Yamaha CP4 STAGE, CP40 STAGE User Manual [nl]

Page 1
NL
Gebruikershandleiding
STAGE PIANO
Page 2
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de achterzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
CP40 STAGE
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt,
sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også sel­vom der er slukket på apparatets afbryder.
VAROITUS: Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko
laitetta verkosta.
(rear_nl)
(standby)
2 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 3
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu_nl_01)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 3
Page 4

VOORZICHTIG

Spanningsvoorziening/netsnoer (CP4 STAGE)
Spanningsvoorziening/netadapter (CP40 STAGE)
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Als u onregelmatigheden opmerkt
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele
toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook niet en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• (Voor CP40 STAGE) Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 54). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• (Voor CP4 STAGE) Gebruik uitsluitend het meegeleverde netsnoer met stekker.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• (Voor CP4 STAGE) Let erop dat u het apparaat aansluit op een geschikt geaard stopcontact. Onjuiste aarding kan elektrische schokken tot gevolg hebben. (Zie pagina 15 voor informatie over aarding.)
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha­servicepersoneel.
voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER­schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook
uit het instrument.
- Er is een voorwerp in het instrument gevallen.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
4 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
DMI-5 1/2
Page 5
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netsnoer (CP4 STAGE)
Spanningsvoorziening/netadapter (CP40 STAGE)
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• (Voor CP4 STAGE) Plaats geen voorwerpen voor de ventilatieopeningen van het instrument. Dit kan leiden tot onvoldoende ventilatie van de inwendige onderdelen en oververhitting van het instrument.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij personen die erover zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de openingen van het paneel of het keyboard en laat dergelijke voorwerpen er niet in vallen. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• (Voor CP4 STAGE) Steek niets in de ventilatieopening van het instrument. Dit kan lichamelijk letsel bij u of anderen, schade aan het instrument of andere eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. (Voor CP40 STAGE) Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (display is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom
door het instrument. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
DMI-5 2/2
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 5
Page 6

LET OP

Houd u aan onderstaande waarschuwingen om storingen/schade aan het apparaat en schade aan de gegevens of andere eigendommen te voorkomen.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio kunnen bijgeluid genereren. Als u het instrument samen met een toepassing op uw iPad, iPhone of iPod touch gebruikt, adviseren we u om de vliegtuigmodus op dat apparaat aan te zetten, om bijgeluiden als gevolg van communicatie te vermijden.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen of aan extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming van het bedieningspaneel, beschadiging van de interne componenten of instabiele werking te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
• Bij extreme veranderingen in temperatuur of vochtigheid kan condensatie ontstaan en kan zich water verzamelen op het oppervlak van het instrument. Als er water achterblijft, kan het worden geabsorbeerd door houten onderdelen, die daardoor beschadigd kunnen raken. Veeg water altijd onmiddellijk weg met een zachte doek.
Gegevens opslaan
• Gegevens in de bewerkingsbuffer gaan verloren als u het instrument uitzet. Sla de gegevens op in het gebruikersgeheugen, of op externe apparaten zoals een USB-flashgeheugenapparaat of een computer. (Voor informatie over de bewerkingsbuffer en het gebruikersgeheugen raadpleegt u het pdf-document Naslaggids.)
• Gegevens die zijn opgeslagen in het gebruikersgeheugen, kunnen verloren gaan als gevolg van een onjuiste werking of bediening. Sla belangrijke gegevens op op externe apparaten, zoals een USB-flashgeheugenapparaat of een computer.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB­flashgeheugenapparaten of computers op te slaan.

Informatie

Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI­bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/gegevens die bij het instrument zijn meegeleverd
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• In gevallen waar er geen belangrijk verschil is tussen de afbeeldingen en schermafbeeldingen van de CP4 STAGE en de CP40 STAGE, worden in deze handleiding afbeeldingen van de CP4 STAGE gebruikt.
• Vierkante haken geven knoppen op het besturingspaneel en aansluitingen op het achterpaneel aan.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft
• Apple, Mac en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
• De specificaties en beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Yamaha Corporation behoudt zich het recht voor om producten of specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving aan te passen. Omdat specificaties, apparatuur en opties per regio kunnen verschillen, kunt u het beste contact opnemen met uw Yamaha-leverancier. Download voor de meest actuele informatie de meest recente versie (pdf) van de volgende webpagina: http://download.yamaha.com/
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
6 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 7

Welkom

Hartelijk dank voor uw aanschaf van een Yamaha CP4 STAGE of CP40 STAGE Stage Piano. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door voordat u het instrument gebruikt, om volledig gebruik te kunnen maken van de vele kenmerken. Als u de handleiding hebt gelezen, bewaart u deze op een veilige en handige plaats. U kunt de handleiding dan raadplegen wanneer u meer uitleg over een bewerking of functie nodig hebt.

Accessoires

• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Online handleiding op cd x 1 (met Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Data List)
• Netsnoer (CP4 STAGE) / netadapter (CP40 STAGE)*
• Voetpedaal (FC3)
*Wordt in uw gebied mogelijk niet meegeleverd. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-leverancier.

De handleidingen gebruiken

Er zijn vier verschillende handleidingen gemaakt voor uw CP4 STAGE of CP40 STAGE: deze Gebruikershandleiding, de Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List (Datalijst). Bij het instrument wordt een papieren versie van de Gebruikershandleiding geleverd. De overige drie handleidingen zijn als pdf-bestanden beschikbaar op de meegeleverde cd.
Gebruikershandleiding (dit boekje)
In deze Gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u uw CP4 STAGE of CP40 STAGE installeert en basishandelingen uitvoert. Dit is het document dat u eerst moet lezen wanneer u het instrument gaat bespelen en gebruiken.
Naslaggids (pdf-document)
In de Naslaggids wordt het ontwerp van de CP4 STAGE en CP40 STAGE beschreven, evenals alle parameters die kunnen worden ingesteld. De handleiding heeft de volgende inhoud:
Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE
• Samenstelling
• Regelaars
• Toongenerator
• Effectunit
• Geheugen
Referentie
• Performances
• File-gebied
•Utility-gebied
Appendix
•MIDI
Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf-document)
De Parameterhandleiding bij synthesizer bevat een beschrijving van voiceparameters, effecttypen, effectparameters en MIDI-berichten die vaak worden gebruikt op elektronische instrumenten van Yamaha. Wij raden u aan om eerst deze Gebruikershandleiding en de Naslaggids te lezen, en vervolgens de Parameterhandleiding bij Synthesizer te raadplegen als u meer wilt weten over een specifiek(e) voiceparameter, effect en dergelijke.
Data List (pdf-document)
De Datalijst bevat tabellen met de voices, performances en effecten die beschikbaar zijn op de CP4 STAGE en CP40 STAGE, alsmede inhoud die betrekking heeft op MIDI.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 7
Page 8
De PDF-handleidingen gebruiken
De Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List worden bij uw CP4 STAGE of CP40 STAGE geleverd in de vorm van pdf-documenten. U hebt dus een computer en geschikte software nodig om ze te kunnen lezen. Wij raden u aan hiervoor Adobe trefwoorden, bepaalde secties afdrukken en eenvoudig van pagina naar pagina springen door op koppelingen in de tekst te klikken. Met name zoeken naar trefwoorden en navigatie met koppelingen zijn erg nuttige functies die alleen beschikbaar zijn bij digitale documenten.
De meest recente versie van Adobe http://www.adobe.com/products/reader
®
Reader® te gebruiken. Hiermee kunt u snel en eenvoudig zoeken naar
®
Reader® kan worden gedownload via de volgende webpagina:
Meest recente firmwareversie
Yamaha kan van tijd tot tijd de firmware van het product en de andere bijbehorende software bijwerken zonder voorafgaande kennisgeving. Wij adviseren u regelmatig onze website te controleren op nieuwe versies en de firmware van uw CP4 STAGE/CP40 STAGE of de bijbehorende software te upgraden.
http://www.yamahasynth.com/ De beschrijvingen in deze Gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de firmwareversie die geldig was bij het
produceren van deze Gebruikershandleiding. Raadpleeg de hierboven vermelde website voor meer informatie over functies die zijn toegevoegd in latere versies.
8 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 9

Belangrijkste kenmerken

Authentieke geluiden van akoestische en elektrische piano´s van ongeëvenaarde
kwaliteit
Omdat we tientallen jaren ervaring hebben met de productie van stage piano´s, konden we het geluid van elke afzonderlijke toets zorgvuldig aanpassen om zo een perfecte balans over de volledige lengte van het keyboard te realiseren. Zo ontstonden volle en rijke pianotonen die ideaal zijn voor solo-uitvoeringen, en altijd aanwezige geluiden die zeer geschikt zijn voor het spelen in een ensemble. Bovendien hebben we met de aller-modernste technologieën de geluidsproductiemechanismen van elektrische piano´s geanalyseerd en gerepliceerd. Zo hebben we een extreem soepele reactie bereikt in de CP4 STAGE en CP40 STAGE-keyboards. Door het modelleren van zowel originele voorversterkers als effectors die verantwoordelijk zijn voor de rijke variëteit aan tonen die onmisbaar is voor de productie van kwaliteitsgeluid, hebben we een getrouwe reproductie bereikt van veel inmiddels klassieke geluiden van elektrische piano´s.
Een groot aantal voices en effecten voor grotere flexibiliteit bij live uitvoeringen
Naast pianovoices beschikt uw CP4 STAGE of CP40 STAGE ook over een gevarieerde selectie van andere muziekinstrumenten, zoals strijkinstrumenten, gitaar en bas. Met het grote aantal eveneens ingebouwde veelzijdige effecten zoals choruses en flangers kunt u gemakkelijk een rijk landschap van verschillende geluiden maken voor uw podiumoptredens.
Weighted Hammer-keyboards met 88 toetsen die levensecht aanvoelen
De CP4 STAGE en CP40 STAGE hebben een keyboard met 88 toetsen met een Weighted Hammer-ontwerp, dat vrijwel niet te onderscheiden is van een echte piano. De CP4 STAGE heeft ook een houten keyboard.
Gemakkelijke overlapping en splitsing van keyboardzones
Met de functies voor overlappen en splitsen van uw stage piano kunt u gemakkelijk de parts definiëren waaruit een performance bestaat, of ze toewijzen aan specifieke zones voor de linker- en rechterhand.
Opname- en afspeelfuncties voor audio
Met uw CP4 STAGE of CP40 STAGE kunt u keyboardspel als audiogegevens (Wave-bestanden) opnemen op een USB-flashgeheugenapparaat. Wave-bestanden van een USB-flashgeheugenapparaat kunnen ook worden afgespeeld als achtergrondtracks voor uw performances. Bovendien kunt u ook een draagbare muziekspeler aansluiten en het geluid via de stage piano weergeven, samen met de muziek die op het instrument wordt gespeeld.
Handige masterkeyboardfunctie
Met de masterkeyboardfunctie van uw stage piano, die speciaal is ontwikkeld voor gebruik bij live optredens, kunt u maximaal vier virtuele zones instellen op het keyboard en die toewijzen aan vier verschillende toongenerators, waaronder andere MIDI-instrumenten.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 9
Page 10

Inhoudsopgave

VOORZICHTIG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
LET OP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Welkom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De handleidingen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Belangrijkste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Namen en functies van componenten 12
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Configuratie 15
Spanningsvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Audioapparatuur aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Pedalen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De stage piano aan- en uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Volume en LCD-contrast aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Basishandelingen en inhoud van de display 19
Cursortypen en handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Waarden wijzigen en instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Menu's weergeven en selecties maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Naar een ander deelvenster gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Tekst invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Het huidige scherm afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Performances 21
Parts binnen een performance. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Performances en voices wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Snelstarthandleiding 22
Voices bespelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Voices layeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Het keyboard splitsen voor de linker- en rechterhand. . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Oefenen met de metronoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Geluiden wijzigen met regelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
De toonhoogte van keyboardnoten verhogen of verlagen. . . . . . . . . . . . . . 29
Instellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Een performance selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
10 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 11
Zelf performances maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Uw spel opnemen als audio. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Audiobestanden afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Bestandshandelingen met een USB-flash-
geheugenapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Utility-instellingen configureren voor het systeem als geheel . . . . . . . . . . .41
Gebruiken met een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Gebruiken met een draagbare muziekspeler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Gebruiken met andere MIDI-apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Appendix 48
Shift-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Schermberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Problemen oplossen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Specificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 11
Page 12

Namen en functies van componenten

6
A-1 B-1 C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3 F3 G3 A3 B3
1
2
3
4
5
7
8
9
)
!
@
#
^
&
%
$
*
Namen en functies van componenten

Bedieningspaneel

(De afbeelding toont de CP4 STAGE.)
1
Pitchbendwiel (pagina 28)
Gebruik deze regelaar om de toonhoogte van gespeelde noten continu en variabel te regelen.
2 Modulatiewiel (pagina 28)
Gebruik deze regelaar om vibrato en andere effecten in verschillende mate toe te voegen aan gespeelde noten.
3 Draaiknop [MASTER VOLUME] (pagina 18)
Draai aan deze draaiknop om het totaalvolume van de stage piano aan te passen.
4 Partknoppen (pagina 23)
Met de volgende partknoppen worden verschillende parts bestuurd:
De knop [MAIN]
Druk op de toets om de solofunctie in te schakelen en alle parts behalve de MAIN-part uit te schakelen.
De knop [LAYER] De knop [SPLIT]
Op de CP4 STAGE kunt u met de knoppen [LAYER] en [SPLIT] de overeenkomstige parts in- en uitschakelen. Op de CP40 STAGE wordt met allebei deze knoppen de SPLIT/LAYER-part in- en uitgeschakeld. Op zowel de CP4 STAGE als de CP40 STAGE is de MAIN-part altijd ingeschakeld. Deze kan niet worden uitgeschakeld.
5
Knop [PART SELECT] (pagina 23)
Gebruik deze knop om de momenteel geselecteerde part te wijzigen.
6 Partschuifregelaars (pagina 28)
Gebruik deze schuifregelaars om drie parameters (Volume, Chorus en Reverb) voor elk van de drie parts aan te passen.
7 Knop [SLIDER FUNCTION] (pagina 28)
Gebruik deze knop om de parameter te wijzigen die momenteel is toegewezen aan de partschuifregelaars ( Elke keer dat u op deze knop drukt, verandert de
6).
parameter en gaan de indicatorknopjes links van de knop aan en uit om de huidige toewijzing aan te geven.
8 Knop [METRONOME] (pagina 27)
Gebruik deze knop om de metronoom in en uit te schakelen.
9 AUDIO PLAY/REC-knoppen (pagina 35 en 36)
Gebruik deze knoppen om het afspelen en opnemen van audiobestanden te besturen.
Knop [J] (Stop)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen van een audiobestand te stoppen.
Knop [R] (Play)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen van een audiobestand te starten. Het indicatorlampje boven de knop brandt tijdens het afspelen en opnemen.
Knop [I] (Record)
Deze knop wordt gebruikt om het scherm voor het opnemen van een audiobestand te openen. Het indicatorlampje boven de knop brandt tijdens het opnemen.
) [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT-
knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om de belangrijkste chorus­en reverbeffecten van het instrument in en uit te schakelen.
! [A] en [B] PART EFFECT-knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om invoegeffect A en invoegeffect B in en uit te schakelen.
@ Knop [MASTER COMP] (pagina 42)
Gebruik deze knop om de mastercompressor van het instrument in en uit te schakelen.
12 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 13
Namen en functies van componenten
C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
C
B
E
H
A D F
G
I
(
# [-] en [+] TRANSPOSE-knoppen (pagina 29)
Gebruik deze knoppen om de toonhoogte van het keyboard in stappen van een halve noot te verhogen of verlagen.
$ Knop [FILE] (pagina 39)
Gebruik deze knop om het File-gebied te openen, om bestandsgerelateerde bewerkingen op het instrument zelf of op het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat uit te voeren.
% Knop [UTILITY] (pagina 41)
Gebruik deze knop om het Utility-gebied te openen, om parameters in te stellen die betrekking hebben op het instrument als geheel.
^ Knop [EDIT] (pagina 31)
Gebruik deze knop om performances (pagina 21) te bewerken en om bewerkte en niet-bewerkte versies met elkaar te vergelijken. (Voor meer informatie over de functie Compare Performance raadpleegt udeNaslaggids (pdf).)
& Knop [STORE] (pagina 30 en 34)
Gebruik deze knop om performances en Utility­instellingen op te slaan.
* LCD (Liquid Crystal Display) (pagina 19)
Via het LCD-scherm kunt u systeemberichten, parameterinstellingen en een groot aantal andere gegevens bevestigen, afhankelijk van welke functie wordt gebruikt.
( Draaiknop Data (pagina 19)
Gebruik deze draaiknop om de waarde te wijzigen die wordt aangegeven door de cursor op het scherm.
A Knoppen [-1/NO] en [+1/YES] (pagina 19)
Gebruik deze knoppen om de waarde die wordt aangegeven door de cursor op het scherm in stappen van één eenheid te verhogen of verlagen.
B Knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT]
(pagina 30)
Gebruik deze knop om het scherm voor het selecteren van performances te openen.
C Knop [PANEL LOCK] (pagina 42)
Gebruik deze knop om de functie Panel Lock in en uit te schakelen. Als de functie is ingeschakeld, kan het besturingspaneel niet worden gebruikt.
D Knop [SHIFT] (pagina 48)
Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen om andere bewerkingen uit te voeren.
E Knop [EXIT] (pagina 20)
De functies die gebruikt kunnen worden via de schermen van de stage piano, zijn geordend in een hiërarchische structuur. Druk op deze knop om het huidige scherm te verlaten en een stap terug te gaan richting het hoogste niveau van het huidige gebied.
F Knop [ENTER]
Gebruik deze knop om menu-items te selecteren en instellingen te bevestigen. U kunt de knop ook gebruiken voor het uitvoeren van verschillende functies.
G Knoppen [u], [d], [l] en [r] (Cursor)
(pagina 19)
Gebruik deze knoppen om de cursor op het scherm in de desbetreffende richting te verplaatsen en om naar andere deelvensters van het scherm te gaan.
H Voic e Category-knoppen (pagina 22)
Gebruik deze knoppen om andere voicecategorieën te selecteren.
I MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars
(pagina 29)
Gebruik deze schuifregelaars om de versterking in de desbetreffende master-EQ-frequentieband aan te passen.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 13
Page 14

Achterpaneel

6
4
4
1
! @ # $
5
8 9 )
3
Alleen CP4 STAGE
Alleen CP40 STAGE
Alleen CP4 STAGE
Alleen CP4 STAGE
CP4 STAGE
%
4
4
Namen en functies van componenten
1
5 6 $7 8 9 ) ! @ #
2
CP40 STAGE
1 [P]-schakelaar (pagina 17)
Op de CP4 STAGE schakelt u met deze aan/uit­schakelaar de stage piano in (O) en uit (N). Op de CP40 STAGE heet deze knop de Standby/On-schakelaar en zet u het instrument ermee aan (O) of in stand-by (N).
2 [AC IN]-aansluiting (pagina 15)
Gebruik deze aansluiting voor het netsnoer dat bij het instrument wordt geleverd.
3 DC IN-aansluiting (pagina 15)
Gebruik deze aansluiting voor de netadapter die bij het instrument wordt geleverd.
4 Bevestigingsgaten voor muziekstandaard
Gebruik deze twee gaten voor het bevestigen van een muziekstandaard (wordt afzonderlijk verkocht)
5 [PHONES]-aansluiting (pagina 16)
Gebruik deze standaard 1/4-inch audioaansluiting voor een hoofdtelefoon.
6 UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT-
aansluitingen (pagina 16)
Gebruik deze twee standaard 1/4-inch mono­audioaansluitingen samen voor het uitvoeren van ongebalanceerde stereosignalen. Als mono-uitvoer nodig is, moet alleen de [L/MONO]-aansluiting worden aangesloten.
7 BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen
(pagina 16)
Gebruik deze twee aansluitingen van het type XLR samen voor het uitvoeren van gebalanceerde audiosignalen.
8 [AUX IN]-aansluiting (pagina 45)
Gebruik deze stereo-miniaansluiting voor Auxiliary Input voor het aansluiten voor andere audioapparatuur, zodat de uitvoer daarvan kan worden gemengd met die van de stage piano.
OPMERKING Om de volumes van de stage piano en de
9 [TO HOST] USB-aansluiting (pagina 44)
Gebruik deze aansluiting om uw stage piano met een USB-kabel aan te sluiten op de USB-aansluiting van een computer.
) [TO DEVICE] USB-aansluiting (pagina 39)
Gebruik deze aansluiting om een USB­flashgeheugenapparaat op uw stage piano aan te sluiten.
! [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen (pagina 45)
Gebruik deze twee MIDI-aansluitingen om uw stage piano aan andere MIDI-apparaten te koppelen.
@ [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting
aangesloten audioapparatuur te balanceren, past u het uitgangsvolume van de laatste aan.
(pagina 17)
Gebruik deze aansluiting om een FC3-voetschakelaar (meegeleverd) of een optionele FC4- of FC5­voetschakelaar aan te sluiten voor gebruik als een toegewezen sustainpedaal.
# [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting
(pagina 17)
Gebruik deze aansluiting voor het aansluiten van een optionele FC4- of FC5-voetschakelaar, waarmee u een groot aantal vrij-toewijsbare functies kunt uitvoeren.
$ FOOT CONTROLLER-aansluiting(en)
(pagina 17)
De CP4 STAGE heeft twee voetregelaaraansluitingen met de labels [1] en [2], en de CP40 STAGE heeft er één. Deze kunnen worden gebruikt voor het aansluiten van een optionele FC7-voetregelaar, waarmee u een groot aantal vrij-toewijsbare functies kunt uitvoeren.
% Ventilatierooster
Dit ventilatierooster voorkomt dat het instrument oververhit raakt.
14 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 15

Configuratie

WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
[P]-schakelaar
[AC IN]-aansluiting
DC IN-aansluiting

Spanningsvoorziening

CP4 STAGE
1
Controleer of de schakelaar [P] (Power) op het achterpaneel in de positie Off (N) staat.
2 Steek de apparaatkant van het meegeleverde
netsnoer (zie hieronder) in de [AC IN]­aansluiting, ook op het achterpaneel.
3 Steek het andere uiteinde van het netsnoer
in een standaardwandstopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde
Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij de stage piano wordt geleverd. Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan oververhitting of elektrische schokken veroorzaken.
bij het losmaken van het netsnoer.
CP40 STAGE
Controleer of de schakelaar [P] (Standby/On)
1
op het achterpaneel in de positie Standby (N) staat.
2 Sluit het netsnoer van de meegeleverde
netadapter (zie hieronder) aan op de DC IN-aansluiting op het achterpaneel.
3 Sluit het netsnoer van de netadapter aan
op een standaardwandstopcontact.
OPMERKING Volg deze procedure in omgekeerde volgorde bij
Gebruik uitsluitend de netadapter die bij de stage piano wordt geleverd. Gebruik van een andere adapter is gevaarlijk en kan resulteren in beschadiging van het apparaat, oververhitting of het ontstaan van brand.
Controleer of uw CP40 STAGE voldoet aan de spanningsvereisten zoals die gelden voor het land of de regio waarin u deze gebruikt.
het losmaken van de netadapter.
Configuratie
Het netsnoer dat bij de stage piano wordt geleverd, mag niet voor andere elektrische apparaten worden gebruikt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de apparatuur beschadigd raken of kan brand ontstaan.
Controleer of uw CP4 STAGE voldoet aan de spanningsvereisten zoals die gelden voor het land of de regio waarin u deze gebruikt. Het netsnoer bevat een derde pin voor aarde om elektrische schokken en beschadiging van de apparatuur te voorkomen. Zorg dat u bij het aansluiten op een stopcontact het massapunt van het netsnoer aansluit op de massaschroef. Als u niet zeker weet hoe u deze aansluiting moet maken, neemt u contact op met uw Yamaha-leverancier of -servicecenter.
Zelfs als de schakelaar [P] (Power) in de positie Off staat, loopt er nog een kleine hoeveelheid stroom door de stage piano. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, haal dan het netsnoer uit het wandstopcontact.
Zelfs als de schakelaar [P] (Standby/On) in de positie Standby staat, loopt er nog een kleine hoeveelheid stroom door de stage piano. Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, haal dan de netadapter uit het wandstopcontact.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 15
Page 16
Audioapparatuur
VOORZICHTIG
Linkerkeyboardversterker Rechterkeyboardversterker
[L/MONO] en [R] OUTPUT-
aansluitingen
[PHONES]­aansluiting
OUTPUT R
OUTPUT L
[L] en [R]
OUTPUT-
aansluitingen
[PHONES]­aansluiting
Versterker
Linkerluid-
spreker
Rechterluid-
spreker
Mengpaneel
Uitvoer via een mengpaneel
Configuratie
aansluiten
Uw stage piano heeft geen ingebouwde luidsprekers. U kunt het geluid dat u speelt daarom alleen horen als u de stage piano aansluit op andere audioapparatuur, zoals versterkers en luidsprekers. U kunt ook een hoofdtelefoon aansluiten op de [PHONES]-aansluiting zodat u het geluid rechtstreeks kunt horen. U kunt audioapparatuur op verschillende manieren aansluiten. Twee van die manieren worden hieronder beschreven. Kies op basis van de afbeeldingen de aansluitmethode die het beste past bij uw opstelling.
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume van de hoofdtelefoon om gehoorschade te voorkomen.
LET OP
Controleer als u andere audioapparatuur aansluit altijd of alle apparaten zijn uitgeschakeld.
Weergave via versterkers of luidsprekers met een eigen voeding
Bij opnames en live uitvoeringen is het gebruikelijk dat muziekinstrumenten worden aangesloten op een mengpaneel. Naast de hierboven genoemde ongebalanceerde aansluitingen heeft de CP4 STAGE twee gebalanceerde XLR-aansluitingen voor professioneel gebruik die voorkomen dat er ongewenste bijgeluiden bij de uitgangssignalen komen. Wij raden u aan om bij aansluitingen op een mengpaneel deze BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen te gebruiken. (Omdat de CP40 STAGE geen gebalanceerde uitgangsaansluitingen heeft, moet u in deze situatie de UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT-aansluitingen gebruiken.)
Met twee keyboardversterkers of luidsprekers met een eigen voeding kunt u het volle geluid van de performances (pagina 21) en effecten van uw stage piano, waaronder stereopanning, nauwkeurig reproduceren. In deze situatie moeten aansluitingen op de versterkers of luidsprekers worden uitgevoerd via de UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT­aansluitingen op het achterpaneel. Als u uw spel liever beluistert via één keyboardversterker of luidspreker met eigen voeding, moet u de UNBALANCED [L/MONO] OUTPUT-aansluiting gebruiken.
OPMERKING Het geluid dat wordt uitgevoerd via de
hoofdtelefoon is identiek aan het geluid dat wordt uitgevoerd via de UNBALANCED [L/MONO] en [R] OUTPUT-aansluitingen en de BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen. Het aansluiten of loskoppelen van een hoofdtelefoon heeft bovendien geen effect op het geluid dat via deze aansluitingen wordt uitgevoerd.
16 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 17

Pedalen aansluiten

CP4 STAGE
CP40 STAGE
De stage piano aan-
Bij uw stage piano kunnen twee verschillende typen pedalen worden gebruikt: voetschakelaars zoals de meegeleverde FC3 en de optionele FC4 en FC5, en een voetregelaar zoals de optionele FC7. Beide typen worden aangesloten via het achterpaneel, hoewel de gebruikte aansluitingen en de functies verschillen, zoals hieronder wordt beschreven.
Voetschakelaars
De FC3-voetschakelaar die bij uw stage piano wordt geleverd, wordt aangesloten via de [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting. Het pedaal werkt op dezelfde manier als het demperpedaal van een akoestische piano. Noten die worden gespeeld terwijl het pedaal wordt bediend, hebben nadat u de toetsen loslaat een langere sustain dan normaal. De FC3 kan ook fungeren als halfdemperpedaal. In dat geval hangt het dempereffect af van de mate waarin het pedaal wordt bediend. U kunt de halfdempertechniek als volgt activeren:
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller met [u] en [d] en druk op [ENTER]; stel Sustain in op “FC3 Half On” met [-1/NO] en [+1/YES]; druk meerdere keren op [EXIT] om terug te keren naar het scherm Performance (pagina 22).
Er kan een optionele FC4- of FC5-voetschakelaar worden aangesloten via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH­aansluiting, en daaraan kunnen verschillende functies worden toegewezen. Zo kunt u de toegewezen parameter met uw voet besturen.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over het toewijzen van een parameter aan een FC4- of FC5-voetschakelaar.
en uitzetten
Aanzetten
Controleer of de draaiknop [MASTER
1
VOLUME] van uw stage piano en het volume van eventueel aangesloten keyboardversterkers of luidsprekers met een eigen volume helemaal omlaag gedraaid zijn (dus naar MIN of 0).
2 Zet de schakelaar [P] op het achterpaneel
in de positie On (O).
Configuratie
Voe tregelaars
U kunt een FC7-voetregelaar (afzonderlijk verkocht) gebruiken om een toegewezen parameter te besturen. Deze wordt op de CP4 STAGE aangesloten via de [1] en [2] FOOT CONTROLLER-aansluitingen, of op de CP40 STAGE via de [FOOT CONTROLLER]-aansluiting. Zo kunt u toegewezen parameter(s) zoals partvolume(s) met uw voet besturen.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over het toewijzen van een parameter aan een FC7-voetregelaar.
3 Zet de keyboardversterkers of luidsprekers
met eigen voeding aan.
Uitzetten
Controleer of het volume van uw stage
1
piano en dat van eventueel aangesloten keyboardversterkers of luidsprekers met een eigen volume helemaal omlaag gedraaid zijn (dus naar MIN of 0).
2 Zet de keyboardversterkers of luidsprekers
met eigen voeding uit.
3 Zet op de CP4 STAGE de schakelaar [P]
op het achterpaneel in de positie Off (N). Op de CP40 STAGE zet u deze in de positie Standby (N).
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 17
Page 18
Automatische uitschakelfunctie
VOORZICHTIG
70%
HardstZachtst
Volume en LCD-contrast
Configuratie
De automatische uitschakelfunctie zet uw stage piano automatisch uit als deze gedurende bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Dit gebeurt standaard na ongeveer 30 minuten.
Als u deze functie wilt uitzetten, zet u de stage piano uit en weer aan terwijl u de meest linkse toets op het keyboard ingedrukt houdt. Het bericht “Auto power off disabled” wordt weergegeven op het scherm, en deze functie blijft uitgeschakeld totdat u een nieuwe automatische uitschakeltijd instelt.
Gebruik indien nodig de volgende procedure om de tijd waarna de stage piano zichzelf automatisch uitschakelt in te stellen.
Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General met [u] en druk op [ENTER]; selecteer AutoOff met [d]; stel de gewenste tijd in met [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data; druk op [STORE].
LET OP
• Zelfs als het instrument is uitgezet met de automatische uitschakelfunctie, loopt er nog een kleine hoeveelheid stroom door de stage piano. Trek daarom de stekker uit het wandstopcontact als u het instrument volledig wilt uitschakelen.
• In bepaalde bedieningsmodi, bijvoorbeeld als er gegevens zijn bewerkt, schakelt de automatische uitschakelfunctie de stage piano mogelijk niet uit als de ingestelde inactieve tijd is verstreken. Wij raden u daarom aan het instrument altijd handmatig uit te schakelen als u klaar bent met het gebruik ervan.
• Als uw stage piano is aangesloten op andere apparatuur, zoals versterkers, luidsprekers of een computer, en u deze een bepaalde tijd niet gaat gebruiken, adviseren we u om alle apparaten uit te schakelen zoals in de bijbehorende gebruikershandleidingen wordt beschreven. Op die manier vermijdt u het risico dat de andere apparatuur wordt beschadigd. Schakel de automatische uitschakelfunctie uit als u niet wilt dat de stage piano automatisch wordt uitgeschakeld wanneer deze op andere apparatuur is aangesloten.
• Als de automatische uitschakelfunctie de stage piano uitschakelt, gaan alle niet-opgeslagen gegevens verloren. Zorg er daarom voor dat u uw werk opslaat voordat de stage piano wordt uitgeschakeld.
• Als de parameter AutoOff van de stage piano is ingesteld op “off”, blijft die instelling behouden wanneer u extern opgeslagen systeem instelling van Auto Power-Off in die gegevens. Als er echter een specifieke automatische uitschakeltijd is ingesteld met de parameter AutoOff en er systeemgegevens worden geïmporteerd, wordt de instelling van Auto Power-Off in die gegevens toegepast.
• Houd er rekening mee dat als u de functie Factory Set (pagina 43) uitvoert, de automatische uitschakeltijd wordt teruggezet op de standaardinstelling van 30 minuten.
OPMERKING
• De instellingen voor de automatische uitschakelfunctie zijn geen exacte tijden en er kan wat variatie optreden.
• Als het instrument is uitgezet met de automatische uitschakelfunctie, moet u voordat u het weer aanzet, eerst de schakelaar [P] weer in de positie Off (N) zetten in het geval van de CP4 STAGE, of in de positie Standby (N) in het geval van de CP40 STAGE.
gegevens importeert, ongeacht de
aanpassen
Terwijl u uw stage piano bespeelt, kunt u het uitgangsvolume aanpassen op het instrument zelf of via uw keyboardversterkers of luidsprekers met eigen voeding. U past het volume van de stage piano aan met de draaiknop [MASTER VOLUME]. Stel het volume van het instrument in op een waarde in de buurt van 70% van het maximum, en verhoog vervolgens het volume op de keyboardversterkers of luidsprekers met eigen voeding in de gewenste mate.
OPMERKING U kunt de draaiknop [MASTER VOLUME] van de
stage piano niet gebruiken om het volume aan te passen van audio die wordt ingevoerd via de [AUX IN]-aansluiting (pagina 45).
Vermijd la ngdurig gebruik op een hoog volume van de hoofdtelefoon om gehoorschade te voorkomen.
Als u de tekst op het scherm moeilijk kunt lezen, kunt u het LCD-contrast aanpassen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] terwijl u de knop [UTILITY] ingedrukt houdt.
OPMERKING U kunt ook de parameter Contrast in het scherm
General van het Utility-gebied gebruiken om het LCD-contrast op de hierboven beschreven manier aan te passen. Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer informatie.
18 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 19

Basishandelingen en inhoud van de display

Instelling verhogen
Instelling verlagen
Instelling verlagen
met één
Instelling verhogen
met één

Cursortypen en handelingen

De volgende twee cursortypen worden op het scherm gebruikt om de huidige selectie te markeren:
Pijlcursor
Part:MAIN Attack Filter/EG   + 5
De pijlcursor (R) knippert links van het momenteel geselecteerde item. U kunt deze cursor omhoog, omlaag, naar links en naar rechts verplaatsen, afhankelijk van het huidige scherm, met de knoppen [u], [d], [l] en [r].
Knipperende cursor
Common Name   
Op schermen waarin u een naam moet opgeven, knippert het geselecteerde teken zelf aan en uit. U kunt deze cursor alleen naar links en rechts verplaatsen met de knoppen [l] en [r].
Decay  Release E
R+0 +0U
[CPCategory]
 Name E

Waarden wijzigen en instellen

Draaiknop Data
Draai de draaiknop Data met de klok mee om waarden te verhogen, en omgekeerd. Als u parameters aanpast met een breed bereik van mogelijke instellingen, kunt u ook de knop [SHIFT] ingedrukt houden terwijl u aan de draaiknop Data draait om waarden zo in stappen van 10 te verhogen of verlagen.
Basishandelingen en inhoud van de display
De knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
Met de knop [+1/YES] verhoogt u de huidige instelling met één bij elke keer dat u erop drukt; met de knop [-1/NO] verlaagt u de instelling. Als u de knop ingedrukt houdt, wordt de instelling doorlopend gewijzigd. Als u parameters aanpast met een breed bereik van mogelijke instellingen, kunt u ook de knop [SHIFT] ingedrukt houden terwijl u op deze knoppen drukt om waarden zo in stappen van 10 te verhogen of verlagen.
De knoppen [u], [d], [l] en [r]
U kunt de knoppen [u], [d], [l] en [r] gebruiken om de cursor op het scherm in de desbetreffende richting te verplaatsen. U kunt de knoppen [u] en [d] ook gebruiken om menu-items weer te geven en om door deelvensters te bladen in schermen die meer dan één deelvenster hebben.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 19
Page 20
Menu's weergeven en
EDIT Common D01:Chorus Effect  
 E
 
Nummer van menu-item
Schermnaam
D
U
W
Meer menu-items eronder
Meer menu-items erboven en eronder
Meer menu-items erboven
Bewerkbare parameters
Meer-symbool dat extra deelvenster(s) aangeeft
Common Name   
 Name E
[CPCategory]
Knipperende cursor geeft het geselecteerde teken aan

Tekst invoeren

selecties maken
Bepaalde bewerkingsgebieden bevatten een aantal verschillende schermen die op de volgende manier uit een menu kunnen worden geselecteerd.
Gebruik de knoppen [u] en [d] om het momenteel weergegeven menu-item te wijzigen, en druk op de knop [ENTER] om een selectie te maken. De omhoog- en omlaagwijzende meer-symbolen (U en D) die links naast het nummer van het menu-item worden weergegeven, geven aan dat het menu meer items bevat boven en/of onder het weergegeven item.
Als u parameters bewerkt die de invoer van tekst ondersteunen, zoals de naam van een performance, gebruikt u eerst de knoppen [l] en [r] om de knipperende cursor te verplaatsen naar het teken dat u wilt wijzigen. Vervolgens kunt u het teken op die positie wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data.

Het huidige scherm afsluiten

U kunt op de knop [EXIT] drukken om één stap terug te gaan in de menustructuur van de stage piano. Als u meerdere keren op de knop [EXIT] drukt, gaat u terug naar het scherm Performance, het eerste scherm dat wordt weergegeven als het instrument wordt aangezet.
Basishandelingen en inhoud van de display

Naar een ander deelvenster gaan

Bepaalde bewerkingsschermen zijn gesplitst in een aantal verschillende deelvensters. In die gevallen worden omhoog- en omlaagwijzende meer-symbolen (U en D) rechtsonder in het scherm weergegeven. U kunt dan met de knoppen [u] en [d] naar een ander deelvenster gaan.
Common Ctg T ChorusEff CHO G
ype   Preset E
Cho R BasicD
20 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 21

Performances

CP4 STAGE
CP40 STAGE
Meerdere performances
Meerdere performances
Eén performance
Eén performance
MAIN-part
Piano
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Bass
SPLIT/LAYER-part
Bass
Een nieuwe performance selecteren
Performance 001
MAIN-part
Guitar
LAYER-part
Organ
SPLIT-part
Strings
Performance 004
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Performance 004
MAIN-part
Piano
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Performance 004
MAIN-part
Organ
LAYER-part
Brass
SPLIT-part
Bass
Voice van MAIN-part
verandert
Voices veranderen samen
met performances
Een nieuwe voice selecteren
(met alleen MAIN-part ingeschakeld)
Om zo goed mogelijk gebruik te maken van uw stage piano, is het belangrijk dat u eerst het concept ´performances´ begrijpt. Een groep voices wordt een performance genoemd, en uw stage piano wordt geleverd met een groot aantal kant-en-klare performances.

Parts binnen een performance

Zoals u in de afbeeldingen hieronder ziet, kan elke performance van de CP4 STAGE een MAIN-part, een LAYER-part en een SPLIT-part bevatten. Elke performance van de CP40 STAGE kan een MAIN-part en een SPLIT/LAYER-part bevatten. Aan elk van deze parts wordt een voice toegewezen zodat de performance kan worden geconfigureerd. De MAIN-part produceert altijd een geluid als u het keyboard bespeelt. De LAYER­part wordt gebruikt als u twee verschillende voices elkaar wilt laten overlappen (pagina 24). De SPLIT-part wordt gebruikt als u het keyboard in twee gedeelten wilt verdelen, zodat u daar verschillende voices aan kunt toewijzen (pagina 25).
OPMERKING Op de CP40 STAGE kan de SPLIT/LAYER-part als
een LAYER- of als een SPLIT-part worden gebruikt.

Performances en voices wijzigen

Voices zijn gekoppeld aan performances: als u een nieuwe performance selecteert, veranderen de voices voor alle parts. Als u een part selecteert en de voice van de part wijzigt, wordt die wijziging bovendien doorgevoerd in de huidige performance (zie de afbeelding hieronder voor meer informatie).
Performances
(De afbeelding toont een typisch voorbeeld voor de CP4 STAGE.)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 21
Page 22

Snelstarthandleiding

Partnaam Voicecategorie
Voicenummer Voicenaam
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt...
... en druk op de knop [ENTER].
Part To e-
stand
Voicecate-
gorie
Vo ic e-
nummer
Voicenaam
MAIN ON A.PIANO1 1 CFX St
LAYER OFF STRINGS 16 Strings 3
SPLIT OFF GUITAR/BASS 24 AcousticBa
MAIN:E.PIANO1
 01:71R
E
dI
De knop waarop u hebt gedrukt, gaat branden
De voicecategorie wordt gewijzigd
MAIN:E.PIANO1
 04:78R
E
dII
De voice wordt gewijzigd

Voices bespelen

Elke performance van de CP4 STAGE kan drie verschillende parts bevatten (MAIN. LAYER en SPLIT), en elke performance van de CP40 STAGE kan twee parts bevatten (MAIN en SPLIT/LAYER). Aan elk van deze parts wordt een voice toegewezen. Als het instrument wordt ingeschakeld in de standaardstand, wordt alleen de naam van de voice van de MAIN-part weergegeven in het scherm Performance. Alleen deze voice is ingesteld voor het produceren van geluiden (alleen de knop [MAIN] brandt).
Het scherm Performance
MAIN:A.PIANO1
Tip De functie Quick Reset
Voor de procedure die in dit gedeelte wordt beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de stage piano zojuist is ingeschakeld in de standaardstand, dus als er geen wijzigingen zijn aangebracht in de instellingen en het scherm Performance wordt weergegeven. Als u echter instellingen hebt gewijzigd of als u niet terug kunt naar die configuratie, drukt u op de knop [ENTER] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt om de momenteel geselecteerde Performance te initialiseren.
  01:CFXSt
Voices veranderen
De verschillende voices van uw stage piano zijn gerangschikt in een aantal categorieën. Elke categorie vertegenwoordigt een ander type instrument, zoals piano of orgel, of een geluidsgenre. Als u een andere voice wilt gebruiken, moet u eerst de gewenste categorie selecteren. In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een aantal verschillende MAIN-partvoices kunt selecteren en beluisteren.
OPMERKING Een volledige lijst met de voices en categorieën van
uw stage piano kunt u vinden in de Data List (pdf).
1 Druk op een voicecategorieknop aan de
rechterkant van het besturingspaneel om de voicecategorie te selecteren die u wilt gebruiken.
2 Draai aan de draaiknop Data (in het midden
van het besturingspaneel) om een voice uit de huidige categorie te selecteren.
Snelstarthandleiding
LET OP
Niet-opgeslagen wijzigingen worden naar hun oorspronkelijke situatie hersteld door de functie Quick Reset. Sla daarom alle belangrijk gegevens op (pagina 34) voordat u de functie uitvoert.
OPMERKING
22 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
1
De standaardtoestanden van de verschillende parts zijn als volgt:
2
OPMERKING U kunt ook de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
gebruiken om de voice te wijzigen.
3 Bespeel het keyboard om te horen hoe
de geselecteerde voice klinkt.
4 Herhaal stap 1 tot 3 hierboven om andere
voices te beluisteren.
Page 23
Tip
Knop brandt niet: part is uitgeschakeld
[MAIN]-knop brandt altijd: part is altijd ingeschakeld
Ingedrukt houden
M:EP1:04:78Rd II L
 
:STRR13:Strings 1 E

Voicecategorie
Voicenummer
Knipperende cursor
Voicenaam
Partnaam (afkorting op het scherm) M: MAIN-part L: LAYER-part S: SPLIT-part
Uw favoriete voices instellen
De voice die als eerste wordt geselecteerd als u op een voicecategorieknop drukt, wordt een “favoriete voice” genoemd. Standaard is de eerste voice uit elke categorie ingesteld als de favoriete voice van die categorie. U kunt echter zelf favoriete voices instellen via de volgende procedure:
Selecteer de voice die u wilt instellen met stap 1 en2uit Voices veranderen hierboven. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de voicecategorieknop voor de geselecteerde categorie.
Het bericht “Favorite voice registered” wordt op het scherm weergegeven om uw nieuwe instelling te bevestigen.
OPMERKING Als de categorie van de ingedrukte knop
overeenstemt met de voicecategorie van de part die momenteel is geselecteerd voor bewerken, wordt de ingestelde favoriete voice niet teruggeroepen.
Parts selecteren
Als u de voice van een part wilt wijzigen of de parameters van de voice wilt bewerken, moet u die part eerst selecteren. Druk hiervoor op de knop [PERFORMANCE SELECT] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt. Als u zich momenteel in het scherm Performance bevindt, kunt u een part selecteren door deze in te schakelen.
Hieronder ziet u bijvoorbeeld hoe u de LAYER-part selecteert:
OPMERKING Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde
part door op de knop [LAYER] of [SPLIT] te drukken. De SPLIT/LAYER-part kan als een LAYER- of als een SPLIT-part worden gebruikt.
Parts in- en uitschakelen
Met de knoppen [SPLIT] en [LAYER] kunt u de overeenkomstige parts in en uitschakelen, d.w.z. instellen of ze geluid produceren als u het keyboard bespeelt. Als een part is ingeschakeld, brandt de bijbehorende knop, en omgekeerd. U hoeft alleen maar op een knop te drukken om de overeenkomstige part in of uit te schakelen. Houd er rekening mee dat de MAIN-part altijd is ingeschakeld en dat de knop van die part dus altijd brandt. De aan/uit-stand van afzonderlijke parts kan voor elke performance worden opgeslagen.
De cursor op het scherm gaat naar de LAYER-part om te bevestigen dat deze is geselecteerd.
Snelstarthandleiding
OPMERKING U kunt de knoppen [l], [r], [u] en [d] op
dit scherm gebruiken om de cursor (R) te verplaatsen en de part te wijzigen waarvoor een voice moet worden geselecteerd. Alleen parts die momenteel zijn ingeschakeld, worden weergegeven.
OPMERKING Als u op de CP40 STAGE op de knop [LAYER]
drukt, wordt de SPLIT-part uitgeschakeld. Als u op de knop [SPLIT] drukt, wordt de LAYER-part uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 23
Page 24

Voices layeren

Voice van de MAIN-part
Voice van de LAYER-part
M:EP1:04:78Rd II L
 
:STRR01:Velo Str E

Knipperende cursor
M:EP1:04:78Rd II L
 
:STRR08:SectionSt1E

De voice van de LAYER-part wordt gewijzigd.
1
2
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de LAYER-part.
Als u de LAYER-part inschakelt met de knop [LAYER], overlapt de voice van die part de voice van de MAIN-part. Op de CP40 STAGE kunt u dit doen door de SPLIT/LAYER-part als een LAYER-part te gebruiken.
De volumes van gelayerde voices balanceren
Indien nodig kunt u met de volgende procedure de afzonderlijke volumes van de MAIN- en LAYER-parts aanpassen:
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] aan de linkerkant van het besturingspaneel totdat het VOLUME-lampje links ervan gaat branden.
2 Pas terwijl u het keyboard bespeelt het
volume van elke part naar wens aan door de schuifregelaar onder de bijbehorende partknop te verplaatsen.
Beweeg de schuifregelaar omhoog om het volume te verhogen, en omgekeerd.
Snelstarthandleiding
De overlappende voice wijzigen
1
Druk op de knop [LAYER] om de LAYER-part in te schakelen.
De knop gaat branden. Bovendien gaat de cursor op het scherm (R) naar de LAYER-part om te bevestigen dat die is geselecteerd.
2 Terwijl u het keyboard bespeelt om het
geproduceerde geluid te horen, wijzigt u de voice van de LAYER-part met de voicecategorieknoppen en de draaiknop Data.
OPMERKING Als u de voice van de MAIN-part wilt wijzigen
met de voicecategorieknoppen en de draaiknop Data, verplaatst u de cursor (R) eerst met de knop [l] naar die part.
Het volume van de MAIN-part wijzigen (CP4 STAGE)
Het volume van de LAYER-part wijzigen (CP40 STAGE)
1
2
24 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
OPMERKING Elke part heeft een eigen schuifregelaar. Op de
CP40 STAGE komt de schuifregelaar links overeen met de SPLIT/LAYER-part. Hiermee wordt de instelling ook gewijzigd als die part wordt gebruikt als SPLIT-part.
Page 25
Voicelayering verwijderen
Voice van de SPLIT-part Voice van de MAIN-part
Splitpunt
M:AP1:01:CFX St S:G/BR24:12StrGt 1
E

Knipperende cursor
M:AP1:01:CFX St S:G/BR08:FunkGuitar
E

De voice van de SPLIT-part wordt gewijzigd.
Het keyboard splitsen voor
Als u een gelayerde voice wilt verwijderen, drukt u nogmaals op de knop [LAYER]. Het lampje van de knop gaat uit en alleen de voice van de MAIN-part wordt weergegeven als u het keyboard bespeelt.
Tip Gelayerde geluiden maken door
voicecategorieknoppen tegelijkertijd in te drukken
U kunt op een gemakkelijke manier gelayerde geluiden maken door een voicecategorieknop ingedrukt te houden terwijl u op een andere drukt. Door deze actie wordt de eerste voice van elk van de twee categorieën toegewezen aan de MAIN­en LAYER-parts.
OPMERKING
• Als de LAYER-part is uitgeschakeld (de knop [LAYER] brandt niet), wordt deze door deze actie automatisch ingeschakeld.
• Als u de instellingen voor favoriete voices (pagina 23) van de stage piano hebt gewijzigd, worden de huidige favoriete voices geselecteerd als de eerste voices van de categorieën.
• Ongeacht welke part momenteel is geselecteerd wordt de voice van de als tweede geselecteerde categorie toegewezen aan de LAYER-part.
• Als de categorie die werd geselecteerd met een Voice Category-knop overeenstemt met de voicecategorie van de part die momenteel is geselecteerd voor bewerken, wordt de eerste voice van die categorie niet teruggeroepen.
de linker- en rechterhand
Door de SPLIT-part in te schakelen met de knop [SPLIT], kunt u via de rechterkant van het keyboard de voice van de MAIN-part spelen en via de linkerkant de voice van de SPLIT-part. U kunt dan met uw linker- en rechterhand twee verschillende geluiden spelen. De positie waarop het keyboard wordt verdeeld tussen de twee parts, wordt het splitpunt genoemd. U kunt dit vrij instellen. Op de CP40 STAGE kunt u dit doen door de SPLIT/LAYER-part als een SPLIT-part te gebruiken.
De splitvoices veranderen
Druk op de knop [SPLIT] om de SPLIT-part
1
in te schakelen.
De knop gaat branden. Bovendien gaat de cursor op het scherm (R) naar de SPLIT-part om te bevestigen dat die is geselecteerd.
Snelstarthandleiding
2 Terwijl u het keyboard bespeelt om het
geproduceerde geluid te horen, gebruikt u de voicecategorieknoppen en de draaiknop Data om de voice van de SPLIT-part te wijzigen, die is toegewezen aan de linkerkant van het keyboard.
OPMERKING Als u de voice van de MAIN-part wilt wijzigen
met de voicecategorieknoppen en de draaiknop Data, verplaatst u de cursor (R) eerst met de knop [u] naar die part.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 25
Page 26
3 Als u het splitpunt wilt wijzigen, houdt u de
+
Splitpunt
Ingedrukt houden
1
2
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
VOLUME-lampje gaat branden
Verplaats de schuifregelaar van de SPLIT-part.
knop [SPLIT] ingedrukt en drukt u op de toets waarbij u het keyboard wilt splitsen.
Het volume van de SPLIT-part wijzigen (CP40 STAGE)
1
2
Snelstarthandleiding
OPMERKING Als u het splitpunt rechtstreeks instelt met
een toets zoals hierboven wordt beschreven, wordt kort een bericht op het scherm weergegeven waarin de nieuwe instelling wordt bevestigd. U kunt het splitpunt ook wijzigen met de parameter SplitPnt in het scherm General van het Performance Common Edit-gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer informatie over parameters.)
De volumes van splitvoices balanceren
Indien nodig kunt u met de volgende procedure de afzonderlijke volumes van de MAIN- en SPLIT-parts aanpassen:
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] aan de linkerkant van het besturingspaneel totdat het VOLUME-lampje links ervan gaat branden.
2 Pas terwijl u het keyboard bespeelt het
volume van elke part naar wens aan door de schuifregelaar onder de bijbehorende partknop te verplaatsen.
Beweeg de schuifregelaar omhoog om het volume te verhogen, en omgekeerd.
Het volume van de MAIN-part wijzigen (CP4 STAGE)
OPMERKING Elke part heeft een eigen schuifregelaar. Op de
CP40 STAGE komt de schuifregelaar links overeen met de SPLIT/LAYER-part. Hiermee wordt de instelling ook gewijzigd als die part wordt gebruikt als LAYER-part.
Tip De toonhoogte van elke part aanpassen
U kunt de volgende procedure uitvoeren om de toonhoogte van een part aan te passen:
1 Selecteer de part door op de
overeenkomstige partknop te drukken terwijl u de knop [PART SELECT] ingedrukt houdt.
2 Druk op de knop [EDIT].
3 Gebruik in het menu Edit de knoppen [d]
en [u] om 02: Part te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
4 Selecteer 01: Play Mode met de knop [u],
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
5 Gebruik de knoppen [d] en [u] om
de parameter NoteShft (Nootverschuiving) weer te geven en wijzig de instelling ervan.
6 Druk op de knop [EXIT] om terug te
keren naar het voorgaande scherm.
26 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Voicesplit verwijderen
Als u een splitvoice wilt verwijderen, drukt u nogmaals op de knop [SPLIT]. Het lampje van de knop gaat uit en de voice van de MAIN-part wordt weergegeven als u een toets bespeelt.
Page 27
Tip
Piano (MAIN-part)
Alleen de MAIN-part is ingeschakeld
Piano (MAIN-part)
Violin (LAYER-part)
MAIN-part en LAYER-part zijn ingeschakeld
Piano (MAIN-part)Bass (SPLIT-part)
MAIN-part en SPLIT-part zijn ingeschakeld
Piano (MAIN-part)Bass (SPLIT-part)
Violin (LAYER-part)
MAIN-part, LAYER-part en SPLIT-part zijn ingeschakeld
Ondersteunde partconfiguraties
Eén enkele voice gebruiken voor het gehele
keyboard:
Twee overlappende voices gebruiken voor het
gehele keyboard (layering; pagina 24):

Oefenen met de metronoom

De knop [METRONOME]
Uw stage piano heeft een eigen ingebouwde metronoom. U kunt deze aanzetten met de knop [METRONOME], zodat u kunt oefenen met het in de maat spelen. U kunt deze functie daarnaast ook gebruiken als u uw spel opneemt als audio (pagina 35). Als u op de knop [METRONOME] drukt, gaat de metronoom spelen met het ingestelde tempo en de ingestelde maatsoort. Daarnaast gaat het lampje van de knop knipperen.
Verschillende voices gebruiken voor de
rechter- en linkerkant van het keyboard (splitsen; pagina 25)
Twee overlappende voices gebruiker aan de
rechterkant van het keyboard en een andere voice aan de linkerkant (layering en splitsen; alleen CP4 STAGE):
Metronoomgerelateerde parameters, zoals tempo, maatsoort en volume, kunnen worden ingesteld in het scherm General van het Performance Common Edit­gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer informatie.) Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd en opgeslagen (pagina 34) voor elke afzonderlijke performance (pagina 21). Als u een andere performance selecteert terwijl de metronoom speelt, worden het tempo, de maatsoort, het volume en dergelijke van de metronoom daarom gewijzigd op basis van de instellingen van de nieuwe performance.
OPMERKING
• De metronoom stopt automatisch met spelen als u een File-functie (pagina 39) uitvoert.
• De metronoom wordt tijdelijk gedempt als u de huidige performance opslaat terwijl deze wordt afgespeeld.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 27
Page 28
Geluiden wijzigen met
Pitchbendwiel
Modulatiewiel
Pedalen
(voetschakelaars
en -regelaars)
Partschuifregelaars
MASTER EQ-
schuifregelaars
Noten worden omhoog gebogen
Noten worden omlaag gebogen
Effect wordt intenser
Effect wordt minder intens
Parameter niveau hoger
Parameter niveau lager
SLIDER  SPLIT  ChoSend  ( 0)
LAYER  MAIN
030
SLIDER  SP/LA ChoSend  ( 0
MAIN
)30
CP4 STAGE
CP40 STAGE
Partnaam
Parameter Huidige waarde
Modulatiewiel
regelaars
Het besturingspaneel van uw stage piano is voorzien van een aantal verschillende regelaars, zoals het pitchbendwiel, het modulatiewiel en schuifregelaars, die kunnen worden gebruikt om het geluid van het instrument in realtime te wijzigen. U kunt ook externe regelaars, zoals pedalen, aansluiten via het achterpaneel en er functies aan toewijzen die met de voet kunnen worden geregeld.
Het modulatiewiel wordt gewoonlijk gebruikt om vibrato en andere geschikte effecten toe te voegen aan de gespeelde noten. Probeer even uit hoe die wiel het geluid van het instrument kan veranderen.
Partschuifregelaars
De partschuifregelaars worden gebruikt voor het aanpassen van parameterniveaus voor afzonderlijke parts en bevinden zich onder de overeenkomstige partknoppen. Met deze schuifregelaars kunt u gemakkelijk tijdens het spelen partvolumes en effectniveaus aanpassen. De knop [SLIDER FUNCTION] kan worden gebruikt om de schuifregelaars in te stellen voor het regelen van het volume of het choruszend­of reverbzendniveau van de desbetreffende parts.
Pitchbendwiel
Met het pitchbendwiel kunt u de toonhoogte van gespeelde noten continu en variabel regelen. Als u het loslaat, springt de vingersleuf in het midden automatisch terug naar de oorspronkelijke positie en wordt de normale toonhoogte weer gebruikt. Probeer even uit hoe
Snelstarthandleiding
het pitchbendwiel het geluid kan veranderen van de noten die u speelt.
OPMERKING Op de CP40 STAGE komt de linkerschuifregelaar
overeen met de SPLIT/LAYER-part.
Partparameters aanpassen met de partschuifregelaars
1 Druk herhaaldelijk op de knop [SLIDER
FUNCTION] totdat de parameter die uwiltregelen is geselecteerd.
Als u op de knop drukt, worden de naam van de geselecteerde parameter en de huidige waarden voor elke part op het scherm weergegeven (zie hieronder). Elke keer dat u vervolgens op de knop drukt, wisselt de geselecteerde parameter tussen volume, choruszendniveau en reverbzendniveau en gaan de lampjes aan de linkerkant aan of juist uit.
28 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 29
OPMERKING
1
2
Verplaats de schuifregelaar van de MAIN-part.
CHORUS-lampje gaat branden
 Part:MAIN  1
ChoSend 
00
Versterking hoger
Versterking lager
Low LowMid Mid
+ 0dB +0dB + 0
HighMid High
dB +0dB +0dB 
  Tran  +
spose  
0semi
• Elke keer dat u het instrument aanzet of een nieuwe performance selecteert (pagina 21) worden de partschuifregelaars toegewezen aan volumeregeling.
• Als de fysieke positie van de schuifregelaar en de huidige waarde niet met elkaar overeenkomen, wordt de huidige waarde tussen haakjes weergegeven.
2 Bespeel het keyboard om het geproduceerde
geluid te horen en pas indien nodig de waarden voor de geselecteerde parameter aan.
Pedalen
Raadpleeg Pedalen aansluiten op pagina 17.
De toonhoogte van keyboardnoten verhogen
Voorbeeld: Het choruszendniveau van de MAIN-part aanpassen
Het volgende scherm wordt weergegeven als een partschuifregelaar wordt bediend.
OPMERKING
• Zelfs als een part is uitgeschakeld, wordt de waarde voor de geselecteerde parameter gewijzigd als u de desbetreffende schuifregelaar verplaatst.
• De parameters die worden bestuurd met de partschuifregelaars kunnen ook worden ingesteld met de parameters Vol ume, ChoSend en RevSend in het scherm Play Mode van het Performance Part Edit-gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer informatie.)
of verlagen
[-] en [+] TRANSPOSE-knoppen
Met de [-] en [+] TRANSPOSE-knoppen kunt u de toonhoogte van keyboardnoten met maximaal 12 halve noten omhoog of omlaag verschuiven. Bij elke druk op een van deze knoppen wordt de toonhoogte met één halve noot verhoogd of verlaagd. Als de toonhoogte omhoog of omlaag is getransponeerd, gaat de bijbehorende knop branden. Met deze Transpose-functie kunt u gemakkelijk melodieën in andere toonsoorten uitvoeren zonder dat u iets anders op het keyboard hoeft te spelen. Als u tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+] TRANSPOSE drukt, wordt de transponeerinstelling weer ingesteld op “0” en brandt geen van beide knoppen.
Snelstarthandleiding
MASTER EQUALIZER­schuifregelaars
Met de MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars kunt u de totaalklank van uw stage piano aanpassen. Meer specifiek: met elk van de schuifregelaars wordt de versterking van een andere frequentieband bestuurd.
Vanaf links worden met de vijf schuifregelaars van de CP4 STAGE de banden Low, LowMid, Mid, HighMid en High bestuurd, terwijl met de drie schuifregelaars op de CP40 STAGE de banden Low, Mid en High worden bestuurd. Ongeacht welke schuifregelaar u bedient, worden de huidige versterkingsniveaus voor alle banden op het scherm weergegeven.
Als u op de [-] of [+] TRANSPOSE-knop drukt, wordt een scherm zoals het volgende weergegeven.
OPMERKING U kunt de transponeerinstelling ook wijzigen met
de parameter Tr ns ps in het scherm General van het Utility-gebied. (Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer informatie.)
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 29
Page 30

Instellingen opslaan

PERFORMANCE SELECT
R001(A01):CFX Grand
RM
Performance­nummer
Performance­naam
Partnaam (afkorting op het scherm) M: MAIN-part L: LAYER-part S: SPLIT-part
PERFORMANCE SELECT
R004(A04):S6+Pad 1
RML
Groep
Nummer binnen groep
Geselec­teerde part

Een performance selecteren

De knop [STORE]
Van de instellingen die tot nu toe zijn besproken, kunnen
• de aan/uit-status van parts,
• wijzigingen in voices,
• de maatsoort, het tempo en het volume van de metronoom, en
• parameterniveaus die zijn aangepast met de partschuifregelaars,
evenals
• aan/uit-statussen van effecten die zijn ingesteld met de knoppen [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT en [A] en [B] PART EFFECT (pagina 34)
Als u het instrument in de standaardtoestand aanzet, wordt de eerste performance (nr. 001) geladen. Probeer eens andere performances te selecteren en spelen met de volgende procedure:
1 Druk op de knop [PERFORMANCE
PLAY/SELECT].
Het scherm Performance Select wordt weergegeven en de knop begint te knipperen.
Het scherm Performance Select
Snelstarthandleiding
worden opgeslagen als onderdeel van een performance (pagina 21). Opgeslagen instellingen blijven behouden als de stage piano wordt uitgezet.
In de volgende procedure ziet u hoe u uw instellingen kunt opslaan in de eerste performance van het instrument (nr. 001):
LET OP
De performance die in de volgende procedure wordt geselecteerd als de bestemming voor het opslaan, wordt overschreven en alle gegevens worden vervangen.
Druk op [STORE]; druk op [ENTER]; druk op [+1/YES] bij de vraag “Are you sure?”. Druk op [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
OPMERKING
• Voor meer informatie over opslaan raadpleegt u Een performance opslaan (pagina 34).
• U kunt de instelling die wordt aangebracht met de knop [-] en [+] TRANSPOSE en de aan/uit-status van de knop [MASTER COMP] opslaan door eerst op de knop [UTILITY] te drukken en vervolgens op de knop [STORE].
• Aanpassingen in de versterking die worden gedaan met de MASTER EQ-schuifregelaars en de aan/uit-status van de knop [PANEL LOCK] kunnen niet worden opgeslagen.
OPMERKING De parts die momenteel zijn ingeschakeld,
worden rechts op het scherm weergegeven. Met de cursor wordt de part aangegeven waarvan de voice momenteel is geselecteerd voor bewerken.
2 Selecteer een andere performance met
de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data.
De geselecteerde performance wordt weergegeven op het scherm.
OPMERKING
• Een volledige lijst met de performances van uw stage piano kunt u vinden in de Data List (pdf).
• Op de CP4 STAGE zijn performances geordend in groepen van 16, en op de CP40 STAGE bevat elke groep acht performances. Als u in het scherm Performance van de ene groep naar de andere wilt gaan, gebruikt u de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
• Door te drukken op een Voice Category-knop (in de onderste rij bij de CP40 STAGE) terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt, kunt u de overeenkomstige performance uit de huidige groep selecteren.
30 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
3 Bespeel het keyboard om te horen hoe
de geselecteerde voice klinkt.
Page 31
4 Als u tevreden bent met de selectie, drukt u
MAIN:A.PIANO1
  01:CFXSt
PERFORMANCE DIRECT SE
R004(A04):
LECT  RML
S6+Pad 1
EDIT   D01:Common     
 E
 
EDIT Common D01:Chorus Effect  
 E
 
Common Ctg T ChorusEff CHORSPX
ype   Preset E
Cho BasicD
Effectcategorie Effecttype
op de knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT] of de knop [EXIT] om naar het scherm Performance terug te keren.
De naam van de performance en de voice die is toegewezen aan de actieve part(s) worden weergegeven.
OPMERKING Als u in het scherm Performance Select
wijzigingen aanbrengt in een performance met een Voice Category-knop, de knop [LAYER], of de knop [SPLIT] wordt het scherm Performance teruggeroepen.

Zelf performances maken

Zoals hieronder wordt beschreven, worden er bij het maken van originele performances twee bewerkingsgebieden gebruikt: het Performance Common Edit-gebied wordt gebruikt voor het bewerken van parameters die betrekking hebben op alle parts, en het Performance Part Edit-gebied wordt gebruikt voor het bewerken van parameters voor afzonderlijke parts.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf) voor meer
informatie over de parameters van elk gebied.
Chorus- en reverbeffecten instellen
Tip Performances direct wijzigen met de Voice
Category-knoppen
Als u drukt op de knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt, verschijnt bovenaan links op het scherm het bericht “PERFORMANCE DIRECT SELECT”.
Als u nu op een Voice Category-knop drukt, wordt de overeenkomstige performance uit de huidige groep direct geselecteerd. Als u nogmaals drukt op de knop [PERFORMANCE PLAY/SELECT] terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt, wordt het scherm Performance Select opnieuw normaal weergegeven.
Door te drukken op de knop [LAYER] of de knop [SPLIT] terwijl “PERFORMANCE DIRECT SELECT” wordt weergegeven, wordt het scherm Performance niet teruggeroepen. Hierdoor is deze modus bijzonder handig tijdens liveoptredens.
Tip Een andere performance kiezen met een
voetschakelaar
Als er een FC4- of FC5-voetschakelaar is aangesloten via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting, kunt u de volgende instelling uitvoeren om de huidige performance te kunnen wijzigen met de voetschakelaar.
De effecten van uw stage piano (chorus en reverb) kunnen voor elke performance worden geconfigureerd. Als voorbeeld van het instellen van parameters in het Performance Common Edit-gebied wordt in de volgende procedure beschreven hoe u deze effecten configureert voor de momenteel geselecteerde performance:
1 Druk op de knop [EDIT].
Het menu Edit wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [u] om 01: Common te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het menu Common Edit wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [u] om 01: Chorus Effect
te selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Chorus Effect wordt weergegeven.
Snelstarthandleiding
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller; druk op [ENTER]; stel FS (besturingsnummer van voetschakelaar) in op “99 (PC Inc)” of “100 (PC Dec)”.
4 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een type voor het choruseffect te selecteren.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 31
Page 32
Snelstarthandleiding
Common Ctg T ChorusEff CHO SPX
ype   Preset E
Cho R SlowD
Effectpreset
EDIT Common D01:Chorus Effect  
 E
 
Common  ReverbEff 
 Type E
RWoodRoomD
Effecttype
Common ReverbEff 
RevTime HPF E
R2.0s 20Hz U
Effectparameter
Ingedrukt houden
5 Verplaats de cursor (R) naar Preset met
de knop [r], en selecteer met de draaiknop Data een preset* voor het effecttype uit Stap 4. (*: Met elke preset worden alle parameters geconfigureerd voor een specifieke behoefte.)
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke behoefte, kunt u die parameters indien nodig nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de knop [d] om naar de andere deelvensters van het scherm te gaan.
6 Als u klaar bent met het instellen van het
choruseffect, drukt u op de knop [EXIT].
Het menu Common Edit wordt weer weergegeven.
7 Gebruik de knop [d] om 02: Reverb Effect
te selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Reverb Effect wordt weergegeven.
8 Gebruik de draaiknop Data om het
reverbeffecttype te wijzigen.
9 Gebruik de knop [d] om naar het volgende
deelvenster van het scherm te gaan en bewerk de parameters voor het effecttype uit Stap 8 met de knoppen [l] en [r] en de draaiknop Data.
Tip Bewerkingssymbool voor performances
Common Ctg T ChorusEff CHORG
Als u een van de parameters van een performance bewerkt, wordt het symbool rechtsboven in het scherm weergegeven. Het doel van dit symbool is om u eraan te herinneren dat u bewerkingen hebt uitgevoerd die nog niet zijn opgeslagen. Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de huidige performance, kunnen worden opgeslagen met de functie Store Performance (pagina 34). Als de bewerkingen zijn opgeslagen, verdwijnt het bewerkingssymbool.
ype  Preset E
Cho Basic D
E (Bewerken)
Invoegeffecten instellen
Invoegeffectinstellingen kunnen worden geconfigureerd voor elk van de parts van een performance. Er zijn twee effecten beschikbaar voor gebruik in een performance, die allebei twee onafhankelijke effecten A en B bevatten. Als voorbeeld van het instellen van parameters in het Performance Part Edit-gebied wordt in de volgende procedure beschreven hoe u deze effecten configureert voor een van de parts van de huidige performance.
1 Controleer of de part waarvoor
uinvoegeffecten wilt configureren is ingeschakeld (de partknop brandt).
Schakel de part zo nodig in door op de desbetreffende partknop te drukken.
2 Selecteer de part door op de overeenkomstige
partknop te drukken terwijl u de knop [PART SELECT] ingedrukt houdt.
10 Met de knop [SLIDER FUNCTION] en
de partschuifregelaars wijzigt u het choruszendniveau (CHORUS) en het reverbzendniveau (REVERB). (Raadpleeg Partschuifregelaars (pagina 28) voor informatie over hoe u dit doet.)
De mate waarin chorus en reverb worden toegepast op de betrokken parts verandert.
32 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
OPMERKING
• U kunt ook de te bewerken part selecteren als in de volgende stap het menu Edit wordt weergegeven.
• Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde part door op de knop [LAYER] of [SPLIT] te drukken.
Page 33
3 Druk op de knop [EDIT].
EDIT   D01:Common     
 E
 
EDIT Part:LAYER D01:Play Mode   
 E
 
Part:LAYER ChoSend Play Mode 0
RevSend EffA/BSw E
40 R on W
Part:LAYER Ctg  T Effect-A RDLY Cr
ype  Preset E
sDly Basic D
Effectcategorie Effecttype
Part:LAYER Ctg  T Effect-A DLY Cr
ype  Preset E
sDly R Short D
Effectpreset
EDIT Part:LAYER D03:Effect-A  
 E
 
Part:LAYER Ctg  T Effect-B RCHO G
ype  Preset E Cho Basic D
Effectcategorie Effecttype
Part:LAYER Ctg  T Effect-B CHO G
ype  Preset E Cho R DeepD
Effectpreset
9 Verplaats de cursor (R) naar Preset met
de knop [r], en selecteer met de draaiknop Data een preset* voor het effecttype uit Stap 8. (*: Met elke preset worden alle parameters geconfigureerd voor een specifieke behoefte.)
Het menu Edit wordt weergegeven.
4 Gebruik de knoppen [u] en [d] om 02: Part
te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het menu Part Edit wordt weergegeven. Bovendien wordt de naam van de geselecteerde part linksboven in het scherm weergegeven.
5 Gebruik de knop [u] om 01: Play Mode te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
6 Gebruik de knoppen [u] en [d] om naar het
tweede deelvenster van het scherm te gaan, en stel vervolgens de parameter EffA/BSw (partschakelaar voor effect A/B) in op “on” met de knoppen [l] en [r] en de draaiknop Data.
OPMERKING Op de CP4 STAGE kan de parameter EffA/BSw
worden ingeschakeld voor maximaal twee parts.
7 Druk op de knop [EXIT] om terug te keren
naar het menu Part Edit. Gebruik de knop [d] om 03: Effect A te selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Effect A wordt weergegeven.
8 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een type voor invoegeffect A te selecteren.
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke behoefte, kunt u die parameters indien nodig nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de knop [d] om naar de andere deelvensters van het scherm te gaan.
10 Als u klaar bent met het instellen van
invoegeffect A, drukt u op de knop [EXIT].
Het menu Part Edit wordt weer weergegeven.
11 Gebruik de knop [d] om 04: Effect-B te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Effect B wordt weergegeven.
12 Gebruik de knoppen [l] en [r] en de
draaiknop Data om een categorie en een type voor invoegeffect B te selecteren.
Snelstarthandleiding
13 Verplaats de cursor (R) naar Preset met de
knop [r], en selecteer met de draaiknop Data een preset* voor het effecttype uit Stap 12. (*: Met elke preset worden alle parameters geconfigureerd voor een specifieke behoefte.)
14 Als u klaar bent met het instellen van
invoegeffect B, drukt u op de knop [EXIT].
Als u de invoegeffecten voor de voice van een andere part wilt configureren, herhaalt u eerst Stap 1 en 2 om de part te selecteren. Vervolgens herhaalt u stap 5 tot 13.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 33
Page 34
Effecten in- en uitschakelen
STORE
R
 E
001(A01):CFX Grand
Een performance opslaan
Snelstarthandleiding
Met de overeenkomstige knoppen op het besturingspaneel kunt u gemakkelijk de effecten in- en uitschakelen die zijn geconfigureerd zoals hierboven wordt beschreven in Chorus- en reverbeffecten instellen en Invoegeffecten instellen.
[CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT-knoppen
Met de knoppen [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT kunt u de chorus- en reverbeffecten in- en uitschakelen die zijn geconfigureerd voor de huidige performance. Als een van deze effecten is ingeschakeld, gaat de bijbehorende knop branden, en omgekeerd.
[A] en [B] PART EFFECT-knoppen
Met de knoppen [A] en [B] PART EFFECT kunt u de invoegeffecten in- en uitschakelen die zijn geconfigureerd voor elk van de parts van de huidige performance. Als een van deze effecten is ingeschakeld, gaat de bijbehorende knop branden, en omgekeerd. Controleer voordat u deze knoppen gebruikt of u een part hebt geselecteerd die invoegeffecten heeft, zoals hieronder wordt beschreven.
Schakel de desbetreffende part in; druk op de bijbehorende partknop terwijl u de knop [PART SELECT] ingedrukt houdt; schakel invoegeffect A en B in of uit met de knoppen [A] en [B] PART EFFECT.
Als u tevreden bent met de performance die u hebt bewerkt, moet u de performance als volgt opslaan in het geheugen van de stage piano om de wijzigingen blijvend te maken:
1 Druk op de knop [STORE].
Het scherm Store wordt weergegeven.
2 Gebruik de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]
of de draaiknop Data om de bestemming te selecteren waarin u de huidige performance wilt opslaan, en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat een performance wordt opgeslagen.
  Are you
LET OP
Als u de huidige performance opslaat, wordt de performance die wordt geselecteerd als de bestemming, overschreven en worden alle gegevens vervangen.
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
 [NO]
sure? 
/[YES]        
OPMERKING
• Als de parameter EffA/BSw (partschakelaar voor effect A/B) voor een part is ingesteld op “off”, kunnen u er geen invoegeffecten op toepassen door op de knoppen [A] en [B] PART EFFECT te drukken. U kunt de partschakelaar voor effect A/B als volgt inschakelen: Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel EffA/BSw in op “on”.
• Op de CP4 STAGE kan de parameter EffA/BSw worden ingeschakeld voor maximaal twee parts.
34 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
3 Druk op de knop [+1/YES].
De huidige performance wordt opgeslagen en het scherm Performance wordt weergegeven.
Page 35

Uw spel opnemen als audio

AUDIO  REC [
File  Name
WAV001}{] R[ENTER]D
Bestandsnaam
AUDIO  REC
 Name [WAV001}{]
AUDIO Metronome REC
Tempo  Beat
R 90 4/ 4 W
AUDIO REC
PreCount  AutoClk
R1meas on U
AUDIO Metronome REC
ClickVol
R100 W
Druk op de knop [d].
Druk op de knop [d].
Met de opnamefunctie van de stage piano die hieronder wordt beschreven, kunt u wat u op het keyboard speelt als een audiobestand (Wave-bestand) opnemen op het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat. Audiobestanden die op deze manier worden opgeslagen, hebben de bestandsextensie .WAV.
Tip Audiobestanden
In audiobestanden wordt het daadwerkelijke geluid dat u speelt opgenomen. De audiogegevens worden opgeslagen op een manier die vergelijkbaar is met een cassettebandje of een digitale spraakrecorder. De bestanden kunnen worden afgespeeld op draagbare audiospelers en veel andere soorten apparaten, zodat u gemakkelijk aan anderen kunt laten horen wat u hebt gespeeld.
1 Sluit een USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het achterpaneel.
OPMERKING
• U kunt de modus Recording Standby annuleren door op de knop [J] (Stop) te drukken.
• Handelingen op het scherm en het bewerken van parameters zijn mogelijk in de modus Recording Standby.
3 Wijzig, indien nodig, de bestandsnaam.
Controleer of de cursor (R) bij de parameter Name staat en druk op de knop [ENTER].
4 Als u de gewenste naam hebt ingesteld, drukt
u op de knop [ENTER] om door te gaan.
Het eerste deelvenster van het scherm Audio Recording wordt weer weergegeven. Voor informatie over het instellen van een naam raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in het gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display.
BELANGRIJK
Audiobestanden die door uw stage piano worden gemaakt, hebben “}{“ als zevende en achtste teken.
Opgenomen audio is zachter dan het geluid dat door het keyboard wordt geproduceerd, en door deze tekens verhoogt het instrument het weergavevolume zodat een geschikte balans behouden blijft. Verwijder deze tekens daarom niet.
2 Druk op de knop [I] (Record).
Het lampje boven de knop gaat knipperen om aan te geven dat de stage piano in de modus Recording Standby staat.
Het eerste deelvenster van het scherm Audio Recording wordt weergegeven, en er wordt automatisch een bestandsnaam toegewezen.
5 Gebruik zo nodig de knop [d] om naar de
andere deelvensters van het scherm te gaan en stel het tempo, de maatsoort, het klikgeluid en andere metronoomparameters in voor de opname.
Verplaats de cursor (R) met de knoppen [l] en [r] naar een parameter die u wilt wijzigen, en wijzig de instelling vervolgens met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data.
OPMERKING
• Hoewel de metronoom zoals gebruikelijk automatisch begint te spelen bij het begin van de opname, wordt het geluid niet opgenomen. Als u het niet nodig vindt dat de metronoom automatisch op deze manier start, stelt u de parameter AutoClk in op “off”. U kunt de metronoom daarnaast ook tijdens de opname met de knop [METRONOME] in- en uitschakelen.
•De parameters Te m p o, Beat (maatsoort) en ClickVol kunnen ook worden ingesteld in het scherm General van het Performance Common Edit-gebied. De parameters PreCount en AutoClk kunnen ook worden ingesteld in het scherm General van het Utility-gebied. Voor meer informatie over deze parameters raadpleegt u de Naslaggids (pdf).
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 35
Snelstarthandleiding
Page 36
6 Druk op de knop [R] (Play).
AUDIO Re REC
cording...
00:05
Tijd die is verstreken sinds de start van de opname
AUDIO  PLAY 00:00
File  Volume
RWAV002}{ 100D
AUDIO  PLAY 00:00
File  Volume
RWAV001}{ 100 D
Bestandsnaam
AUDIO  PLAY 00:00
File  Volume
WAV001}{ R127 D
Afspeelpositie van audiobestand (tijdweergave)
De stage piano begint met opnemen. Tijdens de opname gaat het lampje boven de knop [R] (Play) branden. Het lampje boven de knop [I] (Record) stopt met knipperen en blijft branden.
Het volgende scherm wordt weergegeven tijdens een opname.

Audiobestanden afspelen

Zoals hieronder wordt beschreven, kan uw stage piano audiobestanden (Wave-bestanden) van een USB-flashgeheugenapparaat afspelen, ongeacht of de bestanden door het instrument zelf zijn gemaakt of afkomstig zijn van een andere bron.
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat met
het audiobestand dat u wilt afspelen aan op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het achterpaneel.
OPMERKING
• Audiobestanden die u via de stage piano wilt afspelen, moeten zich in de hoofdmap* van het USB-flashgeheugenapparaat bevinden. (*: De map die aanvankelijk wordt weergegeven als u het USB-flashgeheugenapparaat opent op een computer of iets dergelijks.)
• Uw stage piano ondersteunt het afspelen van 44,1-kHz, 16-bits, stereo-audiobestanden met de .WAV-indeling.
2 Druk op de knop [J] (Stop).
Snelstarthandleiding
OPMERKING Als de stage piano in de modus Recording
Standby staat, kunt u ongeacht het scherm dat momenteel wordt weergegeven, op elk gewenst moment op de knop [I] (Record) drukken om een opname te starten. In zo´n geval kunt u terugkeren naar het scherm Audio Recording door nogmaals op de knop [I] (Record) te drukken nadat de opname is gestart.
7 Als u de opname wilt stoppen of
onderbreken, drukt u op de knop [J](Stop).
Als de opname op deze manier op de normale wijze is beëindigd, wordt het scherm Audio Playback weergegeven. In dit scherm wordt het opgenomen audiobestand automatisch geselecteerd voor afspelen.
OPMERKING De opname stopt automatisch als de lengte
van het opgenomen bestand de 74 minuten overschrijdt.
Het eerste deelvenster van het scherm Audio Playback wordt weergegeven.
3 Controleer of de cursor (R) bij de parameter
File staat, en selecteer vervolgens met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data het audiobestand (.WAV) dat u wilt afspelen.
4 Pas indien nodig het afspeelvolume voor
audiobestanden aan. Verplaats de cursor (R) met de knop [r] naar de parameter Volume , en wijzig vervolgens de instelling met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of de draaiknop Data.
36 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
LET OP
Audiobestanden van een andere bron dan uw stage piano kunnen zeer luid zijn. Voordat u het afspelen start, moet u daarom altijd de parameter Vol ume instellen op “0”. Verhoog vervolgens het volume langzaam tot een geschikt niveau terwijl u het bestand afspeelt in Stap 5 hieronder.
OPMERKING
• Stel bij het afspelen van audiobestanden die zijn opgenomen met uw stage piano de parameter Vo lu me in op “127”, zodat ze worden afgespeeld met hetzelfde volume als waarmee ze zijn opgenomen.
•De parameter Vol ume kan ook worden ingesteld in het scherm General van het Utility-gebied.
Page 37
5 Druk op de knop [R] (Play).
AUDIO  PLAY 01:15
File  Volume
RWAV001}{ 127 D
AUDIO  PLAY 00:00
File  Rename
RWAV001}{ [ENTER]W
AUDIO  Rename
 Name [WAV001}{]
AUDIO  PLAY 00:00
File  Delete
RWAV001}{ [ENTER]U
Het geselecteerde audiobestand wordt afgespeeld. Tijdens het afspelen gaat het lampje boven de knop [R] branden.
De naam van een audiobestand wijzigen
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u de naam wijzigen van audiobestanden (.WAV) die zijn gemaakt met de stage piano of die afkomstig zijn van een andere bron. U doet dit in het scherm Audio Playback.
1 Voer Stap 1 tot 3 uit Audiobestanden afspelen
uit om het bestand te selecteren waarvan u de naam wilt wijzigen.
6 Als u het afspelen wilt stoppen of
onderbreken, drukt u op de knop [J](Stop).
Het afspelen van het audiobestand wordt gestopt.
Tip Het afspelen van audio starten en stoppen met
een voetschakelaar
Als er een FC4- of FC5-voetschakelaar is aangesloten via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting, kunt u de volgende instelling uitvoeren om het afspelen van audiobestanden te kunnen starten en stoppen met de voetschakelaar.
Druk op [UTILITY]; selecteer 03: Controller; druk op [ENTER]; stel FS (besturingsnummer van voetschakelaar) in op “98 (Play/Stop)”.
Tip De functie Key-on Start gebruiken
Zoals hieronder wordt beschreven, kan de functie Key-on Start van uw stage piano worden gebruikt om het opnemen of afspelen van een audiobestand automatisch te starten als u het keyboard bespeelt.
1 Voer Stap 1 tot 5 uit Uw spel opnemen als
audio of Stap 1 tot 4 uit Audiobestanden afspelen uit.
2 Houd de knop [J] (Stop) ingedrukt en druk
op de knop [R] (Play).
Het lampje boven de knop [R] (Play) gaat knipperen om aan te geven dat Key-on Start actief is. (Als u bezig bent om een opname te starten, knippert het lampje boven de knop [I] (Record) nu ook.)
OPMERKING U kunt Key-on Start uitschakelen door
nogmaals op de knop [J] (Stop) te drukken.
3 Bespeel een toets.
Het afspelen of opnemen start automatisch.
OPMERKING
• Als u de functie Key-on Start gebruikt, wordt niet afgeteld als u de opname start, zelfs als er een andere waarde dan “off” is ingesteld voor de parameter PreCount in Stap 5 van Uw spel opnemen als audio.
• Bij bepaalde schermhandelingen wordt Key-on Start uitgeschakeld als deze functie stand-by is tot er een toets wordt bespeeld.
2 Gebruik de knop [d] om naar het tweede
deelvenster van het scherm te gaan.
3 Verplaats de cursor (R) naar Rename met
de knop [r], en druk vervolgens op de knop [ENTER].
4 Wijzig de naam van het bestand naar wens,
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Voor informatie over het instellen van een naam raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in het gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display. Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat de naam van een bestand wordt gewijzigd.
  Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
 [NO]
sure? 
/[YES]        
5 Druk op de knop [+1/YES].
De naam van het bestand wordt gewijzigd.
Een audiobestand verwijderen
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u een audiobestand (.WAV) verwijderen van het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat. U doet dit in het scherm Audio Playback.
1 Voer Stap 1 tot 3 uit Audiobestanden afspelen
uit om het bestand te selecteren dat u wilt verwijderen.
2 Gebruik de knop [d] om naar het derde
deelvenster van het scherm te gaan.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 37
Page 38
Snelstarthandleiding
3 Verplaats de cursor (R) naar Delete met
de knop [r], en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat een bestand wordt verwijderd.
  Are you
 [NO]
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
sure? 
/[YES]  
4 Druk op de knop [+1/YES].
Het audiobestand wordt verwijderd. Nadat een audiobestand is verwijderd, wordt het derde deelvenster van het scherm Audio Playback weer weergegeven. Als het USB-flashgeheugenapparaat andere audiobestanden bevat, wordt één daarvan automatisch geselecteerd en op het scherm weergegeven.
Voor zorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de [TO DEVICE] USB-aansluiting
Behandel een USB-flashgeheugenapparaat dat u aansluit op de ingebouwde [TO DEVICE] USB­aansluiting van uw stage piano voorzichtig, en volg de belangrijke voorzorgsmaatregelen hieronder.
OPMERKING Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het
Ondersteunde USB-apparaten
Alleen USB-geheugenapparaten van het type flashdrive kunnen worden gebruikt met uw stage piano. Daarnaast ondersteunt dit instrument mogelijk niet alle commercieel verkrijgbare USB-flashgeheugenapparaten. Yamaha kan niet met alle dergelijke apparaten die op de markt zijn een normale werking garanderen. Ga voordat u een USB-flashgeheugenapparaat aanschaft voor gebruik met uw stage piano daarom eerst naar de volgende webpagina om te controleren of het apparaat wordt ondersteund:
http://download.yamaha.com/
Een USB-flashgeheugenapparaat aansluiten
Voordat u een USB-flashgeheugenapparaat aansluit, moet u controleren of de aansluiting ervan juist is voor de [TO DEVICE] USB-aansluiting en of beide dezelfde richting hebben.
OPMERKING Hoewel de aansluiting van de stage piano
USB-flashgeheugenapparaat voor meer informatie over het gebruik ervan.
voldoet aan de USB 1.1-standaard, kunt u ook USB 2.0-flashgeheugenapparaten aansluiten en gebruiken. In dat geval worden gegevens echter overgebracht met de snelheid van USB 1.1.
Werken met USB-flashgeheugenapparaten
Als er een USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten op uw stage piano, kunt u dat gebruiken voor het opslaan van gegevens die u op het instrument hebt gemaakt, voor het afspelen van audiobestanden op het apparaat en voor het uitvoeren van verschillende andere aanverwante taken.
Ondersteund aantal USB-
flashgeheugenapparaten
Er kan slechts één USB-flashgeheugenapparaat tegelijk worden aangesloten op uw stage piano.
USB-flashgeheugenapparaten formatteren
Bepaalde typen flashgeheugenapparaten moeten worden geformatteerd voordat ze met de stage piano kunnen worden gebruikt. Als u een dergelijk apparaat aansluit op de [TO DEVICE] USB-aansluiting, wordt op het scherm een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u het apparaat wilt formatteren. Als u dat wilt doen, volgt u de instructies op pagina 39.
LET OP
Als een flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd, wordt alle inhoud verwijderd. Controleer voor het formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat geen onvervangbare gegevens bevat.
Schrijfbeveiliging
Bepaalde typen USB-flashgeheugenapparaten zijn mogelijk tegen schrijven beveiligd om te voorkomen dat er per ongeluk gegevens worden gewist. Als uw USB-flashgeheugenapparaat onvervangbare gegevens bevat, raden wij u aan om schrijfbeveiliging te gebruiken om te voorkomen er per ongeluk gegevens worden gewist. Als u gegevens op een USB-flashgeheugenapparaat wilt opslaan, zorgt u ervoor dat u de schrijfbeveiligingsfunctie van het apparaat uitschakelt.
USB-flashgeheugenapparaten verwijderen
Controleer voordat u een USB­flashgeheugenapparaat uit de [TO DEVICE] USB-aansluiting haalt of de stage piano het apparaat niet gebruikt voor het opslaan of laden van gegevens.
LET OP
Zorg dat u USB-flashgeheugenapparaten niet te vaak aansluit en verwijdert. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan de stage piano vastlopen en niet langer werken. Verwijder bovendien een USB-flashgeheugenapparaat nooit als dit nog niet volledig is gekoppeld of terwijl het door de stage piano wordt gebruikt voor het laden of opslaan van gegevens. Gegevens op het USB-flashgeheugenapparaat of op het instrument zelf kunnen hierdoor beschadigd raken. Daarnaast bestaat het gevaar dat het USB-flashgeheugenapparaat blijvend beschadigd raakt.
38 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 39
Bestandshandelingen met een USB-flash­geheugenapparaat
Als er een USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten op uw stage piano, kunt u gegevens opslaan die u op het instrument hebt gemaakt, en gegevens laden van het USB-flashgeheugenapparaat.
Een USB-flashgeheugenapparaat formatteren
4 Druk op de knop [+1/YES].
Het USB-flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd.
LET OP
Verwijder een USB-flashgeheugenapparaat niet uit de [TO DEVICE] USB-aansluiting terwijl het wordt geformatteerd. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het USB-flashgeheugenapparaat of de stage piano blijvend beschadigd raken.
Als het USB-flashgeheugenapparaat is geformatteerd, wordt het bericht “Completed” weergegeven. Vervolgens keert het instrument terug naar het vorige scherm.
Bepaalde typen USB-flashgeheugenapparaten moeten worden geformatteerd voordat ze met de stage piano kunnen worden gebruikt. U kunt de volgende procedure uitvoeren om een dergelijk apparaat te formatteren.
LET OP
Als een USB-flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd, wordt alle inhoud verwijderd. Controleer voor het formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat geen onvervangbare gegevens bevat.
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het achterpaneel.
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
5 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
OPMERKING USB-flashgeheugenapparaten die met deze
procedure zijn geformatteerd, zijn compatibel met MS-DOS en Windows. Houd er echter rekening mee dat bepaalde andere apparaten deze indeling mogelijk niet ondersteunen, wat betekent dat de USB-flashgeheugenapparaten niet met die apparaten kunnen worden gebruikt.
Instellingen van de stage piano opslaan op een USB-flash­geheugenapparaat
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u met de functie Save alle gegevens uit het gebruikersgeheugen van de stage piano, zoals performances en Utility-instellingen, opslaan op het aangesloten USB­flashgeheugenapparaat in de vorm van een bestand van het type All (met de bestandsextensie .C7A (CP4 STAGE) of .C8A (CP40 STAGE).
1 Sluit een USB-flashgeheugenapparaat aan op
de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het achterpaneel.
Snelstarthandleiding
FILE  D01:Save      

 
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
05: Format te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat het aangesloten USB­flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd.
  Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan. U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
 [NO]
sure? 
/[YES]  
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
FILE  D01:Save      

 
3 Gebruik de knop [u] om 01: Save te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm voor het instellen van een bestandsnaam wordt weergegeven.
FILE Save   
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 39
[]
Name
Page 40
4 Stel de naam van het bestand naar wens in,
FILE Load   
Type File
All RSTAGE01
Bestandsnaam
FILE Load   
Type File
All RSTAGE03
Laadtype
FILE Load   
Src Performance
R001(A0l)CFX Grand
FILE Load   
Dst Performance
R004(A04)S6+Pad 1
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Voor informatie over het instellen van een naam raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in het gedeelte Basishandelingen en inhoud van de display. Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat gegevens worden opgeslagen.
  Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan. U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
 [NO]
sure? 
/[YES]  
5 Druk op de knop [+1/YES].
De gegevens worden opgeslagen. Als u het opslaan wilt annuleren, drukt u op de knop [EXIT] terwijl het bericht “Now saving...” wordt weergegeven.
6 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om 02: Load
te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Als de hoofdmap van het USB­flashgeheugenapparaat een bestand van het type All bevat, wordt dit weergegeven op het scherm.
OPMERKING Als de hoofdmap* van het USB-
flashgeheugenapparaat geen bestand van het type All bevat, wordt op het instrument het bericht “File not found” weergegeven in plaats van het scherm Load. (*: De map die aanvankelijk wordt weergegeven als u het USB­flashgeheugenapparaat opent op een computer of iets dergelijks.)
4 Controleer of de cursor (R) bij de parameter
File staat, selecteer met de draaiknop Data het bestand dat u wilt laden, en druk op de knop [ENTER].
Snelstarthandleiding
Een bestand laden van een USB-flashgeheugenapparaat
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u met de functie Load een bestand van het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat in het instrument lezen.
OPMERKING De functie Load kan alleen worden gebruikt
met bestanden van het type All (die de bestandsextensie .C7A (CP4 STAGE) of .C8A (CP40 STAGE) hebben. Als u een audiobestand (.WAV) wilt lezen, raadpleegt u de beschrijving van het scherm Audio Playback (pagina 36).
1 Sluit het USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op het achterpaneel.
2 Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
FILE  D01:Save      

 
5 Selecteer met de draaiknop Data welke
gegevens uit het geselecteerde bestand in het instrument moeten worden geladen (het laadtype), en druk vervolgens op de knop [ENTER].
U kunt ervoor kiezen om alle gegevens te laden (“All”), om alle gegevens te laden met uitzondering van Utility-instellingen (“All without Sys”), of om een specifieke performance te laden (“Performance”).
“Performance“ geselecteerd als laadtype:
Er wordt een scherm weergegeven waarin u de performance kunt selecteren die u wilt laden.
“All” of “All without Sys“ geselecteerd als laadtype:
Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat gegevens worden geladen.
  Are you
 [NO]
sure? 
/[YES]        
6 Als u in Stap 5 “Performance” hebt
geselecteerd als laadtype, selecteert u de performance die u wilt laden met de draaiknop Data en drukt u vervolgens op de knop [ENTER].
Als u “All” of “All without Sys” hebt geselecteerd, gaat u verder bij Stap 8. Er wordt een scherm weergegeven waarin u een bestemming kunt selecteren voor de performance die u wilt laden.
40 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 41
7 Selecteer een bestemming voor de
UTILITY MasterComp   
Preset E
R Basic D
UTILITY MasterComp   
Preset E
R Maximizer D
performance met de draaiknop Data en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Utility-instellingen configureren voor het
  Are you
 [NO]
sure? 
/[YES]  
8 Druk op de knop [+1/YES] om de gegevens
te laden, of op de knop [-1/NO] om het proces te annuleren.
Als u op de knop [+1/YES] hebt gedrukt, worden de gegevens geladen. Als u het laden wilt annuleren, drukt u op de knop [EXIT] terwijl het bericht “Now loading...” wordt weergegeven. Als u op de knop [-1/NO] hebt gedrukt, worden er geen gegevens geladen en keert het instrument terug naar het vorige scherm.
9 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
systeem als geheel
Als u op de knop [UTILITY] drukt, gaat u naar het Utility­gebied, waarin u parameters kunt instellen die betrekking hebben op het instrument als geheel.
De mastercompressor instellen
De mastercompressor is een effect dat wordt toegepast vlak voordat het geluid van de stage piano wordt weergegeven. Hoge volumes worden gecomprimeerd en verschillen in hardheid worden geëgaliseerd. Met de volgende procedure kunt u de mastercompressor configureren en zo aanpassen aan de omgeving waarin de stage piano wordt bespeeld.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
UTILITY  D01:General     
 E
 
2 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
04: MasterComp te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het scherm voor het instellen van de mastercompressor wordt weergegeven.
3
Selecteer met de draaiknop Data een preset* voor de mastercompressor. (*: Met elke preset worden alle parameters geconfigureerd voor een specifieke behoefte.)
OPMERKING Hoewel met elke preset alle parameters
worden geconfigureerd voor een specifieke behoefte, kunt u die parameters indien nodig nog wel aanpassen. Druk hiervoor op de knop [d] om naar de andere deelvensters van het scherm te gaan.
Snelstarthandleiding
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in het geheugen van de stage piano.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 41
Page 42
De mastercompressor
UTILITY Part Panel Lock  R on
Audio Effect E
on on D
Paneelvergrendelingsparameter
in- en uitschakelen
De knop [MASTER COMP]
Met de knop [MASTER COMP] van het besturingspaneel kunt u op een gemakkelijke manier de mastercompressor in- en uitschakelen die is geconfigureerd zoals is beschreven in De mastercompressor instellen. Als u de mastercompressor op deze manier inschakelt, gaat het lampje van de knop branden. Het lampje van de knop gaat uit als u de mastercompressor uitschakelt.
OPMERKING
• Functies die zijn toegewezen aan een voetschakelaar of voetregelaar, blijven actief als deknop [PANEL LOCK] aan is.
• Als u probeert een vergrendelde regelaar te gebruiken terwijl de knop [PANEL LOCK] aan is, wordt het bericht “Panel Locked” weergegeven en knippert de knop even.
• De paneelvergrendeling wordt altijd uitgeschakeld als de stage piano wordt aangezet.
Vergrendelbare regelaars wijzigen
Met de volgende procedure kunt u veranderen welke regelaars worden vergrendeld als de knop [PANEL LOCK] wordt aangezet.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
Snelstarthandleiding
Het besturingspaneel vergrendelen
De knop [PANEL LOCK]
Met de functie Panel Lock kunt u de knoppen, partschuifregelaars en andere regelaars van uw stage piano vergrendelen om te voorkomen dat u ze tijdens het spelen per ongeluk bedient. Houd de knop [PANEL LOCK] ten minste één seconde ingedrukt om te schakelen tussen de vergrendelde en ontgrendelde toestanden. Als u de knop aanzet, knippert het lampje van de knop kort waarna het blijft branden. Het gaat uit als u de knop uitzet.
UTILITY  D01:General     
 E
 
2 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
06: Panel Lock te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het scherm voor het selecteren van vergrendelbare regelaars wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [r] om de cursor (R)
te verplaatsen naar de paneelvergrendelingsparameter die overeenkomt met de regelaars die u actief wilt laten blijven als het paneel wordt verg rendeld. en stel de parameter vervolgens in op “off” met de draaiknop Data. Gebruik de knop [d] om naar de andere deelvensters van het scherm te gaan en daar vergelijkbare instellingen uit te voeren.
OPMERKING Raadpleeg de Naslaggids (pdf)
voor meer informatie over de paneelvergrendelingsparameters.
Standaard kunnen alle regelaars worden vergrendeld, met uitzondering van de volgende: de knop [PANEL LOCK], de knop [SHIFT], de knop [EXIT], de MASTER EQ-schuifregelaars, de draaiknop [MASTER VOLUME], het keyboard, het pitchbendwiel, het modulatiewiel, de voetschakelaar, en de voetregelaars 1 en 2 (CP4 STAGE) of de voetregelaar (CP40 STAGE).
42 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in het geheugen van de stage piano.
Page 43
De hoofdstemming wijzigen
UTILITY Ma General R+0
.
sterTune Trnsps
E
0/440.0Hz + 0
D
UTILITY JOB D01:FactorySet
  Are you
 [NO]
sure? 
/[YES]        
U kunt de stemming van de stage piano als geheel aanpassen op de manier die hieronder wordt beschreven.
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [u] om 01: General te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het deelvenster voor het instellen van de hoofdstemming wordt weergegeven.
3 Gebruik de knop [u] om 01: FactorySet te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het scherm Factory Set wordt weergegeven.
Job FactorySet   
PowerOn Auto
Roff
4 Stel de parameter PowerOn Auto in op “off”,
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het volgende bevestigingsbericht wordt weergegeven voordat de functie Factory Set wordt uitgevoerd.
3 Verplaats de cursor (R) met de knop [r]
naar de parameter MasterTune, en wijzig vervolgens de instelling ervan met de draaiknop Data.
De hoofdstemming kan worden ingesteld in stappen van een cent.
OPMERKING De standaardstemming van de stage piano is
440 Hz (voor A3), en 3 tot 4 cent is ongeveer gelijk aan 1 Hz.
4 Druk op de knop [STORE].
Alle Utility-instellingen worden opgeslagen in het geheugen van de stage piano.
Standaardinstellingen terugzetten
Zoals hieronder wordt beschreven, kan de functie Factory Set worden gebruikt om het gebruikersgeheugen van uw stage piano terug te zetten in de standaardtoestand. Als deze functie wordt uitgevoerd, worden alle performances en Utility­instellingen die zijn opgeslagen in het gebruikersgeheugen, teruggezet op de standaardwaarden. Dit kan handig zijn als u per ongeluk standaardperformances en -Utility-instellingen van het gebruikersgeheugen hebt overschreven.
LET OP
Als de functie Factory Set wordt uitgevoerd, worden alle performance- en Utility-instellingen die zijn opgeslagen in het gebruikersgeheugen, overschreven met de standaardwaarden. Het is daarom verstandig om regelmatig back-ups van belangrijke gegevens te maken op een USB-flashgeheugenapparaat of iets dergelijks (pagina 39).
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan. U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
LET OP
Als u de parameter PowerOn Auto instelt op “on” voordat u de functie Factory Set uitvoert, wordt de functie daarna telkens wanneer u uw stage piano aanzet, automatisch uitgevoerd. Omdat dit kan leiden tot het verlies van belangrijke instellingen en gegevens, raden wij u aan de parameter in te stellen op “off”. Als u de parameter PowerOn Auto weer terugzet van “on” in “off”, moet u in deze toestand de functie Factory Set uitvoeren om de nieuwe instelling op te slaan.
5 Druk op de knop [+1/YES].
De functie Factory Set wordt uitgevoerd.
LET OP
Zet de stage piano nooit uit terwijl de functie Factory Set wordt uitgevoerd, dus als het bericht wordt weergegeven op het scherm. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kan de inhoud van het gebruikersgeheugen verloren gaan en kunnen systeemgegevens beschadigd raken, waardoor het instrument de volgende keer dat het wordt aangezet niet meer op de normale manier kan werken.
6 Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het Utility-gebied te verlaten.
Snelstarthandleiding
1 Druk op de knop [UTILITY].
Het menu Utility wordt weergegeven.
2 Gebruik de knop [d] om 07: Job te
selecteren, en druk op de knop [ENTER].
Het menu Utility Job wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 43
Page 44
Gebruiken met een
Achterpaneel van de stage piano
USB-kabel
computer
Uw stage piano is weliswaar zelf al uitzonderlijk krachtig en veelzijdig, maar door deze via een USB-kabel op een computer aan te sluiten, beschikt u over nog meer gebruiksgemak en flexibiliteit. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld het instrument integreren met DAW-toepassingen en andere software voor het maken van muziek.
OPMERKING DAW is een afkorting van Digital Audio Workstation,
en DAW-toepassingen zoals Cubase, Logic, SONAR en Digital Performer kunnen worden gebruikt voor het opnemen, bewerken en mengen van audio op een computer.
Als uw stage piano is aangesloten op een computer, hebt u bijvoorbeeld de volgende opties tot uw beschikking:
• Het instrument gebruiken als een externe geluidsbron en/of MIDI-keyboard voor een DAW-toepassing.
• Een audio-interface of iets vergelijkbaars gebruiken om uw eigen stagepianospel in audioformaat op te nemen op een DAW-toepassing.
• Uw eigen stagepianospel in MIDI-formaat opnemen op een DAW-toepassing.
3 Stel uw stage piano zo in dat het uitwisselen
van MIDI-gegevens via de [TO HOST] USB-aansluiting is toegestaan.
U kunt deze instelling als volgt uitvoeren in het scherm MIDI van het Utility-gebied. Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI met [u] en [d]; druk op [ENTER]; stel IN/OUT in op “USB”.
4 Druk op de knop [STORE] als u deze
instelling wilt opslaan.
OPMERKING Raadpleeg de installatiehandleiding die
bij uw DAW-toepassing is geleverd voor informatie over de installatie van de toepassing op uw computer.
Snelstarthandleiding
Een verbinding tot stand brengen
Als u uw stage piano wilt aansluiten op een computer en MIDI-gegevens wilt uitwisselen, hebt u een USB-kabel en het juiste USB-MIDI-stuurprogramma nodig. Hieronder wordt beschreven hoe u dit type verbinding tot stand kunt brengen:
1 Download de meest recente versie van het
Yamaha -USB-MIDI-stuurprogramma van de volgende webpagina.
Pak het stuurprogrammapakket uit als het is gedownload. http://download.yamaha.com/
OPMERKING
• Op de bovenstaande website vindt u ook informatie over systeemvereisten.
• Het USB-MIDI-stuurprogramma kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. Bezoek vóór installatie bovenstaande webpagina om de meest recente informatie te raadplegen en om te controleren of u over de meest recente versie beschikt.
2 Installeer het USB MIDI-stuurprogramma
op de computer.
Voor instructies raadpleegt u de installatiehandleiding die in het gedownloade stuurprogrammapakket is meegeleverd. Als u wordt gevraagd om de [TO HOST] USB-aansluiting op uw instrument met een USB-kabel aan te sluiten op de computer, doet u dat zoals rechtsboven wordt weergegeven.
Voor zorgsmaatregelen bij het gebruik van de [TO HOST] USB-aansluiting
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u uw stage piano via de [TO HOST] USB-aansluiting aansluit op een computer. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat uw computer vastloopt en dat gegevens verloren gaan of worden beschadigd. Als uw stage piano of computer vastloopt, start dan de gebruikte toepassing opnieuw op, start de computer opnieuw op en zet de stage piano uit en weer aan.
LET OP
• Gebruik een USB A-B-kabel. Gebruik geen USB 3.0-kabel.
• Voordat u een computer aansluit via de [TO HOST] USB-aansluiting, haalt u de computer uit een eventuele energiebesparende modus (zoals de sluimerstand of stand-by).
• Sluit de computer aan via de [TO HOST] USB-aansluiting voordat u uw stage piano inschakelt.
• Voer altijd de volgende stappen uit voordat u de stage piano aan- of uitzet of een USB-kabel loskoppelt of aansluit.
- Sluit alle toepassingen af.
- Controleer of er geen gegevens worden verzonden
vanaf de stage piano. (Zelfs bij het bespelen van een toets worden er gegevens verzonden.)
• Als er een computer is aangesloten, laat dan ten minste zes seconden verstrijken tussen het moment dat u de stage piano in- en uitschakelt en het moment dat u de USB-kabel aansluit of losmaakt.
44 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 45
Gebruiken met een
Achterpaneel van de stage piano
Draagbare muziekspeler enz.
Stereo-minikabel
van 1/8 inch
[OUT] MIDI-aansluiting
CP4 STAGE of CP40 STAGE
MIDI IN-aansluiting
Synthesizer met MIDI-aansluitingen, enz.
Gebruiken met andere
draagbare muziekspeler
Als er een draagbare muziekspeler is aangesloten via de [AUX IN] stereo mini-aansluiting, kunt u bijvoorbeeld via de hoofdtelefoon van de stage piano naar de muziekspeler luisteren en meespelen met uw favoriete melodieën. Dit doet u als volgt:
1 Sluit de draagbare muziekspeler aan via de
[AUX IN]-aansluiting van de stage piano.
OPMERKING
• Als u een aansluiting tot stand brengt, moet u er altijd op letten dat de kabel die u gebruikt overeenkomt met de vorm van de aansluitingen op de apparaten.
• Controleer voordat u aansluitingen maakt of het volume op alle apparaten helemaal omlaag is gedraaid.
MIDI-apparaten
Via (afzonderlijk verkrijgbare) standaard MIDI-kabels kunt u andere MIDI-apparaten zoals synthesizers en geluidsmodules op de stage piano aansluiten via de [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen. Met dit type aansluiting kunt u MIDI-gegevens uitwisselen met die apparaten.
Naast de twee ingebouwde MIDI-aansluitingen, kunt u ook de [TO HOST] USB-aansluiting gebruiken voor het uitwisselen van MIDI-gegevens. Het is echter niet mogelijk om MIDI-berichten tegelijkertijd via de MIDI­aansluitingen en de [TO HOST] USB-aansluiting uit te wisselen. U moet in het scherm MIDI van het Utility­gebied de interface selecteren die u hiervoor wilt gebruiken. Met de volgende procedure kunt u bijvoorbeeld de MIDI-aansluitingen selecteren:
Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI met [u] en [d]; druk op [ENTER]; stel IN/OUT in op “MIDI”; druk op [STORE].
Daarnaast moeten uw stage piano en aangesloten MIDI-apparaten dezelfde MIDI-verzend- en
-ontvangstkanalen gebruiken om met elkaar te kunnen communiceren.
2 Start het afspelen op de aangesloten
draagbare muziekspeler.
Geluid van de draagbare muziekspeler wordt via de stage piano weergeven, samen met het eigen geluid van de stage piano.
OPMERKING Gebruik de volumeregeling op het aangesloten
3 Speel op het keyboard mee met de muziek.
4 Als u klaar bent met oefenen, stopt
u het afspelen op de aangesloten draagbare muziekspeler.
apparaat om het volume ervan in balans te brengen met dat van de stage piano.
MIDI-toongenerators besturen met uw stage piano
Met de functie Master Keyboard kunt u andere MIDI­toongenerators bespelen via het keyboard van de stage piano. U kunt zelfs het keyboard splitsen in vier verschillende zones en met elke zone een ander apparaat besturen. Op deze manier kunt u naast de voice van de stage piano meerdere voices bespelen die door andere MIDI-apparaten worden geproduceerd.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 45
Page 46
Snelstarthandleiding
MasterKbd Common    
MasterKbdSw
E
R
off
D
MasterKbd Common    
MasterKbdSw E
R on D
Zone ingesteld via het huidige deelvenster
MasterKbd Zone1    
Octave  Trnsps E
R+0 + 0  W
Zoneparameter
Met de volgende procedure kunt u externe besturing configureren op basis van een individuele performance:
1 Selecteer de performance die u wilt
gebruiken (pagina 30).
2 Druk op de knop [EDIT].
Het menu Edit wordt weergegeven.
EDIT   D01:Common     
 E
 
3 Gebruik de knoppen [u] en [d] om
03: Master Keyboard te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Het deelvenster Common van het scherm Master Keyboard wordt weergegeven. Dit is van toepassing op alle zones.
4 Gebruik de knop [+1/YES] om de parameter
MasterKbdSw in te stellen op “on”.
Hiermee activeert u alle vier de zones.
5 Gebruik de knop [d] om naar deelvensters
voor specifieke zones te gaan.
Het scherm voor het instellen van de mastercompressor wordt weergegeven.
MasterKbd Zone1    
OPMERKING Als u naar het overeenkomstige deelvenster
voor andere zones wilt gaan, houdt u de knop [SHIFT] ingedrukt terwijl u op de knop [d] of [u] drukt.
ZoneSw  Channel E
R on  1 W
6 Als u de huidige zone wilt gebruiken, stelt
u de parameter ZoneSw in op “on”.
9 Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op
de knop [d] om naar het deelvenster voor een andere zone te gaan.
Herhaal Stap 6 tot 8 voor alle gewenste zones.
10 Als u klaar bent met het instellen van
zones, drukt u zoveel keer als nodig is op de knop [EXIT].
Het scherm Performance wordt weergegeven.
11 Voor elke zone die is geconfigureerd voor
het afspelen van een ander apparaat, stelt uhet MIDI-ontvangstkanaal op het desbetreffende apparaat in op het verzendkanaal uit Stap 7 hierboven.
Tip MIDI-verzend- en ontvangstkanalen
Als de functie Master Keyboard niet is geactiveerd, wordt de besturing van andere MIDI-apparaten uitgevoerd via de afzonderlijke MIDI-verzendkanalen van de parts. De parts waaruit een performance bestaat, hebben de volgende vaste MIDI-verzendkanalen:
•CP4STAGE MAIN-part: 1; LAYER-part: 2; SPLIT-part: 3
•CP40STAGE MAIN-part: 1; SPLIT/LAYER-part: 2
Als u een ander MIDI-apparaat wilt besturen via uw stage piano, moet u het MIDI-ontvangstkanaal van het apparaat instellen op een van de bovenstaande verzendkanalen van de stage piano. Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij het MIDI-apparaat is geleverd voor informatie over hoe u dit doet.
7 Verplaats de cursor (R) met de knop [r]
naar de parameter Channel, en selecteer vervolgens met de draaiknop Data een MIDI-verzendkanaal voor de huidige zone.
8 Gebruik de knop [d] om naar de andere
deelvensters te gaan, en stel indien nodig andere parameters voor de huidige zone in met de knoppen [l] en [r] en de draaiknop Data.
OPMERKING Voor meer informatie over zoneparameters
46 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
raadpleegt u de Naslaggids (pdf).
Page 47
De stage piano besturen vanaf
[IN] MIDI-aansluiting
CP4 STAGE of CP40 STAGE
MIDI OUT-aansluiting
Synthesizer met MIDI-aansluitingen, enz.
een ander MIDI-apparaat
Met een via MIDI aangesloten keyboard of synthesizer kunt u de toongenerator van de stage piano bespelen, voices veranderen en andere gelijksoortige taken uitvoeren.
Tip MIDI-verzend- en ontvangstkanalen
De parts waaruit een performance bestaat, hebben de volgende vaste MIDI-ontvangstkanalen:
•CP4STAGE MAIN-part: 1; LAYER-part: 2; SPLIT-part: 3
•CP40STAGE MAIN-part: 1; SPLIT/LAYER-part: 2
Als u de toongenerator van uw stage piano wilt besturen met een ander MIDI-apparaat, moet u het MIDI-verzendkanaal van het apparaat instellen op een van de bovenstaande ontvangstkanalen van de stage piano. Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij het MIDI-apparaat is geleverd voor informatie over hoe u dit doet.
Snelstarthandleiding
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 47
Page 48

Appendix

Shift-functies

In de volgende tabel worden de functies beschreven die u kunt uitvoeren door op knoppen op het besturingspaneel van de stage piano te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
Actie Functi e
[SHIFT] + [SLIDER FUNCTION]
[SHIFT] + [METRONOME]
[SHIFT] + [CHORUS]
[SHIFT] + [REVERB]
[SHIFT] + [MASTER COMP]
[SHIFT] + PART EFFECT [A]
[SHIFT] + PART EFFECT [B]
[SHIFT] + [-1/NO]/[+1/YES] [SHIFT] + draaiknop Data
De parametertoewijzing van de partschuifregelaar terugzetten op Volume.
Het paneel weergeven waarin de parameter Metronome Tempo kan worden ingesteld.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [METRONOME] ingedrukt
te houden.
Het scherm Chorus Effect van het Performance Common Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [CHORUS] ingedrukt
te houden.
Het scherm Reverb Effect van het Performance Common Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [REVERB] ingedrukt
te houden.
Het scherm MasterComp van het Utility-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [MASTER COMP] ingedrukt
te houden.
Het scherm Effect-A van het Performance Part Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [A] PART EFFECT ingedrukt
te houden.
Het scherm Effect-B van het Performance Part Edit-gebied weergeven.
OPMERKING U kunt deze functie ook uitvoeren door de knop [B] PART EFFECT ingedrukt
te houden.
Parameterinstellingen verhogen of verlagen met stappen van 10. De performancegroep wijzigen (in het scherm Performance Select).
[SHIFT] + [PERFORMANCE PLAY/SELECT]
[SHIFT] + [EXIT]
[SHIFT] + [PANEL LOCK]
[SHIFT] + [ENTER]
Appendix
OPMERKING
• Met vierkante haken worden knoppen op het besturingspaneel aangegeven.
• De term “ingedrukt houden” die hierboven wordt gebruikt, betekent dat u de desbetreffende knop ten minste één seconde moet indrukken.
• Knoppen op het bedieningspaneel met onderaan rechts het symbool “” ondersteunen bewerkingen met drukken en vasthouden.
Druk op een Voice Category-knop om de overeenkomstige performance uit de huidige groep direct te selecteren. Druk nogmaals op [SHIFT] + [PERFORMANCE PLAY/SELECT] om deze modus te sluiten.
Het scherm Performance weergeven.
De functie Panel Lock in- en uitschakelen.
De momenteel geselecteerde performance initialiseren.
48 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 49

Schermberichten

Bericht Omschrijving
Are you sure?
Auto power off disabled.
Autovolumeboostwith this file name.
Completed.
Connecting USB device.
Device number is off.
Device number mismatch.
Executing...
Factory Set...
Favorite voice registered.
File already exists.
File not found.
Hold to lock/unlock.
Illegal file name.
Illegal file.
Illegal format.
Incompatible USB device.
MIDI buffer full.
MIDI checksum error.
MIDI data error.
No response from USB device.
Now loading...
Now saving...
Als dit bericht wordt weergegeven, dient u te bevestigen of u wel of niet door wilt gaan met de geselecteerde bewerking.
Dit bericht wordt weergegeven als u de automatische uitschakelfunctie uitzet door de stage piano aan te zetten terwijl u de meest linkse toets op het keyboard ingedrukt houdt.
Dit bericht wordt weergegeven als u een geluidsbestandsnaam instelt met “}{“ als zevende en achtste teken van de naam. Voor bestanden met deze tekens in de naam wordt het volume automatisch door de stage piano versterkt als ze worden afgespeeld. Ze kunnen daarom erg luid klinken.
Dit bericht wordt weergegeven als het laden, opslaan, formatteren of een andere soortgelijke bewerking is voltooid.
Dit bericht wordt weergegeven als een USB-flashgeheugenapparaat wordt gekoppeld.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Bulk Dump niet kan worden gebruikt omdat een apparaatnummer niet is ingesteld.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Bulk Dump niet kan worden gebruikt omdat apparaatnummers niet overeenkomen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met formatteren of met een soortgelijke taak. Wacht tot de bewerking is voltooid.
Dit bericht wordt weergegeven als de functie Factory Set wordt uitgevoerd bij het aanzetten van de stage piano.
Dit bericht wordt weergegeven als een favoriete voice is ingesteld voor een Voice Category-knop.
Dit bericht wordt weergegeven als er al een bestand bestaat met dezelfde naam als het bestand dat u wilt opslaan.
Dit bericht wordt weergegeven als er geen bestand van het geselecteerde type bestaat.
Dit bericht wordt weergegeven als de bewerking Panel Lock is mislukt. Houd de knop [PANEL LOCK] lang genoeg ingedrukt.
Dit bericht wordt weergegeven als de door u opgegeven bestandsnaam ongeldig is. Geef in zo´n geval een andere naam op.
Dit bericht wordt weergegeven als het bestand dat voor laden is geselecteerd, niet geschikt is voor gebruik met uw stage piano of niet in de huidige modus kan worden geladen.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert een geluidsbestand af te spelen dat niet de indeling 44,1-kHz, 16-bits, stereo, .WAV heeft.
Dit bericht wordt weergegeven als een niet-ondersteund USB-apparaat wordt aangesloten op de [TO DEVICE] USB-aansluiting van het instrument.
Dit bericht wordt weergegeven als het volume van de ontvangen MIDI-gegevens te groot is om te verwerken.
Dit bericht wordt weergegeven als de checksum voor ontvangen systeem­exclusieve MIDI-gegevens onjuist is.
Dit bericht wordt weergegeven als een fout is opgetreden tijdens de ontvangst van MIDI-gegevens.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat niet reageert.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het laden van een bestand. U kunt het laden annuleren door op de knop [EXIT] te drukken.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het opslaan van een bestand. U kunt het opslaan annuleren door op de knop [EXIT] te drukken.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 49
Page 50
Bericht Omschrijving
Now working...
Overwrite?
Panel Locked.
Please keep power on...
Please stop audio play/rec.
Quick reset
Receiving MIDI bulk...
Rec file names allused.
System memory crashed.
Transmitting MIDI bulk...
USB connection terminated.
USB device full.
USB device not ready.
Appendix
USB device read/write error.
USB device unformatted.
USB device write protected.
USB power consumption exceeded.
USB transmission error.
Utility stored.
Dit bericht wordt weergegeven terwijl uw stage piano bezig is met opschonen nadat u bijvoorbeeld op de knop [EXIT] hebt gedrukt om een laad- of opslagbewerking te annuleren.
Dit bericht wordt weergegeven tijdens het opslaan van bestanden om te bevestigen of u een bestand met dezelfde naam dat al op het USB-flashgeheugenapparaat staat, wilt overschrijven.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert een regelaar te bedienen die momenteel is uitgeschakeld via de functie Panel Lock. Houd indien nodig de knop [PANEL LOCK] ingedrukt om alle regelaars te ontgrendelen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het schrijven van gegevens naar het gebruikersgeheugen. De stage piano mag in deze status nooit worden uitgeschakeld. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kunnen uw originele instellingen verloren gaan en kan het interne systeem worden beschadigd, waardoor het instrument bij een volgend gebruik niet meer normaal kan worden opgestart.
Dit bericht wordt weergegeven om u te laten weten dat het opnemen of afspelen van audio moet worden gestopt voordat de geselecteerde bewerking kan worden uitgevoerd.
Dit bericht wordt weergegeven als u de functie Quick Reset hebt uitgevoerd door op de knop [ENTER] te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt. Hierdoor wordt de momenteel geselecteerde performance geïnitialiseerd en wordt het scherm Performance teruggeroepen.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het ontvangen van gegevens die zijn gemaakt met de functie Bulk Dump.
Dit bericht wordt weergegeven als alle mogelijke namen die automatisch aan een opgenomen geluidsbestand kunnen worden toegewezen, al zijn gebruikt. Deze bestanden krijgen automatisch de naam “WAV***}{”, waarbij *** een getal tussen 001 en 999 is. Om verder te kunnen gaan, verwijdert u een of meer van deze bestanden of wijzigt u de naam ervan in een naam met een andere notatie.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een probleem voordoet tijdens het schrijven van gegevens naar het interne geheugen van het instrument.
Dit bericht wordt weergegeven als uw stage piano bezig is met het verzenden van MIDI-bulkgegevens.
Dit bericht wordt weergegeven als de verbinding met het USB-flashgeheugenapparaat is verbroken als gevolg van een stroomstoring. Verwijder het USB-flashgeheugenapparaat en druk op de knop [ENTER] om terug te keren.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat vol is en er geen bestanden meer op kunnen worden opgeslagen. Gebruik in dat geval een nieuw USB-flashgeheugenapparaat of maak ruimte door overbodige gegevens van het aangesloten apparaat te wissen.
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert gegevens op te slaan of een andere gelijksoortige bewerking uit te voeren terwijl er geen USB-flashgeheugenapparaat is aangesloten.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een fout voordoet tijdens het uitwisselen van gegevens met het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat of als u probeert een alleen-lezen bestand te verwijderen of te overschrijven.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat niet is geformatteerd of is geformatteerd op een manier die niet door uw stage piano wordt ondersteund. Controleer in dat geval de inhoud van het USB-flashgeheugenapparaat.
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat tegen schrijven is beveiligd.
Dit bericht wordt weergegeven als de stroom die het USB­flashgeheugenapparaat verbruikt, het niveau overschrijdt dat door uw stage piano wordt ondersteund.
Dit bericht wordt weergegeven als zich een fout voordoet tijdens communicatie met het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat.
Dit bericht wordt weergegeven als Utility-instellingen zijn opgeslagen.
50 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 51

Problemen oplossen

Als u problemen ondervindt met uw stage piano, bijvoorbeeld als er geen geluid wordt geproduceerd of als de uitvoer vervormd is, neemt u de volgende checklists door om de situatie op te lossen. U kunt problemen soms ook oplossen door de functie Factory Set (pagina 43) uit te voeren nadat u eerst een back-up van uw instellingen hebt gemaakt op een USB-flashgeheugenapparaat (pagina 39). Als een bepaald probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw Yamaha-leverancier of een servicecenter (zie achter in dit boekje).
Controleer of uw effect- en filterinstellingen
juist zijn.
Houd er in het bijzonder rekening mee dat er als u een filter gebruikt, bij bepaalde filterafsnijfrequenties geen geluid wordt geproduceerd.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 02: Filter/EG en druk op [ENTER]; wijzig de Cutoff-instelling.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 03: Effect-A en 04: Effect-B en druk op [ENTER]; wijzig waar nodig de instellingen.
De stage piano produceert geen geluid.
Controleer of er een stereosysteem,
versterkers, luidsprekers en/of een hoofdtelefoon zijn aangesloten op het instrument.
Uw stage piano heeft geen ingebouwde luidsprekers. U kunt het geluid dat wordt geproduceerd daarom alleen horen als u een hoofdtelefoon of audioapparatuur zoals versterkers en luidsprekers aansluit (pagina 16).
Controleer of de stage piano en de
aangesloten audioapparatuur zijn ingeschakeld.
Controleer of het mastervolume op uw stage
piano en de aangesloten audioapparatuur niet extreem laag is ingesteld.
Als er een voetregelaar op het instrument is aangesloten, kunt u het volume mogelijk daarmee verhogen.
Controleer of uw stage piano op de juiste
manier is aangesloten op de andere audioapparatuur.
Controleer of de lokale besturing niet is
uitgeschakeld.
Als de lokale besturing is uitgeschakeld en uw stage piano niet samen met een computer of een ander apparaat dat MIDI-berichten retourneert wordt gebruikt, is het niet mogelijk om geluid van de interne toongenerator te produceren door het keyboard te bespelen.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op [ENTER]; stel LocalSw in op “on”.
Controleer of er geen partvolumes op een
extreem laag niveau zijn ingesteld.
• Selecteer Volume met [SLIDER FUNCTION]; bedien de partschuifregelaars.
Controleer of er geen partknoppen
zijn uitgezet.
Een part produceert geen geluid als de knop ervan is uitgezet (als het lampje niet brandt). Als een benodigde part uit staat, drukt u op de bijbehorende partknop en controleert u of het lampje gaat branden.
Geluid dat wordt ingevoerd via de [AUX IN]-aansluiting, is niet te horen.
Controleer of het volume op de aangesloten
audioapparatuur niet helemaal is uitgezet.
Audiobestanden die worden afgespeeld, zijn niet te horen.
Controleer of het volume voor het afspelen
van audiobestanden niet helemaal is uitgezet.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk op [ENTER]; verhoog de Volume-instelling in het scherm Audio Playback.
Het afspelen van een geluid stopt niet meer.
Als u een audiobestand afspeelt dat
zich bevindt op het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat, drukt u op de knop [J] (Stop).
De stage piano is onverwacht uitgeschakeld.
Controleer of de automatische
uitschakelfunctie aan staat.
Zet de functie zo nodig uit en wijzig de tijd totdat de functie wordt geactiveerd.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: Algemeen en druk op [ENTER]; stel AutoOff in op “off” of op een andere tijd.
De uitvoer van de stage piano klinkt vervormd.
Controleer of effecten goed zijn ingesteld.
Geluid kan worden vervormd bij bepaalde combinaties van het type effect en parameterinstellingen.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 03: Effect-A en 04: Effect-B en druk op [ENTER]; wijzig waar nodig de instellingen.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 51
Page 52
Controleer of de filterinstellingen goed zijn.
Afhankelijk van het type geluid dat wordt gefilterd, kunnen bepaalde resonantie-instellingen vervorming produceren.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 02: Filter/EG en druk op [ENTER]; wijzig de Reso­instelling.
Controleer of het mastervolume op de stage
piano en/of de aangesloten audioapparatuur niet te hoog is ingesteld.
Controleer de ingangsniveaus van een eventuele mixer of versterker waarop uw stage piano is aangesloten. Als de vervorming niet verdwijnt als u de ingangsversterking verlaagt of op de overeenkomstige padknop drukt, kunt u het uitgangsvolume van de stage piano verlagen.
Controleer of de partvolumes en het afspeel-
volume voor audiobestanden niet te hoog zijn.
• Selecteer Volu me met [SLIDER FUNCTION]; bedien de partschuifregelaars.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk op [ENTER]; verhoog de Vol ume-instelling in het deelvenster AudioPlay
Effecten zijn niet te horen.
Controleer of de knoppen [CHORUS] en
[REVERB] SYSTEM EFFECT, de knoppen [A] en [B] PART EFFECT en de knop [MASTER COMP] zijn ingeschakeld voor zover dat nodig is.
Als een van deze knoppen is uitgeschakeld (als het lampje niet brandt), is het overeenkomstige effect niet te horen. U kunt deze situatie oplossen door op de desbetreffende knop te drukken en te controleren of het lampje gaat branden.
Als het chorus- en/of reverbeffect niet te
horen is, controleert u of de chorus- en reverbzendniveaus niet extreem laag zijn ingesteld.
• Selecteer Chorus of Reverb met [SLIDER FUNCTION]; bedien de partschuifregelaars.
Als invoegeffecten niet te horen zijn,
controleert u of de partschakelaar voor Effect A/B niet is uitgeschakeld.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel EffA/BSw in op “on”.
Het uitgevoerde geluid klinkt hortend en stotend.
Het bewerkingssymbool (E) wordt weergegeven hoewel er niets is bewerkt.
Controleer of u niet meer noten speelt dan
de stage piano gelijktijdig kan verwerken.
Als het totale aantal noten dat door alle parts wordt gespeeld te groot is, kan de uitvoer van de stage piano hortend en stotend klinken.
Het bewerkingssymbool kan worden
weergegeven als er parameterinstellingen worden gewijzigd doordat partschuifregelaars worden bediend, of doordat de interne toongenerator van de stage piano wordt
Er kan slechts één noot tegelijk worden
bestuurd door een ander MIDI-apparaat.
gespeeld.
Audioweergave start niet als op de
Controleer of de speelmodus niet is ingesteld op “mono”.
Als u meerdere noten tegelijk wilt spelen, moet de speelmodus voor de part(s) zijn ingesteld op “poly”.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT];
Appendix
selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel PartMode
in op “poly”.
Er worden onverwachte toonhoogten
knop [R] (Play) wordt gedrukt.
Controleer of er een USB-
flashgeheugenapparaat met een of meer audiobestanden is aangesloten.
Controleer of het audiobestand de juiste indeling heeft.
Uw stage piano ondersteunt het afspelen van 44,1-kHz, 16-bits, stereo-audiobestanden met de .WAV-indeling.
geproduceerd.
Controleer of de parameters voor transponeren
en stemmen zijn ingesteld op “0”.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 01: General en druk op [ENTER]; stel MasterTune en Trn sps in op “0”.
Controleer of de parameters voor
nootverschuiving en ontstemmen voor elke part zijn ingesteld op “0”.
• Selecteer de desbetreffende part; druk op [EDIT]; selecteer 02: Part en druk op [ENTER]; selecteer 01: Play Mode en druk op [ENTER]; stel NoteShft en Detune in op “0”.
Keyboardspel kan niet worden opgenomen als audio.
Controleer of het USB-
flashgeheugenapparaat voldoende vrije geheugenruimte heeft voor opnames.
• Druk op [FILE]; selecteer 06: Memory Info en druk op [ENTER]; controleer de hoeveelheid beschikbaar geheugen met Free. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is, verwijdert u overbodige gegevens of gebruikt u een ander USB-flashgeheugenapparaat.
52 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 53
Gegevensuitwisseling met een aangesloten computer werkt niet goed.
Controleer of de poortinstellingen van
de computer juist zijn.
Controleer of de juiste interface (MIDI of USB)
is geselecteerd in het Utility-gebied.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op [ENTER]; stel IN/OUT in op “MIDI” of “USB”.
Verzenden en ontvangen van bulkgegevens werkt niet goed.
Als u problemen ondervindt bij het verzenden
van gegevens, controleert u of de apparaatnummerinstelling van de stage piano overeenkomt met het apparaatnummer van het aangesloten MIDI-apparaat.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op [ENTER]; bevestig of wijzig het apparaatnummer met DevNo.
Als u problemen ondervindt bij het ontvangen
van gegevens, controleert u of de apparaatnummerinstelling gelijk is aan de instelling die wordt gebruikt bij het verzenden van gegevens.
• Druk op [UTILITY]; selecteer 02: MIDI en druk op [ENTER]; stel het apparaatnummer in met DevNo.
Er kunnen geen gegevens worden opgeslagen op het aangesloten USB­flashgeheugenapparaat.
Controleer of het USB-flashgeheugenapparaat
niet tegen schrijven is beveiligd.
Controleer of het USB-flashgeheugenapparaat
op de juiste manier is geformatteerd.
• Druk op [FILE]; selecteer 05: Format en druk op [ENTER]; druk op [+1/YES].
LET OP
Als een USB-flashgeheugenapparaat wordt geformatteerd, worden alle gegevens die erop zijn
opgeslagen, permanent gewist. Controleer voor het formatteren dus of het USB-flashgeheugenapparaat geen onvervangbare gegevens bevat.
Appendix
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE 53
Page 54

Specificaties

Item
Details
CP4 STAGE CP40 STAGE
Keyboard
Toongenerator
NW-GH-keyboard (Natural Wood Graded Hammer) met 88 toetsen met toetsbedekking van synthetisch ivoor (met witte toetsen van echt hout)
SCM (Spectral Component Modeling) + AWM2
Maximale meerstemmigheid
Voices
Performances
Parts
Effecten
Main-regelaars
• Reverb × 11 typen
• Chorus × 9 typen (46 presets)
• Invoegeffecten × 62 typen (226 presets) × 2 parts
• Mastercompressor × 1 type (7 presets)
• Masterequalizer (5 banden)
• Pitchbendwiel
• Modulatiewiel
• Partschuifregelaar × 3
• Draaiknop [MASTER VOLUME]
• Draaiknop Data
• MASTER EQUALIZER-schuifregelaar × 5
Display
Aansluitingen
Appendix
• UNBALANCED [L/MONO]- en [R] OUTPUT­aansluitingen (standaard mono)
• BALANCED [L] en [R] XLR OUTPUT­aansluitingen
• [PHONES]-aansluiting (stereo)
• [SUSTAIN] en [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluitingen
• FOOT CONTROLLER-aansluiting × 2
• [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen
• [TO HOST] en [TO DEVICE] USB-aansluitingen
• [AUX IN]-aansluiting (stereo mini-aansluiting)
• [AC IN]-aansluiting
Stroomverbruik
Afmetingen (B x D x H)
1332 x 352 x 161 mm 1332 x 352 x 163 mm
Gewicht (alleen
433 297
Gebruiker: 128 Gebruiker: 128
32
40 tekens × 2 regels, teken-LCD met achtergrondverlichting
18 W 8 W
17,5 kg 16,3 kg
instrument)
Accessoires
• Netsnoer
• FC3-voetpedaal
• Gebruikershandleiding
• Online handleiding op cd-rom (met Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Data List)
GH-keyboard (Graded Hammer) met 88 toetsen
128 noten
* Performances 65 tot 128 zijn identieke kopieën
van performances 1 tot 64.
• Reverb × 11 typen
• Chorus × 9 typen (46 presets)
• Invoegeffecten × 62 typen (226 presets) × 2 parts
• Mastercompressor × 1 type (7 presets)
• Masterequalizer (3 banden)
• Pitchbendwiel
• Modulatiewiel
• Partschuifregelaar × 2
• Draaiknop [MASTER VOLUME]
•Draaiknop Data
• MASTER EQUALIZER-schuifregelaar × 3
• UNBALANCED [L/MONO]- en [R] OUTPUT­aansluitingen (standaard mono)
• [PHONES]-aansluiting (stereo)
• [SUSTAIN] en [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluitingen
• FOOT CONTROLLER-aansluiting × 1
• [IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen
• [TO HOST] en [TO DEVICE] USB-aansluitingen
• [AUX IN]-aansluiting (stereo mini-aansluiting)
• DC IN-aansluiting
• Wisselstroomadapter (PA-150 of een equivalent aanbevolen door Yamaha)
• FC3-voetpedaal
• Gebruikershandleiding
• Online handleiding op cd-rom (met Naslaggids, Parameterhandleiding bij synthesizer en Data List)
De specificaties en beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Yamaha Corp. behoudt zich het recht voor om producten of specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of aan te passen. Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het beste contact opnemen met uw Yamaha­leverancier.
54 Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
Page 55

Index

A
[A] en [B] PART EFFECT-knoppen ........................ 12, 34
Aansluiten (audioapparatuur) ......................................16
Aansluiten (een computer) ..........................................44
Aansluiten (een draagbare muziekspeler) ..................45
Aansluiten (een MIDI-apparaat) ..................................45
Aansluiten (pedalen) ...................................................17
[AC IN]-aansluiting ......................................................14
Achterpaneel ...............................................................14
Afspelen ....................................................................... 36
[ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting .. 14, 17, 31, 37
Audioapparatuur ..........................................................16
Audiobestand ........................................................35, 36
Automatische uitschakelfunctie ...................................18
[AUX IN]-aansluiting ....................................................14
B
BALANCED [L] en [R] OUTPUT-aansluitingen ...... 14, 16
Bedieningspaneel ........................................................12
Bestandshandelingen ..................................................39
Bewerkingssymbool ....................................................32
C
[CHORUS] en [REVERB] SYSTEM
EFFECT-knoppen ..................................................12, 34
Choruseffect ................................................................ 31
Common Edit ............................................................... 31
Computer .....................................................................44
[u], [d], [l] en [r] (Cursor) knoppen ...............13, 19
Cursortypen .................................................................19
D
DC IN-aansluiting ........................................................14
Draagbare muziekspeler .............................................45
Draaiknop Data ......................................................13, 19
E
[EDIT]-knop ...............................................13, 31, 33, 46
Effecten ........................................................................ 34
[ENTER]-knop ..............................................................13
[EXIT]-knop ............................................................13, 20
F
Fabrieksinstellingen .....................................................43
Favoriete voice ............................................................23
[FILE]-knop ......................................................13, 39, 40
[FOOT CONTROLLER]-aansluiting .......................14, 17
Formatteren .................................................................39
H
Hoofdstemming ...........................................................43
Hoofdtelefoon ..............................................................16
I
[IN] en [OUT] MIDI-aansluitingen ................................14
Invoegeffecten .............................................................32
K
Key-on Start .................................................................37
L
Laden ...........................................................................40
[LAYER]-knop ........................................................12, 24
Layeren ..................................................................24, 25
LAYER-part ..................................................................21
LCD (Liquid Crystal Display) .......................................13
LCD-contrast ...............................................................18
Luidsprekers ................................................................16
M
[MAIN]-knop ................................................................12
MAIN-part ....................................................................21
[MASTER COMP]-knop .........................................12, 42
MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars .........13, 29
[MASTER VOLUME]-draaiknop .............................12, 18
Mastercompressor .......................................................41
Masterkeyboard ...........................................................45
Menu´s weergeven ......................................................20
[METRONOME]-knop ............................................12, 27
Metronoom ...................................................................27
MIDI-apparaat .............................................................45
MIDI-verzend- en ontvangstkanalen .....................46, 47
[-] en [+] TRANSPOSE-knoppen ...........................13, 29
[-1/NO]-knop ..........................................................13, 19
Modulatiewiel .........................................................12, 28
N
Naam wijzigen .............................................................37
Naar een ander deelvenster gaan ...............................20
Netadapter ...................................................................15
Netsnoer ......................................................................15
O
Opname .......................................................................35
Opslaan .................................................................30, 39
Opslaan van een performance ....................................34
Appendix
CP4 STAGE/CP40 STAGE Gebruikershandleiding 55
Page 56
P
Panel Lock ...................................................................42
[PANEL LOCK]-knop .............................................13, 42
Part Edit .......................................................................31
[PART SELECT]-knop ............................................12, 32
Partknoppen ................................................................12
Partparameters ............................................................28
Parts .......................................................................21, 23
Partschuifregelaars ..........................................12, 28, 32
Pedalen ..................................................................17, 29
Performance (scherm) .................................................22
Performance Select (scherm) ......................................30
[PERFORMANCE PLAY/SELECT]-knop ................13, 30
Performances ..................................................21, 30, 31
[PHONES]-aansluiting ...........................................14, 16
Pitchbendwiel ........................................................12, 28
[R] (Play)-knop ...............................................12, 36, 37
[+1/YES]-knop .......................................................13, 19
Q
Quick Reset .................................................................22
R
[I] (Record)-knop .................................................12, 35
Regelaars .................................................................... 28
Reverbeffect ................................................................ 31
U
UNBALANCED [L/MONO]
en [R] OUTPUT-aansluitingen ...............................14, 16
USB MIDI-stuurprogramma .........................................44
USB-flashgeheugenapparaat ....................36, 38, 39, 40
[UTILITY]-knop ....................................13, 18, 41, 42, 43
Utility-instellingen .........................................................41
V
Versterker ....................................................................16
Verwijderen ..................................................................37
Voetregelaars ..............................................................17
Voetschakelaars ..........................................................17
Voice ......................................................................21, 22
Voice Category-knoppen .................................13, 22, 25
Volume .............................................................18, 24, 26
W
Wave-bestand .................................................35, 36, 37
Z
Zone .............................................................................45
S
[P]-schakelaar ......................................................14, 15
[SHIFT]-knop ...............................................................13
[SLIDER FUNCTION]-knop .................. 12, 24, 26, 28, 32
Spanningsvoorziening .................................................15
[SPLIT]-knop ..........................................................12, 25
SPLIT/LAYER-part ........................................................21
SPLIT-part ....................................................................21
Splitpunt .......................................................................26
Appendix
Splitsen ..................................................................25, 26
Standaardinstellingen terugzetten ...............................43
[J] (Stop)-knop ...............................................12, 36, 37
[STORE]-knop ................................13, 30, 34, 41, 42, 43
Sustain .........................................................................17
[SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting ..................14, 17
T
Tekst invoeren .............................................................20
[TO DEVICE] USB-aansluiting ....... 14, 35, 36, 38, 39, 40
[TO HOST] USB-aansluiting ..................................14, 44
TRANSPOSE-knoppen ..........................................13, 29
56 CP4 STAGE/CP40 STAGE Gebruikershandleiding
Page 57
MEMO
CP4 STAGE/CP40 STAGE Gebruikershandleiding 57
Page 58
Page 59
For details of products, please contact your nearest Yamaha representative or the authorized distributor listed below.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
NORTH AMERICA
CANADA
Yamaha Canada Music Ltd.
135 Milner Avenue, Toronto, Ontario, M1S 3R1, Canada Tel: 416-298-1311
U.S.A.
Yamaha Corporation of America
6600 Orangethorpe Avenue, Buena Park, CA 90620, U.S.A. Tel: 714-522-9011
CENTRAL & SOUTH AMERICA
MEXICO
Yamaha de México, S.A. de C.V.
Av. Insurgentes Sur 1647 “Prisma Insurgentes”, Col. San Jose Insurgentes, Del. Benito Juarez, 03900, Mexico, D.F. Tel: 55-5804-0600
BRAZIL
Yamaha Musical do Brasil Ltda.
Rua Joaquim Floriano, 913 - 4º andar, Itaim Bibi, CEP 04534-013 São Paulo, SP. BRAZIL Tel: 011-3704-1377
ARGENTINA
Yamaha Music Latin America, S.A., Sucursal Argentina
Olga Cossettini 1553, Piso 4 Norte, Madero Este-C1107CEK Buenos Aires, Argentina Tel: 54-11-4119-7000
VENEZUELA
Yamaha Music Latin America, S.A., Sucursal Venezuela
C.C. Manzanares Plaza P4 Ofic. 0401- Manzanares-Baruta Caracas Venezuela Tel: 58-212-943-1877
PANAMA AND OTHER LATIN AMERICAN COUNTRIES/ CARIBBEAN COUNTRIES
Yamaha Music Latin America, S.A.
Torre Banco General, Piso No.7, Marbella, Calle 47 y Aquilino de la Guardia, Ciudad de Panamá, República de Panamá Tel: +507-269-5311
EUROPE
THE UNITED KINGDOM/IRELAND
Yamaha Music Europe GmbH (UK)
Sherbourne Drive, Tilbrook, Milton Keynes, MK7 8BL, U.K. Tel: 01908-366700
GERMANY
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: 04101-3030
SWITZERLAND/LIECHTENSTEIN
Yamaha Music Europe GmbH Branch Switzerland in Zürich
Seefeldstrasse 94, 8008 Zürich, Switzerland Tel: 044-387-8080
AUSTRIA
Yamaha Music Europe GmbH Branch Austria
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria Tel: 01-60203900
CZECH REPUBLIC/HUNGARY/ ROMANIA/SLOVAKIA/SLOVENIA
Yamaha Music Europe GmbH Branch Austria (Central Eastern Europe Office)
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria Tel: 01-60203900
POLAND/LITHUANIA/LATVIA/ESTONIA
Yamaha Music Europe GmbH Branch Poland Office
ul. Wrotkowa 14 02-553 Warsaw, Poland Tel: 022-500-2925
BULGARIA
Dinacord Bulgaria LTD.
Bul.Iskarsko Schose 7 Targowski Zentar Ewropa 1528 Sofia, Bulgaria Tel: 02-978-20-25
MALTA
Olimpus Music Ltd.
The Emporium, Level 3, St. Louis Street Msida MSD06 Tel: 02133-2144
NETHERLANDS/BELGIUM/ LUXEMBOURG
Yamaha Music Europe Branch Benelux
Clarissenhof 5-b, 4133 AB Vianen, Netherlands Tel: 0347-358 040
FRANCE
Ya m a h a M u si c Eu r o pe
7 rue Ambroise Croizat, Zone d'activites Pariest, 77183 Croissy-Beaubourg, France Tel: 01-64-61-4000
ITALY
Yamaha Music Europe GmbH, Branch Italy
Viale Italia 88, 20020 Lainate (Milano), Italy Tel: 02-935-771
SPAIN/PORTUGAL
Yamaha Music Europe GmbH Ibérica, Sucursal en España
Ctra. de la Coruna km. 17,200, 28231 Las Rozas (Madrid), Spain Tel: +34-91-639-88-88
GREECE
Philippos Nakas S.A. The Music House
147 Skiathou Street, 112-55 Athens, Greece Tel: 01-228 2160
SWEDEN
Yamaha Music Europe GmbH Germany filial Scandinavia
J. A. Wettergrensgata 1, Box 30053 S-400 43 Göteborg, Sweden Tel: +46 31 89 34 00
DENMARK
Yamaha Music Europe GmbH, Tyskland – filial Denmark
Generatorvej 6A, DK-2730 Herlev, Denmark Tel: 44 92 49 00
FINLAND
F-Musiikki Oy
Kluuvikatu 6, P.O. Box 260, SF-00101 Helsinki, Finland Tel: 09 618511
NORWAY
Yamaha Music Europe GmbH Germany ­Norwegian Branch
Grini Næringspark 1, N-1361 Østerås, Norway Tel: 67 16 78 00
ICELAND
Skifan HF
Skeifan 17 P.O. Box 8120, IS-128 Reykjavik, Ice­land Tel: 525 5000
RUSSIA
Yamaha Music (Russia) LLC.
Room 37, bld. 7, Kievskaya street, Moscow, 121059, Russia Tel: 495 626 5005
OTHER EUROPEAN COUNTRIES
Yamaha Music Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: +49-4101-3030
AFRICA
SOUTH AFRICA
Global Music Instruments
Unit 4, 130 Boeing Road East Bedfordview 2008 Postnet Suite 130, Private Bag X10020 Edenvale 1610, South Africa Tel: 27-11-454-1131
OTHER AFRICAN COUNTRIES
Ya m a h a M u si c Gu l f F ZE
LOB 16-513, P.O.Box 17328, Jebel Ali, Dubai, United Arab Emirates Tel: +971-4-881-5868
MIDDLE EAST
TURKEY/CYPRUS
Yamaha Music Europe GmbH Merkezi Almanya Türkiye İstanbul Şubesi
Maslak Meydan Sokak No:5 Spring Giz Plaza Bağımsız Böl. No:3, 34398 Şişli, İstanbul Tel: +90-212-999-8010
OTHER COUNTRIES
Ya m a h a M u si c Gu l f F ZE
LOB 16-513, P.O.Box 17328, Jebel Ali, Dubai, United Arab Emirates Tel: +971-4-881-5868
ASIA
THE PEOPLE’S REPUBLIC OF CHINA
Yamaha Music & Electronics (China) Co.,Ltd.
2F, Yunhedasha, 1818 Xinzha-lu, Jingan-qu, Shanghai, China Tel: 021-6247-2211
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd.
11/F., Silvercord Tower 1, 30 Canton Road, Tsimshatsui, Kowloon, Hong Kong Tel: 2737-7688
INDIA
Yamaha Music India Pvt. Ltd.
Spazedge building, Ground Floor, Tower A, Sector 47, Gurgaon- Sohna Road, Gurgaon, Haryana, India Tel: 0124-485-3300
INDONESIA
PT. Yamaha Musik Indonesia (Distributor)
Yamaha Music Center Bldg. Jalan Jend. Gatot Sub­roto Kav. 4, Jakarta 12930, Indonesia Tel: 021-520-2577
KOREA
Yamaha Music Korea Ltd.
8F, 9F, Dongsung Bldg. 158-9 Samsung-Dong, Kangnam-Gu, Seoul, Korea Tel: 02-3467-3300
MALAYSIA
Yamaha Music (Malaysia) Sdn., Bhd.
No.8, Jalan Perbandaran, Kelana Jaya, 47301 Petaling Jaya, Selangor, Malaysia Tel: 03-78030900
PHILIPPINES
Yupangco Music Corporation
339 Gil J. Puyat Avenue, P.O. Box 885 MCPO, Makati, Metro Manila, Philippines Tel: 819-7551
SINGAPORE
Yamaha Music (Asia) Private Limited
Block 202 Hougang Street 21, #02-00, Singapore 530202, Singapore Tel: 65-6747-4374
TAI WAN
Yamaha Music & Electronics Taiwan Co.,Ltd.
3F, No.6, Section 2 Nan-Jing East Road, Taipei, Taiwan R.O.C. Tel: 02-2511-8688
THAILAND
Siam Music Yamaha Co., Ltd.
3, 4, 15 and 16th floor, Siam Motors Building, 891/1 Rama 1 Road, Wangmai, Pathumwan, Bangkok 10330, Thailand Tel: 02-215-2622
VIETNAM
Yamaha Music Vietnam Company Limited
15th Floor, Nam A Bank Tower, 201-203 Cach Mang Thang Tam St., Ward 4, Dist.3, Ho Chi Minh City, Vietnam Tel: +84-8-3818-1122
OTHER ASIAN COUNTRIES
Yam a h a C o r po r a t io n Market Development Section
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2312
OCEANIA
AUSTRALIA
Yam a h a M u si c A u s t ra l i a Pt y. Lt d .
Level 1, 99 Queensbridge Street, Southbank, Victoria 3006, Australia Tel: 3-9693-5111
NEW ZEALAND
Music Works LTD
P.O.BOX 6246 Wellesley, Auckland 4680, New Zealand Tel: 9-634-0099
COUNTRIES AND TRUST TERRITORIES IN PACIFIC OCEAN
Yam a h a C o r po r a t io n Market Development Section
Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2312
DMI7
Page 60
C.S.G., Digital Musical Instruments Division
© 2013 Yamaha Corporation
307LB-A0
Yamaha Web Site (English only)
http://www.yamahasynth.com/
Yamaha Downloads
http://download.yamaha.com/
Loading...