Yamaha MOXF6, MOXF8 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NL
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom_nl_01)
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt,
sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITU S: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
2
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
3
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 73). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER­schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit
stopcontact. (Als u batterijen gebruikt, verwijdert u alle batterijen uit het instrument.) Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uit het instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
VOORZICHTIG
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die erover zouden kunnen struikelen.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten
• snoeren, om personen die erover zouden kunnen struikelen.
beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij
het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
4
DMI-5 1/2
Zorgvuldig behandelen
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het toetsenbord en laat geen voorwerpen vallen in
oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
deze openingen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
DMI-5 2/2
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (display is
uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan
voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt. Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als
zodanig te worden behandeld.
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de data of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen ruis genereren.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Data opslaan
• De data in de bewerkingsbuffer (de geheugenlocatie voor bewerkte data) van het instrument gaan verloren als het instrument wordt uitgezet. Sla belangrijke data op in het gebruikersgeheugen of op een USB-flashgeheugenapparaat of een ander extern apparaat zoals een computer. Houd er rekening mee dat in het instrument opgeslagen data verloren kunnen gaan door foutieve werking of foutieve bediening.
• Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee USB-flashgeheugenapparaten/externe media op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het instrument zijn meegeleverd
• Dit apparaat kan muziekdata van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekdata-indeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft® Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Informatie over de meest recente firmwareversie
Met het oog op productverbetering kan Yamaha van tijd tot tijd de firmware van het product en de andere bijbehorende software bijwerken zonder voorafgaande kennisgeving. Wij adviseren u regelmatig onze website te controleren op de nieuwste versies en upgrades voor de firmware van de MOXF6/MOXF8 en de bijbehorende software.
http://download.yamaha.com/
De beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de firmwareversie die geldig was bij het produceren van deze gebruikershandleiding. Raadpleeg de hierboven vermelde website voor meer informatie over functies die zijn toegevoegd in latere versies.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
5
Bericht van het MOXF6/MOXF8
ontwikkelingsteam
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha MOXF6/MOXF8 Music Production Synthesizer.
Wij van het ontwikkelingsteam hebben dit instrument zo ontworpen dat muzikanten van elk genre en niveau
gemakkelijk kunnen genieten van een uitstekende geluidskwaliteit en van geavanceerde functies tijdens
het maken en spelen van muziek.
GELUID
Buitengewone geluidskwaliteit voor uiteenlopende toepassingen
De MOXF6/MOXF8 ontleent zijn hoge geluidskwaliteit aan de befaamde MOTIF XF, die wereldwijd door vele artiesten gebruikt wordt,
en is voorzien van een breed scala aan dynamische geluiden die in nagenoeg elke muziektoepassing gebruikt kunnen worden.
E
en van de belangrijkste voordelen van de MOXF is dat een optioneel Flash Memory-uitbreidingskaart kan worden geïnstalleerd.
Deze functie is opgenomen als reactie op een groot aantal terugkerende verzoeken van power users. Sampledata (audio) worden
nu bewaard op de kaart, ook als het instrument is uitgeschakeld. U kunt nu golfvormen met samples die u hebt opgenomen,
direct gebruiken wanneer u het instrument inschakelt en hoeft deze niet eerst te laden van een extern USB-opslagapparaat.
FUNCTIES
Onmiddellijke en vloeiende vertaling van inspiratie naar de uiteindelijke compositie
Performance Creator is een krachtige functie van de MOXF6/MOXF8 waarmee u uw favoriete voice kunt combineren met andere
voices en drumpartijen en u met volledige ritmische en akkoordbegeleiding kunt spelen. U kunt uw spel ook opnemen als song of
patroon door in de modus Performance eenvoudigweg te drukken op de knop [REC]. Na het maken van de opname wordt
vervolgens automatisch de modus Song/Pattern opgeroepen waarin u de song of het patroon verder kunt bewerken, verfijnen en
afwerken. Door deze vloeiende en transparante workflow kunt u snel en gemakkelijk muziek maken wanneer de inspiratie toeslaat.
Vlekkeloze muziekproductie met Cubase
De
MOXF6/MOXF8 is ontworpen voor een zo goed mogelijke integratie met de Cubase DAW-software van Steinberg.
We hebben de afstandsbedieningsfunctie beter en krachtiger gemaakt voor gebruik met Cubase, zodat u gemakkelijk en
comfortabel de optionele parameters op Cubase kunt bedienen met de AI-knop, of door besturingssjablonen te gebruiken die
compatibel zijn met verschillende VST-instrumenten en waarmee u direct vanaf het keyboard van uw hardwaresynthesizer
gemakkelijk meerdere parameters en complexe bewerkingen kunt uitvoeren op softwaresynthesizers.
DESIGN
Stijlvol design en professionele look
Ook het uiterlijk van het instrument is ontworpen om uitdrukking te geven aan het professionele geluid en de geavanceerde
functies van de MOXF6/MOXF8. U zult veel genot beleven aan het bespelen van dit instrument en u zult met trots ermee op het
podium verschijnen. En door zijn uitstekende draagbaarheid zult u dit instrument nog beter naar waarde kunnen schatten
tijdens live-optredens. Bij het ontwerp hebben we ook bijzonder veel zorg besteed aan het formaat en het uiterlijk van het
instrument, zodat het zelfs in combinatie met een muzieksysteem op de computer gemakkelijk te gebruiken is.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
6

Accessoires

• Netstroomadapter*
•USB-kabel
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Online handleiding op cd-rom x 1 (Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Datalijst)
• CUBASE AI DOWNLOAD INFORMATION
*Alleen in bepaalde landen bijgeleverd. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.

De documentatie bij de MOXF6/MOXF8 gebruiken

Bij de MOXF6/MOXF8 synthesizer worden vier verschillende handleidingen meegeleverd: de Gebruikershandleiding (dit boek), de Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst. De Gebruikershandleiding wordt meegeleverd als een gedrukt handboek. Dit Naslagwerk, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst worden geleverd als PDF-documenten op de meegeleverde cd-rom.
• Gebruikershandleiding (dit boek)
Beschrijft de installatie en de basisbediening van de MOXF6/MOXF8.
• Naslaggids (dit PDF-document)
Beschrijft het interne ontwerp van de MOXF6/MOXF8 en de verschillende parameters die kunnen worden aangepast en ingesteld. Hierin wordt ook beschreven hoe u het instrument kunt gebruiken in specifieke toepassingen. De Naslaggids bevat het volgende referentiemateriaal:
• Categorielijsten voor voices en performances
• Instellingsvoorbeelden voor de regelaarbestemming
• Functies van knop 1 – 8 in de modus Voice en de modus Mixing
• Songafspeeltypen
• Song Track Loop- instellingsvoorbeeld
• Punch In/Out-opname in de modus Song
• Patroonafspeeltypen
• Pattern Loop-opname
• Een arpeggio maken
• De instellingen van Mixing opslaan als een mixsjabloon
• Afstandsbedieningstoewijzingen
• Bestanden/mappen selecteren in de modus File
• SMF-data (Standard MIDI File) afspelen van een USB-flashgeheugenapparaat
• Een USB-flashgeheugenapparaat formatteren
• Parameterhandleiding bij synthesizer (PDF-document)
In dit algemene, productoverschrijdende document worden de voiceparameters, effecttypen, effectparameters en MIDI­berichten beschreven die worden gehanteerd voor alle synthesizers met geïntegreerde Yamaha AWM2-toongenerators. Lees eerst de Gebruikershandleiding en de Naslaggids en raadpleeg vervolgens deze parameterhandleiding als u meer informatie nodig hebt over parameters en termen met betrekking op Yamaha-synthesizers in het algemeen.
• Datalijst (PDF-document)
Bevat overzichten zoals de Voice List, Waveform List, Performance List, Effect Type List, Arpeggio Type List en referentiemateriaal zoals de MIDI Implementation Chart en Remote Control Function List.
De PDF-handleidingen gebruiken
De Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Datalijst worden geleverd als datadocument in PDF-indeling. U kunt deze PDF-bestanden openen en lezen op een computer. Als u gebruikmaakt van Adobe PDF-bestand, kunt u specifieke woorden zoeken, een bepaalde pagina afdrukken of een link gebruiken voor het weergeven van een gewenste sectie in de handleiding. Deze functies voor het zoeken naar termen en het gebruik van links zijn vooral handig voor het navigeren door PDF-bestanden en wij raden u sterk aan om deze te gebruiken. De meest recente versie van Adobe Reader kan worden gedownload via de volgende URL. http://www.adobe.com/products/reader
®
Reader® voor het weergeven van een
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
7

MOXF6/MOXF8 Belangrijkste eigenschappen

MOTIF XF Sound Engine
Dit instrument bevat een breed scala aan dynamische en authentieke MOTIF XF-golfvormen (zoals het realistische geluid van een akoestische piano, elektrische piano, synthesizer, strijkers, blaasinstrumenten, drums). Het instrument beschikt ook over XA (Expanded Articulation), een geavanceerde functie waarmee u over meer flexibiliteit en groter akoestisch realisme beschikt bij uw spel. Hiermee kunt u realistische geluiden en natuurlijke speltechnieken, zoals legato en trillers, doelmatig nabootsen en beschikt u over unieke modi voor willekeurige en afwisselende geluidswijzigingen terwijl u speelt. Het instrument beschikt bovendien, naast de bestaande MOTIF XF-arpeggiotypen, over nieuwe arpeggiotypen voor drumvoices en een uitgebreid effectensysteem, waaronder VCM-effecten (Virtual Circuitry Modeling), Master Effect en Master EQ. Met de MOXF6/MOXF8 kunt u muziek spelen en maken zoals nooit tevoren.
Gemakkelijke gebruikersinterface
U kunt een gewenste voice of performance direct selecteren met de zestien nummerknoppen. U kunt ook de gewenste voices of performances al naar gelang het instrumenttype oproepen met de functie Category Search. Dit instrument beschikt eveneens over Performance Creator, een krachtige en gemakkelijk te gebruiken functie waarmee u snel en gemakkelijk volledig gerealiseerde muziek kunt maken wanneer de inspiratie toeslaat. U kunt deze functie gebruiken om nieuwe performances te maken met uw favoriete voices uit de modus Voice.
Veelzijdige sequencer voor het maken van songs en patronen
Dit instrument is voorzien van een ingebouwde sequencer waarmee u muziek van hoge kwaliteit kunt maken, zonder dat u daarvoor een computer of andere apparaten nodig hebt. De sequencer beschikt over de functie Realtime Record, waarmee u uw speeldata kunt opnemen terwijl u speelt, en de functie Step Record, waarmee u precieze, mechanische frasen of andere moeilijk te spelen passages kunt opnemen. U kunt uw spel bovendien ook opnemen als song of patroon door eenvoudigweg te drukken op de knop [REC], zodat u uw song later kunt bewerken, verfijnen en afwerken.
Optionele uitbreidingsmodule voor Flash-geheugen
Nieuw is ook dat u op de MOXF een uitbreidingsmodule voor Flash-geheugen (FL512M/FL1024M) kunt installeren. Hierop kunt u golfvormen met gesamplede audiogeluiden opslaan zodat deze ook bewaard blijven als u het instrument uitschakelt.
Responsief, expressief toetsenbord
De MOXF8 is voorzien van een GHS-toetsenbord met 88 toetsen. Deze eigenschap zorgt voor een authentieke, realistische aanslagreactie, net als bij het speelgevoel van een akoestische piano, waarbij de lage toetsen zwaarder in aanslag zijn en de hogere toetsen lichter, met daartussen alle natuurlijke gradaties. De MOXF6 is voorzien van een nieuw semi-verzwaard keyboard met 61 toetsen. Het toetsenbord is zodanig ontworpen en aangepast dat u gemakkelijk en expressief de grote verscheidenheid aan geluiden op dit instrument kunt spelen.
De functie Master Keyboard
Met deze handige functie kunt u dit instrument gebruiken als masterkeyboard (met onafhankelijke zones) en voor het eenvoudig overschakelen tussen Voice/Performance- en Song/Pattern-programma's bij live-optredens.
Stereoaansluitingen A/D INPUT [L]/[R]
U kunt diverse apparatuur, zoals een microfoon, gitaar, basgitaar of audioapparatuur aansluiten op de Input­aansluitingen van dit instrument en het geluid van het ingangssignaal gebruiken als een afzonderlijke A/D-ingangspartij in de modus Voice/Performance/Song/Pattern. U kunt verschillende parameters, zoals volume, pan en effect, instellen voor deze partij en het geluid samen met alle andere partijen laten uitvoeren. Zo kunt u tegelijk spelen en het geluid van de MOXF6/MOXF8 samen met het externe geluid laten uitvoeren. U kunt eveneens een vocodergeluid maken door het ingangssignaal van deze aansluitingen en het interne effect te gebruiken.
USB Audio/MIDI-interface
De USB-aansluiting van het instrument dient als MIDI- en als audio-interface, zodat u het instrumentgeluid en het audiosignaal van de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] digitaal kunt opnemen naar de DAW-software op een computer. U kunt eveneens het instrumentgeluid en het ingangssignaal van de DAW-software van de MOXF6/MOXF8 samen laten uitvoeren.
Integratie met Cubase
De MOXF is speciaal ontworpen voor naadloze integratie met Cubase, de volledige DAW-toepassing van Steinberg. Met dit programma beschikt u over een volledig alles-in-één systeem voor muziekproductie waarin hardware en software compleet zijn geïntegreerd.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
8

Inhoudsopgave

Bericht van het MOXF6/MOXF8
ontwikkelingsteam................................................................... 6
Accessoires............................................................................. 7
De documentatie bij de MOXF6/MOXF8 gebruiken................ 7
MOXF6/MOXF8 Belangrijkste eigenschappen ....................... 8
Bediening en functies 10
Bedieningspaneel ................................................................. 10
Achterpaneel......................................................................... 16
Opstellen 17
Spanningsvoorziening........................................................... 17
Luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten ...................... 17
Het systeem inschakelen...................................................... 17
Automatische uitschakelfunctie............................................. 18
Het volume en de helderheid van de display aanpassen ..... 18
Beginnen............................................................................... 19
Programma's selecteren ....................................................... 19
Demosongs afspelen ............................................................ 19
De initiële fabrieksinstellingen van het
gebruikersgeheugen herstellen............................................. 20
Basisbediening 21
De cursor verplaatsen........................................................... 21
Parameterwaarden wijzigen (bewerken)............................... 21
Functies en subfuncties ........................................................ 21
Een getal rechtstreeks invoeren ........................................... 21
Benoemen (tekens invoeren)................................................ 22
Een noottype selecteren ....................................................... 22
Noot (toets)- en aanslagsnelheidsinstellingen ...................... 22
Beknopte handleiding 23
Modi ...................................................................................... 23
Basisinstructies..................................................................... 24
Het keyboard bespelen in de modus Voice .......................... 25
Een presetvoice selecteren .......................................................... 25
De functie Category Search gebruiken ........................................ 26
De meest gebruikte voices groeperen—Favorite Category ........ 26
De arpeggiofunctie gebruiken...................................................... 27
Arpeggio in- of uitschakelen ..............................................27
Het arpeggiotype wijzigen .................................................27
Transponeer- of octaafinstelling van het keyboard...................... 27
De klankkwaliteit van de voice wijzigen ....................................... 28
Een voice bewerken ..................................................................... 28
Het geluid verbeteren met effecten.............................................. 29
De toewijzing van het arpeggiotype wijzigen............................... 31
Een nieuwe performance maken met uw favoriete voice
(Performance Creator) .......................................................... 31
Layer—Twee verschillende voices samen bespelen ................... 31
Split—Spelen met twee verschillende voices voor
uw linker- en rechterhand ............................................................. 32
Drum Assign—Een drumpartij combineren met
de huidige voice ........................................................................... 33
Het drumpatroon (arpeggiotype) wijzigen ................................... 33
Het toetsenbord bespelen in de modus Performance........... 34
Een performance selecteren ........................................................ 34
Het timbre van de voice wijzigen ................................................. 35
Opnemen in de modus Performance.................................... 36
Song en patroon ........................................................................... 36
De melodie en afgespeelde arpeggio opnemen
naar de song................................................................................. 36
Afgespeelde arpeggio opnemen naar een patroon..................... 37
Een microfoon of audioapparatuur aansluiten ...................... 38
Meespelen op het keyboard met de geluidsinvoer
van de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] ....................................... 38
Het keyboard bespelen met Vocoder .......................................... 39
Uw eigen songs maken ........................................................ 40
Songs afspelen ............................................................................. 41
Een drumpartij maken via Step Recording .................................. 41
Een baspartij maken via Realtime Recording .............................. 43
Een synthesizerpartij maken door Arpeggio te gebruiken........... 44
Verkeerde noten corrigeren.......................................................... 45
De song afmaken door de mix te bewerken ................................ 45
De gemaakte song opslaan ......................................................... 46
Uw eigen patronen maken .................................................... 47
Luisteren naar de demopatronen ................................................. 47
Een patroon maken (sectie A) door Arpeggio te gebruiken ........ 47
Een ander patroon maken (sectie B) door al opgenomen
data te gebruiken.......................................................................... 48
Een patroonreeks maken die kan worden omgezet
naar een song............................................................................... 49
Externe MIDI-instrumenten aansluiten ................................. 51
Een aangesloten computer gebruiken .................................. 53
Aansluiten op een computer ........................................................ 53
Een song maken met een computer ............................................ 54
Software op afstand bedienen vanaf de MOXF6/MOXF8
(modus Remote) ........................................................................... 55
De MOXF6/MOXF8 Editor gebruiken............................................ 57
Als een masterkeyboard gebruiken ...................................... 57
De bewerkte voice/performance/song/patroon registreren ......... 57
Instellingen voor het gebruik als masterkeyboard maken ........... 58
Algemene systeeminstellingen aanpassen (modus Utility)... 58
De standaardmodus instellen als het instrument wordt
ingeschakeld ................................................................................ 58
De LCD-status omkeren ............................................................... 59
Klikinstellingen (metronoom) ........................................................ 59
Effectinstellingen die worden toegepast op de signaalinvoer
van de A/D INPUT-aansluiting ...................................................... 59
Master Effect/Master EQ-instellingen in de modus Voice ............ 59
Verzenden van besturingswijzigingsberichten
met de voetschakelaar ................................................................. 59
Data opslaan/laden (modus File).......................................... 60
De instellingen opslaan op een USB-flashgeheugenapparaat.... 60
De instellingen laden van een USB-flashgeheugenapparaat...... 60
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
de USB [TO DEVICE]-aansluiting................................................. 61
Appendix 62
Shift-functielijst...................................................................... 62
Displayberichten ................................................................... 63
Problemen oplossen ............................................................. 65
Optionele hardware installeren ............................................. 70
Beschikbare apparaten ................................................................ 70
Installatielocaties .......................................................................... 70
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren ..................................... 70
Optioneel hardware FL512M/FL1024M installeren ...................... 71
De module verwijderen................................................................. 72
Specificaties.......................................................................... 73
Index ..................................................................................... 74
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
9

Bediening en functies

1
A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 C2 C3
23
4
5
8
9 #$%
^
&*(
A
B
D
7 )
!
@
6
C
1
2
^ B
&*(
3
4
5
9 A D
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 C3
$%
6
7
8 ) @
! C#

Bedieningspaneel

MOXF8
MOXF6
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
10
Bediening en functies
C4 C5 C6 C7
NG
H
I
K LM
J
R
PQ
ST
E F O
N
R
PG
H
I
K L M
ST
C4 C5 C6
J
E
F
O Q
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
11
Bediening en functies
1 Toetsenbord
De MOXF8 beschikt over een toetsenbord met 88 toetsen. De MOXF6 heeft 61 toetsen. Alle toetsenborden zijn voorzien van aanslagreactie (initial touch). Via initial touch wordt door het instrument gedetecteerd hoe hard of zacht uw aanslag is, waarna deze speelsterkte wordt gebruikt om het geluid op diverse manieren te beïnvloeden, afhankelijk van de geselecteerde voice.
2 Pitchbendwiel
Hiermee regelt u het pitchbendeffect. U kunt ook andere functies toewijzen aan deze regelaar.
3 Modulatiewiel
Hiermee regelt u het modulatie-effect. U kunt ook andere functies toewijzen aan deze regelaar.
6
7
8
5
4
9
4 Regelaar [MASTER VOLUME] (pagina 18)
Past het volume van het totaalgeluid aan. Verplaats de schuif omhoog om het uitgangsniveau van de aansluitingen OUTPUT [L/MONO/R] en de aansluiting [PHONES] te verhogen.
5 Regelaar [DAW LEVEL]
Hiermee kunt u het volumeniveau aanpassen van de audiosignaalingang van de aansluiting USB [TO HOST].
6 Knop A/D INPUT [GAIN] (pagina 39)
Gebruik deze knop om de ingangsversterking van de audiosignalen op de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] aan te passen. Afhankelijk van de aangesloten microfoon moet deze instelling mogelijk worden aangepast om een optimaal niveau te bereiken. Draai de knop naar rechts om het volumeniveau te verhogen of naar links om het te verlagen.
OPMERKING Afhankelijk van het uitgangsniveau van de apparatuur
die op de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] is aangesloten, dient u de waarde van de parameter Mic/Line aan te passen in de display [F1] GENERAL van de modus Utility. Als u apparatuur met een laag uitgangsniveau (bijvoorbeeld een microfoon, gitaar, basgitaar) aansluit, stelt u deze parameter in op 'mic'. Als u apparatuur met een hoog uitgangsniveau (bijvoorbeeld een synthesizerkeyboard, cd-speler) aansluit, stelt u deze parameter in op 'line'.
7 Knop A/D INPUT [ON/OFF] (pagina 39)
Hiermee schakelt u de audiosignaalingang via de aansluiting A/D INPUT [L]/[R] naar het instrument aan of uit.
8 Meterknop [LEVEL] (pagina 39)
Hiermee selecteert u het bestemmingssignaal dat wordt geregeld met de meter [LEVEL], het ingangssignaal via de aansluitingen A/D INPUT [L]/[R] of het uitgangssignaal via de aansluiting OUTPUT [L/MONO]/[R].
9 Meter [LEVEL] (pagina 39)
Geeft het niveau aan van het signaal dat met de meterknop [LEVEL] wordt ingesteld.
) @
^
&*(
!
#
$%
A
) Functieknop 1
Als u op deze knop drukt, worden de functies gewijzigd die zijn toegewezen aan de knoppen 1 – 4 (bovenste rij). Het lampje naast de momenteel actieve parameters licht op. In de modus Voice wordt de functie van elke knop toegepast op de huidige voice; in de modus Performance/Mixing wordt de functie van elke knop alleen toegepast op de momenteel geselecteerde partij of op alle partijen (afhankelijk van de instelling met de knoppen [COMMON] en [PART SELECT]).
OPMERKING Als u op Functieknop 1 drukt terwijl u de knop [SHIFT]
ingedrukt houdt, licht het lampje naast de knop [TONE 1] op en worden de parameters TONE 1 toegewezen aan de knoppen 1 – 4.
! Functieknop 2
Als u op deze knop drukt, worden de functies gewijzigd die zijn toegewezen aan de knoppen 5 – 8 (onderste rij). Het lampje naast de momenteel actieve parameters licht op.
OPMERKING Als u op Functieknop 2 drukt terwijl u de knop [SHIFT]
ingedrukt houdt, licht het lampje naast de knop [EQ] op en worden de parameters EQ toegewezen aan de knoppen 5 – 8.
@ Knoppen 1 – 8 (pagina 28)
Met deze acht uiterst veelzijdige knoppen kunt u diverse aspecten of parameters van de huidige voice aanpassen. In deze handleiding verwijzen 'knop 1' – 'knop 4' naar de knoppen op de bovenste rij en verwijzen 'knop 5' – 'knop 8' naar de knoppen op de onderste rij. Door te drukken op Functieknop 1 worden de functies van de knoppen 1 – 4 gewijzigd. Door te drukken op Functieknop 2 worden de functies van de knoppen 5 – 8 gewijzigd.
# Knoppen ASSIGNABLE FUNCTION [1]/[2]
Afhankelijk van de instellingen van de modus XA (Expanded Articulation) in de modus Voice Element Edit kunt u specifieke elementen oproepen van de geselecteerde voice door op deze knoppen te drukken tijdens het toetsenspel. U kunt ook andere functies toewijzen aan deze knoppen.
$ Knoppen OCTAVE [-] en [+] (pagina 27)
Gebruik deze knoppen om het nootbereik van het toetsenbord in te stellen. Om de normale octaafinstelling te herstellen, drukt u gelijktijdig op beide knoppen.
% Knoppen TRANSPOSE [-] en [+] (pagina 27)
Gebruik deze knoppen om de algehele toonhoogte van de noot in stappen van een halve toon te verhogen of verlagen. Om de normale octaafinstelling te herstellen, drukt u gelijktijdig op beide knoppen.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
12
Bediening en functies
G
H
K L
J
E F
M
I
^ Knoppen EFFECT
Het instrument biedt een groot aantal effecten: Insertion­effecten Master-effecten. Deze effecten kunnen worden toegepast op de voices die u via het keyboard bespeelt en op songs of patronen die u afspeelt. Als het lampje van de knop [INSERTION], [SYSTEM] of [MASTER] brandt, is het bijbehorende effect beschikbaar.
OPMERKING Als de waarde Reverb/Chorus van de parameter
(acht sets), System-effecten (Reverb en Chorus) en
'SystemFXOn/OffBtn' is uitgeschakeld in de display [UTILITY] [F1] GENERAL [SF1] TG, functioneren Reverb/Chorus niet, zelfs als de knop EFFECT [SYSTEM] is uitgeschakeld.
& Knop ARP [ON/OFF] (pagina 27)
Druk op deze knop om het afspelen van het arpeggio voor elke voice, performance, song of patroon in of uit te schakelen. Als de arpeggioschakelaar van de geselecteerde partij is ingesteld op 'off' in de modus Performance/Song/ Pattern, heeft het indrukken van deze knop geen invloed.
*
Knop ARP [EDIT] button (pagina 31)
Door op deze knop te drukken, roept u de display Arpeggio Edit van de modi Voice/Performance/Song/Pattern op. Als de indicator [E] (Edit) wordt weergegeven in de display Arpeggio Edit wanneer u een parameter wijzigt, drukt u op de knop ARP [EDIT] (het lampje knippert) om de status Compare op te roepen. Hierdoor wordt de oorspronkelijke waarde opnieuw ingesteld. In de status Compare wordt de indicator [E] vervangen door [C]. Druk opnieuw op de knop ARP [EDIT] om de status Compare te verlaten.
( Knop [DAW REMOTE] (pagina 55)
Schakel deze knop in om naar de modus Remote te gaan. In de modus Remote kunt u de DAW-software op uw computer besturen via de paneelregelaars op het instrument.
A
Knop SEQ TRANSPORT
Met deze knoppen regelt u het opnemen en afspelen van de song-/patroonsequencedata.
(pagina 19)
B
D
C
B LCD (Liquid Crystal Display)
Op de LCD-display met achtergrondverlichting worden de parameters en waarden weergegeven die betrekking hebben op de huidige geselecteerde handeling of modus.
C (Functie)knoppen [F1] – [F6] (pagina 21)
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept u de desbetreffende functies op die op de display worden aangegeven.
D
(Subfunctie)knoppen [SF1] – [SF6] (
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept u de desbetreffende subfuncties op die op de display worden aangegeven. Met deze knoppen kunt u ook verschillende arpeggiotypen oproepen in bepaalde displays van de modus Play en de modus Record (pagina 27). Deze knoppen kunnen ook worden gebruikt als Song Scene-knoppen in de modi Song Play/Song Record (zie het PDF-document 'Naslaggids').
pagina 21
)
Knop [P] (Top)
Hiermee keert u terug naar het begin van de huidige song of het huidige patroon (d.w.z. de eerste tel van de eerste maat).
Knop [G] (Reverse)
Druk kort in om één maat tegelijk terug te spoelen of houd ingedrukt om continu terug te spoelen.
Knop [H] (Forward)
Druk kort in om één maat tegelijk vooruit te spoelen of houd ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
Knop [REC] (Record)
Druk op deze knop om opnemen in te schakelen (song of patroonfrase). (De indicator licht op.)
Knop [J] (Stop)
Druk hierop om het opnemen of afspelen te stoppen.
Knop [F] (Play)
Druk op deze knop om de weergave of opname vanaf het huidige punt in de song of het patroon te starten. Tijdens het opnemen en afspelen knippert de indicator in het actuele tempo.
E Knop [CATEGORY SEARCH] (pagina 26)
Door op deze knop te drukken in de modi Voice/ Performance Part Edit/Song/Pattern, roept u de display Category Search op van de voice die aan de huidige partij is toegewezen. In deze status kunt u de Main Category van de voice selecteren met de knoppen [A] – [H]. Door op deze knop te drukken in de modus Performance (behalve in de modus Part Edit), roept u de display Category Search op van de huidige performance. In deze status kunt u de Main Category van de performance selecteren met de knoppen [A] – [H].
F Knop [FAVORITE]
Met deze handige functie kunt u al uw favoriete en veelgebruikte voices of performances opslaan op één gemakkelijk toegankelijke de knop [FAVORITE] te drukken. programma toevoegen aan een favoriete categorie door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en tegelijkertijd op deze knop te drukken. Dit is een veel handiger manier om snel de gewenste voices of performances te selecteren uit de enorme hoeveelheid die beschikbaar is op het instrument.
locatie en deze oproepen door op
U Kunt het huidige
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
13
Bediening en functies
G Draaiknop [DATA]
Hiermee bewerkt u de momenteel geselecteerde parameter. Als u de waarde wilt verhogen, draait u de draaiknop rechtsom (met de klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de draaiknop linksom (tegen de klok in). Als een parameter met een groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in grotere stappen wijzigen door de draaiknop snel te draaien.
H Knop [INC]
Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel geselecteerde parameter.
I Knop [DEC]
Hiermee verlaagt u de waarde van de momenteel geselecteerde parameter.
OPMERKING
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knop [INC] om snel de parameterwaarde in stappen van 10 te verhogen. Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knop [DEC] om snel de parameterwaarde in stappen van 10 te verlagen.
J Cursorknoppen
Met de cursorknoppen kunt u de cursor verplaatsen op het scherm van de display en de diverse parameters markeren en selecteren.
K Knop [SHIFT]
Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere knop, kunt u verschillende opdrachten uitvoeren. Zie voor details de 'Shift Function List' (pagina 62).
L Knop [EXIT]
De menu' s en displays van de MOXF6/MOXF8 zijn hiërarchisch geordend. Druk op deze knop om de huidige display te sluiten en terug te gaan naar het vorige niveau in de hiërarchie. Gebruik deze knop ook om een taak- of opslaghandeling te annuleren.
M Knop [ENTER]
Met deze knop kunt u de display van het geselecteerde menu oproepen. Gebruik deze knop ook om een taak- of opslaghandeling uit te voeren.
Knop [LAYER]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een laagperformance op basis van de huidige voice. Als u op deze knop drukt, verschijnt de display Category Search en kunt u vervolgens een van de voices selecteren om in een laag te gebruiken.
Knop [SPLIT]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een splitperformance op basis van de huidige voice. Als u op deze knop drukt, verschijnt de display Category Search en kunt u vervolgens een van de voices selecteren om in een split te gebruiken.
Knop [DRUM ASSIGN]
Deze knop is bedoeld voor het bewerken van een performance met een drumvoice op basis van de huidige voice. Als u op deze knop drukt, verschijnt de display Category Search en kunt u vervolgens de gewenste drumvoice selecteren. Arpeggio wordt tevens automatisch ingeschakeld.
P Knoppen BANK SELECT [DEC]/[INC]
Gebruik deze knoppen om de gewenste voice of performancebank te selecteren.
Q Groepsknoppen [A] – [H]
Gebruik deze knoppen om de gewenste voice- of performancegroep te selecteren. Als de knop [CATEGORY SEARCH] is ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken om een categorie te selecteren. Als de knop [QUICK SETUP] is ingeschakeld, kunt u deze knoppen gebruiken om een Quick Setup te selecteren.
R Knop [COMMON]
Door deze knop in te schakelen, wordt Common Edit geactiveerd. Hiermee kunt u de parameters bewerken die gemeenschappelijk worden toegepast op alle elementen, partijen of zones in de volgende modi: Voice Edit, Performance, Song/Pattern Mixing Edit, Mixing Voice Edit en Master Edit.
S T
N
R
N Knoppen [MODE]
Met deze knoppen selecteert u de werkingsmodi van de MOXF6/MOXF8 (bijvoorbeeld de modus Voice).
O PERFORMANCE CREATOR (pagina 31)
Deze functie is bedoeld voor het snel bewerken/maken van een nieuwe performance op basis van de huidige voice. Dit is met name handig als u de effectinstellingen van een bepaalde voice in uw performanceprogramma wilt gebruiken.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
14
PO Q
S Knop [PATTERN SECTION/
PERFORMANCE CONTROL]
Deze knop is beschikbaar in modus Performance, de modus Pattern en de modus Master. Als deze knop is ingeschakeld de modus Performance, worden de volgende functies toegewezen aan de nummerknoppen [1] – [16].
Nummerknop
[1] – [4] Performancepartijen 1 – 4 selecteren.
[5] – [8] De arpeggioschakelaar in- of uitschakelen voor
[9] – [12] De dempingsstatus instellen voor
[13] – [16]
Als deze knop is ingeschakeld in de modus Pattern, worden de secties A – H toegewezen aan de nummerknoppen [1] – [16].
performancepartijen 1 – 4.
performancepartijen 1 – 4.
Arpeggio Hold instellen voor performancepartijen 1 – 4.
Functie
in
Bediening en functies
Als u in de modus Master aan deze knop draait, kunt u gebruikmaken van de Nummerknoppen om de interne/ externe schakelaar voor elke Zone in/uit te schakelen. Raadpleeg het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over deze functie.
Knop [MUTE] (pagina 41)
Als deze knop is ingeschakeld in de modus Normal Voice Edit en Mixing Voice Edit, kunnen met de nummerknoppen [9] – [16] de Voice Elements (1 – 8) worden gedempt. Als deze knop is ingeschakeld in de andere modi, kunnen met de nummerknoppen [1] – [16] de Performance Parts
T Knop [TRACK]
Als deze knop is ingeschakeld, kunnen in de modus
(1 – 4), Song Tracks/Parts (1 – 16) en Pattern Tracks/Parts
(1 – 16) worden gedempt. Song/Pattern met de nummerknoppen [1] – [16] de overeenkomstige song- of patroontracks worden geselecteerd. In de modi Voice/Performance kunt u dankzij deze knop de Nummerknoppen gebruiken voor het selecteren van het Keyboard Transmit Channel.
Knop [SOLO] (pagina 41)
Als deze knop is ingeschakeld in de modus Normal Voice
Edit en Mixing Voice Edit, kunnen met de nummerknoppen
[9] – [16] worden gebruikt om een Voice Element (1 – 8) solo
te spelen. Als deze knop is ingeschakeld in de andere modi,
kunnen met de nummerknoppen [1] – [16] de Performance
Part (1 – 4), Song Tracks/Part (1 – 16) en een Pattern Track/
Part (1 – 16) worden gesoleerd.
OPMERKING
Wat het effect is van de status on/off van de knoppen
T
op de functie van de nummerknoppen [1] – [16], is afhankelijk van de geselecteerde modus. Zie de tabel hieronder.
Nummerknoppen [1] – [16]
De werking van deze knoppen is afhankelijk van de aan/uit-status van de knoppen [PATTERN SECTION/PERFORMANCE CONTROL], [TRACK], [MUTE] en [SOLO].
Functies van de nummerknoppen [1] – [16]
Modus
Voice Play (Voice afspelen)
Normal Voice Edit (Normale voice bewerken)
Drum Voice Edit (Drumvoice bewerken)
Performance Play (Performance, afspelen)
Performance Edit (Performance bewerken)
Master Play (Master afspelen)
Master Edit (Master bewerken)
Song/Pattern Play (Song/patroon afspelen)
Song/Pattern Mixing (Song/ patroon mengen)
Mixing Voice Edit (Mixingvoice bewerken)
Als de knop [PATTERN
Als de knop [TRACK]
SECTION/PERFORMANCE
CONTROL] is ingeschakeld:
Instelling keyboardzendkanaal Voiceselectie
Hiermee wordt de modus Edit
Hiermee wordt de modus Edit
Performance regelen (S) Instelling keyboardzendkanaal Dempingsinstelling
Performance regelen (S) Selectie performancepartij
Hiermee wordt de modus Edit
Selectie van sectie in de modus Pattern
Selectie van sectie in de modus Pattern
Selectie element ([1] – [8]) Dempingsinstelling
gewijzigd van Common Edit in Element Edit en Element Selection ([1] – [8]).
gewijzigd van Common Edit in Drum Key Edit
([1] – [4])
Instelling van keyboardzendkanaal (als de modus Voice of de modus Performance wordt opgeslagen in de huidige master) of selectie van song-/patroontrack (als de modus Song of Pattern wordt opgeslagen in de huidige master)
gewijzigd van Common Edit in Zone Edit en Zone selection ([1] – [4])
Selectie song-/patroontrack Dempingsinstelling
Selectie song-/patroonpartij Dempingsinstelling
is ingeschakeld:
Als de knop [MUTE]
is ingeschakeld:
Dempingsinstelling element ([9] – [16])
–––
partij ([1] – [4])
Dempingsinstelling partij ([1] – [4])
Selectie
–––
song-/patroontrack
song-/patroonpartij
element ([9] – [16])
Als de knop
[SOLO] is
ingeschakeld:
Selectie solo­element ([9] – [16])
Selectie solopartij ([1] – [4])
Selectie solopartij ([1] – [4])
Selectie solotrack Selectie song/
Selectie solopartij Voiceselectie in de
Selectie solo­element ([9] – [16])
Als alle
knoppen zijn
uitgeschakeld:
Selectie performance
masterprogramma
patroon
huidige partij
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
15
Bediening en functies
3456789
12

Achterpaneel

1 P Standby/On-schakelaar (pagina 17)
Druk op de schakelaar om het instrument aan (O) of in stand-by (N) te zetten.
2 DC IN-aansluiting (pagina 17)
Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde netadapter aan.
3 USB-aansluitingen
Er bestaan twee verschillende typen USB-aansluitingen. Beide typen zijn aanwezig op het achterpaneel van het instrument. De USB [TO HOST]-aansluiting wordt gebruikt om dit instrument via een USB-kabel aan te sluiten op een computer, zodat u MIDI- en audiodata kunt verzenden tussen de apparaten. In tegenstelling tot MIDI kunnen met USB meerdere poorten worden aangestuurd via één kabel. Voor meer informatie over de poort die door de MOXF6/ MOXF8 wordt aangestuurd, zie pagina 54. De USB [TO DEVICE]-aansluiting is bedoeld om dit instrument via een USB-kabel te verbinden met een USB­flashgeheugenapparaat. Hiermee kunt u de data die u op het instrument hebt gemaakt, opslaan op een extern USB­flashgeheugenapparaat. Daarnaast kunt u de data die op een USB-flashgeheugenapparaat zijn opgeslagen, laden in uw instrument. De Save/Load-handelingen kunnen worden uitgevoerd in de modus File (pagina 60).
OPMERKING
OPMERKING Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard
Dit instrument herkent alleen USB­flashgeheugenapparaten. Andere USB-opslagapparaten (bijvoorbeeld vaste schijven, cd-romstations en USB-hubs) kunnen niet worden gebruikt.
ondersteunt, kunt u ook een USB 2.0-opslagapparaat aansluiten en gebruiken met het instrument. De overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die van USB 1.1.
4 MIDI [IN] / [OUT] / [THRU]-aansluitingen
Via MIDI [IN] worden alle besturings- of performancedata van een ander MIDI-apparaat ontvangen, zoals een externe sequencer. Hierdoor kunt u dit instrument bedienen van een afzonderlijk MIDI-apparaat dat u op het instrument hebt aangesloten. Via MIDI [OUT] worden alle besturings-, performance- en afspeeldata van dit instrument verzonden naar een ander MIDI-apparaat, zoals een externe sequencer. MIDI [THRU] is bedoeld om alle ontvangen MIDI-data (via MIDI [IN]) om te leiden naar de aangesloten apparaten, zodat extra MIDI-instrumenten gemakkelijk ketengewijs kunnen worden gekoppeld.
5 FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/[SUSTAIN]-
aansluitingen
Voor het aansluiten van een optionele FC3-/FC4-/FC5­voetschakelaar op de aansluiting [SUSTAIN] en een optionele FC4-/FC5-voetschakelaar op de aansluiting [ASSIGNABLE]. Als de voetschakelaar is verbonden met de aansluiting [SUSTAIN], wordt de sustain geregeld via de schakelaar. Als de voetschakelaar is verbonden met [ASSIGNABLE], kan met de schakelaar een van de diverse toe te wijzen functies worden geregeld.
6 [FOOT CONTROLLER]-aansluiting
Een optionele voetregelaar (FC7 enz.) aansluiten. Met deze aansluiting kunt u continu een van de diverse toe te wijzen functies regelen, zoals volume, toon, toonhoogte en andere aspecten van het geluid.
7 OUTPUT [L/MONO] en [R]-aansluitingen
Via deze steekplugaansluitingen worden de lijnniveau­audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer gebruikt u alleen de aansluiting [L/MONO].
8 [PHONES]-aansluiting (hoofdtelefoon)
Met deze standaard stereohoofdtelefoonaansluiting kan een stereohoofdtelefoon worden aangesloten. Deze aansluiting zorgt voor het digitaal verzenden van stereoaudiosignalen identiek met die van de aansluitingen OUTPUT [L/MONO] en [R].
9 A/D INPUT [L] en [R]-aansluitingen
Via deze steekplugaansluitingen (monosteekplug) kunnen externe audiosignalen worden ingevoerd. U kunt diverse apparatuur, zoals een microfoon, gitaar, basgitaar, cd-speler aansluitingen en de bijbehorende audio-invoersignalen laten klinken als de Audio-partij van de voice, performance, song of het patroon. Daarnaast kunt u de gebruiken ( een van deze aansluitingen en uw voice in te voeren naar de microfoon. Gebruik monotelefoonaansluitingen. Voor stereosignalen (zoals van audioapparatuur) gebruikt u beide aansluitingen. Voor monosignalen (zoals van een microfoon of gitaar) gebruikt u slechts een van deze aansluitingen al naargelang de instelling van de parameter 'Mono/Stereo'.
OPMERKING Als u deze aansluitingen gebruikt, dient u de instelling
pagina 39
Voor de modus Voice: display VCE A/D in de modus Utility
Voor de modus Performance: display A/D IN in Common Edit
Voor de modus Song/Pattern: display A/D IN in Mixing
Common Edit
of synthesizer verbinden met deze
speciale Vocoder-functie
) door een microfoon
van de parameter 'Mono/Stereo' voor elke modus te bevestigen in de volgende displays:
aan te sluiten op
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
16
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG

Opstellen

1 DC IN
2 Netadapterstekker
Stopcontact
Luidspreker met eigen
voeding (links)
Luidspreker met eigen
voeding (rechts)
Hoofdtelefoon
OUTPUT L/MONO OUTPUT R
PHONES
MOXF6/MOXF8
Standby/On­schakelaar
DC IN
MOXF6/MOXF8

Spanningsvoorziening

Maak de aansluitingen voor de bijgeleverde netadapter (pagina 73) in de volgende volgorde. Zorg ervoor dat, voordat u de netadapter aansluit, de stroomschakelaar van het instrument in de positie Standby is geplaatst.
1 Sluit de netstekker van de netadapter aan op de
DC IN-aansluiting op het achterpaneel.
2 Sluit het andere eind van de netadapter aan op
een stopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde bij het
losmaken van de netadapter.

Luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten

Aangezien dit instrument geen ingebouwde luidsprekers heeft, moet u voor het afluisteren van het geluid van het instrument gebruikmaken van externe apparatuur. Sluit een hoofdtelefoon, luidsprekers of andere afspeelapparatuur met eigen voeding aan, zoals hieronder wordt weergegeven. Zorg ervoor dat u alleen kabels met de juiste classificaties aansluit.
Gebruik de aangegeven adapter (pagina 73). Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
• Controleer of de netspanning die vermeld wordt op het achterpaneel van uw MOXF6/MOXF8 overeenkomt met de netspanning van het land waar u woont. Als het instrument op een verkeerde netspanning wordt aangesloten, kan dit ernstige beschadiging van de interne elektronica tot gevolg hebben en zelfs schokken veroorzaken!
• Zelfs als de stroomschakelaar van het instrument in de positie Standby is geplaatst, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.

Het systeem inschakelen

Zorg ervoor dat u de volume-instellingen van dit instrument en externe apparaten zoals luidsprekers met eigen voeding op de laagste stand zet voordat u het instrument inschakelt. Als u dit instrument aansluit op de versterkte luidsprekers, zet u de apparaten in de volgende volgorde aan.
Bij het inschakelen van het instrument:
Eerst de MOXF6/MOXF8 en vervolgens de aangesloten versterkte luidsprekers.
Bij het uitschakelen van het instrument:
Eerst de aangesloten versterkte luidsprekers en vervolgens de MOXF6/MOXF8.
De Standby/On-schakelaar bevindt zich aan het rechteruiteinde (vanaf het keyboard gezien) op het achterpaneel van de MOXF6/MOXF8.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
17
Opstellen
LET OP
VOORZICHTIG
Pas het volume aan met de schuifregelaar MASTER VOLUME.
Pas het displaycontrast aan.
Max.
Min.
MOXF6/MOXF8

Automatische uitschakelfunctie

Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit instrument een automatische uitschakelfunctie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt.
Instelling van de automatische uitschakelfunctie
U kunt instellen hoeveel tijd er moet verstrijken voordat het instrument wordt uitgezet.
Instructies: [UTILITY] [F1] GENERAL [SF6] OTHER
Instellings­waarde (min.):
Standaard­instelling (min.):
De automatische uitschakelfunctie uitzetten
(eenvoudige manier)
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets op het toetsenbord ingedrukt houdt. De indicatie 'Auto power off disabled' wordt kort weergegeven en de automatische uitschakelfunctie wordt uitgezet. De instelling blijft ook behouden als het instrument wordt uitgezet.
Stel 'AutoOff' in [STORE]
off (Auto Power Off uitschakelen), 5, 10, 15, 30, 60, 120
30
OPMERKING De ingestelde tijd is een benadering.
OPMERKING Als u het instrument wilt inschakelen nadat de
Automatische uitschakelfunctie is uitgevoerd, drukt u één keer op de schakelaar Standby/On om deze in de positie Standby te zetten en vervolgens nog een keer om de schakelaar in de positie On te zetten.
OPMERKING Wanneer de fabrieksinstellingen zijn hersteld, is de
ingestelde tijd gewijzigd naar de standaardwaarde (30 min.).

Het volume en de helderheid van de display aanpassen

Pas de volumeniveaus van dit instrument en het aangesloten versterker/luidsprekersysteem aan.
OPMERKING Bij het aansluiten van een set versterkte luidsprekers of
van PA-apparatuur moet u het MASTER VOLUME instellen op ongeveer 70% en vervolgens het volume van de versterkte luidsprekers of van de PA-apparatuur verhogen.
Als de display niet goed leesbaar is, druk dan op de knop [INC]/[DEC] het contrast aan te passen.
terwijl u de knop [UTILITY] ingedrukt houdt om
• Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale
hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u de stroom volledig wilt uitschakelen, zorg er dan voor dat u het netsnoer ontkoppelt van het stopcontact.
• Afhankelijk van de status van het instrument wordt het instrument
mogelijk niet automatisch uitgeschakeld, ook niet nadat de opgegeven periode is verstreken. Zet het instrument altijd handmatig uit als u het niet gebruikt.
• Als het instrument een bepaalde periode niet wordt gebruikt terwijl
het is aangesloten op een extern apparaat zoals een versterker, luidspreker of computer, volg dan de instructies in de gebruikershandleiding voor het uitschakelen van het instrument en de aangesloten apparaten, om schade aan apparaten te voorkomen. Als u niet wilt dat het instrument automatisch wordt uitgeschakeld als er een apparaat is aangesloten, zet u de automatische uitschakelfunctie uit.
• De instelling wordt weer ingesteld op de standaardwaarde als u
geen back-up maakt voordat u de stroom uitschakelt.
• Als Auto Power Off is ingesteld op 'off', blijft die waarde ook
behouden als de back-updata die op een ander apparaat zijn opgeslagen naar het instrument worden geladen. Als Auto Power Off is ingesteld op een andere waarde dan 'off', wordt die waarde overschreven met de geladen gegevens.
Luister niet gedurende een langere tijd met een hoog volume naar de hoofdtelefoon. Uw gehoor kan hierdoor beschadigd raken.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
18
Opstellen
Programmanaam Masterprogrammanummer
Modus Bank Programmanummer
De waarde verlagen De waarde verhogen
De waarde
verlagen
De waarde verlagen
Knop Stop Knop Play

Beginnen

U kunt nu enkele van de natuurlijke en dynamische geluiden van de MOXF6/MOXF8 met het keyboard uitproberen. Als u het apparaat inschakelt, wordt de onderstaande display weergegeven.
OPMERKING
OPMERKING De voorbeeldschermen zoals deze in deze handleiding
Op deze manier kunt u het keyboard bespelen en de geluiden van het geselecteerde programma beluisteren. In de standaardinstelling biedt de modus Master in totaal 128 programma's, die elk modi hebben (Voice, Performance, Song, Pattern) en een eigen programmanummer. Boven in de display Master Play worden het masterprogrammanummer en de status (modus, bank, programmanummer en naam) weergegeven die voor het huidige masterprogramma zijn vastgelegd.
OPMERKING Zie pagina 25 en 34 voor meer informatie over banks.
Bij de standaardinstellingen is de modus Master geselecteerd. Zie over modi.
zijn te zien, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
pagina 23 voor meer informatie

Demosongs afspelen

De MOXF6/MOXF8 beschikt over een aantal demosongs die een goede indruk geven van het dynamische geluid en de geavanceerde functies. Hieronder wordt beschreven hoe u deze kunt afspelen.
1 Druk op de knop [SONG] om de modus Song Play
te activeren.
De display PLAY verschijnt.
2 Druk op de knop SEQ TRANSPORT [F] (Play) om
de demosong te starten.
De song die momenteel in de display wordt weergegeven wordt gestart.
OPMERKING
3 Druk op de knop SEQ TRANSPORT [J] (Stop) om
de demosong te stoppen.
4
Selecteer een andere song met de knop [INC] de draaiknop [DATA].
Gebruik de schuifregelaar [MASTER VOLUME] om het volumeniveau van de demosongs aan te passen.
of met

Programma's selecteren

In de standaardinstelling biedt de modus Master in totaal 128 programma's, die elk modi hebben (Voice, Performance, Song en Pattern) en een eigen programmanummer. Probeer de verschillende masterprogramma's uit voor het bespelen van verschillende voices en performances. U kunt het masterprogrammanummer wijzigen met de knop [INC] of [DEC] of de draaiknop [DATA].
5 Speel de geselecteerde demosong af door stap 2
en 3 uit te voeren.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
19
Opstellen
LET OP
LET OP
LET OP

De initiële fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen herstellen

U kunt als volgt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen van deze synthesizer herstellen.
Als de fabrieksinstellingen worden teruggezet, worden alle door u gemaakte instellingen voor Voice, Performance, Song en Pattern en systeeminstellingen in de modus Utility gewist. Zorg ervoor dat u geen belangrijke data overschrijft. Sla alle belangrijke data op een USB-flashgeheugenapparaat op voordat u deze procedure start (pagina 60).
1
Druk op de knop [UTILITY] en vervolgens op de knop [JOB] om de display Factory Set op te roepen.
2 Druk op de knop [ENTER].
U wordt om bevestiging gevraagd. Druk op de knop [EXIT] om deze handeling te annuleren.
Als u een vinkje plaatst in het vakje van Power On Auto Factory Set en vervolgens Factory Set uitvoert, wordt de bewerking Factory Set automatisch elke keer dat het instrument wordt ingeschakeld uitgevoerd. Houd er rekening mee dat hiermee ook de oorspronkelijke data in het flash-ROM-geheugen worden gewist, telkens als u het instrument aanzet. In dit vakje zou normaal gesproken daarom geen vinkje moeten staan. Als u het vinkje verwijdert en vervolgens Factory Set uitvoert, wordt de bewerking Factory Set de volgende keer dat het instrument wordt ingeschakeld niet uitgevoerd.
3 Druk opnieuw op de knop [ENTER] om de
bewerking Factory Set uit te voeren.
Nadat Factory Set is uitgevoerd, wordt het bericht 'Completed' weergegeven en wordt de oorspronkelijke display opnieuw weergegeven.
20
Voor de bewerkingen van Factory Set die langere tijd in beslag nemen, ziet u het bericht 'Now executing Factory Set…' tijdens het uitvoeren. Schakel het instrument nooit uit als dit bericht wordt weergegeven. Als u het instrument uitzet in deze situatie heeft dat het verlies van alle gebruikersdata tot gevolg en kan het systeem vastlopen (ten gevolge van beschadigde data in het flash-ROM­geheugen). Dit betekent dat de synthesizer mogelijk niet goed kan opstarten, zelfs niet als u het instrument de volgende keer inschakelt.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding

Basisbediening

De waarde verlagen De waarde verhogen
De waarde
verlagen
De waarde verlagen
Deze functies kunnen met de overeenkomstige knop ([F1] – [F6]) worden geselecteerd.
Deze functies kunnen met de overeenkomstige knop ([SF1] – [SF6]) worden geselecteerd.
U kunt deze knoppen als een numeriek toetsenbord gebruiken.

De cursor verplaatsen

Gebruik deze vier knoppen om door de display te bladeren, waarbij u de cursor beweegt door de verschillende beschikbare items en parameters in het scherm. Als een item is geselecteerd, wordt dit gemarkeerd (de cursor wordt weergegeven als een donker blok met tekens in tegenovergestelde kleur). U kunt de waarde van het item (de parameter) waarop de cursor zich bevindt, wijzigen met de draaiknop [DATA] en de knoppen [INC] en [DEC].

Parameterwaarden wijzigen (bewerken)

De draaiknop [DATA] rechtsom draaien (met de klok mee) verhoogt de waarde, linksom draaien (tegen de klok in) verlaagt deze. Door te drukken op de knop [INC] wordt een parameterwaarde telkens met één stap verhoogd, door te drukken op de knop [DEC] wordt een parameterwaarde verlaagd. Door een van de knoppen vast te houden wordt de waarde continu verhoogd of verlaagd. Voor parameters met een groot waardebereik kunt u de waarde in stappen van 10 verhogen door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en de knop [INC] in te drukken. Om de waarde in stappen van 10 te verlagen, houdt u de knop [SHIFT] ingedrukt en drukt u op de knop [DEC].
mee dat de beschikbare subfuncties afhankelijk zijn van de geselecteerde functie. De voorbeelddisplay hieronder wordt geopend door de knop [F5] LFO in te drukken en daarna op de knop [SF1] Wave te drukken. In deze voorbeelddisplay is er geen subfunctie toegewezen aan de knop [SF6].

Een getal rechtstreeks invoeren

Voor parameters met een groot waardebereik kunt u de waarde ook rechtstreeks invoeren door de knoppen onder de LCD-display als numeriek toetsenbord te gebruiken. Als de cursor zich op een dergelijke parameter bevindt, verschijnt het pictogram [NUM] in de rechterbenedenhoek van de LCD-display. Als u in deze status op de knop [SF6] NUM drukt, wordt op de onderstaande manier een cijfer (1 – 9, 0) toegewezen aan de knoppen [SF1] – [SF5] en [F1] – [F5], zodat u rechtstreeks getallen kunt invoeren met deze knoppen. Afhankelijk van de geselecteerde parameters kan een negatieve waarde worden ingevoerd. Als een dergelijke parameter is geselecteerd en u een negatieve waarde wilt invoeren, drukt u op de knop [F6] (waaraan '-' is toegewezen) en vervolgens op de knoppen [SF1] – [SF5] en [F1] – [F5]. Nadat het volledige getal is opgegeven, drukt u op de knop [ENTER] om het getal daadwerkelijk in te voeren en deze status te verlaten.

Functies en subfuncties

Elke hierboven beschreven modus bevat verschillende displays met verschillende functies en parameters. Als u door deze displays wilt navigeren en de gewenste functie wilt selecteren, gebruikt u de knoppen [F1] – [F6] en [SF1] – [SF6]. Als u displays of menu's direct display weergegeven (zoals hieronder aangegeven). Afhankelijk van de momenteel geselecteerde modus zijn er maximaal zes functies beschikbaar die u kunt oproepen met de knoppen [F1] – [F6]. Houd er rekening mee dat de beschikbare functies afhankelijk zijn van de geselecteerde modus. Afhankelijk van de momenteel geselecteerde functie zijn er ook maximaal zes subfuncties beschikbaar die u kunt oproepen met de knoppen [SF1] – [SF6]. Houd er rekening
een modus selecteert, worden de beschikbare
boven de knoppen onder aan de
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
21
Basisbediening
TekenlijstBewerkgebied
Het selectievenster Note Type

Benoemen (tekens invoeren)

U kunt de data die u hebt gemaakt naar eigen keuze een naam geven, zoals voices, en files die op een opgeslagen. Wanneer de cursor zich op een dergelijke benoemingsparameter 'CHAR' in de rechterbenedenhoek bij deze status op de knop [SF6] drukt, wordt het venster Input Character geopend zoals hieronder weergegeven. In het gebied Edit kunt u naar de locatie gaan waar u het teken wilt invoeren door te drukken op de knop [<] of [>] terwijl u de knop [SF6] ingedrukt houdt. In de tekenlijst kunt u naar de locatie gaan waar u het teken wilt invoeren door te draaien aan de draaiknop [DATA] of door te drukken op de knop [INC] of [DEC] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt. Nadat u alle tekens hebt opgegeven, drukt u op de knop [ENTER] om de bewerkte naam daadwerkelijk in te voeren en deze status te verlaten.
performances, songs, patterns
USB-flashgeheugenapparaat zijn
bevindt, verschijnt het pictogram
van de LCD-display. Als u

Een noottype selecteren

Als de cursor op een parameter staat waarvoor de noottypen moeten worden ingesteld, geeft het nootpictogram in de rechterbenedenhoek aan dat u het selectievenster Note Type kunt oproepen door op de knop [SF6] te drukken. U kunt het noottype aangeven door op de knoppen [F1] – [F5] en de knoppen [SF1] – [SF5] te drukken.

Noot- (toets) en aanslagsnelheidsinstellingen

Voor verschillende parameters kunt u een toetsbereik of aanslagsnelheidsbereik instellen voor een functie, bijvoorbeeld voor het splitsen van het keyboard, door bepaalde nootwaarden op te geven. U kunt de knoppen [INC] en [DEC] of de draaiknop [DATA] gebruiken om deze parameters in te stellen of u kunt de waarden direct invoeren op het keyboard door de gewenste toetsen in te drukken. Als de cursor zich op een dergelijke parameter bevindt, verschijnt het pictogram 'KBD' in de rechterbenedenhoek van de LCD-display. U kunt de noot of aanslagsnelheid ook rechtstreeks vanaf het keyboard instellen door de knop [SF6] ingedrukt te houden en op de gewenste toets te drukken.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
22

Beknopte handleiding

123
456
789
!@#
)

Modi

Dit instrument beschikt over een aantal bedieningsmodi die kunnen worden geselecteerd met de tien
1 – )
modusknoppen, zijn ook drie 'algemene' modi (Edit, Job en Store) die kunnen worden geselecteerd met de knoppen
Nr. Knop Modus Beschrijving
[VOICE] Modus Voice Deze synthesizer beschikt over een groot aantal kwalitatief hoogwaardige en dynamische geluiden,
1
. Voor elk van deze modi zijn er
!
– #.
die ook wel voices worden genoemd. U kunt deze voices, met één tegelijk, op het keyboard bespelen in de modus Voice. Daarnaast kunt u in deze modus ook uw eigen voices maken.
[PERFORM] Modus Performance
2
[MASTER] Modus Master In deze modus kunt u instellingen vastleggen die u vaak gebruikt in de modi Voice, Performance,
3
[SONG] Modus Song In deze modus kunt u ook uw eigen songs opnemen, bewerken en afspelen.
4
[PATTERN] Modus Pattern In deze modus kunt u uw eigen ritmepatronen afspelen, opnemen, bewerken en afspelen. U kunt
5
[MIXING] Modus Song Mixing/
6
[FILE] Modus File In deze modus kunt u de data die u op dit instrument hebt gemaakt opslaan op een USB-
7
[UTILITY] Modus Utility In deze modus kunt u de parameters instellen die op het hele systeem van dit instrument van
8
[QUICK SETUP] Modus Quick Setup In deze modus kunt u tot zes instellingen voor MIDI- en audioaansluitingen tussen dit instrument en
9
[DAW REMOTE] Modus Remote
)
[EDIT] Modus Edit In deze modus kunt u de verschillende parameters bewerken in de modi Voice, Performance, Song,
!
Pattern Mixing
In deze modus kunt u performances maken en bespelen. Bij een performance kunt u verschillende voices
samenvoegen in één laag of twee verschillende voices op het keyboard bespelen nadat u
het hebt gesplit.
Song of Pattern oproepen toetsenbord in vier aparte secties verdelen, waardoor u in feite vier verschillende MIDI­toetsenborden kunt bespelen.
die dan later gebruiken voor een song.
In deze modus kunt u gedetailleerde parameters van de multitimbrale toongenerator instellen voor het afspelen van songs of patronen.
flashgeheugenapparaat of in het interne flashgeheugen. U kunt de data laden vanaf het USB­flashgeheugenapparaat op de MOXF6/MOXF8.
toepassing zijn.
de computer vastleggen als 'Quick Setups'. Later kunt u deze instellingen dan in de bijbehorende modus met één druk op de knop oproepen.
In deze modus kunt u de DAW-software op uw computer besturen via de paneelregelaars op het instrument.
Pattern en Master.
. Later kunt u deze instellingen en de betreffende modus met één druk op de knop
zonder eerst een modus te hoeven selecteren. Daarnaast kunt u in deze modus het
[JOB] Modus Job In deze modus kunt u verschillende opdrachten uitvoeren, zoals Initialize, Copy en het converteren
@
[STORE] Store (opslaan) In deze modus kunt u het bewerkte programma opslaan naar het interne geheugen.
#
van MIDI-data, wat handig is voor het maken van uw eigen programma's.
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
23
Beknopte handleiding

Basisinstructies

Voices – de belangrijkste bouwstenen van de MOXF6/MOXF8
Een presetvoice selecteren...............................................................................................pagina 25
Een voice bewerken..........................................................................................................pagina 28
Voices combineren om een performance te maken
Een nieuwe performance maken in de modus Voice met uw favoriete voices
(Performance Creator) ......................................................................................................pagina 31
Een performance selecteren.............................................................................................pagina 34
Een performance bewerken..............................................................................................pagina 34
Een microfoon of audioapparatuur aansluiten
Meespelen op het keyboard met de geluidsinvoer van de aansluitingen
A/D INPUT [L]/[R] .............................................................................................................pagina 38
Song/Pattern – gemaakt door uw toetsenspel op te nemen en de patroonsecties te assembleren
Uw eigen songs maken ....................................................................................................pagina 40
Uw eigen patronen maken ................................................................................................pagina 47
Modus Master – een setup voor het mastertoetsenbord maken of direct de gewenste programma's oproepen
Gebruiken als masterkeyboard (modus Master) ...............................................................pagina 57
Muziek maken met een computer
Uw spel op de MOXF6/MOXF8 opnemen naar DAW .......................................................pagina 54
De MOXF6/MOXF8 gebruiken als toongenerator voor het afspelen van de DAW............pagina 55
De DAW op afstand bedienen (modus Remote)...............................................................pagina 55
De MOXF6/MOXF8 Editor VST gebruiken als softwaresynthesizer..................................pagina 57
Algemene instellingen en databack-up
Algemene systeeminstellingen aanpassen (modus Utility/Quick Setup) ..........................pagina 58
Data opslaan/laden in de modus File................................................................................pagina 60
MOXF6/MOXF8 Gebruikershandleiding
24
Loading...
+ 56 hidden pages