Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die
het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten
aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
NEDERLANDS3
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
u het apparaat gaat installeren en gebruiken.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen
of schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of
het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een
veilige en toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt
www.aeg.com4
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een
gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
gevaren begrijpen.
• Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open staat.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen en
drogen van huishoudelijk, machinewasbaar en
droogbaar wasgoed.
• Gebruik de droogfunctie niet als het wasgoed vervuild
is met industriële chemicaliën.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis
huishoudelijk gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers,
boerderijgasthuizen en andere soortgelijke
accommodaties waar dergelijk gebruik de
NEDERLANDS5
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
• Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de stekker
toegankelijk is na de installatie.
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
• WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern
schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten
worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf
regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
• Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
• De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
• De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
10 bar (1,0 MPa).
• De maximale belading van het apparaat is 10.0 kg.
Overschrijd de maximale belading van elk programma
niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
• Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
www.aeg.com6
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
• Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
met elektriciteit te voorkomen.
• Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
• Laat het apparaat niet lopen zonder filters. Reinig het
pluisfilter voor of na elk gebruik.
• Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als de
artikelen vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
• Droog geen ongewassen voorwerpen in de
wasdroger.
• Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, en artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
• Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
• Verwijder alle voorwerpen van artikelen die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
• WAARSCHUWING: Stop een was/droogcombinatie
nooit voor het einde van een droogcyclus, tenzij alle
artikelen snel uit de trommel verwijderd en
uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel
verdwijnt.
• Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
• Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS7
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plaats waar de temperatuur
lager dan 5 °C of hoger dan 35 °C
kan worden.
• Houd het apparaat tijdens het
verplaatsen altijd verticaal.
• Wacht om er zeker van te zijn dat de
compressor goed werkt 6 uur na de
installatie voodat u het apparaat
gebruikt.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden
www.aeg.com8
geïnstalleerd/aangesloten op een
aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer
zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk dat je water uit de
afvoerslang ziet stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
• Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
• Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
• Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een
extra spoelcyclus te worden
uitgevoerd voordat u gaat drogen.
• Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
• Droog uitsluitend textiel dat in het
apparaat mag worden gedroogd. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in
de kleding.
• Ga niet op de open deur zitten of
staan.
• Droog geen druipnatte kleding in het
apparaat.
• Laat geen hete voorwerpen de
kunststof onderdelen van het
apparaat aanraken.
• Verwijder een wasbol (indien gebruikt)
voor het starten van het
droogprogramma.
• Gebruik geen wasbol wanneer je een
non-stopprogramma instelt.
2.5 Compressor
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• De compressor en het systeem in de
droogautomaat is gevuld met het
speciale middel dat vrij is van fluorchloor-koolwaterstoffen. Dit systeem
moet goed gesloten blijven. Schade
aan het systeem kan lekkage tot
gevolg hebben.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
2.6 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
1324
11
6
7
8
9
5
12
10
13
14
NEDERLANDS9
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.7 Verwijdering
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1
Bovenblad
Wasmiddellade
2
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
Prod.No.
B C DEA
www.aeg.com10
Luchtfilter(s)
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
8
het apparaat
4. TECHNISCHE GEGEVENS
AfmetingenBreedte / hoogte / totale
diepte
Elektrische aansluitingSpanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vas‐
te deeltjes en vocht door het beschermende deksel,
behalve waar de laagspanningsapparatuur geen
bescherming tegen vocht heeft
Watertoevoer
WatertoevoerdrukMinimum
Omgevingstemperatuur Minimum
Maximale wasladingKatoen
Maximale droge ladingKatoen
CentrifugeersnelheidMaximale centrifugeer‐
Dit product bevat HFC - R134a/GWP1430 0,14 kg hermetisch afgesloten gefluoreerd gas.
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1)
Maximum
Maximum
Synthetisch
Wol
Synthetisch
Wol
snelheid
Luchtcirculatiesleuven
9
Waterafvoerslang
10
Waterinlaatklep
11
Netsnoer
12
Transportbouten
13
Slangensteunen
14
Het typeplaatje meldt:
A. QR-code
B. modelnaam
C. productnummer
D. elektrische classificaties
E. serienummer
59.7 cm /87.0 cm /66.0 cm
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
IPX4
Koud water
0,5 bar (0,05 MPa)
10 bar (1,0 MPa)
5 °C
35 °C
10.0 kg
4.0 kg
1.5 kg
6 kg
4 kg
1 kg
1551 tpm
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en
de transportbouten voordat u
het apparaat installeert.
WAARSCHUWING!
Wacht als u het apparaat
neer heeft gezet 6 uur
voordat u het apparaat in
gebruik neemt. Deze tijd is
nodig om de compressor
goed te laten werken.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Verwijder de externe film. Gebruik zo
nodig een mes.
NEDERLANDS11
4. Open de klep en verwijder het
polystyreen-gedeelte van de
klepvergrendeling en alle voorwerpen
van de trommel.
5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn
achterkant.
6. Plaats het voorste
polystyreenverpakkingselement op
de vloer onder het apparaat.
Zorg dat u de slangen
niet beschadigt.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde
en het polystyreenverpakkingsmateriaal.
3. De interne folie eraf trekken.
7. Verwijder de
polystyreenbescherming van de
onderkant.
1
2
www.aeg.com12
8. Zet het apparaat weer rechtop.
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
U kunt het water in de
afvoerslang zien
stromen. Dit komt
doordat het apparaat in
de fabriek met water is
getest.
10. Verwijder de drie bouten met de
moersleutel die bij het apparaat
geleverd is.
11. Trek de bouten met de plastic
tussenstukken eruit.
12. Plaats de plastic doppen, die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing
aantreft, in de openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat
verplaatsen.
5.2 Plaatsing onder een aanrecht
630 mm
600 mm
≥ 870 mm
x4
Het apparaat kan losstaand of onder het
aanrecht in de keuken met correcte ruimte
worden geïnstalleerd (zie de afbeelding).
5.3 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat
geen muren of andere
apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
NEDERLANDS13
LET OP!
Installeer het apparaat niet in
een afgesloten ruimte!
Zorg dat er lucht langs de
onderkant van het apparaat
kan circuleren.
LET OP!
Om te zorgen voor een goede
luchtcirculatie moeten er geen
geluidbarrières worden
bevestigd (indien van
toepassing).
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
Wanneer het apparaat op
een plint wordt geïnstalleerd,
gebruikt u het accessoire dat
wordt beschreven in het
hoofdstuk 'Accessoires'.
Lees de met de accessoires
en het apparaat
meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
20º20º
45º45º
A
www.aeg.com14
5.4 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet
warmer zijn dan 25 °C.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
5.5 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4”schroefdraad.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
5.6 Waterafvoer
De afvoerslang moet op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer dan
100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
verlengen tot maximaal 400
cm. Neem contact op met
het erkende servicecentrum
voor de andere afvoerslang
en het verlengstuk.
Het is mogelijk om de afvoerslang op
verschillende manieren aan te sluiten:
1. De afvoerslang kan in U-vorm
worden gebogen en rond de plastic
geleider worden geplaatst.
Koop accessoires bij een
officiële leverancier.
2. Aan de rand van een gootsteen Bevestig de geleider aan de
waterkraan of aan de muur.
Zorg ervoor dat de plastic
geleider niet kan bewegen
wanneer het apparaat
leegloopt.
NEDERLANDS15
Het uiteinde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. de
binnendiameter van de
afvoerleiding (min. 38 mm min. 1,5") moet groter zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie afbeelding), kunt u
deze rechtstreeks in de standaardpijp
duwen.
5. Zonder de plastic slanggeleider,naar een gootsteentapkraan Plaats de afvoerslang in de tapkraan
en draai deze vast met een klem. Zie
de afbeelding.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
het water wordt
ondergedompeld. Er kan vuil
water in het apparaat
terechtkomen.
3. Naar een standaardleiding metventilatiegat - Steek de afvoerslang
rechtstreeks in een afvoerpijp. Zie de
afbeelding.
Zorg ervoor dat de
afvoerslang een lus maakt
om te voorkomen dat er
deeltjes uit de gootsteen in
het apparaat komen.
6. Plaats de slang rechtstreeks op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en draai deze vast met
een klem.
2
3
6
1211 108
1
4
5
7
9
13
www.aeg.com16
5.7 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6. BEDIENINGSPANEEL
6.1 Beschrijving bedieningspaneel
MIX
NEDERLANDS17
Programmakeuzeknop
1
Display
2
Tiptoets droogtijd (Droogtijd)
3
Tiptoets droogniveau (Droogtegraad)
4
Tiptoets was- en droogmodus
5
(MODUS)
• Wassen
• Drogen
Tiptoets start/pauze (Start/Pauze)
6
Tiptoets startuitstel (Startuitstel)
7
6.2 Weergave
Controlelampje wasgoedgewicht. Het -pictogram knippert tijdens het
schatten van de wasgoedbelading (zie de paragraaf "ProSense-bela‐
dingsdetectie").
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoed‐
belading de maximum toegestane belading van het geselecteerde pro‐
gramma overschrijdt.
Controlelampje hoeveelheid wasmiddel: de waarde geeft het percenta‐
ge van de benodigde hoeveelheid wasmiddel aan.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Tiptoets tijdsbesparing (Tijd
8
besparen)
Tiptoets antikreuk (Anti-kreuk)
9
Tiptoets antivlekbehandeling en
10
voorwas (Vlekken/Voorwas)
Tiptoets kort centrifugeren
date). Raadpleeg het hoofdstuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling'.
Wasfase-controlelampje: dit knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De permanente optie Extra spoelen:
• - een extra spoelbeurt.
• - twee extra spoelbeurten.
Controlelampje centrifugeer- en aftapfase. Knippert tijdens het centrifu‐
geren en afvoeren.
Controlelampje stoomfase.
Controlelampje droogfase.
Controlelampje voor de reiniging van luchtfilters.
Controlelampje strijkdroog.
Controlelampje kastdroog.
Controlelampje extradroog.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als
koude was gekozen is.
Controlelampje toerental.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje extra stil.
Controlelampje voorwas.
Controlelampje vlekken.
Controlelampje uitgestelde start.
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
NEDERLANDS19
7.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze toets
te drukken kun je het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
7.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de
toetsen altijd schoon en
droog zijn.
7.3 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt je machine automatisch
een standaardtemperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat
de gewenste temperatuur op het display
verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen
verwarmt het apparaat het water niet.
en weergeeft,
7.4 Centrifugeren
Als je een programma instelt, kiest het
apparaat automatisch de standaard
centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
• Wijzig de centrifugeersnelheid.
De display toont alleen
de centrifugesnelheden
die voor het ingestelde
programma beschikbaar
zijn.
• Activeer de optie Spoelstop.
Het laatste spoelwater wordt niet
weggepompt, om te voorkomen dat
het wasgoed kreukt. Het
wasprogramma eindigt met water in
de trommel en de laatste
centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje
.
De trommel draait regelmatig om
kreuken te verminderen.
De deur blijft vergrendeld. De trommel
draait regelmatig om kreuken te
verminderen. Je moet het water
afvoeren om de deur te ontgrendelen.
Tik op de toets Start/Pauze: het
apparaat voert de centrifugeerfase uit
en het pompt het water weg.
• Activeer de Extra stil-optie.
Alle centrifugefasen (tussendoor en
de laatste centrifugeerfase) worden
overgeslagen en het programma
eindigt met water in de trommel. Zo
wordt voorkomen dat de was kreukt.
Omdat dit programma heel stil is, is
het geschikt voor nachtelijk gebruik
als er goedkopere stroomtarieven
beschikbaar zijn. In sommige
programma’s worden de spoelgangen
met meer water uitgevoerd.
De display toont het indicatielampje
.
De deur blijft vergrendeld. De trommel
draait regelmatig om kreuken te
verminderen. Je moet het water
afvoeren om de deur te ontgrendelen.
Tik op de Start/Pauze-toets: het
apparaat voert alleen de
wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water
na circa 18 uur automatisch
uit het apparaat
wegpompen.
www.aeg.com20
7.5 Vlekken/Voorwas
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de twee opties in te schakelen.
De overeenkomstige indicatie verschijnt
op het display.
• Vlekken
Selecteer deze optie om een
voorwasfase aan een programma toe
te voegen om sterk vervuild wasgoed
of wasgoed met vlekken met een
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment . De
vlekkenverwijderaar wordt in de juiste
fase van het wasprogramma
toegevoegd.
Door deze optie kan het
programma langer duren.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan 40
°C.
• Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met name
als dit zand, stof, modder en andere
vaste deeltjes bevat.
Door deze optie kan het
programma langer duren.
Deze twee opties kunnen
niet samen worden
ingesteld.
7.6 Startuitstel
Met deze optie kun je het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Tik herhaaldelijk op de toets om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Na het starten van de cyclus met de
toets Start/Pauze geeft het display de
gekozen uitsteltijd weer en begint het
apparaat met aftellen.
7.7 Tijd besparen
Met deze optie kun je de programmaduur
inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed
wordt het aanbevolen het
wasprogramma in te korten. Raak
deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze
knop tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Op het display wordt de programmaduur
overeenkomstig aangepast.
Als deze knop wordt ingesteld, gaat het
led boven de knop branden.
Deze optie kan ook worden
gebruikt om de duur van het
stoomprogramma te
verkorten.
7.8 Anti-kreuk
Deze optie voegt een korte antikreukfase
toe aan het einde van het programma.
Deze fase vermindert de kreuken in de
stoffen en vereenvoudigt het strijken.
Als deze optie wordt ingesteld, gaat het
led boven de knop aan en deze knippert
tijdens de antikreukfase.
Door deze optie kan het
programma langer duren.
Door aanraking van een willekeurige
toets stoppen de antikreukbewegingen
en ontgrendelt de deur.
Om de antikreukfase te onderbreken,
kun je ook:
• Druk op de toets Aan/Uit -knop om
het apparaat in of uit te schakelen.
• De programmakeuzeknop in een
andere stand draaien.
7.9 Droogtijd
Raak in het programma waar het
selecteerbaar is deze toets aan om de
tijd in te stellen die past bij de stoffen die
Je moet drogen (zie tabel 'Tijddrogen').
Het display toont de ingestelde waarde.
Telkens als je op deze toets drukt, wordt
de tijdswaarde met 5 minuten verlengd.
Je kunt niet alle tijdwaarden
instellen voor verschillende
soorten stoffen.
7.10 Droogtegraad
Druk op deze toets als je een van de 3
automatische droogheidsniveaus die
worden voorgesteld door het toestel wilt
instellen.
Op het display gaat de relevante
droogindicator branden:
•
moet worden gestreken.
Strijkdroog: wasgoed dat
NEDERLANDS21
•Extra droog: wasgoed dat
volledig gedroogd moet worden.
Je kunt niet alle
automatische niveaus
voor alle stofsoorten
instellen.
7.11 MODUS
Dankzij deze knop kan een cyclus het
volgende uitvoeren:
• Alleen wassen : Het lampje Wassen
brandt.
• Wassen en drogen : lampjes
Wassen en Drogen gaan branden.
• Alleen drogen : Het lampje Drogen
brandt.
•Kastdroog: wasgoed dat
moet worden weggeborgen.
8. PROGRAMMA’S
8.1 Programmatabel
Aanvullende programma's en instellingen zijn beschikbaar door de APP
te downloaden.
Programma
Standaardtempera‐
tuur
Temperatuurbereik
Eco 40-60 (Alleen
wassen-modus)
1)
40 °C
Eco 40-60 + Kast‐
droogniveau (modus
Wassen en drogen)
Gebruik geen wasver‐
zachter en zorg ervoor
dat er geen wasver‐
zachter resten in de
wasmiddeldoseerlade
achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding,
sportkleding, waterbestendige en
ademende jassen, jassen met een ver‐
wijderbare fleecelaag of binnenvoering.
Door een gecombineerd
was- en droogprogram‐
ma te draaien, dient de
droogfase ook als een
hersteller van de water‐
afstootbaarheid. Zorg
ervoor dat het verzor‐
gingsetiket aangeeft dat
het kledingstuk mag
worden gedroogd in de
wasdroger.
www.aeg.com24
Programma
Standaardtempera‐
tuur
Temperatuurbereik
Stoom
Spoelen
Referentie
centrifugeer‐
snelheid
Maxi‐
male la‐
ding
Bereik centri‐
fugeersnel‐
heid
1.0 kg
1600 tpm
1600 tpm - 400
10.0 kg
tpm
Programmabeschrijving
Katoen, synthetische en gemengde ar‐
tikelen. Speciale stoomcyclus zonder
wassen, die gebruikt kan worden om
uw gedroogde was te bereiden voor
het strijken of opfrissen van kleding die
eenmaal gedragen is. Dit programma
vermindert kreuken, geurtjes en ont‐
spant de vezels. Gebruik geen was‐
middel.
Als het programma is voltooid, haalt u
snel het wasgoed uit de trommel.
4)
Verwijder, indien nodig, vlekken door
te wassen of lokaal een vlekkenverwij‐
deraar te gebruiken. Stoomprogram‐
ma’s hebben geen hygiënische cyclus.
Stel geen stoomprogramma in met dit
soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor
drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen
chemisch reinigen'.
Alle stoffen, behalve wol en zeer deli‐
cate stoffen. Programma voor spoelen
en centrifugeren van het wasgoed. De
standaard centrifugeersnelheid is de
snelheid die voor katoenprogramma´s
wordt gebruikt. Verlaag de centrifu‐
geersnelheid afhankelijk van het type
wasgoed. Stel indien nodig de Extra
Spoelen-optie in om spoelbeurten toe
te voegen. Met een lage centrifugeer‐
snelheid voert het apparaat behoedza‐
me spoelgangen uit met kort centrifu‐
geren.
NEDERLANDS25
Programma
Standaardtempera‐
tuur
Temperatuurbereik
Referentie
centrifugeer‐
snelheid
Bereik centri‐
Maxi‐
male la‐
ding
Programmabeschrijving
fugeersnel‐
heid
Centrifugeren/
Pompen
1)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 10.0 kg, is in
staat om normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in de‐
zelfde cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daardtemperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 6 kg en
Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de
droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
3)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogd wasgoed, kan het wasgoed aan het einde van de
cyclus vochtig zijn. Droog de items op een waslijn gedurende ongeveer 10 minuten. Dit programma ver‐
wijdert geen bijzonder intense geurtjes.
1600 tpm -
10.0 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel af te voeren.
Alle stoffen, behalve wol en zeer deli‐
cate stoffen.
Compatibiliteit van programmaopties
Programma
Katoen
Eco 40-60
Synthetica
Opties
Centrifugeren
Spoelstop
■■■■■■■■
■■■■■■■
Fijne was
Wol/Handwas
NonStop 3u/3kg
Stoom
Outdoor
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
www.aeg.com26
Programma
Opties
Extra stil
Niet centrifuge‐
ren
Extra Spoelen
Voorwas
Vlekken
2)
3)
Startuitstel
Tijd besparen
Katoen
Eco 40-60
Synthetica
NonStop 3u/3kg
Fijne was
Outdoor
Wol/Handwas
■■■
■■■■■■
■■
■■
■■■■■■■■■■
■■■■
4)
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
1)
■
Anti-kreuk
Droogtijd
Droogtegraad
1)
Als u de optie Niet centrifugeren selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit.
2)
Voorwas en Vlekken opties kunnen niet samen worden geselecteerd.
3)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
4)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
5)
Strijkdroog is niet beschikbaar met dit programma.
■■■■■
■■■■■■
5)
■
■
NEDERLANDS27
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma Universeel
poeder
Eco 40-60▲▲▲----
Katoen▲▲▲----
Synthetica▲▲▲----
NonStop
3u/3kg
Fijne was------▲▲
Wol/Hand‐
was
Outdoor------▲▲
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
--▲▲----
------▲▲
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
8.2 Stoom programma
met AEG Steam Fragrance
Beschikbaar op www.aeg.com/shop .
Stoomprogramma's kunnen worden
gebruikt voor het verminderen van
rimpels en geuren van kledingstukken
die alleen maar moeten worden
opgefrist, waardoor wassen wordt
vermeden. Het stoomprogramma
verwijdert geen bijzonder intense
geurtjes.
De stofvezels worden versoepeld
waardoor strijken daarna moeiteloos
gaat. Zodra het programma is voltooid,
haal het wasgoed zo snel mogelijk uit de
trommel. Het stoomprogramma heeft
geen hygiënische cyclus. Stel geen
stoomprogramma in met de volgende
soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor
drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen
chemisch reinigen'.
Na de stoombehandeling
kan het wasgoed vochtig
zijn. Hang artikelen
gedurende een aantal
minuten uit..
De geur. Als u deze speciale zachte
geur gebruikt, zal uw wasgoed ruiken als
net gewassen. Lees zorgvuldig de
instructies die bij de geur zijn geleverd.
Verminder de geurdosering bij een
kleinere lading. Met de knop Tijd
besparen kun je de programmaduur
verminderen als je artikelen behandelt
die bij lage temperaturen moeten worden
gewassen.
NIET DOEN:
• De kleding die met geur is behandeld
in de droger drogen. Het verkregen
voordeel zal verdampen.
• De geur gebruiken voor andere
doeleinden dan hier beschreven.
• De geur gebruiken op nieuwe kleding.
Nieuwe kleding kan afwerkingsresten
bevatten die hier niet compatibel mee
zijn.
De flesjes met geur zijn
verkrijgbaar op AEG
webshop of bij een erkende
dealer.
www.aeg.com28
8.3 Automatisch drogen
Initiële cyclustijden voor programma's met optie
Droogtegraad zijn slechts schattingen; de werkelij‐
ke droogtijd kan enigszins afwijken van de weerge‐
geven tijd.
DroogtegraadSoort stofBelading
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
Extra droog
Voor kledingstukken van badstof.
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Synthetische en gemengde
Wollen artikelen
Buitensportkleding
Strijkdroog
Geschikt voor kledingstukken die
gestreken moeten worden.
enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
enz.)
stoffen.
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde‐
ngoed)
Delicate stoffen
(acryl, viscose en fijne ge‐
mengde stoffen)
(wollen truien)
(buitenkleding, technische en
sportkleding, waterproof en
ademende jassen, jacks)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, over‐
hemden, enz.)
tot 6 kg
tot 6 kg
tot 4 kg
tot 2 kg
tot 1 kg
tot 2 kg
tot 6 kg
8.4 Tijdgestuurd drogen
NEDERLANDS29
DroogtegraadSoort stofLa‐
ding
(kg)
Extra droog
Voor kleding‐
stukken van
badstof.
Kastdroog
Voor spullen die
opgeruimd wor‐
den
Synthetische en gemengde stoffen.
Wol
Buitensportkleding
Strijkdroog
Geschikt voor
kledingstukken
die gestreken
moeten worden.
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
(truien, blouses, ondergoed, huishoud‐
linnen en beddengoed)
Fijne was
(acryl, viscose en fijne gemengde stof‐
fen)
(wollen truien)
(buitenkleding, technische en sportkle‐
ding, waterproof en ademende jassen,
jacks)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, overhemden, enz.)
Cen‐
Voorgestelde
trifu‐
duur (min)
geer‐
snel‐
heid
(tpm)
61600280 - 300
41600170- 190
21600120 - 130
61600270 - 290
41600160 - 180
21600110 - 120
41200170 - 190
21200100 - 120
21200140 - 160
1120070 - 90
1120090 - 110
21200140 - 160
1120090 - 110
61600160 - 180
41600100 - 120
2160050 - 60
8.5 Woolmark Wool Care Blauw
• De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding met een
wasetiket voor de handwas, mits de
producten worden gewassen volgens
de instructies op het etiket in het
kledingstuk en die van de fabrikant
van deze wasmachine. M1230.
• De droogcyclus voor wol van deze
machine is getest en goedgekeurd
door de Woolmark Company. De
cyclus is geschikt voor wollen kleding
die volgens het etiket op de hand
moet worden gewassen op
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
Prod.No.
SCANNING...
www.aeg.com30
voorwaarde dat de kleding op een
door Woolmark aangeraden manier
Het symbool 'Woolmark' is een
certificatieteken in verschillende landen.
op de hand gewassen is en gedroogd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant. M1399.
9. WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u
het smartapparaat moet aansluiten op
het WiFi-netwerk en moet koppelen met
mobiele apparaten.
Met behulp van deze functionaliteit kunt
u meldingen ontvangen en uw apparaat
bedienen en controleren vanaf uw
mobiele apparaten.
De wifi-functie is uitgeschakeld als
standaard fabrieksinstelling.
Om het apparaat aan te sluiten om alle
functies en diensten te kunnen gebruiken
hebt u het volgende nodig:
• Draadloos thuisnetwerk met
ingeschakelde internetverbinding.
• Mobiel apparaat dat is verbonden met
het draadloze netwerk.
Frequentie2.412 - 2.472 GHz
voor de Europese
markt
ProtocolIEEE 802.11b/g/n
twee stream radio
Maximaal vermo‐
gen
<20 dBm
9.1 QR-code op typeplaatje
• Scan de QR-code met de ingebouwde
camera-app om de My AEG Care
toepassing te downloaden uit de App
Store op uw smartapparaat en volg de
vereiste stappen.
• Uw smartapparaat koppelen aan een
apparaat om het proces te
vereenvoudigen. Scan de QR-code
met de ingebouwde My AEG Care
toepassing van de QR-codescanner.
9.2 Installeren en
configureren My AEG Care
Met My AEG Care kun je
jouw wasgoed besturen via
een mobiel apparaat.
Het bevat een groot aantal
programma's, handige
functies en productinformatie
die perfect op het apparaat
zijn afgestemd.
Via de app kun je de
programma's selecteren die
al beschikbaar zijn via het
bedieningspaneel van het
apparaat, plus extra
programma's ontgrendelen
die alleen beschikbaar zijn
vanaf een mobiel apparaat.
Extra programma's kunnen
in de loop van de tijd
veranderen, samen met
nieuwe versies van de app.
Het is gepersonaliseerde
wasservice - allemaal vanaf
je mobiele apparaat.
QR-code kan op twee manieren
worden gebruikt:
Om het apparaat te verbinden met de
toepassing, gaat u er naast staan met uw
smartapparaat.
Zorg ervoor dat uw smartapparaat is
verbonden met het draadloze netwerk.
1. Ga naar de App Store op uw
smartapparaat of scan de QR-code
(
zie paragraaf 'QR-code op
typeplaatje'
).
2. Download en installeer de My AEG
Care app.
3. Zorg ervoor dat u een Wi-Fiverbinding met het apparaat heeft.
Als dit niet het geval is, leest u de
volgende paragraaf 'Configureren
van de draadloze verbinding met het
apparaat'.
4. Start de toepassing. Selecteer het
land en de taal en meld u aan met
uw e-mailadres en wachtwoord. Als
je nog geen account hebt, maak dan
een nieuw account aan waarbij je de
instructies volgt in My AEG Care.
5. Volg de instructies op die de App
aangeeft voor het registreren en
configureren van het apparaat.
9.3 Configureren van de
draadloze verbinding met het
apparaat
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen. Wacht ongeveer 10
seconden voordat je verdergaat met
de draadloze configuratie.
2. Selecteer een programma door aan
de programmakeuzeknop te draaien.
3. Houd de Droogtegraad en MODUStoetsen een paar seconden
tegelijkertijd ingedrukt totdat er een
'klik' klinkt. Laat de toetsen los.
verschijnt 5 seconden op het display
en het controlelampje begint te
knipperen.
De draadloze module start op.
Zorg ervoor dat je APP klaar
is voor verbinding.
4. Na ongeveer 45 seconden
verschijnt (Access Point) op het
display.
NEDERLANDS31
Het toegangspunt zal gedurende
ongeveer 3 minuten open staan.
5. Configureer de My AEG Care app op
je smartphone of tablet en volg de
instructies om het apparaat aan te
sluiten op je wifinetwerk.
6. Als de connectiviteit is
geconfigureerd, staat de indicator
op het display wanneer het
programmainformatiescherm
terugkeert.
Telkens als je het apparaat
inschakelt, duurt het 45
seconden voordat het
apparaat automatisch op het
netwerk wordt aangesloten.
Wanneer de indicator
stopt met knipperen, is de
verbinding gereed.
Om de draadloze verbinding uit te
schakelen, houd je de Droogtegraad- en
de MODUS-toetsen gedurende een paar
seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het
eerste akoestische signaal. Laat de
toetsen los. verschijnt 5 seconden
op het display.
Als je het apparaat uit- en
weer inschakelt, wordt de
draadloze verbinding
automatisch uitgeschakeld.
Om de draadloze toegangsgegevens
te verwijderen, houd je de
Droogtegraad en de MODUS-knoppen
gedurende een paar seconden
www.aeg.com32
tegelijkertijd ingedrukt tot het tweede
akoestische signaal: verschijnt een
paar seconden op het display.
9.4 Starten op afstand
Met de Starten op afstand-functie kun je
een cyclus starten via de
afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt
automatisch geactiveerd
wanneer je op de Start/
Pauze -toets drukt om het
programma te starten, maar
het is ook mogelijk om op
afstand een wasprogramma
te starten. Deze functie
wordt gedeactiveerd
wanneer de deur open is.
Wanneer de app is geïnstalleerd en de
draadloze verbinding is voltooid, kunt u
de Starten op afstand-functie
activeren:
Houd de Droogtijd- en de Droogtegraadknoppen een paar seconden tegelijkertijd
ingedrukt. Het controlelampje
verschijnt op het scherm en de deur
wordt vergrendeld. Nu is het mogelijk om
het programma op afstand te starten.
Om de Starten op afstand te
verwijderen, houdt u de Droogtijd- en de
Droogtegraad-knoppen gedurende
enkele seconden tegelijkertijd ingedrukt
tot het controlelampje van het scherm
verdwijnt.
9.5 Over-the-air-update
De app kan een update voorstellen voor
uw apparaat.
De update wordt alleen via de app
geaccepteerd.
Als er een programma loopt, meldt de
app dat de update aan het einde van het
programma start.
Tijdens de update verschijnt op het
apparaat op het display.
Schakel het apparaat niet uit of trek de
stekker niet uit het stopcontact tijdens
het bijwerken.
Het apparaat zal weer bruikbaar zijn aan
het einde van de update, zonder enige
kennisgeving over een succesvolle
update.
Als er een fout optreedt, verschijnt op het
apparaat
een willekeurige knop of draai aan de
knop om terug te keren naar normaal
gebruik.
op het display: druk op
9.6 Wifi altijd aan
De functie "Wifi altijd aan" is beschikbaar
in de app.
Deze functie houdt het apparaat
verbonden met het netwerk, zelfs als het
apparaat is uitgeschakeld.
Het indicatielampje gaat met
tussenpozen aan en uit (1 seconde aan ,
5 seconden uit).
Het is mogelijk om het apparaat in te
schakelen door op de Aan/Uit toets te
drukken of via de app.
De functie "Wifi altijd aan"
kan uw energieverbruik
beïnvloeden.
10. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
NEDERLANDS33
Tijdens de installatie of
voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt, kunt u wat
water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater
dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige
functietest werd uitgevoerd
om te garanderen dat het
apparaat in perfect
functionerende staat aan de
klant wordt geleverd, en is
geen reden voor
ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
11. INSTELLINGEN
11.1 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
• Om deze optie te activeren/
deactiveren raakt u de knop Vlekken/
Voorwas en de knop Startuitstel
tegelijkertijd aan, totdat het
controlelampje
display.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u op de knop Start/Pauze hebt
gedrukt, worden alle knoppen en het
programmakeuzewiel gedeactiveerd
(behalve de knop Aan/Uit ).
• Voordat u drukt op de knop Start/
Pauze : het apparaat kan niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
11.2 Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met
verschillende geluidssignalen, die
werken als:
• u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
• u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
aan/uit gaat op het
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is en dat de waterkraan openstaat.
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
• u een toets aanraakt (klikgeluid).
• u een foutieve keuze maakt (3 korte
tonen).
• Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten opeenvolgende
geluiden).
• Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten opeenvolgende
geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Startuitstel
en Tijd besparen aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
11.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt iedere keer u een
nieuw programma instelt een of twee
extra spoelbeurten laten draaien.
• Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd eenmaal
aan om een extra spoelbeurt toe te
voeren. verschijnt op het display.
• Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd tweemaal
aan om twee extra spoelbeurten toe
www.aeg.com34
te voeren. verschijnt op het
display.
• Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd driemaal
12. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Gewichtsensors
gebruiken
Voor een correct gebruik van
de gewichtsensor, moet de
trommel leeg zijn bij het
activeren van het apparaat.
Stel het programma in
VOORDAT u het wasgoed in
de trommel doet.
12.2 Voor activering van het
apparaat
1. Verzeker u ervan dat de netstekker is
aangesloten op het stopcontact.
2. Verzeker u ervan dat de waterkraan
geopend is.
12.3 Het apparaat
inschakelen en een
programma instellen
1. Druk een paar seconden op knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
De programmakeuzeknop staat
automatisch ingesteld op het
katoenprogramma en alleen het
indicatielampje Wassen is aan.
Het indicatielampje van de knop Start/
Pauze knippert.
2. Draai de programmaknop naar het
benodigde programma.
Het indicatielampje gaat branden.
Het display geeft de maximale lading
aan, de standaardtemperatuur, het
maximale centrifugeertoerental, de
faseaanduidingen die het programma
heeft en de programmaduur.
3. Raak zo nodig de knoppen
Temperatuur en Centrifugeren aan
aan om de extra spoelbeurten te
verwijderen. Het display toont alleen
.
om de watertemperatuur en
centrifugeersnelheid te veranderen.
4. Druk desgewenst op bijbehorende
toetsen voor het toevoegen van
opties of een uitgestelde start.
Op het display wordt het symbool van de
ingestelde optie weergegeven en/of het
cijfer geeft aan hoelang het programma
is uitgesteld.
12.4 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
Op het display verschijnt .
2. Schud de kleren voor u ze in de
trommel plaatst. Plaats het wasgoed
een voor een in de trommel.
Op het display wordt het gewicht van het
wasgoed aangepast met stappen van 0,5
kg en de programmaduur wordt
overeenstemmend aangepast. Het
gewicht is indicatief en verandert met het
type wasgoed.
Als u de trommel vult met
meer dan de maximale
lading, gaat het symbool
gedurende een paar
seconden knipperen en
toont de maximaal
aanbevolen lading.
U kunt uw wasgoed wel
wassen, maar verbruikt
daarbij dan meer water en
energie.
Verwijder overtollige kleding
om de beste verbruiks- en
wasprestaties te bereiken.
Het aangeven van
overlading wordt alleen
getoond bij programma's
met een maximale lading die
lager ligt dan de maximale
lading van de wasmachine.
3. Sluit de vuldeur. Zorg ervoor dat er
geen wasgoed tussen de deur blijft
1
2
NEDERLANDS35
klemmen. Er kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed ontstaan.
4. de waarde geeft het percentage van
de benodigde hoeveelheid
wasmiddel aan .
Deze informatie is indicatief en verwijst
naar de hoeveelheid wasmiddel voor een
maximale lading die op de
wasmiddelverpakking staat.
Als u het wasprogramma
wijzigt nadat de deur werd
gesloten, toont het display
als er zich een
overbelading voordoet: open
de deur en verwijder een
aantal kledingstukken.
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
(). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
12.6 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo
ver mogelijk naar buiten.
2. Druk de hendel omlaag om de
dispenser te verwijderen.
12.5 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
3. Draai de klep omhoog om waspoeder
te gebruiken.
www.aeg.com36
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
geleiachtige of
dikvloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de uitgestelde
start niet in.
5. Doseer het wasmiddel en de
wasverzachter.
6. Sluit de wasmiddeldispenserlade
zorgvuldig.
Zorg ervoor dat de klep geen verstopping
veroorzaakt wanneer u de lade sluit.
12.7 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint de aanduiding van
de werkingsfase te knipperen en gaat de
indicator van het wasmiddelpercentage
uit.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
12.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
controlelampje gaat branden.
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De ProSense schatting
begint nadat het aftellen is
beëindigd.
NEDERLANDS37
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende controlelampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel totdat het display
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende controlelampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
12.9 De ProSense System
ladingdetectie
Na op de knop Start/Pauze te hebben
gedrukt:
1. De percentage-indicator van het
wasmiddel gaat uit, de indicator
knippert.
2. De ProSense begint met de
waarneming van de wasgoedlading
om de werkelijke programmaduur te
berekenen. De tijdstippen
knipperen.
3. Na circa 15 minuten toont de display
de nieuwe programmaduur: de
tijdstippen stoppen met knipperen.
Het apparaat past de
programmaduur automatisch aan de
lading aan, om in de kortst mogelijke
tijd perfecte wasresultaten te krijgen.
De programmaduur kan langer of
korter worden.
De ProSense-detectie wordt
alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma's
(zonder geselecteerde
overslafase).
De ProSense System is niet
beschikbaar bij sommige
programma's, zoals Wol/
Handwas, programma's
zonder wasfase en
programma's met korte
programma's.
12.10 Programmafaseindicatielampjes
Als het programma start, knippert de
aanduiding van de draaiende fase en de
andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de
bijhorende aanduiding met knipperen en
gaat continu branden. De volgende
aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig: .
Indien u het stroomprogramma kiest,
gaat de stoomfase-indicator branden.
12.11 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als er een programma bezig is
maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op de toets Start/
Pauze .
Het wasprogramma gaat verder.
www.aeg.com38
12.12 Een actief programma
stoppen
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit -knop
om het apparaat aan te zetten.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de ProSense -fase al
voltooid is en de machine al
met water gevuld wordt,
begint het nieuwe
programma zonder
herhaling van de ProSense
fase. Het water en
wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen.
12.13 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets
Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
4. De deur kan worden geopend
wanneer het programma is voltooid.
U kunt ook een centrifugeer- of
afvoerprogramma/-optie instellen en
dan op de knop Start/Pauze drukken.
Als de centrifugeer- en
afvoerprogramma's niet beschikbaar
zijn in de programmakeuzeknop,
kunnen ze worden ingesteld via App.
12.14 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaan alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone
Het lampje van Start/Pauze toets gaat
uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit -knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
.
12.15 Water afvoeren na het
einde van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
• Het display toont de indicator
optie-indicator
vergrendeld-indicator . Het
indicatielampje van de lopende fase
knippert.
of en de deur
, de
NEDERLANDS39
• De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• Je moet het water afvoeren om de
deur te openen:
1. Raak indien nodig de Centrifugeren -
knop aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze :
• Indien u heeft ingesteld,
pompt het apparaat het water weg
en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt
het apparaat alleen het water
weg.
De optieaanduiding
terwijl de aanduiding knippert en dan
uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het symbool deur vergrendeld uit
en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18
uur automatisch uit het
apparaat wegpompen.
of gaat uit,
12.16 Stand-by optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
• Je hebt het apparaat 5 minuten
voordat je op de Start/Pauze -knop
drukt, niet gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na beëindiging van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
Het einde van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als je een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat nietgedeactiveerd door de
stand-by-functie om je eraan
te herinneren dat je het
water weg moet pompen.
13. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
13.1 Volledige was-en-droogprogramma´s
Automatisch nonstopprogramma
Het apparaat is uitgerust met het
NonStop 3u/3kg-programma, een
automatisch was-en-droog-programma
waarbij het instellen van de Drogenmodus niet nodig is.
Om dit programma te laten draaien:
1. Houd na het laden van het wasgoed
en het wasmiddel de toets Aan/Uit
enkele seconden ingedrukt om het
apparaat in te schakelen.
2. Stel het NonStop 3u/3kg-programma
in met behulp van de
programmakeuzeknop.
De indicator verschijnt op het display.
3. Raak de Start/Pauze-toets aan om
het programma te starten.
www.aeg.com40
Niet-automatische
was&droog-programma's
In sommige wasprogramma’s kunt u de
Wassen- en Drogen-modus combineren
om een volledig was&droog-programma
uit te voeren.
Ga als volgt te werk:
1. Houd na het laden van het wasgoed
en het wasmiddel de toets Aan/Uit
enkele seconden ingedrukt om het
apparaat in te schakelen.
2. Draai de programmaknop naar het
gewenste wasprogramma. Het
display toont de
standaardtemperatuur en spoelen.
Vervang ze indien nodig, op basis
van uw wasgoed. Het display toont
ook de maximaal aanbevolen lading
voor de wasfase.
3. Stel de gewenste opties in, als die
beschikbaar zijn.
4. Druk eenmaal op de toets MODUS
om ook de droogfunctie in te
schakelen. De indicatielampjes
Wassen en Drogen gaan branden.
De lampjes
verschijnen op het display. Het
display geeft ook de maximaal
aanbevolen lading aan voor een wasen droogprogramma (bijv. 6 kg voor
katoen).
5. Open de deur en plaats de stukken
wasgoed een voor een. Op het
display wordt het gewicht van het
wasgoed aangepast met stappen van
0,5 kg en de programmaduur wordt
overeenstemmend aangepast.
6. Sluit de deur.
7. Doe het wasmiddel en de
aanvullende middelen in het juiste
vakje.
Zorg er bij het drogen van
een grote lading wasgoed
voor dat de kledingstukken
niet opgerold zitten en
gelijkmatig verdeeld zijn in
de trommel.
en
Aan het begin van de
droogcyclus (3 à 5 minuten)
hoort u mogelijk een iets
harder geluid. Dit komt door
de compressor en is
normaal voor apparaten die
worden aangedreven door
een compressor zoals
koelkasten, vriezers, enz.
13.2 Wassen en drogen automatische niveaus
1. Tik herhaaldelijk op de toets
Droogtegraad tot de display de
gewenste droogte weergeeft. De
lampjes in de display branden als
volgt:
a.Strijkdroog: voor
katoen;
b.Kastdroog: voor
katoen en synthetische stoffen;
c.Extra droog: voor
katoen;
De tijd op de display is de duur van
beide cycli wassen en drogen.
Voor een goede droging met
verbruik van minder energie
in een kortere tijd laat de
machine u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Tik op de toets Start/Pauze om het
programma te starten. De ProSenseschatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op de display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
13.3 Wassen en op tijd
drogen
1. Tik herhaaldelijk op de toets
Droogtijd om de gewenste tijd in te
stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel
NEDERLANDS41
in het hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
De minimale droogtijd is 10 minuten.
Telkens als u deze toets aantikt, wordt
de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op
de display verschijnt de nieuwe
ingestelde tijdwaarde.
2. Druk op de Start/Pauze om het
programma te starten. De ProSense-
schatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op de display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
13.4 Aan het einde van het
programma
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
• In het display gaat het symbool
aan.
• Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
• Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
Het lampje verschijnt op
het display om u eraan te
herinneren het luchtfilter te
reinigen (raadpleeg
'Luchtfilters reinigen' in het
hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging').
14. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4. Tik tweemaal op de toets MODUS
om wassen uit te schakelen en alleen
te drogen. Het Drogen-lampje brandt.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
14.1 Voorbereiding op het
drogen
1. Houd de toets Aan/Uit enkele
seconden ingedrukt om de machine
in te schakelen.
Met een programma waarin
alleen wordt gedroogd, toont
de display de maximale
lading niet en is de schatting
ProSense uitgeschakeld.
2. Laad het wasgoed één voor één.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed.
De lampjes en
verschijnen op de display.
Bij het drogen van veel
wasgoed moet u er voor
goede droogprestaties voor
zorgen dat het wasgoed niet
is opgerold en dat het
gelijkmatig in de trommel
verdeeld is.
14.2 Drogen - automatische
niveaus
1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk
aan tot het display de gewenste
droogte weergeeft. De lampjes in het
display branden als volgt:
www.aeg.com42
a.Strijkdroog: voor
katoenen kleding;
b.Kastdroog: voor
katoen en synthetische stoffen;
c.Extra droog: voor
katoenen kleding.
Op het display verschijnt de
programmaduur van het drogen.
Voor een goede droging met
verbruik van minder energie
in een kortere tijd laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
aan en het
14.3 Ingesteld tijddrogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop
Droogtijd om de gewenste tijd in te
stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel
in het hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
De minimale droogtijd is 15 minuten.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de
display verschijnt de nieuwe ingestelde
tijdwaarde.
2. Raak Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
14.4 Aan het einde van het
programma
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
• In het display gaat het symbool
aan.
• Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
• Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
Het lampje verschijnt op
het display om u eraan te
herinneren het luchtfilter te
reinigen (raadpleeg
'Luchtfilters reinigen' in het
hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging').
15. PLUIS IN DE STOFFEN
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
De vrijgekomen pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen blijven
kleven.
Dit ongemak is nog groter bij technische
stoffen.
Om het pluisjes in uw wasgoed te
voorkomen:
• Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichtgekleurde
NEDERLANDS43
stoffen (handdoeken, wol en
sweaterstof) en vice versa.
• Laat dit soort stoffen in de open lucht
drogen wanneer ze voor het eerst zijn
gewassen.
• Reinig het afvoerfilter.
• Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur met
een natte doek.
Ga als volgt te werk om pluisjes uit de
trommel te verwijderen:
• Maak de trommel leeg.
• Reinig de trommel, de pakking en de
deur met een natte doek.
16. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
16.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
• Stel het spoelprogramma in.
• Druk tegelijkertijd op de Vlekken/
Voorwas en de Anti-kreuk toets, totdat
het display CLE weergeeft, om de
reinigingsfunctie te activeren.
• Raak de Druk op de toets Start/Pauze
om het programma te starten.
Voer het CLE-programma
regelmatig uit als het
apparaat vaak wordt
gebruikt.
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
16.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
www.aeg.com44
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op
kledingstukken in de buurt van het
apparaat, omdat het corrosief is voor de
plastic onderdelen.
16.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
– waspoeders (ook tabletten en
wasmiddelen voor eenmalig
gebruik) voor alle soorten stoffen,
met uitzondering van delicate
stoffen. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig
gebruik), bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ()
te overschrijden.
• Meng geen verschillende soorten
wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods
gebruikt, plaats deze dan altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje en volg de
aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
16.4 Ecologische tips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan om de volgende tips ter harte te
nemen:
• Normaal vuile was kan zondervoorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en beperkte vervuiling
worden verwijderd; het wasgoed kan
vervolgens op een lagere temperatuur
worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
NEDERLANDS45
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijkecentrifugeersnelheid in voor het
geselecteerde programma om energie
te besparen tijdens de droogfase!
16.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
16.6 De droogfase
voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
16.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
16.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
•
droogtrommel
• = Droogprogramma op hoge
temperatuur
• = Droogprogramma op lage
temperatuur
• = Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
16.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
• snelheid van de laatste keer
centrifugeren
• droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed
16.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
16.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel "Tijddrogen" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
3. Schenk geen wasmiddel of
wasverzachter in het apparaat voor
het uitvoeren van een droogcyclus.
www.aeg.com46
4. Droog geen ruwe en gladde textiel
samen om te voorkomen dat de
gladde kledingstukken worden
verschroeid.
5. Verwijder alle voorwerpen uit de
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel
mogelijk uit het apparaat haalt.
zakken van de kledingstukken, in het
17. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
17.1 Schema periodieke
reiniging
Periodiek reinigen helpt de
levensduur van je apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en het
wasmiddeldoseerbakje een beetje op
een kier om luchtcirculatie te krijgen en
de vochtigheid in het apparaat te drogen:
dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek
reinigen:
OntkalkenTwee keer per jaar
OnderhoudswasEenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐
gen
Trommel reinigenIedere twee maan‐
Pluis in de trommel
verwijderen
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Primaire luchtfilterNa elke cyclus
Secundaire luchtfil‐
ter
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Iedere twee maan‐
den
den
Twee keer per
1)
maand
Iedere twee maan‐
den
Wanneer het con‐
trolelampje knip‐
pert
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
1)
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
17.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met het
erkende servicecentrum.
17.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of
krassend materiaal.
bijzonder voorwerpen die kunnen
smelten.
Twee keer per jaar
Raadpleeg het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
wascyclus uitvoert.
Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
NEDERLANDS47
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
17.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
17.5 Onderhoudswasbeurt
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik
van programma´s bij lage temperaturen
kunnen er wasmiddelresten en pluizen
achterblijven en kan er bacteriëngroei in
de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan
slechte geurtjes en meeldauw
veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en
de binnenkant van het apparaat
hygiënisch te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een
geringe hoeveelheid waspoeder of
draai, indien beschikbaar het
programma Machine Clean.
17.6 Deurrubber
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
17.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door
leidingwater dat ijzer bevat.
Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u op de verpakking van het
product vindt.
Maak de trommel niet
schoon met zure
ontkalkingsmiddelen of met
schuurmiddelen die chloor,
ijzer of staal bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
je op de verpakking van het
product vindt.
2. Draai een kort katoenprogramma op
een hoge temperatuur met een lege
trommel en een kleine hoeveelheid
waspoeder of, indien beschikbaar,
gebruikt u het Machine Clean
programma.
1
2
www.aeg.com48
Het Machine Clean-programma kan
worden gedownload via de app.
17.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het bovenste deel van het
additievencompartiment om reiniging
te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat
achtergebleven wasmiddel volledig is
verwijderd uit het bovenste en
onderste gedeelte van de holte.
Gebruik een klein borsteltje om de
holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder
stromend warm water om eventuele
sporen van opgehoopt wasmiddel te
verwijderen. Plaats het bovenste
gedeelte na reiniging terug op zijn
plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
17.9 De luchtfilters reinigen
De luchtfilters verzamelen de pluizen. De
pluizen ontstaan normaal gesproken
wanneer de kleding in een wasdroogcombinatie wordt gedroogd.
• Aan het einde van elke droogcyclus
P
ULL
PULL
PULL
PUL
L
zal het lampje in de display
branden om u te laten weten dat de
hoofdluchtfilter gereinigd moet
worden (zie afbeeldingen van 1 tot 5).
Het geluidssignaal werkt.
• Af en toe knippert het lampje om u
eraan te herinneren dat beide
luchtfilters moeten worden gereinigd:
de hoofdluchtfilter en de
secundaire luchtfilter (voor de
secundaire filter, zie afbeeldingen van
6 tot 8). Het geluidssignaal werkt.
Reinig de luchtfilters regelmatig om de
beste droogprestaties te verkrijgen.
Verstopte filters maken cycli langer en
verhogen het energieverbruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen water om de
filters te reinigen om te
voorkomen dat plastic vezels
in de wateromgeving
stromen. Gooi de pluis in
een vuilnisbak.
1. Druk op de haak om de
hoofdluchtfilter te openen.
NEDERLANDS49
4. Reinig de hoofdluchtfilter met uw
hand en indien nodig met een
stofzuiger. Gooi de pluis in een
vuilnisbak.
2. Trek de hoofdluchtfilter eruit.
3. Open het deksel van de
hoofdluchtfilter door het naar boven
te trekken.
5. Sluit het deksel van de
hoofdluchtfilter.
6. Trek de secundaire filter eruit.
7. Reinig de secundaire luchtfilter met
uw hand en indien nodig met een
+
www.aeg.com50
stofzuiger. Gooi de pluis in een
vuilnisbak.
8. Plaats de secundaire luchtfilter terug.
9. Plaats de hoofdluchtfilter terug en
sluit die stevig.
WAARSCHUWING!
De opening van de
hoofdluchtfilter mag niet
worden geblokkeerd door
een voorwerp.
Als je het wasgoed alleen
met je was-droogcombinatie
wast, is het normaal dat je
wat vocht in het primaire
luchtfilter aantreft.
17.10 De afvoerpomp
reinigen
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het
stopcontact.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door de blokkering van de
afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als
het apparaat in werking
is.
• Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
WAARSCHUWING!
Reinig de afvoerfilter iedere
keer u het speciale
programma CLE uitvoert
voor de verwijdering van
pluizen.
Voor reiniging van de pomp ga je als
volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
1
2
afvoerpompopening om het
afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen als je het
filter verwijdert.
NEDERLANDS51
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er
geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen
en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Controleer of de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
deze niet roteert, neem dan contact
op met onze servicedienst.
4. Draai het filter 180 graden naar links
om het te openen, zonder
verwijdering. Laat het water
wegstromen.
5. Als de bak vol is met water, draait u
het filter terug en leegt u de bak.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u het
filter goed vastdraait om lekkage te
voorkomen.
2
1
2
1
1
2
3
www.aeg.com52
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, moet u het
afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te voeren.
12. Sluit het pompdeksel.
17.11 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat wordt niet gevuld met water.
• Het apparaat heeft veel tijd nodig om op te vullen met water.
• Het lampje van de toets Start/Pauze knippert en de display het bijbehorende alarm
toont. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
De watertoevoerfilters schoonmaken:
• Draai de waterkraan dicht.
• Verwijder de watertoevoerslang van de
kraan.
• Reinig het filter in de toevoerslang met
een harde borstel.
45°
20°
NEDERLANDS53
• Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
• Reinig het filter in de klep met een harde
borstel of een handdoek.
• Installeer de watertoevoerslang opnieuw.
Zorg ervoor dat de koppelingen stevig vast
zitten om lekkage te voorkomen.
• Draai de waterkraan open.
17.12 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de
noodafvoerprocedure afvoert, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water
weg te pompen.
17.13 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
www.aeg.com54
WAARSCHUWING!
Zorg dat de temperatuur
hoger is dan 5 °C en dat het
water uit de kraan stroomt
voordat u het apparaat weer
gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
18. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
18.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact
trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode
weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
Als de machine te vol geladen is, moet je een aantal
items uit de trommel verwijderen en/of tegen de
deur duwen en tegelijkertijd op de toets Start/Pauze
drukken totdat het controlelampje stopt met
knipperen (zie de onderstaande afbeelding).
ProbleemMogelijke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
De machine pompt
geen water weg.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
de elektronische ele‐
menten van het appa‐
raat.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
De anti-overstromings‐
beveiliging is inge‐
schakeld.
: controleer het
luchtfilter.
NEDERLANDS55
• Controleer of de waterkraan geopend is.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke wa‐
terleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in
de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang cor‐
rect is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van
de klep niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter
indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zon‐
der afvoerfase. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is
in het programmakeuzewiel, kan het worden ingesteld via de
app.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt
met water in de kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact
op met een erkende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende servicedienst.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter schoongemaakt is.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter correct geplaatst is.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat
uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met
de erkende servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
www.aeg.com56
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin‐
Het programma start
niet.
genkastje is.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de
instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
Het apparaat wordt
met water gevuld,
maar dat wordt onmid‐
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐
vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-in‐
structies'.
dellijk afgetapt.
• Stel het centrifugeprogramma in. Als het afvoerprogramma
niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het wor‐
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
den ingesteld via de app.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter
indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifu‐
geerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door
problemen met de balans.
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen
stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Er is water op de vloer.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang
niet beschadigd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe‐
veelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat
eindigt met water in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als
er water in de trommel zit. Als de centrifugeer- en afvoerpro‐
Je kunt de deur van
het apparaat niet ope‐
nen.
gramma's niet beschikbaar zijn in de programmakeuzeknop,
kunnen deze worden ingesteld via de app.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het
apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeurope‐
ning'.
• Zorg ervoor dat de Start via App niet is ingeschakeld. Schakel
het uit.
ProbleemMogelijke oplossing
• Controleer het draadloze signaal.
• Zorg dat de draadloze verbinding aanstaat. Raadpleeg para‐
De display geeft de
aanduiding voor het
draadloze netwerk niet
weer .
graaf 'Configureren van de draadloze verbinding van de was‐
machine' in hoofdstuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling'.
• Controleer je thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met de aanbieder van je draadloze service
als je nog meer problemen met het draadloze netwerk onder‐
vindt.
• Controleer het draadloze signaal.
• Controleer of je smartapparaat is verbonden met het draadlo‐
ze netwerk.
De app kan geen ver‐
binding maken met het
apparaat.
• Controleer je thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met je aanbieder van je draadloze service
als je problemen met het draadloze netwerk heeft.
• Het apparaat, het smart-toestel of beide dienen nogmaals te
worden geconfigureerd, omdat er een nieuwe router is geïn‐
stalleerd of omdat de routerconfiguratie is gewijzigd.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal het apparaat bereikt.
Probeer de thuisrouter zo dicht als mogelijk naar het apparaat
De app kan niet fre‐
quent verbinding ma‐
ken met het apparaat.
te verplaatsen of overweeg een versterker van het draadloze
bereik aan te schaffen.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal niet wordt verstoord
door een magnetron. Schakel de magnetron uit. Vermijd het
gelijktijdige gebruik van de magnetron en de afstandsbedie‐
ning.
Het display toont
. Alle knoppen
zijn inactief, behalve
de Aan/Uit .
• Het apparaat downloadt beschikbare updates. Wacht totdat
het updateproces is voltooid. Als je het apparaat tijdens de up‐
date deactiveert, wordt deze hervat wanneer je het apparaat
opnieuw activeert.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Mon‐
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
tage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten
verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐
lijk te klein.
De programmaduur
neemt toe of af tijdens
het draaien van het
programma.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐
dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐
lijks gebruik'.
NEDERLANDS57
www.aeg.com58
ProbleemMogelijke oplossing
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐
deren voordat je het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten
of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
wascyclus.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
De trommel is leeg en
de display geeft aan
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt vol‐
gens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
• Druk op de knop Aan/Uit om de machine uit te schakelen en
weer in te schakelen om een leeggewicht in te stellen.
dat er een zeker ge‐
wicht in is.
De trommel is vol,
maar op de display
wordt 0,0 kg weerge‐
geven.
Na een stoompro‐
gramma zijn kleding‐
• Je hebt het wasgoed geladen voordat je het apparaat inscha‐
kelde. Druk op de knop Aan/Uit om het apparaat uit te zetten.
• Maak de trommel leeg en volg de vereiste stappen. (Zie onder
'Wasgoed laden')
Zorg ervoor dat het apparaat goed waterpas staat. Pas het appa‐
raat aan door de pootjes hoger of lager te zetten.
stukken gedeeltelijk
nat.
• Draai de waterkraan aan.
• Verzeker je ervan dat de luchtfilters niet verstopt zijn. Contro‐
Het apparaat droogt
niet of droogt niet
goed.
leer het hoofdfilter en het tweede filter.
• Verzeker je ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verzeker je ervan dat je de juiste cyclus hebt ingesteld. Stel
zo nodig een korte droogtijd opnieuw in.
De droogcyclus is te
lang.
• Verzeker je ervan dat de luchtfilters goed schoon zijn.
• Verzeker je ervan dat je wasgoedlading de aangegeven lading
voor het ingestelde programma niet overschrijdt.
• Verzeker je ervan de kamertemperatuur in het juiste bereikt
valt.
De stoffen die zijn gewassen in de vorige cyclus hebben pluisjes
Het wasgoed zit vol
met verschillende kleu‐
ren.
van een andere kleur afgegeven:
• De droogfase helpt bij het verwijderen van pluisjes.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Raadpleeg de paragraaf "Pluis in de stoffen" voor meer informa‐
tie als er veel pluis in de trommel zit.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een
erkende servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
NEDERLANDS59
18.2 Nooddeur openen
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voordat je de deur opent:
LET OP!
Gevaar voor
brandwonden! Zorg ervoor
dat de watertemperatuur
niet te hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor verwonding!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie 'Water afvoeren in een
noodgeval' in het
hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging').
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de toets Aan/Uit om het
apparaat uit te schakelen.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die
nogmaals naar beneden, houd hem
gespannen en open in de tussentijd
de deur van het apparaat.
5. Verwijder het wasgoed en sluit
vervolgens de deur van het apparaat.
6. Sluit de filterklep.
19. VERBRUIKSWAARDEN
19.1 Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.aeg.com60
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de
informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen
met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die je vindt op het typeplaatje van
het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
19.2 Legenda
kgWasgoed.uu:mm Duur programma.
kWhEnergieverbruik.°CTemperatuur in de was.
LiterWaterverbruik.tpmCentrifugeersnelheid.
%Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel‐
heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van
de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
19.3 In overeenstemming met
Verordening van de
Commissie (EU) 2019/2023
Alleen wassen
Eco 40-60 pro‐
gramma
Volledige belading10.00.90061.003:5552.0037.01551
Halve belading5.00.60547.002:5052.0033.01551
Kwartbelading2.50.20038.002:3054.0023.01551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
kgkWhLiteruu:mm%°C
tpm
1)
NEDERLANDS61
Was- en droogcyclus
Eco 40-60pro‐
gramma en kast‐
kgkWhLiteruu:mm%°C
tpm
droogniveau
Volledige belading63.00055.009:400.0039.01551
Halve belading31.79543.005:350.0035.01551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Netwerkge‐
bonden
stand-by (W)
Uit (W)Stand-by (W)
Uitgestelde
start (W)
1)
0.500.504.00
2.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
1)
Het energieverbruik van de aangesloten functie is ongeveer 17,5 kWh per jaar. Raadpleeg het hoofd‐
stuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling' om deze functie los te koppelen.
19.4 Veelvoorkomende
programma's - Alleen wassen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
2)
Katoen
95 °C
Katoen
60 °C
3)
Katoen
20 °C
Synthetica
40 °C
Fijne was
30 °C
4)
kgkWhLiteruu:mm%°C
10.02.90090.004:0544.0085.01600
10.01.70085.003:5044.0055.01600
10.00.35085.003:0044.0020.01600
4.00.80055.002:1535.0040.01200
2.00.40060.001:0535.0030.01200
1)
tpm
1)
www.aeg.com62
Programma
Wol
30 °C
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kgkWhLiteruu:mm%°C
1.50.30065.001:0530.0030.01200
19.5 Veelvoorkomende
programma's - Wassen en
drogen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
Synthetica
40°C
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
kgkWhLiteruu:mm%°C
4.02.05055.005:501.0040.01200
20. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
1)
tpm
1)
tpm
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
My AEG Care app
The software in this product contains components that are based on free and open source software. AEG gratefully
acknowledges the contributions of the open software and robotics communities to the development project.
To access the source code of these free and open source software components whose license conditions require
publishing, and to see their full copyright information and applicable license terms, please visit:
http://aeg.opensoftwarerepository.com (folder NIUX)
www.aeg.com/shop
157063742-A-312023
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.