De snelste manier om informatie over
een bepaald onderwerp of bepaalde
functie te vinden is door de alfabetische index te raadplegen.
Wij raden u aan om het eerste hoofdstuk door te lezen voor een globaal
overzicht van de auto.
Aanvullende
informatiebronnen
Een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige zal eventuele verdere vragen graag beantwoorden.
Symbolen in de handleiding
SymboolBetekenis
Voorzorgsmaatregelen die
moeten worden genomen
om te voorkomen dat uzelf
of anderen letsel oplopen of
dat de auto ernstig bescha-
digd raakt.
Maatregelen die kunnen
worden genomen om het
milieu te helpen bescher-
men.
Teksten op een display in
“...”
›...‹
››...‹‹
de auto voor het selecteren
van functies.
Commando's voor het
spraakcommandosysteem.
Antwoorden van het
spraakcommandosysteem.
Handelingen
De uit te voeren handelingen worden
aan de hand van nummers weergegeven. De volgorde van de stappen
moet worden opgevolgd.
1 Eerste handeling.
2 Tweede handeling.
Overzichten
Alternatieve opties en overzichten
van onderwerpen zonder een specifieke volgorde worden in een overzicht met opsommingstekens
weergegeven:
• Eerste optie.
• Tweede optie.
1-1. AANWIJZINGEN
7
Symbolen op onderdelen
Dit symbool op een onderdeel van
de auto geeft aan dat er meer informatie over het onderdeel beschikbaar is in de handleiding.
Uitrusting
In deze handleiding worden alle uitvoeringen en alle landspecifieke en
speciale uitrusting die voor de modelserie beschikbaar is, beschreven.
Hierdoor omvat deze handleiding
mogelijk ook beschrijvingen en
afbeeldingen van uitrusting en functies die niet in uw auto aanwezig zijn,
bijvoorbeeld als gevolg van de geselecteerde speciale uitrusting of de
landenspecificatie.
Dit geldt ook voor functies en systemen met betrekking tot veiligheid.
Houd u bij het gebruik van de bijbehorende functies en systemen aan de
desbetreffende wet- en regelgeving.
Als bepaalde uitrusting of uitvoeringen niet in deze handleiding worden
beschreven, raadpleeg dan de bijgeleverde aanvullende handleidingen.
Bij auto's met rechtse besturing zijn
sommige bedieningselementen
anders gepositioneerd dan in de
afbeeldingen is weergegeven.
Productiedatum
De productiedatum van uw auto vindt
u aan de onderzijde van de portierstijl
van het bestuurdersportier.
De productiedatum wordt gedefini-
eerd als de kalendermaand en het
kalenderjaar waarin de carrosserie
en de aandrijflijn zijn samengevoegd
en de auto van de productielijn wordt
gereden of rolt.
Status van de handleiding
Algemeen
Door de continue ontwikkeling worden een hoge mate van voertuigveiligheid en -kwaliteit gegarandeerd.
Daarom wijkt uw auto in zeldzame
gevallen af van de hier verstrekte
informatie.
Australië/Nieuw-Zeeland:
algemeen
Houd bij het lezen van deze handleiding het volgende in gedachten: om
ervoor te zorgen dat onze auto's blijven voldoen aan de hoogste kwaliteits- en veiligheidsnormen, voeren
we een beleid van continue ontwikkeling. Omdat wijzigingen in het ontwerp van zowel auto's als
accessoires op ieder willekeurig
moment kunnen worden geïntroduceerd, wijkt de uitrusting van uw
eigen auto mogelijk af van de uitrusting die in dit handboek wordt
beschreven. Om diezelfde reden kunnen we ook onmogelijk garanderen
dat alle beschrijvingen in alle opzichten volledig accuraat zullen zijn.
We vragen daarom uw begrip voor
het feit dat de fabrikant van uw auto
geen juridische aansprakelijkheid kan
erkennen op basis van verschillen
tussen de gegevens, afbeeldingen en
1
AANWIJZINGEN
8
WAARSCHUWING
1-1. AANWIJZINGEN
beschrijvingen in deze handleiding en
de uitrusting van uw eigen auto.
Houd er ook rekening mee dat een
deel van de optionele uitrusting die in
deze handleiding wordt beschreven,
niet beschikbaar is op de Australische uitvoeringen, als gevolg van
beperkingen die worden opgelegd
door de Australische ontwerpvoorschriften en andere vereisten.
Neem voor meer informatie contact
op met uw Toyota-dealer, die u graag
zal adviseren.
Uw persoonlijke veiligheid
Beoogd gebruik
Houd u bij het gebruik van de auto
aan het volgende:
• Handleiding.
• Informatie op/in de auto. Verwijder
stickers niet.
• Technische gegevens van de auto.
• De van toepassing zijnde wetten
en veiligheidsnormen van het land
waar de auto wordt gebruikt.
• Autopapieren en juridische docu-
menten.
Garantie
Uw auto is technisch ontworpen voor
de bedrijfscondities en goedkeuringseisen die gelden in het land
waar hij voor het eerst werd geleverd:
homologatie. Als uw auto in een
ander land gebruikt gaat worden,
moet hij mogelijk van tevoren worden
aangepast aan de geldende andere
bedrijfscondities en goedkeuringseisen. Als uw auto niet voldoet aan de
homologatie-eisen in een bepaald
land, kunt u daar geen garantieclaims
indienen voor uw auto. Een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan u meer informatie
geven.
Onderhoud en reparatie
Door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden aan het lakwerk van de auto werken de radarsensoren mogelijk niet
goed of kunnen ze defect raken, waardoor de veiligheid in het geding komt. Er
bestaat een kans op ongevallen en
schade. Laat bij auto's met radarsensoren werkzaamheden en reparaties aan
de lak van de bumpers uitsluitend uitvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De geavanceerde technologie die in
uw auto wordt gebruikt, bijvoorbeeld
de geavanceerde materialen en
hoogwaardige elektronica, vereist
passende onderhouds- en reparatiemethoden.
Dientengevolge raadt de fabrikant
van uw auto aan om dergelijke werkzaamheden door Toyota te laten uitvoeren. Als u ervoor kiest om de
werkzaamheden door een andere
gespecialiseerde werkplaats te laten
uitvoeren, adviseert Toyota om naar
een werkplaats te gaan waar werkzaamheden zoals onderhoud en
reparatie worden uitgevoerd volgens
Toyota-specificaties en door goed
opgeleid personeel. In deze handlei-
1-1. AANWIJZINGEN
9
ding worden dergelijke faciliteiten
“een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige”
genoemd.
Als dergelijke werkzaamheden, bijvoorbeeld onderhoud en reparatie,
ondeskundig worden uitgevoerd, kan
dit leiden tot gevolgschade en aldus
een veiligheidsrisico vormen.
Door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden aan het lakwerk van de
auto werken onderdelen, zoals de
radarsensoren, mogelijk niet goed of
kunnen ze defect raken, waardoor de
veiligheid in het geding komt.
Onderdelen en accessoires
Toyota raadt aan om onderdelen en
accessoires te gebruiken die speciaal
voor dat doel door Toyota zijn goedgekeurd.
U wordt geadviseerd om Toyota te
raadplegen voor advies over originele
onderdelen en accessoires van
Toyota, andere door Toyota goedgekeurde producten en voor deskundig
advies over alle aanverwante zaken.
De veiligheid en compatibiliteit van
deze producten in combinatie met
auto's van Toyota zijn door Toyota
gecontroleerd.
Toyota accepteert productverantwoordelijkheid voor originele onderdelen en accessoires van Toyota.
Toyota kan geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor onderdelen of
accessoires van welke aard dan ook
die niet zijn goedgekeurd.
Toyota kan niet van elk afzonderlijk
product van andere origine beoorde-
len of het zonder veiligheidsrisico's
kan worden gebruikt op auto's van
Toyota. Evenmin kan geschiktheid
voor gebruik worden verzekerd als
daarvoor een officiële vergunning is
afgegeven in een specifiek land.
Tests die voor dergelijke vergunningen worden uitgevoerd, kunnen niet
altijd alle bedrijfscondities voor auto's
van Toyota omvatten, en sommige
daarvan zijn daarom onvoldoende.
Gegevensopslag
Algemeen
Uw auto is voorzien van een aantal
elektronische regelsystemen. Elektronische regelsystemen verwerken
gegevens die zij bijvoorbeeld ontvangen van de sensoren in de auto, die
zij zelf genereren of die ze met elkaar
uitwisselen. Sommige regelsystemen zijn nodig om de auto veilig te
laten functioneren of om assistentie
te verlenen tijdens het rijden, bijvoorbeeld rijassistentiesystemen. Bovendien faciliteren regelsystemen de
comfort- en infotainmentfuncties.
Informatie, bijvoorbeeld in een aparte
brochure, over de opgeslagen of uitgewisselde gegevens kan worden
opgevraagd bij de autofabrikant.
Persoonlijke identificatie
Elke auto heeft een uniek voertuigidentificatienummer. Afhankelijk van
het land kan een auto-eigenaar worden geïdentificeerd aan de hand van
het voertuigidentificatienummer, de
kentekenplaat en de relevante autori-
1
AANWIJZINGEN
10
1-1. AANWIJZINGEN
teiten. Er zijn ook andere manieren
om de in de auto verzamelde gegevens te herleiden tot de bestuurder of
auto-eigenaar, bijvoorbeeld via het
gebruikte Toyota Supra Connectaccount.
Wetgeving inzake
gegevensbescherming
Volgens de geldende wetgeving
inzake gegevensbescherming hebben autogebruikers bepaalde rechten
die zij kunnen doen gelden tegen de
autofabrikant of bedrijven die hun
persoonsgegevens verzamelen of
verwerken.
Autogebruikers hebben een onbeperkt recht om gratis informatie te
verkrijgen van instanties die hun persoonsgegevens opslaan.
Deze instanties kunnen zijn:
• De autofabrikant.
• Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur.
• Een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
• Serviceproviders.
Autogebruikers kunnen informatie
opvragen over welke persoonsgegevens zijn opgeslagen, waar deze
voor worden gebruikt en waar ze vandaan komen. Een bewijs van eigendom of gebruik is vereist om deze
informatie te verkrijgen.
Het recht op informatie omvat ook
informatie over gegevens die zijn
overgedragen aan andere bedrijven
of instanties.
Raadpleeg de website van de autofabrikant voor het van toepassing
zijnde privacybeleid voor gegevens.
Dit privacybeleid voor gegevens
bevat informatie over het recht om
gegevens te laten verwijderen of corrigeren. Op de website van de autofabrikant staan ook zijn
contactgegevens en die van de functionaris voor gegevensbescherming.
De auto-eigenaar kan de in de auto
opgeslagen gegevens indien van toepassing tegen betaling van een vergoeding laten uitlezen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De wettelijk vereiste OBD-aansluiting van het diagnosesysteem in de
auto wordt gebruikt om de autogegevens uit te lezen.
Wettelijke eisen met
betrekking tot
gegevensverstrekking
De autofabrikant is verplicht om, in
overeenstemming met de geldende
wetgeving, de gegevens die hij heeft
opgeslagen aan de autoriteiten te
verstrekken. De vereiste gegevens
worden alleen verstrekt voor een
specifiek geval, bijvoorbeeld om een
strafbaar feit te onderzoeken.
Overheidsinstanties zijn gemachtigd
om, in overeenstemming met de geldende wetgeving, voor een specifiek
geval zelf de gegevens van de auto
uit te lezen. De informatie van de airbagmodule kan bijvoorbeeld worden
uitgelezen om licht te werpen op de
omstandigheden van een ongeval.
1-1. AANWIJZINGEN
11
Bedieningsgegevens in de
auto
Regelsystemen verwerken gegevens om de auto te bedienen.
Deze gegevens omvatten bijvoorbeeld:
• Statusmeldingen van de auto en
de afzonderlijke onderdelen, bijvoorbeeld het toerental van de
wielen, de wielsnelheid, de deceleratie, de zijdelingse versnelling en
het controlelampje voor de veiligheidsgordels.
• Omgevingsomstandigheden, bij-
voorbeeld de temperatuur en de
regensensorsignalen.
De gegevens worden alleen in de
auto zelf verwerkt en zijn meestal tijdelijk. De gegevens worden niet
opgeslagen nadat het contact UIT is
gezet.
Elektronische onderdelen, bijvoorbeeld regelsystemen en autosleutels,
bevatten onderdelen voor het
opslaan van technische informatie.
Informatie over de voertuigconditie,
belasting van onderdelen, onderhoudsvereisten, gebeurtenissen of
fouten kunnen tijdelijk of permanent
worden opgeslagen.
Deze informatie documenteert over
het algemeen de toestand van een
onderdeel, een module, een systeem of zijn omgeving, bijvoorbeeld:
• Bedrijfstoestanden van sys-
teemonderdelen, bijvoorbeeld vulniveaus, bandenspanning en
accustatus.
• Storingen en defecten in belang-
rijke systeemonderdelen, bijvoorbeeld verlichting en remmen.
• Reacties van de auto op bepaalde
rijsituaties, bijvoorbeeld de activering van een airbag of de activering van de
rijstabiliteitsregelsystemen.
• Informatie over gebeurtenissen
waarbij de auto beschadigd is
geraakt.
De gegevens zijn nodig zodat de
modules hun functies kunnen uitvoeren. De gegevens worden ook
gebruikt voor het opsporen en verhelpen van storingen en helpen de autofabrikant om de functies van de auto
te optimaliseren.
Het merendeel van deze gegevens is
tijdelijk en wordt alleen in de auto zelf
verwerkt. Slechts een klein deel van
de gegevens wordt opgeslagen in
gebeurtenis- of foutgeheugens als
reactie op specifieke omstandigheden.
Wanneer werkzaamheden worden
uitgevoerd, zoals reparaties, servicewerkzaamheden, garantiewerkzaamheden en
kwaliteitswaarborgingsmaatregelen,
kan deze technische informatie tezamen met het voertuigidentificatienummer worden uitgelezen.
Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan de informatie
uitlezen. De wettelijk vereiste
OBD-aansluiting van het diagnosesysteem in de auto wordt gebruikt
om de gegevens uit te lezen.
1
AANWIJZINGEN
12
1-1. AANWIJZINGEN
De gegevens worden verzameld, verwerkt en gebruikt door de relevante
organisaties in het servicenetwerk.
De gegevens documenteren de technische omstandigheden van de auto
en helpen bij het lokaliseren van fouten, het voldoen aan garantieverplichtingen en het verbeteren van de
kwaliteit.
Bovendien heeft de fabrikant de verplichting om aan productbewaking te
doen overeenkomstig de wetgeving
inzake productaansprakelijkheid. Om
aan deze verplichtingen te voldoen,
heeft de autofabrikant technische
gegevens van de auto nodig. Gegevens van de auto kunnen ook worden
gebruikt om garantieclaims van klanten te controleren.
Fout- en gebeurtenisgeheugens in de
auto kunnen worden gereset wanneer een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Gegevensinvoer en
gegevensoverdracht in de auto
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto kunnen de volgende comfort- en
individuele instellingen in de auto
worden opgeslagen en op elk
moment worden gewijzigd of gereset.
Deze omvatten bijvoorbeeld:
• Instellingen voor de stoelpositie.
• Instellingen voor de wielophanging
en klimaatregeling.
Gegevens kunnen indien nodig in het
entertainment- en communicatiesysteem van de auto worden geïmporteerd, bijvoorbeeld via een
smartphone.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto omvatten deze gegevens:
• Multimediagegevens zoals
muziek, video's of foto's voor
weergave in een geïntegreerd
multimediasysteem.
• Adresboekgegevens voor gebruik
in combinatie met een geïntegreerd handsfree-systeem of een
geïntegreerd navigatiesysteem.
• Ingevoerde navigatiebestemmingen.
• Gegevens over het gebruik van
internetdiensten.
Deze gegevens kunnen lokaal in de
auto worden opgeslagen of staan op
een apparaat dat in de auto is aangesloten, bijvoorbeeld een smartphone,
USB-stick of MP3-speler. Als deze
gegevens in de auto worden opgeslagen, kunnen ze op elk gewenst
moment worden gewist.
Deze gegevens worden alleen doorgegeven aan derden als hier tijdens
het gebruik van online diensten uitdrukkelijk om is gevraagd. De overdracht is afhankelijk van de
geselecteerde instellingen voor het
gebruik van de diensten.
Integratie van mobiele apparaten
Afhankelijk van de uitrusting kunnen
mobiele apparaten die in de auto zijn
aangesloten, bijvoorbeeld smartphones, worden bediend via de bedieningselementen van de auto.
1-1. AANWIJZINGEN
13
Geluid en afbeeldingen van het
mobiele apparaat kunnen worden
afgespeeld en weergegeven via het
multimediasysteem. Tegelijkertijd
wordt bepaalde informatie naar het
mobiele apparaat verzonden. Afhankelijk van het type integratie omvat
deze bijvoorbeeld positiegegevens
en andere algemene voertuiginformatie. Dit optimaliseert de manier
waarop geselecteerde apps, bijvoorbeeld navigatie of weergave van
muziek, werken.
Er is geen verdere interactie tussen
het mobiele apparaat en de auto, bijvoorbeeld actieve toegang tot voertuiggegevens.
Hoe de gegevens verder worden verwerkt, wordt bepaald door de aanbieder van de specifieke app die wordt
gebruikt. De reeks mogelijke instellingen hangt af van de desbetreffende
app en het besturingssysteem van
het mobiele apparaat.
Diensten
Algemeen
Als de auto een draadloze netwerkverbinding heeft, kunnen gegevens
worden uitgewisseld tussen de auto
en andere systemen. De draadloze
netwerkverbinding wordt tot stand
gebracht via een zender- en ontvangermodule in de auto of via persoonlijke mobiele apparaten die in de auto
worden meegenomen, bijvoorbeeld
smartphones. Met deze draadloze
netwerkverbinding kunnen online
functies worden gebruikt.
Hieronder vallen online diensten en
apps die worden geleverd door de
autofabrikant of door andere aanbieders.
Diensten van de autofabrikant
Voor wat betreft online diensten van
de autofabrikant worden de relevante
functies op de daarvoor geschikte
plaats beschreven, bijvoorbeeld in de
handleiding of op de website van de
fabrikant. De relevante juridische
informatie met betrekking tot gegevensbescherming wordt ook verstrekt. Persoonsgegevens kunnen
worden gebruikt om online diensten
uit te voeren. De gegevens worden
uitgewisseld via een beveiligde verbinding, bijvoorbeeld met de IT-systemen van de autofabrikant die voor dit
doel zijn bestemd.
Elke verzameling en verwerking en
elk gebruik van persoonsgegevens
die verder gaat dan wat nodig is om
de diensten te leveren, moet altijd
gebaseerd zijn op (wettelijke) toestemming of een contractuele
afspraak. Het is ook mogelijk om de
gegevensverbinding als geheel te
activeren of te deactiveren. Uitgesloten hiervan zijn functies en diensten
die wettelijk verplicht zijn, bijvoorbeeld noodoproepsystemen.
Diensten van andere aanbieders
Online diensten van andere aanbieders die worden gebruikt vallen onder
de verantwoordelijkheid van de desbetreffende aanbieder en zijn onderworpen aan hun privacyvoorwaarden
1
AANWIJZINGEN
14
1-1. AANWIJZINGEN
voor gegevens en gebruiksvoorwaarden. De autofabrikant heeft geen
controle over de inhoud die bij het
gebruik van deze diensten wordt uitgewisseld. Informatie over de manier
waarop persoonsgegevens worden
verzameld en gebruikt met betrekking
tot diensten van derden, de reikwijdte
van dergelijke gegevens en het doel
ervan, kan worden verkregen bij de
desbetreffende dienstverlener.
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Principe
Dankzij het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem kunnen
bijvoorbeeld bij ongevallen handmatige of automatische noodoproepen
worden verzonden.
De noodoproepen worden beantwoord door de centrale meldkamer
van de hulpdiensten.
Algemeen
Zie voor meer informatie over het
wettelijk vereiste eCall-noodoproepsysteem in de auto, dat is gebaseerd op 112-noodoproepen, en de
werking en functies ervan blz. 351.
De op 112-noodoproepen gebaseerde eCall-dienst is een openbare
dienst van algemeen belang en is
gratis beschikbaar.
Als zich een ernstig ongeval voordoet, wordt het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem standaard automatisch geactiveerd door
sensoren in de auto. Het wordt ook
automatisch geactiveerd als de auto
is uitgerust met een intelligent
noodoproepsysteem dat in het geval
van een ernstig ongeval niet werkt.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem kan indien
nodig ook handmatig worden geactiveerd.
Als zich een ernstige systeemstoring
voordoet die het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem buiten
werking zou stellen, ontvangen de
inzittenden een waarschuwing, zie
blz. 352.
Informatie over gegevensverwerking
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem verwerkt
persoonsgegevens in overeenstemming met de volgende voorschriften:
• Bescherming van persoonsgegevens: Verordening 2016/679/EU
van het Europees Parlement en de
Raad.
• Bescherming van persoonsgegevens: Richtlijn 2002/58/EG van het
Europees Parlement en de Raad.
Persoonsgegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op het verzenden van eCall-noodoproepen
naar het gestandaardiseerde Europese alarmnummer 112.
Simkaart
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem werkt via
mobiele communicatie door middel
1-1. AANWIJZINGEN
15
van de simkaart die in de auto is
geïnstalleerd. De simkaart is niet permanent verbonden met het mobiele
telefoonnetwerk, maar blijft alleen
verbonden zolang de noodoproep
actief is.
Gegevenstypen en hun ontvangers
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem mag uitsluitend de volgende gegevens verzamelen en verwerken:
• Het voertuigidentificatienummer
voor het snel identificeren van de
auto, bijvoorbeeld het model.
• Voertuigtype, bijvoorbeeld auto.
• Type voertuigaandrijving, bijvoorbeeld benzine of diesel, voor het
beoordelen van de risico's bij de
hulpverlening, zoals het risico op
brand veroorzaakt door brandstof.
• De positie van de auto ten tijde
van het ongeval, de laatste drie
locaties en de rijrichting om de
auto sneller te kunnen lokaliseren
op bijvoorbeeld zeer complexe
baanvakken.
• Logbestand voor automatische systeemactivering en het tijdstempel.
• Besturingsinformatie, die de hulpdiensten vertelt of de noodoproep
bijvoorbeeld automatisch of handmatig is geactiveerd.
• Een tijdstempel voor het bepalen
van het tijdstip van het ongeval om
de inzet van de hulpdiensten te
optimaliseren.
• De rijrichting om bijvoorbeeld te
bepalen om welke zijde van de
weg het gaat.
De autoriteiten van het land op wiens
grondgebied de noodoproep van het
eCall-systeem plaatsvindt, bepalen
welke centrale meldkamers voor
noodoproepen de noodoproep zullen
ontvangen en verwerken.
Configuratie van gegevensverwerking
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens in het systeemgeheugen niet buiten het systeem kunnen worden ingezien
voordat een noodoproep wordt geactiveerd.
De verzamelde gegevens voor het
wettelijk vereiste eCall-noodoproepsysteem worden alleen in de auto
opgeslagen en naar de centrale
meldkamer gestuurd wanneer een
noodoproep wordt geactiveerd.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens niet kunnen
worden getraceerd en de gegevens
tijdens normaal gebruik niet permanent worden nagetrokken.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens in het interne
systeemgeheugen automatisch en
continu worden gewist.
Gegevens met betrekking tot de locatie van de auto worden continu overschreven in het interne
systeemgeheugen, zodat alleen laatste drie locaties van de auto die
nodig zijn voor het normaal functione-
1
AANWIJZINGEN
16
1-1. AANWIJZINGEN
ren van het systeem altijd beschikbaar zijn.
Het activiteitengegevenslog van het
wettelijk vereiste eCall-noodoproepsysteem wordt niet langer bewaard
dan nodig is voor de afhandeling van
de eCall-noodoproep en in geen
geval langer dan 13 uur nadat de
eCall-noodoproep werd geactiveerd.
Rechten van personen van wie
gegevens worden verwerkt
De persoon wiens gegevens worden
verwerkt, bijvoorbeeld de auto-eigenaar, heeft het recht op inzage in de
gegevens en kan verzoeken dat
gegevens die met betrekking tot hem
of haar niet in overeenstemming met
de wettelijke voorschriften zijn verwerkt, worden gecorrigeerd, verwijderd of geblokkeerd voor zover van
toepassing. Telkens wanneer gegevens worden gecorrigeerd, verwijderd of geblokkeerd in
overeenstemming met deze voorschriften, moeten de derden aan wie
de gegevens zijn overgedragen, worden geïnformeerd, op voorwaarde
dat dit tegen een redelijke prijs kan
worden gedaan.
De persoon wiens gegevens worden
verwerkt, heeft het recht om een
klacht in te dienen bij de desbetreffende instantie voor gegevensbescherming als hij of zij van mening is
dat zijn of haar rechten zijn geschonden door verwerking van die persoonsgegevens.
Neem voor kwesties met betrekking
tot het recht op inzage contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Automatisch
noodoproepsysteem
Principe
Met het automatische noodoproepsysteem kunnen bijvoorbeeld bij
ongevallen handmatige of automatische noodoproepen worden verzonden.
De noodoproepen worden beantwoord door een alarmcentrale die
door de autofabrikant is aangewezen.
Naast het automatische noodoproepsysteem is de auto voorzien van het
wettelijk vereiste eCall-noodoproepsysteem. Of dit systeem actief is, is
afhankelijk van de situatie.
De auto-eigenaar heeft het recht om
hetzij het automatische noodoproepsysteem, hetzij het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem te gebruiken.
Zie voor informatie over het gebruik
van het automatische noodoproepsysteem en zijn functies blz. 351.
Wettelijke grondslag
Het automatische noodoproepsysteem verwerkt persoonsgegevens in
overeenstemming met de volgende
voorschriften:
• Bescherming van persoonsgegevens: Richtlijn 95/46/EG van het
Europees Parlement en de Raad.
1-1. AANWIJZINGEN
17
• Bescherming van persoonsgegevens: Richtlijn 2002/58/EG van het
Europees Parlement en de Raad.
Het contract met Toyota Supra Connect dat voor deze functie is afgesloten, evenals de relevante wetten,
verordeningen en richtlijnen van het
Europees Parlement en de Europese Raad bieden de wettelijke
grondslag voor de activering en werking van het intelligente noodoproepsysteem.
De relevante verordeningen en richtlijnen regelen de bescherming van
personen op het gebied van verwerking van persoonsgegevens.
Het automatische noodoproepsysteem verwerkt persoonsgegevens in
overeenstemming met de Europese
richtlijnen voor de bescherming van
persoonsgegevens.
Het automatische noodoproepsysteem verwerkt persoonsgegevens
alleen met toestemming van de
auto-eigenaar.
Het automatische noodoproepsysteem en andere diensten met extra
voordelen mogen alleen persoonsgegevens verwerken met de uitdrukkelijke toestemming van de persoon
wiens gegevens worden verwerkt, bijvoorbeeld de auto-eigenaar.
Simkaart
Het automatische noodoproepsysteem werkt via mobiele communicatie
door middel van de simkaart die in de
auto is geïnstalleerd. De simkaart is
permanent aangemeld bij het
mobiele telefoonnetwerk zodat er
snel een verbinding tot stand kan
worden gebracht. De gegevens worden in geval van nood naar de autofabrikant verzonden.
Kwaliteit verbeteren
De autofabrikant gebruikt de gegevens die als onderdeel van een
noodoproep worden verzonden ook
om de kwaliteit van producten en
diensten te verbeteren.
Positiebepaling
Alleen de aanbieder van het mobiele
telefoonnetwerk kan de positie van
de auto bepalen op basis van de
locaties van telefoonmasten. De netwerkoperator kan het voertuigidentificatienummer niet koppelen aan het
telefoonnummer van de geïnstalleerde simkaart. Alleen de autofabrikant kan het
voertuigidentificatienummer koppelen
aan het telefoonnummer van de geïnstalleerde simkaart.
Loggegevens voor noodoproepen
De loggegevens voor noodoproepen
worden opgeslagen in het geheugen
van de auto. De oudste loggegevens
worden regelmatig gewist. De loggegevens bevatten bijvoorbeeld informatie over waar en wanneer een
noodoproep is verzonden.
In uitzonderlijke gevallen kunnen de
loggegevens worden uitgelezen van
het geheugen van de auto. Over het
algemeen mogen de loggegevens
1
AANWIJZINGEN
18
1-1. AANWIJZINGEN
alleen worden uitgelezen na een
gerechtelijk bevel en indien de bijbehorende apparaten rechtstreeks op
de auto zijn aangesloten.
Automatische noodoproep
Het systeem is zo ontworpen dat na
een ongeval met een bepaalde ernst,
die wordt gesignaleerd door de sensoren in de auto, automatisch een
noodoproep wordt geactiveerd.
Verzonden informatie
Als er een noodoproep wordt verzonden door het automatische
noodoproepsysteem, wordt dezelfde
informatie doorgegeven aan de aangewezen alarmcentrale als normaal
door het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem wordt
doorgegeven aan de centrale meldkamer.
Bovendien geeft het automatische
noodoproepsysteem ook de volgende aanvullende informatie door
aan een door de autofabrikant aangewezen alarmcentrale en, indien
van toepassing, aan de centrale
meldkamer:
• Ongevalsgegevens, bijvoorbeeld
de richting van de aanrijding zoals
gesignaleerd door de sensoren in
de auto, om de inzet van de hulpdiensten te optimaliseren.
• Contactgegevens, bijvoorbeeld het
telefoonnummer van de geïnstalleerde simkaart en het telefoonnummer van de bestuurder, indien
beschikbaar, zodat er indien nodig
snel contact kan worden opgeno-
men met degenen die bij het ongeval betrokken waren.
Gegevensopslag
De gegevens met betrekking tot een
verzonden noodoproep worden in de
auto geactiveerd. De gegevens
bevatten informatie over de
noodoproep, bijvoorbeeld de plaats
en het tijdstip waarop deze is verzonden.
De alarmcentrale slaat audio-opnamen van de noodoproep op.
Audio-opnamen van de klant worden
24 uur bewaard, voor het geval de
details van de noodoproep moeten
worden geanalyseerd. Daarna worden de audio-opnames gewist.
Audio-opnames van de medewerker
van de alarmcentrale worden 24 uur
bewaard voor kwaliteitswaarborging.
Verstrekking van persoonsgegevens
De gegevens die worden verkregen
in het kader van een automatische
noodoproep, worden alleen gebruikt
om de noodoproep te verwerken.
Indien dit wettelijk verplicht is, verstrekt de autofabrikant de gegevens
die hij heeft verwerkt en, indien van
toepassing, nog steeds heeft
bewaard.
Wettelijk vereist noodoproepsysteem
De eigenaar van een auto die is voorzien van een automatisch
noodoproepsysteem en het wettelijk
1-1. AANWIJZINGEN
19
vereiste eCall-noodoproepsysteem
heeft het recht om het eCall-systeem
in de auto te gebruiken in plaats van
de automatische noodoproep.
Neem voor deactiveringsverzoeken
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem staat altijd
klaar in aanvulling op het automatische noodoproepsysteem. Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem neemt de
noodoproepfunctie over als het automatische noodoproepsysteem om
technische redenen niet functioneert,
bijvoorbeeld als de door de autofabrikant aangewezen alarmcentrale niet
kan worden bereikt.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem maakt
gebruik van de infrastructuur van het
openbare alarmnummer 112.
Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat noodoproepen altijd worden verzonden via het wettelijk
vereiste eCall-noodoproepsysteem
en niet via het automatische
noodoproepsysteem. Laat de instelling configureren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Black box
Deze auto is uitgerust met een black
box. De belangrijkste functie van
deze black box is om in geval van
een aanrijding of bijna-ongevallen,
bijvoorbeeld wanneer de airbag wordt
geactiveerd of er tegen een obstakel
wordt gereden, gegevens op te slaan
waarmee kan worden achterhaald
hoe de systemen van de auto hebben
gefunctioneerd. De black box dient
om gedurende korte tijd, meestal 30
seconden of minder, gegevens op te
slaan met betrekking tot het dynamische gedrag en de veiligheidssystemen van de auto.
De black box in deze auto wordt
gebruikt voor het opslaan van de volgende gegevens:
Het gedrag van de verschillende
voertuigsystemen.
Of de bestuurder en voorpassagier
de veiligheidsgordel om had.
Of en hoe ver de bestuurder het
gaspedaal en/of het rempedaal
heeft ingetrapt.
Hoe hard de auto reed.
Deze gegevens kunnen inzicht geven
in de omstandigheden waaronder de
aanrijding plaatsvond en welk letsel
daarbij optrad.
De black box slaat uitsluitend gegevens op wanneer er een ernstige
aanrijding plaatsvindt; de black box
slaat onder normale rijomstandigheden dus geen gegevens op. De black
box slaat nooit persoonlijke gegevens
1
AANWIJZINGEN
20
1-1. AANWIJZINGEN
op (zoals naam, geslacht, leeftijd,
plaats van de aanrijding).
Andere partijen, zoals ordehandhavers, kunnen de gegevens van de
black box echter koppelen aan persoonlijke gegevens die bij een onderzoek naar een aanrijding worden
verkregen.
Om de gegevens die door de black
box zijn opgeslagen uit te lezen, is
speciale apparatuur nodig en is toegang tot de auto of de black box vereist. Naast de autofabrikant
beschikken ook andere partijen,
zoals ordehandhavers, over speciale
apparatuur om de gegevens uit te
lezen, mits zij toegang hebben tot de
auto of de black box.
Hoeveelheid ruis in de auto
Euraziatische Economische Unie:
TECHNISCH REGLEMENT VAN DE
DOUANE-UNIE “MET BETREKKING TOT WIELVOERTUIGEN” TR
CU 018/2011 Aanhangsel nr. 3,
Hoofdstuk 2 (Voertuigeisen met
betrekking tot ruis in het interieur),
Tabel 2.1, Opmerkingen 3
Het gebruik van dit voertuig voor
publieke doeleinden (bijvoorbeeld als
taxi) is niet toegestaan.
Voertuigidentificatienummer
Motorruimte
Het voertuigidentificatienummer
(VIN) is ingeslagen in het typeplaatje
in de motorruimte, aan de rechterzijde van de auto.
1-1. AANWIJZINGEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
21
Overige
voorzorgsmaatregelen
Breng geen wijzigingen aan de auto
aan.
Wanneer u wijzigingen wilt aanbrengen
aan de auto, gebruik dan alleen originele onderdelen en accessoires van
Toyota of door Toyota goedgekeurde
onderdelen (behalve voor wat betreft
accu's, elektrische onderdelen, enz.).
Anders kunnen er onverwachte storingen optreden of kan een ongeval ontstaan. Neem voor meer informatie over
originele onderdelen en accessoires
van Toyota contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bevestig geen accessoires aan de voorruit.
Als een accessoire aan de voorruit of de
binnenspiegel wordt bevestigt, kan dit
uw zicht op de weg belemmeren of u
afleiden, wat tot een ongeval kan leiden.
Bovendien, als een voorwerp zoals een
zuignap aan de voorruit wordt bevestigd, werkt dit mogelijk als een lens, wat
brand kan veroorzaken. Bevestig geen
spiegel met een grote zichthoek aan de
binnenspiegel, aangezien deze bij een
aanrijding los kan raken en letsel kan
veroorzaken.
Laat geen aanstekers in de auto achter.
Wanneer de auto in direct zonlicht
geparkeerd staat, kan de temperatuur in
de auto extreem hoog worden. Het is
daarom erg gevaarlijk om voorwerpen
die brandbare materialen bevatten,
zoals een aansteker, in de auto achter
te laten, omdat deze kunnen exploderen of vlam kunnen vatten. Bovendien,
als een aansteker vast komt te zitten
tussen de bewegende delen van een
stoel, kan de aansteker tijdens de
beweging van de stoel breken en brand
veroorzaken.
1
AANWIJZINGEN
22
1-1. AANWIJZINGEN
23
KORTE UITLEG
.
2-1. KORTE UITLEG
Instappen............................ 24
Instellen en bedienen .........30
Rijden .................................34
2
2
KORTE UITLEG
24
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
2-1.KORTE UITLEG
2-1. KORTE UITLEG
Instappen
Voordat u gaat rijden
Controle van de auto
Voer voordat u de motor start de
nodige routinecontroles aan de auto
uit. Het is de verantwoordelijkheid
van de eigenaar om routinecontroles
aan de auto uit te voeren en alle wettelijk verplichte noodzakelijke jaarlijkse controles uit te laten voeren in
overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving. Raadpleeg
het serviceboek (de onderhoudshandleiding) voor meer informatie
over controleprocedures.
Als er een jerrycan met brandstof,
brandbare autoverzorgingsproducten,
spuitbussen, enz. in de auto achterblijven, bestaat het gevaar dat ze vlam vatten en ontploffen. Wanneer de auto
geparkeerd staat met de portieren en
ruiten volledig gesloten, laat dan geen
blikjes met koolzuurhoudende dranken
in de auto achter, omdat de temperatuur
in de auto kan oplopen tot meer dan
50 °C, afhankelijk van de locatie.
Zorg ervoor dat u alle bagage veilig
opbergt.
In het geval van plotseling remmen of
een aanrijding kunnen voorwerpen die
niet veilig zijn opgeborgen, rondvliegen
en de inzittenden raken, waardoor letsel
kan worden veroorzaakt. Zorg ervoor
dat bagage waar mogelijk veilig in de
bagageruimte wordt opgeborgen.
Laat geen licht ontvlambare voorwerpen
in de auto achter.
Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen op de vloer aan bestuurderszijde
bevinden.
2-1. KORTE UITLEG
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
25
Als een voorwerp vast komt te zitten
achter het rempedaal, kan remmen
onmogelijk worden en kan het gaspedaal mogelijk niet terugkeren na te zijn
ingetrapt, wat tot een uiterst gevaarlijke
situatie kan leiden.
Zorg ervoor dat de vloermatten goed
zijn vastgezet.
Gebruik alleen originele Toyota-vloermatten die voor dit model zijn ontworpen en bevestig ze op hun plaats met
behulp van de meegeleverde bevestigingen. Wanneer de vloermatten zijn
verwijderd, bijvoorbeeld bij het reinigen
van de auto, moet u ervoor zorgen dat u
de vloermatten goed vastzet met behulp
van de bevestigingen voordat u met de
auto gaat rijden.
Als een vloermat die niet goed kan worden vastgezet, bijvoorbeeld door een
beschadigde bevestiging, wordt
gebruikt, kan deze tijdens het rijden verschuiven en het gaspedaal bedekken,
waardoor dit mogelijk wordt ingedrukt
en een ongeval wordt veroorzaakt.
Plaats nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar. Extra vloermatten zullen niet alleen de normale bediening
van de pedalen belemmeren, maar het
gevaar bestaat ook dat een mat omklapt
achter het rempedaal, waardoor dit niet
kan worden ingetrapt.
Zorg ervoor dat u geen uitlaatgassen
inademt.
De uitlaatgassen bevatten kleurloos,
geurloos koolmonoxide (CO). Koolmonoxide (CO) kan worden ingeademd
zonder dat u het merkt en kan in het
ergste geval de dood veroorzaken. Laat
de motor niet stationair draaien in een
afgesloten garage of in een andere
locatie met slechte ventilatie.
Als er een gat of barst in het uitlaatsysteem zit, bijvoorbeeld veroorzaakt door
corrosie, kunnen tijdens het rijden uitlaatgassen in de auto terechtkomen. Als
u uitlaatgassen in de auto ruikt, open
dan alle ruiten en laat de auto controleren door een erkende Toyota-dealer,
een door Toyota geautoriseerde reparateur of een betrouwbare reparateur.
Controleren van de veiligheid
van de omgeving
Er zijn dode hoeken rondom de
auto die niet zichtbaar zijn vanaf
de bestuurdersstoel. Zorg ervoor
dat u controleert of in het gebied
2
KORTE UITLEG
26
2-1. KORTE UITLEG
rondom de auto kleine kinderen en
lage voorwerpen aanwezig zijn
voordat u wegrijdt.
Als u bij het achteruitrijden het
gebied achter de auto niet voldoende kunt zien, stap dan uit en
controleer dit gebied voordat u verder gaat.
Bij een slechte lichamelijke
conditie
Ga niet autorijden als u moe bent of
zich niet goed voelt.
Zorg er ook voor dat u bij een lange
rit regelmatig stopt en uitrust.
Openen en sluiten
Toetsen op de
afstandsbediening
alleen het bestuurdersportier of worden beide portieren en de achterklep
ontgrendeld.
Druk nogmaals op de toets op de
afstandsbediening om ook het
andere portier en de achterklep te
ontgrendelen als alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld.
Vergrendelen van de auto
1 Sluit het bestuurdersportier.
2Druk op de toets op de
afstandsbediening.
Alle portieren en de achterklep worden vergrendeld.
Door op de toets te drukken
als de portieren zijn gesloten wordt de auto vergrendeld.
De tankdopklep blijft ontgrendeld.
2-1. KORTE UITLEG
27
Ontgrendelen
Door op de toets te drukken
wordt de auto ontgrendeld.
Smart entry-systeem met
startknop
Principe
Met deze functie hebt u toegang tot
de auto zonder de afstandsbediening te hoeven bedienen.
Als u de afstandsbediening bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw broekzak, is dat al
voldoende.
De auto herkent de afstandsbediening automatisch wanneer deze zich
in de directe omgeving of in de auto
bevindt.
Ontgrendelen van de auto
Vergrendelen van de auto
Raak met een vinger het gegroefde
gedeelte van de portiergreep van een
gesloten portier van de auto ongeveer 1 seconde aan zonder de portiergreep vast te pakken.
Achterklep
Openen
Houd de toets op de afstands-
bediening ongeveer 1 seconde ingedrukt.
Indien van toepassing worden ook de
portieren ontgrendeld.
Controle- en waarschuwingslampjes
kunnen in verschillende combinaties
en kleuren branden.
Wanneer de motor wordt gestart of
de standby-modus wordt ingeschakeld, wordt de werking van sommige
lampjes kort gecontroleerd.
Bestuurdersportier
1 Buitenspiegels
2 Schakelaars ruitbediening
3 Centrale vergrendeling
4 Ontgrendelen van de achterklep
Schakelaarpaneel
1 Selectiehendel
2 Controller
3 Uitschakeltoets Stop & Start-sys-
teem
4 SPORT-modusschakelaar
5 Toets Parking Assist-systeem
6 Toets VSC OFF
7 Toets Toyota Supra Safety
8 Parkeerrem
Toyota Supra Command
Principe
Toyota Supra Command combineert
de functies van een aantal schakelaars. Deze functies kunnen worden
bediend met de controller en, afhankelijk van de uitvoering, via het touchscreen.
Controller
■ Algemeen
Met behulp van de toetsen kunt u
menu's direct oproepen. Met behulp
van de controller kunt u menu-items
selecteren en instellingen uitvoeren.
2-1. KORTE UITLEG
29
■ Toetsen op de controller
ToetsFunctie
Eén keer indrukken: oproepen van het hoofdmenu.
Twee keer indrukken: alle
menu-items van het hoofdmenu weergeven.
Oproepen van het menu
“Communication” (communicatie).
Oproepen van het menu
Media/Radio.
Oproepen van het menu
voor het invoeren van een
bestemming voor het navigatiesysteem.
Oproepen van de navigatiekaart.
Eén keer indrukken: oproepen van het vorige scherm.
Ingedrukt houden: oproepen van het laatst gebruikte
menu.
Oproepen van het menu
“Options” (opties).
Dit symbool op het regeldisplay geeft aan dat het
spraakcommandosysteem
actief is.
Gebruik Toyota Supra Command om
de functie te bedienen als er geen
verdere spraakcommando's beschikbaar zijn.
■ Uitschakelen van het spraak-
commandosysteem
Druk op de toets op het
stuurwiel of zeg ›Cancel‹
(annuleren).
mandosysteem laten voorlezen:
›General information on voice control‹ (algemene informatie over
spraakbediening).
Instructies voor het weergegeven
menu laten voorlezen: ›Help‹.
2
KORTE UITLEG
Spraakbediening
Uitspreken van spraakcommando's
■ Spraakcommandosysteem
inschakelen
1 Druk op de toets op het
stuurwiel.
2 Wacht op het geluidssignaal.
3 Spreek het commando uit.
Informatie voor noodoproepen
Gebruik het spraakcommandosysteem niet voor noodoproepen. Een
stresssituatie kan gevolgen hebben
voor de uitspraak en het stemniveau
van een persoon. Daardoor kan het
maken van de telefoonverbinding
meer tijd kosten dan nodig is.
Gebruik in plaats daarvan de
SOS-toets bij de binnenspiegel.
Loading...
+ 448 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.