Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft
of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de omslag van deze
handleiding en vraag om een vervangende
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING:
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
l
door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 135
kg of minder wegen worden gebruikt.
lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trai-
ningsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 13). Geen enkel ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 20 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband gebruikt (Zie HOE HET APARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
2
(maat 14)
9. Laat nooit meer dan één persoon de loopband gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de aan/uitschakelaar in de uitstand wanneer u de loopband niet gebruikt. (zie de tekening op pagina
5 voor de locatie van de schakelaar.)
3
Page 4
19. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
e juistheid van de metingen aantasten. De
d
polssensor dient slechts om een algemene
artslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
h
feningen.
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 19). U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
23. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
GEVAARLIJK: Trek de stekker al-
24.
tijd direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken
van de loopband, voor het plegen van onder-
oud en voor het afstellen zoals staat
h
beschreven in deze handleiding. Verwijder
nooit de motorkap tenzij een technicus dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding moeten uitsluitend
worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe WESLO
ADENCE 26.0 loopband. Deze CADENCE 26.0 loop-
C
band biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om
uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen,
aardoor deze minder dan de helft van de ruimte in-
w
neemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Accessoireshouder
Polssensor
Handleuning
Staander
®
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
oteer het productnummer en het serienummer voor-
N
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
angegeven.
a
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Schakelaar
Kussen van het Oppervlak
5
Page 6
MONTAGE
#8 x 3/4" Schroef
(7)–4
1/4" Moer (4)–4
5/16" Sterring
(5)–4
3/8" Sterring
(9)–4
3/8" Tussenring
(10)–2
1/4" Sterring
(11)–6
#8 x 1/2" Schroef
(12)–1
3/8" Moer (13)–6
1/4" Tussenring
(31)–2
Tussenstuk
van de Wiel
(83)–4
3/8" x 2" Bout (75)–2
3/8" x 2 1/2" Bout (1)–2
3/8" x 2 1/4" Bout (8)–6
1/4" x 1 1/2" Bout (3)–6
1/4" x 1/2"
Bout (6)–4
5/16" x 3/4"
Bout (2)–4
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-teerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
r zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
e
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig, uw eigen Phillips schroevendraaier, rubberen hamer, verstelbare moersleutel, Draadknipper, een Punttang.
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen
elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
Page 7
1. Laat een tweede persoon de Basis (85) in de
aangegeven positie vasthouden.
1
eem de Rechter Staander (78), met een vier-
N
kant gat aan het onderste eind.
Plaats de Rechter Staander (78) zoals getoond,
en maak het aan de Basis (85) vast met twee
3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen
(9). Draai de Bouten nog niet te vast.
Oriënteer de Linker Staander (77) zoals getoond
en maak de linker Staander aan de Basis (85)
vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee
3/8" Sterringen (9); draai de Bouten van de
Staander nog niet strak vast.
2. Maak het Wiel (84) aan de ene kant van de
Basis (85) vast met een 3/8" x 2 1/4" Bout (8),
twee Tussenstukken voor het Wiel (83), en een
3/8" Moer (13) zoals aangegeven. Draai de
Bouten niet te vast; de Wieltjes moeten vrij
kunnen draaien.
Beugel
78
Beugel
85
77
Vierkant
9
8
9
2
Gat
84
83
13
83
9
8
9
8
8
Maak het andere Wiel (84) op dezelfde manier
vast.
3. Richt de Staanders (77, 78) uit en plaats de
Basis (85) bij de loopband zoals is afgebeeld.
Zie de tekening uiterst rechts. Maak de
draadband in de onderste uiteinde van de
Rechter Staander (78) stevig vast rond het
Draad van de Staander (74). Trek dan aan het
andere eind van de draadband totdat de Draad
van de Staander door de Rechter Staander is
getrokken.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de Draad
van de Staander (74) niet in de Rechter
Staander (78) valt.
3
74
Draad-
band
77
84
85
78
74
Draad-
band
85
7
Page 8
4. Zie de linker inzet-tekening. Neem de twee
Tussenstukken van het Onderstel (79). Open
het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
eide kanten van beide Tussenstukken voor het
b
Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
ussenstukken van het Onderstel.
T
Houd een Tussenstuk van het Onderstel (79)
tussen de Rechter Staander (78) en het
Onderstel van het Liftonderstel (65) met de bui-
tenkant van het Tussenstuk van het
Onderstel gericht naar de Tussenring voor
het Onderstel en de Rechter Staander. Maak
de Rechter Staander aan het Liftonderstel vast
met een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte
tussenring (10), en een 3/8" Moer (13). Draai de
bout nog niet te vast.
4
8
7
13
79
10
1
65
5. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de buitenkant van het overblijvende Tussenstuk van
het Onderstel (79).
Houd het overgebleven Tussenstuk van het
Onderstel (79) tussen de Linker Staander (77)
en het Onderstel voor het Liftonderstel (65), met
de buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Linker Staander.
Maak de Linker Staander aan het Liftonderstel
vast met een een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8"
Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13).
Draai de bout nog niet te vast.
Vet
13
79
79
65
Buitenkant
5
10
1
77
13
79
65
10
78
1
79
Buiten-
kant
Binnen-
kant
77
13
10
1
79
65
8
Page 9
6. Laat een tweede persoon de Bedieningspaneelmodule naast de Rechter Staander houden (78).
Bevestig de draadkoker op het Bedieningspaneel aan de Draad van de Staander (74)
zoals afgebeeld in de inzet-tekening. De con-
nectoren zouden makkelijk samen moeten
glijden en op hun plaats moeten klikken. Als
dit niet gebeurt, dient u een van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen.
ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET
GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE
STROOM WORDT AANGEZET.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (74).
6
edienings-
B
paneelmodule
Draad-
koker
78
74
Draad-
band
74
7. Steek de draden in de Rechter Staander (78).
Plaats de beugels op het bedieningspaneel op
de Rechter Staander en Linker Staander (77).
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken.
Bevestig het bedieningspaneel vast met vier
5/16" x 3/4" Bouten (2) en vier 5/16" Sterringen
(5). Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en
draai dan elke vast.
8. Zet de Linker handleuning (69) en de Rechter
handleuning (71) op een vlak oppervlak.
Bevestig de Handleuningen (69, 71) aan de
Handleuningbeugel (70) met vier 1/4" x 1 1/2"
Bouten (3) en vier 1/4" Moeren (4). Zie de on-
derste tekening. Zorg dat de Moeren in de
aangegeven vierkante gaten in de Handleuningen zitten. Draai eerst alle vier Bouten
wat aan, en draai dan elke vast.
7
2
5
78
8
71
5
2
3
4
70
3
69
4
Bedienings-
paneelmodule
2
5
2
77
71
Vierkante gaten
4
4
69
9
Page 10
9. Houd de Polssensor (72) bij de Handleunings-
eugel (70) vast. Richt de Polssensor zo, dat
b
de aangegeven plastic buis in het gat in de
Rechter Handleuning (71) past. Sluit de twee
Geaarde Draden van de Polssensor (86) aan op
e geaarde draden op de Polssensor.
d
Plaats vervolgens de draadkoker op de Polssensor (72) in het gat aan de bovenkant van de
Handleuningbeugel (70) en trek het er aan de
zijkant uit zoals afgebeeld.
Plaats de Polssensor (72) op de Handleuningen
(69, 71). Stop de overmatige geaarde draad in
de Handleuningen. Bevestig de Polssensor met
vier #8 x 3/4" Schroeven (7). Zorg dat u de
schroeven niet te vast draait. Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken.
9
aal
P
71
7
raden van de
D
Hartslagsensoren
6
8
70
Draadkoker
72
69
7
10. Houd de handleuningsmodule in de buurt van
het Bedieningspaneel. Sluit de draadkoer die uit
de handleuning steekt aan op de draadkoker die
uit het bedieningspaneel steekt. Zie de inzette-
kening in stap 6. De verbindingsstukken dienen makkelijk samen te komen en op hun
plaats te klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken te draaien en
het nog eens te proberen. ALS U DE VERBIN-
DINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT,
KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT
AANGEZET.
Plaats de Handleuningsbeugel (70) in de sleuf
van het bedieningspaneel als u de uiteinden van
de Handleuningen (69, 71) op de beugels van
de Staanders (77, 78) schuift. Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken.
10
Bedienings-
paneelmodule
69
Beugel
77
Draadkokers
70
Handleunings
module
71
Gleuf
78
Beugel
10
Page 11
11. Draai vervolgen twee 1/4" x 1 1/2'' Bouten (3)
gedeeltelijk vast met twee 1/4" Tussenringen
31) en twee 1/4" Sterringen (11) in het Onder-
(
stel van het Bedieningspaneel (92) en de
Handleuningsbeugel (niet afgebeeld). Maak de
bouten nog niet vast.
Draai vervolgens vier 1/4" x 1/2'' Bouten (6) ge-
eeltelijk vast met vier 1/4" Sterringen (11) in de
d
uiteinden van de Handleuningen (69, 71).
Duw de uiteinden van de Handleuningen (69,
71) tegen de Staanders (77, 78) als u de vier
1/4" x 1/2" Bouten (6) vastdraait. Maak dan de
1/4" x 1 1/2" Bouten (3) vast.
11
71
31
11
11
3
2
9
1
3
69
11
12. Laat de Staanders (77, 78) zakken zoals getoond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de
Staanders (77, 78) zodat het Onderstel (55) zich
in het midden bevindt tussen de Staanders.
Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten (1) stevig vast en
draai dan de 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) aan beide
kanten van de loopband strak vast. Draai de
3/8" x 2 1/2" Bouten niet te strak vast.
12
77
78
6
77
Zijaanzicht
77, 78
55
Bovenaanzicht
55
6
1
8
78
11
Page 12
13. Bevestig de aardingsdraad op de Draad van de
Staander (74) in het aangegeven gat in de Basis
(85) met een #8 x 1/2" Schroef (12).
Druk de aangegeven doorvoerhuls (21) in de
echter Staander (78).
R
Til de Rechter Staander (78) en de Linker
Staander (niet afgebeeld) omhoog.
13
Aardings-
draad
85
Gat
21
78
74
12
14. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (76) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het bovenste uiteinde van de opbergvergrendeling (76) in de beugel op het
Onderstel (55) met een 3/8" x 2" Bout (75) en
een 3/8" moer (13).
Bevestig het onderste uiteinde van de opbergvergrendeling (76) in de beugel op de Basis (85)
met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer
(13). Let op: Het kan nodig zijn om het
Onderstel (55) heen en weer te schuiven om de
Opbergvergrendeling uit te lijnen met de Basis.
Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 19).
14
Vergren-
delknop
13
55
13
75
76
Grote
Loop
85
75
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Let op: Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om
de loopband mee af te stellen (zie pagina 21). Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen.
12
Page 13
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
m
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroomsnoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
act te steken.
t
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Sleutel
Clip
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid
en de hellingstand van de loopband veranderen door
een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel doorlopende feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met gebruik van de ingebouwde handgreep polssensor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel acht vooraf ingestelde oefeningen—vier afvaloefeningen en vier
prestatie-oefeningen. Elke oefening regelt de snelheid
en de helling van de loopband als het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Om het apparaat aan te zetten kijkt u op pagina 15.
Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt uop pagina 15. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefening, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik
van de informatiemodus, kijkt u op pagina 18.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
pagina 21).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek
welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFORMATIE-MODUS op pagina 18. Voor de eenvoud zijn alle
instructies in deze handleiding in kilometers aangegeven.
14
Page 15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
k
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
d
het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pagina 13). Zoek vervolgens
naar de schakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het snoer. Plaats de schakelaar in de reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instelling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de schakelaar zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo-instelling uit te schakelen, een
paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raadpleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de
demo-instelling uit te schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie tekening op pagina 14) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
Resetten
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
oven.
b
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert,
wordt de handmatige
modus geselecteerd.
Als u een oefening hebt
geselecteerd, drukt u
herhaaldelijk op de
toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot
alleen nullen verschijnen in het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Versnellingstoets [SPEED], of een
van de genummerde toetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de snelheidstoename
en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling
met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5
Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde snelheidstoetsen, zal de snelheid van de loopband geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loopband opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de
Snelheidomhoogtoets of een van de genummerde
directe snelheidstoetsen.
15
Page 16
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
ruk om de helling van de loopband te verande-
D
ren, op de Hellingstoename en -afname toetsen
INCLINE] of een van de genummerde hellings-
[
sneltoetsen [QUICK INCLINE]. Elke keer als u op
een van de Hellingstoetsen drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het de geselecteerde hellinginstelling bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
Indien u de handmatige
modus selecteert, toont
de matrix een spoor dat
1/4 mijl (400 meter)
vertegenwoordigt. Als u
op de loopband loopt of
rent, zullen de indicators rond het pad achter elkaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt. Het
spoor zal dan verdwijnen en de indicators zullen
weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste linker display kan de verstreken
tijd tonen [TIME] en de
afstand [DISTANCE]
die u heeft gelopen of
gerend tijdens uw oefening. Elkekeer als u de helling wijzigt, toont de display de hellingsinstelling gedurende een paar seconden. Let op: Indien u een oefening selecteert,
zal de display de resterende tijd in de oefening
weergeven in plaats van de verlopen tijd.
geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand.
Druk herhaaldelijk op de toets Weergave tot het
bovenste display de informatie waar u het meest in
ent geïnteresseerd, weergeeft. Let op: Terwijl in-
b
formatie op de bovenste display wordt aangege-
en, zal dezelfde informatie niet in de display links-
v
onder of rechtsonder worden aangegeven.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep polssensoren gebruikt, verwijdert
u het plastic
laagje van de metalen contactpunten. Zorg er ook
voor dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op devoetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
wordt gedetecteerd, zal uw hartslag worden getoond. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten gedurende 15
seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Metalen
contactpunten
De onderste rechter
display kan de snelheid
[SPEED] van de loopband tonen en het geschatte aantal calorieën [CALORIES] dat
u heeft verbrand tijdens de oefening. De display
geeft ook uw hartslag weer als u gebruik maakt
van de handgreep polssensor (zie stap 6).
De bovenste display
kan de verstreken tijd
laten zien, de afstand
die u heeft gelopen of
gerend, de snelheid
van de loopband of het
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets [STOP] en stel de hellingstand van de
loopband in de laagste positie. De helling moet
op de laagste instelling staan als u de loopband vouwt in de opslagstand, anders kunt u
de loopband beschadigen. Haal vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebruiken, zet de schakelaar in de uitstand [OFF] en
neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANG-
RIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische
onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
16
Page 17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
1
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
Z
pagina 15.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets
Selecteer Oefening
[WORKOUT SELECT]
tot het nummer van de gewenste oefening verschijnt in de display. Als u een oefening selecteert,
knipperen de maximale snelheid en hellingsinstelling van de oefening een paar seconden in de displays; daarna toont de display hoelang de oefening
zal duren. Een profiel van de snelheidsinstellingen
van de oefening verschijnt in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start of de toets [START]
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening
te beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 segmenten van 1 minuut. Er is één hellinginstelling en
één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk
segment. Let op: Dezelfde snelheid en hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstandsinstellingen voor het huidige segment
weer. Aan het einde van elk segment, is een serie
eluiden te horen en begint het volgende segment
g
van het profiel te knipperen. Als een andere snel-
eid en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor
h
het volgende onderdeel, dan zal de snelheid en/of
hellinginstelling knipperen in het display om u te
waarschuwen. De loopband past dan automatisch
de snelheidsinstelling en/of hellingsinstellingen aan
die is geprogrammeerd voor het volgende onderdeel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Snelheid of Helling [INCLINE]; als echter het huidige segment van de
oefening eindigt, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de Snelheid- en
Hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening
weer te starten, drukt u op de toets Start of op de
toets Snelheidstoename. De loopband begint bij
ongeveer 2 Km/u te bewegen, Als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 16.
Tijdens de oefening,
wordt uw profiel weergegeven zodat u uw
vorderingen kunt volgen. De knipperende
balk van het profiel stelt
het huidige oefeningsegment voor. De
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Huidig segment
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
17
Page 18
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die
e loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat
d
stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te
iezen. U kunt de weergegeven demostand ook aan-
k
en uitzetten.
Om de informatie-stand te kiezen, plaatst u de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stopknop ingedrukt houdt. Laat dan de Stoptoets [STOP] los. Als de
informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het
totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is aangeven.
De display linksonder toon het totaal aantal kilometers
(of mijlen) waarop de loopband heeft bewogen.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een
“E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de
toets Snelheidstoename om naar wens de meeteen-
eid te wijzigen.
h
et bedieningspaneel toont een demostand, die ont-
H
wikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken
wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de
schakelaar in de reset positie geplaatst wordt, en de
sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u
de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht
hoewel de toetsen niet werken. Indien de demomodus
is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de display rechtsonder
verschijnen terwijl de informatiemodus is geselecteerd.
Om de display demostand aan of uit te zetten, kunt u
op de toets Snelheid [SPEED] afnemen drukken.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
18
Page 19
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
oopband opbergt om schade aan de loopband te
l
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
troomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet
s
op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig door uw knieën en
houd u rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
i
LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslag-
ositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
p
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onderstel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. LET OP: Zorg dat de ver-
grendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Trek de handleuning naar achteren tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste locatie. LET OP:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loopband vast met uw rechterhand. Trek de Vergrendelknop naar links en duw het onderstel lichtjes
naar voren. Draai het onderstel naar onderen en
laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. LET OP: Houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het onderstel niet los. Buig door uw knieën en houd u
rug recht.
19
Page 20
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u
e omslag van deze handleiding.
d
PROBLEEM:Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 13). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onderstel
van de loopband bevindt naast het snoer. Als de
schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de
schakelaar afgegaan. Om de schakelaar opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
PROBLEEM:De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stop-
contact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM:Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-paneel
haalt
c
Doorgeslagen
2
snoer dat niet langer is dan
Resetten
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand
ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM:De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het
wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer
in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het
minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM:De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT. Verwijder de twee #12 x 1 1/4" Schroeven
(27) en de twee #8 x 3/4" Kapschroeven (24) en verwijder voorzichtig de Motorkap (62).
a
27
62
24
27
20
Page 21
Zoek de Snelheidssensor (46) en de Magneet (44)
aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de
Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
nelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
S
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
s. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
i
3 mm
0
2
46
4
44
3
(20) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes
en maakt u de Tekschroef weer vast. Laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren
Boven-
aanzicht
of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de
Motorkap (niet afgebeeld) weer.
PROBLEEM:De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een 3- conductor, maat 14 (1 mm
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
2
)
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
b
5–7 cm
TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel.
Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het
midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact.
Plaats de sleutel en laat de loopband een paar mi-
Rolbouten van de Ruststandrol
nuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
PROBLEEM:De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden begeeft
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
a
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Als de loopband naar links is verschoven, kunt
u de inbussleutel gebruiken om de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar
rechts te draaien; als de loopband naar rechts isverschoven kunt u de linker bijstelbout van de
ruststandrol een halve slag naar links draaien.
Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal
dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen, dient
u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEK-KER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai
beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
21
b
Page 22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING: voor-
at u begint met dit of een ander oefeningen-
d
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
22
Page 23
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL59710.0R1013A
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
123/8" x 2 1/2" Bout
2
361/4" x 1 1/2" Bout
441/4" Moer
545/16" Sterring
6
711#8 x 3/4" Schroef
863/8" x 2 1/4" Bout
943/8" Sterring
1023/8" Tussenring
1161/4" Sterring
1217#8 x 1/2" Schroef
1363/8" Moer
1421/4" Bout van de Motor
154#8 x 1/2" Schroef van Loopband
161#8 Moer
1721/4" x 2 1/4" Bout
1825/16" x 1 1/4" Bout
1925/16" x 3 1/2" Bout
2017#8 x 3/4" Tekschroef
212Doorvoerhuls
222Tussenstuk van de aandrijfrol
2323/8" x 2 1/4" Bout
242#8 x 3/4" Kapschroef
2513/8" x 1 3/4" Bout
2613/8" x 1 1/4" Bout
278#12 x 1 1/4" Schroef
2821/4" Gespleten tussenring
2923/8" Tussenring
304#8 Sterring
3141/4" Tussenring
321Bandje
3343/8" Slotmoer
3445/16" Flensmoer
3520#8 x 1/2" Schroef met pankop
361Linker voetleuning
371Rechter voetleuning
382Beugel van de ruststandrol
391Vergrendelwaarschuwingssticker
402Kussen van het oppervlak
412Riemgeleider
422Tussenstuk van de zwenkas van het
431Aandrijfrol/katrol
441Magneet
451Klem van de snelheidssensor
461Snelheidssensor
471Aandrijfmotor
481Riem van de Motor
491Loopband
501Stroomsnoer
511Beugel van het stroomsnoer
521Aan/uitschakelaar
45/16" x 3/4" Bout
41/4" x 1/2" Bout
Geleider
Onderstel
531Doorvoerhuls van het elektrische
noer
S
541Loopoppervlak
551Onderstel
561Ruststandrol
71Linkerachtervoet
5
581Inbussleutel
5915/32" Inbussleutel
601Aardingsdraad van de ruststandrol
611Rechterachtervoet
621Motorkap
631Houder van de Helling Stop
641Hellingmotor
651Onderstel van de lift
661Controller
671Controller Aardingsdraad
681Onderpan
691Linker handleuning
701Handleuningbeugel
711Rechter handleuning
721Polssensor
731Sleutel/Clip
741Draad van de Staander
7523/8" x 2" Bout
761Opbergvergrendeling
771Linker staander
781Rechter staander
792Tussenstuk van het Onderstel
802Basiskapje
814Kussentje van de Basis
822Waarschuwingssticker
834Tussenstuk van de Wiel
842Wiel
851Basis
862Aardingsdraad van de Polssensor
871Kleine bedieningspaneelhouder
881Bedieningspaneelhouder
891Bedieningspaneel
901Basis van het Bedieningspaneel
912Kap voor het Onderstel van het
bedieningspaneel
921Onderstel van het bedieningspaneel
931Toegangsdeur
9478" Plastic opbinddraad
953Draadband
961Stroomsnoeradapter
972Bus van de aandrijfmotor
981Isolator van de aandrijfmotor
991Elektrabeugel
1001Transformator
1011Filter
1021#8 x 3/4" Machineschroef
*–Gebruikershandleiding
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
B
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.