Yamaha SU200 User Manual [nl]

Page 1
NEDERLANDSTALIGE GEBRUIKSAANWIJZING
Page 2
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product gebruikt een batterij of een externe netvoeding (adapter). Gebruik NOOIT een andere netvoeding of adapter dan beschreven in de handleiding, op het naamplaatje, of specifiek aanbevolen door Yamaha.
Dit product dient alleen gebruikt te worden met de meegele­verde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen door Yamaha. Als er een karretje, etc. wordt gebruikt, volg dan alle veiligheidsaanwijzingen en instructies op van die accessoires.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het moment dat hij gedrukt werd. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te veranderen of te modificeren zonder voorafgaande mededeling of de verplichting om eerdere exem­plaren te updaten.
Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s) kan wellicht geluidsniveaus pro­duceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen, raadpleeg dan een KNO-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller er gehoorbe­schadiging optreedt.
Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstal­leerd worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel is (zijn) en alle gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd zijn VOOR ingebruikname.
Door Yamaha geleverde banken zijn alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden afgeraden.
OPMERKING:
Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan kennis betref­fende een functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en vallen derhalve onder uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer deze handleiding derhalve aandachtig en neem eerst contact op met uw dealer voordat u een beroep doet op service.
Batterij:
Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van deze batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervan­ging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit product kan wellicht ook gebruikmaken van gewone bat­terijen. Sommige daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Let erop dat u uitsluitend oplaadbare batterijen oplaadt en dat het oplaadapparaat voor dat batterijtype geschikt is.
Gebruik, wanneer u batterijen plaatst, nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar, of batterijen van verschillende types. Batterijen MOETEN correct worden geplaatst. Het in de ver­keerde richting of foutief plaatsen kan oververhitting en schade aan de batterijhouder veroorzaken.
Waarschuwing:
Verwijdering:
Wanneer dit product beschadigd raakt en niet meer te repare­ren is of het einde van zijn levensduur bereikt heeft, verwijder het dan volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen voor producten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Zou uw dealer niet in staat zijn u hiermee te helpen, neem dan direct contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich op de bodemplaat van het product. Het typenummer, serienummer, stroomvoorzieningsge­gevens etc., kunt u hierop vinden. U kunt het typenummer, het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren en deze handleiding bewaren, zodat u de gegevens snel terug kunt vinden.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
MILIEUPROBLEMATIEK:
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-BP (bottom)
2
Page 3
VOORZORGSMAATREGELEN
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroor- zaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren is gegaan
* De in deze handleiding getoonde illustraties en LCD-schermen zijn
uitsluitend ter instructie bedoeld en kunnen afwijken van die op uw instrument.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroor­zaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren is gegaan
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of natte omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit
het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uit zetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service Center.
• Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-3B of gelijkwaardige door Yamaha aanbevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten veroorzaken.
• Haal voor het schoonmaken van het instrument altijd de stekker uit het stopcontact. Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
• Controleer de stekker regelmatig en verwijder eventueel stof of vuil dat zich er op verzameld heeft.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen te voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats de adapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren.Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
• Haal de stekker altijd uit het stopcontact door aan de stekker te trekken en nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een T-splitter. Dit zou namelijk kunnen resulteren in een slechtere geluidskwaliteit of mogelijk oververhitting in het stopcontact.
• Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument gedurende lagere tijd niet gebruikt.
• Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst wor­den (let op de + en - tekens). Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met oude batterijen. Ook moet u geen verschillende batterijsoorten (bijvoorbeeld alkaline en mangaan of verschillende mer­ken) door elkaar gebruiken. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
• Gooi batterijen nooit in het vuur.
• Probeer geen niet oplaadbare batterijen op te laden.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere peri­ode niet gebruikt, om schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
• Houd batterijen weg van kinderen.
• Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de batterijvloeistof in contact mocht komen met uw ogen, mond of huid was het dan onmiddellijk met water en raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
• Zet voordat u het instrument aan andere elektronische apparatuur aansluit, al deze apparaten uit en de volume-instellingen minimaal. Stel als de apparatuur weer aan staat het gewenste volume in door geleidelijk tijdens het spelen de volumes weer te verhogen.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een kachel of overdag in een auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument te voorkomen of beschadiging aan de interne componenten.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van andere elektronische producten zoals televisies, radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken, waardoor één of meer van de betrokken apparaten niet goed functioneert.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele ondergrond, waardoor het instrument kan vallen.
• Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddel, schoonmaakmiddelen of geïmpregneerde schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, want dit kan verkleuring veroorzaken.
• Hang niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument. Gebruik geen kracht om de knoppen, schakelaars en de aansluitingen te bedienen.
• Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen zijn. Als u het instrument vast maakt aan de standaard of het rek gebruik dan uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit lei­den tot beschadiging van de interne componenten of het vallen van het instrument.
• Gebruik het instrument niet gedurende een lagere tijd met een hoog of oncomfortabel volume, aangezien dit tot permanente gehoorbeschadiging kan leiden. Als u gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met een KNO-arts of gehoordeskundige.
DATA BACK-UP EN OPSLAG
OPSLAAN VAN USER DATA (eigen gegevens)
Schrijf alle data naar een extern apparaat zoals de Yamaha MIDI Data Filer
Yamaha beveelt u aan regelmatig data op te slaan op een Memory Card
MDF3, om verlies van belangrijke data door niet goed functioneren of een
(SmartMedia) en de Memory Cards op te slaan op een veilige, koele
gebruikersfout te voorkomen.
en droge plaats. YAMAHA KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR VERLIES VAN BELANGRIJKE MUZIEK DATA!
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
behandeld te worden.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig
behandeld te worden.
(4)-7
3
3
Page 4
4
Introductie
Dank u wel voor de aanschaf van de SU200 Sampling Unit. De SU200 biedt u CD-kwaliteit
sample recording en makkelijke padgestuurde weergave van de opgenomen samples. Zijn ef-
fect regelknoppen en ribbon controller geven u de mogelijkheid te scratchen, filteren en ande-
re effecten toe te passen op zowel de samples als de realtime audio ingang. De SU200 is com-
pact, makkelijk in gebruik en ideaal voor het opnemen van interessante en bekende geluiden.
Het zorgvuldig lezen van deze gebruiksaanwijzing helpt u om ten volle gebruik te maken van de
vele uitstekende eigenschappen van de SU200. Bewaar deze handleiding, na deze doorgelezen
te hebben, samen met het aankoopbewijs op een veilige plaats voor eventuele latere naslag.
Inhoud verpakking (Let op dat alles aanwezig is.)
SU200 Deze gebruiksaanwijzing
Sampling CD
De gebruiksaanwijzing gebruiken
SU200 Eigenschappen .................................................................................................................................blz. 6
Introduceert de verschillende SU200 eigenschappen
Inhoudsopgave .............................................................................................................................................blz. 7
Van voedingsspanning voorzien ...............................................................................................................blz. 12
Legt uit hoe de voedingsadapter aangesloten moet worden en hoe u de batterijen moet installeren
SU200 Ontwerp ..........................................................................................................................................blz. 14
Legt uit hoe de SU200 is geconfigureerd en bestuurd kan worden
Quick Start ........................................................................................................................................blz. 16 t/m 21
Een korte spoedcursus die aangeeft wat u met de SU200 kunt doen
Hoofdstukken 1 t/m 7 ......................................................................................................................blz. 22 t/m 51
Gedetailleerde uitleg en beschrijvingen van de procedures voor de bediening van de SU200 functies
Problemen oplossen ..................................................................................................................................blz. 54
Oplossingen voor algemene problemen. Controleer deze voordat u een beroep doet op de service.
* Afbeeldingen van de display en andere illustraties in deze handleiding zijn uitsluitend voor verklarende doeleinden en
kunnen afwijken van de feitelijke display en toestand van het instrument.
Deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van dit instrument eigen te maken. Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
Page 5
Wat is Sampling?
De SU200 neemt geluid op via een microfoon of via zijn ingang van een CD speler of soortgelijk audio apparaat. Dit opnameproces wordt sampling genoemd en de opgenomen geluiden samples. U kunt een sample opnemen voor elke pad en deze terugspelen door op de pad te drukken. De SU200 kan tot 24 samples in zijn interne geheugen opslaan (3 banken × 8 pads).
Samples worden digitaal opgeslagen, net als opnamen op een audio CD. De SU200 is in staat op CD-kwaliteit op te nemen.
CD MD
“ABCDE”
Neem samples op.
PHONES MIC INPUT MIDI IN
L R
~~~~~~
8888888
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
Select BANK A C
Select
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
–1/NO+1/YES
EXIT
JOB
BPM
BANK BANK
BANK
SCALE
LOOP TR
PLAY
ONE SHOT
NORMAL
GATE
LOOP
REVERSE
TRIGGER
GRADE
STEREO/MONO
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MIDILOAD
PAD
STEREO OUTPUT
L R
EFFECTS
under the knobs
3.3V
CARD
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
DELAY LEVEL
FILTER
RESONANCE
VOLUME
LOOP REMIX
DIST/ LO-FI
START
REC
RESMPL
STOP
START
END
POINT
POINT
POINT
CLEAR
CARD
TYPE
TYPE
LFO
LO-FI
REC TRGLVLDATA
EFFECT
1
CONTROL
SLICE
DELAY FILTER SCRATCH
STANDBY
DC INLINE INPUT
ON
VARI
GATE TIME
MOD SPEED
DRIVE
TIME
CUTOFF
2
TECH MOD
DELETE
TIME
EXTRACT
Druk op de pads om de samples terug te spelen.
Verscheidene terugspeel mogelijkheden
Naast het exact zoals opgenomen terugspelen van de samples, beschikt de SU200 ook over verschei­dene soorten manieren van op speciale manieren terugspelen.
Speel herhaaldelijk of gedeelten van een sample of de complete sample. (Loop play) ................. blz. 29
Speel een sample achterstevoren (Reverse play) ............................................................................blz. 29
Selecteer het gedeelte van de sample dat afgespeeld moet worden (Start punt/ eind punt) ........... blz. 30
De volgende illustratie laat zien hoe het afspelen werkt als u start- en eindpunten heeft ingesteld en loop play (afspelen) heeft geselecteerd.
Sample
ABC D E
C D C D C D C D......
Start Punt Eind Punt
Sample bewerking
De SU200 kan de delen van uw sample die niet worden afgespeeld wissen.
Sample Sample
ABC D E
Start Punt Eind punt
Extract
CD
5
Page 6
SU200 Eigenschappen
De SU200 voorziet in veel meer dan alleen maar samplen. Deze bladzijde introduceert enkele speciale eigenschappen van de SU200 bij u.
Loop-Track Play: Speel loop samples in unisono, allemaal met hetzelfde tempo (BPM)
(Jblz. 18, 32)
Alhoewel elke sample zijn eigen tempo instelling heeft, kunt u deze eigenschap gebruiken om meerdere samples op hetzelfde tempo af te spelen. (U kunt ook een externe MIDI clock gebruiken om het afspelen te synchroniseren).
Krachtige Effecten en Filter (Jblz. 17, 36)
Gebruik het Loop Remix effect om break beats live opnieuw te arrangeren. Of kies uit andere dynamisch effecten, of pas een fi lter toe. U kunt de karakteristieken van elk effect regelen door middel van de ribbon controller en Effect Control knoppen.
Heldere gebruikersinterface
De display met achtergrond verlichting maakt het makkelijk om uw paneel instellingen te zien.
Pads lichten op als ze worden ingedrukt, zodat u makkelijk kunt zien welke pads spelen. De effectknoppen [DIST] tot en met [FILTER] en de [SCRATCH] knop lichten op als ze worden ingedrukt, zodat u makkelijk kunt bepalen welk effect op dat moment geselecteerd is.
Pas effecten en fi lters toe op de realtime audio ingang (JBlz. 19)
Pas fi lteren toe of een effect (TECH MOD, DIST/ LO-FI of DELAY) op het ingangssignaal afkomstig van een externe audio bron.
Beschikt over resample mogelijkheden (JBlz. 26)
Mix meervoudige samples (samen met effecten, scratch, en fi lter) en neem het resultaat op als een nieuwe enkelvoudige sample.
Beschikt over een memory-card slot (JBlz. 40)
Gebruik een memory (Smart Media) card om sample data of WAV-fi les op te slaan en terug te laden.
Maakt gelijktijdig afspelen van samples met verschillende opname grades mogelijk
U kunt een sample opnemen in vier verschillende gradaties (kwaliteitsniveaus). Hierdoor kunt u geheugen ruimte besparen: gebruik lage gradaties bij geluiden waarbij het kwaliteitsniveau niet van belang is en hoge gradaties bij geluiden die een hoge resolutie vereisen (cymbaal geluiden, enz.). U kunt al dit soort samples tegelijkertijd terugspelen.
Werkt ook op batterijen
U kunt de SU200 onderweg gebruiken en op andere locaties waar geen stopcontact beschik­baar is.
6
Page 7
Inhoud
Regelaars, Aansluitingen en de LCD............................................................................................................8
Spanningsvoorziening.................................................................................................................................12
Het SU200 Ontwerp....................................................................................................................................14
Quick Start..................................................................................................................................16
Samples Afspelen........................................................................................................................................16
De Effecten en het Filter Gebruiken ...........................................................................................................17
Loop-Track Play gebruiken ........................................................................................................................18
Effecten of ‘t Filter op de Realtime Audio Ingang toepassen.....................................................................19
Een Sample Opnemen.................................................................................................................................20
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen.................................................................................................22
Een Sample Opnemen (AUTO start) ..........................................................................................................22
Een Sample Opnemen (MANUAL start)....................................................................................................24
Resampling .................................................................................................................................................26
Hoofdstuk 2 De Pads bespelen..................................................................................................28
Gate/Trigger Instelling................................................................................................................................28
One-Shot/Loop instelling............................................................................................................................29
Normal/Reverse Instelling ..........................................................................................................................29
Het Start Punt en Eind Punt instellen..........................................................................................................30
De [HOLD] functie gebruiken....................................................................................................................32
Loop-Track afspelen ...................................................................................................................................32
Hoofdstuk 3 Sample Editing (bewerken) ....................................................................................34
DELETE (Een complete sample wissen)....................................................................................................34
EXTRACT (ongebruikte delen van een sample wissen) ............................................................................35
Hoofdstuk 4 Effecten ..................................................................................................................36
De Pad selecteren dat het Effect of Filter ontvangt.....................................................................................36
Effecten, Filter en Scratch...........................................................................................................................36
Hoofdstuk 5 MIDI Eigenschappen..............................................................................................38
Over MIDI ..................................................................................................................................................38
De MIDI Clock en het MIDI kanaal instellen ............................................................................................39
Hoofdstuk 6 Memory Cards gebruiken .......................................................................................40
Data op een Memory Card wegschrijven....................................................................................................42
Data van een Memory Card laden...............................................................................................................44
Data van een Memory Card wissen ..............................................................................................................4
Een Memory Card formatteren...................................................................................................................47
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies........................................................................................48
Scale Play (Geschaald afspelen) .................................................................................................................48
Time Stretch (Een Samples Lengte Veranderen) .......................................................................................49
Een sample naar een andere pad kopiëren ..................................................................................................50
Het afspeel volume van elke pad aanpassen ...............................................................................................50
De Memory Protectie gebruiken om ongewenst wissen te voorkomen......................................................51
Referentie...................................................................................................................................52
Weergegeven Mededelingen .......................................................................................................................52
Problemen oplossen ....................................................................................................................................54
Specifi caties ................................................................................................................................................55
Index ...........................................................................................................................................................56
MIDI Implementatie Overzicht...................................................................................................................60
7
Page 8
Regelaars, Aansluitingen en de LCD
Bedieningspaneel
PHONES MIC INPUT MIDI IN
L R
STEREO OUTPUT
L R
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
3.3V
CARD
DELAY LEVEL
RESONANCE
TYPE
TYPE
LO-FI
q
w
!5
JOB EXIT
BANK
@0
~~~~~~
~~~~~
SAMPLING UNIT
!3!2 !4
BANK BANK
TRIGGER
STEREO/MONO
8888888
–1/NO
GATE
@1 @2 @3
BPM
ONE SHOT
LOOP
GRADE
+
1/YES
LOOP TR
PLAY
NORMAL REVERSE
!7 !8 !9
!6
RESMPL
START
POINT
@4 @5 @6
VOLUME
i
REC
END
POINT
t
LOOP
REMIX
DIST/ LO-FI
y u
SLICE
o
DELAY FILTER SCRATCH
START
STOP
POINT CLEAR
LFO
1
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
TECH MOD
@7
DELETE
EXTRACT
VARI
GATE TIME
MOD SPEED
DRIVE
TIME
CUTOFF
2
!0
DC INLINE INPUT
e
@8 @9
TIME
STANDBY ON
r
!1
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MIDILOAD
PAD
8
Regelaars, aansluitingen en de LCD
#0
#1
CARD
Page 9
Liquid Crystal Display (LCD) ................................................................... Bladzijde 11
q
VOLUME Regelaar.................................................................................. Bladzijde 13
w
EFFECT CONTROL knoppen 1 en 2 ...................................................... Bladzijde 17
e
Ribbon Controller .................................................................................... Bladzijde 17
r
[LOOP REMIX] knop ........................................................................ Bladzijde 17, 36
t
[SLICE] knop .............................................................................. Bladzijden 17 en 36
y
[TECH MOD] knop ...................................................................... Bladzijden 17 en 36
u
[DIST/LO-FI] knop ........................................................................ Bladzijde 17 en 36
i
[DELAY] knop ............................................................................... Bladzijde 17 en 36
o
[FILTER] knop ............................................................................... Bladzijde 17 en 36
!0
[SCRATCH] knop .......................................................................... Bladzijde 17 en 36
!1
[JOB] knop ...................................................................... Bladzijden 15, 39, 42 en 48
!2
[EXIT] knop ............................................................................................. Bladzijde 15
!3
[-1/NO], [+1/YES] knoppen ......................................................... Bladzijden 18 en 22
!4
Bank knoppen (Banken A, B, C) ............................................................. Bladzijde 16
!5
[LOOP TR PLAY] knop ............................................................... Bladzijden 18 en 32
!6
[RSMPLE] knop ...................................................................................... Bladzijde 26
!7
[REC] knop ........................................................................... Bladzijden 20, 22 en 24
!8
[START/STOP] knop ....................................................... Bladzijden 21, 23, 25 en 26
!9
[HOLD] knop ........................................................................................... Bladzijde 32
@0
[GATE/TRIGGER] knop .......................................................................... Bladzijde 28
@1
[ONE SHOT/LOOP] knop ....................................................................... Bladzijde 29
@2
[NORMAL/REVERSE] knop ................................................................... Bladzijde 29
@3
[START POINT] knop ................................................................. Bladzijden 30 en 31
@4
[END POINT] knop ....................................................................... Bladzijde 30 en 31
@5
[POINT CLEAR] knop ............................................................................. Bladzijde 31
@6
[DELETE/EXTRACT] knop ......................................................... Bladzijden 34 en 35
@7
[TIME] knop ................................................................................ Bladzijden 17 en 37
@8
[TAP] knop .............................................................................................. Bladzijde 37
@9
Pads 1 t/m 8 ........................................................................................... Bladzijde 16
#0
[AUDIO IN] knop ..................................................................................... Bladzijde 19
#1
Regelaars, aansluitingen en de LCD
9
Page 10
Achterpaneel & Aansluitingen
STANDBY ON
DC IN
q
Externe Sequencer (RM1x, enz.)
MIDI IN
3.3V
ew r
CARD
STEREO OUTPUT
R L
t y
LINE INPUT
R L
MIC INPUT
u i
PHONES
CD
STANDBY/ON Schakelaar............................................................................................. Bladzijde 13
q
Druk om het instrument aan of uit te zetten. (Het instrument is aan als de schakelaar ingedrukt is).
DC IN Spanningsingang
w
MD
Sluit hier de optionele PA-3B netadapter op aan.
MIDI IN Aansluiting........................................................................................................ Bladzijde 38
e
Aan te sluiten op een extern MIDI apparaat (elektronisch instrument of computer). Maakt het u mogelijk de SU200 te bedienen vanaf het externe apparaat.
Card Slot........................................................................................................................Bladzijde 40
r
Accepteert de plaatsing van een memory card. U gebruikt memory cards om samples op te slaan en te laden.
STEREO OUTPUT Aansluitingen (R,L)
t
De SU200’s audio uitgangen. Aangezien de SU200 geen interne versterker of luidsprekers bevat, zult u deze uitgangen op een extern audio apparaat aan moeten sluiten om het geluid te kunnen horen.
LINE INPUT Aansluitingen (R,L)
y
Hier kan een audiosignaal in om te samplen of voor AUDIO IN doorgave. Sluit hier de uitgangskabels van een extern apparaat zoals een CD speler of mixer op aan.
MIC INPUT Aansluiting
u
Sluit hier een dynamische microfoon of een batterijgevoede condensator microfoon op aan.
i
PHONES Aansluiting
Sluit hier een hoofdtelefoon op aan. (Gebruik de VOLUME knop om het volume van de hoofdtelefoon te regelen.)
PAS OP!
Laat het hoofdtelefoonvolume niet te hoog ingesteld staan. Langdurig beluisteren op een hoog volume
kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
10
Regelaars, aansluitingen en de LCD
Page 11
Display
t
q
r
w
e
y
i
u
!1
STEREO/MONO ...............................................................................................................Bladzijden 22, 24, 26
q
HI/STD/LONG/EXLG......................................................................................................... Bladzijden 22 en 24
w
Geeft de huidig geselecteerde sample gradatie aan. U kunt de selectie wijzigen met de [GRADE] knop. Hogere gradaties geven een betere kwaliteit maar gebruiken meer geheugenruimte. De totaal beschikbare sampling tijd voor elke gradatie (met de SU200 ingesteld op MONO) is als volgt.
HI...............................
STD (standaard) ........
LONG .......................
EXLG (extra lang) ....
~~~~~~
~~~~~
Tot 42 seconden. Geeft een hoge sampling kwaliteit, grofweg gelijk aan die van een standaard CD. STD (standaard) Tot 83 seconden. LONG Tot 166 seconden. EXLG (extra lang) Tot 333 seconden.
8888888
o
!0
!2
e
MIC/LINE ........................................................................................................................................Bladzijde 22
Geeft de bron aan waarvan de SU200 audio ontvangt voor opname of doorgave. De display wijzigt automatisch afhankelijk van of er iets op de MIC INPUT of LINE INPUT is aangesloten.
MIC ...........................................
LINE .........................................
r
GATE/TRG..................................................................................................................................... Bladzijde 28
t
ONESHOT/LOOP ......................................................................................................................... Bladzijde 29
NORMAL/REVERSE ................................................................................................................... Bladzijde 29
y
Tel display
u
Tijdens loop-track play (zie blz. 18), knippert de display om de huidige tel aan te geven (1J2J3J4J1. . . ). De telling verloopt overeenkomstig het tempo (BPM).
i
REC TRGLVL (Recording Trigger Level)..................................................................................... Bladzijde 23
o
INPUT ..................................................................................................................................Bladzijden 22 en 24
MANUAL/AUTO/RESMPL/MIDI,REC
!0
MANUAL....................................... Bladzijde 24
AUTO ............................................. Bladzijde 22
RESMPL (Resample) .................... Bladzijde 26
MIDI............................................... Bladzijde 33
De SU200 werkt met de audio afkomstig van de op de MIC INPUT aangesloten micro­foon. Deze wordt automatisch geselecteerd als er een microfoon wordt aangesloten. (De SU200 herkent geen signaal van de LINE INPUT als er een microfoon is aangesloten).
De SU200 accepteert de audio van het audio apparaat (CD speler, enz.) dat is aangeslo­ten op één of beide LINE INPUT aansluitingen.
Menu/Boodschap Display
!1
Numeriek Display
!2
Regelaars, aansluitingen en de LCD
11
Page 12
Spanningsvoorziening
Ofschoon de SU200 zowel via een apart verkrijgbare adapter als op batterijen werkt, beveelt Yamaha het gebruik van de milieuvriendelijkere adapter aan, als dat maar enigszins mogelijk is. Volg de onderstaande instructies betreffende de spanningsvoorziening die u van plan bent gebruiken.
Een optionele netadapter gebruiken
Z
Zorg ervoor dat de STANDBY/ON schakelaar van de SU200 op STANDBY staat.
X
Sluit de netadapter (PA-3B of andere adapter specifi ek door Yamaha aanbe- volen) aan op de DC IN aansluiting.
C
Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
STANDBY ON
Om de adapter weer los te koppelen: Zet de STANDBY/ON schakelaar op STANDBY, haal dan de adapter uit het stopcontact, en haal hem vervolgens los van de SU200 DC IN aansluiting.
DC IN
X
PA-3B
Stopcontact
C
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de Yamaha PA-3B adapter (of een andere speciaal door Yamaha aanbevolen adapter)
om uw instrument via het lichtnet te voeden. Gebruik van andere adapters kunnen leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als de SU200.
Koppel de adapter los als u de SU200 niet gebruikt tijdens een elektrische storm.
Batterijen gebruiken
Z
Open het batterijencompartmentklepje dat zich aan de onderkant van het instrument bevindt.
X
Plaats de zes nieuw batterijen, en let daarbij goed op de polariteitsaanduidin­gen (+/-) aan de binnenzijde van het compartiment.
C
Plaats het compartimentenklepje weer en let erop dat deze goed vastklikt.
12
Spanningsvoorziening
Page 13
Als de batterijen moeten worden vervangen, kan er “Battry Low” in de display verschijnen, het volume kan
OPM.
verminderen, het geluid kan gaan vervormen en er kunnen zich andere problemen voor gaan doen. Als dit gebeurt, zet dan de SU200 uit en vervang de batterijen.
Zelfs als er batterijen zijn geplaatst, zal de SU200 automatisch omschakelen naar de netvoeding als er een netadapter is aangesloten.
PAS OP
Als de batterijen leeg raken, vervang ze dan door een complete set (6) nieuwe batterijen. Gebruik NOOIT oude
en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik ook niet verschillende soorten batterijen (zoals alkaline en mangaan) door elkaar.
Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere periode niet gebruikt, om mogelijke
schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
Het instrument aanzetten
Z
Maak de nodige verbinding.
Sluit een hoofdtelefoon aan of een audio apparaat op de uitgang. (Zie blz 10).
X
Verlaag de volume instellingen op de SU200 en het audio apparaat.
C
Druk op de STANDBY/ON schakelaar om het instrument aan te zetten.
De SU200 display geeft YAMAHA SU200 aan en gaat vervolgens in de Pad-Play mode (zie blz 15).
STANDBY ON
PAS OP
Merk op dat er zelfs nog een kleine hoeveelheid stroom loopt als de schakelaar in de STANDBY positie staat.
Als u de SU200 voor een langere periode niet gaat gebruiken, ontkoppel dan de adapter en (als er batterijen zijn geplaatst) haal de batterijen eruit.
V
Pas het volume aan door aan de VOLUME knop te draaien.
Pas ook het volume van het externe audio apparaat aan.
VOLUME
B
Als u er klaar voor bent om de SU200 uit te schakelen: Schakel het op de uitgang aangesloten audio apparaat uit (of zet zijn volume dicht) voordat u de SU200 uitschakelt.
Spanningsvoorziening
13
Page 14
Het SU200 Ontwerp
Interne Configuratie
De SU200 bestaat uit drie interne blokken.
Sampler Blok
Neemt samples van geluiden aan de ingang van een microfoon, CD speler of ander audio apparaat op, en maakt bewerking en processing van de opgenomen samples mogelijk.
Effector/Filter Blok
Past een effect of fi lter toe op het geluid aan de uitgang van het sampler blok. De SU200 voorziet in zes effect types: enkele daarvan zijn standaard effecten en de overigen speciaal nieuw ontworpen voor het gebruik bij sample afspelen.
Controller Sectie
Voorziet in de verscheidene regelaars die gebruikt worden bij realtime terugspelen. Waaronder pads die gebruikt worden voor het afspelen van samples, de Ribbon Controller en de Effect Control knoppen voor het toepassen van effecten.
CD MD
Loop-Track
Play
LOOP TR
PLAY
Sample Opname
BANK BANK BANK
Sampler Blok
Controller Blok
Effector/Filter
Blok
1
EFFECT
CONTROL
2
14
Het SU200 Ontwerp
Page 15
Geheugen Configuratie
De SU200 kan tot 24 samples in zijn interne geheugen opslaan (8 pads × 3 banken). U kunt uw SU200 samples ook opslaan op memory cards (zie blz 42).
Bank C
Bank B
Bank A
Memory Card
Sample
Gate/Trigger.............................................Bladzijde 28
OneShot/Loop .........................................Bladzijde 29
Normaal/Reverse.....................................Bladzijde 29
Start en Eindpunten.................................Bladzijde 30
Modes
De SU200 heeft drie algemene bedieningsmodes.
Pad-Play Mode
De SU200 activeert deze mode onmiddellijk na het aanzetten. Dit is de mode die u gebruik om uw samples af te spelen en te bewerken. Alle bedienings procedures die in deze handleiding worden aangegeven gaan er van uit dat u begint vanuit de Pad-Play mode.
Sampling Mode
Dit is de mode die u gebruikt om uw samples op te nemen. U activeert deze mode door op de [REC] knop te drukken, zodat REC in de display verschijnt.
Job Mode
U gebruikt deze mode om verscheidene instellingen te maken: pad instellingen, memory-card instellingen enzovoorts. U activeert deze mode door op de [JOB] knop te drukken.
Als u niet meer weet waar u zit in de huidige mode, terwijl u aan het bedieningspaneel werkt, kunt u altijd terug
OPM.
naar de Pad-Play Mode door één of meerdere keren op de [EXIT] knop te drukken (afhankelijk van de mode waarin u zich momenteel bevindt).
Het SU200 Ontwerp
15
Page 16
Quick Start
Samples Afspelen
De SU200 wordt geleverd met opgenomen samples voor alle pads. U bent nu klaar om de pads te gaan gebruiken om de vooropgenomen samples af te spelen.
Maak de nodige verbinding.
Z
Sluit een hoofdtelefoon aan of een audio apparaat op de uitgang. (Zie blz 10).
Druk op de [STANDBY/ON] schakelaar op het achterpaneel van de SU200.
X
De SU200 display geeft YAMAHA SU200 aan en gaat vervolgens in de Pad-play mode. U kunt de SU200 uitschakelen door nogmaals op de schakelaar te drukken.
STANDBY ON
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de STANDBY positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door
het instrument. Als u de SU200 gedurende langere tijd niet gebruikt, haal dan ook de netadapter los van het stopcontact en/of verwijder de batterijen uit het instrument.
C
Drukken op elke pad geeft een andere sample.
Druk bijvoorbeeld eens op pad 1 en houd deze ingedrukt.
Merk op dat de pad oplicht en dat een drum ritme pattern blijft herhalen (loop) zolang u de pad ingedrukt houdt. Het afspelen stopt zodra de pad wordt losgelaten.
Probeer vervolgens eens pad 8.
De pad licht op en u hoort een cymbaal sample, welke eenmaal afspeel en dan stopt.
Merk op dat pad 1 is ingesteld voor loop afspelen: hij gaat door met herhaaldelijk afspelen van de sample zolang als de pad wordt ingedrukt. Pad 8 is ingesteld voor one-shot afspelen: hij speelt de sample slechts een keer helemaal af. U bent vrij om voor elke pad in te stellen of deze in loop of one-shot af moet spelen en u kunt deze instelling op elk gewenst moment veranderen. (Zie blz 29).
16
OPM.
Quick Start
De SU200 voorziet in acht pads en drie banken, waar­door u tot 24 samples op kunt slaan en af kunt spelen. (Omschakelen van bank brengt u naar een complete nieuwe set samples). In het hier gegeven voorbeeld gebruiken we bank A.
De SU200 kan een maximum van 6 standaard (of lagere) gradatie mono samples tegelijkertijd, of tot 2 high­gradatie samples tegelijkertijd afspelen. Het maximum aantal kan echter verminderen als u de scratch of time stretch gebruikt.
BANK BANK BANK
Page 17
De Effecten en het Filter Gebruiken
De SU200 laat u een verscheidenheid aan indrukwekkende effecten toepassen op uw samples. Laten we nu eens proberen de EFFECT CONTROL knoppen te gebruiken en de ribbon controller op het SU200 bedieningspaneel.
Effecten en scratch werken niet tijdens het terugspelen van high-grade samples.
OPM.
EFFECT
Druk op een pad.
z
Schakel het effect aan dat u toe wilt passen.
x
Snijd het geluid in discrete, afwis­selende fragmenten (slices).
Breekt de sample in stukjes en rang­schikt deze opnieuw om zo een nieuwe frase te bouwen.
Past distortie toe en vermin­dert de weergavekwaliteit.
Past een vertraging toe over­eenkomstig het tempo (BPM) van de sample.
LOOP
REMIX
DIST/ LO-FI
SLICE
DELAY FILTER
Maakt het u mogelijk het tempo live te wijzigen. J Blz. 37
Regel het effect door aan de EFFECT CONTROL knoppen te draaien.
A-3
Draai aan de EFFECT CONTROL knoppen
c
Past een onderscheidende modulatie toe en een metalige klankkleur.
TECH MOD
Sterke fi ltering met resonantie.
TIME
om de effect parameters aan te passen.
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
TYPE
TYPE
LFO
LO-FI
DELAY LEVEL
RESONANCE
1
CONTROL
Voorbeeld: Druk eenmaal op de
[FILTER] knop om het fi lter aan te zetten. U kunt dan de EFFECT CONTROL knop 1 gebruiken om de lter resonantie te regelen, en knop 2 om de fi lter cutoff frequentie te regelen. U kunt het fi lter uitschake- len door nogmaals op de [FILTER] knop te drukken.
REC TRGLVLDATA
EFFECT
VAR I
GATE TIME
MOD SPEED
DRIVE
TIME
CUTOFF
2
Rechts onderin de display wordt aangegeven welke pad het laatst is ingedrukt. Het effect dat u kiest zal worden
OPM.
toegepast op de sample in deze pad.
SCRATCH
Gebruik de ribbon controller om een scratch geluid te maken.
U kunt de Ribbon Controller gebruiken om met de geselecteerde sample te scratchen. Dit geeft u een geluid dat overeenkomt met wat een DJ krijgt als hij handmatig met een plaat draait.
Bespeel een
z
pad.
Wijs een pad toe aan de [SCRATCH] knop.
Als de [SCRATCH] knop uit is, werkt de ribbon controller op dezelfde manier als EFFECT CONTROL knop 2.
OPM.
SCRATCH
U kunt nu scratchen met de
c
sample die u heeft geselecteerd (in dit geval de sample van pad
3) door met uw vinger over de Ribbon Controller te bewegen.
U kunt de scratch handeling
v
weer uitschakelen door nog­maals op de [SCRATCH] knop te drukken.
Druk op de [SCRATCH] knop.
x
Quick Start
17
Page 18
Loop-Track Play Gebruiken
Gebruik deze eigenschap om loop samples van meerdere pads tegelijkertijd af te spelen. De SU200 past tijdelijk de tempo instelling van elke sample aan, zodat al deze samples in hetzelfde tempo afspelen (dezelfde BPM instelling).
Enkele samples kunnen wat ruis produceren als Loop Track Play wordt gebruikt.
OPM.
Druk op de [LOOP TR PLAY] (Loop Track Play”) knop.
Z
De pads die momenteel zijn ingesteld voor loop terugspelen beginnen allemaal in een eindeloze loop af te spelen. Deze handeling wordt Loop-Track Play genoemd.
LOOP TR
PLAY
Druk op één van de pads die momenteel afspeelt (die momenteel verlicht is).
X
De pad wordt donker en de sample gaat uit. (Het samplegeluid wordt onderdrukt).
Als u deze knop aan zet, beginnen alle samples met de loop afspeel instelling continu af te spellen en de corresponderende pads lichten op. Alle samples met de one-shot afspeel instelling blijven uit en hun pads blijven donker. (Zie blz. 29).
LoopTr
132
Druk nogmaals op de pad en het afspelen van de sample wordt hervat. (Tijdens Loop-Track Play werken de pads die gebruikt worden voor loop sample afspelen op dezelfde manier als de mixer MUTE knoppen).
C
Tik drie of vier keer.
–1/NO
V
Probeer een pad die geen loop sample gebruikt (een pad ingesteld voor one-shot afspelen).
BPM
+
1/YES
of
Tik drie of vier keer.
LoopTr
120
Pads ingesteld voor one-shot afspelen worden niet beïnvloed door Loop-Track afspelen. U kunt deze pads net als anders gebruiken: druk eenmaal op de pad om de sample af te spelen.
Druk op de [LOOP TR PLAY] knop om het afspelen van de sample weer te stoppen.
B
LOOP TR
PLAY
Probeer, nu u Loop Track Play heeft uitgeschakeld, eens één voor één de pads 1, 2, 3, 4 en 5 in te drukken. Merk op dat deze pads allemaal op verschillende tempo’s zijn ingesteld. Tijdens Loop-Track Play synchroniseert de SU200 het afspelen automatisch, zodat ze allemaal in hetzelfde tempo afspelen.
Merk op dat het ook mogelijk is het afspelen van de samples via een externe MIDI clock te synchroniseren. Om gebruik te maken van deze eigenschap, moet u de SU200 instellen op externe MIDI clock (via de Job Mode) en moet u een apparaat met MIDI clock aansluiten op de MIDI IN aansluiting van de SU200.
18
Quick Start
Page 19
Effecten of 't Filter op de Realtime Audio Ingang toepassen
De Audio In functie geeft u de mogelijkheid het geluid van een CD speler, MD speler of ander audio apparaat door de SU200 te laten lopen. U kunt het doorvoeren van het geluid aan- en uitschakelen en mengen met het afspelen van de sample pads 1 t/m 8. U kunt ook nog, als u dat wilt, een effect of fi lter toepassen op het geluid terwijl het door de SU200 wordt gevoerd.
Maak de nodige verbindingen.
Z
Schakel de SU200 uit en sluit een CD speler of ander audio bron apparaat aan. Sluit ook een audio uitgang apparaat, zoals versterkte luidsprekers of een hoofdtelefoon aan. (Zie blz. 10).
X
Schakel de audio apparaten en de SU200 weer aan.
C
Start het afspelen van het audio ingang apparaat en druk op de AUDIO IN pad op de SU200.
3.3V
CARD
STEREO OUTPUT
L R
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
EFFECTS
under the knobs
LOOP REMIX
DIST/ LO-FI
LOOP TR
RESMPL
REC
PLAY
NORMAL
START
END
REVERSE
POINT
POINT
VARI
TYPE
GATE TIME
TYPE
MOD SPEED
LFO
DRIVE
LO-FI
TIME
DELAY LEVEL
CUTOFF
RESONANCE
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
1
CONTROL
TECH
SLICE
MOD
DELAY FILTER SCRATCH
START STOP
DELETE
POINT
EXTRACT
CLEAR
CARD
DC INLINE INPUT
STANDBY ON
TIME
Audio bron (Geluidsbron)
PHONES MIC INPUT MIDI IN
L R
~~~~~~
8888888
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
Select
BANK A C
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
Select
JOB EXIT
–1/NO+1/YES
BPM
BANK
BANK BANK
ONE SHOT
GATE
LOOP
TRIGGER
GRADE
STEREO/MONO
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MIDILOAD
PAD
Het geluid van de audio bron gaat door de SU200 naar de luidsprekers.
U kunt de doorvoer van het geluid stoppen door eenmaal op de AUDIO IN pad te drukken. (Elke keer als u drukt wordt de doorvoer aan of uit geschakeld).
PHONES MIC INPUT MIDI IN
L R
Audio bron (Geluidsbron)
V
Probeer eens de EFFECT CONTROL knoppen en de ribbon controller te
~~~~~~
8888888
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
Select
BANK A C
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
Select
JOB EXIT
–1/NO+1/YES
BPM
BANK
BANK BANK
ONE SHOT
GATE
LOOP
TRIGGER
GRADE
STEREO/MONO
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MIDILOAD
PAD
LOOP TR
3.3V
CARD
STEREO OUTPUT L R
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
EFFECTS
under the knobs
LOOP
REMIX
DIST/ LO-FI
REC
RESMPL
PLAY
NORMAL
START
END
REVERSE
POINT
POINT
VARI
TYPE
GATE TIME
TYPE
MOD SPEED
LFO
DRIVE
LO-FI
TIME
DELAY LEVEL
CUTOFF
RESONANCE
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
1
CONTROL
TECH
SLICE
MOD
DELAY FILTER SCRATCH
START
STOP
DELETE
POINT
EXTRACT
CLEAR
CARD
DC INLINE INPUT
STANDBY ON
TIME
gebruiken om het effect, dat wordt toegepast op het geluid dat door de SU200 wordt gevoerd, te regelen.
Gebruik de knoppen en ribbon controller op dezelfde manier als op blz. 17 is beschreven (net zoals u ze bij de pads 1 t/m 8 gebruikt).
OPM.
REC TRGLVLDATA
EFFECT
1
CONTROL
Loop Remix, Slice, scratch en realtime tempo wijzigen ([TIME]) werken niet op de audio ingang.
Vergeet niet dat de effecten niet werken tijdens het terugspelen van high-grade samples.
2
Quick Start
19
Page 20
Een Sample Opnemen
T
Probeer nu eens een sample op te nemen van uw eigen stem, en speel hem dan terug door op de pad te drukken.
Sluit een microfoon aan op de MIC INPUT aansluiting. (Zie blz. 10).
Z
PHONES
MIC INPUT
Schakel de geheugen beveiliging (memory protection) uit. (Zie blz. 51).
X
Schakel alle pads uit en druk vervolgens op de [REC] knop om de Sampling
C
mode te activeren.
REC
Which
Pad?
U kunt de Sampling mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
BANK
BANK BANK
STEREO/MONO
GATE
TRIGGER
ONE SHOT
LOOP
GRADE
LOOP TR
PLAY
NORMAL
REVERSE
RESMPL REC
START POINT
POIN
END
OPM.
V
Druk op de pad, waarin u uw nieuwe sample wilt opnemen.
Press
Start
Als er al een sample is opgenomen op de door u geselecteerde pad, vraagt de display of u deze
OPM.
wilt wissen (overschrijven). De boodschap is in de trant van: Delete B-1? , waarbij de letter de geselecteerde bank aangeeft (A, B of C) en het nummer de geselecteerde pad ( 1 t/m 8). Druk op [+1/YES] om de bestaande sample te wissen en door te gaan met opnemen, of druk op [-1/NO] om te annuleren en de bestaande sample vast te houden.
20
Quick Start
Page 21
Druk op de [START/STOP] knop om de sample klaar voor opname te zetten.
B
START
STOP
Wait
ing
Spreek in de microfoon. Het opnemen begint automatisch op het moment dat
N
00_19_6
Nog beschikbare opnametijd
u begint te spreken.
“ABCDE”
Druk op de [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen. De SU200
M
Record
ing
00_19_6
Nog beschikbare opnametijd
verlaat de Sampling mode en keert terug naar de Pad-Play mode.
START
STOP
Het samplen stopt automatisch als de opnametijd voorbij is (als de nog beschikbare tijd display bij 00_ 00_ 0 komt).
OPM.
Laat nu u stem weer klinken door op de pad te drukken waarop u zojuist heeft opgenomen.
<
U zou ook eens de ribbon controller en EFFECT CONTROL knoppen moeten proberen om effecten en fi ltering toe te voegen aan uw opgenomen stem.
Quick Start
21
Page 22
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
Dit hoofdstuk legt uit hoe u samples opneemt. U kunt samples opnemen door middel van of automatisch beginnen (AUTO) of handmatig beginnen (MANUAL). U kunt ook bestaande samples opnieuw opnemen (resampling).
Automatic Het opnemen begint automatisch als het ingangsniveau een bepaald trigger niveau
bereikt. Dit is de methode die u gebruikt heeft bij het opnemen van uw stem in de Quick Start. (Zie hieronder).
Manual Het opnemen begint meteen op het moment dat u op de [START/STOP] knop drukt. (Zie blz. 24).
Resampling Gebruik deze eigenschap om van de SU200’s eigen uitgang op te nemen. Deze eigenschap
geeft u de mogelijkheid om meervoudige samples (samen met effecten, scratch en fi lter) te mengen en het resultaat op te nemen als een nieuwe enkelvoudige sample. (Zie blz. 26).
Een Sample Opnemen (AUTO start)
Z
Maak de aansluitingen die nodig zijn voor sample opname. (Zie blz. 10).
PHONES
MIC INPUT
PHONES
LINE INPUT
R L
MIC INPUT
Als u zowel de beide LINE INPUTs als de MIC INPUT aansluit, maakt de SU200 alleen opnamen van de MIC INPUT. Als
OPM.
X
Schakel alle pads uit en druk vervolgens op de [REC] knop om de Sampling mode te activeren.
Druk op de pad, waarin u uw nieuwe sample wilt opnemen. (Zie blz. 20).
C
u op wilt nemen via de LINE INPUTs, zorg er dan voor dat de MIC INPUT aansluiting vrij is.
Nogmaals drukken op de [REC] knop brengt u naar manual start opname. U kunt de Sampling mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
Als u de bank wilt wijzigen, druk dan op de betreffende bank knop voordat u de pad selecteert.
Als er al een sample is opgenomen op de door u geselecteerde pad, vraagt de display of u deze wilt wissen
OPM.
V
Pas desgewenst de instellingen aan. Selecteer STEREO of MONO, en stel de gradatie in.
(bijvoorbeeld Delete B-1?). Druk op [+1/YES] om de bestaande sample te wissen, of druk op [-1/NO] om te annuleren en de bestaande sample vast te houden.
Zie voor meer informatie over gradaties, blz 11.
Houd in gedachte dat de SU200 maximaal 6 MONO samples (of 2 high-grade
OPM.
Pas het ingangsniveau aan door op de [-1/NO] of [+1/YES] knop te drukken.
B
MONO samples) tegelijk af kan spelen. Een STEREO sample geldt als twee MONO
samples.
Als u opneemt van de LINE INPUT en u heeft MONO geselecteerd, dan moet u de
lijn van uw audio bron aansluiten op de LINE INPUT (L) aansluiting.
Tijdens het wijzigen van de instellingen kan er een klikkend soort geluid optreden.
Het wordt aanbevolen het volume te verlagen, voordat u de instellingen aanpast.
GATE
TRIGGER
STEREO/MONO
ONE SHOT
GRADE
Start het geluid dat u van plan bent om op te nemen (via de LINE of MIC ingang) terwijl u de input-level meter op de display in de gaten houdt. Pas, als het aangegeven niveau te hoog of te laag is, het niveau aan door zoveel als nodig op de [-1/NO] of [+1/YES] te drukken.
LOOP
–1/NO
BPM
Er kan klikgeluid hoorbaar zijn tijdens het aanpassen.
OPM.
22
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
+
1/YES
Rec
Lvl 6
Page 23
Pas het Recording Trigger Level aan.
N
Draai aan knop 2 (REC TRGLVL) om het trigger niveau in te stellen.
REC TRGLVLDATA
EFFECT
1
CONTROL
2
Press
Start
Over het Recording Trigger Level
De illustratie hieronder geeft aan hoe het trigger niveau werkt.
Sample opname begint hier.
ABC D E
Opname trigger niveau
Sample opname niveau.
ABC D E
Opname trigger niveau
Zoals u kunt zien, begint het opnemen zodra het ingangsniveau voor het eerst op het recording trigger niveau komt. Bij hogere trigger niveaus, heeft u een hoger ingangsniveau nodig om het opnemen te beginnen. Het is belangrijk om te vermijden dat u het trigger niveau te laag instelt: bij lage trigger niveaus, kan het opnemen te vroeg worden gestart door onbedoelde ruis (omgevingsruis, ruis op de lijn, enz.).
M
Druk op de [START/STOP] knop voor de klaar voor opname stand.
START
STOP
<
Start het geluid dat u wilt opnemen (via de microfoon of van een op de LINE
Wait
ing
00_19_6
Nog beschikbare opname­tijd
INPUT aangesloten apparaat).
Het opnemen begint automatisch zodra het ingangsniveau het trigger niveau bereikt.
of
“ABCDE”
>
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [START/STOP] knop om te
AFSPELEN
Record
ing
Nog beschikbare opnametijd
00_19_6
stoppen. De SU200 keert terug naar de Pad-Play mode.
START
STOP
Het samplen stopt automatisch als de opname tijd voorbij is (als de nog beschikbare tijd display
OPM.
Luister naar het resultaat door op de pad te drukken die u heeft geselecteerd bij Stap 3 hiervoor.
?
OPM.
bij 00_00_0 komt).
Als er pads met verschillende opnamegradaties tegelijk worden afgespeeld, kunnen de pads met de
lagere gradaties hoorbaar ruiserig klinken. U kunt dit probleem voorkomen door alle samples met dezelfde gradatie op te nemen.
Als u ruis bemerkt aan het eind van een sample tijdens het afspelen, pas dan het eindpunt aan aan
een minder ruisende plaats.
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
23
Page 24
Z
X
C
V
B
N
Een Sample Opnemen (MANUAL start)
Maak de aansluitingen die nodig zijn voor sample opname. (Zie blz. 10).
Schakel alle pads uit en druk vervolgens tweemaal op de [REC] knop om de manual-start Sampling mode te activeren.
REC
Which
Pad?
U kunt de [REC] knop gebruiken om heen en weer te schakelen tussen de MANUAL start en AU TO start.
OPM.
Selecteer de pad, waarin u uw nieuwe sample wilt opnemen. (Zie blz. 20).
Als u de bank wilt wijzigen, druk dan op de betreffende bank knop voordat u de pad selecteert.
OPM.
U kunt de Sampling mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
Als er al een sample is opgenomen op de door u geselecteerde pad, vraagt de display of u deze wilt wissen
(bijvoorbeeld “Delete B-1?”). Druk op [+1/YES] om de bestaande sample te wissen, of druk op [-1/NO] om te annuleren en de bestaande sample vast te houden.
Pas desgewenst de instellingen aan. Selecteer STEREO of MONO, en stel de gradatie in.
Zie voor meer informatie over gradaties, blz 11.
GATE
TRIGGER
STEREO/MONO
Houd in gedachte dat de SU200 maximaal 6 MONO samples (of 2 high-grade MONO samples) tegelijk af
OPM.
Pas het ingangsniveau aan door op de [-1/NO] of [+1/YES] knop te drukken.
kan spelen. Een STEREO sample geldt als twee MONO samples.
Als u opneemt van de LINE INPUT en u heeft MONO geselecteerd, dan moet u de lijn van uw audio bron
aansluiten op de LINE INPUT (L) aansluiting.
Tijdens het wijzigen van de instellingen kan er een klikkend soort geluid optreden. Het wordt aanbevolen het
volume te verlagen, voordat u de instellingen aanpast.
ONE SHOT
LOOP
GRADE
(Zie blz. 22).
–1/NO
Druk op de [START/STOP] knop om het opnemen te starten.
Aangezien u manual start heeft ingesteld, begint het opnemen onmiddellijk.
BPM
+
1/YES
START
STOP
24
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
Record
ing
00_19_6
Nog beschikbare opname­tijd
Page 25
Start het geluid dat u wilt opnemen (via de microfoon of van een op de LINE
M
INPUT aangesloten apparaat).
of
“ABCDE”
<
Als u klaar bent met opnemen, drukt u op de [START/ STOP] knop om te
AFSPELEN
stoppen. De SU200 keert terug naar de Pad-Play mode.
START
STOP
Het samplen stopt automatisch als de opname tijd voorbij is (als de nog beschikbare tijd display
OPM.
Luister naar het resultaat door op de pad te drukken die u heeft geselecteerd bij Stap 3
>
bij 00_ 00_0 komt).
hiervoor.
Als er pads met verschillende opnamegradaties tegelijk worden afgespeeld, kunnen de pad(s) met
OPM.
de lagere gradaties hoorbaar ruiserig klinken. U kunt dit probleem voorkomen door alle samples met dezelfde gradatie op te nemen.
Als u ruis bemerkt aan het begin of het eind van een sample tijdens het afspelen, pas dan het start
en/of eindpunt aan aan een minder ruisende plaats.
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
25
Page 26
Z
X
C
Resampling
Schakel alle pads uit en druk vervolgens op de [RESMPL] knop om de Resampling mode te activeren.
RESMPL
Which
Pad?
OPM.
Druk op de pad, waarin u uw nieuwe sample wilt opnemen. (Zie blz. 20).
Als u de bank wilt wijzigen, druk dan op de betreffende bank knop voordat u de pad selecteert. Bij het resamplen, neemt de SU200 altijd op in MONO mode waarbij de STD (standaard) gradatie wordt gebruikt.
OPM.
Druk op de [START/STOP] knop om het resamplen klaar voor opname te
U kunt de Resampling mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
Als er al een sample is opgenomen op de door u geselecteerde pad, vraagt de display of u deze wilt wissen
(bijvoorbeeld Delete C-1?). Druk op [+1/YES] om de bestaande sample te wissen, of druk op [-1/NO] om te annuleren en de bestaande sample vast te houden.
U kunt het afspelen van samples opgenomen met de STD (standaard), LONG en EXLG (extra lange) gradaties
resamplen.
Vermijd het resamplen van HI grade samples, aangezien het resultaat niet correct zal worden teruggespeeld.
zetten.
START
STOP
Wait
ing
00_19_6
Nog beschikbare opnametijd
26
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
Page 27
Start het resamplen.
V
Start het afspelen van de pads door op een willekeurige ander pad te drukken dan u heeft geselecteerd bij stap 2. Het resamplen begint zodra u op een pad drukt.
U kunt nu elke gewenste combinatie van pads spelen, u kunt de passende effecten aanschakelen en u kunt de ribbon controller en de EFFECT CONTROL knoppen gebruiken.
REC TRGLVLDATA
EFFECT
1
CONTROL
OPM.
Het TIME effect werkt niet tijdens resamplen.
U kunt ook de [LOOP TR PLAY] knop gebruiken om loop-track afspelen te beginnen. Dit
2
terugspelen zal ook worden opgenomen in de nieuwe sample.
LOOP TR
PLAY
Als u klaar bent met resamplen, drukt u op de [START/STOP] knop om te stoppen.
B
START
STOP
Het resamplen stopt automatisch als de opnametijd voorbij is (als de nog beschikbare tijd display bij 00_
OPM.
Luister naar het resultaat door op de pad te drukken die u heeft geselecteerd bij Stap 2
N
00_0 komt).
hiervoor.
Hoofdstuk 1 Samples Opnemen
27
Page 28
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
Dit hoofdstuk verklaart de sample afspeel methodes en loop instellingen.
De SU200 biedt u de volgende pad afspeel methodes.
LOOP TR
PLAY
GATE
ONE SHOT
TRIGGER
STEREO/MONO
Wijzig de manier waarop de pad zijn sample afspeelt.
Gate/Trigger Instelling...................................................................................... Zie onder aan deze bladzijde.
Speel de sample slechts eenmaal, of speel herhaaldelijk (als loop).
One-shot/Loop Instelling ................................................................................................................Zie blz. 29
Speel de sample vooruit of achterstevoren.
Normal/Reverse Instelling ...............................................................................................................Zie blz 29
Stel het gedeelte in van de sample dat zal worden afgespeeld.
De Start Punt en Eind Punt Instellingen .........................................................................................Zie blz. 30
De instellingen hierboven moeten voor elke afzonderlijke pad worden gemaakt. Als u een nieuwe
OPM.
LOOP
GRADE
NORMAL
REVERSE
START
POINT
END
POINT
POINT CLEAR
DELETE
EXTRACT
TIME
instelling invoert, geldt die instelling alleen voor de geselecteerde pad. (Als u de [Hold] functie niet heeft gebruikt, geldt de instelling voor de laatste pad die u heeft ingedrukt. Als u de [Hold] functie heeft gebruikt, geldt de instelling voor de vastgehouden pad.)
Selecteer een bepaalde pad waarvan u de instellingen wilt veranderen.
[HOLD] knop...................................................................................................................................Zie blz 32
Speel samples die met verschillende tempo’s zijn opgenomen af in hetzelfde tempo.
Loop-Track Play .......................................................................................................................Zie blz. 18, 32
Gate/Trigger Instelling
Deze instelling bepaalt of een pad als gate of als trigger werkt.
Gate...........................
Trigger .......................
De sample speelt alleen zolang de pad wordt ingedrukt.
Trigger de pad eenmaal om het afspelen te starten; u kunt de knop vervolgens loslaten, terwijl de pad doorgaat met afspelen. Als u de sample af zou willen breken terwijl deze afspeelt, drukt u nogmaals op de pad.
Om het afspelen af te breken, drukt u nogmaals op dezelfde pad.
Het afspelen gaat door als u de pad heeft losgelaten.
Maak de instelling met behulp van de [GATE/TRIGGER] knop. Druk eerst op de pad waarvoor u de instelling wilt maken. Vervolgens (terwijl de sample nog speelt, of als deze klaar is) drukt u zo vaak als nodig is op de [GATE/TRIGGER] knop zodat GATE of TRG in de display verschijnt.
GATE
TRIGGER
STEREO/MONO
28
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
Page 29
One-shot/Loop Instelling
Gebruik deze instelling om te selecteren of de sample slechts één keer afspeelt, of continu in een loop.
One-shot ...................
Loop...........................
De sample speelt slechts één keer helemaal, van zijn start punt tot zijn eind punt (zie blz 30).
De sample loopt. Als er een start punt en eind punt is ingesteld (zie blz. 30), dan gaat het afspelen van het start punt tot het eind punt en lust (loop) dan terug naar het startpunt.
Maak de instelling met behulp van de [ONE SHOT/LOOP] knop. Druk eerst op de pad waarvoor u de instelling wilt maken. Vervolgens (terwijl de sample nog speelt, of als deze klaar is) drukt u zo vaak als nodig is op de [ONE SHOT/LOOP] knop zodat ONESHOT of LOOP in de display verschijnt.
ONE SHOT
LOOP
GRADE
Normal/Reverse Instelling
Deze instelling selecteert of de sample in de normale richting afspeelt (van start naar eind) of achterstevoren (van eind naar start).
Normal.......................
Reverse.....................
De sample speelt af in de normale richting.
De sample speelt achterstevoren af.
Maak de instelling met behulp van de [NORMAL/REVERSE] knop. Druk eerst op de pad waarvoor u de instelling wilt maken. Vervolgens (terwijl de sample nog speelt, of als deze klaar is) drukt u zo vaak als nodig is op de [NORMAL/REVERSE] knop zodat NORMAL of REVERSE in de display verschijnt.
NORMAL
REVERSE
Als u tegelijkertijd samples afspeelt die met verschillende gradaties zijn opgenomen, zullen samples die op
OPM.
REVERSE zijn ingesteld niet op de juiste toonhoogte worden afgespeeld. U kunt het probleem voorkomen door samples met dezelfde gradatie op te nemen.
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
29
Page 30
Het Start Punt en Eind Punt instellen
Gebruik deze eigenschap om het gedeelte van de sample te selecteren dat moet worden afgespeeld. Het afspelen begint bij het ingestelde startpunt en eindigt bij het ingestelde eindpunt.
Sample
ABC D E
Start Punt Eind Punt
Bij one-shot afspelen: CD
Bij loop afspelen: CDCDCD...
Maak deze instellingen met behulp van de [START POINT] en [END POINT] knoppen. U kunt deze instellingen wissen met de [POINT CLEAR] knop.
De SU200 berekent automatisch het BPM (tempo) van de sample opnieuw, gebaseerd op de afspeellengte van start
OPM.
tot eindpunt, en geeft deze aan. Als u het start en het eindpunt wijzigt, verandert de BPM indicatie overeenkomstig.
Makkelijke Instelling (bij het Afluisteren van het Afspelen)
Z
Druk op de pad die u wilt instellen, om het afspelen te beginnen.
Op het moment dat tijdens het afspelen het punt wordt bereikt dat u wilt
W
X
instellen als startpunt, drukt u op de [START POINT] knop.
START POINT
C
Op het moment dat tijdens het afspelen het punt wordt bereikt dat u wilt
END
POINT
POINT CLEAR
bpm120
StPnt
1812
instellen als eindpunt, drukt u op de [END POINT] knop.
START POINT
V
Druk op de [EXIT] knop.
De SU200 slaat de instellingen op en keert terug naar de Pad-Play mode.
Nauwkeurige Instelling
END
POINT
POINT CLEAR
bpm120
EdPnt
EXIT
15125
Druk op de pad en laat deze weer los, zodat het afspelen start en weer stopt.
Z
30
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
Page 31
Druk op de [START POINT] knop en pas vervolgens het startpunt aan.
X
START POINT
–1/NO
Druk op de [END POINT] knop en pas vervolgens het eindpunt aan.
C
–1/NO
BPM
BPM
+
START
POINT
+
1/YES
1/YES
END
POINT
END
POINT
of
of
POINT
CLEAR
POINT CLEAR
Als u op [START POINT] drukt, geeft de display de huidige startpunt instelling (StPnt) van de sample aan. Stel het gewenste startpunt in door op de [-1/NO] of [+1/YES] knop te drukken of aan knop 1 te draaien.
REC TRGLVLDATA
bpm120
StPnt
EFFECT
1
CONTROL
2
Als u op [END POINT] drukt, geeft de display de huidige eindpunt instelling (EdPnt) van de sample aan). Stel het gewenste eindpunt in door op de [-1/NO] of [+1/YES] knop te drukken of aan knop 1 te draaien.
REC TRGLVLDATA
bpm120
1
EFFECT
CONTROL
2
EdPnt
1812
15125
OPM
V
Druk op de [EXIT] knop.
Het start en het eindpunt kunnen worden aangepast tijdens het afspelen van de sample.
De SU200 slaat de instellingen op en keert terug naar de Pad-Play mode.
EXIT
Het Start of het Eind Punt wissen
Z
Druk op de pad die u wilt bewerken.
X
Om de start-punt instelling te wissen: Houd de [POINT CLEAR] knop inge­drukt en druk op de [START POINT] knop.
C
Om de eind-punt instelling te wissen: Houd de [POINT CLEAR] knop inge­drukt en druk op de [END POINT] knop.
START
POINT
START POINT
END
POINT
END
POINT
POINT CLEAR
POINT
CLEAR
V
Druk op de [EXIT] knop.
De SU200 wist de instelling(en) op en keert terug naar de Pad-Play mode
U kunt de vorige start en eindpunten weer terugroe-
OPM.
pen door op de [EXIT] knop te drukken terwijl u de [HOLD] knop ingedrukt houdt.
EXIT
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
31
Page 32
De [HOLD] Functie Gebruiken
Gebruik deze functie als u wijzigingen in de effecten en instellingen wilt aanbrengen voor een enkele geselecteerde pad, ongeacht de volgorde waarin u de pads bespeelt.
Als u de HOLD functie niet gebruikt, zullen wijzigingen in effecten en andere instellingen worden toegepast op de laatste pad die u heeft ingedrukt. Als u echter de pad heeft “vastgehouden”, dan worden alle wijzigingen alleen toegepast op die pad (tot u de holdfunctie weer uitzet).
Om een pad te selecteren die moet worden vastgehouden, drukt u op een pad terwijl u de [HOLD] knop ingedrukt houdt. Om het vasthouden uit te schakelen drukt u nogmaals op de [HOLD] knop.
Wanneer u een pad vasthoudt, zal dit met een tekentje in het scherm worden aangegeven.
Stel bijvoorbeeld dat het vasthouden (hold) uitstaat. U drukt op pad 1 en maakt vervolgens een effect instelling. De nieuwe
instelling is van toepassing op pad 1. Nu drukt u op pad 2 en maakt een andere instelling. Deze keer is de instelling van toepassing op pad 2 (aangezien dat de laatste pad is die u heeft ingedrukt). Het doel wijzigt ieder keer dat u op een andere pad drukt.
Stel nu eens dat u de [HOLD] knop ingedrukt houdt en dat u op pad 1 drukt zodat pad 1 wordt vastgehouden. Dan laat u beide knoppen los. Vervolgens drukt u op verscheidene andere pads en maakt verschillende instellingen. In dit geval zijn alle instellingen alleen van toepassing op pad 1.
Houd de pad ingedrukt en druk op de [HOLD] knop
U kunt het afspelen stoppen door nog­maals op dezelfde pad of op de [HOLD] knop te drukken.
Loop-Track Afspelen
Gebruik deze eigenschap om loop samples van meerdere pads tegelijkertijd af te spelen. De basis bediening is reeds beschreven in de Quick Start soedcursus (zie blz 18). Dit gedeelte verklaart enkele belangrijke zaken die verbonden zijn aan deze manier van afspelen.
OPM.
Het loop-track afspeel tempo (BPM) wijzigen
U kunt het tempo dat gebruikt wordt voor Loop-Track Play vrijelijk aanpassen. De basis bediening is reeds beschreven in de Quick Start spoedcursus (zie Stap 3 op blz.18). Merk alstublieft de volgende punten op.
De SU200 onthoudt het meest recente loop-track afspeel tempo. Als u het loop-track afspelen vervolgt, wordt er met het
laatst afgespeelde tempo begonnen. (De tempo instelling wordt zelfs vastgehouden als het instrument wordt uitgeschakeld).
Er kunnen enkele verstoringen van het tempo plaatsvinden als alle geselecteerde loop samples EXLG (extra lang) zijn.
Bass-phrase samples of pulserende ritme-phrase samples kunnen ruis produceren als ze worden gebruikt
bij Loop Track Play. Een alternatieve benadering van zon geval is de time-stretch functie in de job mode gebruiken (in plaats van Loop Track Play) om de BPMs van de samples die u samen af wilt spelen, te synchroniseren. Merk echter op dat als u dit doet, u niet in staat zult zijn om de BPMs van de samples live aan te passen).
De sample’s tempo (maat-lengte) instelling wijzigen
De SU200 laat u een sample loop lengte van 1 tot 2 bars (1 bar = 1 maat) instellen. Deze instelling heeft alleen invloed op Loop-Track Play. Als u de lengte instelt op 1 bar, loopt de sample één keer per maat. Als u de lengte instelt op 2 bars, vertraagt de sample en loopt één keer per twee maten.
Stel bijvoorbeeld dat u pads 1 en 2 heeft ingesteld voor loop afspelen (zie blz 29).
Als pad 1 en 2 allebei zijn ingesteld op 1 bar, dan ziet de Loop Track Play er als volgt uit:
Pad 1
Pad 2
32
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
Loop 1 Loop 2
Loop 1 Loop 2
Page 33
Als pad 1 is ingesteld op 2 bar terwijl pad 2 nog steeds staat ingesteld op 1 bar:
Pad 1
Pad 2
Loop 1
Loop 2
Loop 1 Loop 2 Loop 3 Loop 4
U kunt de maatlengte (bars) instelling wijzigen in de Pad-Play Mode; Selecteer gewoon de pad en druk dan op [-1/NO] of [+1/YES] om de instelling om te schakelen. Merk op dat de bpm (tellen-per-minuut) instelling dienovereenkomstig wijzigt.
–1/NO
bpm 70
1bar
+
1/YES
bpm140
2bar
Probeer eens enkele maat (bar) instellingen te wijzigen. Druk op de [LOOP TR PLAY] knop na het maken van een wijziging, zodat u kunt horen hoe het geluid verandert.
U kunt niet omzetten van 1-bar naar 2-bar als de 1-bar sample een bpm boven de 115 heeft. U kunt niet
OPM.
omzetten van 2-bar naar 1-bar als de 2-bar sample een bpm lager dan 120 heeft.
Een effect naar een andere pad schakelen zonder de afspeelstatus te wijzigen
Om het effect om te schakelen naar een andere pad tijdens Loop-Track Play zonder de terugspeel status te veranderen, houdt u de [HOLD] knop ingedrukt en drukt u op de pad waar u het effect naar toe wilt zetten. Merk op dat in dit geval het drukken op de pad geen invloed zal hebben op de terugspeel status van de pad’s sample (schakelt muting niet uit of aan, enz.). Zie voor meer informatie blz 36.
Het Loop-Track Afspelen Besturen via een MIDI apparaat
Sluit een MIDI apparaat (zoals een sequencer of toetsenbord) aan op de
Z
SU200. Schakel het MIDI apparaat en de SU200 aan.
Sequencer
Select
MIDI INMIDI OUT
BANK A C
MIDI toetsenbord
C
MIDI INMIDI OUT
Select
BANK A C
CS6x, enz.
Activeer de Job mode en zet de MIDI clock instelling op EXT (extern). (Zie blz. 39).
X C
Start Loop-Track Play.
Bij gebruik van een sequencer (zoals de Yamaha RM1x):
De SU200 begint automatisch met Loop-Track Play zodra de RM1x begint met het spelen van een pattern. De Loop-Track Play wordt gesynchronizeerd met het RM1x tempo.
Bij gebruik van een MIDI toetsenbord (zoals de Yamaha CS6x):
Druk op de SU200s [LOOP TR PLAY] knop als u de CS6x arpeggiator gebruikt. De SU200 zal Loop­Track Play synchroon met het tempo van de CS6X starten.
SU200
L R
–1/NO+1/YES
PAD
L R
–1/NO+1/YES
PAD
8888888
ONE SHOT
GRADE
8888888
ONE SHOT
GRADE
BPM
LOOP
BPM
LOOP
STEREO OUTPUT L R
EFFECTS
under the knobs
LOOP TR PLAY
NORMAL REVERSE
SU200
STEREO OUTPUT L R
EFFECTS
under the knobs
LOOP TR PLAY
NORMAL REVERSE
RESMPL
START POINT
RESMPL
START POINT
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
LOOP REMIX
DIST/
LO-FI
REC
END POINT
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
LOOP REMIX
DIST/
LO-FI
REC
END POINT
3.3V
CARD
TYPE
TYPE
LFO
LO-FI
DELAY LEVEL
RESONANCE
1
CONTROL
SLICE
DELAY FILTER SCRATCH
START STOP
POINT CLEAR
CARD
3.3V
CARD
TYPE
TYPE
LFO
LO-FI
DELAY LEVEL
RESONANCE
1
CONTROL
SLICE
DELAY FILTER SCRATCH
START STOP
POINT CLEAR
CARD
PHONES MIC INPUT MIDI IN
~~~~~~
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
Select
JOB
EXIT
BANK
BANK BANK
GATE TRIGGER
STEREO/MONO
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MID ILOAD
PHONES MIC INPUT MIDI IN
~~~~~~
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
Select
JOB
EXIT
BANK
BANK BANK
GATE TRIGGER
STEREO/MONO
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DELETE MIDILOAD
DC INLINE INPUT
STANDBY ON
VARI
GATE TIME
MOD SPEED
DRIVE
TIME
CUTOFF
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
TECH MOD
DELETE
TIME
EXTRACT
DC INLINE INPUT
STANDBY ON
VARI
GATE TIME
MOD SPEED
DRIVE
TIME
CUTOFF
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
TECH MOD
DELETE
TIME
EXTRACT
V
Stop Loop-Track Play.
Bij gebruik van een sequencer (zoals de Yamaha RM1x):
Stop het RM1X pattern. Loop-Track Play stopt automatisch
Bij gebruik van een MIDI toetsenbord (zoals de Yamaha CS6x):
Druk nogmaals op de SU200s [LOOP TR PLAY] knop.
Hoofdstuk 2 De Pads Bespelen
33
Page 34
Hoofdstuk 3 Sample Editing (bewerking)
Dit hoofdstuk legt uit hoe alles of een gedeelte van een geselecteerde sample gewist kan worden.
DELETE (Een complete sample wissen)
Schakel alle pads uit en druk dan eenmaal op de [DELETE/EXTRACT] knop
Z
om de Delete mode te activeren.
DELETE
EXTRACT
U kunt deze mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
OPM.
X
Druk op de pad die de sample bevat die u wilt wissen.
BANK BANK BANK
Delete
C-1?
Bank Pad
C
Druk op de [+1/YES] knop om de sample uit het geheugen van de SU200 te wissen.
–1/NO
BPM
+
1/YES
De SU200 wist de sample en keert terug naar de Pad-Play mode.
34
Hoofdstuk 3 Sample Editing
Page 35
EXTRACT (ongebruikte delen van een sample wissen)
Als u eenmaal de start en eind punten voor een sample heeft ingesteld (zie blz.
30), dan wordt alleen het gedeelte tussen deze twee punten afgespeeld. U kunt de EXTRACT eigenschap gebruiken om de delen van de sample, die niet langer worden afgespeeld, te wissen.
Sample
EXTRACT
Sample
ABC D E
Start Punt Eind Punt
Schakel alle pads uit, en druk dan nogmaals op de [DELETE/EXTRACT] knop
Z
CD
om de Extract mode te activeren.
DELETE
EXTRACT
U kunt de [DELETE/EXTRACT] knop gebruiken om tussen de Delete en Extract modes te schakelen.
OPM.
X
Druk op de pad die de sample bevat die u wilt bewerken.
U kunt deze mode verlaten door op de [EXIT] knop te drukken.
BANK BANK BANK
Extrct
B-1?
Bank Pad
C
Druk op de [+ 1/ YES] knop om de extractie uit te voeren. De SU200 wist de delen van de sample die buiten het bereik liggen dat door de start en eindpunten wordt bepaald.
–1/NO
BPM
+
1/YES
De SU200 voert de extractie uit en keert dan terug naar de Pad-Play mode.
Hoofdstuk 3 Sample Editing
35
Page 36
Hoofdstuk 4 Effecten
U kunt de SU200’s Ribbon Controller en EFFECT CONTROL knoppen gebruiken om een effect of fi lter toe te passen op het afspelen van elke willekeurige sample of op de realtime audio ingang. De basis bediening staat beschreven in de Quick Start spoedcursus (zie blz 17). Dit hoofdstuk geeft een meer gedetailleerde uitleg over de effecten, het fi lter, de scratch functie en de time-stretch functie.
Het scratch effect kan niet worden gebruikt in combinatie met het TIME effect, maar kan worden gebruikt met
OPM.
De Pad Selecteren dat het Effect of Filter ontvangt
Zoals verklaard in de Quick Start spoedcursus (zie blz. 17), selecteert u de pad die de effecten (of fi lter) ontvangt door (a) op de pad te drukken en vervolgens (b) op de passende effect knop. Merk echter op dat indrukken van de pad er ook voor zorgt dat de sample van de pad begint of stopt met afspelen. In veel gevallen- zoals wanneer u midden in een optreden zit en meerdere pads spelen- kan het zijn dat u de effecten naar een andere pad wilt verplaatsen zonder dat het afspelen van de pads sample wordt gestart of gestopt. U kunt dit doen door de [HOLD] knop ingedrukt te houden terwijl u op de pad drukt.
Het volgende voorbeeld laat zien hoe dit in zijn werk gaat. Stel dat het effect oorspronkelijk is toegewezen aan pad 1 en dat pads 1 tot en met 5 afspelen, met alle andere pads stil.
elk van de andere effecten of fi lters.
Effecten, fi lters en scratch werken niet tijdens het afspelen van high-grade samples.
Houd de [HOLD] knop ingedrukt en druk op pad 2. Dit annuleert het effect voor pad 1 en verplaatst het effect naar pad 2. De pad-2 sample gaat door met afspelen. (Aangezien u [HOLD] ingedrukt hield, werd het afspelen niet gestopt toen u op de pad drukte).
A-2
Houd de [HOLD] knop weer ingedrukt en druk op pad 7. Het effect wordt verplaatst naar pad 7. En weer blijft de pad-7 afspeel status ongewijzigd (de pad-7 sample blijft uit).
A-7
Houd nu nogmaals de [HOLD] knop ingedrukt en druk op de AUDIO IN pad. Het effect werkt nu op uw audio ingang. De huidige audio-ingang status blijft ongewijzigd (in dit geval, uit).
AUdIO
De [HOLD] knop samen met een pad indrukken stelt ook die pad in als de “vasthoud pad. (Zie blz. 32).
Effecten, Filter en Scratch
Zoals u kunt zie op het paneel, bent u vrij in het gebruik van elk van de hieronder opgesomde effecten. U kunt de karakteristieken van elk effect regelen door middel van de EFFECT CONTROL knoppen 1 en 2.
LOOP REMIX
Dit effect verdeelt de pad’s sample (het gedeelte tussen het start en eind punt) in meerdere stukken, en herschikt deze stukken in een andere volgorde. Gebruik dit als een makkelijke manier om nieuwe drum patterns te creëren van bestaande 1-bar en 2-bar drum-pattern samples.
• Type....................
• Variation.............
36
Hoofdstuk 4 Effecten
Bepaalt hoe de sample wordt verdeeld. Knop 1 naar rechts draaien verhoogt het aantal stukken (verkleint de grootte van elk stuk) . Knop 2 naar rechts draaien vergroot de hoeveelheid achteruit afgespeelde stukken bij de herschikte stukken.
Page 37
SLICE
Dit effect hakt de sample in een ritmisch patroon van afzonderlijke, afwisselende fragmenten (slices).
• Type....................
• Gate Time..........
TECH MOD
Draai aan knop 1 om het fragment (slice) patroon te wijzigen. Draai aan knop 2 om de fragment vasthoud tijd (slice hold time) te wijzigen.
Dit effect voegt een onderscheidende modulatie en een metalige klankkleur toe.
• LFO ....................
• MOD SPEED....
DIST/LO-FI
De lage frequentie oscillator die de modulatie voortbrengt. Draai aan knop 1 om het LFO modulatie effect te regelen. Draai aan knop 2 om de snelheid van de modulatie te wijzigen.
Dit effect voegt een scherpe vervorming toe en produceert een meer lo-fi geluid.
• LO-FI ..................
• DRIVE ................
DELAY
Draai aan knop 1 om de lo-fi (kwaliteitsverlaging) karakteristieken te variëren. Draai aan knop 2 om de hoeveelheid vervorming te wijzigen.
Dit effect voegt een vertraging (delay) toe.
• DELAY LEVEL ..
• TIME...................
FILTER
Draai aan knop 1 om het geluidsniveau van de vertraagde geluidscomponent te regelen. Draai aan knop 2 om de vertragingstijd (delay time) te regelen: de tijd tussen het begin van het afspelen van het origineel en het begin van het vertraagde afspelen. De vertragingstijd (delaytime) verandert in overeenstemming met het tempo (BPM) van de sample.
Het fi lter verwijdert een bepaald frequentiebereik van de sample uitgang, waardoor de geluidskwaliteit verandert.
• CUTOFF ............
• RESONANCE...
Draai aan knop 2 om het geluid helderder of donkerder te maken. Draai aan knop 1 om bepaalde resonantie karakteristieken aan het geluid toe te voegen. Draaien aan de knop versterkt de boventonen, resulterend in een neuzig geluid gelijk aan dat van analoge synthesizers.
SCRATCH
Deze eigenschap stelt u in staat de ribbon controller te gebruiken om met een geselecteerde sample te scratchen. Wrijf omhoog of naar beneden over de ribbon (het lint) om de sample vooruit of achteruit af te spelen, waardoor een scratch geluid wordt geëmuleerd, zoals wordt geproduceerd door handmatig met een LP of single te draaien.
TIME (real-time tempo verandering)
Deze eigenschap wijzigt het afspeel tempo in real time terwijl er een distortion (vervormings) effect wordt geïntroduceerd.
Houd de pad die u wilt bewerken
z
ingedrukt, en druk op de [TIME] knop.
TIME
De SU200 kan een maximum van 6 standaard (of lagere) gradatie mono samples tegelijkertijd, of tot 2
OPM
high-gradatie samples tegelijkertijd afspelen. Het maximum aantal kan echter verminderen als u de scratch of TIME eigenschap gebruikt. Loop Remix, Slice, TIME en scratch werken niet op de audio ingang.
Loop Remix en Slice kunnen ruis teweeg brengen als ze bij bepaalde soorten geluid worden toegepast.
Loop Remix en Slice hebben geen invloed op pads die zijn ingesteld op one-shot afspelen.
Als u Loop Remix gebruikt bij een sample waarvoor loop-track play uit staat, merkt u misschien een kleine
wijziging in het tempo van de sample op.
Tik op de [TAP] knop of draai aan knop 1 om het
x
tempo te veranderen.
REC TRGLVLDATA
TIME
Tik 3 of 4 keer in het gewenste tempo.
* Druk nogmaals o p d e [TIME] knopom de TIME handeling te onderbreken
of
EFFECT
1
CONTROL
2
Hoofdstuk 4 Effecten
37
Page 38
Hoofdstuk 5 MIDI Eigenschappen
Dit hoofdstuk verklaart de SU200s MIDI eigenschappen.
MIDI IN
JOB
MIDI
Over MIDI
Wat is MIDI?
MIDI (staat voor Musical Instrument Digital Interface) is een standaard, internationaal erkende interface voor muziek- gerelateerde digitale communicatie tussen elektronische instrumenten, computers, sequencers en aanver­wante apparaten. De interface maakt het mogelijk verschillende soorten apparaten van verschillende fabrikanten muziek performance data, muziek voice data, en andere muziek-verwante informatie uit te wisselen.
MIDI Kanalen
Een enkele MIDI kabel 16 kanalen aan performance data overbrengen. Het kanaalconcept is hetzelfde als bij TV uitzendingen: er worden meerdere kanalen verzonden en de kijker selecteert slechts één van deze kanalen om te worden ontvangen. Als u de SU200 via een extern MIDI apparaat wilt besturen, is het nodig dat de SU200s MIDI ontvangstkanaal overeenkomt met het verzendkanaal van het externe apparaat.
Door de SU200 ondersteunde MIDI Eigenschappen
Gebruik de clock van een externe sequencer om de timing van Loop-Track Play te regelen.
Externe Sequencer (RM1x, enz.)
PHONES MIC INPUT MIDI IN
PAD PLAY Play PAD 1 8
LOOP TRACK PLAY
MIDI INMIDI OUT
Om deze functie te gebruiken is het noodzakelijk dat u de SU200’s clock instelling op EXT zet. (Zie blz. 39).
In enkele gevallen, kan het zijn dat het afspelen niet goed functioneert, als de BPM is ingesteld op 60 of lager.
Gebruik een extern toetsenbord om het bespelen van de pads te bedienen (om de pads aan en uit te
Select
BANK A C
Select
JOB EXIT
BANK
SCALE
schakelen).
PHONES MIC INPUT MIDI IN
MIDI Toetsenbord
MIDI Toe
C
MIDI INMIDI OUT
Select
BANK A C
JOB
BANK
SCALE
SU200
STEREO OUTPUT
L R
L R
~~~~~~
8888888
~~~~~
SAMPLING UNIT
Press LOOP TR PLAY Button Play PAD 1 8
EFFECTS
under the knobs
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
–1/NO+1/YES
BPM
BANK BANK
LOOP TR
RESMPL
PLAY
ONE SHOT
NORMAL
START
GATE
LOOP
REVERSE
POINT
TRIGGER
GRADE
STEREO/MONO
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DE LETE MIDILOAD
PAD
SU200
STEREO OUTPUT
L R
L R
~~~~~~
8888888
~~~~~
SAMPLING UNIT
PAD PLAY Play PAD 1 8
Press LOOP TR PLAY Button
LOOP TRACK PLAY
Play PAD 1 8
EFFECTS
under the knobs
EFFECT
LOOP REMIX Turn KNOB 1,2
Select
EXIT
–1/NO+1/YES
BPM
BANK BANK
LOOP TR
RESMPL
PLAY
ONE SHOT
NORMAL
START
GATE
LOOP
REVERSE
POINT
TRIGGER
GRADE
STEREO/MONO
TIME STRETCH COPY PAD VOL SAVE DE LETE MIDILOAD
PAD
3.3V
CARD
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY LEVEL
DELAY
RESONANCE
FILTER
VOLUME
LOOP REMIX
DIST/ LO-FI
START
REC
STOP
END
POINT
POINT
CLEAR
CARD
3.3V
EFFECT TYPE
LOOP REMIX
SLICE
TECHMOD
DIST/LO-FI
DELAY
FILTER
VOLUME
LOOP REMIX
DIST/ LO-FI
START
REC
STOP
END
POINT
POINT
CLEAR
CARD
DC INLINE INPUT
VARI
TYPE
GATE TIME
TYPE
MOD SPEED
LFO
DRIVE
LO-FI
TIME
CUTOFF
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
1
CONTROL
TECH
SLICE
MOD
DELAY FILTER SCRATCH
DELETE
TIME
EXTRACT
CARD
DC INLINE INPUT
VARI
TYPE
GATE TIME
TYPE
MOD SPEED
LFO
DRIVE
LO-FI
TIME
DELAY LEVEL
CUTOFF
RESONANCE
REC TRGLVLDATA
EFFECT
2
1
CONTROL
TECH
SLICE
MOD
DELAY FILTER SCRATCH
DELETE
TIME
EXTRACT
STANDBY ON
STANDBY ON
Om deze functie te gebruiken, moet u het toetsenbords uitgangskanaal en het SU200’s ontvangstkanaal op hetzelfde
kanaalnummer instellen. (Zie blz. 39). De 24 witte toetsen van C1 tot en met E4 op het MIDI toetsenbord komen overeen met de SU200’s 24 virtuele
pads. (Zie blz. 39). Het afspelen kan wat laat zijn als alle af te spelen samples EXLG (extra lang) zijn.
38
Hoofdstuk 5 MIDI Eigenschappen
Page 39
De volgende tabellen geven de overeenkomst tussen de MIDI noten en de SU200 pads aan.
Pad Noot
A1 C1 B1 D2 C1 E3 A2 D1 B2 E2 C2 F3 A3 E1 B3 F2 C3 G3 A4 F1 B4 G2 C4 A3 A5 G1 B5 A2 C5 B3 A6 A1 B6 B2 C6 C4 A7 B1 B7 C3 C7 D4 A8 C2 B8 D3 C8 E4
Pad Noot
Pad Noot
De MIDI Clock en het MIDI Kanaal instellen
Schakel alle pads uit, en druk dan op de [JOB] knop om de Job mode te
Z
activeren.
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
Stel de MIDI clock en het MIDI kanaal in zoals hieronder aangegeven.
X
JOB
Sync
E MIDI
Stel de MIDI clock en het MIDI kanaal in zoals hieronder aangegeven.
C
Kies voor de interne
interne clock (INT) of de externe MIDI clock (EXT).
Als u de waarde Off instelt, zal de SU200 geen van de MIDI kanaal boodschappen herkennen.
–1/NO
–1/NO
BPM
BPM
+
1/YES
+
1/YES
INT
Sync
INT
E MIDI
MIDICh
Off
V
Druk op de [EXIT] knop of de [JOB] knop om de Job Mode te verlaten.
EXIT
of
Druk twee keer. Druk één keer.
JOB
Hoofdstuk 5 MIDI Eigenschappen
39
Page 40
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
Omgaan met de Memory Card(SmartMedia
TM*
)
Zorg ervoor dat u zorgvuldig met de Memory Cards omgaat. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
SmartMedia is een handelsmerk van de Toshiba Corporation.
*
Compatibele Memory Card Type
3,3V (3V) Memory Cards kunnen worden gebruikt. 5V type Memory Cards zijn niet compatibel met dit instrument.
Geheugen Capaciteit
Er zijn vijf soorten Memory Cards: 2MB/ 4MB/ 8MB/ 16MB/ 32MB. Een Memory Card waarvan de geheugen capaciteit meer bedraagt dan 32MB kan ook worden gebruikt, als deze voldoet aan de standaard van het SSFDC (Solid Status Memory Card: een andere naam voor SmartMedia) Forum.
Memory Cards plaatsen en verwijderen
Om een Memory Card te plaatsen:
Houd de Memory Card zo vast dat het connector gedeelte (goud) van de Memory Card naar beneden en naar voren is gericht, in de richting van het Memory Card slot. Plaats de Memory Card zorgvuldig in het slot, langzaam verder duwend tot deze op zijn plaats zit.
Plaats de Memory Card niet verkeerd om.
OPM.
Plaats nooit iets anders dan een Memory Card in het slot.
Om een Memory Card te verwijderen:
Zorg ervoor dat, voordat u de Memory Card uitneemt, u zeker weet dat de Memory Card niet in gebruik is, of dat deze niet door het instrument wordt uitgelezen of beschreven. Trek vervolgens de Memory Card er langzaam met de hand uit. Als de Memory Card wordt uitgelezen of beschreven*, verschijnt er een boodschap (keep PwrOn) op de display van het instrument om aan te geven dat deze in gebruik is.
*
Dit is inclusief wegschrijven, laden, formatteren en wissen (save, load, format en delete). Houd ook in gedachte dat het instrument automatisch toegang zoekt tot de Memory Card, om het media type te controleren, als u de Job mode activeert.
PAS OP
Probeer nooit de Memory Card uit te nemen of het instrument uit te schakelen tijdens het uitlezen of
beschrijven. Dit doen zou de data in het instrument of op de Memory Card kunnen beschadigen en mogelijk de Memory Card zelf.
Memory Cards Formatteren
Voordat een Memory Card met uw instrument gebruikt kan worden moet deze eerst worden geformatteerd. Als deze eenmaal is geformatteerd zal alle data erop zijn gewist. Zorg ervoor dat u van tevoren controleert of er geen voor u belangrijke data op staat.
De Memory Cards die met dit instrument zijn geformatteerd, kunnen daardoor onbruikbaar worden voor gebruik
OPM.
met andere instrumenten.
40
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
Page 41
Over de Memory Cards
Om Memory Cards met zorg te behandelen:
Het kan voorkomen dat statische elektriciteit invloed heeft op Memory Cards. Om, voordat u een Memory Card aanraakt, de kans op statische elektriciteit zo klein mogelijk te maken, kunt u metalen delen zoals een deurkruk of een aluminum raamkozijn aanraken. Zorg ervoor dat u de Memory Card uit het Memory Card slot neemt als deze voor langere tijd niet wordt gebruikt. Stel de Memory Card niet bloot aan direct zonlicht, extreme hoge of lage temperaturen, overmatige vochtigheid, stof of vloeistoffen. Plaats geen zware voorwerpen op een memory Card en buig de Memory card niet en oefen er op geen enkel manier druk op uit. Raak het metalen gedeelte (goud) van de Memory Card niet aan en raak met geen enkel metalen vlak het metalen gedeelte aan. Stel de Memory Card niet bloot aan magnetische velden, zoals die worden voortgebracht door televisies, luidsprekers, motoren, enz., aangezien magnetische velden de data op de Memory Card gedeeltelijk of geheel kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt. Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op een Memory Card. Let er ook op dat de labels op de juiste plaats worden geplakt.
Om uw data te beveiligen (Write-protect):
Plak, om onbedoeld wissen van belangrijke data te voorkomen, de schrijfbeveiligings afsluiting (meegeleverd in de Memory Card verpakking) op de daarvoor bestemde plaats (in een cirkel) van de Memory Card. Anderom geldt, zorg ervoor, om data op te slaan op de Memory Card, dat de schrijfbeveiligings afsluiting van de Card is verwijderd. Gebruik een losgehaalde afsluiting niet nogmaals.
Data Backup
Om uw gegevens optimaal veilig te stellen beveelt Yamaha aan om van belangrijke gegevens twee kopieën op verschillende Memory Cards te bewaren. Hierdoor heeft u zelfs nog een kopie als één van de Memory cards beschadigd of kwijt is.
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
41
Page 42
Z
X
U kunt memory cards gebruiken om sample data op op te slaan en terug te laden. U regelt de memory-card handelingen door middel van de SU200s Job Mode.
3.3V
CARD
JOB
SAVE DELETELOAD
CARD
Data op een Memory Card Wegschrijven
De SU200 biedt de volgende twee methodes voor het opslaan van sample data op een memory card.
Volume Save:
Wave Export:
OPM.
Bij deze handelingen worden de instellingen betreffende de EFFECT CONTROL knoppen en ribbon
regelaar niet opgeslagen.
Als de Memory Card niet over voldoende vrije ruimte ruimte beschikt voor de data, zal de SU200 een foutmelding geven (zie blz. 52) en de opslaghandeling annuleren. Als u toch door wilt gaan, moet u een andere card gebruiken of één of meer fi les van de huidige card wissen.
De term volume slaat op de complete set instellingen voor de SU200 sample data: alle samples (waveform data samen met de instellingen) voor alle pads.
Voordat u data kunt opslaan op een nieuwe memory card, moet u de card formatteren. (Zie blz. 47).
Sla alle data van alle SU200 samples op op de card. Sla een geselecteerde sample op op de card als een WAV fi le.
Plaats de juiste memory card in het card slot.
3.3V
CARD
Schakel alle pads uit, en druk dan op de [JOB] knop om de Job mode te activeren.
JOB
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
42
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
Page 43
D
D
Druk op de [SAVE] knop (pad 5) om de SAVE mode te activeren.
C
SAVE DELETELOAD
U kunt op de [EXIT] knop drukken om terug te keren naar de Job mode (naar Stap 2).
OPM.
Druk, indien nodig, nogmaals op de [SAVE] knop om het opslag type te wijzigen.
V
Selecteer of Volume Save of Wav Expt (Wave Export).
Volume
Save
–1/NO
1
CARD
BPM
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
Save
Vol 04
Save
+
1/YES
of
2
SAVE LOAD
CAR
File nummer voor de weg te schrijven file
Volume
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
Which
Pad?
2
Wav
Expt
SAVE LOAD
CAR
Gebruik [-1/NO], [+1/YES] of knop 1 om het volgende te selecteren.
B
Als u Volume Save heeft selecteerd:
Selecteer het fi lenummer voor de opslag fi le. (Alle SU200 samples en hun bijbehorende instellingen zullen worden opgeslagen in deze fi le).
Als u WaveExpt heeft geselecteerd:
Selecteer de sample die u wilt opslaan (A1 tot C8). Druk vervolgens op de [SAVE] knop (pad 5). Gebruik vervolgens nogmaals [-1/NO] , [+1/YES] of knop 1 om het nummer te selecteren dat gebruikt wordt als naam voor de opgeslagen WAV fi le.
–1/NO
N
Druk op de [SAVE] knop (pad 5) om de opslag uit te voeren.
BPM
+
1/YES
of
1
SAVE DELETELOAD
CARD
De SU200 schrijft de data op de card en verlaat vervolgens de Job mode.
PAS OP
Verwijder de memory card niet en schakel het instrument niet uit, terwijl de opslag aan de gang is.
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
43
Page 44
Data van een Memory Card Laden
De SU200 biedt drie methodes voor het laden van sample data van een memory card.
Volume Load: Laad een compleet opgeslagen volume (een complete set opgeslagen samples en instellingen) van de card.
Wave Import: Laad wave data (een WAV fi le) naar een geselecteerde pad op de SU200.
Sample Load: Laad een geselecteerde sample van een opgeslagen volume naar een geselecteerde pad op de SU200.
Plaats de juiste memory card in het card slot.
Z
Schakel alle pads uit, en druk dan op de [JOB] knop om de Job mode te activeren.
X
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
Druk op de [LOAD] knop (pad 6) om de Load mode te activeren.
C
SAVE DELETELOAD
Volume
CARD
Druk, indien nodig, op [-1/NO] of [+1/YES] of draai aan knop 1 om het load type te selecteren.
V
Volume
Load
DELETELOAD
–1/NO
1
BPM
of
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
+
1/YES
2
CARD
Wav
Impt
–1/NO
BPM
of
REC TRGLVLD ATA
+
1/YES
CARD
DELETELOAD
Load
Vol 01
Load
Volume nummer (file nummer) op de memory card
Cymbal
Load
Naam van de WAV file weggeschreven op de card (alleen de eerste zes letters). [In dit voorbeeld is de filenaam “Cymbal.wav”.]
Ga naar Stap 5, dan naar Stap 8.
Ga naar Stap 5, dan naar Stap 6.
EFFECT
1
CONTROL
Sample
Load
44
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
2
Vol 01
CARD
Load
DELETELOAD
Volume nummer (file nummer) op de memory card.
Ga naar Stap 5, dan naar Stap 6.
Page 45
B
Druk op [-1/NO] of [+1/YES] of draai aan knop 1 om het item te selecteren dat geladen moet worden.
Bij Volume Load: Selecteer het volume dat geladen moet worden, met het volume/fi lenummer. J Ga naar Stap 8.
Bij Wave Impt : Selecteer de naam van de WAV fi le die geladen moet worden. J Ga naar Stap 6.
Bij Sample Load: Selecteer het volume (door het volume/fi lenummer), druk vervolgens op de [LOAD] knop (pad 6), en
selecteer vervolgens de sample in het volume (door het bank en pad nummer).
REC TRGLVLDATA
J Ga naar Stap 6.
–1/NO
N
Druk op de [LOAD] knop (pad 6). De SU200 vraagt u de pad te selecteren waar
BPM
+
1/YES
of
1
EFFECT
CONTROL
2
naartoe u de sample wilt laden (bank letter/pad nummer).
Bij Wav Impt:
To?
SAVE DELETELOAD
CARD
Bij Sample Load:
Load
Laad bestemming (bank letter / pad nummer)
A-1
To?
SAVE DELETELOAD
CARD
Load
Laad bron (bank letter / pad nummer)
A-4 A-1
Laad bestemming (bank letter / pad nummer)
M
Druk op [-1/NO] of [+1/YES] of draai aan knop 1 om de bestemmings pad te selecteren (door de bank letter en het pad nummer).
<
Druk op de [LOAD] knop (pad 6) om het laden uit te voeren.
De SU200 laadt de data en verlaat vervolgens
SAVE DELETELOAD
CARD
de Job mode.
PAS OP
Verwijder de de memory card niet en schakel het instrument niet uit terwijl het laden bezig is.
OPM.
Als u de Wave Import functie gebruikt, merk dan op dat de wave fi le 16-bits linear moet zijn met een sample frequentie van 44,1, 22,05, 11,025, of 5,5125 kHz. Ofschoon de SU200 de fi les die met andere frequenties zijn opgenomen schijnbaar succesvol laadt, zullen ze niet correct worden afgespeeld.
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
45
Page 46
Z X
C V
B
Data van een Memory Card wissen
Gebruik deze functie om onnodige fi les van een memory card te wissen. De SU200 biedt twee manieren om te wissen.
Volume Delete: Wist een fi le die is opgeslagen met de SU200s Volume Save functie.
Wave Delete: Wist een WAV fi le.
Plaats de juiste memory card in het card slot.
Schakel alle pads uit, en druk dan op de [JOB] knop om de Job mode te activeren.
OPM.
Druk op de [DELETE] knop.
Druk, indien nodig, op [-1/NO] of [+1/YES] of draai aan knop 1 om de opslag manier te selecteren.
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
SAVE DELETELOAD
CARD
Volume
Del
Wav
Del
–1/NO
1
–1/NO
1
BPM
of
REC TRGLVLD ATA
EFFECT
CONTROL
BPM
of
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
+
+
1/YES
1/YES
2
2
DELETE
DELETE
Vol 01
Del
Selecteert het volume dat gewist moet worden (d.m.v. het volume’s file nummer).
Cymbal
Del
Naam van de WAV file die op de card is weggeschreven (alleen de eerste zes letters).
[In dit voorbeeld is de filenaam “Cymbal.wav”.]
Format
Card
DELETE
Druk op [-1/NO] of [+1/YES] of draai aan knop 1 om de fi le
Format
Sure?
Zie volgende bladzijde
die gewist moet worden te selecteren.
Bij Volume Del, selecteert u het volume dat van de card gewist moet worden, door zijn volume/fi lenummer.
Bij Wav Del, selecteert u de naam of de WAV fi le die van de card gewist moet worden.
46
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
–1/NO
1
BPM
of
REC TRGLVLDATA
EFFECT
CONTROL
+
1/YES
2
Page 47
N
Druk op de [DELETE] knop (pad 7) om het wissen uit te voeren.
SAVE DELETELOAD
CARD
De SU200 wist de file en verlaat vervolgens de Job mode.
PAS OP
Verwijder de memory card niet en schakel het instrument niet uit, terwijl het wissen aan de gang is.
Een Memory Card Formatteren
Voordat u een nieuwe memory card met de SU200 kunt gebruiken, moet u eerst de card formatteren. De format handeling is ook een makkelijke manier om snel alle fi les van een card te wissen.
Z, X C
Voer de Stappen 1 en 2 uit van de voorgaande procedure (de Delete (wis) procedure).
Druk op de [DELETE] knop (pad 7) en druk vervolgens twee maal op [+1/YES], zodat het scherm de Format Card mededeling laat zien.
Format
Card
Ga verder met het formatteren van de card, zoals hieronder aangegeven.
V
Format
Card
DELETE
Format
Sure?
–1/NO
De SU200 formatteert de card.
BPM
+
1/YES
Als het formatteren klaar is, verlaat de SU200 de Job mode.
PAS OP
Verwijder de memory card niet en schakel het instrument niet uit, terwijl het formatteren aan de gang is.
Hoofdstuk 6 Memory Cards Gebruiken
47
Page 48
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies
Dit hoofdstuk legt vijf andere nuttige eigenschappen van uw SU200 uit.
Geschaald Spelen (Scale Play): Speel een geselecteerde sample af met verschillende toonhoogten. J Deze bladzijde.
Time stretch: Wijzigen het tempo (BPM) van één sample zodat deze overeenkomt met het tempo van een andere sample J
Kopiëer een sample van één pad naar een andere pad. J
Pas het relatieve afspeel volume van elke pad aan. J
Gebruik de memory protection (geheugen beveiliging) om per ongeluk wissen van samples in het geheugen te voorkomen. J
Blz. 50
Blz. 51
Scale Play (Geschaald afspelen)
Gebruik deze functie om een enkele sample voor “Geschaald Spelen” te selecteren. Terwijl deze mode is actief, speelt elke pad dezelfde sample maar op een andere toonhoogte.
Deze functie werkt niet bij samples die met HI grade zijn opgenomen.
OPM.
Z
Schakel alle pads uit, en druk vervolgens op de [JOB] knop.
JOB
Blz. 49
Blz. 51
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
X
Druk op de [SCALE] knop.
Scale
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL
PAD
Selecteer de sample die u wilt gebruik voor geschaald spelen (door op de sample’s pad te drukken).
C
BANK BANK BANK
Pad?
Scale
A-4
V
U kunt nu de sample afspelen op acht verschillende toonhoogtes (de acht toonhoogtes van een majeur toonladder) door op de pads 1 tot 8 te drukken.
U kunt op de [EXIT] knop drukken om terug te keren naar de pad-selectie display.
OPM.
B
Druk op de [JOB] knop, om de Job mode te verlaten.
JOB
48
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies
Page 49
Time Stretch (Een Sample’s Lengte Veranderen)
Gebruik deze functie om een sample opnieuw op te bouwen, zodat zijn tempo (BPM) overeenkomt met het tempo van een andere sample. Hieronder verwijst de term slave pad naar de pad die de sample bevat die u opnieuw op wilt bouwen, terwijl master pad verwijst naar de pad die de sample bevat, waarmee u het tempo in overeenstemming wilt brengen.
PAS OP
Deze handeling wijzigt de sample in de slave pad permanent. Voordat u verder gaat, wilt u deze sample
misschien veiligstelllen door hem naar een andere pad te kopiëren (zie blz 50).
Z
Schakel alle pads uit, en druk vervolgens op de [JOB] knop.
JOB
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
X
Druk op de [TIME STRETCH] knop.
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL
PAD
C
Selecteer de slave pad (de pad die de sample die u opnieuw op wilt bouwen bevat).
BANK BANK BANK
Pad?
Master
Which
Pad?
U kunt op de [EXIT] knop drukken om terug te keren naar de slave-pad selectie display.
OPM.
V
Selecteer de master pad (de pad die de sample bevat waarvan u het tempo wilt gebruiken).
BANK BANK BANK
A-4
Strtch
Sure?
A-4 C-2
B
Druk op [+1/YES] om de slave pad’s sample opnieuw op te bouwen, zodat zijn tempo overeenkomt met het tempo (BPM) van de master pads sample. De SU200 bouwt de sample opnieuw op en verlaat vervolgens de Job Mode.
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies
49
Page 50
Een Sample naar een Andere Pad Kopiëren
Gebruik deze functie om een sample van één pad naar een andere pad te kopiëren.
Z
Schakel alle pads uit, en druk vervolgens op de [JOB] knop.
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM
Druk op de [COPY] knop.
X
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL
PAD
Druk op die de pad de sample bevat die u wilt kopiëren.
C
BANK BANK BANK
Copy
From?
Copy
To?
V
Druk op de pad waarnaar wilt kopiëren.
(Als u naar een andere pad bank wilt kopiëren, druk dan op de betreffende bank knop voordat u op de pad drukt). De SU200 voert het kopiëren uit en verlaat vervolgens de Job Mode.
BANK BANK BANK
A-4
Als er al een sample is toegewezen aan de pad die u selecteert als kopieerbestemming, zal de SU200 eerst de Replce
OPM.
Sure?” (Zeker van Vervangen?) waarschuwingsboodschap laten zien om aan te geven dat de kopieerhandeling de bestaande sample zal vervangen (en dus wissen). Als u door wilt gaan, drukt u op [+1/YES]; de SU200 zal dan het kopiëren af maken en de Job Mode verlaten.
Het Afspeel Volume van Elke Pad Aanpassen
Gebruik deze functie om het relatieve afspeel niveau (volume) aan te passen voor elke pad.
Z
Schakel alle pads uit en druk vervolgens op de [JOB] knop.
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
X
Druk op de [PAD VOL] knop.
Vol
SCALE
TIME STRETCH COPY PAD VOL
PAD
Pad?
50
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies
Page 51
Selecteer de pad die u wilt aanpassen.
C
BANK BANK BANK
V
Druk op [+1/YES] of [-1/NO] of draai aan knop 1 om de pads volume instelling aan te passen.
REC TRGLVLDATA
–1/NO
Druk op de [JOB] knop om de Job Mode te verlaten.
B
BPM
+
1/YES
of
EFFECT
1
CONTROL
2
PadVol
57
De Memory Protectie Gebruiken om per ongeluk Wissen te Voorkomen
U kunt de Memory Protect functie gebruiken om het SU200 geheugen te beveiligen tegen het per ongeluk wissen van de momenteel opgeslagen samples en instellingen. Als de beveiliging aangezet is, zal de SU200 het niet toestaan dat de inhoud van het geheugen wordt veranderd.
PAS OP
Als u de samples die reeds van te voren op uw SU200 zijn geïnstalleerd wilt bewaren, sla ze dan alstublieft
op op een memory card.
Z
Schakel alle pads uit, en druk dan op de [JOB] knop om de Job mode te activeren.
U kunt de Job Mode verlaten door nogmaals op de [JOB] knop te drukken.
OPM.
Druk op de [AUDIO IN] knop.
X
Prtct
on
C
Gebruik [+1/YES\], [-1/NO] of knop 1 om de geheugen beveiliging aan of uit te schakelen.
Als de beveiliging aan is, zal de SU200 weigeren samples opnemen, resampling, wissen, extractie, time stretchen, kopiëren en laden uit te voeren. U bent nog wel vrij in het maken van wijzigingen in de afspeel tempo instellingen (loop instellingen, pad volume, enzovoorts), maar elke wijzigingen die u maakt gaat verloren bij het uitzetten van het instrument.
REC TRGLVLDATA
–1/NO
V
Druk op de [JOB] knop om de Job Mode te verlaten.
BPM
+
1/YES
of
EFFECT
1
CONTROL
2
Prtct
off
Hoofdstuk 7 Overige Nuttige Functies
51
Page 52
Referentie
Weergegeven Mededelingen
De SU200 laat een aantal verschillende mededelingen zien. Deze sectie verklaart de meest belangrijke van deze mededelingen.
Battry
Low!
Keep
PwrOn
Memory
Full!
Protct
ed
Illgal
Data!
De batterijen zijn bijna leeg en moeten vervangen worden. Zie voor informatie over hoe de batterijen vervangen moeten worden blz 12. Naast het laten zien van deze mededeling, zet de SU200 ook de geheugen beveiliging aan (zie blz. 51), waardoor alle handelingen die nieuwe data in het geheugen schrijven onmogelijk worden en wordt voorkomen dat de Job mode wordt geactiveerd. Deze hande­lingen blijven onmogelijk tot de batterijen zijn vervangen.
Schakel het apparaat niet uit terwijl deze mededeling wordt aangegeven. Als u nu het apparaat uitschakelt kan dit verlies of verminking van uw data veroorzaken.
Deze mededeling verschijnt als het SU200 sample geheugen vol raakt, terwijl er een sample wordt opgenomen of wordt geresampled.
Deze mededeling verschijnt als u probeert een sample op te nemen, te resamplen, te wissen of te extraheren, terwijl de geheu­gen bescherming op ON staat. (Om deze handelingen weer moge­lijk te maken, moet u de beveiliging op OFF zetten. Zie blz 51).
Deze mededeling verschijnt onmiddellijk volgend op het aanzet­ten als de SU200 verminking van de opgenomen data detecteert. Dit soort verminking kan worden veroorzaakt, door bijvoorbeeld de SU200 wordt uitgeschakeld als deze nog bezig is met het schrijven van data.
Initializeren van het Geheugen
BANK BANK BANK
De SU200 doet zijn best om de foute data te herstellen, maar het is mogelijk dat iets van of al uw opgenomen data verloren kan raken. Als u vindt dat de data erg verminkt is, initialiseer dan alstublieft de SU200’s interne geheugen, zoals hieronder wordt aangegeven.
STANDBY ON
Init
Pad-Play Mode
52
Referentie
Page 53
Buffer
Full!
De SU200s ontvangst buffer is vol geraakt tijdens de ontvangst van MIDI data (de SU200 was niet in staat de hoeveelheid bin­nenkomende data bij te houden). Verminder, om dit probleem te voorkomen, de hoeveelheid data die u naar de SU200 verzendt.
MIDI
Err!
No
Card!
No
File!
Card
Full!
Write
Err!
Bad
Card!
Er heeft een fout plaats gevonden tijdens de ontvangst van MIDI data. Controleer de kabel aansluitingen en de MIDI Instellingen van de SU200 en van het versturende apparaat.
U heeft gepoogd een card-gerelateerde handeling uit te voeren, terwijl er geen memory card aanwezig is in het slot.
U heeft geprobeerd een fi le gerelateerde memory card handeling (laden van card of wissen van card) uit te voeren, maar de fi le die u aangeeft is niet aanwezig op de card.
U probeert data op een memory card op te slaan, maar de card is al vol. Als u nieuwe data op de card wilt opslaan, moet u eerst ruimte vrij maken door eerst één of meer fi les van de card te wissen.
De SU200 was niet in staat data naar de memory card weg te schrijven. Deze fout vindt plaats als u probeert een memory card te formatteren of er op op te slaan, die schrijf beveiligd is of beschadigd.
De memory card is beschadigd.
Format
Err!
Bad
File!
Empty
Pad!
Same
Pad!
Illgal
Grade
De SU200 ondersteund het memory cards format niet. (De card is geformatteerd door een andere apparaat en kan niet worden gelezen door de SU200.)
De fi le op de memory card is beschadig of wordt niet onder- steund.
U probeert een handeling uit te voeren, waarvoor een bestaande sample nodig is (wissen, extraheren, enz.), maar de door u gese­lecteerde pad momenteel leeg.
Als u probeert time-stretch te gebruiken: U heeft dezelfde pad geselecteerd als master en als slave. Als u probeert een sample te kopiëren: U heeft dezelfde pad geselecteerd als bron en als bestemming.
U probeert een pad met een functie uit te voeren met een hoge gradatie sample (zoals resampling) die niet wordt ondersteund voor hoge gradatie samples.
Referentie
53
Page 54
Problemen oplossen
Probleem
Geen geluid.
Het geluid is vervormd.
Loop-Track Play speelt niet als er op de [LOOP TR PLAY] knop wordt gedrukt.
Mogelijke Oorzaak
Is uw afspeelapparaat (versterkte luidsprekers, enz.) juist aangesloten?
Het volume van de SU200 of van het afspeelapparaat kan te laag
zijn ingesteld.
De pad volume instelling (zie blz. 51) kan ook te laag zijn.
Controleer of de batterijen goed zijn geïnstalleerd en of de netadapter
goed is aangesloten. (Zie blz. 12).
Zijn de batterijen vol? Als de batterijen oud zijn, probeer ze dan te vervangen.
Het kan zijn dat u een lege pad probeert af te spelen (een pad die geen opgenomen sample bevat).
Zijn de samples begin en eind punt goed ingesteld?
Als u het lter gebruikt, probeer dan de cuttoff eens te wijzigen (zie
blz 37). Enkele cutoff instellingen kunnen er voor zorgen dat er geen geluid klinkt.
Het volume van de SU200 of het afspeelapparaat kan ook te hoog zijn ingesteld.
Zijn de batterijen vol? Als de batterijen oud zijn, probeer ze dan te vervangen.
Gebruik van een effect of lter kan bij bepaalde instellingen ook vervorming veroorzaken. (Zie blz. 36).
Het kan ook zijn dat u het ingangsniveau te hoog heeft ingesteld tijdens het opnemen van de sample.
De clock instelling kan op EXT zijn gezet (zie blz 39).
Er kunnen geen samples worden opgenomen.
Het sample opnemen start niet (AUTO START).
Het sample opnemen start te vroeg (AUTO START)
De beschikbare sampletijd lijkt te weinig.
De SU200 kan niet vanaf een extern MIDI apparaat worden gestuurd.
De samples van de SU200 zijn niet via een extern MIDI toetsenbord af te spelen.
Is de LINE INPUT of MIC INPUT goed aangesloten? (Zie blz. 10).
De Protect functie kan op aan staan. (Zie blz. 53).
Het trigger niveau kan ook te hoog zijn ingesteld. (Zie blz. 23).
Het trigger niveau kan ook te laag zijn ingesteld. (Zie blz. 23).
Er is te weinig sample geheugen. U kunt als volgt op het geheugen besparen.
Verlaag de sample gradatie. (Zie blz 22, 24.)
Neem op in MONO in plaats van in STEREO. (Zie blz 22, 24.)
Wis overbodige samples. (Zie blz. 34).
Zorg ervoor dat u de SU200s MIDI kanaal instelling overeenkomt
met de kanaal instelling van het externe apparaat. (Zie blz. 39).
Zorg ervoor dat de clock instelling is ingesteld op EXT. (Zie blz. 39).
Zorg ervoor dat u de SU200s MIDI kanaal instelling overeenkomt
met de kanaal instelling van het externe apparaat. (Zie blz. 39).
Vergeet niet dat de SU200s 24 virtuele pads (3 banken × 8 pads) zijn toegewezen aan de 24 witte toetsen van C1 tot en met E4 van het externe toetsenbord. Toetsen buiten dit bereik kunnen geen enkele sample afspelen.
54
Referentie
Page 55
Specificaties
1. Algemene Specifi caties
Maximale polyfonie 6 samples (mono) Maximum aantal samples 24 Sampling modes: Kies uit 4 sample frequenties: 44,1, 22,05, 11,025 of 5,5125 kHz.
Selecteer STEREO of MONO.
Effecten Loop Remix; Slice; Low-pass fi lter met resonantie; distortion/lo-
(distortion met lo-pass fi lter); Delay; Tech Mod; Scratch; Time
Loop-Track Play Druk op één knop om alle loop samples op hetzelfde BPM af te
spelen (zelfs als ze zijn opgenomen met verschillende BPMs); bedien de mutes (uitschakelen) en effecten live.
Interfaces LINE INPUT accepteert ingangssignaal van CD speler, MD speler,
enz.
MIC INGANG accepteert ingang van een dynamisch microfoon of
een gevoede condensator microfoon.
(LINE/MIC omschakeling gaat automatisch, gebaseerd op de detectie
van MIC-plug insteken/uithalen.) Memory-card (smart media) slot. MIDI IN kan worden gebruikt om de pads te bespelen via een extern
toetsenbord.
2. Geheugen
Wave memory 896 KB. Slaat ongeveer 333 seconden aan mono geluid op bij een sample
frequentie van 5,512 kHz; ongeveer 42 seconden bij een sample
frequentie van 44,1 kHz. (Voor stereo geluid, neemt u de helft van de
hierboven aangegeven tijd).
3. Display
LCD custom LCD met achtergrond verlichting
4. Regelaars
Volume, EFFECT CONTROL knoppen 1 en 2, Ribbon controller
5. Aansluitingen
MIDI IN, PHONES (stereo mini jack), LINE OUT L/R (standaard jacks), LINE IN L/R (standaard
jacks), MIC IN (mono standaard jack), DC IN
6. Voeding
Zes 1,5Volt maat AA (R6P of SUM-3) . Netadapter (PA-3B)
7. Buiten afmetingen
257(B) × 210(D) × 62(H) [mm]
8. Gewicht
830g
9. Bijgeleverde accessoires
Owners Manual (deze handleiding) Sampling CD
Referentie
55
Page 56
Index
A
AC adapter ........................................................ 12
Achterpaneel ..................................................... 10
AUDIO IN.........................................................19
AUTO.......................................................... 10, 22
B
BANK ......................................................... 15, 16
Bar.....................................................................32
Batterij...............................................................12
Bedieningspaneel ................................................8
Beveiliging........................................................52
BPM (tempo) ..............................................18, 32
C
CARD .........................................................10, 40
COPY................................................................50
CUTOFF ........................................................... 37
G
GATE ................................................................28
GATE TIME......................................................36
Gradatie (Grade) ...............................................11
Grade (gradatie) ................................................ 11
H
Hoofdtelefoon ................................................... 10
HI ......................................................................11
HOLD ...............................................................32
I
Initialiseren .......................................................52
INPUT.........................................................11, 24
J
JOB .......................................................39, 42, 48
Job Mode...........................................................15
D
DC IN................................................................10
DELAY .............................................................37
DELAY LEVEL................................................37
DELETE (wissen).......................................34, 46
Display ..............................................................31
DIST..................................................................37
DISTORTION ...................................................37
DRIVE ..............................................................37
E
Effect.................................................................36
EFFECT CONTROL .................................. 17, 36
Eind Punt (End Point) ....................................5,36
End Point (Eind Punt) ...................................5, 30
EXIT .................................................................15
EXLG (Extra Lang) ..........................................11
Extract...............................................................35
F
Filter.............................................................36,37
Formatteren.......................................................47
56
Referentie
L
Laden (LOAD)..................................................44
LFO................................................................... 37
LINE .................................................................11
LINE INPUT.....................................................10
LOAD (laden) ...................................................44
LO-FI ................................................................37
LONG ...............................................................11
LOOP ..........................................................16, 29
LOOP REMIX .................................................. 36
LOOP TR PLAY (Loop Track Afspelen)....18, 32
M
Maat ..................................................................32
MANUAL...................................................11 ,24
Memory Card....................................................40
MIC................................................................... 11
MIC INPUT ...................................................... 10
Microfoon .........................................................10
MIDI .................................................................38
MIDI clock........................................................39
MIDI kanaal................................................38, 39
MIDI IN ............................................................ 10
Mode ................................................................. 15
MOD SPEED (Modulatie Snelheid).................37
MONO ..............................................................11
Page 57
NT
NORMAL ......................................................... 29
O
ONE SHOT.................................................16, 29
Opslaan (SAVE) ................................................42
P
PAD ...................................................................16
PAD VOL ..........................................................50
PHONES........................................................... 10
POINT CLEAR.................................................31
Protect ............................................................... 52
R
REC............................................................. 22, 24
RECORD ....................................................22, 24
REC TRGLVL (Opname Trigger Niveau)........23
Resonantie.........................................................37
RESMPL (Resampling) .................................... 26
REVERSE......................................................... 29
Ribbon Controller .............................................19
TAP ...................................................................18
TECH MOD (TECH Modulatie) ...................... 37
Tempo (BPM) .............................................18, 32
TIME.................................................................37
TIME STRETCH.............................................. 49
TRG...................................................................28
TRIGGER ......................................................... 28
TYPE.................................................................36
V
VARI .................................................................36
VOLUME..........................................................13
W
Weergegeven Mededelingen ............................. 52
Wissen (DELETE)......................................34, 46
S
Sample.................................................................5
Samplen...................................................5, 20, 22
Sampling Mode.................................................15
SAVE (Opslaan) ................................................42
Scale..................................................................48
Scratch...............................................................37
Slave pad...........................................................49
SLICE ...............................................................36
Smart media ...................................................... 40
Spanningsvoorziening.......................................12
STANDBY ............................................ 10, 13, 16
Start Point .....................................................5, 30
START/STOP........................................23, 24, 26
STD (Standaard) ...............................................11
STEREO ......................................................10,11
STEREO OUTPUT...........................................10
Referentie
57
Page 58
MIDI Implementatie Overzicht
[
li
i
]
06
1999
-10-
Datum:
t
Verzendt Herkent Opmerkingen
ng Un
Samp
Model SU200 MIDI Implementatie Overzicht Versie : 1.0
Functie...
YAMAHA
58
Referentie
Standaard x Mode 3
Kanaal Gewijzigd x 1-16
Basis Standaard x 1-16 Wordt onthouden
Mode Boodschappen x x
Gewijzigd ************** x
Noot x 36-76
xx
Noot UIT x x
After Toetsen x x
Nummer : Echte voice ************** 36-76
Aanslag Noot AAN x o V=1-127
Touch Kanalen x x
Pitch Bend x x
Besturings
Page 59
Wijzigingen
Algemeen: Song Sel. x x
: Stemmen x x
Prog x x
Wisseling::Echte nrs. ************** x
Systeem Exclusief x x
: Song Pos. x x
Systeem : Clock x o *1
Real Time: Commando's x o *1
:Locaal AAN/UIT x x
:Alle Noten UIT x x
Bood-:Actief Meten x x
schappen:Reset x x
Aux :Al't geluid UIT x x
:Reset Alle Best. x x
Opmerkingen: *1 wordt ontvangen als MIDI sync op extern staat
Mode 1 : OMNI AAN, POLY Mode 2 : OMNI AAN,MONO o : Ja
Mode 3 : OMNI UIT, POLY Mode 4 : OMNI UIT,MONO x : Nee
Referentie
59
Page 60
Geproduceerd door TerrActs (www.terracts.nl) in opdracht van Yamaha
M.D.G., EMI Division, Yamaha Corporation © 2000 Yamaha Corporation
Geprint in Nederland
Loading...