Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz.
worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich
aan de achterzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit
serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren.
Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om
identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
CP40 STAGE
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den
ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt,
sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAROITUS: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko
laitetta verkosta.
(rear_nl)
(standby)
2Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 3
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische
producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde
verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke
negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste
afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer
informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke
overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE3
Page 4
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer (CP4 STAGE)
Spanningsvoorziening/netadapter (CP40 STAGE)
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van
elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in,
maar zijn niet beperkt tot:
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de
buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet
en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische
spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje
van het instrument.
• (Voor CP40 STAGE) Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter
(pagina 54). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of
oververhitting veroorzaken.
• (Voor CP4 STAGE) Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer
met stekker.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof
dat zich erop heeft verzameld.
• (Voor CP4 STAGE) Let erop dat u het apparaat aansluit op een geschikt
geaard stopcontact. Onjuiste aarding kan elektrische schokken tot
gevolg hebben. (Zie pagina 15 voor informatie over aarding.)
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de
inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het
instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan
en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamahaservicepersoneel.
voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op
het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument
lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de
stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken
door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer
u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWERschakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het
stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd
Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook
uit het instrument.
- Er is een voorwerp in het instrument gevallen.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
4Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
DMI-5 1/2
Page 5
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer (CP4 STAGE)
Spanningsvoorziening/netadapter (CP40 STAGE)
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of
beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn
niet beperkt tot:
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het
instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het
stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of
oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de
stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer
kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als
u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het
per ongeluk kan omvallen.
• (Voor CP4 STAGE) Plaats geen voorwerpen voor de
ventilatieopeningen van het instrument. Dit kan leiden tot
onvoldoende ventilatie van de inwendige onderdelen en
oververhitting van het instrument.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten
snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij
personen die erover zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken
stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of
het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar
onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact.
Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog
een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de
stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere
tijd niet gebruikt.
volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer
naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het
laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het
instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de
openingen van het paneel of het keyboard en laat dergelijke
voorwerpen er niet in vallen. Dit kan lichamelijk letsel bij
u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen
of een verstoring van de werking veroorzaken.
• (Voor CP4 STAGE) Steek niets in de ventilatieopening van het
instrument. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan
het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de
werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en
ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op
een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent
gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis
in uw oren of gehoorverlies constateert.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of
beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(Voor CP40 STAGE) Zelfs als de [] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (display is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom
door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
DMI-5 2/2
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE5
Page 6
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of
andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische
apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren. Als u het instrument samen met een toepassing op
uw iPad, iPhone of iPod touch gebruikt, adviseren we u om de vliegtuigmodus op dat apparaat aan te zetten, om bijgeluiden
als gevolg van communicatie te vermijden.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht,
bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de
interne componenten of instabiele werking te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard
tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen
of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het
oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor
beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
Gegevens opslaan
• Gegevens in de bewerkingsbuffer gaan verloren als u het instrument uitzet. Sla de gegevens op in het gebruikersgeheugen,
of op externe apparaten zoals een USB-flashgeheugenapparaat of een computer. (Voor informatie over de bewerkingsbuffer
en het gebruikersgeheugen raadpleegt u het pdf-document Naslaggids.)
• Gegevens die zijn opgeslagen in het gebruikersgeheugen, kunnen verloren gaan als gevolg van een onjuiste werking of
bediening. Sla belangrijke gegevens op op externe apparaten, zoals een USB-flashgeheugenapparaat of een computer.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USBflashgeheugenapparaten of computers op te slaan.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of
audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of
waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk
materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDIbestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en
inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke
schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het instrument zijn meegeleverd
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste
muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk
niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor
instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• In gevallen waar er geen belangrijk verschil is tussen de afbeeldingen en schermafbeeldingen van de CP4 STAGE
en de CP40 STAGE, worden in deze handleiding afbeeldingen van de CP4 STAGE gebruikt.
• Vierkante haken geven knoppen op het besturingspaneel en aansluitingen op het achterpaneel aan.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
• De specificaties en beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Yamaha Corporation
behoudt zich het recht voor om producten of specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving aan te
passen. Omdat specificaties, apparatuur en opties per regio kunnen verschillen, kunt u het beste contact opnemen met uw
Yamaha-leverancier. Download voor de meest actuele informatie de meest recente versie (pdf) van de volgende webpagina:
http://download.yamaha.com/
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
6Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 7
Welkom
Hartelijk dank voor uw aanschaf van een Yamaha CP4 STAGE of CP40 STAGE Stage Piano. Lees deze gebruikershandleiding
zorgvuldig door voordat u het instrument gebruikt, om volledig gebruik te kunnen maken van de vele kenmerken. Als u de
handleiding hebt gelezen, bewaart u deze op een veilige en handige plaats. U kunt de handleiding dan raadplegen wanneer
u meer uitleg over een bewerking of functie nodig hebt.
Accessoires
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Online handleiding op cd x 1 (met Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Data List)
• Netsnoer (CP4 STAGE) / netadapter (CP40 STAGE)*
• Voetpedaal (FC3)
*Wordt in uw gebied mogelijk niet meegeleverd. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.
De handleidingen gebruiken
Er zijn vier verschillende handleidingen gemaakt voor uw CP4 STAGE of CP40 STAGE: deze Gebruikershandleiding,
de Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List (Datalijst). Bij het instrument wordt een papieren
versie van de Gebruikershandleiding geleverd. De overige drie handleidingen zijn als pdf-bestanden beschikbaar op de
meegeleverde cd.
Gebruikershandleiding (dit boekje)
In deze Gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u uw CP4 STAGE of CP40 STAGE installeert en basishandelingen
uitvoert. Dit is het document dat u eerst moet lezen wanneer u het instrument gaat bespelen en gebruiken.
Naslaggids (pdf-document)
In de Naslaggids wordt het ontwerp van de CP4 STAGE en CP40 STAGE beschreven, evenals alle parameters die
kunnen worden ingesteld. De handleiding heeft de volgende inhoud:
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
• Samenstelling
• Regelaars
• Toongenerator
• Effectunit
• Geheugen
Referentie
• Performances
• File-gebied
•Utility-gebied
Appendix
•MIDI
Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf-document)
De Parameterhandleiding bij synthesizer bevat een beschrijving van voiceparameters, effecttypen, effectparameters en
MIDI-berichten die vaak worden gebruikt op elektronische instrumenten van Yamaha. Wij raden u aan om eerst deze
Gebruikershandleiding en de Naslaggids te lezen, en vervolgens de Parameterhandleiding bij Synthesizer te
raadplegen als u meer wilt weten over een specifiek(e) voiceparameter, effect en dergelijke.
Data List (pdf-document)
De Datalijst bevat tabellen met de voices, performances en effecten die beschikbaar zijn op de CP4 STAGE en
CP40 STAGE, alsmede inhoud die betrekking heeft op MIDI.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE7
Page 8
De PDF-handleidingen gebruiken
De Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List worden bij uw CP4 STAGE of CP40 STAGE
geleverd in de vorm van pdf-documenten. U hebt dus een computer en geschikte software nodig om ze te kunnen
lezen. Wij raden u aan hiervoor Adobe
trefwoorden, bepaalde secties afdrukken en eenvoudig van pagina naar pagina springen door op koppelingen in de
tekst te klikken. Met name zoeken naar trefwoorden en navigatie met koppelingen zijn erg nuttige functies die alleen
beschikbaar zijn bij digitale documenten.
De meest recente versie van Adobe
http://www.adobe.com/products/reader
®
Reader® te gebruiken. Hiermee kunt u snel en eenvoudig zoeken naar
®
Reader® kan worden gedownload via de volgende webpagina:
Meest recente firmwareversie
Yamaha kan van tijd tot tijd de firmware van het product en de andere bijbehorende software bijwerken zonder
voorafgaande kennisgeving. Wij adviseren u regelmatig onze website te controleren op nieuwe versies en de
firmware van uw CP4 STAGE/CP40 STAGE of de bijbehorende software te upgraden.
http://www.yamahasynth.com/
De beschrijvingen in deze Gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de firmwareversie die geldig was bij het
produceren van deze Gebruikershandleiding. Raadpleeg de hierboven vermelde website voor meer informatie
over functies die zijn toegevoegd in latere versies.
8Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 9
Belangrijkste kenmerken
Authentieke geluiden van akoestische en elektrische piano´s van ongeëvenaarde
kwaliteit
Omdat we tientallen jaren ervaring hebben met de productie van stage piano´s, konden we het geluid van elke
afzonderlijke toets zorgvuldig aanpassen om zo een perfecte balans over de volledige lengte van het keyboard te
realiseren. Zo ontstonden volle en rijke pianotonen die ideaal zijn voor solo-uitvoeringen, en altijd aanwezige geluiden
die zeer geschikt zijn voor het spelen in een ensemble. Bovendien hebben we met de aller-modernste technologieën de
geluidsproductiemechanismen van elektrische piano´s geanalyseerd en gerepliceerd. Zo hebben we een extreem soepele
reactie bereikt in de CP4 STAGE en CP40 STAGE-keyboards. Door het modelleren van zowel originele voorversterkers als
effectors die verantwoordelijk zijn voor de rijke variëteit aan tonen die onmisbaar is voor de productie van kwaliteitsgeluid,
hebben we een getrouwe reproductie bereikt van veel inmiddels klassieke geluiden van elektrische piano´s.
Een groot aantal voices en effecten voor grotere flexibiliteit bij live uitvoeringen
Naast pianovoices beschikt uw CP4 STAGE of CP40 STAGE ook over een gevarieerde selectie van andere
muziekinstrumenten, zoals strijkinstrumenten, gitaar en bas. Met het grote aantal eveneens ingebouwde veelzijdige
effecten zoals choruses en flangers kunt u gemakkelijk een rijk landschap van verschillende geluiden maken voor
uw podiumoptredens.
Weighted Hammer-keyboards met 88 toetsen die levensecht aanvoelen
De CP4 STAGE en CP40 STAGE hebben een keyboard met 88 toetsen met een Weighted Hammer-ontwerp, dat vrijwel
niet te onderscheiden is van een echte piano. De CP4 STAGE heeft ook een houten keyboard.
Gemakkelijke overlapping en splitsing van keyboardzones
Met de functies voor overlappen en splitsen van uw stage piano kunt u gemakkelijk de parts definiëren waaruit een
performance bestaat, of ze toewijzen aan specifieke zones voor de linker- en rechterhand.
Opname- en afspeelfuncties voor audio
Met uw CP4 STAGE of CP40 STAGE kunt u keyboardspel als audiogegevens (Wave-bestanden) opnemen op een
USB-flashgeheugenapparaat. Wave-bestanden van een USB-flashgeheugenapparaat kunnen ook worden afgespeeld
als achtergrondtracks voor uw performances. Bovendien kunt u ook een draagbare muziekspeler aansluiten en het
geluid via de stage piano weergeven, samen met de muziek die op het instrument wordt gespeeld.
Handige masterkeyboardfunctie
Met de masterkeyboardfunctie van uw stage piano, die speciaal is ontwikkeld voor gebruik bij live optredens, kunt
u maximaal vier virtuele zones instellen op het keyboard en die toewijzen aan vier verschillende toongenerators,
waaronder andere MIDI-instrumenten.
Gebruik deze regelaar om de toonhoogte van gespeelde
noten continu en variabel te regelen.
2 Modulatiewiel (pagina 28)
Gebruik deze regelaar om vibrato en andere effecten in
verschillende mate toe te voegen aan gespeelde noten.
3 Draaiknop [MASTER VOLUME] (pagina 18)
Draai aan deze draaiknop om het totaalvolume van
de stage piano aan te passen.
4 Partknoppen (pagina 23)
Met de volgende partknoppen worden verschillende
parts bestuurd:
De knop [MAIN]
Druk op de toets om de solofunctie in te schakelen en alle
parts behalve de MAIN-part uit te schakelen.
De knop [LAYER]
De knop [SPLIT]
Op de CP4 STAGE kunt u met de knoppen [LAYER]
en [SPLIT] de overeenkomstige parts in- en uitschakelen.
Op de CP40 STAGE wordt met allebei deze knoppen de
SPLIT/LAYER-part in- en uitgeschakeld. Op zowel de
CP4 STAGE als de CP40 STAGE is de MAIN-part altijd
ingeschakeld. Deze kan niet worden uitgeschakeld.
5
Knop [PART SELECT] (pagina 23)
Gebruik deze knop om de momenteel geselecteerde part
te wijzigen.
6 Partschuifregelaars (pagina 28)
Gebruik deze schuifregelaars om drie parameters
(Volume, Chorus en Reverb) voor elk van de drie
parts aan te passen.
7 Knop [SLIDER FUNCTION] (pagina 28)
Gebruik deze knop om de parameter te wijzigen die
momenteel is toegewezen aan de partschuifregelaars (
Elke keer dat u op deze knop drukt, verandert de
6).
parameter en gaan de indicatorknopjes links van de knop
aan en uit om de huidige toewijzing aan te geven.
8 Knop [METRONOME] (pagina 27)
Gebruik deze knop om de metronoom in en uit
te schakelen.
9 AUDIO PLAY/REC-knoppen (pagina 35 en 36)
Gebruik deze knoppen om het afspelen en opnemen
van audiobestanden te besturen.
Knop [J] (Stop)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen
van een audiobestand te stoppen.
Knop [R] (Play)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen
van een audiobestand te starten. Het indicatorlampje
boven de knop brandt tijdens het afspelen en opnemen.
Knop [I] (Record)
Deze knop wordt gebruikt om het scherm voor het
opnemen van een audiobestand te openen. Het
indicatorlampje boven de knop brandt tijdens het
opnemen.
) [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT-
knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om de belangrijkste chorusen reverbeffecten van het instrument in en uit te
schakelen.
! [A] en [B] PART EFFECT-knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om invoegeffect A en invoegeffect
B in en uit te schakelen.
@ Knop [MASTER COMP] (pagina 42)
Gebruik deze knop om de mastercompressor van het
instrument in en uit te schakelen.
Gebruik deze knoppen om de toonhoogte van het
keyboard in stappen van een halve noot te verhogen
of verlagen.
$ Knop [FILE] (pagina 39)
Gebruik deze knop om het File-gebied te openen,
om bestandsgerelateerde bewerkingen op het instrument
zelf of op het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat
uit te voeren.
% Knop [UTILITY] (pagina 41)
Gebruik deze knop om het Utility-gebied te openen,
om parameters in te stellen die betrekking hebben
op het instrument als geheel.
^ Knop [EDIT] (pagina 31)
Gebruik deze knop om performances (pagina 21)
te bewerken en om bewerkte en niet-bewerkte versies
met elkaar te vergelijken. (Voor meer informatie over
de functie Compare Performance raadpleegt
udeNaslaggids (pdf).)
& Knop [STORE] (pagina 30 en 34)
Gebruik deze knop om performances en Utilityinstellingen op te slaan.
* LCD (Liquid Crystal Display) (pagina 19)
Via het LCD-scherm kunt u systeemberichten,
parameterinstellingen en een groot aantal andere
gegevens bevestigen, afhankelijk van welke functie wordt
gebruikt.
( Draaiknop Data (pagina 19)
Gebruik deze draaiknop om de waarde te wijzigen
die wordt aangegeven door de cursor op het scherm.
A Knoppen [-1/NO] en [+1/YES] (pagina 19)
Gebruik deze knoppen om de waarde die wordt
aangegeven door de cursor op het scherm in stappen
van één eenheid te verhogen of verlagen.
B Knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT]
(pagina 30)
Gebruik deze knop om het scherm voor het selecteren
van performances te openen.
C Knop [PANEL LOCK] (pagina 42)
Gebruik deze knop om de functie Panel Lock in en uit
te schakelen. Als de functie is ingeschakeld, kan het
besturingspaneel niet worden gebruikt.
D Knop [SHIFT] (pagina 48)
Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen
om andere bewerkingen uit te voeren.
E Knop [EXIT] (pagina 20)
De functies die gebruikt kunnen worden via de schermen
van de stage piano, zijn geordend in een hiërarchische
structuur. Druk op deze knop om het huidige scherm te
verlaten en een stap terug te gaan richting het hoogste
niveau van het huidige gebied.
F Knop [ENTER]
Gebruik deze knop om menu-items te selecteren en
instellingen te bevestigen. U kunt de knop ook gebruiken
voor het uitvoeren van verschillende functies.
G Knoppen [u], [d], [l] en [r] (Cursor)
(pagina 19)
Gebruik deze knoppen om de cursor op het scherm in de
desbetreffende richting te verplaatsen en om naar andere
deelvensters van het scherm te gaan.
H Voic e Category-knoppen (pagina 22)
Gebruik deze knoppen om andere voicecategorieën
te selecteren.
I MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars
(pagina 29)
Gebruik deze schuifregelaars om de versterking in
de desbetreffende master-EQ-frequentieband aan
te passen.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE13
Page 14
Achterpaneel
6
4
4
1
!@ #$
5
89)
3
Alleen CP4 STAGE
Alleen CP40 STAGE
Alleen CP4 STAGE
Alleen CP4 STAGE
CP4 STAGE
%
4
4
Namen en functies van componenten
1
56$789)!@ #
2
CP40 STAGE
1 [P]-schakelaar (pagina 17)
Op de CP4 STAGE schakelt u met deze aan/uitschakelaar de stage piano in (O) en uit (N). Op de
CP40 STAGE heet deze knop de Standby/On-schakelaar
en zet u het instrument ermee aan (O) of in stand-by (N).
2 [AC IN]-aansluiting (pagina 15)
Gebruik deze aansluiting voor het netsnoer dat bij
het instrument wordt geleverd.
3 DC IN-aansluiting (pagina 15)
Gebruik deze aansluiting voor de netadapter die
bij het instrument wordt geleverd.
4 Bevestigingsgaten voor muziekstandaard
Gebruik deze twee gaten voor het bevestigen van een
muziekstandaard (wordt afzonderlijk verkocht)
5 [PHONES]-aansluiting (pagina 16)
Gebruik deze standaard 1/4-inch audioaansluiting
voor een hoofdtelefoon.
6 UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT-
aansluitingen (pagina 16)
Gebruik deze twee standaard 1/4-inch monoaudioaansluitingen samen voor het uitvoeren
van ongebalanceerde stereosignalen. Als mono-uitvoer
nodig is, moet alleen de [L/MONO]-aansluiting
worden aangesloten.
7 BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen
(pagina 16)
Gebruik deze twee aansluitingen van het type XLR samen
voor het uitvoeren van gebalanceerde audiosignalen.
8 [AUX IN]-aansluiting (pagina 45)
Gebruik deze stereo-miniaansluiting voor Auxiliary Input
voor het aansluiten voor andere audioapparatuur, zodat
de uitvoer daarvan kan worden gemengd met die van
de stage piano.
OPMERKING Om de volumes van de stage piano en de
9 [TO HOST] USB-aansluiting (pagina 44)
Gebruik deze aansluiting om uw stage piano met een
USB-kabel aan te sluiten op de USB-aansluiting van
een computer.
) [TO DEVICE] USB-aansluiting (pagina 39)
Gebruik deze aansluiting om een USBflashgeheugenapparaat op uw stage piano aan te sluiten.
! [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen (pagina 45)
Gebruik deze twee MIDI-aansluitingen om uw stage
piano aan andere MIDI-apparaten te koppelen.
@ [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting
aangesloten audioapparatuur te balanceren,
past u het uitgangsvolume van de laatste aan.
(pagina 17)
Gebruik deze aansluiting om een FC3-voetschakelaar
(meegeleverd) of een optionele FC4- of FC5voetschakelaar aan te sluiten voor gebruik als een
toegewezen sustainpedaal.
# [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting
(pagina 17)
Gebruik deze aansluiting voor het aansluiten van een
optionele FC4- of FC5-voetschakelaar, waarmee u een
groot aantal vrij-toewijsbare functies kunt uitvoeren.
$ FOOT CONTROLLER-aansluiting(en)
(pagina 17)
De CP4 STAGE heeft twee voetregelaaraansluitingen
met de labels [1] en [2], en de CP40 STAGE heeft er één.
Deze kunnen worden gebruikt voor het aansluiten van
een optionele FC7-voetregelaar, waarmee u een groot
aantal vrij-toewijsbare functies kunt uitvoeren.
% Ventilatierooster
Dit ventilatierooster voorkomt dat het instrument
oververhit raakt.
14Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 15
Configuratie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
[P]-schakelaar
[AC IN]-aansluiting
DC IN-aansluiting
Spanningsvoorziening
CP4 STAGE
1
Controleer of de schakelaar [P] (Power) op
het achterpaneel in de positie Off (N) staat.
2 Steek de apparaatkant van het meegeleverde
netsnoer (zie hieronder) in de [AC IN]aansluiting, ook op het achterpaneel.
3 Steek het andere uiteinde van het netsnoer
in een standaardwandstopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde
Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij de stage piano
wordt geleverd. Het gebruik van een ongeschikt
vervangend netsnoer kan oververhitting of elektrische
schokken veroorzaken.
bij het losmaken van het netsnoer.
CP40 STAGE
Controleer of de schakelaar [P] (Standby/On)
1
op het achterpaneel in de positie Standby (N)
staat.
2 Sluit het netsnoer van de meegeleverde
netadapter (zie hieronder) aan op
de DC IN-aansluiting op het achterpaneel.
3 Sluit het netsnoer van de netadapter aan
op een standaardwandstopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde bij
Gebruik uitsluitend de netadapter die bij de stage piano
wordt geleverd. Gebruik van een andere adapter is gevaarlijk
en kan resulteren in beschadiging van het apparaat,
oververhitting of het ontstaan van brand.
Controleer of uw CP40 STAGE voldoet aan de
spanningsvereisten zoals die gelden voor het
land of de regio waarin u deze gebruikt.
het losmaken van de netadapter.
Configuratie
Het netsnoer dat bij de stage piano wordt geleverd, mag niet
voor andere elektrische apparaten worden gebruikt.
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan
de apparatuur beschadigd raken of kan brand ontstaan.
Controleer of uw CP4 STAGE voldoet aan de
spanningsvereisten zoals die gelden voor het land of de
regio waarin u deze gebruikt. Het netsnoer bevat een derde
pin voor aarde om elektrische schokken en beschadiging
van de apparatuur te voorkomen. Zorg dat u bij het
aansluiten op een stopcontact het massapunt van het
netsnoer aansluit op de massaschroef. Als u niet zeker weet
hoe u deze aansluiting moet maken, neemt u contact op met
uw Yamaha-leverancier of -servicecenter.
Zelfs als de schakelaar [P] (Power) in de positie Off staat,
loopt er nog een kleine hoeveelheid stroom door de stage
piano. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet
gebruikt, haal dan het netsnoer uit het wandstopcontact.
Zelfs als de schakelaar [P] (Standby/On) in de positie
Standby staat, loopt er nog een kleine hoeveelheid stroom
door de stage piano. Als u het instrument gedurende
een lange tijd niet gebruikt, haal dan de netadapter
uit het wandstopcontact.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE15
Page 16
Audioapparatuur
VOORZICHTIG
LinkerkeyboardversterkerRechterkeyboardversterker
[L/MONO] en [R] OUTPUT-
aansluitingen
[PHONES]aansluiting
OUTPUT R
OUTPUT L
[L] en [R]
OUTPUT-
aansluitingen
[PHONES]aansluiting
Versterker
Linkerluid-
spreker
Rechterluid-
spreker
Mengpaneel
Uitvoer via een mengpaneel
Configuratie
aansluiten
Uw stage piano heeft geen ingebouwde luidsprekers.
U kunt het geluid dat u speelt daarom alleen horen als
u de stage piano aansluit op andere audioapparatuur,
zoals versterkers en luidsprekers. U kunt ook een
hoofdtelefoon aansluiten op de [PHONES]-aansluiting
zodat u het geluid rechtstreeks kunt horen. U kunt
audioapparatuur op verschillende manieren aansluiten.
Twee van die manieren worden hieronder beschreven.
Kies op basis van de afbeeldingen de aansluitmethode
die het beste past bij uw opstelling.
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume van de
hoofdtelefoon om gehoorschade te voorkomen.
LET OP
Controleer als u andere audioapparatuur aansluit altijd
of alle apparaten zijn uitgeschakeld.
Weergave via versterkers
of luidsprekers met een
eigen voeding
Bij opnames en live uitvoeringen is het gebruikelijk
dat muziekinstrumenten worden aangesloten op
een mengpaneel. Naast de hierboven genoemde
ongebalanceerde aansluitingen heeft de CP4 STAGE
twee gebalanceerde XLR-aansluitingen voor
professioneel gebruik die voorkomen dat er ongewenste
bijgeluiden bij de uitgangssignalen komen. Wij raden
u aan om bij aansluitingen op een mengpaneel deze
BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen te
gebruiken. (Omdat de CP40 STAGE geen gebalanceerde
uitgangsaansluitingen heeft, moet u in deze situatie de
UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT-aansluitingen
gebruiken.)
Met twee keyboardversterkers of luidsprekers met
een eigen voeding kunt u het volle geluid van de
performances (pagina 21) en effecten van uw stage
piano, waaronder stereopanning, nauwkeurig
reproduceren. In deze situatie moeten aansluitingen
op de versterkers of luidsprekers worden uitgevoerd
via de UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUTaansluitingen op het achterpaneel. Als u uw spel liever
beluistert via één keyboardversterker of luidspreker met
eigen voeding, moet u de UNBALANCED [L/MONO]
OUTPUT-aansluiting gebruiken.
OPMERKING Het geluid dat wordt uitgevoerd via de
hoofdtelefoon is identiek aan het geluid dat wordt
uitgevoerd via de UNBALANCED [L/MONO] en [R]
OUTPUT-aansluitingen en de BALANCED [L] en [R]
OUTPUT-aansluitingen. Het aansluiten of
loskoppelen van een hoofdtelefoon heeft
bovendien geen effect op het geluid dat
via deze aansluitingen wordt uitgevoerd.
16Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 17
Pedalen aansluiten
CP4 STAGE
CP40 STAGE
De stage piano aan-
Bij uw stage piano kunnen twee verschillende typen
pedalen worden gebruikt: voetschakelaars zoals de
meegeleverde FC3 en de optionele FC4 en FC5, en een
voetregelaar zoals de optionele FC7. Beide typen worden
aangesloten via het achterpaneel, hoewel de gebruikte
aansluitingen en de functies verschillen, zoals hieronder
wordt beschreven.
Voetschakelaars
De FC3-voetschakelaar die bij uw stage piano wordt
geleverd, wordt aangesloten via de [SUSTAIN] FOOT
SWITCH-aansluiting. Het pedaal werkt op dezelfde
manier als het demperpedaal van een akoestische piano.
Noten die worden gespeeld terwijl het pedaal wordt
bediend, hebben nadat u de toetsen loslaat een langere
sustain dan normaal.
De FC3 kan ook fungeren als halfdemperpedaal. In dat
geval hangt het dempereffect af van de mate waarin het
pedaal wordt bediend. U kunt de halfdempertechniek als
volgt activeren:
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller met [u] en
[d] en druk op [ENTER]; stel Sustain in op “FC3 Half On”
met [-1/NO] en [+1/YES]; druk meerdere keren op [EXIT]
om terug te keren naar het scherm Performance
(pagina 22).
Er kan een optionele FC4- of FC5-voetschakelaar worden
aangesloten via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCHaansluiting, en daaraan kunnen verschillende functies
worden toegewezen. Zo kunt u de toegewezen
parameter met uw voet besturen.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over het toewijzen van een parameter
aan een FC4- of FC5-voetschakelaar.
en uitzetten
Aanzetten
Controleer of de draaiknop [MASTER
1
VOLUME] van uw stage piano en het
volume van eventueel aangesloten
keyboardversterkers of luidsprekers
met een eigen volume helemaal omlaag gedraaid zijn (dus naar MIN of 0).
2 Zet de schakelaar [P] op het achterpaneel
in de positie On (O).
Configuratie
Voe tregelaars
U kunt een FC7-voetregelaar (afzonderlijk verkocht)
gebruiken om een toegewezen parameter te besturen.
Deze wordt op de CP4 STAGE aangesloten via de [1]
en [2] FOOT CONTROLLER-aansluitingen, of op de
CP40 STAGE via de [FOOT CONTROLLER]-aansluiting.
Zo kunt u toegewezen parameter(s) zoals partvolume(s)
met uw voet besturen.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over het toewijzen van een parameter
aan een FC7-voetregelaar.
3 Zet de keyboardversterkers of luidsprekers
met eigen voeding aan.
Uitzetten
Controleer of het volume van uw stage
1
piano en dat van eventueel aangesloten
keyboardversterkers of luidsprekers met
een eigen volume helemaal omlaag gedraaid
zijn (dus naar MIN of 0).
2 Zet de keyboardversterkers of luidsprekers
met eigen voeding uit.
3 Zet op de CP4 STAGE de schakelaar [P]
op het achterpaneel in de positie Off (N).
Op de CP40 STAGE zet u deze in de positie
Standby (N).
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE17
Page 18
Automatische uitschakelfunctie
VOORZICHTIG
70%
HardstZachtst
Volume en LCD-contrast
Configuratie
De automatische uitschakelfunctie zet uw stage piano
automatisch uit als deze gedurende bepaalde tijd niet
wordt gebruikt. Dit gebeurt standaard na ongeveer
30 minuten.
Als u deze functie wilt uitzetten, zet u de stage piano
uit en weer aan terwijl u de meest linkse toets op het
keyboard ingedrukt houdt. Het bericht “Auto power
off disabled” wordt weergegeven op het scherm,
en deze functie blijft uitgeschakeld totdat u een
nieuwe automatische uitschakeltijd instelt.
Gebruik indien nodig de volgende procedure om de tijd
waarna de stage piano zichzelf automatisch uitschakelt
in te stellen.
Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General met [u] en druk
op [ENTER]; selecteer AutoOff met [d]; stel de gewenste
tijd in met [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data;
druk op [STORE].
LET OP
• Zelfs als het instrument is uitgezet met de automatische
uitschakelfunctie, loopt er nog een kleine hoeveelheid
stroom door de stage piano. Trek daarom de stekker
uit het wandstopcontact als u het instrument volledig
wilt uitschakelen.
• In bepaalde bedieningsmodi, bijvoorbeeld als er gegevens
zijn bewerkt, schakelt de automatische uitschakelfunctie
de stage piano mogelijk niet uit als de ingestelde inactieve
tijd is verstreken. Wij raden u daarom aan het instrument
altijd handmatig uit te schakelen als u klaar bent met het
gebruik ervan.
• Als uw stage piano is aangesloten op andere apparatuur,
zoals versterkers, luidsprekers of een computer, en u deze
een bepaalde tijd niet gaat gebruiken, adviseren we u om
alle apparaten uit te schakelen zoals in de bijbehorende
gebruikershandleidingen wordt beschreven. Op die
manier vermijdt u het risico dat de andere apparatuur
wordt beschadigd. Schakel de automatische
uitschakelfunctie uit als u niet wilt dat de stage piano
automatisch wordt uitgeschakeld wanneer deze op andere
apparatuur is aangesloten.
• Als de automatische uitschakelfunctie de stage piano
uitschakelt, gaan alle niet-opgeslagen gegevens verloren.
Zorg er daarom voor dat u uw werk opslaat voordat de
stage piano wordt uitgeschakeld.
• Als de parameter AutoOff van de stage piano is ingesteld
op “off”, blijft die instelling behouden wanneer u extern
opgeslagen systeem
instelling van Auto Power-Off in die gegevens. Als er
echter een specifieke automatische uitschakeltijd is
ingesteld met de parameter AutoOff en er
systeemgegevens worden geïmporteerd, wordt de
instelling van Auto Power-Off in die gegevens toegepast.
• Houd er rekening mee dat als u de functie Factory Set
(pagina 43) uitvoert, de automatische uitschakeltijd wordt
teruggezet op de standaardinstelling van 30 minuten.
OPMERKING
• De instellingen voor de automatische uitschakelfunctie zijn geen
exacte tijden en er kan wat variatie optreden.
• Als het instrument is uitgezet met de automatische
uitschakelfunctie, moet u voordat u het weer aanzet, eerst de
schakelaar [P] weer in de positie Off (N) zetten in het geval
van de CP4 STAGE, of in de positie Standby (N) in het geval
van de CP40 STAGE.
gegevens importeert, ongeacht de
aanpassen
Terwijl u uw stage piano bespeelt, kunt u het
uitgangsvolume aanpassen op het instrument zelf of
via uw keyboardversterkers of luidsprekers met eigen
voeding. U past het volume van de stage piano aan
met de draaiknop [MASTER VOLUME]. Stel het volume
van het instrument in op een waarde in de buurt van 70%
van het maximum, en verhoog vervolgens het volume
op de keyboardversterkers of luidsprekers met eigen
voeding in de gewenste mate.
OPMERKING U kunt de draaiknop [MASTER VOLUME] van de
stage piano niet gebruiken om het volume aan te
passen van audio die wordt ingevoerd via de
[AUX IN]-aansluiting (pagina 45).
Vermijd la ngdurig gebruik op een hoog volume van de
hoofdtelefoon om gehoorschade te voorkomen.
Als u de tekst op het scherm moeilijk kunt lezen,
kunt u het LCD-contrast aanpassen met de knoppen
[-1/NO] en [+1/YES] terwijl u de knop [UTILITY]
ingedrukt houdt.
OPMERKING U kunt ook de parameter Contrast in het scherm
General van het Utility-gebied gebruiken om het
LCD-contrast op de hierboven beschreven manier
aan te passen. Raadpleeg de Naslaggids (pdf)
voor meer informatie.
18Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 19
Basishandelingen en inhoud van de display
Instelling
verhogen
Instelling
verlagen
Instelling verlagen
met één
Instelling verhogen
met één
Cursortypen
en handelingen
De volgende twee cursortypen worden op het scherm
gebruikt om de huidige selectie te markeren:
Pijlcursor
Part:MAIN Attack
Filter/EG + 5
De pijlcursor (R) knippert links van het momenteel
geselecteerde item. U kunt deze cursor omhoog,
omlaag, naar links en naar rechts verplaatsen,
afhankelijk van het huidige scherm, met de
knoppen [u], [d], [l] en [r].
Knipperende cursor
Common
Name
Op schermen waarin u een naam moet opgeven,
knippert het geselecteerde teken zelf aan en uit.
U kunt deze cursor alleen naar links en rechts
verplaatsen met de knoppen [l] en [r].
Decay Release E
R+0+0U
[CPCategory]
Name E
Waarden wijzigen
en instellen
Draaiknop Data
Draai de draaiknop Data met de klok mee om waarden
te verhogen, en omgekeerd. Als u parameters aanpast
met een breed bereik van mogelijke instellingen, kunt
u ook de knop [SHIFT] ingedrukt houden terwijl u aan
de draaiknop Data draait om waarden zo in stappen
van 10 te verhogen of verlagen.
Basishandelingen en inhoud van de display
De knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
Met de knop [+1/YES] verhoogt u de huidige
instelling met één bij elke keer dat u erop drukt; met
de knop [-1/NO] verlaagt u de instelling. Als u de knop
ingedrukt houdt, wordt de instelling doorlopend
gewijzigd. Als u parameters aanpast met een breed
bereik van mogelijke instellingen, kunt u ook de knop
[SHIFT] ingedrukt houden terwijl u op deze knoppen
drukt om waarden zo in stappen van 10 te verhogen
of verlagen.
De knoppen [u], [d], [l] en [r]
U kunt de knoppen [u], [d], [l] en [r] gebruiken om
de cursor op het scherm in de desbetreffende richting
te verplaatsen. U kunt de knoppen [u] en [d] ook
gebruiken om menu-items weer te geven en om door
deelvensters te bladen in schermen die meer dan
één deelvenster hebben.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE19
Page 20
Menu's weergeven en
EDIT Common
D01:Chorus Effect
E
Nummer van
menu-item
Schermnaam
D
U
W
Meer menu-items
eronder
Meer menu-items
erboven en eronder
Meer menu-items
erboven
Bewerkbare parameters
Meer-symbool dat extra deelvenster(s) aangeeft
Common
Name
Name E
[CPCategory]
Knipperende cursor geeft het geselecteerde teken aan
Tekst invoeren
selecties maken
Bepaalde bewerkingsgebieden bevatten een aantal
verschillende schermen die op de volgende manier
uit een menu kunnen worden geselecteerd.
Gebruik de knoppen [u] en [d] om het momenteel
weergegeven menu-item te wijzigen, en druk op de knop
[ENTER] om een selectie te maken. De omhoog- en
omlaagwijzende meer-symbolen (U en D) die links naast
het nummer van het menu-item worden weergegeven,
geven aan dat het menu meer items bevat boven en/of
onder het weergegeven item.
Als u parameters bewerkt die de invoer van tekst
ondersteunen, zoals de naam van een performance,
gebruikt u eerst de knoppen [l] en [r] om de
knipperende cursor te verplaatsen naar het teken
dat u wilt wijzigen. Vervolgens kunt u het teken op
die positie wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
of de draaiknop Data.
Het huidige scherm
afsluiten
U kunt op de knop [EXIT] drukken om één stap terug
te gaan in de menustructuur van de stage piano.
Als u meerdere keren op de knop [EXIT] drukt, gaat
u terug naar het scherm Performance, het eerste
scherm dat wordt weergegeven als het instrument
wordt aangezet.
Basishandelingen en inhoud van de display
Naar een ander
deelvenster gaan
Bepaalde bewerkingsschermen zijn gesplitst in een
aantal verschillende deelvensters. In die gevallen worden
omhoog- en omlaagwijzende meer-symbolen (U en D)
rechtsonder in het scherm weergegeven. U kunt
dan met de knoppen [u] en [d] naar een ander
deelvenster gaan.
Common CtgT
ChorusEff CHO G
ype Preset E
ChoR BasicD
20Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 21
Performances
CP4 STAGE
CP40 STAGE
Meerdere
performances
Meerdere
performances
Eén performance
Eén performance
MAIN-part
Piano
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Bass
SPLIT/LAYER-part
Bass
Een nieuwe performance selecteren
Performance 001
MAIN-part
Guitar
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Strings
Performance 004
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Performance 004
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Performance 004
MAIN-part
Organ
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Voice van MAIN-part
verandert
Voices veranderen samen
met performances
Een nieuwe voice selecteren
(met alleen MAIN-part ingeschakeld)
Om zo goed mogelijk gebruik te maken van uw stage piano, is het belangrijk dat u eerst het concept ´performances´
begrijpt. Een groep voices wordt een performance genoemd, en uw stage piano wordt geleverd met een groot aantal
kant-en-klare performances.
Parts binnen een
performance
Zoals u in de afbeeldingen hieronder ziet, kan elke
performance van de CP4 STAGE een MAIN-part,
een LAYER-part en een SPLIT-part bevatten. Elke
performance van de CP40 STAGE kan een MAIN-part
en een SPLIT/LAYER-part bevatten. Aan elk van deze
parts wordt een voice toegewezen zodat de performance
kan worden geconfigureerd. De MAIN-part produceert
altijd een geluid als u het keyboard bespeelt. De LAYERpart wordt gebruikt als u twee verschillende voices elkaar
wilt laten overlappen (pagina 24). De SPLIT-part wordt
gebruikt als u het keyboard in twee gedeelten wilt
verdelen, zodat u daar verschillende voices aan kunt
toewijzen (pagina 25).
OPMERKING Op de CP40 STAGE kan de SPLIT/LAYER-part als
een LAYER- of als een SPLIT-part worden gebruikt.
Performances en
voices wijzigen
Voices zijn gekoppeld aan performances: als u een
nieuwe performance selecteert, veranderen de voices
voor alle parts. Als u een part selecteert en de voice
van de part wijzigt, wordt die wijziging bovendien
doorgevoerd in de huidige performance (zie de
afbeelding hieronder voor meer informatie).
Performances
(De afbeelding toont een typisch voorbeeld voor de CP4 STAGE.)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE21
Page 22
Snelstarthandleiding
Partnaam Voicecategorie
Voicenummer Voicenaam
Houd de knop
[SHIFT] ingedrukt...
... en druk op de
knop [ENTER].
PartTo e-
stand
Voicecate-
gorie
Vo ic e-
nummer
Voicenaam
MAINONA.PIANO11CFX St
LAYEROFFSTRINGS16Strings 3
SPLITOFFGUITAR/BASS24AcousticBa
MAIN:E.PIANO1
01:71R
E
dI
De knop waarop u hebt gedrukt, gaat branden
De voicecategorie wordt gewijzigd
MAIN:E.PIANO1
04:78R
E
dII
De voice wordt gewijzigd
Voices bespelen
Elke performance van de CP4 STAGE kan drie
verschillende parts bevatten (MAIN. LAYER en SPLIT),
en elke performance van de CP40 STAGE kan twee parts
bevatten (MAIN en SPLIT/LAYER). Aan elk van deze
parts wordt een voice toegewezen. Als het instrument
wordt ingeschakeld in de standaardstand, wordt alleen
de naam van de voice van de MAIN-part weergegeven
in het scherm Performance. Alleen deze voice
is ingesteld voor het produceren van geluiden
(alleen de knop [MAIN] brandt).
Het scherm Performance
MAIN:A.PIANO1
Tip
De functie Quick Reset
Voor de procedure die in dit gedeelte wordt
beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de stage
piano zojuist is ingeschakeld in de standaardstand,
dus als er geen wijzigingen zijn aangebracht in de
instellingen en het scherm Performance wordt
weergegeven. Als u echter instellingen hebt gewijzigd
of als u niet terug kunt naar die configuratie, drukt u op
de knop [ENTER] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt
houdt om de momenteel geselecteerde Performance
te initialiseren.
01:CFXSt
Voices veranderen
De verschillende voices van uw stage piano zijn
gerangschikt in een aantal categorieën. Elke categorie
vertegenwoordigt een ander type instrument, zoals piano
of orgel, of een geluidsgenre. Als u een andere voice
wilt gebruiken, moet u eerst de gewenste categorie
selecteren.
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een
aantal verschillende MAIN-partvoices kunt selecteren
en beluisteren.
OPMERKING Een volledige lijst met de voices en categorieën van
uw stage piano kunt u vinden in de Data List (pdf).
1 Druk op een voicecategorieknop aan de
rechterkant van het besturingspaneel
om de voicecategorie te selecteren
die u wilt gebruiken.
2 Draai aan de draaiknop Data (in het midden
van het besturingspaneel) om een voice
uit de huidige categorie te selecteren.
Snelstarthandleiding
LET OP
Niet-opgeslagen wijzigingen worden naar hun
oorspronkelijke situatie hersteld door de functie
Quick Reset. Sla daarom alle belangrijk gegevens
op (pagina 34) voordat u de functie uitvoert.
OPMERKING
22Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
1
De standaardtoestanden van de verschillende
parts zijn als volgt:
2
OPMERKING U kunt ook de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
gebruiken om de voice te wijzigen.
3 Bespeel het keyboard om te horen hoe
de geselecteerde voice klinkt.
4 Herhaal stap 1 tot 3 hierboven om andere
voices te beluisteren.
Page 23
Tip
Knop brandt niet: part
is uitgeschakeld
[MAIN]-knop brandt altijd:
part is altijd ingeschakeld
Ingedrukt
houden
M:EP1:04:78Rd IIL
:STRR13:Strings 1 E
Voicecategorie
Voicenummer
Knipperende
cursor
Voicenaam
Partnaam
(afkorting op het scherm)
M: MAIN-part
L: LAYER-part
S: SPLIT-part
Uw favoriete voices instellen
De voice die als eerste wordt geselecteerd als u op
een voicecategorieknop drukt, wordt een “favoriete
voice” genoemd. Standaard is de eerste voice uit
elke categorie ingesteld als de favoriete voice van
die categorie. U kunt echter zelf favoriete voices
instellen via de volgende procedure:
Selecteer de voice die u wilt instellen met stap 1
en2uit Voices veranderen hierboven. Houd [SHIFT]
ingedrukt en druk op de voicecategorieknop voor
de geselecteerde categorie.
Het bericht “Favorite voice registered” wordt op
het scherm weergegeven om uw nieuwe instelling
te bevestigen.
OPMERKING Als de categorie van de ingedrukte knop
overeenstemt met de voicecategorie van
de part die momenteel is geselecteerd voor
bewerken, wordt de ingestelde favoriete voice
niet teruggeroepen.
Parts selecteren
Als u de voice van een part wilt wijzigen of de parameters
van de voice wilt bewerken, moet u die part eerst
selecteren. Druk hiervoor op de knop [PERFORMANCE
SELECT] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt. Als
u zich momenteel in het scherm Performance bevindt,
kunt u een part selecteren door deze in te schakelen.
Hieronder ziet u bijvoorbeeld hoe u de LAYER-part
selecteert:
OPMERKING Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde
part door op de knop [LAYER] of [SPLIT] te
drukken. De SPLIT/LAYER-part kan als een
LAYER- of als een SPLIT-part worden gebruikt.
Parts in- en uitschakelen
Met de knoppen [SPLIT] en [LAYER] kunt u de
overeenkomstige parts in en uitschakelen, d.w.z. instellen
of ze geluid produceren als u het keyboard bespeelt.
Als een part is ingeschakeld, brandt de bijbehorende
knop, en omgekeerd. U hoeft alleen maar op een knop
te drukken om de overeenkomstige part in of uit te
schakelen. Houd er rekening mee dat de MAIN-part altijd
is ingeschakeld en dat de knop van die part dus altijd
brandt. De aan/uit-stand van afzonderlijke parts kan voor
elke performance worden opgeslagen.
De cursor op het scherm gaat naar de LAYER-part
om te bevestigen dat deze is geselecteerd.
Snelstarthandleiding
OPMERKING U kunt de knoppen [l], [r], [u] en [d] op
dit scherm gebruiken om de cursor (R) te
verplaatsen en de part te wijzigen waarvoor
een voice moet worden geselecteerd. Alleen
parts die momenteel zijn ingeschakeld, worden
weergegeven.
OPMERKING Als u op de CP40 STAGE op de knop [LAYER]
drukt, wordt de SPLIT-part uitgeschakeld. Als
u op de knop [SPLIT] drukt, wordt de LAYER-part
uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE23
Page 24
Voices layeren
Voice van de MAIN-part
Voice van de LAYER-part
M:EP1:04:78Rd IIL
:STRR01:Velo StrE
Knipperende cursor
M:EP1:04:78Rd IIL
:STRR08:SectionSt1E
De voice van de LAYER-part wordt gewijzigd.
1
2
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de LAYER-part.
Als u de LAYER-part inschakelt met de knop [LAYER],
overlapt de voice van die part de voice van de
MAIN-part. Op de CP40 STAGE kunt u dit doen door
de SPLIT/LAYER-part als een LAYER-part te gebruiken.
De volumes van gelayerde
voices balanceren
Indien nodig kunt u met de volgende procedure de
afzonderlijke volumes van de MAIN- en LAYER-parts
aanpassen:
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] aan de linkerkant van het
besturingspaneel totdat het VOLUME-lampje
links ervan gaat branden.
2 Pas terwijl u het keyboard bespeelt het
volume van elke part naar wens aan door
de schuifregelaar onder de bijbehorende
partknop te verplaatsen.
Beweeg de schuifregelaar omhoog om het volume
te verhogen, en omgekeerd.
Snelstarthandleiding
De overlappende voice wijzigen
1
Druk op de knop [LAYER] om de LAYER-part
in te schakelen.
De knop gaat branden. Bovendien gaat de cursor
op het scherm (R) naar de LAYER-part om te
bevestigen dat die is geselecteerd.
2 Terwijl u het keyboard bespeelt om het
geproduceerde geluid te horen, wijzigt
u de voice van de LAYER-part met de
voicecategorieknoppen en de
draaiknop Data.
OPMERKING Als u de voice van de MAIN-part wilt wijzigen
met de voicecategorieknoppen en de
draaiknop Data, verplaatst u de cursor (R)
eerst met de knop [l] naar die part.
Het volume van de MAIN-part wijzigen
(CP4 STAGE)
Het volume van de LAYER-part wijzigen
(CP40 STAGE)
1
2
24Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
OPMERKING Elke part heeft een eigen schuifregelaar. Op de
CP40 STAGE komt de schuifregelaar links
overeen met de SPLIT/LAYER-part. Hiermee
wordt de instelling ook gewijzigd als die part
wordt gebruikt als SPLIT-part.
Page 25
Voicelayering verwijderen
Voice van de SPLIT-partVoice van de MAIN-part
Splitpunt
M:AP1:01:CFX St
S:G/BR24:12StrGt 1
E
Knipperende cursor
M:AP1:01:CFX St
S:G/BR08:FunkGuitar
E
De voice van de SPLIT-part wordt gewijzigd.
Het keyboard splitsen voor
Als u een gelayerde voice wilt verwijderen, drukt
u nogmaals op de knop [LAYER]. Het lampje van
de knop gaat uit en alleen de voice van de MAIN-part
wordt weergegeven als u het keyboard bespeelt.
Tip
Gelayerde geluiden maken door
voicecategorieknoppen tegelijkertijd
in te drukken
U kunt op een gemakkelijke manier gelayerde
geluiden maken door een voicecategorieknop
ingedrukt te houden terwijl u op een andere drukt.
Door deze actie wordt de eerste voice van elk van
de twee categorieën toegewezen aan de MAINen LAYER-parts.
OPMERKING
• Als de LAYER-part is uitgeschakeld (de knop [LAYER] brandt
niet), wordt deze door deze actie automatisch ingeschakeld.
• Als u de instellingen voor favoriete voices (pagina 23) van
de stage piano hebt gewijzigd, worden de huidige favoriete
voices geselecteerd als de eerste voices van de categorieën.
• Ongeacht welke part momenteel is geselecteerd wordt
de voice van de als tweede geselecteerde categorie
toegewezen aan de LAYER-part.
• Als de categorie die werd geselecteerd met een Voice
Category-knop overeenstemt met de voicecategorie van de
part die momenteel is geselecteerd voor bewerken, wordt de
eerste voice van die categorie niet teruggeroepen.
de linker- en rechterhand
Door de SPLIT-part in te schakelen met de knop [SPLIT],
kunt u via de rechterkant van het keyboard de voice van
de MAIN-part spelen en via de linkerkant de voice van
de SPLIT-part. U kunt dan met uw linker- en rechterhand
twee verschillende geluiden spelen. De positie waarop
het keyboard wordt verdeeld tussen de twee parts, wordt
het splitpunt genoemd. U kunt dit vrij instellen. Op de
CP40 STAGE kunt u dit doen door de SPLIT/LAYER-part
als een SPLIT-part te gebruiken.
De splitvoices veranderen
Druk op de knop [SPLIT] om de SPLIT-part
1
in te schakelen.
De knop gaat branden. Bovendien gaat de cursor
op het scherm (R) naar de SPLIT-part om te
bevestigen dat die is geselecteerd.
Snelstarthandleiding
2 Terwijl u het keyboard bespeelt om het
geproduceerde geluid te horen, gebruikt
u de voicecategorieknoppen en de draaiknop
Data om de voice van de SPLIT-part te
wijzigen, die is toegewezen aan de linkerkant
van het keyboard.
OPMERKING Als u de voice van de MAIN-part wilt wijzigen
met de voicecategorieknoppen en de
draaiknop Data, verplaatst u de cursor (R)
eerst met de knop [u] naar die part.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE25
Page 26
3 Als u het splitpunt wilt wijzigen, houdt u de
+
Splitpunt
Ingedrukt
houden
1
2
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de SPLIT-part.
knop [SPLIT] ingedrukt en drukt u op de toets
waarbij u het keyboard wilt splitsen.
Het volume van de SPLIT-part wijzigen
(CP40 STAGE)
1
2
Snelstarthandleiding
OPMERKING Als u het splitpunt rechtstreeks instelt met
een toets zoals hierboven wordt beschreven,
wordt kort een bericht op het scherm
weergegeven waarin de nieuwe instelling
wordt bevestigd. U kunt het splitpunt ook
wijzigen met de parameter SplitPnt in het
scherm General van het Performance Common
Edit-gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf)
voor meer informatie over parameters.)
De volumes van splitvoices
balanceren
Indien nodig kunt u met de volgende procedure de
afzonderlijke volumes van de MAIN- en SPLIT-parts
aanpassen:
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] aan de linkerkant van het
besturingspaneel totdat het VOLUME-lampje
links ervan gaat branden.
2 Pas terwijl u het keyboard bespeelt het
volume van elke part naar wens aan door
de schuifregelaar onder de bijbehorende
partknop te verplaatsen.
Beweeg de schuifregelaar omhoog om het volume
te verhogen, en omgekeerd.
Het volume van de MAIN-part wijzigen
(CP4 STAGE)
OPMERKING Elke part heeft een eigen schuifregelaar. Op de
CP40 STAGE komt de schuifregelaar links
overeen met de SPLIT/LAYER-part. Hiermee
wordt de instelling ook gewijzigd als die part
wordt gebruikt als LAYER-part.
Tip
De toonhoogte van elke part aanpassen
U kunt de volgende procedure uitvoeren om de
toonhoogte van een part aan te passen:
1 Selecteer de part door op de
overeenkomstige partknop te drukken
terwijl u de knop [PART SELECT]
ingedrukt houdt.
2 Druk op de knop [EDIT].
3 Gebruik in het menu Edit de knoppen [d]
en [u] om 02: Part te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ENTER].
4 Selecteer 01: Play Mode met de knop [u],
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
5 Gebruik de knoppen [d] en [u] om
de parameter NoteShft (Nootverschuiving)
weer te geven en wijzig de instelling ervan.
6 Druk op de knop [EXIT] om terug te
keren naar het voorgaande scherm.
26Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Voicesplit verwijderen
Als u een splitvoice wilt verwijderen, drukt u nogmaals op
de knop [SPLIT]. Het lampje van de knop gaat uit en
de voice van de MAIN-part wordt weergegeven als u
een toets bespeelt.
Page 27
Tip
Piano (MAIN-part)
Alleen de MAIN-part is ingeschakeld
Piano (MAIN-part)
Violin (LAYER-part)
MAIN-part en LAYER-part zijn ingeschakeld
Piano (MAIN-part)Bass (SPLIT-part)
MAIN-part en SPLIT-part zijn ingeschakeld
Piano (MAIN-part)Bass (SPLIT-part)
Violin (LAYER-part)
MAIN-part, LAYER-part en SPLIT-part zijn ingeschakeld
Ondersteunde partconfiguraties
Eén enkele voice gebruiken voor het gehele
keyboard:
Twee overlappende voices gebruiken voor het
gehele keyboard (layering; pagina 24):
Oefenen met
de metronoom
De knop [METRONOME]
Uw stage piano heeft een eigen ingebouwde metronoom.
U kunt deze aanzetten met de knop [METRONOME],
zodat u kunt oefenen met het in de maat spelen.
U kunt deze functie daarnaast ook gebruiken als
u uw spel opneemt als audio (pagina 35). Als u op de
knop [METRONOME] drukt, gaat de metronoom spelen
met het ingestelde tempo en de ingestelde maatsoort.
Daarnaast gaat het lampje van de knop knipperen.
Verschillende voices gebruiken voor de
rechter- en linkerkant van het keyboard
(splitsen; pagina 25)
Twee overlappende voices gebruiker aan de
rechterkant van het keyboard en een andere
voice aan de linkerkant (layering en splitsen;
alleen CP4 STAGE):
Metronoomgerelateerde parameters, zoals tempo,
maatsoort en volume, kunnen worden ingesteld in het
scherm General van het Performance Common Editgebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie.) Deze instellingen kunnen worden
geconfigureerd en opgeslagen (pagina 34) voor elke
afzonderlijke performance (pagina 21). Als u een
andere performance selecteert terwijl de metronoom
speelt, worden het tempo, de maatsoort, het volume
en dergelijke van de metronoom daarom gewijzigd op
basis van de instellingen van de nieuwe performance.
OPMERKING
• De metronoom stopt automatisch met spelen als u een File-functie
(pagina 39) uitvoert.
• De metronoom wordt tijdelijk gedempt als u de huidige
performance opslaat terwijl deze wordt afgespeeld.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE27
Page 28
Geluiden wijzigen met
Pitchbendwiel
Modulatiewiel
Pedalen
(voetschakelaars
en -regelaars)
Partschuifregelaars
MASTER EQ-
schuifregelaars
Noten
worden
omhoog
gebogen
Noten
worden
omlaag
gebogen
Effect wordt
intenser
Effect wordt
minder intens
Parameter
niveau
hoger
Parameter
niveau
lager
SLIDER SPLIT
ChoSend (0)
LAYER MAIN
030
SLIDER SP/LA
ChoSend ( 0
MAIN
)30
CP4 STAGE
CP40 STAGE
Partnaam
ParameterHuidige waarde
Modulatiewiel
regelaars
Het besturingspaneel van uw stage piano is voorzien
van een aantal verschillende regelaars, zoals het
pitchbendwiel, het modulatiewiel en schuifregelaars,
die kunnen worden gebruikt om het geluid van het
instrument in realtime te wijzigen. U kunt ook externe
regelaars, zoals pedalen, aansluiten via het achterpaneel
en er functies aan toewijzen die met de voet kunnen
worden geregeld.
Het modulatiewiel wordt gewoonlijk gebruikt om vibrato
en andere geschikte effecten toe te voegen aan
de gespeelde noten. Probeer even uit hoe die wiel
het geluid van het instrument kan veranderen.
Partschuifregelaars
De partschuifregelaars worden gebruikt voor het
aanpassen van parameterniveaus voor afzonderlijke
parts en bevinden zich onder de overeenkomstige
partknoppen. Met deze schuifregelaars kunt
u gemakkelijk tijdens het spelen partvolumes en
effectniveaus aanpassen. De knop [SLIDER FUNCTION]
kan worden gebruikt om de schuifregelaars in te stellen
voor het regelen van het volume of het choruszendof reverbzendniveau van de desbetreffende parts.
Pitchbendwiel
Met het pitchbendwiel kunt u de toonhoogte van
gespeelde noten continu en variabel regelen. Als u het
loslaat, springt de vingersleuf in het midden automatisch
terug naar de oorspronkelijke positie en wordt de
normale toonhoogte weer gebruikt. Probeer even uit hoe
Snelstarthandleiding
het pitchbendwiel het geluid kan veranderen van de
noten die u speelt.
OPMERKING Op de CP40 STAGE komt de linkerschuifregelaar
overeen met de SPLIT/LAYER-part.
Partparameters aanpassen met
de partschuifregelaars
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] totdat de parameter die
uwiltregelen is geselecteerd.
Als u op de knop drukt, worden de naam van de
geselecteerde parameter en de huidige waarden
voor elke part op het scherm weergegeven (zie
hieronder). Elke keer dat u vervolgens op de knop
drukt, wisselt de geselecteerde parameter tussen
volume, choruszendniveau en reverbzendniveau en
gaan de lampjes aan de linkerkant aan of juist uit.
28Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 29
OPMERKING
1
2
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
CHORUS-lampje
gaat branden
Part:MAIN
1
ChoSend
00
Versterking
hoger
Versterking
lager
LowLowMidMid
+ 0dB +0dB+ 0
HighMid High
dB +0dB +0dB
Tran
+
spose
0semi
• Elke keer dat u het instrument aanzet of een nieuwe
performance selecteert (pagina 21) worden de
partschuifregelaars toegewezen aan volumeregeling.
• Als de fysieke positie van de schuifregelaar en de huidige
waarde niet met elkaar overeenkomen, wordt de huidige
waarde tussen haakjes weergegeven.
2 Bespeel het keyboard om het geproduceerde
geluid te horen en pas indien nodig
de waarden voor de geselecteerde
parameter aan.
Pedalen
Raadpleeg Pedalen aansluiten op pagina 17.
De toonhoogte van
keyboardnoten verhogen
Voorbeeld: Het choruszendniveau van
de MAIN-part aanpassen
Het volgende scherm wordt weergegeven als
een partschuifregelaar wordt bediend.
OPMERKING
• Zelfs als een part is uitgeschakeld, wordt de waarde voor de
geselecteerde parameter gewijzigd als u de desbetreffende
schuifregelaar verplaatst.
• De parameters die worden bestuurd met de
partschuifregelaars kunnen ook worden ingesteld met
de parameters Vol ume, ChoSend en RevSend in het scherm
Play Mode van het Performance Part Edit-gebied. (Raadpleeg
de Naslaggids (pdf) voor meer informatie.)
of verlagen
[-] en [+] TRANSPOSE-knoppen
Met de [-] en [+] TRANSPOSE-knoppen kunt u de
toonhoogte van keyboardnoten met maximaal 12 halve
noten omhoog of omlaag verschuiven. Bij elke druk op
een van deze knoppen wordt de toonhoogte met één
halve noot verhoogd of verlaagd. Als de toonhoogte
omhoog of omlaag is getransponeerd, gaat de
bijbehorende knop branden. Met deze Transpose-functie
kunt u gemakkelijk melodieën in andere toonsoorten
uitvoeren zonder dat u iets anders op het keyboard hoeft
te spelen. Als u tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+]
TRANSPOSE drukt, wordt de transponeerinstelling weer
ingesteld op “0” en brandt geen van beide knoppen.
Snelstarthandleiding
MASTER EQUALIZERschuifregelaars
Met de MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars kunt
u de totaalklank van uw stage piano aanpassen. Meer
specifiek: met elk van de schuifregelaars wordt de
versterking van een andere frequentieband bestuurd.
Vanaf links worden met de vijf schuifregelaars van de
CP4 STAGE de banden Low, LowMid, Mid, HighMid en
High bestuurd, terwijl met de drie schuifregelaars op
de CP40 STAGE de banden Low, Mid en High worden
bestuurd. Ongeacht welke schuifregelaar u bedient,
worden de huidige versterkingsniveaus voor alle
banden op het scherm weergegeven.
Als u op de [-] of [+] TRANSPOSE-knop drukt, wordt
een scherm zoals het volgende weergegeven.
OPMERKING U kunt de transponeerinstelling ook wijzigen met
de parameter Tr ns ps in het scherm General van
het Utility-gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf)
voor meer informatie.)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE29
Page 30
Instellingen opslaan
PERFORMANCE SELECT
R001(A01):CFX Grand
RM
Performancenummer
Performancenaam
Partnaam
(afkorting op
het scherm)
M: MAIN-part
L: LAYER-part
S: SPLIT-part
PERFORMANCE SELECT
R004(A04):S6+Pad 1
RML
Groep
Nummer binnen
groep
Geselecteerde part
Een performance
selecteren
De knop [STORE]
Van de instellingen die tot nu toe zijn besproken, kunnen
• de aan/uit-status van parts,
• wijzigingen in voices,
• de maatsoort, het tempo en het volume van
de metronoom, en
• parameterniveaus die zijn aangepast met
de partschuifregelaars,
evenals
• aan/uit-statussen van effecten die zijn ingesteld met
de knoppen [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT
en [A] en [B] PART EFFECT (pagina 34)
Als u het instrument in de standaardtoestand aanzet,
wordt de eerste performance (nr. 001) geladen. Probeer
eens andere performances te selecteren en spelen met
de volgende procedure:
1 Druk op de knop [PERFORMANCE
PLAY/SELECT].
Het scherm Performance Select wordt weergegeven
en de knop begint te knipperen.
Het scherm Performance Select
Snelstarthandleiding
worden opgeslagen als onderdeel van een performance
(pagina 21). Opgeslagen instellingen blijven behouden
als de stage piano wordt uitgezet.
In de volgende procedure ziet u hoe u uw instellingen
kunt opslaan in de eerste performance van het
instrument (nr. 001):
LET OP
De performance die in de volgende procedure wordt
geselecteerd als de bestemming voor het opslaan, wordt overschreven en alle gegevens worden vervangen.
Druk op [STORE]; druk op [ENTER]; druk op [+1/YES]
bij de vraag “Are you sure?”.
Druk op [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
OPMERKING
• Voor meer informatie over opslaan raadpleegt u Een performance
opslaan (pagina 34).
• U kunt de instelling die wordt aangebracht met de knop [-] en [+]
TRANSPOSE en de aan/uit-status van de knop [MASTER COMP]
opslaan door eerst op de knop [UTILITY] te drukken
en vervolgens op de knop [STORE].
• Aanpassingen in de versterking die worden gedaan met
de MASTER EQ-schuifregelaars en de aan/uit-status van
de knop [PANEL LOCK] kunnen niet worden opgeslagen.
OPMERKING De parts die momenteel zijn ingeschakeld,
worden rechts op het scherm weergegeven.
Met de cursor wordt de part aangegeven
waarvan de voice momenteel is geselecteerd
voor bewerken.
2 Selecteer een andere performance met
de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met
de draaiknop Data.
De geselecteerde performance wordt weergegeven
op het scherm.
OPMERKING
• Een volledige lijst met de performances van uw stage
piano kunt u vinden in de Data List (pdf).
• Op de CP4 STAGE zijn performances geordend in groepen
van 16, en op de CP40 STAGE bevat elke groep acht
performances. Als u in het scherm Performance van de
ene groep naar de andere wilt gaan, gebruikt u de knoppen
[-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data terwijl u de knop
[SHIFT] ingedrukt houdt.
• Door te drukken op een Voice Category-knop (in de onderste
rij bij de CP40 STAGE) terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt
houdt, kunt u de overeenkomstige performance uit de huidige
groep selecteren.
30Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
3 Bespeel het keyboard om te horen hoe
de geselecteerde voice klinkt.
Page 31
4 Als u tevreden bent met de selectie, drukt u
MAIN:A.PIANO1
01:CFXSt
PERFORMANCE DIRECT SE
R004(A04):
LECTRML
S6+Pad 1
EDIT
D01:Common
E
EDIT Common
D01:Chorus Effect
E
Common CtgT
ChorusEff CHORSPX
ype Preset E
ChoBasicD
EffectcategorieEffecttype
op de knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT]
of de knop [EXIT] om naar het scherm
Performance terug te keren.
De naam van de performance en de voice die is
toegewezen aan de actieve part(s) worden
weergegeven.
OPMERKING Als u in het scherm Performance Select
wijzigingen aanbrengt in een performance met
een Voice Category-knop, de knop [LAYER],
of de knop [SPLIT] wordt het scherm
Performance teruggeroepen.
Zelf performances maken
Zoals hieronder wordt beschreven, worden er bij
het maken van originele performances twee
bewerkingsgebieden gebruikt: het Performance Common
Edit-gebied wordt gebruikt voor het bewerken van
parameters die betrekking hebben op alle parts, en het
Performance Part Edit-gebied wordt gebruikt voor het
bewerken van parameters voor afzonderlijke parts.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over de parameters van elk gebied.
Chorus- en reverbeffecten instellen
Tip
Performances direct wijzigen met de Voice
Category-knoppen
Als u drukt op de knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT]
terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt, verschijnt
bovenaan links op het scherm het bericht
“PERFORMANCE DIRECT SELECT”.
Als u nu op een Voice Category-knop drukt, wordt de
overeenkomstige performance uit de huidige groep
direct geselecteerd. Als u nogmaals drukt op de knop
[PERFORMANCE PLAY/SELECT] terwijl u de knop
[SHIFT] ingedrukt houdt, wordt het scherm
Performance Select opnieuw normaal weergegeven.
Door te drukken op de knop [LAYER] of de knop
[SPLIT] terwijl “PERFORMANCE DIRECT SELECT”
wordt weergegeven, wordt het scherm Performance
niet teruggeroepen. Hierdoor is deze modus bijzonder
handig tijdens liveoptredens.
Tip
Een andere performance kiezen met een
voetschakelaar
Als er een FC4- of FC5-voetschakelaar is aangesloten
via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting, kunt
u de volgende instelling uitvoeren om de huidige
performance te kunnen wijzigen met de voetschakelaar.
De effecten van uw stage piano (chorus en reverb)
kunnen voor elke performance worden geconfigureerd.
Als voorbeeld van het instellen van parameters in het
Performance Common Edit-gebied wordt in de volgende
procedure beschreven hoe u deze effecten configureert
voor de momenteel geselecteerde performance:
1 Druk op de knop [EDIT].
Het menu Edit wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [u] om 01: Common te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het menu Common Edit wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [u] om 01: Chorus Effect
te selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Chorus Effect wordt weergegeven.
Snelstarthandleiding
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller; druk
op [ENTER]; stel FS (besturingsnummer van
voetschakelaar) in op “99 (PC Inc)” of “100 (PC Dec)”.
4 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een
type voor het choruseffect te selecteren.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE31
Page 32
Snelstarthandleiding
Common CtgT
ChorusEff CHO SPX
ype Preset E
ChoRSlowD
Effectpreset
EDIT Common
D01:Chorus Effect
E
Common
ReverbEff
Type E
RWoodRoomD
Effecttype
Common
ReverbEff
RevTimeHPF E
R2.0s20Hz U
Effectparameter
Ingedrukt
houden
5 Verplaats de cursor (R) naar Preset met
de knop [r], en selecteer met de draaiknop
Data een preset* voor het effecttype uit Stap 4.
(*: Met elke preset worden alle parameters
geconfigureerd voor een specifieke behoefte.)
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke
behoefte, kunt u die parameters indien nodig
nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de knop
[d] om naar de andere deelvensters van
het scherm te gaan.
6 Als u klaar bent met het instellen van het
choruseffect, drukt u op de knop [EXIT].
Het menu Common Edit wordt weer weergegeven.
7 Gebruik de knop [d] om 02: Reverb Effect
te selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Reverb Effect wordt weergegeven.
8 Gebruik de draaiknop Data om het
reverbeffecttype te wijzigen.
9 Gebruik de knop [d] om naar het volgende
deelvenster van het scherm te gaan
en bewerk de parameters voor het effecttype
uit Stap 8 met de knoppen [l] en [r] en
de draaiknop Data.
Tip
Bewerkingssymbool voor performances
Common CtgT
ChorusEff CHORG
Als u een van de parameters van een performance
bewerkt, wordt het symbool
rechtsboven in het scherm weergegeven. Het doel
van dit symbool is om u eraan te herinneren dat u
bewerkingen hebt uitgevoerd die nog niet zijn
opgeslagen. Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in
de huidige performance, kunnen worden opgeslagen
met de functie Store Performance (pagina 34). Als
de bewerkingen zijn opgeslagen, verdwijnt
het bewerkingssymbool.
ype Preset E
ChoBasic D
E (Bewerken)
Invoegeffecten instellen
Invoegeffectinstellingen kunnen worden geconfigureerd
voor elk van de parts van een performance. Er zijn twee
effecten beschikbaar voor gebruik in een performance,
die allebei twee onafhankelijke effecten A en B bevatten.
Als voorbeeld van het instellen van parameters in het
Performance Part Edit-gebied wordt in de volgende
procedure beschreven hoe u deze effecten configureert
voor een van de parts van de huidige performance.
1 Controleer of de part waarvoor
uinvoegeffecten wilt configureren is
ingeschakeld (de partknop brandt).
Schakel de part zo nodig in door op de
desbetreffende partknop te drukken.
2 Selecteer de part door op de overeenkomstige
partknop te drukken terwijl u de knop [PART
SELECT] ingedrukt houdt.
10 Met de knop [SLIDER FUNCTION] en
de partschuifregelaars wijzigt u het
choruszendniveau (CHORUS) en het
reverbzendniveau (REVERB). (Raadpleeg Partschuifregelaars (pagina 28) voor
informatie over hoe u dit doet.)
De mate waarin chorus en reverb worden
toegepast op de betrokken parts verandert.
32Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
OPMERKING
• U kunt ook de te bewerken part selecteren als in de volgende
stap het menu Edit wordt weergegeven.
• Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde part door op
de knop [LAYER] of [SPLIT] te drukken.
Page 33
3 Druk op de knop [EDIT].
EDIT
D01:Common
E
EDIT Part:LAYER
D01:Play Mode
E
Part:LAYERChoSend
Play Mode0
RevSend EffA/BSw E
40R on W
Part:LAYER Ctg T
Effect-ARDLYCr
ype Preset E
sDlyBasic D
EffectcategorieEffecttype
Part:LAYER Ctg T
Effect-ADLYCr
ype Preset E
sDlyR Short D
Effectpreset
EDIT Part:LAYER
D03:Effect-A
E
Part:LAYER Ctg T
Effect-BRCHOG
ype Preset E
ChoBasic D
EffectcategorieEffecttype
Part:LAYER Ctg T
Effect-BCHOG
ype Preset E
ChoRDeepD
Effectpreset
9 Verplaats de cursor (R) naar Preset met
de knop [r], en selecteer met de draaiknop
Data een preset* voor het effecttype uit
Stap 8. (*: Met elke preset worden alle
parameters geconfigureerd voor een
specifieke behoefte.)
Het menu Edit wordt weergegeven.
4 Gebruik de knoppen [u] en [d] om 02: Part
te selecteren en druk vervolgens op
de knop [ENTER].
Het menu Part Edit wordt weergegeven. Bovendien
wordt de naam van de geselecteerde part linksboven
in het scherm weergegeven.
5 Gebruik de knop [u] om 01: Play Mode te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
6 Gebruik de knoppen [u] en [d] om naar het
tweede deelvenster van het scherm te gaan,
en stel vervolgens de parameter EffA/BSw
(partschakelaar voor effect A/B) in op “on”
met de knoppen [l] en [r] en de draaiknop
Data.
OPMERKING Op de CP4 STAGE kan de parameter EffA/BSw
worden ingeschakeld voor maximaal
twee parts.
7 Druk op de knop [EXIT] om terug te keren
naar het menu Part Edit. Gebruik de knop [d]
om 03: Effect A te selecteren, en druk op
de knop [ENTER].
Het scherm Effect A wordt weergegeven.
8 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een type
voor invoegeffect A te selecteren.
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke
behoefte, kunt u die parameters indien nodig
nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de
knop [d] om naar de andere deelvensters
van het scherm te gaan.
10 Als u klaar bent met het instellen van
invoegeffect A, drukt u op de knop [EXIT].
Het menu Part Edit wordt weer weergegeven.
11Gebruik de knop [d] om 04: Effect-B te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Effect B wordt weergegeven.
12 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een
type voor invoegeffect B te selecteren.
Snelstarthandleiding
13 Verplaats de cursor (R) naar Preset met de
knop [r], en selecteer met de draaiknop
Data een preset* voor het effecttype
uit Stap 12. (*: Met elke preset worden
alle parameters geconfigureerd voor
een specifieke behoefte.)
14 Als u klaar bent met het instellen van
invoegeffect B, drukt u op de knop [EXIT].
Als u de invoegeffecten voor de voice van een
andere part wilt configureren, herhaalt u eerst
Stap 1 en 2 om de part te selecteren. Vervolgens
herhaalt u stap 5 tot 13.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE33
Page 34
Effecten in- en uitschakelen
STORE
R
E
001(A01):CFX Grand
Een performance opslaan
Snelstarthandleiding
Met de overeenkomstige knoppen op het
besturingspaneel kunt u gemakkelijk de effecten in- en
uitschakelen die zijn geconfigureerd zoals hierboven
wordt beschreven in Chorus- en reverbeffecten instellen
en Invoegeffecten instellen.
[CHORUS] en [REVERB] SYSTEM
EFFECT-knoppen
Met de knoppen [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM
EFFECT kunt u de chorus- en reverbeffecten in- en
uitschakelen die zijn geconfigureerd voor de huidige
performance. Als een van deze effecten is ingeschakeld,
gaat de bijbehorende knop branden, en omgekeerd.
[A] en [B] PART EFFECT-knoppen
Met de knoppen [A] en [B] PART EFFECT kunt
u de invoegeffecten in- en uitschakelen die zijn
geconfigureerd voor elk van de parts van de huidige
performance. Als een van deze effecten is ingeschakeld,
gaat de bijbehorende knop branden, en omgekeerd.
Controleer voordat u deze knoppen gebruikt of u een
part hebt geselecteerd die invoegeffecten heeft,
zoals hieronder wordt beschreven.
Schakel de desbetreffende part in; druk op de
bijbehorende partknop terwijl u de knop [PART SELECT]
ingedrukt houdt; schakel invoegeffect A en B in of uit met
de knoppen [A] en [B] PART EFFECT.
Als u tevreden bent met de performance die u hebt
bewerkt, moet u de performance als volgt opslaan
in het geheugen van de stage piano om de wijzigingen
blijvend te maken:
1 Druk op de knop [STORE].
Het scherm Store wordt weergegeven.
2 Gebruik de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
of de draaiknop Data om de bestemming
te selecteren waarin u de huidige
performance wilt opslaan, en druk
vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat een performance
wordt opgeslagen.
Are you
LET OP
Als u de huidige performance opslaat, wordt de
performance die wordt geselecteerd als de bestemming,
overschreven en worden alle gegevens vervangen.
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
[NO]
sure?
/[YES]
OPMERKING
• Als de parameter EffA/BSw (partschakelaar voor effect A/B) voor
een part is ingesteld op “off”, kunnen u er geen invoegeffecten op
toepassen door op de knoppen [A] en [B] PART EFFECT te
drukken. U kunt de partschakelaar voor effect A/B als volgt
inschakelen:
Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer
02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 01: Play Mode en druk
op [ENTER]; stel EffA/BSw in op “on”.
• Op de CP4 STAGE kan de parameter EffA/BSw worden
ingeschakeld voor maximaal twee parts.
34Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
3 Druk op de knop [+1/YES].
De huidige performance wordt opgeslagen en het
scherm Performance wordt weergegeven.
Page 35
Uw spel opnemen als audio
AUDIO
REC[
File Name
WAV001}{] R[ENTER]D
Bestandsnaam
AUDIO
REC
Name
[WAV001}{]
AUDIO Metronome
REC
Tempo Beat
R 904/ 4 W
AUDIO
REC
PreCount AutoClk
R1meason U
AUDIO Metronome
REC
ClickVol
R100 W
Druk op de knop [d].
Druk op de knop [d].
Met de opnamefunctie van de stage piano die hieronder
wordt beschreven, kunt u wat u op het keyboard speelt
als een audiobestand (Wave-bestand) opnemen op
het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat.
Audiobestanden die op deze manier worden
opgeslagen, hebben de bestandsextensie .WAV.
Tip
Audiobestanden
In audiobestanden wordt het daadwerkelijke geluid
dat u speelt opgenomen. De audiogegevens worden
opgeslagen op een manier die vergelijkbaar is met
een cassettebandje of een digitale spraakrecorder.
De bestanden kunnen worden afgespeeld op
draagbare audiospelers en veel andere soorten
apparaten, zodat u gemakkelijk aan anderen kunt
laten horen wat u hebt gespeeld.
1 Sluit een USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op
het achterpaneel.
OPMERKING
• U kunt de modus Recording Standby annuleren door op
de knop [J] (Stop) te drukken.
• Handelingen op het scherm en het bewerken van parameters
zijn mogelijk in de modus Recording Standby.
3 Wijzig, indien nodig, de bestandsnaam.
Controleer of de cursor (R) bij de parameter
Name staat en druk op de knop [ENTER].
4 Als u de gewenste naam hebt ingesteld, drukt
u op de knop [ENTER] om door te gaan.
Het eerste deelvenster van het scherm Audio
Recording wordt weer weergegeven.
Voor informatie over het instellen van een naam
raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in het
gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display.
BELANGRIJK
Audiobestanden die door uw stage piano worden
gemaakt, hebben “}{“ als zevende en achtste teken.
Opgenomen audio is zachter dan het geluid dat door het
keyboard wordt geproduceerd, en door deze tekens
verhoogt het instrument het weergavevolume zodat een
geschikte balans behouden blijft. Verwijder deze tekens
daarom niet.
2 Druk op de knop [I] (Record).
Het lampje boven de knop gaat knipperen om aan
te geven dat de stage piano in de modus Recording
Standby staat.
Het eerste deelvenster van het scherm Audio
Recording wordt weergegeven, en er wordt
automatisch een bestandsnaam toegewezen.
5 Gebruik zo nodig de knop [d] om naar de
andere deelvensters van het scherm te
gaan en stel het tempo, de maatsoort, het
klikgeluid en andere metronoomparameters
in voor de opname.
Verplaats de cursor (R) met de knoppen [l] en [r]
naar een parameter die u wilt wijzigen, en wijzig
de instelling vervolgens met de knoppen [-1/NO]
en [+1/YES] of de draaiknop Data.
OPMERKING
• Hoewel de metronoom zoals gebruikelijk automatisch begint
te spelen bij het begin van de opname, wordt het geluid niet
opgenomen. Als u het niet nodig vindt dat de metronoom
automatisch op deze manier start, stelt u de parameter
AutoClk in op “off”. U kunt de metronoom daarnaast ook
tijdens de opname met de knop [METRONOME] in- en
uitschakelen.
•De parameters Te m p o, Beat (maatsoort) en ClickVol kunnen
ook worden ingesteld in het scherm General van het
Performance Common Edit-gebied. De parameters PreCount
en AutoClk kunnen ook worden ingesteld in het scherm
General van het Utility-gebied. Voor meer informatie over
deze parameters raadpleegt u de Naslaggids (pdf).
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE35
Snelstarthandleiding
Page 36
6 Druk op de knop [R] (Play).
AUDIORe
REC
cording...
00:05
Tijd die is verstreken sinds de start van de opname
AUDIO
PLAY 00:00
File Volume
RWAV002}{100D
AUDIO
PLAY 00:00
File Volume
RWAV001}{100 D
Bestandsnaam
AUDIO
PLAY 00:00
File Volume
WAV001}{R127 D
Afspeelpositie van audiobestand (tijdweergave)
De stage piano begint met opnemen. Tijdens de
opname gaat het lampje boven de knop [R] (Play)
branden. Het lampje boven de knop [I] (Record)
stopt met knipperen en blijft branden.
Het volgende scherm wordt weergegeven tijdens
een opname.
Audiobestanden afspelen
Zoals hieronder wordt beschreven, kan uw stage
piano audiobestanden (Wave-bestanden) van een
USB-flashgeheugenapparaat afspelen, ongeacht of
de bestanden door het instrument zelf zijn gemaakt
of afkomstig zijn van een andere bron.
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat met
het audiobestand dat u wilt afspelen aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op
het achterpaneel.
OPMERKING
• Audiobestanden die u via de stage piano wilt
afspelen, moeten zich in de hoofdmap* van het
USB-flashgeheugenapparaat bevinden. (*: De map
die aanvankelijk wordt weergegeven als
u het USB-flashgeheugenapparaat opent op
een computer of iets dergelijks.)
• Uw stage piano ondersteunt het afspelen van 44,1-kHz,
16-bits, stereo-audiobestanden met de .WAV-indeling.
2 Druk op de knop [J] (Stop).
Snelstarthandleiding
OPMERKING Als de stage piano in de modus Recording
Standby staat, kunt u ongeacht het scherm
dat momenteel wordt weergegeven, op elk
gewenst moment op de knop [I] (Record)
drukken om een opname te starten. In zo´n
geval kunt u terugkeren naar het scherm
Audio Recording door nogmaals op de
knop [I] (Record) te drukken nadat
de opname is gestart.
7 Als u de opname wilt stoppen of
onderbreken, drukt u op de knop [J](Stop).
Als de opname op deze manier op de normale wijze
is beëindigd, wordt het scherm Audio Playback
weergegeven. In dit scherm wordt het opgenomen
audiobestand automatisch geselecteerd voor
afspelen.
OPMERKING De opname stopt automatisch als de lengte
van het opgenomen bestand de 74 minuten
overschrijdt.
Het eerste deelvenster van het scherm
Audio Playback wordt weergegeven.
3 Controleer of de cursor (R) bij de parameter
File staat, en selecteer vervolgens met
de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de
draaiknop Data het audiobestand (.WAV)
dat u wilt afspelen.
4 Pas indien nodig het afspeelvolume voor
audiobestanden aan. Verplaats de cursor (R)
met de knop [r] naar de parameter Volume ,
en wijzig vervolgens de instelling met
de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of
de draaiknop Data.
36Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
LET OP
Audiobestanden van een andere bron dan uw stage
piano kunnen zeer luid zijn. Voordat u het afspelen start,
moet u daarom altijd de parameter Vol ume instellen
op “0”. Verhoog vervolgens het volume langzaam tot
een geschikt niveau terwijl u het bestand afspeelt
in Stap 5 hieronder.
OPMERKING
• Stel bij het afspelen van audiobestanden die zijn opgenomen
met uw stage piano de parameter Vo lu me in op “127”, zodat
ze worden afgespeeld met hetzelfde volume als waarmee ze
zijn opgenomen.
•De parameter Vol ume kan ook worden ingesteld in het scherm
General van het Utility-gebied.
Page 37
5 Druk op de knop [R] (Play).
AUDIO
PLAY 01:15
File Volume
RWAV001}{127 D
AUDIO
PLAY 00:00
File Rename
RWAV001}{[ENTER]W
AUDIO
Rename
Name
[WAV001}{]
AUDIO
PLAY 00:00
File Delete
RWAV001}{[ENTER]U
Het geselecteerde audiobestand wordt afgespeeld.
Tijdens het afspelen gaat het lampje boven
de knop [R] branden.
De naam van een audiobestand
wijzigen
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u de naam
wijzigen van audiobestanden (.WAV) die zijn gemaakt
met de stage piano of die afkomstig zijn van een andere
bron. U doet dit in het scherm Audio Playback.
1 Voer Stap 1 tot 3 uit Audiobestanden afspelen
uit om het bestand te selecteren waarvan
u de naam wilt wijzigen.
6 Als u het afspelen wilt stoppen of
onderbreken, drukt u op de knop [J](Stop).
Het afspelen van het audiobestand wordt gestopt.
Tip
Het afspelen van audio starten en stoppen met
een voetschakelaar
Als er een FC4- of FC5-voetschakelaar is aangesloten
via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting, kunt
u de volgende instelling uitvoeren om het afspelen
van audiobestanden te kunnen starten en stoppen
met de voetschakelaar.
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller; druk
op [ENTER]; stel FS (besturingsnummer van
voetschakelaar) in op “98 (Play/Stop)”.
Tip
De functie Key-on Start gebruiken
Zoals hieronder wordt beschreven, kan de functie
Key-on Start van uw stage piano worden gebruikt
om het opnemen of afspelen van een audiobestand
automatisch te starten als u het keyboard bespeelt.
1 Voer Stap 1 tot 5 uit Uw spel opnemen als
audio of Stap 1 tot 4 uit Audiobestanden
afspelen uit.
2 Houd de knop [J] (Stop) ingedrukt en druk
op de knop [R] (Play).
Het lampje boven de knop [R] (Play) gaat
knipperen om aan te geven dat Key-on Start actief
is. (Als u bezig bent om een opname te starten,
knippert het lampje boven de knop [I] (Record)
nu ook.)
OPMERKING U kunt Key-on Start uitschakelen door
nogmaals op de knop [J] (Stop) te drukken.
3 Bespeel een toets.
Het afspelen of opnemen start automatisch.
OPMERKING
• Als u de functie Key-on Start gebruikt, wordt niet afgeteld
als u de opname start, zelfs als er een andere waarde dan
“off” is ingesteld voor de parameter PreCount in Stap 5 van Uw spel opnemen als audio.
• Bij bepaalde schermhandelingen wordt Key-on Start
uitgeschakeld als deze functie stand-by is tot er een toets
wordt bespeeld.
2 Gebruik de knop [d] om naar het tweede
deelvenster van het scherm te gaan.
3 Verplaats de cursor (R) naar Rename met
de knop [r], en druk vervolgens op
de knop [ENTER].
4 Wijzig de naam van het bestand naar wens,
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Voor informatie over het instellen van een naam
raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in
het gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display. Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat de naam van een bestand
wordt gewijzigd.
Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
[NO]
sure?
/[YES]
5 Druk op de knop [+1/YES].
De naam van het bestand wordt gewijzigd.
Een audiobestand verwijderen
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u een
audiobestand (.WAV) verwijderen van het aangesloten
USB-flashgeheugenapparaat. U doet dit in het scherm
Audio Playback.
1 Voer Stap 1 tot 3 uit Audiobestanden afspelen
uit om het bestand te selecteren dat u wilt
verwijderen.
2 Gebruik de knop [d] om naar het derde
deelvenster van het scherm te gaan.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE37
Page 38
Snelstarthandleiding
3 Verplaats de cursor (R) naar Delete met
de knop [r], en druk vervolgens op
de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat een bestand wordt verwijderd.
Are you
[NO]
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
sure?
/[YES]
4 Druk op de knop [+1/YES].
Het audiobestand wordt verwijderd.
Nadat een audiobestand is verwijderd, wordt
het derde deelvenster van het scherm Audio
Playback weer weergegeven. Als het
USB-flashgeheugenapparaat andere
audiobestanden bevat, wordt één daarvan
automatisch geselecteerd en op het scherm
weergegeven.
Voor zorgsmaatregelen tijdens het gebruik van
de [TO DEVICE] USB-aansluiting
Behandel een USB-flashgeheugenapparaat dat
u aansluit op de ingebouwde [TO DEVICE] USBaansluiting van uw stage piano voorzichtig, en volg de
belangrijke voorzorgsmaatregelen hieronder.
OPMERKING Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het
Ondersteunde USB-apparaten
Alleen USB-geheugenapparaten van het type
flashdrive kunnen worden gebruikt met uw stage
piano. Daarnaast ondersteunt dit instrument
mogelijk niet alle commercieel verkrijgbare
USB-flashgeheugenapparaten. Yamaha kan niet
met alle dergelijke apparaten die op de markt zijn
een normale werking garanderen. Ga voordat u een
USB-flashgeheugenapparaat aanschaft voor gebruik
met uw stage piano daarom eerst naar de volgende
webpagina om te controleren of het apparaat
wordt ondersteund:
http://download.yamaha.com/
Een USB-flashgeheugenapparaat aansluiten
Voordat u een USB-flashgeheugenapparaat aansluit,
moet u controleren of de aansluiting ervan juist is voor
de [TO DEVICE] USB-aansluiting en of beide dezelfde
richting hebben.
OPMERKING Hoewel de aansluiting van de stage piano
USB-flashgeheugenapparaat voor meer
informatie over het gebruik ervan.
voldoet aan de USB 1.1-standaard, kunt u ook
USB 2.0-flashgeheugenapparaten aansluiten en
gebruiken. In dat geval worden gegevens echter
overgebracht met de snelheid van USB 1.1.
Werken met USB-flashgeheugenapparaten
Als er een USB-flashgeheugenapparaat is
aangesloten op uw stage piano, kunt u dat gebruiken
voor het opslaan van gegevens die u op het
instrument hebt gemaakt, voor het afspelen van
audiobestanden op het apparaat en voor het uitvoeren
van verschillende andere aanverwante taken.
Ondersteund aantal USB-
flashgeheugenapparaten
Er kan slechts één USB-flashgeheugenapparaat
tegelijk worden aangesloten op uw stage piano.
USB-flashgeheugenapparaten formatteren
Bepaalde typen flashgeheugenapparaten moeten
worden geformatteerd voordat ze met de stage piano
kunnen worden gebruikt. Als u een dergelijk apparaat
aansluit op de [TO DEVICE] USB-aansluiting, wordt op
het scherm een bericht weergegeven waarin u wordt
gevraagd of u het apparaat wilt formatteren. Als u dat
wilt doen, volgt u de instructies op pagina 39.
LET OP
Als een flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd,
wordt alle inhoud verwijderd. Controleer voor het
formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat
geen onvervangbare gegevens bevat.
Schrijfbeveiliging
Bepaalde typen USB-flashgeheugenapparaten zijn
mogelijk tegen schrijven beveiligd om te voorkomen
dat er per ongeluk gegevens worden gewist. Als
uw USB-flashgeheugenapparaat onvervangbare
gegevens bevat, raden wij u aan om schrijfbeveiliging
te gebruiken om te voorkomen er per ongeluk
gegevens worden gewist. Als u gegevens op een
USB-flashgeheugenapparaat wilt opslaan, zorgt
u ervoor dat u de schrijfbeveiligingsfunctie van het
apparaat uitschakelt.
USB-flashgeheugenapparaten verwijderen
Controleer voordat u een USBflashgeheugenapparaat uit de [TO DEVICE]
USB-aansluiting haalt of de stage piano het apparaat
niet gebruikt voor het opslaan of laden van gegevens.
LET OP
Zorg dat u USB-flashgeheugenapparaten niet te vaak
aansluit en verwijdert. Als u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan de stage piano vastlopen
en niet langer werken. Verwijder bovendien een
USB-flashgeheugenapparaat nooit als dit nog niet
volledig is gekoppeld of terwijl het door de stage piano
wordt gebruikt voor het laden of opslaan van gegevens.
Gegevens op het USB-flashgeheugenapparaat of op
het instrument zelf kunnen hierdoor beschadigd
raken. Daarnaast bestaat het gevaar dat het
USB-flashgeheugenapparaat blijvend beschadigd raakt.
38Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 39
Bestandshandelingen
met een USB-flashgeheugenapparaat
Als er een USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten
op uw stage piano, kunt u gegevens opslaan die u op
het instrument hebt gemaakt, en gegevens laden van
het USB-flashgeheugenapparaat.
Een USB-flashgeheugenapparaat
formatteren
4 Druk op de knop [+1/YES].
Het USB-flashgeheugenapparaat wordt
geformatteerd.
LET OP
Verwijder een USB-flashgeheugenapparaat niet uit
de [TO DEVICE] USB-aansluiting terwijl het wordt
geformatteerd. Als u deze voorzorgsmaatregel niet
in acht neemt, kan het USB-flashgeheugenapparaat
of de stage piano blijvend beschadigd raken.
Als het USB-flashgeheugenapparaat is
geformatteerd, wordt het bericht “Completed”
weergegeven. Vervolgens keert het instrument
terug naar het vorige scherm.
Bepaalde typen USB-flashgeheugenapparaten moeten
worden geformatteerd voordat ze met de stage piano
kunnen worden gebruikt. U kunt de volgende procedure
uitvoeren om een dergelijk apparaat te formatteren.
LET OP
Als een USB-flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd,
wordt alle inhoud verwijderd. Controleer voor het
formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat
geen onvervangbare gegevens bevat.
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op
het achterpaneel.
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
5 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
OPMERKING USB-flashgeheugenapparaten die met deze
procedure zijn geformatteerd, zijn compatibel
met MS-DOS en Windows. Houd er echter
rekening mee dat bepaalde andere apparaten
deze indeling mogelijk niet ondersteunen, wat
betekent dat de USB-flashgeheugenapparaten
niet met die apparaten kunnen worden gebruikt.
Instellingen van de stage piano
opslaan op een USB-flashgeheugenapparaat
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u met de functie
Save alle gegevens uit het gebruikersgeheugen van de
stage piano, zoals performances en Utility-instellingen,
opslaan op het aangesloten USBflashgeheugenapparaat in de vorm van een bestand van
het type All (met de bestandsextensie .C7A (CP4 STAGE)
of .C8A (CP40 STAGE).
1 Sluit een USB-flashgeheugenapparaat aan op
de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het
achterpaneel.
Snelstarthandleiding
FILE
D01:Save
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
05: Format te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat het aangesloten USBflashgeheugenapparaat wordt geformatteerd.
Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance
door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
[NO]
sure?
/[YES]
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
FILE
D01:Save
3 Gebruik de knop [u] om 01: Save te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm voor het instellen van een bestandsnaam
wordt weergegeven.
FILE
Save
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE39
[]
Name
Page 40
4 Stel de naam van het bestand naar wens in,
FILE
Load
TypeFile
All RSTAGE01
Bestandsnaam
FILE
Load
TypeFile
All RSTAGE03
Laadtype
FILE
Load
Src Performance
R001(A0l)CFX Grand
FILE
Load
Dst Performance
R004(A04)S6+Pad 1
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Voor informatie over het instellen van een naam
raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in
het gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display.
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat gegevens worden opgeslagen.
Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance
door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
[NO]
sure?
/[YES]
5 Druk op de knop [+1/YES].
De gegevens worden opgeslagen. Als u het opslaan
wilt annuleren, drukt u op de knop [EXIT] terwijl het
bericht “Now saving...” wordt weergegeven.
6 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om 02: Load
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ENTER].
Als de hoofdmap van het USBflashgeheugenapparaat een bestand van het type
All bevat, wordt dit weergegeven op het scherm.
OPMERKING Als de hoofdmap* van het USB-
flashgeheugenapparaat geen bestand van
het type All bevat, wordt op het instrument
het bericht “File not found” weergegeven
in plaats van het scherm Load.
(*: De map die aanvankelijk wordt
weergegeven als u het USBflashgeheugenapparaat opent op
een computer of iets dergelijks.)
4 Controleer of de cursor (R) bij de parameter
File staat, selecteer met de draaiknop Data
het bestand dat u wilt laden, en druk op
de knop [ENTER].
Snelstarthandleiding
Een bestand laden van een
USB-flashgeheugenapparaat
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u met de
functie Load een bestand van het aangesloten
USB-flashgeheugenapparaat in het instrument lezen.
OPMERKING De functie Load kan alleen worden gebruikt
met bestanden van het type All (die de
bestandsextensie .C7A (CP4 STAGE) of .C8A
(CP40 STAGE) hebben. Als u een audiobestand
(.WAV) wilt lezen, raadpleegt u de beschrijving van
het scherm Audio Playback (pagina 36).
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op
het achterpaneel.
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
FILE
D01:Save
5 Selecteer met de draaiknop Data welke
gegevens uit het geselecteerde bestand
in het instrument moeten worden geladen
(het laadtype), en druk vervolgens op
de knop [ENTER].
U kunt ervoor kiezen om alle gegevens te laden
(“All”), om alle gegevens te laden met uitzondering
van Utility-instellingen (“All without Sys”), of om een
specifieke performance te laden (“Performance”).
“Performance“ geselecteerd als laadtype:
Er wordt een scherm weergegeven waarin u de
performance kunt selecteren die u wilt laden.
“All” of “All without Sys“ geselecteerd
als laadtype:
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat gegevens worden geladen.
Are you
[NO]
sure?
/[YES]
6 Als u in Stap 5 “Performance” hebt
geselecteerd als laadtype, selecteert
u de performance die u wilt laden met
de draaiknop Data en drukt u vervolgens
op de knop [ENTER].
Als u “All” of “All without Sys” hebt geselecteerd,
gaat u verder bij Stap 8.
Er wordt een scherm weergegeven waarin u een
bestemming kunt selecteren voor de performance
die u wilt laden.
40Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 41
7 Selecteer een bestemming voor de
UTILITY
MasterComp
Preset E
RBasic D
UTILITY
MasterComp
Preset E
RMaximizer D
performance met de draaiknop Data
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Utility-instellingen
configureren voor het
Are you
[NO]
sure?
/[YES]
8 Druk op de knop [+1/YES] om de gegevens
te laden, of op de knop [-1/NO] om het
proces te annuleren.
Als u op de knop [+1/YES] hebt gedrukt, worden de
gegevens geladen. Als u het laden wilt annuleren,
drukt u op de knop [EXIT] terwijl het bericht
“Now loading...” wordt weergegeven. Als u op
de knop [-1/NO] hebt gedrukt, worden er geen
gegevens geladen en keert het instrument terug
naar het vorige scherm.
9 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
systeem als geheel
Als u op de knop [UTILITY] drukt, gaat u naar het Utilitygebied, waarin u parameters kunt instellen die betrekking
hebben op het instrument als geheel.
De mastercompressor instellen
De mastercompressor is een effect dat wordt toegepast
vlak voordat het geluid van de stage piano wordt
weergegeven. Hoge volumes worden gecomprimeerd
en verschillen in hardheid worden geëgaliseerd. Met
de volgende procedure kunt u de mastercompressor
configureren en zo aanpassen aan de omgeving waarin
de stage piano wordt bespeeld.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
UTILITY
D01:General
E
2 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
04: MasterComp te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ENTER].
Het scherm voor het instellen van de
mastercompressor wordt weergegeven.
3
Selecteer met de draaiknop Data een preset*
voor de mastercompressor. (*: Met elke preset
worden alle parameters geconfigureerd voor
een specifieke behoefte.)
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke
behoefte, kunt u die parameters indien nodig
nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de knop
[d] om naar de andere deelvensters van het
scherm te gaan.
Snelstarthandleiding
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in
het geheugen van de stage piano.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE41
Page 42
De mastercompressor
UTILITYPart
Panel Lock R on
AudioEffect E
onon D
Paneelvergrendelingsparameter
in- en uitschakelen
De knop [MASTER COMP]
Met de knop [MASTER COMP] van het besturingspaneel
kunt u op een gemakkelijke manier de mastercompressor
in- en uitschakelen die is geconfigureerd zoals is
beschreven in De mastercompressor instellen. Als u de
mastercompressor op deze manier inschakelt, gaat het
lampje van de knop branden. Het lampje van de knop
gaat uit als u de mastercompressor uitschakelt.
OPMERKING
• Functies die zijn toegewezen aan een voetschakelaar of
voetregelaar, blijven actief als deknop [PANEL LOCK] aan is.
• Als u probeert een vergrendelde regelaar te gebruiken terwijl
de knop [PANEL LOCK] aan is, wordt het bericht “Panel Locked”
weergegeven en knippert de knop even.
• De paneelvergrendeling wordt altijd uitgeschakeld als de stage
piano wordt aangezet.
Vergrendelbare regelaars wijzigen
Met de volgende procedure kunt u veranderen
welke regelaars worden vergrendeld als de knop
[PANEL LOCK] wordt aangezet.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
Snelstarthandleiding
Het besturingspaneel
vergrendelen
De knop [PANEL LOCK]
Met de functie Panel Lock kunt u de knoppen,
partschuifregelaars en andere regelaars van uw stage
piano vergrendelen om te voorkomen dat u ze tijdens het
spelen per ongeluk bedient. Houd de knop
[PANEL LOCK] ten minste één seconde ingedrukt om te
schakelen tussen de vergrendelde en ontgrendelde
toestanden. Als u de knop aanzet, knippert het lampje
van de knop kort waarna het blijft branden. Het gaat uit
als u de knop uitzet.
UTILITY
D01:General
E
2 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
06: Panel Lock te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ENTER].
Het scherm voor het selecteren van vergrendelbare
regelaars wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [r] om de cursor (R)
te verplaatsen naar de
paneelvergrendelingsparameter
die overeenkomt met de regelaars die
u actief wilt laten blijven als het paneel
wordt verg rendeld. en stel de parameter
vervolgens in op “off” met de draaiknop Data.
Gebruik de knop [d] om naar de andere
deelvensters van het scherm te gaan en
daar vergelijkbare instellingen uit te voeren.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf)
voor meer informatie over de
paneelvergrendelingsparameters.
Standaard kunnen alle regelaars worden vergrendeld,
met uitzondering van de volgende:
de knop [PANEL LOCK], de knop [SHIFT], de knop
[EXIT], de MASTER EQ-schuifregelaars, de draaiknop
[MASTER VOLUME], het keyboard, het pitchbendwiel,
het modulatiewiel, de voetschakelaar, en de
voetregelaars 1 en 2 (CP4 STAGE) of de voetregelaar
(CP40 STAGE).
42Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in
het geheugen van de stage piano.
Page 43
De hoofdstemming wijzigen
UTILITYMa
GeneralR+0
.
sterTuneTrnsps
E
0/440.0Hz+ 0
D
UTILITY JOB
D01:FactorySet
Are you
[NO]
sure?
/[YES]
U kunt de stemming van de stage piano als geheel
aanpassen op de manier die hieronder wordt beschreven.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [u] om 01: General te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het deelvenster voor het instellen van de
hoofdstemming wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [u] om 01: FactorySet te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Factory Set wordt weergegeven.
Job
FactorySet
PowerOn Auto
Roff
4 Stel de parameter PowerOnAuto in op “off”,
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat de functie Factory Set
wordt uitgevoerd.
3 Verplaats de cursor (R) met de knop [r]
naar de parameter MasterTune, en wijzig
vervolgens de instelling ervan met
de draaiknop Data.
De hoofdstemming kan worden ingesteld in stappen
van een cent.
OPMERKING De standaardstemming van de stage piano is
440 Hz (voor A3), en 3 tot 4 cent is ongeveer
gelijk aan 1 Hz.
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in het
geheugen van de stage piano.
Standaardinstellingen terugzetten
Zoals hieronder wordt beschreven, kan de functie
Factory Set worden gebruikt om het gebruikersgeheugen
van uw stage piano terug te zetten in de
standaardtoestand. Als deze functie wordt
uitgevoerd, worden alle performances en Utilityinstellingen die zijn opgeslagen in het
gebruikersgeheugen, teruggezet op de
standaardwaarden. Dit kan handig zijn als u per
ongeluk standaardperformances en -Utility-instellingen
van het gebruikersgeheugen hebt overschreven.
LET OP
Als de functie Factory Set wordt uitgevoerd, worden alle
performance- en Utility-instellingen die zijn opgeslagen
in het gebruikersgeheugen, overschreven met de
standaardwaarden. Het is daarom verstandig om regelmatig
back-ups van belangrijke gegevens te maken op een
USB-flashgeheugenapparaat of iets dergelijks (pagina 39).
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance
door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
LET OP
Als u de parameter PowerOn Auto instelt op “on” voordat
u de functie Factory Set uitvoert, wordt de functie daarna
telkens wanneer u uw stage piano aanzet, automatisch
uitgevoerd. Omdat dit kan leiden tot het verlies van
belangrijke instellingen en gegevens, raden wij u aan
de parameter in te stellen op “off”. Als u de parameter
PowerOn Auto weer terugzet van “on” in “off”, moet
u in deze toestand de functie Factory Set uitvoeren
om de nieuwe instelling op te slaan.
5 Druk op de knop [+1/YES].
De functie Factory Set wordt uitgevoerd.
LET OP
Zet de stage piano nooit uit terwijl de functie Factory Set
wordt uitgevoerd, dus als het bericht wordt weergegeven
op het scherm. Als deze voorzorgsmaatregel niet
in acht genomen wordt, kan de inhoud van het
gebruikersgeheugen verloren gaan en kunnen
systeemgegevens beschadigd raken, waardoor het
instrument de volgende keer dat het wordt aangezet
niet meer op de normale manier kan werken.
6 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het Utility-gebied te verlaten.
Snelstarthandleiding
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [d] om 07: Job te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het menu Utility Job wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE43
Page 44
Gebruiken met een
Achterpaneel van de stage piano
USB-kabel
computer
Uw stage piano is weliswaar zelf al uitzonderlijk krachtig
en veelzijdig, maar door deze via een USB-kabel op een
computer aan te sluiten, beschikt u over nog meer
gebruiksgemak en flexibiliteit. Op deze manier
kunt u bijvoorbeeld het instrument integreren met
DAW-toepassingen en andere software voor het
maken van muziek.
OPMERKING DAW is een afkorting van Digital Audio Workstation,
en DAW-toepassingen zoals Cubase, Logic,
SONAR en Digital Performer kunnen worden
gebruikt voor het opnemen, bewerken en mengen
van audio op een computer.
Als uw stage piano is aangesloten op een computer, hebt
u bijvoorbeeld de volgende opties tot uw beschikking:
• Het instrument gebruiken als een externe geluidsbron
en/of MIDI-keyboard voor een DAW-toepassing.
• Een audio-interface of iets vergelijkbaars gebruiken
om uw eigen stagepianospel in audioformaat op
te nemen op een DAW-toepassing.
• Uw eigen stagepianospel in MIDI-formaat opnemen
op een DAW-toepassing.
3 Stel uw stage piano zo in dat het uitwisselen
van MIDI-gegevens via de [TO HOST]
USB-aansluiting is toegestaan.
U kunt deze instelling als volgt uitvoeren in
het scherm MIDI van het Utility-gebied.
Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI met [u] en
[d]; druk op [ENTER]; stel IN/OUT in op “USB”.
4 Druk op de knop [STORE] als u deze
instelling wilt opslaan.
OPMERKING Raadpleeg de installatiehandleiding die
bij uw DAW-toepassing is geleverd voor
informatie over de installatie van de toepassing
op uw computer.
Snelstarthandleiding
Een verbinding tot stand brengen
Als u uw stage piano wilt aansluiten op een computer en
MIDI-gegevens wilt uitwisselen, hebt u een USB-kabel en
het juiste USB-MIDI-stuurprogramma nodig. Hieronder
wordt beschreven hoe u dit type verbinding tot stand
kunt brengen:
1 Download de meest recente versie van het
Yamaha -USB-MIDI-stuurprogramma van
de volgende webpagina.
Pak het stuurprogrammapakket uit als het
is gedownload.
http://download.yamaha.com/
OPMERKING
• Op de bovenstaande website vindt u ook informatie over
systeemvereisten.
• Het USB-MIDI-stuurprogramma kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. Bezoek vóór
installatie bovenstaande webpagina om de meest recente
informatie te raadplegen en om te controleren of u over de
meest recente versie beschikt.
2 Installeer het USB MIDI-stuurprogramma
op de computer.
Voor instructies raadpleegt u de installatiehandleiding
die in het gedownloade stuurprogrammapakket is
meegeleverd. Als u wordt gevraagd om de [TO
HOST] USB-aansluiting op uw instrument met een
USB-kabel aan te sluiten op de computer, doet u dat
zoals rechtsboven wordt weergegeven.
Voor zorgsmaatregelen bij het gebruik van
de [TO HOST] USB-aansluiting
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als
u uw stage piano via de [TO HOST] USB-aansluiting
aansluit op een computer. Als u dit niet doet, loopt
u het risico dat uw computer vastloopt en dat
gegevens verloren gaan of worden beschadigd. Als
uw stage piano of computer vastloopt, start dan de
gebruikte toepassing opnieuw op, start de computer
opnieuw op en zet de stage piano uit en weer aan.
LET OP
• Gebruik een USB A-B-kabel. Gebruik geen
USB 3.0-kabel.
• Voordat u een computer aansluit via de [TO HOST]
USB-aansluiting, haalt u de computer uit een eventuele
energiebesparende modus (zoals de sluimerstand of
stand-by).
• Sluit de computer aan via de [TO HOST]
USB-aansluiting voordat u uw stage piano inschakelt.
• Voer altijd de volgende stappen uit voordat u de stage
piano aan- of uitzet of een USB-kabel loskoppelt
of aansluit.
- Sluit alle toepassingen af.
- Controleer of er geen gegevens worden verzonden
vanaf de stage piano. (Zelfs bij het bespelen van een
toets worden er gegevens verzonden.)
• Als er een computer is aangesloten, laat dan ten
minste zes seconden verstrijken tussen het moment
dat u de stage piano in- en uitschakelt en het moment
dat u de USB-kabel aansluit of losmaakt.
44Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 45
Gebruiken met een
Achterpaneel van de stage piano
Draagbare muziekspeler enz.
Stereo-minikabel
van 1/8 inch
[OUT] MIDI-aansluiting
CP4 STAGE of CP40 STAGE
MIDI IN-aansluiting
Synthesizer met MIDI-aansluitingen, enz.
Gebruiken met andere
draagbare muziekspeler
Als er een draagbare muziekspeler is aangesloten via
de [AUX IN] stereo mini-aansluiting, kunt u bijvoorbeeld
via de hoofdtelefoon van de stage piano naar de
muziekspeler luisteren en meespelen met uw favoriete
melodieën. Dit doet u als volgt:
1 Sluit de draagbare muziekspeler aan via de
[AUX IN]-aansluiting van de stage piano.
OPMERKING
• Als u een aansluiting tot stand brengt, moet u er altijd
op letten dat de kabel die u gebruikt overeenkomt met
de vorm van de aansluitingen op de apparaten.
• Controleer voordat u aansluitingen maakt of het volume op
alle apparaten helemaal omlaag is gedraaid.
MIDI-apparaten
Via (afzonderlijk verkrijgbare) standaard MIDI-kabels
kunt u andere MIDI-apparaten zoals synthesizers en
geluidsmodules op de stage piano aansluiten via de [IN]
en [OUT] MIDI-aansluitingen. Met dit type aansluiting
kunt u MIDI-gegevens uitwisselen met die apparaten.
Naast de twee ingebouwde MIDI-aansluitingen, kunt
u ook de [TO HOST] USB-aansluiting gebruiken voor
het uitwisselen van MIDI-gegevens. Het is echter niet
mogelijk om MIDI-berichten tegelijkertijd via de MIDIaansluitingen en de [TO HOST] USB-aansluiting uit te
wisselen. U moet in het scherm MIDI van het Utilitygebied de interface selecteren die u hiervoor wilt
gebruiken. Met de volgende procedure kunt
u bijvoorbeeld de MIDI-aansluitingen selecteren:
Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI met [u] en [d];
druk op [ENTER]; stel IN/OUT in op “MIDI”; druk
op [STORE].
Daarnaast moeten uw stage piano en aangesloten
MIDI-apparaten dezelfde MIDI-verzend- en
-ontvangstkanalen gebruiken om met elkaar
te kunnen communiceren.
2 Start het afspelen op de aangesloten
draagbare muziekspeler.
Geluid van de draagbare muziekspeler wordt via de
stage piano weergeven, samen met het eigen geluid
van de stage piano.
OPMERKING Gebruik de volumeregeling op het aangesloten
3 Speel op het keyboard mee met de muziek.
4 Als u klaar bent met oefenen, stopt
u het afspelen op de aangesloten
draagbare muziekspeler.
apparaat om het volume ervan in balans
te brengen met dat van de stage piano.
MIDI-toongenerators besturen
met uw stage piano
Met de functie Master Keyboard kunt u andere MIDItoongenerators bespelen via het keyboard van de stage
piano. U kunt zelfs het keyboard splitsen in vier
verschillende zones en met elke zone een ander
apparaat besturen. Op deze manier kunt u naast de
voice van de stage piano meerdere voices bespelen die
door andere MIDI-apparaten worden geproduceerd.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE45
Page 46
Snelstarthandleiding
MasterKbd
Common
MasterKbdSw
E
R
off
D
MasterKbd
Common
MasterKbdSw E
R on D
Zone ingesteld via het huidige deelvenster
MasterKbd
Zone1
Octave Trnsps E
R+0+ 0 W
Zoneparameter
Met de volgende procedure kunt u externe besturing
configureren op basis van een individuele performance:
1 Selecteer de performance die u wilt
gebruiken (pagina 30).
2 Druk op de knop [EDIT].
Het menu Edit wordt weergegeven.
EDIT
D01:Common
E
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
03: Master Keyboard te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ENTER].
Het deelvenster Common van het scherm
Master Keyboard wordt weergegeven. Dit is
van toepassing op alle zones.
4 Gebruik de knop [+1/YES] om de parameter
MasterKbdSw in te stellen op “on”.
Hiermee activeert u alle vier de zones.
5 Gebruik de knop [d] om naar deelvensters
voor specifieke zones te gaan.
Het scherm voor het instellen van de
mastercompressor wordt weergegeven.
MasterKbd
Zone1
OPMERKING Als u naar het overeenkomstige deelvenster
voor andere zones wilt gaan, houdt u de knop
[SHIFT] ingedrukt terwijl u op de knop [d] of
[u] drukt.
ZoneSw Channel E
R on 1 W
6 Als u de huidige zone wilt gebruiken, stelt
u de parameter ZoneSw in op “on”.
9 Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op
de knop [d] om naar het deelvenster voor
een andere zone te gaan.
Herhaal Stap 6 tot 8 voor alle gewenste zones.
10 Als u klaar bent met het instellen van
zones, drukt u zoveel keer als nodig is op
de knop [EXIT].
Het scherm Performance wordt weergegeven.
11Voor elke zone die is geconfigureerd voor
het afspelen van een ander apparaat, stelt
uhet MIDI-ontvangstkanaal op het
desbetreffende apparaat in op het
verzendkanaal uit Stap 7 hierboven.
Tip
MIDI-verzend- en ontvangstkanalen
Als de functie Master Keyboard niet is geactiveerd,
wordt de besturing van andere MIDI-apparaten
uitgevoerd via de afzonderlijke MIDI-verzendkanalen
van de parts. De parts waaruit een performance
bestaat, hebben de volgende vaste
MIDI-verzendkanalen:
Als u een ander MIDI-apparaat wilt besturen via
uw stage piano, moet u het MIDI-ontvangstkanaal
van het apparaat instellen op een van de
bovenstaande verzendkanalen van de stage piano.
Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij het
MIDI-apparaat is geleverd voor informatie over
hoe u dit doet.
7 Verplaats de cursor (R) met de knop [r]
naar de parameter Channel, en selecteer
vervolgens met de draaiknop Data een
MIDI-verzendkanaal voor de huidige zone.
8 Gebruik de knop [d] om naar de andere
deelvensters te gaan, en stel indien nodig
andere parameters voor de huidige zone
in met de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data.
OPMERKING Voor meer informatie over zoneparameters
46Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
raadpleegt u de Naslaggids (pdf).
Page 47
De stage piano besturen vanaf
[IN] MIDI-aansluiting
CP4 STAGE of CP40 STAGE
MIDI OUT-aansluiting
Synthesizer met MIDI-aansluitingen, enz.
een ander MIDI-apparaat
Met een via MIDI aangesloten keyboard of synthesizer
kunt u de toongenerator van de stage piano bespelen,
voices veranderen en andere gelijksoortige taken
uitvoeren.
Tip
MIDI-verzend- en ontvangstkanalen
De parts waaruit een performance bestaat, hebben
de volgende vaste MIDI-ontvangstkanalen:
Als u de toongenerator van uw stage piano wilt
besturen met een ander MIDI-apparaat, moet u het
MIDI-verzendkanaal van het apparaat instellen op een
van de bovenstaande ontvangstkanalen van de stage
piano. Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij
het MIDI-apparaat is geleverd voor informatie over
hoe u dit doet.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE47
Page 48
Appendix
Shift-functies
In de volgende tabel worden de functies beschreven die u kunt uitvoeren door op knoppen op het besturingspaneel van
de stage piano te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
ActieFuncti e
[SHIFT] + [SLIDER FUNCTION]
[SHIFT] + [METRONOME]
[SHIFT] + [CHORUS]
[SHIFT] + [REVERB]
[SHIFT] + [MASTER COMP]
[SHIFT] + PART EFFECT [A]
[SHIFT] + PART EFFECT [B]
[SHIFT] + [-1/NO]/[+1/YES]
[SHIFT] + draaiknop Data
De parametertoewijzing van de partschuifregelaar terugzetten op Volume.
Het paneel weergeven waarin de parameter Metronome Tempo kan worden
ingesteld.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [METRONOME] ingedrukt
te houden.
Het scherm Chorus Effect van het Performance Common Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [CHORUS] ingedrukt
te houden.
Het scherm Reverb Effect van het Performance Common Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [REVERB] ingedrukt
te houden.
Het scherm MasterComp van het Utility-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [MASTER COMP] ingedrukt
te houden.
Het scherm Effect-A van het Performance Part Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [A] PART EFFECT ingedrukt
te houden.
Het scherm Effect-B van het Performance Part Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [B] PART EFFECT ingedrukt
te houden.
Parameterinstellingen verhogen of verlagen met stappen van 10.
De performancegroep wijzigen (in het scherm Performance Select).
[SHIFT] + [PERFORMANCE
PLAY/SELECT]
[SHIFT] + [EXIT]
[SHIFT] + [PANEL LOCK]
[SHIFT] + [ENTER]
Appendix
OPMERKING
• Met vierkante haken worden knoppen op het besturingspaneel aangegeven.
• De term “ingedrukt houden” die hierboven wordt gebruikt, betekent dat u de desbetreffende knop ten minste één seconde
moet indrukken.
• Knoppen op het bedieningspaneel met onderaan rechts het symbool “” ondersteunen bewerkingen met drukken en vasthouden.
Druk op een Voice Category-knop om de overeenkomstige performance uit de
huidige groep direct te selecteren. Druk nogmaals op [SHIFT] + [PERFORMANCE
PLAY/SELECT] om deze modus te sluiten.
Het scherm Performance weergeven.
De functie Panel Lock in- en uitschakelen.
De momenteel geselecteerde performance initialiseren.
48Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 49
Schermberichten
Bericht Omschrijving
Are you sure?
Auto power off disabled.
Autovolumeboostwith this
file name.
Completed.
Connecting USB device.
Device number is off.
Device number mismatch.
Executing...
Factory Set...
Favorite voice registered.
File already exists.
File not found.
Hold to lock/unlock.
Illegal file name.
Illegal file.
Illegal format.
Incompatible USB device.
MIDI buffer full.
MIDI checksum error.
MIDI data error.
No response from USB
device.
Now loading...
Now saving...
Als dit bericht wordt weergegeven, dient u te bevestigen of u wel of niet door wilt
gaan met de geselecteerde bewerking.
Dit bericht wordt weergegeven als u de automatische uitschakelfunctie uitzet
door de stage piano aan te zetten terwijl u de meest linkse toets op het keyboard
ingedrukt houdt.
Dit bericht wordt weergegeven als u een geluidsbestandsnaam instelt met “}{“
als zevende en achtste teken van de naam. Voor bestanden met deze tekens
in de naam wordt het volume automatisch door de stage piano versterkt als ze
worden afgespeeld. Ze kunnen daarom erg luid klinken.
Dit bericht wordt weergegeven als het laden, opslaan, formatteren of een andere
soortgelijke bewerking is voltooid.
Dit bericht wordt weergegeven als een USB-flashgeheugenapparaat wordt
gekoppeld.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Bulk Dump niet kan worden
gebruikt omdat een apparaatnummer niet is ingesteld.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Bulk Dump niet kan worden
gebruikt omdat apparaatnummers niet overeenkomen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met formatteren
of met een soortgelijke taak. Wacht tot de bewerking is voltooid.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Factory Set wordt uitgevoerd bij het
aanzetten van de stage piano.
Dit bericht wordt weergegeven als een favoriete voice is ingesteld voor een Voice
Category-knop.
Dit bericht wordt weergegeven als er al een bestand bestaat met dezelfde naam
als het bestand dat u wilt opslaan.
Dit bericht wordt weergegeven als er geen bestand van het geselecteerde
type bestaat.
Dit bericht wordt weergegeven als de bewerking Panel Lock is mislukt. Houd de
knop [PANEL LOCK] lang genoeg ingedrukt.
Dit bericht wordt weergegeven als de door u opgegeven bestandsnaam
ongeldig is. Geef in zo´n geval een andere naam op.
Dit bericht wordt weergegeven als het bestand dat voor laden is geselecteerd,
niet geschikt is voor gebruik met uw stage piano of niet in de huidige modus kan
worden geladen.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert een geluidsbestand af te spelen
dat niet de indeling 44,1-kHz, 16-bits, stereo, .WAV heeft.
Dit bericht wordt weergegeven als een niet-ondersteund USB-apparaat wordt
aangesloten op de [TO DEVICE] USB-aansluiting van het instrument.
Dit bericht wordt weergegeven als het volume van de ontvangen MIDI-gegevens
te groot is om te verwerken.
Dit bericht wordt weergegeven als de checksum voor ontvangen systeemexclusieve MIDI-gegevens onjuist is.
Dit bericht wordt weergegeven als een fout is opgetreden tijdens de ontvangst
van MIDI-gegevens.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat
niet reageert.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het laden van een
bestand. U kunt het laden annuleren door op de knop [EXIT] te drukken.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het opslaan van
een bestand. U kunt het opslaan annuleren door op de knop [EXIT] te drukken.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE49
Page 50
Bericht Omschrijving
Now working...
Overwrite?
Panel Locked.
Please keep power on...
Please stop audio play/rec.
Quick reset
Receiving MIDI bulk...
Rec file names allused.
System memory crashed.
Transmitting MIDI bulk...
USB connection terminated.
USB device full.
USB device not ready.
Appendix
USB device read/write
error.
USB device unformatted.
USB device write protected.
USB power consumption
exceeded.
USB transmission error.
Utility stored.
Dit bericht wordt weergegeven terwijl uw stage piano bezig is met opschonen
nadat u bijvoorbeeld op de knop [EXIT] hebt gedrukt om een laad- of
opslagbewerking te annuleren.
Dit bericht wordt weergegeven tijdens het opslaan van bestanden
om te bevestigen of u een bestand met dezelfde naam dat al op het
USB-flashgeheugenapparaat staat, wilt overschrijven.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert een regelaar te bedienen die
momenteel is uitgeschakeld via de functie Panel Lock. Houd indien nodig de
knop [PANEL LOCK] ingedrukt om alle regelaars te ontgrendelen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het schrijven van
gegevens naar het gebruikersgeheugen. De stage piano mag in deze status
nooit worden uitgeschakeld. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen
wordt, kunnen uw originele instellingen verloren gaan en kan het interne systeem
worden beschadigd, waardoor het instrument bij een volgend gebruik niet meer
normaal kan worden opgestart.
Dit bericht wordt weergegeven om u te laten weten dat het opnemen of afspelen
van audio moet worden gestopt voordat de geselecteerde bewerking kan
worden uitgevoerd.
Dit bericht wordt weergegeven als u de functie Quick Reset hebt uitgevoerd door
op de knop [ENTER] te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
Hierdoor wordt de momenteel geselecteerde performance geïnitialiseerd en
wordt het scherm Performance teruggeroepen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het ontvangen
van gegevens die zijn gemaakt met de functie Bulk Dump.
Dit bericht wordt weergegeven als alle mogelijke namen die automatisch aan een
opgenomen geluidsbestand kunnen worden toegewezen, al zijn gebruikt. Deze
bestanden krijgen automatisch de naam “WAV***}{”, waarbij *** een getal tussen
001 en 999 is. Om verder te kunnen gaan, verwijdert u een of meer van deze
bestanden of wijzigt u de naam ervan in een naam met een andere notatie.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een probleem voordoet tijdens het
schrijven van gegevens naar het interne geheugen van het instrument.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het verzenden
van MIDI-bulkgegevens.
Dit bericht wordt weergegeven als de verbinding met het USB-flashgeheugenapparaat is
verbroken als gevolg van een stroomstoring. Verwijder het USB-flashgeheugenapparaat
en druk op de knop [ENTER] om terug te keren.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat
vol is en er geen bestanden meer op kunnen worden opgeslagen. Gebruik in dat
geval een nieuw USB-flashgeheugenapparaat of maak ruimte door overbodige
gegevens van het aangesloten apparaat te wissen.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert gegevens op te slaan
of een andere gelijksoortige bewerking uit te voeren terwijl er geen
USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een fout voordoet tijdens het uitwisselen
van gegevens met het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat of als
u probeert een alleen-lezen bestand te verwijderen of te overschrijven.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat
niet is geformatteerd of is geformatteerd op een manier die niet door
uw stage piano wordt ondersteund. Controleer in dat geval de inhoud
van het USB-flashgeheugenapparaat.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat
tegen schrijven is beveiligd.
Dit bericht wordt weergegeven als de stroom die het USBflashgeheugenapparaat verbruikt, het niveau overschrijdt dat door uw stage
piano wordt ondersteund.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een fout voordoet tijdens communicatie
met het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat.
Dit bericht wordt weergegeven als Utility-instellingen zijn opgeslagen.
50Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 51
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met uw stage piano,
bijvoorbeeld als er geen geluid wordt geproduceerd of als
de uitvoer vervormd is, neemt u de volgende checklists door
om de situatie op te lossen. U kunt problemen soms ook
oplossen door de functie Factory Set (pagina 43) uit te
voeren nadat u eerst een back-up van uw instellingen hebt
gemaakt op een USB-flashgeheugenapparaat (pagina 39).
Als een bepaald probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met uw Yamaha-leverancier of een
servicecenter (zie achter in dit boekje).
Controleer of uw effect- en filterinstellingen
juist zijn.
Houd er in het bijzonder rekening mee dat er als u een
filter gebruikt, bij bepaalde filterafsnijfrequenties geen
geluid wordt geproduceerd.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
02: Filter/EG en druk op [ENTER]; wijzig
de Cutoff-instelling.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
03: Effect-A en 04: Effect-B en druk op [ENTER];
wijzig waar nodig de instellingen.
De stage piano produceert geen geluid.
Controleer of er een stereosysteem,
versterkers, luidsprekers en/of een
hoofdtelefoon zijn aangesloten op
het instrument.
Uw stage piano heeft geen ingebouwde luidsprekers.
U kunt het geluid dat wordt geproduceerd
daarom alleen horen als u een hoofdtelefoon
of audioapparatuur zoals versterkers en
luidsprekers aansluit (pagina 16).
Controleer of de stage piano en de
aangesloten audioapparatuur zijn
ingeschakeld.
Controleer of het mastervolume op uw stage
piano en de aangesloten audioapparatuur niet
extreem laag is ingesteld.
Als er een voetregelaar op het instrument is
aangesloten, kunt u het volume mogelijk daarmee
verhogen.
Controleer of uw stage piano op de juiste
manier is aangesloten op de andere
audioapparatuur.
Controleer of de lokale besturing niet is
uitgeschakeld.
Als de lokale besturing is uitgeschakeld en uw stage
piano niet samen met een computer of een ander
apparaat dat MIDI-berichten retourneert wordt
gebruikt, is het niet mogelijk om geluid van de interne
toongenerator te produceren door het keyboard te
bespelen.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op
[ENTER]; stel LocalSw in op “on”.
Controleer of er geen partvolumes op een
extreem laag niveau zijn ingesteld.
• Selecteer Volume met [SLIDER FUNCTION]; bedien
de partschuifregelaars.
Controleer of er geen partknoppen
zijn uitgezet.
Een part produceert geen geluid als de knop ervan
is uitgezet (als het lampje niet brandt). Als een
benodigde part uit staat, drukt u op de bijbehorende
partknop en controleert u of het lampje gaat branden.
Geluid dat wordt ingevoerd via de
[AUX IN]-aansluiting, is niet te horen.
Controleer of het volume op de aangesloten
audioapparatuur niet helemaal is uitgezet.
Audiobestanden die worden afgespeeld,
zijn niet te horen.
Controleer of het volume voor het afspelen
van audiobestanden niet helemaal is uitgezet.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk op
[ENTER]; verhoog de Volume-instelling in het
scherm Audio Playback.
Het afspelen van een geluid stopt
niet meer.
Als u een audiobestand afspeelt dat
zich bevindt op het aangesloten
USB-flashgeheugenapparaat, drukt
u op de knop [J] (Stop).
De stage piano is onverwacht
uitgeschakeld.
Controleer of de automatische
uitschakelfunctie aan staat.
Zet de functie zo nodig uit en wijzig de tijd totdat
de functie wordt geactiveerd.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: Algemeen en
druk op [ENTER]; stel AutoOff in op “off” of op
een andere tijd.
De uitvoer van de stage piano klinkt
vervormd.
Controleer of effecten goed zijn ingesteld.
Geluid kan worden vervormd bij bepaalde
combinaties van het type effect en
parameterinstellingen.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
03: Effect-A en 04: Effect-B en druk op [ENTER];
wijzig waar nodig de instellingen.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE51
Page 52
Controleer of de filterinstellingen goed zijn.
Afhankelijk van het type geluid dat wordt gefilterd,
kunnen bepaalde resonantie-instellingen vervorming
produceren.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
02: Filter/EG en druk op [ENTER]; wijzig de Resoinstelling.
Controleer of het mastervolume op de stage
piano en/of de aangesloten audioapparatuur
niet te hoog is ingesteld.
Controleer de ingangsniveaus van een eventuele
mixer of versterker waarop uw stage piano is
aangesloten. Als de vervorming niet verdwijnt als u de
ingangsversterking verlaagt of op de overeenkomstige
padknop drukt, kunt u het uitgangsvolume van de
stage piano verlagen.
Controleer of de partvolumes en het afspeel-
volume voor audiobestanden niet te hoog zijn.
• Selecteer Volu me met [SLIDER FUNCTION]; bedien
de partschuifregelaars.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk
op [ENTER]; verhoog de Vol ume-instelling in het
deelvenster AudioPlay
Effecten zijn niet te horen.
Controleer of de knoppen [CHORUS] en
[REVERB] SYSTEM EFFECT, de knoppen [A]
en [B] PART EFFECT en de knop [MASTER
COMP] zijn ingeschakeld voor zover dat
nodig is.
Als een van deze knoppen is uitgeschakeld (als het
lampje niet brandt), is het overeenkomstige effect niet
te horen. U kunt deze situatie oplossen door op de
desbetreffende knop te drukken en te controleren
of het lampje gaat branden.
Als het chorus- en/of reverbeffect niet te
horen is, controleert u of de chorus- en
reverbzendniveaus niet extreem laag zijn
ingesteld.
• Selecteer Chorus of Reverb met [SLIDER
FUNCTION]; bedien de partschuifregelaars.
Als invoegeffecten niet te horen zijn,
controleert u of de partschakelaar voor Effect
A/B niet is uitgeschakeld.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel EffA/BSw in
op “on”.
Het uitgevoerde geluid klinkt hortend
en stotend.
Het bewerkingssymbool (E) wordt
weergegeven hoewel er niets is bewerkt.
Controleer of u niet meer noten speelt dan
de stage piano gelijktijdig kan verwerken.
Als het totale aantal noten dat door alle parts wordt
gespeeld te groot is, kan de uitvoer van de stage
piano hortend en stotend klinken.
Het bewerkingssymbool kan worden
weergegeven als er parameterinstellingen
worden gewijzigd doordat partschuifregelaars
worden bediend, of doordat de interne
toongenerator van de stage piano wordt
Er kan slechts één noot tegelijk worden
bestuurd door een ander MIDI-apparaat.
gespeeld.
Audioweergave start niet als op de
Controleer of de speelmodus niet is ingesteld
op “mono”.
Als u meerdere noten tegelijk wilt spelen, moet de
speelmodus voor de part(s) zijn ingesteld op “poly”.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
Appendix
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel PartMode
in op “poly”.
Er worden onverwachte toonhoogten
knop [R] (Play) wordt gedrukt.
Controleer of er een USB-
flashgeheugenapparaat met een of meer
audiobestanden is aangesloten.
Controleer of het audiobestand de juiste
indeling heeft.
Uw stage piano ondersteunt het afspelen van
44,1-kHz, 16-bits, stereo-audiobestanden met
de .WAV-indeling.
geproduceerd.
Controleer of de parameters voor transponeren
en stemmen zijn ingesteld op “0”.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk
op [ENTER]; stel MasterTune en Trn sps in op “0”.
Controleer of de parameters voor
nootverschuiving en ontstemmen voor
elke part zijn ingesteld op “0”.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer
01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel NoteShft
en Detune in op “0”.
Keyboardspel kan niet worden
opgenomen als audio.
Controleer of het USB-
flashgeheugenapparaat voldoende vrije
geheugenruimte heeft voor opnames.
• Druk op [FILE]; selecteer 06: Memory Info en druk
op [ENTER]; controleer de hoeveelheid beschikbaar
geheugen met Free.
Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is,
verwijdert u overbodige gegevens of gebruikt
u een ander USB-flashgeheugenapparaat.
52Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 53
Gegevensuitwisseling met een
aangesloten computer werkt niet goed.
Controleer of de poortinstellingen van
de computer juist zijn.
Controleer of de juiste interface (MIDI of USB)
is geselecteerd in het Utility-gebied.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk
op [ENTER]; stel IN/OUT in op “MIDI” of “USB”.
Verzenden en ontvangen van
bulkgegevens werkt niet goed.
Als u problemen ondervindt bij het verzenden
van gegevens, controleert u of de
apparaatnummerinstelling van de stage piano
overeenkomt met het apparaatnummer van
het aangesloten MIDI-apparaat.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk
op [ENTER]; bevestig of wijzig het apparaatnummer
met DevNo.
Als u problemen ondervindt bij het ontvangen
van gegevens, controleert u of de
apparaatnummerinstelling gelijk is aan
de instelling die wordt gebruikt bij het
verzenden van gegevens.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op
[ENTER]; stel het apparaatnummer in met DevNo.
Er kunnen geen gegevens worden
opgeslagen op het aangesloten USBflashgeheugenapparaat.
Controleer of het USB-flashgeheugenapparaat
niet tegen schrijven is beveiligd.
Controleer of het USB-flashgeheugenapparaat
op de juiste manier is geformatteerd.
• Druk op [FILE]; selecteer 05: Format en druk
op [ENTER]; druk op [+1/YES].
LET OP
Als een USB-flashgeheugenapparaat wordt
geformatteerd, worden alle gegevens die erop zijn
opgeslagen, permanent gewist. Controleer voor het
formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat geen onvervangbare gegevens bevat.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE53
Page 54
Specificaties
Item
Details
CP4 STAGECP40 STAGE
Keyboard
Toongenerator
NW-GH-keyboard (Natural Wood
Graded Hammer) met 88 toetsen met
toetsbedekking van synthetisch ivoor
(met witte toetsen van echt hout)
SCM (Spectral Component Modeling) + AWM2
Maximale
meerstemmigheid
Voices
Performances
Parts
Effecten
Main-regelaars
• Reverb × 11 typen
• Chorus × 9 typen (46 presets)
• Invoegeffecten × 62 typen (226 presets)
× 2 parts
• Mastercompressor × 1 type (7 presets)
• Masterequalizer (5 banden)
• Pitchbendwiel
• Modulatiewiel
• Partschuifregelaar × 3
• Draaiknop [MASTER VOLUME]
• Draaiknop Data
• MASTER EQUALIZER-schuifregelaar × 5
Display
Aansluitingen
Appendix
• UNBALANCED [L/MONO]- en [R] OUTPUTaansluitingen (standaard mono)
• BALANCED [L] en [R] XLR OUTPUTaansluitingen
• [PHONES]-aansluiting (stereo)
• [SUSTAIN] en [ASSIGNABLE] FOOT
SWITCH-aansluitingen
• FOOT CONTROLLER-aansluiting × 2
• [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen
• [TO HOST] en [TO DEVICE]
USB-aansluitingen
• [AUX IN]-aansluiting (stereo mini-aansluiting)
• [AC IN]-aansluiting
Stroomverbruik
Afmetingen (B x D x H)
1332 x 352 x 161 mm1332 x 352 x 163 mm
Gewicht (alleen
433297
Gebruiker: 128Gebruiker: 128
32
40 tekens × 2 regels, teken-LCD met achtergrondverlichting
18 W8 W
17,5 kg16,3 kg
instrument)
Accessoires
• Netsnoer
• FC3-voetpedaal
• Gebruikershandleiding
• Online handleiding op cd-rom (met
Naslaggids, Parameterhandleiding bij
synthesizer en Data List)
GH-keyboard (Graded Hammer) met
88 toetsen
128 noten
* Performances 65 tot 128 zijn identieke kopieën
van performances 1 tot 64.
• Reverb × 11 typen
• Chorus × 9 typen (46 presets)
• Invoegeffecten × 62 typen (226 presets)
× 2 parts
• Mastercompressor × 1 type (7 presets)
• Masterequalizer (3 banden)
• Pitchbendwiel
• Modulatiewiel
• Partschuifregelaar × 2
• Draaiknop [MASTER VOLUME]
•Draaiknop Data
• MASTER EQUALIZER-schuifregelaar × 3
• UNBALANCED [L/MONO]- en [R] OUTPUTaansluitingen (standaard mono)
• [PHONES]-aansluiting (stereo)
• [SUSTAIN] en [ASSIGNABLE] FOOT
SWITCH-aansluitingen
• FOOT CONTROLLER-aansluiting × 1
• [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen
• [TO HOST] en [TO DEVICE]
USB-aansluitingen
• [AUX IN]-aansluiting (stereo mini-aansluiting)
• DC IN-aansluiting
• Wisselstroomadapter (PA-150 of een
equivalent aanbevolen door Yamaha)
• FC3-voetpedaal
• Gebruikershandleiding
• Online handleiding op cd-rom
(met Naslaggids, Parameterhandleiding bij
synthesizer en Data List)
De specificaties en beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Yamaha Corp. behoudt zich
het recht voor om producten of specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of aan te passen.
Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het beste contact opnemen met uw Yamahaleverancier.
54Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 55
Index
A
[A] en [B] PART EFFECT-knoppen ........................ 12, 34
For details of products, please contact your nearest Yamaha
representative or the authorized distributor listed below.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw
dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde
distributeur uit het onderstaande overzicht.