XEROX 5020 User Manual [nl]

WorkCentre 5020/DN
Handleiding voor de gebruiker
XE3026NL0-1
www.xerox.com/support
Vertaald door: Xerox GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1BU Verenigd Koninkrijk
© 2008 Fuji Xerox Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en
zaken van auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege zijn toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de software en dat in het beeldvenster wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort.
®
Xerox
en alle producten van Xerox die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken van Xerox Corporation. Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden bij deze erkend.
De informatie in dit document is correct op het tijdstip van eerste publicatie. Xerox houdt het recht de informatie op ieder willekeurig tijdstip te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. Wijzigingen en informatie over technische uitbreidingen worden in volgende edities van de documentatie opgenomen. Kijk voor de laatste informatie op www.xerox.com
. Producten onderworpen aan normale exportregelingen De export van dit product is strikt beperkt volgens de wetten inzake ruil en handel met het
buitenland van Japan en/of de exportregelingen van de Verenigde Staten. Indien u dit product wilt exporteren, dient u de betreffende exportlicentie te verkrijgen van de Japanse overheid of instantie en/of her-exporttoestemming van de Amerikaanse overheid of instantie.
Producten onderworpen aan aanvullende exportregelingen Er zijn strikte beperkingen opgelegd aan de export van dit product volgens de wetten inzake
ruil en handel met het buitenland van Japan en/of de exportregelingen van de Verenigde Staten. Indien u weet dat dit product zal worden gebruikt of werd gebruikt voor de ontwikkeling, productie of het gebruik van massavernietigingswapens, waaronder kernwapens, chemische wapens of biologische wapens vanwege een handelsdocument, zoals een rechtsgeldig contract of informatie van de importeur, dient u de betreffende exportlicentie te verkrijgen van de Japanse overheid of de desbetreffende instantie en/of her-exporttoestemming van de Amerikaanse overheid of de desbetreffende instantie.

Inhoudsopgave

1 Voordat u het apparaat gebruikt ...........................................................7
Xerox Welcome Center ............................................................................7
Serienummer .......................................................................................7
Conventies ...............................................................................................8
Overige informatiebronnen.......................................................................9
Veiligheidsopmerkingen ...........................................................................9
WAARSCHUWING: Informatie over elektrische veiligheid................10
Veiligheidsinformatie over de laser....................................................11
Informatie voor veilig gebruik.............................................................11
Onderhoudsinformatie.......................................................................12
Informatie over ozon ..........................................................................13
Voor verbruiksartikelen ......................................................................13
Radiofrequentie-emissies ..................................................................13
Veiligheidcertificatie ...........................................................................14
Goedkeuringen en certificeringen ..........................................................14
CE-merkteken....................................................................................14
Milieubepalingen ....................................................................................15
VS......................................................................................................15
Illegale kopieën ......................................................................................16
Recycling en weggooien van batterijen..................................................16
Recycling en weggooien van product.....................................................16
Alle landen, Noord-Amerika - VS/Canada .........................................16
Europese Unie...................................................................................17
2 Productoverzicht..................................................................................19
Onderdelen van het apparaat.................................................................19
Vooraanzicht......................................................................................19
Binnenaanzicht..................................................................................21
Achteraanzicht...................................................................................22
Functies op het apparaat........................................................................23
Afdrukken...........................................................................................23
Kopiëren ............................................................................................23
Scannen ............................................................................................23
Bedieningspaneel...................................................................................24
Display ...............................................................................................24
Toets/lampjes <Display-wisseling>....................................................24
Toets <Kopiëren> ..............................................................................24
Toets <Scannen> ..............................................................................25
Lampje <Online> ...............................................................................25
Cijfertoetsen.......................................................................................25
3
Toets <Aan-/afmelden>.....................................................................26
Toets <Energiespaarstand>..............................................................26
Toets <AC> (alle wissen) .................................................................. 26
Toets <Stop>.....................................................................................27
Toets <Start>.....................................................................................27
Toets <Scan voltooid>....................................................................... 27
Toets <Papierinvoer> ........................................................................28
Apparaatafbeelding (nabootsing) ......................................................29
Kopieerfuncties..................................................................................30
Aan-/uitzetten ......................................................................................... 37
Aanzetten ..........................................................................................37
Uitzetten ............................................................................................37
Energiespaarstand ............................................................................ 38
Gerecycled papier ..................................................................................39
3 Papier plaatsen..................................................................................... 41
Ondersteunde papierformaten en -soorten............................................41
Ondersteunde papierformaten...........................................................41
Ondersteunde papiersoorten.............................................................42
Papier bewaren en hanteren .............................................................42
Papier in de laden plaatsen....................................................................43
Papier in lade 1 plaatsen...................................................................43
Papier in lade 2 plaatsen...................................................................44
Papier in de handmatige invoer plaatsen..........................................45
Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen..............47
Het formaat en de richting van het papier in lade 1 wijzigen.............47
Het formaat en de richting van het papier in lade 2 wijzigen.............49
Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven........50
4 Kopiëren................................................................................................53
Kopiëren - procedure .............................................................................53
Originelen plaatsen ................................................................................56
Glasplaat ...........................................................................................56
AOD................................................................................................... 57
Alle functies wissen................................................................................ 58
Een kopieeropdracht annuleren.............................................................58
Speciale kopieën maken ........................................................................58
4 op 1 / 2 op 1 kopieën (meerdere pagina's op één
vel kopiëren) ..................................................................................58
ID-kaart kopiëren (een document in de vorm van een ID-kaart
op een vel papier kopiëren) ...........................................................68
Aanmelden op het apparaat...................................................................70
Opdrachtlimieten en totale aantal kopieën/afdrukken bekijken .........72
4
5 Scannen ................................................................................................73
Scanprocedure.......................................................................................73
Een scanopdracht annuleren .................................................................78
Documenten in een mailbox controleren................................................78
De gescande gegevens op een computer importeren ...........................80
Importeren vanuit een TWAIN-compatibele applicatie ......................80
Importeren vanuit Mailbox Viewer 3 ..................................................81
Importeren via CentreWare Internet Services ...................................82
Documenten uit een mailbox verwijderen ..............................................83
6 Afdrukken..............................................................................................85
Functies van de printerdriver..................................................................85
Belangrijke functies............................................................................85
PCL-emulatie..........................................................................................86
Parameters voor PCL-emulatie wijzigen............................................86
7 Verklarende woordenlijst.....................................................................91
Gedefinieerde termen.............................................................................91
8 Index ......................................................................................................97
5
6

1 Voordat u het apparaat gebruikt

Welkom bij de Xerox-familie WorkCentre-producten. In deze handleiding voor de gebruiker vindt u gedetailleerde informatie, technische
specificaties en procedures voor het gebruik van de integrale functies van het apparaat.
In dit hoofdstuk vindt u informatie die gebruikers in acht dienen te nemen voordat ze het apparaat gaan gebruiken.

Xerox Welcome Center

Als u hulp nodig heeft tijdens of na het installeren van het product, kunt u de Xerox-website bezoeken voor online-oplossingen en ondersteuning.
http://www.xerox.com/support Voor verdere ondersteuning neemt u contact op met onze experts van het
Xerox Welcome Centre. U heeft mogelijk een telefoonnummer van een plaatselijke medewerker gekregen toen het product werd geïnstalleerd. Noteer het telefoon­nummer op de lege regel hieronder, zodat u het gemakkelijk bij de hand heeft mocht u het nummer in de toekomst nodig hebben.
Telefoonnummer van Welcome Centre of plaatselijke medewerker: # Xerox US Welcome Centre:1-800-821-2797 Xerox Canada Welcome Centre:1-800-93-XEROX (1-800-939-3769)

Serienummer

Wanneer u het Welcome Centre belt, wordt u gevraagd naar het serienummer. Dit nummer bevindt zich aan de binnenzijde van de linkerzijklep, zoals aangegeven in de afbeelding.
Noteer het serienummer voor uw gemak op de lege regel hieronder.
Serienummer:
Noteer eventuele foutcodes. Met deze informatie kunnen wij problemen sneller oplossen.
7
1 Voordat u het apparaat gebruikt

Conventies

In dit gedeelte worden de conventies beschreven die in deze Handleiding voor de gebruiker worden gebruikt.
WAARSCHUWING:maakt u attent op mogelijk lichamelijk letsel. VOORZICHTIG: maakt u attent op mogelijke mechanische schade als gevolg
OPMERKING: verschaft aanvullende informatie over bewerkingen of functies.
" ": verwijzingen naar elders in deze handleiding en in te voeren tekst [ ]: de waarden en foutcodes die in het display verschijnen,
< >: hardwaretoetsen op het bedieningspaneel van het apparaat
In dit gedeelte worden ook termen beschreven die in deze Handleiding voor de gebruiker worden gebruikt.
van een handeling.
en de namen van menu's, schermen, dialoogvensters, toetsen en andere onderdelen die op een computerscherm worden weergegeven.
en toetsen op het toetsenbord van een computer.
Met richting wordt de richting van beelden op de pagina bedoeld. Wanneer het beeld rechtop staat, kan het papier (of ander afdrukmateriaal) met de lange kant eerst of met de korte kant eerst worden ingevoerd.
LKE (lange kant eerst) Het invoeren van documenten en papier waarbij een van de lange zijden als eerste
in het apparaat ingevoerd wordt.
KKE (korte kant eerst) Het invoeren van documenten en papier waarbij een van de korte zijden als eerste
in het apparaat ingevoerd wordt.
LKE-richting
Papierinvoerrichting
KKE-richting
Papierinvoerrichting
Papier is een synoniem voor afdrukmateriaal. Beide termen worden door elkaar gebruikt.
Apparaat is een synoniem voor Xerox WorkCentre 5020/DN. Beide termen worden door elkaar gebruikt.
Onder computer wordt een personal computer of werkstation verstaan.
Systeembeheerder verwijst naar de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud van het apparaat, zoals het instellen van printerdrivers en het beheer van software.
8

Overige informatiebronnen

De volgende informatiebronnen zijn beschikbaar voor het apparaat:
WorkCentre 5020/DN Handleiding voor de gebruiker
WorkCentre 5020/DN System Administration Guide (Handleiding voor de systeembeheerder)
WorkCentre 5020/DN Installatiehandleiding
WorkCentre 5020/DN Beknopte gebruikshandleiding
OPMERKING: Afbeeldingen die in deze handleiding voor de gebruiker worden gebruikt, zijn van toepassing op een volledig geconfigureerd apparaat en kunnen enigszins afwijken van de gebruikte configuratie.
OPMERKING: Alle schermopnamen die in deze handleiding voor de gebruiker worden gebruikt, zijn gemaakt met Windows XP.

Veiligheidsopmerkingen

Overige informatiebr onnen
Lees deze veiligheidsopmerkingen zorgvuldig door voordat u dit product gaat gebruiken om ervoor te zorgen dat u de apparatuur op een veilige manier bedient.
Uw Xerox-product en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn zodanig ontworpen en getest dat ze aan strenge veiligheidseisen voldoen. Deze bestaan onder meer uit toestemming van de veiligheidinstantie en naleving van algemene milieubepalingen. Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het product gaat bedienen en lees ze waar nodig opnieuw door om een veilige bediening van het product te waarborgen.
De veiligheids- en milieutests en prestaties van dit product zijn gecontroleerd met gebruikmaking van uitsluitend Xerox-materialen.
WAARSCHUWING: Ongeoorloofde wijzigingen, waaronder het toevoegen van nieuwe functies of het aansluiten van externe apparaten, kunnen de productcertificatie beïnvloeden. Neem contact op met uw erkende service provider voor meer informatie.
Waarschuwingen
Alle waarschuwingsinstructies die op het product staan aangegeven of bij het product zijn meegeleverd, dienen te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING Deze WAARSCHUWING vestigt de aandacht van de
gebruiker op gebieden van het product waar lichamelijk letsel kan worden opgelopen.
WAARSCHUWING Deze WAARSCHUWING vestigt de aandacht van
de gebruiker op gebieden van het product met hete oppervlakken die niet aangeraakt dienen te worden.
9
1 Voordat u het apparaat gebruikt
Elektrische voeding
Dit product dient te worden aangesloten op het type elektrische voeding dat op het informatielabel van het product staat aangegeven, Indien u niet zeker weet of uw elektrische voeding aan de vereisten voldoet, dan kunt u voor advies contact opnemen met uw plaatselijke energiebedrijf.
WAARSCHUWING: Dit product dient op een geaard stopcontact te worden aangesloten.
Dit product wordt geleverd met een stekker met een beschermende aardingspen. Deze stekker past alleen op een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Neem, om het risico van een elektrische schok te voorkomen, contact op met een elektricien indien u niet over een geaard stopcontact beschikt. Gebruik nooit een geaarde verloopstekker of een verlengsnoer om het product aan te sluiten op een stopcontact zonder aardingsaansluitpunt.
Toegankelijke gebieden voor operateurs
Deze apparatuur is zodanig ontworpen dat operateurs alleen toegang hebben tot veilige gebieden. Toegang tot gevaarlijke gebieden wordt beperkt door afdekkingen of panelen, die alleen met gereedschap kunnen worden verwijderd. Deze afdekkingen of panelen mogen nooit worden verwijderd.
Onderhoud
De onderhoudsprocedures voor dit product worden beschreven in de klantdocumentatie die bij het product is meegeleverd. Voer geen onderhoudsprocedures uit op dit product die niet in de klantendocumentatie staan beschreven.
Het product reinigen
Verwijder de stekker van het product uit het stopcontact alvorens dit product te reinigen. Gebruik altijd materialen die bedoeld zijn voor dit product. Het gebruik van andere materialen kan leiden tot slechte prestaties en kan gevaarlijke situaties opleveren. Gebruik geen spuitbussen met reinigingsmiddel. Deze kunnen onder bepaalde omstandigheden explosief en brandbaar zijn.

WAARSCHUWING: Informatie over elektrische veiligheid

Z Gebruik alleen het netsnoer dat bij de apparatuur wordt geleverd. Z Sluit het netsnoer rechtstreeks op een gemakkelijk te bereiken en geaard
stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoer. Indien u niet weet of een stopcontact geaard is, neem dan contact op met een erkende elektricien.
Z Een onjuiste aansluiting van de aardlekschakelaar kan een elektrische schok
tot gevolg hebben.
X Plaats deze apparatuur zodanig dat niemand op het netsnoer kan stappen
of hierover kan struikelen.
X Elektrische of mechanische veiligheidsschakelaars mogen niet overbrugd
of onbruikbaar gemaakt worden.
X De ventilatieopeningen mogen niet worden geblokkeerd. X Duw nooit voorwerpen in gleuven of openingen in de apparatuur.
10
Z Indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet, schakel dan de voeding
naar het apparaat onmiddellijk uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre om het probleem te verhelpen.
– Het apparaat maakt vreemde geluiden of er komen vreemde geuren vrij. – Het netsnoer is beschadigd of gerafeld. – Een circuitonderbreker, zekering of andere beveiliging heeft de stroomtoevoer
onderbroken. – Er is vloeistof in het apparaat terecht gekomen. – Het apparaat is blootgesteld aan water. – Een onderdeel van het apparaat is beschadigd.
Het apparaat ontkoppelen
Het netsnoer is de ontkoppeling voor dit apparaat. Deze wordt achterop het apparaat ingestoken. Voor het loskoppelen van alle elektrische voeding naar de apparatuur, moet het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken.

Veiligheidsinformatie over de laser

Veiligheidsopmerkingen
VOORZICHTIG: Gebruik, aanpassing of uitvoering van procedures die afwijken van de procedures genoemd in deze handleiding kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan licht.
Met betrekking tot laserveiligheid voldoet de apparatuur aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die zijn vastgesteld door overheids-, nationale en internationale instanties voor een Klasse 1-laserproduct. Het apparaat straalt geen gevaarlijk licht uit; de lichtstraal is in elke bedieningsmode en bij de uitvoering van elke onderhoudstaak volledig afgeschermd.

Informatie voor veilig gebruik

Volg onderstaande veiligheidsrichtlijnen te allen tijde, zodat u weet dat u veilig omgaat met uw Xerox-apparatuur.
Wel doen:
Sluit het apparaat altijd aan op een correct geaard stopcontact. Laat bij twijfel het stopcontact controleren door een erkende elektricien.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Dit apparaat wordt geleverd met een stekker met een beschermende
aardingspen. Deze stekker past alleen op een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Neem, om het risico van een elektrische schok te voorkomen, contact op met een elektricien indien u niet over een geaard stopcontact beschikt. Gebruik nooit een stekker zonder aardaansluiting om het product op een stopcontact aan te sluiten.
Volg altijd alle waarschuwingen en instructies die op de apparatuur of in de bijgeleverde informatie staan aangegeven.
Plaats het apparaat altijd in een ruimte met voldoende ventilatie en ruimte voor onderhoudswerkzaamheden. Raadpleeg de installatie-instructies voor minimumafmetingen.
11
1 Voordat u het apparaat gebruikt
Gebruik altijd materialen en verbruiksartikelen die speciaal voor uw Xerox­apparatuur zijn ontworpen. Gebruik van ongeschikt materiaal kan leiden tot slechte prestaties.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact alvorens u het apparaat gaat reinigen.
Niet doen:
Gebruik nooit een stekker zonder aardaansluiting om het product op een stopcontact aan te sluiten.
Probeer nooit onderhoudsprocedures uit te voeren die niet in de klantendocumentatie staan beschreven.
Dit apparaat mag nooit worden ingebouwd tenzij er voor een goede ventilatie wordt gezorgd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw erkende serviceleverancier.
Verwijder nooit afdekkingen of panelen die met schroeven zijn bevestigd. Achter deze panelen bevinden zich geen onderdelen die door de operateur kunnen worden onderhouden.
Plaats het apparaat nooit in de buurt van een radiator of andere warmtebron.
Duw nooit voorwerpen in de ventilatieopeningen.
Elektrische of mechanische vergrendelingen mogen nooit overbrugd of onbruikbaar worden gemaakt.
Gebruik het apparaat nooit indien u ongewone geluiden of geuren opmerkt. Trek het netsnoer uit het stopcontact en neem onmiddellijk contact op met het Xerox Welcome Centre.

Onderhoudsinformatie

Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet in de klantendocumentatie bij uw apparaat staan beschreven.
Gebruik geen spuitbussen met reinigingsmiddel. Het gebruik van ongeoorloofde reinigers kan leiden tot slechte prestaties van de apparatuur en tot een mogelijk gevaarlijke situatie.
Gebruik verbruiksartikelen en reinigingsmiddelen alleen op de manier die in de klantendocumentatie staat aangegeven. Houd deze materialen altijd buiten het bereik van kinderen.
Verwijder geen afdekkingen of panelen of die met schroeven zijn bevestigd. Achter deze afdekkingen en panelen bevinden zich geen onderdelen waaraan u onderhoud kunt uitvoeren.
12
Voer onderhoudsprocedures alleen uit indien u daartoe de betreffende training heeft ontvangen of indien de procedure in de Handleiding voor de gebruiker wordt beschreven.

Informatie over ozon

Dit product produceert ozon tijdens normale bedrijfsomstandigheden. De geprodu­ceerde ozon is zwaarder dan lucht en is afhankelijk van het aantal kopieën dat wordt gemaakt. Plaats het systeem in een ruimte met voldoende ventilatie.
Indien u aanvullende informatie over ozon wenst, kunt u binnen de Verenigde Staten en Canada de Xerox-publicatie Facts About Ozone (onderdeelnummer 610P64653) aanvragen op telefoonnummer 1-800-828-6571. In andere landen kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.

Voor verbruiksartikelen

Bewaar alle verbruiksartikelen volgens de instructies die op de verpakking of doos staan vermeld.
Gebruik een borstel of een vochtige doek om gemorste toner te verwijderen. Gebruik nooit een stofzuiger voor gemorste toner.
Bewaar de tonerfles buiten het bereik van kinderen. Als een kind onverhoopt toner heeft doorgeslikt, laat het kind de toner dan onmiddellijk uitspugen, de mond spoelen, water drinken en neem zo snel mogelijk contact op met een arts.
Veiligheidsopmerkingen
Als u toner aan de afdrukmodule toevoegt, zorgt u er dan voor dat u geen toner morst. Als er toner is gemorst, voorkom dan contact met kleding, huid, ogen en mond en voorkom inademing.
Als er toner op uw huid of kleding is gemorst, verwijder het dan met zeep en water.
Als er tonerdeeltjes in uw ogen zijn terechtgekomen, spoel uw ogen dan ten minste 15 minuten lang met water totdat ze niet meer geïrriteerd zijn. Neem eventueel contact op met een arts.
Als u tonerdeeltjes heeft ingeademd, zoek dan de frisse lucht op en spoel uw mond met water.
Als u toner heeft doorgeslikt, spuug het dan uit, spoel uw mond met water, drink een ruime hoeveelheid water en neem onmiddellijk contact op met een arts.

Radiofrequentie-emissies

Verenigde Staten, Canada, Europa, Australië/Nieuw-Zeeland
OPMERKING: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een klasse
A digitaal apparaat conform Part 15 van de FCC Rules. Deze beperkingen bieden een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur wekt radiofrequentie-energie op, gebruikt deze en kan deze uitstralen. Indien het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen in de instructiehandleiding, kan het storingen van radiocommunicatie veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan schadelijke interferentie veroorzaken. In dit geval dient de gebruiker de interferentie op eigen kosten te verhelpen.
Door wijzigingen en modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door Xerox zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur komen te vervallen.
13
1 Voordat u het apparaat gebruikt

Veiligheidcertificatie

Dit product wordt gecertificeerd door de volgende instanties met de vermelde veiligheidsnormen.
Instantie Standaard
TUV Rheinland UL60950-1 1st (2003) (USA/Canada)
NEMKO CHINA IEC60950-1 Edition 1 (2001)
Dit product is vervaardigd onder een geregistreerd ISO9001-veiligheidssysteem.

Goedkeuringen en certificeringen

CE-merkteken

Het CE-merkteken op dit product symboliseert de overeenkomstigheidsverklaring van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven datum:
12 december 2006: Richtlijn 2006/95/EEG van de Raad, gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEG van de Raad, betreffende de wettelijke voorschriften der Lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik bij lage spanning.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad betreffende de wetgevingen van de Lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 99/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie­apparatuur en de wederzijde erkenning van hun conformiteit.
Een volledige verklaring van conformiteit, met daarin de definities van de relevante richtlijnen en standaarden kunt u bij het Xerox Welcome Centre opvragen.
WAARSCHUWING: Om deze apparatuur te laten werken in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het nodig zijn dat de externe straling van deze apparatuur moet worden beperkt of dat er speciale stralingstemperende maatregelen moeten worden getroffen.
WAARSCHUWING: Dit is een Klasse A-product. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken, in welk geval de gebruiker passende maatregelen zal moeten nemen.
14
EUROPA

Milieubepalingen

Certificering volgens Richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur
Dit Xerox-product is door Xerox zelf gecertificeerd voor pan-Europese aansluiting op een enkele terminal van het analoge openbare telefoonnetwerk (PSTN) in overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EG. Het product werkt met de nationale PSTN's en compatibele telefooncentrales (PBX'en) van de volgende landen:
België Griekenland Nederland Spanje Bulgarije Hongarije Noorwegen Tsjechische Republiek Denemarken Ierland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk Duitsland IJsland Polen Zweden Finland Italië Portugal Zwitserland Frankrijk Luxemburg Roemenië
Indien zich een probleem voordoet, dient u in eerste instantie contact op nemen met het Xerox Welcome Centre.
Dit product is getest volgens en voldoet aan TBR21, een technische specificatie voor terminalapparatuur op het analoge telefoonnetwerk in het Europese Economische Gebied.
Dit product kan zodanig worden geconfigureerd dat het compatibel is met netwerken in andere landen. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre als het product op het netwerk van een ander land moet worden aangesloten.
OPMERKING: Hoewel bij dit product pulssignalen of DTMF-signalen (toon) kunnen worden gebruikt, wordt aangeraden de DTMF-instelling te gebruiken. DTMF-signalen geven een betrouwbare en snellere verbinding.
Door wijzigingen aan dit product, aansluiting op externe besturingssoftware of op externe besturingsapparatuur waarvoor door Xerox geen toestemming is verleend, wordt de certificering van dit product ongeldig.
Milieubepalingen
VS
ENERGY STAR
Als ENERGY STAR®-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat de basisconfiguratie van dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
ENERGY STAR en ENERGY STAR MARK zijn gedeponeerde handelsmerken in de Verenigde Staten.
Het ENERGY STAR Imaging Equipment Program is een samenwerkingsverband tussen de overheden van de VS, de Europese Unie en Japan en de kantoorappara­tuurindustrie met als doel het promoten van zuinige kopieerapparaten, printers, faxen, multifunctionele apparaten, pc's en monitoren. Door het energieverbruik van apparatuur te verlagen, worden smog, zure regen en klimaatveranderingen op lange termijn bestreden, doordat de emissies die ontstaan bij het opwekken van elektriciteit worden verminderd.
15
1 Voordat u het apparaat gebruikt

Illegale kopieën

Het kopiëren van bepaalde documenten kan strafbaar zijn in uw land. Straffen in de vorm van geldboetes of gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties.
Papiergeld
Bankbiljetten en cheques
Obligaties en effecten (bank en de overheid)
Paspoorten en identificatiekaarten
Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken zonder toestemming van de eigenaar
Postzegels en andere verhandelbare documenten
Deze lijst is niet allesomvattend en er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot volledigheid of nauwkeurigheid. Neem in geval van twijfel contact op met een rechtsadviseur.

Recycling en weggooien van batterijen

Gooi alle batterijen weg in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving. Xerox hergebruikt de oplaadbare batterijen in het product dat wordt teruggestuurd ter
behoud van schaarse bronnen. Dergelijke batterijen kunnen hergebruikt worden voor het maken van recyclingmateriaal en energieherstel.

Recycling en weggooien van product

Alle landen, Noord-Amerika - VS/Canada

Xerox heeft een wereldwijd programma voor het terugnemen en hergebruik/recycling van apparatuur. Bij het Xerox Welcome Centre kunt u navragen of dit Xerox-product deel uitmaakt van het programma. Voor meer informatie over de Xerox-milieupro­gramma's kunt u terecht op www.xerox.com/environment.
Indien u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van het Xeroxproduct, dient u er rekening mee te houden dat het product lood en ander materialen bevat die het product onderhevig maken aan bepaalde voorschriften ter bescherming van het milieu. De aanwezigheid van lood is volledig in overeenstemming met de regelgeving die gold ten tijde dat dit product op de markt kwam. Voor informatie over recycling en weggooien kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheidsinstanties. In de Verenigde Staten kunt u ook de website van de Electronic Industries Alliance raadplegen:
16
www.eiae.org <http://www.eiae.org>. Loodhoudend materiaal - Dit product kan een of meer loodhoudende onderdelen
bevatten, zoals batterijen. Er kunnen speciale voorschriften voor het omgaan hiermee gelden. Raadpleeg:
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate.

Europese Unie

WEEE Huisafval
en elektronische apparatuur gratis inleveren bij daarvoor bestemde verzamelpunten. Neem voor informatie contact op met de gemeentelijke afvaldienst.
In sommige lidstaten dient de leverancier mogelijk uw oude apparatuur gratis in te nemen wanneer u nieuwe apparatuur aanschaft. Neem voor informatie contact op met uw leverancier.
Neem voordat u de apparatuur weggooit contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie over de terugname van afgeschreven apparatuur.
WEEE Zakelijk afval
Recycling en weggooien van product
Het gebruik van dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat u de apparatuur niet bij het gewone huisafval kunt weggooien. Volgens de Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische apparatuur worden gescheiden van huisafval.
Huishoudens in de Europese lidstaten kunnen gebruikte elektrische
Het gebruik van dit symbool op uw apparatuur geeft aan dat u de apparatuur overeenkomstig de afgesproken landelijke procedures moet weggooien. Volgens de Europese regelgeving moet afgeschreven elektrische en elektronische apparatuur weggegooid worden volgens de afgesproken procedures.
Huishoudens in de Europese lidstaten kunnen gebruikte elektrische en elektronische apparatuur gratis inleveren bij daarvoor bestemde verzamelpunten. Neem voor informatie contact op met de gemeentelijke afvaldienst.
17
1 Voordat u het apparaat gebruikt
18

2 Productoverzicht

In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van alle componenten van het apparaat en de functies die op het apparaat beschikbaar zijn. Ook wordt uitgelegd hoe u het apparaat in- en uitschakelt. Tot slot wordt informatie gegeven over het gebruik van gerecycled papier.

Onderdelen van het apparaat

In dit gedeelte worden de onderdelen van het apparaat en hun functie beschreven.

Vooraanzicht

Nr. Onderdeel Functie
1 Linkerzijklep Open deze klep wanneer er een papierstoring in het apparaat optreedt
en wanneer u verbruiksartikelen vervangt. OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Problem Solving in de System
Administration Guide voor informatie over het verhelpen van papierstoringen.
OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Maintenance in de System Administration Guide voor informatie over het vervangen van verbruiksartikelen.
19
2 Productoverzicht
Nr. Onderdeel Functie
2 Handmatige invoer Wordt gebruikt voor standaardpapierformaten en afwijkende papierformaten.
Bedoeld voor speciale afdrukmaterialen, zoals zwaar papier of andere speciale afdrukmaterialen die niet in lade 1 of lade 2 kunnen worden geplaatst.
OPMERKING: Voor meer informatie over de ondersteunde papiersoorten en de capaciteit van de handmatige invoer raadpleegt u Ondersteunde
papierformaten en -soorten op pagina 41
3 Uitklapblad Ondersteunt papier dat in de handmatige invoer is geplaatst. Schuif dit blad
uit voordat u papier in de handmatige invoer plaatst.
4 Toegangsklep 1 Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen in/rondom lade
1 en lade 2. OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Problem Solving in de System
Administration Guide voor meer informatie over het verhelpen van papierstoringen.
5 Toegangsklep 2 Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen in/rondom lade 2.
OPMERKING: Toegangsklep 2 maakt deel uit van de optionele papierlade 2.
OPMERKING: Raadpleeg het hoofdstuk Problem Solving in de
System Administration Guide voor meer informatie over het verhelpen van papierstoringen.
6 AOD Automatische invoer van geplaatste documenten om deze te scannen voor
een kopieer- of scanopdracht.
7 Bedieningspaneel Bestaat uit het display, de apparaatafbeelding (nabootsing), toetsen en lampjes.
OPMERKING: Voor meer informatie over het bedieningspaneel, raadpleegt u Bedieningspaneel op pagina 24.
8 Opvangbak Hierin worden kopieën en afdrukken met de beeldzijde omlaag afgeleverd.
9 Voorklep Open deze klep om de afdrukmodule te vervangen en om toner toe te voegen.
10 Vergrendeling
linkerzijklep
11 Lade 1 Wordt gebruikt voor papier van standaardformaat. Er kunnen maximaal
12 Papierlade 2
(optioneel)
Trek deze vergrendeling omhoog om de linkerzijklep te openen.
250 vellen gewoon papier in deze lade worden geplaatst. OPMERKING: Voor meer informatie over ondersteunde papiersoorten en
ladecapaciteit, raadpleegt u Ondersteunde papierformaten en -soorten op
pagina 41
Voegt een extra lade toe die als lade 2 kan worden gebruikt. Wordt gebruikt voor papier van standaardformaat. Er kunnen maximaal 500 vellen gewoon papier in deze lade worden geplaatst.
OPMERKING: Papierlade 2 is een optioneel onderdeel.
OPMERKING: Voor meer informatie over ondersteunde papiersoorten en
ladecapaciteit, raadpleegt u Ondersteunde papierformaten en -soorten op pagina 41
13 Onderstel (optioneel) Verhoogt en stabiliseert het apparaat voor optimaal gebruik. Dankzij
de zwenkwielen kunt u het apparaat gemakkelijk verplaatsen. OPMERKING: Het onderstel is een optioneel onderdeel.
14 10Base-T/100Base-
TX-verbinding
20
Hiermee wordt de netwerkkabel op het apparaat aangesloten.
Nr. Onderdeel Functie
Onderdelen van het apparaat
15 USB-interface-
aansluiting
16 Aansluiting Deze aansluiting dient alleen door servicemedewerkers te worden gebruikt.
17 Netsnoeraansluiting Hiermee wordt het netsnoer op het apparaat aangesloten.
18 Aan/uit-schakelaar Hiermee wordt de stroom naar het apparaat in- en uitgeschakeld.
Hiermee wordt de USB-kabel op het apparaat aangesloten. OPMERKING: Deze aansluiting wordt ook gebruikt voor het bijwerken
van software.

Binnenaanzicht

Nr. Onderdeel Functie
19 Documentklep Sluit deze klep tijdens het scannen van een document op de glasplaat.
20 Glasplaat Plaats hier een document met de beeldzijde omlaag.
21 Fusereenheid Hiermee wordt toner aan het papier gehecht door middel van warmte en druk.
Raak deze eenheid niet aan. De eenheid kan zeer heet zijn.
22 Afdrukmodule Bevat toner en fotogeleider die de toner transporteert.
23 2-zijdige module Hiermee wordt op beide zijden van het papier gekopieerd en afgedrukt.
21
2 Productoverzicht

Achteraanzicht

Nr. Onderdeel Functie
24 Gegevenslabel Bevat de apparaatinformatie.
22

Functies op het apparaat

In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de beschikbare functies op het apparaat.

Afdrukken

Biedt diverse afdrukfuncties, waaronder 2-zijdig afdrukken, Katern maken, N op 1 en Poster. Raadpleeg voor meer informatie de cd-rom van de PCL-printerdriver of
Afdrukken op pagina 85

Kopiëren

Hiermee kunt u documenten op verschillende manieren kopiëren. U kunt bijvoorbeeld afdrukken maken die tot een ander formaat zijn verkleind of vergroot, of twee of vier van elkaar onafhankelijke documenten op één vel papier kopiëren. Raadpleeg voor meer informatie Kopiëren op pagina 53

Scannen

Functies op het apparaat
Hiermee kunt u documenten scannen en ze in mailboxen opslaan. U kunt de gescande documenten met behulp van CentreWare Internet Services of via de Network Scanner Utility 3 op uw computer importeren. Raadpleeg voor meer informatie Scannen op
pagina 73
23
2 Productoverzicht

Bedieningspaneel

In dit gedeelte worden de onderdelen van het bedieningspaneel en hun functie beschreven.

Display

Toont het aantal kopieën, het zoompercentage, de foutcode, de apparaatstatus of numerieke waarden.
Display

Toets/lampjes <Display-wisseling>

Druk op deze toets om het display te wisselen van aantal kopieën naar zoompercentage en vice versa. Het lampje licht op om aan te geven welke van de twee momenteel wordt weergegeven.
Wanneer het apparaat zich in de mode Papierinstellingen bevindt, drukt u op deze toets om door de papierformaten te bladeren.
OPMERKING: U kunt de mode Papierinstellingen inschakelen door de toets <Papierinvoer> vier seconden lang ingedrukt te houden. Raadpleeg Toets <Papierinvoer> op pagina 28 voor informatie over de toets <Papierinvoer>.

Toets <Kopiëren>

Druk op deze toets om de mode Kopiëren in te schakelen op het apparaat. De toets licht op wanneer het apparaat gereed is voor het verwerken van een kopieeropdracht.
Toets <Display-wisseling>
24
Toets <Kopiëren>

Toets <Scannen>

Druk op deze toets om de mode Scannen in te schakelen op het apparaat. De toets licht op wanneer het apparaat gereed is voor het verwerken van een scanopdracht.
Wanneer de mode Scannen wordt ingeschakeld op het apparaat, wordt [b] in het display weergegeven.
Lampje <Opdracht in geheugen>
Dit lampje licht op wanneer gescande gegevens in mailboxen worden opgeslagen. Wanneer gescande gegevens in mailboxen worden opgeslagen blijft het lampje branden, zelfs als het apparaat zich in de energiespaarstand of slaapstand bevindt.
OPMERKING: Als het apparaat wordt uitgeschakeld, worden alle gescande gegevens die in mailboxen zijn opgeslagen, verwijderd.
Bedieningspaneel
Toets <Scannen>
<Opdracht in geheugen> indicatielampje

Lampje <Online>

Dit lampje knippert wanneer het apparaat gegevens van een computer ontvangt.
Het lampje licht op tijdens het verwerken van een opdracht.

Cijfertoetsen

Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen om het aantal kopieën, de toegangscode of andere numerieke waarden in te voeren.
toets <C> (wissen)
Lampje <Online>
Druk op deze toets om een verkeerd ingevoerde numerieke waarde te wissen.
OPMERKING: In deze handleiding wordt deze toets aangegeven als de toets<C>.
Toets <C>
Cijfertoetsen
25
2 Productoverzicht

Toets <Aan-/afmelden>

Gebruik deze toets om de mode Systeeminstellingen in te schakelen. Via deze mode kunt u de systeeminstellingen configureren.
Wanneer Auditron (kopiëren) is uitgeschakeld
Houd deze toets vier seconden lang ingedrukt, en voer daarna de ID van de systeembeheerder in met behulp van de cijfertoetsen. De mode Systeeminstellingen wordt geactiveerd op het apparaat.
Wanneer Auditron (kopiëren) is ingeschakeld
U moet zich eerst met de ID van de systeembeheerder aanmelden op het apparaat en daarna deze toets vier seconden lang ingedrukt houden. De mode Systeeminstellingen wordt geactiveerd op het apparaat.
Raadpleeg Aanmelden op het apparaat op pagina 70 voor meer informatie over hoe u zich kunt aanmelden op het apparaat. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie over de mode Systeeminstellingen en Auditron (kopiëren).

Toets <Energiespaarstand>

Om het stroomverbruik zoveel mogelijk te beperken, wordt de functie Energiespaarstand automatisch ingeschakeld als het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
Toets <Aan-/afmelden>
Raadpleeg Energiespaarstand op pagina 38 voor meer informatie over de functie Energiespaarstand.

Toets <AC> (alle wissen)

Druk op deze toets om de eerder geselecteerde functies te wissen en de standaardwaarden van de functies te herstellen.
Toets <Energiespaarstand>
Toets <AC>
26

Toets <Stop>

Druk op deze toets om een opdracht te annuleren.

Toets <Start>

Druk op deze toets om een kopieer- of scanopdracht te starten en de opgegeven waarden te bevestigen.
Bedieningspaneel
Toets <Stop>

Toets <Scan voltooid>

Deze toets is beschikbaar wanneer u de glasplaat gebruikt en bepaalde kopieerfuncties zoals Sets, 2-zijdig en N op 1 gebruikt, of wanneer u de glasplaat voor een scanopdracht gebruikt.
Het lampje naast de toets <Scan voltooid> gaat knipperen nadat de eerste pagina van het document is gescand. U kunt verder gaan met het scannen van de volgende pagina terwijl dit lampje knippert. Druk op deze toets nadat de laatste pagina is gescand.
OPMERKING: Als u de glasplaat gebruikt voor een scanopdracht, kunt u via de mode Systeeminstellingen (menunummer 201) het scannen van de volgende pagina in- of uitschakelen. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
Toets <Start>
Toets <Scan voltooid>
27
2 Productoverzicht

Toets <Papierinvoer>

De toets <Papierinvoer> heeft de volgende twee functies.
Een lade selecteren
Druk op deze toets om een lade voor een kopieeropdracht te selecteren. De apparaatafbeelding (nabootsing) geeft aan welke lade momenteel is geselecteerd. Druk meerdere malen op deze toets totdat het lampje voor de gewenste lade oplicht op de apparaatafbeelding (nabootsing).
Volgorde van laden: Lade 1 & lade 2 (automatische
papierselectie), lade 1, lade 2, handmatige invoer
Lade 1 & lade 2 (automatische papierselectie)
Als Automatische papierselectie (menunummer 164) is ingeschakeld in de systeeminstellingen, selecteert het apparaat automatisch papier dat in lade 1 of lade 2 is geplaatst wanneer een document in de AOD wordt geplaatst. Raadpleeg de System Administration Guide voor informatie over de systeeminstellingen.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de AOD wordt gebruikt op apparaten met een optionele papierlade 2.
Lade 1
Gebruikt papier dat in lade 1 is geplaatst.
Lade 2
Gebruikt papier dat in lade 2 is geplaatst. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer papierlade 2 (optioneel)
op het apparaat is geïnstalleerd.
Toets <Papierinvoer>
Handmatige invoer
Gebruikt papier dat in de handmatige invoer is geplaatst.
Mode Papierinstellingen activeren
Houd deze toets vier seconden lang ingedrukt om de mode Papierinstellingen te activeren. Nadat u papier in een van de laden heeft geplaatst, moet u de mode Papierinstellingen activeren om het formaat en de richting van het geplaatste papier op te geven.
Wanneer de mode Papierinstellingen wordt geactiveerd op het apparaat, drukt u op de toets <Display-wisseling> om door de papierformaten te bladeren.
De volgorde van de papierformaten wordt hieronder weergegeven. Eerst wordt aangegeven welke aanduiding in het display verschijnt, en daarna tussen haakjes het daadwerkelijke formaat van het papier.
28
De volgorde van de papierformaten: A3 (A3 KKE), A4L (A4 LKE), A4 (A4 KKE), b4 (B4 KKE), b5L (B5 LKE), b5 (B5 KKE), C8 (8K KKE), 16L (16K LKE), 16S (16K KKE), A5 (A5 KKE), 17 (11 x 17" KKE), 14 (8,5 x 14" KKE), 13 (8,5 x 13" KKE), 11L (8,5 x 11" LKE), 11 (8,5 x 11" KKE), 134 (8,5 x 13,4" KKE), 55 (5,5 x 8,5" KKE), CUS (Aangepast papierformaat)
OPMERKING: Wanneer lade 1 of lade 2 is geselecteerd, worden [A5], [55] en [CUS] niet in het display weergegeven.
Raadpleeg Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50 voor meer informatie over het opgeven van het formaat en de richting van het papier in de lade.

Apparaatafbeelding (nabootsing)

De apparaatafbeelding (nabootsing) bestaat uit indicatielampjes.
De lampjes knipperen of lichten op om de status van het apparaat aan te geven.
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste lampjes.
Bedieningspaneel
Raadpleeg het hoofdstuk Problem Solving in de System Administration Guide voor meer informatie over de apparaatafbeelding (nabootsing) en andere indicatielampjes.
Origineelstoring in AOD
Het rode lampje knippert wanneer er een document is vastgelopen in de AOD of wanneer de klep van de AOD openstaat.
Papierstoring in apparaat
Het rode lampje knippert wanneer er een papierstoring in het apparaat optreedt. Controleer de foutcode die in het display wordt weergegeven.
Toner
Het rode lampje licht op wanneer de toner in de afdrukmodule bijna op is. Maak een nieuwe tonerfles klaar. Er wordt in deze situatie geen foutcode weergegeven.
Het rode lampje knippert wanneer de toner op is. Voeg toner toe aan de afdrukmodule. De foutcode [J1] wordt in het display weergegeven.
Afdrukmodule vervangen
Het rode lampje licht op wanneer de afdrukmodule binnenkort vervangen moet worden. Maak een nieuwe afdrukmodule klaar. Er wordt in deze situatie geen foutcode weergegeven.
Het rode lampje knippert wanneer de afdrukmodule onmiddellijk vervangen moet worden. Vervang de afdrukmodule door een nieuwe module. De foutcode [J6] wordt in het display weergegeven.
29
2 Productoverzicht

Kopieerfuncties

Toets <Variabel percentage>
Druk op de toetsen < > en < > om het zoompercentage aan te geven binnen een bereik van 50 tot 200% in stappen van 1%.
Het zoompercentage dat momenteel is geselecteerd wordt in het display weergegeven.
OPMERKING: Als u op deze toetsen drukt, wordt het display automatisch omgeschakeld en wordt het zoompercentage weergegeven.
Toets <Verkleinen/vergroten>
Druk op deze toets om het zoompercentage te selecteren.
< > en < > toetsen
Het zoompercentage dat momenteel is geselecteerd wordt in het display weergegeven.
OPMERKING: Als u op deze toets drukt, wordt het display automatisch omgeschakeld en wordt het
Toets <Verkleinen/vergroten>
zoompercentage weergegeven.
OPMERKING: Wanneer het apparaat zich in de mode Systeeminstellingen bevindt (menunummer 21), kan de tabel met papierformaten metrisch ([Serie A/B (8K/16K)]) of in inches ([Serie Inch (8,5 x 13 inch)], [Serie Inch (8,5 x 13,4 inch)], [Serie Inch]) worden weergegeven. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie over de systeeminstellingen. De volgende opties veranderen afhankelijk van de geselecteerde tabel met papierformaten.
Wanneer de tabel met papierformaten in inches is
200%
Vergroot een document met 200%. 5,5 x 8,5 inch 11 x 17 inch
129%
30
Vergroot een document met 129,4%. 5,5 x 8,5 inch 8,5 x 11 inch, 8,5 x 11 inch 11 x 17 inch
78%
Verkleint een document met 78,5%. 8,5 x 14 inch 8,5 x 11 inch
50%
Verkleint een document met 50%. 11 x 17 inch 5,5 x 8,5 inch
Bedieningspaneel
Voorinstelling
Vergroot of verkleint een document met een vooraf ingesteld zoompercentage.
OPMERKING: U kunt het vooringestelde zoompercentage opgeven wanneer het apparaat zich in de mode Systeeminstellingen bevindt (menunummer 153). Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
OPMERKING: Het vooraf ingestelde zoompercentage is standaard ingesteld op 64%.
100%
Maakt kopieën die hetzelfde formaat als het originele document hebben.
Auto %
Het apparaat selecteert automatisch het zoompercentage op basis van het originele documentformaat en het papierformaat in de geselecteerde lade.
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de AOD wordt gebruikt.
Wanneer de tabel met papierformaten metrisch is
200%
Vergroot een document met 200%. A5 A3
141%
Vergroot een document met 141,4%. A5 A4, A4 A3, B5 B4
70%
Verkleint een document met 70,7%. A3 A4, A4 A5, B4 B5
50%
Verkleint een document met 50%. A3 A5
Voorinstelling
Vergroot of verkleint een document met een vooraf ingesteld zoompercentage.
OPMERKING: U kunt het vooringestelde zoompercentage opgeven wanneer het apparaat zich in de mode Systeeminstellingen bevindt (menunummer 153). Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
OPMERKING: Het vooraf ingestelde zoompercentage is standaard ingesteld op 64%.
100%
Maakt kopieën die hetzelfde formaat als het originele document hebben.
31
2 Productoverzicht
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de AOD wordt gebruikt.
Toets <Lichter/donkerder>
Druk op de toets < > of < > om de densiteit van de afgedrukte kopieën te selecteren.
OPMERKING: Deze toets wordt ook gebruikt om de scandensiteit voor een scanopdracht in te stellen.
Lichtst
Auto %
Het apparaat selecteert automatisch het zoompercentage op basis van het originele documentformaat en het papierformaat in de geselecteerde lade.
<Lichter/donkerder> toets
Toets <Origineelformaat>
Wanneer u de functie N op 1 selecteert, drukt u op deze toets om het documentformaat van het origineel te selecteren.
Voor meer informatie over de functie N op 1 raadpleegt u 4 op 1 / 2 op 1 kopieën
(meerdere pagina's op één vel kopiëren) op pagina 58
De densiteit van de afgedrukte kopieën wordt verlaagd tot het lichtste niveau.
Licht
De densiteit wordt verlaagd op de afgedrukte kopieën.
Normaal
De densiteit van de afgedrukte kopieën blijft hetzelfde als die van de originele documenten.
Donker
De densiteit wordt verhoogd op de afgedrukte kopieën.
Donkerst
De densiteit van de afgedrukte kopieën wordt verhoogd tot het donkerste niveau.
<Origineelformaat> toets
32
OPMERKING: Deze toets is beschikbaar wanneer u de glasplaat voor de functie N op 1 gebruikt. De toets is niet beschikbaar wanneer u de AOD gebruikt, omdat het documentformaat van het origineel automatisch wordt vastgesteld.
OPMERKING: Wanneer het apparaat zich in de mode Systeeminstellingen bevindt (menunummer 21), kan de tabel met papierformaten metrisch ([Serie A/B (8K/16K)]) of in inches ([Serie Inch (8,5 x 13")], [Serie Inch (8,5 x 13,4")], [Serie Inch]) worden weergegeven. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie over de systeeminstellingen. De volgende drie opties veranderen afhankelijk van de geselecteerde tabel met papierformaten.
Wanneer de tabel met papierformaten in inches is
11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 13" KKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document 11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE of 8,5 x 13" KKE is en u de functie N op 1 gebruikt.
8,5 x 11" KKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document 8,5 x 11" KKE is.
8,5 x 11" LKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document 8,5 x 11" LKE is.
Wanneer de tabel met papierformaten metrisch is
A3 KKE, B4 KKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document A3 KKE of B4 KKE is.
A4 KKE, B5 KKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document A4 KKE of B5 KKE is.
Bedieningspaneel
A4 LKE, B5 LKE
Selecteer deze optie als het formaat en de richting van het originele document A4 LKE of B5 LKE is.
Toets <N op 1/ID-kaart kopiëren>
Druk op deze toets om de functie N op 1 of ID-kaart kopiëren te selecteren.
OPMERKING: Wanneer de functie N op 1 is geselecteerd, staat het zoompercentage vast op Auto % en kan niet handmatig worden veranderd.
ID-kaart kopiëren
Kopieert een document in de vorm van een ID-kaart op één zijde van een vel papier.
Raadpleeg voor meer informatie over de functie ID-kaart kopiëren ID-
kaart kopiëren (een document in de vorm van een ID-kaart op een vel papier kopiëren) op pagina 68
<N op 1/ID-kaart kopiëren> toets
4 op 1
Kopieert vier pagina's van het originele document op één zijde van een vel papier.
Voor meer informatie over de functie N op 1 raadpleegt u 4 op 1 / 2 op
1 kopieën (meerdere pagina's op één vel kopiëren) op pagina 58
2 op 1
Kopieert twee pagina's van het originele document op één zijde van een vel papier.
33
2 Productoverzicht
Voor meer informatie over de functie N op 1 raadpleegt u 4 op 1 / 2 op 1 kopieën (meerdere pagina's op één vel kopiëren) op pagina 58
Toets <Origineeltype>
Druk op deze toets om het documenttype van het origineel te selecteren.
OPMERKING: Deze toets wordt ook gebruikt om het origineeltype voor een scanopdracht te selecteren.
Uit
Schakelt de functie N op 1 en ID-kaart kopiëren uit.
<Origineeltype> toets
Foto
Toets <2-zijdig>
Druk op deze toets om aan te geven of u op één zijde of op beide zijden van het vel wilt kopiëren.
OPMERKING: Deze toets wordt ook gebruikt om aan te geven of één zijde of beide zijden van een document moeten worden gescand voor een scanopdracht wanneer de AOD wordt gebruikt.
Geschikt voor het kopiëren van documenten die alleen fotobeelden bevatten.
Foto & tekst
Geschikt voor het kopiëren van documenten die zowel tekst als foto's bevatten.
Tekst
Geschikt voor het kopiëren van documenten die alleen tekst bevatten.
<2-zijdig> toets
34
2 1 zijdig
Maakt 1-zijdige kopieën van 2-zijdige documenten.
2 2 zijdig
Maakt 2-zijdige kopieën van 2-zijdige documenten. OPMERKING: Deze toets is niet beschikbaar wanneer u een
document voor een scanopdracht scant.
Bedieningspaneel
1 2 zijdig
Maakt 2-zijdige kopieën van 1-zijdige documenten. OPMERKING: Deze toets is niet beschikbaar wanneer u een
document voor een scanopdracht scant.
1 1 zijdig
Maakt 1-zijdige kopieën van 1-zijdige documenten.
In het volgende overzicht wordt aangegeven hoe het originele document op de glasplaat of in de AOD moet worden gelegd bij het maken van 2-zijdige kopieën.
Papierrichting in
de lade
LKE
Papierrichting in
de lade
KKE
Scannen
AOD
Portret
Glasplaat
Scannen
Landschap
Scannen Afgedrukte
Portret
AOD
Glasplaat
AOD
Glasplaat
Afgedrukte
kopieën
Afgedrukte
kopieën
kopieën
Scannen
Landschap
AOD
Glasplaat
Afgedrukte
kopieën
35
2 Productoverzicht
Toets <Aflevering>
Druk op deze toets om aan te geven of de afgedrukte kopieën in sets moeten worden afgeleverd of niet.
<Aflevering> toets
Sets
•Wanneer 1-zijdig is geselecteerd Levert het opgegeven aantal sets kopieën af in dezelfde volgorde
als de originele documenten.
• Wanneer 2-zijdig is geselecteerd Levert het opgegeven aantal sets kopieën af in dezelfde volgorde als
de originele documenten, waarbij op beide zijden van de vellen wordt gekopieerd.
Stapels
• Wanneer 1-zijdig is geselecteerd Levert de kopieën in stapels af, gebaseerd op het aantal kopieën
per set.
• Wanneer 2-zijdig is geselecteerd Levert de kopieën in stapels af, gebaseerd op het aantal kopieën
per set. Er wordt op beide zijden van de vellen gekopieerd.
36

Aan-/uitzetten

In dit gedeelte wordt beschreven hoe het apparaat aan- en uitgezet wordt en hoe de functie Energiespaarstand werkt.
Het apparaat is binnen 27 seconden na inschakeling gereed. De tijd die het apparaat nodig heeft om op te warmen kan variëren en is afhankelijk van de apparaatconfiguratie en de omgeving.
Het apparaat schakelt de functie Energiespaarstand automatisch in na een ingestelde periode van inactiviteit om het stroomverbruik zoveel mogelijk te beperken. Het wordt aanbevolen het apparaat aan het einde van de dag of wanneer het langere tijd niet wordt gebruikt uit te schakelen.
OPMERKING: Als het apparaat wordt uitgeschakeld, kunnen gegevens die momenteel worden verwerkt mogelijk verloren gaan en worden alle gescande gegevens die in mailboxen zijn opgeslagen, verwijderd.
Voor informatie over de functie Energiespaarstand raadpleegt u Energiespaarstand op
pagina 38.
Aan-/uitzetten

Aanzetten

Uitzetten

In de volgende stappen wordt beschreven hoe het apparaat aangezet kan worden.
1. Zet de aan/uit-schakelaar in
de stand [ ].
OPMERKING: [1] wordt in het display weergegeven wanneer het apparaat gereed is.
OPMERKING: Als u een opdracht probeert uit te voeren terwijl het apparaat bezig is met opwarmen, wordt de opdracht verwerkt wanneer het apparaat gereed is.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe het apparaat uitgezet kan worden. OPMERKING: Als het apparaat wordt uitgeschakeld, kunnen gegevens die
momenteel worden verwerkt mogelijk verloren gaan en worden alle gescande gegevens die in mailboxen zijn opgeslagen, verwijderd.
1. Controleer of alle opdrachten volledig zijn verwerkt voordat u het apparaat uitzet.
Controleer ook of het lampje <Online> uit is.
OPMERKING: Zet het apparaat nooit uit in de volgende omstandigheden:
• Wanneer er gegevens worden ontvangen
• Wanneer er opdrachten worden afgedrukt
• Wanneer er opdrachten worden gekopieerd
• Wanneer er opdrachten worden gescand
OPMERKING: Als het apparaat wordt uitgezet tijdens het kopiëren of afdrukken kunnen er papierstoringen optreden.
37
2 Productoverzicht
2. Zet de aan/uit-schakelaar in
de stand [ ].
OPMERKING: Nadat u de aan/uit­schakelaar in de stand [ ] heeft gezet, dient u een paar seconden te wachten voordat u het netsnoer uit de wandcontactdoos verwijdert, zodat het apparaat genoeg tijd krijgt om volledig uit te schakelen.
OPMERKING: Nadat u het apparaat heeft uitgezet, dient u een paar seconden te wachten voordat u het apparaat weer aanzet.

Energiespaarstand

Het apparaat beschikt over een energiebesparende functie, de zogenaamde Energiespaarstand, waarmee het stroomverbruik tijdens inactiviteit zoveel mogelijk wordt beperkt. Wanneer het apparaat gedurende een ingestelde periode niet wordt gebruikt (inactief is), wordt de functie Energiespaarstand ingeschakeld.
De functie Energiespaarstand bestaat uit twee fasen: Energiespaarstand en Slaapstand.
Het apparaat activeert eerst de energiespaarstand als het gedurende een vooringestelde periode niet wordt gebruikt. Daarna wordt de slaapstand geactiveerd om het stroomverbruik nog meer te beperken.
Energiespaarstand
Wanneer het apparaat de energiespaarstand activeert, wordt de stroomvoorziening naar de fusereenheid beperkt.
Als het apparaat zich in deze stand bevindt, gaat het display uit en gaat de toets <Energiespaarstand> branden. Als gescande gegevens in mailboxen worden opgeslagen, gaat het lampje <Opdracht in geheugen> ook branden in deze stand. Als u de energiespaarstand wilt uitschakelen en het apparaat wilt gaan gebruiken, drukt u op de toets <Energiespaarstand>.
Om de periode van inactiviteit op te geven (voordat de functie Energiespaarstand wordt geactiveerd), gaat u naar de mode Systeeminstellingen (menunummer 12). Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
Slaapstand
Als het apparaat de slaapstand activeert, wordt het stroomverbruik van het apparaat nog meer beperkt.
38
Als het apparaat zich in deze stand bevindt, gaat het display uit en gaat de toets <Energiespaarstand> branden. Als gescande gegevens in mailboxen worden opgeslagen, gaat het lampje <Opdracht in geheugen> ook branden in deze stand. Als u de slaapstand wilt uitschakelen en het apparaat wilt gaan gebruiken, drukt u op de toets <Energiespaarstand>.
Om de periode van inactiviteit op te geven (voordat de functie Energiespaarstand wordt geactiveerd), gaat u naar de mode Systeeminstellingen (menunummer 13). Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
OPMERKING: U kunt de instellingen voor de energiespaarstand en de slaapstand instellen via CentreWare Internet Services. Raadpleeg het hoofdstuk Machine Status (apparaatstatus) in de System Administration Guide voor meer informatie.
De energiespaarstand of de slaapstand uitschakelen
Het apparaat schakelt de energiespaarstand of de slaapstand in de volgende twee omstandigheden uit:
Wanneer de toets <Energiespaarstand> wordt ingedrukt
Wanneer het apparaat een afdrukopdracht of een scanopdracht ontvangt

Gerecycled papier

Gerecycled papier
Toets <Energiespaarstand>
Het gebruik van gerecycled papier in het apparaat komt ten goede aan het milieu en beïnvloedt de prestaties niet. Xerox raadt u aan gerecycled papier te gebruiken dat voor 20% uit consumentenafval bestaat. Dergelijk papier is verkrijgbaar bij Xerox en andere leveranciers van kantoorbenodigheden. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre of ga naar www.xerox.com voor meer informatie over andere soorten gerecycled papier.
39
2 Productoverzicht
40

3 Papier plaatsen

In dit hoofdstuk wordt beschreven welke papierformaten en -soorten op het apparaat kunnen worden gebruikt, hoe het papier in de laden wordt geplaatst en hoe het formaat en de richting van het papier in de laden worden opgegeven.

Ondersteunde papierformaten en -soorten

In dit gedeelte vindt u een overzicht van de papierformaten en -soorten die op het apparaat kunnen worden gebruikt en worden de basisregels voor het bewaren en plaatsen van papier beschreven.
Het gebruik van papier dat niet in dit overzicht voorkomt, kan papierstoringen, een verminderde afdrukkwaliteit of apparaatstoringen veroorzaken.
Als u papier wilt gebruiken dat niet in de lijst met aanbevolen papiersoorten van Xerox voorkomt, dient u contact op te nemen met het Xerox Welcome Centre.
OPMERKING: Het afgedrukte beeld kan mogelijk vervagen wanneer het papier luchtvochtigheid absorbeert. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor meer informatie over het vervagen van afgedrukte beelden.

Ondersteunde papierformaten

In de volgende tabel vindt u het formaat en het gewicht van het papier dat in de diverse laden kan worden geplaatst. Ook wordt de ladecapaciteit vermeld.
Papier-
lade
Lade 1 60 - 90g/m² 250 vellen
Lade 2 60 - 90 g/m² 500 vellen
Handmatige invoer
Gewicht Aantal Papierformaat
60 - 110 g/m² 50 vellen
(80 g/m²)
(70 g/m²)
450 vellen (80 g/m²)
(70 g/m²)
B5 LKE, B5 KKE, A4 LKE, A4 KKE, 8,5 x 11" LKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, B4 KKE, 16K LKE, 16K KKE, 8K KKE, A3 KKE, 11 x 17" KKE
B5 LKE, B5 KKE, A4 LKE, A4 KKE, 8,5 x 11" LKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, B4 KKE, 16K LKE, 16K KKE, 8K KKE, A3 KKE, 11 x 17" KKE
A4 LKE, A4 KKE, A3 KKE, B5 LKE, B5 KKE, B4 KKE, 8K KKE, 16K LKE, 16K KKE, 8,5 x 11" LKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, 5,5 x 8,5" KKE, A5 KKE, Aangepast papierformaat (Breedte: 139,0 - 297,0 mm; Lengte: 182,0 - 432,0 mm)
41
3 Papier plaatsen

Ondersteunde papiersoorten

In de volgende tabel vindt u de papiersoorten die in de diverse laden kunnen worden geplaatst en door de 2-zijdige module worden ondersteund.
Papiersoort
Gewoon papier 60 - 90 O O O O*
Gerecycled papier O O O O
Transparanten - X X O X
Etiketten - O O O X
Zwaar papier 90 - 110 X X O X
O: Beschikbaar X: Niet beschikbaar *: Papiergewicht is 70 - 90 g/m² voor de 2-zijdige module

Papier bewaren en hanteren

Papier bewaren
Bewaar papier in een droge omgeving. Papier dat vocht heeft opgenomen, kan papierstoringen en verminderde afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
Nadat u het papier uit de doos heeft verwijderd, dient het ongebruikte papier verpakt bewaard worden. Om de luchtvochtigheid zo laag mogelijk te houden, dient u voorzorgsmaatregelen te treffen. Plaats bijvoorbeeld een vochtabsorberend middel in de opslagruimte.
Gewicht
(g/m²)
Lade 1 Lade 2
Handm.
invoer
2-zijdige
module
Bewaar het papier op een vlakke ondergrond om vouwen of kromtrekken te voorkomen.
Papier in de laden plaatsen
Leg de randen van de stapel papier goed recht voordat u de stapel in de lade plaatst.
Gebruik geen papier dat is gevouwen, gekreukt, gekruld of erg beschadigd.
Plaatst geen papier van verschillende formaten tegelijk in één lade.
Transparanten en etiketten veroorzaken vaak papierstoringen als er vellen aan elkaar vastzitten. Waaier het papier aan de randen goed uit voordat u de lade vult.
Wanneer u een groot aantal transparanten bedrukt, verwijdert u ze dan telkens na circa 20 vellen uit de opvangbak om te voorkomen dan ze aan elkaar vastplakken.
Wanneer u etiketvellen in de lade plaatst waarvan sommige etiketten al zijn verwijderd, kan dit een papierstoring veroorzaken.
42

Papier in de laden plaatsen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe het papier in de laden moet worden geplaatst.
Papier dat in de laden is geplaatst
Nadat u papier in een lade heeft geplaatst, moet u het formaat en de richting van het papier handmatig opgeven via het bedieningspaneel.
Voor meer informatie over het instellen van het formaat en de richting van het papier dat in de laden is geplaatst raadpleegt u Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50.
Automatisch laden wisselen
Als het papier opraakt tijdens het kopiëren of afdrukken, kan het apparaat met behulp van deze functie automatisch een andere lade selecteren waarin papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting is geplaatst.
Om deze functie voor een kopieeropdracht te gebruiken, selecteert u Automatisch laden wisselen (menunummer 163) in de systeeminstellingen. Als er in twee laden papier is geplaatst van hetzelfde formaat en met dezelfde richting, selecteert het apparaat een lade op basis van de prioriteit die is ingesteld bij Prioriteit papierladen voor Automatisch laden wisselen (menunummer 22) in de systeeminstellingen.
Papier in de laden plaatsen
Raadpleeg de System Administration Guide voor informatie over het configureren van de systeeminstellingen.
OPMERKING: De functie Automatisch laden wisselen is alleen beschikbaar als het apparaat is uitgerust met de optionele papierlade 2.
OPMERKING: Automatisch laden wisselen is niet beschikbaar voor de handmatige invoer.

Papier in lade 1 plaatsen

Als het papier in lade 1 opraakt tijdens het kopiëren of afdrukken, gaat het lampje voor lade 1 knipperen op de apparaatafbeelding (nabootsing) en verschijnt de foutcode in het display. Het kopiëren of afdrukken wordt automatisch hervat wanneer er voldoende papier in lade 1 is geplaatst.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe het papier in lade 1 moet worden geplaatst.
OPMERKING: Waaier de randen uit voordat u het papier in de lade plaatst. Zo voorkomt u dat er vellen papier aan elkaar vast blijven zitten en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
1. Trek lade 1 naar u toe naar buiten.
OPMERKING: Trek de lade die in gebruik is niet naar buiten als het apparaat bezig is met een opdracht.
43
3 Papier plaatsen
2. Duw de metalen plaat naar de bodem
OPMERKING: Plaats geen nieuwe stapel papier op het resterende papier in de lade. Verwijder eerst het resterende papier uit de lade, plaats het boven op de nieuwe stapel papier, leg de randen van de stapel goed recht en plaats de stapel daarna in de lade. Zo wordt de kans op een papierstoring verkleind.
3. Plaats het papier netjes en stevig
OPMERKING: Plaats geen papier boven de maximum vullijn. Dit kan een papierstoring of apparaatstoring veroorzaken.
van de lade.
tegen de linkerhoek van de lade, met de te bedrukken zijde naar boven.
4. Pas de drie papiergeleiders zodanig
aan dat ze de randen van het papier net raken. Zorg dat de pijl op de rechterpapiergeleider naar de markering voor het gewenste papierformaat op het label wijst.
OPMERKING: Als u de papiergeleiders niet goed aanpast, kan dit tot een papierstoring leiden.
OPMERKING: Als u een betrekkelijk kleine stapel papier in de lade plaatst en u de rechterpapiergeleider strak tegen de rand van het papier plaatst, kan de stapel papier gaan kromtrekken. Zolang de pijl op de papiergeleider naar de juiste markering voor het papierformaat op het label wijst, veroorzaakt dit geen papierstoring.
5. Duw lade 1 rustig terug op zijn plaats.

Papier in lade 2 plaatsen

Als het papier in lade 2 opraakt tijdens het kopiëren of afdrukken, gaat het lampje voor lade 2 knipperen op de apparaatafbeelding (nabootsing) en verschijnt de foutcode in het display. Het kopiëren of afdrukken wordt automatisch hervat wanneer er voldoende papier in lade 2 is geplaatst.
44
In de volgende stappen wordt beschreven hoe het papier in lade 2 moet worden geplaatst.
OPMERKING: Papierlade 2 is een optioneel onderdeel.
OPMERKING: Waaier de randen uit voordat u het papier in de lade plaatst.
Zo voorkomt u dat er vellen papier aan elkaar vast blijven zitten en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
1. Trek lade 2 naar u toe naar buiten.
OPMERKING: Trek de lade die in gebruik is niet naar buiten als het apparaat bezig is met een opdracht.
2. Plaats het papier netjes en stevig
tegen de linkerhoek van de lade, met de te bedrukken zijde naar boven.
OPMERKING: Plaats geen papier boven de maximum vullijn. Dit kan een papierstoring of apparaatstoring veroorzaken.
OPMERKING: Plaats geen nieuwe stapel papier op het resterende papier in de lade. Verwijder eerst het resterende papier uit de lade, plaats het boven op de nieuwe stapel papier, leg de randen van de stapel goed recht en plaats de stapel daarna in de lade. Zo wordt de kans op een papierstoring verkleind.
Papier in de laden plaatsen
3. Pas de drie papiergeleiders zodanig
aan dat ze de randen van het papier net raken. Zorg dat de pijl op de rechterpapiergeleider naar de markering voor het gewenste papierformaat op het label wijst.
OPMERKING: Als u de papiergeleiders niet goed aanpast, kan dit tot een papierstoring leiden.
OPMERKING: Als u een betrekkelijk kleine stapel papier in de lade plaatst en u de rechterpapiergeleider strak tegen de rand van het papier plaatst, kan de stapel papier gaan kromtrekken. Zolang de pijl op de papiergeleider naar de juiste markering voor het papierformaat op het label wijst, veroorzaakt dit geen papierstoring.
4. Duw lade 2 rustig terug op zijn plaats.

Papier in de handmatige invoer plaatsen

In de handmatige invoer kan zowel papier van afwijkend formaat als papier van standaardformaat worden geplaatst.
Wanneer u wilt afdrukken op papier dat niet in lade 1 of lade 2 kan worden geplaatst, zoals papier van afwijkend formaat, gebruikt u de handmatige invoer.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe het papier in de handmatige invoer moet worden geplaatst.
OPMERKING: Plaats geen nieuwe stapel papier als er nog papier in de lade zit. Verwijder eventueel eerst het resterende papier voordat u een nieuwe stapel papier in de lade plaatst.
45
3 Papier plaatsen
OPMERKING: Waaier de randen uit voordat u het papier in de lade plaatst. Zo voorkomt u dat er vellen papier aan elkaar vast blijven zitten en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
OPMERKING: Wanneer u papier van een afwijkend formaat voor een afdrukopdracht gebruikt (papier van een afwijkend formaat kan niet voor een kopieeropdracht worden gebruikt), moet u van tevoren het papierformaat in de printerdriver specificeren en het papierformaat instellen op [CUS] via het bedieningspaneel. Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor informatie over het opgeven van een aangepast papierformaat in de printerdriver. Voor informatie over het opgeven van het formaat en de richting van het papier dat is geplaatst raadpleegt u Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50.
1. Open de handmatige invoer.
2. Schuif het uitklapblad uit.
3. Plaats het papier met de zijde
waarop gekopieerd of afgedrukt moet worden omlaag.
OPMERKING: Plaatst geen verschillende papiersoorten of -formaten tegelijk in de handmatige invoer.
OPMERKING: Plaats geen papier boven de maximum vullijn. Dit kan een papierstoring of apparaatstoring veroorzaken.
OPMERKING: Afhankelijk van het soort papier, wordt het papier mogelijk niet goed in het apparaat ingevoerd of gaat de afdrukkwaliteit achteruit.
46

Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen

4. Pas de papiergeleiders zodanig
aan dat ze de randen van het papier net raken.
OPMERKING: Als u de papiergeleiders niet goed aanpast, kan dit tot een papierstoring leiden.
OPMERKING: Als het papier in de handmatige invoer tijdens een opdracht opraakt, plaatst u nieuw papier in de handmatige invoer en drukt u op de toets <Start>.
Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe papier van verschillende formaten en richtingen in de laden moet worden vervangen en hoe het formaat en de richting van het papier moet worden opgegeven.
OPMERKING: Als u papier van een afwijkend formaat voor een afdrukopdracht gebruikt (papier van een afwijkend formaat kan niet voor een kopieeropdracht worden gebruikt), plaatst u het papier in de handmatige invoer. U moet het papierformaat van tevoren in de printerdriver specificeren en het papierformaat instellen op [CUS] via het bedieningspaneel. Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor informatie over het opgeven van een aangepast papierformaat in de printerdriver. Voor informatie over het opgeven van het formaat en de richting van het papier dat is geplaatst raadpleegt u Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50.

Het formaat en de richting van het papier in lade 1 wijzigen

In de volgende stappen wordt beschreven hoe het formaat en de richting van het papier in lade 1 gewijzigd kan worden.
1. Trek lade 1 naar u toe naar buiten.
OPMERKING: Trek de lade die in gebruik is niet naar buiten als het apparaat bezig is met een opdracht.
2. Verwijder het resterende papier.
47
3 Papier plaatsen
3. Duw de metalen plaat naar de bodem
4. Schuif de papiergeleiders naar de
van de lade.
voorkant en achterkant van de lade.
5. Schuif de papiergeleider naar rechts.
6. Plaats het papier netjes en stevig
tegen de linkerhoek van de lade, met de te bedrukken zijde naar boven.
OPMERKING: Plaatst geen verschillende papiersoorten of -formaten tegelijk in lade 1.
OPMERKING: Plaats geen papier boven de maximum vullijn. Dit kan een papierstoring of apparaatstoring veroorzaken.
7. Pas de papiergeleiders zodanig aan
dat ze de randen van het papier net raken. Zorg dat de pijl op de rechterpapiergeleider naar de markering voor het gewenste papierformaat op het label wijst.
48
OPMERKING: Als u de papiergeleiders niet goed aanpast, kan dit tot een papierstoring leiden.
OPMERKING: Als u een betrekkelijk kleine stapel papier in de lade plaatst en u de rechterpapiergeleider strak tegen de rand van het papier plaatst, kan de stapel papier gaan kromtrekken. Zolang de pijl op de papiergeleider naar de juiste markering voor het papierformaat op het label wijst, veroorzaakt dit geen papierstoring.
Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen
8. Duw lade 1 rustig terug op zijn plaats.
9. Geef het papierformaat en de papierrichting op via het bedieningspaneel.
Voor informatie over het opgeven van het papierformaat en de papierrichting raadpleegt u Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50.

Het formaat en de richting van het papier in lade 2 wijzigen

In de volgende stappen wordt beschreven hoe het formaat en de richting van het papier in lade 2 gewijzigd kan worden.
1. Trek lade 2 naar u toe naar buiten.
OPMERKING: Trek de lade die in gebruik is niet naar buiten als het apparaat bezig is met een opdracht.
2. Verwijder het resterende papier.
3. Schuif de papiergeleiders naar de
voorkant en achterkant van de lade.
4. Schuif de papiergeleider naar rechts.
49
3 Papier plaatsen
5. Plaats het papier netjes en stevig
OPMERKING: Plaatst geen verschillende papiersoorten of -formaten tegelijk in lade 2.
OPMERKING: Plaats geen papier boven de maximum vullijn. Dit kan een papierstoring of apparaatstoring veroorzaken.
6. Pas de papiergeleiders zodanig aan
OPMERKING: Als u de papiergeleiders niet goed aanpast, kan dit tot een papierstoring leiden.
tegen de linkerhoek van de lade, met de te bedrukken zijde naar boven.
dat ze de randen van het papier net raken. Zorg dat de pijl op de rechterpapiergeleider naar de markering voor het gewenste papierformaat op het label wijst.
OPMERKING: Als u een betrekkelijk kleine stapel papier in de lade plaatst en u de rechterpapiergeleider strak tegen de rand van het papier plaatst, kan de stapel papier gaan kromtrekken. Zolang de pijl op de papiergeleider naar de juiste markering voor het papierformaat op het label wijst, veroorzaakt dit geen papierstoring.
7. Duw lade 2 rustig terug op zijn plaats.
8. Geef het papierformaat en de papierrichting op via het bedieningspaneel.
Voor informatie over het opgeven van het papierformaat en de papierrichting raadpleegt u Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven op pagina 50.

Het formaat en de richting van het papier in de laden opgeven

Nadat u papier in de laden heeft geplaatst, moet u het formaat en de richting van het papier handmatig opgeven.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe het formaat en de richting van het papier via het bedieningspaneel opgegeven kan worden.
1. Houd de toets <Papierinvoer>
vier seconden lang ingedrukt. De mode Papierinstellingen wordt
geactiveerd op het apparaat.
50
Toets <Papierinvoer>
Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen
2. Druk meerdere malen op de toets
<Papierinvoer> totdat het lampje voor de gewenste lade oplicht op de apparaatafbeelding (nabootsing).
OPMERKING: Wanneer u op de toets <Papierinvoer> drukt, worden het formaat en de richting van het papier in de geselecteerde lade weergegeven in het display.
3. Druk op de toets <Display-wisseling>
om door de selecties voor het formaat en de richting van het papier te bladeren.
OPMERKING: Wanneer u papier van een afwijkend formaat in de handmatige invoer plaatst voor een afdrukopdracht (papier van een afwijkend formaat kan niet voor een kopieeropdracht worden gebruikt), moet u het papierformaat instellen op [CUS] via het bedieningspaneel en daarna het formaat van het afwijkende papier specificeren in de printerdriver. Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor informatie over het opgeven van een aangepast papierformaat in de printerdriver.
Toets <Display-wisseling>
Als u niet weet in welke richting het papier in de laden is geplaatst OPMERKING: Plaats het papier met het afwijkende formaat in de handmatige
invoer. Plaats het papier met het afwijkende formaat niet in lade 1 of lade 2.
• Als het papier is geplaatst zoals aangegeven in de afbeeldingen hieronder, is de richting LKE.
• Als het papier is geplaatst zoals aangegeven in de afbeeldingen hieronder,
is de richting KKE.
51
3 Papier plaatsen
• Wisselvolgorde
Volgorde
1A3 / KKE10
2
3
4
5
6
7
8
Weergegeven
in het display
Formaat/
richting
A4 / LKE
A4 / KKE
B4 / KKE
B5 / LKE
B5 / KKE
8K / KKE
16K / LKE
Volgorde
11
12
13
14
15
16
17
Weergegeven
in het display
Formaat/
richting
A5 / KKE
11 x 17" / KKE
8,5 x 15" / KKE
8,5 x 13" / KKE
8,5 x 11" / LKE
8,5 x 11" / KKE
8,5 x 13,4" / KKE
5,5 x 8,5" / KKE
9
16K / KKE
18 Aangepast
papierformaat
OPMERKING: Wanneer lade 1 of lade 2 is geselecteerd, worden [A5], [55] en [CUS] niet in het display weergegeven.
4. Druk op de toets <Start> om het
geselecteerde formaat en de geselecteerde richting van het papier te bevestigen.
De mode Papierinstellingen wordt afgesloten op het apparaat.
Toets <Start>
52

4 Kopiëren

In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de basisprocedure voor kopiëren en de kopieerfuncties die op het apparaat beschikbaar zijn.

Kopiëren - procedure

In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor kopiëren beschreven.
Als Auditron (kopiëren) is uitgeschakeld op het apparaat, gaat u verder naar stap 1.
Als Auditron (kopiëren) is ingeschakeld op het apparaat, dient u Aanmelden op het apparaat op pagina 70 te raadplegen om u op het apparaat aan te melden voordat u verder gaat naar stap 1.
Raadpleeg het hoofdstuk Accounting and Securities in de System Administration Guide voor meer informatie over de functie Auditron (kopiëren).
OPMERKING: Als het apparaat een afdrukopdracht ontvangt terwijl u de kopieeropties instelt via het bedieningspaneel, wordt het instellen van kopieeropties onderbroken totdat de afdrukopdracht is voltooid. Als het apparaat klaar is met afdrukken, kunt u de resterende instellingen voor de kopieeropdracht instellen.
1. Druk op de toets <Kopiëren>.
2. Plaats een document.
• Wanneer u een document via de AOD kopieert
1) Plaats een document met de beeldzijde omhoog in het midden van de AOD.
OPMERKING: Het lampje op de apparaatafbeelding (nabootsing) licht op wanneer een document juist in de AOD is geplaatst.
Toets <Kopiëren>
53
4Kopiëren
2) Pas de documentgeleiders zodanig aan dat ze de randen van het geplaatste document net raken.
OPMERKING: Als het formaat van het geplaatste document kleiner is dan een van de standaardformaten, kunnen de randen van het geplaatste document een schaduw veroorzaken en lijkt het of het document een kader heeft op de afgedrukte kopieën.
• Wanneer u een document via de glasplaat kopieert
1) Open de afdekklep.
2) Plaats een document met de beeldzijde omlaag op de glasplaat en lijn het document uit tegen de linkerbovenhoek.
OPMERKING: Als het formaat van het geplaatste document kleiner is dan een van de standaardformaten, kunnen de randen van het geplaatste document een schaduw veroorzaken en lijkt het of het document een kader heeft op de afgedrukte kopieën.
3) Sluit de afdekklep.
3. Stel de gewenste kopieerfuncties in.
Toets <Verkleinen/vergroten> / toets <Variabel percentage>
Selecteer het zoompercentage. Voor meer informatie raadpleegt u Toets <Verkleinen/vergroten> op pagina 30 en
Toets <Variabel percentage> op pagina 30.
Toets <Lichter/donkerder>
54
Selecteer de densiteit van de afgedrukte kopieën. Raadpleeg voor meer informatie Toets <Lichter/donkerder> op pagina 32.
Toets <Origineelformaat>
Selecteer het formaat van het originele document wanneer u de functie N op 1 selecteert.
Raadpleeg voor meer informatie Toets <Origineelformaat> op pagina 32.
Kopiëren - procedure
Toets <N op 1/ID-kaart kopiëren>
Selecteer de functie N op 1 en de functie ID-kaart kopiëren. Voor meer informatie over de functie N op 1 en de functie ID-kaart kopiëren raadpleegt
u Toets <N op 1/ID-kaart kopiëren> op pagina 33. Voor informatie over het maken van kopieën met de functie N op 1 raadpleegt u 4 op
1 / 2 op 1 kopieën (meerdere pagina's op één vel kopiëren) op pagina 58. Voor informatie over het maken van kopieën met de functie ID-kaart kopiëren
raadpleegt u ID-kaart kopiëren (een document in de vorm van een ID-kaart op een vel papier kopiëren) op pagina 68.
Toets <Origineeltype>
Selecteer het origineeltype. Raadpleeg voor meer informatie Toets <Origineeltype> op pagina 34.
Toets <2-zijdig>
Geef aan of u op één zijde of op beide zijden van het vel wilt kopiëren. Raadpleeg Toets <2-zijdig> op pagina 34. voor meer informatie.
Toets <Aflevering kopieën>
Geef aan of de kopieën wel of niet in sets moeten worden afgeleverd. Raadpleeg voor meer informatie Toets <Aflevering> op pagina 36.
4. Druk op de toets <Papierinvoer> om
een lade te selecteren.
OPMERKING: Druk meerdere malen op de toets <Papierinvoer> totdat de gewenste lade gaat branden op de apparaatafbeelding (nabootsing). Voor informatie over de toets <Papierinvoer> raadpleegt u Toets <Papierinvoer> op pagina 28.
OPMERKING: Wanneer lade 1 en lade 2 tegelijkertijd gaan branden, selecteert het apparaat automatisch een lade.
OPMERKING: Wanneer u op de toets <Papierinvoer> drukt, worden het formaat en de richting van het papier in de geselecteerde lade drie seconden lang weergegeven in het display. Daarna schakelt het display weer om naar de eerder weergegeven waarde.
Toets <Papierinvoer>
5. Voer het aantal kopieën met de
cijfertoetsen in. Het ingevoerde aantal wordt in het display weergegeven.
OPMERKING: Als u een onjuiste waarde heeft ingevoerd, drukt u op de toets <C> om de foute waarde te wissen.
Toets <C>
Cijfertoetsen
55
4Kopiëren
6. Druk op de toets <Start> om
de kopieeropdracht te starten.
OPMERKING: Wanneer u de glasplaat gebruikt en bepaalde kopieerfuncties zoals sets, 2-zijdig en N op 1 gebruikt, gaat het lampje naast de toets <Scan voltooid> knipperen nadat de eerste pagina is gescand. Plaats en scan de volgende pagina terwijl de toets knippert. Als u klaar bent met het scannen van de laatste pagina van het document, drukt u op de toets <Scan voltooid>.
Toets <Start>
Toets <Scan voltooid>

Originelen plaatsen

Wanneer u een origineel document wilt kopiëren, kunt u het op de glasplaat leggen of in de AOD plaatsen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten op de glasplaat moet leggen en in de AOD moet plaatsen. Ook worden de capaciteit en de ondersteunde origineelsoorten voor de glasplaat en de AOD vermeld.

Glasplaat

De glasplaat ondersteunt één vel papier, een boek en andere vergelijkbare soorten originelen met een formaat van maximaal 297 x 432 mm. Het formaat van het origineel dat op de glasplaat wordt gelegd, wordt niet automatisch door het apparaat herkend.
OPMERKING: Sluit de afdekklep tijdens het scannen van een document op de glasplaat. Laat de afdekklep niet openstaan als de glasplaat niet wordt gebruikt.
1. Open de afdekklep.
56
Originelen plaatsen
AOD
2. Plaats het document met de
LKE-richting
beeldzijde omlaag op de glasplaat en lijn het document uit tegen de linkerbovenhoek.
KKE-richting
3. Sluit de afdekklep.
Documenten met de volgende formaten worden automatisch ingevoerd en gescand door de AOD: 148 x 210 mm (A5) tot 297 x 432 mm (A3, 11 x 17 inch). De AOD is in staat de standaard documentformaten te herkennen en ondersteunt maximaal 50 vellen papier van 80
Als uw documenten een afwijkend formaat hebben, dient u de glasplaat te gebruiken. OPMERKING: De documentformaten die de AOD in staat is te herkennen, zijn
afhankelijk van de tabel met papierformaten die het apparaat gebruikt. U kunt desgewenst een andere tabel met papierformaten kiezen in de mode Systeeminstellingen (menunummer 21). Raadpleeg de Appendix in de System Administration Guide voor meer informatie over de documentformaten die door de AOD kunnen worden herkend.
g/m².
1. Verwijder paperclips en nietjes van het originele document voordat u dit
document plaatst.
2. Plaats het document met de beeldzijde
LKE-richting
omhoog in het midden van de AOD.
OPMERKING: Het lampje op de apparaatafbeelding (nabootsing) licht op wanneer een document juist in de AOD is geplaatst.
KKE-richting
3. Pas de documentgeleiders zodanig
aan dat ze de randen van het geplaatste document net raken.
OPMERKING: Als het formaat van het geplaatste document kleiner is dan een van de standaardformaten, kunnen de randen van het geplaatste document een schaduw veroorzaken en lijkt het of het document een kader heeft op de afgedrukte kopieën.
57
4Kopiëren

Alle functies wissen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de ingestelde kopieerfuncties kunt wissen.
1. Druk op de toets <AC>.

Een kopieeropdracht annuleren

Toets <AC>
In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een kopieeropdracht kunt annuleren.
1. Druk op de toets <Stop>.
Toets <Stop>

Speciale kopieën maken

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën kunt maken met de functie N op 1 en de functie ID-kaart kopiëren.

4 op 1 / 2 op 1 kopieën (meerdere pagina's op één vel kopiëren)

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u meerdere pagina's van documenten op één zijde van een vel papier kunt kopiëren.
Als u de glasplaat gebruikt om documenten te scannen
1. Druk op de toets <N op 1/ID-kaart
kopiëren> om de functie N op 1 te selecteren.
58
<N op 1/ID-kaart kopiëren> toets
Speciale kopieën maken
4 op 1
Kopieert vier pagina's van het originele document op één zijde van het vel papier.
2 op 1
Kopieert twee pagina's van het originele document op één zijde van het vel papier.
2. Druk op de toets <Origineelformaat>
om het formaat van het originele document te selecteren en plaats het document zoals aangegeven in de schema's op de volgende pagina's.
OPMERKING: Deze toets is beschikbaar wanneer u de glasplaat voor de functie N­op-1 gebruikt. De toets is niet beschikbaar wanneer u de AOD gebruikt, omdat het documentformaat van het origineel automatisch wordt vastgesteld.
OPMERKING: Wanneer het apparaat zich in de mode Systeeminstellingen bevindt (menunummer 21), kan de tabel met papierformaten metrisch ([Serie A/B (8K/16K)]) of in inches ([Serie Inch (8,5 x 13")], [Serie Inch (8,5 x 13,4")], [Serie Inch]) worden weergegeven. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie over de systeeminstellingen. De volgende drie opties veranderen afhankelijk van de geselecteerde tabel met papierformaten.
<Origineelformaat> toets
Inch: 11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 13" KKE Metrisch: A3 KKE, B4 KKE
Selecteer deze optie als het origineelformaat 11 x 17", 8,5 x 14", 8,5 x 13,4", 8,5 x 13", A3 of B4 is, en wanneer u documenten in de KKE-richting scant.
Inch: 8,5 x 11" KKE Metrisch: A4 KKE, B5 KKE
Selecteer deze optie als het origineelformaat 8,5 x 11", A4, of B5 is, en wanneer u documenten in de KKE-richting scant.
Inch: 8,5 x 11" LKE Metrisch: A4 LKE, B5 LKE
Selecteer deze optie als het origineelformaat 8,5 x 11", A4, of B5 is, en wanneer u documenten in de LKE-richting scant.
Als het document 11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE or 8,5 x 13" KKE is (A3 KKE of B4 KKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
4 op 1
Maak
4 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
Raadpleeg Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
KKE
Scannen
Boven
Links
Onder
Rechts
Glasplaat
59
4Kopiëren
Als het document 8,5 x 11" KKE is (A4 KKE of B5 KKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
4 op 1
Maak
4 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
Raadpleeg Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Scannen
Links
Boven
Rechts
Onder
KKE
Als het document 8,5 x 11" LKE is (A4 LKE of B5 LKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
4 op 1
Maak
4 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Boven
Links
Onder
Rechts
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Als het document 11 x 17" KKE is (A3 KKE of B4 KKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
Glasplaat
Glasplaat
OPMERKING: Er kunnen geen 2 op 1 kopieën worden gemaakt van 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE of 8,5 x 13" KKE.
2 op 1
Maak
2 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Links
Boven
Rechts
Onder
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Glasplaat
60
Speciale kopieën maken
Als het document 8,5 x 11" KKE is (A4 KKE of B5 KKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
2 op 1
Maak
2 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Links
Boven
Rechts
Onder
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Glasplaat
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
Raadpleeg Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Scannen
KKE
Links
Boven
Rechts
Onder
Als het document 8,5 x 11" LKE is (A4 LKE of B5 LKE als de tabel met papierformaten metrisch is)
2 op 1
Maak
2 op 1
kopieën
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Links
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Boven
Rechts
Glasplaat
Glasplaat
<Origineelformaat>
toets
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Links
Onder
Boven
Rechts
Onder
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Glasplaat
61
4Kopiëren
3. Druk op de toets <Papierinvoer> om
een lade te selecteren waarin papier van het gewenste formaat en met de gewenste richting is geplaatst, zoals aangegeven in onderstaande tabellen.
Toets <Papierinvoer>
Wanneer de tabel met papierformaten in inches is
N op 1 Origineelformaat Papierformaat in de lade
4 op 1 11 x 17" KKE 11 x 17" KKE
8,5 x 14" KKE 8,5 x 14" KKE
8,5 x 13" KKE 8,5 x 13" KKE
8,5 x 13,4" KKE 8,5 x 13,4" KKE
8,5 x 11" KKE 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE,
11 x 17" KKE, A3 KKE, B4 KKE, 8K KKE
8,5 x 11" LKE 8,5 x 11" LKE
2 op 1 11 x 17" KKE 8,5 x 11" LKE
8,5 x 11" KKE 8,5 x 11" LKE, A4 LKE, B5 LKE, 16K LKE
8,5 x 11" LKE 5,5 x 8,5" KKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4"
KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, A4 KKE, A3 KKE, B5 KKE, B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE
Wanneer de tabel met papierformaten metrisch is
N op 1 Origineelformaat Papierformaat in de lade
4 op 1 A3 KKE A3 KKE
B4 KKE B4 KKE
A4 KKE A4 KKE, A3 KKE, 8K KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE,
8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
B5 KKE B5 KKE, B4 KKE
A4 LKE A4 LKE
B5 LKE B5 LKE
62
2 op 1 A3 KKE A4 LKE
B4 KKE B5 LKE
A4 KKE A4 LKE, 16K LEF, 8,5 x 11" LKE
A4 LKE A5 KKE, A4 KKE, A3 KKE, 16K KKE, 8K KKE, 8,5 x 11" KKE,
8,5 x 13" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 11 x 17" KKE
B5 KKE B5 LKE
B5 LKE B5 KKE, B4 KKE
4. Druk op de toets <Start> om het
geplaatste document te scannen.
Het lampje naast de toets <Scan voltooid> knippert.
Speciale kopieën maken
Toets <Start>
Toets <Scan voltooid>
5. Plaats het volgende document op
de glasplaat of in de AOD in dezelfde richting als het document dat eerder is gescand.
6. Druk op de toets <Start> om het
geplaatste document te scannen.
OPMERKING: Als u klaar bent met het scannen van het laatste document, drukt u op de toets <Scan voltooid> om het kopiëren te starten.
LKE-richting
KKE-richting
Toets <Start>
63
4Kopiëren
Als u de AOD gebruikt om documenten te scannen
1. Druk op de toets <N op 1/ID-kaart
kopiëren> om de functie N op 1 te selecteren.
4 op 1
Kopieert vier pagina's van het originele document op één zijde van het vel papier.
2 op 1
Kopieert twee pagina's van het originele document op één zijde van het vel papier.
2. Plaats het document zoals aangegeven
in onderstaande schema's.
<N op 1/ID-kaart kopiëren> toets
<Origineelformaat> toets
OPMERKING: De documentformaten die de AOD in staat is te herkennen, zijn afhankelijk van de tabel met papierformaten die het apparaat gebruikt. U kunt desgewenst een andere tabel met papierformaten kiezen in de mode Systeem­instellingen (menunummer 21). Raadpleeg de Appendix in de System Administration Guide voor meer informatie over de documentformaten die door de AOD kunnen worden herkend.
Als het document 11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 11" KKE, 5,5 x 8,5" KKE, A3 KKE, B4 KKE, A4 KKE, B5 KKE, A5 KKE, of 8K KKE is
4 op 1
Maak
4 op 1
kopieën
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Scannen
Links
Raadpleeg Het formaat en de richting
van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Boven
Rechts
Onder
AOD
64
Speciale kopieën maken
Als het document 8,5 x 11" LKE, 7,25 x 10,5" LKE, 5,5 x 8,5" LKE, A4 LKE, B5 LKE, A5 LKE of 16K LKE is
4 op 1
Maak
4 op 1
kopieën
Papierrichting
in de lade
LKE
Scannen
Links
Boven
Onder
Rechts
AOD
KKE
Raadpleeg Het formaat en de richting van het papier in de laden wijzigen op pagina 47 voor het wijzigen van de
papierrichting.
Als het document 11 x 17" KKE, 8,5 x 14" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 11" KKE, 5,5 x 8,5" KKE, A3 KKE, B4 KKE, A4 KKE, B5 KKE, A5 KKE, of 8K KKE is
2 op 1
Maak
2 op 1
kopieën
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Links
Links
Scannen
Boven
Onder
Boven
Onder
Rechts
Rechts
AOD
AOD
Als het document 8,5 x 11" LKE, 7,25 x 10,5" LKE, 5,5 x 8,5" LKE, A4 LKE, B5 LKE, A5 LKE of 16K LKE is
2 op 1
Maak
2 op 1
kopieën
Papierrichting
in de lade
LKE
KKE
Links
Links
Scannen
Boven
Rechts
Onder
Boven
Onder
Rechts
AOD
AOD
65
4Kopiëren
3. Druk op de toets <Papierinvoer> om
een lade te selecteren waarin papier van het gewenste formaat en met de gewenste richting is geplaatst, zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Toets <Papierinvoer>
N op 1 Origineelformaat Papierformaat in de lade
4 op 1 11 x 17" KKE 11 x 17" KKE
8,5 x 14" KKE 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, B4 KKE, A3 KKE, 8K KKE,
8,5 x 13,4" KKE 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, B4 KKE,
A3 KKE, 8K KKE
8,5 x 13" KKE 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE,
B4 KKE, A3 KKE, 8K KKE
8,5 x 11" KKE 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE,
11 x 17" KKE, B4 KKE, A3 KKE, 8K KKE
5,5 x 8,5" KKE 5,5 x 8,5" KKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE,
8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, A3 KKE, B5 KKE, A4 KKE, B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE
8,5 x 11" LKE 8,5 x 11" LKE
7,25 x 10,5" LKE 8,5 x 11" LKE, A4 LKE, 16K LKE
5,5 x 8,5" LKE 8,5 x 11" LKE, B5 LKE, A4 LKE, 16K LKE
4 op 1 A3 KKE A3 KKE
B4 KKE B4 KKE, 8K KKE, A3 KKE, 11 x 17" KKE
A4 KKE A4 KKE, B4 KKE, A3 KKE, 8K KKE, 8,5 x 13" KKE,
8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE,
B5 KKE A3 KKE, B5 KKE, A4 KKE, B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE,
8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
A5 KKE A3 KKE, A5 KKE, B5 KKE, B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE,
A4 KKE, 8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
8K KKE A3 KKE, 8K KKE, 11 x 17" KKE
66
A4 LKE A4 LKE
B5 LKE A5 KKE
16K LKE A4 LKE, 8,5 x11" LKE, 16K LKE
B5 LKE, A4 LKE, 16K LKE, 8,5 x11" LKE
Speciale kopieën maken
N op 1 Origineelformaat Papierformaat in de lade
2 op 1 11 x 17" KKE 8,5 x 11" LKE
8,5 x 14" KKE 8,5 x 13,4" KKE 8,5 x 13" KKE 8,5 x 11" KKE 5,5 x 8,5" KKE
8,5 x 11" LKE 5,5 x 8,5 KKE, 8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE,
7,25 x 10,5" LKE 5,5 x 8,5" LKE
A3 KKE A4 LKE
B4 KKE A4 KKE B5 KKE A5 KKE
A5 KKE A3 KKE, A5 KKE, 5,5 x 8,5 KKE, B5 KKE, A4 KKE,
8K KKE A4 LKE, 16K LEF, 8,5 x 11" LKE
A4 LKE A3 KKE, A5 KKE, B5 KKE, A4 KKE, B4 KKE, 16K KKE,
8,5 x 11" LKE, B5 LKE, A4 LKE, 16K LKE
8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, B5 KKE, A4 KKE, B4 KKE, A3 KKE, 16K KKE, 8K KKE
5,5 x 8,5" KKE, 8,5 x 11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE, B4 KKE, B5 KKE, A4 KKE, A3 KKE, A5 KKE, 16K KKE, 8K KKE
B5 LKE, A4 LKE,16K LKE, 8,5 x 11" LKE
B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE, 8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
8K KKE, 8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
B5 LKE 16K LKE
A3 KKE, A5 KKE, B5 KKE, A4 KKE, B4 KKE, 16K KKE, 8K KKE, 5,5 x 8,5" KKE, 8,5 x11" KKE, 8,5 x 13" KKE, 8,5 x 13,4" KKE, 8,5 x 14" KKE, 11 x 17" KKE
4. Druk op de toets <Start> om het
kopiëren te starten.
Toets <Start>
67
4Kopiëren

ID-kaart kopiëren (een document in de vorm van een ID-kaart op een vel papier kopiëren)

Met de functie ID-kaart kopiëren kunt u beide zijden van een document in de vorm van een ID-kaart op één zijde van een vel papier kopiëren.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een document in de vorm van een ID-kaart kunt kopiëren.
OPMERKING: Wanneer de functie ID-kaart kopiëren is geselecteerd, staat het zoompercentage vast op 100%.
1. Druk op de toets <N op 1/ID-kaart
kopiëren> om de functie ID-kaart kopiëren te selecteren.
<N op 1/ID-kaart kopiëren> toets
ID-kaart kopiëren
Kopieert een document in de vorm van een ID-kaart op één zijde van een vel papier.
2. Plaats een document in de vorm van
een ID-kaart met de voorzijde omlaag op de glasplaat, zoals beschreven in Richting voor een document in de vorm van een ID-kaart op pagina 69. Lijn het document bij het plaatsen uit tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
3. Sluit de afdekklep.
4. Druk op de toets <Start> om de
voorzijde van het document in de vorm van een ID-kaart te gaan scannen.
68
Toets <Start>
Het lampje naast de toets <Scan voltooid> knippert.
Toets <Scan voltooid>
5. Keer het document in de vorm van
een ID-kaart om en plaats het met de achterzijde omlaag op de glasplaat, zoals beschreven in Richting voor een
document in de vorm van een ID-kaart op pagina 69.
Lijn het document bij het plaatsen uit tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
6. Sluit de afdekklep.
7. Druk op de toets <Start> om de
achterzijde van het document in de vorm van een ID-kaart te gaan scannen en vervolgens het kopiëren te starten.
Beide zijden van het document in de vorm van een ID-kaart worden op één zijde van een vel papier gekopieerd.
Speciale kopieën maken
Toets <Start>
Richting voor een document in de vorm van een ID-kaart
In het volgende schema wordt aangegeven hoe u een document in de vorm van een ID-kaart op de glasplaat moet leggen.
Papierrichting in
de lade
Landschap Voorzijde
Voorzijde
Achterzijde
Portret
LKE
KKE
LKE
Een document in de vorm van een ID-
kaart op de glasplaat leggen
Voorzijde
Voorzijde
Achterzijde
Achterzijde
Achterzijde
Afgedrukte
kopieën
Voorzijde
Achterzijde
KKE
Voorzijde
Achterzijde
69
4Kopiëren

Aanmelden op het apparaat

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u zich kunt aanmelden op het apparaat als Auditron (kopiëren) is ingeschakeld op het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk Accounting and Securities in de System Administration Guide voor informatie over de functie Auditron (kopiëren).
1. Wanneer Auditron (kopiëren) is
ingeschakeld, gaat [ID] knipperen in het display.
Voer een gebruikers-ID in met behulp van de cijfertoetsen.
OPMERKING: Een gebruikers-ID bestaat uit 3 cijfers.
De gebruikers-ID die u heeft ingevoerd, wordt in het display weergegeven.
2. Druk op de toets <Start> om
de ingevoerde gebruikers-ID te bevestigen.
• Als er geen toegangscode is ingesteld voor de gebruikers-ID, wordt de mode Kopiëren geactiveerd op het apparaat en wordt [1] in het display weergegeven. Ga verder naar stap 5.
• Als er een toegangscode is ingesteld voor de gebruikers-ID wordt [---] in het display weergegeven. Ga verder naar stap 3.
Cijfertoetsen
Toets <Start>
70
3. Voer met de cijfertoetsen een
toegangscode in die bij de zojuist ingevoerde gebruikers-ID hoort.
OPMERKING: Als u een onjuiste waarde heeft ingevoerd, drukt u op de toets <C> om de foute waarde te wissen.
Aanmelden op het apparaat
Uit veiligheidsoverwegingen verschijnt er bij het invoeren van de cijfers van de toegangscode een streepje in plaats van een cijfer in het display.
4. Druk op de toets <Start> om
de ingevoerde toegangscode te bevestigen.
Als de ingevoerde toegangscode juist is, wordt de mode Kopiëren geactiveerd op het apparaat en wordt [1] in het display weergegeven.
Toets <C>
Cijfertoetsen
Toets <Start>
5. Het lampje naast de toets
<Aan-/afmelden> gaat branden terwijl u zich aanmeldt op het apparaat.
OPMERKING: U hoeft zich niet aan te melden op het apparaat voor een scanopdracht. Als u een scanopdracht wilt uitvoeren nadat u zich heeft aangemeld, drukt u eenvoudigweg op de toets <Scannen> om het apparaat om te schakelen naar de mode Scannen.
Toets <Aan-/afmelden>
71
4Kopiëren

Opdrachtlimieten en totale aantal kopieën/afdrukken bekijken

Als u zich heeft aangemeld met een andere gebruikers-ID dan de systeembeheerder­ID, kunt u de ingestelde kopieer-/afdruklimiet en het huidige aantal kopieën/afdrukken van deze gebruikers-ID bekijken.
1. Meld u aan op het apparaat met een gebruikers-ID.
Voor informatie over het aanmelden van gebruikers op het apparaat raadpleegt u Aanmelden op het apparaat op pagina 70.
2. Druk op de gewenste toetsen op het bedieningspaneel.
De ingestelde kopieerlimiet voor de gebruikers-ID bekijken
Houd de toets <6> ingedrukt en druk terwijl u de toets <6> ingedrukt houdt op de toets <Stop>.
Het huidige aantal kopieën bekijken dat via deze gebruikers-ID is gemaakt
Houd de toets <7> ingedrukt en druk terwijl u de toets <7> ingedrukt houdt op de toets <Stop>.
De ingestelde afdruklimiet voor de gebruikers-ID bekijken
Houd de toets <8> ingedrukt en druk terwijl u de toets <8> ingedrukt houdt op de toets <Stop>.
Het huidige aantal afdrukken bekijken dat via deze gebruikers-ID is gemaakt
Houd de toets <9> ingedrukt en druk terwijl u de toets <9> ingedrukt houdt op de toets <Stop>.
Als de weergegeven waarde meer dan drie cijfers heeft
Hieronder wordt beschreven hoe een numerieke waarde van meer dan drie cijfers in het display verschijnt.
OPMERKING: De waarde in dit voorbeeld is “21100”.
1. De eerste twee cijfers van de waarde
verschijnen in het display.
2. Na vier seconden verschijnt de
tweede helft van de numerieke waarde in het display.
72
3. Na wederom vier seconden wordt
de mode Kopiëren geactiveerd op het apparaat en wordt [1] in het display weergegeven.

5 Scannen

In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de basisprocedure voor scannen en de manier waarop u gescande documenten die in mailboxen zijn opgeslagen, kunt controleren. Ook vindt u hier informatie over het importeren van gescande documenten op een computer en het verwijderen van documenten uit een mailbox.

Scanprocedure

U kunt documenten op het apparaat scannen en de gescande gegevens opslaan in een gespecificeerde mailbox. Om de scanfuncties te gebruiken moet er eerst een mailbox worden gemaakt via CentreWare Internet Services. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor informatie over het maken van een mailbox.
In de volgende stappen wordt de basisprocedure voor scannen beschreven. OPMERKING: Bevestig het nummer van de mailbox waar u de gescande gegevens
wilt opslaan, voordat u met scannen begint.
OPMERKING: Als het apparaat wordt uitgeschakeld, kunnen gegevens die momenteel worden verwerkt mogelijk verloren gaan en worden alle gescande gegevens die in mailboxen zijn opgeslagen, verwijderd.
OPMERKING: Als het apparaat een afdrukopdracht ontvangt terwijl u de scanopties instelt via het bedieningspaneel, wordt het instellen van scanopties onderbroken totdat de afdrukopdracht is voltooid. Als het apparaat klaar is met afdrukken, kunt u de resterende instellingen voor de scanopdracht instellen.
1. Druk op de toets <Scannen>.
De mode Scannen wordt geactiveerd op het apparaat.
Toets <Scannen>
De letter [b] wordt knipperend in het display weergegeven.
73
5 Scannen
2. Voer met behulp van de cijfertoetsen.
het mailboxnummer in waar de gescande gegevens opgeslagen moeten worden.
OPMERKING: In deze stappen wordt het mailboxnummer "1" als voorbeeld gebruikt.
OPMERKING: Als u een onjuiste waarde heeft ingevoerd, drukt u op de toets <C> om de foute waarde te wissen.
Het mailboxnummer dat u heeft ingevoerd, wordt in het display weergegeven.
3. Druk op de toets <Start> om het
ingevoerde mailboxnummer te bevestigen.
OPMERKING: Als u de scanopties voor de mailbox wijzigt via CentreWare Internet Services nadat u het mailboxnummer via het bedieningspaneel heeft ingevoerd, drukt u op de toets <AC> en voert u het mailboxnummer opnieuw in om de nieuwe instellingen te gebruiken. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor informatie over het instellen van de scanopties via CentreWare Internet Services.
Toets <C>
Cijfertoetsen
Toets <Start>
• Als er geen toegangscode voor de mailbox is ingesteld, wordt [b01] in het display weergegeven. Ga verder naar stap 5.
• Als er een toegangscode voor de mailbox is ingesteld, worden er streepjes in het display weergegeven. Ga verder naar stap 4.
74
4. Voer de toegangscode met
de cijfertoetsen in.
Uit veiligheidsoverwegingen verschijnt er bij het invoeren van de cijfers van de toegangscode een streepje in plaats van een cijfer in het display.
Als de toegangscode juist is, wordt [b01] in het display weergegeven.
5. Plaats een document.
Scanprocedure
Cijfertoetsen
• Wanneer u een document via de glasplaat scant
1) Open de afdekklep.
2) Plaats een document met de beeldzijde omlaag op de glasplaat en lijn het document uit tegen de linkerbovenhoek.
3) Sluit de afdekklep.
• Wanneer u een document via de AOD scant
1) Plaats een document met de beeldzijde omhoog in het midden van de AOD.
75
5 Scannen
2) Pas de documentgeleiders zodanig aan dat ze de randen van het geplaatste document net raken.
6. Stel de gewenste scanfuncties in.
Toets <2-zijdig>
Geef aan of u één zijde of beide zijden van een document wilt scannen via de AOD. Raadpleeg voor meer informatie Toets <2-zijdig> op pagina 34.
Toets <Origineeltype>
Selecteer het origineeltype. Raadpleeg voor meer informatie Toets <Origineeltype> op pagina 34.
Toets <Lichter/donkerder>
Selecteer de densiteit van de gescande gegevens. Raadpleeg voor meer informatie Toets <Lichter/donkerder> op pagina 32.
7. Druk op de toets <Start> om het
scannen te starten.
Toets <Start>
OPMERKING: Het lampje <Opdracht in geheugen> licht op wanneer de gescande gegevens in de mailbox worden opgeslagen.
76
Lampje <Opdracht in geheugen>
Als u nog meer documenten wilt scannen
Wanneer u via de glasplaat scant Wanneer u de glasplaat gebruikt, kunt u meerdere pagina's één voor één scannen
en zo een gegevensset van meerdere pagina's maken. Om het volgende document toe te voegen, moet Origineel toevoegen op [1]
(ingeschakeld) zijn ingesteld in de mode Systeeminstellingen (menunummer 201). Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie.
1) Het lampje naast de toets <Scan voltooid> gaat knipperen nadat de eerste pagina van het document is gescand.
2) Plaats de volgende pagina op de glasplaat in dezelfde richting als de pagina die eerder is gescand.
3) Stel de volgende scanopties naar wens in (zie stap 6).
Scanprocedure
Toets <Scan voltooid>
• Toets <Origineeltype>
• Toets <Lichter/donkerder>
4) Druk op de toets <Start> om de geplaatste pagina te scannen.
5) Druk op de toets <Scan voltooid > nadat de laatste pagina is gescand.
Wanneer u via de AOD scant Wanneer u de AOD gebruikt, plaatst u de volgende set pagina's nadat het apparaat
klaar is met het scannen van de eerste set. Ga vervolgens terug naar stap 1.
8. Als alle pagina's van het document zijn
gescand, drukt u op de toets <AC>.
Toets <AC>
De letter [b] wordt knipperend in het display weergegeven.
77
5 Scannen

Een scanopdracht annuleren

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een geactiveerde scanopdracht kunt annuleren.
OPMERKING: Wanneer een scanopdracht wordt geannuleerd, worden de gegevens die al zijn gescand, niet in de mailbox opgeslagen.
1. Druk op de toets <Stop>.
Toets <Stop>

Documenten in een mailbox controleren

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u gescande documenten die in mailboxen zijn opgeslagen, kunt controleren via CentreWare Internet Services. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor informatie over het maken van een mailbox.
OPMERKING: Voor sommige mailboxen is een toegangscode nodig, afhankelijk van de instelling [Mailboxcode controleren] op de pagina [Mailboxinstellingen]. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor meer informatie.
U kunt documenten die in een mailbox zijn opgeslagen, controleren of selecteren.
1. Open uw webbrowser en voer het IP-adres van het apparaat in het vak [Adres]
in om toegang te krijgen tot CentreWare Internet Services.
2. Klik op het tabblad [Scannen].
De pagina [Mailbox] wordt weergegeven.
3. Klik op de toets [Documentenlijst] van de mailbox die u wilt controleren.
De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt weergegeven.
OPMERKING: De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt ook weergegeven als u het mailboxpictogram, het mailboxnummer of de naam van de mailbox selecteert.
78
Mailboxdocumentenlijst
Mailboxnummer
Documenten in een mailbox controleren
Geeft het nummer van de geselecteerde mailbox weer.
Naam mailbox
Geeft de naam van de geselecteerde mailbox weer.
Documentnummer
Geeft het nummer van de documenten weer.
Documentnaam
Geeft de naam van de documenten weer.
Stored Date (Opgeslagen datum)
Geeft de datum weer waarop de documenten zijn opgeslagen.
Compressie-indeling
Geeft de compressie-indeling van de documenten weer.
Aantal pagina's
Geeft het aantal pagina's van de documenten weer.
Type
Geeft het opdrachttype weer als "Scan".
Ophalen
Geef aan of u een pagina van het geselecteerde document wel of niet wilt ophalen. U kunt ook de bestandsindeling selecteren die moet worden gebruikt bij het ophalen van de pagina.
Raadpleeg voor meer informatie Importeren via CentreWare Internet Services op
pagina 82.
79
5 Scannen

De gescande gegevens op een computer importeren

In dit gedeelte wordt beschreven hoe gescande documenten op uw computer kunnen worden geïmporteerd.
De beschikbare methoden voor het importeren van documenten zijn onder meer:
Importeren vanuit een TWAIN-compatibele applicatie
Importeren vanuit Mailbox Viewer 3
Importeren via CentreWare Internet Services
OPMERKING: Als u een TWAIN-compatibele applicatie of Mailbox Viewer 3 gebruikt om gescande gegevens op uw computer te importeren, worden de opgeslagen documenten uit de mailbox verwijderd nadat u ze heeft opgehaald. Als u CentreWare Internet Services gebruikt worden de opgeslagen documenten niet uit de mailbox verwijderd nadat u ze heeft opgehaald.
Deze procedures worden hieronder beschreven.

Importeren vanuit een TWAIN-compatibele applicatie

De netwerkscandriver is software waarmee een klantapplicatie de gescande gegevens via het netwerk kan importeren vanuit de mailbox op een apparaat.
Hieronder wordt beschreven hoe documenten vanuit de mailbox van een apparaat kunnen worden geïmporteerd in de applicatiesoftware.
OPMERKING: Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor meer informatie over de netwerkscandriver en de manier waarop u deze kunt installeren.
1. Start de applicatiesoftware waarin de documenten moeten worden geïmporteerd.
OPMERKING: De applicatie moet TWAIN ondersteunen. TWAIN is een standaard voor scanners en andere invoerapparaten.
OPMERKING: Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor informatie over ondersteunde applicaties.
2. Selecteer in het menu [Bestand] de opdracht voor het selecteren van de
scanner (bron).
3. Selecteer [Xerox Network Scanner 3 TWAIN] en klik op [Selecteren].
4. Selecteer in het menu [Bestand] de opdracht voor het importeren van het beeld
van de scanner.
80
5. Klik in de weergegeven lijst op de scannernaam van het apparaat en klik
op [Volgende].
6. Voer in het veld [Mailboxnummer] het nummer (001 - 99) in van de mailbox met
daarin het document dat u wilt importeren. Voer in het veld [Toegangscode] een toegangscode van maximaal 20 cijfers in.
7. Klik op [Bevestigen].
8. Selecteer een document in de lijst en klik op [Importeren].
9. Tijdens het importeren worden de gescande gegevens van de mailbox naar
de computer gestuurd.
10. Daarna worden de gegevens in de applicatiesoftware geladen en uit
de mailbox verwijderd.
OPMERKING: Klik op [Help] en raadpleeg de online help van de netwerkscandriver voor meer informatie over de velden in het weergegeven dialoogvenster.

Importeren vanuit Mailbox Viewer 3

Met Mailbox Viewer 3 kunt u op eenvoudige wijze documenten uit een mailbox op het apparaat importeren op een computer. Mailbox Viewer 3 is een applicatie op de cd-rom van de PCL-printerdriver die bij het apparaat wordt geleverd. Raadpleeg de cd-rom van de PCL-printerdriver voor informatie over het installeren van Mailbox Viewer 3.
Hieronder wordt beschreven hoe u Mailbox Viewer 3 kunt gebruiken voor het importeren van documenten die in de mailbox van het apparaat zijn opgeslagen.
OPMERKING: Om de gescande documenten uit Mailbox Viewer 3 te importeren, moeten de SNMP-, WebDAV- en SOAP-poorten worden ingeschakeld. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor meer informatie.
1. Klik in de taakbalk op [Start] en selecteer vervolgens [Programma's] > [Xerox] >
[Network Scanner Utility 3] > [Mailbox Viewer 3].
De gescande gegevens op een computer importeren
OPMERKING: Als u een andere directory heeft gebruikt voor de installatie, selecteert u die directory in plaats van de directory hierboven [Mailbox Viewer 3].
2. Klik in de weergegeven lijst op de naam van het apparaat en klik op [Volgende].
3. Voer het nummer (001-00) in van de mailbox die u wilt openen.
4. Voer indien nodig de juiste
toegangscode in.
5. Klik op [Bevestigen].
Er verschijnt een lijst van documenten die in de geselecteerde mailbox zijn opgeslagen.
6. Selecteer het document dat u
wilt importeren en klik vervolgens op [Importeren].
OPMERKING: U kunt ook meerdere documenten selecteren.
OPMERKING: Als u op de toets [Importeren] klikt, worden de opgeslagen documenten uit de mailbox verwijderd en in de geselecteerde directory opgeslagen.
Raadpleeg de online help van Mailbox Viewer 3 voor informatie over andere functies die in Mailbox Viewer 3 beschikbaar zijn.
81
5 Scannen

Importeren via CentreWare Internet Services

Met CentreWare Internet Services kunt u zonder de hulp van applicatiesoftware documenten importeren op een computer vanuit de mailbox van een apparaat.
Hieronder wordt beschreven hoe opgeslagen documenten vanuit de mailbox van een apparaat kunnen worden geïmporteerd via CentreWare Internet Services.
OPMERKING: Voor sommige mailboxen is een toegangscode nodig, afhankelijk van de instelling [Mailboxcode controleren] op de pagina [Mailboxinstellingen]. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor meer informatie.
1. Open uw webbrowser en voer het IP-adres van het apparaat in het vak [Adres]
in om toegang te krijgen tot CentreWare Internet Services.
2. Klik op het tabblad
[Scannen]. De pagina [Mailbox] wordt weergegeven.
3. Klik op de toets
[Documentenlijst] van de mailbox waaruit u een document wilt ophalen. De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt weergegeven.
OPMERKING: De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt ook weergegeven als u het mailboxpictogram, het mailboxnummer of de naam van de mailbox selecteert.
4. Schakel in de lijst
van documenten het selectievakje in van het document dat u wilt importeren.
5. Stel de gewenste opties in.
Pagina ophalen
Geef aan of u een pagina van het geselecteerde document wel of niet wilt ophalen.
Paginanummer
Voer het nummer in van de pagina die u wilt ophalen.
Ophalen van bestandsindeling
82
Selecteer de bestandsindeling die moet worden gebruikt bij het ophalen van de pagina. Kies uit [TIFF] of [PDF].
6. Klik op de toets [Ophalen].
OPMERKING: U kunt één document tegelijk importeren.
7. Klik op [Deze koppeling opslaan] op de weergegeven pagina en geef de directory
op waar het document moet worden opgeslagen.

Documenten uit een mailbox verwijderen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten uit een mailbox kunt verwijderen. OPMERKING: Voor sommige mailboxen is een toegangscode nodig, afhankelijk van
de instelling [Mailboxcode controleren] op de pagina [Mailboxinstellingen]. Raadpleeg het hoofdstuk Scanner Environment Settings in de System Administration Guide voor meer informatie.
1. Open uw webbrowser en voer het IP-adres van het apparaat in het vak [Adres]
in om toegang te krijgen tot CentreWare Internet Services.
2. Klik op het tabblad [Scannen].
De pagina [Mailbox] wordt weergegeven.
Documenten uit een mailbox verwijderen
3. Klik op de toets [Documentenlijst] van de mailbox die het document bevat dat
u wilt verwijderen. De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt weergegeven.
OPMERKING: De pagina [Mailboxdocumentenlijst] wordt ook weergegeven als u het mailboxpictogram, het mailboxnummer of de naam van de mailbox selecteert.
4. Schakel het selectievakje
links van de naam van het document dat u wilt verwijderen in.
OPMERKING: Als u alle documenten uit de mailbox wilt verwijderen, selecteert u [Alle selecteren].
OPMERKING: U kunt meer dan één document selecteren. Om de gemaakte selectie ongedaan te maken, selecteert u het document opnieuw.
5. Klik op [Verwijderen].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
6. Klik op [OK].
83
5 Scannen
84

6 Afdrukken

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de afdrukfunctie van het apparaat. Met deze functie kunt u afdrukopdrachten rechtstreeks naar het apparaat zenden vanaf een pc. U vindt hier ook informatie over de emulatieparameters voor PCL.

Functies van de printerdriver

Wanneer het apparaat als printer selecteert, wordt het bijbehorende afdrukscherm op de netwerkcomputer weergegeven. Selecteer het menu [Afdrukken] in de werkbalk om het afdrukscherm weer te geven.

Belangrijke functies

De volgende belangrijke functies worden door de printerdriver ondersteund. OPMERKING: De functies van de printerdriver variëren afhankelijk van het
besturingssysteem op de netwerkcomputer.
Papierformaat
Hiermee kunt u een papierformaat selecteren uit een lijst met standaard papierformaten.
Papierlade
Hiermee kunt u handmatig de papierlade selecteren waaruit afgedrukt moet worden, of het apparaat automatisch de juiste lade laten selecteren op basis van de prioriteitsinstellingen voor de laden op het apparaat.
2-zijdig afdrukken
Maakt 2-zijdige afdrukken. Er kan automatisch op beide zijden van het papier worden afgedrukt. U kunt [2-zijdig, omslaan via korte kant] selecteren voor afdrukken die langs de korte kant van het papier moeten worden omgeslagen.
N op 1
Hiermee kunt u meerdere pagina's van de documenten op één vel papier afdrukken. Het apparaat verkleint/vergroot de beelden automatisch zodat ze op één pagina passen.
Katern maken
Maakt een katern van een set 2-zijdige documenten. Elke pagina wordt juist gepositioneerd zodat de gevouwde afdrukken als katern kunnen worden gelezen.
Watermerk
Hiermee kunt u een watermerk, zoals "Vertrouwelijk", onder het originele beeld van de afdrukken toevoegen. U kunt een bestaand watermerk selecteren of een nieuw watermerk maken.
85
6 Afdrukken
Poster
Hiermee kunt u het originele document verdelen en vergroten, zodat het beeld op meerdere vellen papier wordt afgedrukt. U kunt deze vervolgens aan elkaar plakken zodat ze een grote poster vormen.
Helderheid
Past de helderheid van de afdrukken aan. Geef met behulp van het toetsenbord of de schuifregelaar de helderheid op binnen het bereik van -100 tot +100.
Scherm
Geeft het rasterproces aan dat voor bitmap-afbeeldingen wordt gebruikt.
Geavanceerde instellingen
Andere printerdriveropties zijn onder meer afdrukken in mode concept, voorblad en beeldverbetering.

PCL-emulatie

In dit gedeelte vindt u informatie over de emulatieparameters voor PCL. Met PCL-emulatie kunt u op basis van de emulatieparameters (bijv. papierformaat)
die via CentreWare Internet Services zijn ingesteld, documenten afdrukken vanaf een pc die niet door de geleverde PCL-printerdriver worden ondersteund.

Parameters voor PCL-emulatie wijzigen

In de volgende stappen wordt beschreven hoe de parameterwaarden voor PCL-emulatie gewijzigd kunnen worden voor het afdrukken van documenten.
1. Open uw webbrowser en voer het IP-adres van het apparaat in het vak [Adres]
in om toegang te krijgen tot CentreWare Internet Services.
2. Klik op het tabblad [Eigenschappen].
3. Klik in het uitklapbare menu van het menupaneel op [Functies] > [Afdrukken] >
[Taalemulaties] > [PCL]. De pagina [Taalemulaties] wordt weergegeven.
4. Configureer de gewenste instellingen.
5. Klik op [Toepassen].
6. Wanneer u hierom wordt gevraagd, voert u de gebruikers-ID en de toegangscode
van de systeembeheerder in en klikt u op [OK].
86
OPMERKING: De gebruikers-ID systeembeheerder is standaard "11111". De toegangscode is niet ingesteld.
PCL-emulatie
In de volgende tabel vindt u de emulatieparameters en de bijbehorende waarden voor PCL-emulatie.
Parameter Waarde
Fontpitch Geeft de pitchgrootte voor een font op in stappen van 0,01.
• [6,00] - [24,00] (standaard: 10,00)
Fontgrootte Geeft de puntgrootte voor een font op in stappen van 0,25.
• [4,00] - [50,00] (standaard: 12,00)
Fontnaam Selecteer het gewenste font in de lijst met beschikbare fonts.
•[CG Times]
• [CG Times Italic]
•[CG Times Bold]
• [CG Times Bold Italic]
• [Univers Medium]
• [Univers Medium Italic]
• [Univers Bold]
• [Univers Bold Italic]
• [Univers Medium Condensed]
• [Univers Medium Condensed Italic]
• [Univers Bold Condensed]
• [Univers Bold Condensed Italic]
• [Antique Olive]
• [Antique Olive Italic]
• [Antique Olive Bold]
• [CG Omega]
• [CG Omega Italic]
• [CG Omega Bold]
• [CG Omega Bold Italic]
• [Garamond Antiqua]
• [Garamond Antiqua]
• [Garamond Halbfett]
• [Garamond Kursiv Halbfett]
• [Courier] (standaard)
• [Courier Italic]
• [Courier Bold]
• [Courier Bold Italic]
• [Letter Gothic]
• [Letter Gothic Italic]
• [Letter Gothic Bold]
• [Albertus Medium]
• [Albertus Extra Bold]
• [Calarendon Condensed]
• [Coronet]
•[Marigold]
•[Arial]
• [Arial Italic]
• [Arial Bold]
• [Arial Bold Italic]
• [Times New]
• [Times New Italic]
• [Times New Bold]
• [Times New Bold Italic]
•[Symbol]
• [Wingdings]
• [Line Printer]
• [Times Roman]
• [Times Italic]
•[Times Bold]
• [Times Bold Italic]
•[Helvetica]
• [Helvetica Oblique]
• [Helvetica Bold]
• [Helvetica Bold Oblique]
•[CourierPS]
• [CourierPS Oblique]
• [CourierPS Bold]
• [CourierPS Bold Oblique]
• [SymbolPS]
• [Palatino Roman]
• [Palatino Italic]
• [Palatino Bold]
• [Palatino Bold Italic]
• [ITC Bookman Light]
• [ITC Bookman Light Italic]
• [ITC Bookman Demi]
• [ITC Bookman Demi Italic]
• [Helvetica Narrow]
• [Helvetica Narrow Oblique]
• [Helvetica Narrow Bold]
• [Helvetica Narrow Bold Oblique]
• [New Century Schoolbook Roman]
• [New Century Schoolbook Italic]
• [New Century Schoolbook Bold]
• [New Century Schoolbook Bold Italic]
• [ITC Avant Garde Gothic Book]
• [ITC Avant Garde Gothic Book Oblique]
• [ITC Avant Garde Gothic Book Demi]
• [ITC Avant Garde Gothic Book Demi Oblique]
• [ITC Zapf Chancery Medium Italic]
• [ITC Zapf Dingbats]
87
6 Afdrukken
Parameter Waarde
Symbolenset Selecteer de gewenste symbolenset in de lijst met beschikbare
symbolensets.
• [Roman 8] (standaard)
• [ISO 8859-1 Latijn 1]
• [ISO 8859-2 Latijn 2]
• [ISO 8859-9 Latijn 5]
• [ISO 8859-10 Latijn 6]
•[PC-8]
• [PC-8 DN]
• [PC-775 Baltisch]
• [PC-850 Meertalig]
• [PC-852 Latijn 2]
• [PC-1004 OS/2]
•[PC Turks]
• [Windows 3.1 Latijn 1]
• [Windows 3.1 Latijn 2]
• [Windows 3.1 Latijn 5]
•[Desktop]
• [PS Tekst]
• [MC Tekst]
Regels per pagina Geef de paginalengte (afdrukgebied) van een pagina op.
• [5] - [128] (standaard: 64 of 60*) *De standaardwaarde is [64] als de standaardwaarde van
[Afdrukformaat]/[Papierformaat (handmatige invoer)] [A4] is; of [60] als de waarde van [Afdrukformaat]/[Papierformaat (handmatige invoer)] [Letter (8,5 x 11 inch)] is.
• [Microsoft Publishing]
• [Wiskunde 8]
• [PS Wiskunde]
•[Pi Font]
• [Legal]
• [ISO 4 Verenigd Koninkrijk]
• [ISO 6 ASCII]
• [ISO 11 Zweeds:namen]
• [ISO 15 Italiaans]
• [ISO 17 Spaans]
• [ISO 21 Duits]
• [ISO 60 Noors v1]
• [ISO 69 Frans]
• [Windows 3.0 Latijn 1]
• [Windows Baltisch]
• [Symbol]
• [Wingdings]
• [ITC ZapfDingbats MS]
LF behandelen als "CR + LF" en "FF" als "CR + FF"
LF behandelen als "CR + LF"
Papierinvoer Selecteer de papierlade. Wanneer [Auto] is geselecteerd, selecteert
Afdrukformaat Stelt het standaard papierformaat in wanneer het apparaat is
Schakel regeleinde en nieuwe regel in of uit, en ook regeleinde en formuliertoevoer voor de PCL-mode. (Standaard: uitgeschakeld)
Schakel regeleinde en nieuwe regel in of uit voor de PCL-mode. (Standaard: uitgeschakeld)
het apparaat automatisch de lade met daarin het papier waarvan het formaat via het bedieningspaneel is opgegeven.
• [Auto] (standaard)
• [Lade 1]
• [Lade 2]
• [Handmatige invoer]
ingesteld op het automatisch selecteren van het papierformaat. Alleen beschikbaar wanneer [Papierinvoer] is ingesteld op [Auto].
•[A3]
•[B4]
• [A4] (standaard*)
•[B5]
• [Letter (8,5 x 11 inch)] (standaard*)
• [8,5 x 13 inch]
• [Legal (8,5 x 14 inch)]
• [Tabloid (11 x 17 inch)]
•[8K]
•[16K]
88
*De standaardwaarde is [A4] of [Letter 8,5 x 11 inch], afhankelijk
van de gebruiksregio.
Parameter Waarde
PCL-emulatie
Papierformaat (handmatige invoer)
Aangepast papierformaat: breedte X
Selecteer het papierformaat voor de handmatige invoer. Alleen beschikbaar wanneer [Papierinvoer] is ingesteld op [Handmatige invoer].
•[A3]
•[B4]
• [A4] (standaard*)
•[B5]
•[A5]
• [Statement (5,5 x 8,5 inch)]
• [Letter (8,5 x 11 inch)] (standaard*)
• [8,5 x 13 inch]
• [Legal (8,5 x 14 inch)]
• [Tabloid (11 x 17 inch)]
•[8K]
•[16K]
• [Aangepast papierformaat]
*De standaardwaarde is [A4] of [Letter 8,5 x 11 inch], afhankelijk
van de gebruiksregio.
Geef een breedte voor het papierformaat op binnen een bereik van 182 - 432 mm (7,2 - 17,0 inch)*. (standaard: 210 mm/8,3 inch*)
*De maateenheid is afhankelijk van de instelling in
[Instellingen maateenheid] op het tabblad [Eigenschappen].
Aangepast papierformaat: lengte Y
Aantal Geef het aantal sets op dat u wilt afdrukken.
2-zijdig afdrukken Geef aan of op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt.
Standaardrichting Geef de richting van het origineel op.
HexDump Schakel hexadecimale geheugendump in of uit voor de PCL-mode.
Beeldverbetering Schakel beeldverbetering in of uit.
Geef een lengte voor het papierformaat op binnen een bereik van 139 - 297 mm (5,5 - 11,7 inch)* (standaard: 297 mm/11,7 inch*)
*De maateenheid is afhankelijk van de instelling in [Instellingen
maateenheid] op het tabblad [Eigenschappen].
• [1] - [999] (standaard: 1)
• [1-zijdig] (standaard)
• [2-zijdig, omslaan via lange kant]
• [2-zijdig, omslaan via korte kant]
• [Portret] (standaard)
• [Landschap]
(Standaard: uitgeschakeld)
(Standaard: ingeschakeld)
Papierinvoeropdracht
De pagina [Papierinvoeropdracht] toont de nummers van de logische papierladen en fysieke papierladen die via Papierbronopdracht zijn opgegeven.
Om deze pagina te bekijken, klikt u op [De lijst weergeven] op de pagina [Taalemulaties].
89
6 Afdrukken
90

7 Verklarende woordenlijst

In dit hoofdstuk vindt u een lijst met termen die in de Handleiding voor de gebruiker en in de System Administration Guide worden gebruikt. De definitie van elke term geeft de betekenis weer van de term die in de handleidingen wordt gebruikt.

Gedefinieerde termen

Gebruik de volgende definities voor een beter begrip van de betekenis van termen die in deze handleiding worden gebruikt.
16 K Papier van 195 x 270 mm.
2-zijdig Verwijst naar een document dat een beeld op beide zijden
van de pagina bevat.
2-zijdig Verwijst naar een document dat een beeld op beide zijden
van de pagina bevat.
8 K Papier van 270 x 390 mm.
A3 Papier van 420 x 297 mm.
A4 Papier van 297 x 210 mm.
A5 Papier van 210 x 148 mm.
Achtergrondonderdrukking Met deze functie wordt voorkomen dat ongewenste
achtergrondvariaties op de afdrukken verschijnen. Dergelijke variaties worden veroorzaakt door originelen met een gekleurde achtergrond of originelen die op heel dun papier zijn afgedrukt, zodat de beelden op de achterkant doorschijnen op de voorkant.
afdrukbaar gebied Het daadwerkelijke gebied op het papier waarop kan
worden afgedrukt.
afdrukmodule Een door de klant vervangbare cassette die bestaat uit
een interne module en toner. Er wordt een afgedrukt beeld op de module gevormd voordat het beeld op het papier wordt overgebracht.
aflevering Afgeleverde kopieën of afdrukken.
AOD Een module die 1-zijdige en 2-zijdige pagina's automatisch
vanuit de invoerlade scheidt en invoert in de scanner.
Auditron Een tellersysteem dat in het apparaat is ingebouwd. U kunt
de auditron gebruiken om tellerstanden van het algehele apparaatgebruik, individueel gebruik en gebruik van elke afzonderlijke functie bij te houden.
Auto herstel standaardinstellingen
B4 Papier van 364 x 257 mm.
B5 Papier van 257 x 182 mm.
De mode Standby wordt ingeschakeld als het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
91
7 Verklarende woordenlijst
Beeldrotatie Een beeldoptie waarmee een beeld automatisch 90 graden
Beeldverbetering Een beeldoptie die de rand tussen wit en zwart vloeiend
BOOTP Een afkorting van Bootstrap Protocol. Dit is een protocol dat
bps Een afkorting van Bits Per Second. Dit is een maateenheid
buffergeheugen Locatie waar afdrukgegevens daadwerkelijk worden verwerkt
contrast De intensitieit van de beeldweergave, of het verschil tussen
wordt gedraaid zodat het op hetzelfde formaat papier past maar in de tegenovergestelde richting.
maakt en grove randen verminderd, zodat het lijkt of er een hogere resolutie is gebruikt.
door een netwerkknooppunt wordt gebruikt om het IP-adres van de Ethernet-interface te bepalen, zodat een computer via het netwerk opgestart kan worden vanaf een server.
die aangeeft hoe snel een modem gegevens kan verzenden of ontvangen.
en opgeslagen.
de grijstonen op een documentpagina.
DHCP Een afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol.
Een protocol waarmee de belangrijkste parameters van netwerkapparaten (waaronder IP-adressen) door centrale DHCP-servers kunnen worden geconfigureerd.
DNS Een afkorting van Domain Name System. Een systeem dat
op het internet wordt gebruikt om de namen van netwerkknooppunten om te zetten in adressen.
dpi Een afkorting van Dots Per Inch. Dit is het aantal dots dat
binnen de breedte van een inch kan worden afgedrukt. Wordt als eenheid voor resolutie gebruikt.
emulatie Printermode waarbij de printer de functies van een andere
printertaal nabootst.
Energiespaarstand Een energiespaarstand waarmee het stroomverbruik wordt
beperkt als het apparaat niet in gebruik is.
Ethernet Een veelgebruikte netwerktransporttechnologie voor het
verzenden van gegevens van het ene knooppunt naar het andere.
fabrieksinstellingen Zie "standaardinstellingen".
foto Een beeld, met name een positieve afdruk, die door een
camera wordt vastgelegd en op een fotogevoelig oppervlak wordt gereproduceerd.
92
foutcode Een code die in het display van het bedieningspaneel of in
CentreWare Internet Services wordt weergegeven wanneer er zich een probleem voordoet.
g/m2 De metrische omschrijving van papiergewicht uitgedrukt in
gram per vierkante meter.
Gateway-adres Het gateway-adres is het IP-adres van de gateway (of router)
die het apparaat gebruikt voor toegang tot apparaten op andere subnetten.
Geheugen Een plek voor het opslaan van elektronische documenten.
Gedefinieerde term en
HTTP Een afkorting van Hyper Text Transfer Protocol. Dit is de
internetstandaard die de uitwisseling van informatie op het World Wide Web (WWW) ondersteunt. HTTP vormt de basis voor eenvoudige toegang tot het internet.
internet Een wereldwijd communicatienetwerk dat diverse
netwerken combineert.
IP Een afkorting van Internet Protocol. Dit is een
communiciatieprotocol op netwerkniveau dat door een verscheidenheid aan computerplatforms wordt ondersteund. IP bepaalt de routering van data.
IP-adres Een adres dat door TCP/IP-protocollen wordt gebruikt om
computers op een netwerk te identificeren. Het wordt in quad­formaat met punten weergegeven. Dit is een reeks van vier decimale cijfers, gescheiden door decimale punten.
Katernen De beelden worden automatisch in een zodanige volgorde
op het papier geplaatst dat ze een katern vormen als het papier wordt gevouwen. Op het apparaat kunnen diverse papiersoorten worden gebruikt voor katernen.
knooppunt Een apparaat op een netwerk dat een adres heeft en
gegevens van en naar andere apparaten op het netwerk kan verzenden en/of ontvangen. Verwijst ook naar een nummer dat een toegangspunt op een netwerk aangeeft. Het werkt als een adres.
Korte kant eerst (KKE) De korte kant van het papier wordt zodanig geplaatst dat deze
als eerste in het apparaat wordt ingevoerd.
landschap De tekst of andere inhoud op een pagina loopt langs de lange
kant van het papier.
Lange kant eerst (LKE) De lange kant van het papier wordt zodanig geplaatst dat
deze als eerste in het apparaat wordt ingevoerd.
LPD Een afkorting van Line Printer Daemon. Dit een een
afdrukbeheerprogramma dat op een host wordt gebruikt.
mailbox Een opslaggebied in het geheugen van het apparaat waar
gescande documenten worden opgeslagen.
omslagen Karton of papier dat aan de voor- of achterkant van een set
kopieën wordt toegevoegd.
opdracht Een groep kopieer-, scan- of afdrukgegevens. Het annuleren
en afleveren van kopieer-, scan- en afdrukopdrachten vindt per opdracht plaats.
papier Het materiaal waarop de kopieën of afdrukken worden
afgedrukt. Wordt ook afdrukmateriaal of media genoemd.
papierstoring Papier of afdrukmateriaal dat tijdens het afdrukken is
vastgelopen in het apparaat.
PCL Een afkorting van Printer Control Language, dat door
Hewlett-Packard wordt gebruikt. Dit is een reeks opdrachten waarmee de printer wordt geïnstrueerd hoe een document moet worden afgedrukt.
93
7 Verklarende woordenlijst
PDF Een afkorting van Portable Document Format. Dit is een
PDL Een afkorting van Page Description Language. Dit verwijst
portret De tekst of andere inhoud op een pagina loopt langs de korte
protocol De regels waarmee het verzenden en ontvangen van
bestandsindeling die door Adobe Systems is ontwikkeld. Een PDF-bestand kan documenten beschrijven die uit tekst en beelden bestaan. Hierbij worden alle opmaak en fonts van het origineel bewaard. Het document kan vervolgens worden weergegeven of afgedrukt met behulp van applicatiesoftware, hardware of een besturingssysteem. Deze hoeft niet hetzelfde te zijn als die waarin het originele document is gemaakt.
naar een programmeertaal, zoals PostScript, die wordt gebruikt voor het beschrijven van de uitvoer naar een printer of weergaveapparaat, waarop de instructies van de PDL worden gebruikt om tekst en afbeeldingen samen te stellen en het gewenste paginabeeld te maken.
kant van het papier.
gegevens wordt beheerd.
RAM Afkorting van Random Access Memory. Dit is een
geheugenapparaat waar informatie zowel opgehaald als opgeslagen kan worden.
RARP Een afkorting van Reverse Address Resolution Protocol.
Dit een methode voor het toekennen van IP-adressen aan knooppunten op een netwerk. Wanneer een knooppunt wordt ingeschakeld, verzendt het een RARP-pakket met daarin het Ethernetadres. De RARP-server ontvangt het pakket en stuurt het IP-adres terug naar het knooppunt.
resolutie De zuiverheid van de details die zichtbaar zijn op een
gescand beeld. Selecteer de standaardinstelling voor normale documenten en fijn / superfijn voor documenten met meer detail.
ROM Een afkorting van Read Only Memory. Dit is een
geheugenapparaat dat specifiek wordt gebruikt voor het opslaan en ophalen van informatie.
scannen Het detecteren of lezen van een papieren document en
het optische beeld van het document omzetten in een elektronisch beeld.
scherpte Met scherpte wordt de hoeveelheid randdefinitie op de
afdrukken aangepast. Als het beeld niet helemaal scherp lijkt te zijn, kan het beeld duidelijker worden gemaakt door de waarde voor scherpte te verhogen.
94
Sets Een afleveringsoptie waarbij elke set kopieën in dezelfde
volgorde wordt afgeleverd als de documenten die in de AOD zijn geplaatst. Bijvoorbeeld: twee sets van een 3 pagina's tellend document worden als volgt afgeleverd: pagina1/set1, pagina2/set1, pagina3/set1, pagina1/set2, pagina2/set2, pagina3/set2.
sets kopieën Groepen kopieën van een set documenten die uit meerdere
pagina's bestaat. Als u een document van vier pagina's heeft en u wilt dit document 10 keer kopiëren, maakt u dus 10 sets kopieën.
Gedefinieerde term en
Slaapstand Een staat waarin het stroomverbruik beperkt wordt wanneer
het apparaat geen taken uitvoert.
SNMP Een afkorting van Simple Network Management Protocol.
Een protocol dat wordt gebruikt ter ondersteuning van het beheer van complexe netwerken.
standaardinstellingen Instellingen die in de fabriek op het apparaat worden ingesteld
en die door het apparaat worden gebruikt als de gebruiker geen instellingen opgeeft.
Stapels Een afleveringsoptie waarbij het opgegeven aantal kopieën
voor elke pagina in een set kopieën wordt afgeleverd in de volgorde waarin de documenten in de AOD zijn geplaatst. Bijvoorbeeld: twee sets van een 3 pagina's tellend document worden als volgt afgeleverd: pagina1/set1, pagina1/set2, pagina2/set1, pagina2/set2, pagina3/set1, pagina3/set2.
subnetmasker Een masker dat wordt gebruikt om onderscheid te maken
tussen het subnetadres en het hostadres (of apparaatadres) van een IP-adres.
TCP/IP Een afkorting van Transmission Control Protocol/Internet
Protocol. TCP/IP is een reeks communicatieprotocollen die door verscheidene computerplatforms wordt ondersteund. TCP beheert de gegevensoverdracht en IP beheert de routering van de gegevens. Het IP-adres is een uniek adres dat een apparaat op een netwerk identificeert. Het IP-adres dient door de systeembeheerder te worden ingesteld op het apparaat.
TIFF Een afkorting van Tagged Image File Format. Een
veelgebruikte standaard bestandsindeling voor scannen. Beelden die op het apparaat worden gescand worden in een TIFF 6.0 bestandsindeling vastgelegd.
wachtrij Een plaats waar opdrachten tijdelijk worden opgeslagen
totdat ze worden verwerkt. Een afdrukwachtrij kan meerdere afdrukopdrachten bevatten.
95
7 Verklarende woordenlijst
96

8 Index

Getallen
10Base-T/100Base-TX-verbinding .....................20
2-zijdige module
........................................... 21, 42
A
Aan/uit-schakelaar ..............................................21
aan-/uitzetten aanmelden op het apparaat aantal afdrukken aantal bekijken
aantal afdrukken
aantal kopieën aantal kopieën Afdrukken
Functies van de printerdriver
PCL-emulatie afdruklimiet Afdrukmodule AOD
............................................................. 20, 75
apparaat
elektrische voeding
onderhoud
reinigen
waarschuwingen Apparaatafbeelding (nabootsing) Apparaatstatus
Afdrukmodule vervangen
Origineelstoring in AOD
Papierstoring in apparaat
Toner Auditron (kopiëren) Automatisch laden wisselen
......................................................37
................................70
.................................................72
...........................................72
..............................................72
....................................................72
........................85
................................................86
.........................................................72
......................................................21
.......................................10
....................................................10
.........................................................10
.............................................9
........................29
.............................29
................................29
.............................29
............................................................29
................................26, 53, 70
...............................43
B
Bedieningspaneel ........................................ 20, 24
Apparaatafbeelding (nabootsing)
Cijfertoetsen
Display
Lampje <Online>
Lampje <Opdracht in geheugen>
Toets <2-zijdig>
Toets <Aan-/afmelden>
Toets <AC> (alle wissen)
Toets <Aflevering>
Toets <Energiespaarstand>
Toets <Kopiëren>
Toets <Lichter/donkerder>
Toets <N op 1/ID-kaart kopiëren>
Toets <Origineelformaat>
Toets <Origineeltype>
Toets <Papierinvoer>
Toets <Scan voltooid>
Toets <Scannen>
.................................................25
..........................................................24
..........................................25
............................................34
................................26
.............................26
.......................................36
.........................................24
.............................32
..................................34
...................................28
..................................27
.........................................25
.................29
.................25
.........................26
...........................32
................33
Toets <Start> Toets <Stop> Toets <Variabel percentage> Toets <Verkleinen/vergroten> Toets/lampje <Display-wisseling>
............................................... 27
............................................... 27
...................... 30
..................... 30
............... 24
C
CE-merkteken, goedkeuringen en
certificeringen CentreWare Internet Services Cijfertoetsen
................................................. 14
...23, 73, 78, 80, 82
....................................................... 25
D
Display ............................................................... 24
Documentklep Dubbelzijdige AOD
.................................................... 21
............................................. 57
E
elektrische veiligheid .......................................... 10
elektrische voeding emulatie
PCL-parameters
Energiespaarstand
Energiespaarstand
Slaapstand Energy Star etiket
........................................................ 15
.................................................................. 42
............................................ 10
.......................................... 87
............................................. 38
...................................... 38
................................................... 38
F
Faxfunctie
Richtlijn betreffende radioapparatuur
en telecommunicatie-apparatuur
Functies op het apparaat
Afdrukken
Kopiëren
Scannen Functies van de printerdriver Fusereenheid
.................................................... 23
...................................................... 23
...................................................... 23
..................................................... 21
............................. 85
............. 15
G
gebruikers-ID ............................................... 70, 72
Gebruikers-ID systeembeheerder gerecycled papier gescande gegevens importeren Glasplaat goedkeuringen en certificeringen
...................................................... 21, 56
CE-merkteken
............................................... 39
.............................................. 14
................ 26, 86
......................... 80
H
Handmatige invoer .................................20, 42, 45
het apparaat reinigen
......................................... 10
97
Index
I
ID-kaart kopiëren ................................................68
illegale kopieën
...................................................16
K
Kopieerfuncties
Toets <2-zijdig> Toets <Aflevering> Toets <Lichter/donkerder> Toets <N op 1/ID-kaart kopiëren> Toets <Origineelformaat> Toets <Origineeltype> Toets <Variabel percentage>
Toets <Verkleinen/vergroten> kopieerlimiet kopiëren
4 op 1 / 2 op 1 kopieën
een opdracht annuleren
functies
ID-kaart kopiëren
originelen plaatsen
procedure
........................................................72
.........................................................30
..................................... 34, 55
................................ 36, 55
.................... 32, 54
......... 33, 55
...................... 32, 54
........................... 34, 55
................ 30, 54
............... 30, 54
.................................58
...............................58
..........................................68
.......................................56
.....................................................53
L
Lade 1 .......................................................... 20, 42
Lade 2 Lampje <Online> Lampje <Opdracht in geheugen> Linkerzijklep
.................................................................42
................................................25
................ 25, 76
........................................................19
M
mailbox
documenten controleren
documenten verwijderen
gescande gegevens importeren
Mailboxdocumentenlijst Mailbox Viewer 3 Mailboxdocumentenlijst Maximum vullijn milieubepalingen Mode Papierinstellingen Mode
Systeeminstellingen
......................................... 80, 81
.....................................44, 45, 46
.................................................15
...............................78
..............................83
...................80
................................79
......................................79
.....................................24
........26, 27, 30, 31, 32, 38
N
Netsnoeraansluiting ............................................21
Network Scanner Utility 3
...................................23
O
Onderdelen van het apparaat .............................19
onderhoud onderhoudsveiligheid Onderstel Ondersteunde papiersoorten opdrachtlimieten bekijken
Opvangbak originelen plaatsen
...........................................................10
..........................................12
............................................................20
..............................41
afdruklimiet
kopieerlimiet
...................................................72
.................................................72
.........................................................20
..............................................56
P
papier in de handmatige invoer plaatsen ........... 45
papier plaatsen Papiergeleiders Papierinvoeropdracht Papierlade 2 Papiersoorten
2-zijdige module Handmatige invoer Lade 1 Lade 2
PCL-emulatie
.................................................. 43
.................. 44, 45, 47, 48, 49, 50
......................................... 89
....................................................... 20
.......................................... 42
...................................... 42
.......................................................... 42
.......................................................... 42
............................................... 86, 87
R
radiofrequentie-emissies .................................... 13
recycling
product recycling en weggooien van batterijen recycling en weggooien van product
EU
VS, Canada
......................................................... 16
............... 16
.................. 16
................................................................ 17
................................................. 16
S
scannen
documenten in een mailbox controleren
een opdracht annuleren
gescande gegevens importeren
procedure Serienummer Slaapstand Systeembeheerder
.................................................... 73
....................................................... 7
......................................................... 38
............................................... 8
............................... 78
.................. 80
...... 78
T
toegangscode ........................................70, 71, 74
toegangscode systeembeheerder Toegangsklep 1 Toegangsklep 2 Toets/lampje <Display-wisseling> Toets <2-zijdig> Toets <Aan-/afmelden> Toets <Aflevering> Toets <AC> (alle wissen) Toets <Energiespaarstand> Toets <Kopiëren> Toets <Lichter/donkerder> Toets <N op 1/ID-kaart
kopiëren> Toets <Origineelformaat> Toets <Origineeltype> Toets <Papierinvoer> Toets <Scan voltooid> Toets <Scannen> Toets <Start> Toets <Stop> Toets <Variabel percentage> Toets <Verkleinen/vergroten> toets <C> (wissen) TWAIN-compatibele applicatie
................................................. 20
................................................. 20
...........................................34, 76
............................... 71, 26
............................................. 36
................................... 26
.............................................. 24
........................... 32, 76
.................................... 33, 58, 64, 68
............................ 32, 59
.................................. 34, 76
......................................... 28
....................................... 27
............................................... 25
..................................................... 27
..................................................... 27
............................................. 25
...................... 86
...................... 24
............................... 26
............................. 30
............................ 30
........................... 80
98
U
Uitklapblad ................................................... 20, 46
USB-interface-aansluiting
.................................. 21
V
veilig gebruik .......................................................11
veiligheid
elektrische gebruiksinformatie informatie over ozon laser onderhoud radiofrequentie-emissies veiligheidcertificatie
verbruiksartikelen veiligheid van de laser veiligheid van verbruiksartikelen veiligheidcertificatie veiligheidsinformatie over ozon Vergrendeling linkerzijklep Voorklep
.................................................... 10
........................................11
.................................... 13
..............................................................11
.................................................... 12
.............................. 13
...................................... 14
......................................... 13
.........................................11
........................ 13
............................................ 14
.......................... 13
................................. 20
............................................................. 20
Index
W
waarschuwingen ............................................9, 10
website, Xerox
...................................................... 7
X
Xerox Welcome Centre ........................................ 7
Xerox-website
...................................................... 7
99
Index
100
Loading...