• Dit apparaat bevat een lithium batterij voor geheugen back-up.
• This apparatus contains a lithium battery for memory back-up.
• Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het
apparaat aan het einde van de levensduur afdankt of de volgende Yamaha Service
Afdeling:
Yamaha Music Nederland Service Afdeling
Clarissenhof 5b, 4133 AB VIANEN
• For the removal of the battery at the moment of the disposal at the end of the service life
• Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA.
• Do not throw away the battery. Instead, hand it in as small chemical waste.
Tel. 0347-358040
please consult your retailer or Yamaha Service Center as follows:
Yamaha Music Nederland Service Center
Address : Clarissenhof 5b, 4133 AB VIANEN
Tel: 0347-358040
(lithium disposal)
2
Page 3
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoorziening
nodig (adapter). Sluit dit product NIET aan op een andere
spanningsvoorziening of adapter dan in de handleiding wordt
beschreven, dan op het naamplaatje staat of die speciaal wordt
aanbevolen door Yamaha.
WAARSCHUWING:
iemand over het netsnoer of aangesloten kabels kan lopen, erop kan
stappen of er iets overheen kan rollen. Het gebruik van een
verlengsnoer wordt niet aanbevolen! ALS u toch een verlengsnoer
moet gebruiken, dan is de minimum draaddoorsnede voor een snoer
van 8 meter (of minder ) 18 AWG. OPMERKING: Des te lager het
AWG nummer, des te groter het stroomdoorlatend vermogen.
Raadpleeg voor langere verlengsnoeren een plaatselijke elektriciën.
Dit product mag alleen gebruikt worden met de bijgeleverde
componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt
aanbevolen door Yamaha. Als een kar, of iets dergelijks, wordt
gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheidsmarkeringen en
instructies die het product vergezellen, in acht.
Plaats dit product niet op een plaats waar
SPECIFICA TIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op
het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor
de specificaties te veranderen of aan te passen, zonder
kennisgeving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen
daar aan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon
of luidsprekers, kan in staat zijn geluidsniveaus v oort te brengen die tot
permanente gehoorbeschadiging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge
of onaangename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u
gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het best contact
opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die
nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Sommige Yamaha producten zijn voorzien van banken en/of accessoire
bevestigings montagebeugels die of zijn bijgele v erd of als optionele
accessoire leverbaar zijn. Sommige hiervan zijn zo ontworpen dat ze
door de dealer moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd. Zorg er
alstublieft voor dat banken stabiel zijn en e v entuele optionele
bevestigingen (waar toepasbaar) goed be vestigd zijn V OOR gebruik.
Door Yamaha geleverde banken zijn uitsluiten ontworpen om op te
zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis
over de werking van een functie of effect (als het apparaat op de
daarvoor ontworpen wijze werkt) vallen niet onder de
fabrieksgarantie en komen derhalve v oor rekening van de gebruiker.
Bestudeer daarom deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw
dealer voordat u om service verzoekt.
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten die
(indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde
levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging
noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd service
personeel om de vervanging uit te voeren.
Dit product kan ook werken met een normaal gangbaar type batterij.
Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. V erge wis u ervan dat de op
te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader geschikt
is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen
en verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen
MOETEN juist worden geplaatst. Niet overeenkomende soorten of
foutieve plaatsing kunnen leiden tot oververhitting en scheuren van
de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren.
Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen
niet bij het normale afval komen, maar zorg dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking:
Informeer bij een willekeurige leverancier van batterijen in uw omgeving naar informatie over de verwijderingsvoorschriften voor
batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer
gemaakt kan worden of omdat het apparaat aan het eind van zijn
bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van wat de wettelijke
regelingen op dat moment zijn voor het verwijderen van producten
die lood, batterijen, plastics, etc. be vatten. Als uw le verancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft direct contact op met
Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. Het
modelnummer, serienummer, vereisten voor de
spanningsvoorziening, enz., bevinden zich op dit plaatje. Het is
verstandig om het modelnummer, het serienummer en de
aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren en
deze handleiding als een permanente aantekening van uw aankoop
te bewaren.
Model
Serienummer
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de
gebruikte productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om
ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen wij
dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Aankoopdatum
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
(onderkant)
92-BP
3
Page 4
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot het volgende:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te repareren onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn,
stop dan meteen met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha service personeel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water
of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het
instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, of als er plotseling
geluidsverlies in het instrument optreedt, of als er plotseling een
ongewone geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument
onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het
instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha service personeel.
• Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-3B of een gelijkwaardige door
Yamaha aanbevolen). Gebruik van een verkeerde adapter kan
oververhitting of defecten aan het instrument veroorzaken.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het instrument schoonmaakt.
Haal/steek nooit een stekker uit/in het stopcontact met natte handen.
• Controleer de stroomstekker regelmatig en verwijder stof en vuil dat zich
erop verzameld heeft.
PAS OP:
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen aan u of anderen
te voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot het volgende:
• Plaats de adapterkabel niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of
radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware
voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen
struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
• Als u de stekker uit het instrument of het stopcontact haalt, moet u altijd
aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een verdeelstekker. Dit kan
resulteren in een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting van het stopcontact.
• Haal de adapter uit het stopcontact als u het instrument niet gebruikt, of
gedurende een elektrische storm (b.v. onweer).
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten
moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende
apparatuur aan- of uitzet, moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer
de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het
gewenste luisterniveau.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme kou of
hitte (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto gedurende
de dag) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica
te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van andere elektrische producten
zoals televisies, radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan
veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan
omvallen.
• Haal, voordat u het instrument verplaatst, alle kabels en de adapter los.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte droge doek.
Gebruik bij het schoonmaken geen verfverdunners (b.v. thinner),
oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
Plaats ook geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument,
want dit kan verkleuring veroorzaken.
• Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een hoog of oncomfortabel
geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken.
Als u gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met een KNO-arts of gehoordeskundige.
■
DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
• Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij die ervoor
zorgt dat, zelfs als de stroom uit is, de interne gegevens opgeslagen blijven. Als de backup batterij vervangen moet worden, dan zal de boodschap
"Err1" in het display verschijnen. Sla, als dit gebeurt, onmiddellijk uw
gegevens op (met gebruikmaking van een extern apparaat, zoals de
diskette-gebaseerde Yamaha MIDI Data Filer MDF3), en laat vervolgens
gekwalificeerd Yamaha service personeel de backup batterij vervangen.
• Probeer niet zelf de backup batterij te vervangen, om zodoende mogelijke
ernstige ongelukken te voorkomen. Laat de backup batterij altijd door
gekwalificeerd Yamaha service personeel vervangen.
• Leg de backup batterij nooit op een plek waar een kind bij kan komen, aangezien een kind de batterij per ongeluk kan inslikken. Raadpleeg direct een
arts als dit gebeurt.
■
GEBRUIKERS GEGEVENS OPSLAAN
• Bewaar alle gegevens op een extern apparaat, zoals de Yamaha MIDI Data
Filer MDF3, om verlies van belangrijke gegevens, door een niet goede
werking of een gebruikersfout, te voorkomen.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade, veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of
gegevens die verloren zijn gegaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(3)-6
4
Page 5
Gefeliciteerd en bedankt voor de aankoop van de Yamaha AN200 Desktop
Control Synthesizer!
De AN200 is een gecombineerde toongenerator en sequencer met een enorme hoeveelheid
sonische kracht en real-time performance besturing in een exceptioneel compacte en gemakkelijk te gebruiken “desktop” verpakking. Het is, als één van de instrumenten van de Loopfactory groep, een gereedschap
van verbazingwekkend hoge kwaliteit en veelzijdigheid voor loop-gebaseerde muziek productie. Gebruik het
op uw gigs, als deel van uw DJ setup — of als uw geheime wapen in uw studio arsenaal.
Met achttien knoppen en een heleboel schakelaars, waarvan er vele “dedicated” zijn — dit
betekent dat een regelaar specifiek is en ALLEEN dat doet wat zijn naam aangeeft — is de AN200 een
droom voor elke synthesizer freak.
Het Analog Physical Modeling synthese systeem geeft de ongelofelijk rijke en kolossale
analoog-lijkende Voices van de AN200 kracht. Het bevat niet alleen dezelfde vertrouwde oscillator, filter
en andere geluid-vormende regelaars die op traditionele analoge synthesizers gevonden wordt— het
geeft u het gehele spectrum van warme, vette, en pittige geluiden waardoor die legendarische
instrumenten beroemd werden.
Bespeel de hoge kwaliteit analoge-stijl Voices van de AN200 met volledige 5-noot polyfonie —
via het ingebouwde toetsenbord of via een MIDI apparaat. Gebruik de ingebouwde 16-staps sequencer
om uw eigen synth en ritme sequences te creëren. En verhoog de kracht van de alle-eigenschappen
bevattende AN200 Editor op uw computer — om gebruik te maken van ALLE verbazingwekkende
sonische kracht die de AN200 te bieden heeft.
Er bevindt zich een heleboel belangrijke, nuttige informatie op deze bladzijden. Lees dus zorgvuldig deze handleiding door — en maak optimaal gebruik van uw geavanceerde nieuwe AN200.
● Paklijst
De volgende items zijn met uw AN200 meegeleverd. Controleer of u alles heeft ontvangen wat
hier is opgesomd.
• Gebruikers Handleiding
• CD-ROM
• Netadapter*
*Advies over de spanningsvoorziening kan van land tot land variëren. Neem voor ver-
dere details alstublieft contact op met uw dichtsbijzijnde Yamaha dealer.
* De bedrijfsnamen en productnamen in deze Nederlandstalige handleiding zijn de handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
* De in deze handleiding getoonde schermen zijn uitsluitend ter instructie bedoeld en kunnen afwijken van die
op uw instrument.
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van het instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
Tip 79Sync de AN200 met uw sequencer ................... 96
Tip 80De MIDI kanalen wijzigen................................97
Tip 81Loopfactory setup — met de SU200................. 98
Tip 82Loopfactory sync systeem — met de DX200... 99
Tip 83Loopfactory sampling ..................................... 100
Tip 84Volledig DJ systeem — met draaitafel en al! . 101
Tip 85Loopfactory megasetup — met MIDI Thru.... 101
AH*
Pagina verwijzingen met AH* verwijzen naar de
pagina’s in de originele engelse
gebruikershandleiding, die met het product
wordt meegeleverd.
7
Page 8
Hoe deze handleiding te gebruiken
Hoe deze handleiding te gebruiken
Hoe u een handleiding moet GEBRUIKEN? Klinkt nogal voor de hand, geven we toe. (“Open het en lees
het.”) Hier gaat ie dan:
1Ga direct naar de Quick Start Guide.
Deze vertelt u eenvoudig en duidelijk hoe u uw nieuwe AN200 moet instellen en er geluid uit kunt krijgen.
2Werk de 92 tips door.
Dit zijn praktische, no-nonsens toepassingen die u in staat stellen de machine werkelijk te GEBRUIKEN.
Zet, als dit uw eerste toongenerator of synthesizer is, de AN200 aan, open de handleiding bij Tip 1, en ga
daar verder. Zie het als een spel — hoe meer tips u doorwerkt, hoe beter u de machine zult kennen, en
hoe sneller u uw doel zult bereiken om een echte synth wizard te worden. Besteed speciale aandacht aan
de Power Hints die overal te vinden zijn — ze zijn fantastisch voor verder onderzoek.
Als u vele jaren ervaring heeft met analoge synthesizers, en alles weet over cutoff frequentie, resonantie,
pulsgolfvormen, amplitude modulatie, LFOs, VCOs, EGs, en MIDI — en zelfs als u hexadecimaal droomt
— kijk de tips toch maar vluchtig door. Er is ongetwijfeld interessant en nuttig materiaal aanwezig,
ongeacht het niveau van uw deskundigheid. Zie de Tech Talk kaders, als u snel toepasselijke info nodig
heeft.
3Zie de Appendix, indien nodig.
Ook een heleboel nuttige, en geschikte informatie in deze sectie. Ga, als iets niet volgens verwachting
werkt, naar
van de synthesizer van de AN200,
u niet zeker weet waar u voor hulp moet zoeken maar een sleutelwoord in gedachten heeft, de
(blz. 6) of bekijk de
Problemen oplossen (blz. 115). Zie, als u een helder, en beknopte uitleg wilt over de werking
Analog Physical Modeling Synthese en de AN200 (blz. 116). Zie, als
Inhoud
Functie Index (blz. 110).
Veel plezier!
8
Page 9
Paneelregelaars
Paneelregelaars
HoofdVoice
BesturingToetsenbord
Hier volgt een sneller manier om vertrouwd te raken met uw AN200! Het voor (of boven) paneel van de
AN200 kan ruwweg in vier secties worden onderverdeeld: Hoofd, Besturing, Voice, en Toetsenbord. Neem
de regelaars hier door en controleer de respectievelijke Tips voor meer informatie.
OPMERKING
De Tip verwijzingen van elke regelaar hebben niet de intentie uitgebreid te zijn. Ze geven of
de eerste (of voornaamste) Tip waar de regelaar betrekking op heeft, of de groep van Tips
die het meest aan elkaar gerelateerd zijn.
9
Page 10
10
Paneelregelaars
Hoofd
Dit zijn de basis regelaars van de AN200 — voor het veranderen van modes, het wijzigen van waarden, het verlaten van functies, enzovoorts.
Als u eenmaal de AN200 uit de doos heeft uitgepakt en gecontroleerd heeft of alle meegeleverde items inderdaad aanwezig zijn, dan is het de tijd om alles in te stellen en te gaan spelen.
1 Draai de VOLUME regelaar helemaal naar beneden naar het minimum.
2 Sluit de OUTPUT aansluitingen (L/MONO en R) aan op de ingangen van
uw recorder/mixer/versterker.
Gebruik, als u een mono systeem gebruikt, alleen de L/MONO aansluiting. Als u een hoofdtelefoon
gebruikt, dan kunt u deze aansluiten op de PHONES aansluiting.
AN200
Stopcontact
Recorder
DC INOUTPUT
PHONES
Net
Adapter
Hoofdtelefoon
Mixer
Versterker
of
of
3 Sluit de meegeleverde netadapter aan — eerst, één uiteinde in de DC IN
aansluiting, vervolgens het andere in een stopcontact.
4 Zet de stroom aan met behulp van de spanningsschakelaar op het
achterpaneel. Zet vervolgens de stroom van uw recorder/mixer/
versterker aan.
OPMERKING
De AN200 heeft een korte tijd nodig om “op te warmen” na te zijn aangezet – ongeveer 20
seconden. Uw AN200 is, na beëindiging van de opstart routine, speelklaar.
5 Druk op de Start/Stop knop op de AN200 om een Pattern te starten en
draai langzaam de VOLUME regelaar omhoog, tot een geschikt niveau.
Druk, om het Pattern te stoppen, eenvoudig nogmaals op de Start/Stop knop.
En klaar is kees. Ga nu naar de Tips en begin met spelen!
11
Page 12
Parameter Structuur
Parameter Structuur
Dit diagram laat de structuur en hiërarchie zien van de Songs, Patterns en Voices van de AN200. Raadpleeg,
als u met de AN200 werkt en zijn verscheidene functies en eigenschappen ontdekt, dit diagram opnieuw om
te zien hoe alle stukjes van de puzzel in elkaar passen.
Pattern Selectie Setup
User Pattern 128
Preset Pattern 1
Sequence
Synth
Track
Step
Synth
Voice
Pan
Wet
Vol
16
1
LFO
EG
enz.
Free EG
Rhythm
Track 1
Step
16
1
Rhythm
Voice 1
Cutoff
Resonance
Rhythm
Track 2
Step
16
1
Rhythm
Voice 2
Cutoff
Resonance
Rhythm
Track 3
Step
16
1
Rhythm
Voice 3
Cutoff
Resonance
BPM
Beat
Swing
Effect
Type
Param
256 Preset Patterns
128 User Patterns
Systeem
Gate Time
Reverse
12
Song 10
Song 1
Maat 1
Pattern Nr.
Pitch Offset
Beat
Swing
Gate Time
Reverse
Track Mute
Maat 2
Pattern Nr.
Pitch Offset
Beat
Swing
Gate Time
Reverse
Track Mute
10 User Songs
Maat 256
Pattern Nr.
Pitch Offset
Beat
Swing
Gate Time
Reverse
Track Mute
Page 13
Toongeneratorsignaalstroom & effectblokdiagram
Toongeneratorsignaalstroom & effectblokdiagram
Effect sectie
Out
Synth trackDistortionEQ
Rhythm track 1
Rhythm track 2
Rhythm track 3
OPMERKING
De EQ bewerking is slechts toegankelijk via de Editor software van de AN200.
13
Page 14
Dit is GEEN gebruiksaanwijzing!
Dit is GEEN gebruiksaanwijzing!
Tenminste, geen gewone. Maar, de AN200 is ook weer geen gewoon
Tenminste, geen gewone. Maar, de AN200 is ook weer geen gewoon
instrument. Het zit vol met spannende, krachtige, en toch gemakkelijk te
instrument. Het zit vol met spannende, krachtige, en toch gemakkelijk te
gebruiken eigenschappen die u complete, praktische sonische besturing bie-
gebruiken eigenschappen die u complete, praktische sonische besturing bie-
den — plus duizenden dynamische real-time functies die uw live
den — plus duizenden dynamische real-time functies die uw live
uitvoeringen een extra dimensie geven!
uitvoeringen een extra dimensie geven!
Met alle digitale kracht onder deze kleine motorkap, is de AN200 een
Met alle digitale kracht onder deze kleine motorkap, is de AN200 een
verbluffend nieuw instrument voor de toekomst. Toch biedt het u ook het
verbluffend nieuw instrument voor de toekomst. Toch biedt het u ook het
beste van de oude analoge wereld — kijk maar naar al die knoppen om
beste van de oude analoge wereld — kijk maar naar al die knoppen om
effecten aan uw geluid toe te voegen en uw geluid te tweaken!
effecten aan uw geluid toe te voegen en uw geluid te tweaken!
We weten dat u niet van het lezen van manuals houdt. Maar u bent het aan
We weten dat u niet van het lezen van manuals houdt. Maar u bent het aan
uzelf verplicht om een kijkje te nemen in de collectie aan te gekke tips. Ze
uzelf verplicht om een kijkje te nemen in de collectie aan te gekke tips. Ze
laten u zien hoe u in de kortst mogelijke tijd het meest uit uw nieuwe AN200
laten u zien hoe u in de kortst mogelijke tijd het meest uit uw nieuwe AN200
kunt halen.
kunt halen.
Het is alsof een ervaren programmeur u bij de hand neemt en u wegwijs
Het is alsof een ervaren programmeur u bij de hand neemt en u wegwijs
maakt, waarbij hij u alle truuks en technieken laat zien, zodat u zelf een
maakt, waarbij hij u alle truuks en technieken laat zien, zodat u zelf een
meester van het instrument kunt worden. Deze tips leiden u van de kale
meester van het instrument kunt worden. Deze tips leiden u van de kale
basis, naar de geavanceerde krachtige tips die u in staat stellen vette gelui-
basis, naar de geavanceerde krachtige tips die u in staat stellen vette gelui-
den en trendy tracks ter plekke naar buiten te pompen — in geen geval saai!
den en trendy tracks ter plekke naar buiten te pompen — in geen geval saai!
Dus aan de slag …
Dus aan de slag …
14
Page 15
Hoofdstuk 1
Pattern Basis
Start hier uw synthesizer leerschool. U zult in deze sectie leren hoe u Patterns
moet spelen, en hoe u enkele van de krachtige gereedschappen van de AN200
kunt gebruiken om het geluid tijdens het afspelen te wijzigen.
1
Hier begint alle lol — met de voor-geprogrammeerde Patterns.
Druk slechts op de Start/Stop knop, en luister naar het spelen van het Pattern. Het Pattern herhaalt zich
(loopt) totdat u nogmaals op de knop drukt om het te stoppen.
●
Wat zijn Patterns precies?
De Patterns zijn de basis muzikale bouwblokken van de AN200 — ze bieden
een instrumentaal geluid (ook wel een “Voice” genoemd), plus een zich
herhalende (looping) frase die deze Voice gebruikt.
Deze vooraf-opgenomen Patterns geven u de ritmische en melodische
fundering die u nodig heeft voor het samenstellen van tracks — in uw eigen
opname of in een opvoering. Houd in gedachte dat u ook uw eigen Patterns
kunt creëren. (Zie blz. 68.)
Een Pattern spelen
Pattern Mode
Selecteer de Pattern mode door op de
[PATTERN] knop te drukken. De letter “P” in
het display geeft de Pattern mode aan.
2
De AN200 biedt in totaal 256 speciaal voor-geprogrammeerde Patterns. Probeer enkele hiervan nu uit.
Gebruik de [DATA] knop om een andere Pattern te selecteren. Merk op hoe het Pattern nummer in het
display wijzigt. Druk vervolgens op de Start/Stop knop om het Pattern af te spelen.
U kunt Patterns ook tijdens het afspelen wijzigen! Draai aan de [DATA] knop
terwijl het Pattern speelt — het nieuwe Pattern begint onmiddellijk te spelen
nadat de voorgaande beëindigd is.
Andere patterns verkennen
Houd in gedachte dat u Voices niet zonder
de Patterns kunt selecteren. Selecteer, als
u een bepaalde Voice wilt beluisteren, het
Pattern dat die Voice bevat. U kunt die
Voice naar een andere Pattern kopiëren; zie
Tip 52.
15
Page 16
Hoofdstuk 1 Pattern Basis
3
Probeer het nu op te bouwen. De AN200 stelt u in staat Patterns zo gemakkelijk te wijzigen als het drukken
op een knop...
Dankzij de Pattern Select functie, kunt u Patterns in real time, vanaf het toetsenbord, aan elkaar koppelen—
terwijl u speelt.
Selecteer een Pattern, en druk vervolgens op [PATTERN SELECT].
Start het Pattern. Druk, terwijl het Pattern speelt, op één van de knoppen op het toetsenbord (behalve 1, 4,
en 8).
Patterns ter plekke verwisselen
De knop licht op.
Vermijd deze toetsen — ze zullen het Pattern niet wijzigen.
Merk op hoe een nieuw Pattern begint te spelen, zodra het voorgaande beëindigd is. Dit is een fantastische
manier om verscheidene Patterns in een live opvoering aan elkaar te rijgen — en uw eigen songs ter plekke
te creëren. U kunt ook, als u het wilt, de toetsen gebruiken om een Pattern te selecteren, voordat het
afspelen gestart is.
• Herhalingen
Druk niet, tenzij u hetzelfde Pattern meerdere malen wilt herhalen, meer
dan één keer op een knop op het toetsenbord. U kunt, anderzijds, snel
de Pattern sequence voor een gehele song programmeren als u dat wilt,
zonder te hoeven wachten op het afspelen van elke Pattern. De AN200
onthoudt alle knoppen die u indrukt en hoe vaak u ze indrukt, en speelt
de Patterns automatisch af, zoals u ze geprogrammeerd heeft — met
herhalingen en al.
• Andere octaven, meer Patterns
Gebruik, vóór het starten van het Pattern, de [OCT <<]/[OCT >>]
knoppen om het octaaf-bereik van de toetsen te wijzigen. Hierdoor kunt
u andere Patterns selecteren!
• Wijs ze aan uzelf toe
De Pattern-aan-toets toewijzingen zijn voor u gemaakt. U kunt, echter,
uw eigen toewijzingen maken, en de Patterns die u wilt gebruiken dicht
bij elkaar zetten voor een gemakkelijke toegang. (Zie blz. 40.)
16
Page 17
17
Hoofdstuk 1 Pattern Basis
4
De Reverse (Achteruit) functie stelt u in staat het Pattern compleet om te draaien, en alle noten achterwaarts
af te spelen.
Druk, voordat u het Pattern start (of tijdens het afspelen, als u dat wilt), eenvoudig op de [REVERSE] knop.
5
Probeer, nu dat u een Pattern afspeelt, zijn snelheid te wijzigen. (Dit wordt ook wel “bpm” genoemd —
beats per minute.) De AN200 biedt u twee manieren aan om dit te doen — de snelheid handmatig intikken,
of de [DATA] knop gebruiken om het aan te passen.
Achterwaarts afspelen
De bpm wijzigen
1 Tik drie of vier keer op de [TAP] knop met de gewenste snelheid.
1
2
3
De nieuwe bpm wordt in het display getoond. De [TAP] knop en het BPM lampje knipperen in de maat.
2 Pas, als u dat wilt, de BPM aan door aan de [DATA]
knop te draaien.
BPM
3 Druk op de Start/Stop knop om het Pattern met de
nieuwe bpm te starten.
U kunt de bpm ook wijzigen terwijl het pattern speelt. Start, om dit te doen,
eenvoudig het Pattern vóór stap 1 hiervoor.
Bepaalt de snelheid of het tempo van een Pattern.
Werking
Gebruik de [TAP] knop om het tempo in te
tikken; pas dit dan aan met de [DATA]
knop. Of houd [SHIFT] ingedrukt en druk
op [TAP/BPM]; gebruik vervolgens de
[DATA] knop.
Bereik
20,0 — 300,0 bpm
Page 18
Hoofdstuk 1 Pattern Basis
6
Er is meer dan één manier om met het ritme te rommelen. De AN200 geeft u in feite een vrachtauto vol met manieren
waarop u uw beats kunt verstoren en ontleden. Één van deze is de (toepasselijk genaamde) Beat functie.
U komt deze regelaar opnieuw tegen als u uw eigen Patterns opneemt. Maar laten wij eens zien hoe u het nu
kunt gebruiken om de feel van een Pattern te wijzigen, terwijl het daadwerkelijk speelt...
1 Selecteer een Pattern en start het door op de Start/Stop knop te drukken.
2 Houd, terwijl het Pattern speelt, [SHIFT] ingedrukt en druk op [SWING] (BEAT).
De Beat is nu opgeroepen en klaar voor gebruik, dus draai aan de [DATA]
knop om de instelling te wijzigen.
U kunt, aan de hand van het aantal oplichtende knopjes, bepalen hoe het
Pattern beïnvloed wordt. Als het is ingesteld op “16
stap knopjes op en alle 16 stappen worden normaal afgespeeld. Wijzig de
instelling naar “12
Pattern niet alleen langzamer speelt maar ook anders “aanvoelt”. Wijzig
Beat in “8
helft van het originele Pattern van 16 stappen, en het speelt, natuurlijk, met
de helft van de snelheid.
Met de beat rommelen
,” dan lichten alle 16
,” en de stappen 13 - 16 vallen uit. Merk op dat het
,” en alleen de stappen 1 - 8 zullen afgespeeld worden. Dat is de
Beat
Bepaalt het aantal stappen in het
geselecteerde Pattern voor afspelen: 16, 12,
of 8. Houd, om dit in te stellen, [SHIFT]
ingedrukt en druk op [SWING], en gebruik
vervolgens de [DATA] knop.
Bereik
16, 12, 8 stappen
18
7
Hier volgt een indrukwekkende manier om direct de snelheid van een Pattern te verdubbelen — of met de
helft te vertragen.
Houd eenvoudig [SHIFT] ingedrukt en druk op de [OCT <<] knop — net voordat het Pattern begint — om de
bpm met 1/2 te verlagen. De eerste helft van het Pattern speelt met de nieuwe snelheid, voordat het naar de
originele snelheid terugkeert.
Houd, om de bpm te verdubbelen, [SHIFT] ingedrukt en druk op de [OCT >>] knop, net vóór het begin van het
Pattern. Het Pattern speelt tweemaal af met de nieuwe snelheid, en keert dan naar de normale snelheid terug.
Dubbele tijd, halve tijd
Page 19
Hoofdstuk 2
De letter “S” geeft de
Song mode aan.
Een song afspelen
De Patterns zijn, zoals reeds eerder gezegd, de basis bouwblokken van de
AN200. Maar, wat kunt u ermee bouwen?
Songs!
Ons team van expert programmeurs heeft een aantal Songs gecreëerd met de
verscheidene Patterns van de AN200. Probeer ze uit en beluister hoe krachtig
en veelzijdig de AN200 kan zijn voor opname van uw eigen materiaal.
8
Laten wij nu eens een Song selecteren en het afspelen.
1 Druk op de [SONG] knop.
2 Selecteer de gewenste Song door aan de [DATA] knop te draaien.
Een song afspelen
3 Druk op de Start/Stop knop om de Song af te spe-
len.
Zie, voor verdere details over Songs, en hoe uw eigen songs te creëren,
blz. 81.
Song Mode
Door op de [SONG] knop te drukken wordt de
SONG mode geselecteerd.
19
Page 20
Hoofdstuk 3
Het toetsenbord
De AN200 biedt, klein en compact als het is, ook een toetsenbord van één
octaaf voor het spelen en opnemen van de geluiden van het instrument.
9
Het ingebouwde toetsenbord is klein — slechts één octaaf — maar het stelt u in staat alle eigenschappen
van de AN200 te gebruiken, zonder een apart toetsenbord te hoeven aansluiten. Probeer het nu uit.
1 Druk op [KEYBOARD].
2 Bespeel het toetsenbord.
De knoppen bieden u een vol octaaf, van C tot C. Houd in
gedachte dat de knoppen 1, 4 en 8 hier geen geluid maken
— ze maken geen deel uit van de toonladder.
Het toetsenbord bespelen
De knop licht op.
Db (C#)Eb (D#)Gb (F#)Ab (G#)Bb (A#)
CDEFGABC
10
Natuurlijk is het zo dat één octaaf niet een hoop biedt. Daarom hebben wij gemakkelijke Octaaf knoppen
opgenomen, zodat u het octaaf bereik van het toetsenbord desgewenst naar boven of naar beneden kunt
verschuiven — snel en gemakkelijk.
1 Druk op [OCT >>], terwijl de [KEYBOARD] knop aan is.
Het display laat “C4” zien, waardoor het octaaf aangegeven wordt. (“C
” is normaal.) Bespeel het toetsenbord en luister naar het geluid. Druk,
3
om enkele andere octaaf instellingen uit te proberen, desgewenst op [OCT
<<] en [OCT >>] , om het octaaf te verschuiven.
Octaven wijzigen
Octaaf
Bepaalt het octaaf bereik van het ingebouwde
toetsenbord. Druk op [OCT <<] of [OCT >>]
om dit te wijzigen. (De [DATA] knop kan ook
gebruikt worden na het drukken op één van
deze knoppen.) Druk tegelijkertijd op beide
knoppen om het normale bereik terug te zetten. Het kan zijn dat sommige noten niet
maximaal zullen klinken.
Bereik
C-2 — C3 (normaal) — C8
20
Page 21
21
Hoofdstuk 3 Het toetsenbord
11
De AN200 heeft ook een speciaal Ritme track (in feite zijn het er drie.) waarmee u drum, percussie, bas en
andere geluiden kunt spelen en opnemen — waardoor u het vermogen krijgt om gemakkelijk uw eigen ultrahippe beats te creëren. Natuurlijk kunt u al deze geluiden direct spelen vanaf het ingebouwde toetsenbord...
De ritme track afspelen
1 Druk, als de [KEYBOARD] knop brandt, op [RHYTHM TRACK].
De knop licht op.
Druk herhaaldelijk op de knop om tussen de drie Ritme tracks te wisselen: 1, 2 en 3.
2 Bespeel het toetsenbord.
Onthoud — dat u de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen kunt gebruiken om het bereik te wijzigen, en een geheel
nieuwe set aan verschillende geluiden kunt oproepen. Zie, voor meer details over het gebruik van de
Ritme tracks, blz. 140.
12
Alle toetsen van het ingebouwde toetsenbord spelen met een vast ingesteld volume — ongeacht hoe hard of hoe zacht u
ze speelt. U kunt echter, dit vast ingestelde volume zelf instellen, en het geluid zo zacht of zo hard maken als u zelf wilt.
Deze aanslaggevoeligheids-instelling bepaalt ook hoe hard de geluiden klinken, als u uw eigen Patterns
opneemt tijdens Real-time opname (blz. 70).
Aanslaggevoeligheid (Velocity)
1 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop [16], indien
nodig herhaaldelijk, totdat “<EL” in het display verschijnt.
Aanslaggevoeligheid
Bepaalt de standaard aanslaggevoeligheidsinstelling voor het ingebouwde toetsenbord
van de AN200. Dit heeft invloed op de
luidheid (loudness) van de Synth en Ritme
track geluiden, als ze vanaf het toetsenbord
gespeeld worden. Het heeft ook invloed op
de luidheid van Real-time opgenomen tracks,
als het ingebouwde toetsenbord wordt
gebruikt om noten op te nemen.
Aanslaggevoeligheid wordt ingesteld in de
Utility parameters. Houd [SHIFT] ingedrukt
en druk op knop [16], indien nodig
herhaaldelijk, totdat “<EL” in het display
verschijnt. Gebruik de [DATA] knop om de
waarde te wijzigen.
2 Gebruik de [DATA] knop om de waarde te wijzigen.
Zorg ervoor dat de [KEYBOARD] knop brandt, en probeer verschillende
instellingen uit.
Bereik
1 — 127
Page 22
Hoofdstuk 4
13Scenes verwisselen
Hier zullen we tussen Scenes wisselen, bijvoorbeeld geluidswijzigingen.
Scene Basis
Scene is één van de meest krachtige en boeiende eigenschappen van de AN200.
Het stelt u in staat om twee totaal verschillende geluiden te “morphen” (in
elkaar laten overvloeien) — in real time, terwijl het Pattern speelt.
Selecteer en start een Pattern. Druk, terwijl het speelt, op de SCENE [2] knop. Hoort u hoe het geluid
verandert? Druk op SCENE [1] om naar het eerste geluid terug te gaan. Probeer dit op de tel te doen, waardoor u ritmisch tussen de twee wisselt.
14Morphing
Laten we nu eens iets subtieler proberen! Draai, terwijl een Pattern afgespeeld wordt, langzaam vooruit en
achteruit aan de [SCENE] knop.
Merk op hoe het geluid geleidelijk aan “morpht” (in elkaar overvloeit) tussen 1 en 2 — in real time terwijl u
met de knop werkt! Doe dit synchroon met het ritme en creëer uw eigen verschoven motieven!
Zie, voor meer details over Scene, blz. 59.
22
Page 23
Hoofdstuk 5
15Wat is een Effect?
De effecten zijn het laatste element in de geluidsketen — ze zijn het laatste stukje bewerking van het geluid
voordat u het hoort.
Deze real-time Effecten — Delay, Flanger, Phaser, Overdrive/Amp — laten u het geluid op wilde en boeiende
manieren “verminken”. Ofschoon het niet in de Effect sectie aanwezig is, is er ook een Distortion effect dat u
in staat stelt alles, van een warm grommen tot een volop metalige aanslag, toe te voegen.
De Effect regelaars zijn uitzonderlijk eenvoudig en gemakkelijk in gebruik. Het drukken op de [TYPE] knop
wijzigt het Effect type, terwijl de [PARAM] en [WET] knoppen u het geluid en de diepte van het Effect laten
aanpassen.
Effecten
De effecten van de AN200 zijn meer dan slechts franje — het zijn krachtige
middelen waarmee u het geluid kunt omvormen, en uw tracks ov er de top heen
kunt tillen.
Wijzigt het Effect type
(Delay, Flanger,
Phaser, Overdrive/
Amp).
Wijzigt de diepte of de trap van het Effect.
Als het op de minimum stand is ingesteld
(helemaal naar links), dan kun je het Effect
geluid niet horen.
Wijzigt het geluid van het Effect.
(Bij elk effect kunt u een andere
toetsparameter regelen.)
[WET] knop
Bereik
0 — 127 (Hetzelfde voor alle Effect typen.)
23
Page 24
Hoofdstuk 5 Effecten
16Met de effecten spelen
Laten we eens naar elk van de Effecten kijken, en ze proberen toe te passen op het geluid.
Stel, voordat u begint, de [WET] knop in op ongeveer 2:00 of 3:00.
In het algemeen moet u de knop in deze positie houden. Dit zorgt ervoor dat u
het Effect goed kunt horen. (Tweak het desgewenst op een later tijdstip om de
Effect balans aan te passen.)
Probeer nu elk Effect uit, en gebruik dezelfde procedure:
1 Selecteer het Effect type.
Druk op de [TYPE] knop, en gebruik vervolgens de [DATA] knop. Er zijn dertien verschillende typen
beschikbaar.
2 De Effect diepte
aanpassen.
Gebruik de [PARAM] knop.
● Delay
(Delay 1 — 3)
Delay is een populair effect dat het geluid ritmisch herhaald. Speel een Pattern en selecteer Delay 1
(dLY1). Probeer de [PARAM] knop in te stellen op ongeveer 3:00. Luister hoe het Delay geluid met het
originele geluid pulseert om zo een verschillende, complexere en toch “ruimere” feel te creëren. Probeer de
andere Delay typen ook uit.
De sleutel tot een effectief gebruik van Delay (zonder woordspelingen) is om synchroon te blijven met het
Pattern. Dit is een beetje lastig en vereist enige oefening. Werk langzaam met de [PARAM] knop en luister
aandachtig naar de wijzigingen in het ritme. Bedenk dat we het hier niet over “slechte” of “goede” instellingen hebben — gebruik uw oren om instellingen te maken die een goed gevoel geven.
● Reverb
Reverb (nagalm) (r<rb) is een “verborgen” type binnen de Delay categorie en stelt u in staat om een
omringend vernis aan reflecties toe te passen op het geluid. Gebruikt het subtiel, het kan uw tracks warmer
maken en natuurlijker laten klinken — alsof ze in een concerthal gespeeld worden. Extremere instellingen
kunnen het geluid in reverb drenken en produceren spacy, andere wereldlijke effecten.
24
Probeer dit uit op één van de Patterns. Selecteer en speel het Pattern, en tweak vervolgens de [PARAM] en
[WET] knoppen, waardoor u verschillende instellingen uitprobeert, en hoort hoe ze het geluid veranderen.
Lagere instellingen resulteren in een kortere reverb tijd alsook een totaal helderder geluid. Hogere instellingen produceren een langere reverb tijd en temperen de hoge frequenties ook voor een zachter, gedempter
geluid.
Houd in gedachte dat Reverb — net als alle Effecten — op alle tracks, Synth en Ritme 1 - 3 wordt toegepast.
Page 25
Hoofdstuk 5 Effecten
● Flanger
(Flanger 1, 2)
Dit modulatie effect geeft een “zwiepend” of “tunnelachtig” geluid. Speel een Pattern en selecteer Flanger 1
(FLG1).
Draai de [PARAM] knop van minimum naar maximum, en merk op hoe het geluid groeit van een subtiel
vegend, metalig geluid — alsof er een straaljager opstijgt — naar een virtuele sonische meltdown zonder
toonhoogte.
● Chorus
Chorus is een ander modulatie effect (“verborgen” binnen de Flanger categorie) dat een subtiele warmte en
diepte aan het geluid toevoegt — ofschoon u ook enkele extreme effecten kunt toepassen.
Probeer Chorus (CHor) uit op een Pattern. Speel wat met de [PARAM] knop, probeer verschillende instellingen uit — en luister naar de veranderingen.
Begin met een [PARAM] instelling van 7:00 (minimum). Dit is helemaal geen Chorus modulatie. Verhoog
het nu langzaam naar 8:00, en dan naar ongeveer 9:00. Hoort u hoe de modulatie werkt? Klinkt het geluid
niet levendiger? Zelfs vetter?
Probeer ook hogere instellingen uit — tot 12:00, en dan weer langzaam terug naar 3:00 en verder. Merk op
hoe de toonhoogte op vreemde manieren schommelt — en luister hoe het geluid zelfs opfleurt bij de hoogste waarden.
● Phaser
(Phaser 1 - 3)
Een ander modulatie Effect, Phaser is vergelijkbaar met Flanger, maar veel
subtieler. Phaser is geschikt voor het toevoegen van wat leven, warmte en
beweging aan het geluid.
Speel een Pattern en selecteer (PHS1). Stel de [PARAM] knop in op het
minimum (0) en draai het geleidelijk omhoog — en luister hoe de modulatie
het geluid verbetert. Ga ook naar de andere Phaser typen, voor meer sonische
variaties.
● Overdrive/Amp
(Amp 1 - 3)
Dit Effect simuleert het overstuurde geluid van een gitaarversterker, en stelt u in
staat verscheidene maten van vervorming op het geluid toe te passen. Start
een Pattern en probeer Amp 1 (AmP1), en tweak de [PARAM] knop. Merk op
hoe de minimum waarden een warm, scherp “knarsend” geluid produceren,
terwijl de maximum waarden een vol, heavy metal aanval opleveren.
Probeer alle drie Overdrive/Amp typen uit — de verschillen zijn misschien niet
dramatisch, maar ze geven u een verscheidenheid aan warme en krakende
effecten om mee te werken. Enkele van de Patterns klinken in het bijzonder
goed met een beetje gegrom...
Effect
Effect Type
Maakt het u mogelijk om één van de dertien
Effect typen te selecteren voor de verwerking
van het geluid van de tracks (Synth en Ritme
1 - 3). Druk op de [TYPE] knop, en gebruik
vervolgens de [DATA] knop.
In het algemeen stelt dit u in staat om de
diepte van het Effect te regelen. (De
daadwerkelijke parameter verschilt, afhankelijk van het geselecteerde effect type.)
Gebruik de [PARAM] knop om aan te passen.
Bereik
0 — 127
Wet
Stelt u in staat het volume van het Effect te regelen
— met andere woorden, de wet/dry balans.
Gebruik de [WET] knop om aan te passen.
Bereik
0 — 127
25
Page 26
Hoofdstuk 5 Effecten
17Distortion
De laatste tip liet u kennis maken met een distortion (vervorming) effect, de Overdrive/Amp typen. Hier volgt
een andere manier om het geluid vuil te maken — Distortion.
Ofschoon het niet expliciet deel uitmaakt van de Effect sectie, is Distortion op zichzelf een sterk effect.
Vergeleken met de warme Overdrive/Amp Effect Typen, heeft het meer scherpte en knarsen. Als het op de
vele Voices van de AN200 wordt toegepast, dan is het in staat erg overtuigende gitaar-achtige distortion
effecten te creëren.
1 Druk op de DIST [SWITCH] knop. (Het lampje gaat aan.)
2 Pas de balans aan met de [DATA] knop.
Hierdoor kunt u het “dry” geluid zonder Distortion mixen met het “wet”
geluid met alleen Distortion. Probeer verschillende instellingen uit en luister hoe ze het geluid veranderen. Merk op hoe een volle wet “U63” in een
erg broos, scherp geluid resulteert.
Distortion
Stelt u in staat een distortion effect toe te
passen op de Synth track. (Merk op dat dit
op geen van de Ritme tracks invloed heeft.)
Druk op de DIST [SWITCH] knop om
Distortion aan te zetten, en gebruik vervolgens de [DATA] knop om de dry/wet balans
aan te passen. Een waarde van “d63” bevat
alleen het originele, niet verwerkte geluid, terwijl een waarde van “U63” alleen het
Distortion-verwerkte geluid bevat.
Bereik
d63 (dry) — d=U (dry = wet) — U63
(wet)
26
Page 27
Hoofdstuk 6
Frequentie (toonhoogte)
Volume
Resonantie
Filter (VCF)
De VCF of Filter sectie is één van de meest krachtige en dynamische van het
hele instrument. Als het op de juiste wijze wordt ge bruikt, dan kunnen de VCF
regelaars steriele, saaie geluiden transformeren in echt iets dynamisch en
boeiends. Probeer de volgende Tips uit en zie wat we bedoelen...
18Cutoff en Resonantie
Het is, voor uw Filter onderzoekingen, hier de beste plaats om te beginnen.
Deze twee Filter regelaars werken onderling afhankelijk van elkaar — één ervan veranderen beïnvloedt het geluid van de andere.
Draai [CUTOFF] linksom en het geluid wordt donkerder of “gedempt.” Draai het rechtsom, en het geluid
wordt helderder. Draai [RESONANCE] rechtsom en de piek van het Filter wordt scherper en nadrukkelijker.
Draai het linksom en luister hoe het Filter uitvlakt.
DonkerderHelderder VlakkerUitdrukkelijker
Houd ook in gedachte dat het totale effect van Cutoff en Resonantie door FEG Depth wordt geregeld (Tip 20
hieronder). Als FEG Depth te hoog of te laag is ingesteld, dan zou het kunnen zijn dat u geen of weinig verandering in het geluid hoort — ongeacht hoe verwoed u aan de [CUTOFF] en [RESONANCE] knoppen draait.
Cutoff
Bepaalt de frequentie waarmee het Filter effect begint. Hoe hoger de
waarde, des te hoger de frequentie.
Resonantie
Bepaalt de nadruk van de piek van de resonantie van het Filter (bij de
Cutoff frequentie).
De enorme kracht en veelzijdigheid van de Filter sectie gaat verder met de VCF Typen. Deze verborgen
variaties leggen echt ijzersterk sonisch vuurwerk in uw vingertoppen — precies datgene wat u nodig heeft
om het publiek weg te blazen.
Kijk of deze instellingen u liggen...
1 Roep een Pattern op en druk op de Start/Stop knop. Stel, om te begin-
nen, zowel [RESONANCE] als [FEG DEPTH] in op ongeveer 1:00.
2 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en draai aan de [CUTOFF] knop.
Houd uw ogen op het display als u dit doet — de instelling zal veranderen! Selecteer, in het geval van
beginnelingen, “12db” — wat rond de 11:00 zal liggen.
In deze shift stand, fungeert de [CUTOFF] knop als de VCF Type keuzeschakelaar. (Daarom wordt “TYPE”
zwart afgedrukt onderaan de knop.)
3 Laat de [SHIFT] knop nu los, en de knop neemt zijn oorspronkelijke iden-
titeit weer aan als de Cutoff regelaar.
Draai het heel langzaam — vooral tussen 8:00 en 1:00 — terwijl u naar de geleidelijke veranderingen in
het geluid luistert.
4 Niet wild genoeg voor u? Laten we dan eens naar een ander type gaan...
Houd [SHIFT] weer ingedrukt en draai de [CUTOFF] knop naar ongeveer 12:00, zodat “bPF” in het
display wordt opgeroepen.
Is dat iets wilder? Nog te flauw? Laat [SHIFT] los en probeer de [CUTOFF] knop te tweaken tussen 8:00
en 2:00.
5 Laten we eens nog één proberen. Houd [SHIFT] ingedrukt en stel de
[CUTOFF] knop in op ongeveer 2:00, zodat het “HPF” type geselecteerd is.
Soms is het hier ook een gekkenhuis. Tweak de [CUTOFF] knop nog iets meer — vooral tussen 12:00 en
3:00 — en luister wat voor een maffe dingen u kunt genereren.
28
Vergeet de [RESONANCE] en [FEG DEPTH] knoppen niet! Werk ook met ze als u de [CUTOFF]
knop tweakt. Er wordt een hoop sonische variatie geboden door slechts deze drie regelaars.
Page 29
VCF Type
Doorlaatbereik
Frequentie
Level
Cutoff bereik
Cutoff frequentie
Cutoff bereik
Frequentie
Niveau
DoorlaatbereikDoorlaatbereik
Middenfrequentie
Hoofdstuk 6 Filter (VCF)
Bepaalt het filter type dat gebruikt wordt voor de VCF sectie. Het filter
geeft slechts een gespecificeerd bereik aan frequenties door en snijdt de
rest af. Er zijn vele totaal verschillende typen, alsook een verscheidenheid
aan filter hellingen (zie hieronder).
De Low Pass Filter geeft slechts die frequenties door die onder het
gespecificeerde cutoff-punt liggen. Er kunnen cutoff-krommen van
24dB/octaaf, 18dB/octaaf en 12dB/octaaf geselecteerd worden.
Niveau
Cutoff frequentie
Cutoff bereik
12dB/oct
18dB/oct
24dB/oct
Frequentie
BPF
De Band Pass Filter geeft slechts de frequenties binnen het
gespecificeerde bereik door, met een cutoff kromme van 12dB/octaaf.
Niveau
Cutoff bereikCutoff bereik
Doorlaatbereik
HPF
De High Pass Filter geeft slechts de frequenties boven het
gespecificeerde cutoff punt door, met een cutoff kromme van 12dB/
octaaf.
BEF
De Band Eliminate Filter geeft slechts de frequenties buiten het
gespecificeerde frequentie bereik door. De Resonantie instelling (zie blz.
27) bepaalt het eliminatie-bereik.
Middenfrequentie
Frequentie
29
Page 30
Hoofdstuk 6 Filter (VCF)
20FEG Depth
Technisch gesproken, regelt de FEG Depth de werking van het Filter in de tijd. Dit wordt zelfs voor u op het
paneel getoond:
Geeft een “dip” aan in het
filter, net aan het begin van
elke noot.
Draai, met de [CUTOFF] en [RESONANCE] knoppen respectievelijk ingesteld op
9:00 en 3:00 (zie hiervoor), langzaam aan de [FEG DEPTH] knop.
Afhankelijk van het geselecteerde Pattern, kunnen negatieve instellingen (als de
knop links van 12:00 is ingesteld) in weinig of geen geluid resulteren. Maar als
u eenmaal de knop voorbij het middelpunt (12:00) gedraaid heeft, zult u horen
hoe het filter “zich opent.” Draai langzaam aan de knop voor geleidelijke
zwiepende effecten van het filter. Probeer ook in de maat van het ritme met de
knop te werken voor dynamische “wah” effecten.
Geeft een “piek” van het filter
aan, net aan het begin van de
noot.
FEG Depth
Bepaalt de mate of diepte van het filter effect
in de tijd. Positieve waarden resulteren in
een normale EG; negatieve waarden gebruiken een “tegengestelde” EG — waardoor er
een zwiepend effect van het filter
geproduceerd wordt dat, in plaats van te
pieken en dan naar beneden te duiken, eerst
naar beneden duikt en vervolgens piekt.
Bereik
-128 — 127
30
Page 31
Hoofdstuk 7
Grondbeginselen
Laten we eens voor een moment een pauze nemen van het plezier en de
spelletjes. Neem de volgende functies door en raak vertrouwd met ze — het
zijn erg nuttige, geschikte middelen die u nodig heeft als u met de AN200
werkt.
21
Soms wilt u zien op welke waarde een knop is ingesteld. Onthoud, dat als u verschillende Patterns oproept,
de knoppen niet met de instellingen overeenkomen, dus slechts naar de knoppen kijken is niet voldoende.
En als u aan de knop draait of op de knop drukt, zult u de instelling waarschijnlijk wijzigen. Wat moet een
slechte knopdraaier doen?
Gebruik de Show Value functie. Dit gemakkelijk hulpmiddel toont u virtueel elk van de Voice-gerelateerde
instellingen — zonder ze te verstoren of te wijzigen.
1 Druk, terwijl u de Voice van een Pattern bewerkt, op de [SHOW VALUE]
knop.
2 Draai eenvoudig aan de knop van de parameter waarvan u de waarde
wilt zien.
Draai aan de [PORTAMENTO] knop, als u bijvoorbeeld de waarde van Portamento Time, die voor de
Voice is ingesteld, wilt zien.
Show Value
Het display knippert en
geeft de huidige
ingestelde waarde voor
de parameter aan (in dit
geval, Portamento).
Natuurlijk kan Show Value ook met alle Voice-gerelateerde knoppen gebruikt worden. Druk op de VCO 1
[WAVE] knop, als u bijvoorbeeld de huidige instelling van de VCO 1 Golfvorm wilt zien.
De LED naast de knop knippert om
de huidige instelling aan te geven.
Druk, voor knoppen die meerdere parameters bevatten (zoals LFO [DETAIL] of FREE EG [MODE]),
herhaaldelijk op de knop om de gewenste parameter op te roepen.
31
Page 32
Hoofdstuk 7 Grondbeginselen
3 Druk op de [EXIT] knop om naar een normale werking terug te keren.
Alle aangegeven regelaars
kunnen met de Show Value
functie gebruikt worden. (Ook
Original Value. — Zie Tip 22
hieronder.)
• Beroepsgeheimen
Gebruik Show Value om de hersenen van onze programmeurs te gebruiken. Heeft u een
favoriete Voice en wilt u de instellingen weten? Roep Show Value maar op en neem een kijkje
achter de schermen.
22
Original Value
Show Value
Laat u de huidige waarde of instelling van een
Voice-gerelateerde parameter controleren,
zonder de waarde of de instelling te wijzigen.
Druk op de [SHOW VALUE] knop, en draai/
druk vervolgens aan/op de juiste knop. De
huidige waarde/instelling wordt getoond. Als
Show Value actief is, dan kan de Voice niet
gespeeld worden en de Pattern regelaars
kunnen niet gebruikt worden. Druk op de
[EXIT] knop om naar een normale werking
terug te keren.
Als u gedurende een bepaalde tijd aan de knoppen van een Voice draait of deze tweakt, dan zult u een Voice
krijgen die ZEER verschilt met die waar u mee begonnen bent. En op een bepaald punt in het
bewerkingsproces, zult u misschien de originele instellingen willen zien — zonder uw nieuwe natuurlijk te
wissen — alleen maar om te zien hoever u er vanaf zit.
Hier kan de Original Value functie hulp bieden. Net als bij Show Value (in Tip 21 hiervoor), kunt u met
Original Value elk van de oorspronkelijk geprogrammeerde Voice-gerelateerde instellingen bekijken — eenvoudig door aan/op een knop te draaien/drukken.
1 Houd, terwijl u de Voice van een Pattern bewerkt, [SHIFT] ingedrukt en
druk op de [ORIGINAL VALUE] knop.
2 Draai aan of druk op de knop van de parameter waarvan u de waarde of
instelling wilt zien.
Draai aan de [CUTOFF] knop, als u bijvoorbeeld de originele Cutoff waarde, die voor de Voice is ingesteld,
wilt zien.
Het display knippert en geeft de
oorspronkelijk ingestelde waarde
voor de parameter aan (in dit
geval, Cutoff).
32
U kunt bij Original Value alle knoppen gebruiken die u bij Show Value gebruikt. Zie, voor details, Tip 21
hiervoor.
3 Druk op de [EXIT] knop om naar een normale werking terug te keren.
Page 33
33
●
●
●
Hoofdstuk 7 Grondbeginselen
●
Wat is het verschil tussen Original Value en Show Value?
• Show Value —
Toont u de HUIDIGE instellingen van de Voice.
• Original Value — Toont u de ORIGINELE VOORAF GEPROGRAMMEERDE instellingen van de Voice.
Als u een Voice nog niet bewerkt heeft, dan zullen beide dezelfde waarden aangeven — die van het huidige
geselecteerde Pattern.
• Dichter bij huis
Als u een Voice bewerkt, dan zou u compleet de weg kwijt kunnen raken — u belandt dan
ergens in het heelal! U kunt dan Original Value gebruiken, zodat u op uw schreden terugkeert
en weer dichter bij de aarde komt. Roep, bijvoorbeeld, Original Value op en controleer één van
de instellingen — bijvoorbeeld, FEG Depth — en druk vervolgens op [EXIT] en stel de [FEG
DEPTH] knop bij om de waarde dichter tot de originele waarde te brengen. Doe dit ook met de
andere parameters, totdat u het gewenste geluid heeft.
• Huidige en originele waarden
Wilt u gemakkelijk zien in hoeverre uw bewerkte waarden van de originele waarden verschillen? U hoeft alleen maar tussen Show Value en Original Value te wisselen. Druk eenvoudig,
om tussen de twee functies te wisselen, op de juiste knop(pen): [SHOW VALUE] voor Show,
[SHIFT] en [ORIGINAL VALUE] voor Original. U hoeft er niet van te voren uit — u hoeft alleen
maar tussen de twee te wisselen, door aan de knop te draaien, om de instellingen te
controleren.
23
Paniek! (of “Eh-oh...Wat moet ik nu doen?”)
Original Value
Hiermee kunt u de oorspronkelijk
geprogrammeerde waarde of instelling van
een Voice-gerelateerde parameter controleren,
zonder de waarde of de instelling te veranderen. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de
[ORIGINAL VALUE] knop, en draai/druk vervolgens aan/op de juiste knop. De originele
waarde/instelling wordt getoond. Als Original
Value actief is, dan kan de Voice niet gespeeld
worden en de Pattern regelaars kunnen niet
gebruikt worden. Druk op de [EXIT] knop om
naar een normale werking terug te keren.
Zoals u ongetwijfeld reeds ontdekt heeft, is de AN200 een wonderbaarlijk diepzinnige en buitengewoon
veelzijdige synthesizer. Qua geluid, biedt het u mogelijkheden die u nooit voor mogelijk gehouden had.
Dit kan jammer genoeg ook een probleem zijn. Als u een Voice tweakt, dan kunt u in een gesynthetiseerd
niemandsland belanden, of niets dan stilte of gedempte geluiden tegenkomen, of — misschien in het ergste
geval — oog in oog komen te staan met een ontembaar monster geluid.
U zult, totdat u precies weet hoe de regelaars werken en hoe ze het geluid beïnvloeden, de AN200 van tijd tot
tijd een onvoorspelbaar, soms oncontroleerbaar beest vinden. Probeer, voordat u het loskoppelt en weer in
de doos opbergt, deze van gezond verstand getuigende workarounds en oplossingen.
Selecteer een ander Pattern.
Of selecteer hetzelfde Pattern opnieuw. Ja, hierdoor zullen alle bewerkingen die u gemaakt heeft
automatisch gewist worden. Maar u kunt naar het uitgangspunt terugkeren en opnieuw beginnen.
Druk op de [EXIT] knop.
Dit werkt niet altijd zoals u verwacht. Houd in gedachte dat [EXIT] voornamelijk gebruikt wordt om een
functie of handeling te verlaten. Gebruik het als u merkt dat u iets onopzettelijks, wat u niet wilde, gedaan
heeft — zoals het wissen van een Pattern van een Song (blz. 88) of het wissen van een sequence (blz.
68). Gebruik het ook om uit situaties te komen, waarbij er geen geluid is of vele knoppen niet blijken te
werken — zoals in Show Value (blz. 31) of Original Value (blz. 32).
Zet de stroom uit.
Als al het andere niet werkt... Eigenlijk raden we dit niet aan, vooral als u luidsprekers heeft aangesloten.
Maar het IS een snelle en zekere manier om alles te resetten.
Page 34
Hoofdstuk 7 Grondbeginselen
Voer een Factory Reset handeling uit. (Zie Tip 24.)
Gebruik dit alleen als u vermoedt dat er echt iets mis is met de AN200. (In de meeste gevallen zullen de
meeste verwarrende dingen over het instrument te maken hebben met dingen die u nog niet echt goed
begrijpt.) Onthoud, dat dit al uw originele uitgevoerde of opgeslagen werk COMPLEET ZAL WISSEN —
wees dus voorzichtig!
Controleer de sectie over het oplossen van problemen (blz. 115).
We menen het echt. Bespaar uzelf, als u de volgende keer op uw hoofd krabt (of uw haren uittrekt), een
hoop verdriet en lees deze sectie door. U voelt uzelf dan beter.
●
●
24
U kunt, als de AN200 tijdens een handeling blokkeert, crasht, of zich anders onregelmatig gedraagt, rekenen
op de Factory Reset (Fabrieksinstellingen terugzetten) handeling, zodat alles weer normaal werkt.
Factory Reset wordt ook gebruikt om alle fabrieks-geprogrammeerde Pattern en Song gegevens terug te zetten. Als u, bijvoorbeeld, uw eigen Pattern en Song gegevens gecreëerd heeft (en natuurlijk heeft
opgeslagen) maar u wilt de originele Patterns en Songs van de AN200 gebruiken, dan hoeft u alleen maar
een Factory Reset uit te voeren.
WAARSCHUWING
Deze handeling wist automatisch al uw originele Patterns en Songs. Zorg ervoor , als dit mogelijk
is, dat u alle belangrijke gegevens opslaat (blz. 108), voordat u Factory Reset gebruikt.
1 Zet het instrument uit.
2 Houd tegelijkertijd de [SHOW VALUE], [PATTERN] en [EXIT] knoppen
ingedrukt, en zet het instrument weer aan.
Factory Reset
34
Page 35
Hoofdstuk 8
Pattern afspelen
W e zullen v erder gaan waar we ge bleven waren in Hoofdstuk 1, en gev en u wat
meer Pattern Tips. Dit betreffen eenvoudige dingen die u kunt doen om het
geluid, de toonhoogte, de ritmische feel, en andere aspecten van de P atterns te
wijzigen — zelfs de Patterns op zich — in real time.
25
Probeer dit eenvoudige, snelle en coole hulpmiddel — en verander de feel van uw tracks.
Selecteer en start een Pattern. Elke willekeurige Pattern voldoet.
Houd, terwijl het Pattern speelt, tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [GATE TIME] ([REVERSE]).
Draai aan de [DATA] knop om de Gate Time te wijzigen. Merk op hoe de lengte
van de noten verandert als u met de knop werkt.
Vergeet niet, als u klaar bent, om op [EXIT] (of [SHIFT] + [GATE TIME) te drukken om de functie te verlaten.
De Gate Time aanpassen
Het lampje knippert om aan te geven dat Gate Time
actief is.
Gate Time
Bepaalt de lengte van elke noot. Hoe hoger
de waarde, des te langer de gate time.
Kortere waarden produceren een piekend
geluid, en langere produceren een
aanhoudend geluid.
Bereik
1 — 100 (normaal) — 200
35
Page 36
Hoofdstuk 8 Pattern afspelen
26
Met de Transpose functie kunt u de toonhoogte of toonsoort van het Pattern, terwijl deze afspeelt, wijzigen.
Hiermee kunt u akkoorden ter plekke veranderen, en zo uw eigen akkoord progressies creëren — meteen,
terwijl u speelt.
Laten we het eens proberen. Selecteer en start een Pattern. Houd [SHIFT] nu ingedrukt en druk op [KEYBOARD].
Probeer, terwijl het Pattern speelt, op verscheidene toetsen te drukken. Druk, bijvoorbeeld, op [12] — en
luister hoe de toonsoort verandert. Druk op [9], en u bent terug bij de originele toonhoogte. (Onthoud, dat
de knoppen 1, 4 en 8 hier geen enkele functie hebben.)
De truuk om dit zo effectief mogelijk te gebruiken is om de toonhoogte wijzigingen precies op de tel te slaan.
Probeer, om dit onder de knie te krijgen, dit eenvoudige voorbeeld — tellend “één, twee, drie, vier” met het
Pattern — en blijf in de maat met het ritme.
Probeer ook de toonhoogte op andere tellen in het Pattern te wijzigen — bijvoorbeeld, door niet alleen op de
“één”, maar tegelijkertijd op de “één” en de “drie” te slaan. Of op alle vier tellen, voor enkele ongewone,
“drukke” wijzigingen. En wist u dat u de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen ook kunt gebruiken? Het volgende
voorbeeld kan enige oefening vergen...
Merk op dat het octaaf in feite niet verandert, totdat u op de genummerde knop
op het toetsenbord drukt.
Experimenteer ook met andere Patterns. En vergeet niet, als u klaar bent, op de
[EXIT] knop te drukken om de functie te verlaten.
Transpose
Bepaalt de toonaard van het afspelen van het
pattern. Houd, om dit mogelijk te maken,
[SHIFT] ingedrukt en druk op [KEYBOARD], en
druk vervolgens op de juiste knoppen op het
toetsenbord. Gebruik [OCT <<]/[OCT >>] om
het octaaf te wijzigen. De aantal halve noten
waarmee de toonhoogte getransponeerd is,
wordt in het display aangegeven.
Bereik
-24 — 24
36
Page 37
37
Hoofdstuk 8 Pattern afspelen
27
Dit is een manier om de ritmische feel van een Pattern onmiddellijk te wijzigen.
Speel het strak, of speel het met een swing feel.
Roep een Pattern op en start het. Druk, terwijl het speelt, op de [SWING] knop
en draai aan de [DATA] knop.
Probeer een instelling van ongeveer 65 - 70 en merk op hoe het Pattern een
“stuiterende” feel aanneemt. Experimenteer met verschillende instellingen en
verschillende Patterns. Door een verstandig gebruik te maken van Swing kan
het geluid van de Patterns minder mechanisch klinken — en krijgen uw tracks
een “menselijker,” natuurlijke feel.
• Het Swing effect verschilt, afhankelijk van het geselecteerde Pattern. Bij bepaalde Patterns
met weinig noten (zoals alleen kwart noten), kan het zijn dat Swing weinig tot geen effect heeft.
• Als de Beat parameter (blz. 18) is ingesteld op “12,” dan heeft Swing geen effect op het
Pattern.
Swing
Swing
Bepaalt de mate van swing of trioolen feel bij
het afspelen van het Pattern. (Verandert de
daadwerkelijke opgenomen gegevens niet.)
Druk, terwijl een Pattern speelt, op de
[SWING] knop en draai aan de [DATA] knop
om de waarde te wijzigen.
Bereik
50 (strak) — 83 (maximale swing)
28
De Patterns van de AN200 bevatten en spelen af op vier afzonderlijke tracks — de Synth track en drie Ritme
tracks. Met behulp van de gemakkelijke Track Mute eigenschap kunt u deze tracks selectief uitschakelen —
zelfs tijdens het afspelen.
Track Mute bevat in feite twee hoofd toepassingen: één tijdens de opname, en de andere tijdens live
optredens. Het is vaak handig, als u verscheidene tracks naar een Pattern opneemt (blz. 70), om slechts één
of twee van uw van te voren opgenomen tracks te horen — en Track Mute is hier ideaal voor.
Echter, waar Track Mute ECHT tot zijn recht komt is tijdens live optredens. Pro DJ’s en dance muziek
artiesten kunnen het publiek helemaal gek maken door delen uit te schakelen en toe te voegen. Bijvoorbeeld,
alle instrumenten uitschakelen en alleen de drums overhouden, is een fantastisch dynamische truuk, waardoor de dansers kunnen blijven grooven. Vervolgens kunt u geleidelijk aan de andere instrumenten
toevoegen, track voor track, totdat u de hele mix weer draaiend heeft. Of u voegt alles in één keer toe, en
kijkt hoe de menigte explodeert.
Tracks uitschakelen
1 Roep één van de Patterns op en start deze.
2 Laten we eens beginnen door de Synth track uit te schakelen. Druk, ter-
wijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, op [1] op het toetsenbord.
Page 38
Hoofdstuk 8 Pattern afspelen
Merk op hoe de knoppen [1], [2], [3], en [4] oplichten, als u [SHIFT]
ingedrukt houdt — dit betekent dat alle vier tracks aan staan. Knop [1]
correspondeert met de Synth track; als u hierop drukt, dan valt de Synth
track uit. Houd, om de Synth track weer in te schakelen, eenvoudig [SHIFT]
ingedrukt en druk weer op [1].
3 Doe nu hetzelfde met Ritme tracks 1, 2, en 3 — die aan
de knoppen [2], [3], en [4], respectievelijk zijn
toegewezen.
Probeer, terwijl het Pattern speelt, de tracks in de maat uit en in te
schakelen met het ritme. De oplichtende knoppen laten u in één oogopslag
zien welke tracks actief zijn — een fantastisch hulpmiddel tijdens een live
optreden.
38
Track Mute
Maakt het mogelijk de vier tracks selectief uit
te schakelen: Synth en Ritme 1 - 3. Er zijn
twee methodes beschikbaar:
Methode 1
Het ingedrukt houden van [SHIFT] en op de
genummerde knoppen [1], [2], [3], en [4] drukken.
Methode 2
Het ingedrukt houden van [SHIFT] en op
[SYNTH TRACK] of [RHYTHM TRACK] drukken.
In Methode 2 is [RHYTHM TRACK] een acht-weg
wissel-schakelaar. Door op elke knop te drukken
(terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt) worden alle
Track Mute instellingen doorgelopen.
Voor beide methodes geldt dat de LED naast
het tracknummer oplicht om aan te geven dat
de track aan staat.
29
Hier volgt een Tip die, zowel tijdens live optredens ALS tijdens het creëren van Patterns, nuttig is. Het wordt
Step Mute (Stapsgewijs uitschakelen) genoemd en u kunt hiermee een bestaande Pattern wijzigen door
bepaalde noten uit te schakelen — terwijl het Pattern speelt.
Step Mute is nog een fantastische manier om de ritmische feel en melodische inhoud van een Pattern te
wijzigen — zonder de originele gegevens permanent te wijzigen. Laten we het eens proberen...
Noten tijdens het afspelen uitschakelen
1 Selecteer en start een Pattern.
2 Zorg ervoor dat de Synth track aan staat (druk, indien nodig, op [SYNTH
TRACK]), en druk vervolgens op één van de knoppen op het toetsenbord.
Het lampje van de knop gaat uit, waardoor wordt
aangegeven dat de noot uitgeschakeld is.
Hoort u hoe de geselecteerde noot uitvalt? U kunt dezelfde knop weer indrukken om de noot weer in te
schakelen. Probeer enkele van de andere knoppen in te drukken en luister hoe hun aan/afwezigheid de
feel van het Pattern beïnvloeden.
3 Doe ook hetzelfde met de Ritme tracks.
Druk herhaaldelijk op [RHYTHM TRACK] om de gewenste Ritme Track te selecteren: 1, 2, of 3. Druk vervolgens op de knoppen op het toetsenbord — net zoals u in Stap 2 hiervoor deed.
Page 39
39
Hoofdstuk 8 Pattern afspelen
• Tellen toevoegen en aftrekken
Is het u opgevallen dat u ook geluiden kunt toevoegen? Dit is vooral effectief in de Ritme
tracks. Probeer, als de geselecteerde Ritme track enkele knoppen bevat die niet oplichten —
wat betekent dat er lege plekken in de track aanwezig zijn — enkele van deze knoppen in te
drukken om meer drum/percussie slagen aan de track toe te voegen. Of probeer de geluiden
van enkele oplichtende knoppen uit te schakelen, en luister wat voor een ritme u geproduceerd
heeft.
• Sla uw bewerkingen op
Sla het nieuwe Pattern dat u gecreëerd heeft op, als u het mooi vindt. (Zie blz. 79.) Alle Step
Mute instellingen worden samen met het opgeslagen Pattern opgeslagen; en toch worden de
originele gegevens niet gewijzigd.
30
Mixer regelaars — Pan en Volume
Step Mute
Hiermee kunt u, tijdens het afspelen,
bepaalde stappen in een Pattern uit/
inschakelen. Selecteer en start een Pattern,
en selecteer vervolgens de track die u wilt
regelen: Synth of Ritme 1, 2, of 3. Druk vervolgens op de gewenste knoppen om de
stappen uit/in te schakelen.
Probeer deze essentiële regelaars uit, en wijzig de mix van de Patterns. Pan en Volume beïnvloeden alleen
de Synth track — de Ritme tracks blijven ongewijzigd.
1 Selecteer en start een Pattern.
2 Laten we eerst eens proberen om de Pan positie te
wijzigen.
Houd de [SHIFT] knop ingedrukt, en draai aan de [PARAM] (PAN) knop.
Pan
Hoort u hoe het geluid van de Synth track van links naar rechts beweegt en
weer terug terwijl u aan de knop draait? (We gaan ervan uit dat u hiernaar
luistert met een stereo hoofdtelefoon of op een stereo luidsprekersysteem...)
3 Werk nu met het Volume.
Houd de [SHIFT] knop ingedrukt, en draai aan de [WET] (VOL) knop.
Hoort u hoe het Synth geluid geleidelijk aanzwelt en wegsterft terwijl u de knop
tweakt?
Onthoud, dat dit alleen de Synth track beïnvloedt— in tegenstelling tot de
master [VOLUME] knop, die het totale geluid van de AN200 regelt.
Bepaalt de positie van het geluid van de Synth
track in het stereo beeld. Houd [SHIFT]
ingedrukt, en draai aan de [PARAM] (PAN)
knop om aan te passen.
Bepaalt het volume van de Synth track. Houd
[SHIFT] ingedrukt, en draai aan de [WET]
(VOL) knop om aan te passen.
Bereik
0 — 127
Page 40
Hoofdstuk 8 Pattern afspelen
31
Herinnert u zich Tip 3 nog, hoe u Patterns ter plekke selecteerde, terwijl ze aan het spelen waren? Hier kunt
u instellen welke Patterns door welke knoppen op het toetsenbord getriggerd worden. Elke Pattern — zelfs
de User Patterns — kunnen aan elke knop toegewezen worden. En, u kunt een toetsbereik van drie octaven
gebruiken, van C2 tot B4 — dat zijn 36 verschillende Pattern selectie locaties.
Patterns aan de toetsenbord knoppen toewijzen
1 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PATTERN
SELECT].
2 Gebruik de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen om het
gewenste octaaf bereik te selecteren.
Het lampje van de knop
knippert. Alle knoppen van
het toetsenbord staan uit.
3 Druk op de gewenste knop op het toetsenbord. (Onthoud, dat [1], [4] en
[8] niet gebruikt kunnen worden.)
4 Selecteer het Pattern met de [DATA] knop. U bent ook vrij om uw
originele User Patterns te kiezen.
5 Herhaal de Stappen 2 - 4 zo vaak als u wilt, totdat u alle gewenste
Pattern-aan-toets toewijzingen gemaakt heeft.
Druk, als u eenmaal klaar bent, op [EXIT] (of opnieuw op [SHIFT] en [PATTERN SELECT]) om de functie
te verlaten.
Probeer nu Pattern Select te gebruiken om de nieuw toegewezen Patterns te
spelen. (Een opfriscursus nodig? Zie nogmaals Tip 3.)
Toekenning Pattern Select
● Pattern Select toewijzingen opslaan
U hoeft ze niet op te slaan! Al uw instellingen van de Pattern Select
toewijzingen worden automatisch tijdens creatie opgeslagen.
Bepaalt de Pattern-aan-toets toewijzing voor
Pattern Select. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk
op [PATTERN SELECT]. Selecteer het octaaf
bereik, en druk vervolgens op de gewenste
knop op het toetsenbord en gebruik de [DATA]
knop om het Pattern te selecteren. Patterntoewijzingen worden automatisch opgeslagen.
40
Page 41
Hoofdstuk 9
32Het volume moduleren
Uw LFO leren kennen.
Deze Tip leert u de basis over het opstellen en het gebruik van de LFO. Het laat u ook kennis maken met één
van de populairdere LFO toepassingen — volume modulatie. Als het gebruikt wordt met enkele van de andere
geluidsvormende regelaars van de AN200, dan kunt u hiermee de machinegeweer effecten, helikopter-achtige
geluiden en een keur aan andere ruis-geluiden, die door de industrie gemaakt zijn, produceren. Deze effecten en
geluiden hoor je tegenwoordig vaak in veel techno, elektronische- en dance-muziek.
LFO Modulatie
Hier volgt nog een belangrijk fundament op het gebied van synthesizer geluid — de LFO.
Ofschoon LFO modulatie gebruikt kan worden om het geluid warmer en natuurlijk er te
maken, ligt zijn kracht in het creëren van wilde en extreme speciale ef fecten. Onderzoek de
volgende Tips en u zult spoedig een enorm arsenaal aan krac htige hulpmiddelen
opgebouwd hebben om het geluid op te gekk e manieren te verminken.
1 Roep een Pattern op.
2 Druk op [DETAIL], meerdere malen als dat nodig is,
totdat “Amd” (Amplitude Modulation Depth) kort in
het display getoond wordt.
3 Gebruik de [DATA] knop om de waarde op “63” in te
stellen.
Dit is de instelling van de Amplitude Modulation Depth — “amplitude” betekent “volume.” Door de Amplitude Modulation Depth op 63 in te stellen,
kan de LFO maximale controle uitoefenen over het volume van het geluid.
4 Druk op [KEYBOARD] om het toetsenbord te gebrui-
ken, en houd één van de toetsen ingedrukt.
Hoort u hoe het geluid omhoog en omlaag schommelt, in een tremolo
effect?
5 Tweak, als de noot klinkt, de LFO [SPEED] knop — en
luister naar de manier waarop de modulatie
afwisselend versnelt en vertraagt.
Amplitude Modulation Depth
Bepaalt de amplitude (volume) diepte van de
LFO. Een waarde van “63” heeft geen
volume verandering tot gevolg. Druk, om dit
in te stellen, herhaaldelijk op [DETAIL] (totdat
“Amd” getoond wordt), en gebruik vervolgens de [DATA] knop om de waarde in te stellen. (Door herhaaldelijk op [DETAIL] te
drukken, kunt u de andere Detail parameters
van de LFO doorlopen; zie blz. 42.)
Laten we nu eens de LFO op het Filter toepassen — en enkele interessante wah-wah effecten creëren.
1 Druk op [DETAIL] totdat “Fmd” (Filter Modulation Depth) kort in het
display getoond wordt.
2 Gebruik de [DATA] knop om de waarde rond “-34” in te stellen.
Dit is de instelling van de Filter Modulation Depth. Door de waarde van Filter Depth op -34 in te stellen,
krijgt de LFO enige controle over de klankkleur of de kwaliteit van de toon van het geluid.
3 Druk op [KEYBOARD] om het toetsenbord te gebruiken, en houd één van
de toetsen ingedrukt.
Kunt u het wah-wah geluid horen? Probeer de [DATA] knop te tweaken in het bereik van -64 tot -24 en
luister naar de veranderingen in Filter modulatie. Probeer ook het geluid aan de positieve kant van het
spectrum (16 tot 46) te tweaken, en luister naar het verschil.
Als u direct, vanaf Tip 32 hiervoor, naar deze Tip gekomen bent, dan zult u horen dat de LFO
zowel op Amplitude als op Filter wordt toegepast. Stel, om alleen het Filter effect te horen,
Amplitude weer in op de normale waarde (0).
Nog meer plezier:
Probeer de VCF regelaars te tweaken. Natuurlijk is het zo dat, als de LFO op het
Filter wordt toegepast, elke wijziging die u aan de Filter sectie aanbrengt, ook
het LFO-gemoduleerde geluid beïnvloedt.
Filter Modulation Depth
Bepaalt de modulatie diepte van het Filter van de
LFO. Een waarde van “0” heeft geen verandering van het Filter tot gevolg. Waarden omtrent
-64 produceren een negatieve Filter diepte;
waarden omtrent 63 produceren een positieve
diepte. Druk, om dit in te stellen, herhaaldelijk
op [DETAIL] (totdat “Fmd” getoond wordt), en
gebruik vervolgens de [DATA] knop.
Probeer de LFO te gebruiken om de toonhoogte krom te trekken — en ontdek nog enkele te gekke modulatie
effecten.
1 Druk op [DETAIL] totdat “Pmd1” (Pitch Modulation Depth 1) kort in het
display verschijnt.
2 Gebruik de [DATA] knop om de waarde rond “0” in te stellen.
Dit is de Pitch Modulation Depth 1 (voor VCO 1). Begin met deze minimum waarde.
42
3 Druk op [KEYBOARD] om het toetsenbord te gebruiken, en houd één van
de toetsen ingedrukt.
Draai, terwijl het geluid aanhoudt, de knop langzaam tegen de klok in, en breng de waarde terug omtrent
“-127.” Merk op hoe de toonhoogte steeds minder helder wordt hoe verder u van “0” gaat. (Dit geldt
ook voor positieve waarden.) Voor enkele Voices geldt, dat de toonhoogte helder blijft maar ingrijpend
verandert — met een octaaf of meer!
Probeer met verschillende instellingen van de LFO snelheid te experimenteren, en probeer ook meer dan één
noot ingedrukt te houden.
Page 43
Hoofdstuk 9 LFO Modulatie
U zult misschien, als u direct, vanaf de andere LFO Tips hiervoor, naar deze Tip gekomen bent,
alleen de Pitch modulatie willen horen. Stel, om dit te doen, zowel Amplitude als Filter weer in op
de normale waarde (0).
• Verdubbel
Experimenteer, als u eenmaal met VCO 2 (in Tip 57) begint te werken, met de twee
onafhankelijke Pitch Modulation Depth instellingen (PMD1 en PMD2) voor zelfs nog
interessantere motieven en toonhoogte wijzigingen.
Bepaalt de twee Pitch Modulation Depth instellingen
van de LFO. Instelling 1 (“Pmd1”) beïnvloedt VCO
1, terwijl instelling 2 (“Pmd2”) VCO 2 beïnvloedt.
Een waarde van “0” heeft geen verandering van de
toonhoogte tot gevolg. Druk, om dit in te stellen, op
[DETAIL] (totdat “Pmd1” of “Pmd2” getoond
wordt), en gebruik vervolgens de [DATA] knop.
De LFO gebruikt één van de 21 verschillende golfvormen om het geluid te moduleren. De speciaal door u
geselecteerde golfvorm heeft een enorm effect op het uiteindelijke geluid. Probeer enkele van ze uit en zie
wat voor een chaos u kunt creëren.
Pitch Modulation Depth 1, 2
1 Druk op [DETAIL] totdat “UA<E” (Wave) kort in het
display getoond wordt.
2 Gebruik de [DATA] knop om de golfvorm op “trGL”
(Triangle) in te stellen.
Hiermee selecteert u de Triangle (Driehoek) golfvorm. Probeer enkele van
de andere instellingen van de Golfvorm uit en luister naar de manier waarop ze het geluid veranderen.
• Sample en hold
Gebruik de Sample-en-hold golfvormen (“S-H” 1 - 4) voornamelijk voor modulatie effecten
van de Toonhoogte. Deze genereren, in tegenstelling tot de andere instellingen van de
Golfvorm, willekeurige schommelingen. Ze zijn minder geschikt voor modulatie van de
Amplitude of het Filter, aangezien de willekeurige verschillen minder duidelijk zijn. Vooral in
het geval van Amplitude, kunnen ze ongewenste uitval in het geluid tot gevolg hebben. Ze kunnen echter heel goed gebruikt worden met de Toonhoogte, vooral in het creëren van
“elektronische” geluiden en sci-fi effecten.
43
Page 44
Hoofdstuk 9 LFO Modulatie
Triangle
Triangle 2
Triangle 3
Triangle 4
Triangle 5
Bepaalt de LFO golfvorm.
Instellingen
● Sine (Sinus) (SinE), 2, 3, 4, 5
Sine
Sine 2
Golfvorm
● Triangle (Driehoek) (trGL), 2, 3, 4, 5
Sine 3
Sine 4
Sine 5
44
Page 45
Hoofdstuk 9 LFO Modulatie
S-H 1
S-H 2
S-H 3
S-H 4
● Square (Blok) (Squr), 2, 3
Square
Square 2
Square 3
● Saw 1 (Zaagtand) (SAU1), 2, 3, 4
Saw 1
● Sample-en-hold 1 (S-H1), 2, 3, 4
Saw 2
Saw 3
Saw 4
45
Page 46
Hoofdstuk 10
36Het geluid vormgeven met EG
Één van de meest belangrijke aspecten op het gebied van analoog synthesizer geluid is de manier waarop
geluid in de tijd geregeld wordt. De AN200 biedt u enkele zeer krachtige en flexibele manieren om dit te
doen. Één ervan is de EG sectie.
EG betekent Envelope Generator — “envelope” betekent hier de besturing van de vormgeving van het geluid,
zoals het zich in de tijd ontwikkelt. De EG verteld de synthesizer op effectieve wijze wanneer het volume
omhoog of omlaag gebracht moet worden.
Net als de meeste analoge synthesizers, heeft de AN200 vier EG regelaars: Attack, Decay, Sustain, en Release.
Met de AN200 kunt u ook de EG gebruiken om het filter te regelen — om de klank in de maat vorm te geven.
EG Basis
Geef vorm aan het volume, geef vorm aan de klank. Ge bruik de EG (Envelope Generator)
sectie om de manier waarop uw geluid beweegt, groeit en zich ontwikk elt, te regelen.
Laten we eens kijken hoe ze werken — en ze in actie horen.
1 Roep een Pattern op, en druk op [KEYBOARD] om de
knoppen van het toetsenbord te activeren.
2 Druk op de [SELECT] knop in de EG sectie, zodat het
AEG lampje oplicht.
Geeft aan dat AEG
geselecteerd is.
Hiermee kunt u alleen de AEG (Amplitude EG) regelen, wat het volume beïnvloedt.
3 Draai, terwijl u de knoppen bespeelt, aan de [ATTACK] knop. Probeer dit
in te stellen op ongeveer 12:00 en tik herhaaldelijk op de knoppen.
Valt het u op dat de aanslag van het geluid een beetje traag is? Zet nu de knop op zijn minimum (7:00),
en luister hoe snel de aanslag nu is. Probeer vervolgens de knop op ongeveer 2:00 in te stellen en luister
hoe het geluid heel langzaam luider wordt terwijl u de toets ingedrukt houdt.
46
4 Laten we de [SUSTAIN] knop nu eens proberen.
Houd in gedachte dat Sustain de ENIGE niveau regelaar van het groepje is — de rest van de knoppen
regelen het tempo of de snelheid.
Begin met [SUSTAIN] ingesteld op ongeveer 9:00 (een waarde van 15 - 20). Speel en houd vervolgens
een noot ingedrukt. Doe hetzelfde achtereenvolgens ook met hogere instellingen — 12:00 (64), 2:00
(95), en 5:00 (127).
Hoort u hoe het sustain of “aanhoudende” geluid van de Voice steeds harder klinkt bij elke hiervoor
genoemde instelling? Bij een instelling van 5:00, bereikt het volume zijn maximum en behoudt dit,
zolang u de noot ingedrukt houdt.
Page 47
Hoofdstuk 10 EG Basis
5 Speel vervolgens met de [DECAY] knop en luister hoe dit het geluid
beïnvloedt.
Zorg ervoor dat u [SUSTAIN] weer op ongeveer 10:00 of 11:00 terugzet — als Sustain te hoog is, zal
Decay niet werken!
Experimenteer met de [DECAY] knop. Een korte Decay waarde (knop op ongeveer 9:00) zal, afhankelijk
van de Voice en de andere EG instellingen, een zwak, percussief geluid tot gevolg hebben. Probeer de
knop op ongeveer 11:00 of 12:00 te draaien en ga vervolgens langzaam vanaf deze positie omhoog terwijl u herhaaldelijk op de toets speelt.
6 En nu op naar de [RELEASE] knop.
Begint door [ATTACK] op 7:00, [DECAY] op 11:00, en [SUSTAIN op 1:00 terug te zetten. Experimenteer
vervolgens met verschillende instellingen van de [RELEASE] knop, zoals 1:00, 3:00 en 5:00.
Merk op dat het geluid aanhoudt — bij elke instelling langer en langer — nadat u de noot loslaat.
Breng, voordat u verder gaat met Stap 7 hieronder, [RELEASE] terug naar ongeveer 1:00, en laat de
andere knoppen ongewijzigd.
7 Druk, om het nog interessanter te maken, op [SELECT] om de FEG
regelaars aan te zetten, en gebruik de EG knoppen om met het filter te
spelen. (We zullen ook in de volgende tip meer onderzoek met het filter
verrichten.)
Geeft aan dat FEG
geselecteerd is.
Speel met de vier EG knoppen en luister wat voor een soort geluidsherrie u kunt creëren.
Werk ook met de VCF sectie regelaars (blz. 27), — ze hebben een enorm effect op het totale geluid en het
gedrag van de EG. We waarschuwen u toch — de resultaten kunnen complex en onvoorspelbaar zijn.
Maar we garanderen u dat u een hele vrachtwagen vol aan geluiden zult ontdekken, die u nooit voor
mogelijk had gehouden.
● Wat is een EG? Wat doet het?
Laten we, om het aan de hand van een voorbeeld uit te leggen, eens een kijkje
nemen bij een akoestisch instrument — de piano. De piano heeft in feite geen
EGs in zich, maar het basis principe is hetzelfde.
Als u een toets op de piano aanslaat, dan begint het geluid scherp (Attack),
maar neemt snel af (Decay) naar een zachter niveau (Sustain) terwijl de noot
ingedrukt gehouden wordt, en sterft snel uit naar een complete stilte (Release)
als u de toets loslaat.
ATTACK
DECAY
SUSTAIN
RELEASE
47
Page 48
Hoofdstuk 10 EG Basis
• Tweak ze gezamenlijk
Als u begint met het tweaken van de EG, dan wilt u [SELECT] misschien zowel op FEG als op
AEG instellen. Dit neemt een hoop verwarring weg over de vraag welke EG wat doet. Als u,
bijvoorbeeld, afzonderlijke instellingen heeft en de FEG begint, lang nadat de AEG gestopt is,
dan zult u waarschijnlijk niet veel horen. Insgelijks, als de AEG begint — op het moment dat
de FEG reeds begonnen was en weer gestopt is — dan zal het geluid nooit doorkomen.
• Tweak ze afzonderlijk
Samen, zowel FEG als AEG, bijstellen (zie de hint hiervoor) is geschikt en gemakkelijk — maar
heeft ook relatief saaie, statische Voices tot gevolg. De truuk, om echt interessante,
organische geluiden te maken met verschuivende motieven, is de EGs van het Filter en
Amplitude afzonderlijk aan te passen, maar zorg ervoor dat ze vaak genoeg samenvallen om te
voorkomen dat het geluid helemaal wegvalt. Er zijn geen schema’s die u hierbij kunnen helpen
— u zult uw oren moeten gebruiken!
EG Selectie — FEG en AEG
Bepaalt de instellingen van de EG voor het
filter (FEG) en de amplitude of het volume
(AEG). Druk op [SELECT] om FEG, AEG of
beide te activeren (ALL), en gebruik vervolgens de EG regelaars (zie hieronder) om de
EG instellingen te wijzigen.
Instellingen
FEG
AEG
ALL (zowel FEG als AEG)
EG Regelaars
Attack
Bepaalt de tijdsduur waarop het geluid zijn
maximale volume bereikt heeft als een noot
gespeeld wordt.
Decay
Bepaalt de tijdsduur waarop het volume van
het geluid het Sustain niveau bereikt heeft.
Dit is vergelijkbaar met het natuurlijke verval,
zoals je dat hoort bij akoestische
instrumenten.
Sustain
Bepaalt het niveau van het geluid als een noot
ingedrukt gehouden wordt. Als dit op of nabij
het minimum is, dan zal het geluid afsterven
als de noot ingedrukt gehouden wordt. Als
dit op of nabij het maximum ligt, dan zal
Decay geen invloed hebben en het geluid zal
op het maximum niveau blijven, zolang als de
noot ingedrukt gehouden wordt.
Release
Bepaalt de tijdsduur waarop het volume van
het geluid zijn minimum bereikt (of stilte),
nadat de noot wordt losgelaten. Als Sustain
te laag is ingesteld, dan kan dit weinig of
geen effect hebben op het geluid.
Bereik
0 — 127 (voor elke knop)
48
Page 49
Hoofdstuk 10 EG Basis
37Het filter regelen met EG (FEG)
In Tip 36 hiervoor, hebben we u kennis laten maken met de EG en hebben u laten zien hoe het werkt met
volume (Amplitude). Laten we nu eens kijken wat de EG met het filter kan doen.
Met deze specifieke voorbeelden van de FEG instelling kunt u een goede start maken, en ze geven u een duidelijk omschreven gevoel van het gebruik van de EG om de kwaliteit van de toon van het geluid te veranderen.
Tijdens het proces, zult u ook meer leren over de werking van het filter — en hoe het u ten dienste kan staan.
Probeer deze instellingen uit, experimenteer met ze, en ga uit je dak! U kunt zoveel doen met deze regelaars,
er zijn zoveel geluidsmogelijkheden — dit is slechts het topje van de ijsberg.
1 Selecteer een Pattern, en selecteer vervolgens FEG.
Druk herhaaldelijk op de [SELECT] knop, totdat FEG oplicht.
Geeft aan dat FEG
geselecteerd is.
2 Begin, door een langzame Attack op het filter in te stellen.
Stel [ATTACK] in op ongeveer 12:00 (een waarde van 65).
3 Speel met de [CUTOFF] knop, terwijl u de toetsen bespeelt.
Tweak de knop langzaam in het bereik van 10:00 - 5:00 (30 - 127) terwijl u opeenvolgend enkele noten speelt.
Luister naar de manier waarop het geluid verandert. Stel, tenslotte, de knop in op ongeveer 8:00 of 9:00 (1 - 15).
4 Experimenteer nu met de [SUSTAIN] knop.
Probeer dit naar verschillende instellingen te tweaken, terwijl u de toetsen bespeelt. Zorg ervoor dat u de
toets of toetsen ingedrukt houdt — het geluid zal, terwijl u ze ingedrukt houdt, veranderen. Stel, voordat
u naar de volgende stappen gaat, dit in op ongeveer 11:00 (50).
5 Voordat we de [RELEASE] knop met het filter uitproberen, moeten we het
volume een beetje oprekken.
Druk op [SELECT] om AEG op te roepen, en stel vervolgens de [RELEASE] van AEG in op ongeveer 2:00
(90 - 95).
6 Ga nu terug naar de FEG (druk op [SELECT]), en werk met de [RELEASE]
knop van de FEG.
Speel een serie van enkele noten, en tweak de knop tussen 11:00 en 4:00 (45 en 120).
Merk op hoe de instelling van de FEG Release bepaalt, hoeveel van het geluid gehoord wordt, nadat de
toets wordt losgelaten. Als de Filter Release te kort is, dan zal weinig of geen geluid doorkomen.
Stel dit, tenslotte, in op ongeveer 12:00 of 1:00 (65 - 80).
49
Page 50
Hoofdstuk 10 EG Basis
7 Speel ook eens een beetje met de [DECAY] knop.
Tweak dit, net als in het geval van de andere regelaars, naar verscheidene instellingen, terwijl u de
toetsen bespeelt. Stel dit, tenslotte, in op ongeveer 1:00 of 2:00 (80 - 90).
8 U staat er nu alleen voor!
Ga, met de hiervoor genoemde instellingen als beginpunt, terug naar elk van de EG knoppen en speel nog
een beetje met ze. Gebruik de andere regelaars ook — en luister naar de manier waarop ze het geluid
veranderen. En ga, nu u toch hier bent, verder naar Tip 38 hieronder — voor verdere FEG
onderzoekingen.
38Meer over FEG Depth
U heeft in Tip 37 iets over de FEG Depth regelaar geleerd. Laten we hier, in deze Tip — en de volgende, eens
dieper naar kijken (en luisteren).
1 Ga verder, als dit mogelijk is, met het geluid dat u in Tip 37 hiervoor
gecreëerd heeft.
Selecteer een Pattern, en tweak de regelaars naar de basis instellingen zoals hieronder getoond.
FEG
AEG
2 Speel nu een beetje met de [FEG DEPTH] knop.
Stel het, ten eerste, in op ongeveer 12:00 en draai het vervolgens langzaam met de klok mee, terwijl u de
toetsen bespeelt. Luister naar de geluidsveranderingen — enkele hiervan zullen waarschijnlijk vrij subtiel
zijn.
Tweak de knop naar de andere kant, en luister hoe het geluid uitvalt bij de negatieve waarden (7:00 12:00). Maak u hierover niet ongerust — we zullen in Tip 39 hieronder zien hoe we effectief gebruik kunnen maken van de negatieve instellingen.
50
Stel, tenslotte, de knop in op ongeveer 2:00 (50). Experimenteer ook met de [RESONANCE] knop.
Probeer een verscheidenheid aan instellingen uit — vooral rond 1:00 - 4:00 — en luister hoe ze de klank
veranderen.
Page 51
Hoofdstuk 10 EG Basis
39Een negatief gebruik maken — van FEG Depth
Hier volgt, zoals we in de laatste Tip beloofd hebben, een aanwijzing voor het creëren van geluid dat gebruik
maakt van de negatieve waarden van FEG Depth. Probeer deze instellingen uit — en luister hoe het is aan de
“min” zijde van het geluid.
1 Stel, ten eerste, alles in met de volgende instellingen:
EG [SELECT]...........op “ALL” (zowel FEG als AEG)
[ATTACK] ................op ongeveer 2:00 (90 - 100)
[DECAY].................. op ongeveer 1:00 (80)
[SUSTAIN].............. op ongeveer 3:00 - 4:00 (100 - 120)
[RELEASE]..............op ongeveer 1:00 - 2:00 (80 - 90)
[CUTOFF]................ op ongeveer 2:00 (100)
[RESONANCE] ........ op ongeveer 2:00 (70)
2 Stel, tenslotte, de [FEG DEPTH] knop in op 7:00 (-128) — de maximale
negatieve waarde.
3 Speel nu een aantal enkele noten, enigszins uit elkaar, en luister naar de
erg trage aanslag en de lange sustain. Hoort u hoe het filter langzaam
sweept en groeit met het geluid?
Een negatieve instelling van FEG Depth draait de FEG handeling om — waardoor er een filter sweep effect
geproduceerd wordt dat, in plaats van te pieken, omlaag duikt. Dit houdt in dat het geluid, tot het einde toe,
zachter en gedempter klinkt — als het filter weer omhoog zwiept.
Probeer deze ook
• Experimenteer met hogere Cutoff en Resonantie instellingen dan die hiervoor getoond worden.
• Pas de FM Depth, Sync Pitch, en Noise Level instellingen aan — om het Filter wat rijkere
boventonen te geven om mee te werken, en het geluid interessanter te maken.
• Probeer ook, om het nog gekker te maken, enkele lange Portamento instellingen, (bijvoorbeeld, rond de 90 - 110).
51
Page 52
Hoofdstuk 11
40Portamento — het beroemde glijdende
toonhoogte effect.
U heeft het geluid eerder gehoord. Ofschoon zangers en instrumentalisten het gebruiken om omhoog of
omlaag naar een centrale toonhoogte te buigen, is Portamento één van de bepalende eigenschappen van
analoge synthesizers en elektronische muziek.
Geavanceerde
geluidvormende
regelaars
U bent nu aardig op weg om een volleerde synthesizer programmeur te worden. U
heeft over de P atterns, de Scenes, Ef f ecten, het Filter , LFO, EG, enzo v oorts
geleerd — maar uw onderwijs is nog niet voltooid. De AN200 heeft in f eite nogal
wat meer geluidstruuks te bieden. Laten we er nu eens een paar proberen...
Er schuilt een enorme kracht achter Portamento. Aan de ene kant kunt u subtiele glijdende “voorslagen”
toevoegen. Aan de andere kant kan het de toonhoogte totaal omverwerpen en atonale glissando’s opleveren.
Het effect is uiteindelijk afhankelijk van de noten die u speelt en de afstand tussen deze noten. Probeer het
uit en zie met wat voor maffe dingen u op de proppen komt.
1 Roep een Pattern op, en stel de [PORTAMENTO] knop in op ongeveer
10:00 (ongeveer op 25 in het display).
2 Activeer het toetsenbord met [KEYBOARD], en speel vervolgens de noten
[9] en [16] beurtelings.
3 Probeer ook andere instellingen uit, en luister hoe
het Portamento effect verandert.
Voer Portamento op tot ongeveer 12:00 (64), vervolgens tot 2:00 (95), en
tenslotte tot het maximum van 5:00 (127).
Experimenteer. Probeer het effect uit op enkele van uw andere favoriete
Voices. Probeer ook Portamento te tweaken, terwijl het Pattern speelt — en
luister naar de resulterende geluidsherrie.
Portamento
Bepaalt de Portamento tijd, of hoe lang het
duurt om de toonhoogte van de ene noot naar
de andere noot te laten glijden. Hogere waarden hebben een langere glijtijd van de
toonhoogte tot gevolg.
Net als de ouderwetse synthesizers uit het verleden, zit de AN200 werkelijk boordevol modulatie-opties —
waardoor u het vermogen heeft om het geluid op wilde en unieke manieren te mangelen. Toch biedt het u
ook enkele fascinerende digitale draaiingen — zoals FM Depth.
FM Depth kan, afhankelijk van de andere Voice instellingen, erg subtiel zijn, door boventonen toe te voegen
of de toonhoogte te veranderen — soms bijna onopgemerkt. Het kan ook ruwe geluiden, metalige geluiden,
of geluiden zonder toonhoogte creëren — perfect als u wat gangbare scherpte of ruis-percussie aan uw
tracks wilt toevoegen.
1 Selecteer, om te beginnen, een Pattern.
Probeer een Pattern met een zachte, warme Voice te selecteren waardoor u de subtielere kwaliteiten van
FM Depth kunt horen.
2 Draai de [VCO 1/2] knop helemaal naar links.
Hierdoor hoort u alleen VCO 1 — dit is belangrijk, omdat FM Depth alleen VCO 1 moduleert.
3 Stel de [FM DEPTH] knop in op 12:00 (op ongeveer 0).
Dit is het midden of de nulstand voor FM Depth — draai de knop vanaf dit punt in willekeurige richting
om het geluid te wijzigen.
Draai het zeer langzaam, terwijl u het toetsenbord bespeelt en luister hoe de Voice verandert.
Probeer dit uit met verschillende Voices. FM Depth wijzigingen kunnen, afhankelijk van de andere Voice
instellingen, zeer subtiel zijn — of extreem en ruw.
• Nauwkeurig stemmen
Aangezien het geluid en de toonhoogte, zelfs bij de geringste draai aan de knop, totaal kunnen
verschuiven, wilt u misschien in plaats daarvan de [DATA] knop gebruiken. Hierdoor kunt u
FM Depth veel langzamer regelen. Zorg ervoor dat u eerst aan [FM DEPTH] draait, zodat FM
Depth wordt opgeroepen voor de [DATA] knop.
• Synchroon — en asynchroon
Experimenteer ook met verscheidene Sync Mode (blz. 58) en Sync Pitch instellingen. Deze
werken samen met FM Depth bij het moduleren van VCO 1, en kunnen het karakter van het
geluid ingrijpend veranderen.
FM Depth
Bepaalt de mate van modulatie die door de
FM functie gecreëerd wordt. Hoe verder de
waarde van het middelpunt ligt (64), hoe
groter de modulatie diepte. Sommige instellingen kunnen een metalig geluid, zonder een
waarneembare toonhoogte, tot gevolg hebben; sommige instellingen veranderen de
toonhoogte totaal.
Dit is één van de eenvoudigste knoppen op de AN200 om te begrijpen, VCO 1/2 is een eenvoudige balans
regelaar. Hiermee kunt u het relatieve volume van de twee oscillatoren, VCO 1 en VCO 2, aanpassen. De
eenvoud is echter misleidend — want ook hierachter schuilt er heel veel kracht.
Samen met de VCO 1 en VCO 2 Golfvorm regelaars (zie Tip 56), legt u hier de echte basis van het geluid —
waarop al het andere van de AN200 gebouwd wordt.
1 Selecteer en speel een Pattern.
2 Draai de [VCO 1/2] knop helemaal naar links en
bespeel het toetsenbord.
U hoort nu alleen VCO 1.
3 Draai vervolgens [VCO 1/2] helemaal naar rechts — zodat nu alleen VCO 2
klinkt.
Speel een beetje met deze knop, terwijl u een noot ingedrukt houdt, en luister hoe de twee golfvormen in
elkaar smelten.
Merk op dat de knop in het midden een gemakkelijk overgangspunt bevat, waardoor u gemakkelijk uw
weg terug naar nul kunt vinden — wat een 50-50 mix is van de twee VCO’s.
• Soleren met VCO 1
Een originele Voice vanaf het begin opbouwen? Soleren met VCO 1 (positie 7:00) is één van
de beste manieren om te beginnen. Door alleen naar VCO 1 te luisteren kunt u gemakkelijker
de VCO 1 Golfvorm instellen (blz. 56). Het is ook essentieel voor FM Depth (blz. 53), aangezien die functie alleen VCO 1 beïnvloedt. En, als u de Sync Mode (blz. 58) op “VCO1 M>S” of
op “VCO2 > 1” heeft ingesteld, dan zult u, door te soleren met VCO 1, duidelijk de modulatie
horen die teweeg wordt gebracht.
VCO 1/2 Balans
Dit bepaalt de balans van het volume van de
twee oscillators, VCO 1 en VCO 2.
Hier is een ander mooi knopje. Hiermee kunt u op een fantastische manier wat
grommen en knarsen in de basis golfvorm gooien — waardoor u de Voice met
wat ruis kunt vervuilen.
Waarom ruis toevoegen? Waarom niet het Distortion effect gebruiken? En wat voor
nut heeft “vuil” in het geluid, eigenlijk? (We zaten al te wachten op deze vragen...)
Nou, behalve de voor de hand liggende Lo-fi en industriële muziektoepassingen —
die bijvoorbeeld ruis percussie produceren — is ruis fantastisch om harmonische
inhoud toe te voegen binnen het gehele frequentie spectrum. En die harmonische
inhoud, toegevoegd aan het begin van het golfsignaal, maakt het geluid
interessanter als u later met de filter (VCF) sectie werkt. In feite veel interessanter.
Gebruik het echter verstandig — teveel ruis kan de basis-toonhoogte en het
karakter van het geluid maskeren.
Probeer een Pattern te selecteren met een relatief “zuivere” en zachte Voice.
Werk met de [NOISE LEVEL] knop om te horen hoe verschillende maten van
ruis het geluid beïnvloeden.
Noise Level
Bepaalt het niveau van het ruis-signaal dat
toegevoegd wordt aan de VCO’s.
Bereik
0 — 127
44Golfvormen maken — VCO 1 en VCO 2
Hier begint het geluid. Al het te gekke, verbazingwekkende materiaal op de AN200 begint met de golfvormen
— gegenereerd door VCO’s 1 en 2.
De AN200 biedt u een grote verscheidenheid aan golfvormen — om nog maar niet te spreken van de enorme
flexibiliteit waarin ze gecombineerd, gemoduleerd, en verwerkt kunnen worden.
Het onderwerp van golfvormen kan nogal gecompliceerd zijn en u wilt hier ongetwijfeld niets over lezen. Gebruik, zoals altijd, uw
oren! Luister naar de verscheidene golfvormen en experimenteer ermee. Probeer ze uit met de verwerkingssecties — vooral
VCF — en luister hoe ze klinken. Dat is de beste en enige manier om te beginnen met het creëren van uw eigen Voices.
2 Soleer met VCO 1 door de [VCO 1/2] knop helemaal
naar links te draaien.
3 Stel Sync Mode in op OFF door op [MODE] te drukken.
4 Druk herhaaldelijk op de VCO 1 [WAVE] knop om verschillende
golfvormen te selecteren.
Het is nog beter om op [WAVE] te drukken en aan de [DATA] knop te draaien. Hierdoor kunt u toegang
verkrijgen tot ALLE golfvormen — inclusief de “verborgen” golfvormen.
De daadwerkelijk beschikbare golfvormen verschillen, afhankelijk van de Sync Mode instelling.
Selecteer, nadat u de golfvormen, die beschikbaar zijn als Sync Mode is ingesteld op “OFF”, heeft
uitgeprobeerd, één van de twee andere modes, en probeer vervolgens de nieuwe groep golfvormen uit.
(Zie Tech Talk hierna en het Golfvorm Overzicht op blz. 56 voor details.)
1 Zorg ervoor dat hetzelfde Pattern, dat u hiervoor geselecteerd heeft, nog
steeds opgeroepen is.
2 Soleer met VCO 2 door de [VCO 1/2] knop helemaal
naar rechts te draaien.
3 Druk op de VCO 2 [WAVE] knop en gebruik de [DATA]
knop om de golfvormen te selecteren.
Er is, anders dan bij VCO 1, slechts één “verborgen” golfvorm in de VCO 2 sectie (Saw 2), en
de beschikbare golfvormen zijn hetzelfde, ongeacht de instelling van de Sync Mode.
In ouderwetse analoge synthesizers, werden de basis-golfvormen door “oscillators”
gegenereerd. De AN200 doet het op een iets andere manier — en toch is het geluid precies
hetzelfde. Daarom hanteren wij nog steeds de naam “VCO”: Voltage Controlled Oscillator.
VCO 1, VCO 2 Golfvorm
Bepaalt de golfvorm voor de VCO 1 of VCO 2 oscillator. Druk herhaaldelijk
op de [WAVE] knop (in VCO 1 of VCO 2); gebruik de [DATA] knop om “verborgen” golfvormen te selecteren (hierna aangeven door sterretjes).
VCO 1 Golfvorm
Instellingen
(Beschikbare golfvormen zijn afhankelijk van de Sync Mode instelling;
blz. 58. Sterretjes (*) geven “verborgen” golfvormen aan, die met
behulp van de [DATA] knop te selecteren zijn.)
Als Sync Mode uit staat:
Saw ( SAU)
* Saw 2 ( SAU2)
Pulse ( PuLS)
Mix ( mi$)
Multi Saw ( m.SAU)
Als SYNC aan staat (“VCO 1 M>S” of “VCO 2 > 1”):
Saw ( SAU)
Pulse ( PuLS)
Inner1 (inr1)
* Inner2 (inr2)
* Inner3 (inr3)
Square ( Squ)
* Noise ( niSE)
VCO 2 Golfvorm
Instellingen
(Sterretjes (*) geven “verborgen” golfvormen aan, die met behulp van
de [DATA] knop te selecteren zijn.)
Hoe vet wilt u het hebben?
Met de Key Assign instellingen kunt u wat de werking van de AN200 betreft kiezen tussen Poly en Mono. En,
met Unisono, brengen ze de ongelooflijk vette geluiden van ouderwetse synthesizers terug — zodat u de
Voices op de oude analoge manier kunt versterken.
1 Roep een Pattern op en druk op [KEYBOARD].
Probeer een Pattern te selecteren met een tamelijk grote en vette Voice. Laten we eens zien wat we ervan
kunnen maken.
2 POLY zou nu moeten oplichten. Druk, als dit niet zo
is, op [KEY ASGN], totdat het oplicht, en “PoLY“ in
het display getoond wordt.
Met de Poly instelling, kunt u volle akkoorden spelen en vasthouden —
tegelijkertijd maximaal vijf noten.
3 Druk nogmaals op [KEY ASGN] om Legato (LGto) op te roepen.
Legato is één van de Mono instellingen, wat betekent dat u hier geen akkoorden kunt spelen — slechts
lijnen van één noot. Maar dat is ok, omdat Legato ideaal geschikt is voor leads en solo’s, alsook bas lijnen.
Speel enkele noten en luister naar het effect. Probeer één noot met uw linkerhand ingedrukt te houden,
terwijl u snel met uw rechterhand andere noten speelt en loslaat.
Valt het u op hoe de noten elkaar afwisselen? Dit is fantastisch voor snelle trillers — en toch houdt het
de EG overal consistent, zolang u de eerste noot ingedrukt houdt. Probeer ook melodieën met een
vloeiende, legato stijl te spelen — door een noot pas los te laten als u de volgende ingedrukt heeft.
4 Gebruik de [DATA] knop om de “verborgen” Mono
(mono) instelling op te roepen.
Speel enkele noten. Probeer ze vloeiend in legato te spelen, zoals u hiervoor deed. Is het u opgevallen hoe scherp de attack van elke noot is,
ongeacht hoe vloeiend u probeert te spelen?
Mono is vergelijkbaar met Legato, in die zin dat u slechts één noot tegelijkertijd kunt spelen. Echter, de EG wordt geretriggerd, of vanaf het begin
gestart, bij elke nieuwe noot die u speelt — of u in legato speelt of niet.
5 Laten we het geluid nu eens serieuzer maken! Roep
de Unisono (unSn) instelling op, met [KEY ASGN] of
de [DATA] knop.
Unisono is hetzelfde als Legato, met uitzondering van één zeer belangrijk
verschil — het is ongelofelijk vet. Unisono maakt maximaal gebruik van de
polyfonie van de AN200 door vier van de “noten” tot één grote, vette
monofonische stapel samen te brengen.
Key Assign
Bepaalt hoe de Voices op het toetsenbord (of
MIDI) reageren, en hoe ze de beschikbare vijfnoot polyfonie gebruiken. Druk, om in te stellen, op [KEY ASGN] en gebruik de [DATA] knop.
Instellingen
Poly (PoLY)
Speelt Voices met volledige vijf-noot
polyfonie.
Legato (LGto)
Speelt Voices monofonisch, tegelijkertijd maximaal één noot. Opeenvolgend
gespeelde noten retriggeren de PEG,
FEG, of AEG niet — resulterend in een
vloeiender noot-naar-noot geluid.
Mono (mono)
Speelt Voices monofonisch, tegelijkertijd maximaal één noot. PEG, FEG, en
AEG worden geretriggerd bij elke nieuw
gespeelde noot.
Unison (unSn)
Speelt vier polyfonische noten in unisono,
of een stapel van één noot. Met andere
woorden, de reactie van het toetsenbord
is monofonisch, maar het aantal noten dat
daadwerkelijk klinkt is polyfonisch.
Bepaalt de toonhoogte van de “slave”
oscillator in halve noten, en is alleen beschikbaar als Sync Mode (hiervoor) aan staat.
Hierdoor kunt u een verschil in toonhoogte
creëren tussen master en slave oscillators en
het resulterende harmonische interval
regelen. Bij een instelling van “0”, is de
toonhoogte hetzelfde als de master oscillator.
Hogere waarden vergroten het interval voor
een meer kletterend geluid. Zorg ervoor, om
het effect goed te horen, dat het VCO 1 niveau
hoog genoeg is ingesteld (zie blz. 54).
Bereik
-64 — 63
Sync Mode
De toongenerator van de AN200 heeft twee oscillator secties: VCO 1 (die in feite twee oscillators
bevat), en VCO 2 (die er één heeft). Sync Mode bepaalt hoe de oscillators gesynchroniseerd worden
— één is de “master” die alles regelt, de andere een “slave”. De master oscillator bepaalt de totale
toonhoogte van het geluid, en de slave oscillator regelt de klank door boventonen toe te voegen.
Als het op OFF is ingesteld, dan is er geen synchronisatie. Als het wordt ingesteld op “VCO 1
M>S”, dan worden de twee VCO 1 oscillators binnen in de VCO1 gescheiden en gesynchroniseerd,
waarvan de één wordt toegewezen als de “master” die alles regelt en de andere de “slave”. Als dit
op “VCO 2>1” is ingesteld, dan worden de oscillators van de VCO 1 naar VCO 2 gesynchroniseerd,
waarbij de VCO 2 als de “master” wordt toegewezen.
Druk, om in te stellen, op [SYNC MODE].
Instellingen
OFF
Heeft geen synchronisatie tot gevolg.
VCO 1 M>S (VCO 1 master in slave)
De twee oscillators van VCO 1 worden binnen in de VCO1 gescheiden en gesynchroniseerd,
waarbij de één de ander regelt. Hierdoor kunt u gebruik maken van Sync Pitch (hierna) om het
master/slave geluid te regelen, en toch nog een andere oscillator (VCO 2) overhouden.
VCO 2 > 1 (VCO 2 in VCO 1)
De twee oscillators van VCO 1 worden naar VCO 2 gesynchroniseerd, waarbij de VCO 2 als de
“master” wordt toegewezen.
46Sync Mode en Sync Pitch
Hier zijn twee belangrijkere toevoegingen aan uw arsenaal van geluidsvormende krachtmiddelen. Probeer ze
uit en luister hoe ze de toonhoogte veranderen en het geluid verhelderen.
1 Roep een Pattern op en start het.
2 Stel de [VCO 1/2] knop helemaal naar links in, zodat u alleen VCO 1 hoort.
3 Druk op de [SYNC MODE] knop om VCO M>S (<.m-5) te selecteren.
4 Werk met de [SYNC PITCH] knop, vooral tussen 11:00 en 4:00.
Merk op hoe de basis toonhoogte en de boventonen drastisch verschuiven, terwijl u de knop tweakt.
5 Wijzig de instelling van de SYNC MODE naar VCO 2>1 en speel opnieuw
met SYNC PITCH.
• Andere golfvormen
Probeer een andere golfvorm voor VCO 1 te selecteren, en tweak vervolgens, met Sync Mode
ingesteld op één van de “on” instellingen, Sync Pitch. De Ruis golfvorm in het bijzonder is een
goede kandidaat voor het creëren van effecten zonder toonhoogte, waarvan de boventonen
verschoven worden.
• Hoog inbrengen
Zorg ervoor, als u Sync Mode en Sync Pitch gebruikt om een Voice samen te stellen, dat u de
VCF regelaars op de juiste instellingen instelt, zodat u alle hoge boventonen hoort die
gegenereerd worden. Onthoud dat u de knoppen later altijd weer terug kunt draaien, als het
geluid te “scherp” is.
Met de spannende en krachtige Scene eigenschap kunt u twee verschillende Voices binnen één enkele
Pattern creëren en gebruiken. Maar het belangrijkste is, dat u onmiddellijk tussen deze twee kunt schakelen
of geleidelijk van de één naar de andere “morpht” (in elkaar laten overvloeien) — dit alles in real time.
U heeft reeds enkele Scenes in Tip 23 uitgeprobeerd, en gehoord hoe effectief, dynamisch, en uiteindelijk hip
de functie kan zijn. Het is nu de tijd om zelf één of twee Scenes te creëren.
1 Druk op de SCENE knop [1]. U zult eerst met deze
Scene gaan werken.
2 Werk met de regelaars en verkrijg het gewenste
geluid voor Scene 1. Elk van de Synth knoppen kan
gebruikt worden.
Alleen knop [1] is aan.
• Alleen de Voice-gerelateerde paneel knoppen kunnen gebruikt worden om naar de Scenes
op te nemen; instellingen voor knop verwisselingen (zoals LFO Detail en Key Assign) worden genegeerd.
• Octaaf kan niet gewijzigd worden voor de Scenes. Met andere woorden, beide Scenes zullen altijd dezelfde octaaf instelling behouden.
• Onthoud dat u eerst uw eerste Scene moet opslaan, voordat u de tweede Scene kunt
creëren. Het verwisselen of morphen naar een nieuwe scene zal automatisch en
onherroepelijk elke gemaakte wijziging wissen.
3 Druk, terwijl u [STORE] ingedrukt houdt, op de SCENE
knop [1].
Scene 1 is zojuist opgeslagen. Laten we nu eens verder gaan naar Scene 2.
Zorg ervoor dat u [STORE] ingedrukt houdt, totdat u op de SCENE knop [1] of [2] heeft
gedrukt. Anders zal de AN200 overschakelen naar de Pattern Opslag handeling (blz. 79).
4 Voer dezelfde handeling uit voor Scene 2 — door de
stappen 1 - 3, zoals hiervoor, te herhalen, maar dan
deze keer met SCENE knop [2].
Geeft aan dat de nieuwe instellingen naar Scene 1 zijn opgeslagen.
Scene Opname
Hiermee kunt u twee verschillende synth
geluiden als Scenes programmeren, en de
SCENE regelaars gebruiken om tussen ze te
schakelen of te crossfaden.
Druk op SCENE [1] om Scene 1 te selecteren
en wijzig desgewenst het geluid. Sla Scene 1
op door [STORE] ingedrukt te houden en op
SCENE [1] te drukken. Herhaal de handeling
voor Scene 2, door SCENE [2] te gebruiken.
Sla, als u klaar bent, het Pattern op (blz. 79).
59
Page 60
Hoofdstuk 12
Free EG
Hier is een ander uiterst cool en krachtig hulpmiddel voor de regel freak in u. De AN200
bevat een eindeloze voorraad aan geluidsherrie en wilde, verschuiv ende synthesizer
motieven, maar u kunt het allemaal onder controle houden — met F ree EG.
48
De AN200 heeft zoveel real-time besturings-eigenschappen, dat het moeilijk is om ze allemaal in één keer te
begrijpen. Heeft u het gevoel dat u een extra paar handen nodig heeft? Of misschien een extra twee? Geen
probleem. U hoeft alleen maar de fantastische EG eigenschap te gebruiken. De AN200 bevat een hoop
krachtige opname functies — maar geen ervan zijn zo indrukwekkend als deze.
Free EG biedt u maximaal vier tracks voor de opname van uw knop bewegingen — waardoor u realtime
geluidswijzigingen en knop bewegingen als een deel van het Pattern kunt opnemen. Dus, elke keer dat u het
Pattern speelt, spelen uw knopwijzigingen hier direct mee — precies zoals u ze opneemt.
We noemen dit “Free EG”, omdat u hiermee unieke, complexe, en continue parameterwijzigingen kunt
creëren die u onmogelijk kunt bewerkstelligen met conventionele EGs.
1 Roep het gewenste Pattern op, en druk op de rode
Opname knop.
U wilt misschien de Length (Tip 63 hierna) in deze stap instellen. Doe dit echter VOORDAT u
op de Opname knop drukt; Length kan niet tijdens Free EG opname ingesteld worden.
Free EG
Geeft aan dat opname standby staat.
60
2 Selecteer de Free EG track die u wilt opnemen.
Druk op de juiste FREE EG knop, [1] - [4]. De knop licht op om aan te geven dat de track klaar staat voor opname.
Gewoonlijk zal [1] oplichten — dus als u Track 1 wilt opnemen, dan hoeft u hier niets te doen. Als er track-
knoppen oplichten waar u NIET naartoe wilt opnemen, dan moet u deze indrukken om ze uit te zetten.
Onthoud, dat u tegelijkertijd naar meerdere tracks kunt opnemen door de juiste knoppen in te drukken.
(Zie Power Hints hierna.)
Page 61
61
3 Start het Pattern, en maak uw bewegingen.
Druk op de Start/Stop knop.
De metronoom klikt om u in te leiden in de opname, zodat u meteen, bij de
start van het Pattern, met uw knop bewegingen kunt beginnen.
Onthoud de regel: Één knop, één track. Als u eenmaal een bepaalde knop
opneemt, dan kunt u geen andere knop naar de track opnemen (tenzij u
opnieuw begint met de hele Free EG opname). Het tweaken van elk van de
andere knoppen wordt genegeerd.
Het displaynummer geeft het huidige maatnummer aan. Als u Length (zie Tip 63 hierna) op
“2” heeft ingesteld, dan loopt het Pattern tweemaal, en het display verandert
dienovereenkomstig.
4 Druk, om de opname te stoppen, op de Start/Stop
knop.
Ga, als u de track opnieuw wilt opnemen of bewegingen naar andere tracks
wilt opnemen, terug naar Stap 2 (hiervoor) en begin helemaal opnieuw.
5 Om uw Free EG opname te kunnen horen, moet u
ervoor zorgen dat de juiste track-knoppen aan staan,
en vervolgens op de Start/Stop knop drukken om het
Pattern te spelen.
Denk eraan dat u uw nieuw bewerkte Pattern opslaat! (Zie Tip 60.) Al uw
Free EG track opnames zullen hier direct mee worden opgeslagen.
• Tegelijkertijd naar meerdere tracks opnemen
Druk op de juiste Free EG Track knoppen. De AN200 kent, tijdens de opname, elke knop die u
beweegt automatisch toe aan de eerstvolgende beschikbare track. Laten we, bijvoorbeeld,
eens zeggen dat u naar Tracks 1 en 2 opneemt. U beweegt de CUTOFF knop eerst, en dat
wordt naar Track 1 opgenomen. Vervolgens, terwijl u Cutoff tweakt, beweegt u [FEG DEPTH]
— dat naar Track 2 wordt opgenomen.
• Neem de tijd en laat het Pattern loopen!
U kunt, als een variatie op de voorgaande hint, alle tracks instellen om op te nemen, en vervolgens elke track afzonderlijk tweaken, terwijl het Pattern loopt. Elk van uw bewegingen wordt
netjes naar een afzonderlijke track opgenomen, en u kunt het effect van uw laatste knop tweak
horen, terwijl u de volgende opneemt.
• Gebruik de vier tracks in uw voordeel
Neemt uw tweaken van een bepaalde knop naar alle vier tracks op, en kies vervolgens de beste
“take” van de vier. Zorg ervoor dat u elke knop, nadat u het heeft opgenomen, uit zet — zodat
het niet afspeelt en uw opname van de volgende knop verstoort. Luister beurtelings naar elke
track door de juiste knop aan te zetten.
• Verander de manier waarop uw Free EG tracks worden afgespeeld
De Type parameter (zie Tech Talk hierna) geeft u vier verschillende manieren om de Free EG
tracks te laten loopen. Probeer ze uit, als u uw Pattern speelt, en luister naar de interessante
dingen die ze met uw tracks doen.
Hoofdstuk 12 Free EG
Free EG — Type en Trigger
Type
Bepaalt het loop-type voor het afspelen van Free
EG. Druk herhaaldelijk op de [MODE] knop, totdat “tYPE” verschijnt, en gebruik vervolgens
de [DATA] knop om de instelling te wijzigen.
Instellingen
oFF
Geen loop.
FUd (Forward)
Free EG sequence loopt vanaf het begin
tot het eind.
FUdH (Forward Half)
Free EG sequence loopt vanaf het midden tot het eind.
ALt (Alternate)
Free EG sequence loopt vanaf het begin tot het
eind, en vervolgens vanaf het eind tot het begin.
ALtH (Alternate Half)
Free EG sequence loopt vanaf het midden tot het eind, en vervolgens vanaf het
eind tot het midden.
Trigger (“triG”)
Bepaalt hoe het afspelen van de Free EG tracks
getriggerd wordt. Gewoonlijk moet dit op Free
(“FrEE”) ingesteld zijn, zodat de tracks
afspelen als het Pattern gestart is. Door dit op
MIDI (“midi”) in te stellen, kunt u het
afspelen van Free EG, vanaf een aangesloten
MIDI toetsenbord of sequencer, starten .
Druk herhaaldelijk op de [MODE] knop, totdat
“triG” verschijnt, en gebruik vervolgens de
DATA knop om de instelling te wijzigen.
Instellingen
FrEE (Free)
Triggert het afspelen van de Free EG tracks,
vanaf een willekeurig beginpunt, als een
Noot Aan boodschap vanaf een
aangesloten MIDI apparaat wordt ontvangen, of als er een toets op de AN200 wordt
gespeeld, of als het Pattern gestart wordt.
midi (MIDI in Noten)
Triggert het afspelen van de Free EG
tracks, vanaf het beginpunt, als een Noot
Aan boodschap vanaf een aangesloten
MIDI apparaat wordt ontvangen, of als er
een toets op de AN200 wordt gespeeld.
ALL (Alle Noten)
Triggert het afspelen van de Free EG tracks,
vanaf het beginpunt, als een Noot Aan boodschap vanaf een aangesloten MIDI apparaat
wordt ontvangen, of als er een toets op de
AN200 wordt gespeeld, of bij de eerst opgenomen noot van het Pattern (wat wel of niet
het beginpunt van het Pattern kan zijn).
Strt (Sequencer Start)
Triggert het afspelen van de Free EG
tracks, vanaf het beginpunt, alleen als
het Pattern gestart is.
Page 62
Hoofdstuk 12 Free EG
49
De lengte van uw Free EG tracks wijzigen
De kleine flexibele Length eigenschap werkt op twee manieren — zowel bij het opnemen als het afspelen.
Hiermee kunt u instellen hoe lang (in maten) uw Free EG bewegingen worden opgenomen, en u kunt
afzonderlijk instellen hoe lang het duurt om ze af te spelen.
Stel Length in, voordat u een Free EG track opneemt. Nader omschreven, stel het in VOORDAT u op de rode
Opname knop drukt (maar nadat u het Pattern geselecteerd heeft) in Stap 1 van Tip 48 hiervoor.
Druk herhaaldelijk op de [LENGTH] knop om de instellingen te doorlopen. (Of druk op [LENGTH] en gebruik
de [DATA] knop.) Het nummer in het display geeft de Length aan in maten.
Als u uw knop bewegingen, over twee maten verdeeld, wilt opnemen (twee herhalingen van het Pattern), dan
moet u dit op “2
” instellen. Als u wilt dat uw tweaken zich over acht maten uitstrekt, dan moet u dit op “8”
instellen.
Als uw tracks eenmaal opgenomen zijn, dan kunt u Length, net voor het afspelen, weer instellen. Hiermee
regelt u hoelang het spelen van alle vier tracks duurt.
• Neem de tijd
Wilt u enkele echte langzame wijzigingen maken? Wat denkt u van een geleidelijke filter sweep
die naar een climax toe, over verscheidene maten, wordt opgebouwd? Stel een lage Length in
voor de opname (bijvoorbeeld, “0,5”), en vervolgens stelt u, voordat u het Pattern afspeelt,
een hoge Length in, bijvoorbeeld “8”.
• Maak het sneller
Voor echt snelle wijzigingen, moet u het tegenovergestelde doen van het vorige. Stel een hoge
Length in voor opname en een lage Length voor het afspelen. Houd in gedachte dat elke track
met een afzonderlijke Length kan worden opgenomen.
Free EG Length
Bepaalt de tijd van de Free EG — voor zowel
opname als afspelen. Elke track kan
onafhankelijk worden ingesteld voor opname;
echter, de instelling m.b.t. het afspelen,
beïnvloedt alle tracks bij elkaar. Aangezien
Free EG gebaseerd is op maten, zal het veranderen van de bpm (tempo) van het afspelen
ook automatisch de daadwerkelijke tijd van
de Free EG wijzigen. Druk, om dit in te stellen, herhaaldelijk op [LENGTH].
Instellingen
0,5; 1; 1,5; 2; 3; 4; 6; 8 (maten)
62
Page 63
Hoofdstuk 13
Pattern Power
Tips
Het wordt tijd om uw AN200 kennis en ervaring te gaan gebruiken — en in
deze Pattern Power Tips te gaan graven.
De eerste paar Tips laten u k ennis maken met enk ele belangrijke hulpmiddelen om
met de Patterns te werken, zoals het kopiëren en wissen van gegevens. Het zijn
grondbeginselen, maar u moet ze niet negeren. U heeft ze nodig voor de leuke dingen die nog gaan komen — zoals het creëren van uw eigen originele Patterns!
50
Hier is een effect dat al geruime tijd een hoofdbestanddeel is in dance en techno muziek. Met de Top functie
kunt u onmiddellijk het gehele Pattern, vanaf de top, retriggeren — zodat u al die coole stotter effecten kunt
produceren en te gekke dynamische hits en accenten kunt creëren.
Selecteer en start een Pattern. Houd vervolgens, terwijl het Pattern speelt, [SHIFT] ingedrukt en druk op de
rode Opname ([TOP]) knop.
Bespeel de knop in de maat van het ritme, op elke tel — zoals hier:
Raak het begin van het Pattern!
Blijf [SHIFT] ingedrukt
houden, terwijl u op de
Opname knop drukt
(drukken en loslaten).
EENtweedrievier
Houd uw timing in de gaten en blijf in de maat! Natuurlijk kunt u verschillende
effecten krijgen door de knop ver van de tel af of ver vóór de tel te bespelen, als
u dat wilt. (We zullen u hiermee in verdere Tips ook nog enkele fantastisch
ritmische truuks laten zien!)
Maar het is toch beter om de knop precies op de downbeats (“één,” “twee,”
“drie,” en “vier”) in te drukken, en in de groove te blijven. U zult het voelen als
u het goed doet.
Top
Keert onmiddellijk terug naar het begin (top)
van het Pattern tijdens het afspelen. Ideaal
voor het creëren van “stotter” effecten,
partiële maten, hits, en accenten.
Houd, terwijl het Pattern speelt, [SHIFT]
ingedrukt en druk op de rode Opname (TOP)
knop. Laat de knop los en herhaal dit, elke
keer dat u het Pattern vanaf de top wilt
starten.
63
Page 64
Hoofdstuk 13 Pattern Power Tips
2)
3)
2)
51
Schud door elkaar, Retrigger, en Roll!
In Tip 50, heeft u gezien hoe u de Top functie moet gebruiken om uw eigen stotter hits te spelen. Hier is een
mooie variatie van die functie — het wordt Retrigger & Roll genoemd.
Retrigger & Roll doet precies wat zijn naam suggereert. Het retriggert noten van de Synth track, en herhaalt
ze — als een drum roll.
Selecteer en start een Pattern. Houd, terwijl het Pattern speelt, [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
Start/Stop knop en houd deze ingedrukt.
Hoort u de “roll”? En heeft u opgemerkt hoe de Ritme tracks mee blijven tuffen, terwijl de Synth track rond draait?
Probeer deze functie op verscheidene punten in het Pattern uit — aan het begin, aan het eind, in het midden
— en luister naar wat er gebeurt. U hoeft [SHIFT] alleen maar ingedrukt te houden, en, op verschillende
punten tijdens het afspelen, op de Start/Stop knop te drukken of deze ingedrukt te houden.
Houd in gedachte dat Retrigger & Roll op drie belangrijke punten van Top
verschillen:
Het heeft alleen invloed op de Synth track.
1)
Het grijpt en raakt slechts een paar noten — afhankelijk van de plaats in
het Pattern waar u op de knop drukt.
Het herhaalt automatisch de hits voor u, terwijl u de knop ingedrukt houdt.
U zult zien dat Retrigger & Roll een handige manier is om het ritme een beetje
stuk te breken, zonder de cadans te verliezen. Het is ook fantastisch om hippe,
“wat-was-DAT?” afwijkingen en gestotter in uw tracks te gooien.
Retrigger & Roll heeft drie verschillende instellingen. Om de instelling te
wijzigen:
Houd de Roll aan de gang (houd tegelijkertijd [SHIFT] en de Start/Stop
1)
knop ingedrukt).
Grijp de DATA knop. Zorg ervoor dat u [SHIFT] en Start/Stop ingedrukt
blijft houden — en draai aan de knop om de instelling te wijzigen.
Luister, terwijl het Pattern zich herhaalt, hoe de verschillende instellingen het
geluid beïnvloeden. En probeer de instellingen ook in de maat van het Pattern
te wijzigen. Er zijn een hoop coole ritmische truuks die u kunt creëren — door
slechts verschillende instellingen op de tel erin te knallen.
Retrigger & Roll
Dit stopt, tijdens het afspelen van het Pattern,
de Synth track op het executiepunt en loopt
één, twee, of vier noten (afhankelijk van het
Roll type, hierna). Dit heeft geen invloed op de
Ritme tracks. Houd, terwijl een Pattern speelt,
tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op de
Start/Stop knop of houd deze ingedrukt.
Roll Typen
Bepaalt hoeveel noten er gebruikt worden
voor Retrigger & Roll — één, twee, of vier.
Hoe meer noten er gebruikt worden, des te
langzamer het roll effect.
Gebruik, terwijl het Pattern speelt en terwijl zowel
[SHIFT] als de Start/Stop knop wordt ingedrukt,
de DATA knop om de instelling te wijzigen.
Instellingen
Lo (Lo)
Één noot of stap (correspondeert met
16e noten).
mid (Mid)
Twee noten (correspondeert met twee
16e noten, of de helft van een tel).
Echter, als Beat (blz. 18) op “12” is
ingesteld, dan wordt dit drie noten.
Hi (Hi)
Vier noten (correspondeert met een volle
tel in een maat).
Roll Typen (in Utility)
De standaard Roll instelling kan ook gewijzigd
worden vanuit de Utility parameters. Houd
[SHIFT] ingedrukt en druk, indien nodig
herhaaldelijk, op knop [16], totdat “roLL” in
het display verschijnt. Gebruik de [DATA]
knop om de instelling te wijzigen. (Instellingen
zijn dezelfde als die hiervoor.)
64
Page 65
65
Hoofdstuk 13 Pattern Power Tips
52
Één belangrijke stap die u kunt nemen bij de creatie van een Pattern is de Voice te selecteren die u hiervoor wilt gebruiken.
Houd in gedachte dat elke Pattern een Voice bevat, en dat strikt genomen, Voices NIET zonder hun Patterns
geselecteerd kunnen worden. Echter, met deze functie kunt u een Voice die u leuk vindt van een Pattern
selecteren, en het naar een andere Pattern kopiëren.
Selecteer een voice (Copy Voice)
1 Selecteer, ten eerste, het bron Pattern — dat de Voice bevat die u wilt gebruiken.
2 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [12]
(COPY SEQ/VOICE).
Misschien moet u de knop meerdere malen indrukken om het “CPY.<”
display op te roepen.
3 Selecteer vervolgens het doel Pattern.
Dit is het Pattern waar u de Voice naartoe zult kopiëren. Gebruik de DATA knop.
4 Kopieer de Voice.
De [12] knop moet gaan knipperen. Druk er nogmaals op (de knop stopt met
knipperen en blijft branden). Druk, bij de “Y£n
derde maal hierop om de Voice daadwerkelijk naar het geselecteerde Pattern
nummer te kopiëren, of druk op [EXIT] om te annuleren.
” (“Yes of no?”) prompt, een
Kopieer Voice
Hiermee kunt u een Voice van een Pattern
naar een andere kopiëren. Selecteer het Bron
Pattern, en gebruik vervolgens [SHIFT] en
[12] om “CPY.<” (Kopieer Voice) op te roepen. Selecteer het doel Pattern, en druk
tweemaal op [12] om het uit te voeren.
53
Hier is een interessante manier om het karakter van een Pattern te wijzigen — zonder in feite één van de noten te veranderen! Met de Move Note functie kunt u eenvoudig het afspelen starten vanaf elke individuele stap in het Pattern.
Door, bijvoorbeeld, in een 16-staps Pattern, een waarde van “-4
pen “terug” verplaatst — waardoor Stap 5 het startpunt van het Pattern wordt.
Een Pattern starten met een andere noot
” te selecteren, wordt het Pattern vier stap-
1 Houd, terwijl het Pattern gestopt wordt, tegelijkertijd
[SHIFT] ingedrukt en druk op [13] (MOVE/PITCH).
Misschien moet u de knop meerdere malen indrukken om het “mo<E”
(Move Note) display op te roepen.
2 Selecteer, als u dat wilt, de bepaalde track (Synth of
Ritme) die u wilt verplaatsen.
Elke track kan onafhankelijk ingesteld worden — u hoeft alleen maar [SHIFT]
ingedrukt te houden en op de juist genummerde knop [1], [2], [3], of [4] te drukken.
3 Laat [SHIFT] los en druk nogmaals op [13] (de knop
stopt met knipperen en blijft branden).
Druk, bij de “Y£n” (“Yes of no?”) prompt, een derde maal hierop om de
waarde daadwerkelijk te wijzigen, of druk op [EXIT] om te annuleren.
4 Start het Pattern om te luisteren naar de wijzigingen
die u gemaakt heeft.
Move Step
Bepaalt de beginstap van het Pattern, waardoor
het Pattern terug of naar voren wordt verplaatst
met het gespecificeerde aantal stappen. Alle stappen van het Pattern spelen als normaal; alleen het
beginpunt verandert. Gebruik [SHIFT] en [13] om
“mo<E” (Move Step) op te roepen. Selecteer,
indien gewenst, de track die verplaatst moet worden; houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de juist
genummerde knop [1], [2], [3], of [4]. (Deze stap
overslaan selecteert automatisch alle tracks.)
Gebruik de DATA knop om de waarde te wijzigen
en druk tweemaal op [13] om het uit te voeren.
Bereik
-15 — 0 — 15 (stappen)
• Houd in gedachte dat alle wijzigingen, die u met deze functie aan het Pattern aanbrengt, cumulatief
zijn. Als u, bijvoorbeeld, de instelling met -4 wijzigt, en vervolgens een tweede instelling van -3
maakt, dan zal de daadwerkelijke waarde (vergeleken met het originele Pattern) -7 worden.
• Dit KAN NIET gebruikt worden, terwijl het Pattern afgespeeld wordt.
Page 66
Hoofdstuk 13 Pattern Power Tips
54De toonhoogte van een Pattern transponeren
Probeer dit coole bewerkingshulpmiddel uit op uw tracks. Met de Transpose Pattern functie kunt u de totale
toonsoort (toonhoogte) van een Pattern wijzigen — inclusief de Ritme tracks. Verschuif de toonhoogte ver
omhoog, of breng het ver omlaag — u heeft hier een groot bereik tot uw beschikking.
1 Houd, terwijl het Pattern gestopt wordt, tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt
en druk op [13] (MOVE/PITCH).
Misschien moet u de knop meerdere malen indrukken om het “PtCH” (Transpose Pattern) display op te roepen.
2 Selecteer, als u dat wilt, de bepaalde track (Synth of Ritme) die u wilt
transponeren.
Elke track kan onafhankelijk ingesteld worden — u hoeft alleen maar [SHIFT] ingedrukt te houden en op
de juist genummerde knop [1], [2], [3], of [4] te drukken.
3 Stel de wijziging van de toonhoogte van de tracks in door de [DATA] knop
te gebruiken.
De waarde van de wijziging van de toonhoogte is in halve noten. (Er zijn 12 halve noten in een octaaf.)
Als het originele Pattern, bijvoorbeeld, in de toonsoort C is, dan zal een instelling van “5” de toonsoort
wijzigen in F.
Houd in gedachte dat dit zowel de toonhoogte van de Ritme tracks als de Synth track wijzigt.
4 Het Pattern transponeren.
Druk op [13] (de knop stopt met knipperen en blijft branden). Druk, bij de
“Y£n” (“Yes of no?”) prompt, nogmaals hierop om de waarde
daadwerkelijk te wijzigen, of druk op [EXIT] om te annuleren.
5 Start het Pattern om te luisteren naar de wijzigingen
die u gemaakt heeft.
• Houd in gedachte dat alle wijzigingen, die u met deze functie aan het Pattern aanbrengt,
cumulatief zijn. Als u, bijvoorbeeld, de instelling met -4 wijzigt, en vervolgens een tweede
instelling van -3 maakt, dan zal de daadwerkelijke waarde (vergeleken met het originele
Pattern) -7 worden.
• Dit KAN NIET gebruikt worden, terwijl het Pattern afgespeeld wordt.
Pattern Transponeren
Bepaalt de totale toonsoort van het Pattern,
waardoor alle noten in alle tracks van het
Pattern in toonhoogte omhoog of omlaag worden verschoven met het gespecificeerde aantal
halve noten. Gebruik [SHIFT] en [13] om
“PtCH” (Pattern Transponeren) op te roepen.
Selecteer, indien gewenst, de track die
getransponeerd moet worden; houd [SHIFT]
ingedrukt en druk op de juist genummerde
knop [1], [2], [3], of [4]. (Deze stap overslaan
selecteert automatisch alle tracks.) Gebruik de
DATA knop om de waarde te wijzigen en druk
tweemaal op [13] om het uit te voeren.
Bereik
-24 — 0 — 24 (halve noten)
66
Page 67
Hoofdstuk 13 Pattern Power Tips
55Een Pattern kopiëren (Sequence)
U heeft, eerder in deze sectie, in Tip 52, geleerd hoe u een Voice van één Pattern naar een andere moet
kopiëren. Hier zult u leren hoe u een Sequence (de noten van het Pattern) van één Pattern naar een andere
moet kopiëren.
1 Selecteer, ten eerste, het bron Pattern — het Pattern dat de Sequence
bevat die u wilt gebruiken.
Het woord “Sequence” wordt hier gebruikt om de opgenomen noten of stappen van een
Pattern te beschrijven. (“Pattern” is in feite een algemene term dat niet alleen naar de opgenomen noten refereert, maar ook naar de Voice, de Scenes, en de instellingen van de Free
EG.)
2 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [12] (COPY SEQ/VOICE).
Misschien moet u meerdere malen op de knop drukken om het “CPY.S” (Kopieer Sequence) display op
te roepen.
3 Selecteer vervolgens het doel Pattern.
Dit is het Pattern waar u de Sequence naartoe zult kopiëren. Gebruik de
DATA knop.
4 Kopieer de Sequence.
De [12] knop moet gaan knipperen. Druk er nogmaals op (de knop stopt
met knipperen en blijft branden). Druk, bij de “Y£n” (“Yes of no?”)
prompt, een derde maal hierop om de Sequence daadwerkelijk naar het
geselecteerde Pattern nummer te kopiëren, of druk op [EXIT] om te
annuleren.
Kopieer Sequence
Hiermee kunt u een Sequence van één Pattern
naar een andere kopiëren. Selecteer het bron
Pattern, en gebruik vervolgens [SHIFT] en [12]
om “CPY.S” (Kopieer Sequence) op te roepen. Selecteer het doel Pattern, en druk
tweemaal op [12] om het uit te voeren.
67
Page 68
Hoofdstuk 14
56Een pattern wissen — en helemaal opnieuw beginnen
U zult ten eerste, als u uw eigen Pattern maakt, ruimte hiervoor vrij moeten maken op de AN200. Om dit te
doen moet u één van de, door de fabriek vooraf ingestelde, Patterns wissen.
Wees niet bezorgd, u zult dit Pattern niet permanent wissen. Het enige wat deze handeling doet, is u een
schone lei geven, waarop u uw eigen Pattern kunt creëren. U kunt het originele Pattern terugzetten, door het
eenvoudig opnieuw te selecteren (met de [DATA] knop), of door de AN200 uit en weer aan te zetten.
1 Selecteer het Pattern dat gewist moet worden.
Pattern Opname
U heeft nu veel ervaring opgedaan met het draaien en tweaken van de Voices,
en het spelen met de Patterns. Nu is het de tijd om uw eigen weg te gaan — en
zelf enkele Patterns te creëren. Laten we beginnen...
2 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [11] (CLEAR SEQ).
Het lampje van de knop knippert, en “CLr” (Clear) verschijnt kort in het display.
We hebben deze functie op het paneel als “CLEAR SEQ” (Clear Sequence) gelabeld om het te
onderscheiden van de DEL PTN (Delete Pattern) functie, bij knop [10].
Clear Sequence — Wist de noot gegevens van een Pattern.
Delete Pattern — Verwijdert het Patternnummer van een Song (zie Tip 89).
3 Laat [SHIFT] los en druk nogmaals op [11].
De knop stopt met knipperen en blijft branden; Het display prompt u door de vraag “Yes of no?” (“Y£n”)
te stellen. Druk hier voor de derde maal op om het Pattern daadwerkelijk te wissen, of druk op [EXIT] om
te annuleren.
68
• Een bestaande Pattern tweaken
Natuurlijk hoeft u een vooraf ingestelde Pattern niet geheel te wissen, als u dat leuk vindt en
dat slechts een klein beetje getweakt moet worden om aan uw eisen te voldoen — u hoeft het
alleen maar te bewerken, met de hulpmiddelen die in Tip 59, Step Opname, beschreven worden.
Clear Sequence (Pattern)
Hiermee kunt u de noot gegevens van een
Pattern wissen. Selecteer het Pattern, en
gebruik vervolgens [SHIFT] en [11] om
“CLr” (Clear) op te roepen. Druk tweemaal
op [12] om het uit te voeren.
Page 69
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
57De lead-in (inleiding) van de metronoom instellen
U heeft, als u uw stukken in real time opneemt, een ritmische gids nodig — een metronoom klik — om u in te leiden in de opname, en u in de maat te houden. Hier kunt u de lengte van de lead-in van de metronoom instellen —
met andere woorden, hoe lang de metronoom klikt, voordat de real-time opname daadwerkelijk begint.
1 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [16] (UTILITY SETUP).
Misschien moet u de knop meerdere malen indrukken om het “mtro” display op te roepen.
2 Gebruik de DATA knop om de instelling te wijzigen.
Stel dit, voor een één-maats inleiding voordat de opname begint, in op
“on1”. Stel dit, voor een twee-maats lead-in, in op “on2”.
U kunt de metronoom hier ook uitzetten, door dit op “oFF” in te stellen —
in welk geval de opname onmiddellijk begint (zonder een inleiding), zodra u
op de Start/Stop knop drukt.
Druk, als u klaar bent, op [EXIT] om naar een normale werking terug te
keren.
Metronoom
Bepaalt de lengte van de inleiding van de
Metronoom voor Real-time opname. Stel, om
de Metronoom (en de inleiding) uit te zetten, dit
in op “oFF.” Stel dit in op “on1” voor een
één-maats inleiding, en op “on2” voor twee
maten.
Metronoom wordt in de Utility parameters
ingesteld. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op
knop [16], herhaaldelijk indien nodig, totdat
“mtro” in het display verschijnt. Gebruik de
[DATA] knop om de instelling te wijzigen.
Instellingen
oFF
Geen inleidende metronome klik.
on1
Een één-maats inleiding vóór de
opname.
on2
Een twee-maats inleiding vóór de
opname.
69
Page 70
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
58Een Pattern in real time opnemen
U heeft tot nu toe met de vooraf ingestelde Patterns van de AN200 gewerkt. Nu is uw kans aangebroken om
zelf enkele magische Patterns te creëren — door uw eigen originele Patterns op te nemen.
We zullen u de basisprocedure aanreiken, zodat u kunt beginnen. U levert de creatieve ideeën en het talent.
En de AN200 zal de geluidspaardenkracht leveren die u nodig heeft om enkele werkelijk hippe en trendy
tracks te produceren.
1 Selecteer een lege Pattern — een schone lei om uw eigen noten op te
nemen. (Heeft u al een Pattern hiervoor gewist? Ga, indien dit niet het
geval is, terug naar Tip 56 en doe het nu.)
2 Stel de maat in voor het nieuwe Pattern: 16, 12, of 8.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SWING] (BEAT). Draai vervolgens aan
de DATA knop om de instelling te wijzigen.
U moet deze instelling VÓÓR de opname maken, aangezien dit het aantal
beschikbare stappen in het Pattern bepaalt.
Een instelling van “16” biedt u zestien stappen of spaties waar u noten naartoe kunt opnemen; Een
instelling van “8” is begrijpelijk de helft hiervan — acht stappen. De instelling van “12” geeft u natuurlijk twaalf stappen, maar hiermee kunt u ook een triolen feel creëren — tel: “ÉÉN, twee, drie, TWEE, twee,
drie,” enz.
3 Selecteer de track voor opname — Synth of één van de
drie Ritme tracks. Druk op [SYNTH TRACK] voor
Synth, of [RHYTHM TRACK] (herhaaldelijk) voor Ritme
tracks 1, 2, of 3.
4 Stel een comfortabele bpm in voor de opname.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [TAP] knop, en gebruik vervolgens
de [DATA] knop.
Houd in gedachte dat u later altijd de bpm kunt wijzigen. Nu is het belangrijk om de bpm zo in te stellen dat het snel genoeg is voor de feel die u zoekt, en toch langzaam genoeg
om de noten gemakkelijk in te voeren. (Zorg ervoor dat u op [EXIT] drukt als u klaar bent.)
70
5 Druk op [KEYBOARD] om het toetsenbord van de
AN200 te activeren.
Wist u dat u een MIDI toetsenbord kunt gebruiken om de noten op te
nemen? Zie, als u er één heeft, Tip 86 voor info hoe u dit moet opstellen.
6 Activeer opname — druk op de rode Opname knop.
Page 71
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
7 Start de opname.
Laten we nu maar eens echt gaan beginnen. Druk op de Start/Stop knop. Bespeel, terwijl u naar de
metronoom luistert, de toetsen op het toetsenbord.
De AN200 heeft een mooie “Loop Opname” eigenschap die onmiddellijk en automatisch, elke noot die u
opneemt, speelt als het Pattern zich herhaalt (loopt). Hierdoor kunt u tijdens de opname het Pattern
horen — waardoor u gemakkelijker uw weg naar een fantastische opname kunt “voelen”.
Bovendien corrigeert de AN200 automatisch de timing van de noten die u speelt. Dit heeft niet altijd het
verwachte resultaat tot gevolg — maar het verzekert u ervan dat AL uw noten perfect synchroon met het
ritme worden afgespeeld.
8 Verwijder uw fouten of ongewenste noten.
Ja, we weten het, u heeft waarschijnlijk geen fouten gemaakt. Maar in het geval u het wilt weten kunt u
hier zien hoe u uw tracks kunt oplappen.
Houd, terwijl het Pattern nog steeds wordt opgenomen, tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op één
van de Step knoppen. (Nogmaals, vermijd Step knoppen [1], [4], en [8] — ze hebben geen enkel effect.)
Luister aandachtig naar het afspelen en druk op de juiste Step knop op het juiste moment — precies op
het moment dat de noot speelt. U kunt meer dan één noot wissen door de [SHIFT] en de Step knop
ingedrukt te houden — zolang als u wilt wissen. Probeer, aangezien het moeilijk kan zijn om nauwkeurig
de onaangename noten te wissen, de bpm te verlagen (blz. 17) tijdens de opname.
9 De opname stoppen.
Druk op de Start/Stop knop.
10 Sla tenslotte uw kostbaar werk op in het intern geheugen van de AN200
— met de Store functie.
(In feite moet u naar blz. 79 voor info over het opslaan van Patterns — we
hebben hier niet genoeg ruimte voor... Bovendien verdient de Store functie
zijn eigen Tip.)
• Leg de drums vast
Het is, over het algemeen, een goed idee om uw Ritme track eerst op te nemen. In feite zult u,
om te beginnen, misschien slechts een zeer simpele drum pattern willen opnemen, en het van
daaruit verder opbouwen. U kunt die basistrack later verfraaien, of het zelfs wissen en met een
geheel nieuw drum gedeelte komen — als uw andere tracks vorm beginnen te krijgen.
• Loop Opname
Profiteer van de Loop Opname eigenschap en speel slechts één noot of geluid tegelijkertijd.
Begin, als u bijvoorbeeld een Ritme track opbouwt, eerst alleen met een kick drum geluid
(selecteer octaaf C2 met [OCT <<], en druk op [9]) — en speel het op de tellen “één” en “drie”.
Speel, terwijl de kick loopt, knop [3] voor een snare drum. Ga vervolgens terug naar octaaf C3
en gebruik de knoppen [14] en [7] om een snelvuur hi-hat pattern toe te voegen.
Begrijpt u de bedoeling? Bouw op deze manier uw tracks deel voor deel op, totdat u precies
heeft wat u wilt.
• MIDI toetsen
Heeft u al een MIDI toetsenbord gekocht? Één die op zijn minst vijf octaven lang is, met
aanslaggevoelige toetsen, en Pitch Bend en Modulatie wielen? U mist, als u dat niet heeft, een
zeer eenvoudige en krachtige manier van opnemen! U hoeft er maar één aan te sluiten (zie Tip
86) — en u produceert uw beste toetsenbord licks.
Real-Time Opname
Hiermee kunt u de noten in real time naar een
Pattern opnemen, in plaats van ze één-voor-één
te moeten invoeren (in Step Opname; zie blz. 72).
Selecteer een lege Pattern en stel de Maat in
(hierna). Selecteer een track met [SYNTH
TRACK] en [RHYTHM TRACK], en druk op
[KEYBOARD]. Druk op de rode Opname
knop om de opname te activeren, en druk
vervolgens op de Start/Stop knop om te
beginnen, en bespeel het toetsenbord.
Maat
Bepaalt het aantal stappen voor het Pattern.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SWING],
en gebruik de DATA knop om te wijzigen.
Instellingen
16, 12, 8 stappen
71
Page 72
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
59Step Opname
In Tip 58 heeft u geleerd hoe u een Pattern in real time moet opnemen, door de noten op het toetsenbord te
spelen, terwijl het Pattern aan het loopen was. Nu zult u een totaal andere methode leren — Step opname.
Real-time opname is vergelijkbaar met een tape recorder — alles wordt, zoals u dat speelt, opgenomen. Aan
de andere kant kunt u met Step opname elke noot individueel invoeren — alsof u de noten op een stuk
muziekpapier schrijft.
Met Step opname voert u niet alleen de noot zelf in (Toonhoogte), maar ook zijn lengte (Gate Tijd) en zijn
loudness (Aanslaggevoeligheid).
Step opname is ideaal voor nauwkeurigheid — waardoor de plaatsing, ritmische waarde, en
aanslaggevoeligheid van elke noot exact en consistent wordt. Dit is fantastisch voor het opnemen van individuele drum stukken in een ritme pattern, of enkele (single) noten in een syncopisch synthesizer bas
gedeelte. Met Step kunt u ook nauwkeurig de opname van snelle of complexe passages regelen, wat u
moeilijk of onmogelijk in real time zou kunnen doen.
Gebruik Step Opname, als de laatstgenoemde, maar niet de minste, om Patterns te bewerken. Dit is een
fantastische manier om bestaande Patterns aan te passen aan uw persoonlijke verlangens en ze zo te
tweaken dat ze aan uw behoeften voldoen — of er compleet nieuwe tracks van te maken.
Er is een hoop te leren hier, dus haal diep adem — en duik erin!
De eerste drie stappen hierna laten u zien hoe u een Pattern kunt opbouwen voor Step Opname.
1 Selecteer een Pattern en wis het.
Roep een Pattern op dat de Voice bevat die u wilt gebruiken voor uw
nieuwe, originele Pattern. Wis het Pattern door [SHIFT] ingedrukt te houden en op [11] te drukken, en vervolgens alleen tweemaal opnieuw op [11]
te drukken.
1
Onthoud dat het Pattern niet echt gewist wordt — u kunt het terug halen
door eenvoudig de AN200 uit en weer aan te zetten.
2 Stel de Maat in voor het nieuwe Pattern: 16, 12 of 8.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SWING] (BEAT). Draai vervolgens aan
de DATA knop om de instelling te wijzigen.
2
72
U moet deze instelling VÓÓR de opname maken, aangezien dit het aantal
beschikbare stappen in het Pattern bepaalt.
3 Hier zult u het Synth gedeelte opnemen, dus u moet
de Synth track selecteren.
Druk op [SYNTH TRACK] (de knop licht op).
Trouwens, u kunt ook met step-opname de Ritme tracks opnemen — maar we
zullen u later laten zien hoe u dat moet doen.
In deze sectie, zult u de noten (toonhoogtes) invoeren voor elk van de zestien stappen. We zullen u een
snelle manier laten zien om dit te doen. De resultaten zouden wel eens niet erg muzikaal kunnen zijn —
maar ze geven u een snelle start en duwen u in de juiste richting.
4 Zet alle stappen aan.
In deze toestand zijn alle knoppen waarschijnlijk uit. (Weet u het nog? U heeft het Pattern gewist...) Ga
verder naar beneden, en druk op elke knop zodat ze allemaal oplichten.
Waarom moet u dit doen? Het is over het algemeen gemakkelijker, als u de Synth track opneemt, om een
Pattern te creëren, als alle stappen 1 - 16 aan staan. Dit zal een drukke Pattern creëren, maar u kunt altijd
later noten verwijderen.
5 Druk, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, op [STEP 1-8].
Doe dit, indien nodig, herhaaldelijk, om de Toonhoogte invoer te selecteren.
Deze handeling brengt in feite twee dingen tot stand:
1) Het selecteert de stappen 1 - 8 voor opname.
2) Het selecteert het eventtype (in dit geval, Toonhoogte).
Merk ook de knipperende [1] knop op. Dit geeft aan dat Step 1 klaar staat voor opname.
6 Gebruik vervolgens, met de PITCH indicator geselecteerd, de draai
knoppen boven de step knoppen om de Toonhoogte voor elke stap, 1 - 8,
in te stellen.
Elke draai knop komt met de step knop direct eronder overeen. De PORTAMENTO knop, bijvoorbeeld,
regelt de invoer voor Step 1, de VCO 1/2 knop voor Step 2, enzovoorts.
Stel de knoppen (globaal) in op de hiervoor aangegeven posities. Nee, u hoeft dit niet exact in te stellen.
U kunt dit in feite instellen zoals u dat zelf wilt. We hebben uitgerekend dat het gemakkelijk is als ze rond
11:00 tot 1:00 zijn ingesteld. U zult er geen, op een aardbeving gelijkende, melodie aan overhouden,
maar het geeft u op z’n minst een goed klinkende set aan toonhoogtes om mee te werken.
Merk op dat als u een knop tweakt, de corresponderende step knop knippert.
7 Laten we nu eens met de stappen 9 - 16 werken.
Druk op knop [9].
We hebben u net de snelle manier laten zien hoe u de stappen 9 - 16 kunt selecteren voor bewerking:
1) Bewerk de stappen 1 - 8 eerst, en
2) Druk vervolgens op knop [9] om dezelfde parameter te bewerken voor de stappen 9 -16.
Een alternatieve manier is om [SHIFT] ingedrukt te houden en op [STEP 916] te drukken, herhaaldelijk indien nodig (zoals u in instructie Stap 5 hiervoor gedaan heeft).
73
Page 74
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
Voer de noten voor deze stappen in op dezelfde manier als u met stappen 1 - 8 hiervoor deed, maar
gebruik de onderstaande instellings-leidraad:
Nogmaals, dit is SLECHTS een leidraad — maak uw eigen instellingen, als u dat wilt.
8 Druk tenslotte op de Start/Stop knop — en luister naar uw nieuwe meesterstuk.
Laten we eens in de volgende paar stappen, werken met Gate Time en enkele van de noten verlengen.
9 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [STEP 1-8], totdat de GATE TIME
indicator oplicht.
10 Stel de knoppen in, zoals hieronder getoond wordt.
Stel de knoppen [1] en [5] in op ongeveer 12:00. (De display waarde moet ongeveer 200 zijn.)
Stel de knoppen [2], [3], [4], [6], [7], en [8] in op ongeveer 9:00. (De display waarde moet ongeveer 70 - 75 zijn.)
11 Doe hetzelfde opnieuw voor de stappen 9 - 16.
Druk op één van de knoppen op de onderste rij (hierdoor worden automatisch de stappen 9 - 16 voor het
bewerken van dezelfde parameter, Gate Time, geselecteerd), en stel vervolgens de knoppen globaal in op
dezelfde positie, zoals hiervoor getoond.
12 Druk op de Start/Stop knop om te luisteren naar uw verbluffend nieuwe arrangement.
Het maakt niet uit wat voor een onnatuurlijk, machine-achtige melodie u hiervoor geprogrammeerd heeft. U
kunt het veel beter laten klinken door er een paar keuze accenten in te plaatsen — met Aanslaggevoeligheid.
13 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [STEP 1-8], totdat VELOCITY
geselecteerd is.
14 Het is u misschien opgevallen, dat u elk van de events kunt wijzigen, terwijl
het Pattern speelt. Druk, als dit u NOG NIET is opgevallen, op de Start/Stop
knop om het Pattern af te spelen, en maak de onderstaande wijzigingen.
Page 75
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
15 Stel de knoppen in, zoals hieronder getoond wordt.
Stel de knoppen [1] en [5] in op ongeveer 2:00. (De display waarde moet ongeveer 90 - 100 zijn.)
Stel de knoppen [2], [3], [4], [6], [7], en [8] in op ongeveer 11:00. (De display waarde moet ongeveer
40 - 50 zijn.)
Of, maak uw eigen instellingen. U beheerst, per slot van rekening, het proces nu. En, aangezien u kunt
horen wat u doet — TERWIJL u het doet — kunt u met enkele eigen verbazingwekkende ideeën komen.
We hebben deze functie hiervoor reeds behandeld (in Tip 29), maar laten we het weer eens onder de loep
nemen. Het is een handig bewerkings-hulpmiddel dat u helpt fantastische geluidstracks te creëren.
16 Speelt het Pattern nog steeds? Druk, als dit niet zo is, nogmaals op de
Start/Stop knop.
17 Druk op enkele van de step knoppen om bepaalde stappen uit te
schakelen. Probeer de onderstaande voorbeelden uit, en experimenteer
vervolgens met uw eigen instellingen.
Druk op de knoppen [5], [7], [11], en [13]. Luister naar het geluid van het Pattern, terwijl deze stappen uitvallen.
Zet ze nu allemaal weer aan en schakel ze in: [6], [7], [12], [14], en [16].
U heeft uw basis Synth track — vervolg nu met het samenstellen van en het toevoegen aan het Pattern door
met de onderstaande Ritme tracks te werken.
• Fijn afstemmen
Hier is een slimme en gemakkelijke manier van werken! Gebruik de
“Step” knoppen (boven elke Step knop) om de stap te selecteren en
maak een globale, ‘ongeveer’ instelling, en gebruik vervolgens de DATA
knop om de instelling te tweaken en fijn af te stellen.
• Swing
Vergeet niet om Swing te gebruiken. Het is misschien niet goed voor al uw
Patterns, maar het kan geen kwaad om het uit te proberen. Een weinig
Swing is misschien net wat de dokter voorgeschreven heeft... Onthoud dat
de Swing instelling alle tracks gelijkwaardig beïnvloedt. (Zie blz. 37.)
• Andere hulpmiddelen
Heeft u het gevoel dat u een andere Voice wilt horen? Roep de Copy
Voice functie op (blz. 65), en kies een nieuwe Voice voor uw Pattern.
Pattern Move (blz. 65) en Pattern Pitch (blz. 66) zijn ook nuttige
hulpmiddelen die u kunt toepassen op uw tracks.
• Kopieer Pattern
Gebruik, als u een echt hippe Pattern samengesteld heeft, en u wilt graag een
paar variaties toevoegen — de Kopieer Sequence handeling (blz. 67). U kunt
ze, als u eenmaal enkele kopieën van het Pattern heeft, tweaken en wijzigen,
totdat u een heel palet aan gelijksoortige beats en riffs heeft om mee te werken — voor live optredens (blz. 95), of voor Song opname (blz. 82).
• Mix uw methodes
Real-time en Step opname zijn twee afzonderlijke methodes — maar ze kunnen ook samen gebruikt worden. Niet tegelijkertijd natuurlijk, maar in combinatie met elkaar. U zou bijvoorbeeld een basis beat naar Ritme Track 1
kunnen opnemen met Step, en vervolgens Real-time gebruiken om een bas
lijn op de Synth Track te improviseren. Of u zou beide methodes op één
enkele track kunnen combineren — waarbij u een basis gedeelte met Realtime opneemt, en vervolgens Step gebruikt om het te bewerken. Welke
methode u gebruikt en hoe u het gebruik hangt gedeeltelijk af van het type
muziek dat u wilt creëren en gedeeltelijk van uw eigen persoonlijke voorkeur.
75
Page 76
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
Ritme T racks
De AN200 is tot de nok toe gevuld met een enorme verscheidenheid aan drum, percussie, en speciale effect
geluiden. Gebruik deze op een goede manier met de Step opname eigenschappen — en u creëert uw eigen
te gekke beats en rokende ritmes.
In de volgende paar stappen, loodsen we u door de basis heen — en laten u een snelle manier van
bewerking zien. Doorloop deze stappen, en u zult de tracks in korte tijd fluitend doorlopen.
18 Zet de stappen aan die u wilt opnemen.
Druk op de getoonde knoppen en zet ze aan.
19 Selecteer de Instrument Select parameter.
Druk, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, op [STEP 1-8]. Doe dit, indien nodig, herhaaldelijk, om
Instrument Select op te roepen. (De “INST SEL” indicator licht op.)
Instrument Select is alleen beschikbaar voor de Ritme Tracks. Zoals u zich van Tip 11 kunt herinneren,
bevatten de Ritme Tracks een enorme verscheidenheid aan bas, drum, percussie en andere geluiden —
waarvan elk is toegewezen aan een verschillende toets. Instrument Select is de plaats waar u naartoe
moet gaan om deze geluiden te kiezen voor Step opname.
Merk op dat er een cryptische naam in het display verschijnt. Dit geeft het
geselecteerde geluid aan. Het onderstaande display bijvoorbeeld geeft aan
dat Snare Drum nr.14 is opgeroepen.
Zie, voor een compleet overzicht van geluiden en hun display afkortingen, blz. 140.
20 Voer een bass drum geluid in voor alle stappen.
Druk op knop [1], en houd vervolgens [SHIFT] ingedrukt en draai aan de [PORTAMENTO] knop om “bd05”
te selecteren. Alle stappen 1 - 16 worden onmiddellijk en automatisch ingesteld op dezelfde waarde.
Onthoud dat u in plaats daarvan de [DATA] knop kunt gebruiken om het fijner te regelen. U hoeft alleen maar op de
juist genummerde knop te drukken, en vervolgens de [DATA] knop te tweaken om het gewenste geluid te kiezen.
Druk op de Start/Stop knop om de nieuwe track te horen — een bass drum puls die de basis zal zijn voor
dit nieuwe ritme.
76
Snel op weg naar een slimme manier werken
U kunt, als u eenmaal uw weg gevonden heeft in de regelaars, uw tracks
vrij snel met Step opname opnemen. De truuk is om op een routinematige
manier met het systeem om te gaan. Dus, hier is de routine!
1) Selecteer de gewenste track.
Druk op [SYNTH TRACK] of [RHYTHM TRACK].
2) Zet de gewenste stappen aan.
Druk op de juiste Step knoppen, zodat ze oplichten.
3) Roep de gewenste parameter op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [STEP 1-8] om Instrument Select,
Pitch, Gate Time, of Velocity op te roepen.
4) Druk op de gewenste genummerde knop en wijzig de waarde.
Gebruik de knop direct erboven, of gebruik de [DATA] knop.
Tijdens de bewerking wilt u misschien andere stappen aan of uitzetten.
Om dit snel te doen en naar het bewerken terug te gaan:
1) Druk op [EXIT] (om de huidige parameter te verlaten).
2) Schakel de gewenste stappen aan of uit.
3) Druk op [STEP 1-8] of [STEP 9-16] (om naar de huidige parameter terug te keren).
En onthoud dit — op elk punt binnen de handeling, kunt u:
• Een andere track selecteren.
Druk op [SYNTH TRACK] of [RHYTHM TRACK].
• Speel het Pattern af om uw bewerkingen te horen.
Druk op de Start/Stop knop.
• Schakel individuele tracks aan of uit.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [1], [2], [3] of [4].
Laten we nu eens het ritme wat verlevendigen met enkele hi-hat stukken — en een scratch van een draaitafel
aan het einde toevoegen.
21 Ga, met gebruikmaking van het voorgaande kader “Snel op weg” als
een leidraad, verder naar Ritme Track 2, en maak de instellingen zoals
hier wordt beschreven.
Draai aan de aangeven knoppen en stel ze in op de instrumenten, zoals getoond.
Laat, terwijl u de instrumenten programmeert, het Pattern spelen. Het is een grote hulp bij
de constructie van hippe tracks om de geluiden te horen terwijl u ze invoert.
Onthoud, voordat u los gaat, dat de Ritme Tracks nog bijgewerkt kunnen worden met de Pitch, Gate Time, en
Velocity parameters.
23 We zullen u niet precies vertellen wat u moet doen — u kunt ze zelf
onderzoeken. Echter, hier zijn enkele richtlijnen en wegen die u kunt
opvolgen en bewandelen:
● Pitch (Toonhoogte)
Ja, de toonhoogte van de drum en percussie geluiden kan gewijzigd worden. Dit kan ook van alle
scratches en geluidseffecten. Alles is vrij en niets is veilig. Dit is uw kans om u wild uit te leven met
het ritme!
● Gate Time (Gate Tijd)
Experimenteer met de lengte van elke noot — hier enkele clippen, en daar enkele uitbreiden. Onder
typische gebruiken vallen ook het uitrekken van het geluid van een cimbaal, zodat u het volle verval
(decay) hoort, of de sustain van een tom geluid uitsnijden, voor een korte, scherpe kap.
●Aanslaggevoeligheid
Leg de nadruk op het positieve. Laat bepaalde belangrijke instrumenten in de mix uitkomen door hun
aanslaggevoeligheid (velocities) te versterken. Draai, insgelijks, de aanslaggevoeligheid omlaag voor
instrumenten die te luid klinken.
24 Als de laatstgenoemde, maar zeker niet de minste — sla uw werk op.
U kunt, nu u de alles slaande basis track voor uw nieuwe Grammy-winnende, Platinum-verkopende
Techno/Dance hit heeft — het beter opslaan. (Zie, voor informatie over opslaan, Tip 60.)
En dat is alles! Tenzij u natuurlijk terug wilt gaan en alles opnieuw wilt bewerken volgens uw eigen
nauwkeurige specificaties. Per slot van rekening bent u de baas.
Ritme Tracks
• Begin met de beat
U kunt beter, als u een Pattern opneemt, eerst met de Ritme tracks beginnen. In feite zult u
misschien alleen een tijdelijke ritme “scratch track” naar Ritme Track 1 willen opnemen (bijvoorbeeld, bass drum en snare), en de rest van het Pattern hierop verder opbouwen — en de
scratch track later wissen of wijzigen.
Het hangt natuurlijk allemaal van u af! U zult misschien in plaats daarvan, afhankelijk van de
stijl van muziek die u opneemt en uw eigen persoonlijke voorkeuren, willen beginnen met de
Synth track.
• Spelen met Gate Time
Onthoud dat Gate Time ook een “totaal” effect kan zijn. Schakel, terwijl u het zojuist
geprogammeerde ritme afspeelt, de Synth track uit en experimenteer met verschillende Gate
Time instellingen. (Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REVERSE]; gebruik de [DATA] knop
om te wijzigen.) Probeer instellingen uit van 30, 50, en 200 op alle drie Ritme Tracks — en
luister wat er gebeurt!
• Swing
Probeer, voor een onmiddellijke hip-hop benadering, de Swing eens te veranderen! Druk, terwijl het Pattern speelt, op [SWING] en gebruik de [DATA] knop om de waarde op 65 of 70 in te
stellen.
Step Opname
Hiermee kunt u de noten naar een Pattern éénvoor-één invoeren, in plaats van ze in real time
op te nemen (in Real-time Opname; zie blz. 70).
1. Wis een Pattern en stel de Beat in (houd
[SHIFT] ingedrukt en druk op [SWING]).
2. Selecteer een track met [SYNTH TRACK]
en [RHYTHM TRACK].
3. Zet alle gewenste stappen aan door op elke
Step knop te drukken.
4. Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op
[STEP 1-8] om de stappen 1 - 8 voor bewerking
te selecteren; druk herhaaldelijk om de event
typen te doorlopen. (Gebruik [STEP 9-16] op
dezelfde manier om de stappen 9 - 16 te
selecteren en te bewerken. Of druk eenvoudig
op knop [9] na bewerking van de stappen 1 - 8.)
5. Gebruik, met het event type geselecteerd,
de knoppen boven de Step knoppen (en de
DATA knop) om de waarde aan te passen.
6. Zet de stappen aan/uit door op [EXIT] te
drukken (om de bewerking te verlaten), en
druk vervolgens op de juiste Step knop.
7. Druk op de Start/Stop knop om af te spelen. (Kan op elk punt binnen de procedure
gedaan worden.)
78
Page 79
Hoofdstuk 14 Pattern Opname
Event Parameters — Synth en Ritme Tracks
Pitch
Bepaalt de toonhoogte van de geselecteerde noot. Dit wordt, voor de
Synth track, als noot namen uitgedrukt; Het wordt, voor de Ritme tracks,
als het aantal halve noot stappen uitgedrukt. (De kleine “o” in het noot
naam display geeft verplaatsingstekens aan. Bijvoorbeeld, “”
correspondeert met G#.)
Bereik
C-2 — G8 (-64 — 24 voor Ritme tracks)
Gate Time
Bepaalt de lengte van de geselecteerde noot. Hoe hoger de waarde, des te
langer de noot lengte. Hogere waarden hebben, voor geluiden met een
kort verval (decay), weinig tot geen effect.
Bereik
1 — 1600
Aanslaggevoeligheid
Bepaalt het volume van de geselecteerde noot. Gebruik deze parameter
vooral om accenten in het Pattern te creëren.
Bereik
0 — 127
Instrument Select
Bepaalt het instrument geluid voor de geselecteerde noot. Deze parameter
is alleen beschikbaar voor de Ritme tracks.
Bereik
(Zie het overzicht op blz. 140AH.)
60Uw nieuwe pattern opslaan
Nu dat u een nieuwe Pattern gecreëerd heeft, wilt u het waarschijnlijk wel opslaan voor toekomstig gebruik.
Met de Store functie kunt u dit snel en gemakkelijk doen. En onthoud, dat elke wijziging die u aan de
begeleidende Voice heeft aangebracht — inclusief uw knop instellingen, Free EG bewegingen, en Effect
bewerkingen — ook met het Pattern worden opgeslagen.
De AN200 geeft u 128 User geheugen ruimtes voor het opslaan van uw originele Patterns.
WAARSCHUWING
Als u eenmaal een Pattern (of Voice) gecreëerd heeft die u wilt opslaan, dan moet u dit EERST
OPSLAAN, alvorens een ander Pattern te selecteren. Door een ander Pattern (of Song) te
selecteren, worden alle wijzigingen of bewerkingen die u gemaakt heeft automatisch gewist!
U kunt, nu dat uw Pattern goed naar het geheugen is opgeslagen, het op elk gewenst moment weer
oproepen. Selecteer het op dezelfde manier als waarop u de preset Patterns selecteert — door op
[PATTERN] te drukken en de DATA knop te gebruiken. De User Patterns komen na preset Pattern 256.
Houd, voor een snelle manier om User Patterns te selecteren, [SHIFT]
ingedrukt en druk op de [PATTERN] knop. Hiermee wisselt u tussen de Preset
Patterns en de User Patterns.
• Sla uw Patterns op in bulk
U kunt, als u een sequencer of MIDI data filer heeft, de Bulk Send functie van de AN200 gebruiken (blz. 108) om uw waardevolle Pattern en Voice gegevens in meerdere “banken” van 128
Patterns op te slaan. Laad die bank van 128 de u nodig heeft terug naar de AN200 — of deel
uw banken met uw AN200-uitgeruste vrienden en bandleden. Houd ook in gedachte dat u Bulk
Send kunt gebruiken met de computer-gebaseerde AN200 Editor (blz. 106) om uw Voices verder te bewerken.
• Maak er een gewoonte van
Hadden we al gezegd dat u moet opslaan? Sla op, sla op, en blijf opslaan! Zelfs als u nog
steeds aan een Pattern of Voice werkt en vindt dat het nog niet klaar is, dan moet u het toch
opslaan.
Waarom? Door dit te doen, bouwt u een archief aan wijzigingen op die u in de loop der tijd
gemaakt heeft — en kunt ze weer oproepen indien u dat wilt. U kunt deze archief Patterns later
altijd nog verwijderen (blz. 68) mocht u extra geheugenruimte nodig hebben. Of, als u een
“pack rat” (iemand die alles wil bewaren) bent, kunt u Bulk Send gebruiken (zie hint hiervoor)
om alles wat u ooit gecreëerd heeft op te slaan.
Memory Protect
Bepaalt of u Patterns naar het geheugen kunt
opslaan of niet. Zet dit AAN als u wilt voorkomen dat u per ongeluk enige voorgaande
opgeslagen User Pattern verwijdert of
vervangt. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op
[16] totdat “Prot” (Protect) kort in het
display verschijnt. Gebruik de DATA knop om
de instelling te wijzigen.
Instellingen
Off (“oFF”), On (“on”)
Store Pattern
Hiermee kunt u Pattern en Voice gegevens
opslaan naar één van de 128 User geheugen
locaties.
Druk, met het nieuwe Pattern nog steeds actief
en Memory Protect uit, op [STORE]. Selecteer
het gewenste User nummer met de DATA
knop, en druk opnieuw op [STORE] om het uit
te voeren, of druk op [EXIT] om te annuleren.
80
Page 81
Hoofdstuk 15
61Een song wissen — en helemaal opnieuw beginnen
Het eerste dat u moet doen als u uw eigen Song wilt creëren, is er ruimte voor vrijmaken op de AN200. Om
dat te doen, zult u één van de bestaande Songs moeten wissen of schonen.
1 Zorg ervoor dat de Song mode geselecteerd is.
Druk op de [SONG] knop.
Song opname
U heeft een ongelooflijke selectie aan Patterns tot uw beschikking. Het is nu
de tijd om ze samen te brengen en enkele Songs te maken.
2 Selecteer de Song die gewist moet worden.
Zorg ervoor dat het een Song is waarvan u het niet erg vindt om die te
verwijderen. In feite wordt hierdoor de Song niet echt direct verwijderd. De
Song gegevens blijven in het geheugen — totdat u uw nieuwe Song op dat
nummer heeft opgeslagen.
3 Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en druk op [9]
(CLEAR SONG).
4 Wis de Song.
Laat [SHIFT] los en druk nogmaals op [9] (de knop stopt met knipperen en
blijft branden). Druk, bij de “Y£n” (“Yes of no?”) prompt, een derde maal
hierop om de Song daadwerkelijk te wissen, of druk op [EXIT] om te
annuleren.
• Wis niet... maar bewerk een Song!
Onthoud, dat het niet nodig is om een Song helemaal van de grond af op te bouwen. Als er
een preset Song aanwezig is die u leuk vindt en die wat aangepast moet worden aan uw persoonlijke wensen, dan hoeft u het, in plaats daarvan, alleen maar op te roepen en te bewerken.
Verwijder Patterns, Voer nieuwe Patterns in, en voer een verscheidenheid aan transformaties
uit op de Pattern gegevens — de info begint op blz. 84.
Geeft aan dat de
Song mode actief
Clear Song
Hiermee kunt u Pattern toekenningen en
andere bewerkingen van een Song wissen.
(Onthoud, dat dit de daadwerkelijke gegevens
van een Pattern NIET beïnvloedt.) Selecteer
de Song, en gebruik vervolgens [SHIFT] en
[9] om “CLr” (Clear) op te roepen. Druk
tweemaal op [9] om het uit te voeren.
81
Page 82
Hoofdstuk 15 Song opname
62Een song creëren
We zijn nu, eindelijk, bij de top eigenschap van de AN200 beland. Hier brengt u alle Voices, Scenes, Free EG
bewegingen en Patterns samen die u gemaakt heeft — en kunt u ze gebruiken om uw eigen originele Songs
te creëren.
1 Roep de Song mode op en wis een Song.
Gebruik een schone lei om uw eigen Song in elkaar te zetten. (Heeft u het al geprobeerd om een Song te
wissen? Ga, indien dit niet het geval is, terug naar Tip 61 en doe het nu.)
2 Roep de Song Bewerking mode op.
Om een Song te kunnen opnemen of te bewerken, moet u de Song
Bewerking mode binnen gaan. Om dit te doen, moet u tegelijkertijd [SHIFT]
ingedrukt houden en op de [SONG] knop drukken.
De PATTERN indicator moet gaan knipperen. Als PATTERN NIET knippert,
dan moet u op [PATTERN SELECT] drukken om het te laten knipperen en
Pattern nummer invoer mogelijk te maken.
3 Selecteer de maat waar u naartoe wilt opnemen.
Houd tegelijkertijd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT <<]/[OCT >>] ([BWD]/[FWD]) knoppen om
vooruit en achteruit, maat-voor-maat, door de Song te lopen.
Probeer ook deze onderstaande alternatieve methode uit — en loop nog sneller en gemakkelijker door de
maten.
1) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op één van de [BWD]/[FWD] knoppen.
2) Laat vervolgens de knoppen los, en gebruik de [DATA] knop.
Door, in deze toestand, aan de [DATA] knop te draaien, kunt u door de maten lopen. Houd, voor zelfs een
nog snellere selectie, [SHIFT] ingedrukt, terwijl u aan de [DATA] knop draait — en spring, met tien maten
per klik, door de Song heen.
4 Druk op de Start/Stop knop.
Door dit te doen, loopt het huidige geselecteerde Pattern bij de huidige geselecteerde maat. Hierdoor
kunt u uw Song bewerkingen, in de onderstaande stappen, horen — in real time.
U kunt, als u dat wilt, het afspelen stoppen, door op de Start/Stop knop te drukken, voordat u verder gaat
met Stap 5 hierna. Of blijf doorgaan en ga door met bewerken, terwijl het Pattern loopt.
5 Selecteer het Pattern nummer dat toegewezen moet worden (aan de
bovenstaande geselecteerde maat).
Gebruik de DATA knop. Elk van de Patterns kan geselecteerd worden — Preset of User. Onthoud dat u
gemakkelijk kunt wisselen tussen de Preset Patterns en de User Patterns, door [SHIFT] ingedrukt te houden en op de [PATTERN] knop te drukken. (Zie blz. 80.)
82
U zult misschien ook een initiële BPM instelling willen opnemen bij de eerste maat van uw
Song. Dit bepaalt het basis tempo voor de gehele Song. Zie, voor meer informatie, Tip 63.)
Page 83
Hoofdstuk 15 Song opname
6 Blijf Patterns op deze manier toekennen, door de voorgaande stappen 3 -
5 te herhalen, totdat u een nieuwe Song gecreëerd heeft.
U zult in de meeste gevallen een Pattern willen herhalen over verscheidene maten, in plaats van een
Pattern elke maat te gebruiken. Om dit te doen moet u ten eerste het Pattern instellen dat u wilt herhalen.
Vervolgens moet u, in de volgende maten, tegen de klok in aan de DATA knop draaien, totdat “----” in
het display verschijnt.
Deze instelling selecteert geen nieuwe Pattern, en blijft het voorgaande Pattern afspelen door de maten
die op deze manier zijn toegewezen.
Trouwens, als u vanaf het begin een song creëert, dan hoeft u “----” helemaal niet in te voeren. U
hoeft alleen maar de maten, die u niet wilt veranderen, over te slaan — de AN200 herhaalt automatisch
het laatste Pattern, tot de eerstvolgende nieuwe invoer.
7 Neem, om de Song te beëindigen, de “End” markering op.
Selecteer de maat VOLGEND OP de laatste maat in de Song, en draai vervolgens de DATA knop tegen de
klok in, totdat “End” in het display verschijnt.
Als u bijvoorbeeld, de “End” markering op maat 33 heeft opgenomen, dan speelt de Song door tot en met
maat 32, en stopt dan.
8 Druk op [EXIT] (of de [SONG] knop) om de Song bewerking te verlaten.
9 Speel uw nieuwe Song af door op de Start/Stop knop te drukken.
U moet echter de [BWD]/[FWD] knoppen ([SHIFT] + [OCT <<]/[OCT >>] knoppen) gebruiken om de
beginmaat te selecteren. Zorg ervoor dat u naar de beginmaat terugkeert — als u de Song helemaal wilt
horen.
10 Als laatste en belangrijkste — vergeet niet om uw nieuwe Song op te
slaan.
Ga nu direct naar Tip 67 en sla uw nieuwste meesterwerk op.
• Andere gegevens opnemen
Naast Pattern nummers, kunnen ook verscheidene andere data typen naar de maten van een
Song worden opgenomen — zoals BPM, Gate Time, Swing, en Reverse. (Zie blz. 85.)
Hiermee kunt u verscheidene afspeel karakteristieken van de Patterns wijzigen ten behoeve
van uw Song — zonder daadwerkelijk de Pattern gegevens zelf te hoeven wijzigen!
Song Bewerking Mode
Roep deze mode op om Songs op te nemen
en te bewerken. Houd [SHIFT] ingedrukt en
druk op [SONG]. (De “S” in het display geeft
de Song mode aan.)
Maat Selectie
Bepaalt de maat voor opnemen, bewerken, en
afspelen. Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik
de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen.
83
Page 84
Hoofdstuk 15 Song opname
63Stel de BPM (tempo) in voor uw nieuwe Song
Behalve de Patterns, kunnen er verscheidene andere instellingen in uw Song geprogrammeerd worden. Één
van deze is BPM. Hiermee kunt u de snelheid of het tempo van het afspelen instellen — voor elke maat, als
u dat wilt.
Gewoonlijk zult u dit aan het begin van de Song gebruiken (zie Tip 62, de stappen 3 - 5) om er zeker van te
zijn dat de gehele Song bij het juiste tempo wordt afgespeeld. Het kan echter ook gebruikt worden om het
tempo in het midden van de Song te wijzigen.
Werk deze stappen door, en zorg ervoor dat u de procedure beheerst. U zult dezelfde methode in Tip 64
gaan gebruiken om ook andere instellingen te programmeren.
1 Ga de Song Bewerking mode binnen.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [SONG] knop.
2 Selecteer de gewenste maat.
Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen.
3 Speel het Pattern af.
Druk op de Start/Stop knop om het Pattern, bij de geselecteerde maat, te laten loopen.
4 Roep de BPM instelling op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [BPM] ([TAP]).
5 Stel de gewenste BPM waarde in met de DATA knop.
6 Herhaal de bovenstaande stappen 2 - 5 zo vaak als u
wilt, voor zoveel maten als nodig is.
In de meeste gevallen, zult u dezelfde BPM instelling willen handhaven over verscheidene maten, of zelfs
over de gehele Song. Voer, om dit te doen, de “----” instelling in, voor zoveel maten als nodig is. Of, als
u de Song van het begin af programmeert, dan hoeft u alleen maar de maten, die u wilt handhaven, over te
slaan — de AN200 behoudt automatisch de laatste instelling, tot de eerstvolgende nieuwe invoer.
• Fijne tempo wijzigingen
De BPM waarde bevat een uiterst fijne resolutie van 1/10 beats per minuut — voor een
nauwkeurige regeling van het tempo. Gebruik dit om zeer geleidelijke snelheidswijzigingen in
te stellen.
• Versnellen en vertragen
U wilt misschien, als uw Song uit de conventionele couplet/refrein structuur bestaat,
spelenderwijs de BPM aan het begin van elke sectie wijzigen. Sommige artiesten, bijvoorbeeld, maken het refrein iets sneller dan het couplet, om, iedere keer dat het refrein komt,
meer spanning op te wekken. Andere songs hebben misschien meer baat bij de
tegenovergestelde benadering — het vertragen van het refrein om het dramatischer te laten
klinken.
Zorg ervoor, ongeacht welke benadering u kiest, dat u de wijzigingen consistent houdt, van
sectie tot sectie, en ze klein houdt — het is de bedoeling dat uw luisteraars de wijzigingen
VOELEN, en niet bewust HOREN.
Song Bewerking — BPM (Tempo)
Bepaalt de snelheid van het afspelen van het Pattern
(in beats per minuut, of bpm), voor de
geselecteerde maat. Selecteer ten eerste de maat
door [SHIFT] ingedrukt te houden en de [OCT <<]/
[OCT >>] knoppen te gebruiken. Houd [SHIFT] vervolgens ingedrukt en druk op [BPM] ([TAP]), en
gebruik de DATA knop om de waarde in te stellen.
Bereik
20,0 — 300,0 bpm
Een instelling van “----” behoudt de
vorige waarde van de maat (geen
wijziging).
84
Page 85
Hoofdstuk 15 Song opname
64Meer Song bewerkings-eigenschappen
In de voorgaande Tips 62 en 63, heeft u geleerd hoe u Pattern nummers en BPM waarden in de maten van
uw Song moet invoeren. Maar dat is niet alles wat u kunt doen. In deze Tip zullen we u laten zien hoe u de
rest van de krachtige Song bewerkings-eigenschappen kunt gebruiken in uw liedjes.
Trouwens, we beperken deze instructies tot het minimum van de kale basis. Lees over deze coole
hulpmiddelen, en probeer ze vervolgens in uw eigen Songs te gebruiken en zie dan wat het resultaat kan zijn.
Onthoud dat de basis methode dezelfde is voor allemaal:
1) Ga de Song Bewerking mode binnen.
(Houd, in de Song mode, [SHIFT] ingedrukt en druk op de [SONG] knop.)
2) Selecteer de gewenste maat.
(Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen.)
3) Speel het Pattern af.
(Druk op de Start/Stop knop.)
4) Selecteer het event type dat u wilt bewerken.
(Zie de onderstaande instructies voor elke event.)
5) Stel de waarde in.
(Gebruik de DATA knop. Volg, in het geval van Track Mute, hierna, de relevante instructies.)
Herhaal natuurlijk de stappen 2 - 5 zo vaak als nodig is. Druk op [EXIT] als u klaar bent met bewerken. En
vergeet niet om uw nieuwe creatie op te slaan. (Zie blz. 89.)
Pattern
(Wordt beschreven in Tip 62, hiervoor.)
Om te selecteren:
Druk op de [PATTERN SELECT] knop.
Toonhoogte Offset
Net als met de soortgelijke Pattern regelaar (Transponering; op blz. 36), kunt u hiermee de toonhoogte
voor het afspelen wijzigen. U kunt, door verschillende instellingen te maken door verscheidene maten in
de Song, uw eigen akkoord progressies programmeren, en de Patterns van toonsoort laten veranderen.
Om te selecteren:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [KEYBOARD] knop.
Zowel de [KEYBOARD] knop als het PITCH lampje knipperen, waardoor wordt aangegeven dat Toonhoogte
Offset geselecteerd is.
BPM
(Wordt beschreven in Tip 63, hiervoor.)
Om te selecteren:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [TAP] knop.
Beat
Hiermee kunt u het totale aantal stappen in het Pattern, bij de geselecteerde maat, wijzigen. (Zie, voor
details, Tip 6.) Één gebruik hiervan zou het creëren van een Pattern van een halve-maat lang kunnen zijn.
Als u bijvoorbeeld bij de maat een 16-staps Pattern heeft ingevoerd, dan zal een instelling van “8” het
Pattern effectief halveren. Onthoud, als u slechts een korte wijziging voor ogen heeft, dat u de Beat, in de
volgende maat of zo, terugzet!
Om te selecteren:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [BEAT] ([SWING]) knop.
Zowel de [SWING] knop als het BEAT lampje knipperen, waardoor wordt aangegeven dat Beat geselecteerd is.
85
Page 86
Hoofdstuk 15 Song opname
Swing
Hiermee kunt u een swing feel aan het Pattern toevoegen, bij de geselecteerde maat. (Zie Tip “27” voor
meer informatie.)
Om te selecteren:
Druk op de [SWING] knop.
De [SWING] knop licht op, waardoor wordt aangegeven dat Swing geselecteerd is.
Gate Time
Hiermee kunt u de lengte van de noten voor het Pattern regelen bij de
geselecteerde maat. (Zie Tip “25” voor meer informatie.) U zou dit kunnen
gebruiken om tracks te creëren, waarvan de noten progressief langer worden, terwijl het Pattern zichzelf oneindig herhaalt — door achtereenvolgens
hogere Gate Time waarden in de maten te programmeren. Of laat de noten
steeds meer clippen (staccato) — door Gate Time steeds meer te verlagen
in opeenvolgende maten.
Om te selecteren:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [GATE TIME] ([REVERSE]) knop.
Zowel de [REVERSE] knop als het GATE TIME lampje knipperen, waardoor
wordt aangegeven dat Gate Time geselecteerd is.
Reverse
U kunt, door dit op Reverse (“bAC)”) in te stellen, het Pattern
achterwaarts laten afspelen, bij de geselecteerde maat. (Zie Tip “25” voor
meer informatie.) Wissel tussen Patterns die vooruit en achteruit afspelen,
voor speciale effecten. Of programmeer drie vooruit, en één achteruit —
voor een interessante vier-maats frase.
Om te selecteren:
Druk op de [REVERSE] knop.
De [REVERSE] knop licht op, waardoor wordt aangegeven dat Reverse
geselecteerd is.
Track Mute
Voeg met deze functie enkele motieven toe aan uw Song. U kunt, door
Track Mute events op te nemen, tracks in uw arrangementen voegen en uit
uw arrangementen halen, voor spannende dynamische wijzigingen.
Om te selecteren en te bewerken:
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [SYNTH TRACK] knop of de [RHYTHM
TRACK] knop. Druk vervolgens op de juiste Step knop: [1] voor de Synth track,
en [2], [3], en [4] voor de Ritme tracks. De status van elke track wordt in het
display getoond.
Geeft aan dat Synth
track aan staat.
• Een gemakkelijkere manier
Houd in gedachte — er bestaat een alternatieve manier om de verscheidene event typen te
selecteren. U zult het misschien gemakkelijker vinden om te onthouden — EN gemakkelijker
om te gebruiken! Houd eenvoudig [SHIFT] ingedrukt en druk herhaaldelijk op [SONG].
Hiermee kunt u door alle event instellingen wisselen, in de volgorde: Pattern Select,
Toonhoogte Offset, BPM (Tempo), Beat, Swing, Gate Time, Reverse, en Track Mute.
Geeft aan dat Ritme track
1 uitgeschakeld is.
Song Bewerking — Event Selectie
Hiermee kunt u een bepaald event selecteren dat in
een Song moet worden opgenomen of bewerkt. Er
zijn acht event typen beschikbaar: Pattern Select,
Toonhoogte Offset, BPM (blz. 84), Beat, Swing,
Gate Time, Reverse, en Track Mute. Om te
selecteren, moet u ervoor zorgen dat de Song
Bewerking mode actief is ([SHIFT] + [SONG]), en
vervolgens op de juiste knop drukken (door, indien
nodig, [SHIFT] te gebruiken). Houd, als alternatief,
[SHIFT] ingedrukt en druk herhaaldelijk op [SONG]
om door alle acht event typen heen te bladeren.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de
[SYNTH TRACK] knop of de [RHYTHM
TRACK] knop. Druk vervolgens op [1], [2],
[3], of [4] (voor Synth track en Ritme tracks
1 - 3). De mute status (aan/uit) voor elke
track wordt in het display getoond.
86
Page 87
Hoofdstuk 15 Song opname
65Patterns bij uw Song tussenvoegen — Insert Pattern
U kunt natuurlijk Patterns aan uw bestaande Songs toevoegen — door de Insert Pattern functie te gebruiken. Hierdoor kunt u een nieuwe Pattern bij de Song tussenvoegen, bij de maat die u opgeeft.
Het maakt niet uit of u zich in de Song Mode of in de Song Bewerking mode bevindt — u kunt vanuit beide
een Pattern invoeren.
1 Selecteer ten eerste de maat waar u het Pattern aan wilt toevoegen, door
[SHIFT] ingedrukt te houden en de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen te gebruiken.
2 Roep de Insert Pattern functie op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [10] (INS/DEL PTN). Misschien moet u de knop
meerdere malen indrukken om het “inS” (Insert Pattern) display op te roepen.
3 Selecteer vervolgens het Pattern dat u bij uw Song
wilt tussenvoegen. Gebruik de DATA knop.
4 Voer het geselecteerde Pattern in.
De [10] knop moet gaan knipperen. Druk er nogmaals op (de knop stopt met knipperen en blijft
branden). Druk, bij de “Y£n” (“Yes of no?”) prompt, een derde keer hierop om het Pattern
daadwerkelijk bij de geselecteerde maat tussen te voegen, of druk op [EXIT] om te annuleren.
Kijk eens naar de onderstaande illustratie en zie wat er gebeurt als u een Pattern tussenvoegt.
Maat 1
Pattern 012
Maat 1
Pattern 012
Vergeet niet om uw nieuw bewerkte Song op te slaan, anders zult u elke gemaakte bewerking verliezen als u
het apparaat uit zet of een andere Song of Pattern selecteert.
Maat 2
Pattern 012
Maat 2
Pattern 012
Pattern 144
Maat 3
Pattern 013
Maat 3
Pattern 144
Maat 4
Pattern 014
Hier wordt Pattern 144 bij Maat 3
tussengevoegd, en alle volgende
Patterns worden opgeschoven om
zo ruimte te maken voor het nieuwe
Pattern.
Maat 4
Pattern 013
Maat 5
Pattern 014
• Een Pattern vervangen
Als u een Pattern wilt vervangen — met andere woorden, één wissen en een nieuwe hiervoor
in de plaats zetten — dan zult u Delete Pattern (blz. 88) moeten gebruiken om eerst het Pattern
te wissen. Gebruik vervolgens Insert Pattern om de nieuwe in te voeren.
Insert Pattern (Voer Pattern in)
Hiermee kunt u een Pattern op elke maat binnen een bestaande Song invoeren. Alle volgende Patterns/maten worden getoond.
Houd, met Song (of Song Bewerking) mode
actief, [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT
<<]/[OCT >>] knoppen om de gewenste maat
te selecteren. Houd [SHIFT] ingedrukt en
druk op [10] om “inS” (Insert) op te roepen, en selecteer het gewenste Pattern nummer met de DATA knop, en druk tweemaal op
[10] om het uit te voeren.
87
Page 88
Hoofdstuk 15 Song opname
66
Patterns uit uw song verwijderen — Delete Pattern
U kunt, als u een fout heeft gemaakt bij de creatie van uw Song, het altijd wissen (blz. 81) en opnieuw beginnen. Of u kunt Delete Pattern gebruiken om de ongewenste invoer te wissen, en de andere Patterns intact te
houden.
Met Delete Pattern kunt u Patterns uit specifieke maten, in uw bestaande Songs, halen. Houd echter in
gedachte dat het uw Song met één maat verkort EN dat het geen lege ruimte achter laat — alle Patterns die
op de gewiste volgen worden één plaats opgeschoven om de vacante maat op te vullen.
Delete Pattern kan zowel in de Song mode als in de Song Bewerking mode gebruikt worden.
1 Selecteer ten eerste de maat die het Pattern bevat dat u wilt wissen.
Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen.
2 Roep de Delete Pattern functie op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [10] (INS/DEL PTN). Misschien moet u
meerdere malen op de knop drukken om het “dEL” (Delete Pattern)
display op te roepen.
3 Verwijder het Pattern.
De [10] knop moet gaan knipperen. Druk er nogmaals op (de knop stopt met knipperen en blijft
branden). Druk, bij de “Y£n” (“Yes of no?”) prompt, een derde maal hierop om het Pattern
daadwerkelijk van de geselecteerde maat te verwijderen, of druk op [EXIT] om te annuleren.
Hier is een voorbeeld van wat er gebeurt als u Pattern Delete gebruik. In de onderstaande illustratie, zullen we Pattern 013 verwijderen bij Maat 3.
Maat 1
Pattern 012
Maat 1
Pattern 012
Maat 2
Pattern 012
Maat 2
Pattern 012
Maat 3
Pattern 013
Maat 3
Pattern 014
Maat 4
Pattern 014
Hier wordt Pattern 013 uit Maat 3
verwijderd, en Pattern 014 schuift op
om zijn plaats in te nemen.
Vergeet niet om uw nieuw bewerkte Song op te slaan, anders zult u elke
gemaakte bewerking verliezen als u het apparaat uit zet of een andere Song of
Pattern selecteert.
Delete Pattern
Hiermee kunt u een Pattern uit elke maat binnen een bestaande Song verwijderen. Alle
volgende Patterns/maten schuiven terug om
de vacante maat op te vullen.
Houd, met Song (of Song Bewerking) mode
actief, [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT
<<]/[OCT >>] knoppen om de gewenste maat
te selecteren. Houd [SHIFT] ingedrukt en
druk op [10] om “dEL” (Delete) op te roepen, en druk tweemaal op [10] om het uit te
voeren.
88
Page 89
Hoofdstuk 15 Song opname
67Uw nieuwe Song opslaan
Nu dat u een nieuwe Song gecreëerd en gearrangeerd heeft, zult u het wel voor toekomstig gebruik willen
opslaan. De AN200 biedt u in totaal 10 geheugen ruimtes voor het opslaan van uw originele Songs.
WAARSCHUWING
Als u eenmaal een Song gecreëerd heeft die u wilt opslaan, dan moet u deze EERST OPSLAAN,
alvorens een andere Song te selecteren of uit de Song mode te gaan. Door een andere Song (of
Pattern) te selecteren, w orden alle wijzigingen of be werkingen die u gemaakt heeft automatisch gewist!
Delete Pattern kan zowel in de Song mode als in de Song Bewerking mode gebruikt worden.
1 Zorg ervoor dat Memory Protect uit staat.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [16] totdat het “Prot” (Protect) display getoond wordt. Zet vervolgens Memory Protect UIT met de DATA knop.
Druk op de [EXIT] knop om Memory Protect te verlaten.
2 Druk, met uw nieuwe Song nog steeds geactiveerd en
wachtend, op [STORE].
“S.Str” verschijnt kort om de Store handeling aan te geven.
3 Selecteer het gewenste song nummer (01 - 10) met de
DATA knop.
4 Druk nogmaals op [STORE] om het Pattern daadwerkelijk op te slaan, of
druk op [EXIT] om te annuleren.
• Blijf opslaan
Sla AL uw Songs op — geheugen is goedkoop! U kunt, als u een sequencer of MIDI data filer
heeft, de Bulk Send functie van de AN200 gebruiken (blz. 108) om uw waardevolle Song gegevens in meerdere “banken” van 10 Songs naar schijf op te slaan — en een hele bibliotheek
aan liedjes opbouwen.
Zorg er echter voor, dat u alle relevante Pattern gegevens samen met de Songs opslaat en ze
weer samen laadt. Als u dit niet doet, dan zou het zo kunnen zijn dat uw Songs en Patterns
niet met elkaar overeenkomen!
• Song backup
U zult misschien Store willen gebruiken om verschillende versies van uw Song op te slaan —
zelfs als u er nog aan werkt. Dit geeft u een archief aan wijzigingen op die u in de loop der tijd
gemaakt heeft — en u kunt ze weer oproepen indien u dat wilt. U kunt de onnodige versies
desgewenst later wissen.
Store Song (Sla Song op)
Hiermee kunt u Song gegevens opslaan naar
één van de 10 Song geheugen locaties.
Druk, met de nieuwe Song nog steeds actief
en Memory Protect uit, op [STORE].
Selecteer het gewenste Song nummer met de
DATA knop, en druk opnieuw op [STORE] om
het uit te voeren, of druk op [EXIT] om te
annuleren.
89
Page 90
Hoofdstuk 16
Snelheidstips
voor power users
Werk slimmer, niet harder!
In deze sectie, zullen we u enkele mooie manieren laten zien om uw
bewerkingen in een hogere versnelling te krijgen — zodat u MEER uit uw
AN200 kunt halen in MINDER tijd.
68
De [DATA] knop is echt nuttig om dichter bij een waarde te komen en de parameter instellingen fijn af te
stemmen. Het kan echter, als u haast heeft en snel door de beschikbare waarden heen wilt springen,
omslachtig zijn.
Maar dat is niet het geval als u de [SHIFT] knop gebruikt. Houd, om de [DATA] knop te versnellen, [SHIFT]
ingedrukt, terwijl u eraan draait.
Gebruik deze handeling vooral:
• Voor het selecteren van Patterns
Met deze snelheids-handeling kunt u, bij elke klik van de [DATA] knop, 10 Patterns verder springen.
• Voor het instellen van de BPM
Door [SHIFT] ingedrukt te houden, kunt u de BPM waarden 10 keer sneller doorlopen (1 bpm/klik).
• Voor Instrument Selectie (in Step Opname, Ritme Track)
Spring door de instrument selecties, en haal vervolgens uw vinger van [SHIFT] af en verfijn uw
selecties.
De [DATA] knop met [SHIFT] — voor grote sprongen!
90
Deze [SHIFT]-[DATA] knop shortcut (kortere weg) is in feite nuttig voor zowat ELKE handeling waarbij een
waarde gewijzigd wordt. Gebruik het voor de synth-gerelateerde knoppen, en gebruik bij afspeel regelaars,
zoals Gate Time en Transponering.
Page 91
91
Hoofdstuk 16 Snelheidstips voor power users
69
Bewerking op de AN200 is snel en gemakkelijk — u drukt op een knop of draait aan een knop, en de instelling/waarde verandert. Echter, gemakkelijk als het is, zijn er ook momenten waarop u een parameter wilt
selecteren zonder het te wijzigen.
Hier is een voorbeeld. Laten we eens zeggen dat u het “verborgen” Reverb Effect in uw bewerkingssessie
geselecteerd heeft, en u gaat verder met de bewerking van iets anders. Als u terug wilt gaan om Reverb
opnieuw te bewerken, drukt u op de EFFECT [TYPE] knop. Huplakee... U heeft zojuist het Effect Type in
Flanger gewijzigd!
Gebruik [SHIFT] om dit tegen te gaan. Houd [SHIFT] ingedrukt, en druk vervolgens op EFFECT [TYPE].
Door dit te doen wordt het huidige Effect Type opgeroepen — zonder het te veranderen.
Gebruik deze handeling met ALLE Voice “knop” instellingen — zoals LFO Detail, EG Select, Key Assign,
enzovoorts.
70
Nee, we zijn geen voorstander van het gebruik van geweld hier... Met deze gemakkelijke Step Opname
shortcut kunt u de instelling van maximaal 16 Stappen wijzigen — direct en allemaal tegelijkertijd.
Gebruik [SHIFT] om een instelling “vast te houden”
Gang-bewerking van een groep stappen
1 Selecteer, in Step Opname, de gewenste parameter voor bewerking:
Pitch, Gate Time, of Velocity. (Of Instrument Select, als u aan een Ritme
track werkt.)
2 Selecteer de Staprij waar u de groep mee wilt starten.
Selecteer, als u bijvoorbeeld de Stappen 5 -16 wilt groeperen voor bewerking, rij 1 - 8 (door op één van
de knoppen in deze rij te drukken). Selecteer, als u de Stappen 11 - 16 als groep wilt bewerken, rij 9 - 16.
3 Houd [SHIFT] ingedrukt en draai aan de knop die
met de eerste stap in de groep correspondeert.
Hiermee zult u, als u de bovenste rij (1 - 8) in Stap 2, hiervoor,
geselecteerd heeft, onmiddellijk en automatisch al de Stappen 5 - 16 op
dezelfde waarde instellen. Als u de onderste rij (9 - 16) geselecteerd
heeft, dan zullen, door aan de NOISE LEVEL knop te draaien, de Stappen
13 - 16 op dezelfde waarde worden ingesteld.
Onder typische gebruiken vallen ook:
• Het instellen van alle Stappen op hetzelfde instrument (in de Ritme tracks).
• Het instellen van alle Stappen op dezelfde Velocity of Gate Time, en vervolgens individuele Stappen
iets tweaken voor wat variatie.
• Het instellen van alle Stappen in één keer — als verschillende Stappen dezelfde waarde hebben, en
vervolgens alleen die Stappen wijzigen die u wilt.
Page 92
Hoofdstuk 17
Praktische Tips
Dit hoofdstuk is een grabbelton vol met verscheidene praktische tips die uw
programmerings-brokken hechter maken en waardoor u op weg bent om het
instrument volledig te beheersen. U heeft al deze eigenschappen al gezien.
Probeer ze nu uit in deze praktische voorbeelden — en onderzoek zelf enkele
nieuwe, niet in kaart gebrachte paden.
71
Gate Time is een eenvoudige, en toch effectieve manier om zowel het geluid als de feel van een Pattern te wijzigen.
Probeer deze tip in real time uit, terwijl het Pattern speelt — voor dramatische, en dynamische verschuivingen.
1 Selecteer en speel een Pattern.
2 Roep Gate Time op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [GATE TIME] ([REVERSE).
3 Tweak de [DATA] knop langzaam naar links.
Begin, zeer geleidelijk Gate Time omlaag te draaien — van 100, omlaag naar 40, 20 en vervolgens zelfs 10 of 1.
Hoort u wat het doet met alle tracks? Luister hoe alles — inclusief de drums — gepiekt wordt, waardoor
er een strak, gedempt geluid gecreëerd wordt en er een daling in de dynamiek geproduceerd wordt.
4 Verhoog nu, zo snel mogelijk, Gate Time naar 60, 80 of 100 — of hoger.
Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u aan de [DATA] knop draait — waardoor u door de waarden heen kunt
springen, en onmiddellijk de dynamiek terug kunt brengen. Probeer dit direct vóór de eerste tel van een
maat te doen — en gooi alles weer terug op de “één”.
De Gate Time aanpassen met de [DATA] knop
92
72
Laten we eens wat meer met de [DATA] knop werken. Nu zullen we wat spelen met de toonhoogte — door
de Transpose functie te gebruiken.
1 Selecteer en speel een Pattern.
2 Roep Transpose op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TRANSPOSE] ([KEYBOARD]).
3 Gebruik, terwijl het Pattern speelt, de [DATA] knop
om de toonhoogte te verhogen en te verlagen.
Houd, voor wilde toonhoogte-wijzigingen, [SHIFT] ingedrukt, terwijl u met de knop werkt. Probeer op de
tel te wisselen tussen twee uiteenlopende waarden (bijvoorbeeld, “-20
toonhoogte ook omhoog te zwepen naar het bereik van 60, en vervolgens te verlagen naar het bereik van
40. Probeer ook, terwijl het Pattern zich oneindig herhaalt, willekeurige toonhoogte-wijzigingen uit. Er
zijn een hoop leuke dingen hier te vinden!
De toonhoogte aanpassen met de [DATA] knop
” en “30”). Probeer de
Page 93
93
Hoofdstuk 17 Praktische Tips
73
U kunt, zoals u in Tip 26 gezien heeft, het toetsenbord van de AN200 gebruiken om de toonhoogte te
wijzigen en zelfs ter plekke akkoord progressies creëren. Maar u kunt met deze eigenschap ook echte wilde
en gekke dingen doen — en zo met wat echt gekke techno herrie op de proppen komen.
1 Selecteer en speel een Pattern.
2 Roep Transpose op.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [TRANSPOSE] ([KEYBOARD]).
3 “Speel” nu de toonhoogte-wijzigingen vanaf het toetsenbord.
Probeer deze specifieke oefeningen uit en kijk waar u terecht komt!
• Ga, beginnend met knop [9] (lage C op het toetsenbord), chromatisch omhoog — door, beurtelings,
op elke opeenvolgende toets te drukken. Probeer het in de maat te doen, door steeds op elke tel een
andere toets in te drukken, zoals hieronder:
De toonhoogte met het toetsenbord wijzigen
EEN twee DRIE vier EEN twee DRIE vier EEN twee DRIE vier EEN twee DRIE vier EEN twee DRIE vier EEN twee DRIE vier
Tel “ÉÉN-twee-DRIE-vier,” en sla de knoppen op “ÉÉN” en “DRIE.”
• Gebruik ook de [OCT <<]/[OCT >>] knoppen! Probeer ook, ter plekke, verschillende octaven te
selecteren, en op verscheidene toetsen te drukken.
• Kunt u een twee-vingerige triller spelen? (Een triller is twee noten beurtelings spelen — zeer snel.)
Als u het niet met één hand kunt, dan moet u het met twee proberen. Wissel bijvoorbeeld tussen de
knoppen [10] en [12] (D en F), zoals hieronder:
EENENTWEEENDRIEENVIEREN
Hier speelt u twee toetsen op elke tel — tel “ÉÉN-EN-TWEE-EN-DRIE-EN-VIER-EN,” en sla op elke tel!
Page 94
Hoofdstuk 17 Praktische Tips
74
Herinnert u zich Tip 50 nog, hoe u de top van een Pattern sloeg? Laten we eens, in deze Tip, en de twee volgende, enkele specifieke “stotterende” ritme voorbeelden uitproberen.
Selecteer en speel een Pattern. Houd vervolgens [SHIFT] ingedrukt en sla op de [TOP] (Record) knop in het
volgende ritme.
Stotter fill-in 1
EENTWEEDRIEVIEREEN
Begin !Sla het hier...... en hier !
Gebruik uw linkerhand om [SHIFT] ingedrukt te houden, terwijl uw
rechterhand op [TOP] slaat. Hiermee heeft u meer controle over het ritme!
75
Selecteer en speel een Pattern. Houd vervolgens [SHIFT] ingedrukt en sla op de [TOP] (Record) knop in het
volgende ritme. Gebruik beide handen. Deze is een beetje lastig...
Stotter fill-in 2
Tel op de aangegeven wijze , en
sla elke tel, zoals dat door de
pijlen wordt aangegeven.
TWEEEENDRIEVIER
EENENTWEEENDRIEENVIEREN
94
EEN
Page 95
95
Hoofdstuk 17 Praktische Tips
76
Selecteer en speel een Pattern. Houd vervolgens [SHIFT] ingedrukt en sla op de [TOP] (Record) knop in het
volgende ritme. Gebruik ook hier weer beide handen. Dit zou wat oefening kunnen vergen, voordat u het te
pakken heeft...
Begin !Sla het hier...... en hier !... en hier !
77
Als u live optreedt, dan is het noodzakelijk dat u snel denkt en snel beweegt. Houd de dingen eenvoudig —
en gebruik deze tip om u te helpen uw podiumwerk te stroomlijnen.
Stotter fill-in 3
EENTWEEDRIEVIEREEN
... en hier !... en hier !... en hier !
Patterns toewijzen voor uw gig
U heeft in Tips 3 en 31 gezien hoe u de Pattern Select eigenschap kunt gebruiken om onmiddellijk van
Patterns te wisselen, terwijl u optreedt. Het is verstandig, als u veel Patterns moet starten tijdens een optreden, om ze op volgorde van gebruik te leggen. Hiervoor wordt Pattern Assign gebruikt.
Maak eerst een lijst van de Patterns die u nodig zult hebben, in de volgorde zoals u ze gaat gebruiken. Ga
vervolgens de lijst af en ken het juiste Pattern toe aan elke genummerde knop. (Weet u nog hoe dat moet?
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [PATTERN ASSIGN], en druk vervolgens op een genummerde knop en
gebruik de [DATA] knop om het Pattern te selecteren.)
78
U kunt, als u met akkoordprogressies werkt, kopieën creëren van een Pattern select setup naar verschillende
toonhoogtes, en deze Patterns vanaf de toetsen spelen.
Gebruik de Kopieer Sequence functie (blz. 67) om een Pattern meerdere malen te kopiëren. Bewerk vervolgens elke Pattern-kopie, zoals nodig is, met de Toonhoogte functie (blz. 66). Gebruik tenslotte Pattern
Assign (blz. 40) om de Patterns aan de juiste toetsen toe te kennen.
Houd de dingen eenvoudig en logisch. Ken een Pattern toe aan de passende toets. Met andere woorden, als
uw Pattern in de toonsoort van C valt, ken het dan toe aan knop [9]. Als het Pattern in F is, ken het toe aan
[12]. Een Pattern in G zou dan naar knop [13] gaan, enzovoorts.
Akkoordprogressies met behulp van Pattern Assign
Page 96
Hoofdstuk 18
Master Class 1 —
Op het podium
Nu dat u weet hoe het instrument werkt, is het de tijd om te pronken met uw
AN200 brokken op het podium. Er zijn een hoop echt v erbazingwekkende dingen die u kunt doen met de AN200 — vooral als u het heeft aangesloten op
enkele andere MIDI apparaten. Hier zijn enk ele ideeën om mee te beginnen...
79
Met de geavanceerde sync eigenschappen van de AN200 kunt u het, met het ritme van zowat elk ander MIDI
apparaat, in harmonie brengen, zoals een ritme machine of externe sequencer. Geen afdrijving, geen
afwijking, niet wegglijden uit sync — de twee apparaten blijven perfect in dezelfde groove.
Dit is fantastisch in live situaties. U zou bijvoorbeeld een computer of een sequencer kunnen gebruiken voor
uw voornaamste tracks en enkele AN200 Patterns binnen vliegen, terwijl u optreedt — terwijl alles perfect in
sync blijft.
In deze toepassing is de sequencer de “master”, of het besturings-apparaat, en de AN200 is de “slave”.
1 Bouw de AN200 en de sequencer op.
Sluit de twee aan met een standaard MIDI kabel, zoals getoond wordt.
Sync de AN200 met uw sequencer
MIDI klok
OUTPUTOUTPUT
MIDI INMIDI OUT
INPUT
Luidspreker Luidspreker
Versterker
96
AN200
2 Roep de Klok-instelling op op de AN200.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop [14] (MIDI SETUP), indien nodig herhaaldelijk, totdat “CLo” in
het display verschijnt.
3 Stel de klok in op “Extern”.
Draai aan de [DATA] knop, totdat “E$t” getoond wordt.
Externe sequencer
(RM1x, enz.)
Mixer
Page 97
Hoofdstuk 18 Master Class 1 — Op het podium
4 Start de song of het afspelen van de sequencer op de
andere apparaten.
Als u het afspelen op het aangesloten MIDI apparaat start en stopt, dan start
en stopt het Pattern of de Song op de AN200 op hetzelfde ogenblik. U kunt
natuurlijk de bpm op het andere apparaat wijzigen, en de AN200 zal onmiddellijk en automatisch volgen.
U kunt, als u dat wilt, de AN200 als het master apparaat gebruiken. U hoeft
er alleen maar voor te zorgen dat de Klok op de AN200 op “Intern” is
ingesteld — anders zult u de Patterns of de Songs niet vanaf de AN200 kunnen starten, noch het andere apparaat kunnen regelen. Zie, voor de instellingen op het andere apparaat, de relevante gebruikershandleiding. (Zie, als
voorbeeld, waarbij de AN200 als de master fungeert, Tip 82.)
97
Klok
Stelt de AN200 zo in om MIDI klok
boodschappen te versturen of te ontvangen.
Dit bepaalt of de AN200 als de master of slave
functioneert in MIDI sync toepassingen. Stel
dit, als u alleen de AN200 gebruikt of een
aangesloten apparaat wilt regelen, in op Intern
(“int”). Stel dit, als u de AN200 vanaf een
aangesloten apparaat regelt, in op Extern
(“E$t”). Houd in gedachte dat de Patterns of
Songs niet vanaf de AN200 gestart kunnen
worden als dit op Extern is ingesteld.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop [14]
(MIDI SETUP), indien nodig herhaaldelijk,
totdat “CLo” in het display verschijnt, en
gebruik vervolgens de [DATA] knop om de
gewenste instelling te maken.
Instellingen
int (Intern)
Stuurt MIDI klok boodschappen, om de
sync met een ander apparaat te regelen.
E$t (Extern)
Ontvangt MIDI klok boodschappen, voor
de synchronisatie met een ander apparaat.
80
De MIDI kanalen wijzigen
U hoeft, over het algemeen, niet met deze instellingen te spelen. Maar ze zijn aanwezig, voor het geval u ze
WEL nodig heeft.
De vier tracks van de AN200 — Synth en Ritme 1 - 3 — zijn vast gelegd om
gegevens over MIDI Kanalen 1 t/m 4, respectievelijk, te ontvangen. U zult, om
de tracks op een besturend MIDI toetsenbord of sequencer af te stemmen, misschien deze instellingen moeten wijzigen. Elke track bevat ook een “uit” instelling, dus u kunt de MIDI ontvangst van een track uitsluiten, als u dat wilt.
Hier zullen we u laten zien hoe u het MIDI Ontvangst Kanaal voor de Synth track
moet wijzigen. De Ritme tracks kunnen op dezelfde manier gewijzigd worden.
1 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop [14] (MIDI
SETUP), indien nodig herhaaldelijk, totdat “SY. 1” in
het display verschijnt.
Bepaalt het MIDI kanaal waarover de daarvoor
bestemde track MIDI gegevens ontvangt. Zorg ervoor
dat het Ontvangstkanaal van de gewenste track
overeenkomt met de instelling van het Verzendkanaal
op het besturende toetsenbord of sequencer.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop
[14], herhaaldelijk indien nodig, totdat de
gewenste instelling getoond wordt:
“SY. 1” — Synth Track (standaard
instellen op Kanaal 1)
“r1. 2” — Ritme Track 1 (standaard
instellen op Kanaal 2)
“r1. 3” — Ritme Track 1 (standaard
instellen op Kanaal 3)
“r1. 4” — Ritme Track 1 (standaard
instellen op Kanaal 4)
Gebruik de [DATA] knop om de waarde te
wijzigen. De “----” instelling komt
overeen met “uit”.
Instellingen
1 — 16, “----” (uit)
Page 98
Hoofdstuk 18 Master Class 1 — Op het podium
81Loopfactory setup — met de SU200
Als deel van Yamaha’s nieuwe Loopfactory serie, is de AN200 niet slechts een fantastische synthesizer met
een analoge-stijl — het steekt ook met kop en schouders uit boven de op loop-gebaseerde muziek productie
systemen. In deze Tip en de volgende, zullen we enkele manieren bekijken waarop u de krachtige en
veelzijdige Loopfactory lijn kunt gebruiken om de dansvloer te laten schudden.
In deze eenvoudige opstelling gaat de AN200 samen met de SU200 Sampling Unit — een kleine frase
sampler met een speciale Loop Track eigenschap die de duur van uw samples oprekt en ze allemaal in sync
houdt.
Hier is de AN200 de besturende “master” en de SU200 is de “slave.” (Zie, voor verdere details over masters
en slaves, Tips 79 en 82.) Zorg ervoor dat u de SU200 op Extern Sync instelt voor deze toepassing (MIDI
klok in de Job mode). De AN200 moet natuurlijk op Intern Sync worden ingesteld (blz. 96).
AN200
MIDI klok
MIDI OUTMIDI INOUTPUT
SU200
LINE
INPUT
Luidspreker
Versterker
AUDIO IN
Luidspreker
Met dit afspeel sync systeem, kunt u de samples op de SU200 perfect met de Patterns van de AN200
synchroniseren— dankzij Loop Track Play. Gebruik de AN200 als een master “schakelaar” voor de hele systeem — en start de Patterns en de SU200 tracks tegelijkertijd met de Start/Stop knop. En de SU200
fungeert, als een extra bonus, ook nog als audio mixer — waarbij het geluid van zowel de AN200 als de
SU200 uitgevoerd wordt.
98
Page 99
Hoofdstuk 18 Master Class 1 — Op het podium
82Loopfactory sync systeem — met de DX200
De AN200 heeft, in het geval u dit niet wist, een zuster synthesizer — in feite, bijna een tweelingzus. De DX200 heeft
veel van dezelfde geluids-vormende regelaars, plus alle Pattern en Song eigenschappen die u op de AN200 terug vindt.
En toch, hoezeer deze zussen ook op elkaar lijken, hun daadwerkelijke geluid is ZEER verschillend. De
DX200 is een herschepping van de enorm populaire DX7 synthesizer, en bevat een volle implementatie van
het FM Synthese systeem dat de DX7 zo krachtig maakte — om niet te spreken van een verbluffende reeks
aan ongelofelijk dynamische digitale FM Voices.
Deze twee bieden u, zij aan zij in een MIDI sequence omgeving, het beste uit de analoge en digitale wereld,
en leveren een enorme hoeveelheid aan veelzijdigheid op het gebied van geluid.
Maar zelfs zonder een computer of een sequencer, kunt u een hoop uit deze twee apparaten halen, vooral tijdens live optredens — u hoeft ze alleen maar te koppelen en te synchroniseren. Met de één als “master” en de
andere als “slave”, kunt u ze hun respectievelijke Patterns in perfecte sync met elkaar laten spelen. Voeg een
DJ mixer toe, en u heeft een compacte en toch krachtige DJ opstelling om enkele slaande beats neer te zetten.
1 Sluit de AN200 en de DX200 aan, zoals getoond.
Hier zullen we de AN200 als de “master” gebruiken, om de DX200 te regelen.
MIDI klok
INPUTOUTPUTOUTPUTMIDI OUTMIDI IN
DJ
Mixer
MIDI klok master
AN200
Luidspreker
Versterker
Luidspreker
Slave
DX200
2 Stel de Klok van de AN200 in op Intern.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op knop [14] (MIDI SETUP), indien nodig herhaaldelijk, totdat “CLo” in
het display verschijnt. Gebruik de [DATA] knop om “int” te selecteren.
3 Stel de Klok van de DX200 in op Extern.
Ga nu naar de DX200. Houd [SHIFT] op het paneel van de DX200 ingedrukt en druk op knop [14] (MIDI
SETUP), herhaaldelijk indien nodig, totdat “CLo)” in het display verschijnt. Gebruik de [DATA] knop
om “E$t” te selecteren.
4 Selecteer de gewenste Patterns op zowel de AN200 als de DX200.
5 Druk, tenslotte, op de Start/Stop knop op de AN200.
Als u alles goed heeft aangesloten en de juiste instellingen heeft gemaakt, dan moeten beide machines, meteen als
u op Start/Stop op de AN200 drukt, gaan werken. Druk er nogmaals op, en ze zullen samen meteen stoppen.
Werk met de fader op uw DJ mixer om tussen de twee units te schakelen, terwijl ze spelen, om uw ritmes te
mixen en enkele echte trendy tracks te creëren.
99
Page 100
Hoofdstuk 18 Master Class 1 — Op het podium
• Songs Synchroniseren
U kunt natuurlijk ook op beide machines Songs afspelen die perfect in
sync met elkaar zijn. U moet, voor de beste resultaten, ervoor zorgen dat:
* De Songs op zowel de AN200 als de DX200 even lang zijn.
* De Patterns op beide machines goed met elkaar werken.
* Beide Songs overal dezelfde Beat instellingen hebben.
* Beide Songs in de Swing instelling niet teveel van elkaar verschillen
— tenzij u enkele speciale, maffe effecten op het oog heeft.
• Uw muziek in bulk versturen
Probeer, om hulp te bieden in de hiernaaststaande Power Hint, de Bulk
Send functie (blz. 108) uit om Songs tussen de AN200 en de DX200
over te dragen. Programmeer bijvoorbeeld een Song op de AN200, en
draag vervolgens alleen de Song gegevens over aan de DX200. Houd in
gedachte dat dit uw Songs in sync houdt — echter, de Patterns op de
respectievelijke machines zouden zeer verschillend kunnen zijn.
Verstuur, als u op beide apparaten alles consistent wilt houden, ALLE
gegevens in bulk van de ene machine naar de andere.
83Loopfactory sampling
Hier is een mooie kleine variatie op Tip 81, hiervoor. Sluit eerst de uitgangen van de AN200 en de SU200 aan
op een externe mixer — om de geluiden naar het publiek te pompen. Gebruik vervolgens de Aux Send op de
Mixer om het geluid van de AN200 te voeden op de sampling ingang van de SU200 — en sample de
Patterns van de AN200.
Luidspreker
Leid, om de AN200 te samplen, de Aux Send van
de mixer naar de LINE INPUT van de SU200.
Luidspreker
Versterker
MIDI klok
MIDI OUT
AN200
MIDI
INOUTPUTOUTPUTINPUT
SU200
LINE
INPUT
AUX
SEND
Mixer
Dingen kunnen hier een beetje wild en wollig worden. Met dit systeem kunt u natuurlijk de SU200 met de
AN200 synchroniseren. Echter, de sampling functie maakt deze opstelling echt speciaal. Sample enkele verschillende AN200 Patterns naar de SU200 en laat de AN200 één Pattern spelen, terwijl u samples van andere
Patterns invliegt— natuurlijk in perfecte sync. En gebruik de real-time besturings-eigenschappen op BEIDE
machines om uw beats ter plekke te verknoeien en wat chaos te creëren.
Wees verstandig en sample uw spullen, voordat u het podium op gaat, zodat u alles van te voren in orde
heeft. Of leef gevaarlijk, en sample uw AN200 beats, terwijl u optreedt.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.