Whirlpool AWM 019 User Manual [nl]

Page 1
KORTE HANDLEIDING NL
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
•U DIENT ZICH BESLIST AAN DE "AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE" TE HOUDEN".
•VOORDAT U DE WASAUTOMAAT IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE VEILIGHEIDSBEUGELS DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN.
De waterkraan opendraaien.
1.
De deur sluiten.
2.
Een beetje wasmiddel in het bakje doen (ca. 100 ml).
3.
Een snel programma kiezen (zie de programmatabel).
4.
Als het functioneringslampje brandt, wil dat zeggen dat de wasmachine ingeschakeld is.
5.
Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
6.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek gebruikt is om de machine te testen, verwijderd.
DAGELIJKS GEBRUIK:
De waterkraan opendraaien.
1.
Het wasgoed naar textielsoort en kleur sorteren en de machine vullen.
2.
De deur sluiten.
3.
Het wasmiddel en eventuele nabehandelingsmiddelen in het bakje doen.
4.
Het programma, de temperatuur en de extra functies selecteren.
5.
Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde
6.
ingedrukt.
OPMERKING: Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma’s Katoen en Synthetische
(beide zonder voorwas) is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie "Snel" gekozen is.
59
Page 2
6061626364
Page 3
Page 4
Page 5
Page 6
Page 7
65
Page 8
NL INHOUD
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
TRANSPORT
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUKTEN
HET VERVEN EN BLEKEN VAN WASGOED
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
70+71
Pagina
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA / START VAN HET PROGRAMMA
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
Pagina
Pagina
72+73
RESTERENDE TIJD / FASEWIJZER VAN HET PROGRAMMA
Pagina
67
68
68
68
69
71
71
73
BLOKKEREN VAN DE DEUR/ EINDE VAN HET PROGRAMMA / HET WIJZIGEN VAN EEN PROGRAMMA
WIJZIGEN / AFBREKEN VAN EEN PROGRAMMA
Pagina
Pagina
74
74
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
KINDERBEVEILIGING
STORINGEN - WAT TE DOEN?
KLANTENSERVICE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
66
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
75
76
76
77+78
79
80
Page 9
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
Werkblad
1.
Bedieningspaneel
2.
Lade voor wasmiddel
3.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
4.
Deur
5.
Handgreep voor het openen van de deur
6.
Om de deur te openen op de knop aan de binnenkant van de handgreep drukken en trekken
-
Om de deur te sluiten zachtjes duwen (totdat u een klik hoort)
-
Kinderbeveiliging (binnenin de deur)
7.
Filter voor vreemde voorwerpen (achter het deurtje)
8.
Afvoer van restwater
9.
67
Page 10
MILIEUTIPS
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% geschikt voor recycling, hetgeen wordt
aangeduid door het recyclingsymbool .
Produkt
De wasmachine is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Voor het afvoeren van de machine, de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking volgen. Alvorens de machine af te schaffen hem onbruikbaar maken door de stekker te verwijderen en de voedingskabel door te snijden.
Ecologische tips
Was, voor zover dit mogelijk is, altijd met een
-
volledig beladen trommel (afhankelijk van het gekozen programma), voor een optimaal gebruik van energie en water.
Voor licht of normaal vervuild wasgoed een
-
programma zonder voorwas gebruiken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor
huishoudelijke doelen.
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
-
programma bij lage temperatuur of een kort wasprogramma.
Wanneer de trommel niet vol is, de toets
-
"halve belading" indrukken (indien voorzien) en de hoeveelheid wasmiddel verminderen.
Indien het wasgoed in een wasdroger
-
gedroogd zal worden, raden wij u aan het op de maximumsnelheid te centrifugeren (afhankelijk van het gekozen programma), zodat er voor het drogen minder elektriciteit nodig zal zijn.
De op de verpakking door de fabrikant
-
aangegeven dosering wasmiddel niet overschrijden.
Gebruik alleen vlekkenmiddelen indien dit
-
echt noodzakelijk is.
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet
forceren.
Wees er zeker van dat de installatie en de
elektrische en hydraulische aansluiting uitgevoerd worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften (zie "Aanwijzingen voor de installatie").
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of het apparaat schoon te maken, de wasmachine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Wanneer de machine niet in werking is, de
stroomtoevoer uitschakelen en de waterkraan dichtdraaien.
Trek de stekker uit het stopcontact.
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
3.
68
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen
of in de trommel klimmen. Niet tegen de deur leunen.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken piepschuim etc.) buiten het bereik van kinderen. Dit materiaal vormt een mogelijke bron van gevaar.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de EG-Richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
TRANSPORT
Laat het restwater uit de slangen en uit de
4.
wasmachine wegstromen (zie "Afvoeren van het restwater").
Monteer de beschermbeugels voor het
5.
transport (zie de "Aanwijzingen voor de installatie"). Dit is verplicht.
Page 11
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1. Het wasgoed sorteren naar...
Textielsoort/het symbool dat het op het etiket staat
Katoen, gemengde weefsels, synthetische weefsels, wol.
De kleuren
Gekleurde en witte was altijd scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.
De afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen door elkaar, voor een optimale verdeling van de belading in de trommel.
Teer wasgoed
Teer wasgoed apart wassen. Gebruik speciale programma's voor Zuiver Scheerwol , gordijnen
en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen, of doe de gordijnen met ringen in een stoffen zak. Was alleen wasgoed dat in de wasmachine gewassen kan worden. Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's, ceintuurs, etc.) of stukken met haakjes (b.v. b.h.s) in een speciale waszak of in kussenslopen met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir ernstig beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen, haken dicht. Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Bloed-, melk-, eiervlekken enz. worden normaal
gesproken tijdens het wasprogramma verwijderd door de automatische werking van de enzymen.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken
enz. vlekkenmiddel toe in het wasmiddelbakje van de lade. Voor hardnekkige vlekken het wasgoed zo nodig
vooraf behandelen met een ontvlekkingsmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
De deur openen.
1.
Het wasgoed uitvouwen en in de trommel stoppen,
2.
zonder het aan te drukken.
Deur sluiten.
3.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
Indien de trommel te vol is, wordt het
69
Page 12
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUKTEN
KEUZE
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetisch wasgoed, teer wasgoed, wol) Opmerking: gebruik voor wol uitsluitend speciale wasmiddelen.
de kleur
de temperatuur van het wasprogramma
het soort vuil
Opmerkingen
Eventuele witte resten op donkere stukken
:
textiel zijn het gevolg van de niet oplosbare onthardingsprodukten in de moderne wasmiddelen zonder fosfaten. Als dit gebeurt, betreffende stukken uitkloppen en/of borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de nabehandelingsprodukten op een droge plek, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsprodukten die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik. Gebruik alleen wateronthardings, ontkalkings­middelen en textielverf die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine). Was geen met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen behandelde stoffen in de wasmachine.
HARDHEID VAN HET WATER
DOSERING
De doseeraanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel aanhouden, afhankelijk van:
de mate en het soort vuil
de belading
-
volledige belading: volg de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant
-
sparen: 3/4 van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel
de hardheid van het water (vraag hieromtrent eventueel informatie bij de gemeente waar u woont): bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
een te hoge dosering wasmiddel kan tot een te sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich teveel schuim heeft gevormd, zorgt de wasmachine ervoor dat hij niet centrifugeert.
Bij onvoldoende dosering van het wasmiddel wordt het wasgoed grauw en wordt kalkaanslag op het verwarmingselement en de trommel bevorderd.
Hardheids-categorie
van het water
1 2 3 4
Eigenschappen Duitse
zacht
middel
hard
zeer hard
hardheid°dH
0-7
7-14
14-21
boven 21
Franse
hardheid °fH
0-12 12-25 25-37
boven 37
Engelse
hardheid °eH
0-9
9-17
17-26
boven 26
Regel de markering voor de hardheid van het water in de lade voor het wasmiddel in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de wasmachine geïnstalleerd is, door de markering zijwaarts in de gewenste positie te verplaatsen.
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET WAS­EN NABEHANDELINGSPRODUKTEN
1.
Trek de wasmiddellade naar buiten.
2.
Voeg het wasmiddel in de lade toe
Programmas met voor- en hoofdwas
Programmas zonder voorwas, alleen hoofdwas Als er vloeibare wasmiddelen gebruikt worden, verwijder dan het gekleurde inzetstuk uit de zeeplade en zet het in het bakje . De verdeling op het inzetstuk vergemakkelijkt het doseren.
Wasverzachter en stijfsel (tot aan het "max." vullen)
Vlekkenmiddelen
Ontkalkingsmiddel (wanneer het water een hardheid van 4 heeft)
Stijfsel (van te voren opgelost in water)
70
Page 13
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUKTEN
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
3.
Opmerkingen:
Om bij het gebruik van hooggeconcentreerde
wasmiddelen in vloeibare en in poedervorm, problemen bij het doseren te voorkomen, de in de handel verkrijgbare doseringshulpmiddelen gebruiken en het wasmiddel rechtstreeks in de trommel doen.
Bij programmas met voorwas kan voor deze
extra functie een vloeibaar wasmiddel worden
gebruikt. In dat geval is er voor het hoofdwasprogramma waspoeder nodig.
Wanneer de extra functie "Start selectie"
ingesteld wordt, moet het wasmiddel met een doseringshulpmiddel in de trommel gedaan worden.
Bij het gebruik van geconcentreerde
wasverzachters, dient u water toe te voegen in de wasmiddellade, totdat het niveau "max" bereikt is.
HET VERVEN EN BLEKEN VAN WASGOED
Verven:
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en zout. Doe de kleurstof, het fixeermiddel en vervolgens het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas daarna de machine met wasgoed.
de in de handel verkrijgbare produkten
Gebruik alleen produkten die geschikt zijn
voor wasautomaten. Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant
van de verf. Na het verven kunnen de plastic en rubber
delen van de wasmachine gekleurd zijn.
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA / START VAN HET
PROGRAMMA
(Zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
Draai de waterkraan open.
1.
Draai de programmakeuzeknop in een
2.
willekeurige richting op de gewenste temperatuur. Het branden van het functioneringslampje geeft aan dat de wasautomaat is ingeschakeld. De wijzer Resttijd (indien aanwezig) toont de duur van het gekozen programma (zie ook "Resterende tijd en FASEWIJZER VAN HET PROGRAMMA").
Stel de gewenste extra functies in
3.
(afhankelijk van het model). De ingestelde extra functies worden aangegeven doordat het bijbehorende lampje gaat branden. Als er ongeschikte combinaties van programma en extra functie gekozen worden, klinkt er een geluidssignaal. Ongeoorloofde combinaties van extra functies worden automatisch uitgezet.
Het lampje boven de "Start"-toets knippert.
4.
Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt. Als de extra functie "Start Selectie" is ingesteld, knippert het bijbehorende lampje. Door de toets "Start Selectie" onder het digitale display in te drukken, kunt u van de weergave "Resttijd" in minuten overgaan naar de weergave "Start Selectie" in uren. Zie ook de extra functie "Start Selectie".
2
71
Page 14
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
(Afhankelijk van het model, zie ook de aparte programmatabel)
Indien er een ongeschikte combinatie van
programma en extra functie ingesteld wordt, klinkt er een geluidssignaal. Ongeoorloofde combinaties van extra functies worden automatisch ongedaan gemaakt.
Alle extra functies kunnen tegelijkertijd
worden uitgezet door de programmakeuzeknop ongeveer een seconde op "Afpompen" te zetten.
Opmerking:
Programma
Katoen
Synthetisch
Fijne was
Wol
Spoelen + lang centrifugeren
Kort centrifugeren
* Voor een betere verzorging van de stukken wordt de effectieve centrifugeersnelheid beperkt tot 900 toeren/min. (Op de indicator 1000 toeren/min.).
Aan ieder programma wordt automatisch een maximale centrifugeersnelheid toegekend.
1400 1300 1200 1100 1000
900* 900* 900* 900* 900
900* 900* 900* 900* 900
900* 900* 900* 900* 900
1400 1300 1200 1100 1000
900* 900* 900* 900* 900
Centrifuge
Stel de gewenste snelheid in door op de toets
te drukken.
Wijzer De ingestelde centrifugeersnelheid wordt aangegeven doordat het bijbehorende lampje gaat branden.
Centrifugeersnelheid in toeren/min.
(afhankelijk van het model)
Voorwas
Wij raden deze functie alleen aan in het geval
van zeer vuil wasgoed (b.v. zand, hardnekkig vuil).
Programmas met voorwas duren ongeveer
15 minuten langer.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden, om kreukvorming en kleurverlies te voorkomen.
Met name geschikt voor de programma's voor
Wol, Fijne was en Synthetisch, wanneer het wasgoed niet meteen na afloop van het wasprogramma uit de wasmachine wordt gehaald.
Om de extra functie Spoelstop te beëindigen:
De toets nogmaals indrukken: het bijbehorende lampje gaat uit en de wasmachine voert automatisch het centrifugeerprogramma uit dat geschikt is voor het ingestelde wasprogramma.
72
(indien voorzien)
Snel
Deze mogelijkheid kan gekozen worden voor
snelle en zuinige wasprogrammas. Met name geschikt voor een kleinere belading
van de trommel, met licht vervuild wasgoed.
(indien aanwezig)
Eco
Het wasprogramma duurt langer en wordt
uitgevoerd bij een lagere temperatuur. Dit levert een besparing van energie op (ongeveer 30%), terwijl men toch goede wasresultaten behaalt.
Extra spoelen (Intensief spoelen)
(indien aanwezig)
De machine voert een extra cyclus uit, zodat
het wasgoed grondiger wordt uitgespoeld. Deze mogelijkheid kan met name gebruikt
worden in gebieden met zeer zacht water, voor het wasgoed van baby's en van personen die allergieproblemen hebben.
/
Page 15
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
"Start Selectie"
Door op de toets "Start Selectie" onder het digitale display te drukken, wordt de waarde "0" ingesteld en gaat het lampje "Start Selectie" branden.
Het is mogelijk de start van het programma 1­19 uur van te voren te programmeren. Houd de toets "Start Selectie" ingedrukt of druk er net zo vaak op, totdat het gewenste aantal uren op het digitale display verschijnt. Wanneer de maximale vertraging van 19 uur bereikt is, begint de timer weer vanaf 0 door opnieuw de toets in te drukken.
Houd de starttoets ongeveer een seconde ingedrukt, nadat u programma en extra functies heeft ingesteld. De daadwerkelijk resterende tijd tot aan de start van het programma wordt voortdurend weergegeven.
De ingestelde keuze kan ook nadat de startknop ingedrukt is gewijzigd worden. Ook
(indien aanwezig)
RESTERENDE TIJD / FASEWIJZER VAN HET
PROGRAMMA
WIJZER VAN DE RESTERENDE TIJD
(indien aanwezig)
De resterend tijd verschijnt op het digitale tweecijferige display. Als de extra functie "Start Selectie" is ingesteld, verschijnt de resterende tijd pas na het begin van het programma.
Als een programma langer duurt dan 99 minuten, blijft het cijfer "99"staan totdat de werkelijke resterende tijd van het programma korter is dan 99 minuten.
De wasautomaat beschikt over de Fuzzy­Logic-technologie. De machine past zich optimaal aan aan de toestand waarin zij gebruikt wordt, zodat er ook met minimale beladingen weinig energie en water gebruikt wordt. Tevens worden parameters als temperatuur en druk van het toegevoerde water, hoeveelheid water, en de hoeveelheid wasgoed ingesteld. Deze factoren zijn van invloed op de duur van het programma. De resterende tijd wordt in bepaalde programmacycli gecontroleerd en vervolgens bijgesteld. De wijzer kan dus sprongen maken en hoeft niet precies de logica van een klok volgen.
in dat geval moet de toets "Start Selectie" ingedrukt gehouden worden of zo vaak worden ingedrukt, tot het gewenste aantal uren verschijnt.
Annuleren van de extra functie "Start Selectie": als u deze extra functie niet wilt gebruiken, druk dan de toets "Start Selectie" zo vaak in, tot de waarde "0" verschijnt. Na ongeveer twee seconden verschijnt opnieuw de resterende tijd.
Opmerkingen:
Als de functie "Start Selectie" geselecteerd wordt en er worden vloeibare wasmiddelen gebruikt, gebruik dan het doseringshulpmiddel en doe dit rechtstreeks in de wastrommel
De extra functie "Start Selectie" kan niet worden ingesteld in combinatie met de programmas "Spoelen + lang Centrifugeren", "Kort centrifugeren" en "Afpompen".
FASEWIJZER VAN HET PROGRAMMA
Geeft aan in welke fase het programma zich bevindt.
Na de start van het programma verplaatst de wijzer zich van "Wassen" of "Spoelen" op "Centrifugeren", door zich van links naar rechts te bewegen, en aan het einde van het programma keert hij terug in de startpositie, door naar links te bewegen.
73
Page 16
BLOKKEREN VAN DE DEUR/ EINDE VAN HET
PROGRAMMA / HET WIJZIGEN VAN EEN PROGRAMMA
BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma gestart is, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het eind van het programma.
Het lampje "Deur Open" gaat branden.
Uitzondering:
het starten van de programmas Katoen en Synthetisch (zonder voorwas) is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie "Snel" gekozen is.
Als de programmakeuzeknop op "0" gezet of de elektrische voeding onderbroken wordt, wordt de deur na ongeveer 2 minuten automatisch ontgrendeld.
Tijdens de eerste 15 minuten na
WIJZIGEN / AFBREKEN VAN EEN PROGRAMMA
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
a.
EEN NIEUW PROGRAMMA INSTELLEN EN VERDER GAAN
1. Stel een nieuw programma in.
2. Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
Het nieuwe programma wordt voortgezet vanaf dezelfde fase waarin het vorige programma is afgebroken.
b.
EEN PROGRAMMA AFBREKEN EN EEN NIEUW PROGRAMMA STARTEN
Bij het starten van het nieuwe programma hoeft er geen wasmiddel te worden toegevoegd, omdat de wasmachine geen water afvoert wanneer een programma afgebroken wordt.
1. Houdt de "Start"-toets vijf seconden ingedrukt, of totdat u duidelijk hoort dat het programma voortgezet wordt en de wijzer van de resterende tijd "00" aangeeft.
2. Wacht tot de fasewijzer van het programma op de oorspronkelijke stand links is teruggekeerd, en niet zichtbaar meer is.
3. Zet de programmakeuzeknop op "0".
4. Zet de programmakeuzeknop op het nieuwe programma en stel eventueel nieuwe extra functies in.
5. Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
AAN HET EIND VAN HET PROGRAMMA
1.
Het programma is beëindigd wanneer
het lampje "Deur Open" gaat branden,
de fasewijzer niet zichtbaar meer is,
de wijzer van de resterende tijd (indien aanwezig) "00" aangeeft,
er een kort geluidssignaal klinkt.
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door op de betreffende toetsen te drukken.
3.
Zet de programmakeuzeknop op "0". Het functioneringslampje gaat uit.
4.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
5.
Draai de waterkraan dicht.
Opmerking:
trommel kan drogen
Laat de deur halfopen, zodat de
HET PROGRAMMA ONDERBREKEN ­PAUZE
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden, en vervolgens weer moet worden hervat:
1.
Zet de programmakeuzeknop op "0".
2.
Stel het programma opnieuw in wanneer u het programma wilt hervatten.
3.
Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
EEN PROGRAMMA VOORTIJDIG AFBREKEN - WATER AFVOEREN
Indien een draaiend programma voortijdig afgebroken moet worden, en het waswater moet worden afgevoerd:
1.
Zet de programmakeuzeknop op het programma "Afpompen".
2.
Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
3.
De fasewijzer van het programma keert terug in de oorspronkelijke positie. Het water wordt afgevoerd.
74
Page 17
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN?
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen regelmatig, twee of drie keer per jaar en maak het schoon als dat nodig is.
Wanneer de wasmachine het water niet regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Wanneer de pomp verstopt is door een vreemd voorwerp (knopen, muntstukken,
veiligheidsspelden etc.). BELANGRIJK: alvorens het water uit de machine te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren dat het is afgekoeld.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
1.
Zet de wasmachine uit (zet de programmakeuzeknop
op "0").
2.
Open het deksel van het filter voor vreemde
voorwerpen met behulp van het gekleurde
inzetstuk dat in de wasmiddellade zit.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam tegen de wijzers van de
klok in totdat de handgreep in verticale positie
komt, zonder hem naar buiten te trekken.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan
bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het met de
wijzers van de klok mee zo ver als mogelijk is
(handgreep in horizontale positie).
10.
Sluit het deksel.
11.
Doe 0,5 l water in de wasmiddellade om het "Eco-
systeem" weer in te schakelen.
12.
Stel het programma in en houd de "Start"-toets
ongeveer een seconde ingedrukt.
WANNEER MOET HET RESTWATER WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dit geval is het raadzaam
het restwater na iedere wasbeurt uit de machine te
verwijderen.
HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER
De slang voor de afvoer van het restwater bevindt zich in het onderstel van de wasmachine.
1.
Haal de plastic schroef los met de dunne
afgeronde hoek van het gekleurde inzetstuk van
de wasmiddellade.
2.
Trek de afvoerslang langzaam ongeveer 30 cm
naar buiten. Verwijder de sluiting.
3.
Laat het water weglopen in een lage bak totdat de
machine helemaal leeg is; sluit hierna de afvoerslang
en breng hem weer in de oorspronkelijke positie.
4.
Doe bij de volgende wasbeurt ongeveer 1 liter
water in de wasmiddellade om het "Eco-systeem"
weer in te schakelen.
75
Page 18
ONDERHOUD EN REINIGING
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte
reinigingsmiddelen (gebruik geen schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
LADE VOOR HET WASMIDDEL
1.
De lade losmaken en naar buiten trekken; druk
hiervoor zachtjes op de hendel in het voorwasbakje.
2.
Haal de inzetstukken weg (sifon van het vakje voor
wasverzachter en het gekleurde inzetstuk voor
vloeibare wasmiddelen).
3.
Schoon spoelen onder stromend water.
4.
De wasmiddellade terugzetten. Druk de sifon zo
ver mogelijk aan.
DEURMANCHET
Zo nodig schoonmaken met een vochtige doek.
De toestand van het manchet regelmatig controleren.
FILTERS VAN DE AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
Geregeld controleren en schoonmaken. Voor wasmachines met een rechte toevoerslang (zie afbeelding):
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Verwijder het filter en maak het schoon.
4.
Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang
vast op de waterkraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Haal het filter met een tang uit de wasmachine en
maak het schoon.
7.
Zet het filter terug en schroef de toevoerslang weer
vast.
8.
Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen absoluut niet lekken. Voor wasmachines met waterstop-slang (zie afbeelding):
1.
De waterkraan dichtdraaien.
2.
De waterstop-slang van de kraan losschroeven.
3.
Alleen het bewegende filter weghalen en
schoonmaken.
4.
Het filter weer aanbrengen en de waterstop-slang
weer aan de waterkraan vastschroeven.
5.
De waterkraan opendraaien en controleren of de
verbindingen absoluut niet lekken.
FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen regelmatig, tenminste twee of drie keer per jaar en maak het schoon als dat nodig is (zie "Verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen").
2
Rechte toevoerslang Waterstop-slang
1
2
KINDERBEVEILIGING
Verdraai de plastic schroef aan de binnenkant van de deur met de dikke, afgeronde hoek van het gekleurde inzetstuk dat in de wasmidellade zit, of met een muntstuk, om te voorkomen dat de wasautomaat op onjuiste manier gebruikt wordt.
1.
Als de gleuf verticaal is: de deur kan niet worden
gesloten.
2.
Als de gleuf horizontaal is: de deur kan worden
gesloten.
76
Page 19
STORINGEN - WAT TE DOEN?
Deze wasmachine is uitgerust met automatische veiligheidsfuncties, die snel eventuele storingen kunnen herkennen en signaleren, waarna op de juiste manier gereageerd wordt. Het gaat daarbij vaak om kleine storingen, die
snel opgelost kunnen worden, zoals:
De wasautomaat start niet.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit
het stopcontact gevoed wordt (door bijv. een
staande lamp aan te sluiten),
de deur goed gesloten is (kindebeveiliging ?)
er een programma ingesteld is,
de "Start"-toets ongeveer een seconde
ingedrukt is (het lampje boven de "Start"-
toets moet dus ophouden met knipperen en
voortdurend branden).
Resten van wasmiddel en nabehandelingsprodukten in de wasmiddellade:
Vergewis u ervan dat:
de sifon zich in de juiste positie bevindt en niet
vuil is (is (zie "Onderhoud en reiniging / Lade
voor het wasmiddel"), en controleer of
er misschien weinig water in de lade komt. De
filters van de wateraansluiting kunnen
verstopt zijn (zie "Onderhoud en reiniging /
filters van de aansluiting op de waterleiding").
De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren:
Controleer of:
de wasautomaat waterpas gezet is en alle vier
de pootjes afgesteld zijn (zie de "Aanwijzingen
voor de installatie"),
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt afgebroken, er klinkt een geluidssignaal en de storing wordt door verschillende lampjes gesignaleerd:
Knipperende lampjes Digitaal display
"Start" en "Waterstop" Resttijd (cijfer
"Centrifugeren", "Waterstop", "Resttijd", "Start Selectie"
"Centrifugeren", "Waterstop", "Resttijd", "Start Selectie"
"Centrifugeren", "Resttijd", "Start Selectie" knipperen
Op de modellen met Waterstop: "Centrifugeren", "Waterstop", "Resttijd", "Start Selectie"
de veiligheidsbeugels voor het transport verwijderd zijn. Het is verplicht de veiligheidsbeugels voor het transport te verwijderen alvorens de wasmachine in bedrijf te stellen (zie "Aanwijzingen voor de installatie").
Na afloop van het wasprogramma is het wasgoed niet of niet voldoende gecentrifugeerd.
De wasmachine heeft een identificatie- en correctiesysteem voor het geval er een lading uit balans is. Voor enkele stukken wasgoed van grote afmetingen (bijvoorbeeld badmatjes, een badjas) is het mogelijk dat het systeem voor correctie van wasgoed dat uit balans is in werking treedt om de centrifugeersnelheid automatisch te verminderen of het centrifugeren zelfs te onderbreken, indien de wasmachine merkt dat het wasgoed teveel uit balans is, nadat hij meermaals geprobeerd heeft de cyclus te starten. Indien het wasgoed na het centrifugeren nog nat is, eventueel andere stukken wasgoed toevoegen en opnieuw het centrifugeerprogramma starten.
Het wasprogramma is afgebroken, er worden geen storingen aangegeven en het lampje boven de "Start"-toets knippert:
Is het programma veranderd?
Zo ja: houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt, om verder te gaan met het nieuwe ingestelde programma.
Is het programma bij vergissing veranderd (bijv. door een kind)? Stel opnieuw het gewenste programma in en houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt. Het programma gaat verder.
(indien aanwezig
tussen15 en 99)
E1 "Storing in de watertoevoer"
E3 "Storing tijdens het
E4 of E5 of E6 of E7 of E8 of E9
E2 "Storing Waterstop"
Wat te doen?
)
Ga te werk volgens de opmerkingen in paragraaf...
"Storing in de watertoevoer"
afvoeren van het water"
"Elektrisch onderdeel defect"
77
Page 20
STORINGEN - WAT TE DOEN?
Storing in de watertoevoer:
De lampjes "Waterstop" en "Start" knipperen
-
afwisselend.
Of
De lampjes "Centrifugeren" en "Waterstop"
-
knipperen. Bij de modellen met "Start
Selectie" knipperen ook "Start Selectie" en
"Resttijd" en op het display verschijnt
Controleer of:
de waterkraan helemaal open gedraaid en de
aansluiting op de waterleiding (waterdruk)
correct is,
de watertoevoerslang gebogen is of de filters
van de aansluiting op de waterleiding verstopt
zijn (zie "Onderhoud en reiniging / Filters van
de waterslangen"),
het water in de toevoerslang bevroren is.
Druk vervolgens opnieuw op de "Start"-toets".
Het programma gaat verder.
Storing tijdens het afvoeren van het water:
De lampjes "Centrifugeren" en "Waterstop"
-
"E1"
.
knipperen. Bij de modellen met "Start
Selectie" knipperen ook "Start Selectie" en
"Resttijd" en op het display verschijnt "E3".
Het waswater wordt niet afgevoerd.
Zet de programmakeuzeknop in de stand "0". Controleer of:
de afvoerslang correct geplaatst is (zie
"Aanwijzingen voor de installatie"),
de pomp of het filter voor vreemde
voorwerpen geblokkeerd zijn (zie
"Verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen").
BELANGRIJK: alvorens het water uit de
machine te laten lopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
het water in de afvoerslang bevroren is.
de extra functie "Spoelstop" ingesteld is.
Stel opnieuw het gewenste programma in. Druk opnieuw op de "Start"-toets. Het programma gaat verder.
Elektrisch onderdeel defect
Het lampje
-
"Centrifugeren"
knippert. Bij de modellen met "Start Selectie" knippert ook "Start Selectie" en "Resttijd" en op het display verschijnt
Druk opnieuw op de "Start"-toets. Het programma gaat verder.
Als de storing zich opnieuw voordoet, contact opnemen met de Klantenservice (en het storingsnummer vermelden dat verschenen is; zie "Klantenservice").
Storing "Waterstop" ( bij de modellen met Waterstop)
Het lampje
-
lampje
"Waterstop"
"E4, E5, E6, E7, E8 of E9"
"Centrifugeren"
knippert en het
brandt. Bij de modellen met "Start Selectie" knipperen ook "Start Selectie" en "Resttijd" en op het display verschijnt
Draai de waterkraan dicht en haal de stekker
uit het stopcontact. Het Waterstop-systeem kan ingeschakeld
worden a) wanneer er zich teveel schuim vormt, b) wanneer er een lek in de toevoerslang of in
de wasmachine zit. Kantel de wasmachine naar voren om het
verzamelde water weg te laten lopen.
Vervolgens:
steek de stekker weer in het stopcontact,
draai de waterkraan open (als er onmiddellijk
water naar de wasmachine stroomt, die nog niet is aangezet, wijst dat op een defect; draai de kraan dicht en neem contact op met de Klantenservice),
druk opnieuw op de "Start"-toets (voeg voor dit programma geen wasmiddel toe). Het programma gaat verder.Mocht de storing zich opnieuw voordoen, ga dan opnieuw te werk zoals aan het begin beschreven, en neem contact op met de Klantenservice (vermeld het storingsnummer dat verschenen is; zie "Klantenservice").
"E2"
.
.
78
Page 21
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Controleer of u er in slaagt de storing zelf te
1.
verhelpen (zie "Het opsporen van storingen"). Start het programma opnieuw om te controleren of
2.
de storing verholpen is. Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
3.
Klantenservice.
U dient de volgende zaken te vermelden:
de aard van de storing
het model
het Service-nummer (dit nummer bevindt zich na
het woord Service)
Het Service-plaatje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur.
uw volledige adres
uw telefoonnummer met kengetal
De telefoonnummers en de adressen van de Klantenservice vindt u op het garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen met uw eigen handelaar.
79
Page 22
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels, om te voorkomen dat de binnenste onderdelen van het apparaat tijdens het transport beschadigingen oplopen.
Voordat u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u de veiligheidsbeugels, die voor het transport zijn aangebracht, te verwijderen (Afb 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de vier schroeven losser (Afb. 2).
2.
Schroef de schroeven met de hand los.
3.
Houd de schroef tegen en verwijder hem via de grootste zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor bestemde plastic dopjes, die u in de richting van de pijl van het breedste naar het smalste gedeelte laat glijden, totdat ze vastgeklemd zitten (Afb 3).
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Waarschuwing:
Wanneer de wasautomaat getransporteerd moet worden, dienen de veiligheidsbeugels weer gemonteerd te worden. Verwijder de plastic dopjes met een schroevedraaier, verschuif ze tegen de richting van de pijl in en trek ze naar buiten. Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de hierboven beschreven montage-handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Afb. 1
Afb. 2
80
Afb. 3
Page 23
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
INSTALLATIE
Plaats de wasautomaat op een stabiele en vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig en stabiel op de vloer rusten, controleer of de wasautomaat exact horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is, deze onregelmatigheden compenseren door de pootjes van de wasautomaat in of uit te schroeven (plaats geen stukjes hout, karton en dergelijke onder de pootjes).
1.
Draai de tegenmoer los met behulp van de bijgeleverde sleutel.
2.
Stel de pootjes met de hand in.
3.
Draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast tegen de wasmachine.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten. De plaat aan de vloer bevestigen.
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de wasautomaat alleen onder een doorlopend werkblad.
Haal de stekker uit het stopcontact.
1.
Verwijder de bevestigingsschroeven die in de achterzijde van de wasmachine zitten, uit het werkblad.
2.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren en trek het weg terwijl u het optilt. Monteer de serie elementen van het veiligheidsblad aan de hand van de aanwijzingen.
3.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
BENODIGDE RUIMTE VOOR INSTALLATIE VAN DE WASAUTOMAAT
Breedte 600 mm Hoggte 825 mm Diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de wasmachine pas op het elektriciteitsnet aan nadat het werkblad of de afdekking tussen de wasmachine en het blad zijn gemonteerd.
81
Page 24
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4"
Waterdruk: 10-100 N/cm² (1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
1.
Plaats het bijgeleverde filter in de aansluiting tussen de slang en de kraan.
2.
Schroef de watertoevoerslang met zorg vast aan de waterkraan, bij voorkeur met de hand. Breng de slang in positie en let erop dat deze niet geknikt of afgekneld is.
3.
Controleer of de aansluitingen naar de wasmachine en naar de kraan niet lekken, door de waterkraan volledig open te draaien.
Indien de slang niet lang genoeg is, de buigzame slang vervangen door een drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN 50065) van de juiste lengte.
Controleer geregeld de toestand van de toevoerslang en vervang deze wanneer dit nodig is.
Het is mogelijk de wasautomaat aan te sluiten zonder terugslagklep.
Houd u aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften van het Waterleidingbedrijf.
WATERSTOP (indien aanwezig)
De toevoerslang en de plastic doos van de aansluiting op de waterleiding bevatten elektrische onderdelen.
De slang niet doorsnijden en de plastic doos niet onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, de slang vervangen door een Waterstop-slang met een lengte van drie meter (verkrijgbaar bij de Klantenservice of bij uw handelaar). Deze handeling mag uitsluitend door een gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
82
Page 25
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
AFVOEREN VAN HET WATER
Aansluiting van de afvoerslang aan de waterafvoer. Sluit de afvoerslang aan op de sifon of bevestig hem aan de rand van een wasbak of badkuip met het elleboogstuk (afbeelding). Normale wastafels zijn voor dit doel niet geschikt.
Afvoerhoogte max.: 125 cm
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken, een slang van hetzelfde type gebruiken. Zet de aansluitpunten vast met klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk: Vermijd bij het bevestigen van de waterafvoerslang dat deze geknikt of afgekneld wordt en maak hem goed vast, zodat hij tijdens de functionering van de wasmachine niet kan vallen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot stand worden gebracht door middel van een Schuko­aansluiting met aarding, geïnstalleerd volgens de geldende normen. De aarding is volgens de wet verplicht. De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen of huisdieren of schade aan voorwerpen, die te wijten zijn aan het veronachtzamen van bovengenoemde specificaties, af.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het opgenomen vermogen en de beveiliging staan op de binnenkant van de deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften van de EG-Richtlijn nr. 93/ 68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige stopcontacten.
83
Page 26
NL
AWM 019
PROGRAMMATABEL
Wijzer:
(indien aanwezig)
Programma Onderhouds-
Katoen
Katoen
Synthetisch
Fijne was
Wol
Spoelen + lang centrifuge­ren
Kort centrifuge­ren
Afpompen
*) Modellen met een maximale centrifugeersnelheid van meer dan 900 toeren/min: voor een betere verzorging van de stukken wordt de effectieve centrifugeersnelheid beperkt tot 900 toeren/min. **) De aangegeven tijdsduur is een benadering van de duur van een programma dat wordt uitgevoerd bij de maximale temperatuur, maar zonder extra functies in te stellen.
Waterstop
Deurvergrendeling
h
Start selectie
min
Resttijd
symbool
Mate van vervuiling
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen en linnen, licht tot normaal vervuild
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken, overhemden etc. van katoen en linnen, licht tot normaal vervuild
Blouses, overhemden, overalls etc. van polyester (diolen, trevira), polyamide (perlon, nylon) of gemengde weefsels met katoen, licht tot normaal vervuild
Gordijnen, jurken, rokken, overhemden en blouses van tere weefsels
Alleen niet-viltende wollen arti­kelen met een wolmerk, die in de machine gewassen kun­nen worden
—5
—5
Textielsoort /
Max.
belading
Normaal
Snel 3,0
Normaal
Snel 3,0
Normaal
Snel 1,5
Wasmiddel en nabehande-
lingsproducten
Was
Hoofd-
-ver-
zachter
kg ca. min.
5,0
5,0
2,5
1,5
1,0
Voor-
was
was
❉❉
ja
❉❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉
ja
❉❉ ❉ ❉ ❉ ❉
ja
ja
ja
——— —
Extra functies die gekozen kunnen worden =
Eco Snel Intensief
max °60
—— —
—— —
spoelen
Spoel-
❉❉❉ ❉
❉❉
Voor-was Centri-
stop
❉❉
❉❉
fugeren
*)
*)
*)
*)
Programma-
keuzeknop
Katoen
95°
Katoen
60°, 40°, 30°
Synthetisch
6 0 ° , 5 0 ° ,
40°, 30°
Fijne was
40°, 30°
Wol
40°
Spoelen +
lang centrifu-
geren
+
Kort centri-
fugeren
gramma
Wassen Spoelen Centrifugeren
Duur pro-
Snel: 60
Snel: 60
Snel: 40
Indicator:
**)
115
110
80
45
35
Opmerkingen
Als het wasgoed sterk vervuild is, is het mogelijk ook de functie "Voorwas" te kiezen. Indien men de extra functie "Snel" kiest, is de extra functie "Eco" niet mogelijk.
Als het wasgoed sterk vervuild is, is het mogelijk ook de extra functie "Voorwas" te kiezen. Indien men de extra functie "Snel" kiest, is de extra functie "Eco" niet mogelijk.
Indien men de extra functie "Snel" kiest, is de extra functie "Eco" niet mogelijk.
Indien u "Spoelstop" kiest, het wasgoed niet te lang in het spoel­water laten staan.
Met dit programma is het mogelijk het wasgoed met stijfsel of wasver­zachter te behandelen. Aan het einde van het programma wordt een intensieve centrifugeercyclus uitgevoerd, die gelijk is aan de cen­trifugeercyclus van het programma Bonte Was.
Met dit programma is het moge­lijk een korte centrifugeercyclus uit te voeren, die gelijk is aan de centrifugeercyclus van het pro­gramma Wol.
Het water wordt afgepompt zon­der dat er gecentrifugeerd wordt. Mogelijk alternatief voor het beëin­digen van programma's na "Spoelstop".
5019 100 03559
Page 27
Gegevens stroom- en waterverbruik
NL
Programma Temperatuur Max. belad-
(°C) (kg) (l) (kWh) (min.)
Katoen 95 5
Katoen 95 5 Eco 49 1,10 120
Katoen 60 5 Eco 49 0,95 125
Katoen 60 5
Katoen 60 2,5
Katoen 40 5
Katoen 30 3 Snel 32 0,25 45
Synthetisch 60 2,5
Synthetisch 40 2,5
Synthetisch 30 1,5 Snel 36 0,20 35
Fijne was 40 1,5
Wol 40 1,0
Programma's met voorwas duren ongeveer 15 minuten langer. De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in overeenstem­ming met de norm IEC 60456. De gegevens met betrekking tot het energieverbruik zijn vastgesteld met gebruik van het programma "Katoen 60°C" met de extra functie "Eco" ingesteld. Bij huishoudelijk gebruik kan het verbruik afwijken van de in de tabel vermelde waarden op grond van de waterdruk, de temperatuur van het toegevoerde water, de belading en het type wasgoed. *) De wijzer "Resttijd" (indien aanwezig) kan eventueel waarden aangeven die afwijken van de in de tabel vermelde waarden, omdat hij rekening houdt met de gebruiksomstandigheden van de wasmachine.
ing
Extra
functie
Water Energie Duur pro-
57 1,70 115
49 1,10 110
38 0,90 105
49 0,55 95
59 0,70 90
53 0,50 80
55 0,50 50
55 0,50 40
gramma *)
DAGELIJKS GEBRUIK:
1. De waterkraan opendraaien.
2. Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3. De deur sluiten.
4. Het wasmiddel en de nabehandelingsproducten in het bakje doen.
5. Het programma, de temperatuur en de extra functies instellen.
6. Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
BELANGRIJK:
Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma's Katoen en Synthetisch (beide zonder voorwas) is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie "Snel" is gekozen.
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA:
a) EEN NIEUW PROGRAMMA INSTELLEN EN VOORTZETTEN
1.Stel een nieuw programma in.
2.Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een sec­onde ingedrukt. Het nieuwe programma wordt voortgezet vanaf dezelfde fase waarin het vorige pro-
gramma is afgebroken.
b) EEN PROGRAMMA AFBREKEN EN EEN NIEUW PROGRAMMA STARTEN
Bij het starten van een nieuw programma hoeft er geen wasmiddel te worden toe­gevoerd, omdat de wasmachine geen water afvoert wanneer een programma afgebro­ken wordt.
1.Houd de "Start"-toets vijf seconden ingedrukt, of totdat u duidelijk hoort dat het pro­gramma voortgezet wordt en de wijzer van de resterende tijd "0" aangeeft.
2.Wacht tot de fasewijzer van het programma in de oorspronkelijke stand links is teru gekeerd.
3.Zet de programmakeuzeknop op "0".
4.Zet de programmakeuzeknop op het nieuwe programma en stel eventueel nieuwe extra functies in.
5.Het lampje boven de "Start"-toets knippert. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
HET PROGRAMMA ONDERBREKEN - PAUZE:
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden en vervolgens weer moet worden hervat:
1. Zet de programmakeuzeknop op "0".
2. Stel het programma opnieuw in wanneer u het programma wilt hervatten.
3. Houd de "Start"-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
HET OPSPOREN VAN STORINGEN:
Deze wasmachine is uitgerust met automatische veiligheidsfuncties, die snel eventuele storingen kunnen herkennen en signaleren, waarna op de juiste manier gereageerd wordt. Het gaat daarbij vaak om kleine storingen, die snel opgelost kunnen worden, zoals:
De wasmachine start niet.
Resten van nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Na afloop van het programma is het wasgoed niet of onvoldoende gecentrifugeerd.
De opmerkingen bij bovengenoemde punten worden gegeven in de gebruiksaanwijzing, hoofdstuk "Het opsporen van storingen". Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert. Het programma wordt afgebroken en de storing wordt door verschillende lampjes
gesignaleerd:
KNIPPERENDE LAMPJES DIGITAAL DISPLAY
"Start" en "Waterstop" Resttijd
"Centrifugeren", "Waterstop",
"Resttijd", "Start selectie"
"Centrifugeren", "Waterstop",
"Resttijd", "Start selectie"
"Centrifugeren", "Resttijd", "Start
selectie" knipperen
Op de modellen met Waterstop:
"Centrifugeren", "Waterstop",
"Resttijd", "Start selectie"
(indien aanwezig)
(cijfer tussen 15 en 99)
E1 "Storing in de watertoevoer"
E3 "Storing tijdens het afvoeren van het
E4 of E5 of E6 of E7 of E8 of E9 "Elektrisch onderdeel
E2 "Storing waterstop"
Ga te werk volgens de opmerkingen
WAT TE DOEN?
in paragraaf...
"Storing in de watertoevoer"
water"
defect"
Loading...