Aeg 16950A3 User Manual

LAVAMAT 16950A3
NL
WAS/DROOGCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING
FR
LAVANTE-SÉCHANTE NOTICE D'UTILISATION
45
2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 6 Beschrijving van het product
7 Bedieningspaneel 10 Het eerste gebruik 10 Personalisering 11 Dagelijks gebruik 16 Gebruik - Drogen 18 Gebruik - Wassen & Drogen 20 Wasprogramma's 23 Droogprogramma's 24 Nuttige aanwijzingen en tips 26 Tips voor het drogen 27 Onderhoud en reiniging 32 Problemen oplossen 36 Verbruikswaarden 37 Technische gegevens 37 Montage 43 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
43 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4 Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaan­wijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werk­ing van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te instal­leert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onder­delen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
• Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
• Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze ver­anderingen aan te brengen aan dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan­raken!
• Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtkomen.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel do­seert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fa­brikant met betrekking tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kus­sensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
• Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of ge­scheurde materialen te wassen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stop­contact en draai de kraan dicht.
• Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondes­kundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele ver­vangingsonderdelen.
Veiligheidsinformatie
Installatie
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het ap­paraat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwij­derd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigen­dommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
• Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofd­stuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werk­zaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
• Was en droog uitsluitend textiel dat geschikt is voor machinaal wassen en drogen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding
• Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle kno­pen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de machine doet.
• Daar sommige (dons)dekbedden vanwege hun omvang gewassen/gedroogd moeten wor­den in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van het artikel na te gaan of het geschikt is om gewassen te worden in een wasmachine voor huishoudelijk gebruik.
• Controleer altijd of er geen (wegwerp)aanstekers in de kleding zijn achtergebleven.
• Droog nooit artikelen in de droger die in contact zijn geweest met chemicaliën zoals rei­nigingsvloeistof. Deze zijn vluchtig en kunnen een explosie veroorzaken. Droog alleen ar­tikelen in de droger die gewassen zijn in water of die gelucht moeten worden.
• Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mogen niet in de trommel achterblijven tijdens de droogcyclus, omdat de kunststof niet bestand is tegen de hitte. Als u non-stop wilt was­sen en drogen moet u de gewone wasmiddellade gebruiken.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
5
6 Beschrijving van het product
• Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is.
Veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat
• Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleve­ren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kin­deren.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen. Om te voor­komen dat kinderen of huisdieren binnen in deze machine vast komen te zitten, heeft hij een speciale functie. Om deze functie te ac­tiveren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. Het New jet systeem maakt het volledige gebruik van wasmiddel mogelijk en vermindert het waterverbruik om energie te besparen.
Bedieningspaneel 7
2
1
3
4
5
Wasmiddellade
1
Bedieningspaneel
2
Deurhandgreep
3
Typeplaatje
4
Afvoerpomp
5
Verstelbare pootjes
6
6
Wasmiddellade
Vakje voor voorwasmiddel of vlekkenverwijde-
raar. Het voorwasmiddel wordt het begin van het was­programma ingespoeld. Het vlekkenzout wordt tijdens de vlekken-fase in de hoofdwas in gespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
te gebruiken voor de hoofdwas.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasver-
zachter, stijfsel). Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma start.
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop zien als ook de verschillende toetsen en het display. Deze onderdelen worden weergegeven met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd.
8
9
1234567 8
Programmakeuzeknop
1
Toets KORT CENTRIFUGEREN ( TPM - ESSORAGE)
2
Toets AUTODROGEN ( AUTOM.DROOG - SÉCHAGE AUTO)
3
Toets DROOGTIJD ( DROOGTIJD - TEMPS DE SÉCHAGE)
4
Toets OPTIE ( OPTIES - OPTIONS)
5
toets OK
6
Toets START/PAUZE ( START/PAUZE - DÉPART/PAUSE)
7
Toets UITGESTELDE START ( STARTUITSTEL - DÉPART/DIFFÉRÉ)
8
Display
9
= Handwas = Kinderslot = Koud
Display
9.1 9.2 9.3 9.4
9.79.69.5
9.1 - Centrifugetoerentalindicatie, SPOELSTOP
9.2 - Indicatie droogtegraad volgens ingesteld programma: STRIJKDROOG
en EXTRA DROOG - symbolen, selecteerbaar door op de knop te drukken 3; indicatie
AUTO, gekoppeld aan het droogprogramma en de knop 4.
, NACHTCYCLUS - symbolen
9.9
9.8
, KASTDROOG
9
9.3 - Indicatie programmavoortgang: VOORWAS , HOOFDWAS , SPOELEN , CEN-
TRIFUGEREN KREUKEL-fase
, OVERDOSERING , EXTRA SPOELEN , DROGEN , DROGEN ANTI-
- symbolen, Het display van het programmaverloop toont de was- of droogfases van het gekozen pro­gramma. Tijdens een cyclus knippert er een zwarte lijn onder het fasesymbool van het lo­pende programma. Na afloop van elke fase brandt het streepje onder het overeenkomstige symbool continu.
Als het lampje van het symbool OVERDOSERING aan het einde van het programma gaat branden, dan betekent dit dat er te veel wasmiddel gebruikt is.
9.4 - DEUR
- symbool (Deur vergrendeld)
• Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
– het symbool brandt: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat voert een was-
of droogprogramma uit.
– het symbool is uit: De deur kan nu geopend worden. Het was- of droogprogramma is
afgelopen.
9.5 - Opties: VOORWAS
, VLEKKEN , BEHOEDZAAM , DAGELIJKS , SUPERSNEL
- symbolen
9.6 - KINDERSLOT
- symbool
9.7 - Het display toont de volgende informatie:
• Duur van het gekozen programma
Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weerge­geven (bijvoorbeeld
) . De duur wordt automatisch berekend op basis van de aan­bevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
• Uitgestelde start De gekozen tijdsduur van het uitstel (20 uur max) die door middel van de bijbehorende
toets is ingesteld, verschijnt gedurende een paar seconden op het display (bijvoorbeeld
), daarna verschijnt de duur van het eerder gekozen programma.
Het symbool STARTUITSTEL verschijnt op het display. De vertragingstijd neemt elk uur met eenheden van een uur af, daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de tijd af met eenheden van één minuut.
• Gekozen droogtijd Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in minuten en/of uren
(max. 250 min.). Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
• Verkeerde optiekeuze Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma,
wordt de boodschap Err weergegeven voor een paar seconden en gaat het gele licht van knop 7 knipperen.
• Alarmcodes In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bij-
voorbeeld
(zie hoofdstuk «Wat te doen als...»).
10 Het eerste gebruik
• Einde van het programma Als het programma is afgelopen verschijnt er een knipperende nul
DEUR symbool verdwijnt en de deur kan geopend worden.
9.8 - DROOGTIJD-duur
9.9 - UITGESTELDE START
- symbool
- symbool
op het display, het
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de instal­latie-instructies.
• Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
• Laat, voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, het katoenprogramma op de hoogste temperatuur draaien zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricage­resten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmid­del in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn:
• aan het einde van een cyclus
• in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het geluidssignaal uitge­schakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze twee toetsen te drukken wordt het geluidssignaal weer geactiveerd.
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen zor­gen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is. Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
• Voor het drukken op knop 7: kan de machine niet worden gestart.
• Na het drukken op knop 7: kan een ander programma of andere optie niet worden gewij­zigd.
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 9.6 op het display verschijnt of van het display verdwijnt.
Dagelijks gebruik 11
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de rubber pakking terecht komen.
Alleen wassen Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveel­heid wasmiddel af en giet het vervol­gens in het vakje voor de hoofdwas en als u een programma wilt uitvoeren met voorwas-fase of met de vlekken­functie, dient u het wasmiddel of de vlekkenverwijderaar in het vak te gieten
.
12 Dagelijks gebruik
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in
het vakje mag de markering MAX in de lade niet overschrijden). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in.
(de gebruikte hoeveelheid
Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie «Wasprogramma's»). Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgan­gen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed. Bij het kiezen van een programma, worden de symbolen van het programmaverloop en de symbolen die overeenkomen met de droogtegraad volgens het ingestelde programma op het display aangegeven. Het controlelampje van toets 7 gaat knipperen en op het display verschijnt de duur van het gekozen programma. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Stand machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand, machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet als de machine in werking is, zal het gele controlelampje van de toets 7 3 keer knipperen en de boodschap Err wordt ge­toond op het display om aan te geven dat er een verkeerde keuze is gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
komt overeen met een koude was, de stand om het programma te resetten/ de
om de
Kies het centrifugetoerental, de optie NACHTCYCLUS- of SPOELSTOP (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om het centrifugetoerental te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een ander toerental wordt gecentrifugeerd dan het door de machine voor­gestelde toerental. SPOELSTOP: als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Aan het einde van het programma wordt een knippe­rende
en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEUR-symbool (deur vergrendeld)
Dagelijks gebruik
blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt moet worden. NACHTCYCLUS: als u deze optie kiest zal de machine het water na de laatste spoelgang niet afvoeren, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Omdat er niet wordt gecentrifugeerd, is deze wascyclus zeer stil en geschikt om 's nachts of in de voordeeluren te wassen. Bij sommige programma's gebruiken de spoelgangen meer water. Aan het einde van het pro­gramma wordt een knipperende symbool blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt moet worden.
SPOEL STOP of NACHTCYCLUS kunnen niet gekozen worden bij een NON-STOP pro­gramma (zie deel Drogen). Zie voor het wegpompen van het water hoofdstuk «Aan het einde van het programma».
en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEUR-
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden.
WAARSCHUWING!
Niet alle opties kunnen onderling worden gecombineerd. De symbolen van de opties die niet gecombineerd kunnen worden verdwijnen. Als er een optie die niet gecombineerd kan worden met het ingestelde wasprogramma of een andere optie wordt gekozen, de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven en begint het gele controlelampje van toets 7 knipperen. U moet de opties kiezen nadat u het programma heeft gekozen maar voordat u toets 7 indrukt. Druk op knop 5: alle optiesymbolen verschijnen op het display. Om door alle beschikbare opties te bladeren, op toets 5 drukken. Het overeenkomstige sym- bool verschijnt op het display en begint te knipperen. Druk op de toets 6 om uw keuze te activeren en te bevestigen. Er verschijnt een zwart streepje onder het gekozen symbool om aan te geven dat deze optie ingesteld is. Druk op dezelfde toets om de optie uit te schakelen. Na het kiezen van de opties, enkele seconden wachten tot het display is teruggekeerd naar de standaardstatus. De gekozen opties verschijnen op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk «Wasprogram­ma's».
13
VOORWAS optie
Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofdwas. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt. Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Deze optie wordt aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed.
VLEKKEN optie
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlek­kenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het bijbehorende symbool verschijnt op het display.
14 Dagelijks gebruik
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u een programma wilt laten draaien met de optie VLEKKEN, giet dan vlekkenzout in het vakje
.
Optie BEHOEDZAAM
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen. Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Deze optie kan niet gekozen worden samen met de optie Extra spoelgang. Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak ge­wassen worden.
Optie DAGELIJKS
Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur voor normaal vervuild wasgoed wijzigen om licht vervuild wasgoed te wassen. Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer. Te gebruiken voor dagelijkse was.
Optie SUPERSNEL
Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur verkorten om licht vervuild wasgoed te wassen. Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer. Uitsluitend te ge­bruiken voor heel licht vervuild wasgoed. Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid was in de machine te doen.
EXTRA SPOELGANG optie (aanvullende spoelgang)
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een ex­tra hoeveelheid water te spoelen (extra spoelgang). Het bijbehorende symbool verschijnt op het display en deze optie is actief voor het gekozen wasprogramma. Als u deze optie permanent in wilt schakelen, druk dan tegelijkertijd gedurende enkele se­conden op de toetsen 2 en 3: het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Als u de optie wilt annuleren drukt u dezelfde toetsen in tot het symbool verdwijnt.
START/PAUZE selecteren (toets 7)
Om het gekozen programma te starten, op toets 7, het bijbehorende rode controlelampje stopt met knipperen. Het DEUR symbool verschijnt op het display om aan te geven dat de machine is gestart en dat de deur vergrendeld is. Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 7: het bijbehorende rode con- trolelampje gaat knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken, toets 7 nogmaals indrukken. Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele controlelampje van toets 7 3 keer knipperen en de boodschap Err wordt een paar seconden weergegeven.
Dagelijks gebruik
De UITGESTELDE START selecteren (toets 8)
Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld. Voordat u het programma start, als u de start wilt uitstellen, drukt u herhaaldelijk op de toets om het gewenste uitstel te selecteren. Het gekozen uitstel verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display, daarna ver­schijnt de duur van het programma weer. Het geselecteerde symbool verschijnt op het dis­play. U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u de toets 7. U kunt de uitgestelde start op elk moment wijzigen of annuleren, voordat u drukt op toets
7.
De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u later, tijdens de uitgestelde start, nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op toets 7 om de machine op pauze te zet­ten. Wanneer het Deur symbool verdwijnt, kan de deur geopend worden. Voeg het wasgoed toe, doe de deur dicht en druk opnieuw op toets 7. De uitgestelde start kiezen.
• Kies het programma en de gewenste opties.
• Kies de uitgestelde start.
• Druk herhaaldelijk op knop 7: de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het pro­gramma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
Startuitstel annuleren
• Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op toets 7;
• Druk op knop 8 tot het symbool
• Druk op de toets 7 om het programma te starten.
Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw ge­kozen heeft.
’ wordt weergegeven;
15
De functie Uitgestelde Start kan niet geselecteerd worden bij het waterafvoerprogramma.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op toets 7. U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten. Draai de program-
makeuzeknop naar nieuwe programma door nogmaals op de toets 7 te drukken. Het water in de kuip zal niet worden weggepompt.
en vervolgens op de stand van het nieuwe programma. Start het
Een programma onderbreken
Druk op de toets 7om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende lampje be­gint te knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Zet de programmakeuzeknop op om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
16
De deur openen nadat het programma is gestart
Als de machine bezig is en tijdens de vertragingstijd is de deur vergrendeld. Mocht het om enigerlei reden noodzakelijk zijn de deur te openen, dient eerst de machine op pauze te worden gezet door te drukken op toets 7.
• Als het DEUR-symbool van het display verdwijnt, kan de deur worden geopend.
• Als het DEUR-symbool niet uit gaat en de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de ma­chine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te hoog is. In dat geval kan de deur niet worden geopend.
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit door de keuzeknop op veau en de temperatuur!). Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de toets
7.
. Na een paar minuten kan de deur geopend worden (let op het waterni-
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. Het controlelampje van toets 7 gaat uit en een knipperend
verschijnt op het display. Gedurende enkele minuten klinkt het geluidssignaal. Als u een programma of optie gekozen heeft waarbij het water in de kuip blijft staan, volgt u onderstaande aanwijzing op om het water af te voeren. Voordat het water wordt afgepompt, blijft de trommel regelmatig draaien tot het water wordt afgepompt.
zet de programmakeuzeknop op
• selecteer het programma voor pompen of centrifugeren.
• verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de betreffende toets
• druk op de toets 7:
• Als het programma is afgelopen, verschijnt op het display een knipperende
display verdwijnt het DEUR-symbool. De deur kan nu worden geopend.
Draai de programmakeuzeknop op om de machine uit te schakelen. Verwijder het was­goed uit de trommel en controleer goed of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open staan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebespa­ringssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus.
. Op het
GEBRUIK - DROGEN
Alleen drogen
De aanbevolen lading bedraagt 4 kg voor katoen en linnen en 3 kg voor synthetica. Door te drukken op de knop met de droogtijd kan er max. 6 kg katoenen wasgoed worden
gedroogd (zie de tabel «Droogprogramma»).
De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen geplaatst zijn of op de afvoerpijp aangesloten zijn.
Gebruik - Drogen
17
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresultaten een centrifugeercyclus op het maximaal toe-
gestane centrifugesnelheid voor het type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor katoen of synthetica in de sector DROGEN van de
programmakeuzeknop. De symbolen DROGEN en ANTIKREUK, de fases waaruit het pro­gramma bestaat, verschijnen op het display.
Tegelijkertijd gaan de symbolen die bij de graden van het ingestelde programma/weef­sel horen en «AUTO» branden.
4. Stel automatisch drogen in (toets 3).
Met deze toets kunt u de gewenste droogtegraad kiezen. De machine past de duur van de droogcyclus automatisch aan de gekozen droogtegraad aan.
Als u op deze toets drukt, verschijnt er een zwart streepje onder het gekozen sym­bool om aan te geven dat er een droogtegraad is ingesteld. De melding «AUTO» ver­dwijnt. Op het display wordt de duur van de droogcyclus weergegeven.
Het controlelampje van toets 7 gaat knipperen. Druk dan op toets 7 om het pro­gramma te starten. Een zwart streepje knippert onder het symbool DROGEN.
Stel het getimede drogen in (toets 4).
Druk op deze knop totdat de door u gewenste droogtijd op het display verschijnt. Selecteer de duur van de droogcyclus van 10 tot 250 minuten, afhankelijk van het soort textiel (katoen of synthetica). Telkens als u deze toets indrukt wordt de droog­tijd met 5 minuten verlengd.
Het symbool TIJDSDUUR DROOGTIJD verschijnt gedurende enkele seconden op het display. Druk dan op toets 7 om het programma te starten. Een zwart streepje knip- pert onder het symbool DROGEN.
Let op!
De programmeertijd zal automatisch met enkele minuten verlengd worden.
Let op!
Als u maar 10 minuten aan droogfase instelt met de toets getimed drogen, dan voert het apparaat alleen een koelfase uit.
5. Druk op toets 7 om het programma te starten.
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
6. Aan het einde van het droogprogramma klinkt er een zoemer. Er verschijnt een knippe-
rende «0» op het display. Op dit punt begint er een antikreukfase, die ongeveer 10 mi­nuten duurt. Tijdens deze fase verschijnt het ANTIKREUK -symbool op het display. Het DEUR-symbool blijft branden. De deur kan niet geopend worden.
Als u de deur vóór of tijdens de antikreukfase toch wilt openen, of het programma wilt on­derbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de programmakeuzeknop op een wil­lekeurig programma (behalve op «O»). De deur kan onmiddellijk geopend worden of na een paar minuten, dit is afhankelijk van het model. (Probeer in geen geval de deur te openen als deze vergrendeld is!) .
7. Draai de keuzeknop op stand O om de machine uit te schakelen.
8. De trommel legen.
18 Gebruik - Wassen & Drogen
Let op!
De verschillende soorten katoenen stof (handdoeken, lakens, shirts enz.) of wasgoed dat wordt opgerold tijdens het centrifugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging. In het uitzonderlijke geval dat aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een beetje nat is, raden we aan de opgerolde stukken open te vouwen, deze gelijkmatig te verdelen in de trommel en een extra droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren.
GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
NON-STOP programma: Wassen en Automatisch drogen
De aanbevolen lading bedraagt 4 kg voor katoen en 3 kg voor synthetica.
Het is ook mogelijk om tot 6 kg katoenen wasgoed te drogen (zie de tabel «Droogprogram­ma»).
LET OP!
Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe.
3. Machine inschakelen: draai de keuzeknop naar het gewenste wasprogramma/stof.
4. Druk op de betreffende toetsen om de gewenste opties in te stellen. Kies, indien mogelijk, geen centrifugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine
heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen.
In elk geval is de laagste waarde die u kunt kiezen 900 tpm voor katoen en syntheti­sche stoffen. Het verlagen van het centrifugetoerental is alleen mogelijk nadat u "dro­gen" gekozen heeft.
5. Druk op de knop 3 om de gewenste droogtegraad in te stellen.
Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de geselecteerde droogcy­clus.
6. Druk op toets 7 om het programma te starten. Na de start van het programma wordt
de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
7. Volg, aan het einde van het programma, de aanwijzingen van het vorige hoofdstuk.
Draai de keuzeknop op stand O om de machine uit te schakelen.
8. De trommel legen.
NON-STOP programma: Wassen en getimed drogen
De aanbevolen lading bedraagt 4 kg voor katoen en 3 kg voor synthetica. Door te drukken op de knop met de droogtijd kan er max. 6 kg katoenen wasgoed worden
gedroogd (zie de tabel «Droogprogramma»).
19
LET OP!
Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe.
3. Machine inschakelen: draai de keuzeknop naar het gewenste wasprogramma/stof.
4. Druk op de betreffende toetsen om de gewenste opties in te stellen. Stel, indien mogelijk, geen centrifugetoerental in dat lager is dan de snelheid die de machi-
ne heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen.
De laagste waarden die u in elk geval kunt selecteren is 900 tpm voor katoen en syn­thetica en 700 tpm voor fijne was. Het verlagen van het centrifugetoerental is alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft.
5. Druk op de toets 4 om de droogtijd in te stellen. Het display toont de hele duur van het
wasprogramma en de geselecteerde droogcyclus.
Let op!
Als u een wasprogramma instelt en met een droogcyclus van 10 minuten door te druk­ken op knop 4, dan toont het display de totale duur van het programma inclusief de afwikkeling en de afkoelfase.
6. Druk op de toets 7 om het programma te starten. Na de start van het programma
wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
7. Volg, aan het einde van het programma, de aanwijzingen van het vorige hoofdstuk.
Draai de keuzeknop op stand O om de machine uit te schakelen.
8. De trommel legen.
Pluisjes op kleding
Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE kunnen bepaalde soorten stof, een sponsdoekje of een trui, pluisjes afgeven. Deze pluisjes blijven dan tijdesn de volgende cyclus aan de stof zitten. Dit nadeel neemt toe met technische weefsels. Om pluizen op uw kleding te voorkomen, raden wij aan:
• Was geen donkere stoffen nadat u lichtgekleurde stoffen heeft gewassen en gedroogd
(nieuwe spons, trui) en vice versa.
• Laat deze stoffen na de eerste keer wassen aan de lucht drogen.
• Reinig de filter.
• Voer één of meerder spoelcyclussen uit om de trommel schoon te maken tussen het was-
sen en drogen van stoffen met verschillende kleuren.
• Maak na de droogfase de lege trommel, pakking en deur grondig schoon met een natte
doek.
20 Wasprogramma's
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed
KATOEN (KATOEN — BLANC/COULEURS)
95° - 60° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op de maximale centrifugeersnelheid
Max. belading 8 kg - gereduceerde lading 4 kg
1)
Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed).
40 - 60 MIX
40° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op de maximale centrifugeersnelheid Max. belading 8 kg Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt worden voor wasgoed dat apart gewassen moet wor­den op 40°C of 60°C. De maximale beladingscapaci­teit kan in de trommel worden geplaatst om energie en water te besparen. U krijgt hetzelfde goede wasre­sultaat als met het normale programma op 60°C.
KATOEN (KATOEN — BLANC/COULEURS)
60° - 40° - 30° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op de maximale centrifugeersnelheid Max. belading 8 kg - gereduceerde belading 4 kg Wit en bont katoen (normaal of licht vervuild was­goed).
SYNTHETICA (SYNTHETICA — SYNTHETIQUES)
60° - 50° - 40° - 30° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 4 kg - gereduceerde belading 2 kg Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, ge­kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blou­ses.
Opties
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
GEVOELIG
EXTRA SPOELING
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
GEVOELIG
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
2)
3)
GEVOELIG
EXTRA SPOELING
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
2)
3)
GEVOELIG
EXTRA SPOELING
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
Wasmiddeldo-
seerbakje
Wasprogramma's 21
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed
ANTIKREUK (STRIJKVRIJ PLUS — REPASSAGE FACILE PLUS)
40° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 1,5 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd moeten worden.Als u dit program-
ma kiest wordt het wasgoed behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te voorko­men. Op deze manier is strijken makkelijker. Boven­dien zal de machine een extra spoelgang uitvoeren.
LAGE TEMP. (FIJNE WAS — DELICATS)
40° - 30° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 4 kg - gereduceerde belading 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
WOL (HANDWAS) (WOL — LAINE PLUS)
30° - Koud Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 2 kg Wasprogramma voor wol die in de machine kan wor­den gewassen en met de hand wasbare wol en kwets­bare stoffen. Opmerking: Een enkel of groot stuk wasgoed kan een verkeerd evenwicht van de trommel tot gevolg hebben. Als het apparaat de laatste centri­fugefase niet uitvoert, moet u meer stukken toevoe­gen, de lading opnieuw handmatig verspreiden en dan het centrifugeprogramma selecteren.
ZIJDE (ZIJDE — SOIE)
30° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 1 kg Het programma voor fijne was is geschikt voor artike­len van zijde en gemengde synthetische weefsels.
Opties
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
2)
3)
EXTRA SPOELING
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
Wasmiddeldo-
seerbakje
22 Wasprogramma's
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed
KORT SPOELEN (KORT SPOELEN — RINCAGES DELICATS)
Spoelen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 8 kg Met dit programma is het mogelijk om kledingstuk­ken die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en te centrifugeren. De machine voert een spoelgang uit, gevolgd door een laatste centrifuge.
POMPEN (POMPEN — VIDANGE)
Water wegpompen Max. belading 8 kg Om het laatste spoelwater af te voeren in program­ma's met de optie geselecteerd, waardoor het pro­gramma eindigt met water in de trommel.
CENTRIFUGEREN (CENTRIFUG. — ESSORAGE)
Afvoeren en lang centrifugeren op de maximale cen­trifugeersnelheid Max. belading 8 kg Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de hand gewassen moeten worden en na programma’s met de optie geselecteerd, waardoor het programma eindigt met water in de trommel. Voordat u dit programma kiest moet de keuzeknop op
gedraaid worden. U kunt de centrifugeersnelheid met behulp van de betreffende toets aanpassen aan de stoffen die gecentrifugeerd moeten worden.
20 MIN. - 3 KG
30° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 3 kg Dit programma kan worden gebruikt voor het snel wassen van sportkleding of katoenen en synthetische stukken, die licht vervuild of één keer gedragen zijn.
KORT INTENSIEF (KORT INTENSIEF — INTENSIF)
60° - 40° Hoofdwas, - Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1200 tpm Max. belading 5 kg Snel wasprogramma, te gebruiken voor licht vervuilde witte/kleurechte katoenen en gemende stoffen.
Opties
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
Wasmiddeldo-
seerbakje
Droogprogramma's 23
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed
ZUINIG (ECO — ECONOMIQUE)
60° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op de maximale centrifugeersnelheid Max. belading 8 kg Wit en kleurecht katoen. Dit programma kan worden geselecteerd voor licht of normaal vervuilde katoenen stukken. De temperatuur wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Zo wast u doeltreffend en bespaart u energie.
= UIT (UIT — ARRET) Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Extra kort selecteert door te drukken op toets 5, raden we u aan de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder voorwas selecteren.
3) De optie Vlekken kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
Opties
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
GEVOELIG
EXTRA SPOELING
2)
VLEKKEN
DROOGPROGRAMMA'S
Automatische programma's
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van badstof
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen.
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor­den opgeborgen.
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
Katoen en linnen (badjassen,
badhanddoeken, enz.)
Katoen en linnen (badjassen,
badhanddoeken, enz.)
Synthetische en gemengde
weefsels (truien, blouses, on-
dergoed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen (lakens, ta-
felkleden, overhemden, enz.)
Wasmiddeldo-
seerbakje
4 kg
4 kg
3 kg
4 kg
Tijdgestuurde programma's
Droogheidsgraad Soort weefsel
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van bad­stof
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
Te drogen
wasgoed
6 kg 4 kg 2 kg
Centrifuge-
snelheid
1600
Aangeraden droogtijd in
minuten
195-215 120-130
70-80
24 Nuttige aanwijzingen en tips
Droogheidsgraad Soort weefsel
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on­gestreken worden opgeborgen
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die ge­streken moeten worden
1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die
op het energielabels staan worden getest door de maximale belading in twee gelijke delen te verdelen en deze elk met DROOGTIJD te drogen.
1)
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
Synthetische en
gemengde weef-
sels (truien, blouses,
ondergoed, huis-
houdlinnen)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
Te drogen
wasgoed
6 kg 4 kg 2 kg
3 kg 1 kg
6 kg 4 kg 2 kg
Centrifuge-
snelheid
1600
1200
1600
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fij­ne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart. Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange rie­men vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta. Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Aangeraden droogtijd in
minuten
185-205 110-120
60-70
105-115
40-50
150-170
90-100
50-60
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kle­dingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Nuttige aanwijzingen en tips 25
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt. Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
1)
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep
de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmid­del.
1)
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton
en dan met azijn­zuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, ver­volgens inwrijven met reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoe­veelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden ge­bruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels;
• waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C
max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel­lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge­concentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water. Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de te gebruiken hoeveelheden.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
26 Tips voor het drogen
Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast;
• het wasgoed licht vervuild is;
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetref­fende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
TIPS VOOR HET DROGEN
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van condensatie.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook gedurende de droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerpijp geplaatst zijn. Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen verminde­ren, teneinde goede resultaten te verkrijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
• Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen
onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteer-
de dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden.
• Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als hand-
doeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken.
• Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen.
• Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de
wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
• Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen
niet in de machine gedroogd worden; dit kan brandgevaar opleveren.
• Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak, nagellakrem-
over en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming van schadelijke dam-
pen te voorkomen. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel­lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge­concentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet.
Onderhoud en reiniging
Wasvoorschriften in de kleding
Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op:
= mag in de wasdroger
= Drogen op hoge temperatuur
= Drogen op lage temperatuur
= Niet geschikt voor de wasdroger.
Duur droogcyclus
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
• toerental van de laatste centrifugegang
• gewenste droogtegraad (strijkdroog, kastdroog)
• soort wasgoed
• gewicht van de hoeveelheid wasgoed. De gemiddelde droogtijd voor een tijdgestuurd droogprogramma vindt u in het hoofdstuk "Droogprogramma's". De ervaring zal u helpen uw wasgoed op de meest geschikte wijze te drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak wat aantekeningen over de duur van het drogen van reeds uitgevoerde cycli.
Extra drogen
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, kies dan nog een korte droogcyclus.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat kledingstukken erg ge­kreukt raken of krimpen.
27
ONDERHOUD EN REINIGING
U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigings­of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag.
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van de trommel blijft zitten. Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren.
28 Onderhoud en reiniging
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
• Moet de trommel leeg zijn.
• Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
• Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met bio-
logische eigenschappen.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daarna grondig af.
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt.
1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken.
2. Verwijder het tussenschotje van de was-
verzachter uit het middelste vakje.
3. Maak alle onderdelen schoon met water.
4. Schuif het tussenschotje van de wasver-
zachter zo ver mogelijk naar binnen, zo­dat het stevig op zijn plaats zit.
5. Maak het gehele inspoelbereik met een
borstel schoon, in het bijzonder de sproeimonden in de bovenkant van in­spoelvakjes.
6. Plaats de wasmiddellade in de geleide-
rails en duw hem naar binnen.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor bevatten of ijzer of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen te
verwijderen.
Loading...
+ 64 hidden pages