Zanussi ZFT610W User Manual [nl]

H/Za/50. (08.)200381975
DIEPVRIEZER
FRYSER
FRYS
ZFT 610 W
ZANUSSI
GEBRUIKSAANWIJZING
BRUKSANVISNING
NL
NO
SE
2
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het appa­raat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag wor­den behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .......3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid............3
Veiligheid van kinderen .......................................3
Vóór het in gebruik nemen...................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ..................3
Aanwijzingen voor de gebruiker ..........................4
Algemene informatie...........................................4
Beschrijving van het apparaat,
belangrijkste onderdelen .....................................4
Bedienen van het apparaat ..................................5
In gebruik nemen ............................................5
Temperatuur instellen.......................................5
Gebruik van de koelruimte ................................5
Bewaren in de koelruimte .................................5
Gebruik van de vriezer ........................................5
Invriezen ........................................................5
Bewaren in de vriesruimte.................................5
IJsblokjes maken.............................................6
Praktische informatie ..........................................6
Tips .................................................................6
Energie besparen............................................6
Inhoudsopgave
Het apparaat en het milieu ................................6
Onderhoud .......................................................6
Ontdooien......................................................6
Reiniging en onderhoud ...................................7
Als de koelkast niet in gebruik is ........................7
Problemen oplossen...........................................8
Lamp vervangen..............................................8
Als iets niet werkt ...............................................8
Aanwijzingen voor de installateur ........................8
Technische gegevens.........................................8
Installeren van het apparaat .................................9
Vervoer, uitpakken...........................................9
Reiniging .......................................................9
Opstelling ......................................................9
Deurdraairichting omzetten..............................10
Elektrische aansluiting....................................10
Bewaartijdentabel ............................................11
3
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele
Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcon­tact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge­drukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer k an kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor­den vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uit­nemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatu­urregelaar, het schakelmechanisme en de indicator komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries­ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi­jzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse­nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi­eningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U ver­hindert daardoor, dat spelende kinderen een elek­trische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het appa­raat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun vei­ligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voor­dat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de instal­latie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobu­taan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead­viseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriezer bewaren.
4
NL
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli­maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving van het apparaat, hoofdonderdelen
1. Vriesvak
2. Bergvakken
3. Typeplaatje
4. Bediening- en indicatiepaneel
A) Groen lampje
B) Rood lampje
C) Geel lampje en invriesschakelaar
D) Temperatuurregelaar
5. Dooiwaterafvoergootje
6. Stelvoeten
7. Deurrubber
8. Thermostaat
9. Luchtrooster
10. Condensor
11. Luchtcirculatie
12. Compressor
5
NL
Bedienings- en indicatiepaneel
Zie de hoofdstukken "In gebruik nemen", "Temperatuur instellen" en "Invriezen" voor het gebruik van de schake­laars en de indicators.
Op het paneel vindt u:
A) Groen lampje
Dit lampje brandt als het apparaat aangesloten is, d.w.z. als de stekker in het stopcontact zit.
B) Rood lampje
Dit lampje geeft informatie over de temperatuur in het apparaat.
Het gaat even branden als u het apparaat start, er verse levensmiddelen in zet en als de temperatuur­regelaar op een lagere temperatuur is gezet.
Het brandt constant als de temperatuur in het apparaat te hoog is (te veel warme levensmiddelen erin, deur is open blijven staan of deurrubber sluit niet goed) of bij een evt. storing aan het apparaat.
C) Geel lampje en invriesschakelaar
Als deze schakelaar ingeschakeld staat (wordt ingedrukt en brandt), werkt de compressor continu en zorgt voor een zo koud mogelijke temperatuur voor het invriezen.
D) Temperatuurregelaar
Deze dient voor instellen en wijzigen van de tem­peratuur in het apparaat.
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de temperatu­urregelaar (zie afb.). Het rode lampje gaat branden, de compressor start en het apparaat begint te koelen.
Als het rode lampje uitgaat, is de temperatuur laag genoeg om diepvriesproducten te bewaren.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit.
U kunt de temperatuurregelaar m.b.v. een geldstuk ver­draaien. Hoe meer u de regelaar rechtsom draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In het apparaat wordt een temperatuur van -18 °C of kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar volgens de afbeelding instelt.
Als u de temperatuurregelaar uitschakelt (stand „0”), dan onderbreekt u de werking van de compressor d.w.z. het apparaat koelt niet meer.
De temperatuur in de vriezer is niet alleen afhankelijk van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op de hoogste stand (bijv. tijdens een hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft geen
negatieve invloed op het functioneren van het apparaat.
Invriezen
Het invriezen van verschillende producten moet na een goede voorbereiding altijd plaatsvinden in het vriesvak.
Verplaats de ingevroren levensmiddelen van de bovenste lade naar de andere twee laden. Voor max­imale vriesprestaties dient u de bovenste lade uit de vriezer te halen en de in te vriezen levensmiddelen direct op de verdamper te plaatsen. Als u kleinere hoeveelheden levensmiddelen wilt invriezen hoeft u de lade niet te verwijderen
Schakel, vier uur voor het invriezen van kleinere hoeveelheden levensmiddelen en ongeveer 24 uur voor het invriezen van grotere hoeveelheden levens­middelen, de schakelaar van de vriezer in (springt omhoog en licht op als de schakelaar wordt inge­drukt). Nu werkt de compressor continu om de tem­peratuur te bereiken die noodzakelijk is voor het invriezen van de levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in de vriezer en laat het apparaat ongeveer 24 uur zijn werk doen, zoals hierboven staat beschreven.
Druk vervolgens nogmaals op de snelvriesschake­laar (het gele lampje gaat uit en de schakelaar keert terug in de originele stand).
Leg de vers ingevroren levensmiddelen in de boven­ste lade en plaats de lade in de normale stand in het apparaat.
6
NL
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in het invriesvak.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet opslaan, dan kunt de korven (behalve het onderste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan worden gelegd.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tempera­turen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func­tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat. Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol­doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie­openingen niet. Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen. Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet in aanraking komen met reeds ingevroren levensmid­delen. Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is. Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het appa­raat zet. Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso­latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan­tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges­loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Het afvoergootje voor het vocht van de koelkamer in de vorm van rijp en ijs hoort bij de werking van het apparaat.
Een dikke laag rijp en ijs heeft een isolerend effect, dit leidt tot een verlaging van het koeleffect als de temperatuur stijgt, een hoger energieverbruik, het niet openen van het deurtje of klepje van het vries­vak als de rijpvorming of ijsaanzetting te dik wordt en tot het stuk gaan van de deur.
Met de meegeleverde ijskrabber is het mogelijk om kleinere hoeveelheden rijp en ijs te verwijderen.
De lade in de afbeelding is geen accessoire­onderdeel van het apparaat!
Als de ijsaanzetting zo dik is dat deze niet verwijderd kan worden met de ijskrabber moet het apparaat worden ontdooid. De frequentie waarmee dit gebeurd is afhankelijk van het gebruik.
Hoe het apparaat te ontdooien: Trek de stekker uit het stopcontact. Als de stekker
niet toegankelijk is zet dan de temperatuurregelknop op de stand "0".
Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en plaats ze ingepakt in papier of doeken in een korf. Berg ze indien mogelijk op een koele plaats op of plaats ze in een vriesvak of vershoudvak van een koelkast.
Laat de deur open staan. Veeg zo nu en dan het ontdooiwater met een doek of
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries­ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt, gaat het invriezen sneller.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet opslaan, dan kunt de korven (behalve het onderste korf) verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan worden gelegd.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs­blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan iets te verdraaien.
7
NL
spons bijeen in de richting van het afvoerkanaal, dat zich onder in het apparaat bevindt. Dit ontdooiwater kan als volgt worden verwijderd:
Zet een bak met voldoende hoogte voor het apparaat. Steek de kunststof krabber overeenkomstig de afbeelding in de ontdooiwaterafvoer. Het ontdooiwa­ter stroomt via de afvoer in de lade.
Het ontdooiproces kan worden versneld door een pot of bord met warm water op de koelplaat te plaatsen.
Veeg na het ontdooien de oppervlakken af en duw de afvoer voor het ontdooiwater terug.
Sluit het apparaat op het stopcontact aan. Zet de temperatuurregelknop op de middelste stand . Plaats nadat het rode lampje uit is de levensmiddelen
weer in het apparaat.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoon­maken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant van de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
8
NL
Problemen oplossen
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compres­sor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
Probleem
Het apparaat koelt niet voldoende.
Het apparaat koelt te sterk.
Het apparaat koelt helemaal niet.
Het apparaat maakt veel geluid.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
Het apparaat langer op een lagere temperatu­ur zetten.
Levensmiddelen in porties verdelen.
Minder levensmiddelen tegelijk invriezen.
Levensmiddelen eerst tot kamertemperatuur laten afkoelen.
Controleren of de deur dicht is.
Op een lagere stand instellen.
De aansluiting controleren.
Stopcontact controleren.
Stand van de temperatuurregelaar control­eren.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan).
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
Voor het invriezen was de temperatuur niet laag genoeg.
U hebt levensmiddelen met grote afmetingen in het apparaat gezet.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat gezet,
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te hoog ingesteld.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De temperatuurregelaar staat op stand „0”.
Het apparaat staat niet goed.
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef­fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Aanwijzingen voor de installateur
Technische gegevens
Model
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
Neutrale stroomsterkte (A)
gewicht (kg)
ZFT 610 W
110
91
550
850
600
0,57
208
A
12
20
0,8
39
9
NL
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig­inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzin-
gen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transports­chade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het type­plaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temper­atuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de com­pressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsrin­gen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsrin­gen worden verwijderd.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +16 ..,+38 °C
T +16 ..,+43 °C
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een ver­warming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aange­houden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isol­erende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Loading...
+ 19 hidden pages