Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving
worden aangepast en bijgewerkt. De meest recente
versie kan worden gedownload via de volgende website.
http://download.yamaha.com/
NL
De handleidingen gebruiken
Er zijn vier verschillende handleidingen gemaakt voor uw CP4 STAGE of CP40 STAGE: de
Naslaggids
deze
papieren versie van de
, de
Parameterhandleiding bij synthesizer
Gebruikershandleiding
geleverd. De overige drie handleidingen zijn als pdf-bestanden
en de
Data List (Datalijst)
Gebruikershandleiding
. Bij het instrument wordt een
beschikbaar op de meegeleverde cd.
Gebruikershandleiding (gedrukt boekje)
In de Gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u uw CP4 STAGE of CP40 STAGE installeert
en basishandelingen uitvoert. Meer specifiek wordt het volgende besproken:
• Configuratie
• Basishandelingen en inhoud van de display
• Performances
• Voices bespelen
• Voices layeren
• Het keyboard splitsen voor de linker- en rechterhand
• Oefenen met de metronoom
• Het geluid wijzigen met regelaars
• De toonhoogte van keyboardnoten verhogen of verlagen
• Instellingen opslaan
• Performance selecteren
• Zelf performances maken
• Uw spel opnemen als audio
• Audiobestanden afspelen
• Bestandshandelingen met een USB-flashgeheugenapparaat
• Utility-instellingen configureren voor het systeem
als geheel
• Gebruiken met een computer
• Gebruiken met een draagbare muziekspeler
• Gebruiken met andere MIDI-apparaten
• Shift-functies
• Schermberichten
• Problemen oplossen
• Specificaties
•Index
• Kennismaking met Yamaha-services
,
Naslaggids (dit pdf-document)
In deze Naslaggids wordt het ontwerp van de CP4 STAGE en CP40 STAGE beschreven, evenals alle
parameters die kunnen worden ingesteld.
Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf-document)
De Parameterhandleiding bij synthesizer bevat een beschrijving van voiceparameters, effecttypen,
effectparameters en MIDI-berichten die vaak worden gebruikt op elektronische instrumenten van Yamaha.
Wij raden u aan om eerst de Gebruikershandleiding en deze Naslaggids te lezen, en vervolgens de
Parameterhandleiding bij Synthesizer te raadplegen als u meer wilt weten over een specifiek(e) voiceparameter,
effect en dergelijke.
Data List (pdf-document)
De Data List bevat tabellen met de voices, performances en effecten die beschikbaar zijn op de CP4 STAGE
en CP40 STAGE, alsmede inhoud die betrekking heeft op MIDI.
Deze Naslaggids gebruiken
• Aan de rechterkant van elke pagina van het gedeelte Naslag van deze handleiding ziet u een hiërarchische lijst met
functies. Als u naar de beschrijving van een functie wilt gaan, klikt u op de overeenkomstige vermelding in de lijst.
Daarnaast worden de functies die op de huidige pagina worden beschreven, aangegeven met rode stippen ()
voor de overeenkomstige vermeldingen in de lijst.
• Door te klikken op een paginanummer vanuit de Inhoudsopgave of op koppelingen die in beschrijvingen staan,
kunt u naar de desbetreffende pagina springen.
• U kunt ook rechtstreeks naar bepaalde pagina's gaan door te klikken op de bladwijzers die links in uw pdf-viewer
worden weergegeven. (Als er geen bladwijzers worden weergegeven, klikt u op de tab Bladwijzers in de linkermarge.)
• Als u op Zoeken klikt in het menu Bewerken van Adobe
in het gehele document.
OPMERKING De meest recente versie van Adobe® Reader® kan worden gedownload via de volgende webpagina:
http://www.adobe.com/products/reader/
OPMERKING De namen en weergaveposities van menu's kunnen variëren afhankelijk van de versie van Adobe® Reader®
dieugebruikt.
®
Reader®, kunt u een trefwoord invoeren en daarnaar zoeken
2CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
De handleidingen gebruiken
Opmerking over afbeeldingen
• De afbeeldingen en schermen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen
enigszins afwijken van uw specifieke instrument of computer.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac, Macintosh, iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc, die zijn gedeponeerd
in de Verenigde Staten en andere landen.
• Andere namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Termen
Schermnamen
• Het scherm Performance is het scherm dat wordt weergegeven zodra het instrument wordt aangezet.
• Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.
• Het scherm Store is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [STORE] wordt gedrukt.
• Het menu File is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [FILE] wordt gedrukt.
• Het menu Utility is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [UTILITY] wordt gedrukt.
Bevestigingspop-up
Voordat bepaalde functies worden uitgevoerd, wordt op het instrument de hieronder weergegeven
bevestigingspop-up weergegeven, waarmee u kunt bevestigen dat u wilt doorgaan ('Are you sure?').
U kunt op de knop [+1/YES] drukken om de functie uit te voeren of op de knop [-1/NO] om terug te keren
naar het vorige scherm zonder de functie uit te voeren.
Bevestigingspop-up
Are you
[NO]
sure?
/[YES]
Het huidige scherm afsluiten
U kunt op de knop [EXIT] drukken om één stap terug te gaan in de menustructuur van het instrument.
Als u meerdere keren op de knop [EXIT] drukt of als u op de knop drukt terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt
houdt, gaat u terug naar het scherm Performance.
3CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
RegelaarsToongeneratorEffectunit
Noten worden
omhoog gebogen
Noten worden
omlaag gebogen
Effect wordt
intenser
Effect wordt
minder intens
Samenstelling
In termen van geluidsproductie bestaan de CP4 STAGE en CP40 STAGE elk uit drie blokken: de regelaars,
de toongenerator en de effectunit.
Regelaars
Het instrument beschikt over een groot aantal regelaars waarmee het kan worden bespeeld, zoals het
keyboard, het pitchbendwiel, het modulatiewiel en schuifregelaars. Spelgegevens met betrekking tot de
toonhoogte van elke bespeelde toets en de snelheid (of kracht) waarmee de toets wordt bespeeld, worden
in de vorm van MIDI-berichten naar de toongenerator verzonden. Gegevens die worden gegenereerd doordat
de wielen, schuifregelaars, pedalen en dergelijke worden bediend, worden op dezelfde manier verzonden.
Keyboard
Het keyboard is de hoofdregelaar die wordt gebruikt voor het verzenden van spelgegevens naar de
toongenerator. Met de knoppen [-] en [+] TRANSPOSE kunt u de toonhoogte van de toetsen wijzigen
in stappen van een halve noot.
Pitchbendwiel
Met het pitchbendwiel kunt u de toonhoogte van gespeelde noten
continu en variabel regelen. Noten worden omhoog gebogen als
u het pitchbendwiel van u af duwt, en omgekeerd. Als u dit wiel
loslaat, springt de vingersleuf in het midden automatisch terug naar
de oorspronkelijke positie en wordt de normale toonhoogte weer
gebruikt. Het pitchbendbereik (de mate waarin de toonhoogte met
dit wiel kan worden gevarieerd) kan worden ingesteld in het scherm
Play Mode (
Naast pitchbending kunt u ook de regeling van een
invoegeffectparameter (pagina 11) toewijzen aan het
pitchbendwiel. Gebruik hiervoor het scherm Controller
(pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied.
pagina 17
Modulatiewiel
Het modulatiewiel wordt gewoonlijk gebruikt om vibrato en
andere geschikte effecten toe te voegen aan de gespeelde noten.
Hoe verder u de vingersleuf van u af duwt, hoe groter de intensiteit
van het effect, en omgekeerd. Het effect is daarom minimaal als
de sleuf zich zo dicht mogelijk bij de voorkant van het instrument
bevindt. Als u het effect van het modulatiewiel niet wilt toepassen,
moet het modulatiewiel in deze positie staan.
Naast het toepassen van modulatie kunt u ook de regeling
van een parameter van een invoegeffect (pagina 11) toewijzen
aan het modulatiewiel. Gebruik hiervoor het scherm Controller
(pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied.
4CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
) van het Performance Part Edit-gebied.
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Regelaars
Parameterniveau hoger
Parameterniveau lager
Versterking hoger
Versterking lager
Schuifregelaars
De CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn elk voorzien van twee sets schuifregelaars: de partschuifregelaars
en de MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars.
Partschuifregelaars
De Partschuifregelaars, die zich aan de linkerkant van het besturingspaneel bevinden, worden gebruikt voor
het aanpassen van parameterniveaus voor afzonderlijke parts. Er is een schuifregelaar voor elk van de parts
van het instrument. Deze schuifregelaars kunnen worden gebruikt voor het aanpassen van drie parameters:
volume, chorus send en reverb send. U wijzigt de parameter die wordt aangepast door het gewenste aantal
keer op de knop [SLIDER FUNCTION] rechts van de schuifregelaar te drukken. Als u de schuifregelaars van
u af duwt, verhoogt u het niveau van de huidige parameter, en omgekeerd.
OPMERKING Voor meer informatie over het gebruik van de Partschuifregelaars raadpleegt u het gedeelte Snelstarthandleiding
OPMERKING Als u de partschuifregelaars bedient, worden de instellingen van de parameters Vo lume, ChoSend en RevSend
van de Gebruikershandleiding.
ook gewijzigd vanuit het scherm Play Mode van het Performance Part Edit-gebied (pagina 17).
(De afbeelding toont de CP4 STAGE.)
MASTER EQ-schuifregelaars
Master EQ wordt gebruikt om de totaalklank van het instrument aan te passen, en met de MASTER EQschuifregelaars regelt u de versterking in verschillende frequentiebanden. Elk van deze schuifregelaars, die
zich aan de rechterkant van het besturingspaneel bevinden, is toegewezen aan een andere frequentieband.
Als u een schuifregelaar van u af duwt, verhoogt u de versterking in de desbetreffende frequentieband,
en omgekeerd.
(De afbeelding toont de CP4 STAGE.)
5CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Regelaars
Pedalen
Bij de CP4 STAGE en CP40 STAGE kunnen twee verschillende typen pedalen worden gebruikt: voetschakelaars
zoals de meegeleverde FC3 en de optionele FC4 en FC5, en voetregelaars zoals de optionele FC7.
Voetschakelaars
De FC3 die bij uw CP4 STAGE of CP40 STAGE wordt geleverd, moet worden aangesloten via de [SUSTAIN]
FOOT SWITCH-aansluiting. Hierdoor kan de schakelaar op dezelfde manier worden gebruikt als het demperpedaal
van een akoestische piano, waarmee de noten die op het keyboard worden gespeeld een langere sustain krijgen.
In plaats van met de voetschakelaar de demping gewoon in en uit te schakelen, kunt u ook de hoeveelheid
sustain aanpassen aan hoeveel het pedaal wordt ingeduwd. U voert deze instelling uit in het scherm Controller
pagina 43
(
piano langere geluiden als de voetschakelaar verder wordt ingeduwd, en omgekeerd.
OPMERKING Standaard is de parameter Sustain in het Controller-scherm van het Utility-gebied ingesteld op 'FC3 Half On'.
De FC4 en FC5 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting worden
aangesloten zodat er verschillende functies aan kunnen worden toegewezen. In het Controller-scherm
(pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied kunt u bijvoorbeeld het in-/uitschakelen van een invoegeffect
(pagina 11) toewijzen aan een van deze voetschakelaars. U kunt ook een MIDI-besturingswijzigingsnummer
toewijzen aan een FC4 of FC5 in het Controller-scherm (pagina 43) van het Utility-gebied. Vervolgens wordt
door het bedienen van de voetschakelaar de desbetreffende parameter geregeld. De FC4 en FC5 kunnen
ook worden aangesloten via de [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting.
) van het Utility-gebied. Als de voetschakelaar op deze manier is geconfigureerd, produceert de
Voetregelaar
De FC7-voetregelaar (afzonderlijk verkrijgbaar) kan worden gebruikt voor het regelen van een toegewezen
parameter: op de CP4 STAGE kan de FC7 worden aangesloten via de [1] en [2] FOOT CONTROLLERaansluitingen, en op de CP40 STAGE via de [FOOT CONTROLLER]-aansluiting. In het Controller-scherm
pagina 21
(
parameter van een van de invoegeffecten (
toewijzen aan een FC7 in het Controller-scherm (
parameter kan dan worden geregeld door de voetregelaar te bedienen.
) van het Performance Part Edit-gebied kunt u bijvoorbeeld de volumeregeling van een part of een
pagina 11
) toewijzen. U kunt ook een MIDI-besturingswijzigingsnummer
pagina 43
) van het Utility-gebied. De desbetreffende
6CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
(De afbeelding toont de CP4 STAGE.)
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator
Eén drumvoice (of drumkit)
Een ander percussiegeluid
voor elke toets
Toongenerator
De toongenerator produceert geluid op basis van gegevens die worden ontvangen van regelaars zoals het
keyboard en schuifregelaars. Het basiselement van CP4 STAGE- en CP40 STAGE-geluiden wordt een voice
genoemd, en performances bestaan uit meerdere voices. De voice en de performance worden hieronder
beschreven.
Voic es
Elke voice vertegenwoordigt een ander instrumentgeluid dat door de CP4 STAGE of CP40 STAGE kan
worden geproduceerd. Algemeen gezegd kan uw stage piano twee verschillende typen voices produceren:
normaal en drum.
OPMERKING Een volledige lijst met de voices van uw instrument kunt u vinden in de Data List (pdf).
Normale voices
Normale voices worden hoofdzakelijk gebruikt voor het reproduceren van het geluid van instrumenten die
binnen een specifieke muziekschaal worden gespeeld. Dat wil zeggen dat de toonhoogte van deze voices
verandert, afhankelijk van welke toets wordt bespeeld.
Drumvoices
Drumvoices worden gewoonlijk gebruikt om de geluiden van percussie-instrumenten te produceren.
Met deze voices wordt aan elk van de verschillende toetsen op het keyboard het geluid van een ander
drum- of percussie-instrument toegewezen. Drumvoices worden daarom ook wel drumkits genoemd.
(De illustratie toont een typische drumvoice.)
Voicecategorieën
De verschillende voices van uw CP4 STAGE of CP40 STAGE zijn gerangschikt in een aantal categorieën.
Elke categorie vertegenwoordigt een ander type instrument, zoals piano of orgel, of een geluidsgenre.
In de volgende tabel ziet u deze categorieën, die elk een aantal verschillende voices bevatten.
CategorieAfkorting op het schermAfkorting op de knopVoicetype(s)
Electric Piano 2 (alleen CP4 STAGE)EP2 (alleen CP4 STAGE)E.PIANO2 (alleen CP4 STAGE)Normaal
Electric Piano 3 (alleen CP4 STAGE)EP3 (alleen CP4 STAGE)E.PIANO3 (alleen CP4 STAGE)Normaal
ClavCLVCLAVNormaal
OrganORGORGANNormaal
Chromatic PercussionCPCH.PERCNormaal
StringsSTRSTRINGSNormaal
ChoirCHOCHOIRNormaal
PadPADPADNormaal
SynthesizerSYNSYNTHNormaal
BrassBRSBRASSNormaal
Guitar/BassG/BGUITAR/BASSNormaal
Others (Overige)OTHOTHERSNormaal en drum
AP (CP40 STAGE)
EP (CP40 STAGE)
A.PIANO1 (CP4 STAGE)/
A.PIANO (CP40 STAGE)
E.PIANO1 (CP4 STAGE)/
E.PIANO (CP40 STAGE)
Normaal
Normaal
7CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator
CP4 STAGECP40 STAGE
Meerdere
performances
Eén performance
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Bass
Meerdere
performances
Eén performance
MAIN-part
Piano
SPLIT/LAYER-part
Bass
De performance opslaan (pagina 29)
Performance 001
MAIN-part
Guitar
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Strings
Performance 004
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Een nieuwe performance selecteren
Voices wijzigen samen met
performances
Een nieuwe voice selecteren
(met alleen MAIN-part ingeschakeld)
Performances
bewerken
Performance 004
MAIN-part
Organ
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Voice van MAIN-part verandert
Performances
Een groep voices wordt een performance genoemd, en de CP4 STAGE en CP40 STAGE worden beide
geleverd met een groot aantal kant-en-klare performances.
OPMERKING Een volledige lijst met de performances van uw instrument kunt u vinden in de Data List (pdf).
Parts binnen een performance
Zoals u in de illustratie hieronder ziet, bevat elke performance van de CP4 STAGE drie parts en elke
performance van de CP40 STAGE twee parts. Aan elk van deze parts wordt een voice toegewezen zodat
de performance kan worden geconfigureerd. Bovendien kan over de parts waaruit een performance bestaat
een laag worden gelegd (layeren), en kunnen de parts worden verdeeld over afzonderlijke regio's van het
keyboard (splitsen).
Performances en voices
Voices zijn gekoppeld aan performances: als u een nieuwe performance selecteert, veranderen
de voices voor alle parts. Als u een part selecteert en de voice van de part wijzigt, wordt die wijziging
bovendien doorgevoerd in de huidige performance (zie de afbeelding hieronder voor meer informatie).
Het op deze manier wijzigen van voices wordt performance-editing genoemd. Dit wordt op de volgende
pagina gedetailleerder beschreven. Houd er rekening mee dat de Performance-editingmodus wordt
geactiveerd zodra een van de partvoices wordt gewijzigd. Bovendien wordt, als u op dat moment een
andere performance selecteert, de editingmodus voor de eerdere performance geannuleerd en kunt
u de nieuwe performance bewerken.
8CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
(De afbeelding toont een typisch voorbeeld voor de CP4 STAGE.)
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator
Performances bewerken
De CP4 STAGE en CP40 STAGE worden geleverd met een groot aantal ingebouwde performances, maar
u kunt ook zelf performances maken. Bij het bewerken van een performance wijzigt u de voicetoewijzingen
van de part en verschillende andere parameters. Parameters die betrekking hebben op een specifieke part,
worden partparameter genoemd. Parameters die betrekking hebben op alle parts, worden gemeenschappelijke
parameter genoemd.
OPMERKING Voor meer informatie over de parameters die u kunt bewerken om performances te maken, raadpleegt u Performances
bewerken (pagina 13).
Performances intern opslaan
Als u tevreden bent met de performance die u hebt bewerkt en u de performance later weer wilt gebruiken,
moet u deze opslaan op het instrument. U kunt een performance uit het gebruikersgeheugen (pagina 12)
van de stage piano kiezen, die wordt overschreven door uw bewerkte performance. U kunt ook opslaan
zonder een andere performance op te geven. In dat geval wordt de huidige performance overschreven.
OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het opslaan van performances raadpleegt u de beschrijving van de
functie Store Performance (pagina 29). Voor meer informatie over de procedure voor het wijzigen van de naam van
een performance, raadpleegt u de beschrijving van het scherm Name (pagina 15) van het Performance Common Editgebied.
Performances extern opslaan
U kunt performances die zijn opgeslagen op de stage piano, ook opslaan op een USB-flashgeheugenapparaat.
U moet deze procedure uitvoeren als u meer originele performances maakt dan er intern kunnen worden
opgeslagen of als u een back-up van uw performances wilt maken. Performances kunnen afzonderlijk intern
worden opgeslagen, maar alle performances uit het gebruikersgeheugen worden samen als één bestand van
All
het type
performances en de extensie .C8A voor CP40 STAGE-performances. Daarnaast kunnen performances die als
een bestand van het type
piano worden geladen. U kunt ook één van de performances uit het opgeslagen bestand afzonderlijk selecteren
en laden.
OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het extern opslaan van performances, raadpleegt u de beschrijving
OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het laden van performances in de stage piano, raadpleegt
opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat. De extensie .C7A wordt gebruikt voor CP4 STAGE-
All
zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat, samen weer in de stage
van het scherm Save (pagina 32) van het File-gebied.
u de beschrijving van het scherm Load (pagina 33) van het File-gebied.
9CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Effectunit
AB
AB
AB
AB
Invoegeffecten
• Toegepast op maximaal twee
afzonderlijke parts in elke performance.
• Elk effect bevat twee onafhankelijke
effecten, A en B.
• Geconfigureerd met de schermen
Effect-A en Effect-B (pagina 21) van
het Performance Part Edit-gebied.
Systeemeffecten
• Toegepast op afzonderlijke
performances.
• Geconfigureerd met de schermen
Chorus Effect en Reverb Effect
(pagina 14) van het Performance
Common Edit-gebied.
Mastercompressor en -EQ
• Toegepast op alle performances.
• Mastercompressor geconfigureerd met
het scherm MasterComp (pagina 44)
van het Utility-gebied.
• Master-EQ geconfigureerd met
het scherm Master EQ (pagina 46)
van het Utility-gebied.
Eén performance
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Bass
Invoegeffecten
Invoegeffecten
Systeem-
effecten
Chorus
Reverb
Master-
compressor
Master-
equalizer
Audiosignaalbaan
De partschuifregelaars kunnen worden
gebruikt voor het aanpassen van chorusen reverbzendniveaus voor elke part.
Eén performance
MAIN-part
Piano
SPLIT/LAYER-part
Bass
Invoegeffecten
Invoegeffecten
Systeem-
effecten
Chorus
Reverb
Master-
compressor
Master-
equalizer
De partschuifregelaars kunnen worden
gebruikt voor het aanpassen van chorusen reverbzendniveaus voor elke part.
CP40 STAGE
Effectunit
De effectunit wordt gebruikt voor het toepassen van verschillende effecten op de geluiden die door de
toongenerator worden geproduceerd, bijvoorbeeld om volheid, reverb of een ruimtelijk gevoel toe te voegen.
Op deze manier kunt u met de effectunit uw stage piano veel expressiever laten klinken.
Samenstelling van effecten
De CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn voorzien van invoegeffecten voor gebruik met afzonderlijke parts,
systeemeffecten die voor elke performance kunnen worden geconfigureerd, en een mastercompressor
en master-EQ die op alle performances hetzelfde effect hebben. Voices die worden geproduceerd door
de toongenerator, worden verwerkt door de invoegeffecten, de systeemeffecten en de mastercompressor
en master-EQ (in die volgorde), voordat ze via uw versterker en luidsprekers worden weergegeven.
CP4 STAGE
10CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Effectunit
Invoegeffecten
Invoegeffecten, die worden toegewezen aan afzonderlijke parts, verwerken het geluid van de overeenkomstige
voice. Er zijn twee effecten beschikbaar voor gebruik in een performance, die elk twee onafhankelijke effecten
bevatten, A en B. Parameters voor deze effecten kunnen worden ingesteld in de schermen Effect-A en Effect-B
pagina 21
(
) van het Performance Part Edit-gebied. Daarnaast kunnen de invoegeffecten gemakkelijk vanuit het
besturingspaneel worden in- en uitgeschakeld met de knoppen [A] en [B] PART EFFECT.
Systeemeffecten
De CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn voorzien van chorus en reverb als systeemeffecten. Omdat deze
werken als effecten van het zendtype, worden audiosignalen die overeenkomen met de zendniveaus
die voor elke part zijn ingesteld, samen naar de chorus- en reverbunits verzonden, die elk één verwerkt
audiosignaal uitvoeren. Parameters voor chorus en reverb kunnen worden ingesteld in de schermen
Chorus Effect en Reverb Effect (pagina 14) van het Performance Common Edit-gebied. Daarnaast kunnen
de systeemeffecten gemakkelijk vanuit het besturingspaneel worden in- en uitgeschakeld met de knoppen
[CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT.
OPMERKING Zendniveaus voor elke part kunnen worden aangepast met de partschuifregelaars (pagina 5).
Mastercompressor
De mastercompressor past het totaalgeluid van de stage piano aan, en daarom gelden dezelfde parameters
voor alle performances. Deze parameters kunnen worden ingesteld in het scherm MasterComp (pagina 44)
van het Utility-gebied. Daarnaast kan de mastercompressor gemakkelijk vanuit het besturingspaneel worden
in- en uitgeschakeld met de knop [MASTER COMP].
Masterequalizer
De masterequalizer past het totaalgeluid van de stage piano juist voordat het wordt weergegeven aan.
Op de CP4 STAGE is de masterequalizer voorzien van vijf frequentiebanden, op de CP40 STAGE heeft
deze er drie. De MASTER EQ-schuifregelaars aan de rechterkant van het besturingspaneel kunnen
worden gebruikt om de versterking van elke band aan te passen. Als u een schuifregelaar van u af duwt,
verhoogt u de versterking in de desbetreffende frequentieband, en omgekeerd. Op zowel de CP4 STAGE
als de CP40 STAGE kunnen de lage (Low) en hoge (High) band worden geschakeld tussen peakingen shelvingtypen. Master EQ-parameter worden ingesteld in het scherm Master EQ (pagina 46) van
het Utility-gebied.
Effectcategorieën, -typen en -parameters
Meer informatie over de beschikbare effectcategorieën op de CP4 STAGE en CP40 STAGE en over de effecttypen
en -parameters kunt u vinden in de gedeelten Overzicht van effecttypen en Overzicht van effectparameters van
de Data List (pdf). Daarnaast worden deze effectcategorieën, -typen en -parameters gedetailleerd beschreven
in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).
Presetprogramma's
Voor elk effecttype zijn parameterinstellingen die geschikt zijn voor verschillende gebruiksmodi voorbereid
als presetprogramma's. In plaats van effecten vanaf nul te configureren, kunt u veel tijd besparen door het
presetprogramma te selecteren dat het best pat bij de huidige voices of muziekstijl en dat vervolgens aan te passen
aan uw specifieke wensen. Presetprogramma's kunnen worden geselecteerd met Preset vanuit schermen voor het
bewerken van effectparameters. Een volledige lijst met presets voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).
11CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Geheugen
Geheugen
Interne gegevensoverdracht
Uitwisseling van gegevens
met andere apparaten
Terugroepbuffer
Vergelijkingsbuffer
Bewerkingsbuffer
• Performances bewerken
Utiltybewerkingsbuffer
• Utility-instelling
Gebruikersgeheugen
• Performances
• Instellingen van
het Utility-gebied
Gegevens opslaan
(met de knop [STORE])
Gegevens laden en opslaan
(met het File-gebied)
Bulkdump
Bulkdump
MIDI-apparaat
of computer
(DAW-toepassing)
USB-flashgeheugenapparaat
All
-bestand (met alle gegevens uit het
gebruikersgeheugen)
Bestandsextensie: .C7A (voor CP4 STAGE)
of .C8A (voor CP40 STAGE)
Geheugen
Naast originele performances kunt u een groot aantal andere parameters configureren op uw stage piano.
De methoden voor het organiseren van deze belangrijke gegevens en de geheugengebieden waarin
ze worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.
Intern geheugen
Gebruikersgeheugen
Gebruikersgeheugen wordt gebruikt voor het opslaan van performances die vooraf zijn ingesteld op uw
stage piano, en van Utility-instellingen, die invloed hebben op het instrument als geheel. Dit geheugengebied
ondersteunt zowel het schrijven als verwijderen van gegevens. De inhoud van dit geheugen blijft behouden
als het instrument wordt uitgeschakeld.
Bewerkingsbuffer
De bewerkingsbuffer is een werkgebied dat wordt gebruikt voor het opslaan van de performance die
momenteel wordt bewerkt. Als het instrument wordt uitgezet, gaat de inhoud van deze tijdelijke buffer
verloren. Als u bewerkingen van een performance wilt behouden, moet u de performance daarom opslaan
in het gebruikersgeheugen voordat u een andere performance selecteert of de stage piano uitzet.
Terugroep- en vergelijkingsbuffers
De terugroepbuffer fungeert als back-upgeheugen voor de bewerkingbuffer. Bewerkingen van een
performance gaan normaal gesproken verloren als u ze niet opslaat voordat u een andere performance
selecteert. Met de functie Recall kunt u echter de bewerkte performance terugzetten naar de bewerkingsbuffer.
Intussen wordt de vergelijkingbuffer gebruikt voor het opslaan van de status van de instellingen van een
performance voordat ze werden bewerkt. Vervolgens kunt u met de functie Compare Performance schakelen
tussen de bewerkte en onbewerkte versies van de performance om te bepalen welke beter klinkt. De inhoud
van de terugroep- en vergelijkingsbuffers gaat verloren als het instrument wordt uitgezet.
OPMERKING Voor meer informatie over de functie Recall raadpleegt u de beschrijving van het scherm Recall (pagina 26)
OPMERKING Voor meer informatie over het vergelijken van performances raadpleegt u de beschrijving van de functie
van het Performance Job-gebied.
Compare Performance (pagina 30).
12CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Referentie
EDIT
D01:Common
E
Druk op de knop [ENTER].
EDIT Common
D01:Chorus Effect
E
1
23
Druk op de knop [ENTER].
Common CtgT
Chorus Eff CHO G
ype Preset E
ChoR Basic D
8
7
946
5
Performances
Een performance bestaat uit een aantal voices; maximaal drie op de CP4 STAGE en twee op
de CP40 STAGE. Elke performance kan zo rijke, volle geluiden produceren. Als u een computer
of een ander MIDI-instrument aansluit op uw stage piano, kunt u de performances gebruiken om
ontvangen MIDI-gegevens af te spelen. Bovendien kunt u ook performanceparameters bewerken
en zo zelf originele performances maken op basis van de presets van de stage piano. In het volgende
gedeelte worden de verschillende parameters beschreven die kunnen worden gebruikt bij het
bewerken van performances, naast de functies Store Performance en Compare Performance.
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
Referentie
Performances
Performances bewerken
Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
02: Reverb Effect
03: General
Performances bewerken
Het bewerken van een performance gebeurt in twee gebieden: het Common Edit-gebied wordt
gebruikt voor het bewerken van parameters die betrekking hebben op alle parts, en het Part Editgebied wordt gebruikt voor het bewerken van parameters voor afzonderlijke parts.
Common Edit-gebied
Procedure1. Druk op de knop [EDIT].
2. Gebruik in het menu Edit de knop [u] om 01: Common te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ENTER].
3. Selecteer met de knoppen [d] en [u] het type parameter dat u wilt bewerken (01 tot 04)
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
4. Breng de gewenste wijzigingen in de parameterinstellingen aan in het desbetreffende scherm.
OPMERKING Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT]
wordt gedrukt.
In de volgende schermafbeeldingen ziet u bijvoorbeeld hoe u choruseffectparameters bewerkt.
01: Common geselecteerd in Stap 2:
04: Name
Part Edit-gebied
01: Play M ode
02: Filter/EG
03: Effect-A
04: Effect-B
05: Controller
06: Receive Switch
Master Keyboard-gebied
Job-gebied
01: Rec al l
02: Copy
03: Bulk
Functie Store Performance
Functie Compare Performance
File-gebied
01: Sav e
02: Load
Parametertype geselecteerd in Stap 3:
Scherm voor parameterinstellingen uit Stap 4:
13CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
03: Rename
04: Delete
05: Format
06: Memory Info
Utility-gebied
01: Gener al
02: MIDI
03: Controller
04: MasterComp
05: Master EQ
06: Panel Lock
Utility Job-gebied
01: Factory Set
02: Version
Appendix
1 EDIT Common
Hieraan ziet u dat u in het menu Common Edit bent.
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
2 Meer-symbool
Dit symbool geeft aan dat er andere menu-items kunnen worden geselecteerd. In dit geval kunt
u het volgende item weergeven door op de knop [d] te drukken.
3 Menu-item
De items die kunnen worden geselecteerd in het menu Common Edit worden hier weergegeven.
Selecteer het gewenste item (01 tot 04) met de knoppen [d] en [u], en druk vervolgens op de
knop [ENTER] om het bewerkingsscherm voor de desbetreffende parameters weer te geven.
4 Geselecteerde scherm
Hier wordt de naam van het huidige scherm weergegeven.
5 Parameter
De parameters die bewerkt kunnen worden, worden in de bovenste tekstrij weergegeven.
De huidige instelling (6) voor elke parameter wordt eronder weergegeven. Bovendien wordt
de parameter die momenteel wordt bewerkt, aangegeven met de cursor (
R) die er links naast
staat (7). Verplaats zo nodig de cursor met de knoppen [l] en [r] om een andere parameter
te selecteren voor bewerken.
6 Instelling
Parameterinstellingen worden in de onderste tekstrij weergegeven. U kunt een instelling wijzigen
met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. Let op: de cursor (7) moet eerst
worden verplaatst naar de parameter die u wilt bewerken.
7 Cursor (R)
Met de knipperende cursor wordt de parameter aangegeven die momenteel is geselecteerd voor
bewerken.
8 Bewerkingssymbool (E)
Dit symbool wordt weergegeven als de huidige performance is bewerkt maar nog niet is opgeslagen.
Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de performance, kunnen worden opgeslagen met de functie
Store Performance (pagina 29).
9 Meer-symbool
Dit symbool geeft aan dat het huidige bewerkingsscherm is gesplitst over meerdere deelvensters,
waarvan er één wordt weergegeven. In dit geval kunt u naar het volgende deelvenster gaan door
op de knop [d] te drukken.
Referentie
Performances
Performances bewerken
Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
02: Reverb Effect
03: General
04: Name
Part Edit-gebied
01: Play M ode
02: Filter/EG
03: Effect-A
04: Effect-B
05: Controller
06: Receive Switch
Master Keyboard-gebied
Job-gebied
01: Rec al l
02: Copy
03: Bulk
Functie Store Performance
Functie Compare Performance
File-gebied
01: Sav e
Schermen en parameters van het Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
ParameternaamOmschrijving
Ctg
(Choruscategorie)
Type
(Chorustype)
Preset
(Effectpreset)
EffectparametersWelke parameters bewerkt kunnen worden, is afhankelijk van het
14CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
Deze parameters kunnen worden gebruikt om een categorie en een type
te selecteren voor het choruseffect.
Instellingen: Raadpleeg de Data List (pdf) voor een volledige lijst met de categorieën
en typen die kunnen worden geselecteerd.
OPMERKING Elk effecttype wordt gedetailleerd beschreven in de
Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).
Deze parameter kan worden gebruikt om een van de presets van het
huidige effecttype te selecteren. Met de presets worden alle parameters
geconfigureerd voor een bepaalde vereiste. Een volledige lijst met presets
voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).
momenteel geselecteerde effecttype. Een volledige lijst met parameters
voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).
OPMERKING Elke effectparameter wordt gedetailleerd beschreven
in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).
02: Load
03: Rename
04: Delete
05: Format
06: Memory Info
Utility-gebied
01: Gener al
02: MIDI
03: Controller
04: MasterComp
05: Master EQ
06: Panel Lock
Utility Job-gebied
01: Factory Set
02: Version
Appendix
02: Reverb Effect
ParameternaamOmschrijving
Type
(Reverbtype)
Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van het type
reverbeffect dat moet worden gebruikt.
Instellingen: Raadpleeg de Data List (pdf) voor een volledige lijst met de effecttypen
die kunnen worden geselecteerd.
OPMERKING Elk effecttype wordt gedetailleerd beschreven
in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).
EffectparametersWelke parameters bewerkt kunnen worden, is afhankelijk van het
momenteel geselecteerde effecttype. Een volledige lijst met parameters
voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).
OPMERKING Elke effectparameter wordt gedetailleerd beschreven
in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).
03: General
Het scherm General wordt gebruikt voor het bewerken van parameters die betrekking hebben
op alle parts van de performance.
ParameternaamOmschrijving
SplitPnt
(Splitpunt)
FS Mode
Metronome
Tempo
Beat
(Metronoommaatsoort)
ClickVol
(Volume van
metronoomkliks)
Deze parameter kan worden gebruikt om de noot op te geven waarbij
het keyboard wordt gesplitst tussen de parts van de performance.
Instellingen: C♯-2 tot G8
OPMERKING U kunt de instellingen van SplitPnt ook wijzigen door de knop
[SPLIT] ingedrukt te houden terwijl u op de toets drukt waarbij
u het keyboard wilt splitsen.
Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoe met de
voetschakelaar de functie die eraan is toegewezen wordt in- en uitgeschakeld.
Instellingen: momentary en latch
momentary: de functie is aan als de voetschakelaar wordt bediend en uit als
dat niet het geval is.
latch: elke keer dat de voetschakelaar wordt bediend, wordt de functie aan-
of uitgezet.
Deze parameter kan worden gebruikt om het afspeeltempo voor
de metronoom te selecteren.
Instellingen: 5 tot 300
OPMERKING Als u het tempo van de stage piano wilt synchroniseren met dat van
een ander MIDI-apparaat of een DAW-toepassing, stelt u Sync in het
scherm MIDI van het Utility-gebied in op 'ext' of 'auto'. Het tempo
wordt weergegeven als 'EXT' als 'ext' is geselecteerd of als 'auto' is
geselecteerd en er MIDI Clock-berichten worden ontvangen van een
externe bron. In dergelijke gevallen kunt u het tempo niet wijzigen.
Deze parameter kan worden gebruikt om een maatsoort voor de metronoom
in te stellen.
Instellingen: 1/4 tot 16/4, 1/8 tot 16/8 en 1/16 tot 16/16
Deze parameter kan worden gebruikt om het volume van de metronoomkliks
in te stellen.
Instellingen: 0 tot 127
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
Referentie
Performances
Performances bewerken
Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
02: Reverb Effect
03: General
04: Name
Part Edit-gebied
01: Play M ode
02: Filter/EG
03: Effect-A
04: Effect-B
05: Controller
06: Receive Switch
Master Keyboard-gebied
Job-gebied
01: Rec al l
02: Copy
03: Bulk
Functie Store Performance
Functie Compare Performance
File-gebied
01: Sav e
02: Load
03: Rename
04: Delete
05: Format
06: Memory Info
Utility-gebied
01: Gener al
02: MIDI
03: Controller
04: Name (Performancenaam)
Het scherm Naam kan worden gebruikt om een naam in te stellen voor de huidige performance.
U doet dit door de knipperende cursor in de huidige naam te zetten met de knoppen [l] en [r]
en vervolgens het teken op elke positie te wijzigen met de draaiknop Data of de knoppen [-1/NO]
en [+1/YES]. Performancenamen kunnen maximaal 10 alfabetische tekens bevatten.
15CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
04: MasterComp
05: Master EQ
06: Panel Lock
Utility Job-gebied
01: Factory Set
02: Version
Appendix
Part Edit-gebied
EDIT
W02:Part
E
Druk op de knop [ENTER].
EDIT Part:MAIN
D01:Play Mode
E
1
23
Druk op de knop [ENTER].
Part:MAIN Volume
Play Mode 115
Pan Gain E
R20R100D
8
7
946
5
Procedure1. Schakel de part die u wilt bewerken in met de desbetreffende knop.
2. Houd de knop [PART SELECT] ingedrukt en druk nogmaals op de partknop uit Stap 1
om de part te selecteren die u wilt bewerken.
3. Druk op de knop [EDIT].
4. Gebruik in het menu Edit de knoppen [d] en [u] om 02: Part te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ENTER].
5. Selecteer met de knoppen [d] en [u] het type parameter dat u wilt bewerken (01 tot 06)
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
6. Breng de gewenste wijzigingen in de parameterinstellingen aan in het desbetreffende scherm.
OPMERKING Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde part door op de knop [LAYER] of [SPLIT] te drukken
OPMERKING
In de volgende schermafbeeldingen ziet u bijvoorbeeld hoe u parameters bewerkt in het scherm
Play Mode.
terwijl u de knop [PART SELECT] ingedrukt houdt.
Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
Referentie
Performances
Performances bewerken
Common Edit-gebied
01: Chorus Effect
02: Reverb Effect
03: General
04: Name
Part Edit-gebied
01: Play M ode
02: Part geselecteerd in Stap 4:
Parametertype geselecteerd in Stap 5:
Scherm voor parameterinstellingen uit Stap 6:
1 EDIT Part: (Huidige part)
Hieraan ziet u dat u in het menu Part Edit bent. De naam van de part die is geselecteerd
voor bewerken, wordt weergegeven na de dubbele punt (:).
CP4 STAGE: MAIN, LAYER of SPLIT
CP40 STAGE: MAIN of SP/LA
2 Meer-symbool
Dit symbool geeft aan dat er andere menu-items kunnen worden geselecteerd.
In dit geval kunt u het volgende item weergeven door op de knop [d] te drukken.
3 Menu-item
De items die kunnen worden geselecteerd in het menu Part Edit worden hier weergegeven.
Selecteer het gewenste item (01 tot 06) met de knoppen [d] en [u], en druk vervolgens op
de knop [ENTER] om het bewerkingsscherm voor de desbetreffende parameters weer te geven.
4 Geselecteerde scherm
Hier wordt de naam van het huidige scherm weergegeven.
5 Parameter
De parameters die bewerkt kunnen worden, worden in de bovenste tekstrij weergegeven. De huidige
6
instelling (
momenteel wordt bewerkt, aangegeven met de cursor (R) die er links naast staat (7). Verplaats zo
nodig de cursor met de knoppen [
16CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids
) voor elke parameter wordt eronder weergegeven. Bovendien wordt de parameter die
l
] en [r] om een andere parameter te selecteren voor bewerken.
02: Filter/EG
03: Effect-A
04: Effect-B
05: Controller
06: Receive Switch
Master Keyboard-gebied
Job-gebied
01: Rec al l
02: Copy
03: Bulk
Functie Store Performance
Functie Compare Performance
File-gebied
01: Sav e
02: Load
03: Rename
04: Delete
05: Format
06: Memory Info
Utility-gebied
01: Gener al
02: MIDI
03: Controller
04: MasterComp
05: Master EQ
06: Panel Lock
Utility Job-gebied
01: Factory Set
02: Version
Appendix
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.