AEG RGE100 User Manual [nl]

Page 1
Page 2
2
Fig. 1.
Page 3
20
Geachte klant, voordat u uw koelkast in bedrijf neemt, dient u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen
1. Toepassingsbereik
In weg- en watervoertuigen mag het apparaat niet voor gastoepassing worden geïnstalleerd ! Toepassing met vloeibaar gas in gesloten ruimten is niet toegestaan! De ruimte moet een inhoud (lengte x breedte x hoogte) hebben van minimaal 20 m
3
en dient te zijn voorzien van
een venster (dat geopend kan worden) of een buitendeur. Het gebruik in de openlucht betekent ook tenten (voortenten), die tijdens het bedrijf van het apparaat goed
geventileerd zijn, alsmede terrassen op de begane grond. Elektrische toepassing is onbeperkt toegestaan. De locatie dient in ieder geval tegen regen en spatwater te worden beschermd.
2. Het bewaren van gasflessen
Flessen met vloeibaar gas nooit op ongeventileerde plekken of onder het maaiveld (trechtervormige kuilen in de aarde) bewaren. Beschermende maatregelen tegen direct zonlicht nemen. De gasfles mag niet op meer dan 50° C worden verhit.
3. Plaatsing
Horizontaal op een gladde, vaste vloer of overeenkomstige ondergrond. Desgewenst met waterpas of een met water gevuld reservoir richten.
De afstand tussen de achterkant van het apparaat en een begrenzing aan de achterkant (muur) dient ten minste 10 cm te bedragen en aan de zijkant ten minste 5 cm.
Standplaatsen in de volle zon en dicht bij warmtebronnen dienen te worden voorkomen. Ventilatiegleuven zowel aan de boven- en onderkant als aan de achterkant van de koelkast ten behoeve van een
goede luchtcirculatie van het koelaggregaat vrijhouden. Een goede, energiebesparende koelcapaciteit zal hiervan het gevolg zijn
4. Reiniging
Voor de eerste inbedrijfstelling, later na het ontdooien of voor langdurige bedrijfsonderbrekingen dient u het compartiment en de deur met lauw water en eventueel huishoudelijke reinigingsmiddelen schoon te maken. Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen als additief! Gereinigde oppervlakken met een zachte vaatdoek droogwrijven. De deurafdichting alleen met schoon water reinigen en van tijd tot tijd met talkpoeder inwrijven.
5. Toepassing met netstroom (AC)
Geen extra energiebron - gas - gebruiken. Controleer of de netspanning en de gegevens van de bedrijfsspanning op het typeplaatje overeenstemmen
(links in de binnenkast). Bij overeenstemming dient u de geaarde stekker in het volgens de voorschriften geïnstalleerde geaarde
stopcontact te steken. In het buitenland kan vanwege andere stopcontacten een adapter noodzakelijk zijn. Inschakelen (fig. 1)
- Thermostaatknop (A) naar rechts draaien in pos. 6/MAX. De koeling merkt u pas na ongeveer 1 uur duidelijk (rijp op de verdamper).
- De koelkasttemperatuur kan via de thermostaatklok worden geregeld. "0" = koeling uitgeschakeld, van 1-6 neemt de koeling toe.
- Nadat er voldoende gekoeld is (na ongeveer 5 uur) kan de thermostaatstand in het middelste bereik tussen pos. 3 en 4 worden ingesteld. De ingestelde koeltemperatuur wordt nu automatisch geregeld door de thermostaat.
Uitschakelen (fig. 1)
- Thermostaatknop (A) naar links in positie "0" draaien (voor deze positie dient er een lichte weerstand te worden overwonnen).
- Stekker uit het stopcontact trekken.
NL
Page 4
21
6. Toepassing met vloeibaar gas
Geen extra energietype - netstroom gebruiken. Het apparaat mag niet op stads- of aardgas worden aangesloten. Het is uitsluitend geschikt voor propaan-/butaangas-toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterwand van het apparaat) is de voorgeschreven gasaansluitdruk in mbar vermeld (normdruk in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland 50 mbar en in Nederland: 30 mbar). Het apparaat mag met geen andere dan de op het typeplaatje vermelde druk worden toegepast. Er dient een dienovereenkomstige drukregelaar te worden gebruikt.
7. Aansluiting van de koelkast op de gasfles
Sluit de koelkast in deze volgorde aan:
gasfles
drukregelaar →gasslang →apparaat
Het kopstuk voor de gasaansluiting (D, fig. 4) is bedoeld voor slangaansluiting volgens de Nederlandse voorschriften:
I. Uitvoering als aansluitopening met R ¼ linkse schroefdraad voor het bevestigen van een slang met
kogelpenaansluiting, slangbuisje en wartelmoer of
II. Uitvoering als nippel ter bevestiging van een voor dit doel goedgekeurde rubberen slang en
slangklembevestiging
Opmerking bij I: om ervoor te zorgen dat bij het vastdraaien van de wartelmoer een te hoge krachtoverbrenging op de aansluitopening van de koelkast wordt voorkomen, moet de aansluitopening met een steeksleutel met sleutelmaat 13 mm worden tegengehouden.
Controleer of er zowel in de gasflesaansluiting als in de drukregelaar een in goede staat verkerende afdichting zit. Geen extra afdichtingen gebruiken ! Controleer of het ventiel van de drukregelaar gesloten is. Schroef de drukregelaar met de hand, dus zonder gebruik van gereedschap, rechtsom in de schroefdraad van de fles vast. Verbind de gasslang met het uiteinde van de drukregelaar. Het andere uiteinde van de slang verbindt u met de box. U opent nu het ventiel van de drukregelaar en controleert alle verbindingen op dichtheid met behulp van het schuimvormend middel.
De aansluiting is dicht, als er op de verbindingspunten geen luchtbelletjes ontstaan.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN ! NIET ROKEN ! ONTPLOFFINGS- EN VERBRANDINGSGEVAAR !
Bij een gasfleswissel en/of demontage van de slangleiding moet het kraantje op de gasfles of drukregelaar steeds eerst worden gesloten.
Poreuze of beschadigde slangleidingen dienen door nieuwe te worden vervangen.
8. Gasarmatuur (fig. 1)
Deze bestaat uit een gasregelknop (B) met ingebouwde ontstekingsbeveiliging, de brander met bougie, een gasthermostaat (F) en een piezo-ontsteking (E).
De regeleenheid heeft twee regelstanden:
: grote vlam (MAX) = gastoevoer open,
: uit-stand = gastoevoer naar de brander afgesloten.
De ontstekingsbeveiliging houdt de gastoevoer naar de brander automatisch open zolang de vlam brandt, de gastoevoer worden automatisch afgesloten, indien de vlam uitgaat.
Aansluitingen - en sleutelwijdte van de steeksleutel - op de drukregelaarzijde zijn afhankelijk van de uitvoering van de drukregelaar; vraag hieromtrent a.u.b. uw vakhandelaar.
NL
Page 5
22
9. Het ontsteken van de gasbrander (fig. 1)
1. Kraan van de gasfles resp. drukregelaar openen.
2. Gasthermostaat (F) op nr. 6 zetten.
3. Knop (B) linksom in de max-positie draaien, indrukken en ingedrukt houden.
4. Ongeveer 10 seconden brander ontsteken door de knop meerdere keren in te drukken (E). Na een langere bedrijfsonderbreking of na het aansluiten van een nieuwe gasfles kan het langer dan 10 seconden duren voordat de brander aangaat. (Oorzaak: lucht in de leiding). Knop (B) tijdens het ontsteken en nadat de vlam brandt, nog 20-30 seconden ingedrukt houden. De vlam kan door het kijkgat (c) worden gecontroleerd.
5. Als de ontsteking van de gasvlam niet is gelukt, mag het ontsteken pas na afloop van een wachttijd van ongeveer 1 minuut worden herhaald.
6. Nadat de koelruimte voldoende gekoeld is in positie 6 dient er bij lage buitentemperatuur een thermostaatpositie tussen 3-4 te worden ingesteld.
10. Gastoepassing uitschakelen (fig. 1 +5)
1. Kraantje van de gasfles resp. drukregelaar sluiten.
2. Gasregelknop (B) in positie = dicht draaien.
11. Het bewaren van te koelen produkten
- levensmiddelen en dranken steeds gesloten in het apparaat bewaren. Hierdoor voorkomt u een nadelige beïnvloeding van de smaak en geur.
- Te koelen produkten bij voorkeur zo bewaren dat de lucht in de koelkast in de koelruimte van het apparaat kan circuleren.
- Geen hete gerechten of dranken in de koelkast plaatsen!
- In geen geval brandbare vloeistoffen en/of gassen in de koelkast bewaren! Ontploffingsgevaar!
12. Ontdooien en maatregelen voor langdurige bedrijfsonderbrekingen
Een te sterke ijsvorming van de verdamper bemoeilijkt het overbrengen van de koellucht naar de koelruimte van het apparaat waardoor de koelcapaciteit wordt verminderd. Als er dus een ca. 5 mm dikke ijslaag is gevormd, verdient het aanbeveling de koelkast te ontdooien. Hiervoor wordt het apparaat uitgezet en het te koelen produkt verwijderd. Om het ontdooien eventueel te versnellen mag u nooit verwarmingstoestellen, hoogtezonnen en dergelijke gebruiken! Indien noodzakelijk kan er een in heet water verhitte doek als hulpmiddel worden opgelegd. Na het ontdooien dient u het dooiwater met een schone doek af te nemen en de koeleenheid zoals onder hoofdstuk 4 beschreven te reinigen.
Als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, dan wordt het uitgeschakeld en het te koelen produkt verwijderd. Na het ontdooien moet de koelruimte zorgvuldig worden gereinigd en worden afgedroogd.
Om ervoor te zorgen dat er geen onaangename geurtjes in de koelruimte kunnen ontstaan, dient men de deur op een kiertje te laten staan.
13. Maatregelen na langdurige bedrijfsonderbrekingen
Als de koelkast na een langdurige bedrijfspauze na het inschakelen niet koelt, zet het apparaat dan ZONDER AANGESLOTEN ENERGIETOEVOER op de kop. Na enkele minuten zet u de koelkast weer op de poten en schakelt hem opnieuw in.
Als het resultaat dan nog niet beter is, dient u deze procedure eventueel meerdere keren te herhalen.
14. Onderhoud (fig. 4)
Verwisselen van de gasfilter: de gasfilter van cellulose bevindt zich achter in de gasaansluitopening (D). Als de gasfilter dient te worden vervangen, dient u de filter uit de boring te trekken en door een nieuwe te vervangen. Verdere onderhouds- resp. reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder aan het koelaggregaat en het gasbrandersysteem, mogen uitsluitend door geautoriseerde klantenservice-diensten worden uitgevoerd.
NL
Page 6
23
15. Klantenservice
Mocht er aan het apparaat een storing optreden, controleer dan het volgende voordat u contact opneemt met de klantenservice:
- Staat het apparaat op een geschikte plaats en is het voldoende geventileerd?
- Staat het apparaat horizontaal?
- Heeft de contactdoos stroom?
- Is de aansluitkabel beschadigd?
- Is er een contactverbinding losgeraakt?
- Werd de stekker correct in het stopcontact gestoken?
- Is de elektrothermostaat bij nettoepassing ingeschakeld ?
- Is voor gastoepassing de knop van de ontstekingsbeveiliging (gasregelknop) lang genoeg ingedrukt?
- Is de gasregelknop in de juiste positie gedraaid?
- Is het kraantje van de gasfles resp. van de drukregelaar opengedraaid?
- Is er nog gas in de vloeibaargas-fles? Als er bij het schudden van de gasfles geen vloeistofbeweging kan worden vastgesteld, dan is de gasfles leeg.
- Zijn er twee werkwijzen tegelijkertijd ingeschakeld? Gas en stroom?
- Werden er warme voedingsmiddelen in de koelkast gelegd?
- Werd er een te grote hoeveelheid te koelen produkten in één keer in de koelkast gelegd? Breng de te koelen produkten zo aan dat de lucht in de koelruimte vrij kan circuleren. Geen karton of plastic platen als tussenschotten gebruiken. Houd de vloeistofreservoirs steeds gesloten.
Mocht het apparaat ondanks deze controles niet correct functioneren, bel dan onze klantenservice. Vermeld a u.b. de aard van het defect, het apparaat-type, het produktnummer en het serienummer (op het typeplaatje in de koelkast).
Voor dit apparaat bieden wij garantie voor een correcte hoedanigheid op grond van onze garantievoorwaarden.
16. Technische gegevens
Gebruik op gas butaan (propaan): Nominale warmtebelasting: 193 W (177W) Minimale warmtebelasting: 116 W (100W) Aansluitwaarde gas: 13,9 g/u (12,6g/h) Aansluitdruk: kat I
3B/P
, 30 mbar Uitvoering: "N" Gebr
uik op elektriciteit: 230 V (net) 50 Hz: 130 w Bruto-inhoud: 70 L Koelmiddel: 0,54 kg NH
3
, +H2O
Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd.
Natriumchromaat wordt gebruikt als roestwerend middel (minder dan 2% van het koelvloeistofgewicht)
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 73/23/EEG d.d. 19.02.1973 - laagspanningsrichtlijn
- 89/336/EEG d.d. 03.05.1989 (met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EEG) - EMV-richtlijn
- 90/396/EEG (met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 93/68/EEG) - gasrichtlijn.
NL
Page 7
42
Fig. 2.
Fig. 3.
Page 8
43
Fig. 4.
Fig. 5.
Page 9
Printed by Xerox Hungary Ltd.
Loading...