Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw wasautomaat. Als u het apparaat verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat
de gebruiksaanwijzing bij de machine zit. De nieuwe gebruiker beschikt dan over de aanwijzingen m.b.t. gebruik en
de waarschuwingen.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. Wij danken u voor uw aandacht.
1.1. Gebruik
•De machine zo snel mogelijk na ontvangst uitpakken en op schade controleren. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten.
•Dit apparaat is ontworpen voor het gebruik door
volwassenen. Zorg ervoor dat kinderen het apparaat niet aanraken of als speelgoed gebruiken.
•Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
•Deze wasautomaat is bedoeld voor normaal huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor
commerciële of industriële doeleinden of voor
andere doeleinden dan waarvoor het ontworpen is:
wassen, spoelen en centrifugeren.
•Na het gebruik altijd de stekker uit het stopcontact
trekken en de waterkraan dichtdraaien.
•Was alleen artikelen die voor machinaal wassen
geschikt zijn. Raadpleeg het behandelingsetiket.
•Was geen ondergoed met baleinen, kledingstukken
zonder zoom of gescheurde kledingstukken in de
machine.
•Verwijder alle munten, veiligheidsspelden, naalden,
spijkers, schroeven enz. voordat u het wasgoed in
de machine doet. Dergelijke voorwerpen kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken als ze in het wasgoed achterblijven.
•Het wasgoed mag geen oplosmiddelen, alcohol,
vlekoplossers enz. bevatten. Wacht totdat het middel verdampt is voordat u het wasgoed in de trommel doet.
•Doe kleine artikelen zoals sokken, stofceintuurs,
enz. in een wasnetje of kussensloop.
•Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die wordt aanbevolen in "Wasmiddel doseren".
•Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u
de wasautomaat gaat schoonmaken.
1.2. Voorzorgsmaatregelen tegen vorst
Als de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen beneden 0°C, dient u de volgende maatregelen te
nemen:
•Waterkraan dichtdraaien en toevoerslang loskoppelen.
•Uiteinde van de toevoerslang en van de afvoerslang in een bak op de vloer leggen.
•Programma Pompen kiezen en helemaal laten
afwerken.
•Wasautomaat uitschakelen door de program-
makiezer op de uit-stand
aan/uit-toets* in te drukken.
•Stekker uit het stopcontact trekken.
•Toevoerslang en afvoerslang weer aanbrengen.
Restwater in de slangen wordt dan verwijderd. Zo
wordt voorkomen dat zich ijs vormt waardoor de machine kan worden beschadigd.
De volgende keer dat u de wasautomaat wilt gebruiken,
dient u te controleren of de temperatuur in de ruimte boven 0°C is.
*
te draaien of door de
1.3. Afdanken
Alle materialen met het symbool zijn geschikt voor
recycling. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar:
trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot
onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker
en snoer weg.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
1.4. Milieubescherming
U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de
volgende tips opvolgt:
•Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht
van het betreffende programma (doe de trommel
echter niet te vol).
•Voorwassen en inweken alleen bij erg vuil wasgoed.
•Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid
(zie paragraaf 4.2), mate van verontreiniging en
hoeveelheid wasgoed.
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan
een wasgang op 95°C zonder wasgoed uit te voeren
om de kuip schoon te maken.
3.1. Wasgoed in de machine doen
•Machinedeksel openen.
•Trommel openen door grendeltoets A in te drukken;
de twee kleppen gaan vanzelf uit elkaar.
•Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en
machinedeksel sluiten.
Waarschuwing: voordat u
het machinedeksel sluit,
dient u te controleren of de
trommel goed gesloten is:
•de twee kleppen goed ges-
A
3.2. Wasmiddel doseren
Deze wasautomaat is ontworpen om water- en wasmiddelverbruik zo laag mogelijk te houden, reduceer
daarom de door de fabrikanten van wasmiddel aanbevolen hoeveelheid.
Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel in vak
als u wilt voorwassen. Doseer indien gewenst wasverzachter in vak .
Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan
"Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen".
3.3. Programma kiezen
In de programmatabel ziet u, welk programma geschikt
is voor uw wasgoed.
loten,
•grendeltoets A niet ingedrukt.
Draai de programmakiezer op het gewenste programma.
0 = Stop
3.4. Centrifugetoerental kiezen
Kies het centrifugetoerental of
Spoelstop* of Pompen* (of
«0») naargelang het soort wasgoed, de vochtigheidsgraad
die u aan het eind van het programma wenst en uw droogmogelijkheden.
De toerentalkiezer geeft de mogelijke toerentallen voor
katoenprogramma’s aan. Deze toerentallen worden
verlaagd voor kreukherstellend goed, fijne was en wol.
3.5. Extra functies kiezen
De verschillende extra functies kunt u kiezen nadat u
het programma hebt gekozen en voordat u toets Start/
Pauze indrukt.
Druk de gewenste toets(en) in, de betreffende lampjes
gaan branden. Als u een toets nogmaals indrukt, gaat
het lampje uit. Als een functie niet kan worden gecombineerd met het gekozen programma, gaat het betreffende lampje knipperen (zie programmatabel).
3.5.1. Starttijdkeuze
Deze functie stelt de start van het programma uit. Kies
het aantal uren dat u de start wilt uitstellen door de toets
een of meerdere malen in te drukken.
3.5.2. Stil
Deze functie reduceert het geluid van de wasautomaat,
terwijl het wasresultaat gelijk blijft. Zo kunt u uw wasmachine ook ’s nachts gebruiken zonder last te hebben
van het geluid. Er wordt niet gecentrifugeerd en het
wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen om
kreukvorming te voorkomen als het niet direct uit de
trommel wordt gehaald.
3.5.3. Spoelen +
Deze functie voegt bij katoen, synthetica en fijne was
twee extra spoelgangen toe.
3.5.4. Kort
Deze functie wast kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed in minder tijd.
* afhankelijk van model
5
3.6. Programma starten
Nadat u een programma hebt gekozen
toets Start/Pauze indrukken om het
programma te starten; het betreffende
lampje brandt constant.
Het is normaal dat de programmakiezer
tijdens het programma stil bijft staan.
Als het programma begint, geven de
lampjes aan met welk deel van het
programma de machine bezig is.
3.7. Tijdens het programma
3.7.1. Extra wasgoed in de machine doen
Toets Start/Pauze indrukken: het betreffende lampje
knippert zolang het programma wordt onderbroken.
Alleen binnen 2 minuten nadat de wasmachine is
gestopt, kan het deksel worden geopend. Toets Start/
Pauze nogmaals indrukken om het programma voort te
zetten.
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het deksel niet
openen als de temperatuur van het sop te hoog is.
3.7.4. Einde van het programma
De wasautomaat stopt automatisch. Lampje "Einde"
gaat branden. Alleen binnen 2 minuten nadat de
wasmachine is gestopt, kan het deksel worden
geopend.
Als u Spoelstop* op de toerentalkiezer of functie Stil*
hebt gekozen, moet u programma Centrifugeren of
Pompen kiezen om het programma te beëindigen.
Draai de programmakiezer op de uit-stand.
Neem het wasgoed uit de machine.
Trek de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
NB: na het wassen het deksel en de trommel open
laten, zodat de trommel kan luchten.
3.7.2. Lopend programma wijzigen
Voordat u een lopend programma gaat wijzigen, moet
u de wasautomaat op pauze zetten door toets "start/
pauze" in te drukken. Als de wijziging niet mogelijk is,
knippert het betreffende lampje een paar seconden. Als
u besluit het programma te wijzigen, moet u het lopende programma annuleren (zie hieronder).
3.7.3. Programma annuleren
Als u een programma wilt annuleren, draait u de programmakiezer op de uit-stand.
U kunt dan een nieuw programma kiezen.
*afhankelijk van model
6
4. PROGRAMMATABEL
Hier vindt u niet alle mogelijke, maar alleen de meest voorkomende instellingen.
Synthetische stoffen,
ondergoed, gekleurde
was, no-iron hemden en
blouses.
Fijne was
Voor alle tere materialen,
bijv. vitrages.
Handwas
Heel teer wasgoed met de
aanduiding "handwas"
Wol
In de machine wasbare
wol met de aanduiding
"pure wol, in de machine
wasbaar, krimpt niet".
Sport 30
Voor slechts licht verontreinigd wasgoed m.u.v. wol.
Strijkvrij P1,0 kgStarttijdkeuze
SpoelenGMet de hand gewassen goed kan in dit pro-
A
B
C
Q
R5,0 kg
D2,5 kg
F2,5 kg40520,6065 - 75
L1,0 kg
M1,0 kg40530,3550 - 60
N2,5 kg30430,3030 - 40
Vul-
gewicht
5,0 kg
gramma gespoeld worden.
Mogelijke
extra functies
Starttijdkeuze
Stil
Spoelen +
Kort
Starttijdkeuze
Stil
Spoelen +
Starttijdkeuze
Stil
Spoelen +
Kort
Starttijdkeuze
Stil
Stil
Spoelen +
Kort
Gebruik
Tempera-
turen
°CliterkWhmin.
95
60
40
30
E 60*420,95
50570,90
30530,3045 - 55
40650,4085 - 95
Verbruik ca.
63
58
58
58
420,0530 - 40
2,10
1,30
0,65
0,35
140-150
120-130
115-125
110-120
140-150
85 - 95
)
.
n
e
k
j
i
w
f
a
k
j
i
t
k
a
r
p
e
d
n
i
n
e
n
n
u
k
n
e
n
j
i
l
t
h
c
i
r
s
l
a
d
l
e
o
d
e
b
n
j
i
z
s
n
e
v
e
g
e
g
e
z
e
D
(
CentrifugerenHOm na het vasthouden van het spoelen te
centrifugeren (Stil) van 500 - 1200 tpm.
PompenJOm na het vasthouden van het spoelen het
water weg te pompen (Stil).
FijnspoelenKOm met wasverzachter te spoelen.200,02515 - 25
(*) Referentieprogramma voor tests volgens IEC 456 (E60°C katoen R) : 42 l / 0,95 kWh / 145 min.
7
-0,0155 - 15
-0,0020 - 10
5. VOORDAT U GAAT WASSEN
5.1. Wasgoed sorteren en voorbereiden
•Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sor-
teren (zie paragraaf 5.4): normale was voor sterk
wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan
verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voorzichtiger moet worden behandeld. Kies voor
gemengde ladingen programma en temperatuur
passend bij het teerste textiel.
•Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders
kan het witte goed verkleuren resp. vergrauwen.
•Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daar-
om de eerste keer liever apart wassen. Houd u aan
de aanwijzingen "apart wassen" en "enkele keren
apart wassen" op het behandelingsetiket.
•Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar
vouwen.
•Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Rit-
sen sluiten, een knoop leggen in veters en riempjes.
•Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken,
anoraks enz.), gebreid gekleurd textiel en wol en
textiel met applicaties binnenste buiten keren.
•Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's,
beha's enz.) in een wasnetje wassen.
•Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken
verwijderen en de vitrages in een net of zak binden
5.3. Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant en lees ook paragraaf 2.1 en 3.2.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkingen worden gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in
de doseerbol direct in de trommel of in het wasmiddelbakje; in dat geval moet u direct een programma starten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje voor
hoofdwasmiddel.
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de waterhardheid en de mate van verontreiniging van het wasgoed.
Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren.
Doseer wat meer als het water hard is (of gebruik liever
een waterontharder) of als het wasgoed erg vuil of gevlekt is.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats
kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
5.2. Hoeveelheid wasgoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag
het maximale vulgewicht van de wasautomaat niet
overschrijden. Dit vulgewicht hangt af van het soort
wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine als het
erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en
hetzelfde opnemend vermogen. Daarom moet de trommel in het algemeen als volgt gevuld worden:
•vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
•halfvol voor weefsels gemengd met katoen en syn-
thetische weefsels,
•voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals
vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste
materiaal aanhouden.
8
5.4. Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
wassen op
95°C
TEER
WASGOED
BLEKENkoud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
STRIJKENhoge temperatuur
(max. 200°C)
wassen op
60°C
matige temperatuur
wassen op
40°C
(max. 150°C)
wassen op
30°Cteer goed
met de hand
wassen
niet bleken
lage temperatuur
(max. 100°C)
niet wassen
niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
DROGENwasgoed uitge-
chemisch reinigen
(alle gebruikelijke
oplosmiddelen)
spreid drogen
chemisch reinigen
(alle oplosmiddelen
m.u.v. trichlooretheen)
wasgoed han-
gend drogen
chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
wasgoed op han-
gertje drogen
hoge
temperatuur
matige
temperatuur
drogen in droog-
trommel mogelijk
niet chemisch
reinigen
niet in de droog-
trommel drogen
9
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.