Introductie 3
Gebruik waarvoor het product bedoeld is 3
Automatische acculader 4
Omvang levering 4
Technische gegevens 4
Veiligheidsaanwijzingen 5
Algemene veiligheidsaanwijzingen 5
Veiligheidsaanwijzingen voor acculaders 6
Ingebruikneming 8
Voor het opladen van een accu 8
Accu aansluiten 8
Productoverzicht 9
Gebruik 9
Laadfasen 10
Laadproces beëindigen 11
Onderhoud en verzorging 11
Afvalverwijdering 12
3
Introductie
In deze gebruiksaanwijzing / op het apparaat worden de volgende pictogrammen
toegepast:
Gebruiksaanwijzing lezen!
Explosiegevaar!
Neem waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen in acht!
Gevaar voor elektrische schok!
Alleen op weersbestendig plaatsen gebruiken!
Verpakking en apparaat milieuvriendelijk verwijderen!
Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is
De acculader LP 10.0 is bedoeld voor het opladen van 12 V gelijkstroomaccu’s (alleen
oplaadbare, onderhoudsvrije, gesloten accu’s, lood-zuur accu's (SLA) of gel-accu’s), zoals
deze in auto’s, schepen, vrachtwagens of andere voertuigen ingebouwd zijn.
De volgende typen lood-zuur accu’s kunnen met deze lader worden opgeladen:
▪ Natte /gesloten loodaccu’s (vloeibaar elektrolyt)
▪ Onderhoudsvrije en VRLA accu's (lood-zuur accu's met overdrukventiel)
▪ Gel accu's (gel-achtige elek trolyt)
De oplader kan direct via de klemmen op de accu aangesloten worden.
Er mogen geen andere soorten accu’s worden opgeladen dan de hierboven genoemde. De
acculader is uitsluitend bedoeld voor privé gebruik.
Elk ander gebruik of ombouw van het apparaat geldt als niet volgens voorschrift en kan
aanzienlijke gevaren veroorzaken. Voor schades die ontstaan door een niet bedoelde
toepassing is de fabrikant niet aansprakelijk.
4
Automatische oplader AG 1208, AG 1210 en AG 1212 voor 12 V accu’s
Zorg er voor, dat u voor het eerste gebruik vertrouwd bent met alle functies en de juiste
handhaving van het apparaat. Lees hiertoe deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Bewaar de gebruiksaanwijzing. Geef deze gebruiksaanwijzing door als u het apparaat verder
geeft.
Omvang levering
Controleer onmiddellijk na het uitpakken de omvang van de levering. Controleer het apparaat
en alle onderdelen op eventuele beschadigingen. Neem een defect apparaat of onderdelen
niet in gebruik.
1x Automatische acculader AG 1208 of AG 1210 of AG 1212
1x Gebruiksaanwijzing
Technische gegevens
Model AG 1208 AG 1210 AG 1212
Artikelnr. 97003 97004 97005
Max. laadstroom 8 A (effectief) 10 A (effectief) 12 A (effectief)
Accuspanning: 12 V 12 V 12 V
Accucapaciteit 2 Ah – 80 Ah 12 Ah – 100 Ah 20 Ah – 120 Ah
Laadindicatie LED LED LED
Ingangsspanning 230 V/ 50 Hz 230 V/ 50 Hz 230 V/ 50 Hz
5
Veiligheid
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Lees alle veiligheidsaanwijzingen en verdere instructies. Bij het niet in acht nemen van de
veiligheidsaanwijzingen en verdere instructies kan dit leiden tot een elektrische schok, brand
en/of zware letsel. Bewaar de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsaanwijzingen voor latere
raadpleging.
Waarschuwing!
Levensgevaar en gevaar voor ongevallen bij kinderen. Laat kinderen nooit zonder toezicht bij
het verpakkingsmateriaal. Er bestaat verstikkingsgevaar.
Laat kinderen niet met de kabels spelen – gevaar voor strangulatie! Laat kinderen niet met
de accessoires spelen, deze kunnen ingeslikt worden en verstikkingsgevaar veroorzaken.
Deze acculader is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysische, sensorische of geestelijke handelswijze of onkundig of onervaren zijn, behalve als
zij onder toezicht van een voor hun veiligheid bevoegd persoon staan of als deze persoon
aanwijzingen geeft voor een juist gebruik van het apparaat. Bewaar het apparaat buiten
bereik van kinderen om te waarborgen dat ze er niet mee kunnen spelen.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schades die wordt veroorzaakt door:
- Onvakkundige aansluiting en/of gebruik.
- Krachtinwerking van buitenaf, beschadigingen aan het apparaat en/of onderdelen van het
apparaat door mechanische invloeden of overbelasting
- Iedere verandering aan het apparaat
- Toepassing voor andere dan in de handleiding beschreven doeleinden.
- Gevolgschaden die kan ontstaan door niet bedoeld gebruik en/of onvakkundige toepassing
en/of door defecte accu's.
- Inwerking van vloeistoffen en/of onvoldoende ventilatie.
- Niet geautoriseerd openen van het apparaat. Dit heeft bovendien het verlies van garantie
tot gevolg.
6
Veiligheidsaanwijzingen voor opladers
Houdt het apparaat uit de buurt van kinderen. Kinderen begrijpen of herkennen niet de
eventuele gevaren bij het omgaan met elektrische apparaten. Houdt toezicht op kinderen
zodat ze niet met het apparaat kunnen spelen.
Let er op, dat het apparaat steeds op een veilige plaats wordt opgeborgen. Stel het apparaat
niet bloot aan regen of andere natte omgevingscondities. Zorg er voor, dat er geen water of
andere vloeistoffen over het apparaat kunnen lopen of druppelen. Binnendringend water
veroorzaakt in elektrische apparaten verhoogd het risico op een elektrische schok.
Let er op, dat de stekkers en kabels niet vochtig zijn. Verbindt het apparaat nooit met
vochtige of nat te handen met het stroomnet.
Let er op dat de accupolen of accuklemmen niet vochtig zijn. Sluit de acculader nooit aan het
stroomnet met vochtige handen.
Raak de accupolen of .klemmen niet aan, als het apparaat op de wisselstroom aangesloten
is.
Verwijder alle kabels van het apparaat van de accu als u met de auto wegrijdt.
Koppel het apparaat steeds af van de wisselstroom als u het gebruikt.
Koppel het apparaat steeds af door de netstekker te trekken, maar nooit door afklemmen van
de aansluitkabels.
Als de kabels door scherpkantige wanden, bijv. metalen wanden, geleidt moet worden neem
dan een stukje slang of een kabelkanaal om een beschadiging van de kabels te voorkomen.
Leg de kabels op een manier, zodat niemand overheen kan vallen en de kabels niet kunnen
beschadigen.
Plaats het apparaat nooit boven of in de nabijheid van de op te laden accu. Gassen uit de
accu laten de oplader corroderen waardoor hij beschadigd zal worden. Plaats de oplader zo
ver weg van de accu zo lang de gelijkstroomkabels zijn.
Dek de oplader nooit af tijdens het laadproces.
Gebruik niet het kabel om het apparaat te transporteren of te trekken. Beschadigde kabels
kunnen een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen als alle kabels en de behuizing niet beschadigd zijn.
Als de meegeleverde kabels beschadigd zijn dienen deze door een vakman gerepareerd te
worden.
Gebruik het apparaat niet, als u deze heeft laten vallen of een andere beschadiging heeft.
Laat het controleren of repareren bij een gekwalificeerde vakman.
Alle onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat moeten door een gekwalificeerde vakman
uitgevoerd worden.
7
Demonteer het apparaat nooit. Verkeerde montage kan leiden tot een elektrische schok of
brand.
Veroorzaak nooit een kortsluiting of overbrug nooit de in- en uitgangen van het apparaat met
behulp van metalen voorwerpen. Gebruik uitsluitend het meegeleverde aansluitkabel om de
oplader op de accu aan te sluiten.
Als een verlengkabel gebruikt wordt, moet de kabeldoorsnede voor de van het apparaat
benodigde stroom voldoende zijn.
Controleer de ingangsspanning (230 V AC) en controleer dat de netspanning overeenkomt.
Anders kan dit de functies van het apparaat belemmeren.
Als de oplader aan de accu aangesloten wordt of afgekoppeld wordt mag hij niet met het
stroomnet verbonden zijn.
Sluit eerst de positieve rode oplaadklem op de positieve pool van de accu aan (niet met de
carrosserie van de auto verbonden, gemarkeerd met P of +).
Sluit vervolgens de negatieve zwarte oplaadklem op de carrosserie van de auto aan, niet in
de buurt van de accubehuizing van de auto en niet in de buurt van de accu en de
brandstofleiding. Vervolgens sluit u de oplader aan op een geschikt netstopcontact.
Na het opladen verwijdert u eerst de netstekker van de oplader uit het stopcontact. Hierna
verwijdert u eerst de aansluiting van de carrosserie (-) en daarna de positieve aansluiting op
de accu (+), houdt deze volgorde aan.
Waarschuwing!
Probeer nooit niet-oplaadbare accu’s, beschadigde of bevroren accu’s op te laden.
Deze oplader is alleen geschikt voor het opladen van de opgegeven accu’s (onderhoudsvrije,
gesloten, lood-zuur-accu’s (SLA) of gel-accu’s) en mag niet gebruikt worden voor het
opladen van oplaadbare batterijen, NiCd of andere soorten batterijen.
Gebruik de oplader niet voor het opladen van accu’s met droge cellen. Deze kunnen uit
elkaar spatten en letsel aan personen of schade aan goederen veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet als stroomvoeding voor laagspanningssystemen.
Overtuig u er van dat u de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinstructies voor de op te
laden accu of van het voertuig, in welke de accu ingebouwd zal worden, gelezen en
begrepen hebt.
Vermijdt elk contact met etsend accuzuur. Als uw gezicht in aanraking komt met
accuvloeistof, spoel dan direct met veel water en raadpleeg een arts. Als uw ogen in contact
zijn gekomen met accuzuur spoel dan tenminste 5 minuten met vloeiend water en raadpleeg
een arts.
Let steeds op de juiste polariteit, als u de oplader op een accu aansluit.
Deze oplader is niet geschikt om als accessoires in een caravan ingebouwd te worden.
8
Explosiegevaar! Bij het opladen kunnen door het vrijkomen van gassen zich
blazen vormen. Dit gas is ontvlambaar en explosief!
Laad de accu nooit op in de buurt van een open vuur of waar vonken kunnen
ontstaan.
Zorg steeds voor voldoende ventilatie.
Koppel de aansluitkabels van de accu pas af nadat de oplader van het stroomnet
gescheiden is.
Ingebruikneming
Voor het opladen van de accu
Wanneer de accu voor het opladen uit het voertuig moet worden verwijderd, koppelt u eerst
de geaarde aansluiting af van de accu. Controleer bovendien dat alle verbruikers in het
voertuig zijn uitgeschakeld!
Zorg voor voldoende ventilatie, om giftige dampen of gassen te kunnen afvoeren.
Controleer of de accupolen schoon zijn. Als de accu over afhaalbare ontluchtingsdoppen
beschikt, vult u elke accu-cel op tot het door de fabrikant aangegeven niveau met
gedestilleerd water. Niet te veel opvullen.
Als de accu niet over deze doppen beschikt, leest u de aanwijzingen van de fabrikant met
betrekking tot het opladen en de oplaadsnelheid.
Accu aansluiten
Gevaar voor een elektrische schok!
De acculader mag nog niet zijn aangesloten op het 230 V stopcontact als u deze met de
accu verbindt.
Zorg voor voldoende ventilatie rond de accu.
1. Sluit de positieve laadklem (rood) aan op de positieve pool van de accu (gemarkeerd met
P of +).
2. Sluit de negatieve laadklem (zwart) aan op de carrosserie van de auto. In sommige
gevallen op de negatieve pool van de accu (gemarkeerd met N of -).
43. Controleer dat beide poolklemmen goed contact met de aansluitingspolen maken.
Steek nu de netstekker in een geschikt wisselstroomstopcontact.
Bij een verkeerde polariteit licht de LED “Polarity” rood op. Het laadproces start niet.
Voordat de accu aangesloten wordt, moet u controleren dat de accukeuzeschakelaar (9) op
de juiste keuze ingesteld is. Kies vervolgens de snelheid voor de oplading via de schakelaar
(1). Als de accuoplader juist is aangesloten, start het oplaadproces automatisch. Het proces
wordt aangeduid door de groene Power-LED (3) en de gele Charging-LED (4).
Het laadproces verloopt volledig automatisch en is afgesloten wanneer de groene LED Full
(5) oplicht. De accu is nu 100% opgeladen en kan den de oplader afgekoppeld worden.
10
Laadproces starten (gel-accu)
Voordat de accu aangesloten wordt, moet u controleren dat de accukeuzeschakelaar (9) op
positie GEL is ingesteld. Kies vervolgens de snelheid voor de oplading via de schakelaar (1).
Als de accuoplader juist is aangesloten, start het oplaadproces automatisch. Het proces
wordt aangeduid door de groene Power-LED (3) en de gele Charging-LED (4).
Het laadproces verloopt volledig automatisch en is afgesloten wanneer de groene LED Full
(5) oplicht. De accu is nu 100% opgeladen en kan den de oplader afgekoppeld worden.
Oplaadfasen
11
Oplaadproces beëindigen
1. Trek de netstekker uit het stopcontact.
2. Koppel de negatieve laadklem (zwart) af van de carrosserie van de auto, soms is de
negatieve pool op de accu aangesloten (gemarkeerd met N of -).
3. Koppel de positieve laadklem (rood) af van de positieve pool op de accu (gemarkeerd
met P of + ) .
Onderhoud en verzorgi ng
Uw acculader kan met weinig onderhoud vele jaren in werking gehouden worden.
- Maak de klemmen elke keer na een laadproces schoon. Verwijder, om corrosie te
voorkomen, alle accuvloeistoffen die eventueel op de klem aanwezig zijn.
- Rol de kabel netjes op als u de oplader opbergt. Daardoor wordt voorkomen dat de
kabel en de oplader niet beschadigd wordt.
- Af en toe de oplader met een zachte doek schoonwrijven om het oppervlak glanzend te
houden en corrosie te vermijden.
- Berg de oplader op aan een schone en droge plaats.
Waarschuwing!
Laat het vervangen van de stekker of de aansluitkabels steeds door een gekwalificeerde
vakman uitvoeren. Hierdoor wordt de veiligheid van het apparaat gegarandeerd en blijft
behouden.
Neem contact op met de verkoper of een serviceplaats als er een reparatie noodzakelijk is.
12
Afvalverwijdering
De verpakking en het product mogen niet via het huisvuil verwijderd worden.
De verpakking en het product kunnen gerecycled worden (kunststoffen, metalen,
papier). Voer het verpakkingsmateriaal af volgens de geldende voorschriften.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.