Zibro SC1246, SC1226, SC1235 User Manual [it]

Page 1
SC1226 - SC1235 - SC1246
>
u
1
:
=
y
TR
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUKCJA OBSŁUGI
BRUKSANVISNING
NAVODILA ZA UPORABO
KULLANIM KILAVUZU
2
22
42
62
82
102
122
Page 2
Geachte mevrouw, mijnheer,
V
an harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro airconditioner. U heeft een
kwaliteitsproduct aangeschaft waar u nog vele jaren plezier van zult hebben, mits u het
apparaat verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing voor een
optimale levensduur van uw airconditioner. Wij geven u namens de fabrikant twee jaar
garantie op mogelijke materiaal- of fabricagefouten.
Wij wensen u veel comfort met uw airconditioner.
Met vriendelijke groet,
PVG International B.V.
Afdeling Klantenservice
1. LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2. RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER.
1
42
Page 3
INHOUD
A. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 44
B.
C. BEDRIJFSTEMPERATUUR 46
D. HANDBEDIENING 47
E. WERKEN MET AFSTANDSBEDIENING 48
F. OPTIMALE WERKING 52
G. INSTELLEN RICHTING LUCHTSTROOM 53
H. HOE DE AIRCONDITIONER WERKT 54
I. ONDERHOUD 55
J. BEDIENINGSTIPS 57
K. STORINGEN VERHELPEN 58
L. GARANTIEBEPALINGEN 60
M. TECHNISCHE GEGEVENS 61
ONDERDELEN EN FUNCTIES 45
LEES DEZE HANDLEIDING
In de handleiding vindt u vele nuttige tips over hoe u de airconditioner op de juiste manier gebruikt en onderhoudt. In het hoofdstuk Storingen Verhelpen vindt u oplossingen voor algemene problemen. Als u eerst hoofdstuk K “Storingen Verhelpen” doorleest hoeft u misschien geen contact op te nemen met de serv­iceafdeling.
1
43
Page 4
A VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De installatie moet volledig in overeenstemming zijn met de ter plaatse geldende voorschriften, bepalin­gen en normen. Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik op droge plaatsen, binnenshuis. Controleer de netspanning en de frequentie. Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor een geaard stopcon­tact, aansluitspanning 220-240 V./ 50 Hz.
BELANGRIJK
• Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten. Als de stroomvoorziening niet geaard
G
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of:
stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor de elektrische spanning vermeld op het type-
de stekker van het snoer in het stopcontact past;
het apparaat op een stabiele ondergrond staat.
is, mag u het apparaat niet aansluiten. De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als het apparaat is aangesloten. Lees deze gebruiksinstructie zorgvuldig en volg de aanwijzingen.
• De airconditioner bevat een koudemiddel en kan worden aangemerkt als apparatuur onder druk. Neem daarom altijd contact op met een erkend installatiespecialist om de airconditioner te laten installeren en te onderhouden. Wij raden u aan de airconditioner eens per jaar te laten keuren en onderhouden door een erkend airconditioning monteur.
de voedingsspanning overeenkomt met de netspanning op het typeplaatje;
plaatje;
Laat de elektrische installatie controleren door een erkend vakman als u er niet zeker van bent dat alles in orde is.
Dit apparaat is volgens de CE veiligheidsnormen gefabriceerd. Toch dient u, zoals bij ieder elektrisch appa­raat, voorzichtig te zijn.
Het luchtinlaat- en uitblaasrooster nooit afdekken.
Breng het apparaat nooit in contact met chemicaliën.
Het apparaat nooit in contact brengen met water, met water besproeien of in water onderdompelen.
Steek niet uw handen, vingers of voorwerpen in de openingen van het apparaat.
Sluit het apparaat nooit aan met behulp van een verlengsnoer. Als er geen geschikt geaard stopcontact voorhanden is, laat dit dan installeren door een erkend elektricien.
Wees uit veiligheidsoverwegingen altijd voorzichtig met kinderen in de buurt van dit apparaat, zoals met ieder elektrisch apparaat.
Laat eventuele reparaties en/of onderhoud alleen uitvoeren door een erkend servicemonteur of door uw erkende Zibro leverancier. Volg de gebruiks- en onderhoudsinstructies in het gebruikershandboek dat bij dit apparaat hoort.
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact als het niet wordt gebruikt.
Laat een beschadigd elektriciteitssnoer or stekker alleen vervangen door een erkend elektricien of door de leverancier.
Zet nooit de airconditioner aan of uit door de stekker in het stopcontact te steken of eruit te halen. Gebruik daarvoor alleen de speciale bedieningsknoppen op de airconditioner of op de afstandsbediening.
Open de airconditioner nooit als deze in werking is. Trek altijd eerst de stekker eruit alvorens het appa­raat te openen.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer de airconditioner wordt gereinigd of wanneer er onderhoud wordt gepleegd.
1
44
Page 5
Plaats nooit gasbranders, ovens of kooktoestellen in de luchtstroom.
43526
1
10
9
12
13
11
7
8
ff
O/n
O
p
e
elS
n
aF
g
ni
w
S
n
oi
tc
e
r
i
Dr
i
A
nO
rem
i
T
ff
O
r
e
mi
T
e
d
o
M
.
r
H
T
N
O
R
E
MI
.
rH
T
f
f
O
R
E
M
I
SET
T
P
M
E
o
t
u
A
Bedien nooit de knoppen en raak de airconditioner nooit aan met natte handen.
De buitenunit produceert geluid wanneer het apparaat aanstaat. Dit kan in strijd zijn met plaatselijke wettelijke regelingen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om na te gaan of de apparatuur volledig voldoet aan de plaatselijke wettelijke regelingen.
Ga nooit in de directe luchtstroom staan.
Drink nooit het afvalwater uit de airconditioner.
LET OP!
• Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer, stekker,
G
behuizing of bedieningspaneel.
• Niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het vervallen van de garantie op dit apparaat.
B ONDERDELEN EN FUNCTIES
BINNENUNIT Binnenunit
a Voorpaneel b Luchtinlaat c Luchtfilter (achter voorpaneel) d Luchtuitlaat e Horizontaal luchtstroomrooster f Verticale luchtstroomlamel g Schermpje h Signaalontvanger afstandsbediening i Afstandsbediening (zie hoofdstuk E voor
meer bijzonderheden en bediening)
j Knop voor handmatige bediening
(“AUTO/COOL”)
BUITENUNIT Buitenunit
De lampjes van de bedieningsindicator gaan snel knipperen (vijf maal per seconde) wanneer beveiligings­voorzieningen gaan werken.
G
LET OP!
Alle afbeeldingen in deze handleiding en op de verpakking zijn alleen bedoeld als toelichting en indicatie en kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. Alleen de werkelijke vorm is belangrijk.
k Aansluitleiding, afvoerslang l Luchtinlaat (zij- en achterkant) m Luchtuitlaat
1
45
Page 6
FUNCTIE VAN DE INDICATIELAMPJES OP HET SCHERMPJE VAN DE BINNENUNIT
Signaalontvanger
a “AUTO” indicatielampje
Dit indicatielampje brandt wanneer de airconditioner op automatische “AUTO” bedrijfsmodus is inge­steld.
b Ontdooien, “DEFROST” indicatielampje (Alleen voor modellen met functies Koelen en Verwarmen)
Dit indicatielampje brandt wanneer de airconditioner automatisch gaat ontdooien of wanneer verwarmen, de warme lucht regeling wordt geactiveerd.
c TEMPERATUUR indicatielampje
oont de temperatuurinstellingen tijdens de werking van de airconditioner.
T
d Bedrijfsmodus, “OPERATION” indicatielampje
Dit indicatielampje knippert als de stroomtoevoer is ingeschakeld en brandt als de unit in bedrijf is.
e “TIMER” indicatielampje
Dit indicatielampje brandt wanneer de “TIMER” op Aan/Uit “ON/OFF” staat.
, tijdens
C BEDRIJFSTEMPERATUUR
Koelen, verwarmen en ontvochtigen gebeurt op de meest effectieve manier bij de volgende binnen- en bui­tentemperatuur:
Temperatuur
Kamertemperatuur 17ºC - 32ºC 10ºC - 27ºC 17ºC - 32ºC
Buitentemperatuur 18ºC - 40ºC 10ºC - 24ºC 18ºC - 40ºC
WAARSCHUWING
• Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt zoals hierboven is aangegeven, kunnen
G
bepaalde beveiligingsvoorzieningen gaan werken, waardoor de unit niet meer normaal functioneert.
• Relatieve vochtigheid in de ruimte minder dan 80%. Wanneer de airconditioner in bedrijf is bij een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 80% in de ruimte kan er op de oppervlakte van de airconditioner condens ontstaan. In dat geval dient u de verticale luchtstroom lamel in de uiterste stand (verticaal naar de vloer gericht) en de ventilator op Hoog (“HIGH”) te zetten.
• Sluit voor een maximaal effect van uw airconditioner altijd deuren en ramen wanneer wordt gekoeld of verwarmd.
Modus
Koelen Verwarmen Ontvochtigen
1
46
Page 7
D HANDBEDIENING
De airconditioner kan op het apparaat zelf en met de bijgeleverde afstandsbediening met de hand worden bediend. Voor het werken met de afstandsbediening zie hoofdstuk E “Werken met afstandsbediening”. Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de afstandsbediening, zal de airconditioner alleen in de AUTO­modus werken. Volg dan de volgende aanwijzingen:
Paneel
Handmatige
bedieningsknop
1. Open het voorpaneel en til het schuin op tot het met een klik vast blijft zitten.
2. Eenmaal drukken op handmatige bedieningsknop j zet de unit op Automatische “AUTO” bediening.
3. Sluit het paneel weer goed.
WAARSCHUWING
• Zodra u de handmatige bedieningsknop indrukt verspringt de bedrijfsmodus van: Automatisch
G
“AUTO”, naar Koelen “COOL” naar Uit “OFF”.
• Druk de knop tweemaal in en de unit werkt in de geforceerde Koelen “COOL” modus. Dit wordt alleen gebruikt om te testen.
• Een derde maal drukken op de knop zorgt ervoor dat de bewerking wordt gestopt en de airconditioner wordt uitgeschakeld.
• Om weer terug te gaan naar het gebruik van de afstandsbediening dient u de afstandsbediening rechtstreeks te gebruiken.
Automatisch / Koelen “AUTO / COOL”
1
47
Page 8
E WERKEN MET AFSTANDSBEDIENING
LET OP
G
Introductie van functieknoppen op de afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening altijd op de signaalontvanger van de binnenunit en zorg ervoor dat zich geen obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en de ontvanger. Als dat wel het geval is kan het signaal van de afstandsbediening niet worden opgevangen en werkt de airconditioner niet goed.
• De afstandsbediening werkt tot op een maximale afstand van ongeveer 6 tot 7 meter.
fig. 1
a Aan/uit “ON/OFF” knop: Druk deze knop in om de werking van de unit te starten. Druk deze knop
weer in om de werking van de unit te beëindigen.
b Modus knop: Iedere keer dat u de knop indrukt wordt een modus geselecteerd in de volgorde:
Automatisch “AUTO”, Koelen “COOL”, Drogen “DR ““FAN ONLY”. Zie de volgende figuur:
AUTO COOL DRY HEAT FAN
c Knop: Druk de knop in om de binnentemperatuur instelling te verhogen tot 30ºC. d Knop: Druk de knop in om de binnentemperatuur instelling te verlagen tot 17ºC. e Ventilator “FAN” Knop: Deze knop wordt gebruikt om de ventilatorsnelheid te selecteren. Steeds
wanneer u de knop indrukt, wordt een ventilatorsnelheid geselecteerd die verspringt van “AUTO” naar Laag “LOW” naar Medium “MED” naar Hoog “HIGH” en dan terug naar “Auto”. W “AUTO” of “DRY”modus selecteert wordt de ventilatorsnelheid automatisch geregeld en kunt u deze snelheid niet instellen.
f Slaapstand “SLEEP / TURBO” Knop: Druk deze knop in om Slaapstand “SLEEP” of Turbomodus
“TURBO” te selecteren. Steeds wanneer u de knop indrukt, verspringt de bedrijfsmodus in de richting van de pijl. W den gebruikt.
SLEEP SLEEP OFF TURBO TURBO OFF
anneer de bedrijfsmodus is ingesteld op “DRY” of “FAN ONLY”, kan deze functie niet wor-
Y””, Verwarmen “HEAT” en Alleen Ventileren
anneer u de
g Zwenk “SWING” Knop: Druk op de “SWING” knop om de Zwenkfunctie te activeren. Druk nogmaals
op de knop om te stoppen.
1
48
Page 9
h Luchtrichting “AIR DIRECTION” Knop: Druk op deze knop om de stand van de lamel te wijzigen. De
lamel verandert 6 graden van positie bij iedere druk op de knop. Als de lamel in een bepaalde stand staat, waarbij deze het koelings- of verwarmingseffect van de airconditioner zou beïnvloeden, wordt de positie van de lamel automatisch veranderd. Er verschijnt geen symbool op het schermpje wanneer op deze knop wordt gedrukt.
i “TIMER ON” Knop: Druk op deze knop om de Automatische inschakeltijd functie te activeren. Bij iede-
re druk op de knop verspringt de automatisch ingestelde tijd met 30 minuten. Als de insteltijd 10 uur aangeeft verspringt de automatisch ingestelde tijd met iedere druk op de knop met 60 minuten. Om het programma Automatisch Ingestelde T niets meer op het schermpje wordt weergegeven.
j “TIMER OFF” Knop: Druk op deze knop om de Automatische uitschakeltijd functie te activeren. Bij
iedere druk op de knop verspringt de automatisch ingestelde tijd met 30 minuten. Als de insteltijd 10 uur aangeeft verspringt de automatisch ingestelde tijd met iedere druk op de knop met 60 minuten. Om het programma Automatisch Ingestelde T er niets meer op het schermpje wordt weergegeven.
ijd op te heffen dient u op de knop te blijven drukken tot er
ijd op te heffen dient u op de knop te blijven drukken tot
Namen en functies van indicatielampjes op de afstandsbediening
fig. 2
Schermpje
a TRANSMISSIE indicatielampje:
Dit indicatielampje brandt wanneer de afstandsbediening signalen verzendt naar de binnenunit.
b “MODE” indicatielampje:
Geeft de huidige bedrijfsmodus weer, o.a. Auto , Koelen , Drogen , Verwarmen of
entileren . Verwarmen is alleen mogelijk bij een model met een warmtepomp.
V
c “TEMPERATURE” indicatielampje:
Geeft de temperatuurinstellingen weer (17ºC tot 30ºC).
d “FAN SPEED” indicatielampje:
Geeft de geselecteerde Ventilatiesnelheid weer en AUTO en drie ventilatiesnelheden: LOW , MED en HIGH
e “SLEEP / TURBO” indicatielampje:
Steeds als de “SLEEP / TURBO” knop wordt ingedrukt wordt het signaal weergegeven in de volgorde:
Niets verschijnt wanneer de bedrijfsmodus Drogen of Alleen V
f “SWING” indicatielampje:
Dit indicatielampje brandt wanneer de Zwenk knop wordt ingedrukt.
g TIMER indicatielampje:
De tijd die is ingesteld voor de bedrijfsmodus Timer wordt weergegeven. (0,5 ~ 24 uur)
. Geeft ook (knipperen) aan of de bedrijfsmodus Auto of Drogen is.
Niets Niets
entileren is.
1
49
Page 10
LET OP
In Fig. 2 worden voor alle duidelijkheid alle functies getoond. Tijdens de werkelijke werking
G
Werken met de afstandsbediening
Plaatsen / vervangen van batterijen
Gebruik twee droge cel alkaline batterijen (AAA/LR03). Gebruik geen oplaadbare batterijen.
1. Verwijder het batterijklepje aan de achterkant van de afstandsbediening in de richting van de pijl.
2. Plaats nieuwe batterijen en let op dat de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterijen in de
3. Schuif het klepje weer terug.
G
worden echter alleen de van toepassing zijnde functies op het schermpje getoond.
juiste richting geplaatst zijn.
LET OP
• Wanneer u batterijen vervangt dient u geen oude batterijen of batterijen van een ander type te gebruiken. Hierdoor kan de afstandsbediening slecht gaan functioneren.
• Als u de afstandsbediening gedurende enkele weken niet gaat gebruiken kunt u beter de batterijen verwijderen. Op deze manier voorkomt u dat lekkende batterijen de afstandsbediening beschadigen.
• De gemiddelde levensduur van batterijen is bij normaal gebruik ongeveer een half jaar.
• Vervang de batterijen wanneer er geen antwoordtoon komt van de binnenunit of wanneer het Transmissie indicatielampje niet oplicht.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. Gebruik nooit verschillende types (bijv. alkaline en manganese dioxide) tegelijkertijd.
AUTOMATISCHE BEDIENING
Als de airconditioner gebruiksklaar is, schakel de stroom dan in en het Bedrijfsmodus indicatielampje op het schermpje van de binnenunit gaat knipperen.
1. Gebruik de Modus “MODE” selecteerknop om AUTO te selecteren.
Druk op de ▲ of ▼ knop om de gewenste kamertemperatuur in te stellen. De meest comfortabele tem-
2. peratuur is tussen 21ºC en 28ºC. Druk op de “On/off” knop om de airconditioner te starten. Het Bedrijfsmodus indicatielampje op het
3. schermpje van de binnenunit gaat branden. De bedrijfmodus is AUTO. De V automatisch geregeld.
4. Druk weer op de “On/off” knop om de werking van de unit te stoppen.
LET OP
• In de AUTO modus kan de airconditioner de bedrijfsmodus Koelen, Ventileren, Verwarmen en
G
KOELEN, VERWARMEN en ALLEEN VENTILEREN regelen
1. Als de AUTO modus u niet bevalt kunt u handmatig de instellingen tijdelijk opheffen. U drukt hiervoor
Drogen selecteren aan de hand van het gemeten verschil tussen de werkelijke omgevingstemperatuur in de ruimte en de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
• Als de AUTO modus u niet bevalt kan de gewenste modus handmatig worden geselecteerd.
knop b in om de Koelen, Drogen, Verwarmen (alleen bij units met een WARMTEPOMP) of de Alleen Ventileren modus te gebruiken..
entilatorsnelheid wordt
1
50
Page 11
2. Druk de knop ▲ of ▼ in (c en d) om de gewenste kampertemperatuur in te stellen. Bij Koelen zijn de meest comfortabele instellingen 21ºC of hoger. Bij Verwarmen zijn de meest comfortabele instellingen 28ºC of lager.
3. Druk op Ventileren “FAN” knop e om AUTO, HIGH, MED of LOW in de Ventileren modus te selecte­ren. Druk op “ON/OFF” knop a. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te
4. werken volgens uw instellingen. Druk nogmaals op “ON/OFF” knop a om deze functie van de unit te stoppen.
LET OP!
De modus Alleen Ventileren kan niet worden gebruikt om de temperatuur te regelen. In deze
G
modus zijn alleen stap 1, 3 en 4 mogelijk.
ONTVOCHTIGEN
1. Druk op Modus knop b om Drogen, “DRY” te selecteren.
2. Druk op knop ▲ of ▼ (c en d) om de gewenste temperatuur in te stellen tussen 21 C en 28 C.
. Druk op “On/off” knop a. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te wer-
3
ken in de modus Drogen. Druk nogmaals op “On/off” knop a om deze functie van de unit te stoppen.
LET OP!
Vanwege het verschil tussen de ingestelde temperatuur van de unit en de werkelijke
G
binnentemperatuur zal de airconditioner in de modus Drogen regelmatig automatisch inschakelen, zonder de modus Koelen en Ventileren te laten werken.
Regeling van de TIMER
Druk op de “TIMER ON/OFF” knop (i en j) om de “aan” en “uit” tijd van de unit in te stellen. De effec­tieve, met de afstandsbediening ingestelde werkingstijd voor de timer functie is beperkt tot een periode van 0,5 tot minder dan 24 uur.
1. De START tijd instellen. Druk op “TIMER ON” knop i. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt ON TIMER, de
1.1 laatst ingestelde tijd voor het inschakelen van de unit, en het symbool "Hr" wordt getoond in het T gedeelte van het schermpje. U kunt nu de START tijd van de unit opnieuw instellen.
1.2 Druk weer op “TIMER ON” knop i om de gewenste inschakeltijd van de unit in te stellen. Na de instelling van de “TIMER ON” duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het sig-
1.3 naal naar de airconditioner verzendt.
2. De STOP tijd instellen.
2.1 Druk op “TIMER OFF” knop j. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt OFF TIMER en de laatst ingestelde tijd voor het uitschakelen van de unit in uren wordt getoond in het Timer gedeel­te van het schermpje. U kunt nu de STOP tijd van de unit opnieuw instellen. Druk weer op “TIMER OFF” knop j om de tijd in te stellen waarop u de unit wilt laten uitschakelen.
2.2 Na de instelling van de “TIMER OFF” duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het sig-
2.3 naal naar de airconditioner verzendt.
imer
1
51
Page 12
3. Instellen van start & stop tijd
3.1 Druk op “TIMER ON” knop i. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt ON TIMER, de laatst ingestelde tijd voor “TIMER ON” wordt in uren getoond in het T pje. U kunt nu de “TIMER ON” opnieuw instellen om de unit in te schakelen. Druk weer op “TIMER ON” knop i om de tijd in te stellen waarop de unit moet starten.
3.2 Druk op “TIMER OFF” knop j. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt OFF TIMER, de
3.3 laatst ingestelde tijd voor het uitschakelen van de unit en het symbool "Hr" wordt getoond in het T gedeelte van het schermpje. U kunt nu de STOP tijd van de unit instellen.
3.4 Druk weer op “TIMER OFF” knop j om de tijd in te stellen waarop u de unit wilt laten uitschakelen. Na de instelling van de TIMER, duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het signaal naar
3.5 de airconditioner verzendt.
LET OP!
• Als de ingestelde tijd voor STARTEN en STOPPEN hetzelfde is wordt de stoptijd automatisch
G
een half uur (de ingestelde tijd geeft minder dan 10 uur aan) of een uur (de ingestelde tijd geeft 10 uur of meer aan) later.
• Om de “TIMER ON/OFF” tijd in te stellen drukt u op de desbetreffende TIMER knop en stelt de tijd opnieuw in.
• De insteltijd is relatieve tijd, d.w.z. dat deze tijd is gebaseerd op de tijdvertraging van de werkelijke tijd.
imer gedeelte van het scherm-
imer
WAARSCHUWING
• Bescherm de afstandsbediening tegen hoge temperaturen en blootstelling aan straling.
G
• Bescherm de binnenontvanger tegen direct zonlicht om te voorkomen dat de airconditioner niet goed functioneert.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. Gebruik nooit verschillende types (bijv. alkaline en manganese dioxide) tegelijkertijd.
F OPTIMALE WERKING
Om uw apparaat optimaal te laten functioneren dient u op het volgende te letten:
Stel de richting van de luchtstroom zo in dat deze niet rechtstreeks op personen is gericht.
Stel de temperatuur in die voor u het meest comfortabel is. Stel de unit niet in op overdreven hoge of lage temperaturen.
Sluit deuren en ramen omdat anders het gewenste effect misschien niet wordt bereikt.
Gebruik de “TIMER ON” knop op de afstandsbediening om de tijd waarop u de airconditioner wilt laten starten, te selecteren.
Zet niets vlakbij de luchtinlaat of -uitlaat omdat anders de werking van de airconditioner kan worden verstoord of de airconditioner misschien helemaal niet meer functioneert. Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn die de luchtstroom blokkeren. De luchtstroom moet ongehinderd de hele kamer kunnen bereiken. De luchtstroom moet bovendien ongehinderd de airconditioner kunnen bereiken.
Het luchtfilter dient regelmatig schoongemaakt te worden omdat anders het apparaat niet voldoende koelt of verwarmt. U wordt geadviseerd om de filters eens in de twee weken schoon te maken.
Laat de unit niet werken met de horizontale lamellen in gesloten positie.
1
52
Page 13
G INSTELLEN RICHTING LUCHTSTROOM
ff
O
/n
O
p
eel
S
na
F
gn
iw
S
n
oi
t
ce
ri
Dr
i
A
nO
r
e
m
i
T
f
fOre
m
i
T
e
do
M
.
rH
TN
O
R
E
M
I
.rH
O ff TRE
MI
SE
T TPME
o
t
u
A
Regel de richting van de luchtstroom naar wens ter voorkoming van onge­mak of ongelijkmatige kamertemperaturen.
Stel de horizontale lamel in met knop h op de afstandsbediening. Zet de verticale lamel met de hand in de gewenste stand.
Hendel
Instellen richting horizontale luchtstr
oom (op - neer)
De airconditioner regelt de richting van de horizontale luchtstroom automatisch volgens de werkingsmodus.
Instellen van de horizontale luchtstroomrichting
Verricht deze handeling terwijl de airconditioner in werking is. Houd knop h, Luchtrichting, “AIR DIRECTION” ingedrukt om de lamel in de gewenste richting te brengen.
Stel de juiste richting van de horizontale luchtstroom in.
Bij volgende handelingen blaast de horizontale luchtstroom automatisch in de richting die u heeft ingesteld met het indrukken van de “AIR DIRECTI­ON” knop.
Instellen richting verticale luchtstroom (links - rechts)
Beweeg de hendel links of rechts van de verticale lamel arm (afhankelijk van het model) om handmatig de verticale lamel in te stellen. Terwijl de airconditioner in werking is en de verticale lamel in een bepaalde stand staat, kunt u de hendel links (of rechts, afhankelijk van het model) van het uitblaasrooster in de gewenste stand zetten.
WAARSCHUWING!
G
Zorg ervoor dat u de ventilator achter de verticale lamellen niet aanraakt!
LET OP!
Alle afbeeldingen in deze handleiding en op de verpakking zijn alleen bedoeld als toelichting en
G
indicatie en kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. De werkelijke vorm is belangrijk.
De luchtstroom automatisch laten zwenken (op - neer)
Verricht deze handeling terwijl de airconditioner in werking is.
Druk op Zwenkrichting “SWING” knop g op de afstandsbediening.
Druk weer op “SWING”, knop g om de functie te beëindigen. Druk op Luchtrichting “AIR DIRECTION”, knop h om de lamel in de gewenste stand vast te zetten.
1
53
Page 14
1
1
1
1
WAARSCHUWING
• De knoppen “AIR DIRECTION” en “SWING” werken niet wanneer de airconditioner af staat (ook
G
wanneer de “TIMER ON” is ingesteld).
• Laat de airconditioner nooit lange tijd in de koel- of droogstand werken met de luchtstroom naar omlaag gericht. Als u dit toch doet kan er condensvorming ontstaan op de horizontale lamel, waardoor er water kan lekken.
• Beweeg de horizontale lamel niet met de hand. Gebruik altijd de “AIR DIRECTION” knop 8 of de “SWING” knop g. Als u dit blaasrooster met de hand beweegt kan de werking worden verstoord.
anneer het rooster niet naar behoren functioneert, zet dan de airconditioner af en weer aan.
W
• Wanneer de airconditioner meteen na het afzetten weer wordt aangezet, kan de horizontale lamel gedurende ongeveer 10 seconden mogelijk niet bewegen.
• De openingshoek van de horizontale lamel mag niet te nauw worden afgesteld omdat, vanwege een te geringe luchtstroom, de functie Koelen of Verwarmen kan worden verstoord.
• Laat de unit niet werken met de horizontale lamel in gesloten positie.
• Wanneer de airconditioner wordt aangesloten op stroom (initiële stroom), kan de horizontale lamel gedurende 10 seconden een geluid maken. Dit is normaal.
H HOE DE AIRCONDITIONER WERKT
Druk op de Slaapstand “SLEEP” knop
Stel de tempe­ratuur in
1 uur 1 uur
KOELEN
Druk op de Slaapstand “SLEEP” knop
Stel de tempera­tuur in
1 uur 1 uur
VERWARMEN
Kamer­tempe­ratuur
Alleen Ventileren
“FAN ONLY”
Koelen
Temperatuur instellen
Alleen Ventileren
“FAN ONLY”
Koelen
Tijd
ONTVOCHTIGEN
AUTOMATISCHE WERKING
Wanneer u de airconditioner in de Automatische stand “AUTO” zet, (knop b op de afstandsbediening), worden KOELEN, VERWARMEN of Alleen VENTILEREN automatisch geselecteerd, afhankelijk van de temperatuur die u heeft ingesteld en de kamertemperatuur.
De airconditioner regelt de kamertemperatuur automatisch volgens de door u ingestelde temperatuur. Wanneer de “AUTO” stand u niet bevalt, kunt u de instellingen ook hand-
• matig aanpassen.
ZUINIGE WERKING
Koelen
Wanneer u tijdens KOELEN, VERWARMEN of AUTO de Slaapstand “SLEEP” knop f indrukt zal de airconditioner er automatisch voor zorgen dat de temperatuur 1ºC per uur stijgt (koelen) of daalt (verwarmen). Na 2 uur wordt de ingestelde temperatuur weer hersteld. De ventilatorsnelheid wordt automatisch geregeld.
ONTVOCHTIGEN
De stand Ontvochtigen selecteert automatisch de bedrijfsmodus Ontvochtigen op basis van het verschil tussen de ingestelde temperatuur en de werkelijke temperatuur in de ruimte.
Tijdens het ontvochtigen wordt de functie Koelen of Alleen Ventileren regel­matig in- en uitgeschakeld om de temperatuur te regelen. De ventilatiesnel­heid is Laag.
In de normale stand Koelen wordt de lucht ook door de airconditioner ont­vochtigd.
1
54
Page 15
LET OP
Wanneer de airconditioner bezig is met ontvochtigen zal de kamertemperatuur waarschijnlijk
G
dalen. Het is daarom normaal dat een vochtigheidsgraadmeter een verhoogde relatieve luchtvochtigheid aangeeft. De absolute luchtvochtigheid in de ruimte daalt echter, afhankelijk van de hoeveelheid het vocht die in de ruimte wordt geproduceerd (koken, mensen enz.).
I ONDERHOUD
Huishoudelijk
ontstoppings
middel
Nee
Verdunnings
middel
(thinner)
Filter lipje
WAARSCHUWING
Schakel eerst de airconditioner uit en trek de stekker uit het stopcontact
G
vóór u het apparaat gaat schoonmaken.
Binnenunit en afstandsbediening schoonmaken
WAARSCHUWING
• Gebruik een droge doek om de binnenunit en de afstandsbediening
G
schoon te maken.
• U kunt een doek en wat koud water gebruiken als de binnenunit erg vuil is.
• Het voorpaneel van de unit kan worden verwijderd en met water worden schoongemaakt. Droog het paneel met een droge doek.
• Gebruik geen chemisch behandeld doekje of stofdoek om de unit schoon te maken.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel (thinner), schuurmiddel of een oplosmiddel om het apparaat schoon te maken. Het plastic kan er van gaan breken of vervormen.
Luchtfilter schoonmaken
Verstopte luchtfilters verminderen het effect van koeling van dit apparaat. Maak het filter eens in de twee weken schoon.
1. Til het voorpaneel van de binnenunit omhoog tot het vastklikt.
2. Pak de hendel van het luchtfilter vast en druk het filter voorzichtig omhoog uit de houder en trek het daarna omlaag.
3. Haal HET LUCHTFILTER uit de binnenunit.
• Maak HET LUCHTFILTER eens in de twee weken schoon.
• Maak HET LUCHTFILTER schoon met een stofzuiger of met water.
• Zorg ervoor dat het filter helemaal droog is en niet beschadigd voor u het
weer terugplaatst.
4. Installeer het luchtverversingsfilter weer in de unit.
5. Zet het bovenste gedeelte van het luchtfilter terug in de unit. Let er daarbij op dat de linker en rechter zijkant recht in de unit komen en plaats het fil­ter in de oorspronkelijke positie terug.
1
55
Page 16
Onderhoud
Wanneer de unit gedurende langere tijd niet gebruikt wordt dient u de volgende handelingen te verrich-
ten:
1. Laat de Ventilator ongeveer 6 uur aan staan om de binnenkant van de unit te drogen.
2. Schakel de unit uit en haal de stekker uit het stopcontact. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
3. De buitenunit moet regelmatig worden onderhouden en worden schoongemaakt. Dit mag alleen wor­den uitgevoerd door een erkend airconditioning monteur.
Controle vóór ingebruikname
Controleer of de bedrading niet beschadigd of los is.
Controleer of het luchtfilter is geplaatst.
Controleer of de luchtuitlaat of –inlaat niet geblokkeerd is wanneer de airconditioner gedurende lan­gere tijd niet is gebruikt.
WAARSCHUWING
G
• Raak de metalen delen van het apparaat niet aan wanneer u het filter verwijdert. Scherpe metalen randen kunnen verwondingen voorzaken.
• Gebruik geen water om de binnenzijde van de unit te reinigen. Water kan de isolatie beschadigen, hetgeen kan leiden tot elektrische schokken.
Controleer altijd voordat u de unit gaat schoonmaken of de stroom en de
oomonderbreker zijn uitgeschakeld.
str
1
56
Page 17
J BEDIENINGSTIPS
De volgende problemen kunnen voorkomen tijdens normale werking.
1. Beveiliging van de airconditioner.
Beveiliging van de compressor
De compressor kan niet starten binnen 3 minuten nadat hij is uitgeschakeld.
Anti-tocht
De unit is zo ontworpen dat hij in de stand Verwarmen “HEAT” geen koude lucht uitblaast wanneer de binnen warmtewisselaar zich in een van de volgende drie situaties bevindt en de ingestelde tempera­tuur nog niet is bereikt.
anneer de unit net begint te verwarmen.
A. W B. Tijdens ontdooien. C. Bij verwarmen lage temperatuur.
Ontdooien
De binnen- of buitenventilator stopt tijdens het ontdooien. Tijdens de verwarmingscyclus kan zich ijs op de buitenunit vormen wanneer de buitentemperatuur laag
• is en de luchtvochtigheid hoog. Hierdoor heeft de airconditioner minder verwarmingscapaciteit.
In dit geval zal de airconditioner regelmatig stoppen met verwarmen en wordt de ontdooicyclus auto­matisch gestart.
De ontdooitijd kan variëren van 4 tot 10 minuten, afhankelijk van de buitentemperatuur en de hoe­veelheid gevormd ijs op de buitenunit.
2. Er komt een witte nevel uit de binnenunit.
In een ruimte met een hoge relatieve luchtvochtigheid kan een witte nevel ontstaan door een groot verschil tussen luchtinlaat- en luchtuitlaattemperatuur tijdens het Koelen. Wanneer de airconditioner weer start in de bedrijfsmodus Verwarmen kan er een witte nevel ontstaan
• door vocht dat tijdens het ontdooien is vrijgekomen.
3. De airconditioner maakt vreemde geluiden.
U kunt een zacht sissend geluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de compressor het koelmiddel stopt.
U kunt ook een piepgeluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de com­pressor. Dit wordt veroorzaakt door het effect van temperatuurwisseling, uitzetten en inkrimpen, op de kunststof delen.
U kunt ook een geluid horen wanneer de stroom wordt ingeschakeld en het luchtuitblaasrooster naar zijn oorspronkelijke stand gaat.
4. Er komt stof uit de binnenunit.
Dit is normaal en doet zich voor wanneer de airconditioner lange tijd niet is gebruikt of wanneer deze voor het eerst wordt gebruikt.
. Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmiddel gaat circuleren of de circulatie van
1
57
Page 18
5. Er komt een vreemde geur uit de binnenunit.
Dit wordt veroorzaakt doordat de geuren van bouwmaterialen, meubilair of rook door de binnenunit worden aangezogen en worden verspreid.
6. De airconditioner gaat vanuit Koelen of Verwarmen in Alleen Ventileren werken.
Wanneer de temperatuur in de ruimte de op de airconditioner ingestelde temperatuur heeft bereikt, stopt de compressor automatisch en gaat de airconditioner over op Alleen V start weer wanneer de temperatuur in de ruimte stijgt (bij Koelen) of daalt (bij Verwarmen) tot de voor­af ingestelde waarde.
7. Tijdens Koelen kan zich bij een hoge relatieve luchtvochtigheid (hoger dan 80%) condens vormen op het oppervlak van de binnenunit. Stel de horizontale lamel in op de maximum geopende stand en selecteer de hoge “HIGH“ ventilatorsnelheid.
8. Verwarmen.
De airconditioner neemt warmte op van de buitenunit en leidt deze tijdens de bedrijfsmodus
erwarmen verder via de binnenunit. Wanneer de buitentemperatuur daalt zal ook de warmte die
V door de airconditioner wordt opgenomen, verminderen. Tegelijkertijd neemt de opwarming via de air­conditioner toe ten gevolge van een groter verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur. Wanneer de ruimte onvoldoende verwarmd kan worden door de airconditioner, wordt geadviseerd een extra verwarmingselement te plaatsen.
entileren. De compressor
9. Automatische herstart.
Bij een spanningsonderbreking tijdens de werking van de unit wordt deze volledig uitgeschakeld. De airconditioner is voorzien van een Automatische herstartfunctie. Hierdoor blijven bij een span­ningsonderbreking alle ingestelde waarden bewaard in het geheugen en start de unit automatisch wanneer de stroomvoorziening weer is hersteld.
K STORINGEN VERHELPEN
Storingen en oplossingen
PROBLEEM
G
Zet bij een van de volgende problemen de airconditioner onmiddellijk uit en schakel de stroom uit. Neem contact op met uw leverancier.
• Zekering slaat steeds door of de hoofdschakelaar springt regelmatig op “uit”.
• Er is water of een andere vloeistof in de airconditioner gelopen.
• De afstandsbediening werkt niet of niet goed.
• Andere abnormale situaties.
• Het bedrijfsmodus indicatielampje knippert 5 maal. Dit wordt zelfs niet verholpen wanneer de stroom uit- en weer ingeschakeld wordt.
1
58
Page 19
Probleem Oorzaak Oplossing
Stroomonderbreking
Wacht tot stroomonderbreking verholpen is.
Stekker van unit zit misschien niet meer in stopcontact.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
Zekering is misschien doorgeslagen.
Vervang de zekering / reset relais / reset stroomonderbreker
Batterij in afstandsbediening is misschien leeg.
Vervang de batterij
Afstand afstandsbediening tot ontvanger op de binnenunit is meer dan 6 tot 7 meter of er bevinden zich obstakels tussen de afstandsbediening en de ontvanger.
Maak afstand korter. Verwijder eventuele obstakels. Richt de afstandsbediening op de ontvanger van de binnenunit.
De tijd die u met de timer heeft ingesteld is niet juist.
Wacht of annuleer de timer instelling.
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Stel temperatuur goed in. Zie Hoofdstuk E "Werken met afstandsbediening" voor details.
Luchtfilter is geblokkeerd. Maak het luchtfilter schoon.
Deuren of ramen in de ruimte zijn niet gesloten.
Sluit de deuren of de ramen.
Luchtinlaat of -uitlaat van binnenunit is geblokkeerd.
Zorg er eerst voor dat obstakels worden verwijderd. Herstart daarna de unit.
De 3-minuten tijdvertraging van de compressor is in werking.
De buitenunit wordt ontdooid.
Airconditioner staat in de "Auto" stand
Airconditioner staat in de stand "Drogen"
TEMP. indicatie wordt niet getoond
Airconditioner staat in de stand "Ventileren"
Temperatuur kan niet in de stand "Ventileren" worden ingesteld
Unit start niet
Unit koelt of verwarmt de ruimte niet goed, terwijl er wel lucht uit de airconditioner stroomt
Wacht.
Ventilatorsnelheid kan niet worden gewijzigd
Ventilatorsnelheid kan alleen worden gewijzigd in de stand "Verwarmen", "Koelen" en "Ventileren"
Wanneer het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw leverancier. Geef een goede omschrij­ving van het probleem en vermeld het typenummer van de unit.
LET OP!
Laat eventuele reparaties aan het apparaat alleen uitvoeren door een erkend airconditioning
G
monteur.
1
59
Page 20
L GARANTIEBEPALINGEN
U krijgt op de airconditioner 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij gelden de volgende regels:
1. Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af.
2. Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet tot verlenging van de garantie.
3. De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet-originele onderdelen zijn gemon­teerd of reparaties zijn verricht door derden.
4. Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals het filter, vallen buiten de garantie.
5. De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
6. De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van die in de gebruiksaan­wijzing of door verwaarlozing.
7. De verzendkosten en het risico van het opsturen van de airconditioner of onderdelen daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
8. Schade, veroorzaakt door het niet gebruiken van de geschikte Zibro filters, valt buiten de garantie.
9. Het verlies van koelmiddel en/of lekkage ten gevolge van ondeskundig aansluiten / losmaken van de units valt niet onder de garantiebepalingen die op dit product van toepassing zijn.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te raad­plegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, kunt u de airconditioner ter reparatie aanbieden bij uw dealer.
1
60
Page 21
M TECHNISCHE GEGEVENS
Verwarmingsvermogen
C B D
Stroom (nom.) koelen / verwarmen
A 3,6 / 3,9 5 / 4,8 8,2 / 8,3
m3/u
420/350/290 620/550/400 800/730/600
m
3
65 - 90 85 - 110 115 -140
Handmatige / mechanische / elektronische regeling
Elektronische
afstandsbediening
Elektronische
afstandsbediening
Elektronische
afstandsbediening
Model
SC 1226 SC 1235 SC 1246
Type airconditioner Koelcapaciteit (max) * W 2640 3500 4680 EE Klasse* A B D EER* 3,21 3,19 2,64 Verwarmingscapaciteit (max) * W 2900 3500 5350
COP* 3,3 3,43 2,83 Ontvochtigingscapaciteit ** L / 24u 24 33,6 43,2 Energieverbruik koelen kW 0,8 1,1 1,8 Energieverbruik verwarmen kW 0,9 1 1,9 Stroomvoorziening V / Hz / Ph 220 - 240 / 50 / 1 220 - 240 / 50 / 1 220 - 240 / 50 / 1
Max. stroom A 5,3 7 11 Luchtstroom ** Voor ruimtes tot** Compressor type Roterend Roterend Roterend Ventilatorsnelheden 3 3 3 Thermostatisch bereik ºC 17 - 30 17 - 30 17 - 30 Werkingsgebied ºC -15 - +40 -15 - +40 -15 - +40
Wandmodel airconditioner Wandmodel airconditioner Wandmodel airconditioner
Afstandsbediening Ja / Nee J J J Luchtfilter type(s) Scherm, Actief koolfilter Scherm, Actief koolfilter Scherm, Actief koolfilter Koudemiddel type / vulling r / gr R410A / 920 R410A/ 1100 R410A/1400 Zuig- / losdruk bar 7 / 26 7 / 26 7 / 29 Afmetingen binnenunit (BxHxD) mm 790X190X275 790X190X275 940X170X275 Afmetingen buitenunit (BxHxD) mm 780X540X250 780X540X250 760X590X285 Nettogewicht binnenunit kg 13 13,5 16 Nettogewicht buitenunit kg 31 35,5 42,5 Brutogewicht binnenunit kg 17 17,5 20,5 Brutogewicht buitenunit kg 35,5 38 45 Geluidsdrukniveau binnenunit dB(A) 32 - 39 35 - 43 38 - 45 Geluidsdrukniveau buitenunit dB(A) 53 54 58 Unit bescherming binnen IP IP20 IP20 IP20 Unit bescherming buiten IP IP24 IP24 IP24 Toelaatbaar vermogen zekering T3,15A / 250V T3,15A / 250V T3,15A / 250V
* EN 14511-2004 ** Indicatief gebruiken *** Vocht verwijderen bij 32°C, 80% RL
Defecte elektrische apparaten horen niet bij het huisafval. Zorg voor een goede recycling waar mogelijk. Vraag eventueel uw gemeente of uw handelaar voor een deskundig recycling advies.
Milieu-informatie: Deze apparatuur bevat gefluoreerde broeikasgassen zoals opgenomen in het Protocol van Kyoto. De apparatuur mag alleen worden gerepareerd of gedemonteerd door professioneel, geschoold personeel.
Deze apparatuur bevat koelmiddel R410A in de hoeveelheid als aangegeven in bovenstaande tabel. Laat R410A niet ontsnappen in de atmosfeer: R410A is een gefluoreerd broeikasgas met een broeikasgaseffect (GWP) = 1975.
1
61
Page 22
DISTRIBUTED IN EUROPE BY PVG INTERNATIONAL B.V.
i ÖSTERREICH
PVG Austria VertriebsgmbH Salaberg 49 3350 HAAG tel: +43 7434 44867 fax: +43 7434 44868 email: pvgaustria@zibro.com
e BELGIË
PVG Belgium NV/SA Industrielaan 55 2900 SCHOTEN tel:
+32 3 326 39 39 fax: +32 3 326 26 39 email: pvgbelgium@zibro.com
q SCHWEIZ
PVG Schweiz AG Salinenstrasse 63 4133 PRATTELN tel: +41 61 337 26 51 fax: +41 61 337 26 78 email: pvgint@zibro.com
2 DEUTSCHLAND
PVG Deutschland GmbH Siemensstrasse 31 47533 KLEVE tel: 0800 - 9427646 fax: +31 (0)412 648 385 email: pvgdeutschland@zibro.com
6 DANMARK
Appliance A/S Blovstroed Teglvaerksvej 3 DK-3450 ALLEROED tel: +45 70 205 701 fax: +45 70 208 701 email: appliance@appliance-group.com
4 UNITED KINGDOM
Scott Brothers Ltd. The Old Barn, Holly House Estate Cranage, Middlewich, CW10 9LT UK tel.: +44 1606 837787 fax: +44 1606 837757 email: sales@scottmail.co.uk
> ITALIA
PVG Italy SRL Via Niccolò Copernico 5 50051 CASTELFIORENTINO (FI) tel:
+39 571 628 500 fax: +39 571 628 504 email: pvgitaly@zibro.com
u NORGE
Appliance Norge AS Vogellunden 31 1394 NESBRU tel: +47 667 76 200 fax: +47 667 76 201 email: appliance@appliance-group.com
1 NEDERLAND
PVG International B.V.
.O. Box 96
P 5340 AB OSS tel: +31 412 694 694 fax: +31 412 622 893 email: pvgnl@zibro.com
9 PORTUGAL
Gardena, Lda Recta da Granja do Marquês ALGUEIRÃO 2725-596 MEM MARTINS tel: + 35 21 92 28 530 fax: + 35 21 92 28 536 email: pvgint@zibro.com
5 ESPAÑA
PVG España S.A. Pol. Ind. San José de Valderas II Comunidad ”La Alameda” C/ Aurora Boreal, 19 28918 LEGANÉS (Madrid) tel: +34 91 611 31 13 fax: +34 91 612 73 04 email: pvgspain@zibro.com
3 FRANCE
PVG France SARL 4, Rue Jean Sibélius B.P. 185 76410 SOTTEVILLE SOUS LE VAL tel: +33 2 32 96 07 47 fax: +33 0 820 34 64 84 email: pvgfrance@zibro.com
FFIINN
SUOMI
Appliance Finland Oy Piispantilankuja 6C 02240 ESPOO tel:
+358 9 4390 030 fax: +358 9 4390 0320 email: appliance@appliance-group.com
: POLSKA
PVG Polska Sp. z. o. o. ul. Kościelna 110 26-800 Białobrzegi tel:
+48 48 613 00 70 fax: +48 48 613 00 70 email: pvgpoland@zibro.com
= SVERIGE
Appliance Sweden AB Sjögatan 6 25225 HELSINGBORG tel: +46 42 287 830 fax:
+46 42 145 890 email: appliance@appliance-group.com
TTRR
TURKEY
PVG Is›tma Klima So¤utma Ltd.fiti.
Tepekule is merkezi Anadolu Cad. No: 40 K:3 D:306 35010 BAYRAKLI/IZMIR tel: + 90 232 461 51 01 fax: + 90 232 461 51 85 email: pvgturkey@zibro.com
PVG Traffic avg©071220 man_SC1226 - SC1235 - SC1246
Loading...