Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door vooraleer uw
buitenboordmotor in gebruik te nemen.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25100
Aan de eigenaar
Dank u voor uw keuze van een Yamaha-buitenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding bevat informatie die vereist is voor een
behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging.
Een grondig begrip van deze instructies zal
u helpen maximaal plezier uit uw nieuwe
Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over
de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamahadealer te raadplegen.
In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende
manieren onderscheiden.
Het Veiligheidsalarmsymbool betekent
AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de
bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale
voorzorgmaatregelen die moeten worden
genomen om beschadiging van de buitenboordmotor te voorkomen.
bare productinformatie op het moment van
het drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze
handleiding. Mocht u nog vragen hebben
over deze handleiding, gelieven dan uw
Yamaha-dealer te raadplegen.
NOTA:
De F9.9CMH, F9.9CE, FT9.9DMH,
FT9.9DE, F13.5AMH, F13.5AEP, F15AMH,
F15AEH, F15AE, F15AEP en de standaard
accessoires worden gebruikt als basis voor
de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding. Bijgevolg kunnen bepaalde elementen
eventueel niet van toepassing zijn op elk model.
Het Buitenboordmotorserienummer is ingestanst op het label dat aan bakboordzijde van
de klembeugel of het bovengedeelte van de
zwenkbeugel is bevestigd.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer
of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
ruimte voorzien als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Sleutelnummer
DMU25202
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan
bepaalde gedeelten van de richtlijn van het
Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring
van Overeenstemming voor verdere details.
DMU25190
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleutelschakelaar, is het sleutelidentificatienummer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
ZMU02342
1
Algemene informatie
ZMU01696
DMU25220
Emissiebeheersingsinformatie
DMU25351
SAV-modellen
Motoren die voorzien zijn van het hieronder
afgebeelde label, zijn conform de SAV (de
Zwitserse emissieregelingsvoorschriften
voor de Zwitserse kustwateren).
Goedgekeurd label van het emissieregelingscertificaat
ZMU02343
YAMAHA MOTOR CO.,LTD.
Motorfamilie
AbgastypenprufNummer
ZMU04492
Brandstoflabel
1
1. Positie van het brandstoflabel
DMU25370
ZMU04875
ZMU04494
Veiligheidsinformatie
Vooraleer de buitenboordmotor te monte-
●
ren of in gebruik te nemen, moet u deze
volledige handleiding doorlezen. Door
deze te lezen krijgt u een goed inzicht in de
motor en zijn werking.
●
Vooraleer de boot in gebruik te nemen,
moet u alle meegeleverde eigenaars- of
gebruikerhandleidingen en alle labels.
Zorg dat u elk punt begrijpt vooraleer de
boot in gebruik te nemen.
Oefen niet te veel aandrijfkracht op de
●
boot uit met deze buitenboordmotor. Te
veel aandrijfkracht kan u de controle over
de boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet gelijk zijn aan of lager dan de nominaalvermogenscapaciteit van de boot. Als de
nominaal-vermogencapaciteit van de boot
2
Algemene informatie
onbekend is, raadpleeg dan de dealer of
bootfabrikant.
Voer geen aanpassingen aan de buiten-
●
boordmotor uit. Aanpassingen kunnen de
motor ongeschikt of onveilig voor gebruik
maken.
●
Gebruik de boot nooit na het drinken van
alcohol of innemen van drugs. Ongeveer
50% van alle bootongelukken hebben te
maken met intoxicatie.
●
Zorg dat u een goedgekeurde zwemvest
aan boord hebt voor elke passagier. Het is
een goed idee een zwemvest te dragen
telkens u met de boot vaart. Ten minste de
kinderen en niet-zwemmers aan boord
moeten steeds een zwemvest dragen en
iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.
●
Benzine is uiterst ontvlambaar en de benzinedampen zijn ontvlambaar en explosief. Hanteer en bewaar benzine op
zorgvuldige wijze. Gan na of er geen gasdampen of brandstoflekken zijn vooraleer
de motor te starten.
●
Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolstofmonoxide bevatten, dat een kleurloos
en geurloos geas is dat hersenschade of
de dood van veroorzaken bij inademing.
Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd
stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
●
Controleer de goede werking van gashendel, schakelhendel en besturing vooraleer
de motor te starten.
●
Maak het motorstopschakelaarsnoer op
een veilige plaats vast aan uw kleding, uw
arm of been tijdens het varen. Als u ongewild weggaat van de stuurhendel, zal het
snoer worden losgetrokken van de scha-
kelaar en de motor doen uitvallen.
●
Zorg dat u de scheepvaartwetten en -reglementen kent op de plaats waar u wilt
varen - en leef deze na.
●
Zorg dat u op de hoogte bent van het
weerbericht. Controleer de weersverwachtingen vooraleer te gaan varen. Vermijd
het varen in gevaarlijke weersomstandigheden.
●
Vertel aan iemand waar u naartoe gaat:
laat een vaarplan achter bij een betrouwbare persoon. Vergeet het vaarplan niet
opnieuw te annuleren als u terugkeert.
●
Gebruik uw gezond verstand bij het varen.
Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet
hoe uw boot reageert in de verschillende
vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds
met veilige snelheden en blijf opletten voor
eventuele hindernissen en ander verkeer.
●
Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl
de motor draait.
Blijf uit de buurt van zwemzones.
●
●
Als een zwemmer in het water ligt in uw
buurt, zet de schakelhendel dan in neutraal en zet de motor uit.
DMU25380
Belangrijke labels
DMU25395
Waarschuwingslabels
ZMU01989
3
Algemene informatie
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
Zorg dat de schakelinrichting in neu-
●
traal staat alvorens de motor te starten
(behalve bij 2 pk).
Verwijder of raak geen elektrische on-
●
derdelen aan bij het starten of als de
motor draait.
Hou handen, haar en kleren uit de buurt
●
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
DMU25431
Label
DWM01300
WAARSCHUWING
●
De motor is uitgerust met een neutraalstartinrichting.
●
De motor start niet als de schakelinrichting niet in de neutrale stand staat.
DMU25464
Waarschuwingslabels
ZMU01987
DMU25472
Label
DCM01190
OPGELET:
Vervoer de motor en berg hem op zoals
op de afbeelding wordt getoond. Anders
zou de olie kunnen lekken en zo de motor
beschadigen.
DMU25540
Tankinstructies
DWM00010
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN
ERG ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
●
Rook niet als u brandstof bijvult en blijf
uit de buurt van vonken, vlammen en
andere bronnen van ontbranding.
●
Zet de motor af alvorens brandstof te
tanken.
●
Tank op een goed verluchte plaats. Vul
draagbare brandstoftanks niet in de
boot.
●
Mors geen benzine. Verwijder gemorste
benzine onmiddellijk met droge doeken.
●
Doe de brandstoftank niet te vol.
●
Draai de vuldop goed vast na het tanken.
●
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u
benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in
de ogen hebt gekregen.
●
Mocht er benzine op uw huid terecht
komen, verwijder die dan onmiddellijk
met zeep en water. Kleed u om als er
benzine op uw kleren is terecht gekomen.
●
Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken te voorkomen.
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine
die bewaard werd in zuivere containers
en die niet gecontamineerd is door water
of vreemde stoffen.
4
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzinetype:
Gewone loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 90 (Research
Octane Number).
Als de motor begint te kloppen of pingelen,
gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
DMU25680
Motorolie
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie met een combinatie
van overeenkomstige SAE en API zoals getoond in het schema
Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter):
1.0 L (1.06 US qt) (0.88 Imp.qt)
Algemene informatie
ZMU01710
DMU25690
Accuvereisten
DCM01060
OPGELET:
Gebruik geen accu die niet de vermelde
capaciteit heeft. Als er een accu wordt gebruikt die niet aan de specificaties voldoet, kan het elektrische systeem slecht
presteren of overladen worden, waardoor
het beschadigd wordt.
Voor modellen met elektrische starter, kies
een accu die aan de volgende technische
gegevens voldoet.
DCM01050
OPGELET:
Alle 4-taktmotoren worden door de fabriek zonder motorolie geleverd.
5
Algemene informatie
DMU25720
Technische gegevens van accu
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/
EN):
F15AE 347.0 A
F15AEH 347.0 A
F15AEP 347.0 A
F9.9CE 347.0 A
FT9.9DE 347.0 A
Minimum nominaal vermogen (20HR/
IEC):
F15AE 40.0 A/u
F15AEH 40.0 A/u
F15AEP 40.0 A/u
F9.9CE 40.0 A/u
FT9.9DE 40.0 A/u
DMU25730
Zonder een gelijkrichter of een
gelijkrichterregelaar
DCM01090
OPGELET:
Er kan geen accu worden gekoppeld aan
modellen die geen gelijkrichter of gelijkrichterregelaar hebben.
den sterk beïnvloed door uw propellerkeuze,
aangezien een verkeerde keuze een nadelige invloed kan hebben op de prestaties en
de motor ook ernstige schade kan toebrengen. Het motortoerental is afhankelijk van
het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het motortoerental te hoog of te laag
is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust
met propellers die werden gekozen om goede prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen
zijn waarbij een propeller met een andere
spoed geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere
spoed beter geschikt, vermits deze het mogelijk maakt het juiste motortoerental in
stand te houden. Anderzijds is een propeller
met grotere spoed beter geschikt voor een
kleinere belasting.
Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven over de best geschikte propeller voor uw
toepassing en deze ook voor u monteren.
Als u een accu wil gebruiken bij de modellen
zonder een gelijkrichter of een gelijkrichterregelaar, installeer dan een optionele gelijkrichterregelaar.
Het gebruik van een onderhoudsvrije accu
bij de bovenstaande modellen kan de levensduur van de accu gevoelig verkorten.
Installeer een optionele gelijkrichterregelaar
of gebruik accessoires die bestand zijn tegen 18 volt of meer bij de bovenstaande modellen. Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor
meer details over het installeren van een optionele gelijkrichterregelaar.
DMU25741
Propellerselectie
De prestaties van uw buitenboordmotor wor-
6
x
-
123
ZMU04605
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
NOTA:
Selecteer een propeller die de motor in staat
zal stellen het midden- of bovengedeelte van
het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel met maximale bootbelasting te bereiken.
Als de bedrijfsomstandigheden zoals lichte
bootbelastingen daarna het motortoerental
tot boven het aanbevolen maximum bereik
laten stijgen, zet dan de gashendel minder
ver open om de motor binnen het gepaste
bedrijfsbereik te houden.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 64.
DMU25760
Neutraal startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren voorzien van
het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn
uitgerust met neutrale startbeveiliging(en).
Deze voorziening zorgt ervoor dat de motor
alleen in neutraal kan worden gestart. Zet de
keuzehendel steeds in neutraal vooraleer de
motor te starten.
Algemene informatie
1
1. Label voor neutrale startbeveiliging
ZMU01713
7
Basiscomponenten
DMU25795
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; kan ook niet als standaard uitrusting
op alle modellen voorzien zijn.
Als uw model uitgerust is met een draagbare
brandstoftank, heeft die de volgende functie.
DWM00020
WAARSCHUWING
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te
slaan. Commerciële gebruikers moeten
voldoen aan de van toepassing zijnde li-
ZMU04891
9
Basiscomponenten
centie- of goedkeuringsvoorschriften.
4
3
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstofmeter
3. Brandstofleiding koppelstuk
4. Brandstoftankkap
13
1
ZMU01992
42
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij ver-
2
wijderd is, kan de tank worden gevuld met
brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij
tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU26180
Afstandsbediening
De afstandsbedieningshendel bedient zowel
de schakelhendel als de gashendel. De elektrische schakelaars zijn op het afstandsbedieningskastje gemonteerd.
ZMU03157
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstofmeter
3. Brandstofleiding koppelstuk
4. Brandstoftankkap
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruik om de brandstofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter is gesitueerd op de tankdop of
op de basis van het brandstofleidingkoppelstuk. Deze geeft de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank bij benadering aan.
10
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
3. Neutraalvergrendelingstrekker
4. Neutraal-gashendel
5. Hoofdschakelaar / chokeschakelaar
6. Motorstopstrengschakelaar
7. Gashendelfrictieafstelling
DMU26190
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de
neutrale stand wordt de vooruitversnelling
ingeschakeld. Door de hendel naar achter te
trekken vanuit de neutrale stand wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld. De motor
Basiscomponenten
blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer
35° wordt verplaatst; (er is een palletje te
voelen). Door de hendel verder te duwen
wordt de gasklep geopend en de motor begint te accelereren.
1. Neutraal “”
2. Vooruit “”
3. Achteruit “”
4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
DMU26201
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u
eerst de neutraal vergrendeltrekker omhoog
trekken.
DMU26211
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit
of vooruit te zetten, moet u de afstandsbedieningshendel in neutraal zetten en de neutraal gashendel omhoog zetten.
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de
afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
De afstandsbedieningshendel werkt alleen
als de neutraal gashendel in de gesloten
stand is gezet.
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
DMU26221
Chokeschakelaar
Om het chokesysteem te activeren, drukt u
de hoofdschakelaar in terwijl de sleutel in de
“” (aan)- of “” (start)-stand staat. Het
chokesysteem levert dan het rijke brandstofmengsel dat vereist is om de motor te starten. Als de sleutel wordt losgelaten, wordt de
choke automatisch uitgeschakeld.
1. Neutraalvergrendelingstrekker
11
Basiscomponenten
ZMU03160
DMU25911
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts.
vaart.
1. Vooruit “”
2. Neutraal “”
3. Achteruit “”
R
N
3
2
2
F
1
ZMU01998
ZMU01997
ZMU04879
DMU25922
Schakelhendel
Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet
u de motor in de voorwaartse versnelling zodat dat boot vooruit vaart. Als u de schakelhendel van u af duwt , zet u de motor in de
achteruitversnelling zodat de boot achteruit
R
3
N
2
F
1
ZMU04878
1. Vooruit “”
2. Neutraal “”
3. Achteruit “”
DMU25941
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Als u de hendel tegen de klok in draait,
verhoogt de snelheid en als u hem met de
klok mee draait verlaagt de snelheid.
12
ZMU01999
DMU25961
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
1
Basiscomponenten
om.
DWM00030
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om de gashendel of de greep
te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
ZMU02001
ZMU02000
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25970
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de
afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen draait u de
frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand
te verlagen draait u de frictieregelaar links-
Als constante snelheid vereist is, draai de
frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste gashendelinstelling te bewaren.
DMU25990
Motorstopsnoerschakelaar
De vergrendelplaat moet bevestigd zijn aan
de motorstapschakelaar om de motor te laten draaien. Het snoer moet op een veilige
plaats bevestigd zijn aan de kledij van de
schipper, zijn arm of been. Als de schipper
overboord valt of weggaat van de stuurhendel, zal het snoer de vergrendelplaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar de motor
13
Basiscomponenten
wordt onderbroken. Dit voorkomt dat de boot
wegvaart door de aandrijfkracht.
DWM00120
WAARSCHUWING
●
Maak de motorstopschakelaarstreng
op een veilige plaats aan uw kleren, een
arm of een been vast als u de motor gebruikt.
●
Maak de streng niet vast aan kleren die
kunnen worden losgetrokken. Zorg dat
de streng nergens kan blijven achterhaken, want dan werkt ze niet.
Zorg ervoor dat u tijdens het normale
●
gebruik niet per ongeluk aan de streng
trekt. Als de motor niet meer draait,
heeft men bijna geen controle meer
over de besturing. Bovendien zal de
boot dan bruusk vertragen, waardoor
de personen en de voorwerpen aan
boord naar voren kunnen worden geworpen.
NOTA:
De motor kan niet worden gestart met de
vergrendelplaat verwijderd.
1. Streng
2. Vergrendelingsplaat
DMU26001
Motorstopknop
Om het ontstekingscircuit te openen en de
motor uit te zetten, dient u op die knop te
drukken.
1. Streng
2. Vergrendelingsplaat
14
2
1
ZMU02003
ZMU02083
DMU26011
Chokeknop voor trektype
Om de motor te voorzien van het rijke brandstofmengsel dat vereist is om te starten,
dient u die knop uit te trekken.
ZMU02355
DMU26070
Hendel voor manuele start
Om de motor te starten trekt u eerst de handel uit tot u weerstand voelt. Trek hem dan
snel verder uit om de motor aan te zwengelen.
Basiscomponenten
DMU26090
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekingssysteem; de werking ervan is hieronder beschreven.
●
“”
(off)
Met de hoofdschakelaar in de “” (uit)-
stand zijn de elektrische schakelingen uitgeschakeld en de sleutel kan worden uitgenomen.
●
“”
(aan)
Met de hoofdschakelaar in de “” (on)-
stand zijn de elektrische schakelingen ingeschakeld en de sleutel kan niet worden uitgenomen.
“”
●
Met de hoofdschakelaar in de “” (start)-
stand begint de startmotor te draaien om de
motor te starten. Als de sleutel wordt losgelaten, keert deze automatisch terug naar de
“” (on)-stand.
(start)
ZMU02005
DMU26080
Startknop
Om de motor met de elektrische starter te
starten drukt u op de startknop.
ZMU04880
DMU26102
Kantelbekrachtigingsschakelaar
Het kantelbekrachtigingssysteem stelt de
hoek van de buitenboordmotor ten opzichte
van de spiegel in. Door op de schakelaar op
“” (up) te drukken wordt de buitenboordmotor naar boven gekanteld. Door op de
schakelaar op “” (down) te drukken wordt
de buitenboordmotor naar beneden gekanteld. Als men de schakelaar loslaat, kantelt
15
Basiscomponenten
de motor niet verder.
UP
DN
ZMU02811
NOTA:
Voor instructies betreffende het gebruik van
de kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina 35 en 38.
DMU26110
Stuurfrictieafstelinrichting
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Onderaan op de
stuurhendelbracket bevindt er zich een instelhendel.
Om de weerstand te doen toenemen dient u
de hendel naar links te draaien.
Om de weerstand te doen afnemen dient u
de hendel naar rechts te draaien.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
ZMU02340
DMU26122
Stuurfrictieafstelinrichting
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Op de zwenkbeugel
bevindt er zich een instelschroef of -bout.
ZMU02080
Om de weerstand te doen toenemen dient u
de schroef met de wijzer van de klok mee te
draaien.
Om de weerstand te doen afnemen dient u
de schroef tegen de wijzers van de klok in te
draaien.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een onge-
16
luk kan veroorzaken.
DMU26240
Trim tab met anode
De trim tab moet zodanig worden ingesteld
dat de besturing naar rechts of naar links kan
worden gedraaid door dezelfde kracht uit te
oefenen.
DWM00840
WAARSCHUWING
Een verkeerd afgestelde trimtap kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om te sturen. Laat de motor altijd proefdraaien
nadat een trimtap geïnstalleerd of vervangen is om er zeker van te zijn dat de besturing correct verloopt. Zorg ervoor dat
u de bout vastdraait nadat de trimtap bijgeregeld is.
Als de boot makkelijk naar links (bakboord)
afwijkt, verdraai het achtereind van de trim
tab naar bakboordzijde “A” op de afbeelding.
Als de boot makkelijk naar rechts (stuurboordzijde) afwijkt, verdraai het uiteinde van
de trim tab dan naar stuurboordzijde “B” op
de afbeelding.
DCM00840
OPGELET:
De trimtap doet ook dienst als anode om
de motor te beschermen tegen elektrochemische corrosie. De trimtap mag niet
worden geschilderd, want dan kan ze niet
meer als anode werken.
Basiscomponenten
A
1
2
1. Trimtap
2. Bout
DMU26261
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.
DMU26312
Kantelvergrendelingsmechanisme
Het kantelvergrendelingsmechanisme wordt
gebruikt om te voorkomen dat de buitenboordmotor uit het water wordt getild bij het
achteruit varen.
B
ZMU03097
ZMU02007
17
Basiscomponenten
1
ZMU02008
1. Kantelvergrendelhendel
Om te vergrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (lock)-stand te
zetten. Om te ontgrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (release)-
stand te duwen.
DMU26320
Kantelsteunknop
Om de buitenboordmotor in de naar boven
gekantelde stand te houden, dient u op de
kantelsteunknop onder de zwenkbeugel te
drukken.
ZMU04884
DMU26330
Kantelsteunstang
De kantelsteunstang houdt de buitenboordmotor in de naar boven gekantelde stand.
ZMU02078
DMU26360
Kantelbekrachtigingseenheid
Die eenheid kantelt de buitenboordmotor
naar boven en naar beneden en wordt bediend met de kantelbekrachtigingsschakelaar.
DCM00630
OPGELET:
Ga niet op de kantelbekrachtigingsmotor
staan en oefen er geen druk op uit. De
kantelbekrachtigingseenheid zou daardoor kunnen worden beschadigd.
1. Kantelbekrachtigingseenheid
2. Kantelbekrachtigingsmotor
DMU26372
Motorkapvergrendelingshendel(s)
(draaitype)
Om de motorkap te verwijderen dient u de
vergrendelingshendel(s) te draaien en de
kap op te heffen. Bij het installeren van de
18
Basiscomponenten
motorkap dient u ervoor te zorgen dat ze
goed op de rubberen dichting wordt aangebracht. Vergrendel de motorkap dan opnieuw door de hendel(s) weer in de
vergrendelde stand te zetten.
1
ZMU02009
1. Motorkapvergrendelingshendel(s)
DMU26460
Doorspoelplug
Deze plug wordt gebruikt om de koelwaterdoorgangen van de motor te reinigen met
behulp van een tuinslang en leidingwater.
NOTA:
Voor details over het gebruik, zie pagina 51.
1
ZMU04885
1. Doorspoelplug
DMU26300
Waarschuwingslamp
Als de motor in een situatie terecht komt die
aanleiding geeft voor een waarschuwing,
licht de aanduidingslamp op. Voor meer de-
tails over het aflezen van de waarschuwingslamp, zie pagina 19.
ZMU02010
DMU26801
Waarschuwingssysteem
DCM00090
OPGELET:
Laat de motor niet draaien als er een
waarschuwing geactiveerd is. Raadpleeg
uw Yamaha-dealer als het probleem niet
kan worden gelokaliseerd en opgelost.
DMU26813
Oververhittingswaarschuwing
Deze motor heeft een oververhittingswaarschuwingsinrichting. Als de motortemperatuur te hoog stijgt, zal de
waarschuwingsinrichting worden geactiveerd.
Activering van waarschuwingsinrichting
●
Het motortoerental zal automatisch dalen
tot ongeveer 2000 omw/min.
De oververhittings waarschuwing zal op-
●
lichten (indien voorzien op de onderkap of
de toerenteller).
De zoemer zal weerklinken (indien voor-
●
zien op de stuurhendel, de afstandsbedieningsdoos of het hoofdschakelaarpaneel).
19
Basiscomponenten
ZMU02081
Als het waarschuwingssysteem werd geactiveerd, zet de motor dan uit en controleer de
koelwaterinlaat op verstopping.
ZMU03026
DMU30164
Waarschuwingsinrichting voor lage
oliedruk
Als de oliedruk te laag zakt, wordt de waarschuwingsinrichting geactiveerd.
Activering van waarschuwingssysteem
●
Het motortoerental zal automatisch dalen
tot ongeveer 2000 omw/min.
De waarschuwingslamp voor lage oliedruk
●
begint te branden.
De zoemer zal weerklinken (indien voor-
●
zien op de stuurhendel, afstandsbedieningdoos of hoofdschakelaarpaneel).
ZMU02360
Als het waarschuwing in werking is getreden, stop de motor dan zodra het veilig is dit
te doen. Controleer het oliepeil en voeg olie
toe indien nodig. Als het oliepeil correct is en
de waarschuwingsinrichting wil niet uitschakelen, raadpleeg dan uw Yamaha-dealer.
DCM00100
OPGELET:
Laat de motor niet draaien als de waarschuwingslamp voor lage oliedruk
brandt. Ernstige motorschade zou daarvan het gevolg kunnen zijn.
20
Loading...
+ 60 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.