Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje
door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In de tekst worden de volgende symbolen gebruikt:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
1
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid.
Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het ap-
paraat.
Aanwijzingen en praktische tips
3
Informatie m.b.t. het milieu
2
1. Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ...
3. ...
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling (zie ook hoofdstuk Service).
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo ...
• Het apparaat mag alleen door een erkend elektro-installateur wor-
den aangesloten.
• Bij storingen of beschadigingen aan het apparaat: zekeringen in de
huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
• Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen worden gebruikt.
• Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet met hete
kookzones in aanraking komen of onder de hete ovendeur worden
geklemd.
• Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de oven-
ruimte heet.
• Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de
oven.
5
Zo wordt schade aan het apparaat voorkomen
• Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en zet geen bakplaat, pan
enz. op de bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane warmte-ophoping beschadigd wordt.
• Vruchtensappen die van de bakplaat druppelen, laten vlekken achter
die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik voor erg vochtig
gebak de universele plaat.
• De open ovendeur niet belasten.
• Giet water nooit direct in de hete oven. Er kunnen dan beschadigin-
gen aan het email ontstaan.
• Bij gebruik van geweld, speciaal aan de kanten van de voorruit, kan
het glas breken.
• Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Ze kunnen bij het inschakelen in brand vliegen.
• Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Er kunnen dan beschadigingen aan het email ontstaan.
6
2 Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Alle gebruikte materialen kunnen onbeperkt worden hergebruikt.
De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen:
• >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakjes
binnenin.
• >PS< voor geschuimd, cfk-vrij polystyreen, bijv. bij de hoekbeschermers.
Oud apparaat verwijderen
Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten af-
1
gedankte apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt.
Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen.
In het kader van de milieubescherming moeten afgedankte apparaten
op de juiste manier worden weggegooid.
• Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de ge-
meentelijke reinigingsdienst of het gemeentehuis.
7
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
8
Hoofdtoets
Voor in- en uitschakelen van het gehele apparaat.
Hoofdtoets bij apparaten met metalen front
In de tekst en in de afbeeldingen wordt uniform het
3
symbool N voor hoofdtoets gebruikt.
Uitrusting oven
9
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het
achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Accessoires oven
Combi-rooster
Voor servies, bakvormen, braden en
grilleren.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes
Universele plaat
Om te braden resp. als opvangbak
voor vet.
10
Vleesthermometer
Om precies te bepalen hoe gaar een
stuk vlees is.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
De oven functioneert alleen als de tijd is ingesteld.
3
Na de elektrische aansluiting of na
stroomuitval brandt “12.00” en
“DAGTIJD” knippert.
1. Met toets + of - de actuele dag-
tijd instellen.
2. Ca. 5 seconden wachten.
Het knipperen stopt en de ingestelde dagtijd wordt aangegeven.
Het apparaat is nu klaar voor het
gebruik.
11
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet u hem grondig reinigen.
Attentie: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! De op-
1
pervlakte kan beschadigd worden.
Tip: Bij metalen fronten in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen
3
gebruiken.
Apparaat met de hoofdtoets inschakelen.
Het symbool boven de toets brandt.
3. Keuzetoets X voor ovenfuncties
één maal indrukken.
“LICHT” brandt en de ovenverlichting is ingeschakeld.
4. Alle accessoires en inschuifroosters uit de oven nemen en met een
warm sopje schoonmaken.
5. Oven ook met een warm sopje afnemen en drogen.
6. Front van het apparaat met een vochtige doek afnemen.
7. Na het schoonmaken ovenverlichting met de keuzetoets Y voor oven-
functies uitschakelen.
12
Bedienen van de kookzones
Algemene aanwijzingen
3
• Onderstaande beschrijving geldt niet voor inductie-kookzones.
• Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin
vindt u meer belangrijke informatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
• Apparaat altijd eerst met de hoofdtoets N inschakelen.
• Apparaat met de hoofdtoets N uitschakelen.
Schakel de kookzone bij langere kooktijden ca. 5-10 minuten voor het
2
einde van de kooktijd uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo
bespaart u elektrische energie.
Kookstanden
• In de bereiken 1-9 kunt u de kookstanden instellen.
• Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen. Deze hebben een
punt links boven naast de verwarmingsstand.
• Bovendien is elke kookzoneschakelaar met een automatische functie
Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
3
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt
dan naar buiten.
Kookstand instellen
1. Apparaat met de hoofdtoets inschakelen.
2. Voor aan de kook brengen/aanbra-
den een hoog vermogen kiezen.
(Stand 9 instellen.)
3. Zodra zich stoom vormt resp. het
vet heet is, op de gewenste kookstand instellen.
4. Om het kookproces te beëindigen
op de nul-stand terugdraaien.
De bijbehorende kookzone-indicatie geeft nog ca. 3 seconden “0”
aan.
14
Koken met kookautomatiek
Bij het koken met kookautomatiek werkt de kookzone een bepaalde tijd
met vol vermogen en schakelt dan op de ingestelde doorkookstand terug.
1. Apparaat eventueel met de hoofdtoets inschakelen.
2. Kookzoneschakelaar zo ver mogelijk
rechtsom draaien om de aankookstoot in te schakelen.
3. In de kookzone-indicatie verschijnt
een “A”.
4. Daarna kookzoneschakelaar op de
gewenste doorkookstand terugdraaien.
5. De ingestelde doorkookstand wordt
aangegeven.
Na enkele seconden verschijnt i.p.v.
de doorkookstand opnieuw “A” in de
indicatie.
De doorkookstand wordt weer aangegeven, zodra de berekende tijd
voor de aankookstoot is afgelopen.
6. Om het kookproces te beëindigen op stand “0” terugdraaien.
7. Apparaat eventueel met de hoofdtoets uitschakelen.
Als u tijdens de automatische functie een hogere doorkookstand kiest,
3
bijv. van “3” naar “6” schakelt, wordt rekening gehouden met de reeds
verlopen tijd voor de aankookstoot. Als u een lagere doorkookstand
kiest, wordt de automatische functie direct beëindigd.
U kunt de automatische functie voortijdig beëindigen door de kookzo-
3
neschakelaar eerst op “0” te draaien en dan weer de gewenste doorkookstand in te stellen.
15
Aankooktijden bij koken met kookautomatiek
SchakelstandAankooktijd van de kookautomatiek
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
A en
Na afloop van de aankooktijd schakelt de kookautomatiek automatisch
op de ingestelde doorkookstand terug.
Let goed op bij de eerste kookprocessen. Daarbij kunt u vaststellen
welke kookstand bij “uw servies”, voor “uw gerechten en hoeveelheden”
optimaal is.
9
8
7
ç
6
å
5
ã
4
ä
3
â
2
1
zonder automatische functie
4,5 minuten
3,5 minuten
3minuten
2minuten
12,5 minuten
10 minuten
8minuten
6,5 minuten
5,5 minuten
5minuten
3minuten
2minuten
1minuten
16
Veiligheidsuitschakeling van de kookzones
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld
of de kookstand niet wordt veranderd, wordt de kookzone automatisch
uitgeschakeld.
In de kookzone-indicatie van de uitgeschakelde kookzone verschijnt -.
De kookzones worden uitgeschakeld bij:
• kookstand
• kookstand
• kookstand
• kookstand
.
1 - .2 na 6 uur
.
3 - .4 na 5 uur
.
4 - .5 na 4 uur
.
6 - .9 na 1,5 uur
In gebruik nemen na de veiligheidsuitschakeling
Om de kookzone opnieuw in gebruik te nemen na de veiligheidsuitschakeling de ingeschakelde kookzoneschakelaar op de nul-stand
draaien.
Daarna is de kookzone weer klaar voor het gebruik.
17
Bedienen van de oven
De elektronische ovenbesturing
Algemene aanwijzingen
3
• Apparaat altijd eerst met de hoofdtoets N inschakelen.
• Als de gekozen functie brandt, begint de oven te verwarmen resp. de
ingestelde tijd af te lopen.
• De ovenverlichting is ingeschakeld, zodra een ovenfunctie is gekozen.
• Apparaat met de hoofdtoets N uitschakelen.
18
Ovenfuncties
Voor de oven hebt u de beschikking over de volgende functies:
De functies SOLO HETELUCHT, BOVEN+ONDERWARMTE en INFRATHERM
3
hebben een automatische snelopwarming. Die zorgt ervoor dat de gekozen temperatuur zo snel mogelijk wordt bereikt.
SOLO HETELUCHT
Temperatuurvoorstel: 150 °C
Voor het bakken van gebak op één niveau en voor gebak dat extra
bruin moet worden en een knapperige bodem moet krijgen. Dat geldt
bijv. voor pizza, quiche Lorraine, kaastaart enz.
De oventemperaturen 20-40 °C lager instellen dan bij boven- en onderwarmte.
Boven- en onderwarmte werken en bovendien is de ventilator ingeschakeld.
MULTI HETELUCHT
Temperatuurvoorstel: 150 °C
Voor bakken op max. drie niveaus tegelijk.
De oventemperaturen 20-40 °C lager instellen dan bij boven- en onder-
warmte.
Het verwarmingselement in de achterwand werkt en bovendien is de
ventilator ingeschakeld.
BOVEN + ONDERWARMTE
Temperatuurvoorstel: 200 °C
Voor bakken en braden op één niveau.
De verwarmingselementen van boven- en onderwarmte werken.
INFRATHERM
Temperatuurvoorstel: 180 °C
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.
Grillelement en bovenwarmte werken afwisselend met de ventilator.
19
GROTE GRILL
Temperatuurvoorstel: 300 °C
Voor het grilleren van platte levensmiddelen in grotere hoeveelheden,
bijv. steaks, schnitzels, vis of om te roosteren.
Bovenwarmte en grillelement werken.
KLEINE GRILL
Temperatuurvoorstel: 300 °C
Voor het grilleren van platte levensmiddelen, die in het midden
van het rooster worden gelegd, bijv. steaks, schnitzels, vis of om te
roosteren.
Het grillelement werkt.
WARMHOUDSTAND
Temperatuurinstelling: 80 °C
Voor het warmhouden van gerechten.
De verwarmingselementen van boven- en onderwarmte werken.
ONTDOOIEN
Temperatuurinstelling: 30 °C
Voor het gedeeltelijk en geheel ontdooien van bijv. gebak, boter,
brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Bij deze functie werkt de ventilator zonder verwarming.
20
ONDERWARMTE
Temperatuurvoorstel: 150 °C
Voor het nabakken van gebak met een knapperige bodem.
Het onderwarmte-verwarmingselement werkt.
LICHT
Voor in- en uitschakelen van de ovenverlichting.
Zo lang de oven werkt, is de ovenverlichting automatisch aan.
Ovenfunctie inschakelen
1. Apparaat met de hoofdtoets N in-
schakelen.
2. Keuzetoets X of Y indrukken, tot
de gewenste functie brandt.
In de temperatuurindicatie verschijnt een temperatuurvoorstel.
Het temperatuurcontrolelampje
brandt zolang de oven opwarmt.
Oventemperatuur wijzigen
Toets + of - indrukken, om de
temperatuur te verhogen of te verlagen.
De instelling geschiedt in stappen
van 5 °C.
Ovenfunctie wijzigen
Toets X of Y zo vaak indrukken,
tot de gewenste functie brandt.
21
Oven uitschakelen
Om de oven uit te schakelen keuzetoets X of Y zo vaak indrukken,
tot er geen ovenfunctie meer
brandt.
Koelventilator
3
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator nog verder
lopen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
Ovenverlichting in- en uitschakelen
U kunt de ovenverlichting ook zonder ovenfunctie inschakelen.
1. Apparaat met de hoofdtoets N in-
schakelen.
2. Keuzetoets X voor ovenfuncties
één maal indrukken.
“LICHT” brandt en de ovenverlichting is ingeschakeld.
3. Keuzetoets Y voor ovenfuncties
één maal indrukken.
De ovenverlichting is uitgeschakeld.
22
Rooster en universele plaat inzetten
Kantelbeveiliging
3
Alle inschuifdelen zijn voorzien van een kleine welving rechts en links.
Deze welving dient als kantelbeveiliging en moet altijd naar achteren
wijzen.
Universele plaat
inzetten:
De kantelbeveiliging moet naar achteren wijzen.
✘
Rooster inzetten:
Rooster zo inzetten dat de twee geleidingsstangetjes naar boven wij-
zen. De kantelbeveiliging moet naar
beneden wijzen en achter in
de oven liggen.
Rooster en plaat inzetten:
Als u rooster en universele plaat samen gebruikt, de kantelbeveiliging
van het rooster precies in de inhammetjes van de plaat zetten.
23
Vetfilter inzetten/uitnemen
Het vetfilter beschermt tijdens het braden het verwarmingselement in
de achterwand tegen vetspatten.
Vetfilter inzetten
Vetfilter aan het greepje pakken en
de twee steuntjes van boven naar
beneden in de opening in de achterwand van de oven (ventilatoropening) steken.
Vetfilter uitnemen
Vetfilter aan het greepje pakken en
naar boven uitnemen.
24
Extra functies
PIZZA
Voor het bakken van kant-en-klare gerechten zoals pizza, lasagne en
patates frites uit de diepvries.
Bij deze speciale extra functie is het aanbevolen voorverwarmen niet
nodig.
Let op de bereidingsaanwijzingen van de fabrikant.
3
Oventemperatuur voor hetelucht gebruiken.
1. Keuzetoets extra functies Y zo
vaak indrukken, tot de functie
“PIZZA” brandt.
In de temperatuurindicatie verschijnt het temperatuurvoorstel
“200 °C”.
2. Door indrukken van de bijbehorende
toets + of - kan de voorgestelde
temperatuur 10 °C verhoogd of verlaagd worden.
Patates frites enz. tussendoor 2 - 3 maal omkeren.
3
25
GEBAK
Voor het bakken van voorgebakken gebak. Bij deze speciale extra functie is het aanbevolen voorverwarmen niet nodig.
Let op de bereidingsaanwijzingen van de fabrikant.
3
Oventemperatuur voor hetelucht gebruiken.
1. Keuzetoets extra functies Y zo
vaak indrukken, tot de functie “GEBAK” brandt.
In de temperatuurindicatie verschijnt het temperatuurvoorstel
“160 °C”.
2. Door indrukken van de bijbehorende
toets + of - kan de voorgestelde
temperatuur 10 °C verhoogd of verlaagd worden.
26
GEVOGELTE/KG
Voor het braden van gevogelte in z’n geheel met automatisch programmaverloop, waarbij u alleen het gewicht hoeft in te stellen.
1. Voorbereid gevogelte met de borst naar beneden in een braadpan op
het rooster op het eerste inzetniveau van onderen in de oven zetten.
2. Keuzetoets Y extra functies zo
vaak indrukken, tot “GEVOGELTE/
KG” brandt.
In de temperatuurindicatie verschijnt “1.3” en de klokfunctie
“DUUR” brandt.
3. Binnen een minuut de bijbehorende
toets + of - indrukken, om de gewichtsinstelling te wijzigen
(0,5 - 2,9).
Door indrukken van keuzetoets
3
klokfuncties Y kan de DUUR worden opgevraagd.
4. Na ca. 2/3 van de braadtijd klinkt een signaal dat aangeeft dat het gevogelte moet worden omgekeerd.
5. Na afloop van de braadtijd klinkt een signaal.
De oven schakelt uit.
PYROLYSE
Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven.
Daarbij worden vuilresten in de oven verbrand, zodat ze na het afkoe-
len van de oven makkelijk kunnen worden weggeveegd.
De oven wordt tot ca. 500 °C opgewarmd.
Zie “Pyrolytische reiniging uitvoeren” .
27
Vleesthermometer
Om de oven tot op de graad nauwkeurig uit te schakelen als de ingestelde vleeskerntemperatuur is bereikt.
Attentie: Alleen de meegeleverde vleesthermometer gebruiken! Ge-
1
bruik ook in geval van vervanging alleen een originele AEG vleesthermometer!
1. Punt van de vleesthermometer zo
ver in het vlees steken dat de punt
zich in het centrum van het vlees
bevindt.
2. Stekker van de vleesthermometer zo
ver mogelijk in de contactdoos in de
zijwand van de oven steken.
“VLEESTHERMO.” brandt.
3. Gewenste ovenfunctie en -temperatuur instellen.
In de temperatuurindicatie links
verschijnt het temperatuurvoor-stel van de gekozen ovenfunctie.
In de tijdsindicatie rechts verschijnt '60 C' als voorstel voor de
vleeskerntemperatuur.
4. Gewenste vleeskerntemperatuur
met de tijdkeuzetoets + of - instellen.
28
Na ca. 5 seconden wordt in de tijdsindicatie rechts de actuele vlees-kerntemperatuur aangegeven.
De vleeskerntemperatuur wordt pas
3
vanaf 30 °C oplopend aangegeven.
Vleeskerntemperatuur opvragen resp. wijzigen
3
– Als u toets + of - één maal indrukt, wordt de ingestelde vleeskern-
temperatuur aangegeven.
– Als u toets + of - vaker indrukt, kunt u de gekozen temperatuur
achteraf wijzigen.
Zodra de gemeten vleeskerntemperatuur overeenkomt met de ingestelde vleeskerntemperatuur, klinkt er een signaal en de oven schakelt
automatisch uit.
5. Tijdkeuzetoets + of - indrukken
om het signaal uit te schakelen.
Waarschuwing: De vleesthermo-
1
meter is heet! Aan de stekker en de
punt van de thermometer kunt u
zich branden!
6. Stekker van de vleesthermometer
uit de contactdoos trekken en het
vlees met de thermometer erin uit
de oven nemen.
7. Oven uitschakelen.
29
Klokfuncties
KOOKWEKKER
Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
DUUR
Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn.
EINDE
Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld.
DAGTIJD
Voor instellen, wijzigen of oproepen van de dagtijd.
(Zie ook hoofdstuk “Voor het in gebruik nemen”)
Algemene aanwijzingen
3
• Apparaat voor elke klokinstelling met de hoofdtoets N inschakelen.
• Na het kiezen van een klokfunctie knippert de functie ca. 5 seconden.
In die tijd kunnen met de tijdkeuzetoets + of - de gewenste tijden
worden ingesteld of gewijzigd.
• Na het instellen van de gewenste tijd knippert de functie nogmaals
ca. 5 seconden. Daarna brandt de functie. De ingestelde tijd begint
af te lopen.
• Het signaal kan worden uitgeschakeld door indrukken van een wille-
keurige kloktoets.
30
KOOKWEKKER
1. Keuzetoets klokfunctie Y zo vaak
indrukken, tot KOOKWEKKER knippert.
2. Met toets + of - de gewenste tijd
instellen.
(Max. 2 uur en 30 minuten).
Na ca. 5 seconden geeft de indicatie
de resterende tijd aan.
KOOKWEKKER brandt.
Als de tijd om is, knippert
KOOKWEKKER en er klinkt
2 minuten lang een signaal.
Signaal uitschakelen:
Door indrukken van een willekeurige klokfunctietoets.
31
DUUR
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Keuzetoets klokfunctie Y zo vaak
indrukken, tot DUUR knippert.
3. Met toets + of - de gewenste
duur instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie op de dagtijd om. DUUR
brandt.
32
Als de tijd om is, knippert DUUR, er
klinkt 2 minuten lang een signaal en
de oven schakelt uit.
Signaal uitschakelen:
Door indrukken van een willekeurige klokfunctietoets
EINDE
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Keuzetoets klokfunctie Y zo vaak
indrukken, tot EINDE knippert.
3. Met toets + de gewenste uitscha-
keltijd instellen.
Na ca. 5 seconden schakelt de indicatie op de dagtijd om. EINDE
brandt.
4. Als de tijd om is, knippert EINDE, er
klinkt 2 minuten lang een signaal en
de oven schakelt uit.
Signaal uitschakelen:
Door indrukken van een willekeurige klokfunctietoets
33
DUUR en EINDE gecombineerd
DUUR en EINDE kunnen gelijktijdig worden gebruikt, als de oven op een
3
later tijdstip automatisch moet worden in- en uitgeschakeld.
1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen.
2. Met de functie DUUR de tijd instel-
len die het gerecht nodig heeft.
Bijv. 1 uur.
3. Met de functie EINDE de tijd instellen waarop het gerecht klaar moet
zijn.
Bijv. 14:05 uur.
4. DUUR en EINDE branden en in de
indicatie verschijnt de dagtijd. In dit
voorbeeld 12:05 uur.
De oven schakelt op het juiste tijdstip automatisch in.
Bijv. 13:05 uur.
5. Na afloop van de ingestelde duur
klinkt 2 minuten lang een signaal en
de oven schakelt uit.
Bijv. 14:05 uur.
DUUR en EINDE knipperen.
34
DAGTIJD wijzigen
1. Keuzetoets klokfunctie Y zo vaak
indrukken, tot DAGTIJD knippert.
2. Met toets + of - de actuele dag-
tijd instellen.
3. Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en de klok geeft de ingestelde
dagtijd aan.
Het apparaat is weer klaar voor het
gebruik.
De DAGTIJD kan alleen worden gewijzigd als de oven en de kinderbevei-
3
liging zijn uitgeschakeld.
35
Verdere functies
2 Uitschakelen van de tijdsindicatie
Door uitschakelen van de tijdsindincatie kunt u energie besparen.
Tijdsindicatie uitschakelen
1. Apparaat eventueel met de hoofdtoets uitschakelen.
2. Keuzetoets klokfuncties Y en + tegelijk zo lang indrukken, tot de in-
dicatie donker wordt (ca. 5 seconden).
Zodra het apparaat weer in gebruik wordt genomen, schakelt de indica-
3
tie automatisch in.
De volgende keer dat het apparaat wordt uitgeschakeld, gaat de tijdsin-
dicatie weer uit.
Om de dagtijd weer permanent te laten aangeven, moet u de tijdsindi-
catie weer inschakelen.
Tijdsindicatie inschakelen
1. Apparaat eventueel met de hoofdtoets uitschakelen.
2. Keuzetoets klokfuncties Y en + tegelijk zo lang indrukken, tot de in-
dicatie weer verschijnt (ca. 5 seconden).
De indicatie kan alleen worden uitgeschakeld als de oven uit is.
3
36
Kinderbeveiliging van de oven
De oven is uitgerust met een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de oven niet in gebruik worden genomen.
• De kinderbeveiliging geldt voor de oven en de kookzones.
3
• Als u de kinderbeveiliging wilt inschakelen mag er geen ovenfunctie
zijn gekozen.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Apparaat eventueel met de
hoofdtoets inschakelen.
2. Keuzetoetsen ovenfunctie X en
Y tegelijk ingedrukt houden tot
in de ovenindicatie “SAFE” en in
de kookzone-indicatie “L” verschijnt.
De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
Keuzetoetsen ovenfunctie X en Y tegelijk ca. 2 seconden ingedrukt
houden.
De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven is weer klaar voor
het gebruik.
Als u het apparaat met de hoofdtoets uitschakelt, wordt de kinderbe-
3
veiliging niet opgeheven.
37
Toetsenvergrendeling
Om ervoor te zorgen dat een ingestelde ovenfunctie niet per ongeluk
kan worden gewijzigd.
Toetsenvergrendeling inschakelen
1. Apparaat eventueel met de
hoofdtoets inschakelen.
2. Ovenfunctie kiezen.
3. Keuzetoetsen ovenfunctie X en
Y tegelijk ca. 2 seconden ingedrukt houden tot in de indicatie
“LO” verschijnt.
De toetsenvergrendeling is nu
ingeschakeld.
Toetsenvergrendeling uitschakelen
Keuzetoetsen ovenfunctie X en Y tegelijk ca. 2 seconden ingedrukt
houden.
De toetsenvergrendeling wordt automatisch opgeheven, als het apparaat wordt uitgeschakeld.
38
Veiligheidsuitschakeling / Sicherheitsabschaltung
van de oven
Wanneer de oven na een bepaalde tijd niet uitschakelt of indien de
3
temperatuur niet verandert, schakelt de oven automatisch uit.
Het display "0.00" en het temperatuurcontrolelampje knipperen en er
De oven volledig uitschakelen.
Vervolgens kan de oven opnieuw in gebruik worden genomen.
39
Toepassingen, tabellen en tips
Koken
De gegevens in de volgende tabellen zijn richtlijnen. Welke schakelstand voor een kookproces nodig is, hangt af van de kwaliteit van de
pannen en van soort en hoeveelheid van de levensmiddelen.
Richtlijnen voor het koken op de kookzone
Schakel-
stand
9
7-9
6-7
4-5koken
3-4
2-3wellen
1-2smelten
Kookproces/
doorkookstand
aan de kook
brengen
aanbraden
voorzichtig
sterk
braden
stoven,
stomen
geschikt voor
aan de kook brengen van grote hoeveelheden water,
deegwaren koken
frituren van pommes frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulash,
bakken van aardappelkoekjes
braden van lendestuk, biefstuk
braden van vlees, schnitzel, cordon bleu
karbonade, gehaktballen, braadworst, lever
roux, voorzichtig bakken van
eieren, omelet, beignets frituren
koken van grotere hoeveelheden,
éénpansgerechten en soep,
koken van aardappelen, bouillon trekken
stoven van groente,
sudderen van vlees, rijstebrij koken
wellen van rijst en melkgerechten
(tussendoor omroeren),
koken van kleine hoeveelheden aardappelen en groente,
verwarmen van kant-en-klare gerechten
schuimomelet, sauce hollandaise,
warmhouden van gerechten,
smelten van boter, chocolade, gelatine
40
0nawarmte, uit-stand
Wij raden u aan, bij het aan de kook brengen of aanbraden stand "9“ in
3
te stellen en gerechten met een langere kooktijd daarna op de betreffende doorkookstand verder gaar te laten worden.
Toepassingvoorbeelden voor koken met kookautomatiek
Schakel-
stand
A7
tot A8
A6
tot A7
A6 tot A7bakkenpannenkoeken
A3½
tot A5½
A3
tot A5
A2½
tot A4½
A2
tot A3½
A2
tot A3½
Kook-
proces
sterk
braden
braden
kokensoepen
stoven
smoren,
ontdooien
wellen
opwarmen
Geschikt voorDuur
steaks
schnitzel,
gehaktballen,
spiegeleieren,
braadworst
aardappelen,
groente
groente
rijst, gierst,
boekweit
kant-en-klare
gerechten,
éénpansmaal-
tijden
3-10
minuten
10-20
minuten
continu
bakken
40-150
minuten
20-60
minuten
20-45
minuten
25-50
minuten
10-30
minuten
Aanwijzingen
Tips
tussendoor omkeren
tussendoor omkeren
tussendoor omkeren
max. 2 l vloeistof
plus ingrediënten
weinig vloeistof gebruiken
bijv.: max. 1/4 l water
op 750 g aardappelen
indien nodig wat vloeistof
toevoegen
minstens dubbele hoeveel-
heid vloeistof toevoegen
afhankelijk van de hoeveel-
heid
instelling aanpassen
A1 tot A2smelten
Let in het begin op het automatisch koken. Afhankelijk van servies en hoeveelheid levensmiddelen moeten bovenstaande voorbeelden aan uw ervaringen worden aangepast.
boter, choco-
lade
10-20 mi-
nuten
afhankelijk van de hoeveel-
heid
instelling aanpassen
41
Koken met kookautomatiek raden wij aan voor:
3
– gerechten die koud worden opgezet, op hoog vermogen verhit en op
de doorkookstand niet voortdurend in de gaten hoeven te worden
gehouden,
– gerechten, die continu in een hete pan worden gebraden.
Koken met kookautomatiek is niet geschikt voor:
– goulash, rollade en dergelijke suddergerechten die tot het bereiken
van de juiste bruinheidsgraad onder voortdurend omkeren aangebraden, bedropen en gaargestoofd moeten worden,
– deeggerechten met veel vloeistof,
– het koken met de snelkookpan,
– grote hoeveelheden soep/éénpansmaaltijden met meer dan 2 liter
vloeistof.
42
Bakken
Om te bakken ovenfunctie SOLO HETELUCHT, MULTI HETELUCHT of BOVEN+ONDERWARMTE gebruiken.
Bakvormen
• Voor BOVEN+ONDERWARMTE zijn bakvormen van donker metaal en
vormen met een speciale laag geschikt.
• Voor SOLO HETELUCHT resp. MULTI HETELUCHT zijn ook bakvormen
van licht metaal geschikt.
Inzetniveaus
• Bakken met SOLO HETELUCHT of BOVEN+ONDERWARMTE is slechts
op één niveau tegelijk mogelijk.
• Met MULTI HETELUCHT kunt u op max. 3 bakplaten tegelijk bakken:
1 bakplaat:
bijv. inzetniveau 3
2 bakplaten:
inzetniveaus 1 en 4
1 bakvorm:
bijv. inzetniveau 1
3 bakplaten:
inzetniveaus 1, 3 en 5
43
Algemene aanwijzingen
3
• Bij het bakken vetfilter uitnemen, omdat anders het bakproces lan-
ger wordt en het gebak ongelijkmatig bruin wordt.
• De inzetniveaus worden van onderen naar boven geteld.
• Bakplaat met het schuine gedeelte naar voren in de oven plaatsen!
• Gebak in vormen altijd in het midden van het rooster zetten.
• U kunt met SOLO HETELUCHT of BOVEN+ONDERWARMTE ook twee
bakvormen tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. De baktijd
wordt dan nauwelijks langer.
Aanwijzingen bij de baktabellen
In de tabellen vindt u voor verschillende gerechten de benodigde temperatuur, baktijd en inzetniveau.
• De temperaturen en baktijden zijn slechts richtlijnen, omdat ze afhangen van de samenstelling van het deeg, van de hoeveelheid en
van de bakvorm.
• Wij raden u aan, de eerste keer de laagste temperatuur in te stellen
en alleen indien nodig, bijv. als het gebak bruiner moet zijn of als de
baktijd te lang is, een hogere temperatuur te kiezen.
• Als u voor uw eigen recept geen concrete gegevens vindt, zoek dan
soortgelijk gebak in de tabel.
• Bij het bakken van gebak op bakplaten of in vormen op verschillende
niveaus kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn.
• Vochtig gebak (bijv. pizza, vruchtengebak enz.) op één niveau tegelijk
bakken.
• Verschil in hoogte van het gebak kan in het begin tot verschillende
bruinheidsgraad leiden. In dit geval niet de temperatuurinstelling veranderen. Verschillen in bruinheidsgraad worden in de loop van
het bakproces kleiner.
44
Bj langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van
2
de baktijd uitschakelen, om gebruik te maken van de nawarmte.
De tabellen gelden, indien niet anders aangegeven, voor het inzetten in
de koude oven.
Tabel bakken
Bakken op één inzetniveau
Soort gebakSOLO HETELUCHT
Inzet-
niveau
van on-
Tempera-
tuur
ºC
deren
BOVEN+ONDER-
WARMTE
Inzet-ni-
Tempera-
veau van
onderen
tuur
ºC
Tijd
voor beide
functies
uren: min.
gebak in vormen
tulband
1150-1601160-1800:50-1:10
zandgebak/cake1140-1601150-1701:10-1:30
biscuittaart1150-1601160-1800:25-0:40
taartbodem van
zandtaartdeeg
3170-1802
190-210
1
0:10-0:25
taartbodem van roerdeeg3150-1702170-1900:20-0:25
dichte appeltaart1150-1701170-1900:50-1:00
hartige taart
(bijv. quiche Lorraine)
1160-1801190-2100:30-1:10
kaastaart1140-1601170-1901:00-1:30
gebak op de bakplaat
gistvlecht-/krans3160-1703170-1900:30-0:40
kerstbrood3
brood (roggebrood) eerst
.....................................dan
soezen3
biscuitrol3
1
150-170
.180-200
1
140-160
160-170
150-170
3
160-180
1
2
160-180
1
3190-2100:15-0:30
1
3
180-200
250
1
1
0:40-1:00
0:30-1:00
1
0:10-0:20
0:20
kruimeltaart droog3150-1603160-1800:20-0:40
boter-/suikertaart3
vruchtengebak
(van gistdeeg/roerdeeg)
2
1
160-170
3
190-210
3150-1703170-1900:25-0:50
1
0:15-0:30
45
Soort gebakSOLO HETELUCHT
BOVEN+ONDER-
WARMTE
Tijd
Inzet-
niveau
van on-
deren
vruchtengebak van
zandtaartdeeg
1
plaatkoek met tere vulling
(bijv. kwark, room)
pizza (met veel vulling)
2
pizza (dun)1200-2201
Turks brood1200-2201
Tempera-
tuur
ºC
Inzet-niveau van
onderen
Tempera-
tuur
ºC
voor beide
functies
uren: min.
3160-1703170-1900:40-1:20
--3
1180-2001
160-180
190-210
230-300
270-300
1
1
1
1
0:40-1:20
0:30-1:00
0:10-0:25
0:08-0:15
koekjes
koekjes van zandtaartdeeg
3150-1603
170-190
1
0:06-0:20
sprits3140-1503160-1800:10-0:40
koekjes van roerdeeg3150-1603170-1900:15-0:20
schuimpjes380-1003100-1202:00-2:30
bitterkoekjes3100-1203120-1400:30-0:60
46
gistkoekjes3160-1703170-1900:20-0:40
bladerdeegkoekjes3
broodjes3
170-180
180-200
1
3
1
3
180-220
190-210
1
1
0:20-0:30
0:20-0:35
1) Oven voorverwarmen
2) Universele plaat gebruiken!
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
Bakken op verschillende inzetniveaus
MULTI HETELUCHT
1
Tijd
uren: min.
0:35-0:60
Soort gebak
Inzetniveau van onderen
2 niveaus3 niveaus
Tempera-
tuur ºC
gebak op de bakplaat
soezen1/4-
160-180
kruimeltaart droog1/4-140-1600:30-0:60
koekjes
koekjes van zandtaartdeeg
1/41/3/5150-1600:15-0:35
sprits1/41/3/5140-1500:20-0:60
koekjes van roerdeeg1/4-160-1700:25-0:40
schuimpjes1/4-80-1002:10-2:50
bitterkoekjes1/4-100-1200:40-1:20
gistkoekjes1/4-160-1700:30-0:60
bladerdeegkoekjes1/4-
broodjes1/4-
170-180
180-190
1
1
0:30-0:50
0:30-0:55
47
Tips voor het bakken
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
Het gebak is aan de
onderkant te licht
Het gebak zakt in elkaar (wordt klef,
sponzig, waterstrepen)
Het gebak is te droog Te lage baktemperatuurBaktemperatuur volgende
Het gebak wordt ongelijkmatig bruin
Verkeerde inzethoogteGebak lager inzetten
Te hoge baktemperatuurBaktemperatuur wat lager
instellen
Te korte baktijdBaktijd verlengen
Baktijden kunnen niet door
een hogere baktemperatuur worden verkort
Te veel vloeistof in het deegGebruik de volgende keer
minder vloeistof
Let op de kneedtijden, vooral
bij het gebruik van keukenmachines
keer wat hoger instellen
Te lange baktijdBaktijd verkorten
Te hoge baktemperatuur en te
korte baktijd
Baktemperatuur wat lager
instellen en baktijd verlengen
48
Het deeg is ongelijkmatig verdeeld
Het vetfilter is ingezetVetfilter uitnemen
Te lange baktijdTe lage temperatuurBaktemperatuur volgende
Het vetfilter is ingezetVetfilter uitnemen
Deeg gelijkmatig op de bakplaat verdelen
keer wat hoger instellen
Tabel ovenschotels en gratineren
BOVEN+ONDERWARMTEINFRATHERM Tijd
Inzet-niveau van
onderen
pastaschotel1180-2001160-1700:45-1:00
lasagne1180-2001160-1700:25-0:40
gegratineerde
1
groente
gegratineerd
stokbrood
zoete ovenschotel
visschotel1180-2001160-1700:30-1:00
gevulde
groente
1) Oven voorverwarmen
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
1
1200-2201160-1700:15-0:30
1200-2201160-1700:15-0:30
1180-200--0:40-0:60
1180-2001160-1700:30-1:00
Tempera-
tuur
°C
Inzet-niveau van
onderen
Tempera-
tuur
°C
uren: min.
49
Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten
GerechtInzetniveau
van onderen
diepvries-pizza3
patates frites
(300-600 g)
baguettes3
vruchtengebak3
1) Opmerking: patates frites tussendoor 2-3 x omkeren.
Bij diepgevroren gerechten kunnen tijdens het bereiden de gebruikte
3
bakplaten kromtrekken. Dat is een gevolg van het grote temperatuur-
1
3INFRATHERM 200-220 °C15-25 min.
OvenfunctieTemperatuurTijd
BOVEN+ONDER-
WARMTE
BOVEN+ONDER-
WARMTE
BOVEN+ONDER-
WARMTE
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van
de fabrikant
verschil tussen gerecht en oventemperatuur. Na het afkoelen van de
platen verdwijnt de vervorming weer.
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
volgens de aan-
wijzingen van de
fabrikant
50
Braden
Om te braden de ovenfunctie INFRATHERM of BOVEN+ONDERWARMTE
gebruiken.
Servies
• Om te braden zijn alle soorten hittebestendig servies geschikt (let op
de aanwijzingen van de fabrikant!).
• Bij servies met kunststof grepen erop letten, dat deze hittebestendig
zijn (let op de aanwijzingen van de fabrikant!).
• Grote stukken vlees kunt u direct op de universele plaat of op het
rooster met daaronder de universele plaat braden (bijv. kalkoen,
gans, 3-4 kippen).
• Alle magere vleessoorten kunt u beter in een braadpan met deksel
braden (bijv. kalfs- of rundvlees, diepgevroren vlees). Zo blijft het
vlees sappiger.
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen kunt u in een braadpan zonder deksel braden (bijv. varkens-, lams-, schapevlees, eend,
kip, klein gevogelte, rosbief, ossenhaas, wild).
Tip: Als u in een pan braadt, wordt de oven minder vuil!
3
Inzetniveaus
• De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
51
Aanwijzingen bij de braadtabellen
3
In de tabel vindt u voor verschillende vleessoorten aanwijzingen m.b.t.
geschikte ovenfunctie, temperatuur, tijd en inzetniveau. Deze waarden
zijn slechts richtlijnen.
• Wij raden u aan vlees en vis van meer dan 1 kg in de oven te
braden.
• In het algemeen is voor zeer mager vlees, zoals vis of wild vooral de
functie BOVEN+ONDERWARMTE geschikt. Voor alle andere vleessoorten (vooral gevogelte) raden wij u de functie INFRATHERM aan.
• Om inbranden van vleessap of vet te voorkomen raden wij u aan wat
vloeistof in de braadpan te gieten.
• Vlees indien nodig (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) omdraaien.
Tip: Grote stukken vlees en gevogelte tijdens het braden verschillende
3
malen met braadsap bedruipen. Daardoor krijgt u een beter resultaat.
Schakel de oven ca. 10 minuten vóór het einde van de braadtijd uit, om
2
gebruik te maken van de nawarmte.
52
Tabel braden
Vleessoort
rundvlees
suddervlees1-1,5 kg1200-250--2:00-2:30
rosbief of ossenhaas
- van binnen rood
- van binnen roze
- doorbakken
varkensvlees
fricandeau
hamlap
karbonade, kasselerrib
Hoeveel-
heid
Gewicht
per cm
hoogte
per cm
hoogte
per cm
hoogte
1-1,5 kg1210-2201160-180 1:30-2:00
1-1,5 kg1180-1901170-180 1:00-1:30
BOVEN+ONDER-
WARMTE
1
1
1
Tempera-
250-270
250-270
210-250
Inzet-niveau van
onderen
tuur
ºC
INFRATHERM Tijd
Inzet-niveau van
onderen
1
1
1
Tempera-
tuur
ºC
1190-200 0:05-0:06
1180-190 0:06-0:08
1170-180 0:08-0:10
uren:min.
per cm
hoogte
gehakt
kalfsvlees
kalfsbraadstuk1 kg1210-2201160-180 1:30-2:00
kalfsbout1,5-2 kg1210-2251160-180 2:00-2:30
lamsvlees
lamsbout,
lamsbraadstuk
lamsrug1-1,5 kg1210-2201160-180 1:00-1:30
750 g-1
kg
1-1,5 kg1210-2201150-170 1:15-2:00
1170-1801160-170 0:45-1:00
53
Vleessoort
Hoeveel-
heid
BOVEN+ONDER-
WARMTE
INFRATHERM Tijd
Gewicht
wild
hazenrug,
hazenbout
ree-/hertenrug1,5-2 kg1210-2201160-180 1:15-1:45
ree-/hertenbout1,5-2 kg1200-2101160-180 1:30-2:15
gevogelte
gevogelte
4-6 stukken
halve kip
2-4 stuks
kip, poularde1-1,5 kg1220-2501170-180 0:45-1:15
eend1,5-2 kg1210-2201160-180 1:00-1:30
gans3,5-5 kg1200-2101150-160 2:30-3:00
kalkoen
tot 1 kg3
200-250
400-500
2,5-3,5
4-6 kg
Inzet-niveau van
onderen
elk
g
elk
g
kg
Tempera-
tuur
220-250
3220-2503180-200 0:35-0:50
3220-2503180-200 0:35-0:50
1
200-210
180-200
Inzet-niveau van
ºC
onderen
1
Tempera-
tuur
3160-170 0:25-0:40
150-160
1
140-150
uren:min.
ºC
1:30-2:00
2:30-4:00
vis (stoven)
hele vis1-1,5 kg2/3210-2202/3160-170 0:45-1:15
1) Oven voorverwarmen
De vetgedrukte waarden geven de gunstigste ovenfunctie aan.
54
Tabel vleesthermometer
VleessoortVleeskerntemperatuur
rundvlees
suddervlees90 - 95 °C
rosbief of ossenhaas van binnen rood (rare)
van binnen roze (medium)
doorbakken
varkensvlees
fricandeau, hamlap80 - 82 °C
tussenribstuk, kasselerrib75 - 80 °C
gehakt75 - 80 °C
kalfsvlees
kalfsbraadstuk75 - 80 °C
kalfsbout85 - 90 °C
schapenvlees / lamsvlees
schapenbout80 - 85 °C
schapenrug80 - 85 °C
lamsbout, lamsbraadstuk75 - 80 °C
wild
hazenrug70 - 75 °C
hazenpoot, hazenbout70 - 75 °C
gehele haas70 - 75 °C
45 - 50 °C
60 - 65 °C
75 - 80 °C
reerug, hertenrug70 - 75 °C
reebout, hertenbout70 - 75 °C
55
Vlak-grilleren
Om te grilleren de ovenfunctie GROTE GRILL of KLEINE GRILL met de
temperatuurinstelling 300 °C gebruiken.
Attentie: Altijd met gesloten ovendeur grilleren.
1
De lege oven op de grillfunctie altijd 5 minuten voorverwarmen!
3
Grillservies
• Voor het grilleren rooster en universele plaat samen gebruiken.
Inzetniveaus
• Voor het grilleren van platte levensmiddelen vooral het 4e inzetni-
veau van onderen gebruiken.
Aanwijzingen bij de grilltabel
De aangegeven grilltijden zijn slechts richtlijnen en zijn afhankelijk van
soort en kwaliteit van het vlees of de vis.
• Vlak-grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis.
• Vlees of vis na de helft van de grilltijd omkeren.
Tabel grilleren
56
Gerecht
gehaktballen48-10 min.6-8 min.
varkensfilet410-12 min.6-10 min.
braadworst48-10 min.6-8 min.
rundersteaks, kalfssteaks46-7 min.5-6 min.
ossenhaas, rosbief
(ca. 1 kg)
1
toast
snacks op toast36-8 min.-
1) Grillrooster zonder universele plaat gebruiken.
Inzetniveau
van onderen
1e kant2e kant
310-12 min.10-12 min.
32-3 min.2-3 min.
Grilltijd
Bio-functies
Dankzij de lage temperaturen die u kunt instellen kunt u vlees bijzonder
mals en sappig bereiden, yoghurt maken, gistdeeg laten rijzen en fruit
drogen.
Attentie: Bij alle bio-functies moet het temperatuurvoorstel wor-
1
den gewijzigd!
Bij braden met lage temperatuur hebt u max. 20 procent minder ener-
2
gie nodig dan bij normaal braden.
Braden met lage temperatuur
Voor braden met lage temperatuur de ovenfunctie INFRATHERM gebruiken.
Attentie: Voor het braden vetfilter inzetten!
1
Servies
• Om te braden zijn alle soorten hittebestendig servies geschikt.
• Bij servies met kunststof grepen erop letten, dat deze hittebestendig
zijn.
• Bij lage temperatuur altijd zonder deksel braden.
Inzetniveaus
• Bij braden met lage temperatuur het 1e inzetniveau van onderen
gebruiken.
Algemene aanwijzingen
Het braden vindt in 2 fasen plaats:
• Om aan te braden een hoge temperatuur kiezen.
• Daarna op een lagere temperatuur omschakelen.
57
Aanwijzingen bij braden met lage temperatuur
De braadtijden zijn slechts richtlijnen en zijn afhankelijk van grootte,
soort en kwaliteit van het vlees of de vis.
• Hoe dikker en zwaarder het stuk vlees, des langer de aanbraad- en
braadtijd.
• Alleen gevogelte dat in z'n geheel wordt gebraden hoeft te worden
omgekeerd.
• Groente pas na ca. 2/3 van de braadtijd toevoegen.
• Na het aanbraden de ovendeur niet meer openen!
(Gevogelte eerst omkeren.) Het warmteverlies zou de braadtijd aanzienlijk verlengen.
1. Vlees zoals gewoonlijk voorbereiden (kruiden, evt. in vorm binden enz.).
2. Ovenfunctie INFRATHERM kiezen.
3. Temperatuurvoorstel in de aanbraadtemperatuur volgens de tabel
wijzigen.
4. Na afloop van de aanbraadtijd op de temperatuur voor verder braden
volgens de tabel omschakelen.
58
Tabel braden met lage temperatuur
INFRATHERM
1e fase
aanbraden
GewichtkgTempera-
Gerecht
vlees220
rosbief1-1,524-458530-60
runder-, kalfsfilet1-1,520-408520-40
kalfsrug1-230-509020-60
wild220
reerug1,5-225-459020-60
reebout1,5-225-4512040-120
vis180
zalmforel0,5-115-208010-20
zalm (moot)1-225-408010-20
snoek / snoekbaars0,7-1,515-358010-20
Braden met lage temperatuur bevelen wij aan voor:
3
tuur
°C
malse, magere stukken vlees en vis.
Braden met lage temperatuur is niet geschikt voor:
bijv. suddervlees, varkensvlees.
Tijd
min.
2e fase
verder braden
Tempera-
tuur
°C
Tijd
min.
59
Yoghurt maken
Voor het maken van yoghurt de ovenfunctie BOVEN+ONDERWARMTE
gebruiken.
Servies
• Kopjes of glazen met een inhoud van ca. 150 ml gebruiken en met fo-
lie of deksel afdekken.
Inzetniveau
• Rooster op het 3e inzetniveau van onderen zetten.
1. Melk koken (bijv. 1 liter voor 6-8 porties).
2. Melk tot 40°C laten afkoelen.
3. Een bekertje natuuryoghurt (ca. 150 g) door de melk roeren, in kopje of
glas doen en afdekken.
4. Kopje of glas op het rooster zetten.
5. Ovenfunctie BOVEN+ONDERWARMTE kiezen en temperatuurvoorstel in
40 °C wijzigen.
6. Yoghurt na 5-8 uur uit de oven nemen (zodra hij stevig is).
Gistdeeg laten rijzen
Om deeg te laten rijzen de ovenfunctie BOVEN+ONDERWARMTE gebruiken.
Servies
• Voor het mengen van het deeg een kom gebruiken die tot 40 °C
hittebestendig is.
Inzetniveau
• Rooster op het 2e inzetniveau van onderen zetten.
1. Kom met het gemengde deeg met huishoudfolie afdekken en op het
rooster zetten.
2. Ovenfunctie BOVEN+ONDERWARMTE kiezen en temperatuurvoorstel in
40 °C wijzigen.
3. Deeg laten rijzen tot het twee maal zo groot is.
60
Drogen
Om te drogen de ovenfunctie MULTI HETELUCHT gebruiken.
Servies
• Rooster of bakplaat met perkament- of bakpapier beleggen.
Inzetniveaus
• U kunt op max. 2 niveaus tegelijk drogen.
• Rooster of bakplaat op het 1e en 4e inzetniveau van onderen in-
zetten.
Aanwijzingen bij het drogen
3
• Voorbereide levensmiddelen gelijkmatig op rooster of bakplaat verde-
len.
• Tussendoor omkeren.
• Levensmiddelen uit de oven nemen als ze nog buigzaam zijn en er
geen sap meer uitkomt.
MULTI HETELUCHT
Levensmiddelen
groente
Spaanse peper (reepjes)50-756 - 8
soepgroente50-755 - 6
paddestoelen50-755 - 6
kruiden50-756 - 8
fruit
pruimen50-758 - 10
abrikozen50-758 - 10
appelschijfjes50-756 - 8
peren50-756 - 9
Temperatuur
°C
Tijd
uren
61
Ontdooien
Om te ontdooien de ovenfunctie ONTDOOIEN zonder temperatuurinstelling gebruiken.
Servies
• Levensmiddelen uitpakken en op een bord op het rooster zetten.
• Voor het afdekken geen bord of schoteltje gebruiken, daardoor wordt
de ontdooitijd aanzienlijk langer.
Inzetniveaus
• Om te ontdooien het rooster op het 1e inzetniveau van onderen
zetten.
Aanwijzingen bij de ontdooitabel
In de tabel vindt u enkele richtlijnen m.b.t. ontdooitijden.
Tabel ontdooien
Gerecht
kip, 1000 g100-14020-30
vlees, 1000 g100-14020-30
vlees, 500 g90-12020-30
forel, 150 g25-3510-15Niet afdekken.
aardbeien, 300 g30-4010-20Niet afdekken.
boter, 250 g30-4010-15Niet afdekken.
slagroom, 2 x 200 g80-10010-15
taart, 1400 g6060Niet afdekken.
Ontdooi-
tijd min.
Stand-
tijd min.
Kip op omgekeerd schoteltje op een
groot bord leggen. Na de helft van de
tijd omkeren of met folie afdekken.
Na de helft van de tijd omkeren of met
folie afdekken.
Na de helft van de tijd omkeren of met
folie afdekken.
Niet afdekken.
(slagroom kan ook goed geklopt worden als het nog niet geheel ontdooid is)
Opmerking
62
Inmaken
Voor het inmaken de ovenfunctie ONDERWARMTE gebruiken.
Servies
• Alleen in de handel verkrijgbare inmaakpotten van gelijke grootte ge-
bruiken.
Flessen met schroefdeksel of bajonetsluiting en metalen blikken
3
zijn ongeschikt.
Inzetniveaus
• Voor het inmaken het 1e inzetniveau van onderen gebruiken.
Aanwijzingen bij het inmaken
• Gebruik bij het inmaken de universele plaat. Daarop kunnen max. zes
inmaakpotten van 1 liter staan.
• De inmaakpotten met dezelfde hoeveelheid vullen en goed sluiten.
• De inmaakpotten zodanig op de universele plaat zetten, dat ze elkaar
niet raken.
• Giet ca. 1/2 liter water in de universele plaat, opdat in de oven vol-
doende vocht ontstaat.
• Zodra zich in de eerste potten luchtbelletjes vormen (bij 1-liter-pot-
ten na ca. 35-60 minuten), de oven uitschakelen of de temperatuur
op 100 °C terugzetten (zie tabel).
63
Tabel inmaken
De aangegeven inmaaktijden en temperaturen zijn richtwaarden.
Waarschuwing: Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of
1
hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen verboden!
Buitenkant van het apparaat
De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje
afnemen.
• Gebruik geen schuurmiddelen, scherpe reinigingsmiddelen of schu-
rende voorwerpen.
• Bij metalen fronten in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen
gebruiken.
Ovenruimte
Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en af-
1
gekoeld zijn.
Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn
3
dan makkelijk te verwijderen en kunnen niet inbranden.
1. Voor het reinigen de ovenverlichting inschakelen.
2. De oven elke keer na het gebruik met een sopje afnemen en drogen.
Gebruik geen schurende voorwerpen.
3. Bij hardnekkige verontreiniging met pyrolyse reinigen.
Aanwijzing: Door de pyrolyse wordt gebruik van een ovenspray over-
3
bodig.
Attentie! Als u toch ovenspray gebruikt, beslist de aanwijzingen van de
1
fabrikant opvolgen.
Accessoires
Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na
het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor
makkelijker schoonmaken.
65
Vetfilter
1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen.
2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel
voor afwasautomaten uitkoken.
66
Pyrolytische reiniging uitvoeren
Waarschuwing: De oven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kin-
1
deren beslist uit de buurt houden.
Attentie: Voordat u de pyrolyse gaat uitvoeren moeten alle accessoires
1
en het vetfilter uit de oven worden verwijderd.
Als u de als extra accessoire leverbare ovenwagen gebruikt, moet u
3
deze verwijderen voordat u de pyrolyse gaat uitvoeren.
Als de ovenwagen nog in de oven
zit verschijnt in de tijdsindicatie
'tEL'.
Het pyrolyseproces zou door een
veiligheidsschakeling ter bescherming van de ovenwagen niet starten.
Pyrolyse uitvoeren
Grove verontreinigingen eerst met de hand verwijderen.
1. Apparaat met de hoofdtoets inschakelen.
2. Extra functie PYROLYSE kiezen.
De temperatuurindicatie geeft
aan: P1,
de tijdsindicatie: 3.15.
DUUR knippert ca. 5 seconden.
Daarna verschijnt de dagtijd in de
tijdsindicatie.
De ovenverlichting werkt niet.
3
Bij bereiken van een bepaalde temperatuur wordt de deur vergrendeld.
Het temperatuurcontrolelampje brandt zo lang tot de deur weer ont-
grendeld is.
67
Verkorte pyrolyse uitvoeren
Te werk gaan zoals onder “Pyrolyse uitvoeren” beschreven.
1. Terwijl DUUR knippert, tijdkeuzetoets - indrukken.
De temperatuurindicatie geeft
aan: P2,
de tijdsindicatie: 2.15.
Daarna verschijnt de dagtijd in de
tijdsindicatie.
3 De uitschakeltijd van de pyrolyse kan met de klokfunctie EINDE worden
verschoven.
68
Inschuifroosters
Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en
rechts in de oven worden losgenomen.
Inschuifroosters losnemen
1. Schroeven uitdraaien.
2. Roosters achter van de ovenwand
wegtrekken en naar voren
klappen (1).
3. Roosters losnemen (2).
69
Inschuifroosters inzetten
Let er bij het weer inzetten op dat
1
de afgeronde einden van de geleidingsstangetjes naar voren wijzen!
1. Bij het inzetten de roosters eerst
voor inhangen (1).
2. Roosters naar achteren klappen en
insteken (2).
3. Schroeven weer bevestigen.
70
Ovenverlichting
Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de oven-
1
lamp:
– Oven uitschakelen!
– Zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bo-
doek aanpakken, om te voorkomen
dat vetresten inbranden.
4. Afdekglas weer aanbrengen.
5. Inschuifrooster inzetten.
71
Ovendeur
Voor het reinigen kunt u de ovendeur losnemen.
Ovendeur losnemen
1. Ovendeur geheel openen.
2. Messingkleurige klemhendels aan
beide deurscharnieren geheel
openklappen.
3. Ovendeur met twee handen opzij
vastpakken en over de weerstand
heen ongeveer 3/4 sluiten.
4. Deur van de oven wegtrekken
(voorzichtig: zwaar!)
5. Deur met de buitenkant naar bene-
den op een zachte, egale ondergrond leggen, bijv. op een deken,
om krassen te voorkomen.
Ovendeur inzetten
1. Deur met de buitenkant naar u toe
met twee handen opzij vastpakken.
2. Deur onder een hoek van ca. 60°
houden.
3. Deurscharnieren tegelijk zo ver mo-
gelijk in de twee uitsparingen rechts
en links onder aan de oven schuiven.
4. Deur zo ver mogelijk naar boven optillen en dan geheel openen.
5. Messingkleurige klemhendels aan
beide deurscharnieren in de oorspronkelijke stand terugklappen.
6. Ovendeur sluiten.
5
72
Glasvenster in ovendeur
De ovendeur is uitgerust met vier achter elkaar geplaatste glasplaten.
De binnenste platen kunnen worden verwijderd om schoon te maken.
Waarschuwing: Zet de volgende stappen slechts met verwijderde
1
ovendeur ! Als de deur niet is verwijderd kan deze bij het verwijderen
van de glasplaten en door het mindere gewicht naar boven schieten en
gevaar opleveren.
Let op ! Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de bui-
1
tenste glasplaat, kan het glas breken.
Bovenste glasplaat verwijderen
1. Verwijder de ovendeur en leg hem,
met het handvat naar beneden, op
een zachte, effen ondergrond.
2. Pak de bovenste glasplaat aan de
onderkant vast en schuif hem tegen
de veerdruk in in de richting van het
handvat van de ovendeur, totdat de
onderkant vrijkomt.
3. Til de plaat aan de onderkant een
beetje op en trek hem los.
Verwijderen middelste glasplaten.
1. Pak de middelste glasplaten na el-
kaar aan de onderkant vast en
schuif ze in de richting van het
handvat van de ovendeur, totdat de
onderkant vrijkomt.
2. Til de plaat aan de onderkant een
beetje op en trek hem los.
Reinigen van glasplaten van de deur
73
Plaatsen middelste glasplaten.
1. De middelste glasplaten na elkaar
schuin van boven in het deurprofiel
aan de kant van het handvat schuiven.
2. Middelste glasplaten naar beneden
laten zakken en schuiven tot aan de
rand van de onderkant van het venster.
Plaats de bovenste glasplaat.
1. De bovenste glasplaat schuin van
boven in het deurprofiel aan de
kant van het handvat schuiven.
2. Glasplaat laten zakken. Plaat tegen
de veerdruk aan de kant van het
handvat voor het profiel aan de
onderkant van de deur leggen en
in het profiel schuiven.
De glasplaat moet goed vast zitten !
74
Hang de ovendeur weer op zijn plaats
Wat is er aan de hand als ...
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De kookzones functioneren niet.
In de kookzone-indicatie verschijnt “-”
De oven wordt niet
warm.
De betreffende kookzone is
niet ingeschakeld.
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is uitgeschakeld.
De hoofdschakelaar N was
uitgeschakeld en de kookzoneschakelaar stond niet in de
nul-stand.
De oven is niet ingeschakeld. Oven inschakelen.
De dagtijd is niet ingesteld.Dagtijd instellen.
De noodzakelijke instellingen hebben niet plaatsgevonden.
Veiligheidsuitschakeling van
de oven is in werking getreden.
De zekering in de huisinstallatie (stoppenkast) is uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen.
Zekering controleren.
Kookzoneschakelaar op “0”
zetten en dan de gewenste
kookstand instellen.
Instellingen controleren.
Zie
Veiligheidsuitschakeling.
Zekering controleren.
Mochten de zekeringen vaker uitschakelen, neem dan
contact op met een erkend
elektro-installateur.
De ovenverlichting valt
uit.
De pyrolyse functioneert niet (in de tijdsindicatie verschijnt
“tEL”).
De ovendeur is vergrendeld.
De ovenlamp is kapot.Ovenlamp vervangen (zie
Reiniging en onderhoud).
De ovenwagen is niet verwijderd.
Het apparaat is niet aangesloten; de deurvergrendeling
is geactiveerd.
Ovenwagen verwijderen.
Apparaat aansluiten en minstens 10 seconden wachten
tot het rode temperatuurcontrolelampje uitgaat.
75
Als u de storing niet met behulp van deze storingstabel kunt opheffen, neem dan contact op met uw vakhandelaar of onze service-afdeling.
Waarschuwing: Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vak-
1
mensen worden uitgevoerd! Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Bij bedieningsfouten wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Aanwijzing voor apparaten met metalen front:
Als gevolg van het koele front van het apparaat kan na het openen van
3
de deur tijdens of kort na het bakken of braden de binnenste ruit even
beslaan.
76
Technische gegevens
Binnenafmetingen oven
hoogte x breedte x diepte31 cm x 41 cm x 41 cm
volume (nuttige inhoud)52 l
Doel, normen, richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende normen:
• EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6
m.b.t. de veiligheid van elektrische apparaten voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke doeleinden en
• EN 60 350 resp. DIN 44546 / 44547 / 44548
m.b.t. de gebruikseigenschappen van elektrische fornuizen, bakvormen, ovens en grills voor het huishouden.
• EN 55014-2 / VDE 0875 deel 14-2
• EN 55014 / VDE 0875 deel 14 / 1999-10
• EN 61000-3-2 / VDE 0838 deel 2
• EN 61000-3-3 / VDE 0838 deel 3
m.b.t. de fundamentele beschermingseisen voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC).
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
4
• 73/23/EG van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn inclusief wijziging
90/683/EEG)
• 89/336/EG van 03.05.1989 (EMC-richtlijn inclusief
In hoofdstuk “Wat is er aan de hand als” vindt u enkele storingen die u
zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk.
Gaat het om een technische storing?
Neem dan contact op met onze service-afdeling.
Bereid het gesprek in ieder geval goed voor. Zo vergemakkelijkt u de
diagnose en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
• Hoe uit de storing zich?
• Onder welke omstandigheden
treedt de storing op?
Noteer voor het gesprek beslist de
volgende gegevens van uw apparaat op het typeplaatje:
• PNC-nr. (9 cijfers),
• S-nr. (8 cijfers).
Wij raden u aan de nummers hier te
noteren zodat u ze altijd bij de
hand hebt.
PNC . . . . . . . . .
S-nr.. . . . . . . .
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantieperiode kosten?
• als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk “Wat is er aan
de hand als ...”) zelf had kunnen opheffen,
• als de service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat
hij vóór zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en
daarom bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw
telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
79
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg