an harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro airconditioner. U heeft een
kwaliteitsproduct aangeschaft waar u nog vele jaren plezier van zult hebben, mits u het
apparaat verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing voor een
optimale levensduur van uw airconditioner. Wij geven u namens de fabrikant twee jaar
garantie op mogelijke materiaal- of fabricagefouten.
Wij wensen u veel comfort met uw airconditioner.
Met vriendelijke groet,
PVG International B.V.
Afdeling Klantenservice
1. LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2. RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER.
1
42
Page 3
INHOUD
A.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN44
B.
C. BEDRIJFSTEMPERATUUR 46
D. HANDBEDIENING47
E. WERKEN MET AFSTANDSBEDIENING48
F. OPTIMALE WERKING52
G. INSTELLEN RICHTING LUCHTSTROOM53
H. HOE DE AIRCONDITIONER WERKT54
I. ONDERHOUD55
J. BEDIENINGSTIPS 57
K. STORINGEN VERHELPEN58
L.GARANTIEBEPALINGEN60
M.TECHNISCHE GEGEVENS61
ONDERDELEN EN FUNCTIES45
LEES DEZE HANDLEIDING
In de handleiding vindt u vele nuttige tips over hoe u de airconditioner op de
juiste manier gebruikt en onderhoudt. In het hoofdstuk Storingen Verhelpen vindt
u oplossingen voor algemene problemen. Als u eerst hoofdstuk K “Storingen
Verhelpen” doorleest hoeft u misschien geen contact op te nemen met de serviceafdeling.
1
43
Page 4
AVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De installatie moet volledig in overeenstemming zijn met de ter plaatse geldende voorschriften, bepalingen en normen. Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik op droge plaatsen, binnenshuis.
Controleer de netspanning en de frequentie. Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor een geaard stopcontact, aansluitspanning 220-240 V./ 50 Hz.
BELANGRIJK
• Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten. Als de stroomvoorziening niet geaard
G
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of:
•
•stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor de elektrische spanning vermeld op het type-
•de stekker van het snoer in het stopcontact past;
•het apparaat op een stabiele ondergrond staat.
is, mag u het apparaat niet aansluiten. De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als
het apparaat is aangesloten. Lees deze gebruiksinstructie zorgvuldig en volg de aanwijzingen.
• De airconditioner bevat een koudemiddel en kan worden aangemerkt als apparatuur onder
druk. Neem daarom altijd contact op met een erkend installatiespecialist om de airconditioner
te laten installeren en te onderhouden. Wij raden u aan de airconditioner eens per jaar te
laten keuren en onderhouden door een erkend airconditioning monteur.
de voedingsspanning overeenkomt met de netspanning op het typeplaatje;
plaatje;
Laat de elektrische installatie controleren door een erkend vakman als u er niet zeker van bent dat alles in
orde is.
•Dit apparaat is volgens de CE veiligheidsnormen gefabriceerd. Toch dient u, zoals bij ieder elektrisch apparaat, voorzichtig te zijn.
•Het luchtinlaat- en uitblaasrooster nooit afdekken.
•Breng het apparaat nooit in contact met chemicaliën.
•Het apparaat nooit in contact brengen met water, met water besproeien of in water onderdompelen.
•Steek niet uw handen, vingers of voorwerpen in de openingen van het apparaat.
•Sluit het apparaat nooit aan met behulp van een verlengsnoer. Als er geen geschikt geaard stopcontact
voorhanden is, laat dit dan installeren door een erkend elektricien.
•Wees uit veiligheidsoverwegingen altijd voorzichtig met kinderen in de buurt van dit apparaat, zoals met
ieder elektrisch apparaat.
•Laat eventuele reparaties en/of onderhoud alleen uitvoeren door een erkend servicemonteur of door uw
erkende Zibro leverancier. Volg de gebruiks- en onderhoudsinstructies in het gebruikershandboek dat bij
dit apparaat hoort.
•Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact als het niet wordt gebruikt.
•Laat een beschadigd elektriciteitssnoer or stekker alleen vervangen door een erkend elektricien of door
de leverancier.
•Zet nooit de airconditioner aan of uit door de stekker in het stopcontact te steken of eruit te halen.
Gebruik daarvoor alleen de speciale bedieningsknoppen op de airconditioner of op de afstandsbediening.
•Open de airconditioner nooit als deze in werking is. Trek altijd eerst de stekker eruit alvorens het apparaat te openen.
•Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer de airconditioner wordt gereinigd of wanneer er
onderhoud wordt gepleegd.
1
44
Page 5
•Plaats nooit gasbranders, ovens of kooktoestellen in de luchtstroom.
43526
1
10
9
12
13
11
7
8
ff
O/n
O
p
e
elS
n
aF
g
ni
w
S
n
oi
tc
e
r
i
Dr
i
A
nO
rem
i
T
ff
O
r
e
mi
T
e
d
o
M
.
r
H
T
N
O
R
E
MI
.
rH
T
f
f
O
R
E
M
I
SET
T
P
M
E
o
t
u
A
•Bedien nooit de knoppen en raak de airconditioner nooit aan met natte handen.
•De buitenunit produceert geluid wanneer het apparaat aanstaat. Dit kan in strijd zijn met plaatselijke
wettelijke regelingen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om na te gaan of de apparatuur
volledig voldoet aan de plaatselijke wettelijke regelingen.
•Ga nooit in de directe luchtstroom staan.
•Drink nooit het afvalwater uit de airconditioner.
LET OP!
• Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer, stekker,
G
behuizing of bedieningspaneel.
• Niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het vervallen van de
garantie op dit apparaat.
BONDERDELEN EN FUNCTIES
BINNENUNITBinnenunit
a Voorpaneel
b Luchtinlaat
c Luchtfilter (achter voorpaneel)
d Luchtuitlaat
e Horizontaal luchtstroomrooster
f Verticale luchtstroomlamel
g Schermpje
h Signaalontvanger afstandsbediening
i Afstandsbediening (zie hoofdstuk E voor
meer bijzonderheden en bediening)
j Knop voor handmatige bediening
(“AUTO/COOL”)
BUITENUNITBuitenunit
De lampjes van de bedieningsindicator gaan snel knipperen (vijf maal per seconde) wanneer beveiligingsvoorzieningen gaan werken.
G
LET OP!
Alle afbeeldingen in deze handleiding en op de verpakking zijn alleen bedoeld als toelichting en
indicatie en kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. Alleen de
werkelijke vorm is belangrijk.
k Aansluitleiding, afvoerslang
l Luchtinlaat (zij- en achterkant)
m Luchtuitlaat
1
45
Page 6
FUNCTIE VAN DE INDICATIELAMPJES OP HET SCHERMPJE VAN DE BINNENUNIT
Signaalontvanger
a“AUTO” indicatielampje
Dit indicatielampje brandt wanneer de airconditioner op automatische “AUTO” bedrijfsmodus is ingesteld.
bOntdooien, “DEFROST” indicatielampje (Alleen voor modellen met functies Koelen en Verwarmen)
Dit indicatielampje brandt wanneer de airconditioner automatisch gaat ontdooien of wanneer
verwarmen, de warme lucht regeling wordt geactiveerd.
cTEMPERATUUR indicatielampje
oont de temperatuurinstellingen tijdens de werking van de airconditioner.
T
dBedrijfsmodus, “OPERATION” indicatielampje
Dit indicatielampje knippert als de stroomtoevoer is ingeschakeld en brandt als de unit in bedrijf is.
e“TIMER” indicatielampje
Dit indicatielampje brandt wanneer de “TIMER” op Aan/Uit “ON/OFF” staat.
, tijdens
CBEDRIJFSTEMPERATUUR
Koelen, verwarmen en ontvochtigen gebeurt op de meest effectieve manier bij de volgende binnen- en buitentemperatuur:
• Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt zoals hierboven is aangegeven, kunnen
G
bepaalde beveiligingsvoorzieningen gaan werken, waardoor de unit niet meer normaal
functioneert.
• Relatieve vochtigheid in de ruimte minder dan 80%. Wanneer de airconditioner in bedrijf is bij
een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 80% in de ruimte kan er op de oppervlakte van
de airconditioner condens ontstaan. In dat geval dient u de verticale luchtstroom lamel in de
uiterste stand (verticaal naar de vloer gericht) en de ventilator op Hoog (“HIGH”) te zetten.
• Sluit voor een maximaal effect van uw airconditioner altijd deuren en ramen wanneer wordt
gekoeld of verwarmd.
Modus
KoelenVerwarmenOntvochtigen
1
46
Page 7
DHANDBEDIENING
De airconditioner kan op het apparaat zelf en met de bijgeleverde afstandsbediening met de hand worden
bediend. Voor het werken met de afstandsbediening zie hoofdstuk E “Werken met afstandsbediening”.
Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de afstandsbediening, zal de airconditioner alleen in de AUTOmodus werken. Volg dan de volgende aanwijzingen:
Paneel
Handmatige
bedieningsknop
1. Open het voorpaneel en til het schuin op tot het met een klik vast blijft zitten.
2. Eenmaal drukken op handmatige bedieningsknop j zet de unit op Automatische “AUTO” bediening.
3.Sluit het paneel weer goed.
WAARSCHUWING
• Zodra u de handmatige bedieningsknop indrukt verspringt de bedrijfsmodus van: Automatisch
G
“AUTO”, naar Koelen “COOL” naar Uit “OFF”.
• Druk de knop tweemaal in en de unit werkt in de geforceerde Koelen “COOL” modus. Dit
wordt alleen gebruikt om te testen.
• Een derde maal drukken op de knop zorgt ervoor dat de bewerking wordt gestopt en de
airconditioner wordt uitgeschakeld.
• Om weer terug te gaan naar het gebruik van de afstandsbediening dient u de
afstandsbediening rechtstreeks te gebruiken.
Automatisch / Koelen
“AUTO / COOL”
1
47
Page 8
EWERKEN MET AFSTANDSBEDIENING
LET OP
G
Introductie van functieknoppen op de afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening altijd op de signaalontvanger van de binnenunit en zorg ervoor
dat zich geen obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en de ontvanger. Als dat wel
het geval is kan het signaal van de afstandsbediening niet worden opgevangen en werkt de
airconditioner niet goed.
• De afstandsbediening werkt tot op een maximale afstand van ongeveer 6 tot 7 meter.
fig. 1
aAan/uit “ON/OFF” knop: Druk deze knop in om de werking van de unit te starten. Druk deze knop
weer in om de werking van de unit te beëindigen.
bModus knop: Iedere keer dat u de knop indrukt wordt een modus geselecteerd in de volgorde:
Automatisch “AUTO”, Koelen “COOL”, Drogen “DR
““FAN ONLY”. Zie de volgende figuur:
AUTO COOL DRY HEAT FAN
c▲ Knop: Druk de knop in om de binnentemperatuur instelling te verhogen tot 30ºC.
d▼ Knop: Druk de knop in om de binnentemperatuur instelling te verlagen tot 17ºC.
eVentilator “FAN” Knop: Deze knop wordt gebruikt om de ventilatorsnelheid te selecteren. Steeds
wanneer u de knop indrukt, wordt een ventilatorsnelheid geselecteerd die verspringt van “AUTO” naar
Laag “LOW” naar Medium “MED” naar Hoog “HIGH” en dan terug naar “Auto”. W
“AUTO” of “DRY”modus selecteert wordt de ventilatorsnelheid automatisch geregeld en kunt u deze
snelheid niet instellen.
fSlaapstand “SLEEP / TURBO” Knop: Druk deze knop in om Slaapstand “SLEEP” of Turbomodus
“TURBO” te selecteren. Steeds wanneer u de knop indrukt, verspringt de bedrijfsmodus in de richting
van de pijl. W
den gebruikt.
SLEEP SLEEP OFF TURBO TURBO OFF
anneer de bedrijfsmodus is ingesteld op “DRY” of “FAN ONLY”, kan deze functie niet wor-
Y””, Verwarmen “HEAT” en Alleen Ventileren
anneer u de
gZwenk “SWING” Knop: Druk op de “SWING” knop om de Zwenkfunctie te activeren. Druk nogmaals
op de knop om te stoppen.
1
48
Page 9
hLuchtrichting “AIR DIRECTION” Knop: Druk op deze knop om de stand van de lamel te wijzigen. De
lamel verandert 6 graden van positie bij iedere druk op de knop. Als de lamel in een bepaalde stand
staat, waarbij deze het koelings- of verwarmingseffect van de airconditioner zou beïnvloeden, wordt
de positie van de lamel automatisch veranderd. Er verschijnt geen symbool op het schermpje wanneer
op deze knop wordt gedrukt.
i“TIMER ON” Knop: Druk op deze knop om de Automatische inschakeltijd functie te activeren. Bij iede-
re druk op de knop verspringt de automatisch ingestelde tijd met 30 minuten. Als de insteltijd 10 uur
aangeeft verspringt de automatisch ingestelde tijd met iedere druk op de knop met 60 minuten. Om
het programma Automatisch Ingestelde T
niets meer op het schermpje wordt weergegeven.
j“TIMER OFF” Knop: Druk op deze knop om de Automatische uitschakeltijd functie te activeren. Bij
iedere druk op de knop verspringt de automatisch ingestelde tijd met 30 minuten. Als de insteltijd 10
uur aangeeft verspringt de automatisch ingestelde tijd met iedere druk op de knop met 60 minuten.
Om het programma Automatisch Ingestelde T
er niets meer op het schermpje wordt weergegeven.
ijd op te heffen dient u op de knop te blijven drukken tot er
ijd op te heffen dient u op de knop te blijven drukken tot
Namen en functies van indicatielampjes op de afstandsbediening
fig. 2
Schermpje
aTRANSMISSIE indicatielampje:
Dit indicatielampje brandt wanneer de afstandsbediening signalen verzendt naar de binnenunit.
b“MODE” indicatielampje:
Geeft de huidige bedrijfsmodus weer, o.a. Auto , Koelen , Drogen , Verwarmen of
entileren . Verwarmen is alleen mogelijk bij een model met een warmtepomp.
V
c“TEMPERATURE” indicatielampje:
Geeft de temperatuurinstellingen weer (17ºC tot 30ºC).
d“FAN SPEED” indicatielampje:
Geeft de geselecteerde Ventilatiesnelheid weer en AUTO en drie ventilatiesnelheden: LOW ,
MED en HIGH
e“SLEEP / TURBO” indicatielampje:
Steeds als de “SLEEP / TURBO” knop wordt ingedrukt wordt het signaal weergegeven in de volgorde:
Niets verschijnt wanneer de bedrijfsmodus Drogen of Alleen V
f“SWING” indicatielampje:
Dit indicatielampje brandt wanneer de Zwenk knop wordt ingedrukt.
gTIMER indicatielampje:
De tijd die is ingesteld voor de bedrijfsmodus Timer wordt weergegeven. (0,5 ~ 24 uur)
. Geeft ook (knipperen) aan of de bedrijfsmodus Auto of Drogen is.
Niets Niets
entileren is.
1
49
Page 10
LET OP
In Fig. 2 worden voor alle duidelijkheid alle functies getoond. Tijdens de werkelijke werking
G
Werken met de afstandsbediening
Plaatsen / vervangen van batterijen
Gebruik twee droge cel alkaline batterijen (AAA/LR03).
Gebruik geen oplaadbare batterijen.
1.Verwijder het batterijklepje aan de achterkant van de afstandsbediening in de richting van de pijl.
2.Plaats nieuwe batterijen en let op dat de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterijen in de
3.Schuif het klepje weer terug.
G
worden echter alleen de van toepassing zijnde functies op het schermpje getoond.
juiste richting geplaatst zijn.
LET OP
• Wanneer u batterijen vervangt dient u geen oude batterijen of batterijen van een ander type
te gebruiken. Hierdoor kan de afstandsbediening slecht gaan functioneren.
• Als u de afstandsbediening gedurende enkele weken niet gaat gebruiken kunt u beter de
batterijen verwijderen. Op deze manier voorkomt u dat lekkende batterijen de
afstandsbediening beschadigen.
• De gemiddelde levensduur van batterijen is bij normaal gebruik ongeveer een half jaar.
• Vervang de batterijen wanneer er geen antwoordtoon komt van de binnenunit of wanneer het
Transmissie indicatielampje niet oplicht.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. Gebruik nooit verschillende types (bijv.
alkaline en manganese dioxide) tegelijkertijd.
AUTOMATISCHE BEDIENING
Als de airconditioner gebruiksklaar is, schakel de stroom dan in en het Bedrijfsmodus indicatielampje op het
schermpje van de binnenunit gaat knipperen.
1. Gebruik de Modus “MODE” selecteerknop om AUTO te selecteren.
Druk op de ▲ of ▼ knop om de gewenste kamertemperatuur in te stellen. De meest comfortabele tem-
2.
peratuur is tussen 21ºC en 28ºC.
Druk op de “On/off” knop om de airconditioner te starten. Het Bedrijfsmodus indicatielampje op het
3.
schermpje van de binnenunit gaat branden. De bedrijfmodus is AUTO. De V
automatisch geregeld.
4.Druk weer op de “On/off” knop om de werking van de unit te stoppen.
LET OP
• In de AUTO modus kan de airconditioner de bedrijfsmodus Koelen, Ventileren, Verwarmen en
G
KOELEN, VERWARMEN en ALLEEN VENTILEREN regelen
1.Als de AUTO modus u niet bevalt kunt u handmatig de instellingen tijdelijk opheffen. U drukt hiervoor
Drogen selecteren aan de hand van het gemeten verschil tussen de werkelijke
omgevingstemperatuur in de ruimte en de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
• Als de AUTO modus u niet bevalt kan de gewenste modus handmatig worden geselecteerd.
knop b in om de Koelen, Drogen, Verwarmen (alleen bij units met een WARMTEPOMP) of de Alleen
Ventileren modus te gebruiken..
entilatorsnelheid wordt
1
50
Page 11
2. Druk de knop ▲ of ▼ in (c en d) om de gewenste kampertemperatuur in te stellen. Bij Koelen zijn de
meest comfortabele instellingen 21ºC of hoger. Bij Verwarmen zijn de meest comfortabele instellingen
28ºC of lager.
3. Druk op Ventileren “FAN” knop e om AUTO, HIGH, MED of LOW in de Ventileren modus te selecteren.
Druk op “ON/OFF” knop a. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te
4.
werken volgens uw instellingen. Druk nogmaals op “ON/OFF” knop a om deze functie van de unit te
stoppen.
LET OP!
De modus Alleen Ventileren kan niet worden gebruikt om de temperatuur te regelen. In deze
G
modus zijn alleen stap 1, 3 en 4 mogelijk.
ONTVOCHTIGEN
1.Druk op Modus knop b om Drogen, “DRY” te selecteren.
2.Druk op knop ▲ of ▼ (c en d) om de gewenste temperatuur in te stellen tussen 21 C en 28 C.
.Druk op “On/off” knop a. Het bedrijfsmodus indicatielampje brandt en de airconditioner begint te wer-
3
ken in de modus Drogen. Druk nogmaals op “On/off” knop a om deze functie van de unit te stoppen.
LET OP!
Vanwege het verschil tussen de ingestelde temperatuur van de unit en de werkelijke
G
binnentemperatuur zal de airconditioner in de modus Drogen regelmatig automatisch
inschakelen, zonder de modus Koelen en Ventileren te laten werken.
Regeling van de TIMER
Druk op de “TIMER ON/OFF” knop (i en j) om de “aan” en “uit” tijd van de unit in te stellen. De effectieve, met de afstandsbediening ingestelde werkingstijd voor de timer functie is beperkt tot een periode
van 0,5 tot minder dan 24 uur.
1. De START tijd instellen.
Druk op “TIMER ON” knop i. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt ON TIMER, de
1.1
laatst ingestelde tijd voor het inschakelen van de unit, en het symbool "Hr" wordt getoond in het T
gedeelte van het schermpje. U kunt nu de START tijd van de unit opnieuw instellen.
1.2 Druk weer op “TIMER ON” knop i om de gewenste inschakeltijd van de unit in te stellen.
Na de instelling van de “TIMER ON” duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het sig-
1.3
naal naar de airconditioner verzendt.
2. De STOP tijd instellen.
2.1 Druk op “TIMER OFF” knop j. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt OFF TIMER en
de laatst ingestelde tijd voor het uitschakelen van de unit in uren wordt getoond in het Timer gedeelte van het schermpje. U kunt nu de STOP tijd van de unit opnieuw instellen.
Druk weer op “TIMER OFF” knop j om de tijd in te stellen waarop u de unit wilt laten uitschakelen.
2.2
Na de instelling van de “TIMER OFF” duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het sig-
2.3
naal naar de airconditioner verzendt.
imer
1
51
Page 12
3. Instellen van start & stop tijd
3.1 Druk op “TIMER ON” knop i. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt ON TIMER, de
laatst ingestelde tijd voor “TIMER ON” wordt in uren getoond in het T
pje. U kunt nu de “TIMER ON” opnieuw instellen om de unit in te schakelen.
Druk weer op “TIMER ON” knop i om de tijd in te stellen waarop de unit moet starten.
3.2
Druk op “TIMER OFF” knop j. Op het schermpje van de afstandsbediening verschijnt OFF TIMER, de
3.3
laatst ingestelde tijd voor het uitschakelen van de unit en het symbool "Hr" wordt getoond in het T
gedeelte van het schermpje. U kunt nu de STOP tijd van de unit instellen.
3.4 Druk weer op “TIMER OFF” knop j om de tijd in te stellen waarop u de unit wilt laten uitschakelen.
Na de instelling van de TIMER, duurt het een halve seconde voor de afstandsbediening het signaal naar
3.5
de airconditioner verzendt.
LET OP!
• Als de ingestelde tijd voor STARTEN en STOPPEN hetzelfde is wordt de stoptijd automatisch
G
een half uur (de ingestelde tijd geeft minder dan 10 uur aan) of een uur (de ingestelde tijd
geeft 10 uur of meer aan) later.
• Om de “TIMER ON/OFF” tijd in te stellen drukt u op de desbetreffende TIMER knop en stelt de
tijd opnieuw in.
• De insteltijd is relatieve tijd, d.w.z. dat deze tijd is gebaseerd op de tijdvertraging van de
werkelijke tijd.
imer gedeelte van het scherm-
imer
WAARSCHUWING
• Bescherm de afstandsbediening tegen hoge temperaturen en blootstelling aan straling.
G
• Bescherm de binnenontvanger tegen direct zonlicht om te voorkomen dat de airconditioner
niet goed functioneert.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd. Gebruik nooit verschillende types (bijv.
alkaline en manganese dioxide) tegelijkertijd.
FOPTIMALE WERKING
Om uw apparaat optimaal te laten functioneren dient u op het volgende te letten:
•Stel de richting van de luchtstroom zo in dat deze niet rechtstreeks op personen is gericht.
•Stel de temperatuur in die voor u het meest comfortabel is. Stel de unit niet in op overdreven hoge of
lage temperaturen.
•Sluit deuren en ramen omdat anders het gewenste effect misschien niet wordt bereikt.
•Gebruik de “TIMER ON” knop op de afstandsbediening om de tijd waarop u de airconditioner wilt laten
starten, te selecteren.
•Zet niets vlakbij de luchtinlaat of -uitlaat omdat anders de werking van de airconditioner kan worden
verstoord of de airconditioner misschien helemaal niet meer functioneert. Zorg ervoor dat er geen
obstakels zijn die de luchtstroom blokkeren. De luchtstroom moet ongehinderd de hele kamer kunnen
bereiken. De luchtstroom moet bovendien ongehinderd de airconditioner kunnen bereiken.
•Het luchtfilter dient regelmatig schoongemaakt te worden omdat anders het apparaat niet voldoende
koelt of verwarmt. U wordt geadviseerd om de filters eens in de twee weken schoon te maken.
•Laat de unit niet werken met de horizontale lamellen in gesloten positie.
1
52
Page 13
GINSTELLEN RICHTING LUCHTSTROOM
ff
O
/n
O
p
eel
S
na
F
gn
iw
S
n
oi
t
ce
ri
Dr
i
A
nO
r
e
m
i
T
f
fOre
m
i
T
e
do
M
.
rH
TN
O
R
E
M
I
.rH
O
ff
TRE
MI
SE
T
TPME
o
t
u
A
•Regel de richting van de luchtstroom naar wens ter voorkoming van ongemak of ongelijkmatige kamertemperaturen.
•Stel de horizontale lamel in met knop h op de afstandsbediening.
Zet de verticale lamel met de hand in de gewenste stand.
•
Hendel
Instellen richting horizontale luchtstr
oom (op - neer)
De airconditioner regelt de richting van de horizontale luchtstroom automatisch
volgens de werkingsmodus.
Instellen van de horizontale luchtstroomrichting
Verricht deze handeling terwijl de airconditioner in werking is. Houd knop h,
Luchtrichting, “AIR DIRECTION” ingedrukt om de lamel in de gewenste richting te
brengen.
Stel de juiste richting van de horizontale luchtstroom in.
•
•Bij volgende handelingen blaast de horizontale luchtstroom automatisch in
de richting die u heeft ingesteld met het indrukken van de “AIR DIRECTION” knop.
Beweeg de hendel links of rechts van de verticale lamel arm (afhankelijk van het
model) om handmatig de verticale lamel in te stellen. Terwijl de airconditioner in
werking is en de verticale lamel in een bepaalde stand staat, kunt u de hendel links
(of rechts, afhankelijk van het model) van het uitblaasrooster in de gewenste stand
zetten.
WAARSCHUWING!
G
Zorg ervoor dat u de ventilator achter de verticale lamellen niet aanraakt!
LET OP!
Alle afbeeldingen in deze handleiding en op de verpakking zijn alleen bedoeld als toelichting en
G
indicatie en kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. De werkelijke
vorm is belangrijk.
De luchtstroom automatisch laten zwenken (op - neer)
Verricht deze handeling terwijl de airconditioner in werking is.
Druk op Zwenkrichting “SWING” knop g op de afstandsbediening.
•
•Druk weer op “SWING”, knop g om de functie te beëindigen. Druk op Luchtrichting “AIR DIRECTION”,
knop h om de lamel in de gewenste stand vast te zetten.
1
53
Page 14
1
1
1
1
WAARSCHUWING
• De knoppen “AIR DIRECTION” en “SWING” werken niet wanneer de airconditioner af staat (ook
G
wanneer de “TIMER ON” is ingesteld).
• Laat de airconditioner nooit lange tijd in de koel- of droogstand werken met de luchtstroom naar
omlaag gericht. Als u dit toch doet kan er condensvorming ontstaan op de horizontale lamel,
waardoor er water kan lekken.
• Beweeg de horizontale lamel niet met de hand. Gebruik altijd de “AIR DIRECTION” knop 8 of de
“SWING” knop g. Als u dit blaasrooster met de hand beweegt kan de werking worden verstoord.
anneer het rooster niet naar behoren functioneert, zet dan de airconditioner af en weer aan.
W
• Wanneer de airconditioner meteen na het afzetten weer wordt aangezet, kan de horizontale
lamel gedurende ongeveer 10 seconden mogelijk niet bewegen.
• De openingshoek van de horizontale lamel mag niet te nauw worden afgesteld omdat, vanwege
een te geringe luchtstroom, de functie Koelen of Verwarmen kan worden verstoord.
• Laat de unit niet werken met de horizontale lamel in gesloten positie.
• Wanneer de airconditioner wordt aangesloten op stroom (initiële stroom), kan de horizontale
lamel gedurende 10 seconden een geluid maken. Dit is normaal.
HHOE DE AIRCONDITIONER WERKT
Druk op de Slaapstand “SLEEP” knop
Stel de
temperatuur in
1 uur1 uur
KOELEN
Druk op de Slaapstand “SLEEP” knop
Stel de
temperatuur in
1 uur1 uur
VERWARMEN
Kamertemperatuur
Alleen Ventileren
“FAN ONLY”
Koelen
Temperatuur instellen
Alleen Ventileren
“FAN ONLY”
Koelen
Tijd
ONTVOCHTIGEN
AUTOMATISCHE WERKING
•Wanneer u de airconditioner in de Automatische stand “AUTO” zet, (knop
b op de afstandsbediening), worden KOELEN, VERWARMEN of Alleen
VENTILEREN automatisch geselecteerd, afhankelijk van de temperatuur die
u heeft ingesteld en de kamertemperatuur.
•De airconditioner regelt de kamertemperatuur automatisch volgens de door
u ingestelde temperatuur.
Wanneer de “AUTO” stand u niet bevalt, kunt u de instellingen ook hand-
•
matig aanpassen.
ZUINIGE WERKING
Koelen
•Wanneer u tijdens KOELEN, VERWARMEN of AUTO de Slaapstand “SLEEP”
knop f indrukt zal de airconditioner er automatisch voor zorgen dat de
temperatuur 1ºC per uur stijgt (koelen) of daalt (verwarmen). Na 2 uur
wordt de ingestelde temperatuur weer hersteld. De ventilatorsnelheid
wordt automatisch geregeld.
ONTVOCHTIGEN
•De stand Ontvochtigen selecteert automatisch de bedrijfsmodus
Ontvochtigen op basis van het verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de werkelijke temperatuur in de ruimte.
•Tijdens het ontvochtigen wordt de functie Koelen of Alleen Ventileren regelmatig in- en uitgeschakeld om de temperatuur te regelen. De ventilatiesnelheid is Laag.
•In de normale stand Koelen wordt de lucht ook door de airconditioner ontvochtigd.
1
54
Page 15
LET OP
Wanneer de airconditioner bezig is met ontvochtigen zal de kamertemperatuur waarschijnlijk
G
dalen. Het is daarom normaal dat een vochtigheidsgraadmeter een verhoogde relatieve
luchtvochtigheid aangeeft. De absolute luchtvochtigheid in de ruimte daalt echter, afhankelijk
van de hoeveelheid het vocht die in de ruimte wordt geproduceerd (koken, mensen enz.).
IONDERHOUD
Huishoudelijk
ontstoppings
middel
Nee
Verdunnings
middel
(thinner)
Filter lipje
WAARSCHUWING
Schakel eerst de airconditioner uit en trek de stekker uit het stopcontact
G
vóór u het apparaat gaat schoonmaken.
Binnenunit en afstandsbediening schoonmaken
WAARSCHUWING
• Gebruik een droge doek om de binnenunit en de afstandsbediening
G
schoon te maken.
• U kunt een doek en wat koud water gebruiken als de binnenunit erg
vuil is.
• Het voorpaneel van de unit kan worden verwijderd en met water
worden schoongemaakt. Droog het paneel met een droge doek.
• Gebruik geen chemisch behandeld doekje of stofdoek om de unit
schoon te maken.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel (thinner), schuurmiddel
of een oplosmiddel om het apparaat schoon te maken. Het plastic
kan er van gaan breken of vervormen.
Luchtfilter schoonmaken
Verstopte luchtfilters verminderen het effect van koeling van dit apparaat. Maak
het filter eens in de twee weken schoon.
1.Til het voorpaneel van de binnenunit omhoog tot het vastklikt.
2.Pak de hendel van het luchtfilter vast en druk het filter voorzichtig omhoog
uit de houder en trek het daarna omlaag.
3.Haal HET LUCHTFILTER uit de binnenunit.
• Maak HET LUCHTFILTER eens in de twee weken schoon.
• Maak HET LUCHTFILTER schoon met een stofzuiger of met water.
• Zorg ervoor dat het filter helemaal droog is en niet beschadigd voor u het
weer terugplaatst.
4. Installeer het luchtverversingsfilter weer in de unit.
5. Zet het bovenste gedeelte van het luchtfilter terug in de unit. Let er daarbij
op dat de linker en rechter zijkant recht in de unit komen en plaats het filter in de oorspronkelijke positie terug.
1
55
Page 16
Onderhoud
Wanneer de unit gedurende langere tijd niet gebruikt wordt dient u de volgende handelingen te verrich-
ten:
1. Laat de Ventilator ongeveer 6 uur aan staan om de binnenkant van de unit te drogen.
2. Schakel de unit uit en haal de stekker uit het stopcontact. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
3. De buitenunit moet regelmatig worden onderhouden en worden schoongemaakt. Dit mag alleen worden uitgevoerd door een erkend airconditioning monteur.
Controle vóór ingebruikname
•Controleer of de bedrading niet beschadigd of los is.
•Controleer of het luchtfilter is geplaatst.
•Controleer of de luchtuitlaat of –inlaat niet geblokkeerd is wanneer de airconditioner gedurende langere tijd niet is gebruikt.
WAARSCHUWING
G
• Raak de metalen delen van het apparaat niet aan wanneer u het filter verwijdert. Scherpe
metalen randen kunnen verwondingen voorzaken.
• Gebruik geen water om de binnenzijde van de unit te reinigen. Water kan de isolatie
beschadigen, hetgeen kan leiden tot elektrische schokken.
• Controleer altijd voordat u de unit gaat schoonmaken of de stroom en de
oomonderbreker zijn uitgeschakeld.
str
1
56
Page 17
JBEDIENINGSTIPS
De volgende problemen kunnen voorkomen tijdens normale werking.
1. Beveiliging van de airconditioner.
Beveiliging van de compressor
•De compressor kan niet starten binnen 3 minuten nadat hij is uitgeschakeld.
Anti-tocht
•De unit is zo ontworpen dat hij in de stand Verwarmen “HEAT” geen koude lucht uitblaast wanneer de
binnen warmtewisselaar zich in een van de volgende drie situaties bevindt en de ingestelde temperatuur nog niet is bereikt.
anneer de unit net begint te verwarmen.
A. W
B. Tijdens ontdooien.
C. Bij verwarmen lage temperatuur.
Ontdooien
•De binnen- of buitenventilator stopt tijdens het ontdooien.
Tijdens de verwarmingscyclus kan zich ijs op de buitenunit vormen wanneer de buitentemperatuur laag
•
is en de luchtvochtigheid hoog. Hierdoor heeft de airconditioner minder verwarmingscapaciteit.
•In dit geval zal de airconditioner regelmatig stoppen met verwarmen en wordt de ontdooicyclus automatisch gestart.
•De ontdooitijd kan variëren van 4 tot 10 minuten, afhankelijk van de buitentemperatuur en de hoeveelheid gevormd ijs op de buitenunit.
2. Er komt een witte nevel uit de binnenunit.
•In een ruimte met een hoge relatieve luchtvochtigheid kan een witte nevel ontstaan door een groot
verschil tussen luchtinlaat- en luchtuitlaattemperatuur tijdens het Koelen.
Wanneer de airconditioner weer start in de bedrijfsmodus Verwarmen kan er een witte nevel ontstaan
•
door vocht dat tijdens het ontdooien is vrijgekomen.
3. De airconditioner maakt vreemde geluiden.
•U kunt een zacht sissend geluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de
compressor
het koelmiddel stopt.
•U kunt ook een piepgeluid horen wanneer de compressor loopt of direct na het stoppen van de compressor. Dit wordt veroorzaakt door het effect van temperatuurwisseling, uitzetten en inkrimpen, op
de kunststof delen.
•U kunt ook een geluid horen wanneer de stroom wordt ingeschakeld en het luchtuitblaasrooster naar
zijn oorspronkelijke stand gaat.
4. Er komt stof uit de binnenunit.
•Dit is normaal en doet zich voor wanneer de airconditioner lange tijd niet is gebruikt of wanneer deze
voor het eerst wordt gebruikt.
. Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmiddel gaat circuleren of de circulatie van
1
57
Page 18
5. Er komt een vreemde geur uit de binnenunit.
•Dit wordt veroorzaakt doordat de geuren van bouwmaterialen, meubilair of rook door de binnenunit
worden aangezogen en worden verspreid.
6. De airconditioner gaat vanuit Koelen of Verwarmen in Alleen Ventileren werken.
•Wanneer de temperatuur in de ruimte de op de airconditioner ingestelde temperatuur heeft bereikt,
stopt de compressor automatisch en gaat de airconditioner over op Alleen V
start weer wanneer de temperatuur in de ruimte stijgt (bij Koelen) of daalt (bij Verwarmen) tot de vooraf ingestelde waarde.
7. Tijdens Koelen kan zich bij een hoge relatieve luchtvochtigheid (hoger dan 80%) condens vormen op
het oppervlak van de binnenunit. Stel de horizontale lamel in op de maximum geopende stand en
selecteer de hoge “HIGH“ ventilatorsnelheid.
8. Verwarmen.
•De airconditioner neemt warmte op van de buitenunit en leidt deze tijdens de bedrijfsmodus
erwarmen verder via de binnenunit. Wanneer de buitentemperatuur daalt zal ook de warmte die
V
door de airconditioner wordt opgenomen, verminderen. Tegelijkertijd neemt de opwarming via de airconditioner toe ten gevolge van een groter verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur. Wanneer
de ruimte onvoldoende verwarmd kan worden door de airconditioner, wordt geadviseerd een extra
verwarmingselement te plaatsen.
entileren. De compressor
9. Automatische herstart.
•Bij een spanningsonderbreking tijdens de werking van de unit wordt deze volledig uitgeschakeld.
De airconditioner is voorzien van een Automatische herstartfunctie. Hierdoor blijven bij een spanningsonderbreking alle ingestelde waarden bewaard in het geheugen en start de unit automatisch
wanneer de stroomvoorziening weer is hersteld.
KSTORINGEN VERHELPEN
Storingen en oplossingen
PROBLEEM
G
Zet bij een van de volgende problemen de airconditioner onmiddellijk uit en schakel de stroom
uit. Neem contact op met uw leverancier.
• Zekering slaat steeds door of de hoofdschakelaar springt regelmatig op “uit”.
• Er is water of een andere vloeistof in de airconditioner gelopen.
• De afstandsbediening werkt niet of niet goed.
• Andere abnormale situaties.
• Het bedrijfsmodus indicatielampje knippert 5 maal. Dit wordt zelfs niet verholpen wanneer de
stroom uit- en weer ingeschakeld wordt.
1
58
Page 19
ProbleemOorzaakOplossing
Stroomonderbreking
Wacht tot stroomonderbreking verholpen
is.
Stekker van unit zit misschien niet meer
in stopcontact.
Controleer of de stekker goed in het
stopcontact zit.
Zekering is misschien doorgeslagen.
Vervang de zekering / reset relais / reset
stroomonderbreker
Batterij in afstandsbediening is misschien
leeg.
Vervang de batterij
Afstand afstandsbediening tot ontvanger
op de binnenunit is meer dan 6 tot 7
meter of er bevinden zich obstakels
tussen de afstandsbediening en de
ontvanger.
Maak afstand korter. Verwijder eventuele
obstakels. Richt de afstandsbediening op
de ontvanger van de binnenunit.
De tijd die u met de timer heeft ingesteld
is niet juist.
Wacht of annuleer de timer instelling.
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Stel temperatuur goed in. Zie Hoofdstuk E
"Werken met afstandsbediening" voor
details.
Luchtfilter is geblokkeerd.Maak het luchtfilter schoon.
Deuren of ramen in de ruimte zijn niet
gesloten.
Sluit de deuren of de ramen.
Luchtinlaat of -uitlaat van binnenunit is
geblokkeerd.
Zorg er eerst voor dat obstakels worden
verwijderd. Herstart daarna de unit.
De 3-minuten tijdvertraging van de
compressor is in werking.
De buitenunit wordt ontdooid.
Airconditioner staat in de "Auto" stand
Airconditioner staat in de stand "Drogen"
TEMP. indicatie wordt
niet getoond
Airconditioner staat in de stand
"Ventileren"
Temperatuur kan niet in de stand
"Ventileren" worden ingesteld
Unit start niet
Unit koelt of
verwarmt de ruimte
niet goed, terwijl er
wel lucht uit de
airconditioner stroomt
Wacht.
Ventilatorsnelheid kan
niet worden gewijzigd
Ventilatorsnelheid kan alleen worden
gewijzigd in de stand "Verwarmen",
"Koelen" en "Ventileren"
Wanneer het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw leverancier. Geef een goede omschrijving van het probleem en vermeld het typenummer van de unit.
LET OP!
Laat eventuele reparaties aan het apparaat alleen uitvoeren door een erkend airconditioning
G
monteur.
1
59
Page 20
LGARANTIEBEPALINGEN
U krijgt op de airconditioner 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze periode worden
alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij gelden de volgende regels:
1. Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af.
2. Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet tot verlenging van de
garantie.
3. De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet-originele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties zijn verricht door derden.
4. Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals het filter, vallen buiten de garantie.
5. De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop geen
veranderingen zijn aangebracht.
6. De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van die in de gebruiksaanwijzing of door verwaarlozing.
7. De verzendkosten en het risico van het opsturen van de airconditioner of onderdelen daarvan, komen
altijd voor rekening van de koper.
8. Schade, veroorzaakt door het niet gebruiken van de geschikte Zibro filters, valt buiten de garantie.
9.Het verlies van koelmiddel en/of lekkage ten gevolge van ondeskundig aansluiten / losmaken van de
units valt niet onder de garantiebepalingen die op dit product van toepassing zijn.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, kunt u de airconditioner ter reparatie aanbieden bij uw dealer.
1
60
Page 21
M TECHNISCHE GEGEVENS
Verwarmingsvermogen
CBD
Stroom (nom.) koelen / verwarmen
A3,6 / 3,95 / 4,88,2 / 8,3
m3/u
420/350/290620/550/400800/730/600
m
3
65 - 9085 - 110115 -140
Handmatige / mechanische /
elektronische regeling
Elektronische
afstandsbediening
Elektronische
afstandsbediening
Elektronische
afstandsbediening
Model
SC 1226SC 1235SC 1246
Type airconditioner
Koelcapaciteit (max) *W264035004680
EE Klasse*ABD
EER*3,213,192,64
Verwarmingscapaciteit (max) *W290035005350
*EN 14511-2004
**Indicatief gebruiken
***Vocht verwijderen bij 32°C, 80% RL
Defecte elektrische apparaten horen niet bij het huisafval. Zorg voor een goede recycling waar
mogelijk. Vraag eventueel uw gemeente of uw handelaar voor een deskundig recycling advies.
Milieu-informatie: Deze apparatuur bevat gefluoreerde broeikasgassen zoals opgenomen in het Protocol
van Kyoto. De apparatuur mag alleen worden gerepareerd of gedemonteerd door professioneel, geschoold
personeel.
Deze apparatuur bevat koelmiddel R410A in de hoeveelheid als aangegeven in bovenstaande tabel. Laat
R410A niet ontsnappen in de atmosfeer: R410A is een gefluoreerd broeikasgas met een broeikasgaseffect
(GWP) = 1975.
Scott Brothers Ltd.
The Old Barn, Holly House Estate
Cranage, Middlewich, CW10 9LT UK
tel.: +44 1606 837787
fax: +44 1606 837757
email: sales@scottmail.co.uk