Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3
en 8 jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
• WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
2
• WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
• WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik
alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van
de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat
u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor
kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te
vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het
plaatsen van het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of wordt
beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
3
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a),
aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
4
100 mm
15 mm15 mm
45°
45°
A
1
2
2
PLAATSING
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van
het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN+10°C tot + 32°C
N+16°C tot + 32°C
ST+16°C tot + 38°C
T+16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als
deze temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van
het apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels hebt over
waar het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de dichstsbijzijnde
erkende servicedienst.
NIVELLERING
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat
wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt
worden met de twee afstelbare voetjes die aan de
voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd
zijn.
LOCATIE
De stroomtoevoer aan het apparaat
moet verbroken kunnen worden; de
stekker moet daarom na de installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals
radiatoren, boilers, direct zonlicht enz., vandaan
worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan
circuleren aan de achterkant van het keukenkastje.
Als het apparaat onder een wandkast wordt
geplaatst, moet de minimale afstand tussen de
bovenkant van de kast en de wandkast ten minste
100 mm bedragen om optimale prestaties te
garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het
apparaat echter beter niet onder een wandkast
zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant van
het apparaat garanderen een nauwkeurig
horizontale uitlijning.
AFSTANDHOUDERS ACHTERKANT
In het zakje met de handleiding zitten twee
afstandhouders die gemonteerd moeten worden
zoals te zien is in de afbeelding.
1. Plaats de afstandhouders in de openingen.
Zorg er voor dat de pijl (A) is gepositioneerd,
zoals in de afbeelding te zien is.
Als u het apparaat op een standaard zet:
1. Draai de voet los van het deurscharnier.
2. Schroef het reservepootje in de zak met de
eierhouder aan de kast.
5
2
1
1
2
3
4
2. Draai de houders 45° linksom totdat ze
vergrendelen op de juiste plaats.
OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR
WAARSCHUWING! Voordat
werkzaamheden worden uitgevoerd,
moet u zich ervan verzekeren dat de
stekker uit het stopcontact is
getrokken.
LET OP! Om de volgende
handelingen uit te voeren, raden we
aan dit te doen met de hulp van
iemand anders die de deuren van het
apparaat tijdens de werkzaamheden
stevig vasthoudt.
1. Kantel het apparaat voorzichtig naar achteren,
zodat de compressor de vloer niet kan raken.
2. Schroef beide afstelbare voetjes los.
6. Installeer de deur van het apparaat op de
bovenste deurscharnierpen.
7. Verwijder het onderste scharnier. Verplaats de
deurscharnierpen in de richting van de pijl.
8. Draai de schroef los en monteer deze aan de
andere kant.
9. Installeer het onderste scharnier aan de
tegenovergestelde kant waarbij u de stand van
de deur ongewijzigd laat.
10. Monteer de ene schroef op de plaats die is
vrijgekomen aan de andere kant evenals de
stelvoetjes (2 stuks).
11. Verwijder en installeer de handgreep aan de
andere kant.
LET OP! Zet het apparaat op zijn
plaats, zet het waterpas, wacht
minstens vier uur en steek dan de
stekker in het stopcontact.
3. Draai de schroeven van het onderste
deurscharnier los.
4. Verwijder de deur van het apparaat door deze
iets omlaag te trekken.
5. Schroef de bovenste deurscharnierpen los en
monteer deze aan de andere kant.
6
Voer een eindcontrole uit en verzeker
u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De magnetische afdichtstrip vast zit
aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is
(bijv. in de winter), kan het zijn dat het
deurrubber niet precies op de kast
past. Wacht in dat geval tot de
deurrubber zich op een natuurlijke
wijze zet.
Als u bovenstaande handelingen liever
niet zelf uitvoert, neem dan contact op
met de dichtstbijzijnde klantenservice.
Een vakman van de klantenservice zal
de draairichting van de deuren op uw
kosten veranderen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel. Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels.
Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
BEDIENING
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een
gemiddelde stand.
UITSCHAKELEN
Trek om het apparaat uit te schakelen de stekker uit
het stopcontact.
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur in het apparaat wordt geregeld
door de thermostaatknop op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te
stellen:
• draai de temperatuurregelaar naar MIN voor de
minimale koudestand.
• draai de temperatuurregelaar naar MAX voor de
maximale koudestand.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
Bij het invriezen van kleinere volumes
voeding is de positie Halfgeladen de
meest geschikte. Bij het invriezen van
grote hoeveelheden voeding is de
positie Volgeladen de meest
geschikte.
De exacte instelling moet echter worden gekozen
rekening houdend met het feit dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
LET OP! Plaats ter voorkoming van
schade geen zware noch hete
voorwerpen bovenop het apparaat.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INVRIEZEN VAN VERS VOEDSEL
Het (bovenste) vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en voor het voor een
lange periode bewaren van ingevroren en
diepgevroren voedsel.
Om verse voeding in te vriezen, plaats het in het
vriescompartiment (bovenaan) en laat het daar
gedurende 24 uur liggen.
Plaats het bevroren voedsel in het (onderste)
vriesvak om ruimte te maken voor het invriezen van
nieuw voedsel.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje, een etiket dat zich aan de binnenkant
van het apparaat bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur. voeg tijdens deze
periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het
apparaat minstens 8 uur op een hoge instelling te
laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder "maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
7
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in
dat geval zal de bereiding iets langer duren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
• Vries alleen verse en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien
het voedsel in kleine porties.
• Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic.
Zorg ervoor dat de verpakking luchtdicht is.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in
de koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te worden.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te plaatsen.
• Smalle pakjes zijn makkelijker te bewaren dan
dikke. Zout maakt voedsel minder lang
houdbaar.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald
opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
• Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
winkelier werden bewaard.
• Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen
zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
PERIODIEKE REINIGING
LET OP! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van het
apparaat en verplaats of beschadig ze
niet.
8
LET OP! Let op dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren
en het elektriciteitsverbruik reduceren.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik
geen mechanische of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve op te
bouwen voor de onderbreking tijdens
de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op
de schappen van de vriezer en rond het bovenste
vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan en steek de kunststof
schraper in de daarvoor bedoelde opening in
het midden van de bodem, plaats er een
opvangbak onder om het dooiwater op te
vangen.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een
bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnenkant
grondig droog maken en de schraper bewaren
voor toekomstig gebruik.
5. Zet het apparaat aan.
6. Draai de thermostaatknop naar de stand
Volgeladen en wacht minimaal 8 uur.
7. Zet, nadat het rode indicatielampje is uit
gegaan, het eerder verwijderde voedsel terug
in het vriesvak.
8. Pas de thermostaatknop aan volgens de
hoeveelheid opgeslagen voeding.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien
nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
LET OP! Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten, vraag dan
iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
9
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat werkt niet.Het apparaat is uitgeschakeld.Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in het
Er staat geen spanning op het
Het apparaat maakt lawaai.Het apparaat is niet stevig en
De compressor werkt continu.De temperatuur is niet goed in-
Er zijn grote hoeveelheden
De omgevingstemperatuur is te
Het voedsel dat in het apparaat
Er is te veel rijp en ijs.De deur is niet correct geslo-
De deur is verkeerd uitgelijnd
of komt tegen het ventilatierooster aan.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
stopcontact.
stopcontact.
stabiel geplaatst.
gesteld.
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
hoog.
werd geplaatst, was te warm.
De deur is niet goed gesloten.Zie 'De deur sluiten'.
ten of de deurpakking is vervormd/vies.
De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste
plaats.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
Het apparaat staat niet waterpas.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur.
Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het
opslaat.
Zie 'De deur sluiten'.
Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Zie 'Waterpas zetten'.
Stel een hogere/lagere temperatuur in.
10
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De deur is niet goed gesloten.Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Er worden veel producten tegelijk bewaard.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geopend.Open de deur alleen als het
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Deur gaat niet makkelijk open.U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te openen.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Conserveer minder producten
tegelijk.
Ontdooi het apparaat.
nodig is.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
"Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
In hoogtemm850
Breedtemm550
Dieptemm612
Maximale bewaartijd bij stroomuitvalUur19
SpanningVolt230 - 240
FrequentieHz50
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.