AEG LAVAMAT 42230 ELECTRONIC User Manual [nl]

Page 1
LAVAMAT 42230 ELECTRONIC
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
Page 2
Geachte klant,
Lees deze informatie aandachtig door. Lees vooral het hoofdstuk "Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid" op de
eerste pagina's. Bewaar dit boekje goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
.
Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
praktisch gebruik van het apparaat. Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat. Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de hand
als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Klantenservice".
Gedrukt op chloorvrij papier -
wie milieubewust denkt, handelt ook zo...
2
Page 3
INHOUD
Gebruiksaanwijzing...................................................................................6
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid................................................................... 6
Afvalverwerking ..................................................................................................9
ÖKO-tips voor zuinig wassen ..........................................................................9
Uitrusting ........................................................................................................... 11
Frontaanzicht..............................................................................................................11
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel.....................................................11
Bedieningspaneel......................................................................................................12
Programmakiezer ......................................................................................................12
Toetsen voor extra programma's .........................................................................14
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma's ............... 15
Vóór het in gebruik nemen........................................................................... 16
Voordat u gaat wassen................................................................................... 16
Wasgoed sorteren en voorbereiden ..................................................................16
Textielsoorten en wasetiketten............................................................................17
Was- en nabehandelingsmiddelen.....................................................................18
Welk was- en nabehandelingsmiddel ? .....................................................18
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel ?...............................................18
Waterontharder gebruiken ...................................................................................18
3
Page 4
Inhoud
Wassen................................................................................................................ 19
Beknopte gebruiksaanwijzing..............................................................................19
Machinedeksel openen en sluiten......................................................................20
Trommeldeksel openen...........................................................................................20
Wasgoed in de machine doen ..............................................................................2 0
Was- / nabehandelingsmiddel doseren............................................................21
Wasprogramma instellen........................................................................................22
Centrifugetoerental wijzigen / spoelstop kiezen.........................................22
Extra spoelgang (SPOELEN +) ............................................................................... 23
Wasprogramma starten...........................................................................................24
Indicatie van het programmaverloop ...............................................................24
Wasprogramma wijzigen........................................................................................24
Einde van het programma / wasgoed uit de machine nemen ................ 2 5
Programmatabellen ........................................................................................ 26
Wassen ...........................................................................................................................26
Apart wasverzachten / stijven .............................................................................. 27
Apart spoelen .............................................................................................................27
Apart centrifugeren .................................................................................................27
Reiniging en onderhoud ................................................................................ 28
In het dagelijks gebruik .........................................................................................28
Bedieningspaneel......................................................................................................28
Wasmiddelbakje.........................................................................................................28
Wastrommel.................................................................................................................29
Kans op vorst .............................................................................................................. 29
Pluizenfilter reinigen ..............................................................................................30
Wat is er aan de hand als... ........................................................................... 31
Hulp bij storingen.....................................................................................................31
Als het wasresultaat niet bevredigend is ........................................................ 33
4
Page 5
Opstel- en aansluitaanwijzing ....................................... 34
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid voor de installateur ......................... 34
Transportbeveiliging verwijderen ............................................................... 35
Opstelling van het apparaat .................................................................................36
Opstelling van verrijdbare machines ................................................................37
Elektrische aansluiting ................................................................................... 38
Wateraansluiting ............................................................................................. 39
Waterdruk.....................................................................................................................39
Watertoevoer ..............................................................................................................39
Waterafvoer.................................................................................................................40
Inhoud
Pomphoogten van meer dan 1 meter ...............................................................4 0
Technische gegevens ...................................................................................... 41
Afmetingen van het apparaat ...................................................................... 41
Garantiebepalingen.........................................................42
Klantenservice...................................................................44
5
Page 6
GEBRUIKSAANWIJZING
Aanwijzingen m.b .t de veiligheid
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Vóór het in gebruik nemen
De wasautomaat moet volgens de voorschriften worden opgesteld en aangesloten. Alles daarover leest u achter in dit boekje. Gebruik de wasautomaat alleen voor het wassen en centrifugeren van wasgoed. Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventueel ontstane schade niet door
de garantiebepalingen gedekt. Controleer of de machine geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten. Controleert u vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort bij u thuis. Op het typeplaatje kunt u ook
zien welke zekering nodig is. Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en
styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
In het dagelijks gebruik
De wasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer, toevoer­resp. afvoerslang, bedieningspaneel, bovenblad of sokkel beschadigd
zijn. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen!
Als u het apparaat gaat schoonmaken, moet het altijd uitgeschakeld zijn: stekker uit het stopcontact trekken of bij vaste aansluiting de groepenhoofdschakelaar uitschakelen of de zekering uitdraaien.
In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de stekker uit het stopcontact trekken. Bij vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker.
Het apparaat in geen geval met een waterstraal afsproeien. Kans op kortsluiting!
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen.
Huisdieren, vooral kleine dieren, kunnen in snoeren en slangen bijten, kans op kortsluiting resp. overstroming! Houd daarom huisdieren uit de
buurt van de wasautomaat. Bij het openen van het pluizenfilter bestaat verbrandingsgevaar door
heet sop. Laat het sop eerst in de machine afkoelen. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet kan wegglijden, als hij in een
gootsteen of badkuip hangt. Verbrandings- en overstromingsgevaar! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen,
moet bij kans op vorst het water worden afgetapt (zie «Hulp bij storingen/water aftappen»).
Vlekkenreinigers die oplosmiddel bevatten zijn brand- en explosiegevaarlijk. Voorbehandeld wasgoed pas in de wasautomaat wassen, als de oplosmiddelen volledig verdampt zijn.
De wasautomaat mag niet voor chemische reiniging gebruikt worden. Vergewis u er vóór het gebruik van wateronthardings-, ontkalkings-,
kleur- en ontkleuringsmiddelen van, dat de fabrikant van deze middelen duidelijk aangeeft dat gebruik in de wasautomaat mogelijk is.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Informeer bij de gemeente naar de afvalverwerkingsmogelijkheden in uw woonplaats.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongevallen die ontstaan door niet opvolgen van deze veiligheidsvoorschriften.
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasautomaat spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel van de wasautomaat klimmen.
Als u de wasautomaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en snoer weg. Zo kunnen spelende kinderen zichzelf of andere kinderen niet in het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico‘s leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo beschadigd zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken. Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of -bij vaste aansluiting ­automatische zekering in de huisinstallatie uitschakelen of zekering geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp gaat
reinigen of noodontgrendeling van de deur gaat toepassen. Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaren bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie worden verbrand ! Over de materialen : de kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de doorzichtige folieverpakking en de
plastic zakjes.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen cfk-vrij. Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren.
ÖKO-tips voor zuinig wassen
Deze tips helpen u, zich milieubewust te gedragen.
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma’s zonder voorwas bedoeld. In vergelijking met een programma met voorwas besparen ze wasmiddel en water.
Gebruik totaalwasmiddelen met bleekmiddel alleen als zich bleekbare vlekken op het wasgoed bevinden.Bleekmiddel wordt pas werkzaam bij hogere temperaturen.
Het zuinigst wast u met een volle trommel. Voor licht tot normaal verontreinigd wasgoed is vaak het energie-
spaarprogramma met lagere temperatuur en verlengde wastijd voldoende.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant - te veel wasmiddel is geldverspilling, belast het milieu en leidt tot verminderde was- en spoelwerking. En let ook op de doseeraanwijzingen bij licht verontreinigd wasgoed.
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Wasmiddelbesparing en milieuvriendelijk gedrag bereikt u ook als u bij hogere waterhardheden (boven 10°dH) de laagste door de fabrikant aangegeven dosering aanhoudt en apart een ontharder toevoegt. Er komt dan minder wasmiddel in het oppervlaktewater terecht.
Gebruik wasverzachter alleen als het noodzakelijk is, bijv. bij synthetische mengweefsels, om statische oplading te voorkomen. Als u een wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en wollig.
10
Page 11
Uitrusting
Frontaanzicht
Deksel Greep om het
deksel te openen
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
Deurtje voor het pluizenfilter
Stelvoeten
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel
poedervormig wasmiddel voor programma’s met voorwas
hoofdwasmiddel (poedervormig) en evt. ontharder
Hefboompje voor wielen
vloeibare nabehandelings­middelen
overloop­beveiliging wasverzachter
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
Toets centrifugetoerental/SPOELSTOP
Toetsen
Toets START/PAUZE
Programmakiezer
Indicatie van het programmaverloop
Indicatie DEKSEL
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het wasproces gaat verlopen (bijv. waterniveau, trommelbeweging, aantal spoelgangen, centrifu­getoerental) aangepast aan de betreffende textielsoort, en de soptemperatuur. De verschillende instellingen werken als volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat ingeschakeld.
WITTE WAS/BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (wassen 30°-95°C - spoelen/wasverzachten
- centrifugeren).
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (wassen 40°-60°C - spoelen/ wasverzachten - centrifugeren).
12
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Stand STRIJKVRIJ: Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat m.b.v. dit programma nog slechts licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was (wassen 30°/40°C - spoelen/wasverzachten­centrifugeren, hoog waterniveau en verminderde trommelbeweging).
WOL /
HANDWAS
Hoofdwas voor in de machine wasbare wol en voor wasbare wol en zijde met het wasetiket "
" (handwas) (wassen koud-30°C - spoelen/ wasverzachten - centrifugeren, hoog waterniveau en sterk verminderde trommelbeweging).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand gewassen goed (3 spoelgangen en centrifugeren).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop zonder centrifugeren. Spoelstop betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen,
het wordt niet gecentrifugeerd.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
E-STAND
Door normaal verontreinigd wit goed op ongeveer 60°C te wassen, bespaart dit programma water en energie. De wastijd wordt langer. Dit programma kan niet met toets KORT worden gecombineerd.
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Toetsen voor extra programma's
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma aanpassen aan de mate van verontreiniging van het wasgoed. Voor normaal verontreinigd goed zijn extra programma's niet nodig. Afhankelijk van het programma kunnen de verschillende functies met elkaar gecombineerd worden. De programma’s kunt u kiezen na het instellen van het programma en vóór het indrukken van toets START/ PAUZE. Als u een toets indrukt, gaat het betreffende lampje branden. Indien het lampje niet AAN gaat, is deze optie niet mogelijk.
VOORWAS
De machine doet een voorwas op maximaal 30°C. De voorwas eindigt met kort centrifugeren voor katoen en synthetica of met pompen voor fijne was.
VLEKKEN
Deze functie versterkt het wasresultaat. U kunt in het voorwasbakje van de machine vlekkenzout doseren.
KORT
Als u deze functie kiest, wordt de wastijd gereduceerd, afhankelijk van het gekozen programma.
Bij instelling WOL/
(handwas) kunnen de extra programma’s niet worden
gekozen (eventueel ingedrukte toetsen hebben geen effect).
14
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma's (richtlijnen)
De waarden in deze tabel zijn onder normomstandigheden met normwasgoed bepaald. Tijden voor opwarmen en onbalansherkenning zijn niet meegerekend. Afwijkingen naar boven of beneden zijn in de praktijk mogelijk.
C°niruutarepmeT/ammargorP
59SAWETNOB/SAWETTIW 5,4 36 01,2 051-041
)1
06DNATS-E
04SAWETNOB/SAWETTIW 5,4 85 56,0 521-511
06DNELLETSREHKUERK 0,2 75 01,1 001-09
04JIRVKJIRTS 0,1 56 04,0 59-58
04SAWENJIF 0,2 25 06,0 57-56
03)sawdnah(/LOW 0,1 35 53,0 06-05
deogsaW
gkni
5,4 84 58,0 541-531
retaW
retilni
moortS
hWkni
nidjiT
netunim
(1) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Vóór het in gebruik nemen
.
1. Voer een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een halve maatbeker wasmiddel).
2. Daardoor worden vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrommel en de kuip verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten en wasetiketten"). Zakken leegmaken. Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden e.d.) verwijderen. Als onze servicetechnicus voorwerpen moet verwijderen die niet in het apparaat thuis horen, wordt dat niet door onze garantiebepalingen gedekt. Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en in een kluwen raakt: ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtknopen, losse stofceintuurs en lange schortbanden samenbinden. Wasgoed dat uit meer lagen bestaat (slaapzak e.d.) binnenste buiten wassen. Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties binnenste buiten wassen. Kleine en tere stukken wasgoed (bijv. babysokjes, panty's) in een wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok stoppen. Beugelbeha's altijd in een wasnetje (verkrijgbaar bij lingeriezaken) op het programma WOL/HANDWAS wassen. Een losgeraakte beugel kan zeer grote schade veroorzaken aan wasgoed en wasautomaat, waarvoor AEG niet aansprakelijk kan worden gesteld. Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Ze kunnen al door openstaande ramen of bij het afnemen zijn beschadigd. Metalen of kunststof rolletjes of haken uit de vitrages verwijderen of de vitrages in een net of een zak binden. Bij eventuele beschadigingen van vitrages kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld. Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed wordt dan grauw. Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Was zulke stukken daarom de eerste keer apart.
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
Grote en kleine stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger verdeeld.
Wasgoed niet in elkaar gevouwen in de machine doen.
Textielsoorten en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma. Het wasgoed moet volgens textielsoort en wasetiket gesorteerd worden. De aangegeven temperaturen in de wasetiketten zijn maximale temperaturen.
Witte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor deze textielsoort is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoort is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Kreukherstellend goed
Textiel van kreukherstellend gemaakte katoen, weefsels gemengd met katoen, synthetische weefels met dit wasetiket vereisen een mechanisch voorzichtiger behandeling. Voor deze textielsoort is het programma KREUKHERSTELLEND geschikt.
Fijne was
Textiel dat uit verschillende lagen bestaat, textiel van microvezels, synthetische weefsels en vitrages met dit wasetiket vereisen een bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze textielsoort is het programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder teer wasgoed
Textiel van wol, weefsels gemengd met wol en zijde met dit wasetiket zijn bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze textielsoorten is het programma WOL/HANDWAS geschikt. Attentie! Textiel met het wasetiket
(niet wassen!) mag niet in de
wasautomaat gewassen worden.
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor huishoud-wasautomaten. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant van de middelen.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk
van het vulgewicht: Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine hoeveelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading 1/3 minder en bij nog kleinere belading 1/2 minder dan normaal.
van de mate van verontreiniging van het wasgoed: Bij licht verontreinigd wasgoed minder doseren. Let op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht.
van de hardheidsgraad van het water: Hoe harder het water, des te hoger de dosering! Let op de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruik voor het doseren van vloeibaar wasmiddel de door de wasmidddelindustrie aangeboden doseerhulpjes. Doseer deze middelen volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Waterontharder gebruiken
Gebruik bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) een speciale ontharder. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Wasmiddel dan altijd voor hardheid I (= zacht) doseren. Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
18
Waterhardheid
kierebsdiehdraH
gaal-I 01redno 8,1redno
dleddimeg-II 61-01 9,2-8,1
gooh-III 61nevob 9,2nevob
H°dnidiehdrahretaW
)diehdrahestiuDnedarg(
l/lommnidiehdrahretaW
)retilreplomillim(
Page 19
Wassen
Beknopte gebruiksaanwijzing
Een wasproces verloopt als volgt:
Gebruiksaanwijzing
.
1. Wasgoed voorbereiden.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
4. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
5. Trommel- en machinedeksel sluiten.
6. Juiste wasprogramma instellen:
- Met de programmakiezer programma en temperatuur instellen.
- Eventueel extra programmas instellen.
7. Eventueel centrifugetoerental wijzigen of SPOELSTOP "
8. Wasprogramma starten (toets START/PAUZE indrukken). Belangrijk! Als het programma in een spoelstop geëindigd is, vóór
" instellen.
het openen van het deksel POMPEN of CENTRIFUGEREN kiezen.
9. Machine- en trommeldeksel openen; wasgoed uit de machine
nemen. Het deksel kan worden geopend als indicatie DEKSEL uitgaat en indi-
catie EINDE gaat branden.
10. Wasautomaat uitschakelen: programmakiezer op UIT draaien.
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Machinedeksel openen en sluiten
. .
Openen: aan de greep van het machinedeksel trekken. Sluiten: machinedeksel stevig dichtdrukken.
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven, als het apparaat is ingescha­keld, aan of het machinedeksel kan worden geopend:
LESKEDeitacidni EZUAP/TRATSeitacidni
treppink treppink netunim2.acan,aj naa naa )1een tiu treppink aj
1) Machinedeksel is vanwege hoog waterniveau resp. hoge temperatuur vergrendeld.
Als indicatie EINDE " " 4 maal knippert en 4 maal* een akoestisch
?kjilegom
nenepoleskedenihcam
signaal klinkt, betekent dat dat u hebt geprobeerd een wasprogramma te starten terwijl het deksel niet goed gesloten was. Als dit gebeurt, het deksel stevig dichtdrukken en het wasprogramma opnieuw starten.
*Afhankelijk van het model kunnen enkele akoestische signalen klinken.
Trommeldeksel openen
Om de trommel te openen met één vinger op de dekselopening drukken. Dankzij de soft-opening gaat het deksel langzaam en veilig voor uw vingers open.
Wasgoed in de machine doen
Maximale vulgewichten, zie Programmatabellen”. Aanwijzingen m.b.t. de juiste voorbereiding van het wasgoed, zie Wasgoed sorteren en voorbereiden.
1. Wasgoed sorteren en voorbereiden.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
20
Attentie! Let erop dat er geen wasgoed tussen het deksel wordt geklemd!
Wasgoed en apparaat zouden kunnen beschadigen!
4. Trommel- en machinedeksel goed sluiten.
Page 21
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Aanwijzingen m.b.t. was- en nabehandelingsmiddelen, zie hoofdstuk Was- en nabehandelingsmiddelen.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren:
vak voor vloeibaar nabehande­lingsmiddel
(wasverzachter, stijfsel) Attentie! Vak niet verder dan markering MAX vullen. Dik­vloeibare middelen eventueel tot markering MAX met water verdun-
Gebruiksaanwijzing
nen, poedervormig stijfsel eerst op­lossen.
vak voor vlekkenzout
vak voor voorwasmiddel/ inweekmiddel*
alleen voor extra programma’s (VOORWAS/INWEKEN*) of voor ontharder.
vak voor poedervormig hoofdwasmiddel
Als u waterontharder gebruikt en het rechter vak voor voorwas-/ inweekmiddel nodig hebt, de waterontharder op het hoofd­wasmiddel in het linker vak doseren.
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen/tabletten:
Vloeibare wasmiddelen resp. tabletten met door de wasmiddel­industrie aangeboden doseerhulpjes doseren. Let op de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
* afhankelijk van model
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma instellen
Geschikt programma, juiste temperatuur en eventueel extra programma's voor het wasgoed: zie "Programmatabellen".
1. Programmakiezer op het gewenste waspro­gramma met de gewenste temperatuur
draaien. De brandende lampjes van de indicatie van het programmaverloop geven de programma-onderdelen van het gekozen programma aan.
2. Eventueel extra programma('s) kiezen: de indicaties van de gekozen extra programma'sgaan branden.
Om een ander programma te kiezen de betreffende
toets indrukken.
Om een programma uit te schakelen de toets nogmaals
indrukken.
Centrifugetoerental wijzigen/spoelstop kiezen
Eventueel centrifugetoerental voor de laatste centrifugegang wijzigen/SPOELSTOP kiezen: Toets centrifugetoerental/SPOELSTOP zo vaak indruk­ken, tot de indicatie van het gewenste centrifugetoerental (resp. van SPOELSTOP) brandt.
Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in het laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan het wasprogramma aangepast:
- WITTE/BONTE WAS 1200 tpm
22
- E-STAND 1200 tpm
- KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ 900 tpm
- FIJNE WAS 900 tpm
- WOL/ Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van het
gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
(handwas) 900 tpm
Page 23
Gebruiksaanwijzing
Extra spoelgang (SPOELEN +)
De wasautomaat is ingesteld op een uiterst zuinig waterverbruik. Voor mensen die aan een allergie lijden, kan het echter van belang zijn om met meer water te spoelen.
Als SPOELEN+ is ingesteld, wordt een extra spoelgang uitgevoerd bij de programmas WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ en FIJNE WAS. Bij levering van het apparaat is geen extra spoelgang ingesteld.
.
.
Extra spoelgang instellen:
1. Programmakiezer op WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/ STRIJKVRIJ of FIJNE WAS (met willekeurige temperatuur) draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop brandt SPOELEN+. De extra spoelgang is ingesteld. Dat blijft zo, tot u de extra spoelgang weer opheft.
Door de extra spoelgang wordt het waterverbruik hoger en de programmalooptijd langer.
Extra spoelgang opheffen:
1. Programmakiezer opnieuw op WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/
STRIJKVRIJ of FIJNE WAS draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop gaat SPOELEN+ uit. De extra spoelgang is opgeheven.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma starten
1. Controleren of de waterkraan open is.
2. Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken. Het programma
wordt gestart. Als indicatie EINDE 4 maal knippert en 4 maal* een akoestisch signaal
klinkt als u toets START/PAUZE indrukt, is het deksel niet goed gesloten. In dat geval het deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE op­nieuw indrukken.
*Afhankelijk van het model kunnen enkele akoestische signalen klinken.
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke programma-onderdelen zijn gekozen. Tijdens het pro­gramma brandt de indicatie van het onderdeel waarmee de machine bezig is.
Wasprogramma wijzigen
Programma wijzigen of annuleren
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Programmakiezer op stand UIT draaien. Het wasprogramma is nu ge­annuleerd.
3. Eventueel een ander programma instellen. Anders de programmakiezer op POMPEN of CENTRIFUGEREN draaien en toets START/PAUZE indrukken.
U kunt een wasprogramma te allen tijde onderbreken door toets START/ PAUZE in te drukken. Als u deze toets nogmaals indrukt wordt het pro-
24
gramma voortgezet. U kunt een wasprogramma alleen wijzigen als de programmakiezer op stand UIT is gedraaid.
Extra programma kiezen
KORT kunt u nog kiezen nadat het programma is gestart.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Toets KORT indrukken.
3. Toets START/PAUZE indrukken. Het programma gaat verder.
Page 25
Gebruiksaanwijzing
Centrifugetoerental wijzigen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog gewijzigd of SPOELSTOP gekozen worden.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Met toets centrifugetoerental/SPOELSTOP het toerental wijzigen.
3. Toets START/PAUZE opnieuw indrukken. Het wasprogramma wordt voortgezet.
Einde van het programma/wasgoed uit de machine nemen
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van het programmaverloop branden.
Als u spoelstop hebt gekozen, brandt naast DEKSEL en EINDE ook SPOEL­STOP.
1. Na een spoelstop moet eerst het water worden weggepompt: – Programmakiezer op stand UIT draaien, dan op POMPEN draaien en
toets START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt zonder centrifugeren)
of – Programmakiezer op stand UIT draaien, dan op CENTRIFUGEREN draaien
en toets START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en het wasgoed wordt gecentrifugeerd. Het centrifugetoerental kan ook tij­dens het centrifugeren worden gewijzigd). Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie EINDE.
2. Deksel openen. Het deksel kan worden geopend als indicatie DEKSEL uitgaat en indica­tie EINDE gaat branden.
3. Wasgoed uit de machine nemen.
4. Programmakiezer op UIT draaien.
5. Waterkraan dichtdraaien.
6. Trommel en deksl open laten staan zodat de wasautomaat kan luch­ten.
Belangrijk! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt, water­kraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Programmatabellen
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
,deogsawtrooS
tekitesaw
sawettiW
)(sawetnoB/sawettiW
sawetnoB
dnelletsrehkuerK
.xaM
thciwegluv
)deogsawgoord(
59
gk5,4
DNATS-E
06
gk5,4
gk0,2
gk0,1
06-03
06-04
JIRVKJIRTS
04
rezeikammargorP
ruutarepmeT
SAWETNOB/SAWETTIW
SAWETNOB/SAWETTIW
DNELLETSREHKUERK
fo
TROK
fo
fo
TROK
fo
TROK
ekjilegoM
artxe
s'ammargorp
SAWROOV
NEKKELV
SAWROOV
NEKKELV
SAWROOV
)1
NEKKELV
SAWROOV
NEKKELV
26
sawenjiF
sawdnah/loW
gk0,2
02-51.pser(
)segartiv²m
gk0,1 LOW
SAWENJIF
04/03
03-duok
SAWROOV
TROK
( ) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel,
volgens richtlijn 92/75/EG.
1)
Voor programma VLEKKEN is een temperatuur van minimaal 40°C nodig om het vlekkenzout
effectief te laten werken.
Page 27
Apart spoelen
Gebruiksaanwijzing
deogsawtrooS
sawetnob/sawettiW gk5,4
dnelletsrehkuerK gk0,2
sawenjiF gk0,2
sawdnah/loW gk0,1
Apart centrifugeren
deogsawtrooS
thciwegluv.xaM
rezeikammargorP
)deogsawgoord(
NELEOPS
thciwegluv.xaM
rezeikammargorP
)deogsawgoord(
sawetnob/sawettiW gk5,4
dnelletsrehkuerK gk0,2
sawenjiF gk0,2
sawdnah/loW gk0,1
NEREGUFIRTNEC
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
.
.
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt:
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningselementen reinigen
Bedieningspaneel
.
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het wasmiddelbakje verwijderd worden. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten van het wasmiddelbakje en trek het naar boven.
Maak het bakje onder stromend water schoon. Gebruik een borstel of doekje.
28
Controleer of de hevels aan de achterkant van het bakje niet geblokkeerd worden.
Page 29
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel ontstaan.
Attentie! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen. Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij drogist en supermarkt.
Gebruiksaanwijzing
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen.
.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal verwijderen.
Kans op vorst
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water worden afgetapt (zie "Pluizenfilter reinigen"). Bovendien: de toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de vloer leggen.
29
Page 30
Gebruiksaanwijzing
Pluizenfilter reinigen
Waarschuwing! Wasautomaat uitschakelen voordat u het pluizenfilter gaat reinigen!
.
.
.
.
Het is belangrijk dat het pluizenfilter regelmatig gereinigd wordt.
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de sokkel van de machine. Wij adviseren u het filter regelmatig te controleren en, zo nodig, schoon te maken. Een verstopt filter veroorzaakt machinestoring. Controleer het filter in elk geval na het wassen van pluizig goed, zoals molton.
Open het deurtje
Om het water te laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond. Draai de dop van het filter in de verticale stand
.
en laat het water weglopen.
Om het filter te reinigen: Draai het pluizenfilter linksom los en neem het uit de machine. Maak het onder stromend water schoon. Zet het filter terug en draai het rechtsom vast. Sluit het deurtje.
30
Page 31
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand als ...
Hulp bij storingen
Tijdens de fabricage van dit apparaat zijn vele controles uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst onderstaande aanwijzin­gen voordat u contact opneemt met onze service-afdeling. Terwijl het apparaat in werking is, kunnen foutcodes verschijnen.
Na opheffen van de mogelijke oorzaken van de storing toets START/ PAUZE indrukken om het onderbroken programma voort te zetten. Als de foutcode opnieuw verschijnt of als de storing niet is opgeheven con-
tact opnemen met onze service-afdeling of uw leverancier.
gnirotS gnissolpO
.teintratsenihcameD
.dreovegeotretawneegtdrowrE
fo/neteintreegufirtnecenihcameD
.teintpmop
:foreelortnoC
,siedronieitallatsnisiuhednignirekezed-
,netolsegnaasitcerroctaarappateh-
-lemmortedneleskedenihcamteh-
,njiznetolsegdeogneppelk
,tkurdegnisiEZUAP/TRATSsteot-
,signirotsmoortsneegre-
,sidiaardegnepolaamelehnaarkretawed-
.sidreekkolbegteinreoveotretawed-
:foreelortnoC
,sikurdedneodlovrenesineponaarkretawed­.sinetolsegfaneihcssimreoveotretawed-
:foreelortnoC
,sitkinkegfotpotsrevteingnalsreovfaed-
,sitpotsrevteinretlifreovfateh-
,sidleedrevlemmortednideogdeogsawteh-
fonepmopammargorpneihcssimu-
.nezokegtbehpotsleops
renelaam4treppinkEDNIEeitacidnI
.laangishcsitseokanee*laam4tknilk
renelaam1treppinkEDNIEeitacidnI
.*laangishcsitseokaneetknilk
:foreelortnoC
.thciddeogteinsileskedteH-
,sitpotsrevfothcidteinnaarkretawed-
.sitpotsrevteingnalsreoveotedniretlifteh-
31
Page 32
gnirotS gnissolpO
Gebruiksaanwijzing
.revotpoolfotkelenihcameD
-,dreesodegtbehleddimsawleevetteinu
-,nessawlaanihcamroovsitkihcsegleddimsawteh
-,tgiltsavgivetsgnalsreovfaednavednietiuteh
-,sitstaalpegdeognekamnoohcstehanretlifreovfateh
-.tkelteingnalsreoveotretawed
teinnjiznetatlusersaweD
.dnegiderveb
-,nessawlaanihcamroovsitkihcsegleddimsawteh
gresifotreerbivenihcameD
.gireiaawal
-,)53.gapeiz(dredjiwrevsignigilievebtropsnarted
-,sidleedrevlemmortednideogdeogsawteh
.nepoteintaagleskedteH
-.dlednergrevgonsileskedteH
:foreelortnoC
:foreelortnoC
,sinedalebrevoteinenihcamed-
.nezokegtbehammargorpsawetsiujtehu-
:foreelortnoC
ezjiwetsiujedponetaatssapretawtaarappateh-
,sidreellatsnïeg
-ibuemforuumednegetthcidetteintaarappateh-
,taatsrial
.sinedalebrevoteintaarappateh-
.nemrawpotemgizebneihcssimsitaarappateH-
etleevtruudammargorpsawteH
.gnal
neesnedjittpotsenihcameD
.ammargorpsaw
edneodlovteinsideogsawteH
niretawtfjilbrefodreegufirtneceg
.rethcalemmorted
nelaam2treppinkEDNIEeitacidnI
:foreelortnoC
,siedneodlovkurdretawed-
,sitpotsrevteinretlifreoveotretawteh-
.sinetolsegfaneihcssimreoveotretawed-
:foreelortnoC
,siedneodlovkurdretawed-
,sitpotsrevteinretlifreoveotretawteh-
,njizedronieitallatsnisiuhedninegnirekezed-
.tgidniepotsleopsneetemneihcssimammargorpteh-
:foreelortnoC
,sitkinkegteingnalsreovfaed-
teingnalsreovfaednavednietiutehnavetgoohed-
,siretem1nadregoh
.sitpotsrevteinpmopreovfaed-
hcsitseokanee*laam2tknilkre
.laangis
edtiurethcazrevsawtmokrE
.poolrevo
:foreelortnoC
,tkiurbegtbehdiehleeveohetsiujedu-
-leddimsawtehnavtnakrethcaednaaslevehed-
.njiztpotsrevteinejkab
*Afhankelijk van het model kunnen enkele akoestische signalen klinken.
32
Page 33
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Als het wasgoed grauw is en zich in de trommel kalkaanslag bevindt
U hebt niet genoeg wasmiddel gedoseerd. U hebt niet het juiste wasmiddel gebruikt. U hebt speciale verontreinigingen niet voorbehandeld. U hebt niet het juiste programma of de juiste temperatuur gekozen.
Als op het wasgoed nog grijze vlekken zitten
U hebt door zalf, crème of olie verontreinigd wasgoed met te weinig wasmiddel gewassen. U hebt een te lage temperatuur gekozen. In zulke gevallen is vaak wasverzachter (vooral in geconcentreerde vorm) buiten de machine direct op het wasgoed terechtgekomen.
Gebruiksaanwijzing
Dergelijke vlekken zo snel mogelijk uitwassen.
Als na de laatste spoelgang nog schuim zichtbaar is
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog schuim veroorzaken. Het wasgoed is dan echter voldoende gespoeld.
Als op het wasgoed witte resten zitten
Hierbij gaat het om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect. Wasgoed uitborstelen of uitschudden. Evt. ook het wasgoed binnenste buiten wassen. Evt. vloeibaar wasmiddel gebruiken.
33
Page 34
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Aanwijzingen m.b .t de veiligheid voor de installateur
Controleer de wasautomaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier.
Verwijder de transportbeveiliging geheel. Een niet verwijderde transportbeveiliging kan tijdens het centrifugeren leiden tot beschadiging van het apparaat en meubelen die ernaast staan.
Stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde steken. Geen verlengsnoeren, meervoudige stopcontacten of adapters gebruiken.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Let er vóór het in gebruik nemen op dat de op het typeplaatje aangegeven stroomsoort en netspanning overeenkomen met stroomsoort en netspanning op de plek van opstelling. Op het typeplaatje is ook te zien welke zekering nodig is.
Vóór eventuele werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact trekken.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling vervangen worden.
34
Page 35
Opstel- en aansluitaanwijzing
Transportbeveiliging verwijderen
Attentie Voordat het apparaat wordt opgesteld en aangesloten, moeten beslist de
transportbeveiligingen verwijderd worden.
De gedemonteerde transportbeveiligingen goed bewaren. Bij evt. transport (verhuizing) zijn ze weer nodig!
1.Apparaat uitpakken en van de grondplaat tillen.
2.Styropor-deel verwijderen door de machine iets op te
tillen.
A
B
3.Deksel van de machine openen en de polystyreen en kunststof wiggen die de trommel blokkeren verwijderen. Deksel sluiten.
C
4.M.b.v. de meegeleverde sleutel (A) de twee schroeven (B) uitdraaien en de kunststof busjes (C) verwijderen.
5.De gaten afsluiten met de stopjes uit het meegeleverde plastic zakje.
+3#
6.Overtuig u ervan, dat deze onderdelen uit het apparaat verwijderd zijn.
Het apparaat is nu ontgrendeld en kan in gebruik genomen worden.
35
Page 36
Opstel- en aansluitaanwijzing
Opstelling van het apparaat
Apparaat vervoeren
Apparaat nooit zonder transportbeveiliging vervoeren. Transportbeveiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen! Vervoer zonder transportbeveiliging kan tot beschadiging van het apparaat leiden. Het apparaat weegt ongeveer 75 kg.
Plaats van opstelling voorbereiden
De vloer moet schoon en droog zijn, vrij van bijv. resten van zeep, boenwas of andere vettige aanslag, zodat de machine niet kan wegglijden. Geen vettige stoffen of zeep als glijmiddel gebruiken !
Opstelling op hoogpolig tapijt en op tapijt met een rug van zacht schuim is niet aan te bevelen, omdat daardoor de stabiliteit van de machine niet meer gewaarborgd is.
Als de machine op kleine tegels wordt opgesteld, een rubber mat onder de machine leggen.
Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v. hout, karton of iets dergelijks, maar altijd door verstellen van de stelvoeten.
Als vanwege ruimtegebrek opstelling van de wasautomaat direct naast een fornuis of andere warmtebron onvermijdelijk is, moet tussen warmtebron en wasautomaat een warmte-isolerende plaat worden geplaatst, die aan de kant van de warmtebron van aluminiumfolie voorzien moet zijn.
De wasautomaat niet plaatsen in een ruimte waar het kan gaan vriezen. Kans op beschadiging!
36
Toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt worden.
Page 37
Opstel- en aansluitaanwijzing
Opstelling van verrijdbare machines
Attentie!
Door een centrale rol, die bediend wordt d.m.v. een hefboommechanisme, kan de machine verplaatst worden. Het apparaat alleen in gebruik nemen, als de hefboom in de gebruiksstand staat.
Hefboom voor rol gebruiksstand
Hefboom voor rol rijdstand
Afb.1 Afb.2
stelvoeten in hoogte verstelbaar
Afb.3
Afb.4
Met de in hoogte verstelbare voeten (afb.4) kan het apparaat zodanig worden opgesteld, dat het met de rol in de gebruiksstand veilig staat en niet wankelt.
37
Page 38
Opstel- en aansluitaanwijzing
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning, stroom­soort en benodigde zekering staan op het typeplaatje. Het typeplaatje vindt u aan de achterzijde van het apparaat. Bovendien vindt u op de binnenkant van het klepje voor het pluizenfilter een sticker met
productnummer en serienummer. Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de
installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Het stopcontact moet na opstelling van het apparaat makkelijk te bereiken zijn.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- "laagspanningsrichtlijn" 73/23/EG van 19.2.1973, incl. wijzigingsrichtlijn 93/68/EG
- "EMC-richtlijn" 89/336/EG van 3.5.1989, incl. wijzigingsrichtlijn 92/31/EG.
38
Page 39
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig. Attentie! Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan warm water worden aangesloten!
Waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,5 bar ( 0,05 MPa) en maximaal 8 bar (= 0,8 MPa) zijn.
Bij meer dan 8 bar: reduceerventiel installeren Bij minder dan 0,5 bar: toevoerslang aan de kant
Opstel- en aansluitaanwijzing
van het apparaat bij de magneetinlaatklep losschroeven en de doorstroomregelaar eruit nemen (de zeef m.b.v. een spitse tang verwijderen en de rubber schijf daarachter uitnemen). Zeef weer inzetten.
Watertoevoer
Meegeleverd wordt een aqua-control-slang van 1,5 meter lang.
Deze biedt optimale bescherming tegen waterschade. In geval van een storing blokkeert het systeem de watertoevoer naar het apparaat. De storing wordt aangegeven doordat een rode markering in het venstertje verschijnt. Neem dan contact op met onze service-afdeling.
.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt, gebruikt u dan uitsluitend een bij onze service­afdeling verkrijgbare, VDE-goedgekeurde complete slangenset met gemonteerde slangkoppeling.
In geen geval de slang verlengen!
39
Page 40
Opstel- en aansluitaanwijzing
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of in een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
.
.
Waterafvoer op een afvoerpijp of sifon
U hangt de afvoerslang zodanig in het meegeleverde kunststof bochtstuk, dat alleen de rubber tuit er uitsteekt. Dit uiteinde hangt u in de afvoerpijp of sifon. Het bochtstuk kunt u m.b.v. de gaten eventueel aan bijv. de muur vastmaken. De afvoerslang mag niet ingekort worden! Als de afvoerslang te lang is, laat hem dan in een ruime bocht achter de machine hangen; de slang mag niet knikken! Als de afvoerslang iets te kort is, verplaats dan de afvoerpijp. De hoogte van de afvoerpijp moet zich tussen 70 en 100 cm vanaf de onderzijde van de machine bevinden.
Waterafvoer in een wastafel, gootsteen of badkuip
Om wegglijden van de slang in een wastafel, gootsteen of badkuip te voorkomen, moet de afvoerslang met het meegeleverde bochtstuk worden vastgezet. De slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende water uit de wastafel kunnen worden gedrukt. Een kleine gootsteen is niet geschikt! Het bochtstuk m.b.v. de gaten aan de waterkraan of de muur vastmaken.
Pomphoogten van meer dan 1 meter
Voor het wegpompen van het sop bezit de wasautomaat een afvoerpomp die via de afvoerslang vloeistof transporteert tot een hoogte van 1 m, gerekend vanaf de standplaats van de machine. Neem bij een pomphoogte van meer dan 1 meter contact op met onze service-afdeling.
Houd een minimale afvoerhoogte van 70 cm aan.
40
Page 41
Technische gegevens
Hoogte x breedte x diepte 85 x 40 x 60 In hoogte verstelbaar ca. + 10/-5 mm Nettogewicht ca 64 kg Vulgewicht (afhankelijk van het programma) max. 4,5 kg Toepassingsgebied huishouden Trommeltoerentallen wassen max. 55 omw./min. Trommeltoerentallen centrifugeren max. 1200 omw./min. Waterdruk 0,5 - 8 bar
Opstel- en aansluitaanwijzing
( = 0,05 - 0,8 MPa)
Afmetingen van het apparaat
(afmetingen in mm)
41
Page 42
GARANTIEVOORWAARDEN
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om moge-lijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokera-misch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroor-zaakt door: a. chemische en elektrochemische inwerking van water, b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen, c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstan-digheden, d. contact met agressieve stoffen.
42
Page 43
Garantiebepalingen
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaan-wijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect
herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn
noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op
hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van
het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstan-digheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst: Electrolux Service Vennootsweg 1 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
43
Page 44
KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u contact opnemen met AEG: zie "Adres Klantenservice".
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het E/PNC- en F/S-nummer van uw apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje
(op het deurtje voor het pluizenfilter.) en kunt u het beste hieronder en voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding .........................................
E/PNC-Nr. .........................................
F/S-Nr .........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor? Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Geeft het multidisplay een foutcode aan?
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven. Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening de AEG service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt. Elektrische apparaten van AEG voldoen aan de betreffende veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen! Onze service­afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn overeengekomen.
146 4345 00
44
Page 45
Adres klantenservice
AEG fabrieksservice Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen tel. (0172)-468 172 (voor algemene, product- fax (0172)-468 470 of gebruiksinformatie)
Storingen/reparaties tel. (0172)-468 300 (voor bezoek servicetechnicus) fax (0172)-468 255
Onderdelen tel. (0172)-468 400
fax (0172)-468 376 www.aeg-huishoudelijk.nl
45
Page 46
46
Page 47
47
Page 48
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
Copyright by AEG
146 4345 00 - 10/02
From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.
From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.
From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.
The Electrolux group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150 coutries around the world.
Loading...