De geclaimde copyright-bescherming omvat alle vormen van auteursrechtelijk beschermd materiaal en auteursrechtelijk
beschermde informatie volgens de wet of hierin toegestaan, inclusief en niet beperkt tot materialen gegenereerd door
software-programma's die op het scherm worden weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, schermweergaven,
uiterlijk ontwerp, enz.
®
XEROX
TekColor
Acrobat
Brilliant
, CentreWare®, Made For Each Other®, Phaser®, PhaserCal®, PhaserMatch®, PhaserSMART®, PrintingScout™,
™
en Walk-Up® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Functies van printerstuurprogramma's op pagina 1-2
■Welk papier moet ik gebruiken? op pagina 1-4
■Meerdere pagina's op één enkel vel afdrukken (vellen per pagina) op pagina 1-5
■Brochures afdrukken op pagina 1-6
■Deelpagina's afdrukken op pagina 1-13
■Dekbladen afdrukken op pagina 1-14
■Schalen op pagina 1-16
■Watermerken afdrukken op pagina 1-17
■Negatieven van afbeeldingen en gespiegelde afbeeldingen afdrukken op pagina 1-19
■Aangepaste formaten maken en opslaan op pagina 1-22
■Speciale taaktypen afdrukken op pagina 1-24
Zie ook:
De zelfstudie over het gebruik van het Windows printerstuurprogramma op
www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-1
Functies van printerstuurprogramma's
Functies van printerstuurprogramma's
De volgende tabel bevat een groot aantal functies van de Xerox-printerstuurprogramma's die
voor specifieke besturingssystemen beschikbaar zijn. Dit gedeelte bevat meer informatie over
deze functies en informatie over hoe u de functie in het stuurprogramma kunt selecteren.
Opmerking: Voor informatie over opties voor nieten, vouwen en perforeren in het
printerstuurprogramma, raadpleegt u Afdrukken - Basis in de Gebruikershandleiding op
www.xerox.com/office/7760support
Functie
.
Windows
98 SE
Windows
2000, XP,
Server
2003
Macintosh
OS 9.x
Macintosh
OS X
versie
10.2 en
10.3
Macintosh
OS X
versie
10.4
Welk papier moet ik
gebruiken? (pagina 1-4)
Pagina's per vel (pagina 1-5)
Brochures afdrukken
(pagina 1-6)
Kleurcorrectie (pagina 1-8)
Zwart-wit afdrukken
(pagina 1-12)
Deelpagina's (pagina 1-13)
Dekbladen (pagina 1-14)
Schalen (pagina 1-16)
Watermerken (pagina 1-17)
Negatieven van afbeeldingen
(pagina 1-19)
Spiegelafbeeldingen
(pagina 1-19)
Afbeelding gladmaken
(pagina 1-20)
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●● ●
●● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●●
●● ●
●● ● ● ●
Zwarte overlapping
(pagina 1-21)
Aangepaste formaten
(pagina 1-22)
Bericht 'Taak voltooid'
(pagina 1-23)
●
= Ondersteunde functie.
❍ = Alleen beschikbaar als de printer via een netwerk is aangesloten op de computer.
●● ● ● ●
● ●● ●
❍❍❍ ❍
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-2
Functie
Windows
98 SE
Windows
2000, XP,
Server
2003
Functies van printerstuurprogramma's
Macintosh
Macintosh
OS 9.x
OS X
versie
10.2 en
10.3
Macintosh
OS X
versie
10.4
Beveiligd afdrukken
●● ● ● ●
(pagina 1-24)
Testafdruk (pagina 1-24)
Persoonlijke afdruktaak
●● ● ● ●
●● ● ●
(pagina 1-24)
Opgeslagen afdruk
●● ● ● ●
(pagina 1-24)
Persoonlijke opgeslagen
●● ● ●
afdrukken (pagina 1-24)
Opgeslagen Afdrukken met-
❍❍❍
taken (pagina 1-24)
● = Ondersteunde functie.
❍ = Alleen beschikbaar als de printer via een netwerk is aangesloten op de computer.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-3
Welk papier moet ik gebruiken?
Welk papier moet ik gebruiken?
Als u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten
selecteren, gebaseerd op het door u geselecteerde documentformaat en papiertype. Ook kunt u
de printer opdracht geven papier uit een bepaalde lade te gebruiken.
Het papier selecteren dat u wilt gebruiken vanuit een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
1. Kies het tabblad Installatie.
In het vak Documentgrootte wordt het papierformaat
weergegeven dat u heeft gekozen in de toepassing waarin
het document is gemaakt.
2. Selecteer een bepaald type papier of media voor de afdruktaak in de
vervolgkeuzelijst Papiertype.
3. Verricht een van de volgende handelingen:
■ Klik op De printer de lade laten selecteren van waaruit wordt
afgedrukt (aanbevolen) om de printer automatisch een lade te laten
gebruiken die het opgegeven papierformaat en -type bevat.
■ Klik op Dwing tot afdruk uit specif. lade... en selecteer vervolgens
in de lijst de lade die u wilt gebruiken.
1. Kies het tabblad Papier/kwaliteit.
In het vak Documentgrootte wordt het papierformaat weergegeven
dat u hebt gekozen in de applicatie waarin het document is gemaakt.
2. Selecteer een bepaald type papier of media voor de afdruktaak in de
vervolgkeuzelijst Papiertype.
3. Verricht een van de volgende handelingen:
■ Klik op De printer de lade laten selecteren van waaruit wordt
afgedrukt (aanbevolen) om de printer automatisch een lade te laten
gebruiken die het opgegeven papierformaat en -type bevat.
■ Klik op Dwing tot afdruk uit specif. lade... en selecteer vervolgens
in de lijst de lade die u wilt gebruiken.
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies Papierinvoer: in het dialoogvenster Print.
2. In de vervolgkeuzelijst Papierinvoer: selecteert u Automatische
selectie. De printer selecteert het te gebruiken papier automatisch,
gebaseerd op de instellingen van uw toepassing. Ook kunt u zelf een
bepaald papiertype of een bepaalde papierlade selecteren.
1. Kies Papierinvoer: in het dialoogvenster Print.
2. In de vervolgkeuzelijst Alle pagina's uit: selecteert u Automatische
selectie. De printer selecteert het te gebruiken papier automatisch,
gebaseerd op de instellingen van uw toepassing. Ook kunt u zelf een
bepaald papiertype of een bepaalde papierlade selecteren.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-4
Meerdere pagina's op één enkel vel afdrukken (vellen per pagina)
Meerdere pagina's op één enkel vel afdrukken
(vellen per pagina)
Als u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel
papier afdrukken.U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's per zijde afdrukken.
12
43
Ga als volgt te werk als u meerdere pagina's op één vel papier wilt afdrukken in een
ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Installatie.
2. Klik op de knop Meer opties voor de indeling.
3. Selecteer het aantal pagina's per zijde in de vervolgkeuzelijst.
Als u meer dan één pagina op een papierzijde wilt afdrukken, kunt u
ook een kader rond elke pagina afdrukken.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Selecteer het aantal pagina's per zijde in de vervolgkeuzelijst.
1. Kies Algemeen in het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Indeling in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer het aantal Pagina's per vel en de Indelingsrichting.
1. Kies Indeling in het dialoogvenster Print.
2. Selecteer het aantal Pagina's per vel en de Indelingsrichting.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-5
Brochures afdrukken
Brochures afdrukken
Met de voorziening voor dubbelzijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een
kleine brochure afdrukken. U kunt brochures afdrukken op elk papierformaat dat wordt
ondersteund voor dubbelzijdig afdrukken (duplex). Het stuurprogramma verkleint elk
paginabeeld automatisch en drukt vier pagina's per vel af (aan iedere zijde twee pagina's).
De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u deze kunt vouwen en nieten om
een brochure te maken.
Opmerking: Als u de pagina's voor brochures afdrukt en niet, dient het papier met de korte
kant eerst in de papierlade te worden geplaatst.
Bij het afdrukken van brochures kunt u in ondersteunde stuurprogramma's tevens de
verschuiving en rugmarge instellen.
■Verschuiving: specificeert hoeveel de paginabeelden naar binnen verschoven worden
(in stappen van 0,1 punt). Dit compenseert voor de dikte van het gevouwen papier,
waardoor het beeld op de pagina anders enigszins naar buiten verschuift wanneer het
papier wordt gevouwen. U kunt een waarde van nul t/m 1,0 punten opgeven.
■Rugmarge: bepaalt de horizontale afstand van de vouw tot het paginabeeld (in punten).
VerschuivingRugmarge
Zie Afdrukken - Basis in de Gebruikershandleiding op www.xerox.com/office/7760support
voor informatie over het plaatsen van papier in de laden en het selecteren van nietopties. Als
uw printer is voorzien van een afwerkeenheid met een brochuremodule, kunt u het volgende:
■sets van maximaal 15 vellen nieten en vouwen om een brochure te maken
■sets van maximaal 5 vellen vouwen zonder te nieten.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-6
Brochures afdrukken
In sommige stuurprogramma's zijn de volgende extra opties voor het afdrukken van
brochures beschikbaar:
■Afdrukpaginakaders: selecteer Aan in de vervolgkeuzelijst Afdrukpaginakaders als u
een kader om iedere pagina wilt afdrukken.
■Bestemmingspapierformaat: bepaalt het papierformaat voor de brochure. Als u
bijvoorbeeld paginabeelden op volledig formaat (8,5 x 11 inch) wilt afdrukken,
selecteert u 11 x 17 inch papier als Bestemmingspapierformaat.
■Van rechts naar links: als de volgorde van de pagina's in de brochure moet worden
omgekeerd, selecteert u Aan in de vervolgkeuzelijst Van rechts naar links.
Een brochure afdrukken in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Installatie.
2. Klik op de toets Meer opties voor de indeling.
3. Selecteer Afdrukken als brochure.
4. Specificeer desgewenst de verschuiving en rugmarge.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de toets Geavanceerd.
3. Kies Aan bij Layout brochure onder Documentopties en
Printerfuncties.
4. Specificeer desgewenst de verschuiving en rugmarge.
5. Specificeer desgewenst het papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Bestemmingspapierformaat.
1. Selecteer in het dialoogvenster Afwerkopties de optie Brochure
afdrukken inschakelen.
2. Specificeer desgewenst de verschuiving en rugmarge.
3. Specificeer desgewenst het papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Bestemmingspapierformaat.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-7
Kleurcorrecties gebruiken
Kleurcorrecties gebruiken
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Meer opties voor kleurcorrectie op pagina 1-9
■Automatische kleurcorrecties op pagina 1-10
De opties van Kleurcorrectie bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten.
Automatisch is de standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Zie de volgende tabel
om te bepalen welke optie u wilt gebruiken.
KleurcorrectieBeschrijving
AutomatischPast de beste kleurcorrectie toe op elk grafisch
element: tekst, afbeeldingen en foto's.
KantoorkleursRGB-weergaveBenadert de kleuren op een CRT-computerscherm.
sRGB levendigProduceert helderdere, meer verzadigde kleuren dan
sRGB-weergave.
LCD-schermBenadert de kleuren op een LCD-computerscherm.
Aangepaste
kleuren
Komt overeen met
drukpers
GeenPast geen kleurcorrectie toe. Gebruik dit bij andere
SWOP-afdrukKomt overeen met Specifications for Web Offset
EuroscaleKomt overeen met de specificatie voor FOGRA
CommercieelBenadert de Amerikaanse doelwaarde voor
SNAP-afdrukKomt overeen met de specificaties voor de productie
Japan ColorKomt overeen met de Japan Color 2001-specificaties.
ISO gecoatKomt overeen met de FOGRA 27L-specificaties.
ISO ongecoatKomt overeen met de FOGRA 29L-specificaties.
Aangepaste
kleuren
Gebruikt een aangepaste RGB-kleurcorrectie die voor
uw printer is ontwikkeld met PhaserMatch-software.
Publications (specificaties voor weboffsetpublicaties)
glanzend papier.
commerciële afdrukken.
van krantenadvertenties.
Gebruikt een aangepaste CMYK-kleurcorrectie die
voor uw printer is ontwikkeld met PhaserMatchsoftware.
kleurbeheerhulpmiddelen zoals ICC-profielen
(International Color Consortium), ColorSync of de
PA NT ON E
®
-kleurenkaart voor uw printer.
Zwart-witConverteert alle kleuren in zwart-wit of grijstinten.
Instelling van
bedieningspaneel
van printer
gebruiken
De kleurcorrectie die is ingesteld in de printer
gebruiken. De kleurcorrectie kan worden ingesteld in
de printer met behulp van het bedieningspaneel of met
de CentreWare-software (indien beschikbaar).
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-8
De kleurcorrectie selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Kleurcorrecties gebruiken
Windows 98 SE,
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS 9.x1. Selecteer Algemeen in het dialoogvenster Print.
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Selecteer het tabblad TekColor.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie. Sommige opties voor
kleurcorrectie zijn gegroepeerd onder Kantoorkleur of
Komt overeen met drukpers.
2. Selecteer TekColor in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer de gewenste kleurcorrectie voor Kleur.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afdrukkwaliteit.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie in de vervolgkeuzelijst
Kleurcorrectie.
Meer opties voor kleurcorrectie
Als u verdere kleuraanpassingen wilt toevoegen aan de kleurcorrectie die u voor uw
afdrukopdracht heeft geselecteerd, kunt u de volgende schuifinstellingen van de optie
Meer opties in een ondersteund stuurprogramma instellen:
■Helderheid: verplaats de schuif naar rechts voor een helderder beeld, of naar links om de
kleuren in uw afdrukopdracht donkerder te maken. (Wit blijf wit en zwart blijft zwart.)
■Verzadiging: verplaats de schuif naar rechts voor een hogere mate van verzadiging, of
naar links om de kleurintensiteit te verlagen zonder de donkerheid te veranderen.
■Contrast: verplaats de schuif naar rechts voor een hoger contrast, of naar links voor een
lager contrast. Als het contrast hoger is, worden verzadigde kleuren meer verzadigd,
donkere kleuren donkerder en lichtere kleuren witter.
■Cyaan/rood: verplaats de schuif om de gammafunctie tussen cyaan en rood te verplaatsen.
Als de schuif naar rechts wordt verplaatst, wordt meer cyaan toegevoegd en rood (de
tegenkleur) verwijderd, en omgekeerd.
■Magenta/groen: verplaats de schuif om de gammafunctie tussen magenta en groen te
verplaatsen. Als de schuif naar rechts wordt verplaatst, wordt meer magenta toegevoegd en
groen (de tegenkleur) verwijderd, en omgekeerd.
■Geel/blauw: verplaats de schuif om de gammafunctie tussen geel en blauw te verplaatsen.
Als de schuif naar rechts wordt verplaatst, wordt meer geel toegevoegd en blauw (de
tegenkleur) verwijderd, en omgekeerd.
Opmerking: Schakel het selectievakje Toepassen op CMYK in het stuurprogramma in als u
de kleurinstellingen ook wilt toepassen als de kleurcorrecties Komt overeen met drukpers
worden gebruikt.
Terwijl u de schuifinstellingen verplaatst, verandert het voorbeeld. Als u de aanpassingen wilt
bijhouden, kunt u het selectievakje Kleurinstellingen afdrukken op pagina in het
stuurprogramma inschakelen, zodat de bestandsnaam, afdrukkwaliteitmodus en
kleurinstellingen voor de opdracht aan de rand van de pagina worden afgedrukt.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-9
Kleurcorrecties gebruiken
Alleen de huidige instelling voor kleurcorrectie van uw opdracht wijzigen via een
ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS X
Versie 10.2 en hoger
1. Selecteer het tabblad TekColor.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie.
3. Klik op de toets Meer opties om het dialoogvenster
Kleuraanpassingopties te openen.
4. Breng de gewenste wijzigingen aan met gebruik van de
schuifinstellingen.
5. Selecteer indien gewenst Toepassen op CMYK of Kleurinstellingen
afdrukken op pagina.
6. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster
Kleuraanpassingsopties op te slaan.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de optie
Afbeeldingskwaliteit.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie.
3. Selecteer indien gewenst Kleurinstellingen afdrukken op pagina.
4. Klik op de toets Meer opties om het dialoogvenster
Kleuraanpassingen te openen.
5. Breng de gewenste wijzigingen aan met gebruik van de
schuifinstellingen.
6. Selecteer Toepassen op CMYK, indien gewenst.
7. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster
Kleuraanpassingen op te slaan.
Automatische kleurcorrecties
Met de optie Automatische kleurcorrectie wordt een optimale kleurcorrectie op ieder element
toegepast (tekst, grafische afbeeldingen en beelden). Indien gewenst kunt u de kleurtabel
selecteren die de printer voor deze elementen in de afdruktaak gebruikt.
Opmerking: Het tabblad Steunkleur bevat een optie waarmee de printer beheer krijgt
over steunkleuren. Deze optie is standaard ingeschakeld; verwijder het vinkje om de optie
uit te schakelen.
Gebruikte
standaardkleurtabel
Commerciële afdruk
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-10
Kleurcorrecties gebruiken
Selecteer Automatisch of klik op de toets Reset als u de standaardkleurtabel, die bij een
bepaald element hoort, wilt gebruiken.
In bepaalde gevallen kunt u desgewenst extra kleuraanpassingen toepassen op helderheid,
verzadiging, contrast en op de gammafuncties cyaan/rood, magenta/groen en geel/blauw,
die in een bepaald element zijn gebruikt.
De Automatische kleurcorrectie aanpassen in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Selecteer het tabblad TekColor.
2. Selecteer de kleurcorrectie Automatisch.
3. Klik op de knop Geavanceerde instellingen om het dialoogvenster
Automatische kleurinstellingen te openen.
4. In de tabbladen Kantoorkleur, Komt overeen met drukpers en
Steunkleur van het dialoogvenster brengt u de gewenste wijzigingen aan in de selecties van de vervolgkeuzelijsten Tekst en grafische
afbeeldingen en Beelden.
5. Als er meer wijzigingen aan een bepaald onderdeel moeten worden
gemaakt, klikt u op de toets Meer opties, wijzigt u de schuifinstellingen
in het dialoogvenster Kleuraanpassingsopties en klikt u tot slot op
OK.
6. Klik op OK om uw wijzigingen in het dialoogvenster Automatische
kleurinstellingen op te slaan.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de optie
Afbeeldingskwaliteit.
2. Selecteer Automatisch in de vervolgkeuzelijst Kleurcorrectie.
3. Klik op Automatische kleurinstellingen.
4. In de tabbladen Kantoorkleur, Komt overeen met drukpers en
Steunkleur brengt u de gewenste wijzigingen aan in de selecties van de vervolgkeuzelijsten Tekst en grafische afbeeldingen en Beelden.
5. Als er meer wijzigingen aan een bepaald onderdeel moeten worden
gemaakt, klikt u op de toets Meer opties, wijzigt u de schuifinstellingen
in het dialoogvenster Kleuraanpassingen en klikt u tot slot op OK.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-11
Afdrukken in zwart-wit
Afdrukken in zwart-wit
Als u wilt afdrukken in zwart-wit en grijstinten, selecteert u Zwart-wit in een ondersteund
printerstuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Selecteer het tabblad TekColor.
2. Selecteer Zwart-wit.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u de optie
Afbeeldingskwaliteit/Kleur 1.
2. Selecteer Zwart-wit in de vervolgkeuzelijst Kleurcorrectie.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afbeeldingskwaliteit.
2. Selecteer Zwart-wit in de vervolgkeuzelijst Kleurcorrectie.
Zwart-wit kiezen voor PCL-stuurprogramma's
Het PCL-stuurprogramma bevat geen kleurinstelling voor zwart-wit. Als u een PCL-
stuurprogramma gebruikt, dient Zwart-Wit via het bedieningspaneel te worden geselecteerd:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
Printerinstellingen en druk vervolgens op OK.
PCL-instellingen en druk op OK.
Kleurmodus en druk op OK.
Zwart-Wit en druk op OK.
Opmerking: Het wijzigen van de kleurmodus in Zwart-Wit via het bedieningspaneel,
wordt op alle afdrukopdrachten toegepast. Zorg dus, dat de modus weer wordt gewijzigd
nadat de afdrukopdracht is voltooid.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-12
Deelpagina's afdrukken
Deelpagina's afdrukken
U kunt een deelpagina (scheidingspagina) na een afdruktaak, tussen exemplaren van een
afdruktaak of tussen de afzonderlijke pagina's van een afdruktaak invoegen. Geef de lade op
die als bron voor de deelpagina's moet worden gebruikt.
Deelpagina's in een ondersteund stuurprogramma opgeven:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Selecteer onder Deelpagina's de locatie van de deelpagina's.
3. Selecteer de lade die u wilt gebruiken voor de deelpagina's in de
vervolgkeuzelijst Bron.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Geavanceerde opties.
2. Selecteer de lade die u wilt gebruiken voor de deelpagina's in de
vervolgkeuzelijst Bron deelpagina.
3. Selecteer de deelpagina in de vervolgkeuzelijst.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Printerfuncties.
2. Selecteer onder Papierinvoeropties de lade die u voor de
dekbladen wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Papierbron
laatste pagina.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-13
Dekbladen afdrukken
Dekbladen afdrukken
Een dekblad is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt op de printer voor het
dekblad een andere papierbron selecteren dan voor de resterende pagina's van een document.
Gebruik bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een
document of karton voor de eerste en laatste pagina van een rapport.
■U kunt elke willekeurige geschikte lade gebruiken als bron voor het afdrukken
van dekbladen.
■Controleer of het dekblad hetzelfde formaat heeft als het papier dat u voor de overige
pagina's van het document gebruikt. Als u in het stuurprogramma een ander formaat
opgeeft dan het formaat van het papier in de lade die u als bron voor de dekbladen
selecteert, worden de dekbladen op hetzelfde papier afgedrukt als de resterende pagina's
van het document.
U heeft meerdere keuzemogelijkheden voor dekbladen:
■Geen: Drukt de eerste en laatste pagina's van uw document af vanuit dezelfde lade als de
rest van uw document.
■Eerste: Hiermee drukt u de eerste pagina af op papier uit de opgegeven lade.
■Eerste en laatste: Hiermee drukt u de eerste en laatste pagina af op papier uit de
opgegeven lade.
DekbladAfdrukoptiePagina's afgedrukt op dekblad
EersteEnkelzijdig afdrukkenPagina 1
Dubbelzijdig afdrukkenPagina 1 en 2
LaatsteEnkelzijdig afdrukkenLaatste pagina
Dubbelzijdig afdrukken
(oneven pagina's)
Dubbelzijdig afdrukken
(even pagina's)
Laatste pagina
Laatste twee pagina's
Als bij dubbelzijdig afdrukken niet mag worden afgedrukt op de achterzijde van het
voorste dekblad, moet pagina twee van uw document leeg zijn. Als niet mag worden
afgedrukt op het achterste dekblad van uw document, raadpleegt u de volgende tabel
voor het invoegen van lege pagina's.
AfdrukoptieLaatste pagina met tekstLege pagina's
Enkelzijdig afdrukkenVoeg één lege pagina toe aan het einde
van het document.
Dubbelzijdig
afdrukken
OnevenVoeg twee lege pagina's toe aan het
einde van het document.
EvenVoeg één lege pagina toe aan het einde
van het document.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-14
Dekbladen afdrukken
Ga als volgt te werk als u dekbladen in een ondersteund stuurprogramma wilt selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Kies bij Dekbladen de optie Alleen eerste pagina of Eerste en
laatste pagina's.
3. Selecteer de lade die u voor de dekbladen wilt gebruiken in de
vervolgkeuzelijst Bron.
1. Kies het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Kies bij Dekbladen de optie Alleen eerste pagina of Eerste en
laatste pagina's.
3. Selecteer de lade die u voor de dekbladen wilt gebruiken in de
vervolgkeuzelijst Bron.
1. Kies Algemeen in het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Eerste pagina van en selecteer vervolgens de lade uit de
vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer Voor document of Na document bij Infopagina:.
4. Selecteer bij Infopagina uit: de lade die u voor de dekbladen wilt
gebruiken in de vervolgkeuzelijst.
Opmerking: Voor brochures moet het voorblad worden geselecteerd
als Papierbron laatste pagina.
1. Kies Papierinvoer: in het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Eerste pagina uit: en kies dan de lade die u voor de
dekbladen wilt gebruiken.
3. Selecteer onder Papierinvoeropties de lade die u voor de
dekbladen wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Papierbron laatste
pagina.
Opmerking: Voor brochures moet het voorblad worden geselecteerd
als Papierbron laatste pagina.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-15
Schalen
Schalen
U kunt uw paginabeelden bij het afdrukken verkleinen of vergroten door een schalingswaarde
tussen 25 en 400 procent te selecteren. De standaardinstelling is 100 procent.
50%100%200%
Ga als volgt te werk als u de schaal in een ondersteund stuurprogramma wilt selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9, Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Instelling.
2. Klik op de toets Meer opties voor de indeling.
3. Geef het percentage op in het vak Percentage.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de toets Geavanceerd.
3. Selecteer onder Afbeeldingen het gewenste percentage voor
Schalen.
1. Selecteer Archief.
2. Selecteer Pagina-indeling.
3. Geef het percentage op in het vak voor Schalen.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-16
Watermerken afdrukken
Watermerken afdrukken
Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt.
Zo kunt u bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk, die u op een pagina zou willen
weergeven voordat u het document verspreidt, met een watermerk invoegen.
In sommige Windows-stuurprogramma's kunt u:
■een watermerk maken
■de tekst, kleur, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken
■een watermerk op de eerste pagina of op alle pagina's van een document plaatsen
■een watermerk op de voorgrond of achtergrond afdrukken of combineren met
de afdruktaak
■een afbeelding als watermerk gebruiken
Opmerking: Niet alle toepassingen ondersteunen het afdrukken van watermerken.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-17
Watermerken afdrukken
Ga als volgt te werk als u watermerken wilt selecteren, maken en bewerken met behulp van
een Windows-stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
1. Kies het tabblad Installatie.
2. Klik op de knop Meer opties voor de indeling.
3. Klik op de knop Watermerk om het dialoogvenster Watermerken
weer te geven.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de knop Geavanceerd.
3. Selecteer in het gedeelte Watermerken onder Documentopties en
Printerfuncties een van de volgende opties:
■ Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, selecteert u dit in de
vervolgkeuzelijst Watermerken. Als u het watermerk wilt bewerken,
klikt u op de toets Bewerken om het dialoogvenster Watermerk -editor te openen.
■ Als u een nieuw watermerk wilt maken, selecteert u Nieuw en klikt u
op de knop Eigenschappen om het dialoogvenster
Watermerkeditor weer te geven.
4. Als u het watermerk op de voorgrond of achtergrond wilt afdrukken
of wilt combineren met de taak, selecteert u die optie in de
vervolgkeuzelijst Watermerkopties.
5. Als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken,
selecteert u Aan in de vervolgkeuzelijst Alleen eerste pagina.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-18
Negatieven van afbeeldingen en gespiegelde afbeeldingen afdrukken
Negatieven van afbeeldingen en gespiegelde
afbeeldingen afdrukken
U kunt pagina's afdrukken als een negatief van de afbeelding (de lichte en donkere gebieden in
uw afgedrukte afbeelding worden omgedraaid) of afbeeldingen op pagina's spiegelen (de
afbeeldingen worden horizontaal omgeklapt als ze worden afgedrukt).
Opmerking: Negatieve afbeeldingen worden niet ondersteund in Windows 2000,
Windows XP en Windows Server 2003.
U drukt een negatief van een afbeelding of een gespiegelde afbeelding in een ondersteund
stuurprogramma als volgt af:
BesturingssysteemProcedure
Windows 98 SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
1. Kies het tabblad Instelling.
2. Klik op de toets Meer opties voor de indeling.
3. Selecteer Afdrukken als negatieve afbeelding of Afdrukken als
spiegelafbeelding.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de toets Geavanceerd.
3. Selecteer onder Documentopties en PostScript-opties Ja bij
Gespiegelde uitvoer.
1. Selecteer Archief, Pagina-indeling en dan PostScript-opties in de
vervolgkeuzelijst.
2. Selecteer Negatief (om een negatief van de afbeelding af te
drukken) of Horizontaal spiegelen (om een spiegelbeeld van de
afbeelding af te drukken).
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-19
Afbeelding gladmaken
Afbeelding gladmaken
Met afbeeldingen gladmaken vloeien aangrenzende kleuren in afbeeldingen met een lage
resolutie in elkaar over en krijgt u een mooiere overgang tussen de kleuren. U kunt
bijvoorbeeld afbeeldingen gladmaken om het uiterlijk te verbeteren van een afbeelding
van 72 dpi, die u heeft gedownload van het internet. Afbeeldingen gladmaken wordt niet
aanbevolen voor afbeeldingen met een resolutie van 300 dpi of hoger.
Opmerking: De afdruktaak wordt trager verwerkt als deze optie is geselecteerd.
Afbeeldingen gladmaken in een ondersteund stuurprogramma doet u als volgt:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE
PostScriptstuurprogramma
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Instelling.
2. Klik op de toets Meer opties voor de indeling.
3. Kies Afbeeldingen gladmaken.
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de toets Geavanceerd.
3. Kies Aan bij Afbeeldingen gladmaken onder Documentopties en
Printerfuncties.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afdrukkwaliteit.
2. In het dialoogvenster Afdrukkwaliteit selecteert u in de
vervolgkeuzelijst de optie Kleur 1.
3. Selecteer Aan bij Afbeeldingen gladmaken.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afbeeldingskwaliteit.
2. Kies Afbeeldingen gladmaken.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-20
Zwarte overlapping
Zwarte overlapping
Zwarte overlapping is een intelligente functie waarmee kleur naar de zwarte randgebieden
wordt verspreid wanneer deze zijn gecombineerd met gekleurde tekst, grafische afbeeldingen
of beelden. Zwarte overlapping is standaard in het stuurprogramma ingesteld op AAN voor
optimale afdrukkwaliteit wanneer zwarte tekst over een gekleurd gebied wordt afgedrukt, of
wanneer gekleurde tekst over een zwart gebied wordt afgedrukt.
Zwarte overlapping in- en uitschakelen in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de toets Geavanceerd.
3. Breid de Documentopties en Printerfuncties uit.
4. Selecteer onder Zwarte overlapping de optie Aan of Uit.
5. Klik op OK.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afdrukkwaliteit.
2. In het dialoogvenster Afdrukkwaliteit selecteert u in de
vervolgkeuzelijst de optie Kleur 1.
3. Selecteer AAN of UIT voor Zwarte overlapping.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afbeeldingskwaliteit.
2. Selecteer onder Zwarte overlapping de optie Aan of Uit.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-21
Aangepaste formaten maken en opslaan
Aangepaste formaten maken en opslaan
Met de printer Phaser 7760 kan vanuit lade 1 (MPT) en lade 2 op aangepaste papierformaten
worden afgedrukt. De instellingen voor aangepast papierformaat kunnen in een ondersteund
printerstuurprogramma worden opgeslagen. Deze aangepaste formaten worden in het
besturingssysteem van uw computer opgeslagen, zodat u deze kunt selecteren in de
toepassingen die u gebruikt.
Opmerking: Zie Afdrukken - Basis in de Gebruikershandleiding op
www.xerox.com/office/7600support
afdrukken op aangepaste papierformaten.
Een nieuw aangepast formaat in een ondersteund stuurprogramma maken:
BesturingssysteemProcedure
voor informatie over het plaatsen van papier en
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS X 10.41. Selecteer Pagina-instellingen in het menu Archief.
1. Kies het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Klik op de toets Mijn aangepaste formaten.
3. Klik op de toets Nieuw.
4. Typ een beschrijvende naam in het vak Naam.
5. Voer de afmetingen in de vakken Breedte en Hoogte in.
6. Klik op de toets Opslaan.
2. Selecteer de printer Phaser 7760.
3. In de vervolgkeuzelijst Papierformaat selecteert u Beheer
aangepaste formaten.
4. Klik op de toets + als u een nieuw aangepast formaat
wilt toevoegen.
5. Geef een beschrijvende naam op voor het
aangepaste paginaformaat en voer het paginaformaat
en de marge-informatie in.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-22
Bericht 'Taak voltooid'
Bericht 'Taak voltooid'
Als u een bericht wilt ontvangen als uw opdracht is afgedrukt, kunt u Waarschuw mij
wanneer de taak is voltooid selecteren. Linksonder in het scherm van uw computer
verschijnt een bericht met de naam van de opdracht en de naam van de printer waarop
de opdracht is afgedrukt.
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als de printer via een netwerk is aangesloten
op de computer.
Ga als volgt te werk als u een het bericht over een voltooide opdracht in een ondersteund
stuurprogramma wilt inschakelen:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Schakel het selectievakje Waarschuw mij wanneer de taak
is voltooid in.
3. Klik op OK.
1. Selecteer het deelvenster Probleemoplossing.
2. Schakel het selectievakje Waarschuw mij wanneer de taak
is voltooid in.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-23
Speciale taaktypen afdrukken
Speciale taaktypen afdrukken
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Persoonlijke, persoonlijke opgeslagen, beveiligde, test- of
opgeslagen testafdruktaken verzenden op pagina 1-25
■Taken Afdrukken met verzenden op pagina 1-26
■Beveiligde taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-27
■Persoonlijke taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-27
■Testafdruktaken en opgeslagen taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-28
■Persoonlijke opgeslagen taken afdrukken of verwijderen op pagina 1-28
Kies een van de volgende speciale taaktypen:
■Normaal: de opdracht wordt afgedrukt zonder een wachtwoord in te voeren.
■Persoonlijke afdruktaak: de taak wordt afgedrukt wanneer u uw gebruikersnaam op het
bedieningspaneel of in CentreWare IS selecteert.
■Persoonlijke opgeslagen afdruk: de taak wordt op de vaste schijf opgeslagen,
beveiligd door uw numerieke wachtwoord, zodat u deze op verzoek via het
bedieningspaneel of CentreWare IS kunt afdrukken. De afdruktaak wordt niet
verwijderd nadat deze is afgedrukt.
■Beveiligd afdrukken: drukt de taak pas af nadat u het wachtwoord van vier cijfers op het
bedieningspaneel heeft ingevoerd.
■Testafdruk: er wordt maar één kopie van de taak afgedrukt, zodat u deze kunt controleren.
Selecteer de taaknaam op het bedieningspaneel als u de resterende kopieën wilt afdrukken.
■Opgeslagen afdruk: slaat de taak op de vaste schijf op, zodat u de taak op verzoek via het
bedieningspaneel kunt afdrukken. De afdruktaak wordt niet verwijderd nadat deze is
afgedrukt. Deze optie is met name handig voor aanvraagformulieren of andere
documenten die u vaak afdrukt, zoals belastingformulieren, formulieren voor het
personeel of facturen.
■Afdrukken met: drukt de huidige taak af met de bestaande taken die op de vaste schijf
van de printer, die in de instellingen van het dialoogvenster Instellingen Afdrukken met
zijn geselecteerd, zijn opgeslagen, wanneer u op de toets Afdrukken met klikt.
Opmerking: Protected Jobs (beveiligde taken) is een ander speciaal type afdruktaak. Dit zijn
taken die zijn gekopieerd of verplaatst vanuit de groep Openbare opdrachten in CentreWare IS.
Voor meer informatie klikt u op de knop Help in CentreWare IS om de online help te openen.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-24
Speciale taaktypen afdrukken
Persoonlijke, persoonlijke opgeslagen, beveiligde, test- of
opgeslagen testafdruktaken verzenden
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om een afdruktaak te specificeren als een
persoonlijke afdruktaak, een persoonlijke opgeslagen afdruktaak, een testafdruktaak of een
opgeslagen afdruktaak.
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
PostScriptstuurprogramma
Mac OS 9stuurprogramma
Mac OS Xstuurprogramma
(versie 10.2 en hoger)
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Selecteer het taaktype onder Walk-Up-functies.
■ Voer voor een beveiligde afdruktaak een wachtwoord van vier cijfers
in dat u aan deze taak wilt toewijzen.
■ Voer voor testafdrukken en opgeslagen afdruktaken de naam in die u
aan deze taak wilt geven.
■ Voer voor een persoonlijke opgeslagen afdruktaak een wachtwoord
van vier cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen en de naam die u
deze taak wilt geven.
In het dialoogvenster Print selecteert u het taaktype in de
vervolgkeuzelijst Taa ktyp e.
■ Voer voor een beveiligde afdruktaak of een persoonlijke opgeslagen
afdruktaak een wachtwoord van vier cijfers in dat u aan deze taak
wilt toewijzen.
In het dialoogvenster Print selecteert u het taaktype in de
vervolgkeuzelijst Taa ktyp e.
■ Voer voor een beveiligde afdruktaak of een persoonlijke opgeslagen
afdruktaak een getal van vier cijfers in, van 0000 tot en met 9999, in
het veld Numeriek wachtwoord.
■ Voer voor een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak een
documentnaam in van maximaal 20 tekens in het veld
Documentnaam.
Opmerking: Persoonlijke en persoonlijke opgeslagen afdruktaken worden niet ondersteund
in Windows 98 SE.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-25
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.