Xerox Phaser 3130 User Guide [nl]

Deze handleiding is uitsluitend ter informatie bedoeld. Alle in deze handleiding opgenomen informatie kan zonder aankondiging worden gewijzigd. Xerox Corporation is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van het gebruik van deze handleiding.
© 2003 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
• Phaser 3130 en het Xerox logo zijn handelsmerken van Xerox Corporation.
• PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
• Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
• IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows 9x, Windows Me, Windows 2000, Windows NT en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
i
NHOUD
I
Hoofdstuk 1:
Bijzondere eigenschappen .................................... 1.2
Onderdelen van de printer .................................... 1.4
Uitleg van het bedieningspaneel ............................ 1.6
Hoofdstuk 2:
Uitpakken ........................................................... 2.2
Tonercassette plaatsen ......................................... 2.4
Papier laden ........................................................ 2.6
Printerkabel aansluiten ......................................... 2.9
De printer aanzetten ........................................... 2.11
Demopagina afdrukken ....................................... 2.12
Printersoftware installeren ................................... 2.13
I
NLEIDING
Voorkant ....................................................... 1.4
Binnenkant .................................................... 1.5
Achterkant ..................................................... 1.5
Lampjes voor Online, Foutmeldingen en
Tonerspaarstand ............................................ 1.6
Cancel toets ................................................... 1.7
RINTER INSTALLEREN
P
Een geschikte plaats voor de printer kiezen ........ 2.3
Formaat van het papier in de lade wijzigen ......... 2.8
Eigenschappen van het printerstuurprogramma . 2.14
Printersoftware onder Windows installeren ........ 2.15
USB stuurprogramma voor Windows 98/Me
installeren .................................................... 2.17
ii
Hoofdstuk 3:
Papier en andere afdrukmaterialen kiezen ............... 3.2
Uitvoer kiezen ..................................................... 3.5
Papier laden ........................................................ 3.7
Op enveloppen afdrukken .................................... 3.10
Etiketten afdrukken ............................................ 3.12
Op transparanten afdrukken ................................ 3.13
Op kaarten of ander afdruk-materiaal met een
afwijkend formaat afdrukken ................................ 3.15
Afdrukken op voorbedrukt papier .......................... 3.16
A
FDRUKMATERIAAL KIEZEN
Papierformaten en capaciteit ............................ 3.3
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Afdrukken via de bovenuitvoer
(Voorkant omlaag) .......................................... 3.5
Afdrukken via de achteruitvoer
(Voorkant omhoog) ......................................... 3.6
De invoerlade gebruiken .................................. 3.7
Afdrukken via de handinvoer ............................ 3.8
. 3.4
Hoofdstuk 4:
Een document afdrukken ...................................... 4.2
Tabblad Papier .................................................... 4.6
Tonerspaarstand ................................................. 4.8
Document vergroten of verkleinen ........................ 4.10
Document aan een geselecteerd papierformaat
aanpassen ......................................................... 4.11
Meer pagina’s per vel afdrukken ........................... 4.12
Posters afdrukken ............................................... 4.14
Tabblad Grafisch ................................................. 4.16
Watermerken afdrukken ...................................... 4.19
Overlays afdrukken ............................................. 4.22
FDRUKTAKEN
A
Een afdruktaak annuleren ................................ 4.4
Favorieten gebruiken ...................................... 4.5
Help-informatie gebruiken ............................... 4.5
Een bestaand watermerk gebruiken ................. 4.19
Een nieuw watermerk maken .......................... 4.20
Een watermerk bewerken ............................... 4.21
Een watermerk verwijderen ............................ 4.21
Wat is een overlay? ........................................ 4.22
Een nieuwe pagina-overlay maken ................... 4.22
Een pagina-overlay gebruiken ......................... 4.24
Een pagina-overlay verwijderen ....................... 4.25
iii
Uitvoerinstellingen .............................................. 4.26
Printer in een netwerk opnemen ........................... 4.28
Windows 9x/Me ............................................. 4.28
Windows NT/2000/XP ..................................... 4.29
Hoofdstuk 5:
Onderhoud tonercassette ...................................... 5.2
Printer reinigen ................................................... 5.5
Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen ........ 5.8
Hoofdstuk 6:
Checklist voor het oplossen van problemen ............. 6.2
Algemene afdrukproblemen oplossen ..................... 6.3
Vastgelopen papier verwijderen ............................. 6.7
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ............ 6.12
Foutmeldingen oplossen ...................................... 6.18
Algemene Windows problemen oplossen ................ 6.19
Algemene Linux problemen oplossen ..................... 6.20
Algemene DOS problemen oplossen ...................... 6.23
P
RINTER ONDERHOUDEN
Toner opnieuw verdelen .................................. 5.3
Tonercassette vervangen ................................. 5.4
Buitenzijde reinigen ........................................ 5.5
Binnenzijde reinigen ........................................ 5.5
P
ROBLEMEN OPLOSSEN
Het papier is vastgelopen in het uitvoergedeelte . 6.7 Het papier is vastgelopen in het invoergedeelte .. 6.9 Het papier is vastgelopen bij de tonercassette ... 6.10 Tips om te voorkomen dat papier vastloopt
bij het afdrukken op A5-papier. ....................... 6.11
Tips om ervoor te zorgen dat het papier niet
vastloopt ...................................................... 6.12
Checklist afdrukkwaliteit ................................. 6.12
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ....... 6.13
iv
Hoofdstuk 7:
De printer onder Linux gebruiken ........................... 7.2
Afdrukken vanuit DOS toepassingen ...................... 7.12
Printerspecificaties .............................................. 7.21
Papierspecificaties .............................................. 7.22
A
PPENDIX
Stuurprogramma van de printer installeren ........ 7.2
Aansluitmethode van de printer wijzigen ............ 7.6
Configuration Tool gebruiken ............................ 7.8
LLPR eigenschappen wijzigen .......................... 7.10
Over het programma RCP bedieningspaneel ...... 7.12
Remote Control Panel installeren ..................... 7.12
Afdrukinstellingen selecteren ........................... 7.14
Overzicht ...................................................... 7.22
Ondersteunde papiersoorten ........................... 7.23
Richtlijnen voor gebruik van het papier ............. 7.24
Papierspecificaties ......................................... 7.25
Papieruitvoer capaciteit .................................. 7.25
Richtlijnen voor de printeromgeving en het
opslaan van papier ......................................... 7.26
v
Veiligheid en milieu
Verklaring inzake veiligheid laser
De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I(1) laser producten en buiten de VS als Klasse I laser product volgens de eisen van IEC 825/EN69825.
Klasse I laser producten worden als ongevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat personen geen toegang hebben tot laserstralen van een hoger niveau dan Klasse I bij normaal gebruik of onderhoud door de gebruiker of een in de instructies aangegeven servicesituatie.
WAARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit wanneer de beschermkap van het laser/ scanner gedeelte is verwijderd. De laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd en uw ogen beschadigen. Bij gebruik van dit product, moeten atijd de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen, zodat het risico van brand, elektrische schok en persoonlijk letsel zoveel mogelijk wordt verkleind.
vi
Veiligheid ozonproductie
Tijdens normaal gebruik produceert de Phaser 3130 printerserie ozon. De hoeveelheid ozon is overigens zo gering dat het geen gevaar voor de gebruiker oplevert. Wel raden we u aan om de printer in een goed geventileerde ruimte te installeren.
Als u meer wilt weten over ozon, neem dan gerust contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde Xerox dealer.
Energie besparen
Deze printer maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende technieken, die zorgen voor gereduceerd energiegebruik wanneer de printer niet wordt gebruikt.
Wanneer de printer gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik automatisch verminderd.
Het Energy star logo betekent niet dat EPA een bepaald product of een bepaalde dienst aanbeveelt.
Radiogolven
FCC Regulations (USA)
Dit product is getest en voldoet aan de limieten voor Klasse B digitale producten zoals vastgelegd in Part 15 van de FCC normen. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen interferentie in de woonomgeving. Dit apparaat genereert en maakt gebruik van radiogolven en kan deze ook uitzenden. Als dit apparaat niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt ge
kan dit de radiocommunicatie beïnvloeden. Wanneer u zich aan de aanwijzingen hebt gehouden en u merkt dat dit apparaat toch invloed heeft op radio- of tv­ontvangst, wat u kunt controleren door het apparaat uit en weer aan te zetten, adviseren wij u de volgende maatregelen te nemen:
1
Kies een andere richting voor de ontvangantenne of verplaats de antenne.
2
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
3
Sluit het apparaat aan op een andere groep dan het apparaat waarvan de ontvangst wordt gestoord.
4
Raadpleeg uw printerleverancier of een ervaren radio/televisiemonteur.
PAS OP:
de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat de toestemming om het apparaat te gebruiken vervalt.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
ïnstalleerd en gebruikt,
vii
Canadese regelgeving m.b.t. radio-interferentie
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (Klasse B limieten) voor radiostraling vanuit digitale apparatuur zoals bepaald in de standaard voor apparatuur die storing zou kunnen veroorzaken met de titel “Digital Apparatus”, ICES-003 van Industry and Science, Canada.
This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions from digital apparatus as set out in the interference-causing equipment standard entitled “Digital Apparatus”, ICES-003 of the Industry and Science Canada.
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme sur le matériel brouilleur : “Appareils Numériques”, ICES-003 édictée par l’Industrie et Sciences Canada.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE markering die op dit product is toegepast, symboliseert de conformiteitsverklaring van Xerox Corporation. ten aanzien van de richtlijnen 93/68/EEC van de Europese Unie op de hierna genoemde data:
1 januari 1995: Richtlijn 73/23/EEC, benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot laag voltage apparatuur.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEC (92/31/EEC), benadering van de wetten van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibilteit.
Een volledige verklaring waarin de van toepassing zijnde richtlijnen en standaards waarnaar wordt verwezen zijn vastgelegd, kunt u opvragen bij de lokale vertegenwoordiger van Xerox Corporation.
OPGELET: Veranderingen of wijzigingen aan deze apparatuur, die niet specifiek werden goedgekeurd door Xerox Europe, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gemachtigd is om de apparatuur te bedienen. Bij deze apparatuur moeten gepantserde kabels worden gebruikt; anders voldoet de uitrusting niet meer aan de EMC Richtlijn (89/336/EEC).
OPGELET: Deze apparatuur mag alleen in de nabijheid van Industriële, Wetenschappelijke en Medische (Industrial, Scientific and Medical, of kortweg ISM) uitrustingen worden gebruikt, indien de externe straling van deze laatste uitrusting wordt beperkt of indien er maatregelen worden genomen waardoor deze straling wordt gedempt.
NOTAS IN VERBAND MET DE VEILIGHEID
Producten en benodigdheden van XEROX worden volgens strenge veiligheidsregels, elektromagnetische reglementeringen en gevestigde milieustandaarden vervaardigd, getest en gecontroleerd.
viii
OPGELET
functies of de aansluiting van externe apparaten, kan gevolgen hebben voor de certificatie van het product.
Gelieve met uw XEROX-vertegenwoordiger contact op te nemen voor meer informatie hierover.
: Iedere ongeoorloofde verandering, inclusief de toevoeging van nieuwe
Waarschuwingsmarkeringen
Alle instructies die op de producten zijn aangebracht of die worden meegeleverd, moeten worden gerespecteerd.
Deze WAARSCHUWING maakt de gebruikers attent op plaatsen op het product die blessures zouden kunnen veroorzaken.
Deze WAARSCHUWING maakt de gebruikers attent op warme oppervlakken op het product, die niet mogen worden aangeraakt.
Elektrische voeding
Dit product moet worden aangesloten op het type elektrische voeding dat op het label met de technische gegevens van het product staat vermeld. Indien u er niet zeker van bent dat uw elektrisch netwerk aan de vereisten voldoet, neemt u best vooraf contact op met uw plaatselijke stroomleverancier.
OPGELET
Dit product moet op een beschermend aardingscircuit worden aangesloten.
Dit product is voorzien van een stekker met een beschermende aardingspin. Deze pin past alleen in een geaard elektrisch stopcontact. Dit is een veiligheidsvoorziening, die de gebruiker moet behoeden voor elektrische schokken. Gelieve contact op te nemen met uw elektricien indien deze stekker niet in het stopcontact past. Gebruik nooit een geaarde adapter om het product op een stopcontact zonder aardingsklem aan te sluiten.
Met behulp van het stroomsnoer kunt u het product volledig afsluiten van het elektriciteitsnet. Haal daarbij de stekker uit het elektrische stopcontact..
ix
Koeling
De gleuven en openingen in de behuizing van het product zijn bedoeld voor de koeling. Zorg ervoor dat deze koelgaten nooit worden geblokkeerd of afgedekt; anders zou het product oververhit kunnen raken.
Dit product mag niet in een ingebouwde installatie worden geplaatst, tenzij daarbij de nodige aandacht aan de koeling is besteed. Gelieve in ieder geval contact op te nemen met uw XEROX-vertegenwoordiger indien u hierover advies wilt.
Steek nooit voorwerpen in de koelopeningen van het product.
Zones die voor de gebruiker toegankelijk zijn
Dit product werd zo ontworpen, dat de bediener alleen bij de veilige zones kan. Gevaarlijke zones worden afgschermd met kappen of beschermkasten, die alleen met behulp van gereedschap kunnen worden verwijderd. Laat deze kappen en beschermkasten altijd op hun plaats zitten.
Onderhoud
In de gebruikshandleiding die bij het product wordt meegeleverd, vindt u een beschrijving van alle onderhoudsprocedures die de bediener kan uitvoeren. Voer geen onderhoudsactiviteiten op het product uit, die niet in deze documentatie staat beschreven.
Uw product schoonmaken
Haal de stekker van het product uit het stopcontact voor u het product begint schoon te maken. Gebruik altijd materialen die specifiek voor dit product bedoeld zijn. Indien u andere materialen gebruikt, zult u geen goed resultaat verkrijgen en kunnen er zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. Gebruik geen schoonmaakproducten in een spuitbus; deze kunnen in bepaalde omstandigheden ontvlambaar zijn.
Meer informatie over de aspecten Milieu, Gezondheid en Veiligheid in verband met dit XEROX-product en de benodigdheden kunt u verkrijgen op de volgende hulplijnen voor de klanten:
EUROPA: +44 1707 353434
USA: 1 800 8286571
CANADA: 1 800 8286571
x
xi
N
OTITIES
xii
1
NLEIDING
I
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe printer!
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
• Bijzondere eigenschappen
• Onderdelen van de printer
• Uitleg van het bedieningspaneel

Bijzondere eigenschappen

Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere eigenschappen, waardoor u mooiere afdrukken kunt maken, wat u een voorsprong geeft op uw concurrenten. U kunt:
Afdrukken met een uitstekende kwaliteit en hoge snelheid
Dear ABC
• U kunt afdrukken maken met
1200 dots per inch
(dpi).
Zie pagina 4.16.
17 pagina’s per minuut (Letter formaat) 16 pagina’s per minuut (A4 formaat)
,
.
Flexibiliteit in papierkeuze
Standaard lade voor 250 vel
en een handinvoer waar u met 1 vel tegelijk papier van diverse types en afmetingen kunt invoeren.
• Twee uitvoerbakken: U kunt kiezen voor de
(voorkant omlaag) omhoog)
.
of de
achteruitvoer (voorkant
bovenuitvoer
Geef uw documenten een professionele uitstraling
• Desgewenst kunt u aan uw documenten een toevoegen, bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” of “Concept”. Zie pagina 4.19.
Watermerk
1.
2
Regards
WORLD BEST
I
NLEIDING
Posters
afdrukken. Daarbij worden de tekst en afbeeldingen van iedere pagina van uw document vergroot, en verdeeld over meerdere vellen papier afgedrukt. Nadat u het document hebt afgedrukt, knipt u de witte randen eraf en plakt u de vellen aan elkaar, zodat een poster ontstaat. Zie pagina 4.14.
Bespaar tijd en geld
• Door de minder toner. Zie pagina 4.8.
• Desgewenst kunt u op papier besparen door meer pagina’s op één vel af te drukken. Zie pagina 4.12.
• Deze printer voldoet aan de efficiënt energiegebruik.
Tonerspaarstand
te selecteren, gebruikt de printer
Energy Star
richtlijnen voor
Geschikt voor verschillende omgevingen
• U kunt afdrukken onder
en 2000/XP
• Uw printer is compatibel met
• De printer wordt standaard geleverd met een een
USB
.
interface.
Windows 95/98/Me/NT 4.0/
Linux
.
parallelle
1
- en
I
NLEIDING
1.
3

Onderdelen van de printer

Voorkant

Uitvoersteun
Bovenuitvoer (Voorkant omlaag)
Bedieningspaneel
Voorklep
Geleider handinvoer
Handinvoer
Lade
Indicator papierniveau
Aan/uitschakelaar
1.
4
I
NLEIDING

Binnenkant

Toner cassette

Achterkant

1
Voorklep
Achteruitvoer
(Voorkant omhoog)
Aansluiting netsnoer
Parallelle poort
USB poort
I
NLEIDING
1.
5

Uitleg van het bedieningspaneel

Lampjes voor Online( ), Foutmeldingen en Tonerspaarstand( )
Lampje Beschrijving
Als het lampje groen oplicht, is de printer gereed voor gebruik.
Als het lampje rood oplicht, is sprake van een storing. Er kan bijvoorbeeld papier zijn vastgelopen, de klep kan openstaan of de tonercassette is leeg. Zie “Foutmeldingen oplossen” op pagina 6.18.
Als u op de toets drukt terwijl de printer bezig is met het ontvangen van gegevens, gaat het lampje
knipperen en wordt het afdrukken geannuleerd.
Als voor de stand Handinvoer is gekozen en er geen papier in de handinvoer zit, gaat het lampje rood knipperen. Zodra
u papier in de handinvoer hebt gelegd, houdt het knipperen op.
Als de printer gegevens ontvangt, knippert het lampje langzaam in de kleur groen. Als de printer bezig is met het afdrukken van de ontvangen
gegevens, knippert het lampje snel in de kleur groen.
Dit lampje licht op wanneer de printer klaar staat voor gebruik en u op de toets drukt. De Tonerspaarstand wordt dan
ingeschakeld. Als u nogmaals op deze toets drukt, gaat het lampje uit en wordt de Tonerspaarstand uitgeschakeld.
rood
1.
6
I
NLEIDING
Lampje Beschrijving
Functie Beschrijving
Demopagina afdrukken
Configuratieblad afdrukken
Handmatig invoeren
Als de lampjes en knipperen, is sprake van een probleem. Zie “Foutmeldingen oplossen” op pagina 6.18.
Cancel( ) toets
Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de toets gedurende 2 seconden ingedrukt tot alle lampjes langzaam knipperen. Laat vervolgens de toets los.
Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de toets gedurende 6 seconden ingedrukt tot alle lampjes snel knipperen. Laat vervolgens de toets los.
Wanneer u in uw programma als Handinvoer,
handinvoer hebt gelegd, op de toets. Voor meer informatie, zie “Afdrukken via de handinvoer” op pagina 3.8.
drukt u steeds nadat u een nieuw vel in de
Invoer
heeft gekozen voor
1
Binnenzijde printer reinigen
Afdruktaak annuleren
Tonerspaarstand in-/uitschakelen
Houd terwijl de printer gereed is voor gebruik, de toets gedurende 10 seconden ingedrukt tot alle lampjes oplichten. Laat vervolgens de toets los. Na het reinigen van de printer wordt een schoonmaakblad afgedrukt.
Wanneer u een afdruktaak wilt annuleren, drukt u tijdens het afdrukken op de toets. Terwijl de afdruktaak
zowel uit de printer als de computer wordt verwijderd, knippert het lampje
naar de stand “Ready”. Afhankelijk van de grootte van de afdruktaak kan dit enige tijd duren.
Wanneer u afdrukt via de handinvoer, kunt u de afdruktaak niet via deze toets annuleren. Zie “Afdrukken via de handinvoer” op pagina 3.8.
Als de printer gereed is voor gebruik, kunt u op deze toets drukken om de Tonerspaarstand in- of uit te schakelen. Zie pagina 4.8 voor meer informatie.
. Vervolgens gaat de printer terug
I
NLEIDING
1.
7
N
OTITIES
1.8
I
NLEIDING
2

PRINTER INSTALLEREN

In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u uw printer kunt installeren.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
• Uitpakken
• Tonercassette plaatsen
• Papier laden
• Printerkabel aansluiten
• De printer aanzetten
• Demopagina afdrukken
• Printersoftware installeren

Uitpakken

1
Haal de printer en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
Tonercassette Netsnoer
USB Kabel Cd-rom
Installatiehandleiding
Opmerkingen:
• Mist u een onderdeel, neem hierover dan direct contact op met uw leverancier.
De onderdelen kunnen van land tot land verschillen.
• De cd-rom bevat het stuurprogramma van de printer, de gebruiksaanwijzing en het programma Acrobat Reader van Adobe.
2
Verwijder zorgvuldig al het verpakkingstape van de printer.
Tape
2.2
P
RINTER INSTALLEREN
Vrije ruimte

Een geschikte plaats voor de printer kiezen

Kies voor de printer een vlakke, stabiele plaats met voldoende ruimte voor de luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u de kleppen en laden gemakkelijk kunt openen. De printer moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is. Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of koudebron zoals een kachel, CV-radiator, airco of luchtverfrisser. Onderstaande illustratie geeft aan hoeveel ruimte aan alle zijden vrij moet blijven. Plaats de printer niet op de rand van een bureau of tafel!
2
Voorkant: 48,26 cm (voldoende ruimte voor het verwijderen van de papierlade)
Achterkant: 10 cm (voldoende ruimte voor het openen van de achteruitvoer)
Rechts: 10 cm (voldoende ventilatieruimte)
Links: 10 cm
P
RINTER INSTALLEREN
2.3

Tonercassette plaatsen

1
Pak de voorklep vast en open hem door de klep naar u toe te trekken.
NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
2
Haal de tonercassette uit de verpakking en verwijder het papier van de cassette.
2.4
3
LET OP:
• Stel de tonercassette niet langer dan enkele minuten aan
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg dit dan af met
P
RINTER INSTALLEREN
Schud de cassette voorzichtig van links naar rechts, zodat de toner evenredig over de cassette wordt verdeeld.
daglicht bloot. Is het nodig de cassette langer aan daglicht bloot te stellen, dek deze dan met wat papier af.
een droge doek en was het in koud water. Warm water zorgt ervoor dat de toner zich aan de kleding hecht.
4
Kijk waar zich in de printer de twee bevestigingspunten voor de cassette bevinden.
5
Pak de cassette vast en schuif hem in de printer tot hij op zijn plaats klikt.
2
6
Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht zit. Als deze niet goed gesloten is, kunnen tijdens het afdrukken fouten optreden.
NB: Bij het afdrukken van een tekstdocument met 5 % dekking, kunt u met een standaard tonercassette ongeveer 3 000 pagina’s afdrukken.
P
RINTER INSTALLEREN
2.5

Papier laden

In de papierlade kunt u ongeveer 250 vel papier laden.
1
Trek de lade uit de printer.
NB: Omdat de printer erg licht is, kan deze gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld het openen/sluiten van de lade of het plaatsen/verwijderen van de tonercartridge. Ga hierbij dan ook zo voorzichtig mogelijk te werk.
2
Duw de drukplaat omlaag tot deze op zijn plaats klikt.
3
Bereid een stapel papier voor door dit wat te buigen of van achteren naar voren uit te waaieren. Maak er op een vlakke ondergrond een rechte stapel van.
2.6
P
RINTER INSTALLEREN
4
Leg het papier met de te bedrukken kant naar omlaag gericht in de lade.
Controleer of het papier in alle hoeken vlak ligt.
5
Controleer of het papier niet boven de maximummarkering in de lade uitkomt. Teveel papier in de lade kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
2
NB: Wilt u een ander papierformaat in de lade gebruiken, kijk dan bij “Formaat van het papier in de lade wijzigen” op pagina 2.8.
6
Schuif de lade weer in de printer.
P
RINTER INSTALLEREN
2.7

Formaat van het papier in de lade wijzigen

1
Stel de achterste papiergeleider in op de juiste papierlengte (zie illustratie).
2
Plaats de zijgeleider links tegen het papier aan (zie illustratie).
2.8
Opmerkingen:
• Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo dicht tegen het
• Als u de breedtegeleider niet instelt, kan het papier vastlopen.
P
RINTER INSTALLEREN
afdrukmateriaal aanligt dat dit bol komt te staan.

Printerkabel aansluiten

Om vanaf uw computer te kunnen afdrukken, moet u uw printer met behulp van een printerkabel op uw printer aansluiten. U kunt hiervoor zowel een parallelle kabel als een USB (Universal Serial Bus) kabel gebruiken.
Aansluiten via een parallelle kabel
NB: Voor het aansluiten van de printer op de parallelle poort van
uw computer heeft u een goedgekeurde parallelle kabel nodig. Schaf hiervoor eventueel een IEEE1284 printerkabel aan.
1
Zorg ervoor dat zowel de computer als de printer uit staan.
2
Steek de parallelle printerkabel in de aansluiting aan de achterkant van de printer.
Duw de metalen clipjes omlaag, zodat de kabel goed vastzit.
2
Naar de parallelle poort van uw computer
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de parallelle poort van uw computer en schroef hem vast.
Raadpleeg eventueel de gebruiksaanwijzing van uw computer.
P
RINTER INSTALLEREN
2.9
Loading...
+ 118 hidden pages