De geclaimde copyright-bescherming omvat alle vormen van auteursrechtelijk beschermd materiaal en auteursrechtelijk
beschermde informatie volgens de wet of hierin toegestaan, inclusief en niet beperkt tot materialen gegenereerd door softwareprogramma's die op het scherm worden weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, schermweergaven, uiterlijk
ontwerp, enz.
®
XEROX
TekColor
Acrobat
Adobe Brilliant
, CentreWare®, Made For Each Other®, Phaser®, PhaserCal®, PhaserMatch®, PhaserSMART®, PrintingScout™,
™
en Walk-Up® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
■Afdrukkwaliteitmodi: Standaard, Uitgebreid en Foto
■PhaserCal-software
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-6
Verkrijgbare configuraties
De Phaser 7760-kleurenlaserprinter is verkrijgbaar in drie configuraties:
Printerconfiguraties
Printerconfiguraties
Functies
Grote invoerlade voor 1500 vel (laden 3, 4 en 5)OptioneelStandaardNee
Grote invoerlade voor 2500 vel (laden 3, 4 en 5)OptioneelNeeStandaard
AfwerkeenheidOptioneelOptioneelOptioneel
PhaserMatch-softwareOptioneelStandaardStandaard
7760DN7760GX7760DX
Opties
De volgende opties kunt u apart aanschaffen voor de Phaser 7760-kleurenlaserprinter. U kunt
de configuratiepagina afdrukken om te zien welke opties op uw printer zijn geïnstalleerd.
Druk de configuratiepagina af (zie Gegevenspagina's op pagina 1-11).
Extra laden
Lade 1 (MPT) en lade 2 bevinden zich standaard op alle configuraties. De volgende extra
invoerladen zijn beschikbaar:
■Grote invoerlade voor 1500 vel, met drie laden voor 500 vel met maximale
papierbreedte (laden 3, 4 en 5)
■Grote invoerlade voor 2500 vel, met een lade voor maximale papierbreedte (lade 3) en
twee laden voor Letter-/A4-formaat (laden 4 en 5)
Afwerkeenheden
Er zijn twee soorten afwerkeenheid beschikbaar. Beide kunt u gebruiken om verschillende
soorten papier en media van nietjes en gaatjes te voorzien.
■Geavanceerde afwerkeenheid
■Professionele afwerkeenheid: afdrukken kunnen ook worden gevouwen en van
zadelnietjes worden voorzien om er brochures van te maken.
Deze afwerkeenheden kunnen 3 gaatjes of 2 tot 4 gaatjes leveren.
Opmerking: Als u een afwerkeenheid toevoegt aan de configuratie van de Phaser 7760DN,
moet u ook over een grote invoerlade voor 1500 vel of 2500 vel beschikken.
Geheugen
Alle configuraties beschikken over twee geheugensleuven die DDR RAM-modules van
512 MB ondersteunen. Het maximale geheugen is 1 GB.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-7
Printerconfiguraties
PhaserMatch-software en PhaserCal-software
Met PhaserMatch-kleurbeheer en PhaserCal-kleurenkalibratie kunt u kalibraties uitvoeren
met verschillende instrumenten. In deze toepassingen wordt gebruikgemaakt van
spectrofotometermetingen voor het bereiken van optimale kalibratieresultaten.
Bovendien kunnen de toepassingen worden gebruikt om aangepaste TekColor-correcties
te maken voor uw Phaser 7760-printer.
PhaserCal-software is een subset van PhaserMatch en wordt standaard geleverd op alle
Phaser 7760-kleurenprinterconfiguraties. De PhaserMatch-software maakt standaard
onderdeel uit van de configuratie van de Phaser 7760GX en Phaser 7760DX.
Ga naar www.xerox.com/office/7760supplies
Phaser 7760DN te bestellen.
Zie ook:
PhaserMatch and PhaserCal 4.0 User Guide (Gebruikershandleiding voor PhaserMatch
en PhaserCal 4.0) op www.xerox.com/office/7760support
om de PhaserMatch-software voor de
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-8
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Functies van het bedieningspaneel op pagina 1-9
■Indeling van het bedieningspaneel op pagina 1-10
■Menuschema op pagina 1-11
■Gegevenspagina's op pagina 1-11
■Voorbeeldpagina's op pagina 1-11
Functies van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel:
■Geeft de bedrijfsstatus van de printer weer (bijvoorbeeld Bezig met afdrukken, Gereed
voor afdrukken
■Geeft aan wanneer u papier moet plaatsen, verbruiksartikelen moet bestellen en vervangen
en storingen moet oplossen.
■Biedt toegang tot hulpmiddelen en gegevenspagina's waarmee u problemen kunt oplossen.
■Biedt toegang tot functies voor het wijzigen van printer- en netwerkinstellingen.
■Biedt toegang tot de status van de verbruiksartikelen.
, printerfouten en waarschuwingen).
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-9
Indeling van het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
1246
1. Statusindicator (LED):
Groen: Printer is gereed voor afdrukken.
Oranje: Waarschuwing, printer gaat door
met afdrukken.
Rood: Opstartprocedure of fout.
Knipperend: Printer is bezet of bezig met
opstarten.
2. Op het scherm worden statusberichten en
menu's weergegeven.
3. Knop Annuleren
Hiermee annuleert u de huidige afdruktaak.
35
4. Knop Vorige
Hiermee keert u terug naar het vorige
menu-item.
5. Knop Pijl-omhoog
Hiermee schuift u omhoog door de menu's.
6. Knop Pijl-omlaag
Hiermee schuift u omlaag door de menu's.
7. Knop OK
Hiermee accepteert u de geselecteerde
instelling.
8. Knop Help (?)
Hiermee geeft u een helptekst weer met
informatie over de printer, zoals de
printerstatus, foutmeldingen en
onderhoudsgegevens.
78
7760-161
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-10
Bedieningspaneel
Gegevenspagina's
Het systeem wordt geleverd met een set gegevenspagina's om u te helpen bij het behalen van
optimale resultaten met uw printer. U kunt deze pagina's openen vanuit het bedieningspaneel.
Druk het menuschema af om te zien waar de gegevenspagina's zich in de menustructuur van
het bedieningspaneel bevinden.
Opmerking: Dit afdrukpictogram bevindt zich voor de titels van de
gegevenspagina's die kunnen worden afgedrukt. Als een gegevenspagina
op het bedieningspaneel wordt gemarkeerd, kunt u op OK drukken om
deze af te drukken.
Bijvoorbeeld, als u de configuratiepagina of de pagina met informatie over de huidige status
van uw verbruiksartikelen wilt afdrukken, doet u het volgende:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
3. Selecteer
om af te drukken.
Opmerking: U kunt deze pagina's ook afdrukken vanuit CentreWare Internet Services (IS)
en het stuurprogramma van de printer.
Gegevenspagina's en druk op OK.
Configuratiepagina of de pagina Gebruik verbruiksartikelen en druk op OK
Gegevens. Vervolgens drukt u op OK.
Menuschema
Het menuschema helpt u bij het navigeren door de menu's van het bedieningspaneel.
Menuschema afdrukken:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
Opmerking: Druk het menuschema af om te zien welke gegevenspagina's nog meer kunnen
worden afgedrukt.
Menuschema en druk op OK om af te drukken.
Gegevens. Vervolgens drukt u op OK.
Voorbeeldpagina's
Bij de printer wordt een aantal voorbeeldpagina's geleverd waarop verschillende
printerfuncties worden gedemonstreerd.
Voorbeeldpagina's afdrukken:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
3. Selecteer de gewenste voorbeeldpagina en druk op OK om af te drukken.
Voorbeeldpagina's en druk op OK.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
Gegevens. Vervolgens drukt u op OK.
1-11
Bedieningspaneel
Kleurenvoorbeeldpagina's
Met de kleurenvoorbeeldpagina's kunt u de kleuren selecteren die u voor uw afdruktaken wilt
gebruiken. Op iedere kleurenvoorbeeldpagina vindt u de percentages cyaan, magenta, geel en
zwart of de hoeveelheden rood, groen en blauw die worden gebruikt (van 0 tot 255).
Opmerking: Voordat u de kleurenvoorbeeldpagina's afdrukt, selecteert u de van toepassing
zijnde PostScript-instellingen voor de standaardafdrukkwaliteit en kleurcorrectie in het menu
Printerinstellingen op het bedieningspaneel.
Kleurenvoorbeeldpagina's afdrukken:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
3. Selecteer
Voorbeeldpagina's en druk op OK.
Voorbeeldpagina's CMYK of Voorbeeldpagina's RGB en druk op OK om af
Gegevens. Vervolgens drukt u op OK.
te drukken.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-12
Meer informatie
Meer informatie
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Bronnen op pagina 1-13
■Xerox Center voor klantenondersteuning op pagina 1-14
Bronnen
Raadpleeg de volgende bronnen voor informatie over de verschillende mogelijkheden van uw
printer.
InformatieBron
Installatiehandleiding*
Snelzoekgids*
Gebruikershandleiding (PDF)*
Handleiding voor geavanceerde functies (PDF)
Snelstarthandleidingen
Zelfstudievideo's
Recommended Media List
(lijst met aanbevolen media)
Hulpprogramma's voor printerbeheer
Knowledge Base
PhaserSMART
Technische ondersteuning
Informatie over menuselecties of foutberichten
op het bedieningspaneel
Gegevenspagina's
* Ook beschikbaar op de website voor klantenondersteuning
Geleverd bij de printer.
Geleverd bij de printer.
Software and Documentation CD-ROM
(cd-rom met software en documentatie)
www.xerox.com/office/7760support
www.xerox.com/office/7760support
www.xerox.com/office/7760support
www.xerox.com/paper
www.xerox.com/office/pmtools
www.xerox.com/office/7760support
www.phaserSMART.com
www.xerox.com/office/7760support
Help-knop (?) op bedieningspaneel
Menu van bedieningspaneel
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-13
Meer informatie
Xerox Center voor klantenondersteuning
Het Xerox Center voor klantenondersteuning is een hulpprogramma dat tijdens de
installatie van het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd. Dit programma is beschikbaar
voor printers met Windows 2000 en hoger en Mac OS X Versie 10.2 en hoger.
Het pictogram van het Xerox Center voor klantenondersteuning wordt in Windows op het
bureaublad weergegeven en in Mac OS X in het dock. Dankzij dit programma beschikt u over
een centraal punt voor toegang tot de volgende gegevens:
■Gebruikershandleidingen en zelfstudieprogramma's op video
■Oplossingen voor problemen
■Status van de printer en verbruiksartikelen
■Verbruiksartikelen bestellen en recyclen
■Antwoorden op veelgestelde vragen
■Standaardstuurprogramma-instellingen (alleen voor Windows)
Hulpprogramma Xerox Center voor klantenondersteuning starten:
1. Selecteer een van de volgende opties:
■Windows: dubbelklik op Xerox Center voor
klantenondersteuning op het bureaublad.
■Macintosh: klik op Xerox Center voor
klantenondersteuning in het dock.
2. Selecteer uw printer in de vervolgkeuzelijst
Printer selecteren.
Zie ook:
de zelfstudievideo Gebruikmaken van het Xerox Center voor klantenondersteuning op
www.xerox.com/office/7760support
Opmerking: Als uw printer via USB is aangesloten, kunt u geen gebruikmaken van de
functies van het Xerox Center voor klantenondersteuning waarvoor een netwerkverbinding
is vereist.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
1-14
Netwerkinstellingen Basis
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Overzicht van de netwerkinstellingen en configuratie op pagina 2-2
■Het netwerk instellen op pagina 2-3
■Het netwerkadres configureren op pagina 2-5
■De printerstuurprogramma's installeren op pagina 2-9
In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste informatie over het instellen en aansluiten van
uw printer.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-1
Overzicht van de netwerkinstellingen en configuratie
Overzicht van de netwerkinstellingen
en configuratie
Netwerk instellen en configureren:
1. Schakel de printer en de computer in.
2. Sluit de printer op het netwerk aan met de aanbevolen hardware en kabels.
3. Druk de configuratiepagina af en bewaar deze als referentie voor de netwerkinstellingen.
4. Configureer het netwerkadres van de printer, zodat de printer op het netwerk kan worden
geïdentificeerd.
■Windows: als de printer is aangesloten op een bestaand TCP/IP-netwerk, start u het
installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie), zodat het IP-adres van de printer automatisch wordt
ingesteld. U kunt het IP-adres van de printer ook handmatig instellen via het
bedieningspaneel.
■Macintosh-systemen: stel het netwerkadres van de printer (voor TCP/IP) handmatig in
via het bedieningspaneel.
5. Installeer de software voor het stuurprogramma op de computer vanaf de Software and
Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie). Zie het gedeelte in dit
hoofdstuk voor het specifieke besturingssysteem dat u gebruikt voor meer informatie over
de installatie van het stuurprogramma.
Opmerking: Als de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en
documentatie) niet beschikbaar is, kunt u het nieuwste stuurprogramma downloaden via
www.xerox.com/office/drivers
Raadpleeg de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
voor meer netwerkinformatie.
.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-2
Het netwerk instellen
Het netwerk instellen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Een verbindingsmethode kiezen op pagina 2-3
■Het netwerkadres configureren op pagina 2-5
■Verbinding via Ethernet (aanbevolen) op pagina 2-4
Een verbindingsmethode kiezen
Sluit de printer aan via Ethernet of USB. Een USB-verbinding is een rechtstreekse verbinding
en kan niet worden gebruikt in een netwerk. Als u gebruikmaakt van een netwerk, hebt u een
Ethernet-verbinding nodig. Voor iedere verbindingsmethode gelden andere hardware- en
kabelvereisten. Kabels en hardware worden over het algemeen niet bij de printer geleverd en
moeten apart worden gekocht.
Verbinding via USB
Via een USB-verbinding kunnen gegevens snel worden overgedragen wanneer de printer
op één computer wordt aangesloten. Een USB-verbinding is echter minder snel dan een
Ethernet-verbinding. Als u gebruikt wilt maken van USB, moet u als pc-gebruiker beschikken
over Microsoft Windows 98 SE, Windows 2000 of Windows XP. Macintosh-gebruikers
moeten Mac OS 9.x of hoger gebruiken.
USB-verbinding
Voor een USB-verbinding hebt u een standaard A/B USB-kabel nodig. Deze kabel wordt niet
bij de printer geleverd en moet apart worden aangeschaft. Zorg dat u de juiste USB-kabel voor
uw verbinding gebruikt.
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer en zet de printer AAN.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
Zie ook:
De printerstuurprogramma's installeren op pagina 2-9
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-3
Het netwerk instellen
Verbinding via Ethernet (aanbevolen)
Ethernet kan voor een of meer computers worden gebruikt. In een Ethernet-netwerk worden
veel printers en systemen ondersteund. Een Ethernet-verbinding wordt aangeraden, omdat
deze sneller is dan een USB-verbinding. Via een Ethernet-verbinding hebt u bovendien
rechtstreeks toegang tot CentreWare Internet Services (IS). CentreWare IS biedt gebruikers
een eenvoudige interface voor het beheren en configureren van netwerkprinters vanaf het
bureaublad met een geïntegreerde webserver. De volledige informatie over CentreWare IS
kunt u vinden door te klikken op de knop Help in CentreWare IS om de CentreWare IS Online Help te openen.
Netwerkverbinding
Afhankelijk van uw configuratie, zijn de volgende hardware en kabels vereist voor een
Ethernet-aansluiting.
■Als u verbinding maakt met één computer, hebt u een Ethernet RJ-45
crossover-kabel nodig.
■Als u één of meer computers via een hub aansluit, hebt u een Ethernet-hub en twee
twisted-pair-kabels (categorie 5/RJ-45) nodig.
■Als u één of meer computers met een kabel of een DSL-router aansluit, hebt u een
kabel of een DSL-router en twee of meer twisted-pair-kabels (categorie 5/RJ-45) nodig.
(Eén kabel per apparaat.)
■Als u één of meer computers via een hub aansluit, sluit u de computer op de hub aan met
een kabel en sluit u de printer op de hub aan met de tweede kabel. U kunt hierbij alle
poorten van de hub gebruiken, behalve de uplink-poort.
De meest voorkomende protocollen voor Ethernet zijn TCP/IP en EtherTalk. Als u via
TCP/IP wilt afdrukken, hebben alle computers en printers een uniek IP-adres nodig.
Zie ook:
Het netwerkadres configureren op pagina 2-5
De printerstuurprogramma's installeren op pagina 2-9
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-4
Het netwerkadres configureren
Het netwerkadres configureren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■TCP/IP- en IP-adressen op pagina 2-5
■Het IP-adres van de printer automatisch instellen (Windows) op pagina 2-5
■Het IP-adres van de printer dynamisch instellen op pagina 2-6
■Het IP-adres van de printer handmatig instellen op pagina 2-8
TCP/IP- en IP-adressen
Als uw computer is aangesloten op een groot netwerk, vraagt u de netwerkbeheerder om de
juiste TCP/IP-adressen en overige configuratiegegevens.
Als u uw eigen, kleine, lokale netwerk maakt of de printer direct via Ethernet aansluit op de
computer, volgt u de procedure voor het automatisch instellen van het IP-adres (Internet
Protocol-adres) van de printer.
Pc's en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een
Ethernet-netwerk. Bij gebruik van TCP/IP-protocollen moet elke printer en elke computer een
uniek IP-adres hebben. Het is hierbij belangrijk dat er adressen worden gebruikt die op elkaar
lijken, maar toch ieder uniek zijn; alleen het laatste cijfer van ieder adres hoeft anders te zijn.
De printer kan bijvoorbeeld adres 192.168.1.2 hebben en de computer adres 192.168.1.3.
Een ander apparaat in het netwerk kan adres 192.168.1.4 hebben.
Meestal gebruiken Macintosh-computers TCP/IP of EtherTalk om met een netwerkprinter te
communiceren. Op Mac OS X-systemen wordt bij voorkeur TCP/IP gebruikt. In tegenstelling
tot TCP/IP, hoeven printers of computers met EtherTalk geen IP-adres te hebben.
Veel netwerken maken gebruik van een server met DHCP (Dynamic Host Configuration
Protocol). Een DHCP-server programmeert automatisch een IP-adres in elke pc en printer op
het netwerk die is geconfigureerd om DHCP te gebruiken. In de meeste kabel- en DSL-routers
is een DHCP-server geïntegreerd. Als u een kabel- of DSL-router gebruikt, raadpleegt u de
documentatie die bij uw router is geleverd voor informatie over IP-adressering.
Zie ook:
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
Het IP-adres van de printer automatisch instellen (Windows)
Als de printer is aangesloten op een klein TCP/IP-netwerk zonder DHCP-server, kunt u het
installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en
documentatie) gebruiken om een IP-adres te detecteren of aan uw printer toe te wijzen. Voor
verdere instructies dient u de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en
documentatie) in het cd-rom-station van de computer te plaatsen. Als het installatieprogramma
is gestart, volgt u de installatie-instructies op het scherm.
Opmerking: Als u het automatische installatieprogramma wilt gebruiken, moet de printer op
een TCP/IP-netwerk zijn aangesloten.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-5
Het netwerkadres configureren
Het IP-adres van de printer dynamisch instellen
Stel het IP-adres van de printer op een van de volgende manieren in. DHCP is standaard op
alle Phaser-printers ingeschakeld.
■DHCP
■CentreWare IS
■AutoIP
Vereiste gegevens voor handmatige IP-adressering
GegevensOpmerkingen
Internetprotocol-adres (IP-adres) van de printerDe notatie is xxx.xxx.xxx.xxx, waarbij xxx een
decimaal getal van 0-255 vertegenwoordigt.
NetwerkmaskerAls u niet zeker weet wat u hier moet invoeren,
laat u deze optie leeg. De printer kiest een
correct masker.
Standaardadres router/gatewayHet routeradres is nodig om communicatie met
het hostapparaat vanuit elke andere locatie dan
het lokale netwerksegment mogelijk te maken.
DHCP inschakelen op de printer
Controleer of het DHCP-protocol van het systeem is ingeschakeld via het bedieningspaneel of
CentreWare IS. DHCP is standaard op alle Phaser-printers ingeschakeld.
Opmerking: U controleert het IP-adres van de printer door
Printeridentificatie op het
bedieningspaneel te selecteren.
Zie ook:
Functies van het bedieningspaneel op pagina 1-9
Het IP-adres wijzigen via CentreWare IS
CentreWare IS biedt gebruikers een eenvoudige interface voor het beheer, de configuratie en
het bijhouden van netwerkprinters vanaf het bureaublad met gebruik van een geïntegreerde
webserver. Klik voor meer informatie over CentreWare IS op de knop Help in CentreWare IS
om CentreWare IS Online Help te openen.
Nadat u het IP-adres van de printer hebt ingesteld, kunt u met behulp van CentreWare IS de
TCP/IP-instellingen wijzigen.
1. Start de webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser
(http://xxx.xxx.xxx.xxx).
3. Klik op Properties (Eigenschappen).
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-6
Het netwerkadres configureren
4. Selecteer de map Protocols (Protocollen) op de linkerzijbalk.
5. Selecteer TCP/IP.
6. Selecteer of wijzig de instellingen en klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan) onder
aan de pagina.
Hostnamen gebruiken bij DNS (Domain Name Service)
De printer biedt ondersteuning voor DNS via een geïntegreerde DNS-resolver. Het DNSresolverprotocol communiceert met een of meer DNS-servers en zet het IP-adres om in een
bepaalde hostnaam of een hostnaam in een bepaald IP-adres.
Als u een IP-hostnaam wilt gebruiken voor de printer, moet de systeembeheerder een of meer
DNS-servers en een lokale database met DNS-domeinnamen configureren. Als u de printer
wilt instellen voor DNS, kunt u maximaal twee IP-adressen voor de DNS-server opgeven.
DDNS (Dynamic Domain Name Service)
Deze printer ondersteunt Dynamic DNS via DHCP. DHCP moet op de printer zijn
ingeschakeld om DDNS te kunnen gebruiken. Bovendien moet de DHCP-server in het
netwerk Dynamic DNS-updates ondersteunen via ondersteuning voor optie 12 of 81.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
1. Start de webbrowser.
2. Geef het IP-adres van de printer op in het veld Adres van de browser
(http://xxx.xxx.xxx.xxx).
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map Protocols (Protocollen) op de linkerzijbalk.
5. Selecteer TCP/IP.
6. Stel in het deelvenster BOOTP/DHCP Settings (BOOTP/DHCP-instellingen) de optie
BOOTP/DHCP in op ON (Aan).
7. Voer de volgende DDNS/WINS-configuratiegegevens in om DDNS in te schakelen:
■DDNS: stel deze optie in op ON (Aan).
■Release Host Name (Hostnaam vrijgeven): stel deze optie in op NO (Nee).
■DDNS/WINS Name (DDNS/WINS-naam): gebruik de standaardnaam die door
Xerox wordt gegeven of voer een andere naam in.
■Primary WINS Server (optional) (Primaire WINS-server (optioneel))
■Secondary WINS Server (Secundaire WINS-server)
8. Klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan) als u alle instellingen hebt ingevoerd.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-7
Het netwerkadres configureren
Het IP-adres van de printer handmatig instellen
Opmerking: Zorg dat het IP-adres van de computer juist is geconfigureerd voor het netwerk.
Neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie.
Als u bent aangesloten op een netwerk zonder DNS-server of in een omgeving werkt waar de
IP-adressen van printers door de netwerkbeheerder worden toegewezen, kunt u deze methode
gebruiken om het IP-adres handmatig in te stellen. Een handmatig ingesteld IP-adres vervangt
DHCP en AutoIP. Het IP-adres kan ook handmatig worden ingesteld als u op een klein kantoor
met een enkele pc werkt en gebruikmaakt van een inbelverbinding.
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Selecteer
6. Selecteer
Printerinstellingen en druk vervolgens op OK.
Verbindingsinstellingen en druk op OK.
Netwerkinstellingen en druk op OK.
TCP/IP-instellingen en druk op OK.
DHCP/BOOTP en druk op OK om Uit te selecteren.
TCP/IP-adres en druk op OK.
7. Voer het IP-adres van de printer in en druk op OK.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-8
De printerstuurprogramma's installeren
De printerstuurprogramma's installeren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Beschikbare stuurprogramma's op pagina 2-9
■Windows 98 SE of hoger en Windows 2000 of hoger op pagina 2-10
■Macintosh OS 9.x op pagina 2-11
■Macintosh OS X Versie 10.2 en hoger op pagina 2-12
Beschikbare stuurprogramma's
Gebruik een Xerox-printerstuurprogramma om speciale afdrukopties te activeren.
Xerox biedt stuurprogramma's voor verschillende PDL's (Page Description Language) en
besturingssystemen. De volgende printerstuurprogramma's zijn beschikbaar:
PrinterstuurprogrammaBron*Beschrijving
Windows PostScriptstuurprogramma
PCL-stuurprogrammaAlleen via
Xerox Walk-Upprinterstuurprogramma
(Windows)
Macintosh OS 9.xstuurprogramma
Mac OS X-stuurprogramma
(versie 10.1 en hoger)
UNIX-stuurprogrammaAlleen via
Cd-rom en via
internet
internet
Alleen via
internet
Cd-rom en via
internet
Cd-rom en via
internet
internet
Het PostScript-stuurprogramma wordt
aanbevolen om de aangepaste functies
van het systeem en het authentieke
Adobe® PostScript® optimaal te benutten.
(standaardprinterstuurprogramma)
Het PCL-stuurprogramma (Printer Command
Language) kan worden gebruikt voor
toepassingen waarvoor PCL nodig is.
Opmerking: Alleen voor Windows 2000 en
Windows XP.
Met dit stuurprogramma kunt u vanaf een pc
afdrukken op alle Xerox PostScript-printers.
Dit is bijzonder praktisch voor mensen met
beroepen waarbij verschillende locaties
moeten worden bezocht en die op
verschillende printers moeten afdrukken.
Met dit stuurprogramma kunt u afdrukken
vanuit Mac OS 9.x.
Met dit stuurprogramma kunt u afdrukken
vanuit Mac OS X (versie 10.2 en hoger).
Met dit stuurprogramma kunt u afdrukken
vanuit UNIX.
* Ga naar www.xerox.com/office/drivers
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
voor de nieuwste printerstuurprogramma's.
2-9
De printerstuurprogramma's installeren
Windows 98 SE of hoger en Windows 2000 of hoger
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van de computer. Als het installatieprogramma niet
automatisch start, gaat u als volgt te werk:
a. Klik eerst op Start en vervolgens op Uitvoeren.
b. Typ in het venster Uitvoeren het volgende: <CD drive>:\INSTALL.EXE.
2. Selecteer de gewenste taal in de lijst.
3. Selecteer Printerstuurprogramma installeren.
4. Selecteer de installatiemethode die u wilt gebruiken en volg vervolgens de aanwijzingen
op het scherm.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-10
De printerstuurprogramma's installeren
Macintosh OS 9.x
USB
Een printer die via een USB-kabel is aangesloten, wordt niet weergegeven in de Kiezer.
Een USB-printer op het bureaublad aanmaken:
1. Plaats de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software en documentatie)
in het cd-rom-station van de computer.
2. Gebruik de Desktop Printer Utility om een USB-printer aan te maken op het bureaublad.
Dit hulpprogramma bevindt zich in de map PhaserTools, die tijdens de installatie van de
software wordt gemaakt.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
EtherTalk
Opmerking: Als u EtherTalk gebruikt, zijn voor Macintosh-computers geen
IP-adressen nodig.
Het printerstuurprogramma installeren:
1. Open het regelpaneel AppleTalk.
2. Controleer of de Ethernet-poort de geselecteerde netwerkpoort is.
3. Dubbelklik op het installatieprogramma op de Software and Documentation CD-ROM
(cd-rom met software en documentatie) om het printerstuurprogramma te installeren.
4. Open de Kiezer en klik op het stuurprogramma LaserWriter.
5. Selecteer de printer in de rechterkolom van de Kiezer en klik op Maak aan om de
bureaubladprinter te maken.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-11
De printerstuurprogramma's installeren
Macintosh OS X Versie 10.2 en hoger
Stel uw printer in met Bonjour (Rendezvous), maak een USB-verbinding voor uw bureaublad
of gebruik een LPD/LPR-verbinding voor Macintosh OS X Versie 10.2 en hoger.
Opmerking: Gebruik de LPD/LPR-verbindingsmethode als u gebruikmaakt van de
PhaserMatch-software. Als u andere verbindingsmethoden gebruikt, kan het zijn dat de
kleurcorrecties van PhaserMatch niet meer kunnen worden geopend.
Macintosh OS X Versie 10.2 en 10.3
Bonjour (Rendezvous)-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station en selecteer het VISE-installatieprogramma om de
printersoftware te installeren.
2. Als de installatie is voltooid, selecteert u een van de volgende opties:
■Open het hulpprogramma Afdrukbeheer in Mac OS X Versie 10.2.x.
■Open het hulpprogramma Printerconfiguratie in Mac OS X Versie 10.3.x.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
3. Controleer of de eerste vervolgkeuzelijst is ingesteld op Bonjour (Rendezvous).
4. Selecteer de printer in het venster.
5. Selecteer Xerox in de vervolgkeuzelijst met fabrikanten die zich onder aan het
scherm bevindt.
6. Selecteer het juiste printermodel in de lijst met beschikbare apparaten.
7. Klik op de knop Voe g to e.
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-12
De printerstuurprogramma's installeren
USB-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
■Open het hulpprogramma Afdrukbeheer in Mac OS X Versie 10.2.x.
■Open het hulpprogramma Printerconfiguratie in Mac OS X Versie 10.3.x.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
2. Klik op de knop Voe g to e.
3. Selecteer USB in de vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer de printer in het venster.
5. Selecteer Xerox in de vervolgkeuzelijst met fabrikanten.
6. Selecteer de juiste printerconfiguratie in de lijst met beschikbare printers.
7. Klik op de knop Voe g to e.
LPD/LPR-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station en selecteer het VISE-installatieprogramma om de
printersoftware te installeren.
2. Als de installatie is voltooid, selecteert u een van de volgende opties:
■Open het hulpprogramma Afdrukbeheer in Mac OS X Versie 10.2.x.
■Open het hulpprogramma Printerconfiguratie in Mac OS X Versie 10.3.x.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
3. Klik op de knop Voe g to e.
4. Selecteer een van de volgende opties:
■Mac OS X Versie 10.2: selecteer Afdrukken via IP in het vervolgkeuzemenu.
Voer in het veld Printeradres het IP-adres van de printer in. Selecteer Xerox in
het vervolgkeuzemenu Printermodel en selecteer het bijbehorende PPD-bestand.
Klik op de knop Voe g to e. De printer wordt aan de lijst toegevoegd.
■Mac OS X Versie 10.3: selecteer Afdrukken via IP in het eerste vervolgkeuzemenu.
Selecteer LPD/LPR in de tweede vervolgkeuzelijst. Voer in het veld Printeradres het
IP-adres van de printer in. Controleer of het veld Naam wachtrij leeg is. Selecteer
Xerox in het vervolgkeuzemenu Printermodel en selecteer het bijbehorende PPDbestand. Klik op de knop Vo e g t oe . De printer wordt aan de lijst toegevoegd.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-13
De printerstuurprogramma's installeren
Macintosh OS X Versie 10.4
Bonjour-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2. Open het hulpprogramma Printerconfiguratie.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
3. Klik op de knop Voe g to e.
4. Selecteer de standaardbrowser in de printerbrowser.
5. Selecteer Bonjour in de lijst met beschikbare printers. Als de printerbrowser:
■de juiste printer selecteert in de vervolgkeuzelijst Druk af met, gaat u naar stap 8.
■niet de juiste printer selecteert in de vervolgkeuzelijst Druk af met, gaat u naar stap 6.
6. Selecteer Xerox in de vervolgkeuzelijst met fabrikanten die zich onder aan het
scherm bevindt.
7. Selecteer de juiste printer in de lijst met beschikbare printers.
8. Klik op de knop Voe g to e.
USB-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2. Open het hulpprogramma Printerconfiguratie.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
3. Klik op de knop Voe g to e.
4. Selecteer de standaardbrowser links boven in de printerbrowser.
5. Selecteer de printer die via USB is aangesloten in het printervenster. De printerbrowser
selecteert de juiste printerconfiguratie in de vervolgkeuzelijst Druk af met.
■Als de juiste printerconfiguratie is geselecteerd, gaat u door met stap 8.
■Als de juiste printerconfiguratie niet is geselecteerd, gaat u door met stap 6.
6. Selecteer Xerox in de vervolgkeuzelijst met fabrikanten.
7. Selecteer de juiste printerconfiguratie in de lijst met beschikbare printers.
8. Klik op de knop Voe g to e. De printer wordt in Printerconfiguratie weergegeven in de lijst
met beschikbare printers.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-14
De printerstuurprogramma's installeren
LPD-verbinding
Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met
software en documentatie) installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station en selecteer het VISE-installatieprogramma om de
printersoftware te installeren.
2. Als de installatie is voltooid, opent u het hulpprogramma Printerconfiguratie.
Opmerking: Open de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de
Macintosh om de hulpprogramma's weer te geven.
3. Klik op de knop Voe g to e.
4. Selecteer IP-printer links boven in de printerbrowser.
5. Selecteer LPD in de vervolgkeuzelijst.
6. Voer in het veld Adres het IP-adres van de printer in.
7. Klik op de knop Voe g to e. De printer wordt aan de lijst toegevoegd.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
2-15
Afdrukken - Basis
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Overzicht van de basisprocedures op pagina 3-2
■Ondersteund papier en ondersteunde media op pagina 3-3
■Papier plaatsen op pagina 3-10
■Afdrukopties selecteren op pagina 3-25
■Dubbelzijdig afdrukken op pagina 3-31
■Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
■Uitvoeropties selecteren op pagina 3-49
Zie ook:
de zelfstudievideo's over het gebruik van papierladen op
www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-1
Overzicht van de basisprocedures
Overzicht van de basisprocedures
1. Plaats papier in de lade.
2. Als het bedieningspaneel dit aangeeft, bevestigt u of wijzigt u het papiertype en
het papierformaat.
3. Ga via de softwaretoepassing naar het dialoogvenster Afdrukken en selecteer vervolgens
de afdrukopties in het printerstuurprogramma.
4. Stuur de taak naar de printer vanuit het dialoogvenster Afdrukken van de toepassing.
Zie ook:
Papier plaatsen op pagina 3-10
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-2
Ondersteund papier en ondersteunde media
Ondersteund papier en ondersteunde media
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Richtlijnen voor het gebruik van papier op pagina 3-4
■Papier dat de printer kan beschadigen op pagina 3-5
■Richtlijnen voor papieropslag op pagina 3-6
■Ondersteunde papierformaten en papiergewichten op pagina 3-6
Uw printer is bedoeld voor gebruik met verschillende papiersoorten. Volg de richtlijnen in
dit gedeelte voor de beste afdrukkwaliteit en ter voorkoming van papierstoringen.
Gebruik voor de beste resultaten de Xerox-afdrukmedia die worden aanbevolen voor de
Phaser 7760-kleurenlaserprinter. Op deze manier behaalt u uitstekende afdrukresultaten met
uw printer.
Zie de Recommended Media List (lijst met aanbevolen media) op www.xerox.com/paper
voor
informatie over aanbevolen papiertypen en speciale media.
Als u papier, transparanten en andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/supplies
.
Voorzichtig: Beschadigingen die het gevolg zijn van het gebruik van niet-toegestane
papiersoorten, transparanten en andere speciale media vallen niet onder de garantie,
serviceovereenkomst of Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox.
De Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de
Verenigde Staten en Canada. Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden
gelden. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-3
Ondersteund papier en ondersteunde media
Richtlijnen voor het gebruik van papier
U kunt de meeste papiersoorten en -formaten, transparanten of andere speciale media in de
laden van de printer plaatsen. Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van papier en andere media
in de laden:
■Enveloppen, labels en extra dik karton kunnen alleen vanuit lade 1 (MPT) worden bedrukt.
■Transparanten en papier van aangepast formaat kunnen vanuit lade 1 (MPT) en lade 2
worden bedrukt.
■Waaier papier, transparanten en andere speciale media uit voordat u ze in de
papierlade plaatst.
■Gebruik alleen papieren enveloppen. Gebruik geen vensterenveloppen, enveloppen met
metalen klemmen of enveloppen met plakranden met beschermstrips.
■Alle enveloppen mogen alleen voor enkelzijdig afdrukken worden gebruikt.
■Plaats geen papier boven de maximale vullijn die aan de binnenkant van de papiergeleider
wordt aangegeven.
■Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
■Als het papier regelmatig vastloopt, gebruikt u een nieuw pak papier of andere
speciale media.
Zie ook:
Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-4
Ondersteund papier en ondersteunde media
Papier dat de printer kan beschadigen
Deze printer is ontworpen om verschillende mediatypen voor afdruk- en kopieertaken te
kunnen verwerken. Het gebruik van bepaalde soorten media kan echter de afdrukkwaliteit
doen afnemen, meer papierstoringen dan normaal als gevolg hebben of beschadigingen aan de
printer veroorzaken.
Onder de niet toegestane media bevinden zich:
■Ruwe of poreuze media, zoals inkjet-papier
■Plastic media
■Gevouwen of gekreukt papier
■Papier waarop reeds is gefotokopieerd
■Papier met nietjes
■Carbonloos papier
■Vensterenveloppen, enveloppen met metalen klemmen of enveloppen met plakranden
met beschermstrips
■Gewatteerde enveloppen
■Glanspapier dat niet geschikt is voor laserprinters
■Transparanten van een ander soort dan doorzichtige digitale kleurentransparanten
van Xerox
■Vellen met labels waarvan een of meer labels zijn verwijderd
■Media met een gewicht onder de 75 g/m
(90 lb. omslagpapier)
■Papier met deklaag, reliëfpapier of papier met briefhoofd met een hittebestendigheid
van minder dan 210 °C (322 °F).
■Media die smelten, verschuiven of verkleuren wanneer ze gedurende 0,2 seconden worden
blootgesteld aan temperaturen die lager liggen dan 210 °C (322 °F).
2
(20 lb. schrijfpapier) of boven de 255 g/m2
Zie ook:
Afdrukken op enveloppen op pagina 3-37
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-5
Ondersteund papier en ondersteunde media
Richtlijnen voor papieropslag
Het creëren van goede opslagomstandigheden voor uw papier en andere media draagt bij aan
optimale afdrukresultaten.
■Bewaar papier in een donkere, koele en relatief droge ruimte. De meeste papiersoorten
kunnen beschadigd raken door ultraviolet (UV) en zichtbaar licht. Vooral UV-straling,
die wordt gegenereerd door de zon en tl-lampen, is heel schadelijk voor papier. Beperk de
intensiteit en de duur van blootstelling aan zichtbaar licht zoveel mogelijk.
■Zorg voor een constante omgevingstemperatuur en relatieve vochtigheidsgraad.
■Bewaar papier niet op zolder, in de keuken, in de garage of in de kelder. Binnenmuren zijn
droger dan buitenmuren, waar vochtophoping mogelijk is.
■Leg uw papiervoorraad op een vlakke ondergrond, bijvoorbeeld op pallets, karton, planken
of in kasten.
■Bewaar geen voedsel of drank in de opslag-/verwerkingsruimte van het papier.
■Open verzegelde papierpakken pas wanneer u deze in de printer wilt laden.
Bewaar het papier in de originele verpakking. De verpakking van de meeste commerciële
standaardformaten is aan de binnenkant voorzien van een beschermlaag tegen vochtverlies
en -toename.
■Laat de media in de zak totdat u ze gaat gebruiken. Plaats ongebruikte media weer in
de zak en sluit deze goed. Sommige speciale media worden verpakt in hersluitbare
plastic zakken.
Ondersteunde papierformaten en papiergewichten
In de volgende gedeelten vindt u informatie over de papierformaten en papiergewichten die u
in de laden van de printer kunt gebruiken. Voor meer informatie over papier en andere media,
kunt u de pagina Papiertips afdrukken:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
3. Selecteer
Gegevenspagina's en druk op OK.
Papiertips en druk op OK om de pagina af te drukken.
Zie ook:
Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
de Recommended Media List (lijst met aanbevolen media) op www.xerox.com/paper
Gegevens. Vervolgens drukt u op OK.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-6
Ondersteund papier en ondersteunde media
Ondersteunde papierformaten en papiergewichten voor lade 1 (MPT)
7760-169
Lade 1 (MPT)
2
75–255 g/m
Statement5,5 x 8,5 inchAangepaste formaten
Executive7,25 x 10,5 inch
Letter8,5 x 11 inch
US Folio8,5 x 13 inch
Legal8,5 x 14 inch
(20–72 lb. schrijfpapier, 22–90 lb. omslagpapier)
Korte zijde:
100
–305 mm (3,95–12,00 inch)
Lange zijde:
–1200 mm (5,5–47,25 inch)
140
Tabloid11,0 x 17,0 inch
Tabloid Extra12,0 x 18,0 inch
A6105 x 148 mm
A5148 x 210 mm
A4210 x 297 mm
A3297 x 420 mm
SRA3320 x 450 mm
ISO B5176 x 250 mm
B5 JIS182 x 257 mm
B4 JIS257 x 364 mm
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-7
Lade 1 (MPT)
Nr. 10 Commercial4,12 x 9,5 inch
Monarch3,87 x 7,5 inch
A75,25 x 7,25 inch
DL110 x 220 mm
C6114 x 162 mm
C5162 x 229 mm
C4229 x 324 mm
B5176 x 250 mm
Ondersteund papier en ondersteunde media
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-8
Ondersteund papier en ondersteunde media
Papierformaten en papiergewichten voor laden 2–5
Laden 2–5
2
75–216 g/m
Statement5,5 x 8,5 inchAangepaste formaten (alleen lade 2)*
Letter8,5 x 11 inch
US Folio8,5 x 13 inch
Legal8,5 x 14 inch
(18–57 lb. schrijfpapier, 22–80 lb. omslagpapier)
Korte zijde:
140
–297 mm (5,5–11,70 inch)
Lange zijde:
182–432 mm (7,15–17,00 inch)
7760-104
Tabloid11,0 x 17,0 inch
A5148 x 210 mm
A4210 x 297 mm
A3297 x 420 mm
B5 JIS182 x 257 mm
B4 JIS257 x 364 mm
*Transparanten en aangepaste formaten kunnen alleen in lade 2 worden geplaatst.
Opmerking: Papier van Letter-, A4- en B5-formaat kan in laden 4 en 5 worden geplaatst van
de grote invoerlade voor 2500 vel.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-9
Papier plaatsen
Papier plaatsen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Papier plaatsen in lade 1 (MPT) op pagina 3-10
■Papier en media handmatig invoeren in lade 1 (MPT) op pagina 3-17
■Papier plaatsen in laden 2–5 op pagina 3-18
Opmerking: De meeste papierformaten kunnen zowel met de lange zijde als met de korte
zijde eerst in de laden worden geplaatst. Ter bevordering van de levensduur van de printer, de
verbruiksartikelen en de afdruksnelheid wordt echter aanbevolen het papier met de lange zijde
eerst in te voeren.
Papier plaatsen in lade 1 (MPT)
Gebruik lade 1 (MPT)voor de volgende papiersoorten:
■Normaal, gekleurd, voorbedrukt en geperforeerd papier: 75–90 g/m
2
(20–24 lb.
schrijfpapier)
■Zwaar normaal papier, briefhoofd: 91–105 g/m
■Dun karton: 106–169 g/m
■Dik karton: 170–220 g/m
■Extra dik karton: 221–255 g/m
■Dun glanspapier: 120–169 g/m
■Dik glanspapier: 170–220 g/m
■Enveloppen
■Labels
■Doorzichtige digitale kleurentransparanten van Xerox
■Papier van aangepast formaat, inclusief scheidingspagina('s)
2
(50–60 lb. omslagpapier)
2
(65–80 lb. omslagpapier)
2
(81–90 lb. omslagpapier)
2
(50–60 lb. omslagpapier)
2
(65–80 lb. omslagpapier)
2
(25–28 lb. schrijfpapier)
Zie ook:
Ondersteunde papierformaten en papiergewichten voor lade 1 (MPT) op pagina 3-7
Opmerking: Als u het papier in lade 1 (MPT) wijzigt, moet u de juiste papiersoort en het
juiste papierformaat selecteren op het bedieningspaneel.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-10
Papier plaatsen
Lange zijde eerst
Plaats papier van formaat Letter, A4, B5 JIS, ISO B5, Statement en Executive en papier dat
korter is dan 305 mm (12,0 inch) of breder dan 140 mm (5,5 inch) met de lange zijde eerst in
de printer (LZE).
Opmerking: Raadpleeg Korte zijde eerst op pagina 3-14 als u papier met de korte zijde eerst
wilt invoeren om brochures af te drukken en uw printer voorzien is van een afwerkeenheid
met brochuremodule.
Papier en andere media in lade 1 (MPT) plaatsen:
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Plaats het papier of de andere media zo dat de lange zijde als eerste in de printer
wordt ingevoerd.
■Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar beneden gericht,
waarbij de bovenkant van de pagina naar de voorkant van de lade wijst. De zijde met
de gaatjes moet als laatste in de printer worden ingevoerd.
7760-108
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-11
Papier plaatsen
■Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar
boven gericht, waarbij de bovenkant van de pagina naar de voorkant van de lade wijst. De zijde met de gaatjes moet als eerste in de printer worden ingevoerd.
7760-119
Voorzichtig: Plaats geen papier of media boven de maximale vullijn die in de lade wordt
aangegeven. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
MAX
7760-107
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-12
Papier plaatsen
3. Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
7760-049
4. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd het type en formaat van het papier dat in
de lade is geplaatst te bevestigen, drukt u op OK. Vervolgens kunt u de huidige ladeinstellingen gebruiken. Als u papier van een nieuw formaat of type in de lade hebt
geplaatst, doet u het volgende:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Selecteer het gewenste papierformaat. Druk vervolgens op OK. Een aantal formaten
kan in beide richtingen worden ingevoerd. Dan moet u het formaat kiezen met de
letters
LZE (lange zijde eerst). Selecteer Nieuw aangepast formaat voor het
papierformaat. Raadpleeg Afdrukken op aangepast papierformaat vanuit lade 1 (MPT)
op pagina 3-46 voor meer informatie.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-13
Papier plaatsen
Korte zijde eerst
Voer labels, papier van formaat Legal, Tabloid, Tabloid Extra, A3, A5, A6, US Folio, B4 JIS
en SRA3 en papier dat smaller is dan 140 mm (5,5 in.) of langer dan 305 mm (12,0 in.) in met
de korte zijde eerst.
Opmerking: Als uw printer voorzien is van een afwerkeenheid met brochuremodule en u
brochures wilt afdrukken, moet u het papier met de korte zijde eerst invoeren.
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Plaats het papier of de andere media zo dat de korte zijde tegen de printer aan ligt.
■Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar beneden gericht,
waarbij de bovenkant van de pagina als laatste in de printer wordt ingevoerd. Plaats
geperforeerd papier met de gaatjes in de richting van de achterzijde van de printer.
7760-109
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-14
Papier plaatsen
XEROX
■Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken plaatst u de eerste te bedrukken zijde naar
boven gericht, waarbij de bovenkant van de pagina als laatste in de printer wordt
ingevoerd. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes in de richting van de voorkant
van de printer.
XEROX
XEROX
7760-120
Voorzichtig: Plaats geen papier of media boven de maximale vullijn die in de lade wordt
aangegeven. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
MAX
7760-068
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-15
Papier plaatsen
3. Pas de geleiders aan het papier aan.
7760-105
4. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd het type en formaat van het papier dat in de
lade is geplaatst te bevestigen, drukt u op OK. Vervolgens kunt u de huidige ladeinstellingen gebruiken. Als u papier van een nieuw formaat of type in de lade hebt
geplaatst, doet u het volgende:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Selecteer het gewenste papierformaat. Druk vervolgens op OK. Een aantal formaten
kan in beide richtingen worden ingevoerd. Dan moet u het formaat kiezen met de
letters
KZE (korte zijde eerst). Selecteer Nieuw aangepast formaat voor het
papierformaat. Raadpleeg Afdrukken op aangepast papierformaat vanuit lade 1 (MPT)
op pagina 3-46 voor meer informatie.
Zie ook:
Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
Afdrukken op aangepast papierformaat op pagina 3-46
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-16
Papier plaatsen
Papier en media handmatig invoeren in lade 1 (MPT)
Als u gebruikmaakt van een bepaalde papiersoort en u niet wilt dat anderen er per ongeluk ook
gebruik van maken (bijvoorbeeld papier met een briefhoofd), kunt u de printer laten aangeven
wanneer het tijd is om het papier voor uw afdruktaak te plaatsen.
Handmatige invoer selecteren bij gebruik van Windows
Handmatige invoer selecteren met Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003:
1. Selecteer in het Windows-printerstuurprogramma het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Selecteer De printer dwingen vanuit een specifieke lade af te drukken en selecteer
vervolgens Lade 1 (MPT) in de lijst.
3. Selecteer Handmatige invoer en klik vervolgens op OK om de instellingen van het
printerstuurprogramma op te slaan.
4. Verzend uw afdruktaak.
5. Wanneer u hierom wordt gevraagd, verwijdert u het papier uit lade 1 (MPT).
6. Plaats het juiste papier voor uw taak in de lade.
Handmatige invoer selecteren bij gebruik van Macintosh
Handmatige invoer selecteren op de Macintosh:
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de optie Papierinvoer.
2. Selecteer Handmatige invoer in de vervolgkeuzelijst Alle pagina's uit.
3. Verzend uw afdruktaak.
4. Wanneer u hierom wordt gevraagd, verwijdert u het papier uit lade 1 (MPT).
5. Plaats het juiste papier voor uw taak in de lade.
Zie ook:
Papier plaatsen in lade 1 (MPT) op pagina 3-10
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-17
Papier plaatsen in laden 2–5
Gebruik laden 2–5 voor de volgende papiersoorten:
Papier plaatsen
■Normaal, gekleurd, voorbedrukt en geperforeerd papier: 75–90 g/m
2
(20–24 lb.
schrijfpapier)
■Zwaar normaal papier, briefhoofd: 91–105 g/m
■Dun karton: 106–169 g/m
■Dik karton: 170–220 g/m
■Dun glanspapier: 120–169 g/m
■Dik glanspapier: 170–220 g/m
■Doorzichtige digitale kleurentransparanten van Xerox (alleen lade 2)
2
(50–60 lb. omslagpapier)
2
(65–80 lb. omslagpapier)
2
(50–60 lb. omslagpapier)
2
(65–80 lb. omslagpapier)
2
(25–28 lb. schrijfpapier)
Opmerking: Papier van aangepast formaat kunt u alleen in lade 2 plaatsen.
Zie ook:
Papierformaten en papiergewichten voor laden 2–5 op pagina 3-9
Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-18
Papier plaatsen
Lange zijde eerst
Alle papierformaten en papiersoorten moeten met de lange zijde eerst worden ingevoerd,
behalve papier dat langer is dan 297 mm (11.7 in.).
Opmerking: Raadpleeg Korte zijde eerst op pagina 3-22 als u papier met de korte zijde
eerst wilt invoeren om brochures af te drukken en uw printer voorzien is van een
afwerkeenheid met brochuremodule.
Papier en andere media in laden 2-5 plaatsen:
1. Trek de lade uit de printer.
7760-110
2. Waaier het papier uit om bladen die aan elkaar geplakt zitten los te maken.
7760-106
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-19
Papier plaatsen
3. Plaats het papier met de lange zijde in de richting van de linkerkant van de lade.
■Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar boven gericht,
waarbij de bovenkant van het papier in de richting van de voorkant van de lade is
geplaatst. De zijde met de gaatjes moet zich aan de rechterkant van de lade bevinden.
7760-059
■Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar beneden gericht,
waarbij de bovenkant van het papier in de richting van de voorkant van de lade is
geplaatst. De zijde met de gaatjes moet zich aan de linkerkant van de lade bevinden.
7760-062
Voorzichtig: Plaats geen papier of media boven de maximale vullijn die in de lade wordt
aangegeven. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
MAX
7760-061
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-20
4. Pas de geleiders aan het papier aan.
5. Duw de lade helemaal in de printer.
Papier plaatsen
7760-111
7760-023
6. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd het type en formaat van het papier dat in de
lade is geplaatst te bevestigen, drukt u op OK. Vervolgens kunt u de huidige ladeinstellingen gebruiken. Als u een nieuwe papiersoort of papier van aangepast formaat in
lade 2 hebt geplaatst, doet u het volgende:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Voor lade 2 selecteert u het juiste papierformaat. Vervolgens drukt u op OK.
Opmerking: Selecteer
Nieuw aangepast formaat als u papier van aangepast formaat
hebt geplaatst. Raadpleeg Afdrukken op papier van aangepast formaat vanuit lade 2 op
pagina 3-47 voor meer informatie. Als lade 2 was ingesteld op papier van aangepast
formaat en u papier van standaardformaat hebt geplaatst, selecteert u
gevonden
voor het papierformaat; de printer detecteert het papierformaat dat zich in de
Automatisch
lade bevindt dan met behulp van de geleiders die zich in de lade bevinden.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-21
Papier plaatsen
Korte zijde eerst
Voer papier van formaat Letter, A4 en B5 JIS en papier dat langer is dan 297 mm (11,7 in.)
met de korte zijde eerst in.
Opmerking: Als uw printer voorzien is van een afwerkeenheid met brochuremodule en u
brochures wilt afdrukken, moet u het papier met de korte zijde eerst invoeren.
1. Trek de lade uit de printer.
7760-110
2. Waaier het papier uit om bladen die aan elkaar geplakt zitten los te maken.
7760-106
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-22
Papier plaatsen
3. Plaats het papier zo dat de lange zijde van het papier naar de voorkant van de lade wijst.
■Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar boven gericht,
waarbij de bovenkant van het papier in de richting van de linkerkant van de lade is
geplaatst. De zijde met de gaatjes moet zich aan de voorkant van de lade bevinden.
7760-116
■Voor dubbelzijdig afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar beneden gericht,
waarbij de bovenkant van het papier in de richting van de rechterkant van de lade is
geplaatst. De zijde met de gaatjes moet naar de voorkant van de lade wijzen.
7760-063
Voorzichtig: Plaats geen papier of media boven de vullijn in de lade. Als u te veel papier
plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
MAX
7760-168
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-23
4. Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
5. Duw de lade helemaal in de printer.
Papier plaatsen
7760-111
7760-023
6. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd het type en formaat van het papier dat in
de lade is geplaatst te bevestigen, drukt u op OK. Vervolgens kunt u de huidige ladeinstellingen gebruiken. Als u een nieuwe papiersoort of papier van aangepast formaat in
lade 2 hebt geplaatst, doet u het volgende:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Voor lade 2 selecteert u het juiste papierformaat. Vervolgens drukt u op OK.
Opmerking: Selecteer
Nieuw aangepast formaat als u papier van aangepast formaat
hebt geplaatst. Raadpleeg Afdrukken op papier van aangepast formaat vanuit lade 2 op
pagina 3-47 voor meer informatie. Als lade 2 was ingesteld op papier van aangepast
formaat en u papier van standaardformaat hebt geplaatst, selecteert u
gevonden
voor het papierformaat; de printer detecteert het papierformaat dat zich in de
Automatisch
lade bevindt dan met behulp van de geleiders die zich in de lade bevinden.
Zie ook:
Afdrukken op speciale media op pagina 3-34
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-24
Afdrukopties selecteren
Afdrukopties selecteren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Voorkeursinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows) op pagina 3-25
■Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows) op pagina 3-26
■Opties selecteren voor een specifieke taak (Macintosh) op pagina 3-28
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Voorkeursinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows)
Voorkeursinstellingen zijn van toepassing op alle afdruktaken, tenzij u deze specifiek voor een
taak overschrijft. Als u bijvoorbeeld automatisch dubbelzijdig afdrukken wilt gebruiken voor
de meeste afdruktaken, stelt u deze optie in bij de voorkeursinstellingen.
Voorkeursinstellingen selecteren:
1. Selecteer een van de volgende opties:
■Windows 98 SE, Windows 2000, Windows Server 2003: klik op Start, selecteer
Instellingen en vervolgens Printers. Ga naar stap 2.
■Windows XP: klik op Start en selecteer Instellingen en Printers en faxapparaten.
Ga naar stap 2.
2. Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer.
3. Selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken of Eigenschappen in het pop-upmenu.
4. Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma en klik op OK om
de selecties op te slaan.
Opmerking: Klik op de knop Help op het tabblad van het printerstuurprogramma
om de on line help weer te geven voor meer informatie over de opties van Windowsprinterstuurprogramma's.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-25
Afdrukopties selecteren
Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows)
Als u voor een bepaalde taak speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de instellingen van
het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar de printer verzendt. Als u bijvoorbeeld
een bepaalde afbeelding wilt afdrukken in Foto-afdrukkwaliteitmodus, moet u deze instelling
in het stuurprogramma selecteren voordat u de taak afdrukt.
1. Open het document of de afbeelding in de overeenkomstige toepassing en open het
dialoogvenster Afdrukken.
2. Selecteer de Phaser 7760-kleurenlaserprinter en klik op de knop Eigenschappen om het
printerstuurprogramma te openen.
3. Selecteer de gewenste opties op de tabbladen van het stuurprogramma. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties.
Opmerking: In Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 kunt u de huidige
afdrukopties opslaan met een unieke naam en deze ook toepassen bij andere taken.
Selecteer een van de volgende tabbladen: Papierkwaliteit, Uitvoeropties of Tek Co lo r en
selecteer een Opgeslagen instelling. Klik op de knop Help voor meer informatie.
4. Klik op OK om uw selecties op te slaan.
5. Druk de taak af.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-26
Raadpleeg de onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties:
Afdrukopties voor Windows-besturingssystemen
Tabblad in
Besturingssysteem
stuurprogrammaAfdrukopties
Afdrukopties selecteren
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server
2003
Ta bb l ad Indeling■ Afdrukstand
■ Automatisch dubbelzijdig afdrukken
■ Pagina's per vel
Ta bb l ad
Papier/kwaliteit
Ta bb l ad
Uitvoeropties
■ Documentformaat, papiersoort en lade selecteren
■ Afdrukkwaliteit
■ Voorbladen
■ Opgeslagen instellingen
■ Nieten
■ Perforeren
■ Papierbestemming
■ Einde van de taak
■ Beveiligde afdrukken, persoonlijke afdrukken,
persoonlijke opgeslagen afdrukken, testafdrukken
en opgeslagen afdrukken
■ Deelpagina's
■ Opgeslagen instellingen
Ta bb l ad Te k Colo r
■ Kleurcorrecties
■ Zwart-witconversie
■ Kleuraanpassingen
■ Opgeslagen instellingen
Windows 98 SE Ta bb l ad Instelling
Ta bb l ad
Uitvoeropties
Ta bb l ad Te k Colo r
■ Papiertype, Formaat en Ladeselectie
■ Afdrukstand
■ Automatisch dubbelzijdig afdrukken
■ Afdrukkwaliteit
■ Einde van de taak
■ Nieten
■ Perforeren
■ Beveiligde afdrukken, testafdrukken en
opgeslagen afdrukken
■ Deelpagina's
■ Voorbladen
■ Kleurcorrecties
■ Zwart-witconversie
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-27
Afdrukopties selecteren
Opties selecteren voor een specifieke taak (Macintosh)
Als u afdrukinstellingen wilt selecteren voor een specifieke taak, moet u de instellingen van
het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar de printer verzendt.
1. Open het document in uw toepassing en kies Bestand in het menu Print.
2. Selecteer de gewenste afdrukopties in de menu's en vervolgkeuzelijsten.
Opmerking: In Macintosh OS X klikt u op Bewaar instellingen in het scherm van het
menu Print om de huidige printerinstellingen op te slaan. U kunt meerdere instellingen
vooraf maken en elke instelling opslaan met een unieke naam en printerinstellingen.
Als u taken wilt afdrukken met specifieke printerinstellingen, klikt u op de
overeenkomstige opgeslagen instelling in de lijst Instellingen.
3. Klik op Print om de taak af te drukken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor specifieke afdrukopties:
Instellingen Macintosh PostScript-stuurprogramma
Vervolgkeuzelijst
Besturingssysteem
stuurprogrammaAfdrukopties
Mac OS X
Versie 10. 4
Exemplaren en Pagina's
Lay-out
Papierafhandeling
Kleursynchronisatie
Voorblad
Papierinvoer
Afwerkopties
Taaktypen
■ Exemplaren
■ Pagina's
■ Pagina's per vel
■ Richting
■ Rand
■ Dubbelzijdig afdrukken
■ Omgekeerde paginavolgorde
■ Afdrukken (alle, oneven, even)
■ Kleurconversie
■ Voorbladen
■ Papierbron
■ Nieten
■ Perforeren
■ Papierbestemming
■ Offset (trapsgewijs) gesorteerde sets
■ Beveiligde afdrukken, persoonlijke
afdrukken, persoonlijke opgeslagen
afdrukken, testafdrukken en opgeslagen
afdrukken
Afbeeldingskwaliteit■ Afdrukkwaliteit
■ Kleurcorrectie en sRGB neutrale grijstinten
■ Afbeeldingen gladmaken
Printerfuncties
■ Papiersoorten
■ Deelpagina's
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-28
Instellingen Macintosh PostScript-stuurprogramma (vervolg)
Vervolgkeuzelijst
Besturingssysteem
stuurprogrammaAfdrukopties
Afdrukopties selecteren
Mac OS X
Versie 10.2 en 10.3
Exemplaren en Pagina's■ Exemplaren
■ Pagina's
Lay-out
Papierafhandeling
Kleursynchronisatie
Voorblad
Papierinvoer
Afwerkopties
Taaktypen
■ Pagina's per vel
■ Richting
■ Rand
■ Dubbelzijdig afdrukken
■ Omgekeerde paginavolgorde
■ Afdrukken (alle, oneven, even)
■ Kleurconversie
■ Voorbladen
■ Papierbron
■ Nieten
■ Perforeren
■ Papierbestemming
■ Offset (trapsgewijs) gesorteerde sets
■ Beveiligde afdrukken, persoonlijke
afdrukken, testafdrukken en opgeslagen
afdrukken
Afbeeldingskwaliteit
■ Afdrukkwaliteit
■ RGB-kleurcorrecties neutrale grijstinten
■ Afbeeldingen gladmaken
Printerfuncties
■ Papiersoorten
■ Deelpagina's
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-29
Instellingen Macintosh PostScript-stuurprogramma (vervolg)
Vervolgkeuzelijst
Besturingssysteem
Mac OS 9.xAlgemeen■ Exemplaren
stuurprogrammaAfdrukopties
■ Pagina's
■ Papierbron
Afdrukopties selecteren
Kleuraanpassing
Voorblad
Lay-out
Afdrukkwaliteit
Taaktypen
Geavanceerde opties
Afwerkopties
■ Afdrukkleur
■ Voorbladen
■ Pagina's per vel
■ Rand
■ Dubbelzijdig afdrukken
■ Afdrukkwaliteit
■ Afbeeldingen gladmaken
■ Beveiligde afdrukken, persoonlijke
afdrukken, testafdrukken en opgeslagen
afdrukken
■ Papierbestemming
■ Papiersoorten
■ Offset (trapsgewijs) gesorteerde sets
■ Deelpagina's
■ Nieten
■ Perforeren
■ Bestemming
■ Offset (trapsgewijs) gesorteerde sets
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-30
Dubbelzijdig afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Richtlijnen voor automatisch dubbelzijdig afdrukken op pagina 3-31
■Bindrandopties op pagina 3-32
■Dubbelzijdig afdrukken selecteren op pagina 3-32
Opmerking: Ga naar de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
voor meer
informatie over handmatig dubbelzijdig afdrukken.
Richtlijnen voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
De functie Automatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken gebruiken:
■Het papier moet een lengte hebben van 148–432 mm (5,83–17 in.).
■Het papier moet een gewicht van 75–169 g/m
■De volgende papiersoorten moeten worden gebruikt: normaal papier, zwaar normaal
papier, voorbedrukt papier, geperforeerd papier, gekleurd papier, briefhoofdpapier,
dun karton of dun glanspapier.
De volgende papiervarianten en media kunnen niet worden gebruikt voor
dubbelzijdig afdrukken:
■Dik en extra dik karton
■Dik glanspapier
■Transparanten
■Enveloppen
■Labels
■Alle soorten speciale media met reliëf, zoals bijvoorbeeld visitekaartjes
2
(20–40 lb. schrijfpapier).
Zie ook:
Ondersteund papier en ondersteunde media op pagina 3-3
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-31
Dubbelzijdig afdrukken
Bindrandopties
Wanneer u het printerstuurprogramma gebruikt om dubbelzijdig afdrukken te selecteren,
kunt u ook de bindrand selecteren. Hiermee bepaalt u hoe de pagina’s worden omgeslagen.
Het uiteindelijke resultaat is afhankelijk van de afdrukstand (staand of liggend) van de
afbeeldingen op de pagina, zoals u kunt zien op de volgende plaatjes.
StaandLiggend
Binden aan zijrand
Over lange zijde
spiegelen
Binden aan bovenrand
Over korte zijde
spiegelen
Binden aan zijrand
Over korte zijde
spiegelen
Binden aan bovenrand
Over lange zijde
spiegelen
Dubbelzijdig afdrukken selecteren
Automatisch dubbelzijdig afdrukken:
1. Plaats papier in de lade:
Lade 1 (MPT)
■Lange zijde eerst: plaats de eerste te bedrukken zijde naar boven gericht, waarbij de
lange zijde als eerste in de printer wordt ingevoerd en de bovenkant van de pagina in
de richting van de voorkant van de printer is geplaatst. De zijde met de gaatjes moet
als eerste in de printer worden ingevoerd.
■Korte zijde eerst: plaats de eerste te bedrukken zijde naar boven gericht, waarbij de
korte zijde als eerste in de printer wordt ingevoerd en de bovenkant van de pagina in
de richting van de linkerkant van de printer is geplaatst. De zijde met de gaatjes moet
zich aan de achterzijde van de printer bevinden.
Laden 2-5
■Lange zijde eerst: plaats de eerste te bedrukken zijde naar beneden gericht,
waarbij de lange zijde in de richting van delinkerkant van de printer is geplaatst en de
bovenkant van het papier naar de voorkant van de lade wijst. De zijde met de gaatjes
wijst naar de linkerkant van de printer.
■Korte zijde eerst: plaats de eerste te bedrukken zijde naar beneden gericht, waarbij
de korte zijde in de richting van de linkerkant van de printer is geplaatst en de
bovenkant van het papier naar de rechterkant van de lade wijst. De zijde met de
gaatjes moet naar de voorkant van de lade wijzen.
2. Selecteer dubbelzijdig afdrukken in het printerstuurprogramma. Waar u deze optie kunt
kiezen is afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-32
Automatisch dubbelzijdig afdrukken selecteren:
BesturingssysteemProcedure
Windows 98 SE1. Kies het tabblad Instelling.
2. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
3. Schakel Binden aan bovenrand in of uit.
Dubbelzijdig afdrukken
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS 9.x1. Selecteer Lay-out in het dialoogvenster Print.
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Selecteer Over lange zijde spiegelen of Over korte zijde spiegelen
bij Dubbelzijdig afdrukken (duplex).
2. Selecteer Druk af op beide zijden.
3. Klik op het pictogram Binden voor de zijde die u wilt binden.
1. Selecteer Duplex in het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Druk af op beide zijden.
3. Klik op het pictogram Binden voor de zijde die u wilt binden.
Zie ook:
Papier plaatsen in lade 1 (MPT) op pagina 3-10
Papier plaatsen in laden 2–5 op pagina 3-18
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-33
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op speciale media
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Afdrukken op transparanten op pagina 3-34
■Afdrukken op enveloppen op pagina 3-37
■Afdrukken op labels op pagina 3-39
■Afdrukken op glanspapier op pagina 3-41
■Afdrukken op aangepast papierformaat op pagina 3-46
Afdrukken op transparanten
U kunt transparanten bedrukken vanuit lade 1 (MPT) en lade 2. Transparanten mogen alleen
op een zijde worden bedrukt.
Gebruik alleen doorzichtige digitale kleurentransparanten van Xerox voor optimaal resultaat.
Zie de Recommended Media List (lijst me aanbevolen media) op www.xerox.com/paper
meer informatie.
voor
Als u papier, transparanten en andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/supplies
.
Voorzichtig: Beschadigingen die het gevolg zijn van het gebruik van niet-toegestane
papiersoorten, transparanten en andere speciale media vallen niet onder de garantie,
serviceovereenkomst of Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox.
De Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de
Verenigde Staten en Canada. Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden
gelden. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Richtlijnen
■Verwijder al het papier voordat u transparanten in de lade plaatst.
■Plaats niet meer dan 50 transparanten tegelijk in lade 1( MPT). Plaats niet meer dan
200 transparanten tegelijk in lade 2. Als u te veel transparanten plaatst, kunnen deze
vastlopen in de printer.
■Houd transparanten met beide handen bij de randen vast om te voorkomen dat er
vingerafdrukken en vouwen ontstaan, waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen.
■Nadat u de transparanten in de lade hebt geplaatst, kunt u het papiertype via het
bedieningspaneel wijzigen in
Xerox-transparanten.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-34
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op transparanten vanuit lade 1 (MPT)
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Plaats de transparanten in de lade. Pas de papiergeleiders aan het formaat van de
transparanten aan.
■Plaats de lange zijde van transparanten zo dat deze als eerste wordt ingevoerd.
■Plaats niet meer dan 50 transparanten tegelijk.
MAX
7760-121
3. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
Xerox-transparanten en druk op OK.
c. Selecteer het formaat van de transparanten en druk op OK.
Opmerking: Sommige formaten kunnen in beide richtingen worden geplaatst. U moet
het formaat met de letters
papier als eerste in de printer moet worden ingevoerd of met de letters
LZE (lange zijde eerst) selecteren als de lange zijde van het
KZE (korte zijde
eerst) als de korte zijde van het papier als eerste moet worden ingevoerd.
4. Selecteer in het printerstuurprogramma Transparant als papiertype en/of Lade 1 (MPT)
als papierbron.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-35
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op transparanten vanuit lade 2
1. Trek lade 2 uit de printer.
7760-023
2. Plaats de transparanten in de lade en pas de papiergeleiders aan het formaat van de
transparanten aan.
7760-122
Opmerking: Plaats geen transparanten boven de vullijn in de lade.
3. Duw de lade helemaal in de printer.
4. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
Xerox-transparanten en druk op OK.
c. Selecteer het formaat van de transparant en druk op OK.
Opmerking: Sommige formaten kunnen in beide richtingen worden geplaatst. U moet
het formaat met de letters
papier zich aan de linkerkant van de lade bevindt of met de letters
LZE (lange zijde eerst) selecteren als de lange zijde van het
KZE (korte zijde eerst)
als de korte zijde van het papier langs de linkerkant van de lade is geplaatst.
5. Selecteer in het printerstuurprogramma Transparant als papiertype en/of Lade 2
als papierbron.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-36
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op enveloppen
Enveloppen kunnen alleen worden bedrukt vanuit lade 1 (MPT).
Zie ook:
Ondersteunde papierformaten en papiergewichten voor lade 1 (MPT) op pagina 3-7
Richtlijnen
■Gebruik alleen de papieren enveloppen die worden opgegeven in de tabel Ondersteunde
papierformaten en papiergewichten. Correct afdrukken op enveloppen is vooral
afhankelijk van de kwaliteit en constructie van de enveloppen. Gebruik enveloppen die
speciaal voor laserprinters zijn gemaakt.
■U wordt aangeraden de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid constant te houden.
■Bewaar ongebruikte enveloppen altijd in hun oorspronkelijke verpakking om te
voorkomen dat ze te droog of te vochtig worden. Als dat toch gebeurt, kan het de
afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden of ertoe leiden dat de enveloppen kreuken.
Als enveloppen te vochtig worden, kunnen ze aan elkaar blijven plakken vóór of
tijdens het afdrukken.
■Gebruik geen gewatteerde enveloppen. Koop enveloppen die plat liggen op een oppervlak.
■Leg een zwaar boek op de enveloppen om eventuele luchtbelletjes uit de enveloppen te
verwijderen voordat u ze in de printer plaatst.
■Als de enveloppen kreuken of in reliëf worden bedrukt, moet u een merk gebruiken dat
speciaal voor laserprinters is gemaakt.
Voorzichtig: Gebruik nooit enveloppen met vensters of metalen klemmen. Deze kunnen de
printer beschadigen. Beschadigingen die het gevolg zijn van het gebruik van niet-ondersteunde
enveloppen vallen niet onder de garantie, serviceovereenkomst of Total Satisfaction Guarantee
(volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox. De Total Satisfaction Guarantee (volletevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de Verenigde Staten en Canada. Buiten de
VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden gelden. Neem voor meer informatie
contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-37
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op enveloppen vanuit lade 1 (MPT)
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Plaats de enveloppen in lade 1 (MPT). Pas de papiergeleiders aan het formaat van de
enveloppen aan.
■Plaats de zijde die moet worden bedrukt naar beneden.
■Plaats de klep naar boven en zorg dat deze als eerste in de printer wordt ingevoerd.
7760-123
3. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
Envelop als papiersoort en druk op OK.
c. Selecteer het juiste formaat envelop. Vervolgens drukt u op OK.
Opmerking: Sommige formaten kunnen in beide richtingen worden geplaatst. U moet
het formaat met de letters
papier als eerste in de printer moet worden ingevoerd of met de letters
LZE (lange zijde eerst) selecteren als de lange zijde van het
KZE (korte zijde
eerst) als de korte zijde van het papier als eerste moet worden ingevoerd.
4. Selecteer in het printerstuurprogramma Lade 1 (MPT) als papierbron en/of Envelop
als papiertype.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-38
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op labels
Labels kunnen alleen worden bedrukt vanuit lade 1 (MPT).
Als u papier, transparanten en andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/supplies
Zie ook:
Ondersteunde papierformaten en papiergewichten voor lade 1 (MPT) op pagina 3-7
Richtlijnen
■Gebruik geen vinyllabels.
■Druk slechts op één zijde van een vel met labels af.
■Gebruik geen vellen waarop labels ontbreken; onvolledige vellen kunnen de
printer beschadigen.
■Bewaar niet-gebruikte labels liggend in de oorspronkelijke verpakking. Laat de vellen met
labels in de oorspronkelijke verpakking totdat u ze gaat gebruiken. Plaats ongebruikte
vellen met labels weer in de oorspronkelijke verpakking en sluit deze goed.
■Bewaar labels niet in zeer droge of vochtige, of extreem warme of koude omgevingen.
Als u ze in extreme omstandigheden bewaart, kunnen er kwaliteitsproblemen of
papierstoringen optreden in de printer.
■Draai de stapel vellen regelmatig om. Als labels erg lang zijn opgeslagen onder extreme
omstandigheden, kunnen ze omkrullen en vastlopen in de printer.
.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-39
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op labels vanuit lade 1 (MPT)
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Plaats de labels in lade 1 (MPT).
■Plaats de vellen met labels zo dat de lange zijde als eerste wordt ingevoerd.
■Plaats de vellen met labels naar beneden.
■Plaats de bovenkant van de pagina in de richting van de voorkant van de printer.
7760-124
3. Pas de papiergeleiders aan het formaat van de vellen aan.
4. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
c. Selecteer het gewenste formaat voor de vellen met labels met de letters
Instellingen wijzigen en druk op OK.
labels als papiertype en druk op OK.
LZE
(lange zijde eerst) en druk op OK.
5. Selecteer in het printerstuurprogramma Lade 1 (MPT) als papierbron en/of Labels
als papiertype.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-40
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op glanspapier
Glanspapier kan binnen de volgende bereiken vanuit willekeurige lade worden bedrukt:
■Dun glanspapier: 120–169 g/m
■Dik glanspapier: 170–220 g/m
2
(50–60 lb. omslagpapier)
2
(65–80 lb. omslagpapier)
Opmerking: Glanspapier kan alleen op een enkele zijde worden bedrukt.
Als u papier, transparanten en andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/supplies.
Richtlijnen
■Open verzegelde pakken glanspapier pas wanneer u de inhoud in de printer wilt plaatsen.
■Laat het glanspapier in de oorspronkelijke verpakking en haal een pak pas uit de doos
wanneer u het wilt gebruiken.
■Verwijder al het overige papier uit de lade voordat u glanspapier plaatst.
■Plaats alleen het aantal vellen glanspapier dat u wilt gebruiken. Laat het glanspapier niet in
de lade zitten als u klaar bent met afdrukken. Plaats ongebruikt glanspapier terug in de
oorspronkelijke verpakking en sluit deze goed.
■Draai de stapel vellen regelmatig om. Als glanspapier erg lang is opgeslagen onder
extreme omstandigheden, kan het gaan omkrullen en vastlopen in de printer.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-41
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op glanspapier vanuit lade 1 (MPT)
1. Open lade 1 (MPT).
7760-027
2. Waaier het glanspapier uit om bladen die aan elkaar geplakt zitten los te maken.
7760-106
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-42
Afdrukken op speciale media
3. Plaats het glanspapier in lade 1.
■Voer de lange zijde eerst in als u papier van Letter- of A4-formaat gebruikt.
■Voer de korte zijde eerst in de printer in als u papier van Tabloid-, Tabloid Extra-,
A3- of SRA3-formaat gebruikt.
■Voor enkelzijdige afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar beneden.
■Voor automatische dubbelzijdige afdrukken plaats u de eerste te bedrukken zijde
naar boven.
MAX
7760-125
Opmerking: Plaats geen glanspapier boven de vullijn voor transparanten in de lade.
Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
4. Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
5. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
Dun glanspapier of Dik glanspapier (voor papier zwaarder dan 170 g/m
2
als papiertype en druk op OK.
c. Selecteer het gewenste papierformaat. Druk vervolgens op OK.
Opmerking: Sommige formaten kunnen in beide richtingen worden geplaatst. U moet
het formaat met de letters
papier als eerste in de printer moet worden ingevoerd of met de letters
LZE (lange zijde eerst) selecteren als de lange zijde van het
KZE (korte zijde
eerst) als de korte zijde van het papier als eerste moet worden ingevoerd.
6. Selecteer in het printerstuurprogramma Dun glanspapier of Dik glanspapier als
papiersoort of Lade 1 (MPT) als papierbron.
)
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-43
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op glanspapier vanuit laden 2-5
1. Trek de lade uit de printer.
7760-110
2. Waaier het papier uit om bladen die aan elkaar geplakt zitten los te maken.
7760-106
3. Plaats het glanspapier met de lange zijde langs de linkerkant van de lade.
■Voor enkelzijdige afdrukken plaatst u de te bedrukken zijde naar boven.
■Voor automatische dubbelzijdige afdrukken plaats u de eerste te bedrukken zijde
naar beneden.
X
MA
7760-112
Opmerking: Plaats geen glanspapier boven de vullijn voor transparanten in de lade.
Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
4. Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-44
Afdrukken op speciale media
5. Duw de lade helemaal terug in de printer.
7760-023
6. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
b. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
Dun glanspapier of Dik glanspapier (voor papier zwaarder dan 170 g/m
2
als papiertype en druk op OK.
c. Als u glanspapier in lade 2 hebt geplaatst, selecteert u het juiste papierformaat en
drukt u op OK.
)
Opmerking: Voor bepaalde formaten die in beide richtingen kunnen worden geplaatst,
moet u het formaat selecteren met de letters
LZE (lange zijde eerst), omdat u de lange zijde
van het papier langs de linkerkant van de lade hebt geplaatst.
7. Selecteer in het printerstuurprogramma Dun glanspapier of Dik glanspapier als
papiersoort of de van toepassing zijnde lade als papierbron.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-45
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op aangepast papierformaat
Afgezien van de grote verscheidenheid aan standaardpapierformaten waarop u kunt
afdrukken, kunt u ook op papier van aangepast formaat afdrukken dat binnen de
volgende afmetingen valt.
Lade 1 (MPT)Lade 2
Korte zijde100–305 mm (3,95–12,00 inch)140–297 mm (5,5–11,70 inch)
Lange zijde140–1200 mm (5,5–47,25 inch)182–432 mm (7,15–17,00 inch)
Afdrukken op aangepast papierformaat vanuit lade 1 (MPT)
1. Open lade 1 (MPT).
7760-166
Lange zijde eerstKorte zijde eerst
7760-167
2. Plaats het papier van aangepast formaat in lade 1 (MPT) en pas de papiergeleiders aan het
formaat van het papier aan.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-46
Afdrukken op speciale media
3. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Selecteer
Nieuw aangepast formaat en druk op OK.
d. Als de lengte die voor de korte zijde van het papier wordt weergegeven correct is,
drukt u op OK. Als dit niet het geval is: selecteer
Wijzigen, druk op OK en gebruik de
pijltoets Omhoog of de pijltoets Omlaag om naar de juiste lengte te gaan. Druk
vervolgens op OK.
e. Als de lengte die voor de lange zijde van het papier wordt weergegeven correct is,
drukt u op OK. Als dit niet het geval is: selecteer
Wijzigen, druk op OK en gebruik de
pijltoets Omhoog of de pijltoets Omlaag om naar de juiste lengte te gaan. Druk
vervolgens op OK.
f.Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd de afdrukstand op te geven, selecteert
u
Lange Zijde Eerst als de lange zijde als eerste in de printer moet worden ingevoerd
Korte Zijde Eerst als de korte zijde als eerste in de printer moet worden ingevoerd.
of
4. Selecteer in het printerstuurprogramma Lade 1 (MPT) als papierbron.
Afdrukken op papier van aangepast formaat vanuit lade 2
1. Open lade 2.
7760-164
Lange zijde eerstKorte zijde eerst
2. Plaats het papier van aangepast formaat in lade 2 en pas de papiergeleiders aan het formaat
van het papier aan.
7760-165
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-47
Afdrukken op speciale media
3. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd om het papiersoort en het papierformaat in
de lade te bevestigen:
a. Selecteer
Instellingen wijzigen en druk op OK.
b. Selecteer het gewenste papiertype. Druk vervolgens op OK.
c. Selecteer
Nieuw aangepast formaat en druk op OK.
d. Als de lengte die voor de korte zijde van het papier wordt weergegeven correct is,
drukt u op OK. Als dit niet het geval is: selecteer
Wijzigen, druk op OK en gebruik de
pijltoets Omhoog of de pijltoets Omlaag om naar de juiste lengte te gaan. Druk
vervolgens op OK.
e. Als de lengte die voor de lange zijde van het papier wordt weergegeven correct is,
drukt u op OK. Als dit niet het geval is: selecteer
Wijzigen, druk op OK en gebruik de
pijltoets Omhoog of de pijltoets Omlaag om naar de juiste lengte te gaan. Druk
vervolgens op OK.
f.Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd de afdrukstand op te geven, selecteert
u
Lange Zijde Eerst als de lange zijde als eerste in de printer moet worden ingevoerd
Korte Zijde Eerst als de korte zijde als eerste in de printer moet worden ingevoerd.
of
4. Selecteer in het printerstuurprogramma Lade 2 als de papierbron.
Afdrukken op aangepast papierformaat voor lade 2 uitschakelen
Opmerking: Als u geen papier van aangepast formaat meer gebruikt in lade 2, selecteert u
Automatisch gevonden als papierformaat wanneer u papier van standaardformaat plaatst.
De printer bepaalt vervolgens het formaat van het papier in de lade met behulp van de
geleiders die zich in de lade bevinden.
Op het bedieningspaneel:
1. Selecteer
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer
5. Selecteer
aangepast aan de afstand tussen de papiergeleiders van de lade.
Printerinstellingen en druk op OK.
Instellingen papierverwerking en druk op OK.
Lade 2 instellen en druk op OK.
Wijzigen en druk op OK.
Automatisch gevonden en druk op OK. Het papierformaat wordt automatisch
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-48
Uitvoeropties selecteren
Uitvoeropties selecteren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Afdrukken offset (trapsgewijs) uitvoeren op pagina 3-50
■Afdrukken nieten op pagina 3-51
■De perforator gebruiken op pagina 3-52
Uitvoerladen
De printer is voorzien van een uitvoerlade boven op de printer. Als er een afwerkeenheid is
geïnstalleerd, zijn de volgende uitvoeropties beschikbaar:
■Bovenste uitvoerlade (horizontaal transport)
■Bovenste uitvoerlade van afwerkeenheid
■Uitvoerlade van stapeleenheid van afwerkeenheid
■Uitvoerlade van brochuremodule van afwerkeenheid
Opmerking: Als u in het stuurprogramma nieten of perforeren selecteert, gaan de afdrukken
automatisch naar een uitvoerlade van de afwerkeenheid.
Een uitvoerlade selecteren in het printerstuurprogramma
Een uitvoerlade selecteren voor een specifieke afdruktaak:
BesturingssysteemProcedure
Windows98SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
Mac OS 9 of
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
Zie ook:
Afdrukken nieten op pagina 3-51
De perforator gebruiken op pagina 3-52
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de vervolgkeuzelijst
Papierbestemming.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2. Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de vervolgkeuzelijst
Papierbestemming.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-49
Uitvoeropties selecteren
Afdrukken offset (trapsgewijs) uitvoeren
Als u uw afdruktaken naar de bovenste uitvoerlade of de uitvoerlade van de stapeleenheid van
de afwerkeenheid verzendt, kunnen de kopieën of de taken offset (trapsgewijs) in de lade
worden afgeleverd. Als u ervoor kiest de afdrukken offset uit te laten voeren, worden de
pagina's in de uitvoerlade per taak of per kopie van een gesorteerde set verschoven.
Opmerking: Als er een afwerkeenheid is geïnstalleerd, worden de afdrukken in de bovenste
uitvoerlade niet meer offset (trapsgewijs) afgeleverd.
Offset (trapsgewijs) afdrukken selecteren in het printerstuurprogramma
Offset (trapsgewijs) uitvoeren selecteren voor een specifieke afdruktaak:
BesturingssysteemProcedure
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
Mac OS 9 of
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Selecteer het tabblad Indeling.
2. Klik op de knop Geavanceerd.
3. Stel Offset gesorteerde sets in op Aan.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2. Klik op het selectievakje Offset gesorteerde sets om dit in
te schakelen.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-50
Uitvoeropties selecteren
Afdrukken nieten
Als uw printer van een afwerkeenheid is voorzien, kunt u ervoor zorgen dat de printer nietjes
2
plaatst in sets van maximaal 50 vellen van 75 g/m
Als uw printer voorzien is van een afwerkeenheid met brochuremodule, kunt u ervoor zorgen
dat de printer zadelnieten plaatst in sets van maximaal 15 vellen en/of deze sets vouwt om
brochures te maken. Ook kan de printer dan maximaal 5 vellen zonder nieten vouwen.
Volg onderstaande richtlijnen bij het nieten van papier:
■Om geniet te kunnen worden, mogen de vellen papier een breedte hebben van
203–297 mm (8–11,7 inch) en een hoogte van 182–432 mm (7,2–17 inch).
■Extra dik karton, glanspapier, transparanten, labels en enveloppen worden niet geniet.
■Om gebruik te kunnen maken van de brochuremodule moet het papier van formaat Letter
(korte zijde eerst) zijn, US Folio, Legal, Tabloid, A4 (korte zijde eerst), A3 of B4 JIS.
Nietopties
In het printerstuurprogramma kunt u de volgende nietopties selecteren:
■Geen (standaard): de afdrukken worden niet geniet.
■Vo or : er wordt één nietje aangebracht in elke set kopieën. (In het geval van
papier in staande richting dat met de lange zijde eerst is ingevoerd, wordt de
linkerbovenhoek geniet.)
■Achter: er wordt één nietje aangebracht in elke set kopieën. (In het geval van
papier in staande richting dat met de lange zijde eerst is ingevoerd, wordt de
linkeronderhoek geniet.)
■Dubbel: er worden twee nietjes aangebracht in elke set kopieën. (In het geval
van papier in staande richting dat met de lange zijde eerst is ingevoerd, wordt de
linkerhoek geniet.)
■Viervoudig: er worden vier nietjes aangebracht in elke set kopieën. (In het geval
van papier in staande richting dat met de lange zijde eerst is ingevoerd, wordt de
linkerhoek geniet.)
■Zadel: er worden twee nietjes aangebracht op de middellijn van elke set kopieën.
Vervolgens wordt elke set langs de middellijn gevouwen en verzonden naar de
onderste lade van de afwerkeenheid.
■Vouwen (geen nietjes): elke set wordt langs de middellijn gevouwen en verzonden
naar de onderste lade van de afwerkeenheid.
(20 lb. schrijfpapier).
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Plaats van de nietjes
In de voorbeeldafbeelding van het printerstuurprogramma kunt u zien waar de nietjes zich
bevinden. De positie van de nietjes kan variëren afhankelijk van de afdrukstand van de pagina
en de papierinvoerrichting (lange zijde eerst of korte zijde eerst).
Zie ook:
Papier plaatsen op pagina 3-10
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-51
Nieten selecteren in het printerstuurprogramma
Een nietoptie selecteren voor een specifieke afdruktaak:
BesturingssysteemProcedure
Uitvoeropties selecteren
Windows98SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
Mac OS 9 of
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Selecteer de gewenste nietoptie in de vervolgkeuzelijst Nieten.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2. Selecteer de gewenste nietoptie.
De perforator gebruiken
Als uw printer van een afwerkeenheid is voorzien, kunt u de printer gaatjes laten aanbrengen
in de afdrukken. De afwerkeenheid kan 3 gaatjes aanbrengen of 2 tot 4.
Opmerking: Perforeren is niet beschikbaar bij het afdrukken van brochures.
Volg de volgende richtlijnen bij het selecteren van de perforeeropties:
■De rand van het te perforeren papier moet 257 mm (10,12 inch), 267 mm (10,5 inch),
270 mm (10,63 inch), 279 (11 inch) of 297 mm (11.7 inch) lang zijn.
■Dik karton, extra dik karton, dik glanspapier, transparanten, labels en enveloppen worden
niet geperforeerd.
■Als u Viervoudig selecteert bij Nieten en 4 gaatjes bij Perforeren, wordt het papier niet
van gaatjes voorzien.
Perforeeropties
■Geen (standaard): de afdrukken worden niet geperforeerd.
■2 gaatjes: er worden 2 gaatjes geperforeerd die 80 mm (3,15 inch) van elkaar liggen.
■3 gaatjes: er worden 3 gaatjes geperforeerd die 108 mm (4,25 inch) van elkaar liggen.
■4 gaatjes: er worden 4 gaatjes geperforeerd die 80 mm (3,15 inch) van elkaar liggen.
Plaats van de gaatjes
In de voorbeeldafbeelding van het printerstuurprogramma kunt u zien waar de gaatjes zich
bevinden. De positie van de gaatjes kan variëren afhankelijk van de afdrukstand van de pagina
en de papierinvoerrichting (lange zijde eerst of korte zijde eerst).
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-52
Perforeren selecteren in het printerstuurprogramma
Een perforeeroptie selecteren voor een specifieke afdruktaak:
BesturingssysteemProcedure
Uitvoeropties selecteren
Windows 98 SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
Mac OS 9 of
Mac OS X, Versie 10.2
en hoger
1. Kies het tabblad Uitvoeropties.
2. Selecteer het aantal gaatjes in de vervolgkeuzelijst Perforeren.
3. Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de
vervolgkeuzelijst Papierbestemming.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2. Selecteer het aantal gaatjes via Perforeren.
3. Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de
vervolgkeuzelijst Papierbestemming.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-53
.
Afdrukkwaliteit
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
■De kwaliteit van de afdrukken controleren op pagina 4-2
■Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 4-5
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-1
De kwaliteit van de afdrukken controleren
De kwaliteit van de afdrukken controleren
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
■Een afdrukkwaliteitmodus selecteren op pagina 4-2
■Kleur aanpassen op pagina 4-3
Zie ook:
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Een afdrukkwaliteitmodus selecteren
De afdrukkwaliteitsmodus en TekColor Correction hebben een directe invloed op de kwaliteit
van uw afdrukken. De afdrukkwaliteitsmodus en de papiersoort hebben een directe invloed
op de afdruksnelheid. U kunt deze instellingen wijzigen in het printerstuurprogramma of op
het bedieningspaneel.
Opmerking: De instellingen van het stuurprogramma vervangen de instellingen van
het bedieningspaneel.
In de volgende tabel vindt u de verschillende afdrukkwaliteitmodi:
AfdrukkwaliteitmodusType afdruktaak
StandaardAlgemene modus voor het maken van scherpe, heldere
kleurenafdrukken op hoge snelheid. Aanbevolen voor de meeste
kantoortoepassingen en snelle afdrukken.
UitgebreidModus voor hoge kwaliteit voor fijne lijnen en scherpe tekst.
FotoModus met de hoogste kwaliteit voor vloeiende kleurovergangen.
Aanbevolen voor het afdrukken van foto's en bij het gebruikmaken van
grafische toepassingen, waarbij het resultaat moet lijken op dat van een
drukpers.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-2
De kwaliteit van de afdrukken controleren
De afdrukkwaliteitmodus selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 98 SE 1. Kies het tabblad Pagina-instelling.
2. Selecteer een afdrukkwaliteitmodus.
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS 9.x1. Klik op Algemeen in het dialoogvenster Print.
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Kies het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Selecteer een afdrukkwaliteitmodus.
2. Selecteer de afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer de gewenste modus voor Kwaliteit.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
2. Selecteer een afdrukkwaliteitmodus in de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
Kleur aanpassen
De opties van TekColor Correction bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten.
Automatisch is de standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Raadpleeg de
volgende tabel om te bepalen welke optie u wilt gebruiken.
TekColor CorrectionBeschrijving
AutomatischPast de beste kleurcorrectie toe op elk grafisch
element: tekst, afbeeldingen en foto's.
KantoorkleursRGB-weergaveBenadert de kleuren op een CRT-computerscherm.
sRGB levendigProduceert helderdere, meer verzadigde kleuren dan
sRGB-weergave.
LCD-schermBenadert de kleuren op een LCD-computerscherm.
Aangepaste
kleuren
Gebruikt een aangepaste RGB-kleurcorrectie die voor
uw printer is ontwikkeld met PhaserMatch-software.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-3
De kwaliteit van de afdrukken controleren
TekColor CorrectionBeschrijving
Komt overeen met
drukpers
GeenPast geen kleurcorrectie toe. Gebruik dit bij andere
Zwart-witHiermee converteert u alle kleuren naar grijstinten.
SWOP-afdrukKomt overeen met Specifications for Web Offset
Publications (specificaties voor weboffsetpublicaties)
EuroscaleKomt overeen met de specificatie voor FOGRA
glanzend papier.
CommercieelBenadert de Amerikaanse doelwaarde voor
commerciële afdrukken.
SNAP-afdrukKomt overeen met de specificaties voor de productie
van krantenadvertenties.
Japan ColorKomt overeen met de Japan Color 2001-specificaties.
ISO gecoatKomt overeen met de FOGRA 27L-specificaties.
ISO ongecoatKomt overeen met de FOGRA 29L-specificaties.
Aangepaste
kleuren
Gebruikt een aangepaste CMYK-kleurcorrectie
die voor uw printer is ontwikkeld met
PhaserMatch-software.
kleurbeheerhulpmiddelen zoals ICC-profielen
(International Color Consortium), ColorSync of de
PA NTO NE
®
-kleurenkaart voor uw printer.
Instelling van
bedieningspaneel
van printer
gebruiken
Gebruik de kleurcorrectie die is ingesteld in de printer.
De kleurcorrectie kan worden ingesteld in de printer
met behulp van het bedieningspaneel of met de
CentreWare-software (indien beschikbaar).
De kleurcorrectie selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
BesturingssysteemProcedure
Windows 98 SE,
Windows 2000,
Windows XP of
Windows Server 2003
Mac OS 9.x1. Selecteer Algemeen in het dialoogvenster Print.
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
1. Selecteer het tabblad TekCol or.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie. Sommige opties voor
kleurcorrectie zijn gegroepeerd onder Kantoorkleur of
Komt overeen met drukpers.
2. Selecteer TekColor in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer de gewenste kleurcorrectie voor Kleur.
1. In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst de
optie Afdrukkwaliteit.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie in de vervolgkeuzelijst
Kleurcorrectie.
Zie ook:
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-4
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■Lichte strepen of stroken in één kleur op pagina 4-6
■Donkere lijnen, vegen of strepen door alle kleuren op pagina 4-7
■Terugkerende fouten op pagina 4-8
■Kleuren niet goed uitgelijnd op pagina 4-9
■Onvolledige fusing op pagina 4-10
■Beeld op afdruk verschoven op pagina 4-11
■Effen opvulllingen zijn vlekkerig, zwart lijkt blauw op pagina 4-12
■Slechte afdrukkwaliteit bij afdrukken van transparanten op pagina 4-13
■Alle kleuren te licht of te donker op pagina 4-14
■Grijswaarden niet neutraal op pagina 4-14
■Kleurvariaties tussen computers op pagina 4-15
■Afwijkende kleuren op pagina 4-15
■Afgedrukte kleuren wijken af van kleuren op monitor op pagina 4-16
■Afwijkende PANTONE-kleuren op pagina 4-16
■Kleurinstellingen genegeerd op pagina 4-16
■Afdrukgebied niet gecentreerd op papier op pagina 4-17
Zie ook:
de Knowledge Base op www.xerox.com/office/7760support
de Handleiding voor geavanceerde functies op www.xerox.com/office/7760support
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-5
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Lichte strepen of stroken in één kleur
Probleem
Er verschijnen dunne, lichte of witte lijnen in één kleur.
Oplossing
1. Open de voorklep.
2. Verwijder de afvalcassette.
3. Maak het laservenster van de betreffende kleur schoon met het speciale
schoonmaakstaafje. Zie Het laservenster reinigen op pagina 5-3.
Opmerking: Het schoonmaakstaafje vindt u aan de binnenkant van de voorklep.
Duw het staafje naar binnen tot het pijltje op één lijn is met de voorkant van de printer.
4. Plaats de afvalcassette terug in de printer.
5. Als het probleem blijft bestaan nadat u het laservenster hebt schoongemaakt, moet u de
beeldeenheid voor de betreffende kleur vervangen.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-6
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Donkere lijnen, vegen of strepen door alle kleuren
Probleem
Er verschijnen donkere of lichte vlekken op de pagina in alle kleuren en/of in gebieden die
niet zijn afgedrukt.
Oplossing
1. Controleer of u het juiste type papier gebruikt voor de printer. Zie Ondersteund papier en
ondersteunde media op pagina 3-3.
2. Controleer of het papier goed in de lade is geplaatst en of het juiste papiertype is
geselecteerd in het menu
Instellingen papierlade. Zie Papier plaatsen op pagina 3-10.
Als het probleem zich blijft voordoen, moet u de inktvegen van de toner als volgt verwijderen:
1. Selecteer op het bedieningspaneel achtereenvolgens
met de afdrukkwaliteit
en Inktvegen verwijderen.
Problemen oplossen, Problemen
Er worden meerdere schoonmaakpagina's afgedrukt.
2. Herhaal stap 1 totdat er geen toner meer zichtbaar is op de pagina's.
Als het probleem niet wordt verholpen door de inktvegen te verwijderen, volgt u deze stappen.
1. Selecteer op het bedieningspaneel achtereenvolgens
met de afdrukkwaliteit
en pagina Terugkerende fouten.
Problemen oplossen, Problemen
Op de pagina Terugkerende fouten worden instructies afgedrukt om vast te kunnen stellen
welke eenheden defect zijn.
2. Vervang de artikelen die op de pagina Terugkerende fouten worden aangegeven om het
probleem te verhelpen.
Als het probleem aanhoudt, vervangt u de bandreiniger of de accumulatorband.
Opmerking: Als u de transportroller hebt vervangen, selecteert u op het bedieningspaneel
achtereenvolgens
opnieuw instellen
Gegevens, Informatie verbruiksartikelen en Levensduur transportroller
.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-7
Terugkerende fouten
Probleem
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Er verschijnen vlekken of lijnen op
regelmatige afstanden van elkaar op de
pagina in de richting waarmee het papier
door de printer wordt gevoerd. De fouten
komen voor in slechts één kleur.
Er verschijnen vlekken of lijnen op regelmatige
afstanden van elkaar op de pagina in de richting
waarmee het papier door de printer wordt
gevoerd. De fouten komen voor in alle kleuren
en/of in gebieden die niet zijn afgedrukt.
Oplossing
Druk de pagina Terugkerende fouten af om de instructies om het probleem op te lossen te
bekijken. De pagina Terugkerende fouten afdrukken:
1. Op het bedieningspaneel selecteert u
2. Selecteer
3. Selecteer
Problemen met de afdrukkwaliteit en druk op OK.
Terugkerende fouten en druk vervolgens op OK.
De pagina Terugkerende fouten wordt afgedrukt.
4. Volg de instructies op de pagina om de afstand tussen de fouten te meten en te bekijken
waardoor de fouten worden veroorzaakt.
5. Vervang het artikel waardoor de fouten worden veroorzaakt.
Problemen oplossen. Vervolgens drukt u op OK.
Opmerking: Als u de transportroller hebt vervangen, selecteert u op het bedieningspaneel
achtereenvolgens
opnieuw instellen
bedieningspaneel achtereenvolgens
Levensduur accumulatorband opnieuw instellen.
Gegevens, Informatie verbruiksartikelen en Levensduur transportroller
. Als u de accumulatorband hebt vervangen, selecteert u op het
Problemen oplossen, Servicehulpmiddelen en
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-8
Kleuren niet goed uitgelijnd
Probleem
De kleuren zijn buiten het aangegeven gebied terechtgekomen of
worden over een andere kleur afgedrukt.
Oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
1. Open en sluit de voorklep. Bij de volgende afdruk wordt er automatisch een
registratiekalibratie uitgevoerd door de printer.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-9
Onvolledige fusing
Probleem
Toner lijkt te ontbreken op de afdruk of kan eenvoudig worden verwijderd.
Oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
1. Controleer of u het juiste type papier gebruikt voor de printer. Zie Ondersteund papier en
ondersteunde media op pagina 3-3.
2. Controleer of het papier goed in de lade is geplaatst en of het juiste papiertype is
geselecteerd in het menu
Instellingen papierlade. Zie Papier plaatsen op pagina 3-10.
Als het probleem zich blijft voordoen:
1. Verricht een van de volgende handelingen:
■Lade 1 (MPT): verwijder het papier en plaats het terug.
■Laden 2-5: open en sluit de geselecteerde papierlade. U wordt via het
bedieningspaneel gevraagd de geplaatste papiersoort te bevestigen of te wijzigen.
2. Selecteer
Wijzigen op het bedieningspaneel en druk op OK. Verricht vervolgens een van
de volgende handelingen:
■Selecteer de juiste papiersoort en druk op OK.
■Selecteer de eerstvolgende soort zwaarder papier en druk op OK.
Opmerking: U kunt de volgende papiersoorten selecteren (van licht naar zwaar): Normaal
papier, Zwaar normaal papier, Dun karton, Dik karton en Extra dik karton.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-10
Beeld op afdruk verschoven
Probleem
Toner lijkt van de pagina te zijn weggenomen en komt terecht op 84 mm (3,3 inch)
afstand van de oorspronkelijk geplande plek op de pagina.
Oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
1. Controleer of u het juiste type papier gebruikt voor de printer. Zie Ondersteund papier en
ondersteunde media op pagina 3-3.
2. Controleer of het papier goed in de lade is geplaatst en of het juiste papiertype is
geselecteerd in het menu
Instellingen papierlade. Zie Papier plaatsen op pagina 3-10.
Als het probleem zich blijft voordoen:
1. Verricht een van de volgende handelingen:
■Lade 1 (MPT): verwijder het papier en plaats het terug.
■Laden 2-5: open en sluit de geselecteerde papierlade. U wordt via het
bedieningspaneel gevraagd de geplaatste papiersoort te bevestigen of te wijzigen.
2. Selecteer
Wijzigen op het bedieningspaneel en druk op OK. Verricht vervolgens een van
de volgende handelingen:
■Selecteer de juiste papiersoort en druk op OK.
■Selecteer de eerstvolgende soort lichter papier en druk op OK.
Opmerking: U kunt de volgende papiersoorten selecteren (van zwaar naar licht): Extra dik
karton, Dik karton, Dun karton, Zwaar normaal papier en Normaal papier.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-11
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Effen opvulllingen zijn vlekkerig, zwart lijkt blauw
Probleem
Oplossing
1. Controleer of u het juiste type papier gebruikt voor de printer. Zie Ondersteund papier en
ondersteunde media op pagina 3-3.
2. Controleer of het papier goed in de lade is geplaatst en of het juiste papiertype is
geselecteerd in het menu
Instellingen papierlade. Zie Papier plaatsen op pagina 3-10.
Als het probleem zich blijft voordoen, zorgt u dat u de juiste tonerinstelling gebruikt voor het
papiertype dat u gebruikt:
1. Plaats papier in lade 1 (MPT). U wordt via het bedieningspaneel gevraagd de geplaatste
papiersoort te wijzigen.
2. Op het bedieningspaneel doet u het volgende:
■Druk op de knop OK om de papiersoort te bevestigen. Ga door naar stap 3.
■Neem de volgende stappen:
a. Selecteer
Wijzigen om de papiersoort te wijzigen en druk op OK.
b. Ga naar de juiste papiersoort en druk op OK.
c. Ga naar het juiste papierformaat en druk op OK.
d. Ga door naar stap 3.
3. Selecteer achtereenvolgens
kalibreren
en Pagina's voor papier kalibreren.
Printerinstellingen, Kalibratie-instellingen, Voor papier
4. Volg de instructies op de pagina's Voor papier kalibreren om de tonerinstelling
aan te passen.
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
4-12
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.