zaken van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege
is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de
software en dat in het beeldvenster wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud
van de schermen, enzovoort.
®
Xerox
en alle Xerox-producten die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken
van Xerox Corporation. Producten en handelsmerken van andere bedrijven worden ook erkend.
De informatie in dit document was correct op het moment van publicatie. De informatie in dit
document kan zonder enige voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Wijzigingen en
technische updates zullen worden opgenomen in volgende uitgaven van de documentatie.
Ga naar www.xerox.com
voor de meest recente informatie.
Producten onderworpen aan normale exportregelingen
De export van dit product is strikt beperkt volgens de wetten inzake ruil en handel met het
buitenland van Japan en/of de exportregelingen van de Verenigde Staten. Indien u dit product
wilt exporteren, dient u de betreffende exportlicentie te verkrijgen van de Japanse overheid of
instantie en/of her-exporttoestemming van de Amerikaanse overheid of instantie.
Producten onderworpen aan aanvullende exportregelingen
De export van dit product is strikt beperkt volgens de wetten inzake ruil en handel met het
buitenland van Japan en/of de exportregelingen van de Verenigde Staten. Indien u weet dat dit
product zal worden gebruikt of werd gebruikt voor de ontwikkeling, productie of gebruik van
massavernietigingswapens, waaronder kernwapens, chemische wapens of biologische
wapens vanwege een handelsdocument zoals een rechtsgeldig contract of informatie van de
importeur, dient u de betreffende exportlicentie te verkrijgen van de Japanse overheid of
betreffende instantie en/of her-exporttoestemming van de Amerikaanse overheid of betreffende
instantie.
Page 3
Inhoudsopgave
1Alvorens het apparaat te gebruiken .....................................................1
Xerox Welcome Centre ............................................................................1
Welkom bij de Xerox-familie van WorkCentre-producten.
Deze Handleiding voor de gebruiker bevat gedetailleerde informatie en beschrijft
procedures voor gebruik van alle toepassingen van het apparaat.
Xerox Welcome Centre
Indien u tijdens of na de installatie van het product hulp nodig heeft, kunt u op de
website van Xerox terecht voor online oplossingen en ondersteuning.
http://www.xerox.com/support
Indien u nog meer hulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met onze experts van het
Xerox Welcome Centre. U heeft tijdens de installatie van het product waarschijnlijk het
telefoonnummer van een plaatselijke vertegenwoordiger ontvangen. U kunt dit
telefoonnummer in de ruimte hieronder noteren.
Telefoonnummer Xerox Welcome Centre of plaatselijke vertegenwoordiger:
#
Nederland:020 6563620
België:02 7131 453
Serienummer
Wanneer u contact opneemt met het Xerox Welcome Centre, heeft u het serienummer
van het apparaat nodig. Dit nummer staat aan de linkerkant van het apparaat achter
klep A, zoals in het schema aangegeven.
U kunt het serienummer in de onderstaande ruimte noteren.
Serienummer:
Noteer de foutberichten. Deze informatie helpt ons problemen sneller op te lossen.
1
Page 10
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Op het aanraakscherm weergegeven taal
De op het aanraakscherm weergegeven taal kan op de volgende twee manieren
worden gewijzigd:
•Om de taal tijdelijk te wijzigen, drukt u op de toets <Taal> op het bedieningspaneel
en selecteert u vervolgens de gewenste taal.
OPMERKING: De taal wordt weer teruggezet op de standaardtaal wanneer u het
apparaat opnieuw opstart.
•Als u de standaardtaal wilt wijzigen, opent u de mode Systeembeheer, drukt u op de
toets <Apparaatstatus> en selecteert u [Hulpprogramma's] > [Systeeminstellingen]
> [Gemeenschappelijke functie-instellingen] > [Instellingen scherm/toets] >
[Standaardtaal]. Selecteer in het scherm [Standaardtaal] de gewenste taal als
standaardtaal. Raadpleeg de System Administration Guide (alleen Engels) voor
meer informatie.
Conventies
Richting
In dit hoofdstuk worden de conventies beschreven die in deze hele Handleiding voor
de gebruiker worden gehanteerd. In deze handleiding wordt een aantal termen met
dezelfde betekenis door elkaar gebruikt:
•Papier is synoniem met afdrukmateriaal.
•Document is synoniem met origineel.
•Xerox WorkCentre 5222/5225/5225A/5230/5230A is synoniem met het apparaat.
Met "richting" wordt de stand bedoeld waarin de beelden op de pagina worden gezet.
Wanneer het beeld rechtop staat, kan het papier (of ander afdrukmateriaal) met de
korte kant of met de lange kant eerst worden ingevoerd.
Lange kant eerst (LKE)
Wanneer documenten met de lange kant eerst in de AOD worden geplaatst, dan
betekent dit dat een van de lange randen naar de AOD is gericht, terwijl de korte
randen naar de voor- en achterkant van de AOD zijn gericht. Wanneer u papier met de
lange kant eerst in een papierlade legt, plaatst u het papier met een van de lange
kanten naar de linkerkant en een van de korte kanten naar de voorkant van de lade.
Korte kant eerst (KKE)
Wanneer documenten met de korte kant eerst in de AOD worden geplaatst, dan
betekent dit dat een van de korte randen naar de AOD is gericht, terwijl de lange
randen naar de voor- en achterkant van de AOD zijn gericht. Wanneer u papier met de
korte kant eerst in een papierlade legt, plaatst u het papier met een van de korte kanten
naar de linkerkant en een van de lange kanten naar de voorkant van de lade.
Richting LKE
Papierinvoerrichting
2
Richting KKE
Papierinvoerrichting
Page 11
Tekst tussen [vierkante haken]
Geeft de namen van de schermen, tabbladen, toetsen, toepassingen en opties aan.
Vierkante haken worden ook gebruikt om naar bestands- en mapnamen op een pc te
verwijzen.
Bijvoorbeeld:
•Selecteer [Origineelsoort] op het scherm [Afdrukkwaliteit].
•Selecteer [Opslaan].
Tekst tussen <punthaken>
Geeft de namen van harde toetsen, cijfer- of symbooltoetsen, lampjes op het
bedieningspaneel of symbolen op het aan/uit-schakelaaretiket aan.
Bijvoorbeeld:
•Druk op de toets <Apparaatstatus> om het scherm [Apparaatinformatie] op te
roepen.
•Druk op de toets <C> op het bedieningspaneel om de tijdelijk gestopte opdracht te
wissen.
Conventies
Cursief
Cursief wordt gebruikt om verwijzingen naar andere delen en hoofdstukken aan te
geven.
Bijvoorbeeld:
•Voor meer informatie, raadpleeg 2-zijdig kopiëren op pagina 47.
•Papierinvoer – pagina 45
Waarschuwingen
Na het kopje Waarschuwing volgen opmerkingen die waarschuwen voor mogelijk
lichamelijk letsel.
Bijvoorbeeld:
WAARSCHUWING: Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen.
Reinigingsmiddelen in spuitbussen kunnen explosief of ontvlambaar zijn
wanneer ze op elektromechanische apparatuur worden gebruikt.
Trek de stekker uit het stopcontact alvorens dit product te reinigen.
Gebruik altijd materialen die bedoeld zijn voor dit product. Het gebruik van
andere materialen kan leiden tot slechte prestaties en kan gevaarlijke situaties
opleveren.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact alvorens te reinigen.
Opmerkingen
Na het kopje Opmerking volgen opmerkingen die extra informatie verschaffen.
Bijvoorbeeld:
OPMERKING: Als de AOD niet is geïnstalleerd, is deze toepassing niet beschikbaar.
3
Page 12
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Overige informatiebronnen
De volgende informatiebronnen zijn beschikbaar voor het apparaat:
Handleiding voor de gebruiker
Deze handleiding is bedoeld voor algemene gebruikers en beschrijft hoe de
toepassingen van het apparaat, zoals kopiëren, scannen en faxen, moeten worden
gebruikt.
System Administration Guide (alleen Engels)
Deze handleiding is bedoeld voor de systeembeheerder en biedt informatie over
ondersteund papier, tips voor het oplossen van problemen, het configureren van
netwerk- en beveiligingsinstellingen en het vervangen van verbruiksartikelen.
Handleiding Snelle netwerkconfiguratie
Deze handleiding is bedoeld voor de systeembeheerder en biedt procedures voor het
instellen van TCP/IP.
Beknopte handleiding voor de gebruiker
Deze handleiding is bedoeld voor algemene gebruikers en de systeembeheerder en
beschrijft hoe bepaalde handige toepassingen van het apparaat moeten worden
gebruikt en hoe tonercassettes en afdrukmodules moeten worden vervangen.
Handleiding Snelle configuratie scanfuncties
Deze handleiding is bedoeld voor de systeembeheerder en beschrijft de
scanconfiguratie.
OPMERKING: De schermen die in deze handleidingen worden getoond, gelden voor
een volledig geconfigureerd apparaat en zijn dus mogelijk niet van toepassing op uw
configuratie.
Waarschuwingen en beperkingen
In dit deel worden de waarschuwingen en beperkingen beschreven die u in acht dient
te nemen bij het gebruik van dit apparaat.
•Wanneer u het apparaat verplaatst, dient u het in het midden vast te houden, en niet
bij het bedieningspaneel of de AOD. Als u grote druk uitoefent op de AOD, kan dit
leiden tot apparaatstoringen.
Veiligheidsinformatie
Lees onderstaande instructies aandachtig door voordat u met het apparaat gaat
werken en raadpleeg deze, indien nodig, opnieuw zodat het apparaat altijd op een
veilige manier wordt gebruikt.
Het Xerox-product en de verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan
strenge veiligheidseisen. Deze omvatten onder meer de evaluatie en certificering van
veiligheidsinstanties en het voldoen aan elektromagnetische regelgeving en geldende
milieunormen.
4
Page 13
De veiligheids- en milieutests en de prestaties van dit product zijn uitsluitend
geverifieerd met Xerox-materialen.
WAARSCHUWING: Ongeoorloofde wijzigingen, zoals het toevoegen van nieuwe
functies of de aansluiting van randapparaten, kunnen van invloed zijn op dit
product. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome
Centre.
Dit product en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en blijken te voldoen aan
strenge veiligheidseisen, inclusief goedkeuringen van veiligheidsinstanties en naleving
van milieunormen. Houd u aan de volgende instructies voor veilig gebruik.
WAARSCHUWING: Het kan zijn dat ongeoorloofde wijzigingen, zoals het toevoegen
van nieuwe functies of aansluiting op randapparaten, niet door de productgarantie
worden gedekt. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome
Centre.
Waarschuwingsmerktekens
Alle waarschuwingen en instructies op het product zelf of die erbij zijn geleverd, moeten
worden opgevolgd.
Veiligheidsinformatie
Elektrische voeding
Dit product dient te worden aangesloten op de voedingsbron die op het
gegevensplaatje van het product staat aangegeven. Neem contact op met het
elektriciteitsbedrijf om te controleren of uw voedingsbron aan de eisen voldoet.
WAARSCHUWING Dit symbool waarschuwt de gebruiker op plaatsen in het
apparaat waar lichamelijk letsel kan worden opgelopen.
WAARSCHUWING Dit symbool waarschuwt de gebruiker voor hete
oppervlakken in het apparaat, die niet mogen worden
aangeraakt.
VOORZICHTIGDit symbool waarschuwt de gebruiker voor plaatsen in het
apparaat waar extra voorzichtigheid geboden is, om
lichamelijk letsel of schade aan de apparaat te voorkomen.
WAARSCHUWING Dit symbool geeft aan dat er een laser in de apparatuur
wordt gebruikt en vraagt de gebruiker de bijbehorende
veiligheidsinformatie te lezen.
WAARSCHUWING: Dit product moet op een geaard stopcontact
worden aangesloten.
Dit product wordt geleverd met een geaarde stekker. Deze stekker past
alleen op een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Als de
stekker niet in het stopcontact past, moet u het stopcontact door een elektricien laten
vervangen om het risico van een elektrische schok te voorkomen. Gebruik nooit een
verloopstekker of een verlengsnoer zonder randaarde om het apparaat aan te sluiten
op een niet-geaard stopcontact.
Verkeerde aansluiting op een aardlekschakelaar kan een elektrische schok tot gevolg
hebben.
5
Page 14
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Delen die toegankelijk zijn voor gebruikers
Dit product is ontworpen om te voorkomen dat de operateur toegang tot gevaarlijke
gebieden heeft. Gevaarlijke delen worden buiten het bereik van operateurs gehouden
door middel van afdekkingen of afschermingen die alleen met gereedschap kunnen
worden verwijderd. Verwijder deze afdekkingen of afschermingen nooit, om elektrische
schokken en letsel te voorkomen.
Onderhoud
Onderhoudsprocedures die door gebruikers kunnen worden uitgevoerd, worden
beschreven in de betreffende documentatie bij het product. Voer geen
onderhoudsprocedures uit die niet in de documentatie staan beschreven.
Het product reinigen
WAARSCHUWING: Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen.
Reinigingsmiddelen in spuitbussen kunnen explosief of ontvlambaar
zijn wanneer ze op elektromechanische apparatuur worden gebruikt.
Trek de stekker uit het stopcontact alvorens dit product te reinigen. Gebruik altijd
materialen die bedoeld zijn voor dit product. Het gebruik van andere materialen kan
leiden tot slechte prestaties en kan gevaarlijke situaties opleveren.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact alvorens te reinigen.
Informatie over elektrische veiligheid
•Sluit het netsnoer rechtstreeks op een geaard stopcontact aan. Gebruik geen
verlengsnoer. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre om te controleren
of een stopcontact geaard is.
•Sluit dit product op een circuit of een stopcontact aan met een grotere capaciteit dan
de nominale stroomsterkte en spanning van dit apparaat. De nominale
stroomsterkte en spanning van dit product staan op het gegevensplaatje op het
achterpaneel.
•Raak het netsnoer nooit met natte handen aan.
•Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
•Houd de stekkeraansluiting altijd vrij van stof.
•Gebruik alleen het netsnoer dat bij het product wordt geleverd of netsnoeren die
door Xerox zijn goedgekeurd.
•Houd de stekker, niet het snoer, vast als u dit product loskoppelt van het
stopcontact.
•Dit Xerox-apparaat is uitgerust met een energiebesparingsvoorziening die stroom
bespaart wanneer het apparaat niet in gebruik is. Het apparaat mag continu aan
blijven staan.
Ontkoppel het apparaat
Het netsnoer is de ontkoppeling voor dit apparaat. Dit is achter op het apparaat
ingestoken. Voor het loskoppelen van alle elektrische voeding naar de apparatuur,
moet het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken.
6
Page 15
Veiligheidsinformatie bij de installatie van het apparaat
•Plaats dit product zodanig dat niemand op het netsnoer kan stappen of hierover kan
struikelen.
•Plaats het apparaat altijd op een vaste ondergrond (niet op zacht tapijt) met
voldoende draagvermogen om het gewicht van het apparaat te ondersteunen.
•Installeer het apparaat altijd op plaats met voldoende ventilatie en ruimte voor
onderhoudswerkzaamheden.
•Deze apparatuur mag alleen in een ruimte worden geplaatst, waar een goede
ventilatie aanwezig is. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw
erkende leverancier.
•Plaats dit product nooit op de volgende plaatsen:
– Bij radiatoren of andere warmtebronnen
– Bij snel ontvlambare materialen, zoals gordijnen
– In een warme, vochtige, stoffige of slecht geventileerde omgeving
– In direct zonlicht
Veiligheidsinformatie
– Bij ovens of luchtbevochtigers
•Vergrendel de wielen van dit product na de installatie altijd.
Informatie voor veilig gebruik
•Ter voorkomen van het risico op elektrische schok en brand, schakelt u het product
in de volgende omstandigheden direct uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en
neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre:
– Er komt rook uit het product of het oppervlak ervan is ongewoon heet.
– Het product maakt vreemde geluiden of er komen vreemde geuren vrij.
– Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
– Een circuitonderbreker, zekering of andere beveiliging in de muurzekeringenkast
werd geactiveerd.
– Er is vloeistof op het product gemorst.
– Het product is in water gedompeld.
– Een onderdeel van het product is beschadigd.
•Steek geen voorwerpen in sleuven of openingen van dit product. Plaats geen van
de volgende voorwerpen op het product:
– Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, zoals bloemenvazen of koffiekopjes
– Metalen voorwerpen, zoals nietjes of paperclips
– Zware voorwerpen
•Gebruik geen geleidend papier, zoals carbonpapier of gecoat papier.
•Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen. Reinigingsmiddelen in
spuitbussen kunnen explosief of ontvlambaar zijn wanneer ze op
elektromechanische apparatuur worden gebruikt.
•Als u een lade moet uittrekken om een papierstoring op te lossen, neemt u contact
op met het Xerox Welcome Centre.
•Volg altijd alle waarschuwingsinstructies die op dit product of in bijgeleverde
informatie staan aangegeven.
7
Page 16
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
•Houd elektrische en mechanische veiligheidsvergrendelingen actief. Houd de
veiligheidsvergrendelingen uit de buurt van magnetische materialen.
•Probeer een stukje papier dat diep in het product is vastgelopen, niet te verwijderen.
Dit geldt in het bijzonder voor papier dat om een fuser of hitterol is gewikkeld.
Schakel het product onmiddellijk uit en neem contact op met het Xerox Welcome
Centre.
•Raak het papierafleveringsgedeelte van de afwerking tijdens de werking van het
product nooit aan.
•Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen nietjes.
•Gebruik niet teveel kracht bij het plaatsen van een dik document op de glasplaat.
•Als u dit product naar een andere plek wilt verplaatsen, neemt u contact op met het
Xerox Welcome Centre.
Veiligheidsinformatie over batterijen
VOORZICHTIG: KANS OP ONTPLOFFING ALS DE BATTERIJ DOOR EEN
BATTERIJ VAN EEN ONJUISTE SOORT WORDT VERVANGEN. ONTDOE U VAN
GEBRUIKTE BATTERIJEN CONFORM DE INSTRUCTIES.
Veiligheidsinformatie over de laser
VOORZICHTIG: Gebruik, aanpassing of uitvoering van procedures die
afwijken van de procedures genoemd in deze handleiding, kan leiden
tot een gevaarlijke blootstelling aan licht.
Deze apparatuur voldoet aan internationale veiligheidsnormen en is geclassificeerd als
Klasse 1-laserproduct.
Met betrekking tot lasers voldoet de apparatuur aan de prestatienormen voor
laserproducten, zoals die zijn vastgesteld door overheids-, nationale en internationale
instanties voor een Klasse 1-laserproduct. Het apparaat straalt geen gevaarlijk licht uit.
De lichtstraal is in elke bedieningsmode en bij de uitvoering van elke onderhoudstaak
volledig afgeschermd.
Informatie over ozon
Dit product produceert bij normale werking ozon. De geproduceerde ozon is zwaarder
dan lucht en is afhankelijk van het aantal kopieën dat wordt gemaakt. Installeer het
systeem in een goed geventileerde ruimte.
Als u aanvullende informatie over ozon wilt hebben, kunt u binnen de Verenigde Staten
en Canada de Xerox-publicatie Facts About Ozone (feiten over ozon),
publicatienummer 610P64653, aanvragen via telefoonnummer 1-800-828-6571. Neem
in andere landen contact op met het Xerox Welcome Centre.
8
Page 17
Voor verbruiksartikelen
•Sla alle verbruiksartikelen op in overeenstemming met de instructies op de
verpakking.
•Gebruik een bezem of een natte doek om gemorste toner mee af te vegen. Gebruik
nooit een stofzuiger voor gemorste toner.
•Houd de afdrukmodule en tonercassettes buiten het bereik van kinderen. Als een
kind per ongeluk toner inslikt, laat u het kind de toner uitspugen, spoelt u zijn of haar
mond met water en laat u het kind water drinken. Neem verder onmiddellijk contact
met een arts op.
•Zorg er bij het vervangen van de afdrukmodule en tonercassettes voor dat u geen
toner morst. Als er toner wordt gemorst, moet u contact met kleding, huid, ogen en
mond vermijden, en ervoor zorgen dat de toner niet wordt ingeademd.
•Als er toner op uw huid of op kleding wordt gemorst, wast u het er met water en
zeep af.
•Als u tonerdeeltjes in uw ogen krijgt, wast u uw ogen minimaal 15 minuten met een
grote hoeveelheid water totdat de irritatie is verdwenen. Neem zo nodig contact op
met een arts.
Veiligheidsinformatie
•Als u tonerdeeltjes inademt, gaat u op een plek met frisse lucht staan en spoelt u uw
mond uit met water.
•Als u toner inslikt, spuugt u het uit, spoelt u uw mond met water, drinkt u veel water
en neemt u onmiddellijk contact op met een arts.
•Gebruik altijd materialen en verbruiksartikelen die speciaal voor dit product zijn
bedoeld. Als er ongeschikte materialen worden gebruikt, kan de prestatie hierdoor
negatief worden beïnvloed.
9
Page 18
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Radiofrequentiestraling (digitaal apparaat van klasse A)
Europese Unie
WAARSCHUWING: Om deze apparatuur te laten werken in de nabijheid van
industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het zijn dat de
externe straling van deze apparatuur moet worden beperkt of dat speciale
stralingstemperende maatregelen moeten worden getroffen.
Als gevolg van wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk
door Xerox Corporation zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van
deze apparatuur komen te vervallen.
WAARSCHUWING: Dit is een klasse A-product. In een huiselijke omgeving kan
dit product radiostoringen veroorzaken, in welk geval de gebruiker passende
maatregelen zal moeten nemen.
VS
OPMERKING: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een digitaal
apparaat van klasse A conform deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen bieden
een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in
een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur wekt radiofrequentieenergie op, gebruikt deze en kan deze uitstralen. Als het apparaat niet in
overeenstemming met de handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan het
storingen in radiocommunicatie veroorzaken. Het gebruik van deze apparatuur in een
woonomgeving kan schadelijke storingen veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker
de storing op eigen kosten corrigeren.
Als gevolg van wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk
door Xerox Corporation zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van
deze apparatuur komen te vervallen.
Veiligheidscertificatie (UL, CB)
Dit product is gecertificeerd door de volgende instantie met de vermelde
veiligheidsnormen.
InstantieStandaard
Underwriters Laboratories Inc.UL60950-1
NEMKOIEC60950-1:ed. 1
Informatie betreffende Europese regelgeving
Certificaties in Europa (CE)
Het CE-merk op dit product symboliseert de conformiteitsverklaring van Xerox Limited
met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de
aangegeven datum:
10
12 december 2006: Richtlijn 2006/95/EC van de Raad en de wijzigingen erop.
Betreffende de wettelijke voorschriften der Lidstaten inzake elektrisch materiaal
bestemd voor gebruik bij lage spanning.
Page 19
15 december 2004: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad en de wijzigingen erop.
Betreffende de wetgevingen van de Lidstaten inzake elektromagnetische
compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 99/5/EG van de Raad, betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-terminalapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun
conformiteit.
Een volledige verklaring van conformiteit, met daarin de definities van de relevante
richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen, kunt u bij het Xerox Welcome
Centre opvragen.
Voor de faxfunctie
VS
FAX Send Header Requirements:
The telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to
use a computer or other electronic device, including a Fax machine, to send any
message unless such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each
transmitted page or on the first page of the transmission, the date and time it is sent
and an identification of the business or other entity, or other individual sending the
message and the telephone number of the sending machine or such business, other
entity or individual. (The telephone number provided may not be a 900 number or any
other number for which charges exceed local or long distance transmission charges.)
Informatie betreffende Europese regelgeving
In order to program this information into your FAX machine, refer to the Fax chapter in
this User Guide and the Setups chapter in the System Administration Guide and follow
the steps provided.
Informatie over de data-coupler:
This equipment complies with Part 68 of the FCC rules and the requirements adopted
by the Administrative Council for Terminal Attachments (ACTA). On the rear of this
equipment is a label that contains, among other information, a product identifier in the
format US:AAAEQ##TXXXX. If requested, this number must be provided to the
Telephone Company.
A plug and jack used to connect this equipment to the premises wiring and telephone
network must comply with the applicable FCC Part 68 rules and requirements adopted
by the ACTA. A compliant telephone cord and modular plug is provided with this
product. It is designed to be connected to a compatible modular jack that is also
compliant. See installation instructions for details.
You may safely connect the machine to the following standard modular jack: USOC
RJ-11C using the compliant telephone line cord (with modular plugs) provided with the
installation kit. See installation instructions for details.
The Ringer Equivalence Number (or REN) is used to determine the number of devices
that may be connected to a telephone line. Excessive RENs on a telephone line may
result in the devices not ringing in response to an incoming call. In most but not all
areas, the sum of RENs should not exceed five (5.0). To be certain of the number of
devices that may be connected to a line, as determined by the total RENs, contact the
local Telephone Company. For products approved after July 23, 2001, the REN for this
product is part of the product identifier that has the format US:AAAEQ##TXXXX. The
digits represented by ## are the REN without a decimal point (e.g., 03 is a REN of 0.3).
For earlier products, the REN is separately shown on the label.
11
Page 20
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
If this Xerox equipment causes harm to the telephone network, the Telephone
Company will notify you in advance that temporary discontinuance of service may be
required. But if advance notice isn't practical, the Telephone Company will notify the
customer as soon as possible. Also, you will be advised of your right to file a complaint
with the FCC if you believe it is necessary.
The Telephone Company may make changes in its facilities, equipment, operations or
procedures that could affect the operation of the equipment. If this happens the
Telephone Company will provide advance notice in order for you to make necessary
modifications to maintain uninterrupted service.
If trouble is experienced with this Xerox equipment, for repair or warranty information,
please contact the appropriate service center; details of which are displayed either on
the machine or contained within the System Administration Guide. If the equipment is
causing harm to the telephone network, the Telephone Company may request that you
disconnect the equipment until the problem is resolved.
Repairs to the machine should be made only by a Xerox representative or an
authorized Xerox service agency. This applies at any time during or after the service
warranty period. If unauthorized repair is performed, the remainder of the warranty
period is null and void. This equipment must not be used on party lines. Connection to
party line service is subject to state tariffs. Contact the state public utility commission,
public service commission or corporation commission for information.
CANADA
If your office has specially wired alarm equipment connected to the telephone line,
ensure the installation of this Xerox equipment does not disable your alarm equipment.
If you have questions about what will disable alarm equipment, consult your Telephone
Company or a qualified installer.
This product meets the applicable Industry Canada technical specifications.
NOTE: The Ringer Equivalence Number (REN) assigned to each terminal device
provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be connected
to a telephone interface. The termination on an interface may consist of any
combination of devices subject only to the requirement that the sum of the Ringer
Equivalence Numbers of all of the devices does not exceed 5.
Repairs to certified equipment should be coordinated by a representative designated
by the supplier. Any repairs or alterations made by the user to this equipment, or
equipment malfunctions, may give the telecommunications company cause to request
the user to disconnect the equipment.
Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of
the power utility, telephone lines and internal metallic water pipe systems, if present,
are connected together. This precaution may be particularly important in rural areas.
CAUTION: Users should not attempt to make such connections themselves, but
should contact the appropriate electric inspection authority, or electrician, as
appropriate.
12
Page 21
EUROPA
Informatie betreffende Europese regelgeving
Richtlijn inzake eindapparatuur voor radio- en telecommunicatie
Dit Xerox-product is door Xerox zelf gecertificeerd voor pan-Europese enkelvoudige
terminalaansluiting op het analoge openbare telefoonnetwerk (PSTN) in
overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EG.
Het product werkt met de nationale PSTN's en compatibele particulier centrales van de
volgende landen:
Als zich een probleem voordoet, moet u in eerste instantie contact met uw plaatselijke
Xerox-vertegenwoordiger opnemen.
Dit product is getest volgens en voldoet aan TBR21 OF ES 103 021-1/2/3 of ES 203
021-1/2/3, technische specificaties voor eindapparatuur op het analoge openbare
telefoonnetwerk in de Europese Economische Ruimte.
Het product is mogelijk compatibel gemaakt met netwerken van andere landen.
Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger als het product op het netwerk van
een ander land moet worden aangesloten.
OPMERKING: Hoewel bij dit product pulssignalen of DTMF-signalen (toon) kunnen
worden gebruikt, wordt aangeraden de DTMF-instelling te gebruiken. DTMF-signalen
geven een betrouwbare en snellere verbinding. Door wijzigingen, aansluiting op
externe besturingssoftware of op externe besturingsapparatuur waarvoor door Xerox
geen toestemming is verleend, wordt de certificering van dit product ongeldig.
Regelgeving betreffende RFID
Regelgeving betreffende RFID
Dit product wekt 13,56 MHz op waarbij een Inductive Loop System (inductief
lussysteem) als identificatiesysteem voor de radiofrequentie (RFID) wordt gebruikt.
Dit RFID-apparaat voldoet aan de vereisten die vermeld staan in FCC deel 15, Industry
Canada RSS-210, Richtlijn 99/5/EC van de Europese Raad en alle relevante
plaatselijke wetten en regels.
Het gebruik van dit apparaat is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden:
1.Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en
2.Dit apparaat moet eventuele ontvangen storing accepteren, inclusief storing die
een ongewenste werking kan veroorzaken.
Als gevolg van wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk
door Xerox Corporation zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van
deze apparatuur komen te vervallen.
13
Page 22
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Milieubepalingen
VS
ENERGY STAR
Als ENERGY STAR-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat dit product
voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merkteken zijn gedeponeerde handelsmerken
in de Verenigde Staten. Het ENERGY STAR-programma voor
beeldverwerkingsapparatuur is een samenwerkingsverband tussen de overheden van
de VS, de Europese Unie en Japan en de kantoorapparatuurindustrie met als doel het
promoten van zuinige kopieerapparaten, printers, faxen, multifunctionele apparaten,
pc's en monitors. Door het energieverbruik van apparatuur te verlagen, worden smog,
zure regen en wijzigingen op lange termijn in het klimaat bestreden, doordat de
emissies die ontstaan bij het opwekken van elektriciteit worden verminderd.
Xerox ENERGY STAR-apparatuur wordt vooraf in de fabriek ingesteld. Uw apparaat
wordt geleverd met de timer voor het overschakelen naar de slaapstand vanaf de
laatste kopie/afdruk, ingesteld op 10 minuten. U vindt een uitgebreide beschrijving van
deze toepassing in het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration
Guide (alleen Engels).
Over de licentie
RSA BSAFE
Heimdal
Dit product bevat RSA BSAFE cryptografische software van RSA
Security Inc.
Copyright (c) 2000 Kungliga Tekniska Högskolan (Royal Institute of
Technology, Stockholm, Sweden). Alle rechten voorbehouden.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vormen, met of zonder
modificatie, is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
14
1. Bij de verspreiding van de broncode moeten de bovenstaande
copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende
verklaring van beperking van de aansprakelijkheid zijn opgenomen.
2. Bij verspreiding in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende
verklaring van beperking van de aansprakelijkheid zijn opgenomen in
de documentatie en/of andere materialen die bij de verspreiding
worden geleverd.
Page 23
Over de licentie
3. Noch de naam van het instituut noch de namen van de bijdragers
mogen worden gebruikt om de producten die voortkomen uit deze
software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te promoten
of onderschrijven.
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET INSTITUUT EN DE
BIJDRAGERS AANGEBODEN IN DE FEITELIJKE STAAT (''AS IS")
WAARIN DEZE ZICH BEVINDT EN ER WORDEN GEEN
UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES,
WAARONDER, MAAR NIET UITSLUITEND, DE STILZWIJGENDE
GARANTIES MET BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL GEGEVEN. ONDER
GEEN ENKELE VOORWAARDE ZULLEN HET INSTITUUT OF DE
BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
EXEMPLARISCHE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER, MAAR
NIET UITSLUITEND, AANKOOP VAN VERVANGENDE GOEDEREN
OF SERVICES, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST, OF
ONDERBREKING VAN DE WERKZAAMHEDEN) OP WELKE MANIER
DAN OOK VEROORZAAKT EN VOLGENS WELKE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE DAN OOK, OP BASIS VAN EEN
CONTRACT, BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF
ONRECHTMATIGE DAAD (WAARONDER NALATIGHEID OF
ANDERS) OP ENIGE WIJZE ONTSTAAN UIT HET GEBRUIK VAN
DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN IS GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE.
JPEG-code
Libcurl
Onze printersoftware gebruikt enkele van de codes die door de
onafhankelijke JPEG-groep zijn gedefinieerd.
Toestemming voor het gebruiken, kopiëren, wijzigen en distribueren van
deze software voor andere doeleinden met of zonder vergoeding wordt
hierbij verleend, mits de bovenstaande copyright-kennisgeving en deze
toestemmingskennisgeving op alle kopieën verschijnen.
DE SOFTWARE WORDT GELEVERD IN DE FEITELIJKE STAAT
WAARIN DEZE ZICH BEVINDT ("AS IS"), ZONDER ENIGE GARANTIE
IN ENIGE VORM, UITDRUKKELIJK OF STILZWIJGEND, INCLUSIEF,
MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIES MET BETREKKING
TOT VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL EN DE GARANTIE VAN ONSCHENDBAARHEID VAN RECHTEN
VAN DERDEN. ONDER GEEN ENKELE VOORWAARDE ZIJN DE
AUTEURS OF COPYRIGHTHOUDERS AANSPRAKELIJK VOOR
ENIGE CLAIM, VERZOEK OM SCHADEVERGOEDING OF ENIGE
ANDERE AANSPRAKELIJKHEID, IN EEN CONTRACTACTIE, ALS
ONRECHTMATIGE DAAD OF OP EEN ANDERE MANIER, DIE
VOORTKOMT UIT OF IN VERBAND MET DE SOFTWARE OF HET
GEBRUIK OF ANDERE BEJEGENINGEN IN DE SOFTWARE.
15
Page 24
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Met uitzondering van hetgeen in deze kennisgeving wordt vermeld, mag
de naam van een copyrighthouder niet worden gebruikt in advertenties
of op enige andere manier ter promotie van de verkoop, het gebruik of
een andere wijze van verhandelen van deze software zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthouder.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vorm, met of zonder
modificatie, is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
Bij de verspreiding van de broncode moeten de bovenstaande
copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende
verklaring van beperking van de aansprakelijkheid zijn opgenomen.
Bij verspreiding in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende
verklaring van beperking van de aansprakelijkheid zijn opgenomen in de
documentatie en/of andere materialen die bij de verspreiding worden
geleverd.
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR THE FREEBSD PROJECT
AANGEBODEN IN DE FEITELIJKE STAAT (''AS IS") WAARIN DEZE
ZICH BEVINDT EN ER WORDEN GEEN UITDRUKKELIJKE OF
STILZWIJGENDE GARANTIES, WAARONDER, MAAR NIET
UITSLUITEND, DE STILZWIJGENDE GARANTIES MET
BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL GEGEVEN. ONDER GEEN ENKELE
VOORWAARDE ZAL THE FREEBSD PROJECT AANSPRAKELIJK
KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE, INDIRECTE,
INCIDENTELE, SPECIALE, EXEMPLARISCHE OF GEVOLGSCHADE
(WAARONDER, MAAR NIET UITSLUITEND, AANKOOP VAN
VERVANGENDE GOEDEREN OF SERVICES, VERLIES VAN
GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST, OF ONDERBREKING VAN DE
WERKZAAMHEDEN) OP WELKE MANIER DAN OOK
VEROORZAAKT EN VOLGENS WELKE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE DAN OOK, OP BASIS VAN EEN
CONTRACT, BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF
ONRECHTMATIGE DAAD (WAARONDER NALATIGHEID OF
ANDERS) OP ENIGE WIJZE ONTSTAAN UIT HET GEBRUIK VAN
DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN IS GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE.
16
De meningen en conclusies die in de software en documentatie worden
vermeld, zijn de meningen en conclusies van de auteurs en mogen niet
worden opgevat als een uitdrukking van officieel beleid, expliciet of
impliciet, van the FreeBSD Project.
Page 25
OpenLDAP
Over de licentie
Copyright 1998-2006 The OpenLDAP Foundation Alle rechten
voorbehouden.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vormen, met of zonder
modificatie, is alleen toegestaan indien geautoriseerd door de
openbare licentie van OpenLDAP.
Een exemplaar van deze licentie is beschikbaar in het bestand
LICENSE in de hoogste directory van de distributie of via
<http://www.OpenLDAP.org/license.html>.
OpenLDAP is een gedeponeerd handelsmerk van de OpenLDAP
Foundation.
Individuele bestanden en/of bijgedragen pakketten kunnen onder het
copyright van andere partijen vallen en/of onderhevig zijn aan extra
beperkingen.
Dit werk is afkomstig van de University of Michigan LDAP v3.3-distributie.
Informatie betreffende deze software is beschikbaar via
<http://www.umich.edu/~dirsvcs/ldap/ldap.html>.
Dit werk bevat tevens materialen afkomstig van openbare bronnen.
Aanvullende informatie over OpenLDAP kan worden verkregen via
<http://www.openldap.org/>.
---
Gedeeltelijk copyright 1998-2006 Kurt D. Zeilenga.
Gedeeltelijk copyright 1998-2006 Net Boolean Incorporated.
Gedeeltelijk copyright 2001-2006 IBM Corporation.
Alle rechten voorbehouden.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vormen, met of zonder
modificatie, is alleen toegestaan indien geautoriseerd door de
openbare licentie van OpenLDAP.
---
17
Page 26
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
Gedeeltelijk copyright 1999-2005 Howard Y.H. Chu.
Gedeeltelijk copyright 1999-2005 Symas Corporation.
Gedeeltelijk copyright 1998-2003 Hallvard B. Furuseth.
Alle rechten voorbehouden.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vorm, met of zonder
modificatie, is toegestaan indien deze kennisgeving behouden blijft.
De namen van de copyrighthouders mogen niet worden gebruikt voor
het onderschrijven of promoten van producten die voortkomen uit deze
software zonder hun specifieke voorafgaande schriftelijke
toestemming. Deze software wordt geleverd in de feitelijke staat (''as
is''), zonder uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie.
Alle rechten voorbehouden.
Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vormen zijn toegestaan,
mits deze kennisgeving in stand wordt gehouden en erkenning wordt
gegeven aan de University of Michigan in Ann Arbor. De naam van de
universiteit mag niet worden gebruikt voor het onderschrijven of
promoten van producten die voortkomen uit deze software zonder
specifieke voorafgaande schriftelijke toestemming. Deze software
wordt geleverd in de feitelijke staat (''as is''), zonder uitdrukkelijke of
stilzwijgende garantie.
------------------------------------------
De openbare licentie van OpenLDAP
Versie 2.8, 17 augustus 2003
Verspreiden en gebruik van deze software en bijbehorende
documentatie ("Software"), met of zonder modificatie, is toegestaan
indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Verspreidingen in bronvorm moeten copyrightverklaringen en -
kennisgevingen bevatten,
2. Bij verspreidingen in binaire vorm moeten relevante
copyrightverklaringen en -kennisgevingen, deze lijst met
voorwaarden en de volgende verklaring van beperking van de
aansprakelijkheid zijn opgenomen in de documentatie en/of andere
materialen die bij de verspreiding worden geleverd, en
3. In verspreidingen moet een letterlijk exemplaar van dit document
worden opgenomen.
De OpenLDAP Foundation kan deze licentie van tijd tot tijd herzien.
18
Elke herziening wordt van vorige uitgaven onderscheiden door het
versienummer. U mag deze software gebruiken onder de voorwaarden
van deze licentieherziening of onder de voorwaarden van eventuele
volgende herzieningen van deze licentie.
Page 27
Over de licentie
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR DE OPENLDAP FOUNDATION
EN DE BIJDRAGERS AANGEBODEN IN DE FEITELIJKE STAAT (''AS
IS") WAARIN DEZE ZICH BEVINDT EN ER WORDEN GEEN
UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES,
WAARONDER, MAAR NIET UITSLUITEND, DE STILZWIJGENDE
GARANTIES MET BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL GEGEVEN. ONDER
GEEN ENKELE VOORWAARDE ZAL DE OPENLDAP FOUNDATION,
DE BIJDRAGERS OF DE AUTEUR(S) OF EIGENAAR(S) VAN DE
SOFTWARE AANSPRAKELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
EXEMPLARISCHE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER, MAAR
NIET UITSLUITEND, AANKOOP VAN VERVANGENDE GOEDEREN
OF SERVICES, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINST,
OF ONDERBREKING VAN DE WERKZAAMHEDEN) OP WELKE
MANIER DAN OOK VEROORZAAKT EN VOLGENS WELKE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE DAN OOK, OP BASIS VAN EEN
CONTRACT, BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF
ONRECHTMATIGE DAAD (WAARONDER NALATIGHEID OF
ANDERS) OP ENIGE WIJZE ONTSTAAN UIT HET GEBRUIK VAN
DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN IS GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE.
DES
De namen van de auteurs en copyrighthouders mogen niet worden
gebruikt in advertenties of het op een andere manier promoten van de
verkoop, het gebruik of een andere wijze van verhandeling van deze
software zonder specifieke voorafgaande schriftelijke toestemming.
Eigendom van het copyright op deze software blijft te allen tijden bij de
copyrighthouders.
OpenLDAP is een gedeponeerd handelsmerk van de OpenLDAP
Foundation.
Copyright 1999-2003 The OpenLDAP Foundation, Redwood City,
Californië, VS. Alle rechten voorbehouden. Toestemming om letterlijke
exemplaren van dit document te kopiëren en distribueren, is verleend.
Dit product bevat software ontwikkeld door Eric Young
(eay@mincom.oz.au)
AES
Copyright (c) 2003. Dr Brian Gladman. Worcester. VK. Alle rechten
voorbehouden.
Dit product gebruikt gepubliceerde AES-software geleverd door Dr
Brian Gladman onder BSD-licentievoorwaarden.
Dit product kan intellectueel eigendom van Microsoft Corporation
bevatten. De algemene voorwaarden waaronder Microsoft dergelijk
intellectueel eigendom licentieert, is te vinden op http://
go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=52369.
Illegale kopieën
VS
Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde
omstandigheden verboden. Straffen in de vorm van geldboetes of gevangenisstraffen
kunnen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken
van dergelijke reproducties.
1.Obligaties of aandelen van de regering van de Verenigde Staten, zoals:
Schuldcertificaten Valuta van de Nationale Bank
ObligatiecouponsBankbiljetten van de Federal Reserve
Bank
ZilvercertificatenGoudcertificaten
Obligaties van de Verenigde StatenSchatkistpromesses
Biljetten van de Federal ReserveFractionele biljetten
DepositocertificatenPapiergeld
Aandelen en obligaties van bepaalde vertegenwoordigers van de overheid, zoals
FHA en dergelijke.
Aandelen (Amerikaanse spaaraandelen mogen alleen voor publiciteitsdoeleinden
worden gefotografeerd in verband met de campagne voor de verkoop van
dergelijke aandelen.)
Zegels van de interne rijksbelastingdienst. Indien het noodzakelijk is om een
juridisch document te reproduceren waarop een geannuleerde zegel van de
rijksbelastingdienst zit, is dit toegestaan mits de reproductie van het document voor
rechtmatige doeleinden wordt uitgevoerd.
Postzegels, wel of niet geannuleerd. Postzegels mogen voor de filatelie worden
gefotografeerd, mits de reproductie in zwart/wit is en kleiner is dan 75% of groter
dan 150% van de lineaire afmetingen van het origineel.
20
Geldpostwissels.
Rekeningen, cheques of geldwissels opgetekend door of namens bevoegde
functionarissen van de Verenigde Staten.
Zegels en andere vertegenwoordigers van waarde, hoe groot of klein dan ook, die
zijn uitgegeven of kunnen worden uitgegeven onder een congreswet.
2.Aangepaste compensatiecertificaten voor veteranen van de Eerste en Tweede
Wereldoorlog.
Page 29
Illegale kopieën
3.Obligaties of aandelen van een buitenlandse overheid, bank of onderneming.
4.Materiaal met copyright, tenzij toestemming van de eigenaar van het copyright is
verkregen of wanneer de reproductie valt onder 'redelijk gebruik' of voorzieningen
voor de reproductiebevoegdheden van bibliotheken onder het auteursrecht. Meer
informatie over deze voorzieningen is verkrijgbaar bij Copyright Office, Library of
Congress, Washington, D.C. 20559. Vraag naar circulaire R21.
5.Certificaten van staatsburgerschap of naturalisatie. Buitenlandse
naturalisatiecertificaten mogen worden gefotografeerd.
6.Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd.
7.Immigratiepapieren.
8.Dienstplichtregistratiekaarten.
9.Bepaalde servicebevestigingspapieren waarop de volgende informatie van de
inschrijver staat:
InkomstenAfhankelijkheidsstatus
RechtbankstukkenEerdere militaire dienst
Fysieke of mentale conditie
Canada
Uitzondering: militaire ontslagcertificaten van de Verenigde Staten mogen worden
gefotografeerd.
10. Badges, identificatiekaarten, pasjes of insignes die worden gedragen door militair
personeel of door leden van de verschillende federale afdelingen, zoals de FBI,
ministerie van Financiën e.d. (tenzij de opdracht voor de foto afkomstig is van het
hoofd van de betreffende afdeling of het betreffende bureau.)
De reproductie van het volgende is tevens verboden in bepaalde staten:
Automobiellicenties - rijbewijzen - eigendomscertificaten van auto's.
Deze lijst is niet allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met
betrekking tot volledigheid of nauwkeurigheid. Neem bij twijfel contact op met uw
advocaat.
Het parlement heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde
omstandigheden verboden. Straffen in de vorm van geldboetes of gevangenisstraffen
kunnen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken
van dergelijke reproducties.
1.Geldige bankbiljetten of geldig papiergeld.
2.Obligaties of aandelen van een overheid of bank.
3.Schatkist- of belastingpapieren.
4.Het overheidszegel van Canada of van een provincie, of het zegel van een
openbare instantie in Canada of van een rechtbank.
5.Proclamaties, orders, regelgevingen of afspraken, of kennisgevingen daarvan (met
de bedoeling om deze ongerechtvaardigd voor te doen als zijnde afgedrukt door
de 'Queen's Printer' voor Canada of de equivalente officiële drukkerij voor een
provincie).
21
Page 30
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
6.Merken, zegels, verpakkingen of ontwerpen die worden gebruikt door of namens
de overheid van Canada of een provincie van Canada, de overheid van een andere
staat dan Canada of een afdeling, bestuur, commissie of agentschap dat is
opgericht door de overheid van Canada of een provincie of een overheid van een
andere staat dan Canada.
7.Bedrukte of klevende zegels die worden gebruikt voor de belastingdienst van de
Canadese overheid of door een provincie of door de overheid van een andere staat
dan Canada.
8.Documenten, registers of archiefstukken die worden bewaard door openbare
functionarissen die de taak hebben daarvan gecertificeerde kopieën te maken of
uit te geven, in het geval men zich ongerechtvaardigd voordoet dat de kopie een
gecertificeerde kopie ervan is.
9.Allerlei soorten materiaal of handelsmerken met copyright zonder toestemming
van de eigenaar van het copyright of handelsmerk.
De bovenstaande lijst is meegeleverd voor uw gemak en om u te helpen, maar is niet
allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot
volledigheid of nauwkeurigheid. Neem bij twijfel contact op met uw advocaat.
Andere landen
Het kopiëren van bepaalde documenten kan in uw land illegaal zijn. Straffen in de vorm
van geldboetes of gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd aan degenen die
schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties.
•Bankbiljetten
•Bankbiljetten en cheques
•Obligaties en effecten (bank en overheid)
•Paspoorten en identificatiekaarten
•Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken zonder toestemming van de eigenaar
•Postzegels en andere verhandelbare documenten
Deze lijst is niet allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met
betrekking tot volledigheid of nauwkeurigheid. Neem in geval van twijfel contact op met
een rechtsadviseur.
Recycling en weggooien van product
Recycling en weggooien van batterijen
22
Ontdoe u van batterijen conform de plaatselijke wetgeving.
Xerox gebruikt de oplaadbare batterijen die in dit product zijn gebruikt, opnieuw als de
batterijen naar Xerox worden teruggestuurd om zo schaarse bronnen terug te winnen.
Deze batterijen kunnen worden hergebruikt voor het terugwinnen van
recyclingmaterialen en energie.
Page 31
Alle landen, Noord-Amerika, VS/Canada
Xerox operates a worldwide equipment takeback and reuse/recycle program. Contact
your Xerox sales representative at (1-800-ASK-XEROX) to determine whether this
Xerox product is part of the program. For more information about Xerox environmental
programs, visit www.xerox.com/environment.
Indien u verantwoordelijk bent voor het verwerken van dit Xerox-product als afval,
wijzen wij u erop dat het product lamp(en) met kwik bevat en mogelijk lood, perchloraat
of andere materialen bevat waarvoor milieubepalingen gelden met betrekking tot het
weggooien ervan. De aanwezigheid van deze materialen strookt volledig met de
wereldwijde regelingen die van toepassing waren toen het product op de markt werd
gebracht. Neem voor informatie over recycling en het weggooien van dit product,
contact op met de gemeentelijke afvaldienst. In de Verenigde Staten kunt u ook de
website van Electronic Industries Alliance nalezen:
www.eiae.org <http://www.eiae.org>.
Perchloraatmateriaal - dit product kan een of meerdere apparaten met perchloraat,
zoals batterijen, bevatten. Er kan speciale verwerking van toepassing zijn. Zie:
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate.
Recycling en weggooien van product
Europese Unie
AEEA huishoudelijk
en elektronische apparatuur gratis inleveren bij daarvoor bestemde inzamelpunten.
Neem voor informatie contact op met de gemeentelijke afvaldienst.
In sommige Lidstaten dient de winkelier mogelijk uw oude apparatuur gratis in te
nemen wanneer u nieuwe apparatuur aanschaft. Neem voor informatie contact op met
uw winkelier.
Neem voordat u het product weggooit, contact op met uw plaatselijke winkelier of het
Xerox Welcome Centre voor informatie over terugname van afgeschreven apparatuur.
AEEA professioneel/zakelijk
Het gebruik van dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat u de
apparatuur niet bij het gewone huisafval kunt weggooien. Volgens de
Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en
elektronische apparatuur worden gescheiden van huisafval.
Huishoudens in de Europese Lidstaten kunnen gebruikte elektrische
Het gebruik van dit symbool op uw apparatuur is een bevestiging dat
u deze apparatuur moet weggooien in overeenstemming met
overeengekomen nationale procedures. Volgens de Europese
regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische
apparatuur worden weggegooid in overeenstemming met
overeengekomen procedures.
Huishoudens in de Europese Lidstaten kunnen gebruikte elektrische en elektronische
apparatuur gratis inleveren bij daarvoor bestemde inzamelpunten. Neem voor
informatie contact op met de gemeentelijke afvaldienst.
Andere landen
Neem contact op met de gemeentelijke afvaldienst en vraag om advies.
23
Page 32
1 Alvorens het apparaat te gebruiken
24
Page 33
2Productoverzicht
Dit apparaat is geen gewoon kopieerapparaat, maar een digitaal apparaat waarmee
afhankelijk van de configuratie kan worden gekopieerd, gefaxt, afgedrukt en gescand.
De schermen in deze handleiding zijn afkomstig van een volledig geconfigureerd
apparaat, zodat alle toepassingen worden behandeld.
De inhoud van de schermen kan enigszins variëren, afhankelijk van de
systeeminstellingen en de apparaatconfiguratie. Ook de namen van de toetsen en
pictogrammen op het bedieningspaneel kunnen per apparaatconfiguratie verschillen.
Echter, de toepassingen op het apparaat zijn in alle gevallen hetzelfde.
Voor meer informatie over beschikbare opties die hier niet worden beschreven, kunt u
terecht op de Xerox website of contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
25
Page 34
2 Productoverzicht
Onderdelen van het apparaat
In onderstaande schema's worden de standaardonderdelen en optionele onderdelen
van het apparaat getoond.
Vooraanzicht
11
8
9
1
2
3
4
10
5
6
7
Nr.OnderdeelFunctie
1Dubbelzijdige AODVoert automatisch documenten van meerdere pagina's in het apparaat.
2BedieningspaneelBestaat uit bedieningstoetsen, leds en een aanraakscherm.
OPMERKING: Voor meer informatie, raadpleeg Bedieningspaneel op
pagina 30.
3Middelste opvangbakLevert kopieën of afdrukken met de beeldzijde omlaag af.
4Aan/uit-schakelaarSchakelt het apparaat aan/uit.
5VoorklepOpen deze klep als u verbruiksartikelen wilt vervangen.
6Lade 1 en 2Plaats hier papier.
OPMERKING: De optionele enveloppenlade kan in de sleuf voor lade 1
worden gestoken. De standaard lade 1 kan niet worden gebruikt wanneer
de enveloppenlade wordt gebruikt.
7Module met twee laden
(Lade 3 en 4) (optie)
8Linkerzijopvangbak (optie) Levert kopieën of afdrukken met de beeldzijde omhoog af.
9Automatische 2-zijdige
module
10Lade 5, handmatige
invoer
11Grote papierlade (optie)Hiermee kunt u tot 2000 vellen bankpostpapier van 20 lb of 80 g/m² in de
Plaats hier papier. Deze laden kunnen aan de standaardconfiguratie met 2
laden worden toegevoegd.
Maakt automatisch kopieën of afdrukken aan beide zijden van het papier.
Gebruik deze lade wanneer u kopieert of afdrukt op niet-standaard papier
(d.w.z. dik papier en andere speciale media), dat niet in lade 1 tot en met 4
kan worden geplaatst.
formaten B5, 7,25 x 10,5 inch, 8,5 x 11 inch of A4, met de lange kant eerst,
plaatsen.
26
Page 35
Onderdelen van het apparaat
1
2
3
12
13
14
15
16
17
18
19
Nr.OnderdeelFunctie
1Opvangbakaccessoire
(LX-kantoorafwerkeenheid)
Gebruik dit accessoire als er ongeniet papier met formaat A4 LKE,
8,5 x 11 inch LKE of B5 LKE in de opvangbak van de LXkantoorafwerkeenheid wordt afgeleverd.
OPMERKING: Raadpleeg Opvangbakaccessoire aan LX-
kantoorafwerkeenheid (optioneel) bevestigen op pagina 38. voor meer
informatie over het gebruik van het opvangbakaccessoire.
4
5
6
7
8
9
10
11
2GlasplaatPlaats hier een document dat uit één pagina bestaat of een ingebonden
document.
3AVH-module
(optie)
Maakt geniete kopieën of afdrukken met een vouwlijn, zodat het papier
gemakkelijk kan worden gevouwen.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
4Zijklep van AVH-module
Open deze klep als u de katernnietcassettes wilt vervangen.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
5Katernnietcassettes
(LX-kantoorafwerkeenheid)
6Bovenklep
Nietcassettes voor het maken van katernen. De AVH-module bevat twee
katernnietcassettes.
Open deze klep voor het oplossen van papierstoringen.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
7Afwerkopvangbak
Levert afdrukken af die door de LX-kantoorafwerkeenheid zijn verwerkt.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
8Vouweenheid
(LX-kantoorafwerkeenheid)
Maakt een vouwlijn op elke kopie of afdruk, zodat het vel gemakkelijk
kan worden gevouwen.
27
Page 36
2 Productoverzicht
Nr.OnderdeelFunctie
9Nietcassette
Bevat nietjes.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
10Voorklep
(LX-kantoorafwerkeenheid)
11LX-kantoorafwerkeenheid
Open deze klep voor het oplossen van papierstoringen of het bijvullen
van nietjes.
Voegt nietjes of gaatjes aan kopieën of afdrukken toe.
(optie)
12Glasplaat AODScant documenten.
13Bovenste transportklep
(LX-kantoorafwerkeenheid)
14Perforator
Open deze klep voor het oplossen van papierstoringen of het bijvullen
van nietjes.
Perforeert kopieën of afdrukken.
2 en 3 gaatjes, 2 en 4
gaatjes of
4 gaatjes (optie)
(LX-kantoorafwerkeenheid)
15Perforatieafvalcontainer
Verzamelt het afval na perforeren.
(LX-kantoorafwerkeenheid)
1Lijn 1Gebruik deze connector om het apparaat op een telefoonlijn aan te sluiten.
2TELGebruik deze connector om het apparaat op een telefoon aan te sluiten.
Deze connector wordt soms, afhankelijk van de regio, niet geleverd.
3FDI-connector (Foreign
Device Interface,
externe interface)
4Connector 10Base-T/
100Base-TX
Gebruik deze connector om het apparaat op een apparaat van een andere
fabrikant aan te sluiten (bijvoorbeeld een apparaat voor het bijhouden van
toegang, een muntjesapparaat of een kaartlezer).
OPMERKING: Een externe interface (FDI) is een optionele interface die
ondersteuning biedt aan een grote hoeveelheid verschillende
verkoopstations die via Xerox Custom Application Service beschikbaar zijn.
Gebruik deze connector om een netwerkkabel op het apparaat aan te
sluiten.
5USB 2.0
Gebruik deze connector om een USB-kabel op het apparaat aan te sluiten.
interfaceconnector
6ConnectorDeze connector mag alleen door onderhoudstechnici worden gebruikt.
7AardlekschakelaarSchakelt de elektriciteit automatisch uit als er stroom lekt.
29
Page 38
2 Productoverzicht
Bedieningspaneel
In het volgende schema worden de namen en functies van de toetsen op het
bedieningspaneel getoond.
1
32
6
7
8
9
10
5
4
17
16
15
14
13
1112
Nr.ToetsFunctie
1Draaiknop HelderheidGebruik deze draaiknop om het contrast van het aanraakscherm aan te
passen.
2AanraakschermGeeft berichten en schermtoetsen voor de verschillende toepassingen
weer. Raak het scherm aan om de toepassingen te openen.
3Toets <Aan-/afmelden>Het aanmeldscherm verschijnt als u de mode Systeembeheer wilt openen
of wanneer de toepassing Verificatie/accountadministratie is ingeschakeld.
Als u na het aanmelden nogmaals op deze toets drukt, wordt u meteen
afgemeld.
4CijfertoetsenDruk op deze toetsen om het aantal kopieën, toegangscodes en andere
numerieke waarden in te voeren.
5Toets <Taal>Hiermee kan de taal op het aanraakscherm worden gewijzigd.
6Toets/lampje
<Energiespaarstand>
Wanneer het apparaat een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, wordt
automatisch op de energiespaarstand overgeschakeld om stroom te
besparen. Dit lampje gaat branden wanneer het apparaat in de
energiespaarstand staat. Als u deze stand wilt verlaten, drukt u op deze
toets.
7Toets <Alles wissen>Druk twee keer op deze toets om de status van alle functies weer op de
standaardinstellingen terug te zetten. Het apparaat keert na inschakelen
terug naar de standaardinstellingen.
8Toets <Onderbreken>Druk op deze toets om een kopieer- of afdrukopdracht tijdelijk te
onderbreken en een hogere prioriteit aan een andere opdracht te geven.
Deze toets licht op terwijl de opdracht met prioriteit wordt verwerkt. Druk als
de opdracht met prioriteit is voltooid, op deze toets om door te gaan met de
onderbroken opdracht.
9Toets <Stop>Druk op deze toets om een opdracht stop te zetten. Wanneer er meerdere
opdrachten worden verwerkt, worden alle opdrachten via deze toets
stopgezet. De opdrachten kunnen worden geannuleerd door in het scherm
Opdrachtstatus op [Stop] te drukken.
30
Page 39
Apparaatfuncties
Nr.ToetsFunctie
10Toets <Start>Druk op deze toets om een opdracht te starten.
11Toets <Snelkiezen>Druk op deze toets om snelkiesnummers in te voeren.
12Toets <C> (wissen)Druk op deze toets om een getal of het laatst ingevoerde cijfer te
verwijderen of de huidige waarde door een standaardwaarde te vervangen.
Met deze toets worden ook tijdelijk gestopte opdrachten geannuleerd.
13Toets <Kiespauze>Hiermee wordt een pauze ingevoegd bij het kiezen van een faxnummer.
14Toets <Apparaatstatus>Hiermee wordt een scherm weergegeven, waar u de apparaatstatus, de
kostenteller en de status van de verbruiksartikelen kunt controleren of
diverse overzichten kunt afdrukken. Gebruik deze toets ook voor toegang
tot de mode Systeembeheer.
15Toets <Opdrachtstatus>Hiermee wordt een scherm weergegeven, waarmee u de voortgang van
actieve opdrachten kunt controleren of gedetailleerde informatie over
voltooide opdrachten kunt oproepen.
16Toets <Toepassingen>Hiermee keert u terug naar het vorige functiescherm wanneer het scherm
Opdrachtstatus of Apparaatstatus wordt weergegeven.
17Toets <Alle functies>Geeft een scherm weer waar u toegang tot de op het apparaat beschikbare
functies heeft.
OPMERKING: De functies die op het scherm Alle functies verschijnen,
kunnen in de mode Systeembeheer worden geprogrammeerd. Raadpleeg
de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
Apparaatfuncties
Het apparaat biedt verschillende functies, die kunnen worden geopend door via het
bedieningspaneel op de toets <Alle functies> te drukken. De volgende beschrijving
geeft informatie over de functies die op het apparaat beschikbaar zijn.
OPMERKING: In deze handleiding verwijst het scherm dat wordt weergegeven door
op de toets <Alle functies> te drukken, naar het scherm Alle functies.
OPMERKING: De opstelling van de pictogrammen voor de functies op het scherm
kan door de systeembeheerder worden gewijzigd.
1.Druk via het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
2.Selecteer de gewenste functie in
het scherm Alle functies.
OPMERKING: Gebruik de
schuifbalk om tussen de schermen
te wisselen.
31
Page 40
2 Productoverzicht
Kopiëren
Hiermee kunt u documenten op verschillende manieren kopiëren. U kunt bijvoorbeeld
verkleiningen of vergrotingen maken, of twee of vier aparte documenten op één vel
kopiëren. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk Kopiëren op pagina 39.
E-mailen
Hiermee kunt u gescande documenten op verschillende manieren per e-mail
versturen. U kunt bijvoorbeeld de densiteit voor scannen instellen of de
bestandsindeling aangeven voor het opslaan van de documenten. Voor meer
informatie, zie het hoofdstuk Scannen/e-mail op pagina 111.
Internetfax
Hiermee kunt u via internet of intranet faxen versturen en ontvangen. Met Internetfax
worden de verzendingskosten in vergelijking met het gebruik van een conventionele
telefoonlijn verlaagd. Nadat u documenten heeft gescand, kunt u ze per e-mail
versturen. U kunt ook gescande informatie in een e-mailbijlage ontvangen, als de
informatie vanaf een internetfaxapparaat is verstuurd. Voor meer informatie, zie het
hoofdstuk Faxen op pagina 73.
Faxen
Hiermee kunt u documenten op verschillende manieren faxen. U kunt documenten
bijvoorbeeld in een verkleind of een vergroot formaat versturen, of bestemmingen
aangeven met behulp van het adresboek of de snelkiestoepassingen. Voor meer
informatie, zie het hoofdstuk Faxen op pagina 73.
Serverfax
Hiermee kunt u beeldgegevens verzenden en ontvangen met gebruik van de
faxtoepassing van een faxserver. De serverfaxfunctie kan niet tegelijkertijd met de faxof internetfaxfunctie worden gebruikt. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk Faxen op pagina 73.
Netwerkscannen
Hiermee kunt u documenten scannen en als elektronische documenten op een
bestandsserver binnen het netwerk opslaan door een opdrachtsjabloon te selecteren
die verschillende toegewezen parameters bevat. U kunt de opgeslagen elektronische
documenten vanaf een pc bij de bestandsserver ophalen. Voor meer informatie, zie
Netwerkscannen in het hoofdstuk Scannen/e-mail op pagina 120 en Functies in het
hoofdstuk CentreWare Internet Services op pagina 161.
32
Page 41
Apparaatfuncties
Scannen naar pc
Hiermee kunt u documenten met het FTP- of SMB-protocol scannen en ze op de
aangegeven bestemmingen opslaan. Voor meer informatie, zie Scannen naar pc in het
hoofdstuk Scannen/e-mail op pagina 122.
Scannen naar mailbox
Hiermee wordt de vertrouwelijke mailbox of poltoepassing ingeschakeld doordat de
gescande documenten in privé-mailboxen worden opgeslagen. Voor meer informatie,
zie Scannen naar mailbox in het hoofdstuk Scannen/e-mail op pagina 120.
Verzenden vanuit mailbox
Hiermee kunt u de documenten in een mailbox bevestigen, afdrukken en verwijderen.
U kunt ook de koppeling naar een opdrachtstroomschema wijzigen of vrijgeven en de
gekoppelde opdrachtstroomschema's uitvoeren. Voor meer informatie, zie het
hoofdstuk Verzenden vanuit mailbox op pagina 145.
Opdrachtstroomschema's
Met behulp van een opdrachtstroomschema kunt u via een op het netwerk aangesloten
computer een serie acties op gescande documenten uitvoeren. Voor meer informatie,
zie het hoofdstuk Opdrachtstroomschema's op pagina 153.
Keuzefuncties
Hiermee kunnen onafhankelijke softwareverkopers en partners op maat gemaakte
programma's ontwikkelen die rechtstreeks vanaf het apparaat kunnen worden
geopend. Gebruikers kunnen hun verificatie op het apparaat invoeren en een serie
toepassingen en opties openen, die specifiek voor hun bedrijfsbehoeften zijn
ontworpen. Raadpleeg Xerox Extensible Interface Platform (XEIP) in de bijlage van de
handleiding voor de systeembeheerder (alleen in het Engels verkrijgbaar) om deze
toepassing te configureren.
Opgeslagen programmering
Hiermee kunt u veelgebruikte instellingen als programma opslaan en met één druk op
de knop weer oproepen. Deze functie is niet standaard op het scherm Alle functies
beschikbaar, maar kan door de systeembeheerder worden weergegeven. Raadpleeg
de handleiding voor de systeembeheerder of vraag uw systeembeheerder om
instructies over het weergeven van deze functie op het scherm Alle functies.
Raadpleeg zie het hoofdstuk Opgeslagen programmering op pagina 157 of het
hoofdstuk Setups (instellingen) in de handleiding voor de systeembeheerder (alleen
Engels) voor meer informatie over deze toepassing.
33
Page 42
2 Productoverzicht
Aan/uit
Inschakelen
Het apparaat moet op een geschikte voeding zijn aangesloten en de stekker moet
stevig in het stopcontact zijn gestoken.
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, kunt u na maximaal 26 seconden kopieën
maken (afhankelijk van de apparaatconfiguratie).
1.Zet de aan/uit-schakelaar in de
OPMERKING: Indien het apparaat
niet start, controleer dan of de RESETtoets achterop het apparaat in de
resetstand staat (ingedrukt).
stand <l>.
Uitschakelen
Wacht ten minste 5 seconden nadat alle kopieer- of afdrukopdrachten zijn voltooid,
voordat u het apparaat uitschakelt.
Wanneer u het apparaat uitschakelt, blijft het nog circa 10 seconden ingeschakeld
terwijl het apparaat bestanden op de harde schijf opslaat en zich voorbereidt op het
uitschakelen. Het apparaat schakelt vervolgens volledig uit. Zorg ervoor dat u de
stekker niet gelijk na het uitschakelen van het apparaat uit het stopcontact haalt.
OPMERKING: Als het apparaat tijdens het verwerken van gegevens in het geheugen
wordt uitgeschakeld, kunnen deze gegevens verloren gaan.
OPMERKING: Als u het apparaat weer wilt inschakelen, moet u ten minste 10
seconden na het uitschakelen van het aanraakscherm en daarna het apparaat
wachten.
TEST-toets
RESET-toets
34
Page 43
Aardlekschakelaar
Indien er een storing in de voeding naar het apparaat wordt opgemerkt, schakelt een
aardlekschakelaar op het apparaat automatisch alle voeding uit. Indien de stroom
uitvalt, ga dan naar de RESET-toets achterop het apparaat. Indien de
aardlekschakelaar werd ingeschakeld, staat de RESET-toets in de ingeschakelde
stand. Druk op de RESET-toets om de voeding naar het apparaat weer in te schakelen.
Druk op de TEST-toets alvorens het apparaat te gebruiken. Indien de
aardlekschakelaar goed werkt, moet de RESET-schakelaar naar buiten springen.
Wanneer dat gebeurt, drukt u op de RESET-toets.
Aardlekschakelaar
TEST-toets
RESET-toets
OPMERKING: Indien de RESET-toets terugspringt wanneer u deze indrukt en indien
de voeding naar het apparaat niet is hersteld, neem dan contact op met het Xerox
Welcome Centre.
Energiespaarstanden
Het apparaat beschikt over een energiespaarstand, waarmee het energieverbruik
tijdens inactiviteit aanzienlijk wordt verminderd. De toets <Energiespaarstand> bevindt
zich rechtsboven op het bedieningspaneel en licht op wanneer de energiespaarstand
is ingeschakeld. De energiebesparingstoepassing heeft de volgende standen:
•Modus Laag stroomverbruik
•Slaapstand
<Energiespaarstand>
lampje/toets
Modus Laag stroomverbruik
Het apparaat schakelt een bepaalde tijd na de laatste kopieer-, fax-, scan- of
afdrukbewerking automatisch over op de modus Laag stroomverbruik. In deze stand
wordt het aanraakscherm uitgeschakeld en gaat het <energiebesparingslampje>
branden. De modus Laag stroomverbruik wordt opgeheven wanneer de toets
<Energiespaarstand> op het bedieningspaneel wordt ingedrukt of wanneer er een faxof afdrukopdracht door het apparaat wordt ontvangen. De standaardfabrieksinstelling
van 5 minuten kan door de klant tussen 2 en 60 minuten worden ingesteld.
35
Page 44
2 Productoverzicht
Slaapstand
Het apparaat schakelt automatisch over van de modus Laag stroomverbruik op de
slaapstand als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. In de slaapstand verbruikt
het apparaat minder stroom dan tijdens de modus Laag stroomverbruik. In deze stand
wordt het aanraakscherm uitgeschakeld en gaat het <energiebesparingslampje>
branden. De slaapstand wordt opgeheven wanneer de toets <Energiespaarstand>
wordt ingedrukt of wanneer er een fax- of afdrukopdracht door het apparaat wordt
ontvangen. De standaardfabrieksinstelling van 5 minuten kan door de klant tussen 2
en 60 minuten worden ingesteld, en moet groter zijn dan de waarde voor de modus
Laag stroomverbruik. De aangegeven tijd voor het inschakelen van de slaapstand
begint op het moment waarop de modus Laag stroomverbruik wordt ingeschakeld.
OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System
Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie over het wijzigen van de
standaardinstellingen.
Modes
Met de volgende toetsen kunt u de schermen openen waarin u toepassingen kunt
selecteren, de status van opdrachten kunt bekijken en informatie over het apparaat
kunt opvragen.
•Alle functies
•Toepassingen
•Opdrachtstatus
•Apparaatstatus
OPMERKING: Deze toetsen reageren niet wanneer het apparaat in de mode
Systeembeheer staat.
Toets <Alle
functies>
Toets
<Toepassingen>
Toets
<Opdrachtstatus>
Toets <Apparaatstatus>
Alle functies
Met deze toets heeft u toegang tot alle functies op het apparaat.
OPMERKING: De opstelling van de pictogrammen voor de functies op het scherm
kan door de systeembeheerder worden gewijzigd.
1.Druk op het bedieningspaneel
36
op de toets <Alle functies>.
Page 45
Toepassingen
Gebruik deze toets om terug te keren naar het vorige functiescherm wanneer het
scherm Opdrachtstatus of Apparaatstatus wordt weergegeven. Soms wordt het vorige
functiescherm niet geopend, zelfs niet als u op deze toets drukt terwijl u zich in een van
deze schermen bevindt. In dat geval kunt u de toets <Alle functies> gebruiken om de
gewenste functie te selecteren.
Opdrachtstatus
Met deze toets kunt u de voortgang van een opdracht nagaan of het log en
gedetailleerde informatie over voltooide opdrachten tonen. De meest recente opdracht
staat bovenaan de lijst. Gebruik deze toets ook om opgeslagen documenten of
documenten die in de mailboxen van het apparaat staan, te bekijken, verwijderen of
afdrukken. Raadpleeg het hoofdstuk Job Status (opdrachtstatus) in de System
Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
Apparaatstatus
Opdracht onderbreken
Met deze toets kunt u de apparaatstatus, de kostenteller en de status van de
verbruiksartikelen controleren of diverse overzichten afdrukken. Gebruik deze toets
ook voor toegang tot de mode Systeembeheer. Raadpleeg het hoofdstuk Machine
Status (apparaatstatus) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer
informatie.
Opdracht onderbreken
Met deze toepassing kunt u de huidige opdracht tijdelijk onderbreken, zodat u een
dringende opdracht kunt starten.
OPMERKING: Het apparaat zoekt een geschikte plaats waarop de huidige opdracht
kan worden onderbroken.
1.Druk op de toets
<Onderbreken> op het
bedieningspaneel.
2.Voer de commando's voor de
nieuwe opdracht in.
3.Druk op de toets <Start> op het
bedieningspaneel.
4.Druk nogmaals op de toets
<Onderbreken> en op de toets
<Start> om de onderbroken
opdracht weer te starten.
OPMERKING: Aan onderbroken opdrachten kan geen voorrang worden gegeven en
ze kunnen niet worden vrijgegeven in of verwijderd uit de afdrukwachtrij.
Toets <Onderbreken>
37
Page 46
2 Productoverzicht
Opvangbakaccessoire aan LX-kantoorafwerkeenheid (optioneel)
bevestigen
Wanneer u ongeniet papier met formaat A4 LKE, 8,5 x 11 inch LKE of B5 LKE gebruikt
voor aflevering in de opvangbak van de afwerkeenheid, wordt het gebruik van het
opvangbakaccessoire aanbevolen.
1.Haal het opvangbakaccessoire
onder de opvangbak van de
LX-kantoorafwerkeenheid
vandaan.
2.Maak het
opvangbakaccessoire aan de
opvangbak vast (zie
afbeelding).
Hergebruikt papier
Het gebruik van kringlooppapier in het apparaat biedt voordelen voor het milieu terwijl
het de prestaties niet nadelig beïnvloedt. Xerox beveelt kringlooppapier met 20%
hergebruikt materiaal aan. Dit papier is verkrijgbaar via Xerox en andere leveranciers
van kantoorbehoeften. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre of ga naar
www.xerox.com voor meer informatie over andere soorten kringlooppapier.
38
Page 47
3Kopiëren
Dit hoofdstuk bevat informatie over de kopieerschermen en de beschikbare
toepassingen.
OPMERKING: Sommige van de toepassingen in dit hoofdstuk zijn optioneel en het
kan zijn dat ze niet op uw apparaatconfiguratie van toepassing zijn.
Kopiëren - procedure
In dit deel wordt de basiskopieerprocedure beschreven. Volg de onderstaande
stappen.
1. Plaats de documenten – pagina 39
2. Selecteer de toepassingen – pagina 41
3. Voer het aantal in – pagina 42
4. Start de kopieeropdracht – pagina 42
5. Controleer de status van de kopieeropdracht – pagina 43
6. Een kopieeropdracht stoppen – pagina 43
OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld,
kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld)
moet invoeren om het apparaat te kunnen gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met de systeembeheerder.
1. Plaats de documenten
Het apparaat biedt de volgende documentinvoergebieden:
•Automatische originelendoorvoer (AOD) voor documenten die uit één of meerdere
pagina's bestaan.
•Glasplaat voor documenten die uit één pagina bestaan of ingebonden documenten.
OPMERKING: Als uw configuratie geen AOD heeft, wordt er een glasplaatafdekklep
aangebracht.
OPMERKING: Het apparaat registreert standaarddocumentformaten automatisch.
Welke formaten kunnen worden geregistreerd, is afhankelijk van de
papierformaattabel die door de systeembeheerder is aangegeven. Raadpleeg het
hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels)
voor meer informatie over het instellen van de papierformaattabel. Als het document
een niet-standaardformaat heeft of niet wordt herkend als standaardformaat, vraagt
het apparaat u het document te controleren of handmatig het documentformaat in te
voeren. Voor informatie over het handmatig invoeren van een documentformaat, zie
Origineelformaat op pagina 54.
39
Page 48
3 Kopiëren
Automatische originelendoorvoer (AOD)
In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van documenten in de AOD
beschreven.
De maximale capaciteit van de AOD staat hieronder:
Origineelsoort (gewicht)Capaciteit
Licht (38-49 g/m²)75 vellen
Gewoon (50-80 g/m²)75 vellen
Zwaar (81-128 g/m²)50 vellen
Documenten kunnen formaten hebben tussen 139,7 en 297 mm (4,9 en 11,7 inch) in
breedte en 210 en 432 mm (4,5 en 17 inch) in lengte, en de standaardformaten
5,5 x 8,5 inch KKE/LKE en 7,25 x 10,5 inch KKE/LKE. De documenten moeten zich in
goede staat bevinden. Verwijder alle nietjes en paperclips alvorens de documenten te
plaatsen.
OPMERKING: Om het risico van papierstoringen te verminderen, kunnen gevouwen
of gekreukelde documenten het beste via de glasplaat worden gekopieerd.
OPMERKING: Er kunnen papierstoringen optreden wanneer originelen met een
afwijkend formaat in de documentinvoer worden geplaatst, terwijl de toepassing
origineelformaat is ingesteld op [Auto-registratie]. Wij raden u in dat geval aan een
keuzepapierformaat in te voeren. Voor meer informatie, zie Origineelformaat op pagina 54.
Het apparaat kan gemengde originelen achter elkaar scannen via de AOD. Leg de
documenten tegen de bovenhoek van de AOD.
Voor informatie over het kopiëren van gemengde origineelformaten via de AOD, zie
Gemengde origineelformaten op pagina 54.
1.Verwijder alle nietjes en
paperclips alvorens de
documenten in de AOD in te
voeren.
2.Plaats de documenten netjes
met de beeldzijde omhoog in de
AOD, waarbij u de linkerrand
uitlijnt met de AOD-lade. Plaats
de eerste pagina bovenop met
de koppen naar de achterkant of de linkerkant van het apparaat.
3.Plaats de geleiders zodanig dat ze de randen van de documenten net raken.
40
Wanneer [Autom. papierselectie] is geselecteerd in [Papierinvoer], selecteert het
apparaat automatisch een geschikte papierlade voor het documentformaat.
De geselecteerde lade, het papierformaat en de papierrichting in de geselecteerde
lade worden op het scherm aangegeven.
OPMERKING: Deze toepassing is beschikbaar wanneer het apparaat een geschikte
lade vindt. Als er geen geschikte lade is, kunt u handmatig een lade selecteren of lade
5 (handmatige invoer) gebruiken. Voor meer informatie over ladeselectie, zie
Papierinvoer op pagina 45.
Page 49
Glasplaat
Kopiëren - procedure
In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van een document op de glasplaat
beschreven.
De glasplaat wordt gebruikt voor een enkele pagina of een ingebonden document met
een maximumbreedte van 297 mm (11,7 inch) en een maximumlengte van 432 mm
(17 inch).
OPMERKING: Controleer voordat u het document op de glasplaat legt, of het
aanraakscherm gereed is. Als u het document op de glasplaat legt voordat het
aanraakscherm gereed is, wordt het papierformaat mogelijk niet juist geregistreerd.
1.Til de AOD of de afdekklep op.
2.Plaats het origineel met de
beeldzijde naar beneden op de
glasplaat, op gelijke hoogte met
de punt van de registratiepijl,
linksboven op de glasplaat.
3.Laat de AOD of de afdekklep zakken.
2. Selecteer de toepassingen
OPMERKING: De toepassingen die op de kopieerschermen worden weergegeven,
variëren, afhankelijk van de configuratie van uw apparaat.
1.Druk op de toets <Alle functies>
op het bedieningspaneel.
2.Selecteer [Kopiëren] op het
scherm Alle functies.
Toets <Alles wissen>Toets <Alle functies>
41
Page 50
3 Kopiëren
OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld,
kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld)
moet invoeren. Als u hulp nodig heeft, neemt u contact op met de systeembeheerder.
3.Stel de gewenste toepassingen op elk tabblad in. Wanneer [Meer] wordt
geselecteerd, selecteert u [Opslaan] om de geselecteerde toepassing te
bevestigen of [Annuleren] om terug te keren naar het vorige scherm.
Voor informatie over de op elk tabblad beschikbare toepassingen kunt u de volgende
informatie raadplegen:
Kopiëren – pagina 43
Afdrukkwaliteit – pagina 50
Opmaakaanpassing – pagina 52
Afdrukopmaak – pagina 57
Opdracht samenstellen – pagina 68
3. Voer het aantal in
Het maximumaantal afdrukken is 999.
1.Voer het aantal afdrukken via de
cijfertoetsen in. Het ingevoerde
aantal wordt in de
rechterbovenhoek van het
aanraakscherm weergegeven.
OPMERKING: Druk op de toets <C>
om een incorrecte invoer te
annuleren. Voer het correcte aantal
in.
4. Start de kopieeropdracht
1.Druk op de toets <Start>. Elk
document wordt gescand. Het
resterende aantal kopieën wordt
in de rechterbovenhoek van het
aanraakscherm weergegeven.
Toets <C>
Toets <Start>
42
Als de AOD of glasplaat gereed is, kunt u tijdens het kopiëren alvast het volgende
document scannen of de volgende opdracht programmeren. U kunt de volgende
opdracht ook programmeren wanneer het apparaat bezig is met opwarmen.
Page 51
5. Controleer de status van de kopieeropdracht
1.Druk via het bedieningspaneel
op de toets <Opdrachtstatus>
om het scherm [Actieve
opdrachten] weer te geven.
De kopieeropdracht in de wachtrij wordt getoond. Als de opdracht niet wordt
weergegeven, kan het zijn dat deze al is verwerkt.
Raadpleeg het hoofdstuk Job Status (opdrachtstatus) in de System Administration
Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
6. Een kopieeropdracht stoppen
Volg onderstaande stappen om de geactiveerde kopieeropdracht handmatig te
annuleren.
Kopiëren
Kopiëren
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Stop> om de
huidige kopieeropdracht tijdelijk
stop te zetten.
Toets <Stop>
2.Druk zo nodig op de toets
<Opdrachtstatus> om het
tabblad [Actieve opdrachten] te
openen. Druk op de toets
<Toepassingen> om het tabblad
[Actieve opdrachten] te verlaten.
3.Selecteer in het weergegeven scherm [Stoppen/Onderbreken] de toets
[Annuleren] om de tijdelijk stopgezette kopieeropdracht te verwijderen.
OPMERKING: Als u de opdracht wilt hervatten, selecteert u [Hervatten] op het
scherm [Stoppen/Onderbreken].
In dit deel worden de toepassingen op het scherm [Kopiëren] beschreven. Voor
informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende informatie
raadplegen:
Verkleinen/vergroten – pagina 44
Papierinvoer – pagina 45
2-zijdig kopiëren – pagina 47
Aflevering kopieën – pagina 48
43
Page 52
3 Kopiëren
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
2.Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
3.Stel de gewenste toepassing in.
4.Selecteer [Opslaan].
Verkleinen/vergroten
Met deze toepassing kunt u kopieën verkleinen of vergroten met een gespecificeerd
percentage van 25-400%.
1.Selecteer de toepassing
[Verkleinen/vergroten] op het
scherm [Kopiëren].
Meer
Het scherm [Verkleinen/vergroten] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm
[Verkleinen/vergroten] op pagina 44.
Scherm [Verkleinen/vergroten]
Biedt extra verkleinings-/vergrotingsopties.
OPMERKING: De op dit scherm weergegeven opties variëren, afhankelijk van de
geselecteerde papierformaatserie.
Proportioneel %
•Tekstvak - Hiermee kunt u het
gewenste verkleinings-/
vergrotingspercentage met de
schuiftoetsen bepalen. U kunt de
waarde ook invoeren door het
tekstvak aan te raken en de cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken.
De waarde kan worden ingesteld tussen 25-400% in stappen van 1%.
•100% - Kopieert in hetzelfde formaat als het originele document.
•Auto % - Verkleint/vergroot het beeld op het document automatisch tot een formaat
dat op het geselecteerde papierformaat past.
44
•Voorinstellingen - Hiermee kunt u uit zeven vooringestelde vergrotings-/
verkleiningspercentages kiezen. De voorinstellingen worden door de
systeembeheerder ingesteld.
Onafhankelijk X-Y %
Hiermee kunt u in stappen van 1% een verkleinings-/vergrotingspercentage van 25400% apart invoeren voor de lengte en breedte.
•Breedte - X%, Lengte - Y% - Hiermee kunt u de gewenste verkleinings-/
vergrotingspercentages voor de breedte en lengte met de schuiftoetsen bepalen.
U kunt de waarden ook invoeren door de tekstvakken aan te raken en de
cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken. De waarden kunnen worden
ingesteld tussen 25-400% in stappen van 1%.
Page 53
Kopiëren
•Vergr. X- Y% - Hiermee wordt dezelfde percentageaanpassing voor zowel de
breedte als de lengte aangegeven.
•Breedte: 100%, Lengte 100% - Hiermee stelt u het verkleinings-/
vergrotingspercentage voor zowel de breedte als de lengte op 100% in.
•Auto - Hiermee wordt het verkleinings-/vergrotingspercentage apart ingesteld voor
de breedte en lengte, zodat het beeld op het papier past.
•Gehele beeld X-Y% - Hiermee wordt de toepassing [Auto] ingeschakeld en wordt
het beeld van het document verkleind tot net iets kleiner dan het verkleinings-/
vergrotingspercentage, zodat het hele beeld op het papier wordt gekopieerd.
•Breedte: 50%, Lengte: 100% - Hiermee stelt u het verkleinings-/
vergrotingspercentage van de breedte in op 50% en van de lengte op 100%.
OPMERKING: De bovenstaande opties worden weergegeven als de
papierformaatserie is ingesteld op [Serie A/B]. Wanneer [Serie in inch] of een andere
papierformaatserie is geselecteerd, zijn de weergegeven opties anders. Raadpleeg
het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels)
voor meer informatie over het wijzigen van de papierformaatseries.
OPMERKING: Wanneer [Auto %] is geselecteerd, wordt lade 1 automatisch
geselecteerd, zelfs wanneer [Autom. papierselectie] in [Papierinvoer] is geselecteerd.
Papierinvoer
De beschikbare papierladen worden op het aanraakscherm getoond, samen met het
formaat van het afdrukmateriaal en de vooringestelde richting voor iedere lade.
Wanneer het formaat van of het soort afdrukmateriaal in een lade wordt gewijzigd,
moet de systeembeheerder de lade dienovereenkomstig opnieuw programmeren.
Neem voor meer informatie over het herprogrammeren van de lade contact op met de
systeembeheerder.
Raadpleeg het hoofdstuk Paper and Other Media (papier en andere media) in de
System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie over de formaten en
soorten papier die door het apparaat worden ondersteund.
1.Selecteer een vooringestelde
Meer
Het scherm [Papierinvoer] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Papierinvoer]
op pagina 46.
toets of [Meer] voor de
toepassing [Papierinvoer] op het
scherm [Kopiëren].
45
Page 54
3 Kopiëren
Scherm [Papierinvoer]
Hiermee kunt u een papierlade selecteren uit de vooringestelde laden, waaronder
lade 5 (handmatige invoer).
Voorinstellingen
Hiermee kunt u een papierlade
selecteren uit een van de drie door
de systeembeheerder
vooringestelde laden. Ook het
ladenummer, het papierformaat en
de papierrichting worden voor alle laden getoond.
5 J
Geeft het scherm [Lade 5] weer wanneer een papierformaat en -soort niet vooraf door
de systeembeheerder zijn ingesteld. Voor meer informatie, zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Autom. papierselectie
Hiermee kunt u automatisch een geschikte lade selecteren op basis van het
documentformaat, de ingestelde verkleining of vergroting en de instellingen van
hiermee samenhangende toepassingen.
OPMERKING: Wanneer [Papierinvoer] is ingesteld op [Autom. papierselectie], wordt
[Verkleinen/vergroten] automatisch ingesteld op [100%] en kan [Auto %] niet worden
geselecteerd.
Scherm [Lade 5]
U kunt lade 5 (handmatige invoer) tijdelijk gebruiken om papier te plaatsen dat niet
vanuit lade 1 tot en met 4 kan worden ingevoerd. U kunt een stapel papier tot maximaal
10 mm (0,4 inch) (dat zijn ongeveer 95 vellen papier van 80 g/m²) in lade 5 (handmatige
invoer) plaatsen.
Papierformaat
•Auto-formaatregistratie - Het
•Standaardformaat - De
papierformaat wordt automatisch
herkend.
vooringestelde papierformaten worden op het aanraakscherm getoond, waar u het
gewenste papierformaat kunt selecteren. De voorinstellingen worden door de
systeembeheerder ingesteld.
46
•Keuzeformaat - Hiermee kunt u met de schuiftoetsen de breedte en lengte van het
papier aangeven in stappen van 1 mm (0,1 inch). Het toegestane bereik aan
papierformaten ligt tussen 89 en 297 mm (3,5-11,7 inch) voor de breedte en 99-432
mm (3,9-17 inch) voor de lengte.
Papiersoort
Toont de vooringestelde papiersoorten op het aanraakscherm, waar u de gewenste
papiersoort kunt selecteren. De voorinstellingen worden door de systeembeheerder
ingesteld. De instelling is tijdelijk en geldt alleen voor de huidige kopieeropdracht.
Page 55
2-zijdig kopiëren
Met deze toepassing kunt u automatisch 1-zijdige of 2-zijdige kopieën maken van
1-zijdige of 2-zijdige documenten.
OPMERKING: Voordat u deze toepassing kunt gebruiken, moet de documentrichting
worden ingesteld op [Origineelrichting] in het scherm [Opmaakaanpassing].
OPMERKING: De 2-zijdige kopieeroptie kan niet met de volgende papiersoorten
worden gebruikt: transparanten, licht papier, zwaar papier, etiketten, bankpostpapier
en papier dat al aan één kant is bedrukt.
1.Selecteer een vooringestelde
toets of [Meer] voor de
toepassing [2-zijdig afdrukken]
op het scherm [Kopiëren].
Meer
Het scherm [2-zijdig kopiëren] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [2-zijdig
kopiëren] op pagina 47.
Kopiëren
Scherm [2-zijdig kopiëren]
Hiermee kunt u de opties voor 2-zijdig kopiëren, de invoerrichting van het document en
de richting van het origineel selecteren.
OPMERKING: Wanneer de
glasplaat wordt gebruikt voor
[1 J 2-zijdig] of [2 J 2-zijdig],
verschijnt er een bericht wanneer
het apparaat klaar is voor het
scannen van het volgende
document.
1 J 1-zijdig
Maakt een enkelzijdige kopie van een enkelzijdig document.
1 J 2-zijdig
Maakt een 2-zijdige kopie van een enkelzijdig document.
2 J 2-zijdig
Maakt een 2-zijdige kopie van een 2-zijdig document.
2 J 1-zijdig
Maakt een 1-zijdige kopie van een 2-zijdig document.
Zijde 2 roteren
Roteert zijde 2 van de afdrukken kop/staart.
OPMERKING: Dit selectievakje is beschikbaar voor alle opties behalve [1 J 1-zijdig].
47
Page 56
3 Kopiëren
Aflevering kopieën
Met deze toepassing kunt u de afgeleverde kopieën sorteren. Als een optionele
afwerkeenheid is geïnstalleerd, kan er ook worden geniet, geperforeerd en/of
gevouwen. U kunt de niet- en/of perforatiepositie op de aflevering selecteren.
OPMERKING: De toepassingen die op het scherm worden weergegeven, variëren,
afhankelijk van of er al dan niet een afwerkeenheid op het apparaat is geïnstalleerd, of
de geïnstalleerde afwerkeenheid een LX-kantoorafwerkeenheid of een geïntegreerde
kantoorafwerkeenheid is en welke opties er op de afwerkeenheid zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Als het apparaat geen papier van het juiste formaat bevat wanneer de
niet- en/of perforatietoepassing op een kopieer- of afdrukopdracht wordt toegepast,
kan er een papierformaatfout optreden. Wanneer dit gebeurt, bevat de afwerkeenheid
het papier dat tot dan toe is verwerkt, maar dat het verkeerde formaat heeft. Als er een
bericht op het apparaat verschijnt, waarin wordt gemeld dat het papier dat in de lade is
geplaatst, verschilt van de instellingen, opent u de bovenklep van de afwerkeenheid
en verwijdert u het papier met het verkeerde formaat. Plaats vervolgens papier met
het juiste formaat in de lade en start de opdracht opnieuw. Als u alleen ander papier in
de lade plaatst en doorgaat met de opdracht zonder het verwerkte papier uit de
afwerkeenheid te halen, dan zal het apparaat het verkeerde papier dat zich nog in de
afwerkeenheid bevindt, aan het correcte papier uit de lade nieten en/of al het papier
perforeren.
1.Selecteer een vooringestelde
toets of [Meer] voor de
toepassing [Aflevering kopieën]
op het scherm [Kopiëren].
OPMERKING: U ziet het scherm
dat hier rechts wordt weergegeven,
als de LX-kantoorafwerkeenheid is geïnstalleerd. Als de geïntegreerde
kantoorafwerkeenheid is geïnstalleerd of als er geen afwerkeenheid is geïnstalleerd,
ziet u een ander scherm.
Sets
Het aangegeven aantal sets wordt in dezelfde volgorde als de documenten afgeleverd.
Andere setopties zijn beschikbaar via het scherm [Aflevering kopieën]. Voor meer
informatie, raadpleeg Scherm [Aflevering kopieën] op pagina 49.
1 nietje
Er wordt één nietje in de linkerbovenhoek van uw kopieën bevestigd. Andere nietopties
zijn beschikbaar via het tabblad [Aflevering kopieën]. Voor meer informatie, raadpleeg
Scherm [Aflevering kopieën] op pagina 49.
Vouwen
48
Het scherm [Vouwen] verschijnt. Hier kunt u een vouwoptie voor uw kopieën kiezen.
OPMERKING: Als u een document met deze toepassing kopieert, mag u de kopieën
pas uit de opvangbak halen als de kopieeropdracht is voltooid.
•Niet vouwen - De vouwfunctie wordt uitgeschakeld.
•1 vouw - Maakt een vouwlijn op elk vel in de aflevering, zodat het vel gemakkelijk
kan worden gevouwen.
Page 57
Katern maken
Het scherm [Katern maken] verschijnt. Deze toepassing is precies hetzelfde als [Katern
maken] op het tabblad [Afdrukopmaak]. Raadpleeg Katern maken op pagina 58. voor
meer informatie.
Perforeren en meer
Het scherm [Aflevering kopieën] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm
[Aflevering kopieën] op pagina 49.
OPMERKING: [Perforeren en meer] verschijnt als de LX-kantoorafwerkeenheid is
geïnstalleerd. Als de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid is geïnstalleerd of als er
geen afwerkeenheid is geïnstalleerd, ziet u in plaats daarvan [Meer].
Scherm [Aflevering kopieën]
Hiermee kunt u de niet- en/of perforatiepositie en de sorteermethode voor uw
aflevering selecteren en de opvangbak aangeven.
OPMERKING: U ziet het scherm
dat hier rechts wordt weergegeven,
als de LX-kantoorafwerkeenheid is
geïnstalleerd. Als de geïntegreerde
kantoorafwerkeenheid is
geïnstalleerd of als er geen
afwerkeenheid is geïnstalleerd, ziet u een ander scherm.
Kopiëren
Papierinvoer
Het scherm [Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een papierlade voor uw
kopieeropdracht.
Nietje
Hiermee kunt u de nietpositie aangeven.
•Geen nietje - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•1 nietje - Er wordt één nietje in de linkerbovenhoek van de kopieën bevestigd.
•2 nietjes (links) - Er worden twee nietjes langs de linkerrand van de kopieën
bevestigd.
•2 nietjes (boven) - Er worden twee nietjes langs de bovenrand van de kopieën
bevestigd.
OPMERKING: Als de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid is geïnstalleerd of als er
geen afwerkeenheid is geïnstalleerd, zijn de opties [2 nietjes (links)] en [2 nietjes
(boven)] niet beschikbaar.
Perforeren
Hiermee kunt u de perforatiepositie aangeven.
OPMERKING: Als de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid is geïnstalleerd of als er
geen afwerkeenheid is geïnstalleerd, zijn de opties voor [Perforeren] niet beschikbaar.
•Geen perforatie - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•2 gaatjes - Er worden twee gaatjes in de linkerrand van de kopieën gemaakt.
•3 gaatjes - Er worden drie gaatjes in de linkerrand van de kopieën gemaakt.
•Boven - Als u [2 gaatjes] of [3 gaatjes] selecteert en dit selectievakje kiest, worden
er twee of drie gaatjes in de bovenrand van de kopieën gemaakt.
49
Page 58
3 Kopiëren
OPMERKING: De bovenstaande perforatie-opties worden weergegeven wanneer de
perforator voor 2 en 3 gaatjes is geïnstalleerd. Wanneer de perforator voor 2 en 4
gaatjes is geïnstalleerd, zijn de opties [Geen perforaties], [2 gaatjes], [4 gaatjes] en
[Boven] beschikbaar. Wanneer de perforator voor 4 gaatjes is geïnstalleerd, zijn de
opties [Geen perforaties], [4 gaatjes] en [Boven] beschikbaar.
Sets
•Sets - Het aangegeven aantal sets wordt in dezelfde
volgorde als de documenten afgeleverd. Bijvoorbeeld:
twee kopieën van een document met drie pagina's
worden afgeleverd in de volgorde 1-2-3, 1-2-3.
•Stapels - De kopieën worden in stapels afgeleverd
op basis van het aantal benodigde kopieën van ieder
document. Bijvoorbeeld: twee kopieën van een
document met drie pagina's worden afgeleverd in de
volgorde 1-1, 2-2, 3-3. Nieten is niet beschikbaar
wanneer [Stapels] is geselecteerd.
•Met scheidingsvellen - De kopieën worden in stapels afgeleverd op basis van het
aantal benodigde kopieën van elk document. Elke stapel wordt gescheiden door
een scheidingsvel. Selecteer de toets [Papierinvoer] om de papierlade met daarin
de scheidingsvellen aan te geven. Nieten is niet beschikbaar wanneer [Met
scheidingsvellen] is geselecteerd.
Afleveringsbestemming
Het scherm [Afleveringsbestemming] verschijnt. Selecteer een opvangbak voor de
kopieeropdracht.
Afdrukkwaliteit
In dit deel worden de toepassingen beschreven waarmee de kwaliteit van het
afdrukbeeld kan worden aangepast. Voor meer informatie over de beschikbare
toepassingen, kunt u de volgende informatie raadplegen:
Origineelsoort – pagina 51
Beeldopties – pagina 51
Achtergrondonderdrukking – pagina 52
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
50
2.Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
3.Selecteer het tabblad
[Afdrukkwaliteit].
4.Stel de gewenste toepassing in.
5.Selecteer [Opslaan].
Page 59
Origineelsoort
Met deze toepassing verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit door de origineelsoort van de
originele documenten te selecteren.
1.Selecteer [Origineelsoort] op het
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Tekst
Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die alleen tekst bevatten,
zodat de tekst scherp wordt gekopieerd.
Foto & tekst
Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die tekst en foto's bevatten.
Er wordt automatisch onderscheid gemaakt tussen tekst en foto's, en er wordt een
geschikte kwaliteitsmode voor afzonderlijke gebieden geselecteerd.
Afdrukkwaliteit
scherm [Afdrukkwaliteit].
Beeldopties
Foto
Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die alleen foto's bevatten.
Lichte tekst
Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die lichte tekst bevatten, zoals
tekst die met potlood is geschreven.
Tekst op doorzichtig papier
Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die gebruik maken van
doorzichtig papier.
OPMERKING: [Tekst op doorzichtig papier] is alleen beschikbaar wanneer
[Systeeminstellingen] > [Instellingen Kopiëren] > [Kopieerbeheer] >
[Origineeltype - Doorschijnend papier] is ingeschakeld.
Met behulp van deze toepassing kunt u de helderheid en scherpte voor
kopieerdocumenten aanpassen.
1.Selecteer [Beeldopties] op het
scherm [Afdrukkwaliteit].
2.Selecteer de gewenste niveaus.
3.Selecteer [Opslaan].
Lichter/donkerder
Hiermee kunt u de kopieerdensiteit aanpassen met behulp van zeven niveaus tussen
[Lichter] en [Donkerder]. De kopieerdensiteit wordt hoger naarmate het niveau
[Donkerder] is en lager naarmate het niveau [Lichter] is.
Scherpte
Hiermee kunt u de kopieerscherpte aanpassen met behulp van vijf niveaus tussen
[Scherper] en [Zachter]. De scherpte van contouren wordt vergroot naarmate het
niveau [Scherper] is en wordt verkleind naarmate het niveau [Zachter] is.
51
Page 60
3 Kopiëren
Achtergrondonderdrukking
Met deze toepassing worden achtergrondkleuren en doorschijnende beelden bij
kopiëren onderdrukt.
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [Foto] is geselecteerd op
het scherm [Origineelsoort].
1.Selecteer
[Achtergrondonderdrukking] op
het scherm [Afdrukkwaliteit].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Gn onderdrukking
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Auto-onderdrukking
Automatische onderdrukking van achtergrondkleuren.
Opmaakaanpassing
In dit deel worden de toepassingen voor opmaakaanpassingen van kopieën
beschreven. Voor meer informatie over de beschikbare toepassingen, kunt u de
volgende informatie raadplegen:
Kopiëren (boek) – pagina 53
2-zijdig kopiëren (boek) – pagina 53
Origineelformaat – pagina 54
Randen wissen – pagina 55
Beeldverschuiving – pagina 55
Beeldrotatie – pagina 56
Beeld omkeren – pagina 56
Origineelrichting – pagina 57
1.Druk op de toets <Alle functies>
op het bedieningspaneel.
2.Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
3.Selecteer het tabblad
[Opmaakaanpassing].
Met de zijtabs kunt u tussen de
schermen wisselen.
52
4.Selecteer de gewenste
toepassing.
Page 61
Kopiëren (boek)
Met deze toepassing kunt u tegenover elkaar liggende pagina's van een ingebonden
document op de glasplaat in de correcte paginavolgorde kopiëren. De twee pagina's
worden op twee aparte vellen gekopieerd.
1.Selecteer [Kopiëren (boek)] op
het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
OPMERKING: De tegenover elkaar liggende pagina's van een ingebonden document
moeten horizontaal op de glasplaat worden gelegd.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Opmaakaanpassing
Eerst links dan rechts
Kopieert pagina's van een open boek van links naar rechts.
•Beide pagina's - Kopieert zowel de linker- als de rechterpagina's.
•Alleen linkerpagina - Kopieert alleen de linkerpagina's.
•Alleen rechterpagina - Kopieert alleen de rechterpagina's.
Bindrug wissen
Wist het middengedeelte van het boek, dat vaak donker wordt afgedrukt vanwege de
vouw in de pagina's. Geef het te wissen gebied in het midden van een geopend boek
met de schuiftoetsen aan binnen een bereik van 0-50 mm (0-2 inch) in stappen van
1 mm (0,04 inch).
2-zijdig kopiëren (boek)
Met behulp van deze toepassing kunt u via de glasplaat 2-zijdige kopieën maken in
dezelfde volgorde en beeldopmaak als het originele ingebonden document. Als eerste
pagina wordt automatisch een leeg vel ingevoerd.
1.Selecteer [2-zijdig kopiëren
(boek)] op het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
OPMERKING: Deze toepassing en de toepassing [Kopiëren (boek)] of
[Opbouwopdracht] kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Eerst links dan rechts
Kopieert beide pagina's van een open boek van links naar rechts.
53
Page 62
3 Kopiëren
Begin- en eindpagina's
Geeft het scherm [Begin- en eindpagina's] weer. Hier kunt u de beginpagina en de
eindpagina voor kopiëren aangeven. De paginazijden moeten aan de hand van het
ingebonden origineel worden aangegeven.
Bindrug wissen
Wist het middengedeelte van het boek, dat vaak donker wordt afgedrukt vanwege de
vouw in de pagina's. Geef het te wissen gebied in het midden van een geopend boek
met de schuiftoetsen aan binnen een bereik van 0-50 mm (0-2 inch) in stappen van 1
mm (0,04 inch).
Origineelformaat
Met behulp van deze toepassing kunt u het formaat van het document automatisch
instellen, of kiezen uit een lijst met vooringestelde formaten, of documenten van
verschillende formaten combineren. Als u een vooringesteld formaat gebruikt, worden
de documenten gekopieerd aan de hand van het aangegeven formaat, ongeacht hun
werkelijke formaat.
1.Selecteer [Origineelformaat] op
het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Auto-registratie
Het formaat van documenten met een standaardformaat wordt automatisch herkend.
Handmatige formaatinvoer
Hiermee kunt u een invoerformaat selecteren uit 11 vooringestelde standaardformaten
in portret- of landschapsrichting. U kunt ook een keuzeformaat selecteren met een
lengte van 15-297 mm (0,6-11,7 inch) en een breedte van 15-432 mm (0,6-17,0 inch).
De voorinstellingen worden door de systeembeheerder ingesteld.
Gemengde origineelformaten
Hiermee kunt u documenten van verschillende origineelformaten kopiëren. Het
apparaat registreert de gemengde origineelformaten automatisch en kopieert ieder
document met hetzelfde formaat als de originelen. Plaats documenten van
verschillende formaten met de linkerbovenhoeken uitgelijnd in de AOD.
54
OPMERKING: Originelen van 5,5 × 8,5 inch en A5-formaat moeten in portretrichting
worden geplaatst.
OPMERKING: Controleer of de richting van de documenten en de instelling
[Origineelrichting] op het scherm [Opmaakaanpassing] hetzelfde zijn.
Page 63
Randen wissen
Met deze toepassing kunt u ongewenste markeringen, zoals perforatiegaten, op iedere
rand van de kopie verwijderen.
OPMERKING: Controleer of de richting van de documenten en de instelling
[Origineelrichting] op het scherm [Opmaakaanpassing] hetzelfde zijn.
1.Selecteer [Randen wissen] op
het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Alle randen
Er wordt eenzelfde hoeveelheid van alle vier de randen in uw document gewist. Als u
geen randen wilt wissen, selecteert u [Parallelle randen] en kiest u 0,0 met de
schuiftoetsen.
Opmaakaanpassing
Parallelle randen
Hiermee kunt u de hoeveelheid te wissen rand voor de boven- en onderranden en/of
de linker- en rechterranden aangeven. U kunt maximaal 50 mm (2 inch) van elke rand
wissen.
Beeldverschuiving
Met deze toepassing kunt u de positie van het beeld op het kopieerpapier wijzigen.
OPMERKING: Controleer of de richting van de documenten en de instelling
[Origineelrichting] op het scherm [Opmaakaanpassing] hetzelfde zijn.
OPMERKING: Hoeveel het beeld kan worden verschoven is afhankelijk van het
papierformaat dat in het apparaat is geplaatst.
OPMERKING: Wanneer [Gemengde origineelformaten] is geselecteerd, wordt de
verschuivingswaarde bepaald door de positie van het beeld op het eerste vel. Deze
waarde wordt dan op alle volgende pagina's toegepast.
1.Selecteer [Beeldverschuiving]
op het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Geen verschuiving
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Auto-centreren
Plaatst het beeld automatisch in het midden van het kopieerpapier.
Kantlijnverschuiving
Verplaatst het beeld volgens de aangegeven afstand naar boven/onder en links/rechts
op het kopieerpapier. Voor beide afmetingen kunt u maximaal 50 mm (2 inch) invoeren.
55
Page 64
3 Kopiëren
Als met uw apparaat 2-zijdige kopieën kunnen worden gemaakt, kunt u de
onderstaande opties selecteren voor zowel zijde 1 als zijde 2.
•Zijde 1 - Hiermee kunt u het beeld op zijde 1 verplaatsen. Voor beide richtingen kan
•Zijde 2 - Hiermee kunt u het beeld op zijde 2 verplaatsen. Voor beide richtingen kan
•Spiegelen t.o.v. zijde 1 - Plaatst automatisch een spiegelbeeld van zijde 1 op zijde 2.
Beeldrotatie
Met deze toepassing kunt u het beeld automatisch roteren, zodat de beeldrichting
overeenkomt met de papierrichting in de lade.
1.Selecteer [Beeldrotatie] op het
2.Selecteer de gewenste optie.
met de schuiftoetsen een verschuiving van maximaal 50 mm (2 inch) worden
ingegeven.
met de schuiftoetsen een verschuiving van maximaal 50 mm (2 inch) worden
ingegeven.
scherm [Opmaakaanpassing].
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Altijd aan
Roteert het beeld automatisch naar wens zodat het op het geselecteerde kopieerpapier
past.
Aan tijdens Auto
Roteert het beeld automatisch naar wens zodat het op het geselecteerde kopieerpapier
past. Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [Autom. papierselectie] is
geselecteerd in de toepassing [Papierinvoer] of als [Auto %] is geselecteerd in de
toepassing [Verkleinen/vergroten].
Beeld omkeren
Met behulp van deze toepassing kunt u het beeld spiegelen en negatieven maken van
het beeld op de kopieën.
1.Selecteer [Beeld omkeren] op
het scherm
[Opmaakaanpassing].
56
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Spiegelbeeld
Hiermee kunt u een spiegelbeeld van het document maken.
•Normaal beeld - Selecteer deze optie voor normale beeldaflevering.
•Spiegelbeeld - Maakt een spiegelbeeld van het origineel op de kopieën.
Page 65
Negatief beeld
Hiermee kunt u een negatief beeld van het document maken.
•Positief beeld - Selecteer deze optie voor normale positieve beeldaflevering.
•Negatief beeld - Maakt een negatief beeld van het origineel op de kopieën. Alle
zwarte beelden op de pagina worden in wit omgezet en alle witte beelden in zwart.
Origineelrichting
Met deze toepassing kunt u de richting van de documenten aangeven. De
documentrichting moet worden aangegeven voordat u gebruik kunt maken van de
toepassingen [Beeldverschuiving], [Randen wissen], [X-op-1], [Beeld herhalen],
[Notities] en [Katern maken].
1.Selecteer [Origineelrichting] op
het scherm
[Opmaakaanpassing].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Afdrukopmaak
Staande beelden
Selecteert de verticale richting, waarbij de bovenzijde van het document naar de
achterkant van het apparaat is gericht.
Liggende beelden
Selecteert de horizontale richting, waarbij de bovenzijde van het document naar de
linkerkant van het apparaat is gericht.
Afdrukopmaak
In dit deel worden de toepassingen beschreven waarmee het uiterlijk van een
kopieeropdracht kan worden verbeterd. Voor meer informatie over de beschikbare
toepassingen, kunt u de volgende informatie raadplegen:
Katern maken – pagina 58
Omslagen – pagina 61
Transparantopties – pagina 61
Pagina-opmaak – pagina 62
Poster – pagina 63
Notities – pagina 64
Watermerk – pagina 66
ID-kaart kopiëren – pagina 67
1.Druk op de toets <Alle functies>
op het bedieningspaneel.
2.Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
57
Page 66
3 Kopiëren
3.Selecteer het tabblad
4.Selecteer de gewenste
5.Selecteer [Opslaan].
Katern maken
Met behulp van deze toepassing kunt u katernen met meerdere pagina's maken van
een set 1- of 2-zijdige originelen. Elk beeld wordt verkleind en juist geplaatst, zodat de
gevouwen afdrukken in de juiste volgorde verschijnen en als katern kunnen worden
gelezen.
OPMERKING: Indien het aantal documentpagina's een veelvoud van vier is, bevat
het katern geen blanco pagina's. Anders zullen de extra pagina's in het katern blanco
zijn.
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [Sets] in [Aflevering
kopieën] is geselecteerd.
[Afdrukopmaak]. Met de zijtabs
kunt u tussen de schermen
wisselen.
toepassing.
OPMERKING: U mag de kopieën pas uit de opvangbak halen, als de kopieeropdracht
is voltooid.
1.Selecteer [Katern maken] op het
scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Een links/boven ingebonden katern maken
Maakt een katern van een document. Beelden worden automatisch op een bepaalde
volgorde geplaatst, zodat de kopieën na het vouwen boven of links kunnen worden
ingebonden.
Katern kopiëren
Hiermee kunt u katernvellen zodanig kopiëren dat de volgorde van de beelden
behouden blijft. Met de optie [Vouwen en nieten] worden de kopieën zodanig
ingebonden, dat hetzelfde soort als het origineel kan worden gemaakt.
58
Rand verschuiven
Het scherm [Katern maken - Bindrug instellen] verschijnt. Voor meer informatie, zie
Scherm [Katern maken - Bindrug instellen] op pagina 59.
Omslagen
Het scherm [Katern maken - Omslagen] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm
[Katern maken - Omslagen] op pagina 59.
Page 67
Aflevering splitsen
Het scherm [Katern maken - Aflevering splitsen] verschijnt. Voor meer informatie, zie
Scherm [Katern maken - Aflevering splitsen] op pagina 60.
Vouwen en nieten
Het scherm [Katern maken - Vouwen en nieten] verschijnt. Voor meer informatie, zie
Scherm [Katern maken - Vouwen en nieten] op pagina 60.
Afleveringsbestemming
Het scherm [Afleveringsbestemming] verschijnt. Selecteer een opvangbak voor de
kopieeropdracht.
Laatste pagina op achteromslag
De laatste pagina van het originele document wordt gebruikt als achteromslag van het
katern. Wanneer [Aflevering splitsen] wordt gebruikt voor het splitsen van katernen, is
de omslag de laatste pagina van de laatste subset.
Scherm [Katern maken - Bindrug instellen]
Afdrukopmaak
Hiermee kunt u de middenmarge aangeven in stappen van 1 mm (0,04 inch) tussen 0
en 50 mm (0-2 inch). Gebruik hiervoor de schuiftoetsen op het scherm of de
cijfertoetsen op het bedieningspaneel.
Scherm [Katern maken - Omslagen]
Hiermee kunt u een omslag toevoegen aan de katern. Wanneer de afdrukken worden
dubbelgevouwen om een katern te vormen, wordt de omslag op de voor- en achterkant
geplaatst.
Uit
Maakt een katern zonder een
omslag.
Aan
Uit de lade met omslagen wordt een omslag aan het katern toegevoegd. Wanneer Aan
is geselecteerd, wordt de optie [Omslagen] beschikbaar.
Omslagen
•Blanco omslagen - Er wordt een blanco omslag aan het katern toegevoegd.
•Vooromslag - 2-zijdig - De eerste en laatste pagina van het document worden op de
omslagen afgedrukt. Voeg blanco vellen aan de documentset toe als u wilt dat de
binnenzijde van de voor- en achteromslag blanco blijft.
59
Page 68
3 Kopiëren
Papierinvoer
Het scherm [Katern maken - Omslagen - Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een van
de voorinstellingen om [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen] aan te geven.
Het papier in de geselecteerde laden voor [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen]
moet van hetzelfde formaat zijn en in landschapsrichting worden ingesteld. Voor meer
informatie over lade 5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Afhankelijk van de op het apparaat geïnstalleerde laden, kan de naam van deze toets
anders zijn.
Scherm [Katern maken - Aflevering splitsen]
Hiermee kunt u een groot katern in meerdere katernen onderverdelen.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Aan
Het katern wordt onderverdeeld in
kleinere sets. Voer het aantal vellen voor elke subset in met behulp van de
schuiftoetsen. U kunt het aantal ook invoeren door het tekstvak aan te raken en de
cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken.
Scherm [Katern maken - Vouwen en nieten]
Hiermee kunt u het katern vouwen en nieten.
Nt vouwen/nieten
De toepassingen Vouwen en Nieten
worden uitgeschakeld.
Alleen vouwen
Maakt een vouwlijn op elk vel van het katern, zodat het vel gemakkelijk kan worden
gevouwen.
Vouwen/nieten
Maakt een vouwlijn op elk vel van het katern, zodat het vel gemakkelijk kan worden
gevouwen, en niet de vellen aan elkaar.
60
Page 69
Omslagen
Afdrukopmaak
Met behulp van deze toepassing kunt u een voor- en/of achteromslag aan een
kopieeropdracht toevoegen.
OPMERKING: Als het geheugen van het apparaat tijdens het scannen van een
document vol raakt terwijl deze toepassing is ingeschakeld, dan volgt u de instructies
op het scherm om de opdracht te annuleren. Verwijder de opgeslagen documenten of
verminder het aantal pagina's om geheugen vrij te maken en probeer het opnieuw.
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [Stapels] of [Met
scheidingsvellen] is geselecteerd in [Aflevering kopieën].
1.Selecteer [Omslagen] op het
scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Geen omslagen
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Alleen vooromslag
Voegt een vooromslag toe voor de eerste pagina van het document. Hiervoor kan een
andere papiersoort dan de tekstpagina's worden gebruikt.
Voor- en achteromslag
Voegt omslagen toe voor de eerste en laatste pagina van het document. Hiervoor kan
een andere papiersoort dan de tekstpagina's worden gebruikt.
Omslagen
•Blanco omslagen - Er wordt een blanco omslag aan de documenten toegevoegd.
•Bedr. omslagen - De eerste en laatste pagina van de documentset worden op de
omslagen afgedrukt. Voeg blanco vellen aan de documentset toe als u wilt dat de
binnenzijde van de voor- en achteromslag blanco blijft.
Papierinvoer
Het scherm [Omslagen - Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een van de
voorinstellingen om de [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen] aan te geven.
Het papier in de geselecteerde laden voor [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen]
moet van hetzelfde formaat zijn en in dezelfde richting liggen. Voor meer informatie
over lade 5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Afhankelijk van de op het apparaat geïnstalleerde laden, kan de naam van deze toets
anders zijn.
Transparantopties
Met behulp van deze toepassing kunt u blanco scheidingsvellen tussen documenten
invoegen wanneer u kopieert op transparanten, of wanneer u papieren sets voor
handouts maakt. Handouts kunnen 1- of 2-zijdig zijn en geniet worden.
61
Page 70
3 Kopiëren
1.Selecteer [Transparantopties]
op het scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Geen sch.vellen transparanten
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Blanco sch.vellen transparanten
Er wordt een blanco scheidingsvel tussen elke transparant geplaatst. Er wordt slechts
één set kopieën gemaakt.
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [1 J 2-zijdig] of
[2 J 2-zijdig] wordt geselecteerd bij [2-zijdig kopiëren].
Blanco scheidingsvellen & handouts
Er wordt een set transparanten met blanco scheidingsvellen gekopieerd, samen met
het vereiste aantal papieren sets voor handouts.
Transparantenset & handouts
Er wordt een set transparanten zonder scheidingsvellen gekopieerd, samen met het
vereiste aantal papieren sets voor handouts.
Papierinvoer
Het scherm [Transparantopties - Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een van de
voorinstellingen om [Transparantenlade] en [Lade Handouts]/[Lade sch.vellen en
handouts] aan te geven. Voor meer informatie over lade 5 (handmatige invoer),
zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Afhankelijk van de op het apparaat geïnstalleerde laden, kan de naam van deze toets
anders zijn.
Pagina-opmaak
Met behulp van deze toepassing kunt u twee, vier of acht beelden op één vel papier of
één beeld meerdere keren op één vel papier kopiëren. Het apparaat verkleint/vergroot
de beelden automatisch om ze op één pagina af te drukken.
1.Selecteer [Pagina-opmaak] op
het scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
62
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
X-op-1
•2-op-1 - Hiermee kunnen twee pagina's van het document op één vel papier worden
gekopieerd.
•4-op-1 - Hiermee kunnen vier pagina's van het document op één vel papier worden
gekopieerd.
Page 71
Afdrukopmaak
•8-op-1 - Hiermee kunnen acht pagina's van het document op één vel papier worden
gekopieerd.
•Leesvolgorde - Hiermee wordt ingesteld hoe de beelden op een pagina moeten
worden geplaatst. Voor [4-op-1] of [8-op-1] kunt u kiezen uit horizontale rijen van
links naar rechts of verticale kolommen van links naar rechts.
Beeld herhalen
•2-op-1 - Hiermee kan een beeld twee keer verticaal of horizontaal op één vel papier
worden gekopieerd.
•4-op-1 - Hiermee kan een beeld vier keer verticaal of horizontaal op één vel papier
worden gekopieerd.
•8-op-1 - Hiermee kan een beeld acht keer verticaal of horizontaal op één vel papier
worden gekopieerd.
•Auto-herhalen - Het aantal keren dat een beeld verticaal of horizontaal wordt
herhaald, wordt automatisch berekend aan de hand van het documentformaat, het
papierformaat en het vergrotings-/verkleiningspercentage.
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [Auto %] in [Verkleinen/
vergroten] is geselecteerd.
Poster
•Variabel herhalen - Met de schuiftoetsen op het scherm of de cijfertoetsen op het
bedieningspaneel kunt u aangeven hoe vaak het beeld verticaal of horizontaal moet
worden herhaald. Het beeld kan 1-23 keer verticaal herhaald worden, en 1-33 keer
horizontaal.
Met behulp van deze toepassing kunt u een origineel opsplitsen en vergroten en het
beeld op meerdere vellen afdrukken. U kunt ze vervolgens allemaal aan elkaar plakken
om een grote poster te maken.
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [1 J 1-zijdig] wordt
geselecteerd bij [2-zijdig kopiëren].
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [Sets] is geselecteerd.
1.Selecteer [Poster] op het
scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
OPMERKING: Het apparaat overlapt automatisch opgesplitste delen, zodat er kan
worden geknipt en geplakt. De overlappingsbreedte is ingesteld op 10 mm (0,4 inch).
Geen posters
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Afdrukformaat
Hiermee kunt u het formaat kiezen van de poster die u wilt maken. U kunt kiezen uit
voorinstellingen op het aanraakscherm. Het apparaat berekent automatisch de
vergroting en bepaalt hoeveel vellen er voor de opdracht nodig zijn.
63
Page 72
3 Kopiëren
Notities
Vergroting %
Gebruik de schuiftoetsen op het scherm of de cijfertoetsen op het bedieningspaneel
om het vergrotingspercentage voor de lengte en de breedte van de poster te kiezen.
Dit kan worden ingesteld tussen 100-400% in stappen van 1%. Het apparaat bepaalt
automatisch hoeveel vellen er voor de opdracht nodig zijn.
Papierinvoer
Het scherm [Poster - Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een van de voorinstellingen op
het scherm om de lade voor de opdracht aan te geven. Voor meer informatie over lade
5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Met behulp van deze toepassing kunt u de datum, paginanummers en een vooraf
ingestelde opmerking op de kopieën afdrukken.
1.Selecteer [Notities] op het
scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Opmerking
Het scherm [Opmerking] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Opmerking] op
pagina 64.
Datumstempel
Het scherm [Datumstempel] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm
[Datumstempel] op pagina 65.
Paginanummers
Het scherm [Paginanummers] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm
[Paginanummers] op pagina 65.
Indeling en stijl
Het scherm [Indeling en stijl] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Notatie en
stijl] op pagina 66.
Scherm [Opmerking]
Met behulp van dit scherm kunt u een vooraf ingestelde opmerking, zoals
'Vertrouwelijk' of 'Concept' op de kopieën afdrukken.
64
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Opmerking
De toepassing wordt ingeschakeld.
Geselect. opmerking
Selecteer de vooraf ingestelde opmerking die u op de kopieën wilt afdrukken. Als u de
geselecteerde opmerking wilt wijzigen, selecteert u de toets [Bewerken] en gebruikt u
het toetsenbord op het scherm.
Page 73
Toepassen op
Het scherm [Opmerking toepassen op] verschijnt. Kies of de opmerking wordt
afgedrukt op [Alleen eerste pagina], [Alle pagina's] of [Alle pagina's m.u.v. eerste].
Positie
Het scherm [Opmerking - Positie] verschijnt. Geef aan waar de opmerking op elke
pagina moet worden afgedrukt.
Scherm [Datumstempel]
Met behulp van dit scherm kunt u de huidige datum op de kopieën afdrukken.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Datumstempel
De toepassing wordt ingeschakeld.
Indeling
Afdrukopmaak
Selecteer de datumindeling uit [dd/mm/20jj], [mm/dd/20jj] en [20jj/mm/dd].
Toepassen op
Het scherm [Stempel toepassen op] verschijnt. Kies of de datum wordt afgedrukt op
[Alleen eerste pagina], [Alle pagina's] of [Alle pagina's m.u.v. eerste].
Positie
Het scherm [Datumstempel - Positie] verschijnt. Geef aan waar de datum op elke
pagina moet worden afgedrukt.
Scherm [Paginanummers]
Met behulp van dit scherm kunt u paginanummers of paginanummers met een
voorvoegsel op de kopieën afdrukken.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Paginanummers
Op dit scherm kunt u aangeven dat
er paginanummers op de kopieën moeten worden afgedrukt.
•Beginnummer - U kunt via de schuiftoetsen of cijfertoetsen een beginnummer
invoeren.
•Toepassen op - Het scherm [Paginanummers toepassen op] verschijnt. Selecteer
op welke pagina's er paginanummers moeten worden afgedrukt. De beschikbare
opties zijn [Alle pagina's] en [Alle pagina's m.u.v. eerste].
•Positie - Het scherm [Paginanummers - Positie] verschijnt. Geef aan waar het
paginanummer op elke pagina moet worden afgedrukt.
65
Page 74
3 Kopiëren
Bates-stempel
Op dit scherm kunt u aangeven dat er paginanummers met een voorvoegsel op de
kopieën moeten worden afgedrukt.
•Bewerken - Selecteer deze toets en voer met het weergegeven toetsenbord een
voorvoegsel voor de paginanummers in. U kunt het gewenste voorvoegsel ook in de
lijst met geregistreerde voorvoegsels kiezen.
•Toepassen op - Het scherm [Bates-stempel toepassen op] verschijnt. Geef de
pagina's aan waarop de paginanummers moeten worden afgedrukt en wat het
eerste paginanummer is. De beschikbare opties zijn [Alle pagina's] en [Alle pagina's
m.u.v. eerste].
•Positie - Het scherm [Paginanummers - Positie] verschijnt. Geef aan waar het
paginanummer op elke pagina moet worden afgedrukt.
•Aantal cijfers - Het scherm [Bates-stempel - Aantal cijfers] verschijnt. Op dit scherm
kunt u het aantal cijfers voor de paginanummers aangeven. Er worden
voorloopnullen toegevoegd, zodat het aantal cijfers dat handmatig is ingevoerd,
wordt gehaald. U kunt maximaal 9 cijfers aangeven.
Scherm [Notatie en stijl]
Watermerk
Fontgrootte
Hiermee kunt u met de schuiftoetsen
op het scherm of met de cijfertoetsen
op het bedieningspaneel de
fontgrootte van de datum,
paginanummers en opmerkingen
aangeven, binnen een bereik van 6 tot 18 punten in stappen van 1 punt.
Opties zijde 2
Hiermee kunt u de positie van de datum, paginanummers en opmerkingen op zijde 2
instellen op [Zelfde als zijde 1] of [Spiegelen t.o.v. zijde 1].
Met behulp van deze toepassing kunt u een watermerk onder het originele beeld van
de kopieën toevoegen. U kunt informatie zoals een controlenummer, vooraf ingesteld
tekst, datum en tijd, en het serienummer van het apparaat toevoegen.
1.Selecteer [Watermerk] op het
scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
66
3.Selecteer [Opslaan].
Controlenummer
Het scherm [Watermerk - Controlenummer] verschijnt. Met deze optie worden
opeenvolgende controlenummers op elke set kopieën afgedrukt. De volgende opties
zijn beschikbaar:
•Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•Aan - De toepassing wordt ingeschakeld. Geef met behulp van de schuiftoetsen een
beginnummer tussen 1 en 999 aan. U kunt het aantal ook invoeren door het tekstvak
aan te raken en de cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken.
Page 75
Afdrukopmaak
Opgeslagen watermerken
Het scherm [Opgeslagen watermerken] verschijnt. Met deze optie wordt een vooraf
ingestelde opmerking op de kopieën afgedrukt. De volgende opties zijn beschikbaar:
•Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•Aan - De toepassing wordt ingeschakeld. Selecteer een van de vooraf ingestelde
teksten die door de systeembeheerder zijn ingesteld.
Gebruikersaccountnummer
Uw accountnummer wordt op de kopieën afgedrukt.
OPMERKING: Deze toepassing wordt alleen getoond wanneer de toepassing
Verificatie is ingeschakeld.
•Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•Aan - De toepassing wordt ingeschakeld.
Datum en tijd
Het scherm [Watermerk - Datum en tijd] verschijnt. Met deze optie worden de datum
en de tijd op elke kopie afgedrukt. Selecteer [Aan] om de toepassing in te schakelen.
Serienummer apparaat
Het scherm [Watermerk - Serienummer apparaat] verschijnt. Het serienummer van het
apparaat wordt op de kopieën afgedrukt. Selecteer [Aan] om de toepassing in te
schakelen.
Watermerkeffect
Het scherm [Watermerkeffect] verschijnt. Met deze optie worden de tekststrings die zijn
aangegeven in [Controlenummer], [Opgeslagen watermerken],
[Gebruikersaccountnummer], [Datum en tijd] en [Serienummer apparaat] op alle
kopieën afgedrukt. Als u uw afdrukken kopieert, worden de ingebouwde tekststrings
afgedrukt met het teksteffect dat u hier selecteert. De volgende opties zijn beschikbaar:
•Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•Met reliëf - Als u kopieën maakt, verschijnt de ingebouwde tekst in reliëf.
•Contouren - Als u kopieën maakt, is de ingebouwde tekst in wit zichtbaar.
ID-kaart kopiëren
Met deze toepassing kunt u de voor- en achterkant van een ID-kaart kopiëren op een
willekeurig document, waarvan het formaat niet automatisch op dezelfde zijde van
papier kan worden geregistreerd.
1.Selecteer [ID-kaart kopiëren] op
het scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
67
Page 76
3 Kopiëren
Aan
De toepassing wordt ingeschakeld. Kopieer de voorkant van een ID-kaart zoals u dat
normaal gesproken zou doen. Draai de kaart dan om zonder de positie ervan te
wijzigen en kopieer de achterkant.
OPMERKING: Als u het volledige beeld van de ID-kaart wilt vastleggen, moet u
ervoor zorgen dat de kaart een klein stukje van de linkerbovenhoek van de glasplaat
af ligt.
Opdracht samenstellen
In dit deel worden de toepassingen voor opdracht samenstellen beschreven.
Voor meer informatie over de toepassingen kunt u de volgende informatie raadplegen:
Opbouwopdracht – pagina 68
Proefopdracht – pagina 70
Originelensets combineren – pagina 71
Formulieroverlay – pagina 71
Buiten/binnen verwijderen – pagina 72
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
2.Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
3.Selecteer het tabblad [Opdracht
samenstellen].
4.Stel de gewenste opties in.
5.Selecteer [Opslaan].
Opbouwopdracht
Met behulp van deze toepassing kunt u individuele opdrachtensets met verschillende
geprogrammeerde toepassingen samenvoegen. Als de opdracht bijvoorbeeld uit delen
met tekst bestaat en andere delen met foto's, kunt u de betreffende instellingen
selecteren voor ieder deel en ze dan allemaal tegelijkertijd afdrukken.
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [Sets] in
[Aflevering kopieën] is geselecteerd.
OPMERKING: Gebruik de zijbalk om tussen de schermen te wisselen.
1.Selecteer [Opbouwopdracht] op
het scherm [Opdracht
samenstellen].
68
2.Selecteer de gewenste opties.
Met de zijtabs kunt u tussen de
schermen wisselen.
3.Selecteer [Opslaan].
Page 77
Opdracht samenstellen
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Aan
De toepassing wordt ingeschakeld. Hiermee kunt u de afleveringstoepassingen
selecteren die moeten worden toegepast op de hele opdracht.
Aflevering kopieën
Het scherm [Aflevering kopieën] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer
informatie, zie Scherm [Aflevering kopieën] op pagina 49.
Katern maken
Het scherm [Katern maken] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer informatie,
zie Katern maken op pagina 58.
Omslagen
Het scherm [Omslagen] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer informatie,
zie Omslagen op pagina 61.
Notities
Het scherm [Notities] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer informatie,
zie Notities op pagina 64.
Watermerk
Het scherm [Watermerk] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer informatie,
zie Watermerk op pagina 66.
Scherm [Kopieeropdracht]
Het scherm [Kopieeropdracht] verschijnt na elke set opdrachten terwijl de
opbouwopdracht wordt uitgevoerd.
Stop
Stop de opbouwopdracht die momenteel wordt uitgevoerd. Deze toets wordt
weergegeven terwijl de opdracht wordt opgebouwd en afgedrukt.
Begin hoofdstuk
Het scherm [Opbouwopdracht - Begin hoofdstuk/segmenten scheiden] verschijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
•Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld.
•Begin hoofdstuk - Verdeelt elke
stapel originelen automatisch
onder in hoofdstukken die op een
nieuwe pagina beginnen. Met de
optie [X-op-1 - Nieuwe pagina]
bepaalt u of de eerste pagina van
elke stapel originelen op een nieuwe pagina moet worden afgedrukt, of op dezelfde
pagina als het vorige origineel wanneer de toepassing X-op-1 is geselecteerd.
69
Page 78
3 Kopiëren
•Segmenten scheiden - Verdeelt elke stapel originelen automatisch onder in
hoofdstukken met een scheidingsvel tussen elk hoofdstuk. Selecteer [Segmenten
scheiden] en geef aan in welke lade de blanco scheidingsvellen zijn geplaatst. Voor
meer informatie over lade 5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
Instellingen wijzigen
Hiermee kunt u de instellingen op het scherm [Kopiëren] wijzigen voordat het volgende
deel wordt gescand. Druk op de toets <Start> op het bedieningspaneel om het scannen
te beginnen.
Laatste origineel
Geeft aan dat de huidige scangroep de laatste is in een scanopdracht.
Volgende origineel
Scant meer secties achter elkaar in dezelfde scanopdracht.
Verwijderen
De opbouwopdracht wordt geannuleerd.
Start
Het scannen van het volgende deel begint.
Proefopdracht
Met behulp van deze toepassing kunt u een set van de opdracht afdrukken voordat u
de hele opdracht afdrukt. Zo kunt u eerst het afdrukresultaat controleren. Na de
proefafdruk te hebben gecontroleerd, kunt u kiezen of u wel of niet meer sets van
hetzelfde document wilt afdrukken.
1.Selecteer [Proefopdracht] op het
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Aan
De toepassing wordt ingeschakeld. Nadat een set is gekopieerd, wordt de opdracht
onderbroken. Selecteer [Start] om de overige sets te kopiëren of [Stop] om de opdracht
te stoppen.
scherm [Opdracht
samenstellen].
70
OPMERKING: De kopieën die tijdens de [Proefopdracht] worden gemaakt, worden bij
het totale aantal kopieën geteld.
Page 79
Originelensets combineren
Met behulp van deze toepassing kunt u een grote stapel originelen in kleinere delen
opsplitsen, zodat u telkens kleinere hoeveelheden in de AOD kunt invoeren.
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [Sets] in [Aflevering
kopieën] is geselecteerd.
1.Selecteer [Originelensets
combineren] op het scherm
[Opdracht samenstellen].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Aan
De toepassing wordt ingeschakeld. Selecteer [Volgende origineel] om de volgende
groep te verwerken. Selecteer [Laatste origineel] wanneer alle documenten zijn
gescand.
Opdracht samenstellen
OPMERKING: Gebruik [Opbouwopdracht] als u verschillende toepassingen voor elke
groep wilt selecteren.
Formulieroverlay
Met deze toepassing wordt een beeld gescand en op de eerste pagina van uw
document opgeslagen. Het beeld wordt vervolgens als overlay op de rest van het
document toegepast.
Als de eerste pagina van uw document bijvoorbeeld een kopregel en voetregel bevat,
worden de kop- en voetregel op de volgende pagina's gekopieerd.
1.Selecteer [Formulieroverlay] op
het scherm [Afdrukopmaak].
2.Selecteer de gewenste optie.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Aan
De toepassing wordt ingeschakeld.
71
Page 80
3 Kopiëren
Buiten/binnen verwijderen
Met behulp van deze toepassing kunt u alles binnen of buiten een bepaald gebied
verwijderen.
1.Selecteer [Buiten/binnen
verwijderen] op het scherm
[Opdracht samenstellen].
2.Selecteer de gewenste opties.
3.Selecteer [Opslaan].
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Buiten verwijd.
Alles buiten de aangegeven gebieden wordt tijdens het kopiëren verwijderd.
Binnen verwijd.
Alles binnen de aangegeven gebieden wordt tijdens het kopiëren verwijderd.
Gebied 1
Het scherm [Buiten/binnen verwijderen - Gebied 1] verschijnt. Voor meer informatie,
zie Scherm [Buiten/binnen verwijderen - Gebied 1] op pagina 72.
Originelen
Selecteer de zijde waar verwijderd moet worden voor 2-zijdige originelen.
•Beide zijden - Verwijdert aan beide zijden.
•Alleen zijde 1 - Verwijdert alleen aan zijde 1.
•Alleen zijde 2 - Verwijdert alleen aan zijde 2.
Scherm [Buiten/binnen verwijderen - Gebied 1]
Hiermee kunt u het gebied voor de toepassing [Buiten verwijderen/binnen verwijderen]
aangeven. Het gebied wordt bepaald door de rechthoek die wordt gevormd tussen punt
X1, Y1 en X2, Y2.
1.Selecteer [Gebied 1] op het
scherm [Buiten/binnen
verwijderen].
72
2.Raak een tekstvak aan en voer
met de cijfertoetsen een
coördinaatwaarde in.
3.Herhaal stap 2 voor de andere tekstvakken.
4.Selecteer [Opslaan].
Gebied 1 wiss.
De waarden worden uit de tekstvakken verwijderd.
Page 81
4Faxen
Dit hoofdstuk bevat informatie over de faxschermen en de beschikbare faxfuncties.
Behalve de conventionele faxfuncties biedt het apparaat u tevens de functies
Rechtstreeks faxen, Internetfax en Serverfax.
Met Rechtstreeks faxen kunt u faxen rechtstreeks vanaf pc-clients versturen. Met
Internetfax kunt u gescande beelden per e-mail via internet of het intranet verzenden.
Met Serverfax kunt u gescande gegevens via een netwerk met behulp van het SMB-,
FTP- of SMTP-protocol verzenden naar en ontvangen van een faxserver.
Raadpleeg de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie over
faxen, Internetfax en Serverfax.
Voor meer informatie over Rechtstreeks faxen kunt u terecht bij de online Help voor de
printerdriver.
OPMERKING: Niet alle faxfuncties die hierboven worden vermeld, worden door alle
modellen ondersteund.
OPMERKING: Sommige van de toepassingen in dit hoofdstuk zijn optioneel en het
kan zijn dat ze niet op uw apparaatconfiguratie van toepassing zijn.
OPMERKING: Internetfax kan worden ingeschakeld wanneer het faxpakket en het
internetfaxpakket op het apparaat zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Serverfax kan worden ingeschakeld wanneer het serverfaxpakket op
het apparaat is geïnstalleerd. Op sommige modellen is ook het netwerkscanpakket
nodig om serverfax te kunnen inschakelen.
OPMERKING: Voordat u internetfax of serverfax kunt gebruiken, moet u het apparaat
op een netwerk aansluiten en de netwerkomgeving configureren. Raadpleeg de
hoofdstukken over internetfax en serverfax in de System Administration Guide (alleen
Engels) voor meer informatie.
Landcode voor de faxfunctie
Gebruikers in de volgende landen moeten voor het gebruik van de faxfunctie de
landcode voor de faxlijn instellen.
OPMERKING: De werking van de faxverbinding is afhankelijk van het land.
ArgentiniëBelgiëBraziliëBulgarijeCanada
ChiliCyprusDenemarkenDuitslandEgypte
FinlandFrankrijkGriekenlandHongarijeIerland
IJslandIndiaItaliëLuxemburgMarokko
MexicoNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijk
PeruPolenPortugalRoemeniëRusland
Saoedi-ArabiëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkije
VAEVKVSZuid-AfrikaZweden
Zwitserlandvoormalige Joegoslavische republieken
73
Page 82
4 Faxen
1.Druk op de toets <Aan-/afmelden> op het bedieningspaneel.
2.Voer de juiste gebruikers-ID in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel of
via het schermtoetsenbord.
OPMERKING: De standaard-ID van de systeembeheerder is "11111". Als de
toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld, kan het zijn dat u een
ook een toegangscode moet invoeren. De standaardtoegangscode is "x-admin".
Als u de standaard gebruikers-ID of toegangscode wilt wijzigen, raadpleegt u de
System Administration Guide (alleen Engels).
3.Druk op de toets <Apparaatstatus> op het bedieningspaneel.
4.Selecteer het tabblad [Hulpprogramma's] op het scherm Apparaatstatus.
5.Selecteer [Gemeenschappelijke functie-instellingen] onder [Systeeminstellingen].
6.Selecteer [Overige instellingen].
7.Blader omlaag en selecteer [Land].
8.Selecteer het gewenste land. Nadat de instellingen zijn opgeslagen, start het
apparaat automatisch opnieuw op.
OPMERKING: Deze instelling is alleen beschikbaar bij de faxopties voor de hierboven
vermelde landen.
Faxprocedure
In dit hoofdstuk wordt de basisprocedure voor het versturen van faxen, internetfaxen
en serverfaxen beschreven. Volg de onderstaande stappen:
1. Plaats de documenten – pagina 74
2. Selecteer de toepassingen – pagina 75
3. Geef een bestemming aan – pagina 76
4. Voer een E-mailonderwerp en Bericht in (alleen voor internetfax) – pagina 77
5. Start de faxopdracht – pagina 77
6. Controleer de status van de faxopdracht – pagina 78
7. Een faxopdracht stoppen – pagina 78
OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld,
kan het zijn dat u een gebruikers-ID en toegangscode (indien ingesteld) moet
invoeren om het apparaat te kunnen gebruiken. Neem voor meer informatie contact
op met de systeembeheerder.
1. Plaats de documenten
74
In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van documenten in de AOD of op de
glasplaat beschreven.
De maximale capaciteit van de AOD staat hieronder:
Origineelsoort (gewicht)Capaciteit
Licht (38-49 g/m²)75 vellen
Gewoon (50-80 g/m²)75 vellen
Zwaar (81-128 g/m²)50 vellen
Page 83
Faxprocedure
De documenten kunnen formaten hebben tussen 139,7 en 297 mm (4,9 en 11,7 inch)
in breedte en 210 en 432 mm (4,5 en 17 inch) in lengte, en de standaardformaten 5,5
x 8,5 inch KKE/LKE en 7,25 x 10,5 inch KKE/LKE. Bij het versturen van een fax kunt u
maximaal 297 mm (11,7 inch) in de breedte en 432 mm (17,3 inch) in de lengte
(of 600 mm/23,5 inch indien er papier van 60-90 g/m² wordt gebruikt) scannen in de
1-zijdige mode. U kunt desgewenst ook documenten via de glasplaat scannen.
Dit apparaat kan gemengde originelen scannen via de AOD. Lijn de documenten uit
tegen de binnenste hoek van de AOD en schakel de toepassing [Gemengde
origineelformaten] in. Voor meer informatie, zie Gemengde origineelformaten op pagina 94.
OPMERKING: Er kunnen papierstoringen optreden wanneer originelen met een
afwijkend formaat in de AOD worden geplaatst, terwijl de toepassing
[Origineelformaat] op het tabblad [Opmaakaanpassing] op [Auto-registratie] is
ingesteld. Wij raden u in dat geval aan een keuzepapierformaat in te voeren.
Voor meer informatie, zie Origineelformaat op pagina 94.
Plaats de documenten met de
beeldzijde naar boven in de AOD of
met de beeldzijde naar beneden op
de glasplaat.
OPMERKING: De scantoepassing voor lange faxdocumenten heeft de volgende
beperkingen.
•Alleen beschikbaar wanneer de AOD wordt gebruikt.
•Niet beschikbaar in de 2-zijdige mode.
OPMERKING: Bij zowel de 1-zijdige als de 2-zijdige mode wordt aangeraden een
document op het originele formaat of kleiner te scannen. Een vergroot beeld kan
tijdens de verzending worden afgesneden.
OPMERKING: Wanneer u de glasplaat gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat het
aanraakscherm gereed is voordat u het document op de glasplaat legt. Als u het
document op de glasplaat legt voordat het aanraakscherm gereed is, wordt het
papierformaat mogelijk niet juist geregistreerd.
2. Selecteer de toepassingen
1.Zorg ervoor dat de gewenste faxfunctie in de mode Systeembeheer is
ingeschakeld.
OPMERKING: De functies Faxen en Serverfax kunnen niet tegelijkertijd zijn
ingeschakeld. Als uw apparaat over zowel Fax als Serverfax beschikt, wordt
Serverfax standaard automatisch ingeschakeld. Als u Faxen wilt inschakelen, stelt u
de faxmode in de mode Systeembeheer in op Faxen. Als uw apparaat Internetfax
heeft, wordt dit automatisch ingeschakeld als u Faxen aanzet. Raadpleeg het
hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels)
voor meer informatie over het wisselen tussen Faxen en Serverfax in de mode
Systeembeheer.
75
Page 84
4 Faxen
2.Druk op de toets <Alle functies>
op het bedieningspaneel.
Toets <Alles wissen>Toets <Alle functies>
3.Selecteer [Faxen] of
[Internetfax] op het
aanraakscherm om het
bijbehorende scherm te openen.
OPMERKING: Het pictogram
[Faxen] op het scherm Alle functies
is voor de functie Faxen of Serverfax, afhankelijk van de in de mode Systeembeheer
geselecteerde faxfunctie. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System
Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie over het wisselen tussen
Faxen en Serverfax in de mode Systeembeheer.
OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld,
kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld)
moet invoeren. Als u hulp nodig heeft, neemt u contact op met de systeembeheerder.
OPMERKING: Alleen toepassingen die relevant zijn voor de apparaatconfiguratie,
zijn op het scherm beschikbaar.
4.Druk eenmaal op de toets <Alles wissen> op het bedieningspaneel om vorige
selecties te annuleren.
5.Stel de gewenste toepassingen op elk tabblad in.
Voor informatie over de toepassingen op elk tabblad kunt u de volgende informatie
raadplegen:
Faxbestemmingen aangeven – pagina 79
Internetfaxbestemmingen aangeven – pagina 85
Serverfaxbestemmingen aangeven – pagina 88
Algemene instellingen - Fax/internetfax/serverfax – pagina 91
Opmaakaanpassing - Fax/internetfax/serverfax – pagina 94
Faxopties - Faxen – pagina 96
Meer faxopties - Faxen – pagina 102
Internetfaxopties - Internetfax – pagina 106
Faxopties - Serverfax – pagina 110
3. Geef een bestemming aan
Hieronder wordt aangegeven hoe een bestemming wordt ingevoerd. Er kan op de
volgende manieren een faxnummer of e-mailadres worden gekozen:
Voor faxen:
•Met de aantaltoetsen op het bedieningspaneel. Zo kunt u rechtstreeks een
faxnummer invoeren.
76
Page 85
Faxprocedure
•Met de toepassing [Nieuwe ontvangers] (zie Nieuwe ontvangers op pagina 79)
•Met de toepassing [Adresboek] (zie op pagina 82)
•Met de toets <Snelkiezen> op het bedieningspaneel (zie Snelkiezen op pagina 83)
Voor internetfax:
•Met de toepassing [Nieuwe ontvangers] (zie Nieuwe ontvangers op pagina 85)
•Met de toepassing [Adresboek] (zie Adresboek op pagina 87)
Voor Serverfax:
•Met de cijfertoetsen op het bedieningspaneel. Zo kunt u rechtstreeks een nummer
invoeren.
•Met de toepassing [Nieuwe ontvangers] (zie Nieuwe ontvangers op pagina 89)
•Met de toepassing [Adresboek] (zie Adresboek op pagina 90)
1.Voer de bestemming in aan de
hand van een van de
bovenstaande methoden.
U kunt een document in één
bewerking naar meerdere
bestemmingen sturen.
Toets
<Kiespauze>
Als u een pauze in een faxnummer moet invoeren, bijvoorbeeld wanneer u een belkaart
gebruikt, drukt u op de toets <Kiespauze>. Wanneer u handmatig een nummer kiest,
is <Kiespauze> niet nodig. U kunt dan gewoon wachten tot u een stem hoort en de
instructie opvolgen. Voor meer informatie, zie Speciale tekens op pagina 80.
4. Voer een E-mailonderwerp en Bericht in (alleen voor internetfax)
U kunt een e-mailonderwerp en een bericht voor de internetfaxverzending invoeren.
Voor meer informatie, raadpleeg Onderwerp op pagina 87 en Bericht op pagina 88.
5. Start de faxopdracht
1.Druk op de toets <Start> om de
documenten te versturen.
U kunt tijdens het scannen
[Volgende origineel] op het
aanraakscherm selecteren, om aan
te geven dat er nog meer originele
documenten zijn die moeten worden
gescand. Op deze manier kunt u
meerdere documenten scannen en
de gezamenlijke gegevens als één opdracht verzenden.
Toets <Start>
Als de AOD of glasplaat gereed is, kunt u tijdens de verwerking van uw fax/internetfax
alvast het volgende document scannen of de volgende opdracht programmeren.
77
Page 86
4 Faxen
6. Controleer de status van de faxopdracht
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Opdrachtstatus>
om het scherm Opdrachtstatus
weer te geven.
De faxopdracht in de wachtrij
verschijnt. Als de opdracht niet op
het scherm wordt weergegeven, kan het zijn dat deze al is verwerkt.
Opdrachten die niet zijn verzonden, worden weergegeven op het scherm [Actieve
opdrachten] en worden afgedrukt in het overzicht [Verzendingsoverzicht - Opdracht
niet ontvangen].
Raadpleeg het hoofdstuk Job Status (opdrachtstatus) in de System Administration
Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
7. Een faxopdracht stoppen
Volg onderstaande stappen om een actieve faxopdracht handmatig te annuleren.
1.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Stop> om de
faxopdracht tijdelijk stop te
zetten terwijl er een document
wordt gescand.
Toets <Stop>
2.Druk zo nodig op het
bedieningspaneel op de toets
<Opdrachtstatus> om het
scherm Opdrachtstatus weer te
geven. Druk op de toets
<Toepassingen> om het scherm
Opdrachtstatus te verlaten.
3.Selecteer in het weergegeven scherm [Stoppen/Onderbreken] de toets [Scannen
annuleren] om de tijdelijk stopgezette faxopdracht te verwijderen.
OPMERKING: Als u de opdracht wilt hervatten, selecteert u [Scannen hervatten] in
het scherm [Stoppen/Onderbreken].
78
Page 87
Faxbestemmingen aangeven
In dit deel wordt beschreven hoe u met de faxfunctie de bestemmingen kunt aangeven.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
Nieuwe ontvangers – pagina 79
Adresboek – pagina 82
Voorblad – pagina 84
1.Zorg ervoor dat de faxfunctie is ingeschakeld.
2.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
3.Selecteer [Faxen] op het scherm
Alle functies. Selecteer het
tabblad [Faxen] als dit tabblad
nog niet wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt vanaf ieder tabblad met de cijfertoetsen of de toets
<Snelkiezen> op het bedieningspaneel bestemmingen opgeven.
Faxbestemmingen aangeven
OPMERKING: Als u na het opgeven van een ontvanger nog een ontvanger wilt
toevoegen, kunt u de cijfertoetsen of de toets <Snelkiezen> op het bedieningspaneel
gebruiken. Ook kunt u de toets [+ Toevoegen] of [Adresboek] op het scherm [Faxen]
gebruiken.
OPMERKING: Als u een ontvanger uit de lijst met ontvangers wilt verwijderen of als u
de gegevens van een ontvanger in de lijst wilt bekijken, selecteert u de ontvanger op
het aanraakscherm om een pop-upmenu weer te geven. Selecteer de gewenste optie
vervolgens in het weergegeven menu.
Nieuwe ontvangers
Met behulp van deze toepassing kunt u een of meer faxbestemmingen invoeren via het
toetsenbord op het scherm.
1.Selecteer [Nieuwe ontvangers]
op het scherm [Faxen].
2.Selecteer de toetsen op het
scherm om de benodigde
informatie in te voeren.
3.Selecteer [Sluiten].
+ Toevoegen
Hiermee kunt u een nieuw adres invoeren. Het maximumaantal bestemmingen dat u
tegelijkertijd kunt aangeven, bedraagt 200.
Toon (:)
Schakelt tussen pulskiezen en toonkiezen.
Shift
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters.
79
Page 88
4 Faxen
Doorzenden
Meer tekens
De symbooltoetsen verschijnen op het scherm. Voor informatie over het gebruik van
symbolen in faxnummers, zie Speciale tekens op pagina 80. Selecteer de toets
[Standaardtekens] op het weergegeven scherm om naar het standaardscherm met het
toetsenbord terug te keren.
Backspace
Het laatst ingevoerde teken wordt verwijderd.
U kunt de doorzendtoepassing van het apparaat gebruiken om een document naar een
extern apparaat te sturen, dat het document vervolgens doorstuurt naar meerdere
bestemmingen die op het externe apparaat bij snelkiezen staan geregistreerd.
Hierdoor kunnen de verzendkosten worden verlaagd wanneer de bestemmingen in
een andere stad of land liggen, aangezien u het document alleen maar naar het
doorzendapparaat hoeft te sturen.
Het externe apparaat dat uw document naar meerdere bestemmingen doorstuurt,
wordt het doorzendstation genoemd. U kunt meerdere doorzendstations aangeven,
of zelfs het eerste station vragen het document naar het tweede doorzendstation te
sturen, dat het document vervolgens naar andere bestemmingen doorstuurt.
De volgende methoden zijn beschikbaar voor doorsturen.
Faxsignalen
Het apparaat beschikt over een unieke methode voor Xerox-apparaten die beschikken
over de toepassing Doorzenden. Alvorens een document wordt verstuurd, moet het
externe apparaat dat uw document doorzendt, onder een snelkiescode op uw apparaat
als doorzendstation worden geregistreerd. Raadpleeg het hoofdstuk Setups
(instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie
over het registreren van doorzendstations voor snelkiezen.
DTMF
U kunt DTMF-codes handmatig als onderdeel van een faxnummer invoeren om een
doorzendstation en bestemmingen aan te geven die ook DTMF-codes begrijpen.
G3-compatibele apparaten waarop handmatig verzenden mogelijk is, kunnen
doorzenden naar het apparaat starten. Voor meer informatie, zie Speciale tekens op pagina 80.
F-code
Apparaten die F-code en doorzendtoepassingen ondersteunen, maken doorzenden
mogelijk door gebruik te maken van F-code. Voor meer informatie, zie F-code op pagina 101.
Speciale tekens
U kunt speciale tekens invoeren als onderdeel van een faxnummer, die tijdens het
kiezen van het nummer verschillende functies uitvoeren. Sommige tekens worden
alleen gebruikt tijdens automatisch kiezen, zoals :, !, /, - en =. Afhankelijk van de
gebruikte telefoon- en communicatielijnen kunnen enkele of alle tekens worden
gebruikt.
80
Page 89
Faxbestemmingen aangeven
TekenFunctieBeschrijving
-Kiespauze (voor
een pauze
tijdens het
kiezen)
/Maskeren van
informatie (ter
bescherming van
vertrouwelijke
informatie)
\SchermmaskerMaskeert de toegangscodes van de mailbox op het scherm
:Puls/toon-
schakelaar
’Snelkiezen of
groepscode
< >Schakelaar
communicatielijn
Voegt een pauze in het faxnummer in, bijvoorbeeld als u
een belkaart gebruikt. Druk meerdere malen op de toets
<Kiespauze> om een langere pauze in te voeren.
Selecteer [/] vóór en na het invoeren van de vertrouwelijke
informatie om deze als sterretjes (*) te laten verschijnen.
Dit teken moet door een ! worden voorafgegaan.
met sterretjes (*). Selecteer [
mailboxtoegangscode.
Schakelt pulskiezen om naar toonkiezen, bijvoorbeeld
wanneer een geautomatiseerd berichtenopnamesysteem
wordt gebruikt, waarvoor toonsignalen nodig zijn.
Geeft een snelkiescode van 3 cijfers of groepscode aan.
Plaats dit teken voor en na de code.
Schakelt communicatielijnen die parametergegevens
bevatten, waarbij de parametergegevens de cijfers 0 t/m 9
of een komma (,) bevatten. De parametergegevens
moeten tussen punthaken staan ("<" en ">"). Als G3-3CH
is geïnstalleerd, worden de communicatielijnen geschakeld
als er <1>, <2> of <4> wordt ingevoerd voordat de
faxbestemming wordt aangegeven.
\] vóór en na de
=Kiestoonwaarne
ming
SControle van
toegangscode
(voor identificatie
van extern
apparaat)
spatieVerbetering van
leesbaarheid
!Starten van
DTMFcodesignalering
$Wachten op
DTMFbevestiging
Er wordt pas gekozen wanneer een kiestoon wordt
waargenomen.
Gebruik dit teken om te controleren of het juiste cijfer is
ingevoerd. Het apparaat controleert of de toegangscode
die u na "S" heeft ingevoerd, overeenkomt met het
faxnummer van het externe apparaat. Indien de
toegangscode wordt bevestigd, verstuurt het apparaat het
document.
De leesbaarheid wordt verbeterd door spaties in een
faxnummer op te nemen, bijvoorbeeld "1 234 5678" in
plaats van "12345678".
Pauzeert kiezen van standaardfax en start de DTMFmethode (Dual Tone Multi-Frequency) voor het versturen
van documenten naar mailboxen op de externe apparaten.
Wacht op een DTMF-bevestigingssignaal vanaf het
externe apparaat en ga verder met de volgende stap.
DTMF-methode - voorbeelden
Bij de DTMF-methode worden combinaties van speciale tekens gebruikt om
documenten te verzenden. Zie onderstaande voorbeelden.
•Externe mailbox - Verstuurt een document naar een mailbox op een extern
apparaat.
Faxnummer van extern
apparaat
!*$Mailboxnummer van
extern apparaat
##\Mailboxtoegangscode\##$
81
Page 90
4 Faxen
•Pollen - Haalt een document op in een mailbox op een extern apparaat.
Faxnummer van extern
apparaat
!*$Mailboxnummer van
extern apparaat
**\Mailboxtoegangscode\##$
•Doorzenden - Stuurt een document naar een doorzendstation, vanwaar het
document vervolgens naar meerdere bestemmingen wordt doorgestuurd.
Faxnummer van
extern apparaat
!*$#\Relay Send
Number (RSN:
doorzendnumm
er) van
doorzendstation
\#Snelkiescode
voor eerste
bestemming
#Snelkiescode
voor tweede
bestemming
•Extern doorzenden - Verstuurt een document via meerdere doorzendstations.
Het laatste station zendt het document door naar de aangegeven bestemmingen.
Faxnummer
van extern
apparaat
!*$#\Relay Send
Number
(RSN:
doorzendnu
mmer) van
primair
doorzendstat
ion
\#Snelkiescod
e voor
secundair
doorzendstat
ion
#Snelkiescod
e voor eerste
bestemming
#Snelkiescod
e voor
tweede
bestemming
##$
##$
Adresboek
Met behulp van deze toepassing kunt u de bestemmingen selecteren die in het
adresboek voor snelkiezen zijn geregistreerd. De bestemmingen in het adresboek
staan gesorteerd op de snelkiescodes die eraan zijn toegewezen. Raadpleeg de
System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over het registreren van
bestemmingen voor snelkiezen.
1.Selecteer [Adresboek] op het
scherm [Faxen].
2.Selecteer de gewenste
bestemming en kies dan
[Toevoegen J] om de
bestemming aan het veld
[Ontvanger(s)] toe te voegen. Herhaal deze stap om alle gewenste bestemmingen
te selecteren.
3.Selecteer [Sluiten].
Vervolgkeuzemenu
Wisselt tussen [Openbaar - Individueel] en [Openbaar - Groep]. [Openbaar Individueel] vermeldt individuele faxontvangers. [Openbaar - Groep] vermeldt
groepsnummers.
82
Gegevens
Geeft het scherm weer waarin de gegevens van een geselecteerde ontvanger staan.
Als u de toets [Faxnummer (volledig)] selecteert, worden de gegevens van het
[Faxnummer] weergegeven.
Page 91
Faxbestemmingen aangeven
Kettingkiezen
Er verschijnt een scherm waarin u ontvangers voor kettingkiezen kunt selecteren.
Selecteer een ontvanger en kies [Toevoegen J] om de ontvanger aan het veld
[Ontvanger(s)] toe te voegen. U kunt ook met de cijfertoetsen op het bedieningspaneel
het nummer van een nieuwe ontvanger invoeren. Na het selecteren of invoeren van de
gewenste ontvangers, selecteert u [Opslaan].
Snelkiesnummer/Naam/Faxnummer
Vermeldt de faxontvangergegevens die in het adresboek zijn geregistreerd. Voor
informatie over de snelkiestoepassing en het invoeren van een snelkiesnummer, zie
Snelkiezen op pagina 83.
Toevoegen J
Voegt een geselecteerde faxontvanger aan het veld [Ontvanger(s)] toe.
Ontvanger(s)
Vermeldt de geselecteerde faxontvangers. Als u een geselecteerde faxontvanger
aanraakt, verschijnt er een pop-upmenu, waarin u de ontvanger kunt verwijderen of de
gegevens van die ontvanger kunt bekijken.
Snelkiezen
Met behulp van deze toepassing kunt u een bestemming snel selecteren aan de hand
van de code van 3 cijfers die eraan is toegewezen. Een sterretje (*) op het
schermtoetsenbord of het bedieningspaneel kan worden gebruikt om meerdere
snelkiescodes aan te geven en een hekje (#) om een groepscode aan te geven.
Snelkiesnummer
123De bestemming die is toegewezen aan snelkiescode 123 wordt
gekozen.
12*De snelkiescodes 120 t/m 129 worden gekozen. Het sterretje (*)
symboliseert alle cijfers van 0 t/m 9.
***Kiest alle snelkiescodes die op het apparaat zijn ingevoerd.
#01Kiest de groepscode 01. Een groepscode is een snelkiescode die 20
bestemmingen kan bevatten en begint met een hekje (#). Er kunnen
maximaal 50 groepscodes worden geregistreerd.
Resultaat
Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide
(alleen Engels) voor meer informatie over het registreren van snelkiesnummers.
1.Druk op de toets <Snelkiezen>.
2.Voer een code van 3 cijfers in.
OPMERKING: Indien de ingevoerde
code van 3 cijfers correct is,
verschijnt de bestemming. Indien de
code niet correct is, wordt u
gevraagd de correcte code van 3
cijfers in te voeren.
Toets
<Snelkiezen>
83
Page 92
4 Faxen
Voorblad
Met behulp van deze toepassing kunt u een voorblad aan het document toevoegen.
Op een voorblad vindt u de volgende informatie: naam van bestemming en verzender,
faxnummer, aantal pagina's, tijd en datum en opmerkingen.
1.Selecteer [Voorblad] op het
scherm [Faxen].
2.Selecteer de gewenste optie.
Uit
De toepassing wordt uitgeschakeld.
Voorblad afdrukken
Er wordt een voorblad toegevoegd. Wanneer u deze optie selecteert, verschijnt
[Opmerkingen] aan de rechterkant van het scherm.
Opmerkingen
Toont het scherm [Voorblad - Opmerkingen]. Op dit scherm kunt u een opmerking aan
het ontvangerveld en/of verzenderveld op het voorblad van de fax toevoegen.
Scherm [Voorblad - Opmerking ontvanger]
Hiermee kunt u een opmerking aan het ontvangerveld op het voorblad van de fax
toevoegen.
Geen overzicht
Er wordt geen opmerking aan het
ontvangerveld op het voorblad van
de fax toegevoegd.
Opmerking
Er wordt een opmerking aan het ontvangerveld op het voorblad van de fax toegevoegd.
Opmerking selecteren
Hiermee kunt u een opmerking selecteren uit de lijst met al vastgelegde opmerkingen.
Met de schuiftoetsen kunt u door de lijst bladeren.
Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide
(alleen Engels) voor informatie over het vastleggen van opmerkingen.
Scherm [Voorblad - Opmerking verzender]
Hiermee kunt u een opmerking aan het verzenderveld op het voorblad van de fax
toevoegen.
Geen overzicht
Er wordt geen opmerking aan het
verzenderveld op het voorblad van
de fax toegevoegd.
Opmerking
Er wordt een opmerking aan het verzenderveld op het voorblad van de fax toegevoegd.
84
Page 93
Opmerking selecteren
Hiermee kunt u een opmerking selecteren uit de lijst met al vastgelegde opmerkingen.
Met de schuiftoetsen kunt u door de lijst bladeren.
Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide
(alleen Engels) voor informatie over het vastleggen van opmerkingen.
Internetfaxbestemmingen aangeven
In dit deel wordt beschreven hoe u bestemmingen kunt aangeven bij gebruik van de
internetfaxfunctie om gescande beelden als e-mailbijlagen te verzenden. Raadpleeg
het volgende voor meer informatie:
Nieuwe ontvangers – pagina 85
Adresboek – pagina 87
Van – pagina 87
Onderwerp – pagina 87
Bericht – pagina 88
Internetfaxbestemmingen aangeven
1.Zorg ervoor dat Internetfax is ingeschakeld.
2.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
3.Selecteer [Internetfax] op het
scherm Alle functies. Selecteer
het tabblad [Internetfax] als dit
tabblad nog niet wordt
weergegeven.
Nieuwe ontvangers
Met behulp van deze toepassing kunt u via een toetsenbord een of meer
e-mailadressen opgeven.
1.Selecteer [Nieuwe ontvangers]
op het scherm [Internetfax].
2.Selecteer de toetsen op het
scherm om de benodigde
informatie in te voeren.
3.Selecteer [Sluiten].
+ Toevoegen
Hiermee kunt u een nieuw adres invoeren. Het maximumaantal bestemmingen dat u
tegelijkertijd kunt aangeven, bedraagt 200.
Backspace
Het laatst ingevoerde teken wordt verwijderd.
Shift
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters.
85
Page 94
4 Faxen
Meer tekens
De symbooltoetsen verschijnen op het scherm. Voor informatie over het gebruik van
symbolen in faxnummers, zie Speciale tekens op pagina 80. Selecteer de toets
[Standaardtekens] op het weergegeven scherm om naar het standaardscherm met het
toetsenbord terug te keren.
Externe mailbox
U kunt een mailbox op een extern apparaat direct als internetfaxbestemming
specificeren.
Als u een internetfaxdocument naar een externe mailbox wilt versturen, geeft u het
e-mailadres van de bestemming als volgt aan.
BOX123@wcm128.xerox.com
Waarbij:
BOX: de vaste string die de "mailbox" vertegenwoordigt
123: het mailboxnummer
wcm128: de hostnaam van het externe apparaat waar de mailbox zich bevindt
Doorzenden
xerox.com: het domein waar het externe apparaat zich bevindt
U kunt de doorzendtoepassing van het apparaat gebruiken om een document naar een
extern apparaat te sturen, dat het document vervolgens doorstuurt naar meerdere
bestemmingen die op het externe apparaat staan geregistreerd. Hierdoor kunnen de
verzendkosten worden verlaagd wanneer de bestemmingen in een andere stad of land
liggen, aangezien u het document alleen maar naar het doorzendapparaat hoeft te
sturen.
Het externe apparaat dat uw document naar meerdere bestemmingen doorstuurt,
wordt het doorzendstation genoemd. U kunt meerdere doorzendstations aangeven, of
zelfs het eerste station vragen het document naar het tweede doorzendstation te
sturen, dat het document vervolgens naar andere bestemmingen doorstuurt.
U kunt een internetfax-document naar een internetfax-doorzendstation in een netwerk
verzenden. Dit station zet het document om in een conventionele fax en stuurt het naar
bestemmingen zonder de internetfax-mogelijkheden.
Geef het e-mailadres van het doorzendstation als volgt aan om een internetfaxdocument te versturen dat moet worden doorgezonden.
FAX=1234567890/T33S=777@wcm128.xerox.com
Waarbij:
86
1234567890: Het ontvangende faxnummer
777: De F-code van de bestemming (indien benodigd)
wcm128: De hostnaam van het doorzendstation
xerox.com: Het domein waarin het doorzendstation zich bevindt.
OPMERKING: Deze toepassing kan alleen worden gebruikt wanneer het
doorzendstation zo is geconfigureerd dat een SMTP-server wordt gebruikt voor het
ontvangen van e-mail.
Page 95
Adresboek
Internetfaxbestemmingen aangeven
Met behulp van deze toepassing kunt u de bestemmingen selecteren die in het
adresboek geregistreerd. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System
Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over het vastleggen van
bestemmingen.
1.Selecteer [Adresboek] in het
scherm [Internetfax].
2.Selecteer de gewenste
bestemming en kies dan
[Toevoegen J] om de
bestemming aan de lijst
[Ontvanger(s)] toe te voegen. Herhaal deze stap om alle gewenste bestemmingen
te selecteren.
3.Selecteer [Sluiten].
Gegevens
Toont de gegevens van een geselecteerde bestemming. Als u de toets
[E-mailadres (volledig)] op het scherm selecteert, worden de gegevens van de
[Internetfaxontvanger] weergegeven.
Van
Naam/e-mailadres
Vermeldt de e-mailbestemmingen die in het adresboek zijn geregistreerd.
Toevoegen J
Voegt een geselecteerde bestemming aan de lijst [Ontvanger(s)] toe.
Ontvanger(s)
Vermeldt de geselecteerde faxontvangers. Als u een geselecteerde ontvanger
aanraakt, verschijnt er een pop-upmenu, waarin u de geselecteerde ontvanger kunt
verwijderen of de gegevens van die ontvanger kunt bekijken.
Toont het scherm [Van], waarin het e-mailadres van de verzender wordt weergegeven.
1.Selecteer [Van] in het scherm
[Internetfax].
Onderwerp
Met de toets [Onderwerp] kunt u een e-mailonderwerp voor uw internetfax invoeren.
1.Selecteer [Onderwerp] in het
scherm [Internetfax].
2.Voer een e-mailonderwerp in.
87
Page 96
4 Faxen
Bericht
OPMERKING: Het standaardonderwerp kan door de systeembeheerder worden
ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration
Guide (alleen Engels) voor informatie over de instelling.
Vervolgkeuzemenu voor toetsenbordindeling
Met het vervolgkeuzemenu in de linkerbenedenhoek van het scherm kunt u een
toetsenbordindeling selecteren. U kunt kiezen uit [qwerty], [azerty] en [qwertz].
Met de toets [Bericht] kunt u een e-mailbericht voor internetfax toevoegen. Informatie
zoals een geautoriseerde naam en adres, het aantal gescande pagina's, het gescande
formaat, een IP-adres en serienummer van het apparaat wordt automatisch aan de
opmerking toegevoegd.
1.Selecteer [Bericht] op het
scherm [Internetfax].
2.Voer de opmerking in die aan de
e-mail moet worden
toegevoegd.
Serverfaxbestemmingen aangeven
In dit deel wordt beschreven hoe u bestemmingen via de serverfaxfunctie kunt
opgeven. Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
Nieuwe ontvangers – pagina 89
Adresboek – pagina 90
OPMERKING: Wanneer het SMTP-protocol voor de serverfaxfunctie wordt gebruikt,
zijn de e-mailinstellingen die in de mode Systeembeheer zijn geconfigureerd, van
toepassing op faxen die via serverfax worden verzonden. De volgende emailinstellingen zijn echter niet van toepassing bij serverfax: [Leesbevestigingen],
[Antwoord aan], [Codering] en [Digitale handtekening].
88
1.Zorg ervoor dat de serverfaxfunctie is ingeschakeld.
2.Druk op de toets <Alle functies> op het bedieningspaneel.
3.Selecteer [Faxen] op het
scherm Alle functies. Selecteer
het tabblad [Faxen] als dit
tabblad nog niet wordt
weergegeven.
Page 97
Nieuwe ontvangers
Met behulp van deze toepassing kunt u een of meer faxbestemmingen invoeren via het
toetsenbord op het scherm.
1.Selecteer [Nieuwe ontvangers]
op het scherm [Faxen].
2.Selecteer de toetsen op het
scherm om de benodigde
informatie in te voeren.
3.Selecteer [Sluiten].
+ Toevoegen
Hiermee kunt u een nieuw adres invoeren. Het maximumaantal bestemmingen dat u
tegelijkertijd kunt aangeven, bedraagt 50.
Toon (:)
Schakelt tussen pulskiezen en toonkiezen.
Serverfaxbestemmingen aangeven
Shift
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters.
Meer tekens
De symbooltoetsen verschijnen op het scherm. Voor informatie over het gebruik van
symbolen in faxnummers, zie Speciale tekens op pagina 89. Selecteer de toets
[Standaardtekens] op het weergegeven scherm om naar het standaardscherm met het
toetsenbord terug te keren.
Backspace
Het laatst ingevoerde teken wordt verwijderd.
Doorzenden
U kunt de doorzendtoepassing van het apparaat gebruiken om een document naar een
extern apparaat te sturen, dat het document vervolgens doorstuurt naar meerdere
bestemmingen die op het externe apparaat bij snelkiezen staan geregistreerd. Voor
meer informatie, raadpleeg Doorzenden op pagina 80.
Speciale tekens
U kunt speciale tekens invoeren als onderdeel van een faxnummer, die tijdens het
kiezen van het nummer verschillende functies uitvoeren. De volgende speciale tekens
worden ondersteund.
TekenFunctieBeschrijving
-Kiespauze (voor
een pauze
tijdens het
kiezen)
Voegt een pauze in het faxnummer in, bijvoorbeeld als u
een belkaart gebruikt. Druk meerdere malen op de toets
<Kiespauze> om een langere pauze in te voeren.
89
Page 98
4 Faxen
TekenFunctieBeschrijving
\Maskeren van
informatie (ter
bescherming van
vertrouwelijke
informatie)
#BeginnummerEen beginnummer voor een directoryvermelding of een
:Puls/toon-
schakelaar
=Kiestoonwaarne
ming
SControle van
toegangscode
(voor identificatie
van extern
apparaat)
+Verbetering van
leesbaarheid
Selecteer [\] vóór en na het invoeren van vertrouwelijke
informatie.
groepscode.
Schakelt pulskiezen om naar toonkiezen, bijvoorbeeld
wanneer een geautomatiseerd berichtenopnamesysteem
wordt gebruikt, waarvoor toonsignalen nodig zijn.
Er wordt pas gekozen wanneer een kiestoon wordt
waargenomen.
Gebruik dit teken om te controleren of het juiste cijfer is
ingevoerd. Het apparaat controleert of de toegangscode
die u na "S" heeft ingevoerd, overeenkomt met het
faxnummer van het externe apparaat. Indien de
toegangscode wordt bevestigd, verstuurt het apparaat het
document.
De leesbaarheid wordt verbeterd door plustekens in een
faxnummer op te nemen, bijvoorbeeld "1+234+5678" in
plaats van "12345678".
Adresboek
spatieVerbetering van
leesbaarheid
De leesbaarheid wordt verbeterd door spaties in een
faxnummer op te nemen, bijvoorbeeld "1 234 5678" in
plaats van "12345678".
Met behulp van deze toepassing kunt u de bestemmingen selecteren die in het
adresboek voor snelkiezen zijn geregistreerd. De bestemmingen in het adresboek
staan gesorteerd op de snelkiescodes die eraan zijn toegewezen. Raadpleeg de
System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over het registreren van
bestemmingen voor snelkiezen.
1.Selecteer [Adresboek] op het
scherm [Faxen].
2.Selecteer de gewenste
bestemming en kies dan
[Toevoegen J] om de
bestemming aan het veld
[Ontvanger(s)] toe te voegen. Herhaal deze stap om alle gewenste bestemmingen
te selecteren.
3.Selecteer [Sluiten].
90
Gegevens
Geeft het scherm weer waarin de gegevens van een geselecteerde ontvanger staan.
Snelkiesnummer/Naam/Faxnummer
Vermeldt de faxontvangergegevens die in het adresboek zijn geregistreerd.
Page 99
Algemene instellingen - Fax/internetfax/serverfax
OPMERKING: Serverfax ondersteunt groepskiezen. Serverfax ondersteunt echter
alleen groepsnummers die op de server van de serverfax zijn geregistreerd, geen
groepsnummers die op het apparaat zijn geregistreerd.
Toevoegen J
Voegt een geselecteerde faxontvanger aan het veld [Ontvanger(s)] toe.
Ontvanger(s)
Vermeldt de geselecteerde faxontvangers. Als u een geselecteerde faxontvanger
aanraakt, verschijnt er een pop-upmenu, waarin u de ontvanger kunt verwijderen of de
gegevens van die ontvanger kunt bekijken.
Algemene instellingen - Fax/internetfax/serverfax
In dit deel worden de algemene beeldtoepassingen voor fax-/internetfaxopdrachten
beschreven. Voor informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende
informatie raadplegen:
Lichter/donkerder – pagina 91
2-zijdig scannen – pagina 92
Origineelsoort – pagina 92
Resolutie – pagina 93
OPMERKING: De volgende standaardscaninstellingen onder [Systeeminstellingen] >
[Instellingen Scannen/Faxen] > [Standaardinstellingen Scannen] zijn van toepassing
op faxen die via de serverfax worden verzonden: [Lichter/donkerder] en
[Achtergrondonderdrukking].
1.Zorg ervoor dat de gewenste faxfunctie is ingeschakeld.
2.Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
3.Selecteer [Faxen] of
[Internetfax] op het scherm Alle
functies.
4.Selecteer het tabblad [Algemene instellingen].
5.Selecteer de gewenste toepassing.
Lichter/donkerder
Met deze toepassing kan de densiteit van het gescande beeld op zeven niveaus
worden aangepast. Gebruik de schuiftoetsen om de donkerheid te verhogen of te
verlagen.
1.Selecteer een niveau voor de
toepassing [Lichter/donkerder]
op het scherm [Algemene
instellingen].
91
Page 100
4 Faxen
2-zijdig scannen
Met behulp van deze toepassing kunt u aangeven of uw document 1- of 2-zijdig is en
hoe het document moet worden geplaatst.
1.Selecteer een vooringestelde
toets voor de toepassing [2zijdig scannen] op het scherm
[Algemene instellingen].
1-zijdig
Scant één kant van het document.
2-zijdig
Scant beide zijden van het document Selecteer deze optie wanneer de beelden op
beide zijden van het document dezelfde richting hebben.
2-zijdig - z.2 roteren
Scant beide zijden van het document Selecteer deze optie wanneer de beelden op
beide zijden van het document tegenovergestelde richtingen hebben.
Eerste pagina 1-zijdig
Slaat het scannen van de achterkant op het eerste vel van het document over.
Dit selectievakje kan worden aangevinkt wanneer [2-zijdig] of [2-zijdig - z.2 roteren]
wordt geselecteerd.
OPMERKING: De optie [Eerste pagina 1-zijdig] is niet beschikbaar voor serverfax.
Origineelsoort
Met behulp van deze toepassing kunt u het soort document selecteren.
1.Selecteer een vooringestelde
Tekst
Selecteer deze optie voor documenten die alleen tekst bevatten.
Foto & tekst
toets voor de toepassing
[Origineelsoort] op het scherm
[Algemene instellingen].
92
Selecteer deze optie voor het scannen van documenten die tekst en foto's bevatten.
Er wordt automatisch onderscheid gemaakt tussen tekst en foto's, en er wordt een
geschikte kwaliteitsmode voor afzonderlijke gebieden geselecteerd.
Foto
Selecteer deze optie voor documenten die alleen foto's bevatten.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.