Gebruikershandleiding voor
TOSHIBA T110/T130 draagbare personal computer
Eerste druk september 2009
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van
de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen
beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt
om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel
winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken.
De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers van TOSHIBA uit de T110/T130-serie op het tijdstip waa rop
deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en
handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van
International Business Machines Corporation.
Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
DirectX, ActiveDesktop, DirectShow en Windows Media zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Intel, Intel Core, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Adobe is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe
Systems Incorporated.
iiGebruikershandleiding
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt.
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Mul time di a Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsme rke n van HDMI Licensing LLC.
Memory Stick, Memory Stick PRO, Memory Stick PRO Duo en i.LINK zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sony Corporation.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
xD-Picture Card is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Veiligheidsinstructies
Laat de draagbare computer tijdens gebruik niet lange tijd achtereen
op uw lichaam rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis
opbouwen. Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel
of zelfs brandwonden veroorzaken.
■ Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-instructies
nauwgezet.
■ Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accuklemmen kunnen kortsluiten.
Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico
van brandwonden.
■ Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en dat
het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of staan.
■ Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer
op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet
met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik
de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
■ Gebruik uitsluitend de netadapter en accu’s die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of
netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
■ Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van
de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van
Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten
(zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz in
het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa,
het Midden Oosten en het Verre Oosten.
■ Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten
niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
T110/T130
Gebruikershandleidingiii
T110/T130
■ Als u de stroomvoorziening naar de computer wilt stopzetten, schakelt
u de computer uit, haalt u de stekker van de netadapter uit het
stopcontact en verwijdert u de accu.
■ Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden
op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een
elektrische schok.
■ Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat werken.
EU-verklaring van overeenstemming
TOSHIBA verklaart dat dit product voldoet aan de volgende normen:
Extra informatie:‘Het product voldoet aan de voorschriften
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van
CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe, Hammfelddamm 8,
41460 Neuss, Duitsland.
U vindt de volledige officiële CE-verklaring van de EU op de volgende
webpagina: http://epps.toshiba-teg.com/
Certificerings- en andere labels vindt u op de onderkant van de computer
of onder de accu.
van de Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG,
de EMC-richtlijn 2004/108/EG en/of de
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.’
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de
relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn voor
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor het notebook en de
elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de
richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur (1999/5/EG)
in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
■ Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
■ Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
ivGebruikershandleiding
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde ‘commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen’.
TOSHIBA keurt het gebruik van dit pr od uct i n and ere werkomgevingen dan
de bovengenoemde ‘commerciële, licht-industriële en woonomgevingen’ af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet veroorloofd:
■ industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
■ omgevingen met medische apparatuur
■ gemotoriseerde voertuigen
■ vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
■ storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
■ storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
T110/T130
Gebruikershandleidingv
T110/T130
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van
de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat producten
afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk
afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu’s kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het
recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na
13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de
juiste afvalverwerking van producten en batterijen en helpt u mogelijk
schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid
voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u
onze website (http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact
op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu’s
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat batterijen
en/of accu’s afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van
huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
3E+J&G
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat
dan de waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en
accu’s (2006/66/EG), worden de chemische symbolen voor lood (Pb),
kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste prullenbak.
Door producten en batterijen afzonderlijk in te leveren, helpt u producten en
batterijen op de juiste wijze weg te gooien. Ook draagt u eraan bij de
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te
voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u
onze website (http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact
op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van het land of de regio waar u dit product hebt aangeschaft,
is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
viGebruikershandleiding
Afvalverwijdering van de computer en de computeraccu’s
■ Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie.
■ Deze computer is uitgerust met een oplaadbare accu. Na herhaaldelijk
gebruik zal de accu uiteindelijk niet meer kunnen worden opgeladen en
moet deze worden vervangen. Volgens de geldende wetten en
voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om oude accu’s weg te
gooien met het huisvuil.
■ Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor nadere
details met betrekking tot de recycling van oude accu’s of het op de
juiste wijze weggooien hiervan. Dit product bevat kwik. Om
milieuredenen kunnen er regels gelden voor de verwijdering van dit
materiaal. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie over
verwijdering, hergebruik of recycling.
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®-richtlijnen.
Als het aangeschafte model hieraan voldoet, is de computer voorzien van
het ENERGY STAR-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA. neemt deel aan het ENERGY STAR-programma van de
Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de
nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een
configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale
systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende
slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er
gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activite iten hebben
plaatsgevonden. We raden u aan deze en andere energiebesparende
functies actief te laten, zodat uw computer functioneert met optimale
energiebesparing. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de
aan/uit-knop te drukken.
Volgens de EPA gebruikt een computer die aan de nieuwe ENERGY
ST AR-specificaties voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk
van het gebruik. Als alle huishoudens en bedrijven in de V.S. oude
computers zouden vervangen door modellen die aan de nieuwe ENERGY
ST AR-richtlijnen voldoen, zou dit de komende vijf jaar een besparing aan
energiekosten opleveren van meer dan 1,8 miljard dollar en zou dit een
verminderng van de uitstoot van broeikasgassen opleveren die equivalent
is met meer dan 2,7 miljoen auto’s.
Als elke computer die bedrijven het komende jaar aanschaffen voldoet aan
de nieuwe ENERGY STAR-vereisten, zouden deze bedrijven meer dan
210 miljoen dollar besparen gedurende de gebruiksperiode van die
modellen. DIt komt overeen met het verlichten van een oppervlak van
12 vierkante kilometer aan commerciële gebouwen per jaar.
Ga naar http://www.energystar.gov of
http://www.energystar.gov/powermanagement voor meer informatie over
het ENERGY STAR-programma.
T110/T130
Gebruikershandleidingvii
T110/T130
Verklaring over REACH-compatibiliteit
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en we streven ernaar onze
klanten informatie te verschaffen over de chemische stoffen in onze
producten in overeenstemming met de REACH-verordening.
Bezoek de volgende website
www.toshiba-europe.com/computers/info/reach voor informatie over de
aanwezigheid in onze producten van stoffen die op de kandidatenlijst staan
volgens artikel 59(1) van verordening (EG) Nr. 1907/2006 (REACH) in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
■ Overeenstemming met EEE-richtlijnen: Toshiba voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 ‘Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur’.
■ Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 13406-2. Als het aantal pixelfouten
minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
■ Accu’s zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
GOST
viiiGebruikershandleiding
Belangrijke mededeling
Auteursrechtelijk beschermd materiaal, zoals, maar niet beperkt tot,
muziek, video, computerprogramma’s en databases, is beschermd onder
de auteursrechtelijke wetgeving. Tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan
volgens toepasselijk auteursrecht, mag u auteursrechtelijk beschermd
materiaal zonder de toestemming van de eigenaar van de auteursrechten
niet kopiëren, wijzigen, toewijzen, overdragen of anderszins afstaan.
Overtreding van dit verbod kan resulteren in gerechtelijke vervolging.
■ Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
■ Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nab ijheid
van het lek.
■ Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
■ Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type of van
een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
■ Houd u bij het afdanken van gebruikte accu’s aan de voorschriften van
de fabrikant.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een
optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de
verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
In dergelijke gevallen aanvaardt TOSHIBA geen aansprakelijkheid voor
schade.
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller
Bijlage C Draadloos LAN
Bijlage D Netsnoer en connectoren
T110/T130
Gebruikershandleidingxi
T110/T130
Bijlage E
Bijlage F Wettelijke voetnoten
Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
xiiGebruikershandleiding
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de TOSHIBA T110/T130-serie.
Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang
betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende
uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitg e l eg d ho e u uw TOSHIBA-computer uit de
T110/T130-serie gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat.
Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van
de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van
optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare
computer hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en
Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen,
onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag
voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de
computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de
handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met
name aandacht aan de paragraaf Specificaties in de Inleiding om kennis te
maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers.
Als u geheugenkaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een
monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten, te lezen.
T110/T130
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken, zes
bijlagen, een woordenlijst en een index.
In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en
het inrichten van uw werkplek.
Gebruikershandleidingxiii
T110/T130
Hoofdstuk 4, Basisbeginselen, bevat instructies voor het gebruik van de
volgende apparaten: touchpad, webcam, geluidssysteem, draadloze
communicatie en LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de
computer en het omgaan met CD’s/DVD’s.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord , worden speciale toetsenbordfuncties
beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, bevat informatie over de
voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert
met het programma HW Setup.
In hoofdstuk 8, Optionele apparaten, wordt de beschikbare optionele
hardware beschreven.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, bevat nu ttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
De Appendices verschaffen technische informatie over de com pu ter.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, of indien dat nodig is
voor de duidelijkheid, wordt deze gevolgd door een verklaring tussen
haakjes. Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden
tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Zo duidt Enter
bijvoorbeeld de ENTER-toets aan.
xivGebruikershandleiding
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent CTRL + C dat u op C moet
drukken terwijl u CTRL ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden
gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de
derde.
ABCWanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken
of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de
te typen tekst in het links weergegeven lettertype
gedrukt.
Beeldscherm
T110/T130
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
Start
Het woord ‘Start’ verwijst naar de knop ‘’ in
Windows 7.
Gebruikershandleidingxv
T110/T130
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
■ Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd
tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een
netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de
computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
■ Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
■ Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een
verwarmingstoestel.
■ Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
■ Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op ee n tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden
geblokkeerd.
■ Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
■ Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand,
met mogelijk ernstig letsel tot ge v ol g .
xviGebruikershandleiding
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
■ stof, vocht en direct zonlicht;
■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
■ plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
■ Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
■ vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiegids voor veiligheid en comfort. Hierin wordt
toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. De instructiehandleiding voor veiligheid en comfort bevat eveneens informatie over het inrichten van de
werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u
lichamelijke overbelasting kunt verminderen.
T110/T130
Verhitting van computeroppervlakken
■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode
plekken op de huid.
■ De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
■ Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Gebruikershandleidingxvii
T110/T130
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten aangezien hierdoor computeronderdelen beschadigd kunnen raken
of andere storingen kunnen ontstaan.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
xviiiGebruikershandleiding
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en
beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
■ TOSHIBA T110/T130 draagbare personal computer
■ Universele netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
T110/T130
Hoofdstuk 1
Documentatie
■ T110/T130 gebruikershandleiding
■ T110 of T130 Aan de slag
■ Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort (maakt deel uit van
gebruikershandleiding)
■ Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Gebruikershandleiding1-1
T110/T130
Software
Windows® 7
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
■ Windows
■ Microsoft Internet Explorer
■ TOSHIBA Value Added Package
■ TOSHIBA Hardware Setup
■ TOSHIBA Supervisor Password
■ TOSHIBA Assist
■ TOSHIBA ConfigFree™
■ TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten
■ TOSHIBA Disc Creator
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning
■ TOSHIBA Recovery Media Creator
■ TOSHIBA-webcamtoepassing
■ TOSHIBA Bulletin Board
■ TOSHIBA ReelTime
■ TOSHIBA Servicestation
■ TOSHIBA-ecohulpprogramma
■ Online handleiding
®
7
1-2Gebruikershandleiding
Kenmerken
In dit gedeelte wordt de hardware van uw computer beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Processor
Processor Het type processor hangt af van het model.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
CPU.
T110/T130
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PCdiagnoseprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma’s -> TOSHIBA ->
Hulpprogramma’s -> PCdiagnoseprogramma.
Chipset
Mobile Intel
®
GS45/GS40 Express-chipset
Geheugen
SleuvenIn de twee geheugensleuven van de computer
Video-RAMVideo-RAM wordt gedeeld met hoofdgeheugen,
kunnen geheugenmodules van 1, 2 of 4 GB*
worden geïnstalleerd.
De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar
systeemgeheugen is minder dan de
geïnstalleerde geheugenmodules.
Maximale grootte systeemgeheugen:
8 GB (4 GB x 2) voor modellen met
GS45-chipset.
4 GB (2 GB x 2) voor modellen met
GS40-chipset.
* geheugenmodules van 4 GB kunnen niet
worden geïnstalleerd in modellen met een
GS40-chipset.
waarbij de verdeling afhangt van de Dynamic
Video Memory Technology.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Gebruikershandleiding1-3
T110/T130
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
een oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
en laadt de accu’s op wa nnee r d eze op raken . De
netadapter wordt geleverd met een verwisselbaar
netsnoer met een 2-pins of 3-pins stekker.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en
240 volt; houd er echter rekening mee dat de
uitgangsstroom varieert al naar gelang het
model. Gebruik van de verkeerde adapter kan
resulteren in beschadiging van de computer.
Raadpleeg de paragraaf Netadapter in
hoofdstuk 2, Rondleiding.
Schijven
Vaste sc hijf Deze computer wordt geleverd met een van de
volgende typen vaste schijven (HDD). De
capaciteit varieert per type vaste schijf.
■ 250 GB
■ 320 GB
■ 500 GB
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijven wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden. Er kunnen vaste schijven met
andere grootten worden uitgebracht.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
1-4Gebruikershandleiding
T110/T130
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge
resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal
comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 13,3-inch of 11,6-inch WXGA, 16 miljoen kleuren
met de volgende resolutie:
1366 pixels horizontaal ×768 pixels verticaal.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B,
Beeldschermcontroller, voor meer informatie.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit of GPU)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnotenvoor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Toetsenbord
Ingebouwd Het interne toetsenbord bevat geïntegreerde
cijfertoetsen, speciale geïntegreerde
cursorbesturingstoetsen en de toetsen en .
Het toetsenbord is compatibel met het
uitgebreide IBM®-toetsenbord. Zie hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer
verplaatsen en door de inhoud van vensters
schuiven.
Gebruikershandleiding1-5
T110/T130
Poorten
HDMI-uit-poortOp deze HDMI-uitgang kunt u externe weergave-
/audio-apparaten aansluiten. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Externe monitor Op deze 15-pins poort kunt u een extern
beeldscherm aansluiten.
Universal Serial Bus
(USB 2.0)
De computer ondersteunt meerdere Universal
Serial
Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0-norm.
De poort met de aanduiding () beschikt over
de functie USB-slaapstand
en laden.
Sleuven
Sleuf voor Bridgemedia
In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™geheugenkaart, Memory Stick™ (PRO™/PRO
Duo™), xD-Picture Card™ of MultiMediaCard™
plaatsen.
Multimedia
WebcamU kunt foto’s of videobeelden opnemen/
verzenden met deze geïntegreerde webcam.
Geluidssysteem Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de
interne luidsprekers en microfoon van de
computer en biedt aansluitingsmogelijkheden
voor een externe microfoon en een
hoofdtelefoon.
Hoofdtelefoonaansluiting
Microfoonaansluiting Op de 3,5 mm minimicrofoonaansluiting kan een
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan
een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
drie-aderige miniplug voor monofone
microfooninvoer worden aangesloten.
1-6Gebruikershandleiding
T110/T130
Communications
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX).
Draadloos LAN De functie voor draadloos LAN ondersteunt de
normen b, g en n (draft 2.0), maar is niet
compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op de Direct Sequence Spread
Spectrum / Orthogonal Frequency Division
Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de
IEEE 802.1 1 -standaard.
■ Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
■ Kaartenergiebeheer
■ WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits
coderingsalgoritme
■ AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het
256-bits coderingsalgoritme
■ De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de
elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van
toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid
van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal
lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
■ Druk op de toetsen FN+F8 om draadloze communicatie in of uit te
schakelen. Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
‘Sneltoetsen’ in hoofdstuk 5.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
draadloos LAN.
BluetoothSommige modellen beschikken over een
Bluetooth-functie voor draadloze communicatie
waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers,
printers en mobiele telefoons. Als deze functie is
ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en eenvoudig
een veilige en betrouwbare, draadloze
netwerkomgeving.
Gebruikershandleiding1-7
T110/T130
Beveiliging
Sleuf
beveiligingsslot
WachtwoordWachtwoordbeveiliging voor opstarten
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
Sneltoetsen Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
Geïntegreerde
numerieke toetsen
Directe beveiligingEen speciale sneltoets vergrendelt het systeem
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
*1
*1
Hiermee kan de computer door middel van een
optioneel beveiligingsslot aan een bureau of
ander groot voorwerp worden verankerd.
Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Wachtwoordbeveiliging voor harde schijf
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een
programma voor systeemconfiguratie te hoeven
gebruiken.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde
numerieke toetsen. Raadpleeg het gedeelte
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
automatisch en zorgt zo voor
gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het intern e
beeldscherm automatisch stopgezet als het
toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd
niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het
aanwijsapparaat wordt gebruikt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als gedurende een
bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
1-8Gebruikershandleiding
T110/T130
Automatische
slaapstand/
sluimerstand
Intelligente
stroomvoorziening
Energiebesparingsmodus
In-/uitschakelen via
*1
LCD
*1
*1
*1
Automatische
sluimerstand bij
lage acculading
*1
TOSHIBAvasteschijfbeveiliging
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of sluimerstand gezet als een
bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent de resterende
accucapaciteit. De microprocessor beschermt de
elektronische onderdelen tevens tegen
abnormale omstandigheden, zoals extreme
spanningspieken vanuit een voedingsbron.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer het LCDscherm wordt gesloten, en weer ingeschakeld
zodra het scherm wordt geopend.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt
het systeem afgesloten.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Deze functie gebruikt de ingebouwde sensor in
de computer om trillingen, vallen en schokken te
detecteren en automatisch de kop van de vaste
schijf in een veilige stand te plaatsen. Hiermee
wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt
doordat deze in aanraking komt met de kop.
Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
De TOSHIBA-functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat
de vaste schijf niet beschadigt.
Gebruikershandleiding1-9
T110/T130
SluimerstandMet deze functie kunt u de stroom uitschakelen
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
*1 Klik op , Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik
vervolgens op Energiebeheer.
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op
de plaats waar u was opgehouden wanneer u de
computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan
de slag, voor meer informatie.
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten: De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u uw werk kunt hervatten op de
plaats waar u was opgehouden wanneer u de
computer weer aanzet.
TOSHIBA Value Added Package
In dit gedeelte worden de TOSHIBA-voorzieningen beschreven die vooraf
op de computer zijn geïnstalleerd.
TOSHIBA Power
Saver
TOSHIBA
Hulpprogramma
Zoom
TOSHIBA PCdiagnoseprogramma
TOSHIBAflashkaarten
Gemeenschappelijk
stuurprogramma
voor TOSHIBAcomponenten
TOSHIBA Power Saver biedt diverse functies
voor energiebeheer.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad vergroten of verkleinen en het
zoompercentage instellen voor specifieke
toepassingen.
Het TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont
basisgegevens over de configuratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardwareapparaten in de computer te testen.
Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende
functies.
■ Sneltoetsfunctie
■ TOSHIBA-functie om hulpprogramma’s te
starten
TOSHIBA Components Common Driver bevat de
module die nodig is voor het hulpprogramma dat
TOSHIBA biedt.
1-10Gebruikershandleiding
T110/T130
TOSHIBA
T oegankelijkheid
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken.
Met dit hulpprogramma kunt u de FN-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de FN-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te
activeren. De FN-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Hulpprogramma’s en toepassingen
In dit gedeelte worden vooraf ge ïnstalleerde hulpprogramma’s be sch reven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de online
handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
Bluetooth-stack voor
Windows van
Toshiba
Bluetooth-functies kunnen niet worden gebruikt in modellen waarin geen
Bluetooth-module is geïnstalleerd.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
Wachtwoord voor
opstarten
Door middel van deze software kunnen de
computer en externe Bluetooth-apparaten zoals
printers en mobiele telefoons draadloos met
elkaar communiceren.
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk
toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt. U start dit
hulpprogramma door op de Windows-knop Start
te klikken, Alle programma’s aan te wijzen, te
klikken op TOSHIBA en Hulpprogramma’s en
het pictogram HWSetup te selecteren.
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Gebruikershandleiding1-11
T110/T130
TOSHIBA Disc
Creator
U kunt CD’s/DVD’s in verschillende indelingen
maken: audio-CD’s die op een gewone
stereo-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en
gegevens-CD’s/-DVD’s voor het opslaan van
multimedia- en/of documentbestanden op uw
vaste schijf. (vereist een externe optisch
schijfstation)
Als u TOSHIBA Disc Creator wilt starten, klikt u
op , selecteert u Alle programma’s,
TOSHIBA, CD- & DVD-toepassingen en klikt u
vervolgens op Disc Creator.
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen
eenvoudig kunnen worden beheerd. Met
ConfigFree kunt u tevens
communicatieproblemen opsporen en profielen
maken waarmee u eenvoudig tussen locaties en
communicatienetwerken kunt schakelen.
U voert ConfigFree uit door te klikken op , Alle programma’s, TOSHIBA te selecteren en
vervolgens te klikken op ConfigFree.
TOSHIBA
Gezichtsherkenning.
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruikt een
bibliotheek voor gezichtsverificatie om het
gezicht van de gebruiker te verifiëren wanneer
deze zich aanmeldt bij Windows. Als de
verificatie is geslaagd, wordt de gebruiker
automatisch aangemeld bij Windows. De
gebruiker hoeft in dit geval dus geen wachtwoord
in te voeren, waardoor de aanmelding
gemakkelijker verloopt.
TOSHIBAwebcamtoepassing
TOSHIBA-webcamtoepassing is vooraf zo
geconfigureerd dat het wordt gestart wanneer u
Windows 7 start. Als u het programma opnieuw
moet starten, gaat u naar Start -> Alle
Het TOSHIBA-ecohulpprogramma helpt u uw
stroombesparing te controleren door real-time
een benadering van het stroomverbruik weer te
geven. Bovendien wordt een benadering
weergegeven van het totale stroomverbruik en
de totale energiebesparing per dag, per week en
per maand bij gebruik van de ecostand. U kunt
de energiebesparing bijhouden als u de ecostand
doorlopend gebruikt.
1-12Gebruikershandleiding
T110/T130
Opties
Windows
Mobiliteitscentrum
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding Er kunne n twee geheugenmodules in de
Gebruik slechts één PC3-6400 (DDR3-800) of een compatibele
geheugenmodule. Neem contact op met uw TOSHIBA-leverancier voor
nadere informatie.
Mobility Center is een hulpprogramma voor een
snelle toegang tot diverse instellingen in één
venster. Standaard biedt het besturingssysteem
maximaal acht groepen aan. Er worden echter
twee aanvullende groepen toegevoegd aan het
Mobiliteitscentrum.
Als u het pakket ‘TOSHIBA Extended Tiles for
Windows Mobility Center’ installeert, worden de
volgende functies toegevoegd.
■ Computer vergrendelen:
Vergrendel uw computer zonder deze uit te
schakelen. Dit heeft dezelfde func ti e al s
Vergrendelen in het menu Start.
■ TOSHIBA Assist:
Open TOSHIBA Assist als dit programma al
is geïnstalleerd op uw computer.
computer worden geïnstalleerd.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid bij uw
NetadapterAls u de computer regelmatig op verschillende
Gebruikershandleiding1-13
TOSHIBA-leverancier kopen. U kunt deze als
reserve-exemplaar gebruiken, zodat u langer
met uw computer kunt werken.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
T110/T130
1-14Gebruikershandleiding
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Raadpleeg bijlage F, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
T110/T130
Hoofdstuk 2
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm gesloten.
1 2 3 4 5 6 7
1. DC IN-lampje
2. Aan/uit-lampje
3. Acculampje
4. Schijflampje
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (T130)
Gebruikershandleiding2-1
5. Lampje voor Bridge-mediasleuf
6. Lampje voor draadloze communicatie
7. Lampje voor draadloos WAN
T110/T130
1 2 3 46 7 859
1. DC IN-lampje
2. Aan/uit-lampje
3. Acculampje
4. Schijflampje
5. Lampje voor Bridge-mediasleuf
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (T110)
6. Lampje voor draadloze communicatie
7. Lampje voor draadloos WAN
8. Pijlvergrendeling
9. Num Lock
DC-IN-lampjeHet DC IN-lampje brandt gewoonlijk als de
stroom via de netadapter correct wordt geleverd.
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aan is. Als u bij Computer uitschakelen klikt op
Slaapstand, knippert dit lampje oranje
(twee seconden aan, twee seconden uit) terwijl
de computer in de slaapstand wordt gezet.
AcculampjeHet acculampje geeft het ladingsniveau van de
accu aan: groen betekent volledig opgeladen,
oranje betekent dat de accu wordt opgeladen en
knipperend oranje betekent dat de accu bijna
leeg is. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
Lampje voor schijfHet schijflampje brandt groen wanneer de
computer toegang heeft tot de geïntegreerde
vaste schijf.
Lampje voor
Bridge-mediasleuf
Het statuslampje voor de Bridge-mediasleuf
brandt groen wanneer de computer toegang tot
de sleuf heeft.
Lampje voor
draadloze
communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie brandt
oranje wanneer de functies voor draadloos LAN
en Bluetooth zijn ingeschakeld. Alleen sommige
modellen zijn voorzien van functies voor
draadloos LAN en Bluetooth.
2-2Gebruikershandleiding
T110/T130
Lampje voor
draadloos WAN
PijlvergrendelingAls de pijlaanduiding groen brandt, kunt u de
Num LockAls het Num Lock-lampje groen brandt, kunt u de
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Het lampje voor draadloos WAN brandt of
knippert blauw wanneer de functie voor
draadloos WAN is ingeschakeld. Het lampje
brandt of knippert om de verbindingsstatus van
de functie voor draadloos WAN aan te geven.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als een
draadloos WAN-module is geïnstalleerd.
Sommige modellen zijn voorzien van een
draadloos WAN-module.
geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen
met de donkergrijze opschriften) als
cursortoetsen gebruiken.
geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen
met de donkergrijze opschriften) gebruiken om
cijfers in te voeren.
12345
1. Beveiligingsslot
2. Poort voor externe monitor
3. Luchtopeningen
Linkerkant van de computer (T130)
12345
1. Beveiligingsslot
2. Poort voor externe monitor
3. Luchtopeningen
Linkerkant van de computer (T110)
Gebruikershandleiding2-3
4. HDMI-uit-poort
5. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
6
4. Sleuf voor Bridge-media
5. HDMI-uit-poort
6. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
T110/T130
BeveiligingsslotAan dit slot kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. De optionele beveiligingskabel
verankert de computer aan een bureau of ander
groot voorwerp ter bescherming tegen dief stal.
Poort voor externe
monitor
Op deze 15-pins poort kunt u een extern
beeldscherm aansluiten.
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
HDMI-uit-poortOp deze poort kunt u apparaten met een HDMI-
interface (High Definition Multimedia Interface)
aansluiten, zoals een DVD-speler, LCD-scherm,
LCD-TV, HDTV, set-top-box of projector.
(Aanwezig op sommige modellen.)
■ Wanneer het beelduitvoerapparaat is ingesteld op HDMI en u een
televisie of externe monitor loskoppelt van de HDMI-poort, wacht u ten
minste vijf seconden voordat u de HDMI-kabel opnieuw aansluit.
■ Wanneer een weergaveapparaat is aangesloten op de HDMI-poort en
een geluidsapparaat is aangesloten op een andere poort en u de
beelduitvoer wijzigt of de HDMI-kabel aansluit of verwijdert, worden het
geulidsuitvoerapparaat en het beelduitvoerapparaat mogelijk
automatisch gewijzigd door het systeem.
Universal Serial Buspoort (USB 2.0)
Op de linkerkant bevindt zich een USB-poort.
De poort is compatibel met de USB 2.0-norm.
De poort ondersteunt de functie voor U SBslaapstand en laden. Niet alle functies van alle
USB-apparaten zijn getest. Daarom werken
sommige niet-geteste apparaten van andere
fabrikanten mogelijk niet correct.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-connectoren komen. Vreemde metalen voorwerpen
kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand
ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
2-4Gebruikershandleiding
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de sleuf voor Bridge-media komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding2-5
T110/T130
Hoofdtelefoonaansluiting
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan
een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Microfoonaansluiting Op de 3,5 mm minimicrofoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor monofone
microfooninvoer worden aangesloten.
Universal Serial Buspoorten (USB 2.0)
Op de rechterkant bevinden zich twee
USB-poorten. De poorten zijn compatibel met de
USB 2.0-norm. Niet alle functies van alle
USB-apparaten zijn getest. Daarom werken
sommige niet-geteste apparaten van andere
fabrikanten mogelijk niet correct.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-connectoren komen. Vreemde metalen voorwerpen
kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand
ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
LAN-aansluitingVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt zowel
Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T) als Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX). Zie hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
■ Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten.
Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
■ Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang
aangesloten om de computer van stroom te
voorzien en om de interne accu’s te laden.
Let erop dat u alleen het type netadapter gebruikt
dat bij de computer is geleverd ten tijde van de
aankoop. Het gebruik van een verkeerde
netadapter kan de computer beschadigen.
2-6Gebruikershandleiding
Achterkant
De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer.
Zorg ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt
omgedraaid om schade te voorkomen.
T110/T130
Achterkant van de computer (T130)
Achterkant van de computer (T110)
34
2
1
5
1. Afdekplaatje geheugenmodule
2. Accuvergrendeling
3. Accu-eenheid
Onderkant van de computer (T130)
Gebruikershandleiding2-7
4. Ontgrendelingsschuif accuhouder
5. Luidsprekers
T110/T130
2
1. Afdekplaatje geheugenmodule
2. Accuvergrendeling
3. Accu-eenheid
Onderkant van de computer (T110)
34
1
5
4. Ontgrendelingsschuif accuhouder
5. Luidsprekers
Afdekplaatje
geheugenmodule
Dit plaatje beschermt twee connectoren voor
geheugenmodules - een of twee modules zijn
vooraf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
apparaten.
AccuvergrendelingDuw deze schuif opzij, zodat de accu-eenheid
verwijderd kan worden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu -e enheid.
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om
de accu-eenheid vrij te geven. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor uitgebreide informatie over
het verwijderen van de accu-eenheid.
LuidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door
uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
2-8Gebruikershandleiding
Voorkant met geopend beeldscherm
Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend
beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Als u
het beeldscherm wilt openen, tilt u de voorkant van het scherm omhoog.
Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
4238
1
5
T110/T130
6
9
1. Beeldscherm
2. Webcamlampje
3. Lens van webcam
4. Ingebouwde microfoon
5. Aan/uit-knop
7
6. Touchpad
7. Touchpadbesturingsknoppen
8. Antennes voor draadloos LAN/draadloos WA N (niet
zichtbaar)
9. Schakelaar voor LCD-sensor (niet zichtbaar)
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm (T130)
Gebruikershandleiding2-9
T110/T130
4238
1
5
6
9
1. Beeldscherm
2. Webcamlampje
3. Lens van webcam
4. Ingebouwde microfoon
5. Aan/uit-knop
7
6. Touchpad
7. Touchpadbesturingsknoppen
8. Antennes voor draadloos LAN/draadloos WAN (niet
zichtbaar)
9. Schakelaar voor LCD-sensor (niet zichtbaar)
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm (T110)
BeeldschermDe LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller. Als
de computer door de accu wordt gevoed, ziet het
scherm er minder helder uit als bij gebruik van
de netadapter. Het lagere helderheidsniveau
dient om accu-energie te besparen.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
WebcamMaak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen.
Ingebouwde
microfoon
Met de ingebouwde microfoon kunt u geluiden
voor uw toepassingen importeren en opnemen
2-10Gebruikershandleiding
T110/T130
Aan/uit-knopDruk op de aan/uit-knop om de computer in en uit te
schakelen.
LCDsensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het
LCD-scherm wordt gesloten of geopend en
activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Als
u bijvoorbeeld het beeldscherm van de computer
sluit, wordt de computer in de sluimerstand gezet
en afgesloten; als u het beeldscherm daarna
weer opent, zal de computer automatisch
opstarten en terugkeren naar de toepassing
waarin u het laatst in werkte.
U kunt dit instellen via Energiebeheer.
U opent Energiebeheer door te klikken op
Start -> Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging ->Energiebeheer.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar; als u
dit wel doet, wordt de computer automatisch in de sluimerstand gezet en
uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD is
uitgeschakeld.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Touchpadbesturingsknoppen
Hiermee kunt u menuopties selecteren en
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen
die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken
in hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Antenne voor
draadloos LAN
De computer is voorzien van een antenne voor
draadloos LAN.
Antenne voor
draadloos WAN
Gebruikershandleiding2-11
Sommige computers uit deze serie zijn voorzien
van een antenne voor draadloos WAN.
T110/T130
Netadapter
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de
spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich
automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan
een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk
land of gebied kunt gebruiken.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een
voedingsbron en op de computer. Raad pleeg hoofdstuk 6,
en spaarstanden
, voor meer informatie.
Stroomvoorziening
De netadapter
■ Afhankelijk van het model wordt er een adapter/voedingskabel met
2 of 3 pinnetjes bij de computer geleverd.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik van de adapter/
computer in andere regio’s, dient u een netsnoer aan te schaffen dat
voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd
of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt aanbevolen om
het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik
van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de
computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een
incompatibele adapter.
2-12Gebruikershandleiding
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt
productaansprakelijkheid toegelicht.
■ De netadapter aansluiten
■ Het beeldscherm openen
■ De computer inschakelen
■ Windows
■ De computer uitschakelen
■ De computer opnieuw opstarten
■ Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen
®
7 instellen
T110/T130
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval de paragraaf Windows® 7 instellen.
Gebruikershandleiding3-1
T110/T130
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-ee nheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen
100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
■ Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt
aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te
vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot
brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot
gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is
veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
■ Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschrif tetiket
van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of
elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
■ Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelij ke
specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie
die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of
elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product is gekocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u
deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
■ Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
■ Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak. Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids
voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen
en bedieningsinstructies.
3-2Gebruikershandleiding
T110/T130
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
DC IN 19 V-aansluiting op de rechterzijde van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. De lampjes voor de accu en
DC IN op de voorzijde van de computer moeten nu gaan branden.
Gebruikershandleiding3-3
T110/T130
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
1. Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt
opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het
beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Het beeldscherm openen
■ Wanneer u het scherm opent, dient u erop te letten dat u het scherm
niet te ver opent.
■ Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
■ Druk of duw niet op het beeldscherm.
■ Til de computer niet op aan het beeldscherm.
■ Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortg elijke voorwerpen
tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
■ Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer opzijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand omhet beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
3-4Gebruikershandleiding
De computer inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
■ Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Raadpleeg de paragraaf Windows® 7 instellen.
■ Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
Houd de aan/uit-knop van de computer twee of drie seconden ingedrukt.
T110/T130
De computer inschakelen
Windows® 7 instellen
Het opstartscherm van Windows® 7 wordt als eerste weergegeven wanneer
u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door
wanneer deze worden weergegeven.
Gebruikershandleiding3-5
T110/T130
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus (ofwel opstartmodus), sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het
hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf.
■ Controleer of de schijflampjes uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er
nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren
gaan of de schijf beschadigd raakt.
■ Schakel de computer nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou
tot gegevensverlies kunnen leiden.
■ Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
2. Klik op en klik vervolgens op de knop Uitschakelen .
3. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in.
Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
de software te hoeven sluiten: De gegevens worden opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer aanzet,
kunt u verder werken waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook
schakelaars of apparaten voor draadloze communicatie uitzetten en
instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals
opnametimer. Als u de computer niet volledig op deze manier uitschakelt,
kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en
voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens
opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk
ernstig letsel kan veroorzaken.
3-6Gebruikershandleiding
T110/T130
■ Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster
Energiebeheer.
■ Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de
Aan/uit-knop of op een willekeurige toets. De laatste methode werkt
alleen als Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
■ Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer. Hierna is
de computer echter niet langer compatibel met de Energy
Star-richtlijnen.
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch,
dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat
geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
■ De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invo er ontvangt in de
tijdsduur die is ingesteld met de funct ie Syste em i n sl aa pstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
■ Klik op de aan/uit-knop van de computer.
Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(dat u opent door te klikken op -> Configuratiescherm -> Systeem
en beveiliging -> Energiebeheer).
■ Klik op , klik op de pijlknop () en selecteer Slaapstand in het
menu.
■ Sluit het beeldscherm. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg
Energiebeheer (klik hiervoor op -> Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Gebruikershandleiding3-7
T110/T130
Sluimerstand
U kunt de slaapstand ook activeren door op FN+F3 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het
aan/uit-lampje oranje.
■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de
slaapstand meer energie gebruikt.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer
dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld.
De status van randapparaten wordt niet door de sluimerfunctie opgeslagen.
■ Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
■ Als u de accu verwijdert of de netadapter loskoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het
schijflampje uitgaat.
■ Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch,
dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgesla gen.
■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
■ De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in
sluimerstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
3-8Gebruikershandleiding
T110/T130
Sluimerstand activeren
U kunt de sluimerstand ook activeren door op FN + F4 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
Klik op , klik op de pijlknop () en selecteer Sluimerstand in het menu.
Automatische sluimerstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de
computer automatisch in de sluimerstand gezet. Eerst dient u echter de
juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open Systeem en beveiliging en open vervolgens Energiebeheer.
3. Selecteer Kies wat de aan/uit-knop doet.
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de
aan/uit-knop drukt en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze tijd brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste
schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De computer opnieuw op starten
In bepaalde gevallen dient u het systeem opnieuw op te starten. Bijvoorbeeld:
■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
■ Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op , klik op de pijlknop () en selecteer Opnieuw opstarten in
het menu.
2. Druk op CTRL + ALT + DEL om het menuvenster weer te geven en
selecteer vervolgens Opnieuw opstarten in de opties voor Uitschakelen.
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot
15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/
uit-knop te drukken.
Gebruikershandleiding3-9
T110/T130
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen
Een verborgen partitie van op de vaste schijf is toegewezen voor de opties
voor systeemherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze
partitie wordt verwij d erd.
Opties voor systeemherstel
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij
aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat enkele opties
waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose
kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Meer informatie over opstartherstel vindt u in ‘Windows Help en
ondersteuning’.
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd
om problemen te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan en druk meerdere malen op de toets F8.
3. Het menu Geavanceerde opstartopties wordt weergegeven.
Gebruik de pijltoetsen om Uw computer herstellen te sel ecteren en
druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De functie Een systeemkopie maken van Windows® 7 kan worden gebruikt
in alle versies van Windows® 7. U kunt de kopie echter alleen opslaan op
een netwerklocatie in de Professional- of Ultimate-version.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Afhankelijk van het aangeschafte model kunt u de vooraf geïnstalleerde
software op verschillende manieren herstellen:
■ Optische herstelschijven maken en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen vanaf deze schijven (vereist een extern optisch station)
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
■ Herstelschijven bij TOSHIBA bestellen en de vooraf geïnstalleerde
software van deze schijven herstellen (vereist een extern optisch
station)*
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
3-10Gebruikershandleiding
T110/T130
Optische herstelschijven maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelschijven maakt met behulp
van een extern optisch station (optioneel).
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelschijven
maakt.
■ Sluit alle softwareprogramma’s, behalve TOSHIBA Recovery Media
Creator.
■ Voer geen programma’s uit die de processor zwaar belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
■ Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet naar de schijf terwijl antivirussoftware actief is. Wacht tot de
viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware
(en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma’s) uit.
■ Gebruik geen hulpprogramma’s, met inbegrip van hulpprogramma’s
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van
storingen en gegevensverlies.
■ Gebruik tijdens het (her)schrijven van de schijf niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto’s, treinen en
vliegtuigen.
■ Niet gebruiken op een instabiele tafel of andere instabiele ondergrond.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de vaste schijf en kan naar een DVD worden gekopieerd met behulp van
de volgende stappen:
1. Houd een lege DVD bij de hand.
2. In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder DVD-R, DVD-R DL,
DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL en DVD+RW.
Onthoud dat sommige van de bovengenoemde media mogelijk niet
compatibel zijn met het optische station dat in uw computer is
geïnstalleerd. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische
station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
3. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows 7
op de normale manier van de vaste schijf wordt geladen.
4. Plaats de eerste lege schijf in het optische station.
5. Selecteer het pictogram TOSHIBA Recovery Media Creator in het
menu Start van Windows 7.
6. Nadat TOSHIBA Recovery Media Creator is gestart, selecteert u het
type medium en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik
vervolgens op de knop Maken.
Gebruikershandleiding3-11
T110/T130
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, kunt u de
gemaakte herstelschijven gebruiken om de fabrieksinstellingen van de
computer te herstellen. Volg de onderstaande stappen als u deze
herstelbewerking wilt uitvoeren:
Als u het geluid hebt gedempt door op FN + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt Opties voor Systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf
geïnstalleerde software herstelt zonder Opties voor Systeemherstel.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert,
wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
1. Plaats de (eerste) herstelschijf in het optische station (optioneel) en
schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Wanneer
TOSHIBA Leading Innovation>>> verschijnt, laat u de toets
F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen omhoog en omlaag om het
CD-ROM-pictogram in het menu te selecteren.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
Een deel van de totale vasteschijfruimte is geconfigureerd als een
verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen
die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen
in geval van problemen.
Als u de vaste schijf vervolgens opnieuw configureert, mag u geen partities
wijzigen, verwijderen of toevoegen anders dan in de handleiding wordt
beschreven. Doet u dat wel, dan is de ruimte voor de vereiste software niet
beschikbaar.
Als u een partitioneringsprogramma van een andere leverancier gebruikt
om de partities op de vaste schijf te configureren, kunt u de computer
mogelijk niet meer installeren.
Als u het geluid hebt gedempt door op het dempingspaneel (FN+ESC) te
drukken, schakel het geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u
het herstelproces start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor
meer informatie.
U kunt Opties voor Systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf
geïnstalleerde software herstelt zonder Opties voor Systeemherstel.
3-12Gebruikershandleiding
T110/T130
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in terwijl u 0 (nul) op het toetsenbord ingedrukt
houdt.
Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
Stel het BIOS in op de standaardconfiguratie voordat u de
fabrieksinstellingen van de computer herstelt.
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA*
U kunt productherstelschijven voor uw notebook bestellen in de TOSHIBA
Europe Backup Media Online Shop.
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
1. Ga hiervoor naar https://backupmedia.toshiba.eu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
U ontvangt de herstelschijven binnen twee weken nadat u de bestelling
hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding3-13
T110/T130
3-14Gebruikershandleiding
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
T110/T130
Hoofdstuk 4
1
2
1. Touchpad
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het toetsenbord worden op dezelfde wijze gebruikt
als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te
selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie
weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen
zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Gebruikershandleiding4-1
2. Touchpadbesturingsknoppen
T110/T130
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te
tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Touchpadbeweging
Gebruikers kunnen vier handige bewegingen gebruiken om het systeem
sneller en gemakkelijker te bedienen.
ChiralMotion
U kunt verticaal en horizontaal schuiven. U schakelt deze functies in door
de selectievakjes Verticaal scrollen inschakelen en Horizontaal scrollen inschakelen aan te vinken.
Klik op het venster of item dat u wilt verschuiven en schuif uw vinger
omhoog of omlaag langs de rechterrand van het touchpad om verticaal te
schuiven. Schuif uw vinger naar links of naar rechts langs de onderrand
van het touchpad om horizontaal te schuiven.
Als dit niet werkt, controleert u of het juiste selectievakje is ingeschakeld en
of het venster of item waarop u hebt geklikt, kan worden verschoven. Als u
nog steeds problemen ondervindt, controleert u de instellingen voor
Scrolgebied.
Klikken: tik eenmaal op het touchpad.
Dubbelklikken: tik tweemaal op het touchpad.
Slepen en neerzetten:
1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en beweeg de cursor om het
te verplaatsen item te verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven:
Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het touchpad omhoog of
omlaag.
Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het touchpad naar
links of rechts.
Knijpzoomen (knijpen)
De beweging Knijpzoomen biedt zoomfuncties in een groot aantal
toepassingen. U kunt de beweging Knijpzoomen gebruiken om de functies
van een schuifwiel na te bootsen in standaard Windows-toepassingen die
de functionaliteit CTRL-schuifwiel ondersteunen.
U schakelt deze functie in door het selectievakje Knijpzoomen inschakelen aan te vinken.
De knijpzoombeweging gebruiken:
1. Plaats twee vingers op het touchpad.
2. Schuif de vingers verder uit elkaar om in te zoomen of dichter naar
elkaar toe om uit te zoomen. Zoomen werkt het best als u uw
vingertoppen gebruikt.
4-2Gebruikershandleiding
Draaien (ChiralRotate)
De draaifuncties bieden handige bewegingen waarmee u foto’s en andere
voorwerpen kunt draaien.
Momentum
De functie Momemtum zorgt voor een snelle, vloeiende, trackball-achtige
muisbeweging. Met één snelle beweging van de vinger op het touchpad
kunt u de aanwijzer over het hele computerscherm verplaatsen.
Momentum vermindert het aantal herhalingen en de vermoeidheid wanneer
u de aanwijzer over lange afstanden verplaatst, terwijl het vloeiend en
natuurlijk werkt, vergelijkbaar met een trackball. Momentum is ideaal voor
RTS-spellen (Real Time Strategy), FPS-speller (First Person Shooter) en
RPG-spellen (Role Playing Games).
De webcam gebruiken
In deze paragraaf wordt het gebundelde hulpprogramma voor webcam’s
beschreven. Hiermee kunnen foto’s en videobeelden worden vastgelegd.
De webcam wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
Verwijder het beschermende plastic laagje voordat u de webcam gebruikt.
3
T110/T130
1
2
1. Lens van webcam
2. Webcamlampje
Gebruikershandleiding4-3
3. Ingebouwde microfoon
T110/T130
De software gebruiken
TOSHIBA-webcamtoepassing is vooraf zo geconfigureerd dat het wordt
gestart wanneer u Windows
starten, gaat u naar Start -> Alle programma’s ->TOSHIBA ->
Hulpprogramma’s -> Webcamtoepassing.
®
7 start. Als u het programma opnieuw moet
213
1. Cameraresolutie
2. Opname-instelling
3. Foto’s maken
Opgenomen bestand
verwijderen
5
4
4. Video opnemen
5. Voorbeeldgebied openen/sluiten
6. Opgenomen bestand verwijderen
De software gebruiken
Selecteer de miniatuur van een opgenomen
bestand en klik op deze knop om het bestand
6
van de vaste schijf te verwijderen.
Voorbeeldgebied
openen/sluiten
Klik om het voorbeeldgebied te openen Kik
nogmaals om het voorbeeldgebied te sluiten
Video opnemenKlik om de opname te starten. Klik nogmaals om
de opname te stoppen en een voorbeeld van de
video weer te geven.
Foto’s maken Klik om een foto te maken, waarna een
voorbeeld van de foto wordt weergegeven in het
voorbeeldgebied.
CameraresolutieKies een resolutie voor V oorbeeld, V astleggen en
Opnemen.
Opname-instellingen Hiermee opent u het dialoogvenster met
opname-instellingen.
Op het tabblad Basis selecteert u de
opslaglocatie voor foto’s en video’s, het
fotoformaat en de videokwaliteit.
4-4Gebruikershandleiding
TOSHIBA Gezicht sherken nin g gebru iken
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruikt een bibliotheek voor
gezichtsverificatie om het gezicht van de gebruiker te verifiëren wanneer
deze zich aanmeldt bij Windows. De gebruiker hoeft in dit geval dus geen
wachtwoord in te voeren, waardoor de aanmelding gemakkelijker verloopt.
Deze software is vooraf geïnstalleerd op sommige modellen.
Opmerking over het gebruik
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning garandeert geen correcte identificatie
van een gebruiker. V eranderingen in het uiterlijk van een geregistreerde
persoon, zoals een ander kapsel of een pet of bril, kunnen ertoe leiden
dat deze persoon niet correct wordt herkend als deze veranderingen
optreden nadat de persoon is geregistreerd.
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning kan gezichten die lijken op het gezicht
van een geregistreerde persoon ten onrechte herkennen.
■ Voor toepassingen die een hoge mate van beveiliging vereisen, vormt
TOSHIBA Gezichtsherkenning geen geschikte vervanging voor de
Windows-wachtwoorden. Als beveiliging van groot belang is, gebruikt u
de opgeslagen Windows-wachtwoorden om u aan te melden.
■ Een heldere achtergrondverlichting en/of schaduwen kunnen ertoe
leiden dat een geregistreerde persoon niet correct wordt herkend.
Meld u in dat geval aan met uw Windows-wachtwoord. Als de
herkenning van een geregistreerde persoon meerdere malen mislukt,
raadpleegt u de documentatie van de computer voor manieren om de
herkenning te verbeteren.
T110/T130
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor het hulpprogramma voor
gezichtsherkenning volledig veilig of foutloos werkt. TOSHIBA garandeert
niet dat het hulpprogramma voor gezichtsherkenning onbevoegde
gebruikers altijd de toegang weigert. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor
fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de
software of het hulpprogramma voor gezichtsherkenning.
TOSHIBA EN DIENS DOCHTERONDERNEMINGEN EN
LEVERANCIERS ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE AAN OF
VERLIES V AN PROGRAMMA’s, GEGEVENS, NETWERKSYSTEMEN OF
VERWISSELBARE OPSLAGMEDIA, WINSTDERVING OF
BEDRIJFSSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT OF HET GEVOLG IS VAN
HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OOK AL IS TOSHIBA OP DE
HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID DAARVAN.
Gebruikershandleiding4-5
T110/T130
Gegevens voor gezichtsh erkenning registreren
Maak een foto voor de gezichtsverificatie en registreer de benodigde
gegevens wanneer u zich aanmeldt. Voer de onderstaande stappen uit om
de benodigde gegevens te registreren wanneer u zich aanmeldt:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma’s
■ Het registratievenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht nog niet is geregistreerd.
■ Het beheervenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht al is geregistreerd.
2. Klik op de knop Register (Gezicht registreren) in het beheervenster.
Het registratievenster wordt weergegeven.
■ Als u wilt oefenen, klikt u op de knop Volgende in het
registratievenster.
■ Als u niet wilt oefenen, klikt u op de knop Overslaan in het
registratievenster.
3. Klik op de knop Volgende om de oefening te starten.
4. Maak eerst een foto terwijl u uw hoofd iets naar links en naar rechts draait.
5. Maak vervolgens een foto terwijl u uw hoofd iets omhoog en omlaag
beweegt.
■ Klik op de knop Vorige als u nog een keer wilt oefenen.
6. Klik op de knop Volgende om het vastleggen te starten. Pas de positie
van uw gezicht aan, zodat dit binnen het gezichtvormige kader past.
7. Zodra uw gezicht zich op de correcte positie bevindt, start de opname.
Beweeg uw hoofd iets naar links en naar rechts en vervolgens iets
omhoog en omlaag.
8. De registratie eindigt nadat u uw hoofd meerdere malen naar links, naar
rechts, omhoog en omlaag hebt bewogen. Wanneer de registratie is
gelukt, wordt het onderstaande bericht op het scherm weergegeven:
Registratie geslaagd. Nu gaat u de
verificatietest doen. Klik op de knop Volgende.
Klik op de knop Volgende om de verificatietest uit te voeren.
9. Voer de verificatietest uit. Richt uw gezicht naar het scherm zoals u
deed toen u zich registreerde.
■ Als de verificatie mislukt, klikt u op de knop Vorige en voert u de
registratie opnieuw uit. Raadpleeg hiervoor de stappen 6 tot en met 8.
10.Als de verificatie slaagt, klikt u op de knop Volgende en registreert u
een account.
1 1.Registreer de account. Vul de velden voor accountregistratie in.
■ Vul alle velden in.
Nadat u klaar bent, klikt u op de knop OK.
12.Het beheervenster wordt weergegeven. De naam van de
geregistreerde account wordt weergegeven. Als u op deze naam klikt,
wordt links de vastgelegde foto van uw gezicht weergegeven.
4-6Gebruikershandleiding
De gegevens voor gezichtsherkenning verwijderen
U kunt de fotogegevens, accountgegevens en persoonlijke gegevens die
tijdens de registratie zijn vastgelegd, verwijderen. Als u de gegevens voor
gezichtsherkenning wilt verwijderen, voert u de onderstaande stappen uit:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma’s
-> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> Gezichtsherkenning. Het
beheervenster wordt weergegeven.
2. Select de gebruiker die u wilt verwijderen in het beheervenster.
3. Klik op de knop Verwijderen. Het bericht U staat op het punt om
de gebruikergegevens te verwijderen. Wilt u
doorgaan?” wordt op het scherm weergegeven
■ Als u de gegevens niet wilt verwijderen, klikt u op de knop Nee,
waarna u terugkeert naar het beheervenster.
■ Als u op de knop Ja klikt, wordt de geselecteerde gebruiker
verwijderd uit het beheervenster.
Het Help-bestand starten
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over dit hulpprogramma.
■ U start het Help-bestand door te klikken op Start -> Alle
Aanmelden bij Windows via TOSHIBA Gezichtsherkenning
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u zich bij Windows aanmeldt met
TOSHIBA Gezichtsherkenning. Er worden twee verificatiemethoden
geboden.
■ Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus: als de tegel voor
gezichtsverificatie standaard is geselecteerd, kunt u zich aanmelden
zonder het toetsenbord of de muis te gebruiken.
■ Aanmeldingsscherm voor 1:1-modus: deze modus is in feite
hetzelfde als de modus 1:N. Voordat het venster Display Captured
Image (Opgeslagen afbeelding weergeven) wordt weergegeven,
verschijnt echter eerst het venster Select Account (Account
selecteren). U dient de gebruikersaccount te selecteren die moet
worden geverifieerd voordat het verificatieproces kan worden
gestart.
T110/T130
Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus
1. Zet de computer aan.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten.
4. ‘Please face the camera’ (Draai met uw gezicht naar de camera)
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding4-7
T110/T130
5. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie slaagt, worden de
fotogegevens die zijn gemaakt in stap 4 ingefade en over elkaar
geplaatst.
■ Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Tegels selecteren.
6. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
1:1-aanmeldingsscherm
1. Zet de computer aan.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten.
4. Het venster Account selecteren wordt weergegeven.
5. Selecteer de account en klik op de pijlknop.
6. ‘Please face the camera’ (Draai met uw gezicht naar de camera)
wordt weergegeven.
7. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie slaagt, worden de
fotogegevens die zijn gemaakt in stap 6 ingefade en over elkaar
geplaatst.
■ Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Tegels selecteren.
8. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
■ Als de verificatie is geslaagd, maar er vervolgens een verificatiefout
optreedt wanneer u zich aanmeldt bij Windows, wordt u om uw
accountgegevens gevraagd.
De microfoon gebruiken
De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid in
uw toepassingen kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken om
spraakopdrachten te geven in toepassingen die dit ondersteunen.
(Sommige modellen worden geleverd met ingebouwde microfoon.)
Aangezien de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft,
kan in bepaalde omstandigheden akoestische terugkoppeling (‘feedback’)
optreden. Akoestische terugkoppeling ontstaat wanneer geluid uit de
luidspreker in de microfoon wordt opgevangen en versterkt naar de
luidspreker wordt teruggezonden, vanwaar het weer wordt teruggestuurd
naar de microfoon.
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde,
hoge toon. Het gaat hier om een algemeen verschijnsel dat in elk
geluidssysteem voorkomt wanneer de microfooninvoer naar de luidspreker
wordt uitgevoerd (doorvoer) terwijl de luidspreker te hard staat of zich te
dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume
van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het
deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor
informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume.
4-8Gebruikershandleiding
TOSHIBA Disc Creator
U kunt de TOSHIBA Disc Creator gebruiken wanneer u een extern optisch
schijfstation aansluit.
Wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om DVD-video’s te
maken.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om audio-DVD’s te
maken.
■ De functie ‘Audio-CD’ van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt om muziek op te nemen op DVD-R/-RW of DVD+R/+RW.
■ Gebruik de functie ‘Schijfbackup’ van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren
■ van auteursrechtelijk beschermde DVD-video’s en DVD-ROM’s. Met de
functie ‘Schijfbackup’ van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up
maken van DVD-RAM-media.
■ U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie
‘Schijfbackup’ van TOSHIBA Disc Creator.
■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf,
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW
kopiëren met TOSHIBA Disc Creator.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.
■ Met de functie ‘Schijfbackup’ van TOSHIBA Disc Creator kunt u
mogelijk geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of
DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of
DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen
vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en
Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om
gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service
Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen
toegevoegde gegevens lezen, ongeacht het besturingssysteem.
■ TOSHIBA Disc Creator wordt niet ondersteund voor opname op
DVD-RAM-schijven. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u
Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
■ Controleer voor u een reservekopie van een DVD maakt of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD
mogelijk niet correct gekopieerd.
T110/T130
Gebruikershandleiding4-9
T110/T130
■ Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een gegevens-CD of DVD schrijft.
1. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de
volgende twee stappen uit te voeren:
■ Klik op de instelknop ( ) voor het schrijven op de belangrijkste
werkbalk in de modus Data Disc (Gegevensschijf).
■ Selecteer Settings for Each Mode (Instellingen voor elke modus)
in het menu Settings (Instellingen) en selecteer vervolgens Data
Disc (Gegevens-CD/DVD).
2. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
3. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
4. Klik op OK.
Draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
zowel draadloos LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
■ Gebruik de functies voor LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden.
Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de
Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
■ Schakel Wi-Fi- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
■ Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
■ Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht met
een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk.
Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*) worden geconfigureerd
voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk om zo
de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te brengen.
* Let erop dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
4-10Gebruikershandleiding
Draadloos LAN
Het draadloze LAN ondersteunt de standaards b, g en n* draft 2.0, maar is
compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct
Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de standaard IEEE802.11
voor draadloos LAN.
*Afhankelijk van de geïnstalleerde draadloos LAN-module.
■ De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de
elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van
toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid
van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal
lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
■ Druk op de toetsen FN+F8 om draadloze communicatie in of uit te
schakelen. Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
‘Sneltoetsen’ in hoofdstuk 5.
T110/T130
Beveiliging
■ Schakel de coderingsfunctie in om te voorkomen dat anderen zich via
het draadloos LAN onrechtmatig toegang tot uw computer verschaffen,
wat kan leiden tot wederrechtelijke toe-eigening, afluisterpraktijken en
verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u
daarom met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen.
■ TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor indringing tot gegevens via het
draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Bluetooth-stack voor W indows van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende
besturingssystemen:
■ Windows
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze
besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij
deze software is inbegrepen.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op Bluetooth-versie 2.0/2.1+EDR.
TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen pc-producten en/of andere
elektronische apparaten met Bluetooth alleen garanderen voor
notebookcomputers van TOSHIBA.
Gebruikershandleiding4-11
®
7
T110/T130
Release-informatie voor de Bluetooth-stack voor Windows
van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen:
Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth-stack
worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers:
In Windows ® 7 wordt het gebruik van Bluetooth in een omgeving met
meerdere gebruikers niet ondersteund. Dit betekent dat als u Bluetooth
gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld
de Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
productondersteuning:
De meest recente informatie over de ondersteuning van besturingssystemen,
taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa
(www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm ) of de
Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).
Draadloze communicatie in-/uitschakelen met sneltoets
U kunt de functies voor draadloze communicatie (draadloos LAN en
Bluetooth) in- en uitschakelen met een sneltoets (FN + F8). Als draadl oze
communicatie is uitgeschakeld, kunnen geen gegevens worden verzonden
of ontvangen.
Schakel de functie voor draadloos LAN uit in een vliegtuig of ziekenhuis.
Controleer het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor
draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Lampje voor draadloze activiteit
Het lampje voor draadloze activiteit geeft de status van de functies voor
draadloze communicatie aan.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Draadloze communicatie is uitgeschakeld. Er
is geen draadloze functionaliteit beschikbaar.
Lampje brandt Draadloze communicatie is ingeschakeld.
Draadloos LAN en/of Bluetooth is geactiveerd
door een toepassing.
Als u draadloos LAN uitschakelt via de taakbalk, moet u de computer
opnieuw opstarten om deze functie weer in te schakelen. U kunt in plaats
daarvan ook de volgende stappen uitvoeren:
1. Klik in het Configuratiescherm op Systeem en beveiliging.
2. Klik op Apparaatbeheer. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend.
Klik op Network adaptors (Netwerkadapters).
3. Selecteer de gewenste netwerkadapter en klik op de knop Inschakelen
op de werkbalk.
4-12Gebruikershandleiding
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX). In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt,
dient u de computer met een CA T5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen
CA T3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
■ Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
■ Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN-
aansluiting is aangesloten. Doet u dat wel, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
T110/T130
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Gebruikershandleiding4-13
T110/T130
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de
LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
Functie voor USB-slaapstand en laden
Uw computer kan de USB-poort van stroom (5 V) voorzien, zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Met ‘uitgeschakeld’ wordt bedoeld dat de computer
in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Deze functie kan alleen worden gebruikt voor poorten die de functie
‘USB-slaapstand en laden’ ondersteunen (hiern a ‘compatibele poorten’
genoemd).
Compatibele poorten zijn USB-poorten met het symbool .
U kunt de functie ‘USB-slaapstand en laden’ gebruiken om bepaalde
externe, USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons
of draagbare digitale muziekspelers.
De functie ‘USB-slaapstand en laden’ werkt echter mogelijk niet bij bepaalde
apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-specificatie. Zet in die
gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
■ De functie ‘USB-slaapstand en laden’ werkt alleen voor compatibele
poorten. Deze functie is standaard uitgeschakeld.
■ Als de functie voor USB-slaapstand en laden is ingesteld op
[Ingeschakeld], wordt USB-stroom (5 V gelijkstroom) geleverd aan
compatibele poorten, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt
ook USB-stroom (5 V gelijkstroom) geleverd aan externe apparaten die
op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe
apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V gelijkstroom)
worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe
apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg
de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
■ Externe apparaten opladen via de functie ‘USB-slaapstand en laden’
duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
■ Als de functie voor USB-slaapstand en laden is ingeschakeld, wordt de
accu van de computer ontladen tijdens de sluimerstand of wanneer de
computer is uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter op de
computer aan te sluiten wanneer u de functie ‘USB-slaapstand en
laden’ inschakelt.
■ Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
■ Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
4-14Gebruikershandleiding
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact
komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in
een tas draagt.
Het hulpprogramma USB-slaapstand en laden starten
U start dit hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma’s ->
TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> USB-slaapstand en laden.
In het BIOS Setup-menu kunt u de functie USB-slaapstand en laden
instellen op mode1/mode2/mode3/mode4/disable.
USB-slaapstand en laden inschakelen
Dit hulpprogramma kan worden gebruikt om de functie voor
USB-slaapstand en laden in en uit te schakelen.
Schakel het selectievakje ‘USB-slaapstand en laden’ in. Deze functie is
standaard uitgeschakeld.
Instellingen voor de stroomvoorzieningsmodus
Er zijn diverse modi beschikbaar voor de functie USB-slaapstand en laden.
Normaal gesproken dient u Modus 4 (standaard) te gebruiken. Stel een van
de andere modi in (probeer van modus 3 naar modus 1)
oplaadfunctie niet kan worden gebruikt in modus 4 (standaard).
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten
externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. Schakel in dit
geval het selectievakje ‘USB-slaapstand en laden’ uit en gebruik deze
functie niet.
*1 Sommige modi worden mogelijk niet in de lijst weergegeven.
*1
als de
T110/T130
Accu-instellingen
Het gedeelte Accu kan worden gebruikt om de ondergrens voor de
resterende gebruiksduur van de accu voor de functie USB-slaapstand en
laden in te stellen. Verplaats de schuifregelaar om de ondergrens in te
stellen. Als de resterende gebruiksduur van de accu onder deze instelling
valt, wordt de functie ‘USB-slaapstand en laden’ gestopt. Als u het vakje
‘Inschakelen in accumodus’ inschakelt, wordt de laadfunctie alleen gebruikt
als de netadapter is aangesloten.
Gebruikershandleiding4-15
T110/T130
Computer schoonmaken
Om een lange gebruiksduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u
de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen
voordat u hem weer aanzet.
■ Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een
kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en
veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
■ Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen
aan de linkerkant van de computer.
De computer verplaatsen
De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst,
dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
■ Het wordt aanbevolen om voordat u de computer verplaatst de
instelling van TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging te wijzigen. Raadpleeg
de paragraaf De vasteschijfbeveiliging gebruiken in dit hoofdstuk.
■ Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Controleer het Vaste-schijf-lampje op de computer.
■ Schakel de computer uit (afsluiten).
■ Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
■ Sluit het LCD-scherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm.
■ Voordat u de computer gaat verplaatsen, schakelt u deze uit, koppelt u
het netsnoer los en wacht u totdat de computer is afgekoeld. Als u zich
niet aan deze instructie houdt, kan dit resulteren in licht letsel.
■ Schakel altijd de stroom uit als u de computer gaat verplaatsen. Als de
aan/uit-knop een blokkeringsstand heeft, activeert u deze
blokkeringsstand. Zorg ervoor dat de computer nergens tegenaan
stoot. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan de computer
beschadigd raken, kunnen er in de computer storingen optreden of
kunnen er gegevens verloren gaan.
■ Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
■ Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
■ Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
4-16Gebruikershandleiding
De vasteschijfbeveiliging gebruiken
Deze functie verkleint het risico op beschadiging van de vaste schijf.
Via een ingebouwde sensor in de computer detecteert de
TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging trillingen, vallen, schokken en dergelijke
en plaatst vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige
stand. Zo wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in
aanraking komt met de kop.
Deze functie garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Als trillingen worden gedetecteerd, wordt een bericht weergegeven en
verandert het pictogram in het systeemvak van de taakbalk in de beveiligde
status. Dit bericht wordt weergegeven totdat er op OK wordt gedrukt of
wanneer er 30 seconden zijn verstreken. Wanneer de trillingen verdwijnen,
wordt de normale status van het pictogram hersteld.
Pictogram op taakbalk
StatusPictogramBeschrijving
T110/T130
NormaalTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
BeveiligingTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
UITTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
ingeschakeld.
ingeschakeld. De kop van de vaste schijf
staat op een veilige positie.
uitgeschakeld.
Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging instellen in het venster
Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging. U opent dit venster
door te klikken op Start -> Alle programma’s -> TOSHIBA ->
Hulpprogramma’s ->Vasteschijfbeveiliging instellen. U kunt dit venster
ook openen via het pictogram op de taakbalk of via Configuratiescherm.
Vasteschijfbeveiliging
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in- of uitschakelen
Gebruikershandleiding4-17
T110/T130
Detectieniveau
Deze functie kan worden ingesteld op vier niveaus. De gevoeligheid
waarmee trillingen, schokken en dergelijke worden gedetecteerd kan
worden ingesteld op UIT, 1, 2 en 3. Niveau 3 wordt aanbevolen voor de
beste bescherming van de computer. Als de computer echter in een
mobiele omgeving of in andere onstabiele omstandigheden wordt gebruikt,
wordt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging mogelijk zeer vaak uitgevoerd als
u detectieniveau 3 instelt. Hierdoor neemt de lees- en schrijfsnelheid van
de vaste schijf af. Stel een lager detectieniveau in als de lees- en
schrijfsnelheid van de vaste schijf van bel a ng is.
U kunt verschillende detectieniveaus instellen, afhankelijk van het feit of u
de computer als handheld of draagbare pc gebruikt of in een stabiele
omgeving, zoals op een tafel op kantoor of thuis. Als u verschillende
detectieniveaus voor de computer instelt afhankelijk van het gebruik met de
netadapter (bureau) of met de accu (handheld of draagbaar), wordt het
detectieniveau automatisch gewijzigd op basis van de stroomvoorziening.
3D-viewer
Deze functie toont geen 3D-object op het scherm dat beweegt, afhankelijk
van de kanteling of trillingen van de computer.
Wanneer TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging computertrillingen detecteert,
wordt de kop van de vaste schijf geparkeerd en stop de rotatie van de
3D-schijf. Wanneer de kop uit de parkeerstand wordt gehaald, begint de
schijf weer te draaien.
U kunt de 3D-viewer via het pictogram op de taakbalk starten.
■ Dit 3D-object vormt een virtuele representatie van de interne vaste
schijf van de computer. Deze representatie hangt af van het
daadwerkelijke aantal schijven, de schijfrotatie, de beweging van de
kop en de grootte, vorm en richting van de delen.
■ Deze functie kan op sommige modellen veel processorkracht en
geheugen vereisen. De computer kan traag worden als u probeert
andere toepassingen uit te voeren terwijl de 3D-viewer wordt
weergegeven.
■ De computer kan beschadigen als deze hard wordt geschud of wordt
blootgesteld aan andere sterke schokken.
4-18Gebruikershandleiding
Details
U opent het venster Details door te klikken op de knop Details instellen in
het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging.
Verhoging van het detectieniveau
Als de netadapter niet is aangesloten of het scherm is gesloten, gaat de
vasteschijfbeveiliging ervan uit dat de computer wordt gedragen en wordt
het detectieniveau gedurende 10 seconden op het maximum ingesteld.
TOSHIBA-bericht voor vasteschijfbeveiliging
Geeft aan of er een bericht wordt weergegeven wanneer de
TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging wordt geactiveerd.
■ Deze functie werkt niet terwijl de computer wordt opgestart, in de
slaapstand of de sluimerstand staat, overgaat naar de sluimerstand,
wordt geactiveerd uit de sluimerstand of is uitgeschakeld. Let erop dat
u de computer niet blootstelt aan trillingen of schokken terwijl deze
functie is uitgeschakeld.
T110/T130
Gebruikershandleiding4-19
T110/T130
4-20Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd
in te drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met
104/105 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd.
Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen,
‘softkeys’, sneltoetsen, speciale Windows
numerieke toetsen.
Typemachinetoetsen
T110/T130
Hoofdstuk 5
®
-toetsen en geïntegreerde
De typemachinetoetsen produceren de hoofdletters en kleine letters,
cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine
en het gebruik van een computertoetsenbord:
■ Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een ‘spatieteken’ worden gecreëerd,
kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
■ Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
■ De hoofdletter O en de 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
■ CAPS LOCK, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen
van invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de
cijfer- en symbooltoetsen.
■ De SHIFT- of hoofdlettertoetsen, de TAB-toets en de toets
BACKSPACE he bben dezelfde functie als de gelijknamige
typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
Gebruikershandleiding5-1
T110/T130
Functietoetsen F1 ... F12
De functietoetsen (niet te verwarren met de FN-toets), zijn de 12 toetsen
bovenaan op het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de overige
toetsen.
F1 tot en met F12 worden functietoetsen genoemd, omdat u hiermee
geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u toetsen met een
pictogram gebruikt in combinatie met de FN-toets gebruikt, worden
specifieke functies op de computer uitgevoerd. Raadpleeg de paragraaf
Softkeys: FN-toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele
toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.
Softkeys: FN-toetscombinaties
De toets FN (functie) vormt in combinatie met andere toetsen ‘softkeys’.
Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren,
uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of
werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld
door de slaapstandfunctie.
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren
Een uitgebreid toetsenbord met 104 toetsen
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van
het uitgebreide toetsenbord met 104 toetsen, zoals geïllustreerd in de
vorige afbeelding. Het uitgebreide toetsenbord met 104/105 toetsen heeft
een numeriek toetsenblok en een Scroll Lock-toets. Het heeft bovendien
een extra ENTER- en CTRL-toets rechts van het hoofdtoetsenbord.
Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een
aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd
door middel van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het
toetsenbord voorkomt. Door de FN-toets in combinatie met een van de
volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide
toetsenbord.
5-2Gebruikershandleiding
Druk op FN + F10 of FN + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te
activeren.
De toetsen met grijze markering op de onderrand worden hierdoor
cijfertoetsen (FN + F11) of cursorbesturingsto etsen (FN + F10).
Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk
voor meer informatie over de bediening van deze toetsen. Let erop dat
standaard beide functies bij het opstarten van de computer zijn
uitgeschakeld.
Druk op FN + F12 om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen.
Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Sneltoetsen
Dempen: hiermee schakelt u het volume in of uit.
Vergrendelen hiermee activeert de modus ‘Computer vergrendelen’.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.
T110/T130
+
+
+
Energiebeheerschema: hiermee worden de energiebesparingsmodi
weergegeven, waarna u wijzigingen in de energie-instellingen kunt
aanbrengen.
+
Slaapstand: hiermee wordt het systeem in de slaapstand gezet.
+
Sluimerstand: hiermee wordt het systeem in de sluimerstand gezet.
+
Uitvoer:: hiermee kunt u een ander weergaveapparaat kiezen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van
het interne
externe scherm.
Gebruikershandleiding5-3
beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het
T110/T130
+
Helderheid (verlagen): hiermee verlaagt u de helderheid van de monitor.
+
Helderheid (verhogen): hiermee verhoogt u de helderheid van de monitor.
+
Draadloos: hiermee schakelt u actieve draadloze apparaten in of uit.
■ Als er geen apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd,
wordt geen dialoogvenster weergegeven.
■ Deze sneltoets is alleen beschikbaar als draadloze communicatie is
ingeschakeld in BIOS Setup.
+
Touchpad: hiermee schakelt u de touchpadfunctie in of uit.
+
T oetsenblok inschakelen:: hiermee schakelt u de toetsenblokfunctie in of uit.
+
NumLock: hiermee schakelt u de NumLock-functie in of uit.
+
Scroll Lock: hiermee schakelt u de Scroll Lock-functie in of uit.
+
Zoom: hiermee kunt u de beeldschermresolutie wijzigen.
+
TOSHIBA-hulpprogramma Zooming (verkleinen): hiermee verkleint u de
grootte van het pictogram op het bureaublad of de lettergrootte in een van
de ondersteunde toepassingen.
5-4Gebruikershandleiding
+
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom (vergroten): hiermee vergroot u de
grootte van het pictogram op het bureaublad of de lettergrootte in een van
de ondersteunde toepassingen.
+
Volume verlagen: druk op FN + 3 om het volume stapsgewijs te verlagen.
+
Volume verhogen: druk op FN + 4 om het volume stapsgewijs te
verhogen.
Fn-plaktoets (afhankelijk van het aangeschafte model)
Met het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid kunt u de FN-toets
vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet
ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan drukt u eenmaal op de
FN-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets (dat wil zeggen
F1 … F12). U start het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid door te
klikken op Start, achtereenvolgens Alle programma’s, TOSHIBA en
Hulpprogramma’s aan te wijzen en te klikken op Toegankelijkheid.
T110/T130
Speciale Windows®-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows® speciale
functies hebben: de Start-knop van Windows activeert het menu Start en
de andere, de toepassingstoets, heeft dezelfde functie als de
rechtermuisknop.
Deze toets activeert het Windows
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Gebruikershandleiding5-5
®
-menu Start.
T110/T130
Geïntegreerde numerieke toetsen
In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw
computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de grijze opschriften in het midden van het toetsenbord zijn
de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde
functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide
toetsenbord met 104/105 toetsen, zoals eerder beschreven.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
Cursormodus
U activeert de cursormodus door op FN + F10 te drukken. Het lampje van
de cursormodus gaat branden en er is nu cursor- en paginabesturing
mogelijk via de toetsen. Door FN + F10 nogmaals in te drukken schakelt u
deze geïntegreerde functie uit.
Numerieke modus
Als u de numerieke modus wilt activeren, drukt u op FN + F11. Het lampje
van de numerieke modus gaat branden en u hebt nu via de toetsen
numerieke tekens tot uw beschikking. Door FN + F11 nogmaals in te
drukken schakelt u deze geïntegreerde functie uit.
De geïntegreerde numerieke toetsen
5-6Gebruikershandleiding
T110/T130
Tijdelijk het gewone toet senbord gebruiken (geïntegreerde numerieke
toetsen ingeschakeld)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk
met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke
toetsen uit te schakelen:
1. Houd FN ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. U typt hoofdletters door FN + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat FN los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk de geïntegreerde nume rieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uitge schakeld)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Houd FN ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Als u de FN-toets indrukt, wordt de
laatst gebruikte geïntegreerde functie ingeschakeld. Als het lampje van
de numerieke modus gaat branden, kunt u de geïntegreerde toetsen
gebruiken om cijfers in te voeren. Als het lampje van de cursormodus
gaat branden, kunt u daarentegen de geïntegreerde functie gebruiken
voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat de toets FN los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk van modus wisse len
Als de computer in de numerieke modus staat, kunt u tijdelijk
overschakelen naar de cursormodus door de SHIFT-toets in te drukken;
als de computer in de cursormodus staat, kunt u tijdelijk overschakelen
naar de numerieke modus door de SHIFT-toets in te drukken.
Gebruikershandleiding5-7
T110/T130
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes
genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen
ingeschakeld:
1. Houd ALT ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd ALT + FN ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat ALT + FN los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
5-8Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom
worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze voedingsbronnen
optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden
tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie
over spaarstanden.
Stroomomstandigheden
De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of
een netadapter is aangesloten, of een accu is geïnstalleerd en wat het
ladingsniveau van de accu is.
T110/T130
Tabel met stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Universele
netadapter
aangesloten
Gebruikershandleiding6-1
Accu volledig
opgeladen
Accu gedeeltelijk
opgeladen of leeg
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Lampje: Accu groen
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: Accu oranje
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu uit
• Lampje: Accu groen
• Wordt geladen
• Lampje: Accu oranje
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: Accu uit
T110/T130
Tabel met stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Universele
netadapter
niet
aangesloten
Acculading is
boven
activeringsniveau
lage acculading
Acculading is
onder
activeringsniveau
lage acculading
Accu is leeg De computer wordt
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Lampje: Accu uit
• In werking
• Lampje: Accu knippert
oranje
uitgezet
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit
Voedingslampjes
Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het accu- en aan/uit-
lampje op het lampjespaneel u attent op de bedrijfscapaciteit en de
accuspanningsstatus van de computer.
Acculampje
Controleer het acculampje om de status van de accu-eenheid te bepalen.
De accustatus wordt als volgt aangegeven:
(buiten werking)
Knipperend oranjeDe accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
OranjeGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
GroenGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet
en gaat het acculampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft
bereikt, wordt verder gegaan met opladen, ongeacht of de computer aan of
uit is.
6-2Gebruikershandleiding
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het aan/uit-lampje kunt u de algemene
stroomvoorzieningsstatus controleren:
T110/T130
Accu
GroenGeeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend oranjeGeeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en in de slaapstand staat. Het lampje
gaat twee seconden aan en twee seconden uit.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Accu typen
De computer bevat de volgende accu’s en batterijen:
■ Accu-eenheid (6 cellen of 12 cellen, afhankelijk van het model.)
■ RTC-batterij (batterij voor de real-time klok)
■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren. Wanneer de computer in de slaapstand wordt
gezet en de netadapter niet is aangeslote n, levert de accu-eenheid
stroom ter handhaving van de gegevens en programma’s in het
geheugen. Als de accu-eenheid leeg raakt, functioneert de slaapstand
niet en gaan alle gegevens in het geheugen verloren.
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid
als de hoofdaccu, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangeslote n. U kunt extra accu-een heden
kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
Alvorens de accu-eenheid te verwijderen dient u de computer in de
slaapstand te zetten, of uw ge geve ns o p te sla an en de comp ute r af te
sluiten. Ve rwissel de accu-eenh eid niet terwijl denetadapter is aangesloten.
Gebruikershandleiding6-3
T110/T130
RTC-batterij
Accu-eenheid
Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven, dient u de
computer ten minste eenmaal per maand op accu-energie te gebruiken tot
de accu totaal leeg is. Raadpleeg Gebruiksduur van de accu verlengen in
dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime tijd (langer dan
een maand) continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat
het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu zal dan niet
langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is
verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-
lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
De RTC-batterij (Real Time Clock) levert stroom voor de interne real-time
klok en kalender. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de
realtime klok en kalender niet meer.
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion batterij en dient
uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te
worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het
afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
■ Nadat u de datum en tijd voor de RTC-batterij hebt ingesteld, kunt u de
computer het beste inschakelen, zodat de RTC-batterij wordt
opgeladen. Raadpleeg hoofdstuk 9, Problemen oplossen, voor meer
informatie.
is de RTC-batterij leeg of bijna leeg. In dat geval dient u de datum en tijd in
te stellen in het scherm BIOS Setup. Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op F2 terwijl de computer wordt opgestart. - Het BIOSsetupscherm wordt weergegeven.
2. Geef de datum op met System Date.
3. Geef de tijd op met System Time.
4. Druk op F10. Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Druk op ENTER. BIOS Setup wordt gesloten en de computer wordt
opnieuw opgestart.
6-4Gebruikershandleiding
Het verdient aanbeveling om de computer na het instellen van de datum
en tijd in te schakelen en vervolgens aan te laten, zodat de RTC-batterij
kan worden opgeladen.
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid
De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer.
Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u
ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik
en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu’s kan resulteren in ernstig of dodelijk
letsel of materiële schade. Neem de volgende richtlijnen zorgvuldig in acht:
Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel
kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan
eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
T110/T130
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te
verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de
accu-eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer nooit om een accu-eenheid te demonteren, te repareren of op
een andere wijze aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid
oververhit raken en vlam vatten. Uit de accu gelekte alkalische vloeistof
of andere elektrolytische stoffen kunnen resulteren in brand en ernstig
of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter
voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de
accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren.
Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te
wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te
voorkomen.
4. Doorboor de accu-eenheid nooit met een spijker of een ander scherp
voorwerp. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de
accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer nooit de accu-eenheid op te laden op een andere manier da n
in de gebruikershandleiding is beschreven. Koppel de accu-eenheid
nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto.
Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
Gebruikershandleiding6-5
T110/T130
6. Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer of andere hardware
is geleverd, of een accu-eenheid die is goedgekeurd door de computerof hardwarefabrikant. Voltage en polariteit variëren per accu-eenheid.
Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de
accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in
de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte
kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. Verder kan de eenheid bij
blootstelling aan warmte defect raken, waardoor gegevens verloren
kunnen gaan.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of
druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accueenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken,
vlam kan vatten of kan ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als g evolg.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accueenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Elektrolytische vloeistof die uit een accu-eenheid is gelekt, mag nooit in
contact komen met uw ogen, huid of kleren. Mocht bijtende
elektrolytische vloeistof onverhoopt in uw ogen terechtkomen, dan dient
u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water te
wassen en medische hulp in te roepen. Als elektrolytische vloeistof in
contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend
water af te spoelen. Als elektrolytische vloeistof op uw kleren
terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw
huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de n etadapter en
verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende
verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of
vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized
Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u
deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan
afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat
u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in
beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby’s en kinderen. De
accu kan letsel veroorzaken.
6-6Gebruikershandleiding
T110/T130
Waarschuwing
1. Wanneer de oplaadcapaciteit va n de accu-ee nheid is aa nget ast of u vi a
een waarschuwingsbericht wordt meegedeeld dat de accu-eenheid leeg
is, dient u het gebruik van de eenheid te staken. Als u een lege of
aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegeven sverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden nooit samen met het gewone afval weg.
Retourneer ze aan uw TOSHIBA-dealer of een ander recyclingbedrijf
voor hergebruik en om schade aan het milieu te voorkomen. Bedek de
accupolen met isolatieband ter voorkoming van kortsluiting, waardoor
de accu-eenheid vlam kan vatten of barsten.
3. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig
vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer
vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en
35º Celsius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen
oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking
en de gebruiksduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de
accu-eenheid en de RTC-batterij hun lading volledig verliezen, werkt de
slaapstand niet meer en zullen de gegevens in het geheugen verloren
gaan. Verder zijn de datum- en tijdaanduiding van de computer hierna
mogelijk incorrect. Sluit in dat geval de netadapter aan om de
accu/batterij op te laden.
7. Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de
accu-eenheid nooit terwijl de computer in de wachtstand of de
slaapstand staat. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN
ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren. Schakel
de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te
verwijderen.
2. Nadat u de accu-eenheid hebt opgeladen, dient u de netadapter niet
langer dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de
computer uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid
reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
De accu opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, knippert het acculampje oranje
om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten resteert.
Als u de computer blijft gebruiken terwijl het acculampje knippert, wordt de
sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de
computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Gebruikershandleiding6-7
T110/T130
Procedures
Als u een accu-eenheid wilt opladen terwijl deze in de computer is
geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) en het andere uiteinde in een werkend
stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het acculampje oranje.
Laad de accu-eenheid alleen op via de computer terwijl deze is
aangesloten op het elektriciteitsnet. Probeer nooit om de accu-eenheid
met een andere oplader op te laden.
Tijd
De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt
van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen. Raadpleeg ook de paragraaf Bedrijfstijd van de accu
maximaliseren.
Accuaanwijzingen over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
■ De accu is extreem heet of koud. Bij extreem hoge temperaturen kan
het gebeuren dat de accu in het geheel niet wordt opgeladen. Om te
zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u bij een
kamertemperatuur van 10° tot 30°C op te laden.
■ De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van
de accu aangeeft:
■ De accu is lange tijd niet gebruikt.
■ De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
■ Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op tot het acculampje groen brandt.
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Als u de netadapter aangesloten laat, neemt de gebruiksduur van de
accu-eenheid af. Gebruik de computer ten minste eenmaal per maand op
accu-energie tot de eenheid totaal leeg is. Laad de accu vervolgens op.
6-8Gebruikershandleiding
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
■ Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk
■ Via het venster Windows Mobiliteitscentrum
■ Wacht ten minste 16 seconden na het inschakelen van de computer
voordat u probeert de resterende bedrijfstijd te controleren. De
computer heeft deze tijd nodig om de resterende accucapaciteit te
controleren en de resterende bedrijfstijd te berekenen op basis van het
huidige stroomverbruik en de resterende accucapaciteit. De werkelijke
resterende gebruiksduur kan enigszins afwijken van de berekende tijd.
■ Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert.
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende
factoren:
■ CPU-verwerkingssnelheid
■ Helderheid van scherm
■ Koelmethode
■ Slaapstand
■ Systeem in slaapstand Modus
■ Monitor uit
■ Hoe vaak en hoe lang u de vaste schijf en externe stations, zoals het
optische station en het diskettestation, gebruikt.
■ Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
■ De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien.
■ het activeren van de slaapstand bij regelmatig in- en uitschakelen van
de computer;
■ De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
■ Het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen.
■ De omgevingstemperatuur (de gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen).
■ De toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid
installeert.
T110/T130
Gebruikershandleiding6-9
T110/T130
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
■ Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
netstroom en gebruik het systeem op accu-energie tot de accu-eenheid
totaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schak el de computer in. Als de
computer niet wordt opgestart, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan. Als de accu-eenheid
voldoende capaciteit heeft voor vijf minuten, laat u de computer
aanstaan tot de accu-eenheid totaal leeg is. Als het Accu-lampje
gaat knipperen of als u op een andere manier wordt geattendeerd
op een laag accu-energieniveau, gaat u verder met stap 4.
4. Sluit de netadapter op de computer aan en steek de stekker in het
stopcontact. Het acculampje moet oranje branden om aan te geven
dat de accu-eenheid wordt opgeladen. Als de Accu-lampje niet
brandt, wordt de computer niet van stroom voorzien. Controleer in
dat geval of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten
5. Laad de accu-eenheid op totdat het accul amp je wi t/g roen brandt.
■ Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
■ Verwijder de accu-eenheid als u het systeem geruime tijd (langer dan
een maand) niet gebruikt.
■ Bewaar reserve-accu’s op een koele, droge plek zonder direct zonlicht.
De accu-eenheid vervangen
Vergeet niet dat de accu-eenheid een verbruiksartikel is. De gebruiksduur
van de accu-eenheid neemt geleidelijk af door herhaaldelijk laden en
ontladen, en deze zal moeten worden vervangen als de levensduur voorbij
is. U kunt daarnaast een lege accu-eenheid ook vervangen door een
reserve-accu als u de computer voor een langere tijd niet op het
elektriciteitsnet kunt aansluiten.
In deze paragraaf wordt het verwijderen en installeren van de accu-eenheid
behandeld. Eerst wordt het verwijderen besproken aan de hand van de
volgende stappen.
6-10Gebruikershandleiding
■ Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de
accupolen niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd
schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de
accu-eenheid niet.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de
stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de
gegevens verloren.
■ In de sluimerstand gaan gegevens verloren als u de accu verwijdert of
de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid. Wacht
totdat het schijflampje uitgaat.
■ Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu-eenheid er dan uit kan vallen doordat de
accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu te verwijderen.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
3. Koppel alle kabels van de computer los.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Zet de accu-ontgrendelingsschuif in de ontgrendelde stand, duw de
accuvergrendeling opzij en houd deze vast, en schuif de accu-eenheid
uit de computer.
T110/T130
23
1
1. Accuvergrendeling
2. Accu
De accu-eenheid vrijgeven
Gebruikershandleiding6-11
3. Ontgrendelingsschuif accuhouder
T110/T130
De accu-eenheid installeren
Voer de volgende stappen uit om een accu te installeren.
■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
■ Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan terwijl u de
computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de
accu te vallen en kunt u zich bezeren.
1. Plaats de accu-eenheid.
2. Zorg dat de accuvergrendeling in de vergrendelde stand is gezet.
2
1
1. Accuvergrendeling
2. Accu-eenheid
De accu-eenheid vastzetten
3. Ontgrendelingsschuif
accuhouder
De computer opstarten met een wachtwoord
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in hoofdstuk 3, Aan de
slag. Het volgende bericht verschijnt.
Wachtwoord invoeren [ ]
Op dit moment werken de sneltoetsen FN+F1 tot en met F9 niet.
U kunt ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
3
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
6-12Gebruikershandleiding
Opstartstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
■ Opstartmodus: in deze modus wordt de computer afgesloten zonder
gegevens op te slaan. Sla uw werk altijd op voordat u de computer
uitschakelt in de opstartmodus.
■ Sluimerstand: in deze stand worden de gegevens in het geheugen op
de vaste schijf opgeslagen.
■ Slaapstand: in deze stand worden de gegevens bewaard in het
hoofdgeheugen van de computer.
Raadpleeg tevens de paragrafen De computer inschakelen en De
computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag.
Sneltoetsen
U kunt de slaapstand inschakelen met de sneltoets FN + F3 en de
sluimerstand met FN + F4. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer
informatie.
In-/uitschakelen via LCD
U kunt de computer zo instellen dat de stroom automatisch wordt
uitgeschakeld als u het LCD-scherm sluit. Als u het scherm vervolgens
opent terwijl de computer zich in de slaapstand of de sluimerstand bevindt,
wordt de stroom ingeschakeld.
T110/T130
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows® afsluit,
dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is voltooid.
Systeem automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt het systeem automatisch uitgeschakeld zodra de
ingestelde tijdlimiet voor systeeminactiviteit verstrijkt. Het systeem wordt
afgesloten in de slaapstand of de sluierstand in Windows
Gebruikershandleiding6-13
®
.
T110/T130
6-14Gebruikershandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.