Yamaha EMX3000 User Manual [nl]

Nederlandstalige Handleiding
MIC MIC MIC MIC MIC MIC MIC MIC
LINE
LINE
LINE
INSERT
INSERT
I O I O I O I O
INSERT
1 2345678
GAIN
GAIN
GAIN
-34
HIGH
MID
LOW
MONI 1
MONI 2
EFFECT
PAN
+10
-16 -60
PEAK
-15
-15
-15
0
0
0
L
0
5
10
15
20
25 30 40 50
-34
+10
+10
-16 -60
-16 -60
PEAK
PEAK
HIGH
HIGH
+15
+15
-15
-15
MID
MID
+15
+15
-15
-15
LOW
LOW
+15
+15
-15
-15
MONI 1
MONI 1
10
10
0
0
MONI 2
MONI 2
10
10
0
0
EFFECT
EFFECT
10
10
0
0
PAN
PAN
R
R
L
PFL
1
L
PFL
PFL
0
0
5
5
10
10
15
15
20
20
25
25
30
30
40
40
50
50
2345678
INPUT OUTPUT
LINE
LINE LINE LINE LINE
INSERT
GAIN
-34
+10
-16 -60
HIGH
+15
-15
MID
+15
-15
LOW
+15
-15
MONI 1
10
MONI 2
10
EFFECT
10
PAN
R
0
5
10
15
20
25 30 40 50
0dB
INSERT
I O
OUT IN
GAIN
GAIN
GAIN
-34
-34
+10
+10
-16 -60
HIGH
MID
LOW
MONI 1
MONI 2
EFFECT
PAN
-16 -60
PEAK
PEAK
HIGH
+15
-15
-15
MID
+15
-15
-15
LOW
+15
-15
-15
MONI 1
10
0
0
MONI 2
10
0
0
EFFECT
10
0
0
PAN
R
L
L
PFL
PFL
0
0
5
5
10
10
15
15
20
20
25
25
30
30
40
40
50
50
PEAK
+15
+15
+15
10
0
10
0
10
0
R
L
PFL
GAIN
-34
-34
+10
+10
-16 -60
-16 -60
PEAK
PEAK
HIGH
HIGH
+15
+15
-15
-15
MID
MID
+15
+15
-15
-15
LOW
LOW
+15
+15
-15
-15
MONI 1
MONI 1
10
10
0
0
MONI 2
MONI 2
10
10
0
0
EFFECT
EFFECT
10
10
0
0
PAN
PAN
R
R
L
L
PFL
PFL
0
0
5
5
10
10
15
15
20
20
25
25
30
30
40
40
50
50
A
A
GAIN
HIGH
MID
LOW
MONI 1
MONI 2
EFFECT
BAL
A B
+10
PEAK
-15
-15
-15
0
0
0
L
PFL
0
5 10
15
20
25 30 40 50
11 L
B
TAPE REC
-10dBV -10dBV
12 R
B
ST SUB 1STSUB 2
+4dB +4dB
MONI 1
-34
0
MONI 2
+15
0
ST
+15
0
PFL
ST SUB 1
+15
MONI 1
10
0
MONI 2
10
0
ST
10
0
PFL
R
ST SUB 2
L
R
9 L
B
10 R
B
9 L 11 L L L
(MONO) (MONO) (MONO) (MONO)
A
10 R 12 R R R
A
9 10
11 12
A B
GAIN
-34
-34
+10
PEAK
HIGH
+15
+15
-15
MID
+15
+15
-15
LOW
+15
+15
-15
MONI 1
10
10
0
MONI 2
10
10
0
EFFECT
10
10
0
BAL
R
R
L
PFL
0
5 10
15
20
25 30 40 50
11 129 10
ST
10
0
PFL
10
TAPE IN
MONI 1 MONI 2
10
0
7
6 5
4 3
10
2
1
10
+12
6 0 6
10
-12
0
5
10
15
20
25 30 40 50
L
R
L
ST 1
+4dB
RL
ST 2
R
+4dB
MONI MONI
12
+4dB
LR
P.AMP
IN
+4dB
BRIDGE
LIMITER
LEVEL
+4
10
+18+4+18
LR
BRIDGE
ST1 L MONI 1 MONO (BRIDGE)
POWER AMP
ST
10
10
8
9
10
11
12
13
14
15
16
0
0
ON
MIN
PARAMETERPROGRAM
VOCAL ECHO 1 VOCAL REVERB 1 HALL 1 PLATE 1
5
1
VOCAL REVERB 2
6
2
VOCAL ECHO 2
7
3
VOCAL REVERB 3
VOCAL ECHO 3
VOCAL REVERB 4
8
4
VOCAL ECHO 4
DIGITAL EFFECT
GRAPHIC EQUALIZER
0
0
5
5
10
10
15
15
20
20
25
25
30
30
40
40
50
50
FOOT SW
MONO
+4dB
EFFECT
+4dB
C-R PHONES
PEAK
+8
POWER
+5 +3 +1
PHANTOM +48V
(1-8ch)
0
ST1 R MONO
10
MAX
ON
-1
OFF
-3
-5
C-R/PHONES
-7
-10
-15
10
0
-20
ST 2
L
R
10
0
ST 1
9
13
HALL 2
PLATE 2
10
14
11
15
HALL 3
PLATE 3
ROOM
GATE REVERB
12
16
8K4K2K1K500250125
+12
6
ON
0 6
-12
8K4K2K1K500250125
0
0
5
5
10
10
15
15
20
20
25
25
30
30
40
40
50
50
MONOMONI 2MONI 1 ST 1EFFECT
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging.
NL
FCC INFORMATION (U.S.A.)
1. IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT! This product, when installed as indicated in the instructions contained in this manual, meets FCC requirements. Modifications not expressly approved by Yamaha may void your authority, granted by the FCC, to use the product.
2. IMPORTANT: When connecting this product to accessories and/or another product use only high quality shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST be used. Follow all installation instructions. Failure to follow instructions could void your FCC authorization to use this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to comply with the requirements listed in FCC Regulations, Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with these requirements provides a reasonable level of assurance that your use of this product in a residential environment will not result in harmful interference with other electronic devices. This equipment generates/uses radio frequencies and, if not installed and used according to the instructions found in the users manual, may cause interference harmful to the operation of other electronic devices. Compliance with FCC regulations does not guarantee that interference will not occur in all installations. If this product is found to be the source of interference, which can be determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate the problem by using one of the following measures: Relocate either this product or the device that is being affected by the interference. Utilize power outlets that are on different branch (circuit breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s. In the case of radio or TV interference, relocate/reorient the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon lead, change the lead-in to coaxial type cable. If these corrective measures do not produce satisfactory results, please contact the local retailer authorized to distribute this type of product. If you can not locate the appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation of America, Electronic Service Division, 6600 Orangethorpe Ave, Buena Park, CA 90620
The above statements apply ONLY to those products distributed by Yamaha Corporation of America or its subsidiaries.
WARNING: THIS APPARATUS MUST BE EARTHED
IMPORTANT
THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE:
GREEN-AND-YELLOW : EARTH BLUE : NEUTRAL BROWN : LIVE As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may
not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
The wire which is coloured GREEN and YELLOW must be connected to the terminal in the plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol or coloured GREEN and YELLOW.
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
* This applies only to products distributed by YAMAHA KEMBLE
MUSIC (U.K.) LTD.

Inleiding

Dank u voor de aanschaf van de Yamaha EMX3000 Powered Mixer. Om opti­maal gebruik te kunnen maken van de EMX3000 en er lang en probleemloos plezier aan te mogen beleven, adviseren wij u deze handleiding zorgvuldig te bestuderen en deze te bewaren op een veilige plaats, voor eventuele toekom­stige raadpleging.

Voorzorgsmaatregelen

Inleiding iii

Waarschuwingen

• Plaats geen vloeistof bevattende voorwerpen of kleine metalen
voorwerpen op dit apparaat. Vloeistof of metalen voorwerpen kunnen in dit apparaat brand en elektrische schokken veroor­zaken.
• Zorg ervoor dat er geen water in dit apparaat terecht komt of
dat het apparaat nat wordt. Dit zou kunnen resulteren in brand of een elektrische schok.
• Sluit het netsnoer van dit apparaat alleen aan op een stopcon-
tact van het type dat aangegeven wordt in deze handleiding of zoals aangegeven op het apparaat. Als u dit niet doet, bestaat de kans op brand en elektrische schokken.
• Bekras, verbuig, verdraai, verhit het netsnoer niet en rek het ook
niet uit. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand of een elektrische schok.
• Plaats geen zware voorwerpen, ook dit apparaat niet, op het
netsnoer. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand of een elektrische schok. Let er in het bijzonder op dat u geen zwa­re voorwerpen plaatst op een netsnoer dat onder een tapijt ligt.
• Als u rook constateert, of een nare geur of geluid, of als er een
vreemd voorwerp of vloeistof in het apparaat is gevallen, dient u deze onmiddellijk uit te zetten, de stekker uit het stopcontact te halen en contact op te nemen met uw dealer. Haal de stek­ker uit het stopcontact. Raadpleeg uw dealer voor reparatie. Als u het apparaat blijft gebruiken zonder acht te slaan op deze instructie, bestaat de kans op brand of elektrische schokken.
• Mocht dit apparaat zijn gevallen of de behuizing bescha-
digd zijn, zet het apparaat dan uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u het apparaat blijft gebruiken zonder acht te slaan op deze in­structie, bestaat de kans op brand of elektrische schokken.
• Als het netsnoer beschadigd is (dat wil zeggen gespleten of als de
binnenaders zichtbaar zijn), dan moet u uw dealer vragen om een vervangend exemplaar. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand en elektrische schokken.
• Maak het apparaat niet open. U zou een elektrische schok kun-
nen krijgen. Als u denkt dat het apparaat nagekeken moet wor­den vanwege onderhoud of reparatie, raadpleeg dan uw dealer.
• Modificeer dit apparaat niet. Als u dat wel zou doen, bestaat de
kans op brand en elektrische schokken.
• Als het begint te onweren, zet dan de POWER-schakelaar van het
apparaat zo snel mogelijk uit en haal de stekker uit het stopcontact.
• Als de mogelijkheid van blikseminslag bestaat, raak dan de
stekker van het netsnoer niet aan als deze nog is aangesloten. Dit wel doen zou kunnen resulteren in een elektrische schok.

Let op

• Houd dit apparaat van de volgende locaties vandaan:
- Locaties waar het wordt blootgesteld aan oliespatten of stoom, zoals bij fornuizen, komforen, bevochtigers, enz.
- Onstabiele oppervlakken, zoals een wiebelende tafel of hellend oppervlak.
- Locaties waar het wordt blootgesteld aan overmatige warmte, zoals in een auto met alle ramen dicht of plaatsen die zich in het directe zonlicht bevinden.
- Stoffige locaties of locaties waar het bijzonder vochtig is.
• Dit apparaat heeft ventilatie-openingen in het achter- en rech­terzijpaneel om te voorkomen dat de interne temperatuur te hoog oploopt. Blokkeer ze niet. Geblokkeerde ventilatie-ope­ningen kunnen brand veroorzaken.
• Om dit apparaat te verplaatsen zet u eerst het apparaat uit, haalt de stekker uit het stopcontact en haalt alle aangesloten kabels los. Bij gebruik van een beschadigd netsnoer bestaat de kans op brand of een elektrische schok.
• Schakel alle muziekinstrumenten, audio apparatuur en luid­sprekers uit als u dit apparaat aansluit. Gebruik de juiste aan­sluitkabels en maak de aansluitingen zoals aangegeven.
• Zet altijd alle volumes op het minimum alvorens het apparaat aan te zetten. Een plotseling optredend, hard geluid kan uw gehoor beschadigen.
• Reinig de contacten van de steekpluggen voordat u ze aansluit op de SPEAKERS-aansluitingen van dit apparaat. Vuile contac­ten kunnen warmte opwekken.
• Gebruik alleen speciale luidsprekerkabels om de luidsprekers op de versterkeruitgangen aan te sluiten. Als u dit niet doet, bestaat de kans op brand.
• Houd altijd de stekker vast als u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact. Trek nooit aan het snoer. Een beschadigd netsnoer kan resulteren in brand en elektrische schokken.
• Raak de stekker nooit met natte handen aan. Als u dit wel doet bestaat de kans op een elektrische schok.
• Het apparaat zou van binnen regelmatig schoongemaakt moe­ten worden. Stofophoping in het apparaat kan defecten ver-oor­zaken en is een potentieel risico voor brand. Raadpleeg uw dealer voor informatie over schoonmaken.
• Om te voorkomen dat u tijdens het schoonmaken van het ap­paraat een elektrische schok krijgt, moet u het netsnoer loskop­pelen van het stopcontact.
• Als u weet dat u het apparaat voor een langere periode niet zult gebruiken, haal dan de stekker uit het stopcontact. Als u dit niet doet, dan bestaat de kans op brand.
EMX3000—Nederlandstalige handleiding
iv Inleiding
• Raak de koelelementen niet aan als het apparaat in gebruik is. Deze kunnen zeer heet worden.

Opmerkingen over de bediening

• De digitale schakelingen van dit apparaat kunnen lichte storin­gen veroorzaken op nabij geplaatste radio’s en TV’s. Als er sto­ringen optreden moet u deze toestellen verder verwijderen van het apparaat.
• Gebruiken van een mobiele telefoon in de nabijheid van dit apparaat kan bijgeluiden veroorzaken. Als er bijgeluiden optre­den, gebruik de telefoon dan verder weg van het apparaat.
• XLR-type aansluitingen zijn als volgt bedraad: pin 1: massa, pin 2: heet (+) en pin 3: koud (–).
• Insert-steekplugaansluitingen zijn als volgt bedraad: mantel: massa, top: zenden en ring: retour.
• Zet alle equalizerregelaars en -faders niet op het maximum. Dit kan, afhankelijk van de omstandigheden van de aangesloten apparatuur en luidsprekers, oscillatie veroorzaken en de luid­sprekers beschadigen.
• De betrouwbaarheid van de werking van componenten met bewegende contacten, zoals schakelaars, draaiknoppen, faders en aansluitingen kan afnemen. De snelheid van de afname is afhankelijk van de werkomgeving en is onvermijdelijk. Raadpleeg uw dealer over vervanging van defecte onderdelen.

Eigenschappen

De EMX3000 voorziet in een verscheidenheid aan ingan-
gen, zoals twee stereo-ingangskanalen en twee stereo sub­ingangen, alsook acht mono-ingangskanalen compatibel met mic-/lijnsignalen. De mixer beschikt over voldoende vermogen, met een maximum uitgangsvermogen van 300 W+300 W (600 W bij brugaansluiting), en is geschikt voor een uitgebreide reeks van toepassingen van geïnstal­leerde systemen tot kleinschalige PA-systemen.
Er is een tweekanaals vermogensversterker ingebouwd.
De uitgangssignalen naar de luidsprekers kunnen wor­den gekozen uit stereo (ST1 L-R), monitor+mono (MONI 1- MONO), of mono (brugschakeling).
Stereo
Het main stereomengsignaal wordt via de luidspre­keruitgangsaansluitingen L en R van de EMX3000 naar buiten gevoerd. U kunt één of twee luidsprekers op elke luidsprekeruitgang aansluiten.
Monitor+mono
Het main monomengsignaal wordt via de luidspre­keruitgangsaansluiting R, en het monosignaal via luidsprekeruitgangsaansluiting L naar buiten gevoerd. U kunt één of twee luidsprekers op elke luidspreker­uitgang aansluiten.
Mono (brugschakeling)
De tweekanaals vermogensversterker staat in brugscha­keling, en het main mono-mengsignaal wordt via de BRIDGE-aansluiting naar buiten gevoerd. U kunt slechts één luidspreker aansluiten voor een veel harder geluid.
Naast de luidsprekeruitgangsaansluitingen, zijn er twee
stereo-uitgangskanalen voor lijnniveausignalen, twee monitoruitgangskanalen, één effectuitgang en één mono-uitgang. U kunt het systeem op eenvoudige wijze uitbreiden door een versterker of luidsprekers met inge­bouwde versterkers toe te voegen.
De EMX3000 heeft ook een C-R/PHONES-aansluiting,
die zeer handig is om het geluid te kunnen controleren. U kunt een bepaald kanaal of het bussignaal afluisteren middels een hoofdtelefoon.
Er zijn twee limiterschakelingen ingebouwd om exces-
sieve ingangsniveaus naar de versterker te voorkomen.
Er is een digitaal effect ingebouwd met zestien selecteer-
bare effecttypes. Er kan een verscheidenheid aan effecten worden toegepast om nagalm en ruimtelijkheid aan vocalen of instrumenten toe te voegen.
De EMX3000 maakt gebruik van “EEEngine”, Yamaha’s
baanbrekende versterkeraansturingstechniek, die zorg draagt voor een ongeëvenaarde, bijzonder efficiënte ver­sterkeraansturing. De EEEngine’s energiebesparende, weinig warmte op­wekkende ontwerp heeft de vermogensdissipatie tot 50% of minder teruggebracht en reduceert de warmte­opwekking tot 35% of minder (in praktijktoepassingen, in vergelijking met Yamaha’s voorgaande modellen), en heeft geleid tot een vermindering van de energiekosten en tot minder-beperkende installatievereisten met be­trekking tot de warmte-opwekking.

Inhoud

Bedienings- en achterpaneel ....................... 1
Bedieningspaneel ............................................1
In-/uitgangspaneel ............................................6
Achterpaneel ................................................... 8
Installatie/Aansluitingen ................................ 9
Opstelling .........................................................9
Het aansluiten................................................... 9
Het aansluiten van andere apparatuur ...........10
Basisbediening............................................ 11
Microfoons en instrumenten aansluiten ......... 11
Het digitale effect gebruiken ..........................11
Opstellingsvoorbeelden .............................. 12
Als geluidssysteem voor conferentie-/feestzaal. 12
Als een band-PA ............................................ 13
Het gebruik van een subwoofer...................... 15
Specificaties................................................ 16
Algemene specificaties................................... 16
Ingangsspecificaties .......................................17
Uitgangsspecificaties...................................... 17
Afmetingen .....................................................18
Blok-/Niveaudiagram ......................................19
EMX3000—Nederlandstalige handleiding

Bedienings- en achterpaneel

Bedieningspaneel

Bedienings- en achterpaneel 1

Kanaalregelsectie

In deze sectie kunt u de toonregeling (frequentie­respons), het volumeniveau en de effect- en moni­toruitgangsniveaus van het ingangssignaal van elk kanaal aanpassen.
A B
GAIN GAIN
1
3
4
5
6
7
9
HIGH
MID
LOW
MONI 1
MONI 2
EFFECT
PAN
-34
+10
-16 -60
PEAK
+15
-15
+15
-15
+15
-15
10
0
10
0
10
0
R
L
PFL PFL
+10
HIGH
-15
MID
-15
LOW
-15
MONI 1
MONI 2
EFFECT
BAL
PEAK
0
0
0
L
-34
+15
+15
+15
10
10
10
R
2
1
3
4
5
6
8
9
2 A/B-schakelaar (alleen kanalen 9/10~11/12)
Deze schakelaar selecteert de kanaal 9/10~11/12 ingangsaansluitingen.
Als de schakelaar omhoog staat, wordt het signaal gebruikt van de ingangsaansluiting A (steekplug­aansluitingen op het in-/uitgangspaneel 3).
Als de schakelaar wordt ingedrukt, wordt het sig­naal gebruikt van de ingangsaansluiting B (steek­plugaansluitingen op het in-/uitgangspaneel 3).
3 PEAK-indicator
De indicator licht 3 dB onder clipniveau op, om aan te geven dat het clipniveau nabij is.
4 Toonregelingknoppen (HIGH, MID, LOW)
Dit is een 3-bands toonregeling waarmee de hoge, midden en lage frequentiegebieden van de verschil­lende kanalen ingesteld kunnen worden. De res­pons is vlak als de knoppen in de “” positie staan. Deze naar rechts draaien zal de corresponderende frequentieband versterken, en naar links draaien zal het verzwakken.
De middenfrequentie, de mate van versterking/ verzwakking van frequentiegebieden en toon­regelingtypes van de verschillende banden zijn als volgt:
HIGH: 10kHz, ±15 dB, shelving type MID: 2,5kHz, ±15 dB, peaking type LOW: 100Hz, ±15 dB, shelving type
0
5
10
15
20
25 30
40
50
0
5
10
15
20
25 30
40
50
0
1
910
1 GAIN-regelaar
Met deze knop kunt u de gevoeligheid van het ka­naal instellen, aan de hand van het ingangssignaal­niveau, om het ingangsniveau juist af te kunnen stellen.
Om de ideale balans te bereiken tussen de signaal/ ruis-verhouding en het dynamische bereik, moet u deze knop zo instellen dat de PEAK-indicator 3 zo nu en dan oplicht.
0
5 MONITOR 1/2-regelaars (MONI 1/2)
Voor elk kanaal regelt dit de hoeveelheid signaal die naar de MONITOR 1/2-bussen wordt verzonden.
Het signaal van de MONITOR 1-bus wordt naar de MONI 1-aansluiting gestuurd (in-/uitgangspaneel
9). Als de versterkerkeuzeschakelaar V in de MONI 1-MONO-positie staat, wordt het signaal ook naar de luidsprekers, aangesloten op de SPEAKERS L/MONI1 1/2-aansluitingen, gestuurd.
Het signaal van de MONITOR 2-bus wordt naar de MONI 2-aansluiting gestuurd (in-/uitgangspaneel
.
9)
Opmerking: Het signaal dat naar de MONITOR 1/2-bussen wordt gestuurd, gaat niet door de kanaalfader 0 (pre-fader verzenden). Dit bete­kent dat deze niet beïnvloed zal worden door de instelling van de kanaalfader.
EMX3000—Nederlandstalige handleiding
2 Bedienings- en achterpaneel
6 EFFECT-regelaar
Voor elk kanaal regelt dit de hoeveelheid signaal die naar de EFFECT-bus wordt gestuurd.
Het signaal van de EFFECT-bus wordt naar de EFFECT-aansluiting gestuurd (in-/uitgangspaneel A). Het wordt ook naar het ingebouwde effect gestuurd als de ON-schakelaar P in de DIGITAL EFFECT-sectie is aangezet.
Opmerking: De hoeveelheid signaal die naar de EFFECT-bus van elk kanaal wordt gestuurd, zal niet alleen worden beïnvloed door de instelling van de EFFECT-regelaar, maar ook door de in­stelling van de kanaalfader 0 (post-fader verzen­den).
7 PAN (panpot) regelaar (Kanalen 1~8)
De PAN-regelaars stellen de stereoposities in van de signalen die worden verstuurd naar de STEREO-bus.
8 BAL (balans) regelaar (Kanalen 9/10~11/12)
De BAL-knoppen stellen de balans tussen het linker- en het rechterkanaal in en wijzen de signalen die via de ingangen 9/10~11/12 binnenkomen toe aan de STEREO-bus.
9 PFL (pre-fader afluistering) schakelaar
Kanalen waarvan deze schakelaar op ON staat zul­len een signaal versturen vanaf een post-EQ pre­faderlocatie naar de C-R/PHONES aansluiting (in-/ uitgangspaneel B). U kunt hiervan gebruik maken als u met een hoofdtelefoon één specifiek kanaal af wilt luisteren.
Opmerking: U kunt het signaal zelfs via de hoofdtelefoon beluisteren als de fader van het corresponderende kanaal op het laagste niveau is ingesteld. Het bedienen van de schakelaar heeft geen invloed op het signaal dat naar de STEREO­bus, MONITOR 1/2-bussen of de EFFECT-bus wordt verzonden.
0 Kanaalfader
Deze fader stelt het uitgangsniveau in van het ingangskanaalsignaal.

STEREO SUB-ingangssectie

In deze sectie kunt u het binnenkomende niveau aanpassen van externe apparatuur die is aange­sloten op de ST SUB 1/2-aansluitingen op het in-/ uitgangspaneel.
MONI 1
10
0
MONI 2
10
0
ST
10
0
PFL
ST SUB 1
MONI 1
10
0
MONI 2
10
0
ST
10
0
PFL
ST SUB 2
A MONI 1 (monitor 1) regelaar
De MONI 1-knop past de hoeveelheid aan van het signaal dat van de ST SUB 1- en 2-aansluitingen (in-/uitgangspaneel 4) naar de MONITOR 1-bus wordt gestuurd.
B MONI 2 (monitor 2) regelaar
De MONI 2-knop past de hoeveelheid aan van het signaal dat van de ST SUB 1- en 2-aansluitingen naar de MONITOR 2-bus wordt gestuurd.

C ST (stereo) regelaar

De ST-knop past de hoeveelheid aan van het stereo­signaal dat van de ST SUB 1-en 2-aansluitingen naar de STEREO-bus wordt gestuurd.
Opmerking: De instelling van de ST-regelaar heeft geen invloed op het niveau van het signaal dat naar de MONITOR 1/2-bussen wordt ge­stuurd (pre-fader verzenden).
A
B
C
D
A
B
C
D
EMX3000—Nederlandstalige handleiding
D PFL (pre-fader afluistering) schakelaar
Als deze schakelaar is aangezet, wordt het signaal van het punt voor de ST CONTROL knop C ver­zonden naar de C-R/PHONES aansluiting (in-/uit­gangspaneel B).
Bedieningspaneel 3

MASTER-regelsectie

In deze sectie worden de uiteindelijke niveaus van de uitgangen bepaald.
AFLAFLAFLAFLAFL
0
5
10
15
20
25 30
40
50
0
5
10
15
20
25 30
40
50
0
5
10
15
20
25 30
40
50
0
5
10
15
20
25 30
40
50
E F G H I
E MONI 1 (monitor 1) fader
De MONI 1-fader past het totaalniveau aan van het signaal dat van de MONITOR 1-bus naar de MONI 1­aansluiting (in-/uitgangspaneel 9) wordt gestuurd. Als de versterkerkeuzeschakelaar V is ingesteld op MONI 1-MONO, maakt het gebruik van deze fader het u mogelijk om het niveau aan te passen van het signaal dat van de SPEAKER L/MONI1 1/2-aanslui­tingen naar de luidsprekers wordt gestuurd.
F MONI 2 (monitor 2) fader
De MONI 2-fader past het totaalniveau aan van het signaal dat wordt verzonden van de MONITOR 2­bus naar de MONI 2-aansluiting (in-/uitgangspa­neel 9).
0
5
10
15
20
25 30
40
50
MONOMONI 2MONI 1 ST 1EFFECT
J

I MONO-fader

De MONO-fader past het totaalniveau aan van het monosignaal dat wordt verzonden van de STEREO­bus naar de MONO-aansluiting (in-/uitgangspa­neel 0).
Als de versterkerkeuzeschakelaar V is ingesteld op MONI 1-MONO, past deze fader ook het niveau aan van het signaal dat van de SPEAKERS R/ MONO 1/2-aansluitingen naar de luidsprekers wordt gestuurd.
Als de versterkerkeuzeschakelaar V is ingesteld op MONO (BRIDGE), past deze fader het niveau aan van het signaal dat van de SPEAKERS BRIDGE­aansluiting wordt verzonden naar de luidspreker.
J AFL (afluisteren na de fader)
Als deze schakelaar aanstaat, wordt het uitgangs­signaal dat door de corresponderende fader gaat, verzonden naar de C-R/PHONES-aansluiting (in-/ uitgangspaneel B). Maak gebruik van deze scha­kelaars als u een specifiek uitgangssignaal wilt af­luisteren met de hoofdtelefoon.

TAPE IN-sectie

In deze sectie kunt u het binnenkomende signaal van een cassettedeck of een CD-speler aanpassen, die is aangesloten op de TAPE-aansluitingen (in-/ uitgangspaneel 5).
ST
0
PFL
TAPE IN
10
K
L

G EFFECT-fader

De EFFECT-fader past het totaalniveau aan van het signaal dat van de EFFECT-bus naar de EFFECT­aansluiting (in-/uitgangspaneel A) wordt gestuurd.
Opmerking: Deze faderinstelling heeft geen in­vloed op het signaalniveau dat van de EFFECT­bus naar het ingebouwde effect wordt gestuurd.
H ST 1 (stereo 1) fader
De ST 1-fader past het totaalniveau aan van het signaal dat wordt verzonden van de STEREO-bus naar de ST 1-aansluitingen (in-/uitgangspaneel 8). Als de versterkerkeuzeschakelaar V is ingesteld op ST1 L­ST1 R, past deze fader ook het niveau van het signaal aan dat wordt verzonden naar de SPEAKERS­aansluitingen (achterpaneel 1).
Opmerking: De instelling van deze fader heeft geen invloed op het signaal dat wordt verzonden van de STEREO-bus naar de ST 2-aansluitingen.
K ST (stereo) regelaar
Deze knop past het niveau aan van het signaal dat van de TAPE-aansluitingen naar de STEREO-bus wordt verzonden.
L PFL (pre-fader afluistering) schakelaar
Als deze schakelaar aan staat, wordt het signaal, dat binnenkomt via de TAPE-aansluitingen, van het punt voor de ST-regelaar K geleid naar de C-R/ PHONES-aansluiting (in-/uitgangspaneel B).
EMX3000—Nederlandstalige handleiding
4 Bedienings- en achterpaneel

DIGITAL EFFECT-sectie

Deze sectie maakt het u mogelijk om het ingebouw­de digitale effect aan/uit te zetten en het effecttype te selecteren.
M N
MONI 1 MONI 2
10
0
8
9
7
6
10
11
5
4
12
13
3
2
14
1
15
16
O

M MONI 1/2 (monitor 1/2) regelaar

Deze knop past het niveau van het retoursignaal aan, dat van het ingebouwde digitale effect naar de MONITOR 1/2-bussen wordt gestuurd.

N ST (stereo) regelaar

Deze knop past het niveau aan van het retoursig­naal, dat van het ingebouwde digitale effect naar de STEREO-bus wordt verzonden.

O PROGRAM-selectieknop

Deze knop selecteert het effecttype van het interne digitale effect.

P ON-schakelaar

Deze schakelaar zet het interne digitale effect aan/ uit.

Q PARAMETER-knop

Deze knop wijzigt de tijdparameter van het interne digitale effect.
Opmerking: De master EFFECT-faderinstelling heeft geen invloed op het interne digitale effect­signaal.
P
ST
0
MIN
PARAMETERPROGRAM
5
VOCAL REVERB 2
6 7
VOCAL REVERB 3
VOCAL REVERB 4
8
10
MAX
Q
9
13
HALL 2
10
14
11
15
HALL 3
ROOM
12
16
10
0
ON
VOCAL ECHO 1 VOCAL REVERB 1 HALL 1 PLATE 1
1 2
VOCAL ECHO 2
3
VOCAL ECHO 3
4
VOCAL ECHO 4
DIGITAL EFFECT
PLATE 2
PLATE 3
GATE REVERB

GRAPHIC EQUALIZER-sectie

In deze sectie kunt u de klankkleur van het STEREO-bussignaal instellen.
8K4K2K1K500250125
+12
6
0
6
-12
GRAPHIC EQUALIZER
+12
6
0
6
-12
8K4K2K1K500250125
R Grafische equalizer
Dit is een 7-bands grafische equalizer waarmee u de frequentierespons van het STEREO-bussignaal kunt veranderen, door de gewenste frequentieban­den met ±12 dB te verzwakken of te versterken.
Deze grafische equalizer heeft invloed op zowel het STEREO-bussignaal dat wordt uitgestuurd naar de luidsprekers en het lijnniveausignaal dat wordt uit­gestuurd via de ST 1/2-aansluitingen (in-/uitgangs­paneel 8), en de MONO-aansluiting (in-/uit­gangspaneel 0).

S ON-schakelaar

Deze schakelaar zet de grafische equalizer aan/uit.

POWER AMP-sectie

In deze sectie kunt u de signalen selecteren die ver­stuurd moeten worden naar de ingebouwde twee­kanaals versterker.
T
U
V
LIMITER
LEVEL
+4
+18
LR
BRIDGE
ST1 L
MONI 1
MONO (BRIDGE)
POWER AMP
+4
+18
ST1 R MONO
SR
ON
EMX3000—Nederlandstalige handleiding
T LIMITER-indicator
Deze indicator gaat aan als het uitgangssignaal het maximum niveau bereikt en de limiter wordt geac­tiveerd. Pas de LEVEL-regelaar U en de betreffende fader aan, zodat de indicator alleen kort oplicht als het signaal het maximum niveau bereikt.
Opmerking: De indicator knippert of brandt langdurig als de versterker erg wordt overbelast, hetgeen kan resulteren in defecten. Vermijd der­halve dergelijke omstandigheden.
Loading...
+ 16 hidden pages