Weider WELSO CADENCE 26.0 TREADMILL Owner's Manual

Page 1
Modelnr. WETL59710.0 Serienr.
Noteer het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hie­ronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbre­ken of beschadigd zijn.
GEBRUIKSAANWIJZING
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa­raat alle instructies en voorzorgs­maatregelen in deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Page 2
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
ELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
B
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees­baar is, het nummer op de omslag van deze handleiding en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Opmerking: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING:
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
l door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij­zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich ervan te overtuigen dat alle gebrui­kers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge­schreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedek­king te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe­gevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 135 kg of minder wegen worden gebruikt.
lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trai-
ningsschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 13). Geen enkel ander ap­paraat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek­triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 20 als de loopband niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband ge­bruikt (Zie HOE HET APARAAT AAN TE ZET­TEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband ge­bruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende versnellingen te voorkomen.
2
(maat 14)
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop­band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die ver­strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de aan/uit­schakelaar in de uitstand wanneer u de loop­band niet gebruikt. (zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de schakelaar.)
3
Page 4
19. De polssensor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
e juistheid van de metingen aantasten. De
d polssensor dient slechts om een algemene
artslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
h feningen.
20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP­BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 19). U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
23. Steek geen enkel onderwerp in een opening van de loopband.
GEVAARLIJK: Trek de stekker al-
24. tijd direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onder-
oud en voor het afstellen zoals staat
h beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce­dures in deze handleiding moeten uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende onder­houdsvertegenwoordiger.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop­band dient u erop te letten dat de opbergver­grendeling het onderstel stevig in de opslag­stand houdt.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge­bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com­mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern­stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on­middellijk te stoppen en af te koelen.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe WESLO
ADENCE 26.0 loopband. Deze CADENCE 26.0 loop-
C band biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen oefe­ningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen,
aardoor deze minder dan de helft van de ruimte in-
w neemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Accessoireshouder
Polssensor
Handleuning
Staander
®
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
oteer het productnummer en het serienummer voor-
N dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
angegeven.
a
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Bijstelbouten van de Ruststandrol
Schakelaar
Kussen van het Oppervlak
5
Page 6
MONTAGE
#8 x 3/4" Schroef
(7)–4
1/4" Moer (4)–4
5/16" Sterring
(5)–4
3/8" Sterring
(9)–4
3/8" Tussenring
(10)–2
1/4" Sterring
(11)–6
#8 x 1/2" Schroef
(12)–1
3/8" Moer (13)–6
1/4" Tussenring
(31)–2
Tussenstuk
van de Wiel
(83)–4
3/8" x 2" Bout (75)–2
3/8" x 2 1/2" Bout (1)–2
3/8" x 2 1/4" Bout (8)–6
1/4" x 1 1/2" Bout (3)–6
1/4" x 1/2" Bout (6)–4
5/16" x 3/4"
Bout (2)–4
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon- teerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver­pakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
r zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
e zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroeven­draaier , rubberen hamer , verstelbare moersleutel , Draad­knipper , een Punttang .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele­verd.
6
Page 7
1. Laat een tweede persoon de Basis (85) in de aangegeven positie vasthouden.
1
eem de Rechter Staander (78), met een vier-
N kant gat aan het onderste eind.
Plaats de Rechter Staander (78) zoals getoond, en maak het aan de Basis (85) vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen (9). Draai de Bouten nog niet te vast.
Oriënteer de Linker Staander (77) zoals getoond en maak de linker Staander aan de Basis (85) vast met twee 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) en twee 3/8" Sterringen (9); draai de Bouten van de
Staander nog niet strak vast.
2. Maak het Wiel (84) aan de ene kant van de Basis (85) vast met een 3/8" x 2 1/4" Bout (8), twee Tussenstukken voor het Wiel (83), en een 3/8" Moer (13) zoals aangegeven. Draai de
Bouten niet te vast; de Wieltjes moeten vrij kunnen draaien.
Beugel
78
Beugel
85
77
Vierkant
9
8
9
2
Gat
84
83
13
83
9
8
9
8
8
Maak het andere Wiel (84) op dezelfde manier vast.
3. Richt de Staanders (77, 78) uit en plaats de Basis (85) bij de loopband zoals is afgebeeld.
Zie de tekening uiterst rechts. Maak de draadband in de onderste uiteinde van de Rechter Staander (78) stevig vast rond het Draad van de Staander (74). Trek dan aan het andere eind van de draadband totdat de Draad van de Staander door de Rechter Staander is getrokken.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de Draad van de Staander (74) niet in de Rechter Staander (78) valt.
3
74
Draad-
band
77
84
85
78
74
Draad-
band
85
7
Page 8
4. Zie de linker inzet-tekening. Neem de twee Tussenstukken van het Onderstel (79). Open het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
eide kanten van beide Tussenstukken voor het
b Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
ussenstukken van het Onderstel.
T
Houd een Tussenstuk van het Onderstel (79) tussen de Rechter Staander (78) en het Onderstel van het Liftonderstel (65) met de bui-
tenkant van het Tussenstuk van het Onderstel gericht naar de Tussenring voor het Onderstel en de Rechter Staander. Maak
de Rechter Staander aan het Liftonderstel vast met een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13). Draai de
bout nog niet te vast.
4
8
7
13
79
10
1
65
5. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de bui­tenkant van het overblijvende Tussenstuk van het Onderstel (79).
Houd het overgebleven Tussenstuk van het Onderstel (79) tussen de Linker Staander (77) en het Onderstel voor het Liftonderstel (65), met de buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Linker Staander.
Maak de Linker Staander aan het Liftonderstel vast met een een 3/8" x 2 1/2" Bout (1), een 3/8" Platte tussenring (10), en een 3/8" Moer (13).
Draai de bout nog niet te vast.
Vet
13
79
79
65
Buitenkant
5
10
1
77
13
79
65
10
78
1
79
Buiten-
kant
Binnen-
kant
77
13
10
1
79
65
8
Page 9
6. Laat een tweede persoon de Bedieningspaneel­module naast de Rechter Staander houden (78).
Bevestig de draadkoker op het Bedienings­paneel aan de Draad van de Staander (74) zoals afgebeeld in de inzet-tekening. De con-
nectoren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als
dit niet gebeurt, dient u een van de verbindings­stukken te draaien en het nog eens te proberen.
ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENING­SPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET.
Verwijder de draadband uit de Draad van de Staander (74).
6
edienings-
B
paneelmodule
Draad-
koker
78
74
Draad-
band
74
7. Steek de draden in de Rechter Staander (78). Plaats de beugels op het bedieningspaneel op de Rechter Staander en Linker Staander (77).
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Bevestig het bedieningspaneel vast met vier 5/16" x 3/4" Bouten (2) en vier 5/16" Sterringen (5). Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en
draai dan elke vast.
8. Zet de Linker handleuning (69) en de Rechter handleuning (71) op een vlak oppervlak.
Bevestig de Handleuningen (69, 71) aan de Handleuningbeugel (70) met vier 1/4" x 1 1/2" Bouten (3) en vier 1/4" Moeren (4). Zie de on-
derste tekening. Zorg dat de Moeren in de aangegeven vierkante gaten in de Handleu­ningen zitten. Draai eerst alle vier Bouten wat aan, en draai dan elke vast.
7
2
5
78
8
71
5
2
3
4
70
3
69
4
Bedienings-
paneelmodule
2
5
2
77
71
Vierkante gaten
4
4
69
9
Page 10
9. Houd de Polssensor (72) bij de Handleunings-
eugel (70) vast. Richt de Polssensor zo, dat
b
de aangegeven plastic buis in het gat in de Rechter Handleuning (71) past. Sluit de twee
Geaarde Draden van de Polssensor (86) aan op
e geaarde draden op de Polssensor.
d
Plaats vervolgens de draadkoker op de Pols­sensor (72) in het gat aan de bovenkant van de Handleuningbeugel (70) en trek het er aan de zijkant uit zoals afgebeeld.
Plaats de Polssensor (72) op de Handleuningen (69, 71). Stop de overmatige geaarde draad in de Handleuningen. Bevestig de Polssensor met vier #8 x 3/4" Schroeven (7). Zorg dat u de
schroeven niet te vast draait. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken.
9
aal
P
71
7
raden van de
D
Hartslagsensoren
6
8
70
Draadkoker
72
69
7
10. Houd de handleuningsmodule in de buurt van het Bedieningspaneel. Sluit de draadkoer die uit de handleuning steekt aan op de draadkoker die uit het bedieningspaneel steekt. Zie de inzette-
kening in stap 6. De verbindingsstukken die­nen makkelijk samen te komen en op hun plaats te klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE VERBIN-
DINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHA­DIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET.
Plaats de Handleuningsbeugel (70) in de sleuf van het bedieningspaneel als u de uiteinden van de Handleuningen (69, 71) op de beugels van de Staanders (77, 78) schuift. Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken.
10
Bedienings-
paneelmodule
69
Beugel
77
Draadkokers
70
Handleunings
module
71
Gleuf
78
Beugel
10
Page 11
11. Draai vervolgen twee 1/4" x 1 1/2'' Bouten (3) gedeeltelijk vast met twee 1/4" Tussenringen
31) en twee 1/4" Sterringen (11) in het Onder-
( stel van het Bedieningspaneel (92) en de Handleuningsbeugel (niet afgebeeld). Maak de
bouten nog niet vast.
Draai vervolgens vier 1/4" x 1/2'' Bouten (6) ge-
eeltelijk vast met vier 1/4" Sterringen (11) in de
d uiteinden van de Handleuningen (69, 71).
Duw de uiteinden van de Handleuningen (69,
71) tegen de Staanders (77, 78) als u de vier 1/4" x 1/2" Bouten (6) vastdraait. Maak dan de 1/4" x 1 1/2" Bouten (3) vast.
11
71
31
11
11
3
2
9
1
3
69
11
12. Laat de Staanders (77, 78) zakken zoals ge­toond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Plaats de Staanders (77, 78) zodat het Onderstel (55) zich in het midden bevindt tussen de Staanders.
Draai de 3/8" x 2 1/2" Bouten (1) stevig vast en draai dan de 3/8" x 2 1/4" Bouten (8) aan beide kanten van de loopband strak vast. Draai de
3/8" x 2 1/2" Bouten niet te strak vast.
12
77
78
6
77
Zijaanzicht
77, 78
55
Bovenaanzicht
55
6
1
8
78
11
Page 12
13. Bevestig de aardingsdraad op de Draad van de Staander (74) in het aangegeven gat in de Basis (85) met een #8 x 1/2" Schroef (12).
Druk de aangegeven doorvoerhuls (21) in de
echter Staander (78).
R
Til de Rechter Staander (78) en de Linker Staander (niet afgebeeld) omhoog.
13
Aardings-
draad
85
Gat
21
78
74
12
14. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (76) zo dat de grote loop en de vergrendelingsknop zich in de afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het bovenste uiteinde van de opberg­vergrendeling (76) in de beugel op het Onderstel (55) met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer (13).
Bevestig het onderste uiteinde van de opberg­vergrendeling (76) in de beugel op de Basis (85) met een 3/8" x 2" Bout (75) en een 3/8" moer (13). Let op: Het kan nodig zijn om het Onderstel (55) heen en weer te schuiven om de Opbergvergrendeling uit te lijnen met de Basis.
Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE­BRUIK op pagina 19).
14
Vergren-
delknop
13
55
13
75
76
Grote
Loop
85
75
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Let op: Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina 21). Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vlo­erkleed te beschermen.
12
Page 13
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
et siliconen spray of ander middel. Als u dat
m doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge­aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen stroom­snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
act te steken.
t
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat­selijke regelingen.
Stopcontact
13
Page 14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Sleutel
Clip
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening­spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening­spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn ontwik­keld om uw oefeningen effectiever te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het be­dieningspaneel doorlopende feedback over uw oefe­ning geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met ge­bruik van de ingebouwde handgreep polssensor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel acht vooraf in­gestelde oefeningen—vier afvaloefeningen en vier prestatie-oefeningen. Elke oefening regelt de snelheid en de helling van de loopband als het u door een ef­fectieve oefeningsessie begeleidt.
Om het apparaat aan te zetten kijkt u op pagina 15. Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt u op pagina 15. Voor gebruik van een vooraf inge­stelde oefening, kijkt u op pagina 17. Voor gebruik van de informatiemodus, kijkt u op pagina 18.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedie­ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 21).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFORMA­TIE-MODUS op pagina 18. Voor de eenvoud zijn alle instructies in deze handleiding in kilometers aangege­ven.
14
Page 15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
k loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
d het bedieningspaneel of andere elektrische com­ponenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa­gina 13). Zoek vervolgens naar de schakelaar op het onderstel van de loopband bij het snoer. Plaats de scha­kelaar in de reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een demo-instelling die ontworpen is om de loopband in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel­ling is gekozen wanneer de displays gaan branden zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de schakelaar zich in de reset positie vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schakelen, een paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raad­pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18 om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de dis­plays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke­ning op pagina 14) en maak de clip aan de tailleband van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening­spaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop­band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet­ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa­neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
Resetten
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
oven.
b
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige modus geselecteerd. Als u een oefening hebt geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot alleen nullen verschijnen in het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets [START], de Versnellingstoets [SPEED], of een van de genummerde toetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in­gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door de snelheidstoename en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde snel­heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband ge­leidelijk worden aangepast tot het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets. De tijd zal op de display knipperen. Om de loop­band opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de Snelheidomhoogtoets of een van de genummerde directe snelheidstoetsen.
15
Page 16
4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
ruk om de helling van de loopband te verande-
D ren, op de Hellingstoename en -afname toetsen
INCLINE] of een van de genummerde hellings-
[ sneltoetsen [QUICK INCLINE]. Elke keer als u op een van de Hellingstoetsen drukt zal de helling ge­leidelijk veranderen tot het de geselecteerde hel­linginstelling bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
Indien u de handmatige modus selecteert, toont de matrix een spoor dat 1/4 mijl (400 meter) vertegenwoordigt. Als u op de loopband loopt of rent, zullen de indicators rond het pad achter el­kaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt. Het spoor zal dan verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste linker dis­play kan de verstreken tijd tonen [TIME] en de afstand [DISTANCE] die u heeft gelopen of gerend tijdens uw oefe­ning. Elkekeer als u de helling wijzigt, toont de dis­play de hellingsinstelling gedurende een paar se­conden. Let op: Indien u een oefening selecteert, zal de display de resterende tijd in de oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd.
geschatte aantal calorieën dat u heeft verbrand. Druk herhaaldelijk op de toets Weergave tot het bovenste display de informatie waar u het meest in
ent geïnteresseerd, weergeeft. Let op: Terwijl in-
b formatie op de bovenste display wordt aangege-
en, zal dezelfde informatie niet in de display links-
v onder of rechtsonder worden aangegeven.
Om de displays te resetten drukt u op de toets Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de handgreep pols­sensoren ge­bruikt, verwijdert u het plastic laagje van de me­talen contactpun­ten. Zorg er ook voor dat uw han­den schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de voetbalken en houdt de metalen contactpunten vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hartslag worden ge­toond. Voor de meest nauwkeurige hartslag-
waarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Metalen
contactpunten
De onderste rechter display kan de snelheid [SPEED] van de loop­band tonen en het ge­schatte aantal calo­rieën [CALORIES] dat u heeft verbrand tijdens de oefening. De display geeft ook uw hartslag weer als u gebruik maakt van de handgreep polssensor (zie stap 6).
De bovenste display kan de verstreken tijd laten zien, de afstand die u heeft gelopen of gerend, de snelheid van de loopband of het
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop­toets [STOP] en stel de hellingstand van de
loopband in de laagste positie. De helling moet op de laagste instelling staan als u de loop­band vouwt in de opslagstand, anders kunt u de loopband beschadigen. Haal vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui­ken, zet de schakelaar in de uitstand [OFF] en neemt u het snoer uit het stopcontact. BELANG-
RIJK: Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
16
Page 17
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING GEBRUI­KEN
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
1
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
Z pagina 15.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf inge­stelde oefening te se­lecteren, drukt u her­haaldelijk op de toets Selecteer Oefening [WORKOUT SELECT] tot het nummer van de gewenste oefening ver­schijnt in de display. Als u een oefening selecteert, knipperen de maximale snelheid en hellingsinstel­ling van de oefening een paar seconden in de dis­plays; daarna toont de display hoelang de oefening zal duren. Een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnt in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start of de toets [START] Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft ge­drukt, zal de loopband zich automatisch aanpas­sen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 seg­menten van 1 minuut. Er is één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheid en hellingsin­stelling kan worden geprogrammeerd voor opeen­volgende onderdelen.
hoogte van het knipperende segment geeft de weerstandsinstellingen voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment, is een serie
eluiden te horen en begint het volgende segment
g van het profiel te knipperen. Als een andere snel-
eid en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor
h het volgende onderdeel, dan zal de snelheid en/of hellinginstelling knipperen in het display om u te waarschuwen. De loopband past dan automatisch de snelheidsinstelling en/of hellingsinstellingen aan die is geprogrammeerd voor het volgende onder­deel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste segment van het profiel knippert in de display en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal ver­tragen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Snelheid of Helling [IN­CLINE]; als echter het huidige segment van de
oefening eindigt, dan zal de loopband zich au­tomatisch aanpassen aan de Snelheid- en Hellinginstellingen voor het volgende onder­deel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening weer te starten, drukt u op de toets Start of op de toets Snelheidstoename. De loopband begint bij ongeveer 2 Km/u te bewegen, Als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 16.
Tijdens de oefening, wordt uw profiel weer­gegeven zodat u uw vorderingen kunt vol­gen. De knipperende balk van het profiel stelt het huidige oefening­segment voor. De
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Huidig segment
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
17
Page 18
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die
e loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat
d stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te
iezen. U kunt de weergegeven demostand ook aan-
k en uitzetten.
Om de informatie-stand te kiezen, plaatst u de sleutel in het bedieningspaneel terwijl u de Stopknop inge­drukt houdt. Laat dan de Stoptoets [STOP] los. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende in­formatie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het totaal aantal uren dat de loopband gebruikt is aan­geven.
De display linksonder toon het totaal aantal kilometers (of mijlen) waarop de loopband heeft bewogen.
Er verschijnt een “M” voor metrische kilometers of een “E” voor Engelse mijlen op de display. Druk op de toets Snelheidstoename om naar wens de meeteen-
eid te wijzigen.
h
et bedieningspaneel toont een demostand, die ont-
H wikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtal­eerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is aange­zet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de schakelaar in de reset positie geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Indien de demomodus is aangezet, dan zal een ʻdʼ op de display rechtsonder verschijnen terwijl de informatiemodus is geselecteerd. Om de display demostand aan of uit te zetten, kunt u op de toets Snelheid [SPEED] afnemen drukken.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
18
Page 19
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
oopband opbergt om schade aan de loopband te
l voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
troomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet
s op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen. Buig door uw knieën en houd u rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen dient u deze eerst
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
i
LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslag-
ositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
p voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onderstel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. LET OP: Zorg dat de ver-
grendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Trek de handleuning naar achteren tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voor­zichtig naar de gewenste locatie. LET OP:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE­BRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loop­band vast met uw rechterhand. Trek de Vergren­delknop naar links en duw het onderstel lichtjes naar voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder­stel stevig met beide handen vast en laat zakken op de vloer. LET OP: Houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het on­derstel niet los. Buig door uw knieën en houd u rug recht.
19
Page 20
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u
e omslag van deze handleiding.
d
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 13). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onderstel
van de loopband bevindt naast het snoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar afgegaan. Om de schakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stop-
contact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-paneel
haalt
c
Doorgeslagen
2
snoer dat niet langer is dan
Resetten
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal secon­den ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMA­TIEMODUS op pagina 18 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen [INCLINE] als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het
wijzigen van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer
in. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET STROOMSNOER UIT HET STOPCON­TACT. Verwijder de twee #12 x 1 1/4" Schroeven
(27) en de twee #8 x 3/4" Kapschroeven (24) en ver­wijder voorzichtig de Motorkap (62).
a
27
62
24
27
20
Page 21
Zoek de Snelheidssensor (46) en de Magneet (44) aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
nelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
S
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
s. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
i
3 mm
0
2
46
4
44
3
(20) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u de Tekschroef weer vast. Laat de loop­band een paar minuten draaien om te controleren
Boven-
aanzicht
of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een 3- conductor, maat 14 (1 mm
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
2
)
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de wer-
king van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
b
5–7 cm
TACT. Draai beide bijstelbouten van de ruststan­drol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kun­nen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar mi-
Rolbouten van de Ruststandrol
nuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden begeeft
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
a
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Als de loopband naar links is verschoven, kunt
u de inbussleutel gebruiken om de linker bijstel­bout van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker bijstelbout van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen, dient
u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEK- KER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai beide bijstelbouten van de ruststandrol een kwart­slag naar rechts met de inbussleutel. Als de loop­band goed vastzit moet u elke rand van de loop­band 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen op­tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
21
b
Page 22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING: voor-
at u begint met dit of een ander oefeningen-
d programma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande ge­zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe­ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening­informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul­taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui­ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni­veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart­slagen voor het verbranden van vet en voor een aero­bic oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe­riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li­chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw training­zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe­fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe­veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio­den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu­ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af­gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal­len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
22
Page 23
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
123/8" x 2 1/2" Bout 2 361/4" x 1 1/2" Bout 441/4" Moer 545/16" Sterring 6 7 11 #8 x 3/4" Schroef 863/8" x 2 1/4" Bout
943/8" Sterring 10 2 3/8" Tussenring 11 6 1/4" Sterring 12 17 #8 x 1/2" Schroef 13 6 3/8" Moer 14 2 1/4" Bout van de Motor 15 4 #8 x 1/2" Schroef van Loopband
16 1 #8 Moer 17 2 1/4" x 2 1/4" Bout 18 2 5/16" x 1 1/4" Bout 19 2 5/16" x 3 1/2" Bout 20 17 #8 x 3/4" Tekschroef 21 2 Doorvoerhuls 22 2 Tussenstuk van de aandrijfrol 23 2 3/8" x 2 1/4" Bout 24 2 #8 x 3/4" Kapschroef 25 1 3/8" x 1 3/4" Bout 26 1 3/8" x 1 1/4" Bout 27 8 #12 x 1 1/4" Schroef 28 2 1/4" Gespleten tussenring 29 2 3/8" Tussenring 30 4 #8 Sterring 31 4 1/4" Tussenring 32 1 Bandje 33 4 3/8" Slotmoer 34 4 5/16" Flensmoer 35 20 #8 x 1/2" Schroef met pankop 36 1 Linker voetleuning 37 1 Rechter voetleuning 38 2 Beugel van de ruststandrol 39 1 Vergrendelwaarschuwingssticker 40 2 Kussen van het oppervlak 41 2 Riemgeleider 42 2 Tussenstuk van de zwenkas van het
43 1 Aandrijfrol/katrol 44 1 Magneet 45 1 Klem van de snelheidssensor 46 1 Snelheidssensor 47 1 Aandrijfmotor 48 1 Riem van de Motor 49 1 Loopband 50 1 Stroomsnoer 51 1 Beugel van het stroomsnoer 52 1 Aan/uitschakelaar
4 5/16" x 3/4" Bout
4 1/4" x 1/2" Bout
Geleider
Onderstel
53 1 Doorvoerhuls van het elektrische
noer
S 54 1 Loopoppervlak 55 1 Onderstel 56 1 Ruststandrol
7 1 Linkerachtervoet
5 58 1 Inbussleutel 59 1 5/32" Inbussleutel 60 1 Aardingsdraad van de ruststandrol 61 1 Rechterachtervoet 62 1 Motorkap 63 1 Houder van de Helling Stop 64 1 Hellingmotor 65 1 Onderstel van de lift 66 1 Controller 67 1 Controller Aardingsdraad 68 1 Onderpan 69 1 Linker handleuning 70 1 Handleuningbeugel 71 1 Rechter handleuning 72 1 Polssensor 73 1 Sleutel/Clip 74 1 Draad van de Staander 75 2 3/8" x 2" Bout 76 1 Opbergvergrendeling 77 1 Linker staander 78 1 Rechter staander 79 2 Tussenstuk van het Onderstel 80 2 Basiskapje 81 4 Kussentje van de Basis 82 2 Waarschuwingssticker 83 4 Tussenstuk van de Wiel 84 2 Wiel 85 1 Basis 86 2 Aardingsdraad van de Polssensor 87 1 Kleine bedieningspaneelhouder 88 1 Bedieningspaneelhouder 89 1 Bedieningspaneel 90 1 Basis van het Bedieningspaneel 91 2 Kap voor het Onderstel van het
bedieningspaneel 92 1 Onderstel van het bedieningspaneel 93 1 Toegangsdeur 94 7 8" Plastic opbinddraad 95 3 Draadband 96 1 Stroomsnoeradapter 97 2 Bus van de aandrijfmotor 98 1 Isolator van de aandrijfmotor 99 1 Elektrabeugel
100 1 Transformator 101 1 Filter 102 1 #8 x 3/4" Machineschroef
*–Gebruikershandleiding
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
23
Page 24
20
46
33
43
18
49
54
36
15
41
27
19
19
12
34
57
20
59
60
12
61
20
34
55
37
41
40
45
42
15
34
34
44
39
38
38
58
12
22
22
47
28
17
48
17
28
42
56
14
27
27
27
27
27
27
27
33
20
20
18
40
31
31
20
20
50
96
51
12
30
53
52
12
30
76
13
75
13
75
98
97
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
24
Page 25
24
62
23
29
13
65
26
25
63
13
33
33
64
23
29
68
12
67
20
20
20
66
12
101
100
30
12
12
12
102
16
20
99
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
25
Page 26
74
12
78
77
80
79
81
20
10
1
80
79
1
10
85
9
8
81
20
84
8
83
83
13
13
83
84
83
8
82
82
69
71
70
72
6
11
6
11
2
2
5
5
2
5
2
7
9
8
7
7
7
3
4
3
4
5
73
74
86
12
21
21
81
20
81
20
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
26
Page 27
87
35
35
35
35
35
35
35
35
35
89
7
35
94
93
95
35
35
35
7
7
7
7
35
35
91
91
92
35
35
90
3
88
7
32
31
11
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. WETL59710.0 R1013A
27
Page 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
B gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE­KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge­gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor­den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer­ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 301940 R1013A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Loading...