurende langere tijd open moet blijven, schakel dan de
binnenverlichting uit door de ovale lichtschakelaar uit te trekken (vakantieschakeling).
De lichtschakelaar wordt weer ingedrukt zodra de deur gesloten wordt.
3
Als de deur daarna weer geopend wordt, schakelt de lichtschakelaar de binnenverlichting weer in.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
0 Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
0 Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
0 Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
104
Interieur
Legvlakken
Het apparaat heeft twee hele en twee halve legvlakken van glas.
0 Het hele legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groen-
telade en het serveertableau schuiven. De legvlakken kunnen in hoogte
versteld worden:
0 Daartoe het legvlak zo ver naar
voren trekken tot het naar boven en naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden.
0 Het plaatsen op een andere
hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Grote artikelen instellen:
0 Het halve glazen legvlak op het
bovenste of middelste niveau naar achteren schuiven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op het daaronder liggende legvlak grote artikelen te plaatsen.
Het kleine kunststoffen neerzetplankje aan de onderkant van de ach­terwand van de koelruimte kan ook gebruikt worden voor het neerzet­ten van artikelen.
105
Interieur
Variabele binnendeur
Naar gelang behoefte kunnen de deurvakken er naar de zijkant toe uitgehaald worden en in andere opnames geplaatst worden.
Groentelade en serveertableau
Onder in het apparaat zit een uit­neembare groentelade die met een serveertableau van doorzich­tig plastic is afgedekt .
106
Juist opslaan
In de koelruimte heersen, fysisch bepaald, diverse temperaturen. De laagste temperatuur bevindt zich op de onderste legvlakken. Warmer is het op de bovenste legvlakken en de vakken in de deur.
Levensmiddelen dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte
Tip:
gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt: – Vershoudzakken en -folien van polyethyleen; – Plastic dozen met deksel; – Speciale kappen van plastic met elastieken band; – Aluminiumfolie.
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com­pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in het afvoergootje aan de achterwand van de koelruimte opgevangen, door het afvoergat naar de opvangruimte aan de onderkant van het apparaat geleid en verdampt daar.
107
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
1
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonma­ken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; – Boterzuur; – Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder­delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Koelartikelen er uit halen. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
0
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de
0
zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
0
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
0
Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte contro-
0
leren. Een verstopt dooiwater–afvoergat met behulp van een draad schoonmaken. Hiertoe het kunststoffen neerzetplankje aan de onder­kant van de achterwand van de koelruimte er uitnemen en er na het schoonmaken weer inzetten.
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat
0
weer in bedrijf nemen.
108
2
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera­tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
109
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen opgelost kunnen worden. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing!
1
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wendt U bij repara­tie tot Uw vakhandel of onze klantendienst.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Apparaat werkt niet.
Apparaat koelt te sterk.
De levensmiddelen zijn te warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Stekker zit niet in het stop­contact of zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
Temperatuur is te laag ingesteld.
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Deur heeft te lang openge­staan.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen.
Het apparaat staat naast een warmtebron.
Lamp is kapot.
Stekker in stopcontact ste­ken.
Zekering controleren, eventueel vernieuwen.
Storingen in het lichtnet door Uw elektrovakman laten verhelpen.
Temperatuurregelaar tijde­lijk op een hogere stand zetten.
Zie hoofdstuk “Ingebruik­neming”.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
Temperatuurregelaar op een koudere stand zetten.
Zie hoofdstuk “Opstelpla­ats”.
Zie hoofdstuk “Lamp ver­wisselen”.
110
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting.
Ongewone geluiden.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct.
Water op de bodem van de koelruimte of op de leg­vlakken.
Wat te doen als ...
Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig
met een föhn® verwarmen Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisse­len van de deuraanslag).
Apparaat staat niet recht. Instelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur.
Dit is normaal, het betreft geen storing.
Dooiwaterafvoer is verst­opt.
(niet heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de ver-
warmde deurafdichting
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer hele-
maal sluit.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
111
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
1
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W, fitting: E 14 Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand „0"
0
draaien. Stekker uit het stopcontact trekken.
0
Voor het verwisselen van de lamp
0
de kruiskopschroef eruit draaien en de lampbehuizing er naar bene­den toe afnemen.
Defecte lamp verwisselen.
0
Lampbehuizing er weer op plaat-
0
sen en de kruiskopschroef aandraaien.
112
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze klantenser­vice te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegd boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst". Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
• Modelnaam
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Deze gegevens staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen om ze snel bij de hand te hebben.
Aanwijzing:
dienst tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Voor het ten onrechte contact opnemen met de klanten-
113
Geluiden als apparaat in bedrijf is
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid te horen.
Zoemen
Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen.
Borrelen/Kabbelen
Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kab­belend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Doel, Normen, Richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereiniging van Duitse elektrotech­nici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
114
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
;
– 73/23/EEG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 3.5.1989
(incl. Wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG) - EMC-richtlijn
Vaktermen
Koelmiddelen
Vloeistoffen die gebruikt worden voor het opwekken van koude noemt men koelmiddelen. Ze hebben een in verhouding laag kook­punt, zo laag dat de warmte van de in het koude-apparaat opgesla­gen levensmiddelen het koelmiddel tot koken c.q. verdampen brengt.
Koelmiddelcircuit
Gesloten circuit waarin het koelmiddel zich bevindt. Het koelmiddel­circuit bestaat in principe uit verdamper, compressor, condensor als­mede leidingen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Zoals alle vloeistoffen heeft een koelmiddel warmte nodig om te verdampen. Deze warmte wordt aan het interieur van het apparaat onttrokken dat daardoor afkoelt. Daarom zit de verdamper in het apparaat direct achter de binnenwand en daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor lijkt op een klein tonnetje. Hij wordt door een inge­bouwde elektromotor aangedreven en zit achter de sokkel van het apparaat. Het is de taak van de compressor dampvormig koelmiddel uit de verdamper weg te halen, te verdichten en naar de condensor te leiden.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het door de compressor verdichte koelmiddel gecondenseerd. Daarbij komt warmte vrij die via de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is aan de onderkant van het apparaat aangebracht.
115
Loading...