Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze
voor naslag op een later tijdstip.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat
• Bij het in de wintermaanden leveren van het apparaat bij temperatu-
ren onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen voor het wassen van binnen het huishouden gebruikelijk wasgoed bestemd.
• Het ombouwen van of het aanbrengen van wijzigingen aan de wasautomaat is niet toegestaan.
• Alleen was- en nabehandelingsmiddelen gebruiken die voor huishoudelijke wasautomaten geschikt zijn.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplossingen bevatten.
Explosiegevaar!
• De wasautomaat niet voor chemische reiniging gebruiken.
• Kleur- en ontkleurmiddelen mogen alleen in de wasautomaat worden
gebruikt als de fabrikant van dit product dit uitdrukkelijk vermeldt.
Voor eventuele schade zijn wij niet aansprakelijk.
Veiligheid voor kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten bereik van kinderen houden. Verstikkingsgevaar!
• Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrisch apparatuur verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de wasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klauteren. Levensgevaar!
5
Page 6
Algemene veiligheid
• Reparaties aan wasautomaten dienen alleen door vakmensen uitgevoerd te worden.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik als de stroomkabel, het bedieningspaneel, het bovenblad of de voet van het apparaat dermate
beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is.
• Voor de reiniging, het onderhoud en de reparatiewerkzaamheden
dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden. Vervolgens de stekker uit het stopcontact nemen of – bij een vaste aansluiting – de LSschakelaar in de zekeringkast uitschakelen of de schroefzekering geheel uitdraaien.
• Als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal
gaan worden, dient het apparaat van de stroomvoorziening genomen
te worden en dient de waterkraan gesloten te worden.
• De netstekker nooit aan de kabel uit het stopcontact trekken, maar
middels de stekker.
• Stekkerdozen, koppelingen en verlengingskabels mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasautomaat niet met een waterstraal afspuiten. Risico op
stroomschokken!
• Bij wasprogramma’s op hoge temperaturen wordt het glas van de vuldeur heet. Niet aanraken!
• Voor het aftappen van het apparaat, het reinigen van de afvoerpomp
of voor het in noodsituaties openen van de vuldeur dient het sop
eerst af te koelen.
• Huisdieren kunnen stroomkabels en waterslangen doorbijten. Risico
op stroomschokken en gevaar op wateroverlast! Huisdieren buiten
het bereik van wasautomaten houden.
6
Page 7
Apparatuurbeschrijving
Wasmiddellade
Schroefvoeten
(in hoogte
verstelbaar)
Bedieningspaneel
Toets Centrifugetoerental/SPOELSTOP
Toets STARTTIJDKEUZE
Bedieningspaneel
Kenplaatje
(achterzijde
vuldeur)
Sokkel/
Afvoerpomp
Multidisplay
Indicatie van het programmaverloop
Extra programmatoetsen
Toets START /PAUZE
Indicatie DEUR
Indicatie OVERDOSERING
Programmakeuzeknop
7
Page 8
Programmaoverzicht
1)
Extra programma’sCentrifugetoerental
Programma
2)
ECO
WITTE/BONTE WAS
95, 60, 40, 30
Max. vulgewicht
6kg•••••••
6kg••
SPOELEN +
KORT
VOORWAS
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
(droog wasgoed)
3)
••
4)
••••
1500
1000/700/500
40-60 MIX 6kg•••••••
KREUKHERSTELLEND
60, 50, 40, 30
3kg••••4)•••
STRIJKVRIJ 401kg••••••
FIJNE WAS
40, 30
3kg•••••
n (SPOELSTOP)
WOL/ZIJDE/ H (handwas)
40, 30, X (KOUD)
2kg••
FIJNSPOELEN3kg••
POMPEN
CENTRIFUGEREN6kg••
30 MIN.3kg••
1) Een emmer van 10 liter bevat ongeveer 2,5 kg droog wasgoed (katoen).
2) Programma-instellingen voor tests conform resp. in navolging van EN 60 456 en IEC 60 456 zijn in het hoofdstuk
“Verbruikswaarden” beschreven.
3) Aanbevolen vulgewicht bij korte programma's 3kg; een volle belading is mogelijk, echter met een iets minder reinigingsresultaat.
4) VLEKKEN - pas vanaf 40°C instelbaar omdat het vlekkenzout alleen op hogere temperaturen werkzaam wordt.
8
Page 9
Gebruik/Eigenschappen
Behandelings-
symbolen
1)
Energiesparend programma bij 60 °C voor licht tot normaal vervuild wit of bont
wasgoed van katoen/linnen.
Programma voor normaal tot sterk vervuild wit of bont wasgoed van katoen/linnen.
Programma voor wit en bont wasgoed dat op verschillende temperaturen moet worden gewassen. Wasgoed dat volgens de behandelingssymbolen op 40 °C of op 60 °C
apart gewassen moet worden, kan met dit programma samen worden gewassen. Het
wasresultaat van een normaal programma op 60 °C wordt bereikt.
Programma voor kreukherstellende mengweefsels en synthetische weefsels.
Speciaal programma bij 40 °C voor kreukherstellend textiel, dat na dit programma
nog slechts licht of zelfs helemaal niet hoeft te worden gestreken.
Voorzichtig programma voor fijne weefsels zoals textiel dat uit meer lagen bestaat,
microvezels, synthetische stoffen en vitrage (max. 20 bis 25m
chine doen). Met n (SPOELSTOP) ook geschikt voor textiel met speciaal ademend
membraan, bijvoorbeeld outdoorkleding.
Bijzonder voorzichtig programma voor met de hand en wasmachine wasbare wol/
zijde.
Apart voorzichtig spoelen (3 spoelgangen, vloeibaar nabehandelingsmiddel wordt
uit het inspoelvak
Wegpompen van het water na een n (SPOELSTOP).
Pompen en centrifugeren bijv. na n (SPOELSTOP) of apart centrifugeren van hand-
gewassen witte was/bonte was.
ingespoeld, voorzichtig centrifugeren).
&
2
vitrage in de wasma-
M O
J M O
J M
I K N
K N
I K
Q L H
I K N
Q L
H
J M O
Speciaal programma bij 30 °C, ca. 30 minuten, voor het kort wassen van bijv. eenmaal gedragen, licht vervuilde sportkleding of nieuw wasgoed.
1) Het cijfer in het behandelingssymbool geeft de maximale temperatuur aan.
J M O
I K N
9
Page 10
Voor het eerste gebruik van de wasautomaat
1. Wasmiddelschuiflade openen.
2. Ongeveer 2 liter water door de wasmiddelschuiflade in de wasautomaat
gieten.
Bij de volgende programmastart wordt daardoor het sopreservoir geslo-
ten en kan de ECO-sluis naar behoren functioneren.
3. Om eventuele restanten van de fabricage te verwijderen uit de trommel
en het sopreservoir, moet de eerste wasgang zonder wasgoed worden
uitgevoerd. Programma: WITTE/BONTE WAS 95, op de toets KORT drukken, ca. 1/4 maatbeker waspoeder toevoegen.
Let op! Bh’s en ander wasgoed met beugels uitsluitend in een net wassen. Beugels kunnen losraken en het apparaat beschadigen.
10
Wasgoed sorteren
• Op kleur: wit en gekleurd wasgoed separaat wassen. Wasgoed kan
kleurstof afgeven.
• Op temperatuur, soort wasgoed en behandelingsetiket.
Let op! Wasgoed met het behandelingsetiket G (= niet wassen!) niet
in de wasautomaat wassen.
Page 11
Wasprogramma uitvoeren
Vuldeur openen/was in de machine doen
1. Vuldeur openen: aan de deurgreep trekken.
De indicaties DEUR en START/PAUZE geven bij een ingeschakeld apparaat aan of de deur kan worden geopend:
Indicatie DEURIndicatie START/PAUZEKan de deur worden geopend?
brandt groenknippert rood of is uitja
brandt groenbrandt rood
brandt rood
of is uit
knippert rood
of brandt rood
2. Wasgoed uiteenvouwen en losjes in
de machine vullen. Grote en kleine
stukken wasgoed door elkaar in de
machine vullen.
Let op! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed klem komt te zitten tussen
de deur en de rubberen dichting.
3. Druk de vuldeur goed dicht. De sluiting moet hierbij hoorbaar vastklikken.
ja, nadat op de
toets START/PAUZE is gedrukt
nee, te hoge waterstand
resp. te hoge temperatuur
Was-/nabehandelingsmiddel toevoegen
Let op! Gebruik alleen was-/nabehandelingsmiddel dat geschikt is voor
in het huishouden gebruikte wasautomaten.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren conform de voorschriften van de
fabrikant van het was-/nabehandelingsmiddel. Neem de aanwijzingen
op de verpakking in acht.
De dosering is afhankelijk van:
– de mate van vervuiling van het wasgoed;
– de hoeveelheid wasgoed;
– de hardheid van het leidingwater.
• Ga als volgt te werk wanneer de fabrikant geen doseeraanwijzingen
geeft voor kleine hoeveelheden wasgoed: bij halve belading moet een
derde minder en bij een minimale belading slechts de helft van de
hoeveelheid wasmiddel worden gedoseerd, in vergelijking tot een volle belading.
11
Page 12
• Vanaf waterhardheid 2 (=middel) moet waterontharder worden ge-
bruikt. Wasmiddel kan dan altijd voor waterhardheid 1 (=zacht) worden gedoseerd. Het lokale waterbedrijf kan u informatie geven
omtrent de waterhardheid in uw omgeving.
1. Trek de schuiflade voor het wasmiddel tot aan de aanslag naar buiten.
2. Was-/nabehandelingsmiddel in de lade doen.
3. Wasmiddelschuiflade helemaal naar binnen schuiven.
Waspoeder/tabs
voor de hoofdwas
Wasverzachter/
verzorgingsmiddel/
stijfsel
Vlekkenzout/-tabs
Waspoeder/tabs
voor de voorwas
of waterontharder
Waspoeder/tabs voor de hoofdwas
(Als u waterontharder gebruikt en het rechtervak nodig hebt voor het
voorwasmiddel, voeg de waterontharder dan toe aan het hoofdwasmiddel in het linkervak.)
Wasverzachter, verzorgingsmiddel, stijfsel
Vak hoogstens tot de markering MAX vullen. Dikvloeibare concentraten
voor het toevoegen verdunnen volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Stijfsel in poedervorm oplossen.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
Vloeibaar wasmiddel in de door de wasmiddelfabrikant aangeboden
doseerhouders doen.
12
Page 13
Apparaat inschakelen/programma kiezen
Programma en temperatuur instellen met de programmakeuzeknop.
3Als u een programma kiest, scha-
kelt u hiermee tevens het apparaat
in.
– De indicatie van het programma-
verloop geeft de programmastappen aan die door het
gekozen programma zullen worden uitgevoerd.
– In het multidisplay verschijnt de geschatte looptijd van het program-
ma (in minuten).
Centrifugetoerental veranderen/spoelstop kiezen
De wasautomaat stelt het maximaal toegestane toerental voor, dat
geschikt is voor het gekozen programma. Dit toerental kunt u verlagen:
Druk hiervoor zo vaak op de toets
Centrifugetoerental/
n (SPOELSTOP), tot de gewenste
indicatie brandt.
3Het toerental voor het centrifugeren aan het einde van het programma
kan tijdens het programma nog worden veranderd. Ga hiervoor als
volgt te werk:
1. Op de toets START/PAUZE drukken.
2. Toerental veranderen.
3. Druk opnieuw op de toets START/PAUZE.
SPOELSTOP
Bij n (SPOELSTOP) blijft het wasgoed in het laatste spoelwater liggen.
Aan het einde van het programma wordt niet gecentrifugeerd, er wordt
wel tussendoor gecentrifugeerd. Het tussendoor centrifugeren is afhankelijk van het programma en kan niet worden gewijzigd.
13
Page 14
Extra programma's kiezen
Indien gewenst drukt u op de
toets(en) voor het betreffende extra
programma. De bijbehorende indicatie gaat branden.
3Wanneer ”Err“ in het multidisplay
knippert, kan het geselecteerde
extra programma niet worden gecombineerd met het ingestelde
wasprogramma.
SPOELEN +
Bij de programma's ECO, WITTE/BONTE WAS, FIJNE WAS, KREUKHERSTELLEND en STRIJKVRIJ worden twee extra spoelgangen uitgevoerd
(bijvoorbeeld bij een overgevoelige huid).
KORT
Verkort wasprogramma voor licht vervuilde was.
VOORWAS
Warm voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwasgang; met
tussendoor centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS.
14
VLEKKEN
Voor sterk vervuilde of bevlekte was. Het vlekkenmiddel wordt op het
optimale tijdstip tijdens het verloop van het programma in de machine
gespoeld.
Dit programma kan alleen worden ingesteld bij wastemperaturen vanaf
40°C, aangezien vlekkenmiddelen pas bij hogere temperaturen werkzaam zijn.
BEHOEDZAAM
Verbeterde spoelwerking door extra spoelgang bij een gelijktijdig
geringere trommelbeweging (weefsels worden ontzien). Ideaal
wanneer er vaak moet worden gewassen, bijvoorbeeld bij een
overgevoelige huid.
Page 15
Starttijdkeuze instellen
3Met de toets STARTTIJDKEUZE kunt u de start van een programma, per
30 minuten (30') tot max. 23 uur (23h) uitstellen.
1. Programma kiezen.
2. De toets STARTTIJDKEUZE zo vaak indrukken dat de gewenste starttij-
duitstelling in de multidisplay verschijnt, bijv. 12h, als het programma
over 12 uur moet starten. De indicatie 6h gaat branden.
3Wordt 23h aangegeven en drukt u nogmaals dan is de starttijdkeuze
weer opgeheven. Op de indicatie verschijnt 0' en aansluitend de looptijd van het ingestelde programma.
3. Om de starttijdkeuze te activeren, op de toets START/PAUZE drukken.
De resterende tijd tot de start van het programma wordt doorlopend
aangegeven, bijv. 12h, 11h, 10h, ... 30
' enz.).
Programma starten
1. Controleer of de waterkraan is geopend.
2. Toets START/PAUZE indrukken. Het wasprogramma wordt gestart resp.
start na afloop van de ingestelde starttijdkeuze.
3Wanneer nadat u op de toets START/PAUZE hebt gedrukt E40 in het
multidisplay knippert, de indicatie EINDE 4x knippert en gelijktijdig 4x
een signaaltoon klinkt, is de deur niet goed gesloten. Druk de deur goed
dicht en druk de toets START/PAUZE opnieuw in.
Verloop van het programma
• De indicatie van het programmaverloop geeft de programmastap aan
die momenteel wordt uitgevoerd.
• Het multidisplay toont de geschatte resterende looptijd (in minuten)
tot het einde van het programma.
3De resterende looptijd kan tijdens het wassen langer worden of kort stil
blijven staan. Dit wordt veroorzaakt doordat het wasprogramma zich bij
het wassen aan verschillende omstandigheden aanpast (bijvoorbeeld
soort en hoeveelheid wasgoed, onbalansherkenning bij het centrifugeren, speciale spoelgang, enzovoort).
15
Page 16
Programma onderbreken/wasgoed toevoegen
Programma onderbreken
• Door op de toets START/PAUZE te drukken kan een programma op ie-
der gewenst moment worden onderbroken en vervolgens opnieuw
worden gestart door nogmaals op de toets START/PAUZE te drukken.
• Om een programma voortijdig te stoppen draait u de programmakeu-
zeknop naar UIT. Let op! Houd rekening met het feit dat er zich water
in het apparaat kan bevinden!
Wasgoed toevoegen
Zolang de indicatie DEUR groen brandt, kan er wasgoed worden toegevoegd.
1. Druk op de toets START/PAUZE. De vuldeur kan worden geopend.
2. De vuldeur sluiten en opnieuw op de toets START/PAUZE drukken. Het
programma gaat door.
Einde van het programma/ wasgoed uit de machine nemen
Aan het einde van het programma brandt EINDE in de indicatie van het
programmaverloop. Zodra de indicatie DEUR groen oplicht, kan de deur
worden geopend.
1. De deur openen en de was uit de machine nemen.
2. Programmakeuzeknop op UIT zetten.
3. Trek na het wassen de wasmiddellade iets naar buiten, zodat deze kan
drogen. De deur op een kier laten staan, zodat de wasautomaat kan
luchten.
16
Wanneer u n (SPOELSTOP) hebt gekozen:
Na de spoelstop brandt EINDE in de indicatie van het programmaverloop.
Eerst moet het water worden weggepompt.
– De programmakeuzeknop naar UIT en vervolgens naar POMPEN
draaien en de toets START/PAUZE (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
– of de programmakeuzeknop naar UIT draaien en vervolgens naar
CENTRIFUGEREN. Indien gewenst het toerental aanpassen en de toets
START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en aansluitend wordt gecentrifugeerd).
Page 17
Overdosering
3Wanneer de indicatie OVERDOSERING brandt, is bij het zojuist uitge-
voerde programma te veel wasmiddel gebruikt. Houd u bij de volgende
wasgang aan de doseringsvoorschriften van de fabrikant van het wasmiddel en let tevens op het vulgewicht!
Kinderbeveiliging
Bij een geactiveerde kinderbeveiliging kan de vuldeur niet meer gesloten worden en kan geen wasprogramma worden gestart.
Kinderbeveiliging instellen:
De draaiknop (aan de binnenkant
van de vuldeur) met een muntstuk,
rechtsom tot de aanslag verdraaien.
1Waarschuwing! De draaiknop mag
zich na het instellen van de draaiknop niet in ingedrukte positie bevinden omdat anders de
kinderbeveiliging niet functioneert!
De draaiknop moet conform de afbeelding uitgetrokken zijn.
Kinderbeveiliging opheffen:
De draaiknop met een muntstuk
linksom tot aan de aanslag draaien.
17
Page 18
Reiniging en onderhoud
Let op! Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen reinigings-
middelen voor meubels of agressieve reinigingsmiddelen.
Neem het bedieningspaneel en de behuizing met een vochtige doek af.
Reinigingswasgang
Als er overwegend bij lage temperaturen wordt gewassen dient af en
toe een kookprogramma te worden gedraaid. Zo wordt eventuele afzetting verminderd. Bovendien wordt het apparaat zo van binnen gereinigd.
Wasmiddellade
De wasmiddellade dient regelmatig gereinigd te worden.
1. Trek de wasmiddellade met een krachtige ruk uit het apparaat.
2. Neem het inzetstuk voor de wasver-
zachter uit het middelste vak.
3. Reinig alle delen met water.
4. Het inzetstuk voor de wasverzachter
zo ver mogelijk insteken, zodat het
vast zit.
5. Maak ook het gehele inspoelgedeelte
van de wasautomaat en vooral ook
de sproeiers aan de bovenkant van
de inspoelvakjes met een borstel
schoon.
6. De wasmiddellade in de geleidingsrails plaatsen en naar binnen schuiven.
18
Page 19
Wastrommel
Als gevolg van roestende voorwerpen in het wasgoed of ijzerhoudend
leidingwater kan roestvorming op de trommel ontstaan.
Let op! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen,
chloor of ijzer bevattende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
1. Eventuele roestafzettingen op de trommel met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal verwijderen.
2. Wasgang zonder wasgoed uitvoeren en schoonmaakmiddelrestanten
uitspoelen. Programma: WITTE WAS/BONTE WAS 95, toets KORT indrukken, ca. 1/4 meetbeker waspoeder toevoegen.
Vuldeur en rubberen ring
Regelmatig controleren, of afzettingen of vreemde voorwerpen zich in
de naden van de rubberen ring of aan de binnenkant van het deurvenster hebben afgezet. Deurvenster en rubberen ring regelmatig reinigen.
Wat u moet doen als…
Kleine storingen zelf oplossen
Wanneer tijdens het gebruik een van de volgende foutcodes in het
multidisplay wordt weergegeven:
– E10 (problemen met de watertoevoer),
– E20 (problemen met de waterafvoer),
– E40 (vuldeur open),
raadpleeg dan de volgende tabel.
Nadat de storing is opgelost, drukt u op de toets START/PAUZE.
Bij andere storingen (E en getal of letter): apparaat uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen. Programma opnieuw instellen. Op de
toets START/PAUZE drukken.
Als de foutcode opnieuw wordt weergegeven, dient u contact op te nemen met de klantenservice om de foutcode door te geven.
19
Page 20
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wasautomaat werkt
niet.
Deur gaat niet dicht.
Wanneer op een toets
wordt gedrukt, verschijnt Err in het multidisplay.
E40 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 4x, tegelijkertijd klinkt 4x een signaaltoon.
E10 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 1x, tegelijkertijd klinkt 1x een signaaltoon.
(Probleem met de watertoevoer.)
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
Was is niet gecentrifugeerd.
De stekker zit niet in het
stopcontact of er is een probleem met de zekering.
Deur is niet goed gesloten.
Toets START/PAUZE is niet
lang genoeg ingedrukt.
Kinderbeveiliging is ingesteld.
De gekozen functie kan niet
met het ingestelde programma worden gecombineerd.
Deur is niet goed gesloten.
Waterkraan is gesloten.Open de kraan.
Zeef in schroefkoppeling
van de toevoerslang is verstopt.
Waterkraan zit vol met kalkaanslag of is defect.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
Schroefpootjes zijn niet
goed afgesteld.
Slechts een paar grote stukken wasgoed in de trommel.
De stekker in het stopcontact
steken. Zekering controleren.
Deur goed sluiten, zodat de
vergrendeling hoorbaar vastklikt.
Toets START/PAUZE langer
indrukken.
Kinderbeveiliging opheffen.
Maak een andere keuze.
Deur goed sluiten. Programma opnieuw starten.
De waterkraan dichtdraaien.
Slang losschroeven, zeef verwijderen en schoonmaken.
Controleer de kraan, indien
nodig laten repareren.
Transportbeveiliging verwijderen.
Voetjes afstellen volgens de
aanwijzingen voor opstelling
en aansluiting.
Trommel altijd zo vol mogelijk beladen. Grote en kleine
delen door elkaar mengen.
20
Page 21
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Er loopt water onderuit
de wasautomaat.
EF0 wordt weergegeven. De indicatie EINDE
knippert 15x, tegelijkertijd klinkt 15x een signaaltoon.
Afvoerpomp blijft
voortdurend lopen –
ook wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
Waswater schuimt
sterk. Aan heteindevan
het wasprogramma
wordt het centrifugeren afgebroken. Indicatie OVERDOSERING
brandt.
E20 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 2x, tegelijkertijd klinkt 2x een signaaltoon.
(Probleem met de waterafvoer.)
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld, vak w
voor nabehandelingsmiddel is met water gevuld.
Schroefkoppeling van de
toevoerslang lekt.
Afvoerslang is lek.Afvoerslang vervangen.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Er zat wasgoed tussen de
deur geklemd.
Aftapslang is lek.Aftapslang goed aansluiten.
De beveiliging tegen wateroverlast, Aqua Control, is
in werking getreden.
Waarschijnlijk is er teveel
wasmiddel gebruikt.
Knik in de afvoerslang.Knik uit de slang halen.
Maximale pomphoogte van
1m is overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij een sifonaansluiting: sifon is verstopt.
Het wasverzachterinzetbakje is niet goed in
het vak voor nabehandelingsmiddel gezet of is verstopt.
Toevoerslang vastschroeven.
Deksel goed sluiten.
De wasautomaat de volgende
keer zorgvuldig vullen.
Waterkraan dichtdraaien,
vervolgens de stekker uit het
stopcontract trekken en contact opnemen met de klantenservice.
Wasmiddel nauwkeurig volgens de aanwijzingen van de
fabrikant doseren.
Neem contact op met de
klantenservice.
Wasautomaat uitzetten.
Stekker uit het stopcontact
trekken.
Afvoerpomp schoonmaken.
Vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
De sifon reinigen.
Wasmiddelschuiflade reinigen, inzetstuk voor
wasverzachter goed bevestigen.
21
Page 22
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wacht tot de indicatie DEUR
groen brandt.
Het programma gaat verder
wanneer de stroomuitval
voorbij is.
Wasgoed uit de wasautomaat
halen:
wanneer er water in de wasautomaat zichtbaar is, vóór
het openen van de deur eerst
het water weg laten lopen
(zie het gedeelte “Water aftappen").
Let op de maximale belading.
Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet worden geopend.
Was is erg gekreukt.
Deur is vergrendeld.
Stroomuitval! (Alle indicaties zijn uit.)
De deur blijft ca. 4 tot 10
minuten vergrendeld.
Mogelijk teveel wasgoed in
de wasautomaat.
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Het wasgoed is grauw en kalk heeft zich in de trommel vastgezet.
• Er is onvoldoende wasmiddel gebruikt.
• Niet het juiste wasmiddel is gebruikt.
• Speciale vervuilingen zijn niet voorbehandeld.
• Programma of temperatuur zijn niet correct ingesteld.
Op het wasgoed zijn grijze vlekken aanwezig
• Met zalf, vet of olie vervuild wasgoed is met te weinig wasmiddel ge-
wassen.
• Er is op te lage temperatuur gewassen.
• De meest voorkomende oorzaak is dat wasverzachter, en met name in
geconcentreerde vorm, op het wasgoed terecht is gekomen. Dergelijke vlekken dienen zo snel mogelijk uitgewassen te worden en de betreffende wasverzachter dient voorzichtig gebruikt te worden.
22
Na de laatste spoelgang is nog schuim zichtbaar
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelgang nog
schuim veroorzaken. Het wasgoed is echter voldoende gespoeld.
Witte restanten op het wasgoed
• Het betreft niet opgeloste bestanddelen van moderne wasmiddelen.
Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoelen.
Wasgoed uitschudden of afborstelen. Eventueel het wasgoed in de
toekomst voor het wassen binnenste buiten keren. Wasmiddelkeuze
Page 23
controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een
vloeibaar wasmiddel aan te bevelen.
Aftappen
1Waarschuwing! Voor het aftappen de wasautomaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact nemen!
Waarschuwing! Het sop dat uit de aftapslang komt kan heet zijn. Ver-
brandingsgevaar! Vóór het aftappen het sop laten afkoelen!
1. De aftapslang uitnemen.
2. Een vlakke opvangbak onder de
slang plaatsen. Aansluitend de afsluitstoppen door het rechtsom
draaien losdraaien en uittrekken.
3. Het sop loopt uit. Indien noodzakelijk de opvangbak meerdere keren
legen en de aftapslang tussentijds
met de afsluitstoppen sluiten.
Als het sop afgetapt is:
4. De afsluitstoppen goed in de aftapslang plaatsen en rechtsom vast-
draaien.
5. De aftapslang weer in de houder terug plaatsen.
6. Het klepje van de sokkel plaatsen en sluiten.
23
Page 24
Afvoerpomp
De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van het pompdeksel is
alleen in het geval van een storing vereist als er geen water weg wordt
gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel.
Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde
voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig is. Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde
voorwerpen dat het pompwiel beschermt.
1Waarschuwing! Voor het openen van het pompdeksel de wasautomaat
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen!
1. Tap eerst het water uit de wasautomaat af.
2. Leg een doek op de vloer voor het deksel van de afvoerpomp.
Er kan restwater uitlopen.
3. Het pompdeksel linksom losschroeven en uitnemen.
4. Eventuele vreemde voorwerpen en
textielpluizen uit het pomphuis en
van het pompwiel verwijderen.
5. Controleer of het pompwiel helemaal achter in het pomphuis rond
kan worden gedraaid. (Het is normaal als het pompwiel stootsgewijs
draait.) Als het pompwiel niet kan
worden gedraaid dient u contact op
te nemen met de klantendienst.
6. Pompdeksel weer terugplaatsen.
Lipjes van het deksel zijdelings in de
geleidingssleuven inschuiven en het
deksel rechtsom vastdraaien.
7. De aftapslang sluiten en in de houder plaatsen.
8. Klepje van de sokkel sluiten.
24
Page 25
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1Waarschuwing! Bij afgedankte apparatuur dient de stroomstekker uit
het stopcontact genomen te worden. De voedingskabel afsnijden en
met de stekker verwijderen.
Het slot van de vuldeur onklaar maken. Als gevolg kunnen kinderen
zich niet insluiten en niet in levensgevaar komen.
25
Page 26
Technische gegevens
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Deze
waarden kunnen in het dagelijks gebruik verschillend zijn.
26
Programmakeuzeknop
(temperatuur)
WITTE/BONTE WAS 956622,20
2)
ECO
WITTE/BONTE WAS 406580,70
KREUKHERSTELLEND 403580,52
FIJNE WAS 303580,42
WOL/ZIJDE H (handwas) 302540,35
1) De bepaling voor het vulgewicht is conform de norm EN 60456 Standard load.
2) Tip: programma-instellingen voor tests in overeenstemming met resp. EN 60 456 en
IEC 60 456.
De verbruikswaarden kunnen van de aangegeven waarden afwijken, afhankelijk van
de druk, de hardheid en de toevoertemperatuur van het water, de omgevingstemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, het gebruikte wasmiddel, schommelingen in de netspanning en de gekozen extra functies.
Vulgewicht
1)
in kg
6451,02
Water
in liters
Energie
in kWh
Page 27
Instructies voor plaatsing en aansluiting
1Veiligheidsinstructies voor het aansluiten
• Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw.
• Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade ge-
controleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier.
• Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging
verwijderd te zijn. Anders kan er bij het centrifugeren schade aan het
apparaat of aan naburige meubels, ontstaan.
• Voor de inbedrijfname dient de sproeiwaterbeveiliging op het appa-
raat aangebracht te zijn (zie “Transportbeveiliging verwijderen”).
• De stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd geaard
stopcontact steken.
• Bij een vaste aansluiting: een vaste aansluiting mag uitsluitend door
een erkend vakman worden uitgevoerd.
• Controleer voor de ingebruikname of de op het kenplaatje van het
apparaat vermelde nominale spanning met de netspanning en het
stroomtype op de plaats van de opstelling overeenkomt. Ook de elektrische beveiliging die nodig is kunt u van het kenplaatje aflezen.
• Als werkzaamheden volgens de voorschriften aan de waterinstallatie
van de wateraansluiting van de wasautomaat uitgevoerd dienen te
worden, dienen deze door een erkende installatievakman te worden
uitgevoerd.
• Als werkzaamheden volgens de voorschriften ten aanzien van de
elektrische aansluiting van de wasautomaat op het stroomnet uitgevoerd dienen te worden, dienen deze door een erkende elektrotechnische vakman te worden uitgevoerd.
• De stroomtoevoerleiding van de wasautomaat mag uitsluitend door
de klantendienst of een erkend vakman worden omgewisseld.
27
Page 28
Aansluiten van het apparaat
Het apparaat transporteren
1Waarschuwing! De wasautomaat is zwaar. Verwondinggevaar! Voor-
zichtigheid bij het optillen vereist.
• Het apparaat niet op het voorfront en niet op de rechter zijkant (van-
af de voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen nat worden.
• Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren. De
transportbeveiliging dient eerst op de plaats van de installatie verwijderd te worden! Het transporteren zonder transportbeveiliging kan
tot beschadigingen van en aan het apparaat leiden.
• Het apparaat niet aan de geopende vuldeur en ook niet aan de sokkel
optillen.
Bij transport met een steekwagen:
• De steekwagen alleen vanaf de zijkant tegen het apparaat plaatsen.
Het laadvlak van de steekwagen mag niet langer zijn dan 24 cm, anders kunnen delen van het waterbeveiligingssysteem worden beschadigd.
Uitpakken
1 Voor het eerste gebruik moet u de beschermingsvoorzieningen die voor
het transport aangebracht werden, verwijderen.
Let op!
Bewaar deze beschermingsvoorzieningen: ze zullen opnieuw gebruikt
moeten worden bij toekomstige verplaatsingen van het toestel (bijvoorbeeld bij verhuis).
1. Na de beschermingen te hebben verwijderd laat u het toestel voorzichtig
op de achterkant steunen om het
blok polystyreen te verwijderen dat
de sokkel van de verpakking vormt.
28
Page 29
2. Zet het toestel terug recht en verwijder de bevestiging van de voedingskabel en van de afvoerleiding
aan hun steun aan de achterzijde
van het toestel.
3. Met de meegeleverde sleutel
schroeft u de middelste schroef A
achteraan boven los en verwijdert u
ze. Verwijder de overeenkomstige
plastic pen zorgvuldig.
4. Schroef de twee grote schroeven B
achteraan en de zes kleine schroeven
C, onderaan, los en verwijder ze.
29
Page 30
5. Verwijder de transportrail D.
6. Schroef de zes kleine schroeven C
terug vast.
7. Open de deur en verwijder het blok
polystyreen dat met kleefband aan
de deurdichting bevestigd is.
8. Stop de centrale opening en de twee
openingen (onderaan) dicht met de
plastieken afdekkingen die zich in de
enveloppe met de gebruiksaanwijzing bevinden.
Sluit de toevoerleiding aan volgens
de aanwijzingen in de paragraaf
"Wateraansluiting".
30
Page 31
Opstellingsplaats
Let op! Het apparaat mag niet in een aan vorst onderhevige ruimte
worden gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies!
Vorstschade valt niet onder de garantie!
• De opstellingsplaats dient vast en egaal te zijn. Het apparaat niet op
tapijt of zachte vloerbedekking opstellen.
• De opstellingsplaats dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van
geleidende of glijdende oppervlakken zodat het apparaat niet weg
kan glijden.
• Bij opstellingsplaatsen op een vloer voorzien van een klein formaat
tegels dient een in de handel verkrijgbare en daarvoor geschikte rubbermat onder het apparaat geplaatst te worden.
Het apparaat juist afstellen
De vier voeten van het apparaat zijn
vooraf ingesteld.
Grove oneffenheden kunnen door
het individueel instellen van de in
hoogte verstelbare schroefvoeten
worden gecompenseerd.
Hiervoor dient de bijgeleverde speciale sleutel gebruikt te worden.
Let op! Oneffenheden van het
grondoppervlak niet met behulp van
stukjes hout, karton of soortgelijke
materialen compenseren, maar door
het afstellen van de in hoogte verstelbare schroefvoeten.
Elektrische aansluiting
Gegevens over de netspanning, stroomtype en de vereiste beveiliging
zijn op het kenplaatje weergegeven. Het kenplaatje is in het gebied van
de invulopening aangebracht.
31
Page 32
Wateraansluiting
Toegestane waterdruk
De waterdruk dient ten minste 1bar (=10N/cm2=0,1MPa) te zijn en
mag ten hoogste 10bar (=100N/cm
– Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen.
– Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de rechte kant van
de magneetinlaatklep afschroeven en de doorstroomhoeveelheidregelaar uitnemen (tevens de zeef met een pincet verwijderen en de
daaronder gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
2
=1MPa) bedragen.
Water inlet
Let op!
• De toevoerleiding, die samen met het toestel geleverd wordt, bevindt
zich in de trommel.
• Gebruik hiervoor nooit een gebruikte leiding.
• Dit apparaat mag niet aan de warmwatervoorziening worden aange-
sloten!
1. Open de deur en neem de toevoerleiding eruit.
2. Sluit het gebogen koppelstuk van de
leiding aan op de machine.
Let op!
Richt de toevoerleiding niet naar beneden. Laat de leiding naar links of
rechts buigen naargelang de plaats
van de watertoevoerkraan.
3. Plaats de leiding op de juiste wijze
door de klemring los te schroeven.
Na het plaatsen van de toevoerleiding schroeft u de klemring opnieuw
goed vast om lekken te vermijden.
32
Page 33
4. Schroef het koppelstuk van de toevoerleiding op de getapte uitloop
van de waterkraan. Gebruik altijd de
leiding die met het toestel geleverd
werd.
Waterblokkeersysteem Aqua Control
De toevoerleiding is voorzien van
een bescherming tegen waterschade.
Indien de binnenleiding beschadigd
zou raken door natuurlijke slijtage,
dan zal deze voorziening de watertoevoer naar het toestel blokkeren.
Het defect wordt gemeld door een
rode zone in het kleine venster „A".
In dit geval moet u de waterkraan
dichtdraaien en contact opnemen
met de technische dienst.
Gebruik geen verlengstuk voor de
toevoerleiding. Indien ze te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen,
moet u een nieuwe, langere leiding kopen die speciaal daarvoor geschikt is.
33
Page 34
Waterafvoer
Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer dient ten hoogste 1 meter te zijn.
Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm).
De klantendienst heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar.
Waterafvoer via een sifon
De verbindingsplaats buis/sifon met
een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Waterafvoer via een wastafel/bad
1Let op!
– Kleine wasbekkens zijn hier niet
voor geschikt. Het water kan overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang
mag niet in het uitgepompte water ondergedompeld zijn. Anders
kan het water teruggezogen worden!
– Bij afvoer via een wastafel of een
bad dient de afvoerslang met het
meegeleverde bochtstuk tegen
wegglijden geblokkeerd te worden.
Het uitlopende water kan anders
de slang uit het bekken duwen.
– Bij het wegpompen controleren of
het water voldoende snel afloopt.
34
Afvoerhoogtes van meer dan 1 meter
De afvoerpomp van de wasautomaat voert het sop tot op een hoogte
van 1meter af, dit gerekend vanaf de onderkant van het apparaat.
Let op! Bij afvoerhoogtes van meer dan 1 meter kunnen storingen en
beschadigingen aan het apparaat optreden.
Voor afvoerhoogtes van meer dan 1meter is een ombouwset verkrijgbaar. Neem hiervoor a.u.b. contact op met de klantendienst.
Page 35
Garantie/Adres service-afdeling
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11 . Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale
in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een
nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het pro-
duct, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
35
Page 36
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk bin-
nen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit
is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen
het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de
rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs
een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal
aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten
terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
36
Page 37
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel.0172-468 300
tel.0172-468 172
www.aeg.nl
37
Page 38
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op
verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van
het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15
gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum
van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de
toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorko-
men.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leve-
ringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vi-
trokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit
die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
– chemische en elektrochemische inwerking van water,
– abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
– voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
– contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten
onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstel-
ling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer
het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en
daardoor een defect veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd
of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden
gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11 .Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst
dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van
de gebruiker.
38
Page 39
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals
mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden
we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelf-
de gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan bui-
ten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is
vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde
toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker
na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf
te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
België
TelefonTelefax
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
E-mail: consumer.services@electrolux.be
Consumer services 02/363.04.4402/363.04.00
02/363.04.60
Luxemburg
TelefonTelefax
Grand-Duché de Luxembourg
ELECTROLUX HOME PRODUCTS
Rue de Bitbourg. 7
L-1273 Luxembourg-Hamm
Dit apparaat wordt door Electrolux in elk van de achter in deze handleiding genoemde landen
gedurende de in het bij het apparaat behorende garantiebewijs genoemde periode of anderszins
bij de wet gegarandeerd. Als u van een van deze landen verhuist naar een ander van de hieronder genoemde landen, verhuist de garantie op het apparaat met u mee. De volgende beperkingen zijn hierop van toepassing:
•
De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het apparaat. Deze
datum dient te worden aangetoond door overlegging van een geldig, door de verkoper van
het apparaat afgegeven aankoopbewijs.
•
De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en in dezelfde mate voor arbeidsloon
en onderdelen als van toepassing in uw nieuwe land van vestiging op dit specifieke model of
deze specifieke serie apparaten.
De garantie op het apparaat is persoonlijk, geldt dus voor de oorspronkelijke koper van het
•
apparaat en kan niet worden overgedragen op een andere gebruiker.
•
Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de door Electrolux afgegeven instructies en wordt alleen in huis gebruikt, dat wil zeggen, het apparaat wordt niet
gebruikt voor commerciële doeleinden.
•
Het apparaat wordt geïnstalleerd in overeenstemming met alle relevante voorschriften die in
uw nieuwe land van vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europese garantie tasten geen van de aan u bij de wet verleende rechten aan.
40
Page 41
www.electrolux.com
ptb
Albania+35 5 4 261 450Rr. Pjeter Bogdani Nr. 7 Tirane
Electrolux Service, S:t Göransgatan 143,
S-105 45 Stockholm
Tarlabaþý caddesi no : 35 Taksim
Istanbul
129090 Москва, Олимпийский
проспект, 16, БЦ „Олимпик“
42
Page 43
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze klantenservice of met een van onze servicepartners.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig: