Zanussi ZWT3120 User Manual [nl]

ZANUSSI

WASAUTOMAAT

WASCHAUTOMAT

ZWTѝ3120ѝ

GEBRUIKSAANWIJZING GEBRAUCHSANWEISUNG

146ѝ8772ѝ00ѝ-ѝ09/05

INHOUD

VOOR DE GEBRUIKER .......................................

3

Waarschuwingen ................................................

3

Gebruik ............................................................

3

Voorzorgsmaatregelen tegen vorst ..................

3

Afdanken ..........................................................

3

Milieubescherming ...........................................

3

Beschrijving van het apparaat ...........................

4

Wasmiddelbakje ..............................................

4

Bedieningspaneel ............................................

4

Een was doen ......................................................

5

Wasgoed in de machine doen .........................

5

Wasmiddel doseren .........................................

5

Programma kiezen ...........................................

5

Centrifugetoerental kiezen ...............................

5

Extra functies kiezen ........................................

5

Starttijdkeuze ...................................................

5

Stil ....................................................................

5

Spoelen + .........................................................

5

Kort ..................................................................

5

Programma starten ..........................................

6

Tijdens het programma ....................................

6

Extra wasgoed in de machine doen .................

6

Lopend programma wijzigen ............................

6

Programma annuleren .....................................

6

Einde van het programma ...............................

6

Programmatabel ..................................................

7

Voordat u gaat wassen .......................................

8

Wasgoed sorteren en voorbereiden ................

8

Hoeveelheid wasgoed .....................................

8

Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen .....

8

Internationale behandelingsetiketten ...............

9

Onderhoud en reiniging ...................................

10

Machine ontkalken .........................................

10

Buitenkant ......................................................

10

Wasmiddelbakje ............................................

10

Afvoerfilter ......................................................

10

Hulp bij storingen .............................................

11

Klantenservice ..................................................

11

Garantievoorwaarden .......................................

12

VOOR DE INSTALLATEUR ..............................

13

Waarschuwingen ..............................................

13

Technische gegevens ......................................

13

Installatie ...........................................................

14

Uitpakken ......................................................

14

Opstellen .......................................................

14

Machine verplaatsen .....................................

14

Waterpas stellen ...........................................

14

Watertoevoer .................................................

14

Waterafvoer ...................................................

15

Elektrische aansluiting ..................................

15

2

A. VOOR DE GEBRUIKER

1. WAARSCHUWINGEN

Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw wasautomaat. Als u het apparaat verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij de machine zit. De nieuwe gebruiker beschikt dan over de aanwijzingen m.b.t. gebruik en de waarschuwingen.

Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. Wij danken u voor uw aandacht.

1.1. Gebruik

De machine zo snel mogelijk na ontvangst uitpakken en op schade controleren. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten.

Dit apparaat is ontworpen voor het gebruik door volwassenen. Zorg ervoor dat kinderen het apparaat niet aanraken of als speelgoed gebruiken.

Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.

Deze wasautomaat is bedoeld voor normaal huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden of voor andere doeleinden dan waarvoor het ontworpen is: wassen, spoelen en centrifugeren.

Na het gebruik altijd de stekker uit het stopcontact trekken en de waterkraan dichtdraaien.

Was alleen artikelen die voor machinaal wassen geschikt zijn. Raadpleeg het behandelingsetiket.

Was geen ondergoed met baleinen, kledingstukken zonder zoom of gescheurde kledingstukken in de machine.

Verwijder alle munten, veiligheidsspelden, naalden, spijkers, schroeven enz. voordat u het wasgoed in de machine doet. Dergelijke voorwerpen kunnen aanzienlijke schade veroorzaken als ze in het wasgoed achterblijven.

Het wasgoed mag geen oplosmiddelen, alcohol, vlekoplossers enz. bevatten. Wacht totdat het middel verdampt is voordat u het wasgoed in de trommel doet.

Doe kleine artikelen zoals sokken, stofceintuurs, enz. in een wasnetje of kussensloop.

Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die wordt aanbevolen in "Wasmiddel doseren".

Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken.

1.2. Voorzorgsmaatregelen tegen vorst

Als de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen beneden 0°C, dient u de volgende maatregelen te nemen:

Waterkraan dichtdraaien en toevoerslang loskoppelen.

Uiteinde van de toevoerslang en van de afvoerslang in een bak op de vloer leggen.

Programma Pompen kiezen en helemaal laten afwerken.

Wasautomaat uitschakelen door de program-

makiezer op de uit-stand* te draaien of door de aan/uit-toets* in te drukken.

Stekker uit het stopcontact trekken.

Toevoerslang en afvoerslang weer aanbrengen. Restwater in de slangen wordt dan verwijderd. Zo

wordt voorkomen dat zich ijs vormt waardoor de machine kan worden beschadigd.

De volgende keer dat u de wasautomaat wilt gebruiken, dient u te controleren of de temperatuur in de ruimte boven 0°C is.

1.3. Afdanken

Alle materialen met het symbool zijn geschikt voor recycling. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.

Als u het apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar: trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en snoer weg.

Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.

1.4. Milieubescherming

U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de volgende tips opvolgt:

Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht van het betreffende programma (doe de trommel echter niet te vol).

Voorwassen en inweken alleen bij erg vuil wasgoed.

Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid (zie paragraaf 4.2), mate van verontreiniging en hoeveelheid wasgoed.

*afhankelijk van model

3

Zanussi ZWT3120 User Manual

2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT

1

2

1 - bedieningspaneel

2 - greep om het deksel te openen

3 - stelschroeven

4 - filterdeurtje

5 - hendel om de machine te verplaatsen

5

4

3

2.1. Wasmiddelbakje

 

 

 

Symbolen

 

 

1

- voorwas

1

2

3

 

 

 

2

- hoofdwas

 

4

 

 

3 - wasverzachter

(niet verder dan markering MAX)

4 - overloop wasverzachter (in geval van overdosering)

2.2. Bedieningspaneel

1

- Toets "Starttijdkeuze"

5

- Toets "Start/Pauze"

2

- Toets "Stil"

6

- Programmaen informatielampjes

3

- Toets "Spoelen +"

7

- Toerentalkiezer

4

- Toets "Kort"

8

- Programmakiezer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

3

4

6

 

5

8

 

 

 

 

7

4

3. EEN WAS DOEN

Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan een wasgang op 95°C zonder wasgoed uit te voeren om de kuip schoon te maken.

3.1. Wasgoed in de machine doen

Machinedeksel openen.

Trommel openen door grendeltoets A in te drukken; de twee kleppen gaan vanzelf uit elkaar.

Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en machinedeksel sluiten.

A

Waarschuwing: voordat u het machinedeksel sluit, dient u te controleren of de trommel goed gesloten is:

•de twee kleppen goed gesloten,

•grendeltoets A niet ingedrukt.

3.2. Wasmiddel doseren

Deze wasautomaat is ontworpen om wateren wasmiddelverbruik zo laag mogelijk te houden, reduceer daarom de door de fabrikanten van wasmiddel aanbevolen hoeveelheid.

Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel in vak

als u wilt voorwassen. Doseer indien gewenst wasverzachter in vak .

Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan "Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen".

3.3. Programma kiezen

In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt is voor uw wasgoed.

Draai de programmakiezer op het gewenste programma.

0 = Stop

3.4. Centrifugetoerental kiezen

Kies het centrifugetoerental of Spoelstop* of Pompen* (of «0») naargelang het soort wasgoed, de vochtigheidsgraad die u aan het eind van het programma wenst en uw droogmogelijkheden.

De toerentalkiezer geeft de mogelijke toerentallen voor katoenprogramma’s aan. Deze toerentallen worden verlaagd voor kreukherstellend goed, fijne was en wol.

3.5. Extra functies kiezen

De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u het programma hebt gekozen en voordat u toets Start/ Pauze indrukt.

Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes gaan branden. Als u een toets nogmaals indrukt, gaat het lampje uit. Als een functie niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat het betreffende lampje knipperen (zie programmatabel).

3.5.1. Starttijdkeuze

Deze functie stelt de start van het programma uit. Kies het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de toets een of meerdere malen in te drukken.

3.5.2. Stil

Deze functie reduceert het geluid van de wasautomaat, terwijl het wasresultaat gelijk blijft. Zo kunt u uw wasmachine ook ’s nachts gebruiken zonder last te hebben van het geluid. Er wordt niet gecentrifugeerd en het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen om kreukvorming te voorkomen als het niet direct uit de trommel wordt gehaald.

3.5.3. Spoelen +

Deze functie voegt bij katoen, synthetica en fijne was twee extra spoelgangen toe.

3.5.4. Kort

Deze functie wast kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed in minder tijd.

* afhankelijk van model

5

3.6. Programma starten

Nadat u een programma hebt gekozen toets Start/Pauze indrukken om het programma te starten; het betreffende lampje brandt constant.

Het is normaal dat de programmakiezer tijdens het programma stil bijft staan.

Als het programma begint, geven de lampjes aan met welk deel van het programma de machine bezig is.

3.7. Tijdens het programma

3.7.1. Extra wasgoed in de machine doen

Toets Start/Pauze indrukken: het betreffende lampje knippert zolang het programma wordt onderbroken. Alleen binnen 2 minuten nadat de wasmachine is gestopt, kan het deksel worden geopend. Toets Start/ Pauze nogmaals indrukken om het programma voort te zetten.

Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het deksel niet openen als de temperatuur van het sop te hoog is.

3.7.2. Lopend programma wijzigen

Voordat u een lopend programma gaat wijzigen, moet u de wasautomaat op pauze zetten door toets "start/ pauze" in te drukken. Als de wijziging niet mogelijk is, knippert het betreffende lampje een paar seconden. Als u besluit het programma te wijzigen, moet u het lopende programma annuleren (zie hieronder).

3.7.3. Programma annuleren

Als u een programma wilt annuleren, draait u de programmakiezer op de uit-stand.

U kunt dan een nieuw programma kiezen.

3.7.4. Einde van het programma

De wasautomaat stopt automatisch. Lampje "Einde" gaat branden. Alleen binnen 2 minuten nadat de wasmachine is gestopt, kan het deksel worden geopend.

Als u Spoelstop* op de toerentalkiezer of functie Stil* hebt gekozen, moet u programma Centrifugeren of Pompen kiezen om het programma te beëindigen.

Draai de programmakiezer op de uit-stand. Neem het wasgoed uit de machine.

Trek de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.

NB: na het wassen het deksel en de trommel open laten, zodat de trommel kan luchten.

*afhankelijk van model

6

4. PROGRAMMATABEL

Hier vindt u niet alle mogelijke, maar alleen de meest voorkomende instellingen.

 

 

Programma

 

Vul-

Mogelijke

Tempera-

 

Verbruik ca.

 

 

Soort wasgoed

 

gewicht

extra functies

turen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

°C

liter

 

kWh

 

min.

Witte / Bonte was

 

A

5,0 kg

 

95

63

 

2,10

 

140-150

Wit

of

gekleurd,

bijv.

B

 

Starttijdkeuze

60

58

 

1,30

 

120-130

normaal

verontreinigde

C

 

Stil

40

58

 

0,65

 

115-125

werkkleding,

bedden-

Q

 

Spoelen +

30

58

 

0,35

 

110-120

goed, tafellakens, onder-

 

 

Kort

 

 

 

 

 

 

goed, handdoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Witte / Bonte was

 

R

5,0 kg

 

E 60*

42

 

0,95

 

140-150

Wit of gekleurd, bijv. nor-

 

 

Starttijdkeuze

 

 

 

 

 

 

maal

verontreinigde

we-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stil

 

 

 

 

 

 

rkkleding,

bedden-goed,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoelen +

 

 

 

 

 

 

tafellakens,

onder-goed,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

handdoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kreukherstellend

 

D

2,5 kg

 

50

57

 

0,90

 

85 - 95

Synthetische

stoffen,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ondergoed,

gekleurde

 

 

Starttijdkeuze

 

 

 

 

 

 

was, no-iron hemden en

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stil

 

 

 

 

 

 

blouses.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoelen +

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fijne was

 

 

F

2,5 kg

Kort

40

52

 

0,60

 

65 - 75

 

 

 

 

 

Voor alle tere materialen,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bijv. vitrages.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handwas

 

 

 

L

1,0 kg

 

30

53

 

0,30

 

45 - 55

Heel teer wasgoed met de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aanduiding "handwas"

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wol

 

 

 

 

M

1,0 kg

 

40

53

 

0,35

 

50 - 60

In de machine wasbare

 

 

Starttijdkeuze

 

 

 

 

 

 

wol met de aanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stil

 

 

 

 

 

 

"pure wol, in de machine

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wasbaar, krimpt niet".

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sport 30

 

 

 

N

2,5 kg

 

30

43

 

0,30

 

30 - 40

Voor slechts licht verontrei-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nigd wasgoed m.u.v. wol.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Strijkvrij

 

 

 

P

1,0 kg

Starttijdkeuze

40

65

 

0,40

 

85 - 95

 

 

 

 

 

 

 

Stil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoelen +

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kort

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik

 

 

 

 

 

 

Spoelen

 

 

 

G

Met de hand gewassen goed kan in dit pro-

42

 

0,05

 

30 - 40

 

 

 

 

 

 

gramma gespoeld worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Centrifugeren

 

H

Om na het vasthouden van het spoelen te

-

 

0,015

 

5 - 15

 

 

 

 

 

 

centrifugeren (Stil) van 500 - 1200 tpm.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pompen

 

 

 

J

Om na het vasthouden van het spoelen het

-

 

0,002

 

0 - 10

 

 

 

 

 

 

water weg te pompen (Stil).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fijnspoelen

 

 

K

Om met wasverzachter te spoelen.

20

 

0,025

 

15 - 25

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

fa wi ekj ).n

pr ak kjit

ed

jt il en kn nu en nn i

la rs hci

eb od dle

njiz

D( ze ge ge eev sn

(*) Referentieprogramma voor tests volgens IEC 456 (E60°C katoen R) : 42 l / 0,95 kWh / 145 min.

7

5. VOORDAT U GAAT WASSEN

5.1. Wasgoed sorteren en voorbereiden

Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sorteren (zie paragraaf 5.4): normale was voor sterk wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voorzichtiger moet worden behandeld. Kies voor gemengde ladingen programma en temperatuur passend bij het teerste textiel.

Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders kan het witte goed verkleuren resp. vergrauwen.

Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daarom de eerste keer liever apart wassen. Houd u aan de aanwijzingen "apart wassen" en "enkele keren apart wassen" op het behandelingsetiket.

Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar vouwen.

Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Ritsen sluiten, een knoop leggen in veters en riempjes.

Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken, anoraks enz.), gebreid gekleurd textiel en wol en textiel met applicaties binnenste buiten keren.

Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's, beha's enz.) in een wasnetje wassen.

Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken verwijderen en de vitrages in een net of zak binden

5.2. Hoeveelheid wasgoed

De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag het maximale vulgewicht van de wasautomaat niet overschrijden. Dit vulgewicht hangt af van het soort wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine als het erg vuil is.

Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en hetzelfde opnemend vermogen. Daarom moet de trommel in het algemeen als volgt gevuld worden:

vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,

halfvol voor weefsels gemengd met katoen en synthetische weefsels,

voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals vitrages en wol.

Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste materiaal aanhouden.

5.3. Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen

Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat. Lees de aanwijzingen van de fabrikant en lees ook paragraaf 2.1 en 3.2.

Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkingen worden gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in de doseerbol direct in de trommel of in het wasmiddelbakje; in dat geval moet u direct een programma starten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje voor hoofdwasmiddel.

De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de waterhardheid en de mate van verontreiniging van het wasgoed.

Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren. Doseer wat meer als het water hard is (of gebruik liever een waterontharder) of als het wasgoed erg vuil of gevlekt is.

Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.

8

5.4. Internationale behandelingsetiketten

NORMAAL

 

 

 

 

 

WASGOED

 

 

 

 

 

wassen op

wassen op

wassen op

wassen op

 

 

95°C

60°C

40°C

30°C

teer goed

niet wassen

TEER

 

 

 

met de hand

 

 

 

 

wassen

 

WASGOED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BLEKEN

koud bleken met bleekwater of chloorbleek-

niet bleken

 

middel in verdunde oplossing mogelijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STRIJKEN

hoge temperatuur

matige temperatuur

lage temperatuur

niet strijken

 

(max. 200°C)

(max. 150°C)

(max. 100°C)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CHEMISCH

chemisch reinigen

chemisch reinigen

chemisch reinigen

niet chemisch

REINIGEN

(alle gebruikelijke

(alle oplosmiddelen

(alleen olieoplosmid-

reinigen

 

oplosmiddelen)

m.u.v. trichlooretheen)

delen en R113)

 

 

 

 

 

 

hoge

 

 

 

 

 

 

temperatuur

 

 

 

 

 

 

matige

 

 

 

 

 

 

temperatuur

 

DROGEN

wasgoed uitge-

wasgoed han-

wasgoed op han-

drogen in droog-

niet in de droog-

 

spreid drogen

gend drogen

gertje drogen

trommel mogelijk

trommel drogen

9

Loading...
+ 21 hidden pages