INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenstemt met de spanning bij u thuis.
Verwijder geen beschermingsplaatjes voor
aanzuigopeningen die zich aan de zijkant
in het ovengedeelte bevinden. Deze zorgen
ervoor dat er geen vet en voedseldeeltjes in de
invoerkanalen van de magnetron terechtkomen.
Controleer of het ovengedeelte leeg is vóór de
montage.
Verzeker u ervan dat het apparaat niet
beschadigd is. Verzeker u ervan dat de ovendeur
goed sluit en dat de interne deurverzegeling niet
beschadigd is. Haal de oven leeg en reinig de
binnenkant met een zachte, vochtige doek.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer of
de stekker beschadigd is, als het apparaat niet
goed werkt of als het beschadigd of gevallen is.
Dompel het netsnoer of de stekker niet onder in
water. Houd het snoer uit de buurt van warme
oppervlakken. Hierdoor kunnen elektrische
schokken, brand of andere ongevallen worden
veroorzaakt.
Volg de meegeleverde afzonderlijke montageinstructies voor het installeren van het apparaat.
NA DE AANSLUITING
U kunt uw oven alleen inschakelen als de deur
goed gesloten is.
Dit apparaat moet worden geaard. De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsel
aan personen of dieren noch voor materiële
schade als het apparaat niet is geaard.
Voor permanente aansluiting dient het
apparaat door een gekwalifi ceerde technicus te
worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK!
Een permanente aansluiting vereist de
installatie van een scheidingsapparaat. Het
scheidingsapparaat moet een meerpolige
contactopening van meer dan 3 mm hebben
met LS-schakelaars, beveiligingskleppen en een
relais. Het scheidingsapparaat dient rechtstreeks
op aansluitingspunt te worden aangesloten.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
eventuele problemen die worden veroorzaakt
doordat de gebruiker heeft nagelaten deze
instructies na te leven.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING
Verwarm of gebruik geen ontvlambare
materialen in of bij de oven. De dampen kunnen
brand of een explosie veroorzaken.
N
Gebruik geen bijtende chemicaliën of gassen in
dit apparaat. Dit type oven is speciaal ontworpen
L
voor het verwarmen en koken van voedsel. De
oven is niet geschikt voor industrieel gebruik of
laboratoriumgebruik.
Gebruik uw magnetron niet om textiel,
papier, kruiden, hout, bloemen, fruit of andere
brandbare materialen te drogen. Er kan brand
ontstaan.
Als materiaal binnen of buiten de oven in
brand vliegt, laat de ovendeur dan dicht en
schakel de oven uit. Haal de stekker uit het
stopcontact of sluit de stroom af met de zekering
of stroomonderbreker.
50
Laat het voedsel niet te lang koken. Er kan
brand ontstaan.
Laat de oven niet onbewaakt, vooral niet
wanneer er papier, plastic of andere brandbare
materialen bij het koken worden gebruikt. Het
papier kan vlam vatten en sommige kunststoff en
kunnen smelten wanneer u het voedsel
opwarmt.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen de oven niet zonder toezicht
gebruiken, tenzij u ze heeft geleerd hoe deze werkt
en nadat u heeft gecontroleerd of zij de oven op een
veilige wijze weten te gebruiken en of zij de gevaren
van verkeerd gebruik beseff en.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
WAARSCHUWING!
Gebruik uw magnetron niet voor het
verwarmen van materiaal in
luchtdicht verzegelde schalen.
Door de druktoename kunnen deze
ontploff en of bij het openen
schade veroorzaken.
EIEREN
Gebruik uw magnetron niet om eieren met of zonder schaal te verwarmen, omdat deze
kunnen ontploff en; zelfs nadat ze zijn verwarmd en uit de magnetron zijn verwijderd.
Controleer de deurverzegeling en het gebied
eromheen regelmatig op beschadigingen. In geval
van beschadiging mag het apparaat niet worden
gebruikt voordat het is gerepareerd door een
bevoegd technicus.
WAARSCHUWING!
VOORZORGSMAATREGELEN
ALGEMEEN
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijke doeleinden!
Gebruik de magnetronfunctie nooit zonder
voedsel in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het
apparaat beschadigd worden.
Plaats een glas water in de oven als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolfenergie
en de oven wordt niet beschadigd.
Gebruik de ovenruimte niet als opslagruimte.
Verwijder geen beschermingsplaatjes voor
aanzuigopeningen die zich aan de zijkant
in het ovengedeelte bevinden. Deze zorgen
ervoor dat er geen vet en voedseldeeltjes in de
invoerkanalen van de magnetron terechtkomen.
Verwijder metalen sluitstrips van
papieren of plastic zakken voordat u
de zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
Gebruik uw magnetron
niet om te frituren, daar u de
temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
Gebruik na het koken ovenhandschoenen om
u niet aan de schalen, pannen of hete ovendelen
te branden.
VLOEISTOFFEN
B.v. dranken of water in uw
magnetronoven; de vloeistof kan
boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat dit blijkt
doordat het borrelt. Als gevolg hiervan kan de
hete vloeistof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als volgt
te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
fl essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder in
de oven te zetten en laat het lepeltje erin
staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
Raadpleeg altijd een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel kookt of opwarmt.
Wanneer u babyvoeding in een zuigfl es
of potje in de magnetron
verwarmt, moet u na het
opwarmen het voedsel altijd
doorroeren om de warmte
gelijkmatig te verdelen. Controleer de
temperatuur voordat u het kind voedt, om
verbranden te vermijden.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
N
L
51