Aeg LWR9716C6, 914 610 707 User Manual [nl]

USER MANUAL
LWR9716C6
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
My AEG Care app
www.aeg.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 9
4. TECHNISCHE GEGEVENS................................................................................10
5. MONTAGE .........................................................................................................11
6. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................16
7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 19
8. PROGRAMMA’S.................................................................................................21
WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING.......................................................30
10. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.......................................................................33
11. INSTELLINGEN................................................................................................ 33
12. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 34
13. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.............................................. 39
14. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN................................................... 41
15. PLUIS IN DE STOFFEN................................................................................... 42
16. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................43
17. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................46
18. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................54
19. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................59
20. MILIEUBESCHERMING................................................................................... 62
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
NEDERLANDS 3
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor u het apparaat gaat installeren en gebruiken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeien uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met een beperkt
www.aeg.com4
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, tenzij zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij
met het apparaat gaan spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open staat.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het wassen en
drogen van huishoudelijk, machinewasbaar en droogbaar wasgoed.
Gebruik de droogfunctie niet als het wasgoed vervuild
is met industriële chemicaliën.
Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis
huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren,
hotelkamers, bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
NEDERLANDS 5
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet overschrijdt.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de stekker toegankelijk is na de installatie.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
De maximale belading van het apparaat is 10.0 kg.
Overschrijd de maximale belading van elk programma niet (zie het hoofdstuk 'Programma's').
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
www.aeg.com6
of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Laat het apparaat niet lopen zonder filters. Reinig het
pluisfilter voor of na elk gebruik.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine, vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/ droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de
artikelen vervuild zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen voorwerpen in de
wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, en artikelen met een rubberen binnenkant en kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/ droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van artikelen die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
WAARSCHUWING: Stop een was/droogcombinatie
nooit voor het einde van een droogcyclus, tenzij alle artikelen snel uit de trommel verwijderd en
uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat je onderhoudshandelingen verricht.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NEDERLANDS 7

2.1 Installatie

De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plaats waar de temperatuur lager dan 5 °C of hoger dan 35 °C kan worden.
• Houd het apparaat tijdens het
verplaatsen altijd verticaal.
• Wacht om er zeker van te zijn dat de
compressor goed werkt 6 uur na de installatie voodat u het apparaat gebruikt.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes hier dan op af.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is ontworpen om te worden
www.aeg.com8
geïnstalleerd/aangesloten op een aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen.

2.3 Wateraansluiting

• Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het mogelijk dat je water uit de afvoerslang ziet stromen. Dit komt door het testen met water van het apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie bereikbaar is.
• Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Droog geen beschadigde (gescheurde, gerafelde) kleding met vulling of voering.
• Indien wasgoed is gewassen met een vlekkenverwijderaar, dient er een extra spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u gaat drogen.
• Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd.
• Droog uitsluitend textiel dat in het apparaat mag worden gedroogd. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
• Droog geen druipnatte kleding in het apparaat.
• Laat geen hete voorwerpen de kunststof onderdelen van het apparaat aanraken.
• Verwijder een wasbol (indien gebruikt) voor het starten van het droogprogramma.
• Gebruik geen wasbol wanneer je een non-stopprogramma instelt.

2.5 Compressor

WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• De compressor en het systeem in de droogautomaat is gevuld met het speciale middel dat vrij is van fluor­chloor-koolwaterstoffen. Dit systeem moet goed gesloten blijven. Schade aan het systeem kan lekkage tot gevolg hebben.

2.4 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.

2.6 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
1 32 4
11
6
7
8
9
5
12
10
13
14
NEDERLANDS 9
het model is stopgezet: motor- en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.7 Verwijdering

• Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).

3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

3.1 Apparaatoverzicht

1
Bovenblad
Wasmiddellade
2
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
Prod.No.
B C D EA
www.aeg.com10
Luchtfilter(s)
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
8
het apparaat

4. TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen Breedte / hoogte / totale
diepte
Elektrische aansluiting Spanning
Totaal vermogen Zekering Frequentie
Beschermingsniveau tegen binnendringen van vas‐ te deeltjes en vocht door het beschermende deksel, behalve waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht heeft
Watertoevoer
Watertoevoerdruk Minimum
Omgevingstemperatuur Minimum
Maximale waslading Katoen
Maximale droge lading Katoen
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeer‐
Dit product bevat HFC - R134a/GWP1430 0,14 kg hermetisch afgesloten gefluoreerd gas.
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' schroefdraad.
1)
Maximum
Maximum
Synthetisch Wol
Synthetisch Wol
snelheid
Luchtcirculatiesleuven
9
Waterafvoerslang
10
Waterinlaatklep
11
Netsnoer
12
Transportbouten
13
Slangensteunen
14
Het typeplaatje meldt:
A. QR-code B. modelnaam C. productnummer D. elektrische classificaties E. serienummer
59.7 cm /87.0 cm /66.0 cm
230 V 2200 W 10 A 50 Hz
IPX4
Koud water
0,5 bar (0,05 MPa) 10 bar (1,0 MPa)
5 °C 35 °C
10.0 kg
4.0 kg
1.5 kg
6 kg 4 kg 1 kg
1551 tpm

5. MONTAGE

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 Uitpakken

WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en de transportbouten voordat u het apparaat installeert.
WAARSCHUWING!
Wacht als u het apparaat neer heeft gezet 6 uur
voordat u het apparaat in gebruik neemt. Deze tijd is
nodig om de compressor goed te laten werken.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Verwijder de externe film. Gebruik zo nodig een mes.
NEDERLANDS 11
4. Open de klep en verwijder het polystyreen-gedeelte van de klepvergrendeling en alle voorwerpen van de trommel.
5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn achterkant.
6. Plaats het voorste polystyreenverpakkingselement op de vloer onder het apparaat.
Zorg dat u de slangen niet beschadigt.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde en het polystyreen­verpakkingsmateriaal.
3. De interne folie eraf trekken.
7. Verwijder de polystyreenbescherming van de onderkant.
1
2
www.aeg.com12
8. Zet het apparaat weer rechtop.
9. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
U kunt het water in de afvoerslang zien stromen. Dit komt doordat het apparaat in de fabriek met water is getest.
10. Verwijder de drie bouten met de moersleutel die bij het apparaat geleverd is.
11. Trek de bouten met de plastic tussenstukken eruit.
12. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met de gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.

5.2 Plaatsing onder een aanrecht

630 mm
600 mm
≥ 870 mm
x4
Het apparaat kan losstaand of onder het aanrecht in de keuken met correcte ruimte worden geïnstalleerd (zie de afbeelding).

5.3 Plaatsing en waterpas zetten

1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt. Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
NEDERLANDS 13
LET OP!
Installeer het apparaat niet in een afgesloten ruimte! Zorg dat er lucht langs de onderkant van het apparaat kan circuleren.
LET OP!
Om te zorgen voor een goede luchtcirculatie moeten er geen geluidbarrières worden bevestigd (indien van toepassing).
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
Wanneer het apparaat op een plint wordt geïnstalleerd, gebruikt u het accessoire dat wordt beschreven in het hoofdstuk 'Accessoires'. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door.
20º20º
45º45º
A
www.aeg.com14

5.4 De toevoerslang

1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de positie van de waterkraan.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet warmer zijn dan 25 °C.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de erkende klantenservice voor vervanging van de toevoerslang.

5.5 Waterstop

De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing.
Zorg ervoor dat de toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4”­schroefdraad.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de erkende klantenservice om de slang te laten vervangen.

5.6 Waterafvoer

De afvoerslang moet op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang verlengen tot maximaal 400 cm. Neem contact op met het erkende servicecentrum voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
Het is mogelijk om de afvoerslang op verschillende manieren aan te sluiten:
1. De afvoerslang kan in U-vorm worden gebogen en rond de plastic geleider worden geplaatst.
Koop accessoires bij een officiële leverancier.
2. Aan de rand van een gootsteen ­Bevestig de geleider aan de waterkraan of aan de muur.
Zorg ervoor dat de plastic geleider niet kan bewegen wanneer het apparaat leegloopt.
NEDERLANDS 15
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. de binnendiameter van de afvoerleiding (min. 38 mm ­min. 1,5") moet groter zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet (zie afbeelding), kunt u deze rechtstreeks in de standaardpijp duwen.
5. Zonder de plastic slanggeleider, naar een gootsteentapkraan ­Plaats de afvoerslang in de tapkraan en draai deze vast met een klem. Zie de afbeelding.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de afvoerslang niet in het water wordt ondergedompeld. Er kan vuil water in het apparaat terechtkomen.
3. Naar een standaardleiding met ventilatiegat - Steek de afvoerslang rechtstreeks in een afvoerpijp. Zie de afbeelding.
Zorg ervoor dat de afvoerslang een lus maakt om te voorkomen dat er deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang rechtstreeks op een
ingebouwde afvoerleiding in de kamerwand en draai deze vast met
een klem.
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
13
www.aeg.com16

5.7 Elektrische aansluiting

Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische gegevens' geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.

6. BEDIENINGSPANEEL

6.1 Beschrijving bedieningspaneel

MIX
NEDERLANDS 17
Programmakeuzeknop
1
Display
2
Tiptoets droogtijd (Droogtijd)
3
Tiptoets droogniveau (Droogtegraad)
4
Tiptoets was- en droogmodus
5
(MODUS)
• Wassen
• Drogen Tiptoets start/pauze (Start/Pauze)
6
Tiptoets startuitstel (Startuitstel)
7

6.2 Weergave

Controlelampje wasgoedgewicht. Het -pictogram knippert tijdens het schatten van de wasgoedbelading (zie de paragraaf "ProSense-bela‐ dingsdetectie").
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoed‐ belading de maximum toegestane belading van het geselecteerde pro‐ gramma overschrijdt.
Controlelampje hoeveelheid wasmiddel: de waarde geeft het percenta‐ ge van de benodigde hoeveelheid wasmiddel aan.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Tiptoets tijdsbesparing (Tijd
8
besparen) Tiptoets antikreuk (Anti-kreuk)
9
Tiptoets antivlekbehandeling en
10
voorwas (Vlekken/Voorwas) Tiptoets kort centrifugeren
11
(Centrifugeren) Drukknop aan/uit (Aan/Uit)
12
Tiptoets temperatuur (Temperatuur)
13
Controlelampje Wi-Fi-verbinding.
Controlelampje verbinding op afstand.
Droogtijdindicatielampje.
Controlelampje klep gesloten.
www.aeg.com18
Het controlelampje kan aangeven:
• Programmaduurtijd (bijv. , was- en/of droogfase).
• Uitsteltijd (bijv. of ).
• Einde cyclus (
).
• Waarschuwingscode (bijv. ).
• Bij het werken met de APP:
, (toegangspunt), (up‐
date). Raadpleeg het hoofdstuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling'.
Wasfase-controlelampje: dit knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De permanente optie Extra spoelen:
- een extra spoelbeurt.
- twee extra spoelbeurten.
Controlelampje centrifugeer- en aftapfase. Knippert tijdens het centrifu‐ geren en afvoeren.
Controlelampje stoomfase.
Controlelampje droogfase.
Controlelampje voor de reiniging van luchtfilters.
Controlelampje strijkdroog.
Controlelampje kastdroog.
Controlelampje extradroog.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als koude was gekozen is.
Controlelampje toerental.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje extra stil.
Controlelampje voorwas.
Controlelampje vlekken.
Controlelampje uitgestelde start.

7. DRAAIKNOP EN KNOPPEN

NEDERLANDS 19

7.1 Aan/Uit

Druk een paar seconden op deze toets te drukken kun je het apparaat in- of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.

7.2 Inleiding

Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma's. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma's in het 'Programmaoverzicht'. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo'n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.

7.3 Temperatuur

Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt je machine automatisch een standaardtemperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste temperatuur op het display verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen verwarmt het apparaat het water niet.
en weergeeft,

7.4 Centrifugeren

Als je een programma instelt, kiest het apparaat automatisch de standaard centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Wijzig de centrifugeersnelheid.
De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschikbaar zijn.
Activeer de optie Spoelstop. Het laatste spoelwater wordt niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt met water in de trommel en de laatste centrifugeerfase wordt niet uitgevoerd. De display toont het indicatielampje
. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. Je moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen. Tik op de toets Start/Pauze: het apparaat voert de centrifugeerfase uit en het pompt het water weg.
Activeer de Extra stil-optie. Alle centrifugefasen (tussendoor en de laatste centrifugeerfase) worden overgeslagen en het programma eindigt met water in de trommel. Zo wordt voorkomen dat de was kreukt. Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt voor nachtelijk gebruik als er goedkopere stroomtarieven beschikbaar zijn. In sommige programma’s worden de spoelgangen met meer water uitgevoerd. De display toont het indicatielampje
. De deur blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig om kreuken te verminderen. Je moet het water afvoeren om de deur te ontgrendelen. Tik op de Start/Pauze-toets: het apparaat voert alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
www.aeg.com20

7.5 Vlekken/Voorwas

Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee opties in te schakelen.
De overeenkomstige indicatie verschijnt op het display.
Vlekken Selecteer deze optie om een voorwasfase aan een programma toe te voegen om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken met een vlekkenverwijderaar te behandelen. Giet de vlekkenverwijderaar in
compartiment . De vlekkenverwijderaar wordt in de juiste fase van het wasprogramma toegevoegd.
Door deze optie kan het programma langer duren.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30°C toe te voegen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met name als dit zand, stof, modder en andere vaste deeltjes bevat.
Door deze optie kan het programma langer duren.
Deze twee opties kunnen niet samen worden ingesteld.

7.6 Startuitstel

Met deze optie kun je het starten van een programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Tik herhaaldelijk op de toets om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal 20 uur.
Na het starten van de cyclus met de toets Start/Pauze geeft het display de
gekozen uitsteltijd weer en begint het apparaat met aftellen.

7.7 Tijd besparen

Met deze optie kun je de programmaduur inkorten.
• Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen.
• Raak bij een kleinere lading deze knop tweemaal aan om een extra kort programma in te stellen.
Op het display wordt de programmaduur overeenkomstig aangepast.
Als deze knop wordt ingesteld, gaat het led boven de knop branden.
Deze optie kan ook worden gebruikt om de duur van het stoomprogramma te verkorten.

7.8 Anti-kreuk

Deze optie voegt een korte antikreukfase toe aan het einde van het programma.
Deze fase vermindert de kreuken in de stoffen en vereenvoudigt het strijken.
Als deze optie wordt ingesteld, gaat het led boven de knop aan en deze knippert tijdens de antikreukfase.
Door deze optie kan het programma langer duren.
Door aanraking van een willekeurige toets stoppen de antikreukbewegingen en ontgrendelt de deur.
Om de antikreukfase te onderbreken, kun je ook:
• Druk op de toets Aan/Uit -knop om het apparaat in of uit te schakelen.
• De programmakeuzeknop in een andere stand draaien.

7.9 Droogtijd

Raak in het programma waar het selecteerbaar is deze toets aan om de tijd in te stellen die past bij de stoffen die Je moet drogen (zie tabel 'Tijddrogen'). Het display toont de ingestelde waarde.
Telkens als je op deze toets drukt, wordt de tijdswaarde met 5 minuten verlengd.
Je kunt niet alle tijdwaarden instellen voor verschillende soorten stoffen.

7.10 Droogtegraad

Druk op deze toets als je een van de 3 automatische droogheidsniveaus die worden voorgesteld door het toestel wilt instellen.
Op het display gaat de relevante droogindicator branden:
• moet worden gestreken.
Strijkdroog: wasgoed dat
NEDERLANDS 21
Extra droog: wasgoed dat volledig gedroogd moet worden.
Je kunt niet alle automatische niveaus voor alle stofsoorten instellen.

7.11 MODUS

Dankzij deze knop kan een cyclus het volgende uitvoeren:
Alleen wassen : Het lampje Wassen brandt.
Wassen en drogen : lampjes Wassen en Drogen gaan branden.
Alleen drogen : Het lampje Drogen brandt.
Kastdroog: wasgoed dat moet worden weggeborgen.

8. PROGRAMMA’S

8.1 Programmatabel

Aanvullende programma's en instellingen zijn beschikbaar door de APP te downloaden.
Programma Standaardtempera‐ tuur Temperatuurbereik
Eco 40-60 (Alleen wassen-modus)
1)
40 °C
Eco 40-60 + Kast‐ droogniveau (modus Wassen en drogen)
2)
40 °C
Referentie centrifugeer‐ snelheid Bereik centri‐ fugeersnel‐ heid
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
1600 tpm 1600 tpm ­1000 tpm

7.12 Start/Pauze

Raak de toets Start/Pauze aan om het apparaat te starten, te pauzeren of het draaiende programma te onderbreken.
Maxi‐ male la‐ ding
10.0 kg
Programmabeschrijving
Lage energiecyclus voor katoen. Ver‐ laagt de temperatuur en verlengt de tijd om goede wasresultaten te bereiken.
6 kg
www.aeg.com22
Programma Standaardtempera‐ tuur Temperatuurbereik
Eco 40-60 + Kast‐ droogniveau (Alleen drogen-modus)
Katoen 40ºC 95ºC - koud
Synthetica 40 °C 60 °C - Koud
NonStop 3u/3kg 30 °C 40 °C - 30 °C
Fijne was 30 °C 40 °C - Koud
Wol/Handwas 40 °C 40 °C - Koud
Referentie centrifugeer‐ snelheid
Maxi‐ male la‐ ding
Programmabeschrijving
Bereik centri‐ fugeersnel‐ heid
- 6 kg Lage energiecyclus voor katoen.
1600 tpm 1600 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400
10.0 kg
4.0 kg
Witte en gekleurde katoenen stoffen. Ideaal voor normaal en zwaar bevuild wasgoed.
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal bevuild.
tpm
Katoen en synthetische stoffen. Com‐ pleet programma om maximaal 3 kg
1200 tpm 3.0 kg
wasgoed in een keer te wassen en te drogen. Het duurt maar 3 uur.
Ook verschijnt de indicator display.
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
2.0 kg
1.5 kg
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normaal bevuild.
Machinewasbestendige wol, handwas‐ bestendige wol en andere stoffen met
«handwas»-symbool.
op het
3)
NEDERLANDS 23
Programma Standaardtempera‐ tuur Temperatuurbereik
Outdoor 30 °C 40 °C - Koud
Referentie centrifugeer‐ snelheid Bereik centri‐ fugeersnel‐ heid
1200 tpm 1200 tpm - 400 tpm
Maxi‐ male la‐ ding
2.0 kg
Programmabeschrijving
Gebruik geen wasver‐ zachter en zorg ervoor dat er geen wasver‐ zachter resten in de wasmiddeldoseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbestendige en ademende jassen, jassen met een ver‐ wijderbare fleecelaag of binnenvoering.
Door een gecombineerd was- en droogprogram‐ ma te draaien, dient de droogfase ook als een hersteller van de water‐ afstootbaarheid. Zorg ervoor dat het verzor‐ gingsetiket aangeeft dat het kledingstuk mag worden gedroogd in de wasdroger.
www.aeg.com24
Programma Standaardtempera‐ tuur Temperatuurbereik
Stoom
Spoelen
Referentie centrifugeer‐ snelheid
Maxi‐ male la‐
ding Bereik centri‐ fugeersnel‐ heid
1.0 kg
1600 tpm 1600 tpm - 400
10.0 kg
tpm
Programmabeschrijving
Katoen, synthetische en gemengde ar‐ tikelen. Speciale stoomcyclus zonder wassen, die gebruikt kan worden om uw gedroogde was te bereiden voor het strijken of opfrissen van kleding die eenmaal gedragen is. Dit programma vermindert kreuken, geurtjes en ont‐ spant de vezels. Gebruik geen was‐ middel. Als het programma is voltooid, haalt u
snel het wasgoed uit de trommel.
4)
Verwijder, indien nodig, vlekken door te wassen of lokaal een vlekkenverwij‐ deraar te gebruiken. Stoomprogram‐ ma’s hebben geen hygiënische cyclus. Stel geen stoomprogramma in met dit soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen chemisch reinigen'.
Alle stoffen, behalve wol en zeer deli‐ cate stoffen. Programma voor spoelen en centrifugeren van het wasgoed. De standaard centrifugeersnelheid is de snelheid die voor katoenprogramma´s wordt gebruikt. Verlaag de centrifu‐ geersnelheid afhankelijk van het type wasgoed. Stel indien nodig de Extra Spoelen-optie in om spoelbeurten toe te voegen. Met een lage centrifugeer‐ snelheid voert het apparaat behoedza‐ me spoelgangen uit met kort centrifu‐ geren.
NEDERLANDS 25
Programma Standaardtempera‐ tuur Temperatuurbereik
Referentie centrifugeer‐ snelheid Bereik centri‐
Maxi‐ male la‐ ding
Programmabeschrijving
fugeersnel‐ heid
Centrifugeren/ Pompen
1) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 10.0 kg, is in staat om normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in de‐ zelfde cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐ gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐ meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daardtemperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 6 kg en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Als u een stoomprogramma instelt met gedroogd wasgoed, kan het wasgoed aan het einde van de
cyclus vochtig zijn. Droog de items op een waslijn gedurende ongeveer 10 minuten. Dit programma ver‐ wijdert geen bijzonder intense geurtjes.
1600 tpm -
10.0 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer deli‐ cate stoffen.
Compatibiliteit van programmaopties
Programma
Katoen
Eco 40-60
Synthetica
Opties
Centrifugeren
Spoelstop
Fijne was
Wol/Handwas
NonStop 3u/3kg
Stoom
Outdoor
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
www.aeg.com26
Programma
Opties
Extra stil
Niet centrifuge‐ ren
Extra Spoelen
Voorwas
Vlekken
2)
3)
Startuitstel
Tijd besparen
Katoen
Eco 40-60
Synthetica
NonStop 3u/3kg
Fijne was
Outdoor
Wol/Handwas
4)
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
1)
Anti-kreuk
Droogtijd
Droogtegraad
1) Als u de optie Niet centrifugeren selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit.
2) Voorwas en Vlekken opties kunnen niet samen worden geselecteerd.
3) Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
4) Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
5) Strijkdroog is niet beschikbaar met dit programma.
5)
NEDERLANDS 27
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma Universeel
poeder
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
NonStop 3u/3kg
Fijne was -- -- --
Wol/Hand‐ was
Outdoor -- -- --
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
-- -- --
-- -- --
1)
Universele vloeistof (Li‐ quid Univer‐ sal)
Vloeistof voor ge‐ kleurde was
Fijne was en wol
Speciaal
8.2 Stoom programma
met AEG Steam Fragrance
Beschikbaar op www.aeg.com/shop .
Stoomprogramma's kunnen worden gebruikt voor het verminderen van rimpels en geuren van kledingstukken die alleen maar moeten worden opgefrist, waardoor wassen wordt vermeden. Het stoomprogramma verwijdert geen bijzonder intense geurtjes.
De stofvezels worden versoepeld waardoor strijken daarna moeiteloos gaat. Zodra het programma is voltooid, haal het wasgoed zo snel mogelijk uit de trommel. Het stoomprogramma heeft geen hygiënische cyclus. Stel geen stoomprogramma in met de volgende soort artikelen:
• Items die niet geschikt zijn voor
drogen in de wasdroger.
• Kledingstukken met label 'Alleen
chemisch reinigen'.
Na de stoombehandeling kan het wasgoed vochtig zijn. Hang artikelen gedurende een aantal minuten uit..
De geur. Als u deze speciale zachte geur gebruikt, zal uw wasgoed ruiken als net gewassen. Lees zorgvuldig de instructies die bij de geur zijn geleverd. Verminder de geurdosering bij een kleinere lading. Met de knop Tijd besparen kun je de programmaduur verminderen als je artikelen behandelt die bij lage temperaturen moeten worden gewassen.
NIET DOEN:
• De kleding die met geur is behandeld in de droger drogen. Het verkregen voordeel zal verdampen.
• De geur gebruiken voor andere doeleinden dan hier beschreven.
• De geur gebruiken op nieuwe kleding. Nieuwe kleding kan afwerkingsresten bevatten die hier niet compatibel mee zijn.
De flesjes met geur zijn verkrijgbaar op AEG webshop of bij een erkende dealer.
www.aeg.com28

8.3 Automatisch drogen

Initiële cyclustijden voor programma's met optie Droogtegraad zijn slechts schattingen; de werkelij‐ ke droogtijd kan enigszins afwijken van de weerge‐ geven tijd.
Droogtegraad Soort stof Belading
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
Extra droog
Voor kledingstukken van badstof.
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Synthetische en gemengde
Wollen artikelen
Buitensportkleding
Strijkdroog Geschikt voor kledingstukken die gestreken moeten worden.
enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
stoffen.
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde‐ ngoed)
Delicate stoffen
(acryl, viscose en fijne ge‐ mengde stoffen)
(wollen truien)
(buitenkleding, technische en sportkleding, waterproof en ademende jassen, jacks)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, over‐ hemden, enz.)
tot 6 kg
tot 6 kg
tot 4 kg
tot 2 kg
tot 1 kg
tot 2 kg
tot 6 kg

8.4 Tijdgestuurd drogen

NEDERLANDS 29
Droogtegraad Soort stof La‐
ding (kg)
Extra droog
Voor kleding‐ stukken van badstof.
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd wor‐ den
Synthetische en gemengde stoffen.
Wol
Buitensportkleding
Strijkdroog
Geschikt voor kledingstukken die gestreken moeten worden.
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, enz.)
(truien, blouses, ondergoed, huishoud‐ linnen en beddengoed)
Fijne was
(acryl, viscose en fijne gemengde stof‐ fen)
(wollen truien)
(buitenkleding, technische en sportkle‐ ding, waterproof en ademende jassen, jacks)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, overhemden, enz.)
Cen‐
Voorgestelde
trifu‐
duur (min) geer‐ snel‐ heid (tpm)
6 1600 280 - 300
4 1600 170- 190
2 1600 120 - 130
6 1600 270 - 290
4 1600 160 - 180
2 1600 110 - 120
4 1200 170 - 190
2 1200 100 - 120
2 1200 140 - 160
1 1200 70 - 90
1 1200 90 - 110
2 1200 140 - 160
1 1200 90 - 110
6 1600 160 - 180
4 1600 100 - 120
2 1600 50 - 60
8.5 Woolmark Wool Care ­Blauw
• De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding met een wasetiket voor de handwas, mits de producten worden gewassen volgens de instructies op het etiket in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. M1230.
• De droogcyclus voor wol van deze machine is getest en goedgekeurd door de Woolmark Company. De cyclus is geschikt voor wollen kleding die volgens het etiket op de hand moet worden gewassen op
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
Prod.No.
SCANNING...
www.aeg.com30
voorwaarde dat de kleding op een door Woolmark aangeraden manier
Het symbool 'Woolmark' is een
certificatieteken in verschillende landen. op de hand gewassen is en gedroogd wordt volgens de instructies van de fabrikant. M1399.

9. WIFI - CONNECTIVITEITSINSTELLING

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het smartapparaat moet aansluiten op het WiFi-netwerk en moet koppelen met mobiele apparaten.
Met behulp van deze functionaliteit kunt u meldingen ontvangen en uw apparaat bedienen en controleren vanaf uw mobiele apparaten.
De wifi-functie is uitgeschakeld als standaard fabrieksinstelling.
Om het apparaat aan te sluiten om alle functies en diensten te kunnen gebruiken hebt u het volgende nodig:
• Draadloos thuisnetwerk met ingeschakelde internetverbinding.
• Mobiel apparaat dat is verbonden met het draadloze netwerk.
Frequentie 2.412 - 2.472 GHz
voor de Europese markt
Protocol IEEE 802.11b/g/n
twee stream radio
Maximaal vermo‐ gen
<20 dBm

9.1 QR-code op typeplaatje

• Scan de QR-code met de ingebouwde camera-app om de My AEG Care toepassing te downloaden uit de App Store op uw smartapparaat en volg de vereiste stappen.
• Uw smartapparaat koppelen aan een apparaat om het proces te vereenvoudigen. Scan de QR-code met de ingebouwde My AEG Care toepassing van de QR-codescanner.
9.2 Installeren en
configureren My AEG Care
Met My AEG Care kun je jouw wasgoed besturen via een mobiel apparaat. Het bevat een groot aantal programma's, handige functies en productinformatie die perfect op het apparaat zijn afgestemd. Via de app kun je de programma's selecteren die al beschikbaar zijn via het bedieningspaneel van het apparaat, plus extra programma's ontgrendelen die alleen beschikbaar zijn vanaf een mobiel apparaat. Extra programma's kunnen in de loop van de tijd veranderen, samen met nieuwe versies van de app. Het is gepersonaliseerde wasservice - allemaal vanaf je mobiele apparaat.
QR-code kan op twee manieren worden gebruikt:
Om het apparaat te verbinden met de toepassing, gaat u er naast staan met uw smartapparaat.
Zorg ervoor dat uw smartapparaat is verbonden met het draadloze netwerk.
1. Ga naar de App Store op uw
smartapparaat of scan de QR-code (
zie paragraaf 'QR-code op
typeplaatje'
).
2. Download en installeer de My AEG Care app.
3. Zorg ervoor dat u een Wi-Fi­verbinding met het apparaat heeft. Als dit niet het geval is, leest u de volgende paragraaf 'Configureren van de draadloze verbinding met het apparaat'.
4. Start de toepassing. Selecteer het land en de taal en meld u aan met uw e-mailadres en wachtwoord. Als je nog geen account hebt, maak dan een nieuw account aan waarbij je de instructies volgt in My AEG Care.
5. Volg de instructies op die de App aangeeft voor het registreren en configureren van het apparaat.
9.3 Configureren van de
draadloze verbinding met het apparaat
1. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. Wacht ongeveer 10 seconden voordat je verdergaat met de draadloze configuratie.
2. Selecteer een programma door aan de programmakeuzeknop te draaien.
3. Houd de Droogtegraad en MODUS­toetsen een paar seconden tegelijkertijd ingedrukt totdat er een
'klik' klinkt. Laat de toetsen los. verschijnt 5 seconden op het display en het controlelampje begint te knipperen.
De draadloze module start op.
Zorg ervoor dat je APP klaar is voor verbinding.
4. Na ongeveer 45 seconden verschijnt (Access Point) op het display.
NEDERLANDS 31
Het toegangspunt zal gedurende ongeveer 3 minuten open staan.
5. Configureer de My AEG Care app op je smartphone of tablet en volg de instructies om het apparaat aan te sluiten op je wifinetwerk.
6. Als de connectiviteit is geconfigureerd, staat de indicator op het display wanneer het programmainformatiescherm terugkeert.
Telkens als je het apparaat inschakelt, duurt het 45 seconden voordat het apparaat automatisch op het netwerk wordt aangesloten. Wanneer de indicator stopt met knipperen, is de verbinding gereed.
Om de draadloze verbinding uit te schakelen, houd je de Droogtegraad- en
de MODUS-toetsen gedurende een paar seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het eerste akoestische signaal. Laat de
toetsen los. verschijnt 5 seconden op het display.
Als je het apparaat uit- en weer inschakelt, wordt de draadloze verbinding automatisch uitgeschakeld.
Om de draadloze toegangsgegevens te verwijderen, houd je de
Droogtegraad en de MODUS-knoppen gedurende een paar seconden
www.aeg.com32
tegelijkertijd ingedrukt tot het tweede
akoestische signaal: verschijnt een paar seconden op het display.

9.4 Starten op afstand

Met de Starten op afstand-functie kun je een cyclus starten via de afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt automatisch geactiveerd wanneer je op de Start/ Pauze -toets drukt om het programma te starten, maar het is ook mogelijk om op afstand een wasprogramma te starten. Deze functie wordt gedeactiveerd wanneer de deur open is.
Wanneer de app is geïnstalleerd en de draadloze verbinding is voltooid, kunt u
de Starten op afstand-functie activeren:
Houd de Droogtijd- en de Droogtegraad­knoppen een paar seconden tegelijkertijd
ingedrukt. Het controlelampje verschijnt op het scherm en de deur wordt vergrendeld. Nu is het mogelijk om het programma op afstand te starten.
Om de Starten op afstand te verwijderen, houdt u de Droogtijd- en de
Droogtegraad-knoppen gedurende enkele seconden tegelijkertijd ingedrukt
tot het controlelampje van het scherm verdwijnt.

9.5 Over-the-air-update

De app kan een update voorstellen voor uw apparaat.
De update wordt alleen via de app geaccepteerd.
Als er een programma loopt, meldt de app dat de update aan het einde van het programma start.
Tijdens de update verschijnt op het
apparaat op het display.
Schakel het apparaat niet uit of trek de stekker niet uit het stopcontact tijdens het bijwerken.
Het apparaat zal weer bruikbaar zijn aan het einde van de update, zonder enige kennisgeving over een succesvolle update.
Als er een fout optreedt, verschijnt op het
apparaat een willekeurige knop of draai aan de knop om terug te keren naar normaal gebruik.
op het display: druk op

9.6 Wifi altijd aan

De functie "Wifi altijd aan" is beschikbaar in de app.
Deze functie houdt het apparaat verbonden met het netwerk, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld.
Het indicatielampje gaat met tussenpozen aan en uit (1 seconde aan , 5 seconden uit).
Het is mogelijk om het apparaat in te schakelen door op de Aan/Uit toets te drukken of via de app.
De functie "Wifi altijd aan" kan uw energieverbruik beïnvloeden.

10. VOOR HET EERSTE GEBRUIK

NEDERLANDS 33
Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd, en is geen reden voor ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit het apparaat zijn verwijderd.

11. INSTELLINGEN

11.1 Kinderslot

Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen.
• Om deze optie te activeren/
deactiveren raakt u de knop Vlekken/ Voorwas en de knop Startuitstel tegelijkertijd aan, totdat het
controlelampje display.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u op de knop Start/Pauze hebt
gedrukt, worden alle knoppen en het programmakeuzewiel gedeactiveerd (behalve de knop Aan/Uit ).
• Voordat u drukt op de knop Start/
Pauze : het apparaat kan niet starten. Het apparaat behoudt de keuze van deze optie nadat u het heeft uitgeschakeld.

11.2 Geluidssignalen

Dit apparaat is uitgevoerd met verschillende geluidssignalen, die werken als:
• u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
• u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
aan/uit gaat op het
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is en dat de waterkraan openstaat.
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
• u een toets aanraakt (klikgeluid).
• u een foutieve keuze maakt (3 korte
tonen).
• Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten opeenvolgende geluiden).
• Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten opeenvolgende
geluiden). Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen raakt u gedurende 6 seconden tegelijkertijd toets Startuitstel en Tijd besparen aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt.

11.3 Permanent extra spoelen

Met deze optie kunt iedere keer u een nieuw programma instelt een of twee extra spoelbeurten laten draaien.
• Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd eenmaal
aan om een extra spoelbeurt toe te
voeren. verschijnt op het display.
• Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd tweemaal
aan om twee extra spoelbeurten toe
www.aeg.com34
te voeren. verschijnt op het display.
• Raak de knoppen Temperatuur en Centrifugeren tegelijkertijd driemaal

12. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Gewichtsensors
gebruiken
Voor een correct gebruik van de gewichtsensor, moet de trommel leeg zijn bij het activeren van het apparaat. Stel het programma in VOORDAT u het wasgoed in de trommel doet.
12.2 Voor activering van het
apparaat
1. Verzeker u ervan dat de netstekker is
aangesloten op het stopcontact.
2. Verzeker u ervan dat de waterkraan
geopend is.
12.3 Het apparaat
inschakelen en een programma instellen
1. Druk een paar seconden op knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
De programmakeuzeknop staat automatisch ingesteld op het katoenprogramma en alleen het indicatielampje Wassen is aan. Het indicatielampje van de knop Start/ Pauze knippert.
2. Draai de programmaknop naar het
benodigde programma.
Het indicatielampje gaat branden. Het display geeft de maximale lading aan, de standaardtemperatuur, het maximale centrifugeertoerental, de faseaanduidingen die het programma heeft en de programmaduur.
3. Raak zo nodig de knoppen
Temperatuur en Centrifugeren aan
aan om de extra spoelbeurten te verwijderen. Het display toont alleen
.
om de watertemperatuur en centrifugeersnelheid te veranderen.
4. Druk desgewenst op bijbehorende toetsen voor het toevoegen van opties of een uitgestelde start.
Op het display wordt het symbool van de ingestelde optie weergegeven en/of het cijfer geeft aan hoelang het programma is uitgesteld.
12.4 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
Op het display verschijnt .
2. Schud de kleren voor u ze in de trommel plaatst. Plaats het wasgoed een voor een in de trommel.
Op het display wordt het gewicht van het wasgoed aangepast met stappen van 0,5 kg en de programmaduur wordt overeenstemmend aangepast. Het gewicht is indicatief en verandert met het type wasgoed.
Als u de trommel vult met meer dan de maximale lading, gaat het symbool
gedurende een paar seconden knipperen en toont de maximaal aanbevolen lading. U kunt uw wasgoed wel wassen, maar verbruikt daarbij dan meer water en energie. Verwijder overtollige kleding om de beste verbruiks- en wasprestaties te bereiken. Het aangeven van overlading wordt alleen getoond bij programma's met een maximale lading die lager ligt dan de maximale lading van de wasmachine.
3. Sluit de vuldeur. Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft
1
2
NEDERLANDS 35
klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
4. de waarde geeft het percentage van de benodigde hoeveelheid
wasmiddel aan .
Deze informatie is indicatief en verwijst naar de hoeveelheid wasmiddel voor een maximale lading die op de wasmiddelverpakking staat.
Als u het wasprogramma wijzigt nadat de deur werd gesloten, toont het display
als er zich een overbelading voordoet: open de deur en verwijder een aantal kledingstukken.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare toevoegingen. Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid zal u echter de beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.

12.6 De stand van de klep controleren

1. Trek de wasmiddeldispenserlade zo ver mogelijk naar buiten.
2. Druk de hendel omlaag om de dispenser te verwijderen.

12.5 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel) toevoegen

Vakje voor voorwasmiddel, weekprogramma of vlekkenverwijderaar. Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
3. Draai de klep omhoog om waspoeder te gebruiken.
www.aeg.com36
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
• Gebruik geen geleiachtige of dikvloeibare wasmiddelen.
• Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de uitgestelde start niet in.
5. Doseer het wasmiddel en de wasverzachter.
6. Sluit de wasmiddeldispenserlade zorgvuldig.
Zorg ervoor dat de klep geen verstopping veroorzaakt wanneer u de lade sluit.

12.7 Een programma starten

Raak toets Start/Pauze aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Op het display begint de aanduiding van de werkingsfase te knipperen en gaat de indicator van het wasmiddelpercentage uit. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult.

12.8 Een programma starten met een uitgestelde start

1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
controlelampje gaat branden.
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het display weergegeven. Als het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart.
De ProSense schatting begint nadat het aftellen is beëindigd.
NEDERLANDS 37

Het annuleren van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende controlelampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel totdat het display
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het programma onmiddellijk te starten.

Het wijzigen van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen

De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende controlelampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om het aftellen opnieuw te laten beginnen.
12.9 De ProSense System
ladingdetectie
Na op de knop Start/Pauze te hebben gedrukt:
1. De percentage-indicator van het
wasmiddel gaat uit, de indicator knippert.
2. De ProSense begint met de waarneming van de wasgoedlading om de werkelijke programmaduur te
berekenen. De tijdstippen knipperen.
3. Na circa 15 minuten toont de display de nieuwe programmaduur: de
tijdstippen stoppen met knipperen. Het apparaat past de programmaduur automatisch aan de lading aan, om in de kortst mogelijke tijd perfecte wasresultaten te krijgen. De programmaduur kan langer of korter worden.
De ProSense-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma's (zonder geselecteerde overslafase).
De ProSense System is niet beschikbaar bij sommige programma's, zoals Wol/ Handwas, programma's zonder wasfase en programma's met korte programma's.
12.10 Programmafase­indicatielampjes
Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig: .
Indien u het stroomprogramma kiest,
gaat de stoomfase-indicator branden.

12.11 Een programma onderbreken en de opties wijzigen

U kunt als er een programma bezig is maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op de toets Start/ Pauze .
Het wasprogramma gaat verder.
www.aeg.com38

12.12 Een actief programma stoppen

1. Druk op de knop Aan/Uit om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit -knop om het apparaat aan te zetten.
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Als de ProSense -fase al voltooid is en de machine al met water gevuld wordt, begint het nieuwe programma zonder
herhaling van de ProSense fase. Het water en
wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen.
12.13 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en/of de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat verder.
4. De deur kan worden geopend wanneer het programma is voltooid. U kunt ook een centrifugeer- of afvoerprogramma/-optie instellen en dan op de knop Start/Pauze drukken. Als de centrifugeer- en afvoerprogramma's niet beschikbaar zijn in de programmakeuzeknop, kunnen ze worden ingesteld via App.

12.14 Einde van het programma

Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
In het display gaan alle wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone
Het lampje van Start/Pauze toets gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit -knop om het apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
.
12.15 Water afvoeren na het
einde van de cyclus
Indien u een programma heeft gekozen of een optie die het water van de laatste spoelbeurt niet wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
• Het display toont de indicator
optie-indicator
vergrendeld-indicator . Het indicatielampje van de lopende fase
knippert.
of en de deur
, de
NEDERLANDS 39
• De trommel draait nog regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
• De deur blijft vergrendeld.
• Je moet het water afvoeren om de deur te openen:
1. Raak indien nodig de Centrifugeren -
knop aan om het centrifugeertoerental dat door het apparaat wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze :
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat het water weg en gaat centrifugeren.
• Indien u heeft ingesteld, pompt het apparaat alleen het water weg.
De optieaanduiding
terwijl de aanduiding knippert en dan uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het symbool deur vergrendeld uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat zal hoe dan ook het water na circa 18 uur automatisch uit het apparaat wegpompen.
of gaat uit,

12.16 Stand-by optie

De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
• Je hebt het apparaat 5 minuten voordat je op de Start/Pauze -knop drukt, niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na beëindiging van het wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het apparaat in te schakelen. Het einde van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
Als je een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet gedeactiveerd door de stand-by-functie om je eraan te herinneren dat je het water weg moet pompen.

13. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.
13.1 Volledige was-en-droog­programma´s
Automatisch non­stopprogramma
Het apparaat is uitgerust met het NonStop 3u/3kg-programma, een
automatisch was-en-droog-programma waarbij het instellen van de Drogen­modus niet nodig is.
Om dit programma te laten draaien:
1. Houd na het laden van het wasgoed
en het wasmiddel de toets Aan/Uit enkele seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
2. Stel het NonStop 3u/3kg-programma
in met behulp van de programmakeuzeknop.
De indicator verschijnt op het display.
3. Raak de Start/Pauze-toets aan om
het programma te starten.
www.aeg.com40

Niet-automatische was&droog-programma's

In sommige wasprogramma’s kunt u de Wassen- en Drogen-modus combineren om een volledig was&droog-programma uit te voeren.
Ga als volgt te werk:
1. Houd na het laden van het wasgoed en het wasmiddel de toets Aan/Uit enkele seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
2. Draai de programmaknop naar het gewenste wasprogramma. Het display toont de standaardtemperatuur en spoelen. Vervang ze indien nodig, op basis van uw wasgoed. Het display toont ook de maximaal aanbevolen lading voor de wasfase.
3. Stel de gewenste opties in, als die beschikbaar zijn.
4. Druk eenmaal op de toets MODUS om ook de droogfunctie in te schakelen. De indicatielampjes Wassen en Drogen gaan branden.
De lampjes verschijnen op het display. Het display geeft ook de maximaal aanbevolen lading aan voor een was­en droogprogramma (bijv. 6 kg voor katoen).
5. Open de deur en plaats de stukken wasgoed een voor een. Op het display wordt het gewicht van het wasgoed aangepast met stappen van 0,5 kg en de programmaduur wordt overeenstemmend aangepast.
6. Sluit de deur.
7. Doe het wasmiddel en de aanvullende middelen in het juiste vakje.
Zorg er bij het drogen van een grote lading wasgoed voor dat de kledingstukken niet opgerold zitten en gelijkmatig verdeeld zijn in de trommel.
en
Aan het begin van de droogcyclus (3 à 5 minuten) hoort u mogelijk een iets harder geluid. Dit komt door de compressor en is normaal voor apparaten die worden aangedreven door een compressor zoals koelkasten, vriezers, enz.
13.2 Wassen en drogen ­automatische niveaus
1. Tik herhaaldelijk op de toets Droogtegraad tot de display de gewenste droogte weergeeft. De lampjes in de display branden als volgt:
a. Strijkdroog: voor
katoen;
b. Kastdroog: voor
katoen en synthetische stoffen;
c. Extra droog: voor
katoen;
De tijd op de display is de duur van beide cycli wassen en drogen.
Voor een goede droging met verbruik van minder energie in een kortere tijd laat de machine u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items.
2. Tik op de toets Start/Pauze om het programma te starten. De ProSense­schatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op de display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven.
13.3 Wassen en op tijd
drogen
1. Tik herhaaldelijk op de toets Droogtijd om de gewenste tijd in te stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel
NEDERLANDS 41
in het hoofdstuk "Programma´s"). Het indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
De minimale droogtijd is 10 minuten. Telkens als u deze toets aantikt, wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de display verschijnt de nieuwe ingestelde tijdwaarde.
2. Druk op de Start/Pauze om het
programma te starten. De ProSense-
schatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op de display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven.

13.4 Aan het einde van het programma

• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
• In het display gaat het symbool
aan.
• Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
• Druk een paar seconden op de knop Aan/Uitom het apparaat uit te schakelen.
Een paar minuten na afloop van het programma schakelt de energiebesparende functie het apparaat automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de trommel, de pakking en de binnenkant van de deur met een natte doek.
Het lampje verschijnt op het display om u eraan te herinneren het luchtfilter te reinigen (raadpleeg 'Luchtfilters reinigen' in het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging').

14. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
4. Tik tweemaal op de toets MODUS
om wassen uit te schakelen en alleen te drogen. Het Drogen-lampje brandt.
Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie.

14.1 Voorbereiding op het drogen

1. Houd de toets Aan/Uit enkele seconden ingedrukt om de machine in te schakelen.
Met een programma waarin alleen wordt gedroogd, toont de display de maximale lading niet en is de schatting ProSense uitgeschakeld.
2. Laad het wasgoed één voor één.
3. Draai de programmaknop naar het programma dat geschikt is voor het drogen van het wasgoed.
De lampjes en verschijnen op de display.
Bij het drogen van veel wasgoed moet u er voor goede droogprestaties voor zorgen dat het wasgoed niet is opgerold en dat het gelijkmatig in de trommel verdeeld is.

14.2 Drogen - automatische niveaus

1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk aan tot het display de gewenste droogte weergeeft. De lampjes in het display branden als volgt:
www.aeg.com42
a. Strijkdroog: voor
katoenen kleding;
b. Kastdroog: voor
katoen en synthetische stoffen;
c. Extra droog: voor
katoenen kleding.
Op het display verschijnt de programmaduur van het drogen.
Voor een goede droging met verbruik van minder energie in een kortere tijd laat het apparaat u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items.
2. Raak toets Start/Pauze aan om het programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op het display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven.
aan en het

14.3 Ingesteld tijddrogen

1. Tik herhaaldelijk op de knop Droogtijd om de gewenste tijd in te stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel in het hoofdstuk "Programma´s"). Het indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
De minimale droogtijd is 15 minuten. Telkens als u deze toets aantikt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de display verschijnt de nieuwe ingestelde tijdwaarde.
2. Raak Start/Pauze aan om het programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op het display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven.

14.4 Aan het einde van het programma

• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen weerklinken (als ze actief zijn).
• In het display gaat het symbool aan.
• Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
• Druk een paar seconden op de knop Aan/Uitom het apparaat uit te schakelen.
Een paar minuten na afloop van het programma schakelt de energiebesparende functie het apparaat automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de trommel, de pakking en de binnenkant van de deur met een natte doek.
Het lampje verschijnt op het display om u eraan te herinneren het luchtfilter te reinigen (raadpleeg 'Luchtfilters reinigen' in het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging').

15. PLUIS IN DE STOFFEN

Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes af.
De vrijgekomen pluisjes kunnen tijdens de volgende cyclus aan de stoffen blijven kleven.
Dit ongemak is nog groter bij technische stoffen.
Om het pluisjes in uw wasgoed te voorkomen:
• Was geen donkere stoffen na het wassen en drogen van lichtgekleurde
NEDERLANDS 43
stoffen (handdoeken, wol en sweaterstof) en vice versa.
• Laat dit soort stoffen in de open lucht drogen wanneer ze voor het eerst zijn gewassen.
• Reinig het afvoerfilter.
• Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de pakking en de deur met een natte doek.
Ga als volgt te werk om pluisjes uit de trommel te verwijderen:
• Maak de trommel leeg.
• Reinig de trommel, de pakking en de deur met een natte doek.

16. AANWIJZINGEN EN TIPS

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
16.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
• Stel het spoelprogramma in.
• Druk tegelijkertijd op de Vlekken/ Voorwas en de Anti-kreuk toets, totdat het display CLE weergeeft, om de reinigingsfunctie te activeren.
• Raak de Druk op de toets Start/Pauze om het programma te starten.
Voer het CLE-programma regelmatig uit als het apparaat vaak wordt gebruikt.
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's, veters, linten, etc.).
• Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.

16.2 Hardnekkige vlekken

Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
www.aeg.com44
We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op kledingstukken in de buurt van het apparaat, omdat het corrosief is voor de plastic onderdelen.

16.3 Type en hoeveelheid wasmiddel

De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeders (ook tabletten en
wasmiddelen voor eenmalig gebruik) voor alle soorten stoffen, met uitzondering van delicate stoffen. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig gebruik), bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (max. 60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( ) te overschrijden.
• Meng geen verschillende soorten wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods gebruikt, plaats deze dan altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje en volg de aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.

16.4 Ecologische tips

Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan om de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en beperkte vervuiling worden verwijderd; het wasgoed kan vervolgens op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van
NEDERLANDS 45
uw huishoudelijk systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheid in voor het geselecteerde programma om energie te besparen tijdens de droogfase!

16.5 Waterhardheid

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.
16.6 De droogfase
voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is aangesloten. Zie het hoofdstuk over de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de maximale wasgoedlading bij droogprogramma's de droogprogrammatabel.
16.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of met materialen die hierop lijken.

16.8 Wasvoorschriften in de kleding

Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich houden aan de voorschriften van de fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
• droogtrommel
= Droogprogramma op hoge temperatuur
= Droogprogramma op lage temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor de droogtrommel.
16.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• snelheid van de laatste keer centrifugeren
• droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed

16.10 Extra drogen

Als het wasgoed aan het einde van het droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken en krimpen te voorkomen dient u het wasgoed niet te lang te drogen.

16.11 Algemene tips

Raadpleeg de tabel "Tijddrogen" om de gemiddelde droogtijden op te zoeken. Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
3. Schenk geen wasmiddel of
wasverzachter in het apparaat voor het uitvoeren van een droogcyclus.
www.aeg.com46
4. Droog geen ruwe en gladde textiel samen om te voorkomen dat de gladde kledingstukken worden verschroeid.
5. Verwijder alle voorwerpen uit de
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde van het droogprogramma zo snel mogelijk uit het apparaat haalt.
zakken van de kledingstukken, in het

17. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
17.1 Schema periodieke
reiniging
Periodiek reinigen helpt de levensduur van je apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en het wasmiddeldoseerbakje een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema voor periodiek reinigen:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐ gen
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
Pluis in de trommel verwijderen
Wasmiddeldoseer‐ bakje reinigen
Primaire luchtfilter Na elke cyclus
Secundaire luchtfil‐ ter
De filter van de af‐ voerpomp reinigen
Iedere twee maan‐ den
den
Twee keer per
1)
maand
Iedere twee maan‐ den
Wanneer het con‐
trolelampje knip‐ pert
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐ voerslang en de klepfilter reinigen
1)
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen.

17.2 Vreemde voorwerpen verwijderen

Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem indien nodig contact op met het erkende servicecentrum.

17.3 Buitenkant reinigen

Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal.
bijzonder voorwerpen die kunnen smelten.
Twee keer per jaar
Raadpleeg het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw wascyclus uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in 'Aanwijzingen en tips'.
LET OP!
Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten.
NEDERLANDS 47
LET OP!
Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis.

17.4 Ontkalken

Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

17.5 Onderhoudswasbeurt

Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik van programma´s bij lage temperaturen kunnen er wasmiddelresten en pluizen achterblijven en kan er bacteriëngroei in de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en de binnenkant van het apparaat hygiënisch te reinigen regelmatig een onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de hoogste temperatuur met een geringe hoeveelheid waspoeder of draai, indien beschikbaar het programma Machine Clean.

17.6 Deurrubber

Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product.

17.7 De trommel reinigen

Controleer de trommel regelmatig om ongewenste aanslag te voorkomen. Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u op de verpakking van het product vindt. Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen of met schuurmiddelen die chloor, ijzer of staal bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die je op de verpakking van het product vindt.
2. Draai een kort katoenprogramma op een hoge temperatuur met een lege trommel en een kleine hoeveelheid waspoeder of, indien beschikbaar, gebruikt u het Machine Clean programma.
1
2
www.aeg.com48
Het Machine Clean-programma kan worden gedownload via de app.

17.8 Het wasmiddeldoseerbakje reinigen

Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel of geklonterde wasverzachter en/of schimmelvorming in de wasmiddellade te voorkomen dient u af en toe de volgende reinigingsprocedure uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals aangegeven in de afbeelding naar beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het bovenste deel van het additievencompartiment om reiniging te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel volledig is verwijderd uit het bovenste en onderste gedeelte van de holte. Gebruik een klein borsteltje om de holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder stromend warm water om eventuele sporen van opgehoopt wasmiddel te verwijderen. Plaats het bovenste gedeelte na reiniging terug op zijn plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de geleiders en sluit de lade. Draai het spoelprogramma zonder kleding in de trommel.

17.9 De luchtfilters reinigen

De luchtfilters verzamelen de pluizen. De pluizen ontstaan normaal gesproken wanneer de kleding in een was­droogcombinatie wordt gedroogd.
• Aan het einde van elke droogcyclus
P
ULL
PULL
PULL
PUL
L
zal het lampje in de display branden om u te laten weten dat de hoofdluchtfilter gereinigd moet worden (zie afbeeldingen van 1 tot 5). Het geluidssignaal werkt.
• Af en toe knippert het lampje om u eraan te herinneren dat beide luchtfilters moeten worden gereinigd: de hoofdluchtfilter en de secundaire luchtfilter (voor de secundaire filter, zie afbeeldingen van 6 tot 8). Het geluidssignaal werkt.
Reinig de luchtfilters regelmatig om de beste droogprestaties te verkrijgen. Verstopte filters maken cycli langer en verhogen het energieverbruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen water om de filters te reinigen om te voorkomen dat plastic vezels in de wateromgeving stromen. Gooi de pluis in een vuilnisbak.
1. Druk op de haak om de
hoofdluchtfilter te openen.
NEDERLANDS 49
4. Reinig de hoofdluchtfilter met uw hand en indien nodig met een stofzuiger. Gooi de pluis in een vuilnisbak.
2. Trek de hoofdluchtfilter eruit.
3. Open het deksel van de hoofdluchtfilter door het naar boven te trekken.
5. Sluit het deksel van de hoofdluchtfilter.
6. Trek de secundaire filter eruit.
7. Reinig de secundaire luchtfilter met uw hand en indien nodig met een
+
www.aeg.com50
stofzuiger. Gooi de pluis in een vuilnisbak.
8. Plaats de secundaire luchtfilter terug.
9. Plaats de hoofdluchtfilter terug en sluit die stevig.
WAARSCHUWING!
De opening van de hoofdluchtfilter mag niet worden geblokkeerd door een voorwerp.
Als je het wasgoed alleen met je was-droogcombinatie wast, is het normaal dat je wat vocht in het primaire luchtfilter aantreft.

17.10 De afvoerpomp reinigen

WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp als:
• de machine geen water wegpompt,
• de trommel niet ronddraait,
• het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door de blokkering van de afvoerpomp.
• Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
• Verwijder het filter niet als het apparaat in werking is.
• Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld
WAARSCHUWING!
Reinig de afvoerfilter iedere keer u het speciale programma CLE uitvoert voor de verwijdering van pluizen.
Voor reiniging van de pomp ga je als volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
1
2
afvoerpompopening om het afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als je het filter verwijdert.
NEDERLANDS 51
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te verwijderen.
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en andere voorwerpen uit de filterholte.
9. Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze niet roteert, neem dan contact op met onze servicedienst.
4. Draai het filter 180 graden naar links om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen.
5. Als de bak vol is met water, draait u het filter terug en leegt u de bak.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
2
1
2
1
1
2
3
www.aeg.com52
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, moet u het afvoersysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te voeren.
12. Sluit het pompdeksel.

17.11 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen

Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat wordt niet gevuld met water.
• Het apparaat heeft veel tijd nodig om op te vullen met water.
• Het lampje van de toets Start/Pauze knippert en de display het bijbehorende alarm toont. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
De watertoevoerfilters schoonmaken:
• Draai de waterkraan dicht.
• Verwijder de watertoevoerslang van de kraan.
• Reinig het filter in de toevoerslang met een harde borstel.
45°
20°
NEDERLANDS 53
• Verwijder de toevoerslang achter de machine.
• Reinig het filter in de klep met een harde borstel of een handdoek.
• Installeer de watertoevoerslang opnieuw. Zorg ervoor dat de koppelingen stevig vast zitten om lekkage te voorkomen.
• Draai de waterkraan open.

17.12 Noodafvoer

Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure uit zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de noodafvoerprocedure afvoert, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water weg te pompen.

17.13 Voorzorgsmaatregelen bij vorst

Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar de temperatuur 0°C of daaronder kan bereiken, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
www.aeg.com54
WAARSCHUWING!
Zorg dat de temperatuur hoger is dan 5 °C en dat het water uit de kraan stroomt voordat u het apparaat weer gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.

18. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

18.1 Alarmcodes en mogelijke storingen

Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode weergegeven en kan de Start/Pauze -knop continue knipperen:
Als de machine te vol geladen is, moet je een aantal items uit de trommel verwijderen en/of tegen de deur duwen en tegelijkertijd op de toets Start/Pauze
drukken totdat het controlelampje stopt met knipperen (zie de onderstaande afbeelding).
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet goed gevuld met water.
De machine pompt geen water weg.
De deur is open of niet goed gesloten.
Interne fout. Geen communicatie tussen de elektronische ele‐ menten van het appa‐ raat.
De stroomtoevoer is niet stabiel.
De anti-overstromings‐ beveiliging is inge‐ schakeld.
: controleer het
luchtfilter.
NEDERLANDS 55
• Controleer of de waterkraan geopend is.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke wa‐ terleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang cor‐ rect is.
• Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zon‐ der afvoerfase. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het worden ingesteld via de app.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de kuip.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een erkende servicedienst.
• Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
• Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter schoongemaakt is.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter correct geplaatst is.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine.
www.aeg.com56
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
• Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
• Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin‐
Het programma start
niet.
genkastje is.
• Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
• Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
• Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
• Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
Het apparaat wordt met water gevuld, maar dat wordt onmid‐
• Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐ vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-in‐ structies'.
dellijk afgetapt.
• Stel het centrifugeprogramma in. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het wor‐
De centrifugeerfase werkt niet of de wasfa‐ se duurt langer dan normaal.
den ingesteld via de app.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifu‐ geerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met de balans.
• Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Er is water op de vloer.
• Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet beschadigd zijn.
• Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe‐ veelheid gebruikt.
• Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met water in de trommel.
• Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als er water in de trommel zit. Als de centrifugeer- en afvoerpro‐
Je kunt de deur van het apparaat niet ope‐ nen.
gramma's niet beschikbaar zijn in de programmakeuzeknop, kunnen deze worden ingesteld via de app.
• Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
• Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst. Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeurope‐ ning'.
• Zorg ervoor dat de Start via App niet is ingeschakeld. Schakel het uit.
Probleem Mogelijke oplossing
• Controleer het draadloze signaal.
• Zorg dat de draadloze verbinding aanstaat. Raadpleeg para‐
De display geeft de aanduiding voor het draadloze netwerk niet weer .
graaf 'Configureren van de draadloze verbinding van de was‐ machine' in hoofdstuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling'.
• Controleer je thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met de aanbieder van je draadloze service als je nog meer problemen met het draadloze netwerk onder‐ vindt.
• Controleer het draadloze signaal.
• Controleer of je smartapparaat is verbonden met het draadlo‐ ze netwerk.
De app kan geen ver‐ binding maken met het apparaat.
• Controleer je thuisnetwerk en router.
• Herstart de router.
• Neem contact op met je aanbieder van je draadloze service als je problemen met het draadloze netwerk heeft.
• Het apparaat, het smart-toestel of beide dienen nogmaals te worden geconfigureerd, omdat er een nieuwe router is geïn‐ stalleerd of omdat de routerconfiguratie is gewijzigd.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal het apparaat bereikt. Probeer de thuisrouter zo dicht als mogelijk naar het apparaat
De app kan niet fre‐ quent verbinding ma‐ ken met het apparaat.
te verplaatsen of overweeg een versterker van het draadloze bereik aan te schaffen.
• Zorg ervoor dat het draadloze signaal niet wordt verstoord door een magnetron. Schakel de magnetron uit. Vermijd het gelijktijdige gebruik van de magnetron en de afstandsbedie‐ ning.
Het display toont
. Alle knoppen zijn inactief, behalve de Aan/Uit .
• Het apparaat downloadt beschikbare updates. Wacht totdat het updateproces is voltooid. Als je het apparaat tijdens de up‐ date deactiveert, wordt deze hervat wanneer je het apparaat opnieuw activeert.
• Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Mon‐
De machine maakt ab‐ normale geluiden en trilt.
tage-instructies'.
• Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐ lijk te klein.
De programmaduur neemt toe of af tijdens het draaien van het programma.
• Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐ passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐ dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐ lijks gebruik'.
NEDERLANDS 57
www.aeg.com58
Probleem Mogelijke oplossing
• Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
De wasresultaten zijn niet bevredigend.
• Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐ deren voordat je het wasgoed wast.
• Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de wasgoedlading.
Te veel schuim in de trommel tijdens de
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
wascyclus.
Na de wascyclus is er wat wasmiddel achter‐ gebleven in de was‐ middellade.
De trommel is leeg en de display geeft aan
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt vol‐ gens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
• Druk op de knop Aan/Uit om de machine uit te schakelen en weer in te schakelen om een leeggewicht in te stellen.
dat er een zeker ge‐ wicht in is.
De trommel is vol, maar op de display wordt 0,0 kg weerge‐ geven.
Na een stoompro‐ gramma zijn kleding‐
• Je hebt het wasgoed geladen voordat je het apparaat inscha‐ kelde. Druk op de knop Aan/Uit om het apparaat uit te zetten.
• Maak de trommel leeg en volg de vereiste stappen. (Zie onder 'Wasgoed laden')
Zorg ervoor dat het apparaat goed waterpas staat. Pas het appa‐ raat aan door de pootjes hoger of lager te zetten.
stukken gedeeltelijk nat.
• Draai de waterkraan aan.
• Verzeker je ervan dat de luchtfilters niet verstopt zijn. Contro‐
Het apparaat droogt niet of droogt niet goed.
leer het hoofdfilter en het tweede filter.
• Verzeker je ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
• Verminder de wasgoedlading.
• Verzeker je ervan dat je de juiste cyclus hebt ingesteld. Stel zo nodig een korte droogtijd opnieuw in.
De droogcyclus is te lang.
• Verzeker je ervan dat de luchtfilters goed schoon zijn.
• Verzeker je ervan dat je wasgoedlading de aangegeven lading voor het ingestelde programma niet overschrijdt.
• Verzeker je ervan de kamertemperatuur in het juiste bereikt valt.
De stoffen die zijn gewassen in de vorige cyclus hebben pluisjes
Het wasgoed zit vol met verschillende kleu‐ ren.
van een andere kleur afgegeven:
• De droogfase helpt bij het verwijderen van pluisjes.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Raadpleeg de paragraaf "Pluis in de stoffen" voor meer informa‐ tie als er veel pluis in de trommel zit.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende servicedienst. De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
NEDERLANDS 59

18.2 Nooddeur openen

In het geval van een stroomstoring of apparaatstoring blijft de deur van het apparaat vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er weer stroom is. Als de deur door een storing vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te openen met een noodontgrendeling.
Voordat je de deur opent:
LET OP! Gevaar voor brandwonden! Zorg ervoor dat de watertemperatuur niet te hoog is en dat het wasgoed niet heet is. Wacht indien nodig tot de watertemperatuur en het wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP! Gevaar voor verwonding! Zorg ervoor dat de trommel niet draait. Wacht indien nodig tot de trommel stopt met draaien.
Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit (zie 'Water afvoeren in een noodgeval' in het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging').
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker eenmaal naar beneden. Trek die nogmaals naar beneden, houd hem gespannen en open in de tussentijd de deur van het apparaat.
5. Verwijder het wasgoed en sluit vervolgens de deur van het apparaat.
6. Sluit de filterklep.

19. VERBRUIKSWAARDEN

19.1 Inleiding

Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.aeg.com60
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een internetkoppeling naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die je vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.

19.2 Legenda

kg Wasgoed. uu:mm Duur programma.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel‐
heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als je de standaardinstelling van een programma wijzigt.

19.3 In overeenstemming met Verordening van de Commissie (EU) 2019/2023

Alleen wassen
Eco 40-60 pro‐ gramma
Volledige belading 10.0 0.900 61.0 03:55 52.00 37.0 1551
Halve belading 5.0 0.605 47.0 02:50 52.00 33.0 1551
Kwartbelading 2.5 0.200 38.0 02:30 54.00 23.0 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
kg kWh Liter uu:mm % °C
tpm
1)
NEDERLANDS 61
Was- en droogcyclus
Eco 40-60pro‐ gramma en kast‐
kg kWh Liter uu:mm % °C
tpm
droogniveau
Volledige belading 6 3.000 55.0 09:40 0.00 39.0 1551
Halve belading 3 1.795 43.0 05:35 0.00 35.0 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Netwerkge‐
bonden
stand-by (W)
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde
start (W)
1)
0.50 0.50 4.00
2.00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
1) Het energieverbruik van de aangesloten functie is ongeveer 17,5 kWh per jaar. Raadpleeg het hoofd‐
stuk 'Wifi - Connectiviteitsinstelling' om deze functie los te koppelen.
19.4 Veelvoorkomende
programma's - Alleen wassen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
2)
Katoen 95 °C
Katoen 60 °C
3)
Katoen 20 °C
Synthetica 40 °C
Fijne was 30 °C
4)
kg kWh Liter uu:mm % °C
10.0 2.900 90.0 04:05 44.00 85.0 1600
10.0 1.700 85.0 03:50 44.00 55.0 1600
10.0 0.350 85.0 03:00 44.00 20.0 1600
4.0 0.800 55.0 02:15 35.00 40.0 1200
2.0 0.400 60.0 01:05 35.00 30.0 1200
1)
tpm
1)
www.aeg.com62
Programma
Wol 30 °C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
kg kWh Liter uu:mm % °C
1.5 0.300 65.0 01:05 30.00 30.0 1200
19.5 Veelvoorkomende
programma's - Wassen en drogen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
Synthetica 40°C
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
kg kWh Liter uu:mm % °C
4.0 2.050 55.0 05:50 1.00 40.0 1200
20. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi
1)
tpm
1)
tpm
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
*
My AEG Care app
The software in this product contains components that are based on free and open source software. AEG gratefully acknowledges the contributions of the open software and robotics communities to the development project.
To access the source code of these free and open source software components whose license conditions require publishing, and to see their full copyright information and applicable license terms, please visit: http://aeg.opensoftwarerepository.com (folder NIUX)
www.aeg.com/shop
157063742-A-312023
Loading...