Toshiba QOSMIO G20 User Manual [nl]

Qosmio G20
TOSHIBA
Qosmio G20
Draagbare personal computer
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
Copyright
TOSHIBA Qosmio G20 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
Eerste druk februari 2005 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal kan uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Eigendom en auteursrecht van muziek, video, computerprogramma's, databases en dergelijke worden beschermd door de auteurswetten. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Als u deze materialen, afgezien van de bovenstaande beperking, toch kopieert (ook om gegevensindelingen om te zetten) of wijzigt, overdraagt of verspreidt via internet zonder toestemming van de houders van het auteursrecht, kunt u gerechtelijk worden vervolgd voor schadevergoeding en/of gerechtelijke straffen ondergaan vanwege inbreuk op het auteursrecht of persoonlijke rechten. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor de draagbare TOSHIBA Qosmio G20 personal computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding. De prestaties van de grafische processor kunnen aanzienlijk afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
ii Gebruikershandleiding
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk, en IBM PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt. Memory Stick is gedeponeerd handelsmerk en i.LINK is een handelsmerk
van Sony Corporation. TruSurround XT, WOW XT, SRS en het symbool zijn handelsmerken
van SRS Labs, Inc. De technologieën TruSurround XT, WOW XT, TruBass, SRS 3D en FOCUS
worden gebruikt onder licentie van SRS Labs, Inc. InterVideo en WinDVD zijn geregistreerde handelsmerken van InterVideo
Inc. WinDVR en WinDVD Creator zijn handelsmerken van InterVideo Inc., vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
"Dolby" en het dubbel-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Gebruikershandleiding
Macrovision-licentie
Dit product is uitgerust met technologie ter bescherming van het auteursrecht en intellectueel eigendom die zijn gepatenteerd in de VS en andere landen. Deze patenten zijn eigendom van Macrovision Corporation. Het gebruik van materiaal waarop copyright berust, dient te worden goedgekeurd door Macrovision Corporation. Het is bedoeld voor gebruik thuis en overig beperkt gebruik, tenzij Macrovision Corporation uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. Alle vormen van terugwerkend construeren of demonteren zijn verboden.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenkomst met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te
Gebruikershandleiding iii
g.com op het Internet.
Gebruikershandleiding
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
Griekenland ATAAB AN005,AN006 en GR01,02,03,04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio's ATAAB AN003,004 Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
en DE03,04,05,08,09,12,14,17
P03,04,08,10
iv Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Panasonic
DVD Super Multi met dubbellaagse recorder UJ-845
Het DVD Super Multi-station met dubbellaagse recorder maakt gebruik
van een lasersysteem. Om te zorgen dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding v
Gebruikershandleiding
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem en is geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde Authorized Toshiba Service Center. Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT TOEN60825
ADVERSEL: USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAF-BRYDER
ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSÆTTSLSE FOR STRÅLING
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als “LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT” klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste “autorisierte Service-Vertretung”. Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
vi Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding vii
Gebruikershandleiding
viii Gebruikershandleiding
Qosmio G20

Inhoudsopgave

Voorwoord
Inhoud handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xvii
Conventies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xviii
Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xviii
Pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xviii
Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xviii
Gebruik van toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xix
Mededelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xix
Algemene voorzorgsmaatregelen
Blessures door overbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xxi
Verhitting van computeroppervlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxi
Schade door druk of stoten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxi
Oververhitting van PC-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxii
Mobiele telefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxii
Vrijwaringsverklaringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xxii
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een Qosmio G20 series-computer . . . . . . xxv
Hoofdstuk 1 :
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Documentatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-17
Hoofdstuk 2 :
Voorkant met gesloten beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Gebruikershandleiding ix
Inleiding
Rondleiding
Inhoudsopgave
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-9
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-12
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-12
Toetsenbordlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-14
Volumeregelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-15
USB-diskettestation (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-15
Station voor optische media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-16
Regiocodes voor DVD-stations en -media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-16
Beschrijfbare schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-16
CD's. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
DVD's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
Indelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
DVD Super Multi-station met Double Layer (UJ845). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-17
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-18
Hoofdstuk 3 :
Voor u begint
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-1
Algemene omstandigheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-2
Plaatsing van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-3
Stoel en werkhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-3
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-4
Werkgewoonten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-4
De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-5
Het beeldscherm openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-6
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-7
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-7
De computer uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-8
Afsluitmodus (opstartmodus). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-8
Slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-8
Stand-by-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-10
De computer opnieuw opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-12
De vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-12
Hoofdstuk 4 :
Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-1
Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-2
Het USB-diskettestation aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-2
Het USB-diskettestation ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-3
TV-tuner (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-3
De TV-tuner gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-3
De kabel aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-4
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van WinDVR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-5
x Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Geluidssysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
De microfoon gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
SoundMAX-regelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Virtual Sound . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Belangrijk bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Afwijzing van aansprakelijkheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Vóór schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Tijdens schrijven of herschrijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
RecordNow! Basic for TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Gegevenscontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
DLA voor TOSHIBA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Een DVD-video maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Belangrijke informatie over het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
CD’s/DVD’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Regioselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Menu Eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Modemselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Keuze-opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Bluetooth-technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Bluetooth™ Stack voor Windows
®
van TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Schakelaar voor draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Draadloze-communicatielampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
LAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Typen LAN-kabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
De LAN-kabel aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
De LAN-kabel ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
De computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
De computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Warmteverspreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-28
Gebruikershandleiding xi
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 5 :
Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 … F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-4
Fn-plaktoets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
Speciale Windows-toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen aan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-9
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-10
Tijdelijk van modus wisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-10
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-10
Hoofdstuk 6 :
Voeding
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
Voedingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
Acculampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
DC IN-lampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
Aan/uit-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-4
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-4
Accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-4
RTC-batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-5
Accu's opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-8
Accucapaciteit controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-10
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-10
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
Levensduur van de accu verlengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-12
De accu-eenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-12
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-13
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Gebruikerswachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Supervisorwachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-16
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-16
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
Windows-hulpprogramma’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
xii Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
In-/uitschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Systeem automatisch uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Hoofdstuk 7 :
HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
De Execute-Disable Bit Capability en het voorste
bedieningspaneel configureren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-8
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten en afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-9
Execute-Disable Bit Capability . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-9
Voorste bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-10
Hoofdstuk 8 :
De afstandsbediening, het voorste bedieningspaneel en
QosmioPlayer gebruiken
Windows XP Media Center Edition en QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Windows XP Media Center Edition (MCE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Namen van onderdelen van de afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Windows XP Media Center Edition . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-11
Functies van het voorste bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-15
Windows-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
QosmioPlayer-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-20
Gebruik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-22
Aansluiten van de MCE-afstandsbedieningontvanger. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-22
Gebruiksbereik van de afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-24
De afstandsbediening uitschakelen (alleen Windows XP Home Edition-model) . . 8-25
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-25
Plaatsen/Verwijderen van batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-26
Het soort batterij dat kan worden gebruikt voor de afstandsbediening . . . . . . . . . 8-26
De batterijen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-27
De batterijen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-28
Beeldinvoer wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-29
QosmioPlayer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-30
Beperkingen van de QosmioEngine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-31
Beperkingen van de Monitor-in-modus onder Windows XP . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-32
Hoofdstuk 9 :
Optionele apparaten
PC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Een PC-kaart inbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Een PC-kaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Express-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Een ExpressCard aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Een ExpressCard verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
Gebruikershandleiding xiii
Inhoudsopgave
Sleuf voor Bridge-media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-5
SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-5
Memory Stick/Memory Stick Pro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-8
xD-Picture Card. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-9
MultiMediaCard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-10
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-13
Een geheugenmodule installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-14
Een geheugenmodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-15
Accu-eenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-16
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
Vaste-schijfeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
De vaste-schijf-eenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
De vaste-schijf-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-18
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-19
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-19
Tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-19
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-20
Instellingen beeldweergave op TV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-21
De resolutie wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-21
Monitor-in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-22
Modellen met TV-tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-22
Ander apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-22
Afsluiten van de QosmioPlayer-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-23
Modellen zonder TV-tuner. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-24
S-Video-in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-24
Model zonder de TV-tuner. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-25
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-25
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-26
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-26
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-27
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-27
Hoofdstuk 10 :
Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-1
Algemene controlepunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-2
Het probleem analyseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-2
xiv Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Controlelijst voor hardware en systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Opstartprocedure van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Zelftest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Wachtwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-7
Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-7
Intern LCD-beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-8
Vaste schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-8
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-9
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-10
PC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
ExpressCard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10-11
Memory Stick/Memory Stick Pro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-12
xD-Picture Card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-12
MultiMediaCard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-12
Infraroodontvangstvenster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-13
Aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-13
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-15
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-16
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-16
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-17
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-18
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-18
Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-19
Tv-uitgangssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-19
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-20
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-20
Voordat u opbelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-20
Schrijven naar TOSHIBA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-20
Bijlage A :
Specificaties
Gewicht en afmetingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Werkomgeving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Stroomvoorziening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Ingebouwd modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2
Bijlage B :
Beeldschermcontroller en videomodi
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
PowerMizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-7
Bijlage C :
Draadloos LAN
Kaartspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Gebruikershandleiding xv
Inhoudsopgave
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Ondersteunde subfrequenties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-3
Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie B en G) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-3
Wireless IEEE 802.11-kanalen (Turbo-modus*3) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-4
Wireless IEEE 802.11-kanalen (Revisie A) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-4
Draadloze kanalen (turbomodus*5). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-5
Bijlage D :
Onderlinge samenwerking tussen producten met Bluetooth­technologie
Bluetooth-technologie en uw gezondheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Voorschriften. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Canada (Industry Canada) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Canada - Industry Canada (IC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Let op: FCC-verklaring inzake storing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-4
Let op: blootstelling aan hoogfrequente straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-4
Taiwan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-6
Gebruik van de TOSHIBA Bluetooth™-kaart in Japan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-7
Apparaatvalidatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-8
Landen/gebieden waarin gebruik is toegestaan (Bluetooth™-technologie) . . . . . D-9
Bijlage E :
Windows handmatig configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten, wijzigen en afsluiten. . . . . . . . . . . . . . . E-4
Bijlage F :
Certificeringsinstanties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . F-1
TOSHIBA RAID
Voordat u Windows configureert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Een TOSHIBA RAID-stuurprogrammadiskette maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Het BIOS Setup-hulpprogramma configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Setupprocedure voor Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-4
De BIOS wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-4
Het BIOS Setup-hulpprogramma afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-5
Netsnoer en connectoren
Bijlage G :
Bijlage H :
Beperkingen van gebruik
Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
xvi Gebruikershandleiding
Qosmio G20

Voorwoord

U bent nu in het bezit van een Qosmio G20-computer. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw Qosmio G20-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers, en lees aandachtig HW Setup.
Als u PC-kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 9, Optionele apparaten te lezen.

Inhoud handleiding

Deze handleiding bestaat uit de volgende tien hoofdstukken, acht bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, is een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Voor u begint, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag gaat en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
Gebruikershandleiding xvii
Voorwoord
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, bevat aanwijzingen voor het gebruik van de volgende apparaten: touchpad, optioneel USB-diskettestation, optionele tv-tuner, geluidssysteem, modem, draadloze communicatie, LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD’s.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Voeding, verschaft details over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup.
In hoofdstuk 8, De afstandsbediening, het voorste bedieningspaneel en
QosmioPlayer gebruiken, wordt uitgelegd hoe u de afstandsbediening kunt
gebruiken voor de modellen met TV-tuner, en wordt informatie verschaft over QosmioPlayer.
Hoofdstuk 9, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 10, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.

Afkortingen

Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.

Pictogrammen

Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.

Toetsen

De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
xviii Gebruikershandleiding

Gebruik van toetsen

Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
Voorwoord
ABC
Als in procedures een actie moet worden uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.

Beeldscherm

S
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.

Mededelingen

Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xix
Voorwoord
xx Gebruikershandleiding
Qosmio G20

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Blessures door overbelasting

Lees de Instructiegids voor veiligheid en comfort zorgvuldig. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Verhitting van computeroppervlakken

Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden wanneer deze wordt
gebruikt. Dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is.
Het materiaal kan beschadigd raken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken of kunnen er storingen ontstaan.
Gebruikershandleiding xxi
Algemene voorzorgsmaatregelen

Oververhitting van PC-kaarten

Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.

Mobiele telefoons

Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.

Vrijwaringsverklaringen

LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar wanneer de computer op netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer computer op accu-energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm te vergroten.
CPU
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale
Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties, onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote
hoogte >1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven 30°C,
of boven 25°C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn niet nauwkeurig en kunnen per model verschillen).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
xxii Gebruikershandleiding
Algemene voorzorgsmaatregelen
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Raadpleeg Werkomgeving in bijlage A voor informatie over andere beperkingen.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Capaciteit van vaste schijf
1 Gigabyte (GB) betekent 1000 × 1000 × 1000 = 1.000.000.000 bytes met machten van 10. Echter, het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit van de computer met machten van 2 voor de definitie van 1 GB = 1024 × 1024 × 1024 = 1.073.741.824 bytes, en kan daarom een lagere opslagcapaciteit weergeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al deze voorzieningen hebt geselecteerd.
Draadloos LAN/Atheros
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
[(xx Mbit/s) is de theoretische maximumsnelheid volgens de IEEE802.11­standaard (a/b/g).] De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
TM
U kunt de Atheros-functie SuperAG client en accesspoint de corresponderende voorziening ondersteunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk van de indeling van de verzonden gegevens.
Gebruikershandleiding xxiii
of SuperGTM alleen gebruiken als uw
Algemene voorzorgsmaatregelen
SRS
SRS TruSurround XT is alleen beschikbaar bij het gebruik van WinDVD-toepassingen. SRS WOW is alleen beschikbaar bij het gebruik van Windows Media Player 10 in de standaardinterface van Windows.
TV-tuner
De TV-tuner werkt alleen in het land waarin de computer is gekocht.
Afbeeldingen
Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.
Qosmio
De QosmioTM Player is geen Windows-toepassing. De levensduur van de accu is korter dan wanneer u soortgelijke toepassingen van het Windows-besturingssysteem gebruikt.
TM
Player
LCD-helderheid en vermoeide ogen
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van een tv. Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.
Veilig gebruik van de TV-tuner
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de TV-tuner op een externe antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen (maar kan dit niet helemaal voorkomen) mogelijke elektrische schokken als gevolg van onweer. Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens onweer niet gebruikt.
xxiv Gebruikershandleiding
Algemene voorzorgsmaatregelen

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een Qosmio G20 series-computer

1. Stof verwijderen uit de luchtopening van de computer
Wanneer u de computer in een stoffige ruimte gebruikt, kan zich in de luchtopening aan de onderkant van de computer stof verzamelen. Door het opgehoopte stof kan de computer oververhit raken. Verwijder het stof met een stofzuiger.
2. Luchtopening aan de onderkant van de computer
Luchtopeningen
Luchtopeningen
Luchtopeningen
Luchtopeningen
Zorg dat de luchtopening van de ventilator niet wordt geblokkeerd: hierdoor kan de CPU oververhit raken. De ventilator trekt lucht naar binnen door een vacuüm te creëren. Als de luchtaanzuigopening van de ventilator wordt geblokkeerd, kan het gebeuren dat de CPU langzamer gaat werken of dat de computer wordt uitgeschakeld. Losse voorwerpen zoals notitieblaadjes, papieren zakdoekjes, plastic wikkels en andere soortgelijke materialen kunnen de luchtopening blokkeren, waardoor geen lucht bij de CPU kan komen. Mogelijke gevolgen zijn dat de CPU langzamer gaat werken of dat de computer wordt uitgeschakeld. Gebruik de computer niet op oppervlakken met voorwerpen die door de ventilator aangezogen kunnen worden.
Gebruikershandleiding xxv
Algemene voorzorgsmaatregelen
xxvi Gebruikershandleiding
Qosmio G20
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer of u de volgende items hebt:
draagbare Qosmio G20-PC
netadapter en netsnoer
modemkabel (optioneel)
monitor-in-kabel (alleen voor modellen met TV-tuner)
afstandsbediening (alleen voor modellen met TV-tuner)
ontvanger voor afstandsbediening
(alleen modellen Windows XP Media Center Edition)
infraroodzenderkabel (alleen model Windows XP Media Center Edition)
adapterkabel voor antenne (optioneel)
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
Inleiding

Software

Microsoft®Windows XP Home Edition
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
®
Microsoft
TOSHIBA Hulpprogramma’s
DVD-videospeler
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA Assist
TOSHIBA Controls
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA Aanraken en starten
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
TOSHIBA Picture Enhancement
InterVideo WinDVR (alleen voor modellen met TV-tuner)
TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA Virtual Sound
TOSHIBA-sneltoetsprogramma voor beeldschermen
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
TOSHIBA-hulpprogramma RAID
Wireless Hotkey (sneltoets voor draadloze communicatie)
on line handleiding
DVD-ROM Productherstel
Windows XP Home Edition
1-2 Gebruikershandleiding
Microsoft®Windows XP Media Center Edition
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
®
Microsoft
TOSHIBA Hulpprogramma’s
DVD-videospeler
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Assist
TOSHIBA Controls
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA Aanraken en starten
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
TOSHIBA Picture Enhancement
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA Virtual Sound
TOSHIBA-sneltoetsprogramma voor beeldschermen
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
TOSHIBA-hulpprogramma RAID
Wireless Hotkey (sneltoets voor draadloze communicatie)
on line handleiding
DVD-ROM Productherstel
Windows XP Media Center Edition
Inleiding

Documentatie

Gebruikershandleiding voor draagbare Qosmio G20-PC
Qosmio G20 Aan de slag
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Licentieovereenkomst voor QosmioPlayer-software
Garantie-informatie
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 1-3
Inleiding

Voorzieningen

Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie) van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Processor
Ingebouwd
De computer is uitgerust met een Intel Pentium
®
M-processor, die is voorzien van een
®
level 2-cachegeheugen van 2 MB. De processor ondersteunt Enhanced Intel® SpeedStepTM technologie.
Sommige modellen in deze serie zijn voorzien van de Intel® Centrino™­technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke technologieën:
de Intel® Pentium® M, Intel® PRO/Wireless Network Connection en
®
Intel
915 Chipset Family. Intel® 915 Chipset Family is een model waarbij
de Intel® Pentium® M-processor is geïnstalleerd.
Geheugen
Sleuven kunnen geheugenmodules van 256, 512 of
1.024 MB in de twee sleuven worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 2.048 GB.
Video-RAM 64 of 128 MB RAM is beschikbaar voor
videoweergave.
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
1-4 Gebruikershandleiding
Inleiding
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg de paragraaf
Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Stations/schijven
Vaste schijf Verkrijgbaar in de volgende grootten.
55,88 GB (60,0 miljard bytes)
74,52 GB (80,0 miljard bytes)
93,16 GB (100,0 miljard bytes)
Afhankelijk van de configuratie is uw computer uitgerust met een of twee vaste schijven.
Wellicht komen in de toekomst andere vaste schijven beschikbaar.
DVD Super Multi-station met Double Layer (UJ-845)
Uw computer is uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 10-speed voor CD-RW's, 8-speed voor DVD-R's en DVD+R's, 2,4-speed voor DVD+R DL, 4-speed voor DVD-RW's en DVD+RW's en 5-speed voor DVD-RAM's.
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 17-inch TFT-scherm, 16 miljoen kleuren, met een
resolutie van 1440 horizontale × 900 verticale pixels WXGA+.
Grafische controller Grafische controller voor optimale
Gebruikershandleiding 1-5
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B,
Beeldschermcontroller en videomodi, voor
nadere informatie.
Inleiding
Toetsenbord
Ingebouwd
®
-compatibel uitgebreid toetsenbord met 85
IBM of 86 toetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen
en . Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen
in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
Externe monitor De analoge VGA-poort ondersteunt VESA
Universal Serial Bus (USB 2.0)
i.LINK™ (IEEE1394) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
DDC2B-compatibele functies.
De USB 2.0-compatibele poorten ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm (USB 1.1 wordt eveneens ondersteund).
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
Sleuven
PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart
ExpressCard De ExpressCard-sleuf biedt ruimte voor een
Bridge-media In deze sleuf kunt u een SD-kaart, Memory Stick
1-6 Gebruikershandleiding
van 5 mm (Type II).
ExpressCard. Raadpleeg de paragraaf Express-kaart in
hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
(Pro), xD-Picture Card en MultiMediaCard plaatsen. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele
apparaten.
Multimedia
Geluidssysteem Het Windows-compatibele geluidssysteem
omvat interne luidsprekers en een interne microfoon evenals aansluitingen voor een externe microfoon en koptelefoon.
Inleiding
Monitor-in-poort U kunt deze poort gebruiken voor videoweergave
van een digitale camcorder of een videorecorder op het interne LCD-scherm.
U kunt de poort ook worden gebruikt als line-in­poort en voor aansluiting van een stereoapparaat voor audio-invoer. Raadpleeg de paragraaf
Monitor-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
TV-antennepoort Deze poort is alleen aanwezig in configuraties
met een ingebouwde TV-tuner. Sluit de antenneadapter aan op deze poort om
TV-programma's op de computer te kijken of op te nemen.
S-Video-in-poort Via een S-Video-in-kabel (optioneel) voor het
importeren van videogegevens kan er een camcorder of een ander opnameapparaat op de computer worden aangesloten. Sluit de kabel op deze poort aan. Raadpleeg de paragraaf S-Video-in in hoofdstuk 9, Optionele
apparaten.
S-Video-uit-poort Via de S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of
PAL-gegevens overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf Tv in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
D-Video-uit-poort Met de D-Video-uit-poort kunt u 525i- (480i),
525p- (480p), 1125i- (1080i) of 750p-gegevens (720p) overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf Tv in hoofdstuk 9,
Optionele apparaten.
Hoofdtelefoonbus (S/P DIF)
Op deze bus kunt u digitale luidsprekers of een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm) aansluiten. Wanneer u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 1-7
Inleiding
Ingebouwde TV-tuner
Sommige modellen in deze serie hebben een ingebouwde TV-tuner.
Windows XP Home Edition: Gebruik WinDVR om TV-programma’s op te nemen en op het ingebouwde LCD-scherm weer te geven. Het is ook mogelijk om opgenomen programma's te bewerken en deze op een DVD op te slaan.
Windows XP Media Center Edition: Start Media Center en selecteer My TV.
Infraroodontvangst­venster
Dit is een sensorvenster dat signalen ontvangt van de afstandsbediening die bij de computer is geleverd.
Niet ondersteund door Windows XP Media Center Edition.
Afstandsbediening Gebruik dit apparaat om te navigeren tijdens tv
kijken of het afspelen van CD’s/DVD’s. Het type en de bediening kunnen afhangen van het model van uw computer.
Afstandsbedie­ningontvanger
Dit is een sensorapparaat dat signalen ontvangt van de afstandsbediening die bij de computer is geleverd. Deze ontvanger wordt alleen ondersteund door Windows XP Media Center Edition.
Communicatie
Modem Het ingebouwde modem voorziet in gegevens-
en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van analoge­telefoonlijnomstandigheden. Het modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. V.90 en V.92 worden beide ondersteund in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In andere gebieden is alleen V.90 beschikbaar.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
1-8 Gebruikershandleiding
Inleiding
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een mini-PCI-kaart voor draadloos LAN. Deze kaart is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Theoretische maximumsnelheid:
54 Mbps (IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid:
11 Mbps (IEEE 802.11b)
Theoretische maximumsnelheid:
108 Mbps (turbomodus; Atheros-moduletype)
Frequentiebandselectie
(5 GHz: Revisie A / 2,4 GHz: Revisie B/G)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
TM
Atheros Super G
- of Super AGTM-
technologie (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros­moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme (Intel­moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros­moduletype).
Wi-Fi Protected Access (WPA).
Gebruikershandleiding 1-9
Inleiding
De numerieke waarden voor weergave zijn de theoretische maxima
voor draadloze LAN-normen. De feitelijke waarden kunnen anders zijn.
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De overdrachtssnelheid (bij X Mbit/s) is de theoretische maximumsnelheid volgens de IEEE802.11-standaard (a/b/g). De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid. Als u de Atheros SuperAG™-functie wilt gebruiken, dienen uw client en toegangspunt deze functie te ondersteunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk van de indeling van de verzonden gegevens.
Bluetooth Sommige computers in deze serie hebben
Draadloze-communi­catieschakelaar
Beveiliging
Sleuf beveiligingsslot

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
Sneltoetsen Door middel van deze toetsencombinaties kunt u
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
De sneltoetsfuncties worden alleen ondersteund door Windows, niet door QosmioPlayer.
Bluetooth-functies. De draadloze Bluetooth­technologie maakt kabels tussen elektronische apparaten zoals computer en printers overbodig. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte.
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en Bluetooth-functies aan en uit.
Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot voorwerp worden verankerd.
1-10 Gebruikershandleiding
Inleiding
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Systeem op stand-by/in slaapstand
Geïntegreerde numerieke toetsen
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen vaste-schijfactiviteit heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Vaste schijf uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Systeem op stand-by of Systeem in slaapstand in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken
en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Gebruikershandleiding 1-11
Inleiding
Intelligente stroomvoorziening
Energiebesparings­modus
In-/uitschakelen via LCD
Automatische slaapstand bij lage acculading
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen abnormale omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U kunt de resterende accucapaciteit controleren. Gebruik de optie Battery remaining in TOSHIBA Power Saver.
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het item Profiel in TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie Als ik het scherm sluit in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt de instelling opgeven in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de optie Koelmethode in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Maximale
prestaties
Eerst wordt de ventilator ingeschakeld en vervolgens wordt zo nodig de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd.
Prestaties Combinatie van inschakelen
van ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
Optimaal
accugebruik
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zonodig de koelmethode aanzetten.
1-12 Gebruikershandleiding
Inleiding
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
TOSHIBA RAID RAID (Redundant Array of Independent Disks)

Hulpprogramma's

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, en wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Voor u begint, voor details.
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
zorgt voor hoge prestaties (striping = RAID0) of fouttolerantie (striping = RAID1), die worden geconfigureerd door meerdere onafhankelijke schijfstations in een array onder te brengen.
TOSHIBA Power Saver
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
Gebruikershandleiding 1-13
Klik als u dit energiebeheerprogramma wilt starten op Start, vervolgens op
Configuratiescherm, daarna op Prestaties en onderhoud en selecteer het pictogram TOSHIBA Power Saver.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. U start het hulpprogramma door te klikken op Start en op Configuratiescherm. Vervolgens selecteert u het pictogram TOSHIBA HW Setup.
Inleiding
TOSHIBA Controls Dit hulpprogramma heeft drie secties, waarmee u
de volgende bewerkingen kunt uitvoeren:
Buttons:
Hiermee kunt u toepassingen toewijzen aan de knoppen REC, Brightness, Monitor-in, en TV-out.
Media Apps: Hiermee stelt u de modus in
voor de audio/video-bedieningsknoppen. Selecteer de toepassing voor het afspelen van audio en video. (Alleen weergegeven in Windows XP Home Edition.)
TOSHIBA Remote Control: Hiermee schakelt
u de TOSHIBA-afstandsbedieningsfunctie in of uit. (Wordt alleen weergegeven op modellen met een TV-tuner waarop Windows XP Home Edition is geïnstalleerd.)
DVD-videospeler De DVD-videospeler heeft een scherminterface
en -functies voor het afspelen van DVD-video’s. Klik op Start, wijs Programma’s aan, wijs InterVideo WinDVD aan en klik erop. Klik op
Start, wijs Alle programma's en InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo WinDVD.
TOSHIBA Picture Enhancement
Met dit hulpprogramma kunt u de beeldkwaliteit aanpassen aan de omgevingscondities en de instellingen selecteren voor de externe invoer van videocamera's, games, enz.
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma's waarmee u verbindingen met communicatieapparaten en netwerken beheert. Met TOSHIBA ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken. Als u ConfigFree wilt starten, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens naar Alle Programma’s,
TOSHIBA en Netwerk en klikt u op ConfigFree.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen. Dit is de functie die standaard met de TOSHIBA Assist-knop wordt geactiveerd.
TOSHIBA­hulpprogramma Zoom
1-14 Gebruikershandleiding
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
Inleiding
RecordNow! Basic for TOSHIBA
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-CD's/-DVD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf.
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/of mappen via een stationsletter naar DVD+RW-, DVD-RW- en CD-RW-schijven kunnen worden geschreven, op dezelfde manier als met een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC­diagnoseprogramma
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont de basisgegevens van de PC en biedt de mogelijkheid om ingebouwde apparaten te testen. U start het TOSHIBA PC­diagnoseprogramma door te klikken op Start. Wijs vervolgens Alle programma’s,
TOSHIBA en Hulpprogramma aan en klik op PC-diagnoseprogramma.
Bluetooth TOSHIBA Stack
Door middel van deze software kunnen de computer en remote Bluetooth-apparaten draadloos met elkaar communiceren.
Bluetooth kan niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bluetooth­module is geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding 1-15
Inleiding
TOSHIBA Aanraken en starten
TOSHIBA­hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA RAID Console
TOSHIBA­wachtwoordhulppro­gramma
Het hulpprogramma TOSHIBA Aanraken en starten vergemakkelijkt diverse touchpadtaken. TOSHIBA Aanraken en starten komt van pas in de volgende situaties.
voor het openen van een bestand waarvan
het bureaubladpictogram achter een venster schuilgaat;
voor het openen van een pagina in het menu
Favorieten van Internet Explorer;
voor het weergeven van een lijst met actieve
vensters en het activeren van een ander venster.
TOSHIBA Aanraken en starten biedt tevens de volgende functies door aanpassing van de instellingen.
een bestand openen dat in een vooraf
gedefinieerde map is opgeslagen;
snel uw veelgebruikte toepassingen starten.
De functie van dit hulpprogramma is als volgt: Het touchpad kan worden in- of uitgeschakeld met de toetsen Fn + F9.
Gebruik de TOSHIBA RAID Console om een RAID-array te maken of beheren.
Als u het hulpprogramma wilt starten, klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle Programma’s, TOSHIBA en RAID aan en klikt u
op RAID Console. Het is mogelijk op RAID1 (mirroring) over te
stappen vanuit een niet-RAID-configuratie. Als u op RAID0 (striping) wilt overstappen, dient
u de vooraf geïnstalleerde software te herstellen met de DVD-ROM Productherstel. Raadpleeg voor meer informatie in hoofdstuk 3, Aan de slag, de paragraaf De vooraf geïnstalleerde software herstellen.
Let op: Wanneer RAID0 of RAID1 is ingesteld, kunt u de instelling alleen wijzigen door de vooraf geïnstalleerde software volledig te herstellen.
We raden u nadrukkelijk aan de Help voor TOSHIBA RAID te lezen voordat u de instellingen wijzigt.
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord instellen waarmee de toegang tot de computer wordt beperkt.
1-16 Gebruikershandleiding

Opties

Inleiding
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding U kunt gemakkelijk een 256-MB, 512-MB of
1.024-MB geheugenmodule (DDR2) in de computer installeren.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid bij uw TOSHIBA-
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
USB-diskettestation Het USB-diskettestation ondersteunt 1,44-MB en
Accuoplader Met de accuoplader kunt u extra accu’s buiten de
dealer kopen. U kunt deze als reserve­exemplaar of ter vervanging gebruiken.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
720-KB diskettes en wordt aangesloten op een USB-poort. (In Windows XP kunt u 720-KB diskettes niet formatteren, maar u kunt wel eerder geformatteerde diskettes gebruiken.)
computer opladen.
Gebruikershandleiding 1-17
Inleiding
1-18 Gebruikershandleiding
Qosmio G20
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Bepaalde notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u al deze voorzieningen hebt geselecteerd.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Station voor optische media
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Station voor optische media
Beeldschermvergren deling
Gebruikershandleiding 2-1
Beeldschermvergrendeling
Infraroodontvangstvenster
De computer is geconfigureerd met een DVD Super Multi-station.
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Lampjes (1)
Rondleiding
Lampjes (1) Aan de hand van drie statuslampjes kunt u zien
Infraroodontvangstv enster

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Modempoort
of de netadapter is aangesloten, of de computer aan is, en wat de status van de accu is. U vindt meer informatie in de paragraaf Lampjes.
Sommige modellen zijn met een infraroodontvangstvenster uitgerust. Dit is een sensorvenster dat signalen van de afstandsbediening ontvangt die bij de computer is geleverd.
Het wordt niet ondersteund door Windows XP Media Center Edition.
Microfoonbus
Hoofdtelefoonbus
USB-poorten
Linkerkant van de computer
Draadloze­communicatieschakelaar
Modempoort
Met de modempoort kunt u het modem via een modemkabel rechtstreeks op een telefoonlijn aansluiten.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Bij aansluiting op
een digitale lijn zal het modem schade oplopen.
Universal Serial Bus (USB 2.0)-poorten
Er bevinden zich twee USB-poorten aan de linkerkant. De poorten zijn compatibel met de USB 2.0-norm en ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan de USB 1.1-norm (USB 1.1 wordt eveneens ondersteund).
2-2 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken.
Schakelaar voor draadloze communicatie
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze communicatie. De LED brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Microfoonbus
Hoofdtelefoonbus (S/P DIF)

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
ExpressCard-sleuf
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en Bluetooth-functies aan en uit.
Sommige modellen zijn geschikt voor Bluetooth.
Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Op deze bus kunt u digitale luidsprekers of een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm) aansluiten. Wanneer u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
ExpressCard uitwerpen-knop
Lampje van sleuf voor Bridge-media
Sleuf voor Bridge-media
PC-kaartsleuf
Gebruikershandleiding 2-3
Uitwerpknop voor de PC-kaart
Rechterkant van de computer
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Rondleiding
Sleuf voor Bridge-media
In deze sleuf kunt u een SD-kaart, Memory Stick (Pro), xD-Picture Card en MultiMediaCard plaatsen. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele
apparaten.
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de sleuf voor Bridge-media terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Lampje van sleuf voor Bridge-media
Het statuslampje voor de Bridge-media brandt blauw wanneer de computer toegang tot de sleuf heeft.
ExpressCard-sleuf De ExpressCard-sleuf biedt ruimte voor een
ExpressCard.
ExpressCard uitwerpen-knop
Druk op deze knop om een ExpressCard uit de ExpressCard-sleuf te verwijderen.
Zorg dat er geen voorwerpen in de ExpressCard- en PC-kaartsleuf terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
PC-kaartsleuf Deze sleuf is geschikt voor een Type II-kaart van
5 mm. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
Uitwerpknop voor de PC-kaart
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Gebruik deze knop om een PC-kaart te verwijderen uit de PC-kaartsleuf.
Koppel een extern apparaat zoals een digitale videocamera aan deze poort voor snelle gegevensoverdracht.
2-4 Gebruikershandleiding

Achterkant

De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Rondleiding
Gelijkstroomingang (15 V)
Sleuf beveiligingsslot
TV­antennepoort
S-Video-uit-poort
Sleuf beveiligingsslot
D-Video-uit-poort
Luchtopeningen
Poort externe monitor
De achterkant van de computer
Aan deze sleuf kan een beveiligingskabel worden bevestigd. De optionele
LAN-actief-lampje (oranje)
USB-poorten
Luchtopeningen
Aansluitingslampje (groen)
Monitor-in-poort
LAN-poort
S-Video-in-poort
beveiligingskabel verankert de computer aan een bureau of ander groot voorwerp ter bescherming tegen diefstal.
TV-antennepoort De TV-antennepoort is alleen beschikbaar op
modellen met een TV-tuner. Sluit de antenneadapter aan op deze poort om TV-programma's op de computer te kijken of op te nemen.
Gelijkstroomingang (15 V)
Hierop wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
Luchtopeningen
De luchtopeningen dienen om de CPU te beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er geen voorwerpen in terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
S-Video-uit-poort Via deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of
PAL-gegevens overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf Tv in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
D-Video-uit-poort Met deze D-Video-uit-poort kunt u 525i- (480i),
525p- (480p), 1125i- (1080i) of 750p-gegevens (720p) overbrengen naar externe apparaten. Raadpleeg de paragraaf Tv in hoofdstuk 9,
Optionele apparaten.
Poort externe monitor
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poorten
Op deze poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
Op de achterkant bevinden zich twee USB-poorten. Raadpleeg de paragraaf
Linkerkant voor meer informatie.
Deze poorten bevinden zich vlak bij de luchtopeningen. De temperatuur kan daar erg hoog oplopen. Controleer de gegarandeerde werktemperaturen van uw USB-apparaat als u dat dicht bij deze luchtopeningen plaatst of gebruik een langere USB-kabel.
LAN-poort
Via deze poort kunt u de computer op een LAN aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Het LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u
dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Aansluitingslampje (groen)
LAN-actief­lampje (oranje)
2-6 Gebruikershandleiding
Dit lampje brandt groen wanneer de computer op een LAN is aangesloten en het LAN correct functioneert.
Dit lampje brandt oranje tijdens gegevensoverdracht tussen de computer en het LAN.
Rondleiding
S-Video-in-poort Via een S-Video-in-kabel voor het importeren
Monitor-in-poort Voor videoweergave van een digitale camcorder

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Accuvergrendeling
van videogegevens kan er een camcorder of een ander opnameapparaat op de computer worden aangesloten. Raadpleeg de paragraaf S-Video-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
of een videorecorder op het interne LCD-scherm. Deze poort kan ook worden gebruikt als line-in-
poort en voor aansluiting van een stereoapparaat voor audio-invoer. Raadpleeg de paragraaf
Monitor-in in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Afdekplaatje geheugensleuven
Vaste schijf 2
Accu-eenheid
Afdekplaatje geheugensleuven
Accuvergrendelingsschuif
De onderkant van de computer
Vaste schijf 1
Deze behuizing beschermt de sleuven waarin geheugenmodules kunnen worden geplaatst. Raadpleeg de paragraaf Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 9, Optionele apparaten.
Accuvergrendeling
Schuif de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand om de accuvergrendelingsschuif te kunnen bewegen.
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Accu-eenheid
Accuvergrendelings­schuif
Vaste schijf 1
Vaste schijf 2
De accu-eenheid voorziet de computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Voeding voor gedetailleerde informatie over
de accu-eenheid.
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding voor gedetailleerde informatie over het verwijderen van accu-eenheden.
Onder deze deksel zit een vaste-schijfeenheid, die u kunt verwijderen en opnieuw installeren. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele apparaten voor meer informatie over het verwijderen of opnieuw installeren van de Vaste-schijfeenheid.
Als uw model twee vaste schijven heeft, zit onder deze deksel een tweede vaste­schijfeenheid. U kunt de tweede eenheid verwijderen en opnieuw installeren. Raadpleeg hoofdstuk 9, Optionele apparaten voor meer informatie over het verwijderen of opnieuw installeren van de Vaste-schijfeenheid.
2-8 Gebruikershandleiding

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Om het beeldscherm te openen duwt u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts en kantelt u het scherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
LCD-sensorschakelaar (niet zichtbaar)
Beeldscherm
scharnier Volumeregelaar
Stereo
luidspreker
(links)
Rondleiding
Beeldscherm
Beeldschermscharnier
Stereo luidspreker (rechts)
Aan/uit-knop
Voorste bedieningspaneel
(elf knoppen)
De voorkant van het touchpad-model met geopend beeldscherm
Beeldschermschar­nieren
Beeldscherm
Touchpadbesturingsknoppen
Microfoon
Lampjes (2)
De beeldschermscharnieren zorgen dat het scherm in de gewenste stand blijft staan.
De LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Touchpad
Het WXGA-scherm van de computer bestaat uit 1440 × 900 pixels. Raadpleeg de bijlage B,
Beeldschermcontroller en videomodi.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er niet zo helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Gebruikershandleiding 2-9
Rondleiding
Microfoon
Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid aan uw toepassingen toevoegen. Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Stereoluidsprekers
Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd.
Zorg dat er geen voorwerpen in terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Lampjes (2)
Met deze lampjes kunt u de status van de vaste schijf, het optische station, SD/SM en de draadloze communicatie bewaken. U vindt meer informatie in de paragraaf Lampjes.
Voo rste bedieningspaneel (elf knoppen)
Er zijn elf knoppen beschikbaar: Modellen met een TV-tuner:
TV, CD/DVD, Afspelen/Pauze, Stop, Vorige, Volgende, Opnemen, Helderheid verhogen, Helderheid verlagen, Monitor-in, TV-uit.
Modellen zonder TV-tuner Internet, CD/DVD, Afspelen/Pauze, Stop, Vorige, Volgende, TV-uit, Helderheid omhoog, Helderheid omlaag, Zoom uit (-), Zoom in (+).
Met deze knoppen kunt u audio- en videofuncties beheren, toepassingen uitvoeren en toegang krijgen tot hulpprogramma's.
Raadpleeg hiervoor de paragraaf Functies van
het voorste bedieningspaneel in hoofdstuk 8,
Gebruik van de afstandsbediening, het voorste bedieningspaneel en QosmioPlayer voor meer
informatie.
Aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop om de computer in en uit te schakelen. Als u de functie Dempen hebt ingeschakeld, is deze knop oranje.
Touchpad
Met het touchpad in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
2-10 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Touchpadbestu­ringsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
LCD­sensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCD-scherm wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u het scherm sluit, wordt de computer in de slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u het scherm opent, wordt de computer in de slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit te schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld. Raadpleeg de gedeelten over TOSHIBA Power Saver en In-/uitschakelen via LCD in hoofdstuk 1, Inleiding, voor informatie over instellingen.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u dit wel doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD uitgeschakeld is.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers of de stereohoofdtelefoon af te stemmen.
Wanneer u de regelaar linksom draait, neemt het volume toe. Wanneer u hem rechtsom draait, neemt het volume af.
De lampjes naast de volumeregelaar geven het volumeniveau aan. Zie de paragrafen over de lampjes voor meer informatie.
Dempen
Als u de functie Dempen hebt ingeschakeld, is deze knop oranje.
Gebruikershandleiding 2-11
Rondleiding

Lampjes

Systeemlampjes

In deze paragraaf worden de lampjes beschreven.
De volgende statuslampjes aan de voorkant van de computer kunnen ook worden bekeken als het scherm is gesloten.
DC IN
Voeding
Systeemlampjes (1)
Accu
DC IN
Het DC IN-lampje brandt blauw als via de netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening, knippert dit lampje oranje.
Voe ding
Het aan/uit-lampje brandt blauw als de computer aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster Windows afsluiten, knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer wordt uitgezet.
Accu
Het Accu-lampje toont het ladingsniveau van de accu: blauw betekent volledig opgeladen, oranje dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding.
2-12 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Vaste schijf
Optisch station
Sleuf voor Bridge-media
Draadloze communicatie
Systeemlampjes (2)
Vaste schijf Het Vaste-schijf-lampje brandt blauw wanneer
de computer toegang tot de geïntegreerde vaste schijf heeft.
Station voor optische media
Het Optisch-station-lampje brandt blauw wanneer de computer toegang zoekt tot een schijf in het DVD Super Multi-station.
Sleuf voor Bridge­media
Het statuslampje voor de Bridge-media brandt blauw wanneer de computer toegang tot de sleuf heeft.
Draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie brandt wanneer de functies voor Bluetooth en Draadloze communicatie zijn ingeschakeld met de draadloze-communicatieschakelaar.
Sommige modellen zijn geschikt voor Bluetooth.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding

Toetsenbordlampjes

In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Het volgende lampje geeft de status aan van een lettertoets (ingedrukt of losgelaten).
Caps Lock Het CapsLock-lampje brandt groen wanneer bij
De volgende lampjes geven de status van het toetsenbord weer.
Caps Lock-lampje
Caps Lock-lampje
het indrukken van een lettertoets een hoofdletter wordt weergegeven.
Numerieke
Lampje voor
cursormodus
Cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Als het lampje van de cursormodus groen
modus-lampje
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Numerieke modus
Als het lampje van de numerieke modus groen brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
2-14 Gebruikershandleiding

Volumeregelaar

Het lampje geeft in zes niveaus aan wat het geluidsvolume is. U kunt de lampjes in- en uitschakelen door aan de volumeregelaar te draaien. Als u het volume wilt verhogen, draait u de regelaar linksom en knipperen de zes niveaus achtereenvolgens. Als u het volume wilt verlagen draait u de regelaar rechtsom en gaan de lampjes uit.
Volumeregelaar

USB-diskettestation (optioneel)

Dit optionele USB-station ondersteunt 1,44-MB en 720-kB diskettes. Het station wordt aangesloten op een USB-poort.
Rondleiding
USB-connector
Disketteactiviteitslampje
USB-connector
Diskettesleuf
USB-diskettestation
Plaats deze connector in de USB-poort van de
Ejectknop
computer.
Disketteactiviteits­LED lampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van de diskette worden gelezen of ernaar worden geschreven.
Diskettesleuf
Ejectknop
Plaats een diskette in deze sleuf.
Wanneer een diskette volledig in het station is ingebracht, komt de ejectknop omhoog. Om een diskette te verwijderen drukt u op de ejectknop; de diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan worden verwijderd.
Gebruikershandleiding 2-15
Rondleiding
Controleer het lampje voor disketteactiviteit wanneer u het diskettestation gebruikt. U dient niet op de ejectknop te drukken of de computer uit te schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20° helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.

Station voor optische media

De computer heeft een DVD Super Multi-station. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.

Regiocodes voor DVD-stations en -media

DVD Super Multi-stations en -media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Code
1
2
3
4
5
6
Regio
Canada, Verenigde Staten
Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
Zuidoost-Azië, Oost-Azië
Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië
China

Beschrijfbare schijven

In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en DVD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik RecordNow! voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
2-16 Gebruikershandleiding

CD's

Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven zoals multispeed CD-RW’s, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s, kunnen meer dan een keer worden beschreven.

DVD's

DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.

Indelingen

De stations ondersteunen de volgende indelingen:
Rondleiding
DVD-ROM
CD-DA
TM
Photo CD
CD-ROM XA Mode 2
(Form1, Form2)
DVD-video
(single/multi-sessie)
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2

DVD Super Multi-station met Double Layer (UJ845)

In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media) DVD+R DL 2,4-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-17
Rondleiding

Netadapter

De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Zie hoofdstuk 6, Voeding, voor meer informatie.
De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
De netadapter
meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen. Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins stekker bevatten.
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een equivalente optionele adapter. Gebruik van een andere adapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
In dergelijke gevallen aanvaardt TOSHIBA geen aansprakelijkheid voor schade.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
2-18 Gebruikershandleiding
Qosmio G20
Voor u begint
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten — met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Raadpleeg ook de handleiding Veiligheidsinstructies. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Verlichting
Werkgewoonten
Gebruikershandleiding 3-1
Voor u begint

Algemene omstandigheden

Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Sommige interne computeronderdelen en gegevensopslagmedia
kunnen door magneten worden beschadigd. Houd de computer uit de buurt van magnetische voorwerpen. Wees voorzichtig met voorwerpen die sterke magnetische velden genereren, bijvoorbeeld stereoluidsprekers. Wees tevens voorzichtig met metalen voorwerpen (bijvoorbeeld armbanden): dergelijke voorwerpen kunnen per ongeluk worden gemagnetiseerd.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van
een tv. Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.
3-2 Gebruikershandleiding

Plaatsing van de computer

Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.

Stoel en werkhouding

De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen.
Onder ooghoogte
Voor u begint
hoeken van 90°
Voetsteun
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover en leun niet te ver naar achteren.
Gebruikershandleiding 3-3
Voor u begint

Verlichting

Werkgewoonten

Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt. Probeer uw werkdag zodanig in te delen dat u een aantal verschillende taken hebt te verrichten. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort bij de computer.
3-4 Gebruikershandleiding

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Voor u begint
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen.
Gebruikershandleiding 3-5
Voor u begint
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het acculampje en het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Druk op de schermvergrendeling op de voorkant van de computer om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam omhoog. Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
Gelijkstroomingang (15 V)
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Beeldschermvergrendeling
Het beeldscherm openen
3-6 Gebruikershandleiding

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Als het USB- diskettestation is aangesloten, controleert u of dit leeg is.
Als het station een diskette bevat, drukt u op de ejectknop en verwijdert u de diskette.
1. Open het LCD-scherm van de computer.
2. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
Voor u begint
De computer inschakelen

Voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, bestaat het eerste scherm uit het uit het opstartlogo van Microsoft Windows XP. Volg de aanwijzingen op elk scherm. Tijdens de configuratie kunt u op de knop Terug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Lees zorgvuldig de licentie-overeenkomst.
Gebruikershandleiding 3-7
Voor u begint

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of Stand-by-modus.

Afsluitmodus (opstartmodus)

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, dient u deze op de vaste schijf of een diskette op te slaan.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Controleer of het vaste-schijf-lampje uit is. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Slaapstand

De slaapstand (ook wel winterslaap genoemd) zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt niet door de slaapfunctie opgeslagen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het vaste-schijf lampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
3-8 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u de slaapstandfunctie op twee plaatsen activeren: In het tabblad Slaapstand van Energiebeheer en in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Anders wordt de computer in de Stand-by modus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de Stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen. Slaapstand wordt
niet weergegeven.
4. Druk op de Shift-toets. De optie Stand-by verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Klik op Start en open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Energiebeheer
Eigenschappen, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Actie instellen.
Gebruikershandleiding 3-9
Voor u begint

Stand-by-modus

6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
7. Klik op OK.
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het vaste-schijf-lampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
Als u de computer uit de Stand-by-modus wilt halen, drukt u op de
aan/uit-knop of op een willekeurige toets. De laatste methode werkt alleen als Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de Stand-by-modus wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
gezet, schakelt u Stand-by uit in TOSHIBA Power Saver. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op
stand-by te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-by-
modus is (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Doet u dit toch, dan gaan de gegevens in het geheugen verloren.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
3-10 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Voordelen van Stand-by
De voordelen van de Stand-by-functie zijn als volgt.
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de Stand-by-modus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, vervolgens op Computer uitschakelen en ten slotte op
Stand-by.
2. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg
het tabblad Actie instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn.
Raadpleeg het tabblad Actie instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus wordt afgesloten, gaat
het aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De Stand-by-modus gebruikt meer energie.
Beperkingen van de Stand-by-modus
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Gebruikershandleiding 3-11
Voor u begint

De computer opnieuw opstarten

In bepaalde gevallen dient u het systeem opnieuw op te starten. Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Opnieuw starten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de aan/uit-knop te drukken.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de schijf Productherstel om de bestanden te herstellen. Voer de volgende stappen uit om het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software te herstellen.
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de productherstel-DVD-ROM in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los wanneer Qosmio wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het pictogram van het optische station te selecteren in het menu Opstartapparaten. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup voor meer informatie.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze software niet worden hersteld met de productherstel-DVD-ROM. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
3-12 Gebruikershandleiding
Voor u begint
QosmioPlayer herstellen
Ga als volgt te werk om QosmioPlayer te herstellen.
1. Plaats de productherstel-CD van QosmioPlayer in het optische station
en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los
wanneer Qosmio wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het pictogram van het
CD-/DVD-ROM-station te selecteren in het menu Opstartapparaten. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup voor meer informatie.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Uw computer kan een of twee vaste schijven bevatten. Zijn er twee vaste schijven geïnstalleerd, dan worden de gegevens hersteld op de ingebouwde vaste schijf 1, ongeacht de prioriteiteninstelling van de vaste schijven.
Gebruikershandleiding 3-13
Voor u begint
3-14 Gebruikershandleiding
Qosmio G20
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, het USB-diskettestation (optioneel), de optische mediastations (optioneel), TV-tuner (optioneel), het geluidssysteem, de modem, de fruncties vor draadloze communicatie en het LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD’s.

Het touchpad gebruiken

Om het touchpad te gebruiken plaatst u uw vingertop eenvoudig op het touchpad en schuift u deze in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Hoofdstuk 4
Touchpad
Touchpadbesturingsknoppen
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het toetsenbord worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
Grondbeginselen
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken Dubbelklikken: twee keer tikken Slepen en neerzetten: Tik om het te verplaatsen materiaal te
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het materiaal.

Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel)

Op de USB-poort van de computer kan een USB-diskettestation worden aangesloten. Dit station ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor nadere informatie.

Het USB-diskettestation aansluiten

Als u het station wilt aansluiten, dient u de USB-connector van het diskettestation in een van de USB-poorten van de computer te steken.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
USB-poort
USB-connector
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, ontkoppelt u het station en sluit u het opnieuw aan.
4-2 Gebruikershandleiding

Het USB-diskettestation ontkoppelen

Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen
disketteactiviteit meer plaatsvindt.
Als u het diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op het diskettestation dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB-connector van het diskettestation uit de USB-poort van de
computer.

TV-tuner (optioneel)

Sommige modellen in deze serie zijn uitgerust met een TV-tuner. Hiermee kunt u naar TV-programma's kijken op de ingebouwde LCD en deze programma's opnemen.
Als Windows XP Home Edition op uw computer is geïnstalleerd, kunt u TV-programma’s met WinDVR opnemen en weergeven op de ingebouwde LCD. Het is ook mogelijk om opgenomen programma's te bewerken en deze op een DVD op te slaan.
Als Windows XP Media Center Edition op uw computer is geïnstalleerd, kunt u in Media Center de functie My TV gebruiken.
Grondbeginselen
In verband met wettelijke voorschriften is het niet toegestaan om een PAL/SECAM TV-tuner in Korea in te voeren.

De TV-tuner gebruiken

Antenne
De kwaliteit van beeld en geluid is sterk afhankelijk van de
voortplanting van radiogolven.
Als u de computer gebruikt in gebieden met zwakke radiogolven en
de ontvangst is slecht, neem dan contact op met de leverancier van de computer of gebruik een in de handel verkrijgbare antenneversterker. Raadpleeg de handleiding bij de antenneversterker voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen

De kabel aansluiten

Gebruik de meegeleverde antenneadapter om de antenne aan te sluiten op de computer.
De antenneadapter aansluiten
Bij onweer dient u de antennekabel niet aan te raken. Als u dit toch doet, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de TV-tuner op een externe antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen mogelijke elektrische schokken als gevolg van onweer (maar kan deze niet helemaal voorkomen). Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens onweer niet gebruikt.
1. Sla uw werk op, sluit Windows af en schakel de computer uit.
2. Sluit de antenneadapter aan op de TV-antennepoort van de computer.
TV-antennepoort
Antenneadapter
De antenneadapter aansluiten
3. Sluit de antennekabel aan op het andere uiteinde van de antenneadapter.
Antenneadapter
Antennekabel
De antennekabel aansluiten
Als u een descrambler hebt gebruikt om de programma's via kabel-TV of satelliet te ontvangen, dient u de descrambler aan te sluiten op de antennekabel.
4-4 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen

Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van WinDVR.

Raadpleeg de on line Help van WinDVR voor meer informatie.
TV-programma's en andere visuele bronmaterialen die met WinDVR
zijn opgenomen mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangewend.
Nooit de schermresolutie of de kleurinstellingen wijzigen terwijl
WinDVR actief is.
Alvorens beelden of geluid die belangrijk voor u zijn op te nemen of te
bewerken is het aan te raden een testsessie te houden om te zien of alles goed functioneert.
Het maken van voorgeprogrammeerde video-opnames is niet mogelijk
als de computer is uitgeschakeld.
Als er beveiligingssoftware voor Internet actief is, zoals Norton Internet
Security, verschijnt er bij aanvang van een geprogrammeerde opname een beveiligingsbericht dat de opname kan voorkomen. Controleer of geprogrammeerde opname mogelijk is.
Controleer bij het programmeren van een opname de maximaal
beschikbare opnametijd.
Zorg ervoor dat de netadapter op de computer is aangesloten zodat
deze op netvoeding werkt. Is dit niet het geval, dan kan een opname mislukken vanwege een lage acculading.
Het is soms mogelijk dat videobeelden niet vloeiend worden
weergegeven. Dit is afhankelijk van de omstandigheden of de af te spelen beelden.
Als de processor tijdens het opnemen of afspelen extra wordt belast,
kan er een vertraging tussen beeld en geluid optreden. In deze gevallen dient u WinDVR en alle andere toepassingen af te sluiten en WinDVR opnieuw te starten.
Het beeld kan overslaan of haperen als de computer tijdens het
opnemen of afspelen een schok of trillingen te verduren krijgt.
Met dit product kunt u videogegevens opnemen van de band in een
videorecorder. Als de band oud is en veel ruis afgeeft, kan de kopieerbeveiliging in werking treden met incorrecte werking tot gevolg.
Om CATV-programma's te ontvangen dient u zich voor elk apparaat
dat u gebruikt te abonneren bij een CATV-provider. Als u betaalprogramma's wilt bekijken of opnemen, dient u misschien een decoder te gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij de decoder of neem contact op met het CATV-bedrijf voor meer informatie.
Materiaal dat auteursrechtelijk is beschermd mag niet met WinDVR
worden opgenomen of bekeken.
Gebruikershandleiding 4-5
Grondbeginselen
De automatische kanaalscanfunctie kan soms een kanaal niet goed
opsporen, ook al wordt dit kanaal wel goed doorgegeven.. In dat geval kunt u de instelling aanpassen met de fijnafstemmingsfunctie.
Als de processor tijdens het opnemen of afspelen extra wordt belast,
kan er schokkerig beeld of een vertraging tussen beeld en geluid ontstaan. Gebruik daarom geen andere toepassingen terwijl WinDVR actief is.
Het maken van voorgeprogrammeerde opnames is niet mogelijk als u
bent afgemeld.
WinDVR moet worden geïnstalleerd met beheerdersrechten.
Als er twee aaneensluitende opnames zijn geprogrammeerd,
zal de eerste opname ongeveer twee minuten vóór de opgegeven stoptijd worden gestaakt. De tweede opname heeft namelijk enige tijd nodig ter voorbereiding. Voorbeeld: zijn er twee opnames geprogrammeerd, van 13:00-14:00 en van 14:00-15:00, dan wordt de opname van 13:00-14:00 zo'n twee minuten eerder gestaakt, dus om ongeveer 13:58).
Als u een wachtwoord voor het gebruikersaccount hebt geïnstalleerd,
kan een voorgeprogrammeerde opname niet meer worden uitgevoerd als de stand-bymodus actief wordt.
Als u op de knop Stop Auto Scan klikt, is het mogelijk dat het scannen
vanwege de verwerkingstiming nog niet wordt gestaakt. Klik in dat geval nog enkele malen op de knop.
Als u WinDVR binnen één minuut voor aanvang van een
voorgeprogrammeerde opname afsluit, is het mogelijk dat de opname niet goed wordt uitgevoerd. Sluit daarom WinDVR niet af binnen een periode van één minuut voor aanvang van een voorgeprogrammeerde opname.
Als er beeld wordt opgenomen van een videorecorder of een ander
apparaat, kan er onder of boven in het scherm ruis ontstaan. Dit is geen storing maar heeft te maken met de zogenaamde verticale beeldonderbrekingintervallen
4-6 Gebruikershandleiding

Geluidssysteem

De microfoon gebruiken

De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid voor uw toepassingen kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken om opdrachten in te spreken voor toepassingen die daarvoor geschikt zijn.
Aangezien de computer een ingebouwde microfoon en luidsprekers heeft, kan in bepaalde omstandigheden akoestische terugkoppeling ("rondzingen") optreden. Rondzingen ontstaat als geluid van de luidspreker opgevangen wordt door de microfoon en via de luidspreker versterkt wordt, waarna het weer in versterkte vorm de microfoon bereikt.
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde, hoge toon. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel dat zich voordoet in elk geluidssysteem wanneer het in de microfoon ingesproken geluid naar de luidspreker wordt doorgegeven en de luidspreker te hard staat of zich te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt dit probleem voorkomen door de luidspreker zachter te zetten of de functie Dempen te gebruiken.
Als u het volume wilt bijstellen of dempen, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, Bureau-accessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling. In het venster Hoofdvolume kunt u met de schuifregelaars het volume aanpassen of onderaan in het venster op Dempen klikken.

SoundMAX-regelpaneel

Met het SoundMAX-regelpaneel kunt u extra functies voor microfoonoptimalisering en audio-energiebeheer opgeven. Voer de volgende stappen uit om het SoundMAX-regelpaneel te starten.
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Als het Configuratiescherm in de categorieweergave is geopend,
klikt u op Klassieke weergave.
3. Dubbelklik op het SoundMAX-pictogram. Via Microphone Setup kunt u de microfooninvoerinstellingen voor uw
specifieke configuratie optimaliseren. Kies Standard Microphone als u een gewone bureaubladmicrofoon hebt. Kies Headset als uw microfoon aan de hoofdtelefoon is bevestigd.
U kunt vanuit het Configuratiescherm de setupwizard starten om automatisch de juiste microfooninvoervolumes in te stellen en te zorgen dat uw invoerbronnen voor spraak correct werken. Wanneer u in de microfoon spreekt, geeft de geluidsmeter het door de PC ontvangen audiosignaal aan.
Met de functie Microfoonoptimalisering kunt u omgevingsgeluid uitfilteren, zodat toepassingen een zuiver, duidelijk signaal ontvangen. Deze functie kan met elke microfoon worden gebruikt.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-7
Grondbeginselen

Virtual Sound

De audiocontroller kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Voer de volgende stappen uit om audio-energiebeheer te activeren:
1. Klik op het tabblad Energiebeheer.
2. Selecteer Normale energiebesparing in de vervolgkeuzelijst Energiemodus.
Als u de optie Geen energiebeheer inschakelt, is de audiocontroller continu actief.
Als u een effectievere vorm van energiebeheer wilt, kiest u de modus Hoge energiebesparing. In deze modus wordt meer energie bespaard dan in de
modus Normal Power Savings. Voer de volgende stappen uit om deze modus te selecteren.
1. Klik op het tabblad Energiebeheer.
2. Selecteer High Power Savings (Hoge energiebesparing) in de vervolgkeuzelijst Power Mode.
3. Voer in het vak Power Save Delay (Seconds) de time-out voor activering van de energiebesparingsmodus in.
Als u High Power Saving selecteert, moet u eenmaal een audiobestand afspelen voordat u een microfoon gebruikt of een audio-CD afspeelt via de analoge CD-audio.
TOSHIBA Virtual Sound werkt als een audiofilter dat de functies SRS WOW XT en SRS TruSurround XT gebruikt van SRS Labs, Inc. in de Verenigde Staten. Het audiofilter verbetert de geluids- en muziekkwaliteit van uw computer. Raadpleeg de Help-functie voor meer informatie over het gebruik van TOSHIBA Virtual Sound.

CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station

Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/CD-RW-schijven en naar DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW­en DVD-RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd. RecordNow! en DLA onder licentie van Sonic Solutions.

Belangrijk bericht

Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
4-8 Gebruikershandleiding

Afwijzing van aansprakelijkheid

TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM­schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Vóór schrijven of herschrijven

Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
Grondbeginselen
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., LTD. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (multispeed en high-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
CD-RW: (ultra-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Gebruikershandleiding 4-9
Grondbeginselen
DVD+R:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL: (alleen station met dubbellaagse recorder):
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN.LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM: alleen DVD Super Multi-station)
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven, Versie 2.0 of Versie 2.1
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R), schrijfsnelheden van 4-speed (DVD-RW, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 5-speed (DVD-RAM) ondersteunen.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf- of herschrijfproces.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: “authoring”-schijven
(voor auteursgebruik) en schijven voor algemeen gebruik (ofwel General-schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
U kunt gebruik maken van DVD-RAM-schijven die uit een cassette
kunnen worden verwijderd, en DVD-RAM-schijven die zonder cassette zijn ontworpen.
DVD-R-/DVD-RW-schijven en DVD+R-/DVD+RW-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
4-10 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of
DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
CD-RW (Ultra Speed +)-media zijn niet beschikbaar. Bij gebruik kunnen
er gegevens verloren of beschadigd raken.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! en InterVideo
WinDVD Creator Platinum wordt niet aanbevolen.
Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen

Tijdens schrijven of herschrijven

Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, ExpressCard, Memory Stick/Memory Stick Pro, xD Picture Card, MultiMediaCard, USB-aaparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de Stand-by-modus of de slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de DVD-RAM.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
4-12 Gebruikershandleiding

RecordNow! Basic for TOSHIBA

Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” van
RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven.
Gebruik de functie “Exact Copy” van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie “Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie “Exact Copy” van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exact Copy” van RecordNow! kunt u wellicht geen back-
up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals Windows 98SE en Windows Me. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM- & CD-R/RW-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Grondbeginselen

Gegevenscontrole

Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Klik op de knop Opties ( ) in het bedieningspaneel van de
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje “Verify data written to the disc after burning”
4. Klik op OK.

DLA voor TOSHIBA

Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met DLA
RecordNow! Console om de optiepanelen te openen.
(Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Als het DLA-formatteringsmenu verschijnt wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en in Windows Verkenner rechtsklikt op het stationspictogram, gebruikt u DVDForm om deze schijf te formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door op de knop Start in de taakbalk te klikken en in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren.
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn geformatteerd, niet met met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan er een fout optreden. Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup.
4-14 Gebruikershandleiding

Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum

Met WinDVD Creator Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw digitale camcorder opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid echter schokkerig klinken.
1. Klik op Start en selecteer het Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en
onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel
geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Kli k o p OK in het venster Virtueel geheugen.

Een DVD-video maken

Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op [Start]-[Alle programma's] - [InterVideo WinDVD Creator2]-
[InterVideo WinDVD Creator] om WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en neem de videogegevens via IEEE1394 over
van de DV-camcorder.
3. Klik op de knop [Edit] en sleep de videoclips van het tabblad
[Video Library] naar de edit-strook.
4. Klik op de knop [Make Movie] bovenaan.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/+R of een gewiste DVD-RW/+RW in het station.
7. Klik op [Start] om te beginnen met opnemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.
Grondbeginselen

Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator

Raadpleeg de on line Help voor mee informatie over InterVideo WinDVD Creator.
Gebruikershandleiding 4-15
Grondbeginselen

Belangrijke informatie over het gebruik

Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u video schrijft naar DVD:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om WinDVD Creator te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u WinDVD
Creator gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
WinDVD Creator kan video niet op de externe monitor weergeven
als u het LCD-scherm en de monitor tegelijk gebruikt.
Met WinDVD Creator kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
Wijzig de beeldscherminstellingen niet terwijl u WinDVD Creator
gebruikt.
Schakel de stand-by-modus/slaapstand niet in terwijl u WinDVD
Creator gebruikt.
Gebruik WinDVD Creator niet direct nadat u de computer hebt
aangezet. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Voer geen communicatietoepassingen uit, zoals die voor een
modem of een LAN.
4-16 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
2. Voor u de video opneemt op DVD
Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak te reproduceren;
het openen van het optische station.
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, ExpressCard, Memory Stick/Memory Stick Pro, xD Picture Card, MultiMediaCard, USB-aaparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
U kunt maximaal 2 uur aan videogegevens in de DVD-video-
indeling naar een DVD-R/+R/-RW/+RW schrijven.
WinDVD Creator kan niet exporteren naar DVD-Audio, Video-CD of
miniDVD.
WinDVD Creator kan DVD-RAM/+RW-schijven in de VR-indeling
schrijven, maar de schijf kan alleen worden afgespeeld op uw computer.
Als u een DVD beschrijft, vereist WinDVD Creator 2 GB of meer
schijfruimte voor één uur video.
Als u een DVD helemaal vol maakt, worden de hoofdstukken
mogelijk niet in de juiste volgorde afgespeeld.
3. Over Disc Manager
WinDVD Creator kan één afspeellijst op een schijf bewerken.
In WinDVD Creator wordt mogelijk een andere miniatuur
weergegeven dan u oorspronkelijk op de CE (consumentenelektronica) DVD-RAM-recorder hebt ingesteld.
Met Disc Manager kunt u gegevens in de DVD-VR-indeling op
DVD-ROM, gegevens in de DVD+VR-indeling op DVD+RW en gegevens in de DVD-video-indeling op DVD-RW bewerken.
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
4. Over opgenomen DVD’s
Sommige DVD-ROM-stations voor computers of andere
DVD-spelers kunnen mogelijk geen DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM's lezen.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de toepassing WinDVD.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een
volledige formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

Behandeling van schijven

Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:

CD’s/DVD’s

1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de discs niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.

Diskettes

1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
4-18 Gebruikershandleiding

Modem

Regioselectie

Grondbeginselen
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde
deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen.
Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Het interne modem ondersteunt geen spraakfuncties. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan.
Bij aansluiting op een digitale lijn zal het modem schade oplopen.
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om een regio te selecteren.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s, TOSHIBA en Netwerken aan en
klik op Selectie van modemregio.
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de
Windows-taakbalk. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio-instelling van het modem.
Gebruikershandleiding 4-19
Grondbeginselen

Menu Eigenschappen

Klik met de secundaire knop op het pictogram om het eigenschappenmenu op het scherm weer te geven.

Instelling

U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er verschijnt een submenu met informatie over telefoonlocaties.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.

Modemselectie

Als de computer het interne modem niet herkend, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.

Keuze-opties

Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om het modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.
4-20 Gebruikershandleiding

Aansluiten

Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
1. Sluit één uiteinde van de modemkabel aan op de modemaansluiting
van de computer.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een
telefoonaansluiting.
Telefoonaansluiting
Modempoort
Grondbeginselen
Het interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.

Ontkoppelen

Voer de volgende stappen uit om de modemkabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Verwijder de kabel op dezelfde manier uit de modemaansluiting van de
computer.
Gebruikershandleiding 4-21
Grondbeginselen

Draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Sommige modellen zijn met Bluetooth uitgerust.

Draadloos LAN

Het draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Ondersteunde functies. Het ondersteunt de volgende voorzieningen:
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps (IEEE 802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps (IEEE 802.11b)
Theoretische maximumsnelheid:
108 Mbps (turbomodus; Atheros-moduletype)
Frequentiebandselectie
(Revisie A/turbomodus: 5 GHz, Revisie B/G: 2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
TM
Atheros Super G
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy),
gebaseerd op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy),
gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Wi-Fi Protected Access (WPA).
- of Super AGTM-technologie (Atheros-moduletype).
De numerieke waarden voor weergave zijn de theoretische maxima
voor draadloze LAN-normen. De feitelijke waarden kunnen anders zijn.
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De overdrachtssnelheid (bij X Mbit/s) is de theoretische maximumsnelheid volgens de IEEE802.11-standaard (a/b/g). De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid. Als u de Atheros SuperA
TM
-functie wilt gebruiken, dienen uw client en toegangspunt deze functie te ondersteunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk van de indeling van de verzonden gegevens.
4-22 Gebruikershandleiding

Beveiliging

Schakel de functie WEP (codering) in. Doet u dat niet, dan is uw
computer via het draadloos LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat kan leiden tot onwettige binnendringing, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot
gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.

Bluetooth-technologie

Bluetooth-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele telefoons.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt in de band 2,45 GHz; deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten het gezichtsveld ligt.
Grondbeginselen
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
verkrijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.

Bluetooth™ Stack voor Windows® van TOSHIBA

Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende besturingssystemen:
®
Microsoft
Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij deze software is inbegrepen.
Gebruikershandleiding 4-23
Windows® 2000 Professional
®
Windows® XP
Grondbeginselen
BluetoothTM Stack is gebaseerd op de norm Bluetooth TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen PC-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth
TM
alleen garanderen voor mobiele
TM
Versie 1.1/1.2.
PC’s van Toshiba.
Release-informatie voor de Bluetooth
®
Windows
1. Installatie: Onder Windows2000 of Windows XP heeft Bluetooth Windows
van TOSHIBA
®
van TOSHIBA geen handtekening nodig.
TM
Stack voor
TM
Stack voor
2. Faxtoepassingen: Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze BluetoothTM Stack worden gebruikt.
3. Meerdere gebruikers: Onder Windows XP wordt de functie Meerdere gebruikers niet ondersteund. Wanneer u Bluetooth gebruikt, kunt u Bluetooth niet gebruiken om een andere gebruiker aan te melden.
Productondersteuning:
De laatste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).

Schakelaar voor draadloze communicatie

U kunt de Wireless LAN- en Bluetooth-functie in- of uitschakelen met de draadloze-communicatieschakelaar. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar rechts (naar de voorkant van de computer) om de functie voor draadloze communicatie in te schakelen en naar links (naar de achterkant van de computer) om de functie uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer de
LED. De LED brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als u een vliegtuig betreedt. Lees de regels
van de vliegmaatschappij voordat u aan boord uw computer gebruikt.
4-24 Gebruikershandleiding
Loading...