ZANUSSI ZDIS102W, ZDIS102X User Manual [fr]

NL
Gebruiksaanwijzing 2
FR
Notice d'utilisation 17
DE
Benutzerinformation 32
Afwasmachine Lave-vaisselle Geschirrspüler
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3 Afwasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4 Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5 De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5 Gebruik van zout voor de vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ _ 7 Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7 De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8 Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking
van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishou-
delijk gebruik.
• Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keuken-
gerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor
explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe
punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het boven­rek.
• Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines
(afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
• Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan
er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat
het afwasprogramma is afgelopen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker
uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat
repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Een afwasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ 10 Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11 Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12 Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14 Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14 Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Wijzigingen voorbehouden
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte li­chamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instruc­ties krijgen over het gebruik van dit apparaat van ie­mand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfa­brikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwas­middel in uw apparaat achtergebleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
2
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikne­ming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elek­trische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
Bedieningspaneel
• Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig
beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voor­komen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen.
5
6
1 Programmaschakelaar 2 Toets start/annuleren (Cancel) 3 Toets uitgestelde start 4 Controlelampjes 5 Programma-aanwijzer 6 Indicatielampje aan/uit
Indicatielampjes
Wassen Gaat aan wanneer de wasfase of de spoelfase loopt.
Drogen Gaat aan wanneer de droogfase loopt.
1
3
2
4
3
Indicatielampjes
Einde programma Gaat aan als een afwasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties:
• Niveau van de waterontharder.
• Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een storing heeft.
1)
Zout
1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een wasprogramma loopt.
Het indicatielampje gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor afwasmachines'. Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan nadat u het reservoir heeft gevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Programmaschakelaar en controlelampje aan/uit
• Draai de programmaschakelaar rechtsom of linksom
om een afwasprogramma te kiezen. De programma­markering op de programmaschakelaar moet overeen­komen met een van de afwasprogramma's op het be­dieningspaneel.
– Het controlelampje aan/uit gaat branden (stand
AAN).
• Draai, om het apparaat in de stand uit te zetten, de
programmaschakelaar totdat de programmamarkering overeenkomt met het controlelampje aan/uit.
– Het controlelampje aan/uit gaat uit (positie UIT).
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het wasprogramma te beginnen met een interval van 3 uur. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwaspro­gramma'.
Afwasprogramma's
Wasprogramma's
Programma Stand programma-
knop
Intensief 70° Sterk vervuild Serviesgoed, be-
Normaal 65° Normaal vervuild Serviesgoed en
Snel 65° gedu­rende 30'
1)
Mate van vervui-
ling
Normaal of licht vervuild
Soort servies-
goed
stek, potten en pannen
bestek
Serviesgoed en bestek
Beschrijving programma
Voorwas Hoofdwas tot 70°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen
Voorwas Hoofdwas tot 65°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen
Hoofdwas tot 65°C Laatste spoelgang
4
Programma Stand programma-
knop
Zuinig 50°
Voorwas Alles Gedeeltelijke la-
1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die alleen
2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
2)
het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden.
Mate van vervui-
ling
Normaal vervuild Serviesgoed en
Soort servies-
goed
bestek
ding (later op de dag verder te vul­len).
Beschrijving programma
Voorwas Hoofdwas tot 50°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen
1 koude spoelgang (om te voor­komen dat voedselresten blij­ven plakken). Voor dit programma is geen af­wasmiddel nodig.
Verbruikswaarden
Programma Duur (in minuten) Energieverbruik (kWh) Water (in liters)
Intensief 70° 65 - 75 1,5 - 1,7 18 - 20 Normaal 65° 100 - 110 1,4 - 1,5 18 - 20 Snel 65° gedurende
30' Zuinig 50° 120 - 130 0,8 - 0,9 12 - 13 Voorwas 11 0,1 5
30 0,8 8
De druk en de temperatuur van het water, de varia-
ties in stroomtoevoer en de hoeveelheid servies-
goed kunnen deze waarden veranderen.
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van de proce­dure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoe­veelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijk­waardige schalen:
5
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw om­geving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap.
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1) Geen zout nodig.
1)
1
1)
1
U moet de waterontharder handmatig en elektro­nisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2.
1 2
Zet de schakelaar op stand 1 of 2.
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 5.
1. Druk op de toets starten/annuleren en houd vast. Draai de programmaschakelaar rechtsom, totdat de
6
programmamarkering overeenkomt met het eerste afwasprogramma op het bedieningspaneel.
2. Laat de toets starten/annuleren los wanneer het con­trolelampje aan/uit en het controlelampje starten/an­nuleren beginnen te knipperen.
– Tegelijkertijd knippert het indicatielampje einde
programma om het niveau van de waterontharder weer te geven. Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz... = niveau 5
3. Druk één keer op de toets starten/annuleren om het niveau van de waterontharder met één stap te verho­gen. Het indicatielampje einde programma geeft het nieu­we niveau aan.
4. Draai de programmaschakelaar naar de stand uit om de bewerking op te slaan.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat niet geschikt is voor afwasmachines, veroorzaakt
schade aan de waterontharder.
1
3
Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen bij het eerste gebruik)
2
4
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines.
Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te vullen:
5
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir te-
rechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het re­servoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voor­komt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op ni­veau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
6
3
1
2
4
7
Voeg glansmiddel toe als de indicator ( B) helder wordt.
5
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met
andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Gevaar voor beschadiging van het apparaat.
De vaatwasser inruimen
Stel de glansmiddeldosering in
De glansmiddeldosering is fabrieksmatig ingesteld op niveau 4. Lees om de dosis te ver­hogen of te verlagen 'Wat te doen als...'
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kun­nen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reini­gen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek
laadt: – Verwijder alle voedselresten en vuil – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek
laadt: – Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
– Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een
diepe pan kan verzamelen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar
liggen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet
overlappen.
– Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon heb-
ben de neiging waterdruppels vast te houden. Voor­werpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start.
Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur kan
gevaarlijk zijn.
1
Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek.
2
8
1
Gebruik de bestekroosters. Als het rooster niet ge­bruikt kan worden door de afmetingen van het be-
stek, verwijder het dan.
2
Waarschuwing! Stel de hoogte af voordat u het bovenrek gebruikt.
Maximale hoogte van borden in:
bovenrek onderrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm Onderste stand 24 cm 27 cm
1
Rangschik alle voorwer­pen zo dat het water er aan alle kanten bij kan komen.
2
Klap de kopjesrekken op voor langere voorwerpen.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst het bovenrek in de hoogste stand zetten.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
• Dosering aanbevolen door de fabrikant.
• Aanbevelingen omtrent opslag. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwas-
middel om het milieu te sparen.
1
Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste of onderste stand te zetten:
1. Verwijder de vergrendelingen (A) van het bovenrek.
2. Trek het rek er uit.
3. Plaats het rek in de bovenste of onderste stand.
4. Zet de vergrendelingen (A) van het bovenrek terug in hun oorspronkelijke stand.
Let op! Als het rek zich in de bov enste stand bevindt, kunt u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen.
1 2
2
9
3
Vul het afwasmiddelbakje ( A) met afwasmiddel.
5
Verschillende merken afwasmiddel hebben een an-
der oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte was­programma's. Gebruik lange wasprogramma's als u af­wasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen.
4
Als u een wasprogramma gebruikt met een voorwas­fase, doet u ook afwasmid­del in het voorwasdoseer­bakje ( B).
6
Gebruik van gecombineerde afwasmiddeltabletten
Deze tabletten bevatten hulpmiddelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en zout voor afwasmachines. Sommige soorten tabletten kunnen andere hulpmiddelen bevatten Als u tabletten gebruikt met speciaal zout en glansmiddel, hoeft u de bakjes voor zout en glansmiddel niet te vullen. In dat geval blijft het controlelampje voor het glansmiddel branden wanneer de machine wordt ingeschakeld.
1. Controleer of deze tabletten geschikt zijn voor de lo­kale waterhardheid. Zie de instructies van de fabri­kant.
2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de dosering van het glansmiddel.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2.
Om normaal afwasmiddel te gebruiken
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje.
2. Stel de instelling van de waterontharder op het hoog­ste niveau in.
3. Draai een afwasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Een afwasprogramma selecteren en starten
Volg deze stappen om een afwasprogramma in te stellen en te starten:
1. Sluit de deur.
2. Draai de programmaschakelaar om het afwaspro­gramma in te stellen. Zie hoofdstuk 'Afwasprogram­ma's'.
– Het controlelampje aan/uit gaat aan. – Het fase-indicatielampje voor het afwasprogram-
ma begint te knipperen.
3. Druk op de toets starten/annuleren. – Het afwasprogramma start automatisch. – Het controlelampje start/annuleren gaat aan. – Wanneer het programma start, blijft alleen het
controlelampje voor de lopende fase aan.
10
Wanneer het afwasprogramma loopt, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwaspro-
gramma.
Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt. Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken.
Een afwasprogramma annuleren
Druk op de toets start/annuleren en houd ingedrukt totdat het indicatielampje start/annuleren uit gaat en de fase­indicatielampjes beginnen te knipperen. Het afwasprogramma is geannuleerd.
• Op dit punt kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt.
Een afwasprogramma instellen en starten met uitgestelde start
1. Een afwasprogramma instellen.
2. Druk op de toets uitgestelde start. – Het indicatielampje uitgestelde start gaat aan.
3. Druk op de toets starten/annuleren. – Het aftellen van de uitgestelde start begint. – De fasecontrolelampjes gaan uit.
Als het aftellen verstreken is, start het afwasprogramma automatisch.
• Het controlelampje van de uitgestelde start gaat uit.
• Het indicatielampje van de lopende fase gaat aan.
Open de deur niet tijdens het aftellen om het aftel­proces niet te onderbreken. Als u de deur weer sluit,
gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking.
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de toets start/annuleren en houd ingedrukt totdat het indicatielampje start/annuleren en het in­dicatielampje uitgestelde start uit gaan. Het fasecon­trolelampje begint te knipperen.
2. Druk op de toets start/annuleren om het afwaspro­gramma te starten.
Einde van het afwasprogramma
• Het apparaat stopt automatisch.
• Het controlelampje einde programma gaat branden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Open de deur.
3. Laat de deur enkele minuten op een kier staan voor betere droogresultaten. Haal de machine daarna pas leeg.
Laat het serviesgoed afkoelen voordat u het uit de afwas­machine haalt. Hete borden beschadigen sneller.
De lading verwijderen
• Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan
van het bovenrek.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van
het apparaat. Roestvrij staal koe lt sneller af dan borden.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt.
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het apparaat.
1 2
Maak de filters A, B en C schoon onder stromend water.
11
3
Draai, om de filters B en C te verwijderen, het hand­vat een kwartslag naar links.
5
Zet het filtersysteem op zijn plaats. Draai, om het filtersysteem te vergren­delen, het handvat naar rechts totdat het op zijn plaats vastklikt.
4
Verwijder het platte filter A uit de bodem van het ap­paraat.
Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet. Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken, ver-
wijdert u de achterblijvende delen met een coctailprik­kertje.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het be­dieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmid­delen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichlo­roethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor schade door vorst. Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur.
Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang.
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice.
12
Let op! Schakel het apparaat uit en voer de hieronder voorgestelde corrigerende handelingen
uit.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• continu knipperen van het controle­lampje starten/annuleren
• 1 keer knipperen van het controlelamp­je Einde
De afwasmachine wordt niet gevuld met water
• continu knipperen van het controle­lampje starten/annuleren
• 2 keer knipperen van het indicatielamp­je einde programma
De afwasmachine pompt geen water weg
• continu knipperen van het controle­lampje starten/annuleren
• 3 keer knipperen van het indicatielamp­je einde programma
De anti-overstromingsinrichting is geac­tiveerd
Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten.
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
• Het filter in de watertoevoerslang is geblokkeerd. Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service­afdeling.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering.
• De uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma onmiddellijk te starten.
Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Als de storing zich opnieuw voordoet, neemt u contact op met de service-afdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen: Raadpleeg het typeplaatje voor deze gegevens.
• Modelbeschrijving (Mod.)
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.) Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelbeschrijving: ..........
Productnummer: ..........
Serienummer: ..........
13
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en
mate van vervuiling.
• De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem
Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden
• Verminder de glansmiddeldosering.
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 44,6 Hoogte cm 81,8 - 89,8 Diepte cm 57,5 Elektrische aansluiting - Voltage -
Totale vermogen - Zekering Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Capaciteit Aantal couverts 9
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
14
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerde re informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en her­bruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afval­dienst.
Waarschuwing! Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien:
Montage
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kin­deren zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen.
Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon voor:
• inbouw van het apparaat.
• Installeer het meubelpaneel.
• Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan. Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad of
gootsteen). Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig be­reikbaar zijn voor de monteur. Plaats het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoe­voer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het in­stellen van de hoogte.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude wa­tertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, mili­euvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Sluit de watertoevoerslan g aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdruk­waarden in uw omgeving geeft. Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoerslang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aan­sluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de ma­chine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat.
Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de instal­latie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om water­lekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe leidingen
aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De watertoe­voerslang bevindt zich alleen onder druk als het water loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang zit, on­derbreekt de veiligheidsklep het stromende water.
15
Loading...
+ 33 hidden pages