Yamaha CS1X User Manual [nl]

Yamaha CS1X User Manual

Nederlandse Handleiding

SPECIALE MEDEDELINGEN

Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere adaptor dan die, die omschreven staat in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is aangeraden door Yamaha.

WAARSCHUWING: Plaats dit produkt niet op een plaats waar iemand er op zou kunnen stappen/over zou kunnen vallen, of iemand iets over het stroomsnoer of de kabels kan rollen. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden! Als dit niet te vermijden is, hou er dan rekening mee dat de minimum snoergrootte van een 25’ snoer (of minder) 18AWG is. N.B.: des te kleiner het AWG nummer, des te groter de capaciteit. Raadpleeg de plaatselijke elektricien voor langere verlengsnoeren.

Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard die wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het component vergezellen.

SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:

Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder hier vantevoren melding van te maken op bestaande apparatuur te update’n.

Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te produceren die gehoorverlies op kunnen leveren. WERK NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gering in uw oren moet u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog. BELANGRIJK: Des te harder het geluid des te sneller schade optreedt.

Sommige Yamaha produkten zijn vergezeld van krukjes en/of accessoires die bevestigd moeten worden. Een aantal van deze accessoires moeten door de dealer worden bevestigd of geïnstalleerd. Zorg er a.u.b. voor dat krukjes stabiel zijn en te bevestigen accessoires stevig bevestigd zijn VOORDAT u er gebruik van maakt.

Krukjes die meegeleverd worden door Yamaha zijn gemaakt om op te zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.

OPMERKING:

Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis met hoe een functie of een effect werkt (als het apparaat naar behoren functioneert), worden niet gedekt door de garantie, en zijn derhalve de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer alvorens om service te verzoeken.

MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:

BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.

Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Sommige van dit type batterij kan opgeladen worden. Zorg er voor dat batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij die u op wil laden.

Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oudeen nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot oververhitting en ontploffende batterijen.

WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.

N.B.: Controleer bij uw leverancier van batterijen waar u uw oude batterijen kwijt kunt.

AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan contact op met Yamaha.

NAAMPLAATJE:

Het naamplaatje zit onderop het instrument. Op dit plaatje staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz. Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de datum van aanschaf in moeten vullen, en de handleiding goed bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.

Model

Serienummer

Datum van Aanschaf

BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED

VOORZORGSMAATREGELEN

BELANGRIJK! LEES DIT A.U.B.

VOOR U VERDER GAAT

Als u rekening houdt met de onderstaande voorzorgsmaatregels zult u vele jaren plezier hebben van uw CS1x.

PLAATSING

Om ernstige schade aan de CS1x te voorkomen moet u hem niet blootstellen aan direct zonlicht, hoge temperaturen, overdreven vochtige of stoffige omgevingen of zware schokken.

Plaats de CS1x altijd op een stevige ondergrond zoals een keyboard standaard of een stevige tafel of bureau.

STROOMVOORZIENING

Zet de CS1x uit als u hem niet gebruikt.

Gebruik alleen de meegeleverde PA-3B of aanverwante adaptor. Het gebruik van een verkeerde adaptor kan de CS1x onherstelbaar beschadigen, en u kunt zelfs een stroomschok krijgen.

Als u de CS1x lange tijd niet gebruikt moet u de adaptor uit het stopcontact halen.

Haal de CS1x uit het stopcontact tijdens onweer.

Steek de CS1x niet in hetzelfde stopcontact als apparatuur met hoge stroomconsumptie zoals elektrische verwarmingselementen of ovens. Gebruik ook geen multi-stekkers aangezien deze de geluidskwaliteit verslechteren en zelfs schade kunnen veroorzaken aan het instrument.

HAAL ALLE KABELS UIT INSTRU-

MENTEN TIJDENS AANSLUITEN

Om schade te voorkomen aan de CS1x en andere apparatuur, zoals het geluidssyteem of MIDI instrumenten, moet u alle instrumenten uitzetten, en alle kabels loshalen voordat u audioen MIDI kabels aansluit op de CS1x.

INTERFERENTIE

Zet de CS1x niet in de buurt van TV’s, radio’s en andere apparatuur die elektro magnetische velden genereren aangezien deze de CS1x kunnen storen en interferentie kunnen veroorzaken in de andere apparatuur.

BACK-UP BATTERIJ

De CS1x bevat een long-life batterij die de inhoud van het User Memory bewaard als het instrument uitstaat. De back-up batterij gaat enkele jaren mee. Als deze vervangen moet worden verschijnt “Battery Low” in de display zodra het instrument wordt aangezet. Als dit gebeurt moet u de backup batterij laten vervangen door Yamaha personeel.

Vervang de batterij niet zelf.

TRANSPORT

Ga voorzichtig met de CS1x om. Schokken veroorzaakt door vallen, stoten of het plaatsen van zware voorwerpen op de CS1x kan resulteren in ernstige schade aan de CS1x.

Ga voorzichtig met knoppen, aansluitingen en andere onderdelen om.

Haal alle kabels uit de CS1x tijdens verplaatsen. Verwijder kabels door aan de plug te trekken, niet aan de kabel.

SCHOONMAKEN

Gebruik nooit chemische oplosmiddelen of verdunners om de CS1x schoon te maken, aangezien deze de lak beschadigen of de toetsen dof maken. Veeg het instrument schoon met een zachte, droge doek. Gebruik, indien noodzakelijk, een zachte schone, licht met schoonmaakmiddel bevochtigde doek. Veeg het instrument vervolgens af met een droge doek.

Plaats geen voorwerpen van vinyl op het instrument aangezien vinyl blijft plakken en het oppervlakte kan verkleuren.

DATA BACKUP

Yamaha raadt aan dat u uw muziekdata regelmatig save’t met een extern opslagmedium zoals een Yamaha MDF2 MIDI Data Filer. Yamaha kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het verlies van data.

ONDERHOUD EN AANPASSEN

Er zitten geen onderdelen in de CS1x die u zelf kunt vervangen, dus maak het instrument niet open, en knoei op geen enkele manier met de interne elektronika. Dit kan resulteren in een elektrische schok of schade aan het instrument. Laat al het onderhoud over aan gekwalificeerd Yamaha personeel.

BELANGRIJKE OPMERKING

Yamaha kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan de CS1x door onjuist gebruik of onjuiste bediening, of voor verlies van data.

OPMERKINGEN

De fabrieknamen en produktnamen in deze handleiding zijn de handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende fabrikanten.

De illustraties van de LCD schermen in deze handleiding zijn bedoeld als instruktie hulpmiddelen, en kunnen in sommige gevallen iets afwijken van de schermen die verschijnen op uw instrument.

1

Inleiding

2

In den Beginne was er de knop....

En de knop was goed. Fantastisch zelfs.

Je kon ‘m gewoon pakken, ‘m naar links draaien, naar rechts draaien, doen wat je wilde, wanneer je het wilde.

En er waren allerlei soorten knoppen. Knoppen voor de attack en release van het geluid. Knoppen voor de cutoff filter en resonance. En andere knoppen voor vele andere aspecten van analoge synthesizer geluiden.

Door te draaien aan de knoppen was het mogelijk om een bijna oneindige reeks geluiden te produceren. Vette geluiden. Vreemde geluiden. Mooie geluiden. Magische geluiden.

Dit waren de 60’er jaren, en zo machtig was de knop dat muziek voorgoed veranderde.

En de term synthesizer werd een bekend woord over de hele wereld.

Maar de knop was niet perfect...

Vanaf het begin was de knop briljant, en makkelijk te grijpen. Het gaf de muzikant volledige controle over het geluid. Het opende een hele nieuwe wereld van geluidsmogelijkheden.

Dit waren de 70’er jaren, waarin een aantal van de beste opnamen in muziekgeschiedenis werden geschreven. Analoge “synths” vonden hun weg naar het podium, de studio en andere compositie oorden in de wereld. Maar zo simpel, recht voor z’n raap en krachtig als de analoge synths waren was ook de prijs die in de meeste gevallen buiten het bereik lag van de gemiddelde muzikant. Daarbij was de toonhoogte van de synth over het algemeen erg gevoelig voor kleine spanningswisselingen in het lichtnet, zodat de stemming onveranderlijk onstabiel bleef.

Daarbij was er ook geen betrouwbare manier om paneelinstellingen en originele geluiden te bewaren, behalve het vervelende noteren van knopstanden in lijsten en kattebelletjes met pen en papier.

Dit kon natuurlijk beter.

Technici over de hele wereld begonnen dan ook met zoeken naar een betere manier, en er werden grote stappen gezet bij de ontwikkeling van een meer stabiele, lager geprijsde, handigere technologie. Het werd tijd voor een nieuwe doorbraak in elektronische geluidssynthese.

En toen kwam het digitale wonder...

In het begin van de jaren ‘80 zagen we een aantal doorbraken van digitale synthesizer technologie die weer op het punt stond een revolutie teweeg te brengen in de moderne muziek.

Muzikanten overal ter wereld omarden nieuwe technologieën zoals FM, die in staat waren op juiste wijze de geluidskarakteristiek van van akoestischeen andere instrumenten te reproduceren, en AWM (PCM) die werkte met “samples” van echte instrumenten, hetgeen een ongekende rijkdom opleverde bij het produceren van muzikale textures en geluidsmogelijkheden.

De grote kick van de nieuwe synthesizers was - aan de buitenkant - de stroomlijn, met veel minder knoppen dan analoge synths en een display scherm waarop informatie werd geboden voor iedere parameter. In één klap was de knop vrijwel overbodig.

Instabiele stemming was verleden tijd. Geheugen was de toekomst. Digitale synthesizers waren - binnenin - voller dan ooit, aangezien honderden verbazingwekkende akoestische en elektronische geluiden konden worden opgeslagen en opgeroepen met de druk op een knop. Talloze nieuwe functies waren voorhanden. Gehele paneelinstellingen en configuraties konden worden opgeslagen en opgeroepen met de druk op één knop.

Dit was de digitale revolutie die MIDI, GM, XG, sequencing, sampling, looping, multitimbraliteit, DSP effecten en vele andere doorbraken in elektronische muziek mogelijk maakte. Doorbraken die voorgoed de manier veranderde waarop we les

geven, componeren, optreden en naar muziek luisteren. Daarbij zorgden wereldwijde ontwerp standaards er voor dat hardwareen software produkten van verschillende fabrikanten zonder problemen samenwerkten. En toch maakte digitaal de wereld niet perfect...

Chaos kwam over het land...

Hoe handig, dynamisch en toegankelijk digitale synthese ook was, het was niet perfect. Het had bepaalde gebreken, al waren dit anderen dan die bij analoge synthese. Gestroomlijnde paneel ontwerpen en het gemis van de knop betekende dat al die honderden fantastische nieuwe functies verdeeld en opgestapeld moesten worden in pages, subpages en verborgen menu’s - hetgeen betekende dat je meerdere malen één of meerdere knoppen in moest drukken om een functie te vinden, en dan nog meerdere om deze daadwerkelijk te manipuleren.

En het gigantische leerproces van vele digitale synthesizers werd een legende op zichzelf. Vreemd genoeg was de synthesizer hard op weg om een wetenschappelijk instrument te worden in plaats van een muziekinstrument.

Het was derhalve onvermijdelijk dat velen klaagden en nostalgisch praatten over vroeger toen het nog simpel was, praatten over de knop. Over de warme, vette, wonderlijk analoge geluiden. Over minder functies.

Over een eenvoudiger te gebruiken elektronisch instrument. Er was een duidelijke behoefte aan een analoge-stijl digitale synthesizer die knoppen had, en alle voordelen van de digitale geheugens en andere handige - in het bijzonder interactieve - functies. Één die zelfs de meest harvochtige gebruiker van digitale of analoge systemen kon overtuigen.

Een uitstekend te gebruiken synthesizer die net zo aantrekkelijk moest zijn voor toetsenisten van het eerste uur, als desktop muziek hobbyisten, serieuze amateurs en doorwinterde professionals.

Een krachtig op zich staand instrument met populaire dance muziek en andere breed inzetbare klanken, maar ook met klanken geschikt voor klassieke muziek.

Een ideaal multitimbraal MIDI component die zelfs in het meest uitgebreide systeem zou passen.

Één die bescheiden geprijsd zou zijn en toch bijzonder krachtig. Het was eigenlijk alleen een kwestie van tijd voordat de donder van het analoge zich zou verenigen met de bliksem van het digitale om nog eens het uiterlijk van muziekmogelijkheden voorgoed te veranderen.

En Yamaha hoorde de kreten om hulp

Gelukkig erkende Yamaha dat er iets gemaakt moest worden om het beste uit de digitaleen analoge wereld samen te brengen. Het resultaat hiervan was de Yamaha Control Synthesizer CS1x. De CS1x bevat het beste uit de analoge wereld - eenvoud, natuurlijke interactiviteit, vette sounds en natuurlijk de knop - en verenigt deze met het beste uit de digitale wereld - stabiele toonhoogte, meer dan voldoende geheugen, configuraties die met één druk op de knop worden opgeroepen, honderden voices, MIDI en nog veel, veel meer - en is hierdoor een unieke “control” synthesizer.

Een synthesizer met alle bekende concepten, geliefd bij zowel analoge en digitale aanhangers. Ééntje die zelfs de meest verwoede aanhangers in beide kampen tevreden stelt.

Niets te verbergen...

Misschien het meest opvallende - maar zeker het meest verfrissende - aspect van de CS1x Control Synthesizer is zijn eerlijkheid. ‘What you see is what you get’: alle functies worden voor zichzelf sprekend uitgelegd op het paneel.

De verzameling van zes draaiknoppen zijn onweerstaanbaar - en geven onmiddelijk hoorbaar resultaat als er aan gedraaid

wordt.

Dankzij de Sound Control Knoppen, de duidelijk van labels voorziene paneel knoppen en de LCD is de huidige status van de CS1x altijd kristalhelder.

Het numerieke toetsenbord en andere knoppen - w.o. Scenes, oftwel een ‘foto’ van knop posities - geven snel en gemakkelijk toegang tot wat voor parameter of setup dan ook die u nodig hebt, op het moment dat u het nodig hebt.

Hierdoor dat betreft is de CS1x een uniek realtime instrument. De honderden, fantastisch klinkende AWM2 (Advanced Wave Memory 2) instrument voices (samengesteld uit digitale opnamen van hoge kwaliteit van daadwerkelijke instrumenten en andere geluiden), drie digitale effect units (met 11 Reverb-, 11 Chorusen 43 Variation type effecten) en ontelbare andere parameters kunnen worden geconfigureerd op ontelbare manieren en kunnen worden opgeslagen in het geheugen.

Performances, complete configuraties bestaande uit vier Layers (voices) kunnen tegelijkertijd bespeeld worden, met effecten en andere parameters, en Multi’s, een configuratie van 16 Parts en andere parameters om Multitimbraal te spelen (m.b.v. een externe sequencer of computer) bieden een uniek aantal mogelijkheden en maken van de CS1x een handige synthesizer voor letterlijk iedere voorkomende muzikale situatie.

Daarbij garandeert de 32-stemmige polyfonie u er van dat u genoeg stemmen hebt om zelfs de meest veeleisende arrangementen af te spelen.

De interne arpeggiator die verschillende soorten arpeggio’s genereert, en kan worden aangestuurd door een externe MIDI clock, is verschrikkelijk handig bij het opvrolijken van uw muziekstuk - of bij het in brand van de dansvloer.

Gaat heen, en vermenigvuldigt U...

En al is de CS1x eenvoudig - en krachtig - in zijn eentje, hij is wel degelijk ontwikkeld om in een wat voor uitgebreid muzieksysteem dan ook te passen, wat u wilt creëeren.

General MIDI (GM) compatibiliteit maakt de CS1x tot een ideale toongenerator, die de vele Standaard MIDI files, of andere verkrijgbare GM files, precies afspeelt zoals hij bedoeld is, via een externe sequencer.

XG compatibiliteit maakt de CS1x tot een supermodern kunstwerk - volkomen in staat om gebruik te maken van de uitgebreide geluidsmogelijkheden en expressiviteit die dit opwindende formaat mogelijk maakt in de komende maanden en jaren.

Een TO HOST aansluiting en HOST SELECT switch bieden een directe interface tussen een PC of MacIntosh computer, zodat u meteen in de interessante wereld van desktop muziek kan springen zonder eerst interfaces hardware aan te moeten schaffen. Als u voor het eerst een synthesizer aanschaft kunt u uw systeem op uw eigen snelheid uitbreiden.

Misschien kunt u eerst een - niet zo dure - Yamaha QY sequencer aanschaffen om gebruik te kunnen maken van de multitimbrale eigenschappen van de CS1x. Met een QY sequencer kunt 16 muziek “onderdelen (parts)” opnemen, allemaal op een eigen MIDI kanaal - net als een multitrack recorder, maar met ongekende edit mogelijkheden.

De volgende stap zou de compacte, goedkope, SU10 sampler kunnen zijn, zodat u muzikale stukjes zou kunnen samplen en andere geluiden kunt toevoegen om een geheel unieke dimensie toe te voegen aan uw muziek.

Als laatste zou u een computer toe kunnen voegen, zodat u gebruik kunt maken van vele verschillende soorten muziek software die nu verkrijgbaar zijn en die die nog uit moeten komen. Met de CS1x als hart van uw systeem bent u klaar om uw eigen muzieksysteem op te bouwen, en kunt u uw muzikale kwaliteiten zo ver laten gaan als u wilt - op natuurlijk wijze.

3

BELANGRIJKSTE KENMERKEN van de CS1x

De CS1x is expres ontwikkeld met een intuïtieve, interactieve user interface, dankzij vele speciale paneelknoppen en geluid edit mogelijkheden die tijdens het spelen op gemakkelijke wijze - in realtime - kunnen worden gewijzigd. De belangrijkste kenmerken zijn;

6 Sound Control Knoppen waarmee u, onder het spelen, direct toegang krijgt tot de belangrijkste parameters van de huidige voice, en 2 Scene geheugens waarmee u onmiddellijk de gespecificeerde Sound Control knop posities op kunt roepen. Met het Modulation Wheel of een aangesloten Footcontroller kunt u continuous wijzigingen aanbrengen tussen de Scene 1 en Scene parameter waarden.

480 GMen XG compatible AWM2 instrument voices en 11 drum voices, of kits, in Multi Play mode. Er zijn nog meer voices beschikbaar in de Performance mode die kunnen worden toegewezen aan de Performances.

Performance mode met complete configuraties van Layers (4 voices op elkaar gestapeld of in geavanceerde keyboarden velocity splits), digitale effecten en andere parameters. Er zijn totaal 128 Preset Performances en 128 User Performances.

Multi Play mode voor multitimbraal spel tot max. 16 Parts (verdeeld over 16 MIDI kanalen; als u gebruikt maakt van een externe sequencer) met 32-stemmige polyfonie. TO HOST aansluiting en TO HOST switch maken directe aansluiting mogelijk op IBM PC/AT of Apple Macintosh computers.

3 onafhankelijke DSP digitale effect units die tegelijk gebruikt kunnen worden - Reverb (11 soorten), Chorus (11 soorten) en Variation (43 soorten).

Arpeggiator met 30 soorten arpeggio akkoorden en 10 timing onderverdelingen. Het tempo van de arpeggiator kan worden bestuurd door externe MIDI clock.

4

Inhoud

De CS1x In één Oogopslag.....................................

6

Laten we Beginnen ................................................

9

Hoe de CS1x Geluid Genereert ............................

12

Belangrijkste CS1x Bedienings Modes ...............

14

Functie Naslagwerk....................

20

Performance Mode ..............................................

20

Common Edit 1 ................................................

22

Common Edit 2 ................................................

25

Layer Edit 1 ......................................................

27

Layer Edit 2 ......................................................

30

Layer Edit 3 ......................................................

31

Layer Edit 4 ......................................................

33

Multi Play Mode ...................................................

36

Utility Mode ..........................................................

40

Store Mode ...........................................................

44

Fabrieksinstellingen ............................................

46

Appendix ....................................

47

Digitale effecten ..................................................

47

Over MIDI..............................................................

53

Specificaties ........................................................

57

Troubleshooting (‘in de problemen’) ...................

58

Foutmeldingen .....................................................

59

Index ....................................................................

60

5

DE CS1x IN EEN OOGOPSLAG

PHONES L/MONO

R

DC IN

POWER

FOOT

FOOT

FOOT

INPUT

TO HOST HOST SELECT

IN

OUT

THRU

 

OUTPUT

 

 

 

VOLUME

CONTROLLER

SWITCH

 

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

 

PERFORM

 

 

EFECT

 

 

 

PERFORM

TYPE

 

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

 

 

 

 

DIVIDE

 

 

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

 

COMMON

P BEND

 

 

 

MW

 

 

 

 

FC

 

 

 

 

PORTA

 

ASSIGN1

RANGE

 

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EF

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

 

 

 

NOTE

 

 

 

 

VEL

 

 

 

 

ASSIGN2

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

 

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

SFT

 

 

 

LOW

 

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VWX

YZ'

*&

 

 

AEG

 

 

 

 

LFO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

SPEED

PHASE

 

AMP EG

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

 

STORE

7

8

9

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

PEG

 

 

INIT

LAYER

 

 

 

 

 

 

MULTI

UTILITY

 

ATK

FEG

SUS

 

 

 

 

 

REL

 

 

 

ARPEGGIO HOLD

 

 

MNO

PQR

STU

 

DCY

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

 

VOLUME

ATTACK

RELEASE

ASSIGN 1/DATA

SHIFT

 

 

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

+

 

 

 

4

5

6

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

FILTER

POLY/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

PART/LAYER/

OCTAVE

 

 

 

DEF

GHI

JKL

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

3

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MW/FC

 

 

 

PRESET

USER

 

 

 

ABC

 

SPACE

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

+

PRESET USER ARPEGGIATOR

0

 

ENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FILTER

 

 

 

PROGRAM

 

 

 

 

NO/

YES

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCENE

CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

 

 

 

 

 

 

QUICK PC

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

 

PITCH MODULATION

Front

Paneel

! VOLUME

Draai aan deze knop om het het volume af te stellen als u een koptelefoon of luidsprekers gebruikt.

" SOUND CONTROL

KNOPPEN

De zes Sound Control Knoppen geven u direct toegang tot de belangrijkste parameters van de huidige geselecteerde Performance/voice. Draaien aan de knoppen wijzigt de parameter waarden (links voor negatieve waarden, rechts voor positieve waarden) en heeft onmiddellijk resultaat; de letter “E” verschijnt naast het Performance nummer in de LCD om aan te geven dat de originele voice is ge-edit. Iedere knop heeft een exact midden die de originele waarde van de parameter voorstelt.

ATTACK (Knop 1) - Deze knop regelt de attack time van de voice. Naar links draaien verhoogt de attack time, naar rechts draaien verlaagt attack time (zie pag. 30).

RELEASE (Knop 2) - Deze knop regelt de release time van de voice. Naar links draaien maakt de release korte, naar rechts maakt de release langer (zie pag. 32).

ASSIGN 1/DATA (Knop 3) - Deze knop heeft twee functies. Als ASSIGN 1 knop kunt u één van de 28 functies er aan toewijzen - w.o. Performance Volume, Arpeggiator Tempo of type, Portamento Time e.a. - en besturen door er aan te draaien. Als DATA entry knop kunt u met deze knop snel data veranderen van de huidig geselecteerde edit parameter.

CUTOFF (Knop 4) - Deze knop bepaalt de cutoff frequency van het filter, oftewel het frequentie punt waarboven andere frequenties worden weggefilterd. Naar links draaien geeft een diepere, ronder geluid, naar rechts draaien geeft een dunner, helderder geluid (zie pag. 25).

RESONANCE (Knop 5) - Deze knop bepaalt de hoeveelheid filter resonantie of het benadrukken van de cutoff frequentie. Naar links draaien geeft een relatief vlakke respons, naar rechts draaien voegt overtones toe en maakt het geluid resonanter (zie pag. 34).

ASSIGN 2 (Knop 6) - Met deze knop kunt u één van de 28 parameters besturen die u er aan toe kunt wijzen - w.o. Volume, Note Shift, Pan, Chorus Send e.a. (zie pag. 29).

# SCENE 1 & 2

Iedere Performance bevat Scene geheugens die specifieke standen van de zes Sound Control Knoppen onthouden (zie pag. 16).

Druk op SCENE 1 of SCENE 2 om onmiddellijk de gespecificeerde instellingen op te roepen. Een LED naast iedere SCENE knop gaat branden om aan te geven welke Scene momenteel aktief is. U kunt van tevoren uw eigen Scenes opslaan m.b.v. de Store mode (zie pag. 44).

Als u één SCENE knop vast-houd en dan de andere SCENE knop indrukt, gaan beide LED’s branden waarmee aangegeven wordt dat u het Modulation Wheel of aangesloten Footcontroller kunt gebruiken om realtime continuous parameter wijzi-gingen te maken tussen de ene Scene en de andere (zie pag. 45).

$ ARPEGGIATOR

Druk op deze knop om de interne arpeggiator te activeren, waarmee u automatisch arpeggio’s kunt creëeren door een akkoord aan te slaan. Een indicator verschijnt rechtsonder in de LCD als de Arpeggiator aan is (zie pag. 22).

Er zijn verschillende Arpeggiator Typen en Arpeggiator Timing onderverdelingen. Deze parameters, en die van het Tempo, kunnen bepaald worden met de Common Edit 1 Menu parameters (zie pag. 23).

Als u op deze knop drukt terwijl u SHIFT vasthoud, is de “hold” functie actief, zo speelt de arpeggio door, zelfs als u de toetsen loslaat. Drukt u deze knop nog een keer in stopt de arpeggiator (zie pag. 23).

Met de arpeggiator split functie kunt u het toetsenbord splitsen op C3; de akkoorden die u links van het splitpunt speelt creëeren arpeggio’s, en die aan de rechterkant produceren gewone akkoorden (zie pag. 23).

6

% ARPEGGIATOR

Met deze knop kunt u oktaaf instelling omhoog of omlaag transponeren en de Arpeggio Hold en Split functies ingeven (zie pag. 23).

• Om de oktaaf instelling te transponeren moet u de SHIFT knop vasthouden en op [-] (oktaaf naar beneden) of [+] (oktaaf naar boven) drukken, direct onder de SHIFT knop (zie pag. 15).

& PART/LAYER [-]/[+]

Met deze knoppen kunt u één van de vier Layers in Performance mode selecteren (zie pag. 14) of één van de 16 parts in Multi Play mode (zie pag. 17). Welke Layer of Part momenteel is geselecteerd staat rechts onderin in de display aangegeven.

' PRESET

Druk in Performance Mode op deze knop om de bank van 128 Preset Performances te activeren (zie pag. 20).

( USER

Druk in Performance Mode op deze knop om de bank van 128 User Performances te activeren (zie pag. 20).

) PROGRAM [-]/[+]

Druk op één van deze knoppen om één voor één omhoog ([+]) of omlaag ([-]) te wandelen door de Performances (in Performance mode) of de voices (in Multi Play mode) (zie pag. 20).

gewenste nummer in te drukken (1~128) en vervolgens op de ENTER knop te drukken (zie pag. 20).

In Quick Program Change mode kunt u hiermee een specifieke Performance (Performance mode) of voice (Multi Play mode) in de momenteel aangewezen groep van 10 selecteren - door het laatste cijfer in te drukken (0~9) van de gewenste Performanceof Voice nummer (zie pag. 21).

Bij het editten van parameters kunt u met deze snel een specifieke waarde selecteren - door het gewenste nummer in te geven en op ENTER te drukken (zie pag. 20).

Bij het benoemen van een User Performance kunt u met deze de letters van de naam selecteren, die staan aangegeven boven iedere knop (zie pag. 24).

, [-]/NO/QUICK PC

Deze knop heeft drie functies:

• Als [-] knop kunt u hem gebruiken om negatieve waarden in te geven bij het editten van parameters met het numerieke toetsenbord. Druk er op alvorens het nummer in te geven en druk op ENTER.

• Druk er één keer op in Performance of Multi Play mode om naar de Quick Program Change functie te gaan. De 100 en 10 waarden van het Performance of Voice nummer wordt getoond als dik lettertype om aan te geven dat deze niet veranderd kunnen worden als Quick Program Change actief is. Druk nog een keer op de knop om Quick Program Change uit te zetten (zie pag. 21).

• In Store mode kunt u met deze knop de Store handeling annuleren (NO) als u van gedachte veranderd bent.

* BACK LIT LCD

De LCD biedt verschillende soorten informatie die op duidelijke wijze de huidige status van de CS1x aangeven, afhankelijk van de mode knop op het frontpaneel dat u indrukt.

+ NUM. TOETSENBORD

Het numerieke toetsenbord kent meerdere functies, afhankelijk van de geselecteerde mode.

In Performance mode of Multi Play mode kunt u hiermee een bepaald Performance nummer of voice nummer selecteren - door het

- ENTER/YES

Deze knop heeft drie functies:

• Bij het met het numerieke toetsenbord selecteren van een Performance (Performance mode) of Voice nummer (Multi Play mode) moet u op ENTER drukken om de wijziging door te voeren (zie pag. 20).

• Bij het met het numerieke toetsenbord toewijzen van edit parameter waarden moet u op ENTER drukken om de wijziging door te voeren (zie pag. 22).

• In Store mode kunt u met deze knop de Store handeling bevestigen (YES) (zie pag. 44).

. MODE SELECT

SWITCHES

Druk hier op om de bedieningsmode te selecteren.

PERFORMANCE - in Performance mode kunt u één van de Preset of User Performances selecteren, en editten met de Edit Parameter Rotary Switch en Parameter Waarde UP/DOWN knoppen. Druk op PERFORMANCE om vanuit een andere mode naar de Performance mode te gaan, of om het Performance select scherm weer te selecteren na het editten in Performance mode (zie pag. 20).

MULTI - Druk op deze knop om naar de Multi Play mode te gaan waar u 16 parts kunt toewijzen om multitimbraal te bespelen m.b.v. een externe sequencer. Parameter die kunnen worden ge-edit in de Multi Mode staan afgebeeld in een rij direct onder de Parameter waarde UP/DOWN knoppen (zie pag. 36).

STORE - Met deze knop kunt u zowel User Performances als Scenes store’n (opslaan) (zie pag. 44).

UTILITY - Druk op deze knop om naar die “systeem” parameters te gaan die de CS1x in zijn geheel beïnvloeden - zoals Master Tune, MIDI Transmit en Receive Kanalen, Local On/Off enz. - en staan afgebeeld boven iedere Parameter Waarde UP/DOWN knop (zie pag. 40).

/ EDIT PARAMETER

ROTARY SWITCH

Draai aan deze knop om één van de zes menu’s met edit parameters in de Performance Mode te selecteren.

COMMON - De Common parameters (Common Edit 1, 2 Menu’s) zijn die parameters die gelden voor de gehele momenteel geselecteerde Performance; m.a.w. het maakt niet uit welke Layer momenteel is geselecteerd, want de common parameters gelden voor alle Layers hetzelfde (zie pag. 14).

LAYER - De Layer parameters (Layer Edit 1, 2, 3, 4 menu’s) zijn die parameters die alleen gelden voor de momenteel geselecteerde Layer (1~4, aangegeven met de PART/LAYER knoppen) in een Performance (zie pag. 14).

0 PARAMETER VALUE

UP/DOWN KNOPPEN

Met deze tien knoppen krijgt u toegang tot bepaalde parameters in Performance, Multi en Utility modes, en kunt u de waarde van de momenteel geselecteerde edit parameter wijzigen.

PERFORMANCE MODE - Na het selecteren van een Edit menu rij met de Edit Parameter Rotary Switch, moet u één keer op de Parameter Waarde UP/DOWN knop drukken onder de gewenste parameter om toegang te krijgen tot de parameter. De parameter naam en huidige waarde verschijnt in de LCD. Druk vervolgens op [UP] of [DOWN] om de huidige parameter waarde te verhogen of te verlagen (zie pag. 14).

MULTI PLAY MODE - Druk op de Parameter waarde UP/DOWN knop onder de gewenste parameter die staat afgebeeld op het paneel, boven de knop. De parameter naam en huidige waarde verschijnt in de LCD. Druk vervolgens op [UP] of [DOWN] om de huidige parameter waarde te verhogen of te verlagen (zie pag. 17).

UTILITY MODE - Druk op de Parameter waarde UP/DOWN knop onder de gewenste parameter die staat afgebeeld op het paneel, boven de knop. De parameter naam en huidige waarde verschijnt in de LCD. Druk vervolgens op [UP] of [DOWN] om de huidige parameter waarde te verhogen of te verlagen (zie pag. 40).

1 PITCH

Met het Pitch Wheel kunt u tijdens het spelen de toon omhoog of omlaag buigen. Laat u hem los springt hij automatisch terug in de middenstand. In Performance mode kunt u het Pitch Bend Bereik afstellen in het Common Edit 2 menu (zie pag. 25).

2 MODULATION

Met het Modulation Wheel kunt u het geluid voorzien van een voorheen ingestelde hoeveelheid vibrato of tremelo. Deze kan ingesteld worden om zowel de filter cutoff, filter modulation, pitch modulation (Common edit 2 menu, zie pag. 25) als andere controllable parameters te beïnvloeden (zie pag. 43).

7

DE CS1x IN EEN OOGOPSLAG

 

 

MIDI

 

 

HOST SELECT

 

 

 

 

 

ASSIGNABLE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

PHONES

 

 

 

 

 

 

PC-2 PC-1

 

 

 

 

FOOT

FOOT

FOOT

 

 

POWER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

THRU

OUT

IN

MIDI Mac

TO HOST

INPUT

SWITCH

CONTROLLER

VOLUME

 

 

 

ON

 

 

OFF

DC IN

 

R

 

L/MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter

Paneel

! MIDI

Op de MIDI IN, OUT en THRU poorten kunt u andere MIDI instrumenten zoals een MIDI toetsenbord, toongenerator, sequencer of computer aansluiten. m.b.v. een MIDI kabel. (Zet de HOST SELECT switch op MIDI als u gebruik maakt van de MIDI ingangen.) MIDI IN is voor het ontvangen van data. MIDI OUT is voor het uitsturen van data en voor data dumpen naar andere CS1x’en of MIDI opslag-media. MIDI THRU is voor het maken van een ‘daisychain’ ketting van meerdere MIDI instrumenten, daar de MIDI data die ontvangen wordt door de MIDI IN van de CS1x onveranderd wordt doorgegeven via de MIDI THRU poort van de CS1x (zie pag. 9).

" HOST SELECT

Met de HOST SELECT switch kunt u het type host computer bepalen (zie pag. 10). Zet deze op MIDI voor normale MIDI transmissie en ontvangst als er geen host computer is aangesloten.

# TO HOST

Op de TO HOST terminal kunt u de CS1x direct op een host computer aansluiten die niet uitgerust hoeft te zijn met een MIDI interface.

$ INPUT

Sluit hier een externe audio bron op aan (zoals een keyboard of CD speler) met een stereo of mono mini plug, zodat u zijn audio signalen kunt mengen met de CS1x voices. Het gemengde signaal komt uit de CS1x zonder dat er een extern mengpaneel nodig is.

% FOOTSWITCH

Hier kunt u een los verkrijgbare FC4 of FC5 footswitch op aansluiten om hold on/off, portamento on/off en anderen te besturen, ingesteld door de Assign Control Change Nummer instelling in de Utility mode (zie pag. 43).

& FOOTCONTROLLER

Een los verkrijgbare footcontroller FC7 of FC9, aangesloten op deze jack, kan worden gebruikt om zowel filter modulation, filter cutoff en het Variation effect (Common Edit 2 menu, zie pag. 26) als het Control Change Nummer te besturen (zie pag. 43).

'FOOT VOLUME

Een los verkrijgbare footcontroller FC7 of FC9, aangesloten op deze jack, kan het algehele volume besturen.

( POWER

Druk op deze knop om de CS1x aanen uit te zetten.

) DC IN

Sluit hier de meegeleverde Yamaha PA-3B AC adaptor op aan. (PAS OP: Gebruik geen andere adaptor dan de Yamaha PA-3B of aanverwante adaptor; aangezien het gebruik van een verkeerde adaptor onherstelbare schade kan veroorzaken, en zelfs een stroomschok kan geven.

* OUTPUT

De stereo OUTPUT jacks kunnen worden aangesloten op een externe stereo versterker/ luidspreker systeem. Als u een mono systeem gebruikt moet u alleen de L/MONO jack aansluiten.

+ PHONES

Op de PHONES jack kunt u een stereo koptelefoon aansluiten om privé te oefenen.

8

LATEN WE BEGINNEN

Het Aansluiten van Uw CS1x

De Control Synthesizer CS1x komt letterlijk klaar om te spelen uit de doos.

Sluit de meegeleverde PA-3B adaptor aan op de DC IN aansluiting op het achterpaneel. Sluit vervolgens de adaptor aan op een nabij gelegen stopcontact.

Voordat u het instrument aanzet, moet u eerst overige apparatuur aansluiten op de CS1x zoals luidsprekers met ingebouwde versterker en/of MIDI instrumenten.

Er zijn vele manieren om een CS1x op te nemen in een simpel of uitgebreid muzieksysteem. Hieronder staan een aantal voorbeelden om u op weg te helpen.

PAS OP

Sluit geen andere adaptor aan dan de PA-3B. Een andere daptor kan resulteren in onherstelbare schade aan de CS1x, en kan zelfs een stroomschok geven.

Zorg er voor dat u de adaptor uit het stopcontact haalt als u de CS1x niet gebruikt.

Alleen de CS1x

In het eenvoudigste geval sluit u alleen maar een stereo koptelefoon aan op de PHONES jack op het achterpaneel.

Als op zichzelfstaand instrument kunt u de CS1x aansluiten op luidsprekers met ingebouwde versterker, als volgt;

BIj stereo gebruik moet u de ene kant van twee audio kabels aansluiten op de CS1x OUTPUT (L/MONO, R) jacks, en de andere kant op de verschillende luidspreker inputs, zoals getoond wordt in onderstaande illustratie. (Voor mono gebruik moet u één kant van een enkele audio kabel aansluiten op de L/MONO jack van de CS1x, en de andere op de input van de luidspreker met ingebouwde versterker.

LUIDSPREKERS MET

INGEBOUWDE VERSTERKER

AMPLIFIED

SPEAKERS

L L RR INPUTINPUT

PHONES

L

R OUTPUT

PHONES

L

R OUTPUT

CS1xCS1x

PAS OP

Om schade te voorkomen aan de luidsprekers of ander aangesloten elektronische apparatuur, moet u, voordat u wat voor onderdeel dan ook aanzet, het volume niveau van de CS1x en andere aangesloten apparatuur op minimum zetten.

De CS1x Met een Externe

Sequencer

De onderstaande illustratie toont de CS1x met een Yamaha QY series sequencer, in welke combinatie u volledig gebruik kan maken van de multitimbrale capaciteiten, en u 16 verschillende muziekinstrumenten (parts) tegelijk voort kan brengen.

U heeft wel MIDI kabels nodig om de aansluiting te maken.

1.Sluit een MIDI kabel aan op de MIDI OUT poort van de CS1x en de MIDI IN van de sequencer, en sluit een andere kabel aan op de MIDI IN poort van de CS1x en de MIDI OUT van de sequencer.

2.Zet de HOST SELECT switch op MIDI.

HOST SELECT

MIDI IN

PC-2 PC-1

MIDI

 

Mac

MIDI OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MIDI QY300 etc...

OUT

MIDI IN

CS1x

In dit geval worden de noten die u speelt op het toetsenbord verstuurd als MIDI noot event data naar een bepaald MIDI kanaal van de sequencer. Door verschillende kanalen te selecteren kunt u ieder Part individueel opnemen, terwijl u de reeds opgenomen Parts beluistert tijdens het opnemen.

Tijdens het opnemen van Parts in een externe sequencer moet u LOCAL instelling van het toetsenbord op OFF zetten (zie pag. 42). Als Keyboard Local op OFF staat, spreken de toetsen die u speelt op het toetsenbord niet direct de toongenerator van de CS1x aan, maar de noot en event data wordt wel verstuurd via de MIDI OUT.

Aangezien de interne toongenerator van de CS1x reageert op nooten andere data die hij ontvangt via de MIDI IN, worden de toetsen die u aanslaat op het toetsenbord naar de seqeuncer gestuurd en vervolgens terug “ge-echo’d” naar de CS1x, en klinken de noten met het geluid van één van de 16 Parts van de CS1x (afhankelijk van de huidige MIDI kanaal afstelling).

Zie pag. 41 voor details over het toewijzen van CS1x MIDI kanalen. Voor details over het toewijzen van MIDI kanalen en het instellen van andere parameters op de externe apparatuur, zoals een sequencer, verwijzen we u naar de handleiding van de betreffende apparatuur.

9

De CS1x Aansluiten op een MIDI Opslagmedium

U kunt de CS1x ook aansluiten op een MIDI opslagmedium, zoals de Yamaha MDF2 MIDI Data Filer, om een “bulk dump” uit te voeren, oftewel een User Performance (“1 Perf” instelling) of alle User Performances en Utility parameters (“All” instelling) te bewaren op disk.

Op deze manier kunt u een complete bibliotheek opbouwen van Performanceen andere data, die u wanneer u maar wilt terug kunt zetten in de CS1x. (Bovendien kunt u op de MDF2 ook compatible songdata afspelen op de CS1x zonder een sequencer).

Zie pag. 42 voor meer informatie over het uitvoeren van Bulk Dumps met de CS1x. Zie de handleiding van het MIDI opslag medium voor bediening instructies over het sturen en ontvangen van data.

HOST SELECT

 

PC-2 PC-1 MIDI IN

MDF2 etc...

MIDI Mac

 

MIDI OUT

 

 

MIDI

 

OUT

 

MDF2

CS1x

MIDI IN

 

De CS1x In een Desktop Muziek Systeem

Met de ingebouwde host computer interface is de CS1x in staat om een directe verbinding te maken met een Apple Macintosh, IBM PC/AT of NEC PC-9800 computer - zonder speciale MIDI interface tussen de computer en de CS1x.

Als u de CS1x gebruikt in een computer muzieksysteem haalt u het uiterste uit het instrument, en kunt u gebruik maken van de altijd maar expanderende wereld van beschikbare sequencers en andere software produkten die u in staat stellen om uw persoonlijke muzikale doel te bereiken.

Als u computer al uitgerust is met een MIDI interface kunt u deze natuurlijk ook gebruiken i.p.v. de HOST interface van de CS1x. Is dit niet het geval zet de HOST SELECT switch dan op de juiste instelling: MIDI, PC-1 (NEC PC-9800), PC-2 (IBM en klonen) of Macintosh. Zie het gedeelte rechts MIDI/Computer kabels aansluiten voor meer informatie over de verschillende soorten kabels die gebruikt kunnen worden.

HOST SELECT

 

 

PC-2 PC-1

Connecting Cables

 

MIDI Mac

 

 

Aansluiting Kabel

 

 

TO HOST

 

 

CS1x

Computer

Macintosh

Als u een Apple Macintosh hebt zonder externe MIDI interface, moet u het volgende doen;

1.Zet de HOST SELECT switch op Mac.

2.Sluit de TO HOST terminal van de CS1x aan op de modem of printer poort van de Macintosh.

3.Zet de host computer aan en zet dan de CS1x aan.

4.Laad de muzieksoftware, en selecteer de juiste opties in de muzieksoftware, zodat alles goed functioneert met de CS1x.

De opties die u misschien in moet stellen in de Apple MIDI Driver: MIDI Interface Type (Clock) 1 MHz

Andere opties en andere instellingen moeten misschien ook gemaakt worden. Zie de handleiding van de software voor meer informatie.

IBM PC en Klonen

Als u een IBM PC/AT of compatible computer hebt zonder externe MIDI interface, moet u het volgende doen;

1.Zet de HOST SELECT switch op PC-2.

2.Sluit de TO HOST terminal van de CS1x aan op één van de seriële poorten computer, COM1 of COM2.

3.Zet de host computer aan en zet dan de CS1x aan.

4.Laad de muzieksoftware, en selecteer de juiste opties in de muzieksoftware, zodat alles goed functioneert met de CS1x.

Zie de handleiding van de software voor meer informatie.

MIDI/Computer kabels aansluiten

MIDI

Standaard MIDI kabel, maximale lengte 15 meter.

Mac

Apple Macintosh peripheral kabel (MO197), max. lengte 2 meter.

PC-1

8-pin MINI DIN naar D-SUB 25-pin kabel, max. lengte 1,8 meter (Als uw PC-1 type computer is uitgerust met een 9-pin seriële poort moet u de PC-2 type kabel gebruiken.

PC-2

8-pin MINI DIN naar D-SUB 9-pin kabel, max. lengte 1,8 meter.

10

Aanzetten en Geluidmaken

Als alle aansluitingen gemaakt zijn kunt u de CS1x aanzetten, en kunnen we beginnen met lol maken.

1.Zet de Volumeknop van de CS1x op minimum.

2.Druk op de POWER knop, op het achterpaneel.

3.Na een groet in de display is de CS1x klaar.

4.Draai nu langzaam de volumeknop naar rechts terwijl u speelt op het toetsenbord tot een aangenaam volume is bereikt.

De Demo Song

Beluisteren

Arpeggio

Akkoorden

Spelen

Probeer even de Arpeggiator functie uit, die automatische arpeggio’s (monofone loopjes) creëert, gebaseerd op de akkoorden die u speelt. Selecteer eerst een Performance met een snelle attack zoals een percussief-achtig geluid. (N.B.: de Arpeggiator werkt alleen in Performance mode.)

1.Druk op ARPEGGIATOR. Een indikator verschijnt rechts onderin de display.

2.Sla een akkoord aan. De arpeggio begint te spelen, gebaseerd op het Arpeggiator Type, Tempo en Subdivide parameter instellingen.

3.Wijzig het Arpeggiator Type, Type en Subdivide parameters met het Common Edit 1 menu (zie pag. 22).

Alvorens in de vele Performances te duiken en andere veelzijdige functies te ontdekken is het misschien een goed idee eerst de demonstratie song te beluisteren.

Deze demo geeft een prima voorbeeld hoe krachtig de CS1x werkelijk is. Doe het volgende om de Demo te beluisteren;

1.Houd, in Performance mode, de PERFORMANCE knop vast en druk op de MULTI knop.

2.Het woord “DEMO” verschijnt in de LCD, en even later begint de demo te spelen, zonder te stoppen.

3.Om de demo te stoppen moet u een mode knop indrukken, zoals PERFORMANCE.

DEMO

PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

Als u in de Demo mode bent kunt u met het numerieke toetsenbord een Demo selecteren uit de verschillende demo songs.

ARPEGGIO

HOLD

 

SHIFT

+

PART/LAYER/ OCTAVE

PRESET USER

+

PROGRAM

Arpeggiator Hold

Met deze handige functie kunt een akkoord aanslaan om de arpeggio te starten, en vervolgens het akkoord loslaten - de arpeggio blijft continue doorspelen in een ‘loop’. Slaat u een ander akkoord aan verandert de arpeggio aan de hand van het nieuwe akkoord.

1.Houd SHIFT vast en druk op ARPEGGIATOR. De Arpeggiator indikator in de LCD gaat knipperen.

2.Sla een aantal akkoorden aan.

3.Om de arpeggio’s te stoppen moet u nog eens op ARPEGGIATOR drukken.

Arpeggiator Split

De Arpeggio Split functie maakt de arpeggiator nog beter live inzetbaar. Als deze functie aktief is, zorgt ieder akkoord links van het splitpunt (B2 en lager) voor een arpeggio, terwijl akkoorden rechts van het splitpunt normaal spelen.

1.Activeer de Arpeggiator met de ARPEGGIATOR knop.

2.Zet de Edit Parameter Rotary Switch op het Common Edit 1 menu.

3.Houd SHIFT vast en druk op de meest linkse Parameter Waarde UP/DOWN knop (Arpeggiator Type parameter.

4.Drukt u op [UP] keert u terug naar de Arpeggiator SPlit functie (de letter “S” verschijnt in de display); drukt u op [DOWN] zet u hem uit.

11

Hoe de CS1x Geluid Genereert

Om beter te begrijpen wat er daadwerkelijk gebeurt met het geluid als u aan de Sound Control Knop draait of andere parameters wijzigt is het nuttig eerst eens naar de belangrijkste onderdelen te kijken waaruit een geluid is opgebouwd.

De Aard van Geluid

Wat is geluid? Als we de geluiden zouden kunnen zien zouden ze er uit zien als grote en kleine golven die op verschillende snelheden door de lucht kabbelen.

Als u zich dat niet voor kunt stellen, stelt u zich dan eens voor dat als u een kleine steen recht naar beneden in het water laat vallen, deze golfjes veroorzaakt die beginnen in het centrum (de ‘plons’ bron) en naar buiten golven op verschillende snelheden, of frequenties, gebaseerd op de intensiteit van de bron.

Op dezelfde manier genereert een geluidsbron vibraties, of ronde geluidsgolven, die door de lucht reizen op grote (hoge frequenties) en kleine snelheden.

Onze oren zijn door de natuur zo ontwikkeld dat we deze fysieke vibraties - of geluidsgolven - die door de lucht reizen interpreteren als een blaffende hond in de straat, de buurman die viool oefent, een vliegtuig dat over ons hoofd raast of rock muziek uit de stereo recht voor u.

Elektronische

Geluiden

Opwekken

Geluiden bestaan uit drie basis elementen:

toonhoogte, oftewel hoe laag of hoog een geluid is.

toon, oftewel wat de algemene kwaliteit van het geluid is.

amplitude, oftewel hoe hoog het volume niveau is.

Voordat we gaan kijken hoe de CS1x toonhoogte, toon en amplitude genereert en bewerkt gaan we eerst kijken hoe deze elementen zich gedragen in akoestische muziekinstrumenten.

Akoestische instrumenten zijn zo gebouwd dat ze exacte geluidskarakteristieken voort brengen als ze bespeeld worden - daarom klinkt een viool als een viool, een piano als een piano en een fluit als een fluit.

Een musicus die een viool bespeeld zal met een bepaalde intensiteit aanstrijken om de viool geluidsgolven op een bepaald volume te genereren (amplitude) en lage of hoge noten produceren aan de hand van de positie van zijn vingers (toonhoogte). De vibrerende snaren en het resonerende hout, de speelstijl en techniek van de muzicus bepalen de kwaliteit van de viool (toon).

Oscillators, Filters en Amplifiers

Synthesizers imiteren met drie elektronische basis elementen de geluidsgolven van instrumentklanken, en creëeren hiermee totaal nieuwe geluiden.

In traditionele analoge synthese wordt de toonhoogte gegenereerd door een oscillator, de toon door een filter en het volume door een amplifier.

OSCILLATORS FILTERS AMPLIFIERS

GENEREERT

GENEREERT

GENEREERT

GENERATES

CREATES

DETERMINES

TOONHOOGTEPITCH

TONETOON

VOLUME

!De oscillator genereert geluidsgolven op controlleerbare snelheden, of frequenties, om toonhoogte te creëeren. Synthesizer oscillators produceren meestal een frequentie bereik van 20Hz tot 20 kHz, wat het bereik is van het audiospectrum dat de meeste mensen kunnen horen. Ze zijn bovendien in staat om meerdere soorten golfvormen te genereren zoals sinus, zaagtand en anderen.

"Instrumentklanken bestaan uit de algemeen toon die we duidelijk onderscheiden, en toegevoegde harmonischen of overtones op iedere oktaaf boven de basistoon, die we niet duidelijk kunnen onderscheiden. De filter bestuurt deze harmonischen. Door de filter cutoff frequentie te manipuleren, die bepaalt waar we harmonischen en resonantie instellingen willen delete’n - of afsnijden -, kunnen we de toon bepalen.

#Een amplifier (versterker) bestuurt het volume van de toon. Een envelope generator (EG) bepaalt het volume van de toon in tijd, door attack, decay, sustain en release parameters.

AWM2 Golfvormen

De CS1x werkt volgens het bekende concept en functies van analoge synthese, en combineert deze met het allernieuwste in digitale synthese technologie.

Alszodanig bevat hij honderden AWM2 golfvormen, of digitale opnamen (“samples”) van allerlei soorten muziek-instrumenten en andere geluiden - alles van een strijkende strijker tot wind producerende fluit mondstukken.

Een AWM2 golfvorm vormt de fundamentele toonbron van een voice van de CS1x; de rest van het geluid wordt gevormd door de oscillator, filter en amplifier instellingen. CS1x synthese biedt enorme realtime en andere controle over gedetailleerde aspecten van alle parameter instellingen.

12

CS1x Synthese

Het geheim achter de exceptionele kwaliteit van het geluid van de CS1x is het vermogen om rijke en complexe geluiden te creëeren in Performances, die bestaan uit vier Layers van max. vier AWM2 voices - die tegelijk klinken of gemap’d zijn aan noten of velocity zones.

AWM2WAVEFORMGolfvorm

BANK

BANK

PROGRAM NUMBER

PROGRAM NUMMER

AWM2 VOICE

OSCILLATORS FILTERS AMPLIFIERS EFFECTS

 

ATTACK LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

( ATK LEVEL )

 

 

 

 

 

 

 

 

LEVEL

 

 

 

 

LEVEL

 

 

LEVEL

 

SUSTAIN LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BASIC KEY

 

 

 

SUSTAIN LEVEL

 

 

( SUS LEVEL )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PLAYED

 

 

 

(SUS LEVEL)

 

 

 

PITCH

 

 

 

TIME

CUT OFF

 

TIME

VOLUME

 

 

 

 

 

 

 

FREQUENCY

 

 

 

 

 

INITIAL LEVEL

ATTACK TIME

DECAY TIME

RELEASE TIME

RELEASE LEVEL

ATTACK TIME

DECAY TIME

RELEASE TIME

ATTACK TIME

DECAY TIME

TIME

( INIT LEVEL )

( ATK TIME )

( DCY TIME )

( REL TIME )

( REL LEVEL )

( ATK TIME )

( DCY TIME )

( REL TIME )

RELEASE TIME

 

( ATK TIME )

( DCY TIME )

( REl TIME )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KEY ON

 

KEY OFF

 

KEY ON

 

KEY OFF

KEY ON

 

KEY OFF

LFO CONTROLLER

AWM2 GOLFVORM - De fundamentele bron van het geluid van de CS1x is de gesamplede AWM2 golfvorm. Er zijn honderden voorgeprogrammeerd in ROM die worden gebruikt door de Performances. Beschikbare golfvormen zijn ondergebracht in Banken. Iedere AWM2 golfvorm heeft zijn eigen Program nummer.

AWM2 VOICE - De AWM2 golfvorm gecombineerd met de oscillator, filter en amplifier maakt een CS1x voice.

PEG - De Pitch Envelope Generator bestuurt de toonhoogte wijzigingen in tijd.

INIT LEVEL (Initial Level) stelt het eerste pitch niveau in als er een toets wordt aangeslagen.

ATK TIME (Attack Time) bepaalt de tijd die nodig is voor het geluid het Attack Level bereikt nadat een toets is aangeslagen.

ATK LEVEL (Attack Level) stelt het oorspronkelijk bedoelde Attack level in nadat een toets is aangeslagen.

DCY TIME (Decay Time) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om de basis toonhoogte te bereiken vanaf het Attack Level terwijl de toets wordt vastgehouden.

REL TIME (Release Time) stelt het oorspronkelijk bedoelde niveau in nadat de toets wordt losgelaten.

FEG - De Filter Envelope Generator bestuurt de timbre veranderingen in tijd.

ATK TIME (Attack Time) bepaalt de tijd die nodig is voor het geluid het maximum cutoff frequency Level bereikt nadat een toets is aangeslagen.

DCY TIME (Decay Time) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn Sustain level te bereiken vanaf het maximale niveau terwijl de toets wordt vastgehouden.

SUS LEVEL (Sustain Level) stelt het Sustain level in; de cutoff frequency blijft op dit niveau zolang de toets ingedrukt is.

REL TIME (Release Time) bepaalt de tijd waarin de cutoff frequency het niveau bereikt die voorgeprogrammeerd is in de preset, nadat de toets is losgelaten.

AEG - De amplitude Envelope Generator bestuurt de volume wijzigingen in tijd.

ATK TIME (Attack Time) bepaalt de tijd die nodig is voor het geluid het maximale volume niveau bereikt als een toets wordt aangeslagen.

DCY TIME (Decay Time) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om het Sustain level te bereiken vanaf maximum volume niveau terwijl de toets wordt vastgehouden.

SUS LEVEL (Sustain Level) stelt het Sustain level in; het volume blijft op dit niveau zolang de toets ingedrukt is.

REL TIME (Release Time) bepaalt hoe lang het duurt voordat de klank uitgeklonken is nadat de toets is losgelaten.

LFO - De Low Frequency Oscillator genereert lage frequentie signalen die gebruikt kunnen worden om de PEG, FEG en AEG te moduleren.

PMOD - De LFO kan Pitch Modulation toepassen op de PEG, om vibrato effecten te creëeren.

FMOD - De LFO kan Filter Modulation toepassen op de FEG, om wah-wah effecten te creëeren.

AMOD - De LFO kan Amplitude Modulation toepassen op de AEG, om tremelo effecten te creëeren.

CONTROLLER - U kunt verschillende soorten controllers gebruiken om verschillende parameters in realtime te manipuleren.

MW - Gebruik het Modulation Wheel om PMOD, FMOD en Filter Cutoff te besturen.

FC - Gebruik de Footcontroller om FMOD, Filter Cutoff en Variation Effect mee te besturen.

Gebruik de Sound Control Knoppen om AEG Attack Time, Release Time, Filter Cutoff en Resonance te besturen. De ASSIGN 1/2 knoppen kunnen ingesteld worden om een aantal parameters te besturen (zie de lijst op pag. 27 en 29).

13

CS1x MAIN BEDIENINGS MODES

De CS1x kent twee belangrijke bedieningsmodes: Performance mode en Multi Play mode. Het belangrijkste verschil is;

Performance mode is hoofdzakelijk bedoeld voor realtime spel met Layers. Deze mode kent zes menu’s met Edit parameters.

Multi Play mode is voornamelijk bedoeld voor multitimbraal afspelen van totaal 16 parts als er externe MIDI apparatuur is aangesloten. Hij heeft één menu met Edit parameters. U kunt ook de CS1x als MIDI data input device gebruiken voor een sequencer.

In de Utility mode kunt u System en MIDI parameters modificeren die zowel de Performance als Multi Play mode beïnvloeden (zie voor meer informatie over de Utility mode pag. 40).

In de Store mode kunt u uw eigen User Performances en Scenes opslaan (zie voor meer informatie over de Store mode pag. 44).

Performance

Mode

Druk, als u in een andere mode bent, op de PERFORMANCE knop om naar de Performance mode te gaan.

In de Performance Play mode kunt u een Performance selecteren uit 128 Preset Performances en 128 User Performances en beginnen met spelen.

Een Performance is samengesteld uit vier “Layers” of AWM2 voices die tegelijk hoorbaar zijn - tegelijk klinkend over het hele toetsenbord of individueel klinkend afhankelijk van bepaalde toetsof velocity bereiken.

Er zijn vele Performance parameters die u kunt editten door de parameter waarden van waarde af te halen (lett. offsetting) - d.w.z. door een waarde op te tellen of af te trekken van de oorspronkelijke preset waarde. Er zijn feitelijk twee manieren om dit te doen - door aan de Sound Control Knoppen te draaien of met de Edit Parameter Rotary Switch en Parameter Waarde UP/DOWN knoppen.

Het wijzigen van een parameter brengt u automatisch naar de Performance Edit mode. (U kunt terug gaan naar de Performance mode door op de PERFORMANCE knop of PROGRAM [-]/[+] knop te drukken.)

 

AMP EG

 

 

VOLUME

ATTACK

RELEASE

ASSIGN 1/DATA

2

 

 

 

MW/FC

 

 

 

1

 

 

 

 

FILTER

 

 

SCENE

CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

Als u draait aan de Sound Control Knoppen krijgt u direct toegang tot de AMP EG en FILTER parameters, waardoor een analoogachtige realtime controle ontstaat over de belangrijkste kenmerken van een geluid. U kunt bovendien twee ‘snapshots’ (lett. kiekjes/ foto’s) nemen van knop posities in Scenes, die onmiddellijk kunnen worden opgeroepen met de SCENE knoppen.

Een andere manier om een Performance te editten is met de Edit Parameter Rotary Switch en Parameter Waarde UP/DOWN knoppen. Deze geven toegang tot beide “Common” parameters die alle Layers tegelijk beïnvloeden en “Layer” parameters die individuele Layers oftewel de AWM2 Voices beïnvloeden.

Edit Parameter Rotary Switch

 

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

 

 

PERFORM

 

 

 

 

 

 

 

 

EFECT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORM

 

 

 

TYPE

 

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

 

CHO

 

 

 

VARI

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

P BEND

 

 

 

 

 

DIVIDE

 

 

 

TYPE

 

TYPE

 

 

 

TYPE

PARAM

DATA

ASSIGN1

 

 

 

 

 

 

MW

 

 

 

 

 

 

 

FC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PORTA

 

 

 

 

 

 

 

 

RANGE

 

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

 

 

 

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

 

 

 

 

NOTE

 

 

 

 

 

 

 

 

VEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

 

LIMIT

LIMIT

 

LIMIT

 

 

OFFSET

DEPTH

PARAM

 

DATA

 

 

 

SFT

 

 

 

 

AEG

LOW

 

HIGH

LOW

 

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LFO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

 

DCY

SUS

 

REL

AMOD

PMOD

 

 

FMOD

WAVE

SPEED

PHASE

 

 

 

TIME

 

 

TIME

LEVEL

 

TIME

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INIT

LAYER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FEG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PEG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

 

DCY

SUS

 

REL

INIT

 

ATK

 

 

 

ATK

 

DCY

 

 

REL

 

REL

 

 

 

TIME

 

 

TIME

LEVEL

 

TIME

LEVEL

 

TIME

 

 

 

LEVEL

 

TIME

 

 

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

 

 

 

 

 

 

 

FILTER

 

 

POLY/

 

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

 

PAN

REV

 

CHO

 

 

 

VARI

CUTOFF

 

 

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SEND

 

SEND

 

 

 

SEND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MASTER

 

 

KBD

VEL

 

VEL

TRANS

 

RCV

 

 

DEVICE

LOCAL

 

BULK

 

CTRL

 

 

 

TUNE

 

TRANS

CURVE

 

FIX

CH

 

CH

 

 

 

NO

 

 

 

 

 

DUMP

 

 

NO

 

 

Parameter Value

 

 

 

 

 

Buttons

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parameter Waarde UP/DOWNknoppen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Performance mode zijn er zes Edit menu’s van Common en Layer parameters waar u toegang tot kan krijgen met de Edit Parameter Rotary Switch en die gewijzigd kunnen worden met de Parameter Waarde UP/DOWN knoppen.

Probeer eens de voice toewijzingen van iedere Layer te wijzigen. Dit is een snelle en effectieve manier om een geheel nieuwe Performance te creëeren, die u vervolgens op kunt slaan (store’n) als een User Performance.

Het toewijzen van voices aan Layers is simpel. Selecteer de Layer (1~4) met de PART/LAYER [-]/[+] knoppen, en selecteer een AWM2 voice uit de beschikbare hoeveelheid instrumenten drum voices met de Bank en Program parameters (Layer Edit 4, zesde rij van boven).

14

Algemene

Algemene

Handelingen In

Handelingen In

Performance Mode

Performance Mode

PERFORMANCE PLAY

In de Performance Play mode kunt u een Performance selecteren om realtime mee te spelen.

Druk op de PERFORMANCE knop om

naar de Performance mode te gaan (als

 

u in een andere mode bent).

Druk op de PRESET of USER knop om

de Preset of User Performance Bank te

 

select-eren.

Selecteer een Performance met de PRO-

 

GRAM [-]/[+] knoppen.

Gebruik realtime besturingsfuncties

 

onder het spelen, w.o. de Pitch Bend en

 

Modulation Wheels.

Transponeer omhoog of omlaag door

 

SHIFT vast te houden en op PART/

 

LAYER [-]/[+] te drukken. U kunt de

 

toonhoogte maximaal 3 oktaven

 

omhoog [+] of omlaag [-] transpo-

 

neren, afhankelijk van de Performance.

 

(De transpose waarde wordt ook

 

beïnvloedt door de Keyboard Transpose

 

functie in de Utility mode. N.B.: het maxi-

 

mum is +/- 3 oktaven, als u de

 

toonhoogte echter in stappen van een

 

halve noot verhoogt of verlaagt

 

bijvoorbeeld haalt u geen 3 oktaven

 

m.b.v. de SHIFT knop.)

PERFORMANCE EDIT

Een parameter wijzigen - per ongeluk of expres - brengt u naar de Performance mode. Als u de Performance Edit mode verlaat (door op PERFORMANCE of PROGRAM [-]/[+] te drukken) wordt er een “E” getoond in de

display naast het Performance nummer; om aan te geven dat de ge-editte sound nog niet opgeslagen (ge-store’d) is.

Wijzig (offset) de waarde van AMP EG en FILTER parameters om de vorm en toon van het geluid te veranderen onder het spelen, met de Sound Control Knoppen.

Vervang de Layer voice toewijzingen, of edit andere Performance Common en Layer parameters met de Edit Parameter Rotary Switch en Parameter Waarde UP/ DOWN knoppen.

Druk op ARPEGGIATOR om deze aan te zetten en sla een akkoord aan om de arpeggio te starten. Selecteer Arpeggiator Type, Tempo en andere parameters uit het Common Edit 1 menu.

STORE

In de Store mode kunt u Scenes opslaan (store’n) en User Performances, zodat u ze op kunt roepen wanneer u wilt.

Store uw favoriete Scenes of “snapshots” van Sound Control Knop posities in de huidig geselecteerde Performance (zie pag. 44).

Store uw eigen Performance in de 128 User Performance geheugens (zie pag. 44).

15

Performance Structuur User Performances Opslaan

Het opslaan (store’n) van uw eigen Performances is snel en simpel.

Preset Bank

 

User Bank

128 Performance

 

128 Performance

007

007

006

006

005

005

004

004

003

003

002

002

001

001

STORE IN USER BANK

001

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Performance

Layer 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Layer 3 { C X

 

 

 

COMMON EDIT

 

 

 

 

 

 

Layer 2 { C X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Layer 1

{ C X

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFECT

 

 

PERFORM

 

VOICE

 

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

 

P BEND

 

MW

 

TYPE

FC

TYPE

PORTA

DATA

ASSIGN1

 

 

 

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EF

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

SFT

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

LFO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

SPEED

PHASE

 

 

 

 

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

INIT

LAYER

 

 

 

 

 

 

FEG

 

 

 

 

PEG

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

 

 

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

FILTER

POLY/

 

 

AMP EG

 

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

ATTACK

RELEASE

ASSIGN 1/DATA

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

LAYER EDIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MW/FC

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

UTILITY

1

 

 

 

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

 

 

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

 

 

FILTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCENE

CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

REALREALTIMEEDIT withEDIT met

SAVE AS SCENE 1 or 2 THEdeSOUNDSOUNDCONTROLCONTROLKNOBSKNOPPEN

SAVE ALS SCENE 1 of 2

1.Druk één keer op de STORE knop om de huidige Performance op te slaan.

2.Selecteer een User Performance nummer (1~128) met hetnumerieke toetsenbord.

3.Druk op ENTER.

Een “Sure?” melding volgt in de LCD. Druk op YES op de Performance op te slaan. Druk op NO om te annuleren.

!PERFORMANCE BANKS - De CS1x is voorgeprogrammeerd met 128 Preset Performances en 128 User Performances. U kunt de layers van de huidig geselecteerde Performance editten en opslaan (store’n) in een User Performance.

"LAYERS - Een Performance bestaat uit vier Layers - aan iedere Layer is een eigen AWM2 voice toegewezen. Er zijn vele Layer en Common Performance parameters die ge-edit kunnen worden.

#AMP EG/FILTER - Als u draait aan de Sound Control Knoppen worden alle Layers beïnvloedt, wijzigen (offset) van de AMP EG parameters stuurt de vorm van het volume van het geluid in tijd aan en FILTER parameters de kwaliteit van de toon. In Edit mode kunt u toewijzen welke parameters de ASSIGN 1 en ASSIGN 2 knoppen aansturen.

$COMMON EDIT 1~2 - Dit zijn “Common” parameters waarvan de wijzigingen voor alle Layers hetzelfde gelden.

%LAYER EDIT 1~4 - Dit zijn de “Layer” parameters waarmee u de karakteristiek van iedere individuele Layer kunt wijzigen. Selecteer de Layer die u wilt editten met de PART/LAYER [-]/[+] knoppen.

Scenes

Er zijn twee “Scene” geheugens voor iedere Performance. Scenes zijn feitelijk “snapshots” (kiekjes/foto’s) van specifieke posities van de Sound Control Knoppen - waar u direct toegang toe krijgt met de Sound Control Knoppen.

U kunt één van de Scenes selecteren door op de SCENE 1 of SCENE 2 knop te drukken. Ook kunt u de ene SCENE knop vasthouden en de andere indrukken, en vervolgens met het Modulation Wheel of Foot Controller realtime continuous parameter wijzigingen teweeg brengen tussen de ene Scene en de andere. De default (standaard) controller is het Modulation Wheel. De minimum positie van de controller is Scene 1, en de maximum positie Scene 2.

Scenes Opslaan (Store’n)

U kunt op eenvoudige wijze uw eigen Scenes opslaan (store’n) in een Performance - hetzij tijdelijk, hetzij permanent.

Om een Scene tijdelijk op te slaan in de momenteel geselecteerde Performance moet u de SCENE knop vasthouden en op STORE drukken.

Dit slaat de Scene op in de edit buffer zolang de Performance is geselecteerd, zodat de originele Scene is beveiligd. Selecteert u een andere Performance raakt u deze nieuwe Scenes kwijt.

Om een Scene permanent op te slaan in het geheugen hoeft u alleen de Store handeling voor Performances uit te voeren (zie

“Opslaan van User Performances” hierboven.

16

Multi Play

Mode

In Multi Play mode kunt u een voice selecteren uit de GM bank van 128 AWM2 voices (u krijgt toegang met de PROGRAM [-]/[+] knoppen) om hier realtime mee te spelen.

In Multi Play mode kunt u de CS1x als een masterkeyboard gebruiken of als MIDI noot data input device, en als multitimbrale toongenerator.

Een Multi is een configuratie van 16 instrument “Parts” (ieder Part is toegewezen aan een MIDI kanaal) die tegelijkertijd bespeeld kunnen worden als er een externe sequencer wordt aangesloten op de CS1x.

Selecteer de Part met de PART/LAYER [-]/[+] knoppen, en wijs een voice toe door deze te selecteren uit de 480 GMen XG compatible AWM2 normale (instrument) voices en 11 drumvoices (kits), m.b.v. de Edit Menu Bank en Program Parameter Waarde UP/DOWN knop.

In Multi Play mode is er één menu van Edit parameters waar u toegang tot krijgt met de Parameter Waarde UP/DOWN knop.

Draait u aan de Sound Control Knoppen wordt slechts één enkele AWM2 voice gewijzigd, en wel de huidig geselecteerde Part.

Multi Structuur

 

BANK

 

PROGRAM

 

PROGRAM

 

VOLUME

Part 116

VOLUME

PAN

 

EFFECTPAN

7

FILTER

6

EFFECT

POLY/MONO

5

FILTER

4

POLY/MONO

3

 

2

 

1

 

PART SELECT

PART SELECT - In Multi PLay mode bestaat iedere “Part” uit een AWM2 voice. U kunt één van de 16 Parts selecteren en bespelen door op de PART/LAYER [-]/[+] knoppen te drukken. Aangezien de noten die u speelt op het toetsenbord en de knoppen die u indrukt op het paneel MIDI gegevens versturen is de CS1x ideaal als MIDI input device.

EDITING PARTS - Selecteer de Part die u wilt editten met de PART/LAYER [-]/[+] knoppen. De verschillende Multi parameters staan afgebeeld boven de Parameter Waarde UP/DOWN knop. Om uw eigen 16 Parts in te stellen moet u een voice toewijzen aan de Part met de Bank en Program parameters, waar u toegang tot krijgt met de eerste twee Parameter Waarde UP/DOWN knoppen. (Onhoud dat deze instellingen niet bewaard blijven in het geheugen als u het instrument uitzet, aangezien de XG default parameters altijd terug worden geroepen als u het instrument aanzet. Als u echter voice Program Changes invoegt aan het begin van uw se-

quences, worden de juiste Part voices altijd automatisch geselecteerd als u de sequencer start aan het begin van de song.)

MULTITIMBRAAL SPELEN - Als GM en XG compatible multitimbrale MIDI toongenerator kan de CS1x nooten andere data ontvangen op 16 MIDI kanalen, gestuurd door een externe sequencer of computer, en dus 16 corresponderende Parts afspelen.

XG Bediening

De CS1x is een volledige, op zichzelf staande XG MIDI toongenerator met 480 normale voices en 11 drum voices.

Het XG formaat handhaaft de algemeenheid en uitwisselbaarheid van de MIDI en General MIDI System Level 1 standaard, en verhoogt tegelijkertijd de expressiviteit door meer controle te bieden over voice modificaties en effecten.

Afgezien van de ondersteuning van de 128 GM voices, biedt het XG formaat Bank Select messages die het aantal beschikbare voices sterk vergroten.

Veel van de nieuwe XG voices zijn variaties van de normale GM voices die opgeslagen zijn in extra banken. Iedere bank past bij een bepaalde soort variatie, dus de voices zijn gemakkelijk te vinden. Gebruikt u een externe sequencer om de CS1x te besturen, kunnen extra banken opgeroepen worden met de juiste Bank-Select LSB waarden.

Het XG formaat ondersteunt ook een volledige SFX bank met extension effecten, die wordt geselecteerd met een Bank-Select MSB waarde van 40H. Met Bank Select MSB 7H kunt u ieder kanaal op ritmepart zetten.

Met het XG formaat is het mogelijk extreem expressieve control data op te wekken waarmee de Harmonische Inhoud, Brightness en vele andere belangrijke Control Change en andere parameters bestuurt kunnen worden.

Het XG formaat ondersteunt ook op professionele wijze de effecten, waardoor besturing mogelijk is van het type effect, het circuit en interne parameters voor zowel algemene als uitgebreide effecten. Dit betekent dat u naar wens de parameters van de 11 Reverb, 11 Chorus en 43 Variation effecten van de CS1x individueel kunt besturen.

(Zie voor meer informatie over MIDI gerelateerde parameters de Appendix op pag. 53.)

De CS1x kent ook nog een andere speelmode - TG300B mode - waarin u in de winkel verkrijgbare MIDI files van dit formaat af kunt spelen.

17

18

Loading...
+ 44 hidden pages