Bediening van de machine
Sorteer het wasgoed volgens
de verzorgingssymbolen
Niet drogen in wasdroger
Geschikt voor wasdroger -
Geschikt voor wasdroger
bij lage temperaturen
Opties kiezen
(indien aanwezig)
Einde programma wasdroger uitladen
Aanvullende informatie (inclusief storingen zoeken en service) kunt u vinden in de afzonderlijke hoofdstukken van de Instructies
voor Gebruik.
Sorteer wasgoed naar:
Materiaaldikte: Wanneer er meer wasgoed is dan de wasdroger aankan, dient u het
wasgoed te scheiden naar gewicht (bijv. droge handdoeken en dun ondergoed
afzonderlijk).
Type materiaal: Katoen (linnen); synthetisch textiel (easy-care).
Gewenste droogheid: Kastdroog, strijkdroog, enz.
Niet drogen in wasdroger: Wollen weefsels, zijden, nylon kousen, fijn borduurwerk,
stoffen met metalen decoraties, omvangrijke artikelen zoals slaapzakken of kussens.
Controleer dat alle bevestigingen vastgemaakt zijn en dat zakken leeg zijn. Controleer
of het wasgoed sigarettenaanstekers bevat. Keer wasgoed binnenstebuiten.
Plaats het wasgoed losjes in de trommel zodat het gelijkmatig kan drogen. Sluit
vervolgens de deur.
Kies het gewenste droogprogramma door de programmakeuzeknop te verdraaien
(zie voor meer informatie de programmatabel).
Kies een tijdprogramma voor het drogen van kleine ladingen.
Kies het gewenste programma door op de bijbehorende knop te drukken.
Het controlelampje boven de betreffende knop gaat branden om uw keuze te
bevestigen.
Een snel knipperend lampje geeft aan dat een verkeerde keuze is gemaakt
(niet compatibele optie). Druk opnieuw op de knop om de optie te annuleren.
Het droogprogramma wordt gestart door op de “Start” knop te drukken.
Het bijbehorende controlelampje gaat branden. Een snel knipperend “Start” lampje
geeft aan dat de deur niet goed gesloten is of dat de warmtewisselaar niet goed
ingestoken is.
Programmakeuze wijzigen: Indien het gekozen programma tijdens het drogen wordt
gewijzigd, stopt de wasdroger. Het “Start” controlelampje knippert.
Om het nieuwe programma in te schakelen, drukt u opnieuw op de “Start” knop.
Waarschuwing: Stop een wasdroger nooit voor het einde van de droogcyclus, tenzij
alle artikelen snel verwijderd en uitgespreid worden om de hitte te laten ontsnappen.
Pluisfilter reinigen: Open de deur, trek het pluisfilter omhoog en uit de machine en open het. Verwijder het pluis met behulp van
een zachte borstel of met uw vingertoppen. Sluit het pluisfilter en druk het stevig terug op zijn plaats (meer gedetailleerde
informatie vindt u in de Instructies voor Gebruik).
Het waterreservoir leegmaken: Trek het reservoir aan de hendel naar buiten en maak het leeg. Breng het lege reservoir weer a an
en druk het helemaal terug op zijn plaats.
Maak het waterreservoir na elke droogcyclus leeg, omdat bij een vol waterreservoir de droogcyclus wordt afgebroken voordat
het wasgoed droog is.
Let op! Gebruik alleen additieven/kunststof voorwerpen die wasdrogerveilig zijn, en spoel voorwerpen die met vlekverwijderaar
zijn behandeld grondig met ruim water af alvorens ze te drogen. Droog nooit rubber voorwerpen of voorwerpen die met
plantaardige olie zijn bevlekt in de wasdroger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan wasgoed, veroorzaakt door ongeschikte of onjuiste
wasinstructies die in het artikel of in het kledingstuk vermeld zijn.
He laatste deel van een droogcyclus verloopt zonder hitte (afkoelcyclus) om ervoor te
zorgen dat de temperatuur van de artikelen daalt om kreuken te voorkomen.
Anti-kreuk: Indien het wasgoed aan het einde van de droogcyclus niet uit de trommel
wordt verwijderd, treedt gedurende maximaal 15 minuten een automatisch e antikreukcyclus in werking. De trommel draait om te voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Einde: Neem het wasgoed uit de wasdroger. De droogcyclus is voltooid en de antikreukfase is bereikt (actief).
Zet de programmakeuzeknop op “Off” (“O”).
1
2
Door de droogcyclus te onderbreken en opnieuw te starten, wordt de droogtijd aanzienlijk verlengd; dit kan tot overdrogen leiden.
Overzicht van programma's Extra functies
Typ e tex ti el
Stoffen
Programma's / Droogheidsniveau's
Dik wasgoed met meerdere lagen, zoals: badstof
handdoeken, badstof badjassen.
Gelijkwaardige soorten wasgoed die niet gestreken
hoeven te worden, zoals: droge handdoeken,
bedlinnen, ondergoed, babykleding, T-shirts, katoenen
sokken.
Wasgoed dat gestreken moet worden, zoals: bed- en
tafellinnen, droge handdoeken, T-shirts, poloshirts,
werkkleding.
Wasgoed met dikke gedeelten en meerdere lagen,
zoals: bed- en tafellinnen, trainingspakken, pa rka's,
dekens.
Wasgoed dat niet gestreken hoeft te worden, zoals:
shirts, bloezen, T-shirts, sportkleding.
Katoenen of linnen heet te
wassen/gekleurd wasgoed
Max. 6 kg
Easy-care wasgoed (strijken
overbodig) van synthetische of
gemengde vezels of katoen
6Kg
Extra droog
Kastdroog **
Strijkdroog **
Extra droog
Kastdroog **
Laadvolume
kg*
3,0
6,0
3,0
6,0
3,0
6,0
1,0
3,0
1,0
3,0
Zacht
Droog plus
X X
X X
X X
X X
X X
Geschatte droogtijden
(in minuten)
Zeer nat
wasgoed
Nat wasgoed
115’
170’
100’
145’
70’
110’
55’
75’
50’
65’
100’
150’
85’
125’
60’
95’
45’
60
40’
50’
Strijkdroog
6Kg
Gemengde lading
Wasgoed wordt 30 minuten lang
gelucht, verfrist en gestort zonder te
* Gewicht van gemiddelde en maximale lading.
** Testprogramma's conform EN 61121, getest met maximaal toegelaten laadcapaciteit.
verwarmen.
10’ 20’ 30’ 40’ 60’ 90’
Wasgoed dat gestreken moet worden, zoals: broeken,
jurken, rokken, shirts, bloezen.
T-shirts, bloezen, handdoeken, ondergoed,
sportkleding.
Alle textielsoorten.
Extra droogtijd voor textielsoorten die niet geschikt
zijn voor andere programma's, voor het afronden van
de droogcyclus en voor kleine ladingen (<1,0 kg).
Max. 3 kg
Katoen - synthetisch mengsel
Max. 3 kg
Alle stoffen
1,0
3,0
X X
35’
50’
25’
40’
3,0 X — 110’ 95’
— — — — —
— X —
10’ 20’ 30’
40’ 60’ 90’