XEROX 3124 User Manual [nl]

Deze gebruiksaanwijzing dient slechts ter informatie. Alle informatie in deze gebruiksaanwijzing kan zonder nadere aankondiging worden gewijzigd. Xerox Corporation is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade die voortvloeit uit of verband houdt met het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
© 2006 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
• Phaser 3124/B, Phaser 3125/B en Phaser 3125/N zijn modelnamen van Xerox Corporation.
• Xerox en Xerox logo zijn handelsmerken van Xerox Corporation.
• Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation.
• IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• PCL en PCL 6 zijn handelsmerken van Hewlett-Packard.
• PostScript 3 is een handelsmerk van Adobe Systems, Inc.
• UFST® en MicroType™ zijn geregistreerde handelsmerken van Monotype Imaging Inc.
• TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven of organisaties.

INHOUD

1. Inleiding
2. Basisinstellingen
3. Software-overzicht
4. Netwerkinstallatie (alleen bij de Phaser 3125/N)
Speciale functies ..................................................................................................................................................... 1.1
Overzicht printer ...................................................................................................................................................... 1.2
Overzicht van het bedieningspaneel ....................................................................................................................... 1.3
Meer weten ............................................................................................................................................................. 1.3
Een locatie selecteren ............................................................................................................................................. 1.4
Een demopagina afdrukken .................................................................................................................................... 2.1
De tonerbesparende modus gebruiken ................................................................................................................... 2.1
Meegeleverde software ........................................................................................................................................... 3.1
Eigenschappen van het printerstuurprogramma ..................................................................................................... 3.2
Systeemeisen .......................................................................................................................................................... 3.2
Inleiding ................................................................................................................................................................... 4.1
Ondersteunde besturingssystemen ........................................................................................................................ 4.1
5. Afdrukmedia plaatsen
Afdrukmedia selecteren .......................................................................................................................................... 5.1
Papier plaatsen ....................................................................................................................................................... 5.4
De uitvoerlocatie ..................................................................................................................................................... 5.6
6. Eenvoudig afdrukken
Een document afdrukken ........................................................................................................................................ 6.1
Een afdruktaak annuleren ....................................................................................................................................... 6.1
7. Verbruiksartikelen en accessoires bestellen
Tonercassette ......................................................................................................................................................... 7.1
Aanschafmogelijkheden .......................................................................................................................................... 7.1
8. Onderhoud
De printer reinigen ................................................................................................................................................... 8.1
De tonercassette onderhouden ............................................................................................................................... 8.3
Een configuratiepagina afdrukken ........................................................................................................................... 8.5
Onderdelen voor onderhoud ................................................................................................................................... 8.5
9. Problemen oplossen
Vastgelopen papier verwijderen .............................................................................................................................. 9.1
Checklist voor het oplossen van problemen ........................................................................................................... 9.4
Informatie over de LED's ......................................................................................................................................... 9.4
Algemene afdrukproblemen oplossen ..................................................................................................................... 9.5
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ............................................................................................................ 9.7
Algemene Windows-problemen .............................................................................................................................. 9.9
Algemene PostScript-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N) ................................................................ 9.9
Algemene Macintosh-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N) .............................................................. 9.10
10. Specificaties
Specificaties van de printer ................................................................................................................................... 10.1
Opmerkingen in verband met de veiligheid
Lees deze opmerkingen aandachtig voordat u dit product gaat gebruiken zodat u precies weet hoe u het apparaat veilig kunt gebruiken.
Uw Xerox-product en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest volgens strenge veiligheidseisen. Hieronder valt goedkeuring door het Safety Agency (een veiligheidsinstantie in de Verenigde Staten) en naleving van de geldende milieunormen. Lees de volgende instructies zorgvuldig voordat u het product gaat gebruiken. Raadpleeg deze instructies zo vaak als u dit nodig acht om ervoor te zorgen dat u het apparaat op een veilige manier blijft gebruiken.
Bij het testen van de veiligheid, de milieuvriendelijkheid en de prestaties van dit product zijn alleen Xerox-materialen gebruikt.
WAARSCHUWING: Ongeoorloofde wijzigingen, zoals
het toevoegen van nieuwe functies of de aansluiting van randapparatuur, kunnen van invloed zijn op de goedkeuring van het product. Neem contact op met uw erkende lokale dealer voor meer informatie.
Delen die toegankelijk zijn voor de gebruiker
Dit apparaat is dusdanig ontworpen dat alleen de delen die ongevaarlijk zijn, toegankelijk zijn voor de gebruiker. De delen die gevaarlijk zijn, zijn afgeschermd door kleppen of beschermplaten die alleen met behulp van gereedschap kunnen worden verwijderd. Deze kleppen of beschermplaten mogen nooit worden verwijderd.
Onderhoud
Alle onderhoudsprocedures die door de gebruiker kunnen en mogen worden uitgevoerd, zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet zijn beschreven in de documentatie voor de klant.
De printer reinigen
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product gaat reinigen. Gebruik altijd de materialen die specifiek voor dit apparaat zijn aangegeven. Het gebruik van andere materialen kan tot slechte prestaties leiden en een gevaarlijke situatie doen ontstaan. Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen. Deze kunnen in bepaalde omstandigheden ontploffen en ontvlammen.
Waarschuwingen
Alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat of in de documentatie staan, moeten in acht worden genomen.
WAARSCHUWING: Dit waarschuwingssymbool
maakt u attent op delen van het apparaat die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING: Dit waarschuwingssymbool
maakt u attent op delen van het apparaat die heet kunnen worden en dus niet mogen worden aangeraakt.
Voeding
Dit apparaat moet worden aangesloten op het type voeding dat op het typeplaatje van het apparaat is vermeld. Als u niet zeker weet of uw voeding aan de vereisten voldoet, raadpleeg dan uw elektriciteitsmaatschappij.
WAARSCHUWING: Het apparaat moet worden
aangesloten op een beveiligde, geaarde stroomkring.
Het apparaat wordt geleverd met een stekker met aardpen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, laat het stopcontact dan vervangen door een elektricien om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik nooit een geaarde verloopstekker om het apparaat op een niet-geaard stopcontact aan te sluiten.
WAARSCHUWING - Informatie in verband met elektrische veiligheid
Gebruik alleen het netsnoer dat bij uw printer is geleverd.
Steek de stekker van het netsnoer rechtstreeks in een geaard stopcontact. Gebruik geen verlengsnoer. Raadpleeg een erkende elektricien als u niet zeker weet of het stopcontact geaard is.
Dit apparaat moet worden aangesloten op het type voeding dat op het typeplaatje van het apparaat is vermeld. Neem contact op met een Xerox-vertegenwoordiger of uw lokale servicevertegenwoordiger of ondersteuningsorganisatie als het apparaat naar een andere lokatie moet worden verplaatst.
Als de aardgeleider van het apparaat niet juist is aangesloten, bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Zet het apparaat niet neer op een plek waar mensen op het netsnoer kunnen gaan staan of erover kunnen struikelen.
•Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
Elektrische of mechanische beveiligingen mogen niet worden overbrugd of uitgeschakeld.
Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
•Duw nooit een voorwerp in de sleuven of openingen van dit apparaat.
i
Als een van de volgende situaties zich voordoet, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit en trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Bel een erkende lokale servicevertegenwoordiger om het probleem op te lossen.
– Het apparaat maakt een ongewoon geluid of geeft een
ongewone geur af. – Het netsnoer is beschadigd of rafelig. – Een stroomonderbreker, zekering of andere
veiligheidsinrichting is geactiveerd. – Er is vloeistof in het apparaat terechtgekomen. – Het apparaat is blootgesteld aan water. – Een onderdeel van het apparaat is beschadigd.
Stroom onderbreken
Het netsnoer fungeert ook als stroomonderbreker voor dit apparaat. De stekker van het netsnoer wordt in de netsnoeraansluiting aan de achterkant van het apparaat gestoken. Als u de stroomtoevoer naar het apparaat volledig wilt verbreken, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Informatie in verband met een veilige bediening
Neem te allen tijde de onderstaande veiligheidsrichtlijnen in acht om ervoor te zorgen dat uw Xerox-apparaat ononderbroken veilig blijft werken.
serviceafdeling of uw lokale ondersteuningsorganisatie als u het apparaat naar een ander gebouw wilt verhuizen.
Stel het apparaat altijd op op een plaats waar voldoende ventilatie is en waar voldoende ruimte is om het apparaat te onderhouden. Zie de installatiegids voor de minimale afmetingen.
Gebruik altijd materialen en verbruiksartikelen die specifiek voor uw Xerox-apparaat zijn ontworpen. Het gebruik van ongeschikte materialen kan leiden tot slechte prestaties.
Trek altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Wat niet mag:
Gebruik nooit een stekker zonder aardpen om het apparaat op een stopcontact aan te sluiten.
Probeer nooit een onderhoudsprocedure uit te voeren die niet specifiek in deze documentatie is beschreven.
Dit apparaat mag niet worden ingebouwd, tenzij er voldoende ventilatie is. Raadpleeg uw erkende lokale dealer voor meer informatie.
Verwijder nooit kleppen of beschermplaten die vastgeschroefd zijn. Achter deze kleppen of beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden onderhouden.
Plaats het apparaat nooit in de nabijheid van een radiator of een andere warmtebron.
Wat moet:
Sluit het apparaat altijd aan op een juist geaard stopcontact. Als u twijfelt, laat het stopcontact dan nakijken door een erkende elektricien.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een beveiligde, geaarde stroomkring.
Dit apparaat wordt geleverd met een stekker met aardpen. Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Als u de stekker niet in het stopcontact kunt steken, laat het stopcontact dan vervangen door een elektricien om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik nooit een stekker zonder aardpen om het apparaat op een stopcontact aan te sluiten.
Neem altijd alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat of in de bijgeleverde documentatie zijn vermeld.
Ga altijd voorzichtig te werk wanneer u het apparaat verplaatst of verhuist. Neem contact op met uw lokale Xerox-
Duw nooit een voorwerp in de ventilatieopeningen.
De elektrische of mechanische beveiligingen mogen nooit worden overbrugd of uitgeschakeld.
Gebruik het apparaat nooit als het een ongewoon geluid maakt of een ongewone geur afgeeft. Trek in dit geval de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en neem onmiddellijk contact op met uw plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger of -serviceprovider.
Informatie in verband met onderhoud
Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij het apparaat is geleverd.
Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van niet-goedgekeurde reinigingsmiddelen kan tot slechte prestaties leiden en kan een gevaarlijke situatie doen ontstaan.
Gebruik verbruiksartikelen en reinigingsmaterialen alleen zoals in deze handleiding beschreven. Houd al deze materialen buiten bereik van kinderen.
ii
Verwijder geen kleppen of beschermplaten die vastgeschroefd zijn. Achter deze kleppen of beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden onderhouden of nagekeken.
Voer geen onderhoudsprocedures uit, tenzij een erkende lokale dealer u deze heeft uitgelegd of tenzij de procedure specifiek in de gebruikshandleidingen is beschreven.
Veiligheid in verband met ozon
Dit apparaat genereert ozon tijdens normaal gebruik. De geproduceerde ozon is zwaarder dan lucht. De hoeveelheid ozon die wordt geproduceerd, is afhankelijk van het aantal afgedrukte/gekopieerde exemplaren. Zorg dat de omgeving waarin u het apparaat opstelt voldoet aan de parameters die in de Xerox-installatieprocedure zijn beschreven, zodat de ozonconcentratie binnen veilige grenzen blijft.
Als u meer informatie wenst over ozon, kunt u de Xerox-publicatie 'Ozone' aanvragen op het nummer 1-800-828-6571 in de Verenigde Staten en Canada. In andere landen kunt u contact opnemen met een erkende lokale dealer of serviceprovider.
Verbruiksartikelen
Bewaar alle verbruiksartikelen volgens de instructies die op de verpakking of houder zijn vermeld.
Houd alle verbruiksmaterialen buiten bereik van kinderen.
Werp toner, tonercassettes of cassettes voor gebruikte toner nooit in een open vlam.
Informatie in verband met laserveiligheid
OPGEPAST: Het gebruik van besturingen of instellingen
of het uitvoeren van procedures die afwijken van die in deze handleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke laserstraling.
Wat laserveiligheid betreft, voldoet dit apparaat aan de prestatienormen voor laserproducten die door overheden en (inter)nationale instanties zijn vastgesteld voor laserproducten van klasse 1. Het apparaat zendt geen gevaarlijke laserstralen uit aangezien de stralen volledig worden afgeschermd op elk moment dat de klant het apparaat gebruikt en onderhoudt.
Veiligheidscertificering
Dit product is door de volgende instellingen gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vermelde veiligheidsnormen.
Instelling Norm
Underwriters Laboratories Inc. UL60950-1ste editie (VS/Canada)
SEMKO IEC60950-1ste editie (2001)
Dit apparaat is vervaardigd op basis van een geregistreerd ISO9001-kwaliteitssysteem.
Radiofrequentiestraling
Verenigde Staten, Canada, Europa, Australië/Nieuw-Zeeland
OPMERKING: Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan
de limieten voor een digitaal apparaat van klasse A volgens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer het apparaat in een bedrijf wordt gebruikt. Dit apparaat genereert en maakt gebruikt van radiofrequentie-energie en kan deze ook uitstralen. Indien dit apparaat niet in overstemming met de bijgeleverde instructies wordt geïnstalleerd, kan schadelijke interferentie bij radiocommunicatie ontstaan.
Als u aan dit apparaat wijzigingen of aanpassingen aanbrengt die niet specifiek door Xerox zijn goedgekeurd, kunt u het recht verliezen om het apparaat te gebruiken.
Informatie over wettelijke voorschriften
CE-markering
De CE-markering op dit product staat symbool voor de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende geldende EU-richtlijnen vanaf de vermelde datums:
1 januari 1995: Richtlijn 72/23/EEG van de Raad, gewijzigd door richtlijn 93/68/EEG van de Raad, betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake laagspanningsapparatuur.
1 januari 1996: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 99/5/EG van de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.
iii
U kunt bij uw erkende lokale dealer een volledige verklaring van conformiteit krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen.
Canada
Environmental Choice-programma
WAARSCHUWING: Als dit apparaat wordt gebruikt in de
nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het noodzakelijk zijn dat de externe straling van het apparaat wordt beperkt of dat er speciale maatregelen worden getroffen om de straling af te zwakken.
Naleving van milieuvoorschriften
Verenigde Staten
Energy Star
Als ENERGY STAR®-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat (de basisconfiguratie van) dit product in overeenstemming is met de ENERGY STAR-richtlijnen voor een zuinig energieverbruik.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Het ENERGY STAR Office Equipment Program is een gezamenlijk initiatief van Amerikaanse, Europese en Japanse overheden en de sector van de kantoorapparatuur om energiezuinige kopieermachines, printers, faxapparaten, multifunctionele apparaten, computers en beeldschermen te promoten. Het beperken van het energieverbruik van apparatuur helpt smog, zure regen en klimaatwijzigingen op lange termijn te bestrijden door de uitstoot die ontstaat bij de productie van elektriciteit te verlagen.
Het Canadese Terra Choice Environmental Services, Inc. heeft geverifieerd dat dit product in overeenstemming is met alle toepasselijke Environmental Choice EcoLogo-vereisten voor een minimale impact op het milieu.
Als deelnemer aan het Environmental Choice­programma heeft Xerox Corporation vastgesteld dat dit product in overeenstemming is met de Environmental Choice-richtlijnen voor een zuinig energieverbruik.
In 1988 richtte Environment Canada het Environmental Choice-programma op om consumenten te helpen milieuvriendelijke producten en diensten te herkennen. Kopieermachines, printers, digitale persen en faxapparaten moeten voldoen aan criteria in verband met emissies en een zuinig energieverbruik en moeten compatibel zijn met gerecyclede verbruiksartikelen. Momenteel heeft Environmental Choice meer dan 1600 goedgekeurde producten en 140 licentiehouders. Xerox is een leider wat betreft het aanbieden van EcoLogo-goedgekeurde producten.
ENERGY STAR-apparatuur van Xerox is voorgeprogrammeerd in de fabriek om over te schakelen op een energiebesparende modus en/of om zichzelf volledig uit te schakelen na een bepaalde gebruiksperiode. Dankzij deze energiebesparende functies ligt het energieverbruik van onze apparatuur tot 50% lager dan dat van traditionele apparatuur.
iv
Recycling en verwijdering van het product
Europese Unie
Gebruik van apparatuur thuis
Als dit symbool op uw apparaat staat, betekent dit dat u het apparaat niet mag weggooien met het normale huishoudelijk afval.
In overeenstemming met de Europese wetgeving mag afgedankte elektrische en elektronische apparatuur niet samen met huishoudelijk afval worden weggegooid.
Particulieren in lidstaten van de EU mogen afgedankte elektrische en elektronische apparatuur gratis inleveren bij speciaal hiervoor bestemde inzamelpunten. Neem voor informatie contact op met de plaatselijke instantie die verantwoordelijk is voor de inzameling van afval.
In sommige lidstaten is het mogelijk dat uw lokale dealer verplicht is uw oude apparatuur gratis terug te nemen wanneer u nieuwe apparatuur koopt. Voor informatie kunt u terecht bij de verkoper van uw apparaat.
Noord-Amerika
Xerox voert een programma dat erop gericht is producten terug te nemen en te hergebruiken/recyclen. Informeer bij een vertegenwoordiger van Xerox of dit Xerox-product onder het programma valt. Meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox vindt u op de volgende webpagina: www.xerox.com/
environment. U kunt ook contact opnemen met uw lokale overheid
voor informatie over de recycling en de verwijdering van producten. In de Verenigde Staten kunt u ook terecht op de website van Electronic Industries Alliance: www.eiae.org.
Andere landen
Neem contact op met de plaatselijke instantie die verantwoordelijk is voor de inzameling van afval voor informatie over de verwijdering van producten.
Gebruik van apparatuur in een bedrijf
Als dit symbool op uw apparaat staat, betekent dit dat u uw afgedankte apparaat moet verwijderen conform goedgekeurde nationale voorschriften.
In overeenstemming met de Europese wetgeving moet afgedankte elektrische en elektronische apparatuur worden verwijderd conform goedgekeurde voorschriften.
Voordat u het apparaat verwijdert, neemt u contact op met uw lokale dealer of een Xerox-vertegenwoordiger voor informatie over de terugname van afgedankte apparatuur.
v

1 Inleiding

Gefeliciteerd met de aankoop van uw printer!
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Speciale functies
Overzicht printer
Overzicht van het bedieningspaneel
•Meer weten
Een locatie selecteren

Speciale functies

Uw nieuwe printer beschikt over een aantal bijzondere functies die de afdrukkwaliteit verhogen. U kunt:
Met uitstekende kwaliteit en hoge snelheid afdrukken
• U kunt tot 1200 x 1200 dpi effectieve uitvoer (Phaser 3125/B, Phaser 3125/N) of 1200 x 600 dpi effectieve uitvoer (Phaser 3124/B) afdrukken. Raadpleeg de sectie Software.
• Uw printer drukt papier van A4-formaat en Letter­formaat af met een snelheid van respectievelijk 24 en 25 ppm
Verschillende papiersoorten verwerken
• De lade voor handmatige invoer kan worden gebruikt voor één vel enveloppen, etiketten, transparanten, aangepaste papierformaten, briefkaarten en zwaar papier.
• De standaardlade voor 250 vellen ondersteunt normaal papier.
• De uitvoerlade voor 100 vellen is goed bereikbaar.
Professionele documenten maken
Watermerken afdrukken. U kunt uw documenten voorzien van een watermerk (bijv. "Vertrouwelijk"). Raadpleeg de sectie Software.
Posters afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt op afzonderlijke vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster. Raadpleeg de sectie
Software.
Tijd en geld besparen
• U kunt de printer in de tonerspaarstand zetten om
1 2
3 4
toner te besparen. Raadpleeg de sectie Software.
• U kunt handmatig op beide zijden van het papier afdrukken om papier te besparen [dubbelzijdig afdrukken (handmatig)].
• U kunt meerdere pagina’s op een vel afdrukken om papier te besparen (N op een vel). Raadpleeg de sectie Software.
• U kunt gebruikmaken van voorbedrukte formulieren en briefhoofden op gewoon papier. Raadpleeg de sectie Software.
• De printer bespaart automatisch stroom door het stroomverbruik te verlagen wanneer er niet wordt afgedrukt.
a
.
1.1 <
a. pagina’s per minuut
<Inleiding>>
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
• Met de PostScript 3-emulatie* (PS) kunt u het PostScript-formaat afdrukken in de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N.
* Zoran IPS Emulation compatibel met PostScript 3
• © Copyright 1995-2005, Zoran Corporation. Alle rechten voorbehouden. Zoran, het logo van Zoran, IPS/PS3 en OneImage zijn handelsmerken van Zoran Corporation.
* 136 PS3-lettertypen
• Bevat UFST en MicroType van Monotype Imaging Inc.

Overzicht printer

Voorkant

• U kunt afdrukken onder
• Uw printer is compatibel met Macintosh.
• Uw printer wordt geleverd met een parallelle en een USB-interface.
• U kunt ook een netwerkinterface gebruiken. De Phaser 3125/N wordt geleverd met een ingebouwde netwerkinterface, 10/100 Base TX.
Printereigenschappen
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door uw printer worden ondersteund.
(I: Geïnstalleerd, O: Optie, NVT: Niet van toepassing)
Functies Phaser 3124/B Phaser 3125/B Phaser 3125/N
IEEE 1284 parallel I I I
USB 2.0 I
Netwerkinterface
(Ethernet 10/ 100 Base TX)
PCL-emulatie NVT I I
PostScript-emulatie NVT I I
Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003
I
(USB 1.1:
compatibel met
USB 2.0)
NVT NVT I
(USB 2.0:
Hi-Speed USB 2.0)
I
(USB 2.0:
Hi-Speed USB 2.0)
.
* In de bovenstaande afbeelding ziet u een Phaser 3125/N.
1
uitvoerlade
2
bovenklep
3
bedieningspaneel
4
voorklep
5
verlenging uitvoerlade
6
handmatige invoer
7
standaardlade
8
lengtegeleider
9
breedtegeleider
1.2 <
<Inleiding>>

Achterkant

Meer weten

Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw printer vindt u in de volgende bronnen, op papier of op het scherm.
* In de bovenstaande afbeelding ziet u een Phaser 3125/N.
1
parallelle poort
2
USB-poort
3
netwerkpoort
4
netsnoeraansluiting
5
stroomschakelaar

Overzicht van het bedieningspaneel

Beknopte installatie­handleiding
Online gebruikers­handleiding
Help voor printerstuur­programma
Deze handleiding bevat informatie over het installeren van de printer. Volg daarom de aanwijzigingen in de handleiding om de printer gebruiksklaar te maken.
Deze handleiding biedt u stap-voor­stapaanwijzingen voor het gebruik van alle printerfuncties en bevat informatie over het onderhoud van de printer, probleemoplossing en het installeren van accessoires.
In deze handleiding staat tevens de sectie Software waarin u leest hoe u met de printer documenten afdrukt onder diverse besturingssystemen en hoe u de bijgeleverde hulpprogramma's gebruikt.
NB
• Gebruikershandleidingen in andere talen vindt u in de map Manual op de cd-rom met printerstuurprogramma's.
Biedt ondersteunende informatie over de eigenschappen van het printerstuurprogramma en instructies voor de afdrukinstellingen. Voor toegang tot een Help-scherm voor het printerstuurprogramma klikt u op Help in het dialoogvenster Printereigenschappen.
1
Fout: geeft de status van de printer weer. Zie pagina 9.4.
2
Online: geeft de status van de printer weer. Zie pagina 9.4.
3
Annuleren: drukt een demopagina of configuratiepagina af.
Annuleert de afdruktaak.
Laat de printer de afdrukmedia opnemen.
1.3 <
Xerox Website Als u over een internetverbinding beschikt,
kunt u hulp, ondersteuning, printerstuur­programma's, handleidingen en bestelinformatie vinden op de website van Xerox,
www.xerox.com/office/support
<Inleiding>>
.

Een locatie selecteren

Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u kleppen en papierladen gemakkelijk kunt openen.
Het apparaat moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is, en niet in direct zonlicht of bij een warmte- of koudebron of luchtbevochtiger. Plaats de printer niet op de rand van een bureau of tafel!
Benodigde ruimte
Voorkant: 482,6 mm
(voldoende ruimte voor het openen vandepapierlade)
Achterkant: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
Rechts: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
Links: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
1.4 <
<Inleiding>>

2 Basisinstellingen

In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Een demopagina afdrukken
De tonerbesparende modus gebruiken

Een demopagina afdrukken

Druk na het instellen van de printer een demopagina af om te controleren of de printer juist werkt.
Houd de toets Annuleren ongeveer twee seconden ingedrukt.
Er wordt een demopagina afgedrukt.

De tonerbesparende modus gebruiken

In de tonerspaarstand verbruikt de printer minder toner per pagina. Door deze modus te activeren verlengt u de levensduur van de tonercassette en verlaagt u in aanzienlijke mate de kosten per pagina in vergelijking met wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit. Deze instelling is niet beschikbaar voor de instelwaarde 1200 dpi (best).
U kunt de modus tonerspaarstand ook instellen in het venster Eigenschappen van uw printerstuurprogramma. Raadpleeg de sectie Software.
2.1 <
Basisinstellingen>

3 Software-overzicht

In dit hoofdstuk staat een overzicht van de software die bij uw printer wordt geleverd. In de sectie Software vindt u meer informatie over installatie en gebruik van de software.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Meegeleverde software
Eigenschappen van het printerstuurprogramma
Systeemeisen

Meegeleverde software

U installeert de printersoftware vanaf de meegeleverde cd-rom's nadat u de printer hebt geïnstalleerd en op de computer hebt aangesloten.
Iedere cd-rom bevat de volgende software:
Cd-rom Inhoud
Cd-rom met printer­software
Windows Printerstuurprogramma: Gebruik
dit stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
Statusmonitor: Verschijnt wanneer er zich tijdens het afdrukken een fout voordoet.
Hulpprogramma Printerinstellingen: Hiermee kunt u de afdrukinstellingen configureren. (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N).
PCL6-stuurprogramma: Gebruik dit stuurprogramma om documenten af te drukken in de PCL6-, PCL5e-taal (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N).
Postscript Printer Description (PPD)-bestand: Met het PostScript­stuurprogramma drukt u documenten met ingewikkelde lettertypen en afbeeldingen af in de PostScript-taal (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N).
SetIP: Met dit programma stelt u de TCP/IP-adressen van de printer in. (alleen bij de Phaser 3125/N)
Gebruikershandleiding
in PDF-formaat.
3.1 <
Software-overzicht>
Macintosh (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N)
Postscript Printer Description (PPD)-bestand: Met dit bestand kunt u de printer vanaf een Macintosh­computer gebruiken en documenten afdrukken.

Eigenschappen van het printerstuurprogramma

Systeemeisen

De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties:
• papierinvoer selecteren;
• papierformaat, afdrukstand en type;
• aantal exemplaren.
U kunt bovendien verschillende speciale afdrukopties gebruiken. Onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die door de printerstuurprogramma’s worden ondersteund.
Functie
GDI PCL 6 PostScript PostScript
Tonerspaarstand O O O X
Afdrukkwaliteit selecteren
Poster afdrukken O O X X
Meerdere pagina's per vel (N-up)
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Verkleinen/vergroten O O O O
Watermerk O O
Overlay O O
Windows Macintosh
OO O O
OO O O
OO O O
X X
X X
Zorg voor u begint dat uw systeem voldoet aan de volgende vereisten:
Windows
Onderdeel Eisen Aanbevolen
Besturingssysteem
Processor Windows 98/
Intern geheugen Windows 98/
Vrije schijfruimte Windows 98/
Internet Explorer 5.0 of een hoger
Windows 98/ME/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003
Me/NT 4.0/ 2000
Windows XP(32/64 bit)/ 2003
Me/NT 4.0/ 2000
Windows XP(32/64 bit)/ 2003
Me/NT 4.0/ 2000
Windows XP(32/64 bit)/ 2003
Pentium II 400 MHz of hoger
Pentium III 933 MHz of hoger
64 MB of meer
128 MB of meer
300 MB of meer
1 GB of meer
Pentium III 933 MHz
Pentium IV 1GHz
128 MB
256 MB
1 GB
5 GB
NB
• Overlay wordt niet ondersteund in Windows NT 4.0.
3.2 <
Software-overzicht>
NB
• Voor Windows NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003 kunnen gebruikers met beheerdersrechten software installeren.
Macintosh
Onderdeel Eisen
Besturingssysteem Macintosh 8.6 - 9.2 en 10.1 - 10.4 (alleen bij
de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N)
Intern geheugen 128 MB
Vrije schijfruimte 200 MB
Verbinding USB-interface, netwerkinterface
4 Netwerkinstallatie
(alleen bij de Phaser 3125/N)
In dit hoofdstuk krijgt u de basisinformatie over het instellen van de printer voor installatie in een netwerk.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Inleiding
Ondersteunde besturingssystemen

Inleiding

Zodra u de printer hebt aangesloten op een netwerk met behulp van een RJ-45 Ethernetkabel kunt u de printer met andere netwerkgebruikers delen.
U moet de netwerkprotocollen instellen op de printer die u wilt gebruiken als uw netwerkprinter.

Ondersteunde besturingssystemen

De volgende tabel geeft een overzicht van de netwerkomgevingen die door de printer worden ondersteund.
Onderdeel Eisen
Netwerkinterface • 10/100 Base-TX
Netwerkbesturings­systeem
Netwerkprotocollen • TCP/IP
Dynamic addressing server
• TCP/IP: Transmission Control Protocol/Internet Protocol
• DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol
• BOOTP: Bootstrap Protocol
• Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/ 2003
• Linux OS inclusief Red Hat 8 - 9, Fedora Core 1 - 3, Mandrake 9.2 - 10.1, SuSE 8.2 - 9.2
• Mac OS 8.6 - 9.2, 10.1 - 10.4
• Unix HP-UX, Solaris, SunOS, SCO UNIX
•Ethertalk
• HTTP 1.1
•SNMPv2
• DHCP, BOOTP
4.1 <
Netwerkinstallatie>

5 Afdrukmedia plaatsen

Dit hoofdstuk beschrijft welke papiersoorten u met uw printer kunt gebruiken en hoe u op de juiste wijze papier in de verschillende papierladen plaatst voor een optimale afdrukkwaliteit.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Afdrukmedia selecteren
Papier plaatsen
De uitvoerlocatie

Afdrukmedia selecteren

U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen voor deze printer. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan de specificaties uit deze gebruiksaanwijzing voldoen, kan dit de volgende problemen veroorzaken:
• slechte afdrukkwaliteit;
• vastlopen van het papier;
• voortijdige slijtage van de printer.
De eigenschappen van de afdrukmedia, zoals gewicht, samenstelling, vezel en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van de printer en de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van de afdrukmedia rekening met het volgende:
• Gewenst resultaat: de afdrukmaterialen die u hebt gekozen moeten geschikt zijn voor uw project.
• Formaat: u kunt afdrukmedia van alle formaten gebruiken die gemakkelijk tussen de papiergeleiders van de papierlade passen.
• Gewicht: de printer ondersteunt de volgende afdrukmediagewichten:
- 60 tot 163 g/m
- 75 tot 90 g/m
• Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren scherpere en levendigere afbeeldingen.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van de afdrukmaterialen bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
2
voor de standaardlade en de handmatige invoer
2
voor handmatig dubbelzijdig afdrukken
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen geen bevredigend resultaat geven hoewel ze voldoen aan alle specificaties in deze sectie. Dit kan het gevolg zijn van onjuiste bediening, een ongeoorloofd temperatuur- en vochtigheidsniveau, of andere variabele omstandigheden waarover
• Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmaterialen koopt, of het papier voldoet aan de vereisten in deze handleiding.
Xerox
geen controle heeft.
Voorzichtig
• Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze specificaties voldoen, kan dit problemen veroorzaken die een reparatie vereisen. Zulke reparaties vallen niet onder de garantie of onderhoudscontracten van Xerox.
5.1 <
Afdrukmedia plaatsen>

Ondersteunde papierformaten

Type Formaat Afmetingen Gewicht Capaciteit
Normaal papier Letter 216 x 279 mm • 60 tot 90 g/m2 voor
de papierlade voor
Legal 216 x 356 mm
Folio 216 x 330,2 mm
Oficio 216 x 343 mm
meerdere vellen
• 60 tot 163 g/m
2
voor de papierlade voor één vel en de handmatige invoer
A4 210 x 297 mm
JIS B5 182 x 257 mm
ISO B5 176 x 250 mm
Executive 184,2 x 266,7 mm
A5 148,5 x 210 mm
A6 105 x 148,5 mm
Envelop Envelop Monarch 98,4 x 190,5 mm 75 tot 90 g/m
2
1 vel in handmatige invoer
Envelop Nr. 10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop C6 114 x 162 mm
Transparanten Letter, A4 Raadpleeg de sectie Normaal papier 138 tot 146 g/m
Etiketten Letter, A4 Raadpleeg de sectie Normaal papier 120 tot 150 g/m
Karton Letter, A4 Raadpleeg de sectie Normaal papier 90 tot 163 g/m
Minimaal formaat (aangepast) 76 x 127 mm 60 tot 163 g/m
2
2
2
2
Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm
a
• 250 vel 75 g/m
2
papier
voor de standaardlade
• 1 vel in handmatige invoer
Zie de bovenstaande secties voor Capaciteit
a. De maximale capaciteit kan verschillen, afhankelijk van het gewicht en de dikte van de afdrukmedia en de omgevingsvoorwaarden.
Afdrukmedia voor handmatig dubbelzijdig afdrukken
Typ e Formaat Gewicht
Normaal papier A4, Letter, Oficio, Legal en Folio 75 tot 90 g/m
5.2 <
Afdrukmedia plaatsen>
2

Richtlijnen voor het selecteren en opslaan van afdrukmedia

Houd de volgende richtlijnen in gedachte wanneer u papier, enveloppen of andere afdrukmedia kiest:
• Gebruik alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties in de volgende kolom.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Gebruik, voor een optimale afdrukkwaliteit, alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit speciaal voor laserprinters.
• Vermijd de volgende typen afdrukmedia:
- Papier met reliëf, perforaties of een oppervlak dat te ruw
of te glad is
- Wisbaar bankpostpapier
- Kettingpapier
- Synthetisch papier en warmtebestendig papier
- Zelfdoorschrijvend en calqueerpapier.
• Bij het gebruik van deze papiersoorten kan het papier vastlopen, kunnen er chemicaliën vrijkomen en kan de printer schade oplopen.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking tot u ze gebruikt. Plaats de kartonnen dozen op pallets of in rekken, niet op de grond. Zet geen zware voorwerpen op het papier, ongeacht of het zich in de verpakking bevindt. Vermijd vocht of andere omstandigheden waardoor het papier kan gaan krullen of kreuken.
• Bewaar ongebruikte afdrukmedia bij een temperatuur tussen 15°C en 30°C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10 en 70% liggen.
• Bewaar onbedrukte afdrukmaterialen in een vochtbestendige verpakking, zoals een plastic doos of zak, om te vermijden dat uw papier aangetast wordt door vocht en stof.
• Voer speciale typen afdrukmedia vel voor vel in via de handmatige invoer om te voorkomen dat deze vastlopen.
• U kunt voorkomen dat afdrukmaterialen, zoals transparanten en vellen met etiketten, aan elkaar blijven kleven, door elk vel te verwijderen zodra het is afgedrukt.
Voorzichtig
• Als u 20 enveloppen na elkaar afdrukt, kan het oppervlak van de bovenklep erg warm worden. Wees voorzichtig.
Richtlijnen voor speciale afdrukmedia
Typ e Richtlijnen
Enveloppen • Of enveloppen goed worden bedrukt, is
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd, bij de keuze van enveloppen, rekening met de volgende factoren:
- Gewicht: het enveloppapier mag niet meer dan 90 g/m papierstoringen optreden.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd; ze mogen niet meer dan 6 mm uitsteken en geen lucht bevatten.
- Voorwaarde: de enveloppen mogen niet verkreukt, gescheurd of anderzijds beschadigd zijn.
- Temperatuur: gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de warmte en druk van de printer tijdens het afdrukken.
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
• Gebruik geen enveloppen met postzegels.
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluiting, vensters, gevoerde of zelfklevende enveloppen, of enveloppen met andere synthetische materialen.
• Gebruik geen enveloppen van slechte kwaliteit of beschadigde exemplaren.
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal uitloopt tot in de hoek van de envelop.
Aanvaardbaar
Onaanvaardbaar
• Enveloppen met een hechtstrook of met meer dan één sluitklep moeten zijn voorzien van kleefmiddelen die bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van de printer van 180°C gedurende 0,1 seconde. De extra kleppen en hechtstroken kunnen vouwen, kreukels of zelfs papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
• Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges minimaal 15 mm van de rand van de envelop blijven.
• Druk niet af over de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
2
wegen, anders kunnen
5.3 <
Afdrukmedia plaatsen>
Type Richtlijnen
Typ e Richtlijnen
Transparanten • Gebruik alleen transparanten die zijn bedoeld
voor gebruik in laserprinters om schade aan de printer te voorkomen.
• Transparanten die in de printer worden gebruikt, moeten bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van de printer van 180°C.
• Leg ze op een vlak oppervlak nadat u ze uit de printer hebt gehaald.
• Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof of vuil ophopen, wat leidt tot vlekken bij het afdrukken.
• Let op dat u geen vingerafdrukken maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
• Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling aan zonlicht om vervagen te voorkomen.
• Controleer of de transparanten geen gescheurde randen hebben en of ze niet verkreukeld of gekruld zijn.
Etiketten • Gebruik alleen etiketten die zijn bedoeld
Karton of aangepaste materialen
voor gebruik in laserprinters om schade aan de printer te voorkomen.
• Houd, bij de keuze van etiketten, rekening met de volgende factoren:
- Kleefstoffen: De kleefstof moet bestand zijn
tegen de fixeertemperatuur van de printer van 180°C.
- Schikking: gebruik alleen vellen waarvan
nog geen etiketten zijn verwijderd. Etiketten kunnen loskomen van vellen waarbij zich open ruimten tussen de etiketten bevinden. Dit kan ernstige papierstoringen veroorzaken.
- Krul: voordat u afdrukt, moeten de etiketten
plat liggen met een krul van maximaal 13 mm in eender welke richting.
- Voorwaarde: gebruik geen etiketten met
kreuken, blazen of loszittende etiketten.
• Let op dat er geen zelfklevend materiaal bloot ligt tussen de etiketten. Blootliggende delen kunnen ertoe leiden dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Blootliggende kleefstof kan de onderdelen van de printer beschadigen.
• Voer een vel met etiketten niet meer dan één keer door de printer. De zelfklevende achterzijde van de etiketten is daar niet op berekend.
• Gebruik geen etiketten die loskomen van het vel, die gekreukt zijn of die blaasjes of andere beschadigingen vertonen.
• Druk niet af op afdrukmedia die minder dan 76 mm breed en 127 mm lang zijn.
• Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van het afdrukmateriaal.
Voorbedrukt papier
• Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen afgeeft als deze gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de fixeer­temperatuur van de printer (180°C).
• De inkt op papier met briefhoofd moet niet­ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen.
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een vochtdichte verpakking worden bewaard om vervorming tijdens de opslag te voorkomen.
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op het papier droog is. Tijdens het fixeerproces kan er vochtige inkt van het voorbedrukte papier afkomen, wat ten koste gaat van de afdrukkwaliteit.

Papier plaatsen

Plaats de afdrukmaterialen die u voor de meeste afdruktaken gebruikt in de lade. De standaardlade kan maximaal 250 vellen gewoon papier van 75 g/m
2
bevatten.

Gebruik van de standaardlade

Om papier te laden, opent u de lade en brengt u het papier met de te bedrukken zijde omhoog aan.
Papier met briefhoofd legt u met de bedrukte zijde omhoog in het apparaat. De bovenrand van het vel met het logo moet het eerst in de printer worden geplaatst.
Opmerkingen
• Als het papier regelmatig vastloopt, voert u het vel per vel in via de handmatige invoer.
• U kunt ook papier laden waarop al is afgedrukt. Plaats het papier met de bedrukte zijde omlaag. De kant die naar de printer gericht is, mag niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier 180 graden. NB: de afdrukkwaliteit is hierbij niet gegarandeerd.
5.4 <
Afdrukmedia plaatsen>

Gebruik van de handmatige invoer

In de lade voor handmatige invoer kunt u speciale formaten en typen afdrukmedia plaatsen, zoals transparanten, briefkaarten, begeleidende kaarten en enveloppen. Dit is handig als u maar één pagina wilt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal.
Papier laden in de handmatige invoer:
1 Plaats een vel papier met de te bedrukken zijde naar boven.
Houd bij het plaatsen van het papier de volgende richtlijnen in acht, afhankelijk van het type afdrukmateriaal:
• Enveloppen: met de klep omlaag en de plaats voor de postzegel linksboven.
• Transparanten: met de afdrukzijde naar boven en de bovenkant met de hechtstrook eerst.
• Etiketten: met de afdrukzijde naar boven en de korte zijde eerst.
• Voorbedrukt papier: met de afdrukzijde naar boven en de bovenzijde eerst.
• Karton met de afdrukzijde naar boven en de korte zijde eerst.
• Reeds afgedrukt papier: met de eerder bedrukte zijde naar onder en de vlakke rand in de richting van de printer.
NB
• Houd transparanten vast aan de randen en raak de te bedrukken zijde niet aan. Vingerafdrukken kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
2 Pas de handmatige invoer met de papiergeleider aan de breedte
van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.
3 Stel de papierinvoer en -soort in de softwaretoepassing in wanneer
u een document wilt afdrukken. Raadpleeg de sectie Software.
Tips voor het gebruik van de handmatige invoer
• Plaats slechts één vel van de afdrukmedia tegelijk in de handmatige invoer.
• Voeg geen papier toe als de lade voor handmatige invoer nog papier bevat om te vermijden dat het papier vastloopt. Dit geldt ook voor de standaardlade.
• Plaats afdrukmaterialen met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt.
• Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt genoemd op pagina 5.2 om papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

De handmatige invoermodus gebruiken

Als u Handmatige invoer selecteert voor de optie Invoer op het tabblad Papier wanneer u de afdrukinstellingen wijzigt, kunt u het papier vel voor
vel in de handmatige invoer plaatsen. Raadpleeg de sectie Software. Handmatige invoer is nuttig als u de afdrukkwaliteit van elke afgedrukte pagina wilt controleren.
Laad papier vel voor vel in de handmatige invoer, verzend afdrukgegevens om de eerste pagina af te drukken, en druk op de toets Annuleren op het bedieningspaneel om elke volgende pagina af te drukken.
5.5 <
Afdrukmedia plaatsen>
1 Laad het papier in de handmatige invoer met de te bedrukken
zijde naar boven.
2 Pas de handmatige invoer met de papiergeleider aan de breedte
van het papier aan. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.

De uitvoerlocatie

1
uitvoerlade
1
In de uitvoerlade worden de afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden gelegd in de volgorde waarin deze zijn afgedrukt.
NB
• Als u een groot aantal pagina's aan een stuk door afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Raak het oppervlak niet aan en houd kinderen uit de nabijheid van het oppervlak.
• De uitvoerlade kan maximaal 100 vellen gewoon papier van
2
75 g/m overbeladen raakt.
bevatten. Verwijder de vellen zodat de lade niet
3 Als u een document wilt afdrukken, stelt u de papierinvoer in op
Handmatige invoer en bepaalt u in de softwaretoepassing het juiste papierformaat en -type. Raadpleeg de sectie Software.
4 Druk een document af.
5 Druk op de toets Annuleren.
De printer neemt het afdrukmateriaal op en drukt af.
NB
• Als u niet op de toets Annuleren drukt, zal de printer na een pauze het afdrukmateriaal automatisch opnemen.
6 Plaats het volgende vel in de lade voor handmatige invoer en druk
op de toets Annuleren.
Herhaal deze stap voor elke pagina die moet worden afgedrukt.
5.6 <
Afdrukmedia plaatsen>

6 Eenvoudig afdrukken

In dit hoofdstuk worden eenvoudige afdruktaken toegelicht.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Een document afdrukken
Een afdruktaak annuleren

Een document afdrukken

Met deze printer kunt u vanuit verschillende Windows- of Macintosh­toepassingen afdrukken. De exacte procedure kan per toepassing verschillen.
Raadpleeg de sectie Software voor meer informatie.

Een afdruktaak annuleren

Als de afdruktaak zich in een afdrukwachtrij of printspooler bevindt, zoals de printergroep in Windows, verwijdert u deze als volgt:
1 Klik op de knop Start van Windows.
2 Werkt u met Windows 98/Me/NT 4.0/2000, selecteer dan eerst
Instellingen en daarna Printers.
In Windows XP(32/64 bit)/2003 kiest u Printers en faxapparaten.
3 Dubbelklik op het pictogram Xerox Phaser 3124, Xerox Phaser
3125 PCL 6 of Xerox Phaser 3125 PS.
4 In het menu Document kiest u Afdrukken annuleren
(Windows 98/Me) of Annuleren (Windows NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003).
NB
• U kunt dit venster ook openen door rechtsonder in de taakbalk van Windows te dubbelklikken op het printerpictogram.
U kunt de huidige taak ook annuleren door op Annuleren te drukken op het bedieningspaneel van uw apparaat.
6.1 <
Eenvoudig afdrukken>
7 Verbruiksartikelen en
accessoires bestellen
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de tonercassette en accessoires die leverbaar zijn voor de printer.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Tonercassette
Aanschafmogelijkheden

Tonercassette

Als de tonercassette leeg is, kunt u het volgende type tonercassette voor de printer bestellen:
Type Rendement
Hoog rendement Circa 3.000 pagina's 106R01159
a. ISO 19752 5% dekkingsgraad
a
Onderdeelnummer

Aanschafmogelijkheden

Als u door Xerox goedgekeurde verbruiksartikelen of accessoires wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Xerox-verkoper, de winkel waar u de printer hebt gekocht of surft u naar
www.xerox.com/office/support
informatie over het bellen naar de technische ondersteuning.
en selecteert u uw land/regio voor
7.1 <
Verbruiksartikelen en accessoires bestellen>

8 Onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van de printer en tonercassette.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
De printer reinigen
De tonercassette onderhouden
Een configuratiepagina afdrukken
Onderdelen voor onderhoud

De printer reinigen

Tijdens het afdrukken kunnen zich in de printer papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen.
Voorzichtig
• Als u de behuizing van de printer reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddel of andere bijtende stoffen bevatten, kan de behuizing verkleuren of barsten.

De buitenkant van de printer reinigen

Reinig de behuizing van de printer met een zachte, niet-pluizende doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar zorg ervoor dat er geen water op of in de printer druppelt.

De binnenkant van de printer reinigen

1 Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Wacht tot
de printer is afgekoeld.
2 Open de klep aan de voorkant en haal de tonercassette eruit.
Plaats de cassette op een schoon, effen oppervlak.
8.1 <
Voorzichtig
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt.
Onderhoud>
3 Haal de lade voor handmatige invoer uit de printer.
4 Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof
en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
6 Plaats de lade voor handmatige invoer weer in de printer.
7 Houd de cassette vast aan de handgreep en schuif de cassette
langzaam in de opening van de printer.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de bijbehorende groeven in de printer voeren de cassette naar de juiste positie totdat deze volledig op haar plaats klikt.
Voorzichtig
• Zorg dat u bij het reinigen van de binnenzijde van de printer niet te diep in de printer grijpt. Het fixeergedeelte kan heet zijn.
5 Wrijf de lange glazen strook (LSU) in de bovenzijde van de cassette
voorzichtig schoon en controleer op vuil of stof.
NB
• De lange glazen strook is lastig te vinden.
8 Sluit de klep aan de voorzijde en controleer of deze goed gesloten is.
9 Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
8.2 <
Onderhoud>

De tonercassette onderhouden

Tonercassette bewaren
Volg de onderstaande richtlijnen voor de beste resultaten met de tonercassette:
• Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u ze gaat gebruiken.
• Vul de tonercassette niet bij. De printergarantie dekt geen schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een bijgevulde cassette.
• Bewaar tonercassettes in dezelfde ruimte als de printer.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Verwachte levensduur van de cassette
De gebruiksduur van de tonercassette hangt af van de hoeveelheid toner die tijdens het afdrukken wordt gebruikt. Wanneer u tekstdocumenten met een gemiddelde dekking van 5% (ISO 19752) afdrukt, gaat een nieuwe tonercassette gemiddeld 3.000 pagina’s mee. (De tonercassette die met de printer wordt geleverd heeft een gemiddelde levensduur van 1.000 pagina's). Het uiteindelijke aantal kan variëren naargelang de afdrukdichtheid van de afgedrukte pagina’s, de omgevingsvoorwaarden, de interval tussen afdrukken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, moet de tonercassette vaker worden vervangen.
Voorzichtig
• Zorg dat u niet te diep in de printer grijpt. Het fixeergedeelte kan heet zijn.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette om te voorkomen dat u dit gedeelte aanraakt.
3 Schud de cassette 5 tot 6 keer grondig heen en weer om de toner
in de cassette gelijkmatig te verdelen.
Voorzichtig
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, gebruik dan een
droge doek om het af te vegen en was het in koud water. De toner zet zich immers vast in de stof als u warm water gebruikt.

Toner in de tonercassette opnieuw verdelen

Wanneer de tonercassette bijna leeg is:
• Er verschijnen witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk.
• Het programmavenster Smart Panel verschijnt op de computer.
•De Fout-LED licht rood op.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner te herverdelen in de tonercassette. In sommige gevallen worden gedeelten van uw document toch nog vaag of lichter afgedrukt zelfs nadat u de toner opnieuw hebt verdeeld.
1 Open de voorklep.
2 Haal de tonercassette eruit.
4 Houd de cassette vast aan de handgreep en schuif de cassette
langzaam in de opening van de printer.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de bijbehorende groeven in de printer voeren de cassette naar de juiste positie totdat deze volledig op haar plaats klikt.
5 Sluit de klep aan de voorzijde en controleer of deze goed gesloten is.
NB
• Zie pagina 8.4 als de tonercassette op dit moment moet
worden vervangen.
8.3 <
Onderhoud>

De tonercassette vervangen

Als de tonercassette bijna of helemaal leeg is:
• Het programmavenster Smart Panel verschijnt op de computer.
•De Fout-LED licht rood op.
Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Ga naar pagina 7.1 voor bestelinformatie.
1 Open de voorklep.
2 Haal de oude tonercassette eruit.
3 Haal de nieuwe tonercassette uit de verpakking.
5 Verwijder het papier rond de tonercassette door de tape
te verwijderen.
NB
• Zie de afbeeldingen met instructies op de verpakking
van de cassette.
Voorzichtig
• Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, gebruik dan een droge
doek om het af te vegen en was het in koud water. De toner zet zich immers vast in de stof als u warm water gebruikt.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor
zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan.
Gebruik de handgreep op de cassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt.
6 Houd de cassette vast aan de handgreep en schuif de cassette
langzaam in de opening van de printer.
De nokken aan de zijkanten van de cassette en de bijbehorende groeven in de printer voeren de cassette naar de juiste positie totdat deze volledig op haar plaats klikt.
Voorzichtig
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de toner te openen. Ze kunnen de drum van de cassette beschadigen.
4 Schud de cassette 5 tot 6 keer grondig heen en weer om de toner
in de cassette gelijkmatig te verdelen.
Schud de cassette grondig heen en weer om er zo veel mogelijk afdrukken uit te halen.
8.4 <
7 Sluit de klep aan de voorzijde en controleer of deze goed gesloten is.
Onderhoud>

Een configuratiepagina afdrukken

U kunt een configuratiepagina afdrukken om de huidige printerinstellingen te bekijken of problemen met de printer op te lossen.
Houd de toets Annuleren ongeveer vijf seconden ingedrukt.
De configuratiepagina wordt afgedrukt.

Onderdelen voor onderhoud

Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren, moeten de volgende onderdelen worden vervangen wanneer het opgegeven aantal pagina’s is afgedrukt of wanneer de levensduur van het onderdeel is verstreken.
Onderdeel Aantal afdrukken (gemiddeld)
Transportrol Circa 50.000 pagina's
Fuser (fixeereenheid) Circa 50.000 pagina's
Opneemrol Circa 50.000 pagina's
Xerox adviseert de onderdelen te laten vervangen door een erkende serviceprovider, verkoper of de winkel waar u uw printer hebt gekocht.
8.5 <
Onderhoud>

9 Problemen oplossen

Vastgelopen papier verwijderen

Dit hoofdstuk biedt nuttige informatie over wat u moet doen als er tijdens het gebruik van uw printer een fout optreedt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Vastgelopen papier verwijderen
Checklist voor het oplossen van problemen
Informatie over de LED's
Algemene afdrukproblemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Algemene Windows-problemen
Algemene PostScript-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)
Algemene Macintosh-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)
NB
• Als u vastgelopen papier verwijdert, trekt u het papier indien mogelijk altijd in de ri chting waarin het normaal beweegt, zodat u geen interne onderdelen beschadigt. Trek altijd stevig en gelijkmatig. Ruk niet aan het papier. Als het papier scheurt, verwijder dan alle stukjes papier om te vermijden dat het papier opnieuw vastloopt.
Als het papier vastloopt, gaat de Fout-LED rood branden. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier komt automatisch uit de printer.

In het papierinvoergebied

In de standaardlade
1 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig en recht naar
buiten te trekken. Controleer of al het papier recht in de standaardlade ligt.
2 Open en sluit de klep aan de voorzijde om de mislukte pagina's van
9.1 <
Problemen oplossen>
Als het papier niet beweegt wanneer u eraan trekt, of er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette. Zie pagina 9.2.
het document opnieuw af te drukken.
In de lade voor handmatige invoer
1 Verwijder het vastgelopen papier uit de lade voor handmatige
invoer door het voorzichtig recht naar buiten te trekken.
Als het papier niet beweegt wanneer u eraan trekt, of er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette. Zie pagina 9.2.
2 Open en sluit de klep aan de voorzijde om de mislukte pagina's van
het document opnieuw af te drukken.
Voorzichtig
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Gebruik de handgreep op de cassette en vermijd zo dat u dit gebied aanraakt.
2 Trek zo nodig de lade voor handmatige invoer uit het apparaat.
3 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig naar buiten
te trekken.

Rond de tonercassette

NB
• Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit de printer verwijdert.
1 Open de klep aan de voorkant en haal de tonercassette eruit.
Als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ondervindt bij het verwijderen van het papier, gaat u naar het papieruitvoergebied. Zie pagina 9.3.
4 Plaats zo nodig de lade voor handmatige invoer weer in de printer.
5 Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde.
Het afdrukken wordt automatisch voortgezet.
9.2 <
Problemen oplossen>

In het papieruitvoergebied

1 Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen
papier komt automatisch uit de printer.
2 Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ondervindt als u eraan trekt, gaat u naar de volgende stap.
3 Open het bovenste en binnenste deksel.
Voorzichtig
• Zorg dat u bij het verwijderen van het vastgelopen papier de fuser (onder de binnenklep) niet aanraakt. De fuser is heet en kan brandwonden veroorzaken!
• De boven- en binnenklep kunnen ook warm worden als gevolg van de fuserrol. Laat de printer afkoelen voordat u de kleppen opent.
4 Maak het vastgelopen papier los als het vastzit in de fuser.
Trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit.
5 Sluit de binnen- en bovenklep. Het afdrukken wordt automatisch
voortgezet.

Tips om papierstoringen te vermijden

De meeste papierstoringen kunnen worden voorkomen door het juiste type afdrukmateriaal te selecteren. Als het papier toch vastloopt, volgt u de stappen zoals genoemd op pagina 9.1.
• Volg de procedures op pagina 5.4. Zorg ervoor dat de papiergeleiders juist zijn ingesteld.
• Laad niet teveel papier in de lade.
• Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
• Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
• Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
• Plaats geen verschillende soorten papier in de lade.
5.1
• Gebruik alleen aanbevolen afdrukmaterialen. Zie pagina
• Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven in de lade.
.
9.3 <
Problemen oplossen>

Checklist voor het oplossen van problemen

Informatie over de LED's

Als de printer niet behoorlijk werkt, raadpleegt u de volgende checklist. Als de printer ergens blijft haperen, volgt u de suggesties om het probleem op te lossen.
Voor waarde Doe het volgende...
Kijk of de LED Online op het bedieningspaneel groen oplicht.
Druk een demopagina af om te controleren of de printer op de juiste wijze papier invoert. Zie pagina 2.1.
Controleer de demopagina om te zien of deze juist werd afgedrukt.
Druk vanuit een softwaretoepassing een kort document af om te controleren of de computer en de printer goed zijn aangesloten en juist communiceren.
Raadpleeg de volgende secties omtrent probleem­oplossing als u het printerprobleem niet kunt oplossen aan de hand van de checklist.
•Als de Online-LED uit is, controleert u of het netsnoer aangesloten is. Controleer de aan/uit-schakelaar. Controleer de stroombron door de netstekker in een ander stopcontact te steken.
• Als de demopagina niet wordt afgedrukt, controleer dan of er voldoende papier in de lade is.
• Zie pagina 9.1 als het papier in de printer vastloopt.
Zie pagina 9.7 als er een probleem is met de afdrukkwaliteit.
• Als de pagina niet wordt afgedrukt, controleert u de kabelverbinding tussen de printer en de computer.
• Controleer de afdrukwachtrij of de printspooler om na te gaan of het afdrukken onderbroken werd.
• Controleer de softwaretoepassing om na te gaan of u het juiste printerstuur­programma en de juiste communicatiepoort gebruikt. Zie pagina 9.5 als het afdrukken van de pagina wordt onderbroken.
• "Informatie over de LED's" op pagina 9.4.
• "Algemene afdrukproblemen oplossen" op pagina 9.5.
• "Algemene Windows-problemen" op pagina 9.9.
• "Algemene PostScript-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)" op pagina
9.9.
• "Algemene Macintosh-problemen (alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)" op pagina
9.10.
LED Status Beschrijving
Fout Rood Aan • Er is papier vastgelopen. Zie
pagina 9.1 voor een oplossing van het probleem.
• De klep is open. Sluit de klep.
• Er is geen papier in de lade. Plaats papier in de papierlade.
• De printer is gestopt met afdrukken als gevolg van een ernstige fout.
• Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette.
• Uw systeem heeft enkele problemen. Neem contact op met een onderhoudstechnicus in geval dit probleem zich voordoet.
Knippert • Er is een kleine storing
opgetreden. De printer wacht tot het probleem is verholpen. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
• De tonercassette is bijna leeg. Bestel een nieuwe tonercassette. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. Zie pagina 8.3.
• De tonercassette is volledig leeg. Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 8.4.
• De tonercasstte heeft het einde van de levensduur bereikt.
Online Groen Aan • De printer staat in de
energiebesparende modus.
• De printer is online en kan gegevens van de computer ontvangen.
Knippert • Als het lampje traag knippert,
ontvangt de printer gegevens van de computer.
• Als het lampje snel knippert, drukt de printer gegevens af.
9.4 <
Problemen oplossen>

Algemene afdrukproblemen oplossen

Voorwaarde Mogelijke oorzaak Doe het volgende...
Als er een probleem is met de werking van uw printer, raadpleegt u de tabel met voorgestelde oplossingen.
Voorwaarde Mogelijke oorzaak Doe het volgende...
De printer drukt niet af.
De printer krijgt geen stroom.
De printer is niet ingesteld als standaardprinter.
De klep van de printer is niet gesloten.
Er is een papierstoring opgetreden.
De papierlade is leeg.
Er is geen toner­cassette geplaatst.
Mogelijk bevindt de printer zich in de modus Hand­matige invoer en is het papier op.
De verbindings­kabel tussen de computer en de printer is niet juist aangesloten.
Er is een probleem met de verbindings kabel tussen de computer en de printer.
De poortinstelling is niet juist.
Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/ uit-schakelaar en het stopcontact.
Selecteer
Xerox Phaser 3125 PCL 6 Xerox Phaser 3125
standaardprinter.
Sluit de klep van de printer.
Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 9.1.
Laad het papier. Ziepagina5.4.
Plaats een tonercassette.
Laad papier in de lade voor handmatige invoer en druk op de toets Annuleren op het bedieningspaneel.
Maak de kabel los en sluit deze opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk
-
aan op een andere computer die behoorlijk werkt en probeer een document af te drukken. Probeer een andere printerkabel.
Controleer de afdrukinstellingen in Windows om u ervan te vergewissen dat de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meer dan een poort heeft, controleert u of de printer op de juiste poort is aangesloten.
Xerox Phaser 3124
PS als
,
of
De printer drukt niet af.
(vervolg)
De printer selecteert afdrukmate­riaal uit de verkeerde papierbron.
Er wordt geen papier in de printer ingevoerd.
De taak wordt uiterst traag afgedrukt.
De printer is mogelijk verkeerd geconfigureerd.
Mogelijk is het printerstuur­programma niet goed geïnstalleerd.
De printer werkt niet naar behoren.
Mogelijk is in de printereigen­schappen de verkeerde invoerlade geselecteerd.
Het papier is niet goed in de lade gelegd.
Er ligt te veel papier in de lade.
Het papier is te dik.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
Controleer de printereigenschappen om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn.
Installeer het printerstuurpro­gramma opnieuw; raadpleeg de sectie Software. Probeer een testpagina af te drukken.
Controleer de LED's op het bedieningspaneel om na te gaan of de printer een systeemfout aangeeft.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste lade. Raadpleeg de sectie Software.
Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade.
Controleer of de verstelbare geleiders juist zijn ingesteld.
Verwijder het overschot.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van de printer voldoet.
Vereenvoudig de pagina(’s) of wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit.
Verlaag de resolutie om de instellingen voor de afdrukkwaliteit te wijzigen. Als u de resolutie hebt ingesteld op 1200 dpi
(best), wijzigt u deze in 600 dpi (normaal). Raadpleeg de
sectie Software.
Stel de poort in op de USB- of netwerkpoort om de afdruksnelheid te verhogen.
Uw printer drukt papier van A4­formaat en Letter-formaat af met een snelheid van 24 respectievelijk 25 ppm.
9.5 <
Problemen oplossen>
Voorwaarde Mogelijke oorzaak Doe het volgende...
Voorwaarde Mogelijke oorzaak Doe het volgende...
De taak wordt uiterst traag afgedrukt.
(vervolg)
De helft van de pagina is leeg.
Het papier blijft vastlopen.
Als u Windows 98/Me gebruikt, is de wachtrij­instelling mogelijk verkeerd.
Het werkgeheugen (RAM) van de computer is moge­lijk ontoereikend.
De pagina-layout is te complex.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld.
Het ingestelde papierformaat stemt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade.
U gebruikt een verkeerde papiersoort.
Mogelijk zitten er materiaalresten in de printer.
Start
Printers
en kies
. Klik
Ga naar het menu Instellingen en met de rechtermuisknop op het pictogram van de Xerox
Phaser 3124,
PCL 6 of
3125
PS en kies
3125 Eigenschappen. Klik op de
tab Details en vervolgens op de knop Wachtrij-instellingen. Selecteer de gewenste wachtrij-instelling.
Vereenvoudig de pagina­layout en verwijder onnodige afbeeldingen uit het document.
Vereenvoudig de pagina­layout en verwijder onnodige afbeeldingen uit het document.
Wijzig de afdrukstand in uw programma. Raadpleeg de sectie Software.
Zorg ervoor dat het ingestelde papierformaat en het papier in de papierlade overeenkomen,
Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het printer­stuurprogramma overeenstemt met het papier dat is geselec­teerd in het programma dat ugebruikt.
Verwijder het overtollige papier.
Gebruik de handmatige invoer om op speciaal afdrukmateriaal af te drukken.
Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van de printer voldoet.
Gebruik de handmatige invoer om op speciaal afdrukmateriaal af te drukken.
Open de voorklep en verwijder de resten.
Xerox Phaser
Xerox Phaser
De printer drukt af, maar de tekst is verkeerd, vervormd of onvolledig.
Er worden blanco pagina’s "afgedrukt".
Bij Adobe Illustrator worden de afbeeldingen niet goed afgedrukt.
De printerkabel zit los of is defect.
Het verkeerde printerstuur­programma is geselecteerd.
Het programma werkt niet naar behoren.
Het besturings­systeem werkt niet naar behoren.
De tonercassette is leeg of beschadigd.
Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s.
Mogelijk is een onderdeel van de printer (bijv. de controller of het moederbord) defect.
De instelling in het programma is niet juist.
Maak de printerkabel los en sluit hem vervolgens weer aan. Druk een document af dat u al eerder met succes hebt afgedrukt. Sluit indien mogelijk de kabel en de printer op een andere computer aan en druk vervolgens een document af waarvan u weet dat het behoorlijk wordt afgedrukt. Sluit tot slot een nieuwe printerkabel aan.
Controleer in het printerselectiemenu van de toepassing of uw printer geselecteerd is.
Probeer een document af te drukken vanuit een ander programma.
Als u afdrukt vanuit Windows (elke versie), sluit u Windows, gaat u naar een DOS-prompt en controleert u de werking met het volgende commando: Typ bij de prompt C:\ Dir LPT1 en
Enter
druk vervolgens op (In de veronderstelling dat u op LPT1 bent aangesloten.)
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Zet de printer uit en weer aan.
Verdeel de toner in de tonercassette. Zie pagina 8.3.
Vervang indien nodig de tonercassette. Zie pagina 8.4.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
Selecteer Downloaden als
bitmap in het venster Geavanceerde opties
de grafische eigenschappen. Druk het document nogmaals af.
.
van
9.6 <
Problemen oplossen>

Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen

Voorwaarde Doe het volgende...
Als er vuil in de printer zit of als papier verkeerd is geplaatst, kan dit de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden. De tabel hieronder biedt verschillende oplossingen voor een aantal problemen.
Voorwaarde Doe het volgende...
Lichte of vage afdrukken
Tonervlekken • Mogelijk voldoet het papier niet aan de
Onregelmatig­heden
Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet:
• De tonercassette is bijna leeg. Door de resterende toner over de cassette te verdelen, kunt u er waarschijnlijk nog een aantal afdrukken mee maken. Zie pagina 8.3. Als dit niet helpt, moet u een nieuwe tonercassette plaatsen.
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papier­specificaties (het is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie pagina 5.3.
• Als de hele pagina te licht is, is de resolutie te laag ingesteld of staat de tonerspaarstand aan. Pas de afdrukresolutie en de tonerspaarstand in de printereigenschappen aan. Raadpleeg de sectie Software.
• Als de afgedrukte pagina zowel vage gebieden als vegen bevat, kan dit erop wijzen dat de printer moet worden gereinigd. Zie pagina 8.1.
• Mogelijk is het oppervlak van de laserscanner­eenheid vuil. Reinig de laserscannereenheid. Zie pagina 8.2.
specificaties (het is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie pagina 5.3.
• Mogelijk is de transportrol of het papierpad vuil. Zie pagina 8.1.
Als de pagina op willekeurige plaatsen doorgaans ronde, vage gebieden bevat:
• Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
• Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer een ander merk papier. Zie pagina 5.3.
• Een hele partij papier is niet in orde. Problemen bij het fabricageproces kunnen ertoe leiden dat toner niet goed hecht aan sommige gedeelten van het papier. Probeer een andere soort papier of een ander papiermerk.
• Misschien is de tonercassette defect. Zie "Verticaal terugkerende afwijkingen" in de volgende kolom.
• Als na deze stappen het probleem niet is opgelost, neem dan contact op met een medewerker van een servicecenter.
Verticale strepen
Grijze achtergrond
Tonervlekken • Reinig de binnenkant van de printer.
Verticaal terugkerende afwijkingen
Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
• Er zit waarschijnlijk een kras op de lichtgevoelige drum in de tonercassette. Plaats een nieuwe tonercassette. Zie pagina 8.4.
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
• Mogelijk is het oppervlak van het LSU-gedeelte in de printer vuil. Reinig de laserscannereenheid. Zie pagina 8.2.
Als er te veel achtergrondschaduw is, kunt u dit probleem mogelijk oplossen via de volgende stappen.
• Gebruik papier met een lichter gewicht. Zie pagina 5.3.
• Controleer de omgeving van de printer. Een lage vochtigheid (RV lager dan 20%) of een hoge vochtigheid (RV hoger dan 80%) kunnen de hoeveelheid achtergrondschaduw verhogen.
• Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 8.4.
Zie pagina 8.1.
• Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 5.2.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Zie pagina 8.4.
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
• De tonercassette is mogelijk defect. Vervang de tonercassette als de afwijking zich herhaalt. Zie pagina 8.4.
• Mogelijk zit er toner op onderdelen van de printer. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden, zal het probleem zichzelf waarschijnlijk na enkele pagina’s oplossen.
• De fixeereenheid kan beschadigd zijn. Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
9.7 <
Problemen oplossen>
Voorwaarde Doe het volgende...
Voorwaarde Doe het volgende...
Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door een
teveel aan toner op de afdruk.
• Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken, zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
• Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te vermijden dat er wordt afgedrukt op een zone met over­lappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken.
• Als achtergrondspatten het volledige oppervlak van een afgedrukte pagina bedekken, wijzigt u de afdrukresolutie in uw softwaretoepassing of in het venster waarin u de printereigen­schappen kunt instellen.
Misvormde tekens
Papier schuin • Plaats het papier op de juiste manier in de
Gekruld of gegolfd
• Als tekens niet behoorlijk gevormd zijn en een uitgehold effect geven, is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. Zie pagina 5.3.
lade.
• Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 5.2.
• Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst en dat de instelbare geleiders niet te los of te strak tegen de stapel papier aan zitten.
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. Zie pagina 5.2.
• Draai de stapel in de papierlade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken
Achterkant van afdrukken is vuil
Geheel zwarte afdrukken
Tonerverlies • Reinig de binnenkant van de printer.
Openingen in tekens
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 5.2.
• Draai de stapel in de papierlade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
• Mogelijk is de transportrol vuil. Zie pagina 8.1.
• Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van de printer.
• Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• De tonercassette is mogelijk defect en moet worden vervangen. Plaats een nieuwe tonercassette.
• Mogelijk zijn reparaties aan de printer vereist. Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
• Controleer het type en de kwaliteit van het papier. Zie pagina 5.2.
• Plaats een nieuwe tonercassette. Zie pagina 8.4.
• Als het probleem zich blijft voordoen, zijn er mogelijk reparaties aan de printer vereist. Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
Openingen in tekens zijn witte plekken in tekens die volledig zwart zouden moeten zijn:
• Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeer dan een ander soort. Wegens de aard van transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal.
• Mogelijk drukt u af op het verkeerde oppervlak van het papier. Draai het papier in de lade om.
• Het papier voldoet mogelijk niet aan de papier­specificaties. Zie pagina 5.3.
9.8 <
Problemen oplossen>
Voorwaarde Doe het volgende...
Horizontale strepen
Krullen Als het afgedrukte papier gekruld is of als het
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
• Is de tonercassette juist geplaatst? Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Misschien is de tonercassette defect. Plaats een nieuwe tonercassette. Zie pagina 8.4.
• Als het probleem zich blijft voordoen, zijn er mogelijk reparaties aan de printer vereist. Neem contact op met een medewerker van het servicecenter.
papier niet in de printer wordt ingevoerd:
• Draai de stapel in de papierlade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade.
Voorwaarde Doe het volgende...
De berichten "Kan niet afdrukken", "Er is een printertime­out opgetreden" verschijnen.
Deze berichten kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon tot de printer klaar is met afdrukken. Als het bericht verschijnt in de stand-bymodus of nadat de afdruk is voltooid, controleert u de aansluiting en/of gaat u na of er een fout is opgetreden.
NB
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003 die bij uw pc werd geleverd, voor meer informatie over foutmeldingen in Windows.
Algemene PostScript-problemen
(alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PostScript­taal, en kunnen optreden wanneer meerdere printertalen worden gebruikt.
Een onbekende afbeelding verschijnt herhaaldelijk op de volgende pagina's, pagina's worden met tonervlekken of met vervuiling of licht afgedrukt.
De printer is waarschijnlijk op een hoogte van 2.500 m of meer gebruikt.
De grote hoogte kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden en kan tonervlekken en vage afbeeldingen op de achtergrond tot gevolg hebben. U kunt deze optie instellen met het hulpprogramma Printerinstellingen of op het tabblad Printer onder Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie de sectie Software voor meer informatie.

Algemene Windows-problemen

Voorwaarde Doe het volgende...
Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik".
Het bericht "Fout bij het schrijven naar LPTx" verschijnt.
Het bericht "Algemene beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt
.
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de groep Opstarten, en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
• Controleer of de kabels juist zijn aangesloten en of de printer aan staat.
• Dit bericht verschijnt ook als bidirectionele communicatie niet is ingeschakeld in het stuurprogramma.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
NB
• Als u wilt dat een bericht wordt afgedrukt of op het scherm wordt weergegeven wanneer er PostScript-fouten optreden, opent u het venster Afdrukopties en klikt u op de gewenste keuze naast PostScript-fouten.
Voorwaarde
Het PostScript­bestand kan niet worden afgedrukt.
Het bericht "Fout limietcontrole" verschijnt.
Er wordt een PostScript­foutenpagina afgedrukt.
Mogelijke
oorzaak
Mogelijk is het PostScript­stuurprogram­ma niet juist geïnstalleerd.
De afdruk­taak was te ingewikkeld.
Mogelijk is de afdruk­taak geen PostScript­taak.
Doe het volgende...
• Druk een configuratiepagina af en controleer of de PostScript­versie kan worden afgedrukt.
• Installeer het PostScript­stuurprogramma. Zie de sectie Software voor meer informatie over de installatie van het PS-stuurprogramma.
• Neem contact op met een medewerker van een service­center als het probleem zich blijft voordoen.
Beperk de complexiteit vandepagina.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de softwaretoepassing verwachtte dat een installatiebestand of PostScript-headerbestand naar de printer werd gestuurd.
9.9 <
Problemen oplossen>
Voorwaarde
Wanneer u op een Macintosh­computer een document afdrukt met Acrobat Reader 6.0 of hoger, worden de kleuren niet juist afgedrukt.
Mogelijke
oorzaak
Mogelijk stemt de resolutie­instelling in het printerstuur­programma niet overeen met de resolutie­instelling in Acrobat Reader.
Doe het volgende...
Controleer of de resolutie­instelling in uw printerstuur­programma overeenstemt met de resolutie-instelling in Acrobat Reader.
Algemene Macintosh-problemen
(alleen bij de Phaser 3125/B, 3125/N)
Voorwaarde Doe het volgende...
De printer drukt een document niet af vanuit Acrobat Reader.
Het document is afgedrukt, maar de afdruktaak is niet verdwenen uit de spooler in Mac OS 10.3.2.
De printer drukt een document niet af vanuit Illustrator op IPP printing.
Wijzig de optie Afdrukmethode in Afdrukken als afbeelding als u afdrukt vanuit Acrobat Reader.
Upgrade uw Macintosh-besturingssysteem naar OS 10.3.3 of een hogere versie.
Wijzig de optie Gegevenstype in het afdrukmenu van Adobe Illustrator in Binair.
Of druk af met Appletalk.
9.10 <
Problemen oplossen>

10 Specificaties

Specificaties van de printer

Onderdeel Specificaties en beschrijving
Afdruksnelheid
Resolutie Phaser 3124/B Tot 1.200 x 600 dpi effectief
a
Tot 24 ppm voor A4 (25 ppm voor Letter)
Opwarmtijd
Tijd voor eerste afgedrukte pagina
Maximaal vermogen
Energiegebruik
Geluidsniveau
Levensduur tonercassette
Rendement
Gewicht
Verpakkings­gewicht
b
c
Phaser 3125/B,
Phaser 3125/N
Minder dan 15 seconden
9 seconden (vanaf Gereed) Slaapmodus: 25 seconden
110 - 127 VAC, 50/60 Hz, 5.5 A 220 - 240 VAC, 50/60 Hz, 3 A
Gemiddeld: 390 W (Phaser 3124/B), 400 W (Phaser 3125/B, Phaser 3125/N)
Energiebesparende modus: minder dan 6.5 W (Phaser 3124/B), 8,5 W (Phaser 3125/B, Phaser 3125/N)
Stand-bymodus: minder dan 35 dBA Afdrukmodus: minder dan 53 dBA
3.000 pagina's bij ISO 19752 5% dekking
(wordt geleverd met startercassette voor 1.000 pagina's)
Maandelijks: tot 20.000 pagina's
8,9 kg (inclusief verbruiksartikelen)
Papier: 1.6 kg, plastic: 0,3 kg
Tot 1.200 x 1.200 dpi effectief
10.1 <
Buitenaf­metingen (B x D x H)
Bedrijfsom­geving
Printertaal
Geheugen Phaser 3124/B 8 MB (niet-uitbreidbaar)
Lettertypen Windows-lettertypen
Specificaties>
358 x 298 x 253 mm
Temperatuur: 10°C tot 32°C Relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80%
Phaser 3124/B GDI
Phaser 3125/B,
Phaser 3125/N
Phaser 3125/B,
Phaser 3125/N
PostScript 3, PCL6
32 MB (niet-uitbreidbaar)
d
Onderdeel Specificaties en beschrijving
Interface • IEEE 1284 Bidirectioneel parallel standaard
- Ondersteunde modi: Compatible, Nibble, Byte, ECP
• USB-interfacestandaard
- USB 1.1: compatibel met USB 2.0 (alleen bij de Phaser 3124/B)
- USB 2.0: Hi-Speed USB 2.0:
(alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N).
- 480 Mbps 1 poort
• Netwerkinterface
- Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN
(alleen Phaser 3125/N)
Compatibele besturings­systemen
Printerstuurprog ramma's
e
• Windows 98/ME/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003
• Mac 8.6 - 9.2/10.1 - 10.4 (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N)
• GDI: Windows
• PCL6-stuurprogramma (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N): Windows 98/Me/ NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003
• PostScript-stuurprogramma (alleen bij de Phaser 3125/B en Phaser 3125/N): Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP(32/64 bit)/2003, Macintosh OS 8.6 - 9.2/10.1 - 10.4
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingsysteem, het
vermogen van de computer, de toepassingssoftware, de aansluitmethode,
het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak. b. Geluidsdrukniveau, ISO7779. c. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de omgevingsvoorwaarden,
de tijd tussen de afdruktaken en het type en formaat van de afdrukmedia. d. Compatibel met PCL6-versie 2.1. e. Surf naar www.xerox.com/office/support
te downloaden.
om de meest recente softwareversie
10.2 <
Specificaties>

INDEX

A
accessoires, bestelgegevens 7.1 afdrukken
configuratiepagina demopagina 2.1
afdrukproblemen
8.5
9.5
B
bedieningspaneel
LED
9.4
overzicht
1.3
C
configuratiepagina, afdrukken 8.5
D
demopagina, afdrukken 2.1
H
handmatige invoer, gebruiken 5.5
L
laden, papier
handmatige invoer standaardlade
LED, betekenis 9.4
5.5
5.4
M
Macintosh-problemen 9.10 modus handmatige invoer, gebruiken
N
netwerkbesturingssystemen 4.1
O
onderdelen voor onderhoud 8.5 opnieuw verdelen, toner in tonercassette 8.3
P
papier laden
handmatige invoer 5.5
standaardlade papierformaat, specificaties papierrichtlijnen papiertype, specificaties 5.2 positie van de onderdelen PostScript-problemen probleem oplossen
afdrukken
afdrukkwaliteit
checklist 9.4
Macintosh
papierstoringen
PS-fouten 9.9
Windows problemen met afdrukkwaliteit, oplossen problemen met kwaliteit 9.7 problemen oplossen
5.4
5.2
5.3
1.2
9.9
9.5
9.7
9.10
9.1
9.9
9.7
9.1
systeemeisen
Macintosh Windows 3.2
3.2
T
tonerbesparende modus, gebruiken 2.1 tonercassette
onderhoud toner opnieuw verdelen vervangen 8.4
8.3
8.3
U
uitvoerlocatie 5.6
V
vastgelopen papier, verwijderen 9.1
handmatige invoer papieruitvoergebied rond de tonercassette 9.2
standaarlade verbruiksartikelen, bestelgegevens vervangen, tonercassette 8.4
9.2
9.3
9.1
7.1
W
Windows-problemen 9.9
R
reinigen
binnenkant buitenkant
5.5
8.1
8.1
S
speciale afdrukmaterialen, richtlijnen 5.3 specificatie, printer
10.1
1
S
OFTWARE
I
NHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1:
Hoofdstuk 2:
Hoofdstuk 3:
PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS
Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4
Software installeren voor afdrukken via een lokale printer ......................................................................................... 4
Software installeren voor afdrukken via een netwerk ................................................................................................. 7
Printersoftware opnieuw installeren ................................................................................................................................ 10
Printersoftware verwijderen ............................................................................................................................................. 11
SETIP GEBRUIKEN (ALLEEN PHASER 3125/N)
SetIP installeren .............................................................................................................................................................. 12
SetIP gebruiken ............................................................................................................................................................... 12
STANDAARD AFDRUKINSTELLINGEN
Documenten afdrukken ................................................................................................................................................... 14
Printerinstellingen ............................................................................................................................................................ 15
Tabblad Lay-out ........................................................................................................................................................ 15
Tabblad Papier ......................................................................................................................................................... 16
Hoofdstuk 4:
Tabblad Grafisch ...................................................................................................................................................... 17
Tabblad Extra ........................................................................................................................................................... 18
Tabblad Probleemoplossing ..................................................................................................................................... 18
Op het tabblad
Tabblad Printer ......................................................................................................................................................... 18
Favorieten ................................................................................................................................................................. 19
De Help-functie ......................................................................................................................................................... 19
Info
worden de copyrightinformatie en het versienummer van het stuurprogramma weergegeven. 18
GEAVANCEERDE AFDRUKINSTELLINGEN
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) ...................................................................................... 20
1
Posters afdrukken ........................................................................................................................................................... 21
Boekjes afdrukken .......................................................................................................................................................... 21
Afdrukken op beide zijden van het papier ....................................................................................................................... 22
Documenten vergroot of verkleind afdrukken .................................................................................................................. 22
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen ........................................................................................... 22
Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 23
Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 23
Nieuw watermerk maken .......................................................................................................................................... 23
Watermerk bewerken ................................................................................................................................................ 23
Watermerk verwijderen ............................................................................................................................................. 23
Overlay afdrukken ........................................................................................................................................................... 24
Wat is een overlay? .................................................................................................................................................. 24
Nieuwe overlay maken .............................................................................................................................................. 24
Overlay gebruiken ..................................................................................................................................................... 24
Overlay verwijderen .................................................................................................................................................. 24
Hoofdstuk 5:
GEBRUIK VAN HULPPROGRAMMA'S
(ALLEEN PHASER 3125/B, 3125/N)
Hulpprogramma Printerinstellingen ................................................................................................................................. 25
Help-aanwijzingen op het scherm ............................................................................................................................. 25
Probleemoplossingsgids openen ..................................................................................................................................... 25
De programma-instellingen van Statusmonitor wijzigen .................................................................................................. 25
Hoofdstuk 6:
WINDOWS POSTSCRIPT-STUURPROGRAMMA
(ALLEEN PHASER 3125/B, 3125/N)
Printerinstellingen ............................................................................................................................................................ 26
Geavanceerd ............................................................................................................................................................ 26
De Help-functie ......................................................................................................................................................... 26
Hoofdstuk 7:
EEN LOKALE PRINTER DELEN
Instellen als hostcomputer ............................................................................................................................................... 27
Instellen als clientcomputer ............................................................................................................................................. 27
2
Hoofdstuk 8:
UW PRINTER GEBRUIKEN IN COMBINATIE MET EEN MACINTOSH
(ALLEEN PHASER 3125/B, 3125/N)
Printerstuurprogramma installeren voor Macintosh ......................................................................................................... 28
Printer instellen ................................................................................................................................................................ 29
Tijdens het afdrukken ...................................................................................................................................................... 29
Een document afdrukken .......................................................................................................................................... 29
Afdrukinstellingen wijzigen ........................................................................................................................................ 30
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier ................................................................................................. 31
3
Standaardinstallatie
1 Printersoftware installeren
onder Windows
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Printersoftware installeren
Printersoftware opnieuw installeren
Printersoftware verwijderen

Printersoftware installeren

U kunt de printersoftware installeren voor lokaal afdrukken of afdrukken via een netwerk. Om de printersoftware op de computer te installeren, moet u de juiste installatieprocedure uitvoeren voor de printer die wordt gebruikt.
Een printerstuurprogramma is software waarmee uw computer met de printer kan communiceren. De installatieprocedure voor stuurprogramma's verschilt mogelijk per besturingssysteem.
Sluit alle toepassingen op uw computer af voordat u begint met de installatie.
Dit type installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het afdrukken worden geïnstalleerd.
1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Uitvoeren...
Typ
X:\Setup.exe
Start
en
, waarbij u “X”
Software installeren voor afdrukken via een lokale printer
Een lokale printer is een printer die direct op uw computer aangesloten is met een bij de printer geleverde printerkabel, bijvoorbeeld een USB­of parallele kabel. Als uw printer op een netwerk aangesloten is, kunt u deze stap overslaan en naar “Software installeren voor afdrukken via een netwerk” op pagina 7 gaan.
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
OPMERKING
gevonden' verschijnt, klikt u op in de rechterbovenhoek van het venster om het venster te sluiten of klikt u op
: als tijdens de installatie het venster 'Nieuwe hardware
Annuleren
.
3
4
Klik op
Software installeren
Selecteer
Volgende
Typische installatie voor een lokale printer
.
.
. Klik op
4

Printersoftware installeren onder Windows

OPMERKING
verschijnt het volgende venster.
Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op
Volgende
de installatie gestart. Aan het einde van de installatie wordt geen testpagina afgedrukt.
Het installatievenster in de gebruikershandleiding verschilt
mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface.
: Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is,
en op
Volgende
Nee
in het volgende scherm. Vervolgens wordt
.
Aangepaste installatie
U kunt zelf onderdelen uitkiezen die geïnstalleerd moeten worden.
1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw computer en aan staat.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Uitvoeren...
Typ
X:\Setup.exe
Start
en
, waarbij u “X”
5
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
Anders klikt u op
6
Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Zo niet, dan klikt u op
7
Klik op
Vol tooi en
OPMERKING
de setup voltooid is, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie de “Printersoftware opnieuw installeren” op pagina 10.
: als uw printerstuurprogramma niet goed werkt nadat
Volgende
Nee
.
en slaat u stap 7 over.
om de testpagina opnieuw af te drukken.
Volgende
3
Klik op
.
4
Software installeren
Selecteer
Aangepaste installatie
.
. Klik op
Volge nde
.
5
Printersoftware installeren onder Windows
5
Selecteer uw printer en klik op
Volge nde
.
6
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren en klik op
Volge nde
.
OPMERKING
verschijnt het volgende venster.
• Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op
Volgende
de installatie gestart. Aan het einde van de installatie wordt geen testpagina afgedrukt.
Het installatievenster in de gebruikershandleiding verschilt
mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface.
: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is,
en op
Volgende
Nee
in het volgende scherm. Vervolgens wordt
.
OPMERKING
klikken.
7
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
Anders klikt u op
8
Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Zo niet, dan klikt u op
9
Klik op
OPMERKING
de setup voltooid is, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie de “Printersoftware opnieuw installeren” op pagina 10.
: U kunt de installatiemap wijzigen door op [
Volge nde
Voltooien
: als uw printerstuurprogramma niet goed werkt nadat
.
en slaat u stap 9 over.
Nee
om de testpagina opnieuw af te drukken.
Bladeren
Volgende
] te
.
6
Printersoftware installeren onder Windows
Software installeren voor afdrukken via een netwerk
Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IP­instellingen voor de printer configureren. Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op elke computer in het netwerk installeren.
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
Standaardinstallatie
Dit type installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het afdrukken worden geïnstalleerd.
1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Uitvoeren...
Typ
X:\Setup.exe
Start
en
, waarbij u “X”
4
Selecteer Klik op
5
De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op
Typische installatie voor een netwerkprinter
Volgende
Volgende
.
.
.
3
Klik op
Software installeren
• Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op om de lijst te vernieuwen of selecteert u
toevoegen
Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren. Om het IP-adres of het MAC-adres van uw printer te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af.
.
• Selecteer netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop
6
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
Anders klikt u op
om uw printer aan het netwerk toe te voegen.
Gedeelde printer (UNC)
Bladeren
Volge nde
en slaat u stap 8 over.
om een gedeelde
.
Bijwerken
TCP/IP-poort
Volgende
.
7
Printersoftware installeren onder Windows
7
Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Nee
Zo niet, dan klikt u op
8
Klik op
Vol tooi en
OPMERKING
de setup voltooid is, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie de “Printersoftware opnieuw installeren” op pagina 10.
: als uw printerstuurprogramma niet goed werkt nadat
.
om de testpagina opnieuw af te drukken.
Aangepaste installatie
U kunt individuele onderdelen selecteren die moeten worden geïnstalleerd en een specifiek IP-adres instellen.
1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Uitvoeren...
Typ
X:\Setup.exe
Start
en
, waarbij u “X”
3
4
Klik op
Software installeren
Selecteer
Aangepaste installatie
.
. Klik op
Volge nde
.
8
Printersoftware installeren onder Windows
5
De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk
Volge nde
op
.
6
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren. Nadat u de onderdelen hebt geselecteerd, verschijnt het volgende venster. U kunt ook de printernaam wijzigen, de printer instellen om te worden gedeeld op het netwerk, de printer instellen als standaardprinter en de poortnaam van elke printer wijzigen. Klik op
Volge nde
.
• Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op om de lijst te vernieuwen of selecteert u
toevoegen
Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren. Om het IP-adres of het MAC-adres van uw printer te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af.
• Selecteer netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop
TIP
: klik op de knop op een specifieke netwerkprinter wilt instellen. Het venster IP-adres instellen verschijnt. Ga als volgt te werk:
om uw printer aan het netwerk toe te voegen.
Gedeelde printer (UNC)
Bladeren
IP-adres instellen
om een gedeelde
.
als u een specifiek IP-adres
Bijwerken
TCP/IP-poort
Selecteer het selectievakje om deze software op een server te installeren.
7
Nadat de installatie voltooid is, verschijnt een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op
Anders klikt u op
8
Als de testpagina correct wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Zo niet, dan klikt u op
9
Klik op
Voltooien
OPMERKING
de setup voltooid is, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie “Printersoftware opnieuw installeren” op pagina 10.
: als uw printerstuurprogramma niet goed werkt nadat
Volge nde
.
Deze printer instellen op een server
Volgende
en slaat u stap 9 over.
Nee
om de testpagina opnieuw af te drukken.
.
a. Selecteer een printer waarvoor een specifiek IP-adres moet worden
ingesteld in. Om het IP-adres of het MAC-adres van uw printer te controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af.
b. Configureer handmatig een IP-adres, subnetmasker en gateway
voor de printer en klik op voor de netwerkprinter in te stellen.
c. Klik op
Volge nde
Configureren
.
om het specifieke IP-adres
Printersoftware installeren onder Windows
9

Printersoftware opnieuw installeren

U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt.
1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
In het menu
programma’s Onderhoud
3
Selecteer
4
De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk
Volge nde
op
Start
selecteert u
de naam van het printerstuurprogramma
.
Herstellen
.
en klik op
Programma’s
Volgende
.
of
Alle
OPMERKING
verschijnt het volgende venster.
Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op
Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op de installatie gestart. Er wordt echter geen testpagina aan het einde afgedrukt.
Het herinstallatievenster in de gebruikershandleiding verschilt
mogelijk van het venster dat u ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de gebruikte printer en interface.
: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is,
Volgende
Volgende
en
Nee
in het volgende scherm. Vervolgens wordt
.
• Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op om de lijst te vernieuwen of selecteert u
toevoegen
Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren.
• Selecteer netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te klikken op de knop
Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk opnieuw kunt installeren.
om uw printer aan het netwerk toe te voegen.
Gedeelde printer (UNC)
Bladeren
om een gedeelde
.
Bijwerken
TCP/IP-poort
5
Selecteer de onderdelen die u opnieuw wilt installeren en klik op
Volgende
.
Als u de printersoftware hebt geïnstalleerd voor lokaal
u
afdrukken en
selecteert, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Ga als volgt te werk:
a. Schakel het selectievakje in om een testpagina af te drukken
en klik op
b. Als de testpagina correct werd afgedrukt, klikt u op Ja.
Als dat niet het geval is, klikt u op af te drukken.
6
Nadat de onderdelen opnieuw zijn geïnstalleerd, klikt u op
de naam van het printerstuurprogramma
Volgende
.
Nee
om de pagina opnieuw
Voltooien
.
10
Printersoftware installeren onder Windows

Printersoftware verwijderen

1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
In het menu
programma’s Onderhoud
3
Selecteer
Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk kunt verwijderen.
4
Selecteer de onderdelen die u wilt verwijderen en klik op
Volge nde
5
Als u wordt gevraagd om uw keuze te bevestigen, klikt u op Ja.
Het door u gekozen stuurprogramma wordt van uw computer verwijderd.
6
Nadat de software verwijderd is, klikt u op
Start
selecteert u
de naam van het printerstuurprogramma
.
Verwijderen
.
Programma’s
en klik op
Volge nde
of
Alle
.
Voltooien
.
11
Printersoftware installeren onder Windows
2

SetIP gebruiken (Alleen Phaser 3125/N)

• SetIP installeren
•SetIP gebruiken

SetIP installeren

1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op vervolgens op vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Uitvoeren...
Typ
X:\Setup.exe
Start
en
, waarbij u “X”
5
Klik op Volgende
6
Klik op Voltooien
.
.

SetIP gebruiken

1
Selecteer in het menu
Programma's Phaser 3125
Nieuwe en geconfigureerde afdrukservers op uw netwerk worden door het programma automatisch gedetecteerd en weergegeven.
of
Æ
Start
van Windows
Alle programma's Æ Xerox
SetIP Æ SetIP
.
3
Klik op Hulpprogramma SetIP installeren(optioneel)
4
Klik op Volge nde
.
.
2
Selecteer de naam van uw printer en klik op . Als de naam van uw printer niet wordt weergegeven, klikt u op om de lijst te vernieuwen.
12
SetIP gebruiken (Alleen Phaser 3125/N)
NB:
• Voor het bevestigen van het MAC-adres, zie de TESTPAGINA VOOR DE NETWERKPRINTERKAART. De TESTPAGINA VOOR DE NETWERKPRINTERKAART wordt afgedrukt na de configuratiepagina.
• Als de printer niet wordt weergegeven in de vernieuwde lijst,
klikt u op en voert u het IP-adres van de netwerkprinterkaart, het subnetmasker en de
standaardgateway in. Vervolgens klikt u op
3
Klik op OK om de instellingen te bevestigen.
4
Klik op
Afsluiten
om het programma SetIP af te
Toepassen
.
sluiten.
13
SetIP gebruiken (Alleen Phaser 3125/N)
3 Standaard afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Documenten afdrukken
Printerinstellingen
- Tabblad Lay-out
- Tabblad Papier
- Tabblad Grafisch
- Tabblad Extra
- Tabblad Probleemoplossing
- Tabblad Printer
- Favorieten
- De Help-functie

Documenten afdrukken

NB
Het venster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met
de printer. Zie Printerspecificaties onder Compatibiliteit met besturingssysteem in de printerhandleiding.
U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde
cd-rom.
Eigenschappen
van het printerstuurprogramma
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte
programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie.
U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik.
3
Selecteer
4
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op
afdrukvenster van de toepassing. Meer informatie vindt u op “Printerinstellingen” op pagina 15.
Als klikt u daarop. Klik in het volgende venster op
5
Klik op OK om het venster met printereigenschappen te sluiten.
6
Klik in het venster Afdrukken op OK of te starten.
Afdrukken
de printer
Eigenschappen
Instellen, Printer
in het menu
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd.
in de keuzelijst
of
of
Opties
Bestand
Naam
Voorkeursinstellingen
voorkomen in het afdrukvenster,
Afdrukken
. Het venster
.
in het
Eigenschappen
om de afdruktaak
.
De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet volgen om vanuit een Windows-programma af te drukken. De exacte procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de exacte afdrukprocedure.

Standaard afdrukinstellingen

14

Printerinstellingen

Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen.
Afhankelijk van het besturingssysteem kan het venster Eigenschappen van de printer er anders uitzien. Deze softwarehandleiding geeft het venster Eigenschappen van Windows XP weer.
Het venster gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Als u de printereigenschappen opent via de map Printers, kunt u aanvullende Windows-tabbladen openen (zie de handleiding van Windows) en het tabblad Printer (zie “Tabblad Printer” op pagina 18).
Eigenschappen
NB
De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst de afdrukinstellingen in uw programma te wijzigen en alleen instellingen die u daar niet vindt, aan te passen in het printerstuurprogramma.
Deze instellingen gelden zolang u uw programma niet afsluit.
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven
brengt u ze aan in de map Printers.
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows-besturingssystemen.
1. Klik op de knop
2. Selecteer Printers en faxapparaten.
3. Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
van het printerstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.
van het printerstuurprogramma in de
Start
van Windows.
,
Tabblad Lay-out
Het tabblad van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. Onder
kant
pagina 14 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Afdrukstand
Met behulp van informatie wordt afgedrukt op een pagina.
Staand Liggend
• spreadsheet.
• Met behulp van graden draaien.
Lay-out
Lay-outopties
en
Poster afdrukken
1
2
drukt af over de breedte van de pagina, zoals in een brief.
drukt af over de lengte van de pagina, zoals bij een
bevat opties waarmee u de weergave
hebt u de keuze uit
Afdrukstand
Draaien
kunt u de pagina het opgegeven aantal
. Zie “Documenten afdrukken” op
kunt u de richting selecteren waarin
Meerdere pagina’s per
15
Standaard afdrukinstellingen
Staand
Lay-outopties
Via
Lay-outopties
U hebt de keuze uit
Voor meer informatie, zie op één vel papier (N op een vel)” op pagina 20. Voor meer informatie, zie
Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken
het papier af te drukken.
Voor meer informatie, zie
• het papier” op pagina 22.
Liggend
kunt u geavanceerde afdrukopties selecteren.
Meerdere pagina’s per kant
“Meerdere pagina’s afdrukken
“Posters afdrukken” op pagina 21.
biedt u de mogelijkheid om op beide zijden van
“Afdrukken op beide zijden van
en
Poster afdrukken
.
Tabblad Papier
De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Papier
Klik op het tabblad tot de printereigenschappen.
1
2
3 4
5
1
Exemplaren
In het veld u wilt afdrukken. U kunt een aantal tussen 1 en 999 invullen.
Exemplaren
om toegang te krijgen
kunt u aangeven hoeveel exemplaren
3
Invoer
Controleer of bij Kies voor zoals enveloppen of transparanten. Plaats één vel tegelijk in de handmatige invoer of de multifunctionele lade. Als de papierinvoer is ingesteld op de printer de laden automatisch in deze volgorde: handmatige invoer of multifunctionele lade, lade 1, optionele lade 2.
4
Type
Stel
Typ e
drukken. Zo krijgt u de beste afdruk. Doet u dit niet, zal de afdrukkwaliteit mogelijk niet aan uw verwachtingen beantwoorden.
Katoen
: 75~90 g/m2 katoenpapier zoals Gilbert 25% en Gilbert 100%.
Normaal papier
zwartwitprinter heeft en afdrukt op katoenpapier van 60 g/m
Gerecycled papier
Gekleurd papier
5
Afdruk aanpassen
Met
Afdruk aanpassen
schalen op een pagina. U hebt de keuze uit
Aan pagina aanpassen
en
Voor meer informatie, zie op pagina 22. Voor meer informatie, zie
• papierformaat aanpassen” op pagina 22.
Invoer
de juiste papierlade is gekozen.
Handmatige invoer
in volgens het papier in de lade van waaruit u wenst af te
: gewoon papier. Selecteer dit type indien u een
: gerecycleerd papier van 75~90 g/m2.
: gekleurd papier van 75~90 g/m2.
als u op speciaal materiaal wilt afdrukken,
Automatisch selecteren
kunt u uw afdruktaak automatisch of handmatig
Geen, Verkleinen/Vergroten
.
“Documenten vergroot of verkleind afdrukken”
“Document aan een geselecteerd
, gebruikt
2
.
2
Formaat
In het veld Als het vereiste formaat niet in het vak Het venster Vul het papierformaat in en klik op OK. De instelling verschijnt in de lijst zodat u deze kunt selecteren.
Formaat
stelt u in welk formaat papier in de lade ligt.
Formaat
Instelling aangepast papier
staat, klikt u op
verschijnt.
Aangepast
.
16
Standaard afdrukinstellingen
Tabblad Grafisch
Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad
Resolutie
Welke resolutieopties u kunt selecteren, hangt mogelijk af van het printermodel.
en afbeeldingen worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert, kan het afdrukken van het document iets langer duren.
Afbeeldingsmodus
De beschikbare opties zijn Normaal en Tekst verbeteren.
printers ondersteunen deze functie niet.
Printerinstelling
door de instelling in het configuratiescherm van de printer.
Normaal Tekst verbeteren
• verbeteren.
: dit is de instelling voor normale documenten.
Grafisch
Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens
: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald
: met deze modus kunt u de kwaliteit van de afdrukken
om het onderstaande venster te openen.
Sommige
Ton ers terk te
Met deze instelling kunt u documenten lichter of donkerder afdrukken.
Normaal Lichter
• wilt afdrukken.
Donkerder
wilt afdrukken.
Tonerbesparingsmodus
Als u deze optie selecteert, gaat de tonercassette langer mee en dalen de afdrukkosten per pagina zonder dat de kwaliteit te zeer achteruit gaat.
Printerinstelling
• door de instelling op het configuratiescherm van de printer. Sommige printers ondersteunen deze functie niet.
Aan
• minder toner gebruikt.
Uit
• selecteert u deze optie.
Geavanceerde opties
Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op
opties
TrueType-opties:
doorgeeft over het afbeelden van de tekst in uw document. Pas deze opties eventueel aan uw document aan.
printermodellen mogelijk alleen beschikbaar in Windows 9x/Me.
-
-
-
Alle tekst zwart afdrukken:
is geselecteerd, wordt alle tekst in uw document zwart afgedrukt, ongeacht de kleur waarin de tekst op het scherm wordt weergegeven.
Alle tekst donkerder afdrukken:
donkerder afdrukken
donkerder afgedrukt dan normaal.
: dit is de instelling voor normale documenten.
: voor dikke lijnen en donkere afbeeldingen die u lichter
: voor dunne lijnen en lichte afbeeldingen die u donkerder
: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald
: selecteer dit keuzerondje als u wilt dat de printer op elke pagina
: als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten
Geavanceerde
.
deze optie bepaalt wat het stuurprogramma de printer
Deze optie is voor sommige
Downloaden als contour
het stuurprogramma de TrueType-lettertypen die in uw document voorkomen maar nog niet in uw printer zijn opgeslagen. Als u constateert dat de lettertypen niet juist zijn afgedrukt, kiest u Downloaden als bitmapafbeelding en drukt u het document nogmaals af. De instelling Downloaden als bitmapafbeelding is vaak handig als u afdrukt vanuit Adobe.
PCL-printerstuurprogramma gebruikt.
Downloaden als bitmap
het stuurprogramma de lettertypegegevens als bitmapafbeeldingen. Documenten met complexe lettertypen (bijv. Koreaanse of Chinese lettertypen) of verschillende soorten lettertypen worden met deze instelling sneller afgedrukt.
Grafisch afdrukken
het stuurprogramma alle lettertypen als afbeeldingen. Zo verhoogt u mogelijk de afdruksnelheid bij documenten met veel afbeeldingen en betrekkelijk weinig TrueType-lettertypes.
: als deze optie is geselecteerd, downloadt
Deze functie is alleen beschikbaar als u het
: als deze optie is geselecteerd, downloadt
: als deze optie is geselecteerd, downloadt
als
Alle tekst zwart afdrukken
als het selectievakje
ingeschakeld is, wordt alle tekst in uw document
Alle tekst
17
Standaard afdrukinstellingen
Tabblad Extra
Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik op het tabblad
Extra
om toegang te krijgen tot de volgende functies:
Tabblad
Klik op het tabblad tot de volgende functies:
1
Probleemoplossing
Probleemoplossing
om toegang te krijgen
1
2
3
1
Watermerk
U kunt een afbeelding maken die als achtergrondtekst op elke pagina in het document wordt afgedrukt. afdrukken” op pagina 23.
2
Overlay
Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
3
Uitvoeropties
Afdruksubset
worden afgedrukt. Selecteer de afdrukvolgorde in de vervolgkeuzelijst.
Normaal(1,2,3)
­laatste pagina.
-
Alle pagina’s omkeren (3,2,1)
de laatste tot de eerste pagina.
Oneven pagina’s afdrukken
­van het document met een oneven bladnummer af.
Even pagina’s afdrukken
­van het document met een even bladnummer af.
Printerlettertypen gebruiken
de printer bij het afdrukken van uw document de lettertypen die in het geheugen zijn opgeslagen en worden de lettertypen die in uw document worden gebruikt niet gedownload. Omdat het downloaden van lettertypen enige tijd in beslag neemt, verlopen afdruktaken mogelijk sneller als u deze optie selecteert. Als u deze optie inschakelt, probeert de printer lettertypen uit het geheugen te selecteren die zoveel mogelijk overeenkomen met de lettertypen in het document. Als u in uw document echter lettertypen gebruikt die sterk afwijken van de lettertypen in het geheugen van de printer, zal de afdruk er heel anders uitzien dan het document op het scherm.
u het PCL-printerstuurprogramma gebruikt.
Voor meer informatie, zie
: u kunt instellen in welke volgorde de pagina's moeten
: de printer drukt alle pagina's af van de eerste tot de
Voor meer informatie, zie
“Overlay afdrukken” op pagina 24.
: de printer drukt alle pagina's af van
: de printer drukt alleen de pagina's
: de printer drukt alleen de pagina's
: als deze optie is ingeschakeld, gebruikt
Deze functie is alleen beschikbaar als
“Watermerk
Standaard afdrukinstellingen
18
2
3
1
Printerinformatilepagina’s
Selecteer een item uit de lijst en klik op wilt afdrukken of diagnostische handelingen wilt uitvoeren.
2
Webkoppelingen
Als u beschikt over internet en een geïnstalleerde browser, klikt u op een van de webkoppelingen om rechtstreeks vanuit het stuurprogramma een verbinding te maken met een webpagina.
3
Info
Op het tabblad versienummer van het stuurprogramma weergegeven.
Info
worden de copyrightinformatie en het
Printer
als u gegevenspagina's
Tabblad Printer
Als u het venster Printereigenschappen opent via de map
Printer
is het tabblad
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de desbetreffende Windows-gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows­besturingssystemen.
1
Klik op de knop
2
Selecteer
3
Selecteer het pictogram van
4
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma en selecteer
5
Klik op het tabblad
beschikbaar. Hier stelt u de printerconfiguratie in.
Start
van Windows.
Printers en faxapparaten
Printer
en stel de gewenste opties in.
.
het printerstuurprogramma
Eigenschappen
Printers
.
.
,
Favorieten
Via de optie kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik.
Zo voegt u een instelling toe aan
1 2
3
Als u een opgeslagen instelling wilt gebruiken, selecteert u het item in de vervolgkeuzelijst volgens de instellingen van de geselecteerde favoriet.
Om een favoriet te verwijderen, selecteert u het item in de lijst en klikt u op
U kunt ook terugkeren naar de standaardinstellingen van het stuurprogramma door
Favorieten
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
Geef in het invoervenster instellingen.
Klik op
Opslaan
Wanneer u instellingen opslaat onder alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
Verwijderen
, die u terugvindt op elk tabblad Eigenschappen,
.
Favorieten
.
Printerstandaard
Favorieten
Favorieten
. De printer is nu ingesteld om af te drukken
:
een naam aan deze
Favorieten
te selecteren in de lijst.
, worden
De Help-functie
De printer heeft een Help-functie die u kunt openen met de knop in het eigenschappenvenster van de printer. Deze Help-functie geeft gedetailleerde informatie over de functies die het stuurprogramma van de printer biedt.
U kunt ook klikken op in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op een instelling.
Help
Standaard afdrukinstellingen
19
4 Geavanceerde
Meerdere pagina’s afdrukken
afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven.
O
PMERKING
Het venster gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:

Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel)

Posters afdrukken
Boekjes afdrukken
Afdrukken op beide zijden van het papier
Documenten vergroot of verkleind afdrukken
Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen
Watermerk afdrukken
Overlay afdrukken
:
Eigenschappen
van het printerstuurprogramma in de
1 2
3 4
op één vel papier (N op een vel)
U kunt aangeven hoeveel pagina’s u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt, worden de pagina’s verkleind en in de aangegeven volgorde gerangschikt. Het maximum is 16 pagina’s per vel.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Selecteer tabblad
3
Geef in de keuzelijst u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16).
4
Selecteer, indien nodig, de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst
Afdrukvolgorde
Markeer het selectievakje als u een rand om elke pagina op het vel wilt afdrukken.
5
Klik op het tabblad het papierformaat en het type papier.
6
Klik op OK en druk het document af.
Pagina’s per vel
Lay-out
.
Pagina’s per vel
.
Papier
in de keuzelijst
Paginakaders afdrukken
en selecteer de papierlade,
Type lay-out
aan hoeveel pagina's
op het
20

Geavanceerde afdrukinstellingen

Posters afdrukken

Boekjes afdrukken

Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Klik op het tabblad in de keuzelijst
3
Kies de instellingen voor de poster:
Voor de pagina-indeling kunt u kiezen uit
Poster<4x4>
of de afdruk automatisch over 4 vellen papier verdeeld.
Geef een overlap in millimeter of inch op zodat de vellen gemakkelijker aan elkaar kunnen worden geplakt.
Lay-out
Type lay-out
. Als u bijvoorbeeld
en selecteer
.
Poster afdrukken
Poster<2x2>, Poster<3x3>
Poster<2x2>
0,15 inch
selecteert, wordt
8
Met deze printerfunctie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina's zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster met de printereigenschappen.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Selecteer
Lay-out
O
PMERKING
de optie Legal of Folio.
3
Klik op het tabblad het papierformaat en het papiertype.
4
Klik op OK en druk het document af.
5
Vervolgens kunt u de pagina's vouwen en nieten.
9
Boekje afdrukken
.
: de optie Boekje afdrukken is alleen beschikbaar als
Formaat
op het tabblad
8
Papier
9
in de keuzelijst
Papier
is ingesteld op A4, Letter,
en selecteer de papierlade,
Typ e
op het tabblad
0,15 inch
4
Klik op het tabblad het papierformaat en het type papier.
5
Klik op OK en druk het document af. U kunt de poster voltooien door de vellen aan elkaar te plakken.
Papier
en selecteer de papierlade,
21
Geavanceerde afdrukinstellingen
Afdrukken op beide zijden van het
Documenten vergroot of verkleind
papier
U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Printerinstelling
door de instelling in het configuratiescherm van de printer. Als deze optie niet wordt weergegeven, beschikt uw printer niet over deze functie.
Geen
Lange zijde
Korte zijde
25
Lange zijde
Omgekeerd dubbelzijdig: hiermee kunt de algemene afdrukvolgorde
in plaats van de dubbelzijdige selecter
weergegeven, beschikt uw printer niet over deze functie.
O
PMERKING
• Druk niet af op beide zijden van etiketten, transparanten, enveloppen of dik papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen.
• Voor dubbelzijdige afdrukken kunt u alleen de volgende papierformaten gebruiken: A4, Letter, Legal en Folio met een gewicht van 75 tot 90 g/m².
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
“Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Selecteer de afdrukstand op het tabblad
3
Selecteer in het vak gewenste dubbelzijdige afdrukoptie.
4
Klik op het tabblad het papierformaat en het papiertype.
5
Klik op OK en druk het document af.
De printer drukt eerst elke oneven pagina van het document af.
: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald
, de klassieke lay-out die wordt gebruikt bij het boekbinden.
, het type dat vaak wordt gebruikt voor kalenders.
2
2
3
3
5
3
5
Korte zijde
2
3
en. Als deze optie niet wordt
:
Lay-out
Dubbelzijdig afdrukken(Handmatig)
Papier
en selecteer de papierlade,
.
de
5
afdrukken
U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Selecteer op het tabblad
3
Voer in het veld
U kunt ook klikken op of .
4
Selecteer de papierlade, het papierformaat en het type papier in
5
Klik op OK en druk het document af.
Verkleinen/Vergroten
Papier
Papieropties
.
Percentage
.
in de keuzelijst
de gewenste schaalfactor in.
Type afdruk

Document aan een geselecteerd papierformaat aanpassen

Met deze printerfunctie kunt u uw afdruktaak aanpassen aan elk
A
gewenst papierformaat, ongeacht de grootte van het digitale document. Dit kan nuttig zijn als u de details van een klein document wilt bekijken.
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Selecteer op het tabblad
3
Selecteer het juiste formaat in de vervolgkeuzelijst
4
Selecteer de papierlade, het papierformaat en het type papier in
5
Klik op OK en druk het document af.
Aan pagina aanpassen
Papier
Papieropties
.
in de keuzelijst
.
Type afdruk
Afdrukpapier
.
O
PMERKING
heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt dan eerst om de andere pagina van het document af. Zodra u de eerste zijde van de taak hebt afgedrukt, wordt er een venster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afdruktaak te voltooien.
: als uw printer geen unit voor dubbelzijdig afdrukken
Geavanceerde afdrukinstellingen
22

Watermerk afdrukken

Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken.
Er worden verschillende vooraf gedefinieerde watermerken bij de printer geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken toevoegen aan de lijst.
Bestaand watermerk gebruiken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Klik op het tabblad in de keuzelijst weergegeven in het afdrukvoorbeeld.
3
Klik op OK en druk het document af.
O
PMERKING
pagina er zal uitzien.
: het afdrukvoorbeeld geeft weer hoe de afgedrukte
Extra
en selecteer het gewenste watermerk
Watermerk
. Het geselecteerde watermerk wordt
Watermerk bewerken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in de lijst
watermerken
4
Klik op
Bijwerken
5
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
als u de wijzigingen op wilt slaan.
onder
Watermerk
wordt geopend.
Watermerk verwijderen
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Selecteer in de lijst dat u wilt verwijderen en klik op
4
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
Huidige watermerken
Verwij der en
onder Watermerk.
wordt geopend.
het watermerk
.
.
Huidige
Nieuw watermerk maken
1
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
2
Klik op het tabblad Het venster
3
Typ tekst in het vak uit 40 tekens bestaan. De tekst wordt in het voorbeeldvenster
getoond.
Als u
Alleen eerste pagina
alleen op de eerste pagina afgedrukt.
4
Selecteer de watermerkopties.
U kunt de naam, stijl, grootte en het grijstintenniveau van het lettertype aangeven onder van het watermerk instellen onder
5
Klik op
Toevoegen
toe te voegen.
6
Nadat u klaar bent met bewerken, klikt u op OK en drukt u het document af.
Als u geen watermerk meer wilt afdrukken, selecteert u in de keuzelijst
Watermerk
Extra
op
Bewerken
Watermerk bewerken
Tekst in watermerk
aankruist, wordt het watermerk
Lettertypekenmerken
om het nieuwe watermerk aan de lijst
.
onder
wordt geopend.
. De tekst mag maximaal
Hoek tekst
Watermerk
en de hoek
.
(Geen watermerk)
.
23
Geavanceerde afdrukinstellingen
Dear ABC
Regards
WORLD BEST
WORLD BEST

Overlay afdrukken

Wat is een overlay?
Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren. In plaats daarvan kunt u een overlay samenstellen die dezelfde informatie bevat en geeft u aan de printer door welke overlay voor uw document gebruikt moet worden. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in de printer te plaatsen. U hoeft alleen maar aan te geven dat de printer de briefhoofdoverlay moet afdrukken op uw document.
Nieuwe overlay maken
Voordat u een overlay kunt gebruiken, moet u een nieuwe overlay samenstellen die bijvoorbeeld het logo en de adresgegevens van uw bedrijf of een afbeelding bevat.
1
Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding
precies op de plaats staat waar deze afgedrukt moet worden.
2
Ga naar de printereigenschappen als u het document als een overlay wilt opslaan. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
3
Klik op het tabblad
4
Klik in het venster Overlay bewerken op
5
In het venster Overlay maken voert u in het vak een naam van maximaal 8 posities in. Selecteer eventueel het
pad naar de bestemming (standaard is dit C:\Formover).
6
Klik op
Opslaan
7
Klik op OK of
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de vaste schijf van uw computer.
Extra
op
Bewerken
. De naam verschijnt in het vak
Ja
als u klaar bent met het maken van de overlay.
onder
Overlay
Overlay maken
Bestandsnaam
Lijst van overlays
.
.
.
Overlay gebruiken
Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt:
1
Open een document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document aan.
2
Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer.
Zie “Documenten afdrukken” op pagina 14.
3
Klik op het tabblad
4
Selecteer de gewenste overlay in de keuzelijst
5
Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de lijst voorkomt, klikt u op
u het overlaybestand.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden via het venster
Overlay laden
Klik op
Openen
verschijnt in het vak Selecteer de overlay in de keuzelijst
6
Klik, indien nodig, op Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens wanneer
u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en een overlay werd geselecteerd, wordt de overlay automatisch afgedrukt op uw document.
7
Klik op OK of Ja totdat het afdrukken wordt gestart.
De geselecteerde overlay wordt samen met uw afdruktaak gedownload en wordt op uw document afgedrukt.
O
PMERKING
zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
: de resolutie van het overlaydocument moet dezelfde
Extra
.
Overlay
Bewerken
.
als u het bestand hebt geladen. Het bestand
Lijst van overlays
Overlay bevestigen voor afdrukken
en op
Overlay laden
en kan worden afgedrukt.
Lijst van overlays
.
Overlay
en selecteert
.
.
O
PMERKING
zijn als de documenten die u met de overlay afdrukt. Stel geen overlays met watermerken samen.
: het documentformaat van de overlay moet hetzelfde
Geavanceerde afdrukinstellingen
24
Overlay verwijderen
U kunt paginaoverlays die u niet meer gebruikt verwijderen.
1
Klik in het venster met de printereigenschappen op het tabblad
2
Klik op
Bewerken
3
Selecteer in de
4
Klik op
Overlay verwijderen
5
Wanneer er een venster verschijnt waarin om een bevestiging wordt gevraagd, klikt u op
6
Klik zo vaak als nodig op OK totdat u het venster Afdrukken verlaten hebt.
onder
Overlay
Lijst van overlays
.
Ja
.
.
de overlay die u wilt verwijderen.
Extra
.
5 Gebruik van

Probleemoplossingsgids openen

hulpprogramma's
(Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)
Als zich tijdens het afdrukken een fout voordoet, verschijnt het statusmonitorvenster met een foutmelding.
N.B.
:
• Om het programma Statusmonitor te kunnen gebruiken, dient u te beschikken over:
- Een USB- of netwerkaansluiting.
- Windows 98 of hoger (Windows NT 4.0 kan alleen worden gebruikt voor printers met netwerkondersteuning).
- Controleer in de gebruikershandleiding van de printer
onder Printerspecificaties welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.

Hulpprogramma Printerinstellingen

Dubbelklik op het pictogram van Statusmonitor op de Windows-taakbalk.
Dubbelklik op dit pictogram.
Of selecteer in het menu
programma’s Probleemoplossingsgids
→ Xerox Phaser 3125 →
Start, Programma’s
.
of
Alle

De programma-instellingen van Statusmonitor wijzigen

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Statusmonitor op de Windows-taakbalk. Selecteer
Het volgende venster verschijnt.
Option
.
Via het hulpprogramma Printerinstellingen configureert en controleert u de afdrukinstellingen.
1
Ga naar het menu
programma's
2
Wijzig de instellingen.
3
Klik op
Apply (Toepassen)
te sturen.
Start
en selecteer
Xerox Phaser 3125 → Printerinstellingen
Programma's
om de wijzigingen naar de printer
of
Alle
.
Help-aanwijzingen op het scherm
Klik voor meer informatie over het hulpprogramma voor de printerinstellingen op .
• Als u het selectievakje
network printer
als de afdruktaak is voltooid
netwerkconfiguratie ondersteunen)
• Bij
Display when error occurs during printing
tekstballon weergegeven als tijdens het afdrukken een fout optreedt.
•Via
Schedule an automatic status checking every
computer de printerstatus regelmatig bijwerken. Als u een waarde dicht bij een (1) kiest, controleert de computer de printerstatus vaker, waardoor u sneller een foutmelding krijgt bij een printerfout.
Display when job is finished for
markeert, wordt een tekstballon weergegeven
(enkel voor printers die een
.
wordt een
kan de
25

Gebruik van hulpprogramma's (Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)

6 Windows PostScript-
stuurprogramma
(Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)
Dit onderwerp is van belang als u het PostScript-stuurprogramma op de cd-rom van het systeem wilt gebruiken om een document af te drukken.
PPD's bieden in combinatie met het PostScript-stuurprogramma toegang tot de printerfuncties en stellen de computer ertoe in staat om met de printer te communiceren. Een installatieprogramma voor de PPD's vindt u op de bijgeleverde software-cd-rom.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:

Printerinstellingen

Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle opties die u nodig hebt wanneer u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor de afdruktaak nodig hebt, controleren en wijzigen.
Hoe het venster met de printereigenschappen er uitziet, hangt af van het besturingssysteem. In deze softwarehandleiding wordt het eigenschappenvenster van Windows XP weergegeven.
Het venster gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
NB
:
• De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst de afdrukinstellingen in de softwaretoepassing te wijzigen en alleen instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het printerstuurprogramma.
• Deze instellingen gelden zolang u het programma niet afsluit.
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven,
brengt u ze aan in de map Printers.
• De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de gebruikershandleiding of on line Help van Windows voor andere Windows-besturingssystemen.
1. Klik op de knop
2. Selecteer Printers en faxapparaten.
3. Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printer-
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.
Eigenschappen
stuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
van het printerstuurprogramma in de
Start
van Windows.
Geavanceerd
Als u de geavanceerde opties wilt gebruiken, klikt u op de knop
Geavanceerd
Papier/uitvoer Grafisch
• afdruktaken.
Documentopties
of -printerfuncties in.
.
: met deze optie selecteert u het papierformaat in de lade.
: met deze optie regelt u de afdrukkwaliteit voor specifieke
: met deze opties stelt u de PostScript-opties
De Help-functie
U kunt klikken op in de rechterbovenhoek van het venster en vervolgens op een instelling.
26

Windows PostScript-stuurprogramma (Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)

7 Een lokale printer delen
U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd.
De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windows­gebruikershandleiding of on line Help voor andere Windows­besturingssystemen.
O
PMERKINGEN
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. Zie Compatibiliteit met besturingssysteem onder Printerspecificaties in de printerhandleiding.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde cd-rom.
:

Instellen als hostcomputer

1
Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart.
2
Selecteer in het menu
3
Dubbelklik op
4
Selecteer
5
Schakel het selectievakje
6
Typ een naam in het veld
het pictogram van het printerstuurprogramma
Delen
Start
de optie
in het menu
Deze printer delen
Deelnaam
Printers en faxapparaten
Printer
.
in.
en klik vervolgens op OK.

Instellen als clientcomputer

1
Klik met de rechtermuisknop op
2
Klik in de linkerkolom op de netwerkmap zodat deze wordt geopend.
3
Klik vervolgens op de deelnaam.
4
Selecteer in het menu
5
Dubbelklik op
6
Selecteer
7
Klik op
8
Selecteer
9
Typ een deelnaam in het veld
10
Klik achtereenvolgens op OK en
11
Klik achtereenvolgens op
het pictogram van het printerstuurprogramma
Eigenschappen
Poort toevoegen
Local Port
Start
en klik op
Start
en selecteer
de optie
in het menu
op het tabblad
Toepassen
Printers en faxapparaten
Printer
Poorten
Nieuwe poort
Geef een poortnaam op
Close
.
en OK.
Verkenner
.
.
.
.
.
.
.
.
.
27

Een lokale printer delen

8 Uw printer gebruiken
Printerstuurprogramma
in combinatie met een Macintosh
(Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)
Uw printer ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USB-interface of 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het stuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren.
O
PMERKING
netwerkinterface. Controleer in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
• Printerstuurprogramma installeren voor Macintosh
• Printer instellen
• Tijdens het afdrukken
:
sommige printers ondersteunen geen
installeren voor Macintosh
De cd-rom met het PostScript-stuurprogramma die bij uw printer is geleverd, bevat het PPD-bestand waarmee u het PS­stuurprogramma (Apple LaserWriter-stuurprogramma) kunt gebruiken om af te drukken vanaf een Macintosh-computer.
Printerstuurprogramma installeren
1
Sluit de printer aan op de computer via de USB-kabel of de ethernetkabel.
2
Zet de computer en de printer aan.
3
Plaats de cd-rom met het PostScript-stuurprogramma die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station van uw computer.
4
Dubbelklik op het op het bureaublad van uw Macintosh-computer.
5
Dubbelklik op de map
6
Dubbelklik op de map
7
Dubbelklik voor Mac OS 8.6~9.2 op het pictogram
3125_ Classic
Dubbelklik voor Mac OS 10.1~10.4 op het pictogram
Phaser 3125_ OSX
8
Klik op
9
Klik op
10
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op
Continue
Install
cd-rom-pictogram
MAC_Installer
MAC_Printer
.
.
.
.
dat verschijnt
.
.
Xerox Phaser
Xerox
Quit
.
Installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken
U moet de installatie ongedaan maken voordat u een nieuwe versie installeert of als de installatie niet is gelukt.
1
Plaats de cd-rom met het PostScript-stuurprogramma die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station van
uw computer.
2
Dubbelklik op het op het bureaublad van uw Macintosh-computer.
3
Dubbelklik op de map
4
Dubbelklik op de map
5
Dubbelklik voor Mac OS 8.6~9.2 op het pictogram
3125_ Classic
Dubbelklik voor Mac OS 10.1~10.4 op het pictogram
Phaser 3125_ OSX
6
Klik op
7
Selecteer
8
Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op
28

Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh (Alleen Phaser 3125/B, 3125/N)

Continue
Uninstall
cd-rom-pictogram
MAC_Installer
MAC_Printer
.
.
.
en klik vervolgens op
dat verschijnt
.
.
Xerox Phaser
Xerox
Uninstall
.
Quit
.

Printer instellen

De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel.
Voor een Macintosh die op een netwerk is aangesloten
O
PMERKING
netwerkinterface. Controleer voordat u uw printer aansluit in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
1
Volg de aanwijzingen in “Printerstuurprogramma installeren voor Macintosh” op pagina 28 om het PPD-bestand op uw computer te installeren.
2
Open Utilities.
3
Klik op
4
Selecteer het tabblad
De naam van uw apparaat verschijnt in de lijst. Selecteer
XRX000xxxxxxxxx
per apparaat verschilt.
5
Klik op
6
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
uw printer
De naam van uw apparaat verschijnt in de lijst met printers en wordt ingesteld als standaardprinter.
:
sommige printers ondersteunen geen
Print Center
Add
in de printerlijst.
Add
.
bij
of
in het printervak, waarbij
Xerox
bij
Model Name
Printer Setup Utility
AppleTalk
Printer Model
.
en de
.
in de map
xxxxxxxxx
naam van

Tijdens het afdrukken

NB
:
• Het Macintosh-printereigenschappenvenster in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
U kunt de naam van de printer controleren
op de bijgeleverde cd-rom.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh, moet u in elke toepassing die u gebruikt de printersoftware-instelling controleren. Ga als volgt te werk om af te drukken vanaf een Macintosh.
1
Open een Macintosh-toepassing en selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
2
Open het menu
Setup
in sommige toepassingen).
3
Kies het papierformaat, de afdrukstand, de schaal en andere opties, en klik op
File
en klik op
Page Setup (Document
OK
.
Zorg dat uw printer is geselecteerd
Voor een Macintosh die via USB is aangesloten
1
Volg de aanwijzingen in “Printerstuurprogramma installeren voor Macintosh” op pagina 28 om het PPD-bestand op uw
computer te installeren.
2
Open
Print Center
Utilities.
3
Klik op
4
Selecteer het tabblad
5
Selecteer de
6
Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt, selecteert u
uw printer
De naam van uw apparaat verschijnt in de lijst met printers en wordt ingesteld als standaardprinter.
Add
in de printerlijst.
bij
of
Printer Setup Utility
USB
.
naam van uw printer
Xerox
bij
Printer Model
Model Name
.
in de map
en klik op
en de
naam van
Add
.
Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh
29
Mac OS 10.3
4
Open het menu
5
Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina's u wilt afdrukken.
6
Klik op
Print
File
en klik op
als u klaar bent met het instellen van de opties.
Print
.
Afdrukinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Selecteer
De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat afgezien van de naam uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Lay-outinstellingen
Het tabblad van het document op de afgedrukte pagina kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina's op één vel papier afdrukken.
Selecteer krijgen tot de volgende functies. Zie “Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier” op de volgende pagina voor meer informatie.
Print
in het menu
Layout
Layout
File
van uw Macintosh-toepassing.
bevat opties waarmee u de weergave
in de keuzelijst
Presets
om toegang te
Printerfuncties instellen
Het tabblad u de papiersoort kunt selecteren en de afdrukkwaliteit kunt instellen.
Selecteer om toegang te krijgen tot de volgende functies:
Mac OS 10.3
Printer Features
Printer Features
bevat opties waarmee
in de keuzelijst
Presets
Image Mode
Met deze modus kunt u de kwaliteit van de afdrukken verbeteren. De beschikbare opties zijn Normal en Text Enhance.
Fit to Page
Deze printereigenschap stelt u in staat uw afdruktaak aan te passen aan om het even welk geselecteerd papierformaat, ongeacht het formaat van het digitale document. Dit kan nuttig zijn wanneer u de details van een klein document wilt bekijken.
Mac OS 10.3
Paper Type
Stel
Type
in
op basis van u wenst af te drukken. Zo krijgt u de beste afdrukkwaliteit. Als u ander afdrukmateriaal plaatst, selecteert u het bijbehorende papiertype.
het papier in de lade van waaruit
Resolution (Quality)
Welke resolutieopties u kunt selecteren, hangt mogelijk af van het printermodel.
selecteren. Hoe hoger de waarde, hoe scherper de afgedrukte tekens en afbeeldingen. Als u een hoge instelling selecteert, kan het bovendien iets langer duren voordat het document is afgedrukt.
U kunt
hier d
e afdrukresolutie
30
Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken.
1
Selecteer toepassing.
2
Selecteer
Print
in het menu
Layout
File
van uw Macintosh-
.
Mac OS 10.3
3
Selecteer het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken via de keuzelijst
4
Selecteer de paginavolgorde met de optie
Als u rond elke pagina op het vel een rand wilt afdrukken, selecteert u de gewenste optie in de keuzelijst
5
Klik op pagina's af op één zijde van elke pagina.
Print
. De printer drukt het geselecteerde aantal
Pages per Sheet
Layout Direction
Border
.
.
.
31
Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh
SOFTWARE
INDEX
A
afdrukken
aan pagina aanpassen boekjes document dubbelzijdig meer pagina's per vel
overlay poster schalen vanuit Macintosh vanuit Windows watermerk
afdrukstand, afdrukken
Windows
21
14
Macintosh Windows
24
23
22
23
15
22
31
20
22
29
14
B
boekjes afdrukken
21
D
document, afdrukken
Macintosh Windows
dubbelzijdig afdrukken
29
14
22
E
Extra, tabblad, eigenschappen, instellen
F
favorieten, instellingen, gebruik
19
G
geavanceerd afdrukken, gebruik grafische eigenschappen, instellen
20
17
18
H
help, gebruik Help, gebruiken
19
26
I
installatie ongedaan maken, software
Macintosh Windows
installeren
printerstuurprogramma
Macintosh Windows
instellen
afbeeldingsmodus contrast favorieten resolutie
Macintosh Windows
tonerspaarstand TrueType
28
11
28
4
17
17
19
30
17
17
17
L
lay-outeigenschappen, instellen
Macintosh Windows
30
15
M
Macintosh
afdrukken printer instellen stuurprogramma
installatie ongedaan maken installeren
meer pagina's per vel afdrukken
Macintosh Windows
29
29
28
28
31
20
O
overlay
afdrukken maken verwijderen
24
24
24
P
papierbron, instellen
Windows papiereigenschappen, instellen papierformaat, instellen papiersoort, instellen
Macintosh poster, afdrukken PostScript-stuurprogramma
installeren printer software
install
printereigenschappen, instellen
Macintosh
Windows printerresolutie, instellen
Macintosh
Windows printersoftware
installatie ongedaan maken
installeren
printerstuurprogramma
installeren
16
30
26
Windows
30
15, 26
30
17
Macintosh Windows
Windows
Macintosh
16
21
12
28
11
4
28
S
software
install
Windows
installatie ongedaan maken
Macintosh
12
28
16
32
Windows
installeren
Macintosh Windows
opnieuw installeren
Windows
systeemeisen
Macintosh
status monitor, use
11
28
4
10
28
25
T
taal, wijzigen tonerspaarstand, instellen
10
W
watermerk
afdrukken bewerken maken verwijderen
23
23
23
23
17
33
Loading...