2. Verklaring van de symbolen .................................................................................................................................3
3. Beoogd gebruik .................................................................................................................................................... 4
6. Tips voor accu’s ...................................................................................................................................................6
a) Algemene informatie ...................................................................................................................................... 6
b) Aanvullende informatie over lithium-accu’s ...................................................................................................6
9. Accu plaatsen en laden .......................................................................................................................................8
10. Geheugenkaart plaatsen en verwijderen .............................................................................................................9
a) Camera in- en uitschakelen .......................................................................................................................... 9
b) Bedieningspaneel ........................................................................................................................................ 10
c) Aanduidingen en symbolen op het display .................................................................................................. 11
12. Het meten ..........................................................................................................................................................19
a) Werkwijze ....................................................................................................................................................19
b) IR-meting uitvoeren ..................................................................................................................................... 19
c) Beeldscherminhoud opslaan ....................................................................................................................... 20
13. Reiniging en onderhoud .....................................................................................................................................21
a) Algemeen ...................................................................................................................................................21
b) Reiniging van de behuizing .........................................................................................................................21
c) Reiniging van de lens .................................................................................................................................. 21
15. Verhelpen van storingen ....................................................................................................................................22
Met dit Voltcraft®-product hebt u een hele goede beslissing genomen, waarvoor we u van harte willen bedanken.
U hebt een hoogwaardig product uit de merkenfamilie gekocht dat zich onderscheidt op het gebied van de meet-,
laad- en netwerktechnologiën door hun buitengewone vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft® kan zowel de kieskeurige hobbyist als de professionele gebruiker zelfs de moeilijkste taken probleemloos uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding. We zijn
ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft® is tegelijkertijd het begin van zowel een langdurige als prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
2. Verklaring van de symbolen
Het symbool met een uitroepteken in een driehoek duidt op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaan-
wijzing die beslist opgevolgd moeten worden.
U ziet het pijl-symbool waar bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening worden gegeven.
Dit apparaat is CE-conform en voldoet aan de noodzakelijke nationale en Europese richtlijnen.
3
3. Beoogd gebruik
De warmtebeeldcamera WB-200 maakt een contactloze infrarood temperatuurmeting mogelijk van -10 tot +400 °C met
temperatuurweergave. De IR-sensor (bolometermatrix) heeft een resolutie van 80 x 60 pixels en maakt de gelijktijdige
meting van 4800 temperatuurpunten mogelijk. De temperatuurpunten worden in een warmtebeeld met valse kleuren in
het display weergegeven. Via verwisselbare markeringen kunnen min. en max. bereiken op het beeldscherm worden
weergegeven.
Een display met een kleurengraek met menu- en functietoetsen vergemakkelijkt de bediening.
De camera wordt door een vervangbare lithium-ionbatterij van het type 18650 gevoed. Het opladen gebeurt via
de geïntegreerde micro-USB-poort (alleen opladen mogelijk). De batterij mag alleen worden opgeladen met een
gelijkspanning van 5 V/DC (bijv. een USB-aansluiting op de computer of een externe USB-oplader). De gelijkstroomvoedingsbron moet voldoende stroom leveren.
Er mogen geen niet-oplaadbare primaire batterijen (zink-kool, alkaline, enz.) worden aangesloten.
De camera is beveiligd tegen een val van 2 m hoogte en voldoet aan beschermingsgraad IP54. Hij is stof- en spatwaterdicht.
De camera is niet ATEX-beveiligd. Hij mag niet in potentieel explosieve gebieden (Ex) worden gebruikt.
Een gebruik onder ongunstige omgevingsomstandigheden zoals bij bijv. ontvlambare gassen, dampen of oplosmiddelen is niet toegestaan.
Gebruik op andere manieren dan hierboven beschreven is niet toegestaan en kan leiden tot beschadiging van het
product. Ook kan dit gevaren opleveren zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz.
Het gehele product mag niet worden gewijzigd of worden omgebouwd!
De veiligheidsinstructies en de oplaadvoorschriften moeten strikt in acht worden genomen!
Elk ander gebruik dan hierboven beschreven zal het product beschadigen en kan andere gevaren met zich meebrengen,
zoals kortsluiting, brand, elektrische schok enz. Het gehele product mag niet worden gewijzigd of worden omgebouwd!
Lees de gebruiksaanwijzing goed door en bewaar deze om later nogmaals te kunnen raadplegen.
4. Leveringsomvang
• Warmtebeeldcamera WB-200
• Li-Ion batterij type 18650 (3,7 V 2500 mAh, 9,25 Wh)
• microSD-geheugenkaart 16 GB
• USB-oplaadkabel
• Korte handleiding
• CD met gedetailleerde gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de meest recente gebruiksaanwijzing via de link www.conrad.com/downloads of scan de
afgebeelde QR-code. Volg de instructies op de website.
4
5. Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing voor gebruik zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke informatie voor
een juist gebruik van het product.
In geval van schade die ontstaat door het niet naleven van de gebruiksaanwijzing komt de waarborg/garantie te vervallen! We zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Wij zijn niet aansprakelijk
voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door verkeerd gebruik of het niet opvolgen
van de veiligheidsinstructies! In dergelijke gevallen komt de waarborg/garantie te vervallen.
• Het apparaat heeft de fabriek in een technisch veilige- en perfect werkende toestand verlaten.
• Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsinstructies en waarschuwingen op om het
apparaat in deze conditie houden en om te zorgen voor een veilig gebruik ervan!
• Om redenen van veiligheid en goedkeuring is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van het apparaat niet toegestaan.
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het
apparaat.
• Meetinstrumenten en toebehoren zijn geen speelgoed en moeten uit de buurt van kinderen worden
gehouden!
• Neem in industriële omgevingen de Arbo-voorschriften met betrekking tot het voorkomen van ongevallen
in acht.
• In scholen en opleidingsinstituten, hobby- en werkplaatsen, evenals bij mensen met beperkte lichamelijke en geestelijke vaardigheden moet werken met meetapparatuur gebeuren onder toezicht van daartoe
opgeleid personeel.
• Vermijd het gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterk magnetische- of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. De gemeten waarde kan daardoor onjuist zijn.
• Indien aangenomen kan worden dat veilig gebruik niet meer mogelijk is, dient het apparaat uitgeschakeld en tegen onbedoeld gebruik beveiligd te worden. Men dient ervan uit te gaan dat een veilig gebruik
niet meer mogelijk is als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is,
- het apparaat niet langer werkt en
- gedurende een langere periode onder ongunstige omstandigheden opgeborgen is geweest of
- tijdens het vervoer aan een aanzienlijke belasting onderhevig is geweest.
• Zet het meetapparaat nooit onmiddellijk aan nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. De condens die hierbij wordt gevormd kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden onherstelbaar beschadigen. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen voordat u het inschakelt.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren; dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed
zijn.
• Bewaar het apparaat op een veilige plaats, zodat het niet kan vallen! Daardoor zou letsel kunnen optreden.
• Leg het meetapparaat tijdens het laadproces nooit op een ontvlambaar oppervlak (bijv. Tapijt). Gebruik
alleen een geschikt, niet-brandbaar, hittebestendig oppervlak.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het opladen. Dek het meetapparaat hierbij nooit af.
• Laad nooit defecte of beschadigde accu’s op.
5
6. Tips voor accu’s
Zorg ervoor dat u de volgende informatie en veiligheidsmaatregelen hebt gelezen en begrepen
voordat u met de batterijen omgaat.
a) Algemene informatie
• Laat accu’s niet vrij rondslingeren. Kinderen of huisdieren kunnen deze inslikken. Mochten accu’s worden ingeslikt, dan dient onmiddellijk de hulp van een arts te worden ingeroepen.
• Accu’s mogen niet worden kortgesloten, gedemonteerd of in het vuur geworpen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde accu’s kunnen bij contact met de huid jeukend letsel veroorzaken. Draag
daarom geschikte veiligheidshandschoenen.
• Laad geen normale, niet-oplaadbare batterijen op. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Let op de juiste polariteit (positieve pool/+ en negatieve pool/-). Bij een onjuiste installatie van de accu’s
wordt niet alleen het apparaat beschadigd, maar ook de accu. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Het meetapparaat is uitgerust met geïntegreerde laadelektronica die speciaal is ontworpen voor het
accutype dat wordt gebruikt.
• Als het product gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt (bijv. tijdens opslag), verwijdert u de Li-Ionaccu uit het apparaat.
• Laad/ontlaad geen beschadigde, lekkende of vervormde accu’s op. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Gooi onbruikbare accu’s volgens de milieuvoorschriften weg. Gebruik dergelijke accu’s niet langer.
• Laad de accu alleen op onder toezicht. Beëindig meteen het laadproces als u onregelmatigheden op het
accupack vaststelt (als de accu bijvooorbeeld opbolt enz.).
• Demonteer accu’s niet, sluit ze niet kort en werp ze niet in het vuur. Probeer nooit gewone batterijen op
te laden. Er bestaat dan explosiegevaar.
b) Aanvullende informatie over lithium-accu’s
• Li-ion-accu’s vereisen speciale zorg tijdens het laadproces, het gebruik en behandeling. Laat apparaten
met Li-ion-accu’saccu’s niet onbeheerd achter gedurende het laad-/ontlaadproces.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan temperaturen > +50 °C, bijv. de binnenkant van de auto
tijdens de zomer, enz. (Houd ook rekening met alle andere informatie van de fabrikant!).
• Gebruik alleen een geschikte oplader voor het extern opladen van lithium accu’s en houd rekening
met de juiste oplaadmethode. Vanwege brand- en explosiegevaar mogen geen gewone opladers voor
lithium-accu’s worden gebruikt!
• Bewaar de accu droog en bij kamertemperatuur. Gebruik indien mogelijk speciale opbergboxen (bijv.
Li-Po-Bags zoals in de modelbouw).
• De accu mag niet vochtig of nat worden.
6
• De accu dient uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, om beschadiging door lekkage te voorkomen. Het zuur in lekkende of beschadigde accu’s kan bij
contact met de huid chemische brandwonden veroorzaken. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen
tijdens de omgang met beschadigde accu’s.
• Bewaar de accu’s en batterijen buiten het bereik van kinderen. Laat de accu’s en batterijen niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren deze inslikken.
• Neem ook de veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
7. Bedieningselementen
1 Knop “Terug”
2 Knop “SET“ (instellingen)
3 In-/uitschakelknop
4 Knop “links” voor menu en cursor
5 TFT-kleurendisplay
6 Rubberen deksel met microSD-kaartsleuf en
micro-USB-laadaansluiting
7 IR-cameralens
8 Knop “rechts” voor menu en cursor
9 Aanzetknop voor beeldopslag
10 Handgreep
11 Accuvak met geïntegreerde statiefschroefdraad
(1/4” UNC 20)
7
8. Productbeschrijving
De warmtebeeldcamera heeft een grasch TFT-kleurendisplay. Via het display worden alle vereiste weergaven en
instellingen uitgevoerd.
Een hoofdmenu, dat via een multifunctionele knop kan worden opgeroepen, maakt de instelling van bedrijfsparameters mogelijk. Via de pijlknoppen is eenvoudige navigatie in het menu mogelijk.
De camera maakt visualisatie van de warmteverdeling van voorwerpen en oppervlakken mogelijk. De temperatuurverdeling wordt daarbij weergegeven in verkeerde kleuren. Er kunnen drie verschillende kleurenpaletten worden
ingesteld om de best mogelijke contrastweergave te garanderen.
De temperatuur in het midden van het beeld (focusgebied), evenals de maximale en minimale temperatuurwaarden
worden weergegeven met een markering. Door de uitgebreide instelmogelijkheden kan de warmtebeeldfunctie voor
vele toepassingen worden gebruikt.
Op een verwisselbare MicroSD-geheugenkaart kunnen warmtebeelden worden opgeslagen.
9. Accu plaatsen en laden
De meegeleverde lithium-Ion-accu is bij de levering gedeeltelijk geladen en moet vóór het eerste gebruik volledig
worden opgeladen.
Om de li-ion-accu op te laden, mag alleen de meegeleverde laadkabel worden gebruikt. Een andere laadkabel kan
te licht zijn. Er bestaat brandgevaar.
De camera warmt op tijdens het opladen. Leg de camera op een vlak, ongevoelig en hittebestendig oppervlak.
Plaats of verwijder de accu in/uit de camera
• Bewaar het meetapparaat op een zacht oppervlak aan de zijkant.
• Draai met een geschikte kruiskopschroevendraaier de twee schroeven in het accuvak (11) los.
• Trek het accuvak uit de handgreep van de camera.
• Plaats de accu in het meetapparaat met het plus (+) contact voor in het meetapparaat. De polariteitsaanduiding is
op het deksel van het batterijvak
• Sluit het accuvak in omgekeerde volgorde en schroef het er voorzichtig weer op.
aangegeven.
Accu opladen
De accu moet bij de eerste inbedrijfname of wanneer de accu-indicator rood brandt worden opgeladen.
1 Open het rubberen deksel (6) aan de bovenzijde van het apparaat.
2 Sluit de micro USB-stekker van de laadkabel aan op de micro USB-laadaansluiting op de camera.
3 Steek de USB-stekker van de laadkabel in een USB-laadaansluiting op een computer of in een geschikte USB-lader
4 De laadindicator verschijnt op het display en geeft het laadproces aan.
5 Het laadproces is beëindigd zodra het accupictogram groen is.
6 Verwijder de laadkabel en sluit de rubberen afdekking voorzichtig weer.
7 Het meetapparaat is klaar voor gebruik.
8
10. Geheugenkaart plaatsen en verwijderen
Het meetapparaat maakt opslag van thermische afbeeldingen op een verwisselbare microSD-geheugenkaart mogelijk. Aldus is een eenvoudige gegevensuitwisseling met en een verdere verwerking van afbeeldingsgegevens op een
computer mogelijk.
Er kunnen microSD-kaarten tot 16 GB worden gebruikt.
Voor het plaatsen en vervangen van de geheugenkaart gaat u als volgt te werk:
• Open het rubberen deksel (6) aan de bovenzijde van het apparaat.
• De sleuf voor de geheugenkaart bevindt zich aan de linkerkant. Het symbool voor de juiste positie van de geheugenkaart wordt aangegeven. De contacten van de geheugenkaart
moeten in de richting van het display wijzen.
• Druk de geheugenkaart voorzichtig in de sleuf totdat deze op zijn plaats vastklikt. Let
erop dat de geheugenkaart vastklikt in het slot. Alleen zo is een betrouwbare opslag
gegarandeerd.
• Om de geheugenkaart te verwijderen, drukt u kort op de kaart totdat deze wordt ontgrendeld en lichtjes naar boven
wordt geschoven. De kaart kan vervolgens eenvoudig worden verwijderd.
• Sluit het rubberen deksel voorzichtig weer af om de bescherming tegen vocht en stof te waarborgen.
Als de geheugenkaart niet wordt herkend door de rode aanzetknop (9) wanneer het geheugen wordt
geactiveerd (kaartpictogram met een rode X in het display), controleer dan de geheugencapaciteit,
de juiste locatie of het juiste gegevensformat (FAT32) van de geheugenkaart.
11. Ingebruikname
a) Camera in- en uitschakelen
• De camera wordt aan- en uitgeschakeld via de rode knop in-/uitschakelen (3).
• Om in te schakelen, houdt u de rode knop in/uitschakelen op het toetsenblok onder het display gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt.
• De camera wordt ingeschakeld en het opstartscherm wordt gedurende ongeveer 4 seconden weergegeven met
de indicator “VOLTCRAFT”. Gedurende deze tijd wordt de beeldsensor ook gekalibreerd. Dit is hoorbaar aan een
zacht klikgeluid.
• Nadat de automatische kalibratie is afgesloten, geeft het display het actuele opgenomen thermische beeld weer.
• Om uit te schakelen, houdt u de rode knop in/uitschakelen op het toetsenblok onder het display gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt. Het apparaat schakelt zichzelf uit.
9
b) Bedieningspaneel
Het bedienen en instellen van het meetapparaat geschiedt met behulp van diverse knoppen. De knoppen hebben de
volgende functies:
Knop aan/uit (3)
Om het apparaat aan of uit te schakelen, moet de knop gedurende ong. 2 seconden
worden ingedrukt.
Een automatische uitschakeling kan vooraf worden ingesteld in het menu. Het apparaat schakelt vervolgens automatisch uit na een vooraf ingestelde tijd.
Knop SET (2)
De knop Set opent het instellingenmenu. In het instellingsmenu wordt deze knop
gebruikt als een bevestigingsknop (Enter).
In het instellingenmenu kan het menu worden verlaten met de knop “Terug”.
Knop Terug (1)
De knop “Terug” maakt het mogelijk om terug te keren naar het vorige menu-item. In
het hoofdmenu zal het drukken op deze knop het menu beëindigen.
Cursorknoppen (4/8)
Met de twee cursorknoppen “pijl links” en “pijl rechts” gebeurt de selectie van de
menu-items en de parameters in het instellingenmenu.
10
c) Aanduidingen en symbolen op het display
De volgende symbolen en aanduidingen zijn op het display beschikbaar.
1 Symbool “G” voor “Gain” (rendement) voor de instelling van het temperatuurbereik
High Gain (hoog rendement): Klein temperatuurbereik, hoge detailresolutie
Low Gain (laag rendement): Groot temperatuurbereik, lage detailresolutie
2 Symbool “Vizier” voor het instellen van de temperatuurmarkeringen in het warmtebeeld
3 Pictogram voor het instellen van de kleurenpaletten
4 Symbool “Beeldgalerij” voor de beeldreproductie van de opgeslagen warmtebeelden
5 Symbool voor de systeeminstellingen
6 Weergave emissiegraad
7 Datumaanduiding
8 Tijdweergave
9 Temperatuurschaal met de laagste meetwaarde en daarover liggende kleurverdeling
10 Markering voor spotmeetpunt (waardeindicatie nr. 14)
11 Markering “L” voor minimale waarde
12 Markering “H” voor maximale waarde
13 Temperatuurschaal met de hoogste meetwaarde
14 Temperatuurweergave van de spotmeting in het middelpunt van de afbeelding
15 Acculading-indicator
11
d) Systeeminstellingen
Het meetapparaat maakt het mogelijk om systeemgegevens die relevant zijn voor de gebruiker via een menu in te
stellen. Dit zijn bijv.menutaal, meeteenheden, tijd en datum enz.
Deze systeeminstellingen moeten van tevoren worden ingesteld, omdat bijv. de meetgegevens worden opgeslagen
met tijdstempel enz.
• Bij ingeschakeld meetapparaat, kunt u door op de knop SET te drukken naar het hoofdmenu gaan.
• Druk op de cursorknoppen “pijl links” (4) of “pijl rechts” (8) tot het tandwielsymbool is gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop “SET”. Het menu systeeminstellingen wordt geopend.
Vanwege de schermgrootte kunnen altijd slechts 7 menubereiken worden weergegeven. Met de cursorknoppen
(4/8) kan het menu worden verschoven. Het geselecteerde menu-item wordt met kleuren gemarkeerd.
• Activeer het menu-item door op de knop “SET” te drukken.
• De respectieve parameters worden opnieuw geselecteerd met de cursorknoppen en bevestigd met de knop “SET”.
• U verlaat het menu-item met de knop “Terug” (1).
Het systeemmenu heeft de volgende instelfuncties:
Original Nationale taal Betekenis
Language Sprache Selecteren van de menutaal
Date/Time Datum/Zeit Instellen van de datum en tijd
EmissivityEmissivitätInstellen van de emissiefactor
Auto OFFAuto AusInstellen van de automatische uitschakeling
BrightnessHelligkeitInstelling van de helderheid van de display
Temp Unit Temp Einheit Instellen van de temperatuureenheid
Temperature Alarm Temperatur AlarmInstellen van de temperatuuralarmen bij overschrijding of bij onder
AboutSysteminfoWeergave van systeemgegevens (model, geheugenkaartgrootte,
Format SDFormat SDGeheugenkaart formatteren
RecoveryWiederherstellenHerstellen van de fabrieksinstellingen
Auto SaveAuto SpeichernInstellen of hetfbeeld moeten worden opgeslagen zonder een nieuwe
Temp BarFarbbalkenWeergave van de kleurverdeling als een balk
bepaalde niveaus komen
softwareversie, enz.)
vraag na het indrukken van de geheugenknop.
12
Menutaal instellen
• Voor de eerste inbedrijfstelling, de menutaal in uw eigen taal veranderen.
• Schakel het meetapparaat in en druk op de knop SET.
• Gebruik de cursorknoppen om het tandwielsymbool te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om het menu-item “Taal” te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om “German” of “English” te selecteren. Bevestig de invoer met de knop “SET”.
• Met de knop “Terug” komt u in het vorige menu-item.
Menustructuur
De volgende lijst geeft een overzicht van de menustructuur en instellingsopties na het wijzigen van de menutaal naar
uw lokale taal:
Language German
Date/TimeDD/MM/YYYY
English
MM/DD/YYYY
YYYY/MM/DD
DD/MM/YYYY
MM/DD/YYYY
YYYY/MM/DD
12H
07/02/2019 22:45Gebruik de knop “Terug” om de
individuele datum- en tijdvelden
te verplaatsen.
Emissivity OCustom0,01 – 0,99
OSand0,90
Textiles0,90
Aluminium (plain)0,04
Concrete0,94
Rubber (black)0,94
Wood0,94
Varnish (matt)0,97
Skin (human)0,98
Plastic0,94
Paper0,97
Selecteer eerst het hoofdveld voor het instellen met de knop “SET”. Het gele punt toont het actieve veld.
Druk vervolgens opnieuw op de knop “SET” om de parameters te selecteren. De instelbare parameters
worden in het geel weergegeven.
13
Auto off1 min
5 mins
10 mins
Off
BrightnessLow
Middle
High
Temp Unit°F
°C
Temperature AlarmHigh-10 tot +400 °C
Warning on
Warning off
Low-10 tot +400 °C
Warning on
Warning off
AboutModel: WB-200
Capacity: xxxx
Available: xxxx
Version: xxx
Product ID: XXXXXXXXX
RecoveryNo
Yes
Format SDNo
Yes
Het formatteringsproces duurt langer of korter, afhankelijk van de grootte van de geheugenkaart. Tijdens
het formatteren wordt “Formatting...” weergegeven. Gelieve te wachten tot dit bericht verdwijnt. Schakel
het apparaat niet van tevoren uit, omdat de geheugenkaart anders kan worden beschadigd.
Auto SaveOff
On
Temp BarOff
On
14
e) Meetbereik instellen
Met de instelling van het meetbereik wordt het toepassingsgebied van de
camera uitgebreid. Er staan twee gebieden ter beschikking:
High Gain – Hoog rendement:
De camera verlaagt het meetbereik tot het meest gebruikte temperatuurbereik
en verhoogt zo de detailweergave. Dit bereik wordt gebruikt om precieze temperatuurverschillen weer te geven.
Low Gain – Laag rendement
De camera maakt de meetactiviteiten over het gehele meetbereik mogelijk.
Hierbij wordt de gedetailleerde weergave echter verminderd. Dit bereik kan
worden gebruikt voor grote overzichtsmetingen.
Auto
De camera stelt automatisch de juiste modus in voor de weergave.
Ga als volgt te werk om het meetbereik in te stellen:
• Druk op de knop “SET” om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursorknoppen om het symbool “G” te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om de bijbehorende parameters te selecteren. Het geselecteerde bereik wordt met
kleuren gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop “SET”. Een gele punt markeert de instelling.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop “Terug”.
15
f) Temperatuurmarkering instellen
In de fabrieksinstelling wordt de spot-temperatuur voor het warmtebeeld links
boven aan het scherm weergegeven. Er staan verschillende instellingen ter
beschikking om het werkelijke meetpunt te markeren. Het middelste meetpunt
kan worden vervaagd, waarin de temperatuurmeting gebeurt. Eveneens kunnen twee markeringen voor het laagste en hoogste meetpunt in de afbeelding
worden weergegeven.
Center
Het middelste spot-meetpunt wordt gemarkeerd als vizier. Hier wordt de temperatuur gedetecteerd, die wordt weergegeven aan de linkerbovenrand van
het beeldscherm. Het spot-meetpunt is vast in het midden ingesteld en kan
niet worden veranderd.
High/Low
Het laagste meetpunt wordt gemarkeerd met een blauw kader en de letter “L” in de afbeelding.
Het hoogste meetpunt wordt gemarkeerd met een rood kader en de letter “H” in de afbeelding.
Deze twee markeringen zijn dynamisch en veranderen automatisch hun positie afhankelijk van de warmteverdeling
in de afbeelding.
Ga als volgt te werk om de temperatuurmarkeringen weer te geven:
• Druk op de knop “SET” om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursortoetsen om het symbool “Vizier” te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om de bijbehorende parameters te selecteren. Het geselecteerde bereik wordt met
kleuren gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop “SET”. Een gele punt markeert de instelling. Beide parameters kunnen ook
worden geactiveerd.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop “Terug”.
16
g) Kleurenpalet instellen
Door het instellen van het kleurenpalet kunt u het weergavecontrast optimaal
selecteren voor uw meettoepassing. Er staan drie kleurenpaletten ter beschikking.
IJzer-pallet
Typische kleurenpalet voor warmtebeeldtoepassingen. De koele plaatsen
worden donker weergegeven en gaan van rood naar wit voor de hete plaatsen.
Regenboog-pallet
De koele plaatsen worden donker weergegeven en gaan in de regenboogmodus van de felle kleuren naar wit voor de hete plaatsen.
Grijs-pallet
De koele plaatsen worden zwart weergegeven en worden helderder in het grijze gebied voor de hete plaatsen. Hier
is de contrastverhouding van koud naar warm het grootst.
Ga als volgt te werk om het kleurenpalet in te stellen:
• Druk op de knop “SET” om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursorknoppen om het symbool “kleurenpalet” te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om de bijbehorende parameters te selecteren. Het geselecteerde bereik wordt met
kleuren gemarkeerd.
• Bevestig de selectie met de knop “SET”. Een gele punt markeert de instelling.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop “Terug”.
17
h) Beeldgalerij
De opgeslagen afbeeldingen kunnen direct in de camera worden bekeken. Bovendien kunnen de parameters van het
warmtebeeld worden weergegeven en kunnen onnodige beelden direct worden verwijderd.
Ga als volgt te werk om de opgeslagen afbeeldingen te bekijken/verwijderen:
• Druk op de knop “SET” om het instellingenmenu te openen.
• Gebruik de cursorknoppen om het symbool “beeldgalerij” te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Gebruik de cursorknoppen om het bijbehorende beeld te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”.
• Via het symbool “i” kunnen verdere gegevens worden weergegeven die in het beeld zijn opgeslagen.
• Het beeld kan worden verwijderd via het symbool prullenbak. Gebruik de functie met de cursorknoppen om te selecteren en bevestig de selectie met de knop “SET”. Bevestig uw invoer opnieuw met de knop “SET” of annuleer
hier met “Nee”.
• Om het menu te verlaten, drukt u telkens op de knop “Terug”.
18
12. Het meten
Voor nauwkeurige metingen moet het meetapparaat worden aangepast aan de omgevingstemperatuur.
Laat het apparaat aan de nieuwe omgevingstemperatuur wennen wanneer u van locatie verandert.
L
a) Werkwijze
Infrarood-warmtebeeldcamera’s meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp en geven deze temperatuurverdelingen in een verkeerd kleurenbeeld weer.
De IR-detector van het product registreert de uitgestraalde, gereecteerde en doorgelaten warmtestraling van het
object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde. In het meetapparaat is een detector ingebouwd die een
resolutie van 80 x 60 pixels heeft. Dwz. de detector registreert 80 x 60 temperatuurpunten met één meting.
Het emissieniveau is een waarde die de energieuitstralingskarakteristieken van een materiaal uitdrukt. Hoe hoger
deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te zenden.
Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissiegraad van ongeveer 0,95. Metalen oppervlakken of
glanzende materialen hebben een lagere emissiegraad. Dat leidt tot een onjuiste meting. Daarom moet een matzwar-
te veraag of mat plakband worden aangebracht of moet de emissiengraad overeenkomstig worden ingesteld voor
glanzende metalen oppervlakken.
Aan de voorzijde van het apparaat bevindt zich de IR-lens (7). Reinig de lens met een zachte poetsdoek voor optiek
(brillendoekje, enz.) Dit voorkomt de beschadiging of vervuiling van de lens.
De optica van de IR-camera heeft een gezichtsveld (FOV) van 50 ° x 38°.
angere IR-metingen van hoge temperaturen met een kleine meetafstand leiden tot zelfverhitting van het
meetapparaat en dus tot een foutieve meting. Om exacte meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel:
Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de meetafstand en hoe korter de meetduur dient te zijn.
Glanzende oppervlakten leiden bij IR-metingen tot onjuiste meetresultaten. Ter compensatie kan het op-
pervlak van glanzende voorwerpen met plakband of matzwarte verf afgedekt worden. De emissiegraad
moet hierbij altijd worden aangepast aan het te meten oppervlak. Het apparaat kan niet door transparante
oppervlakken zoals glas heen meten. Het apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van
het glas meten.
b) IR-meting uitvoeren
• Zet de camera aan. Het duurt ong. 4 seconden totdat de detector wordt gekalibreerd.
Het kalibratieproces kan worden herkend aan een kort klikgeluid. Deze kalibratie wordt ook regelmatig
uitgevoerd tijdens de meting. Daardoor behoudt de detector ook gedurende langere meetfases zijn nauwkeurigheid. Tijdens de kalibratieprocedure wordt de detector intern afgedekt en vindt er gedurende deze
tijd geen temperatuuractualisatie plaats (bevroren beeld).
• Nadat de initialisatie is afgesloten, wordt het warmtebeeld weergegeven met valse kleuren. De meting wordt continu uitgevoerd met een update-snelheid van <9 Hz.
• De kleurenpaletten, de temperatuureenheid en de emissiegraad kunnen in het instellingenmenu worden ingesteld
op basis van uw behoeften. De vooraf ingestelde waarden zijn kleurenpalet 1, graden Celsius en emissiegraad 0,95.
• De meetwaarde voor het middelpunt van de afbeelding wordt weergegeven op het display. Afhankelijk van de
instelling kunnen markeringen voor Max en Min automatisch de temperatuurpieken detecteren en markeren.
• Schakel het meetapparaat weer uit na het einde van de meting.
19
c) Beeldscherminhoud opslaan
IR-warmtebeelden of screenshots van meetwaarden kunnen worden opgeslagen op de verwisselbare microSD-geheugenkaart. De afbeeldingen worden opgeslagen in bitmap-formaat (.bmp) en kunnen worden gebruikt door alle
grasche en tabelbewerkingsprogramma’s. Hierdoor is het loggen van meetreeksen dus mogelijk.
• Schakel het meetapparaat in.
• Zorg ervoor dat er een geheugenkaart is geplaatst.
• Voer een meting uit. Het gewenste beeld kan worden vastgelegd met de rode ontspanknop (9).
• In het display verschijnt het symbool “Save - Opslaan” in de werkbalk. Druk op de overeenkomstige cursorknop. De
“X” breekt het opslaan af, de “haak” slaat de afbeelding op.
• Het meetapparaat maakt hiervoor een afzonderlijke map aan met de naam “Images” op de geheugenkaart. De
beelden worden als volgt met een tijdstempel in de bestandsnaam opgeslagen:
img Datum_Fortlaufende Zahl.bmp
Voorbeeld:
img20190208_0000.bmp
img20190208_0001.bmp
De gegevens van de geheugenkaart kunnen worden gelezen door het meetapparaat of op een computer via een
optionele geheugenkaartterminal.
d) Automatische uitschakelfunctie
De camera maakt na een vooraf ingestelde tijd automatische uitschakeling mogelijk. Deze functie beschermt en
spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Deze functie kan worden gedeactiveerd om zo nodig langetermijnmetingen uit te voeren.
De automatische uitschakeling kan worden ingesteld in de systeeminstellingen onder “Auto Uit”.
20
13. Reiniging en onderhoud
a) Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de warmtebeeldcamera gedurende een lange periode te garanderen, moet deze eenmaal
per jaar worden gekalibreerd.
Het meetapparaat is absoluut onderhoudsvrij met uitzondering van incidentele reiniging en batterijvervanging.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat – b.v. op schade aan de behuizing
of beknelling, etc.
b) Reiniging van de behuizing
Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsinstructies in acht te nemen:
Gebruik voor de reiniging geen schurende reinigingsmiddelen, benzine, alcohol of dergelijke. Daardoor
Voor de reiniging van het instrument resp. de display dient u een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige
schoonmaakdoek te gebruiken. Laat het apparaat compleet drogen voordat u het voor de volgende meting gebruikt.
c) Reiniging van de lens
Verwijder losse deeltjes met schone perslucht en veeg de dan nog overblijvende aanslag weg met een jne lenzenborstel. Maak het oppervlak schoon met een lenzenschoonmaakdoekje of met een schoon, zacht en pluisvrij doekje.
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en andere vetsporen kan het doekje met water of een lenzenschoonmaakvloeistof bevochtigd worden.
Gebruik geen zuur- of alcoholhoudende of andere oplosmiddelen en geen ruwe, pluizige doek om de lens te reinigen.
Druk bij de reiniging niet te hard op de lens.
wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. De dampen zijn bovendien schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap zoals schroevendraaiers
of staalborstels e.d.
21
14. Verwijdering
Gebruikte elektrische en elektronische apparaten zijn recycleerbaar en mogen niet met het huisafval wor-
den weggegooid. Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren. Verwijder de geplaatste batterij en breng deze los van het product weg.
Verwijderen van gebruikte batterijen/accu’s!
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren;
verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Schadelijke batterijen/accu’s zijn van de volgende pictogrammen voorzien, die attent maken op het af-
voerverbod via het huisvuil. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor
irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt op de batterijen/accu’s vermeld, bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram). U kunt verbruikte batterijen/
accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze lialen of overal waar batterijen/accu’s worden
verkocht afgeven.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
15. Verhelpen van storingen
U heeft met het meetapparaat een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in gebruik. Er kunnen zich echter problemen of storingen voordoen. Raadpleeg daarom
de volgende informatie over de manier waarop u eventuele problemen zelf gemakkelijk op kunt lossen:
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De camera werkt niet. Is de accu leeg? Controleer de batterijstatus. Indien
Geen verandering in de gemeten
waarde.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman worden
uitgevoerd. Aarzel niet om contact op te nemen met onze technische dienst als u vragen hebt over
de werking van de meetapparaat.
U bevindt zich in het kijkvenster van
de beeldengalerij
nodig de accu opladen.
Druk op de knop “Terug” totdat u in
de meetmodus bent.
22
16. Technische gegevens
Meettolerantie
De nauwkeurigheid geldt gedurende1 jaar lang bij een temperatuur van +23 °C (±5 °C), bij een rel. luchtvochtigheid
van minder dan 75%, niet condenserend.
De meting kan worden beïnvloed als het apparaat binnen een hoogfrequente elektromagnetische veldsterkte wordt
gebruikt.
Meetbereik ........................................................-10 tot +400 °C
Nauwkeurigheid ................................................± 5% of ± 5 °C
Resolutie ...........................................................0,1 °C
IR-resolutie (bolometermatrix) ..........................80 x 60 pixels (4.800 pixels)
Pixelgrootte op de detector ...............................17 µm