1.4 Aansluiten en afkoppelen van de acculader LP 10.0
1.5 Uitrustingskenmerken van de acculader LP 10.0
2.0 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
2.2 Veiligheidsinstructies voor de acculader LP 10.0
2.3 Veiligheidsinstructies voor het opladen in motorvoertuigen en boten
2.4 Veiligheidsinstructies voor accu's / batterijen
3.0 PRODUCTBESCHRIJVING
3.1 Omvang van de levering
3.2 Productoverzicht
3.3 LED-display en symbolen
3.4 Wat betekenen de verschillende indicaties op de LED-display?
3.5 Diagram 6-fasen oplaadmodus bij 6, 12 en 24 V accu's
4.0 BEDIENING
4.1 Opladen beginnen
4.2 Oplossen van storingen
5.0 ONDERHOUD EN VERZORGING
5.1 Reiniging, onderhoud en opslag
6.0 TECHNISCHE GEGEVENS
7.0 AFVOER
8.0 GARANTIE EN SERVICE
10
12
15
16
16
17
17
3
3
3
4
4
4
5
6
7
7
8
8
8
NL3
1.0 INLEIDING
Geachte klant,
hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van
uw nieuwe acculader "LP 10.0". Wij danken
u voor uw vertrouwen in ons product. Voor
optimale werking, prestaties en veiligheid
van uw acculader, verzoeken wij u deze
handleiding door te lezen voordat u de lader
in gebruik neemt. Op deze manier wordt
gegarandeerd dat u lang plezier aan deze
acculader zult hebben.
1.1 Wat betekenen de symbolen?
Overige uitleg van de symbolen, eenheden en
afkortingen vindt u op pagina 16.
Handleiding lezen!
Let op - gevaar!
Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen in acht nemen!
Waarschuwing voor gevaarlijke
elektrische spanningen!
Levensgevaar!
Gevaar voor explosie!
Waarschuwing voor stoffen
waarbij explosiegevaar
bestaat!
Brandgevaar!
Waarschuwing voor
stoffen waarbij
brandgevaar bestaat!
Voer dit apparaat, accu's
de verpakking op een
milieuvriendelijke manier af!
Dit apparaat voldoet aan de
EU-richtlijn 2004/108/EG
Apparaat met veiligheidsisolatie volgens
veiligheidsklasse II
1.2 Werking van de acculader
Met deze microprocessorgestuurde acculader
LP 10.0 kunt u met behulp van de intelligente
6-fasen oplaadmodus, automatisch, snel en
correct loodaccu's en -batterijen opladen.
Nadat het type accu is herkend, wordt de
huidige oplaadstatus van de loodaccu tijdens
het opladen op de LED-display weergegeven.
Het extra activeringsprogramma zorgt voor
reactivering van diepontladen accu's. Door de
juiste manier van opladen kan de levensduur
van de accu worden verlengd.
1.3 Gebruik volgens voorschrift
De acculader LP 10.0 is uitsluitend bedoeld
voor het opladen en in stand houden van de
lading van lood-zuur accu's met een spanning
van 6, 12 en 24 V (Volt).
De volgende typen lood-zuur accu's kunnen
met deze lader worden opgeladen:
Er mogen geen andere soorten accu's worden
opgeladen dan de hierboven genoemde. Elk
ander gebruik of ombouw van de LP 10.0
geldt als niet volgens voorschrift en kan
levensbedreigende gevaren veroorzaken! De
acculader is uitsluitend bedoeld voor privé
gebruik.
4
1.4 Aansluiten en loskoppelen van de
acculader LP 10.0
De acculader aansluiten
▪ Sluit eerst de positieve (+) rode
oplaadklem op de positieve (+) pool
van de accu aan.
▪ Sluit vervolgens de negatieve (-) zwarte
oplaadklem op de negatieve (-) pool van de
accu aan.
▪ Steek nu pas de stekker
geschikt 230 V stopcontact.
5
in een
De acculader loskoppelen
▪ Haal eerst de stekker uit het stopcontact.
▪ Verwijder vervolgens eerst de negatieve (-)
zwarte oplaadklem van de negatieve (-)
pool van de accu.
▪ Verwijder vervolgens de positieve (+)
rode oplaadklem van de positieve (+) pool.
1.5 Uitrustingskenmerken van de
acculader LP 10.0
▪ Acculader voor alle gangbare 6, 12 en 24
V autoaccu's (autoselect functie /
automatische herkenning van de accu).
▪ Maximale laadstroom 10 A
▪ Met microprocessor
▪ Intelligente 6-fasen oplaadmodus
(IOIUOUOIUOa laadkarakteristiek)
▪ De accu hoeft niet te worden uitgebouwd
(neem echter de punten 2.3 op pag. 6 en
7 in acht!)
▪ Automatische aanpassing van de
laadkarakteristiek.
Volautomatische functies voor opladen,
diagnose, redding en onderhoud.
▪ Met display (laadtoestand, accu-
spanning en storingsmeldingen).
▪ Weergave van de laadtoestand van de accu
in procenten en als balkdiagram. Houder
voor de oplaadklemmen en handig
opbergvak voor de kabels.
2.0 VEILIGHEIDS
INSTRUCTIES
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
Waarschuwing!
Lees alle instructies! Het niet in acht nemen
van de veiligheidsinstructies kan leiden tot
schade aan eigendommen en/of
(levensgevaarlijk) persoonlijk letsel! Bewaar
deze handleiding om eventueel later te
raadplegen. Bewaar deze handleiding om later
te raadplegen en geef deze mee wanneer u de
acculader aan anderen doorgeeft. Zorg er voor
dat ook derden toegang hebben tot deze
handleiding. De handleiding maakt deel uit van
dit apparaat.
2.1.1 Houd deze acculader uit de
buurt van kinderen! Kinderen
begrijpen en herkennen de mogelijke
gevaren
bij de omgang met elektrische apparaten niet.
Laat de acculader niet in kinderhanden
terechtkomen en berg de lader ontoegankelijk
voor kinderen op. De kleine onderdelen
kunnen worden ingeslikt. Voor kinderen
bestaat daardoor verstikkingsgevaar. Kinderen
kunnen bij gebruik van de acculader gewond
raken. Houd ook het verpakkingmateriaal uit
de buurt van kinderen.
2.1.2 De handleiding gedurende de
volledige levensduur van het product
bewaren.
2.1.3 Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door personen (inclusief kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische en /of
verstandelijke vermogens of gebrek aan
ervaring en/of kennis tenzij deze onder
toezicht staan van een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon of zijn
onderwezen in het gebruik van dit apparaat.
2.1.4
Gebruik de acculader niet als
stroomvoorziening voor elektrische
apparaten, voertuigen of andere apparatuur.
NL5
2.1.5 Tijdens de omgang met loodaccu's
moet u te allen tijden een veiligheidsbril,
veiligheidshandschoenen en gesloten
kleding dragen die het volledige lichaam
bedekt.
2.1.6 Waarschuwing! Probeer niet om
beschadigde, niet-oplaadbare of bevroren
accu's / batterijen of accu's met droge cellen
op te laden!
2.1.7 Wanneer u twijfelt over de bediening
of de werking van de acculader, adviseren
wij u om contact op te nemen met een
gekwalificeerde vakman.
2.1.8 Deze elektrische acculader mag niet op
een vochtige plaats worden opgesteld. Stel het
apparaat niet bloot aan neerslag, stof, direct
zonlicht of spatwater.
2.1.9 De acculader wordt tijdens gebruik warm.
Plaats de acculader altijd op een veilige locatie
die goed is geventileerd en stel de lader niet op
in de directe omgeving van brandbare
voorwerpen of materialen.
2.1.10 Draag tijdens het werken met de
acculader en de accu geen metalen sierraden.
Dit kan onder bepaalde omstandigheden leiden
tot brandwonden!
2.1.11 Kijk tijdens het opladen regelmatig
op de acculader!
2.2 Veiligheidsinstructies voor de
LP 10.0
2.2.1 Let op - gevaar voor letsel! Zorg er voor
dat de acculader op een veilige plaats wordt
opgeborgen. Stel de acculader niet bloot aan
olie, vet, vocht, regen of andere natte
omstandigheden. Voorkom dat water of
andere vloeistoffen over het apparaat lopen of
kunnen druppelen. Binnendringend water kan
elektrische kortsluiting veroorzaken en kan
het apparaat beschadigen.
2.2.2
Stel de acculader niet bloot aan direct
zonlicht - dit kan oververhitting
veroorzaken.
Leg de netkabel en de laadkabels met de
2.2.3
accuklemmen zodanig dat niemand er over kan
struikelen en zorg er voor dat de kabels niet
door scherpe randen beschadigd kunnen
worden.
2.2.4 Gebruik de acculader alleen wanneer er
geen beschadigingen of storingen vast te
stellen zijn.
2.2.5 Alle reparaties aan de acculader moeten
worden uitgevoerd door een elektricien of een
andere gekwalificeerde vakman.
2.2.6 Het apparaat mag niet worden
gedemonteerd, gerepareerd of gemodificeerd
(veranderd).
2.2.7 Tijdens gebruik van de acculader
binnenshuis moet de werkomgeving goed
geventileerd zijn. Plaats de acculader tijdens
het opladen niet op de accu!
2.2.8 Zorg bij het plaatsen van de acculader
voor een veilige opstelling. Leg de kabels niet
zodanig neer dat u er tijdens het opladen hinder
van ondervindt. Leg de kabel niet over hete
oppervlakken!
2.2.9 Let op - gevaar voor levensgevaarlijk
letsel!
Voorkom tijdens het opladen elke
soort open vuur of de vorming van
vonken! Tijdens het
opladen komen er in de omgeving van de
accu gassen vrij die een explosie kunnen
veroorzaken.
2.2.10 Gebruik de acculader niet wanneer het
apparaat is gevallen of op andere wijze
beschadigd is. Laat de acculader in dergelijke
gevallen eerst controleren of repareren door
een gekwalificeerde elektricien!
2.2.11 Gebruik geen andere kabels of
accessoires. De oplaadkabels mogen niet
worden verlengd!
2.2.12 Let er op dat de acculader en de
klemmen niet vochtig zijn. Sluit de
accuklemmen nooit aan met vochtige handen
en/of beide handen gelijktijdig aan de accu!
2.2.13
Tijdens het opladen moet er
voldoende vrije ruimte rondom de acculader
zijn om een goede ventilatie te waarborgen. De
acculader mag tijdens het opladen niet worden
afgedekt!
6
2.2.14 Vermijd huidcontact met de accupolen,
-klemmen of ringaansluitingen wanneer de
acculader op het lichtnet is aangesloten!
2.2.15 Verwijder de accuklemmen en de
acculader van het voertuig voordat u de
motor start! Na gebruik altijd de stekker uit
het stopcontact verwijderen!
2.2.16 Gebruik de kabel niet om de acculader
te dragen of om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Neem de stekker altijd uit het
stopcontact door aan de stekker te trekken,
niet aan de kabel!
2.2.17 Voor gebruik van de acculader is een
ingangsspanning nodig van 230 V/AC.
2.2.18 Het binnendringen van vloeistoffen in
de behuizing moet worden voorkomen!
Dompel het apparaat nooit in een vloeistof
onder. Neem het apparaat uitsluitend volledig
droog in gebruik.
2.2.19 Probeer niet om een defecte accu op te
laden!
De volgende aanwijzingen duiden op een
defecte accu:
▪ Thermische of mechanische
vervormingen van de behuizing of
aangebouwde onderdelen
▪ Onvoldoende vloeistofniveau in de cellen
▪ Lekkage uit de accu
▪ Gaslucht, in het bijzonder in de directe
omgeving van de accu.
2.2.20 Let op! Wanneer u een gaslucht
waarneemt, bestaat er gevaar voor explosie!
Zorg direct voor effectieve ventilatie!
Schakel het apparaat niet uit en verwijder de
accuklemmen niet van de accu!
2.2.21 Houd een lood-zuur accu niet
ondersteboven! Er bestaat gevaar voor
letsel!
2.2.22 Laad uitsluitend lood-zuur accu's op! De
P LP 10.0 is niet geschikt voor het opladen van
niet-oplaadbare accu's en andere soorten accu's
en batterijen.
2.2.23
Noodmodus! De resp.
bedrijfsmodus van de acculader kan met
6
toets
handmatig worden onderbroken.6
2.3 Veiligheidsinstructies voor het opladen in
motorvoertuigen en boten
2.3.1 Borg het voertuig voor het opladen
zodat het niet kan wegrollen. Let op - gevaar
voor letsel en materiële schade! Trek altijd
de handrem aan en zet het voertuig in een
versnelling! Bij een automatische
transmissie moet de parkeerpositie zijn
ingeschakeld en moet de handrem worden
aangetrokken!
2.3.2 Tijdens het opladen mag er in dezelfde
ruimte geen ander voertuig worden gestart of
gebruikt!
2.3.3Verwijder de accu van een boot altijd
voor het opladen!
2.3.4 Neem de veiligheidsvoorschriften in
acht wanneer het voertuig op blokken of op
een garagebrug staat!
2.3.5 De acculader mag niet permanent in
een voertuig worden gemonteerd!
2.3.6 Voorzichtig! Gevaar voor
elektrische spanning in de omgeving
van ontstekingsspoelen (bobines),
bougiekabels, bougies en elektrische
onderdelen in het motorvoertuig!
2.3.7 Neem de veiligheidsinstructies en de
handleiding van de voertuigfabrikant in acht!
2.3.8 Bedien de acculader uitsluitend in een
veilige omgeving! Houd kleding, haar,
ledematen en de acculader uit de omgeving van
bewegende en hete motor- en
voertuigonderdelen!
2.3.9 Voorkom vibraties, druk- en andere
mechanische belastingen op de acculader!
2.3.10 Gevaar voor kortsluiting! De beide
accuklemmen van de lader mogen niet
met elkaar worden verbonden!
2.3.11 Wanneer het noodzakelijk is om de
accu voor het opladen uit te bouwen, dient u
absoluut de instructies in de handleiding van
de voertuigfabrikant in acht te nemen!
Loading...
+ 14 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.