Toshiba L50, L50D, S50, S50D, S50t User guide [nl]

...
Gebruikers­handleiding
L50/L50D/S50/S50D/S50t/ S50Dt/P50/P50t

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-7
Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit ......................................... 1-8
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-11
Verwijdering van de computer en de computeraccu's .................... 1-11
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations ........................ 1-12
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-13
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-16
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Het apparaat uitschakelen .................................................................... 2-8
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm .................................................. 3-1
Linkerkant .............................................................................................. 3-2
Rechterkant ............................................................................................ 3-3
Terug ....................................................................................................... 3-5
Onderkant ............................................................................................... 3-5
Voorkant met geopend beeldscherm .................................................. 3-7
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-11
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-17
Hoofdstuk 4
Gebruikershandleiding ii
Basisbeginselen
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-1
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-2
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-3
Optische stations .................................................................................. 4-6
TOSHIBA VIDEO PLAYER ................................................................... 4-13
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ............................................................ 4-16
3D-weergave op een extern 3D-apparaat .......................................... 4-18
Accu ...................................................................................................... 4-23
LAN ....................................................................................................... 4-27
Aanvullende geheugenmodule .......................................................... 4-28
Geheugenmedia .................................................................................. 4-33
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-37
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-41
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-41
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-42
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-6
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma ............................................... 5-8
TOSHIBA-systeeminstellingen ........................................................... 5-11
Opladen via USB ................................................................................. 5-12
Slaapstand en muziek ......................................................................... 5-15
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ ................................ 5-16
TOSHIBA PC Health Monitor .............................................................. 5-18
De vasteschijfbeveiliging gebruiken ................................................. 5-19
Systeemherstel .................................................................................... 5-21
Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing ..................................................... 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-16
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-14
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid met betrekking tot TOSHIBA-computers.

Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken

Copyright

©2013 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste druk april 2013 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.

Afwijzing van aansprakelijkheid

Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding
1-1

Handelsmerken

Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, het AMD-logo met de pijl, PowerPlay, Vari-Bright en combinaties daarvan zijn handelsmerken van Advanced Micro Devices, Inc.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Bluetooth®-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
sMedio en sMedio TrueLink+ zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van sMedio, Inc.
TouchPad is een handelsmerk van Synaptics, Inc. Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association. MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association. Blu-ray Disc™, Blu-ray™, BDXL™ en de logo's ervan zijn handelsmerken
van de Blu-ray Disc Association. QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated. ATHEROS
is een handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc. DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. © DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor Corporation.
Alle andere product- en servicenamen in deze handleiding zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.

Voorschriften

FCC-informatie

FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
Gebruikershandleiding
1-2
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv. Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet­compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv­toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI-poort en de microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit vereist is.
Gebruikershandleiding 1-3

EU-verklaring van overeenstemming

Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GMBH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen, met name RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 1995/5/ EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, richtlijn 209/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/ geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht­industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële, licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Gebruikershandleiding
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur gemotoriseerde voertuigen vliegtuigen
1-4
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.

Canadese voorschriften (alleen in Canada)

De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Gebruikershandleiding
1-5

De volgende informatie is alleen van toepassing voor lidstaten van de EU:

Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba­europe.com) of neemt u contact op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en accu's (2006/66/EG), worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van batterijen, helpt u producten en batterijen op de juiste wijze te verwerken en helpt u zo mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba­europe.com) of neemt u contact op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding 1-6
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.

REACH - Verklaring van overeenstemming

De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht. TOSHIBA voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten informatie te geven over de chemische stoffen in onze producten in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website reach voor informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG) Nr. 1907/2006 ('REACH') in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent (g/g).
www.toshiba-europe.com/computers/info/

De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:

Overeenstemming met EEE-richtlijnen: TOSHIBA voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.

Verklaring met betrekking tot videostandaarden

DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II) DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
Gebruikershandleiding
1-7
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE HTTP://WWW.MPEGLA.COM.

Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit

LICENTIEKWESTIES ============== De OpenSSL Toolkit valt onder twee licenties, dat wil zeggen dat zowel de
voorwaarden van de OpenSSL-licentie als de oorspronkelijke SSLeay­licentie van toepassing zijn op de toolkit. Zie hieronder voor de daadwerkelijke teksten van de licenties. Beide licenties zijn Open Source­licenties uit de BSD-categorie. In het geval van licentiekwesties die te maken hebben met OpenSSL neemt u contact op met openssl­core@openssl.org.
OpenSSL-licentie
------------------------
/*===================================================== Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. Alle rechten
voorbehouden. Herdistributie en gebruik van de broncode of van code in binaire vorm, met
of zonder wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de bovenstaande copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid worden vermeld.
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze software worden vermeld, moet de volgende kennisgeving worden weergegeven:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)'
4. De namen 'OpenSSL Toolkit' en 'OpenSSL Project' mogen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden gebruikt om producten te onderschrijven of te promoten die zijn afgeleid van deze software. Neem voor schriftelijke toestemming contact op met openssl-core@openssl.org.
5. Producten die zijn afgeleid van deze software mogen geen 'OpenSSL' worden genoemd en 'OpenSSL' mag geen deel uitmaken van de naam zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het OpenSSL Project.
Gebruikershandleiding
1-8
6. Bij herdistributie in welke vorm dan ook moet de volgende kennisgeving worden vermeld:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT AANGEBODEN 'ALS ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KAN HET OpenSSL PROJECT OF EEN BIJDRAGER ERAAN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK, WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DEZE SCHADE.
===================================================== Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric
Young (eay@cryptsoft.com). Dit product bevat software die is geschreven door Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/ Oorspronkelijke SSLeay-licentie
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) Alle rechten voorbehouden. Dit pakket is een SSL-implementatie geschreven door Eric Young
(eay@cryptsoft.com). De implementatie is geschreven conform de SSL van Netscape. Deze bibliotheek is gratis voor commercieel en niet-commercieel gebruik,
mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. De volgende voorwaarden zijn van toepassing op alle code in deze distributie, zoals RC4-, RSA-, lhash-, DES- en andere code, en niet alleen op de SSL-code. Voor de SSL-documentatie bij deze distributie gelden dezelfde copyrightvoorwaarden, behalve dat Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com) hiervan de houder is.
Het copyright blijft in handen van Eric Young en daarom mogen eventuele copyrightmeldingen in de code niet worden verwijderd.
Gebruikershandleiding
1-9
Als dit pakket wordt gebruikt in een product, moet Eric Young worden vermeld als schrijver van de gebruikte onderdelen uit de bibliotheek.
Dit kan gebeuren in de vorm van een tekstbericht wanneer het programma wordt opgestart of in de documentatie (online of in tekst) die bij het pakket wordt geleverd.
Herdistributie en gebruik van de broncode of in binaire vorm, met of zonder wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid worden vermeld.
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze software worden gemeld, moet de volgende kennisgeving worden vermeld:
'Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric Young (eay@cryptsoft.com)'
Het woord 'cryptografisch' mag worden weggelaten als de gebruikte routines uit de bibliotheek geen verband houden met cryptografie :-).
4. Als u Windows-specifieke code (of een afgeleide ervan) uit de directory apps (met toepassingscode) gebruikt, moet u de volgende kennisgeving toevoegen:
'Dit product bevat software die is geschreven door Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR ERIC YOUNG AANGEBODEN 'ALS ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KAN DE AUTEUR AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK, WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DEZE SCHADE.
De licentie en distributievoorwaarden voor een openbaar beschikbare versie of afgeleide van deze code mogen niet worden gewijzigd. Dat wil
Gebruikershandleiding 1-10
zeggen dat deze code niet zo maar mag worden gekopieerd om onder een andere distributiecode te plakken, met inbegrip van de openbare GNU­licentie.]
*/

ENERGY STAR®-programma

Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®­richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR­programma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Producten die een ENERGY STAR hebben, voorkomen uitstoting van broeikasgassen doordat ze voldoen aan de strenge richtlijnen die zijn ingesteld door de US EPA en de Europese Commissie. Volgens de EPA gebruikt een computer die aan de nieuwe ENERGY STAR-specificaties voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org of http://www.energystar.gov voor meer informatie over het ENERGY STAR-programma.

Verwijdering van de computer en de computeraccu's

Neem contact op met een geautoriseerde TOSHIBA-servicedienst voor informatie over afvalverwerking van de computer en de accu's.
Gebruikershandleiding 1-11

Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations

Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

De locatie van het vereiste etiket

(Zie het voorbeeld hieronder. De locatie van het etiket en de fabricage­informatie kunnen afwijken van dit voorbeeld.)

Voorzorgsmaatregelen

LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1­LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde Authorized Toshiba Service Center. Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding 1-12

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Zorg voor afdoende ventilatie

Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af. Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel. Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer. Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht. Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset. Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters. Extreme hitte, koude of vochtigheid. Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding 1-13

Blessures door overbelasting

Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting

Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten ­resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt, zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een erkende onderhoudsdienst om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding 1-14
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen. Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm. Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor de computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert. Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden. Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding 1-15

Veiligheidspictogrammen

Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-16
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)

Documentatie

Aan de slag Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de linkermuisknop. Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Gebruikershandleiding 2-1
Klikken met de rechtermuisknop
Dubbelklikken Tik tweemaal op het aanraakscherm of klik
Charm Als u veegt vanaf de rechterrand (alleen voor
Bureaublad Klik op de tegel Bureaublad in het startscherm
Startscherm U gaat naar het startscherm door op de charm
Klik eenmaal op de rechter touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop. Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een aanraakscherm).
tweemaal op de linker touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop. Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
modellen met een aanraakscherm) of met de muisaanwijzer de rechterbenedenhoek (of rechterbovenhoek) van het scherm aanwijst, verschijnt er een lijst met charms: Zoeken, Delen, Starten, Apparaten en Instellingen.
om het bureaublad weer te geven.
Starten te klikken. U kunt ook drukken op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord om naar het startscherm te gaan. Raadpleeg Help en ondersteuning van Windows voor meer informatie.

De computer voor het eerst gebruiken

Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten Het beeldscherm openen Het apparaat inschakelen Eerste configuratie Kennismaken met Windows
Gebruikershandleiding
2-2
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up op externe media te maken van de interne vaste schijf of van een ander primair opslagapparaat. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te gaan, omdat de accu eerst moet worden opgeladen voordat u het apparaat hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-3
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en ­voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding 2-4
2. Steek de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de
1
2
1
gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de computer.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
3. Steek het netsnoer in een stopcontact. Het DC IN-/acculampje gaat branden.

Het beeldscherm openen

Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1. Beeldscherm
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Gebruikershandleiding 2-5
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
1
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).

Het apparaat inschakelen

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van
de stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop van de computer.
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
2-6

Eerste configuratie

Het opstartscherm van Windows 8 wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden door wanneer deze worden weergegeven.

Kennismaken met Windows

Voor meer informatie over nieuwe onderdelen en het gebruik van Windows 8 raadpleegt u Help en ondersteuning van Windows.
Startscherm
Het startscherm vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het Windows-besturingssysteem en biedt nieuwe, eenvoudige manieren om toegang te krijgen tot alles wat u maar nodig hebt, van uw favoriete apps en websites tot uw contactpersonen en andere belangrijke informatie.
In het startscherm kunt u typen om te vinden wat u zoekt. Van hieruit kunt u gemakkelijk schakelen tussen resultaten voor apps, bestanden en meer.
Charms
Met de Windows-charms kunt u apps starten, documenten zoeken, systeemonderdelen instellen en de meeste andere computertaken uitvoeren.
Als u de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het scherm plaatst, ziet u een reeks charms: Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen.
Zoeken Met deze charm kunt u items op de computer
zoeken. Hiermee kunt u apps, documenten, foto's en uw favoriete muziek vinden.
Delen Met deze charm kunt u muziek en foto's delen
via uw favoriete sociale websites.
Start Met deze charm gaat u naar het startscherm of,
als u zich al in het startscherm bevindt, keert u terug naar de vorige app.
Apparaten Met deze charm kunt u uw hardware-apparaten
beheren.
Instellingen Met deze charm kunt u uw systeeminstellingen
beheren.
Gebruikershandleiding 2-7
Tegels
Tegels zijn toegankelijk en kunnen worden gestart via het startscherm. Het startscherm bevat gewoonlijk de tegels Bureaublad en E-mail en tegels
voor alle andere toepassingen die naar uw systeem zijn gedownload.
Windows Store
Hoewel veel toepassingen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd of zijn ingebouwd, kunt u ook veel andere toepassingen downloaden met één klik met de muis.
In de Windows Store kunt u zoeken en bladeren naar duizenden apps, gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.

Het apparaat uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.

Afsluitmodus

Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot gegevensverlies kunnen leiden.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op de charm
4. Klik op Energie en selecteer Uitschakelen
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Gebruikershandleiding 2-8
Instellingen.

De computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er twee manieren om dit te doen:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek

Slaapstand

Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.
Schakel niet over naar de slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade oploopt.
Gebruikershandleiding 2-9
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in de TOSHIBA­systeeminstellingen.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Slaapstand. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit­lampje wit.
Gebruikershandleiding 2-10
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Sluimerstand

De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Schakel niet over naar de sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens verloren gaan.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-11
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op de charm Instellingen.
2. Klik op Energie en selecteer Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Energie, moet u de volgende stappen uitvoeren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knop bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de aan/ uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 2-12
Hoofdstuk 3
1 2 3
4
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. DC IN-/acculampje
2. Aan/uit-lampje 4. Geheugenmediasleuf
De vormgeving van het product verschilt per model.
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de toestand van de
gelijkstroomingang en de lading van de accu aan. Wit betekent dat de accu volledig is opgeladen en dat de netadapter probleemloos werkt.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Gebruikershandleiding 3-1
3. Lampje voor draadloze communicatie
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
1 2 3 4 5
aanstaat. Als u de computer echter in de slaapstand zet, knippert dit lampje wit.
Lampje voor draad­loze communicatie
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Linkerkant

In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Het lampje voor draadloze communicatie brandt oranje wanneer de functies voor Bluetooth of draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
1. Gelijkstroomingang (19 V)
2. LAN-aansluiting 4. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Gelijkstroomingang (19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om
3. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
5. Optisch station
de interne accu's te laden. Let erop dat u alleen het type netadapter gebruikt dat bij de computer is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik van een verkeerde netadapter kan de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 3-2
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Sommige modellen zijn uitgerust met Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Optisch station De computer is mogelijk geconfigureerd met een
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.

Rechterkant

In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0­standaard, bevinden zich in de linkerkant van de computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
DVD Super Multi-station, Blu-ray™­combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation.
Gebruikershandleiding
3-3
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
76 8
1
3 4 5
2
1. Hoofdtelefoonaansluiting 5. HDMI-uit-poort
2. Microfoonaansluiting 6. Poort voor externe RGB-monitor
3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 7. Luchtopeningen
4. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 8. Sleuf beveiligingsslot
De vormgeving van het product verschilt per model.
Hoofdtelefoonaan­sluiting
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten. De aansluiting met het pictogram biedt de functie Slaapstand en muziek.
Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de interne luidsprekers en microfoon van de computer en biedt aansluitingsmogelijkheden voor een externe microfoon en een hoofdtelefoon.
Universal Serial Bus (USB 3.0)-poorten
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0­standaard, bevinden zich in de rechterkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten. De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
HDMI-uit-poort Op de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 3-4

Terug

Poort voor externe RGB-monitor
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
De vormgeving van het product verschilt per model.
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort. Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe RGB-monitor op de computer aansluiten.
processor voorkomen.
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.

Onderkant

De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
Gebruikershandleiding
3-5
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
2
1
1
3
2
1
1
3
1. Luchtopeningen 2. Sleuf voor geheugenmodule
3. Gaatje voor gedwongen afsluiten
De vormgeving van het product verschilt per model.
Sleuf voor geheugenmodule
In deze sleuven kunt u een extra geheugenmodule plaatsen, vervangen en verwijderen.
De grootte van de geheugenmodules is afhankelijk van het model. De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg het gedeelte Aanvullende
geheugenmodule.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
Gebruikershandleiding 3-6
gevolg.
Verwijder het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met een zachte doek.
Gaatje voor gedwongen afsluiten
Steek een dun voorwerp, zoals een naald, in dit gaatje om de computer af te sluiten wanneer het systeem is vastgelopen.

Voorkant met geopend beeldscherm

In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding 3-7
Afbeelding 3-6 De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
1
7
8
6
2
3 4
5
7
10
11
13
12
14
9
9
15
1
7
8
6
2
3 4
5
7
10
13
12
14
9
9
11
15
1. Antennes voor draadloze
9. Luidsprekers
communicatie (niet zichtbaar)*
3. Webcamlampje 11. Touchpad
4. Webcam 12. Touchpadbesturingsknop
2. Microfoon 10. Aan/uit-knop
5. Microfoon 13. Touchpadbesturingsknop
6. Beeldscherm 14. Aan/uit-lampje voor touchpad
7. Beeldschermscharnieren 15. Detectiegebied voor NFC (Near
Gebruikershandleiding
8. Toetsenbord
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Field Communication)*
3-8
Antennes voor draad­loze communicatie
Sommige computers in deze serie worden geleverd met een draadloos LAN-/Bluetooth­antenne.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Beeldscherm LCD-scherm van 39,6 cm (15,6 inch),
geconfigureerd met de volgende resoluties:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer de computer op de accu werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Gebruikershandleiding 3-9
Beeldschermschar­nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord van de computer bevat
tekentoetsen, besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen. Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturings­knoppen
De twee knoppen onder aan het touchpad worden op dezelfde manier gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Aan/uit-lampje voor touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te schakelen. Dit lampje geeft tevens de status van het touchpad aan:
Ingeschakeld: uit Uitgeschakeld: brandt wit
Gebruikershandleiding 3-10
Detectiegebied voor NFC (Near Field Communication)
NFC (Near Field Communication) maakt direct interactie mogelijk tussen personen en voorwerpen in de buurt van de computer. Met NFC kunnen snel ad-hoc verbindingen worden gemaakt tussen pc's of tussen een pc en een apparaat via een eenvoudige fysieke aanraking zonder dat beide vooraf moeten worden gekoppeld. De interactie is snel, eenvoudig en handig, de interactie met dagelijks gebruikte apparaten vereenvoudigen en leiden tot een socialere computerbeleving.

Interne hardwareonderdelen

In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Accu-eenheid Deze computer is voorzien van een accu. U mag
deze echter niet zelf proberen te verwijderen of vervangen. Neem zo nodig contact op met een erkende Toshiba-servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu-eenheid voorziet de computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer informatie over het gebruik en de werking van de accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw model bevat, opent u TOSHIBA PC Health Monitor door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) -> Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor
en klikt u daarna op Pc-gegevens.
Wettelijke voetnoot (CPU) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Gebruikershandleiding 3-11
Hard Disk Drive (vaste schijf)
De capaciteit van de vaste schijf is afhankelijk van het model.
Als u wilt controleren welk type vaste schijf/SSD uw model bevat, opent u TOSHIBA PC Health Monitor door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist (op taakbalk) -> Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor
en klikt u daarna op Pc-gegevens. Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
RTC-batterij Het apparaat heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te slaan dat wordt weergegeven op een bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is afhankelijk van het systeemgeheugen van de computer.
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren door te klikken op de knop Geavanceerde instellingen in het venster Schermresolutie.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem)) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Gebruikershandleiding 3-12
Beeldschermcontrol­ler
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU)) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
De beeldschermcontroller zet software­opdrachten om in hardware-opdrachten die bepaalde elementen op het scherm in- of uitschakelen.
De schermcontroller bestuurt tevens de videomodus en bepaalt de schermresolutie en het maximum aantal kleuren dat tegelijk op het beeldscherm kan worden weergegeven op basis van industriestandaards. Software die voor een bepaalde videomodus is geschreven, kan worden gebruikt op elke computer die deze modus ondersteunt.

Grafische controller

Sommige modellen met een grafische kaart van NVIDIA beschikken mogelijk over de NVIDIA® Optimus™-technologie.
De NVIDIA® Optimus™-technologie optimaliseert op intelligente wijze de notebookprestaties door naadloos te schakelen tussen een afzonderlijke GPU van NVIDIA voor uitstekende grafische prestaties en een geïntegreerde grafische chip van Intel voor een langere gebruiksduur van de accu. Dit schakelen gebeurt automatisch en hiervoor hoeft de gebruiker de computer niet opnieuw op te starten.
In het menu Manage 3D Settings (3D-instellingen beheren) van het NVIDIA-regelpaneel kunt u de algemene 3D-instellingen wijzigen en uitzonderingen creëren voor bepaalde programma's. Deze uitzonderingen worden automatisch gebruikt wanneer de opgegeven programma's worden gestart.
Gebruik de standaardinstelling voor de NVIDIA Optimus-technologie.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd nadat de instelling is gewijzigd, herstelt u de standaardinstelling van het programma.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd, herstelt u de standaardinstelling van de grafische processor die de voorkeur heeft.
Gebruikershandleiding 3-13
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen) niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics' (Geïntegreerde grafische kaart).
U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIA Control Panel' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren) -> 'Program Settings'.
Als u het NVIDIA-configuratiescherm wilt starten, klikt u op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> NVIDIA Control Panel.
Voor meer informatie over het NVIDIA-configuratievenster raadpleegt u de Help ervan. U opent de Help door te klikken op Help in het hoofdmenu en daarna NVIDIA Control Panel Help te selecteren.
Op Optimus-modellen zijn twee beeldschermstuurprogramma's geïnstalleerd: 'Intel® HD Graphics Driver' en 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
Verwijder het schermstuurprogramma niet via 'Programma verwijderen' in het Configuratiescherm.
Als u het schermstuurprogramma moet verwijderen, voert u de volgende stappen uit:
1. Verwijder 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
2. Verwijder vervolgens 'Intel® HD Graphics Driver'.
Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen van Intel
Gebruikershandleiding 3-14
®
Modellen met een Intel GPU beschikken mogelijk over de energiebesparingstechnologie voor beeldschermen die het stroomverbruik van de computer kan verminderen door het beeldcontrast op het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus alleen het interne LCD-scherm gebruikt
De energiebesparingstechnologie voor beeldschermen is standaard ingeschakeld. U kunt deze functie desgewenst uitschakelen.
U kunt de functie voor de energiebesparingstechnologie voor beeldschermen uitschakelen in het regelpaneel Intel ® HD Graphics/Intel Graphics and Media.
Dit regelpaneel is toegankelijk op de volgende manier:
®
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Grafische
eigenschappen...
In het regelpaneel Intel® HD Graphics:
1. Klik op Power (Voeding) en selecteer On battery (Op accu).
2. Klik op Off (Uit) onder Display Power Saving Technology (Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen).
3. Klik op Toepassen..
Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt inschakelen, klikt u op On (aan) onder Display Power Saving Technology.
In het regelpaneel Intel® Graphics and Media:
1. Klik op Power (Voeding).
2. Selecteer On battery (Op accu) in de vervolgkeuzelijst in Power Source (Voedingsbron).
3. Schakel het selectievakje Display Power Saving Technology (Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen) uit.
4. Klik op OK.
Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt inschakelen, schakelt u het selectievakje Display Power Saving Technology in.
AMD® Vari-Bright
Modellen met een AMD-GPU beschikken mogelijk over de functie AMD
®
Vari-Bright™ die het stroomverbruik van de computer kan verminderen door het beeldcontrast op het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus alleen het interne LCD-scherm gebruikt
U kunt de Vari-Bright-functie inschakelen in het AMD VISION Engine Control Center/Catalyst Control Center. Dit centrum is toegankelijk op de volgende manier:
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op AMD VISION Engine Control Center/Catalyst Control Center.
In dit venster:
1. Selecteer PowerPlay™ onder Power (Stroom).
2. Schakel het selectievakje Enable PowerPlay™ (PowerPlay inschakelen) in en schakel vervolgens het selectievakje Enable Vari- Bright™ (Vari-Bright inschakelen) in.
Als u de beeldkwaliteit in de bovengenoemde omstandigheden wilt verbeteren, past u de instellingen aan naar Maximize Quality (Maximale kwaliteit) of schakelt u de functie uit.
Gebruikershandleiding 3-15

Intel® Rapid Start-technologie

Sommige modellen ondersteunen de Intel® Rapid Start-technologie, waarbij de computer na de opgegeven tijd overschakelt van de slaapstand naar de sluimerstand.
Met de Intel® Rapid Start-technologie kan Windows snel worden hervat uit de sluimerstand en gaat de accu langer mee dan in de slaapstand.
Intel® Rapid Start-technologie is standaard ingeschakeld. De computer schakelt na twee uur in de slaapstand over op de sluimerstand.
U kunt BIOS Setup gebruiken om de functie in/uit te schakelen en om de tijd te wijzigen waarna de computer overschakelt van de slaapstand naar de sluimerstand.
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de computer is ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS Setup wordt geladen.
3. Selecteer Energiebeheer.
4. De functie Intel(R) Rapid Start Technology in-/uitschakelen.
5. U kunt de tijd waarna de computer overgaat van de slaapstand naar de sluimerstand instellen bij Rapid Start Entry after. Als de optie Immediately (Direct) is geselecteerd, schakelt de computer direct over naar de sluimerstand zodra de slaapstand wordt geactiveerd.
Als de Intel® Rapid Start-technologie is ingeschakeld, verbruikt de computer stroom bij het overschakelen van de slaapstand naar de sluimerstand. Wanneer u uw computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of op plaatsen waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd uit te schakelen.
Als de Intel® Rapid Start-technologie is ingeschakeld, zijn de functies Activering op LAN, Activering op USB of Activering uit slaapstand niet beschikbaar wanneer de computer is overgeschakeld van de slaapstand naar de sluimerstand.
Windows kan niet normaal worden hervat als de accu leeg is wanneer de computer overschakelt van de slaapstand naar de sluimerstand.
De partitietoewijzing op de solid-state drive voor de Intel® Rapid Start­technologie kan niet worden verwijderd, ook al is de Intel® Rapid Start­technologie uitgeschakeld.
De Intel® Rapid Start-technologie kan alleen worden gebruikt voor Windows 8.
De Intel® Rapid Start-technologie kan niet worden gebruikt bij modellen zonder solid-state drive.
Hoe lang het duurt voordat Windows wordt hervat uit de sluimerstand hangt af van het systeemgeheugen in de computer.
Gebruikershandleiding 3-16
Nadat u een aanvullende geheugenmodule hebt geïnstalleerd, schakelt de computer mogelijk niet op de normale manier over naar de sluimerstand met de Intel® Rapid Start-technologie.

Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden

Stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden, bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en wat het ladingsniveau van de accu is.
Het lampje in de volgende tabel is het DC IN-/acculampje.
Ingeschakeld Uitgeschakeld
Netadapter aangesloten
Accu volledig opgeladen
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: wit
(buiten werking)
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: wit
Accu gedeeltelijk opgeladen of leeg
Netadapter niet aangesloten
Gebruikershandleiding 3-17
De resterende accucapaciteit is boven het activerings­niveau voor lage acculading
De resterende accucapaciteit is onder het activerings­niveau voor lage acculading
De accu is leeg. De computer wordt
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: oranje
• In werking
• Lampje: uit
• In werking
• Lampje: knippert oranje
uitgezet
• Wordt snel opgeladen
• Lampje: oranje

DC IN-/acculampje

Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu-eenheid te bepalen en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De energiestatus van de accu is laag, de
netadapter moet worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet en gaat het DC IN-/acculampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen, ongeacht of de computer aan of uit staat.

Aan/uit-lampje

Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu-eenheid te bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knippert wit Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is (adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-18
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

Het touchscreen gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen. Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven over een item of er wordt een menu weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen worden geroteerd.
Schuiven Sleep met uw vinger over het touchscreen om
door de inhoud van het scherm te bladeren.
Gebruikershandleiding 4-1
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende apps en dergelijke weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken, Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van de app openen of sluiten.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor gebruik met Windows 8 raadpleegt u Help en ondersteuning.

Het touchpad gebruiken

Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee vingers
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
Schuiven met twee vingers
Gebruikershandleiding 4-2
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het touchpad om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software. (Vergelijkbaar met klikken met de rechtermuisknop)
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster bedienen.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen ondersteund in bepaalde toepassingen.

Het toetsenbord

Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen, zogenoemde 'softkeys', speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
touchpad zonder te pauzeren wanneer u het touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende apps weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken, Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van de app openen of sluiten.

Toetsenbordlampje

In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje, die de volgende
omstandigheden aangeven:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters produceren.
Als het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen cijfers invoeren.
Gebruikershandleiding
4-3
Afbeelding 4-1 Toetslampjes
1
2
1. CAPS LOCK-lampje 2. NUM LOCK-lampje
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.
NUM LOCK Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken om cijfers in te voeren.

Functietoets

De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het toetsenbord.
U kunt functietoetsmodi zoals 'Speciale functiemodus' of 'Standaard F1­F12-modus' configureren door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen -> Toetsenbord.
In de speciale functiemodus kunt u de speciale functies gebruiken zonder op de toets FN te drukken.
Speciale functiemodus
Standaard F1­F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Start het Help-bestand van de
software.
F2 FN + F2 Hiermee verlaagt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
F3 FN + F3 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
Gebruikershandleiding 4-4
Speciale functiemodus
Standaard F1­F12-modus
Functie
F4 FN + F4 Wijzigt het actieve beeldscherm.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het externe scherm.
F5 FN + F5 Schakelt het touchpad in of uit.
F6 FN + F6 Hiermee spoelt u het medium
achteruit.
F7 FN + F7 Hiermee speelt u media af of
pauzeert u de weergave.
F8 FN + F8 Hiermee spoelt u het medium vooruit.
F9 FN + F9 Verlaagt het geluidsvolume van de
computer.
F10 FN + F10 Verhoogt het geluidsvolume van de
computer.
F11 FN + F11 Schakelt het geluid in of uit.
F12 FN + F12 Hiermee schakelt u de
vliegtuigmodus in of uit.
FN + 1 FN + 1 Hiermee verkleint u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters.
FN + 2 FN + 2 Hiermee vergroot u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters..
FN + spatiebalk FN + spatiebalk Wijzigt de beeldschermresolutie.
FN + Z FN + Z Schakelt de toetsenbordverlichting in
of uit. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard uitgeschakeld. U kunt ze inschakelen in de toepassing TOSHIBA-functietoets.
Gebruikershandleiding 4-5
U opent deze toepassing door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Functietoets.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het startscherm van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke ASCII-codes.
1. Houd de ALT-toets ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de numerieke toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.

Optische stations

Er is mogelijk een DVD Super Multi-station, Blu-ray™-combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation (BDXL™) in de computer geïnstalleerd. Wanneer de computer toegang heeft tot een optische schijf, brandt het lampje op het station.

Indelingen

De stations ondersteunen de volgende indelingen.
DVD Super Multi-station
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM, DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD­EXTRA), addresseringsmethode 1, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
Blu-ray™-combinatiestation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™­combinatiestation BD-ROM en BD-ROM DL.
Gebruikershandleiding
4-6
Blu-ray™-schrijfstation
2
1
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation BD-R, BD-R DL, BE-RE en BD-RE DL.
Blu-ray™-schrijfstation BDXL™
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation BDXL™ BD-R TL, BD-R QL en BD-RE TL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.

Het optische station gebruiken

Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van programma's op een optische schijf. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken.
Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video's wilt bekijken.
Raadpleeg de paragraaf Schijven beschrijven voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven.
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden:
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om de stationslade enigszins te openen.
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Afbeelding 4-2 Drukken op de uitwerpknop en de stationslade opentrekken
1. Uitwerpknop
Gebruikershandleiding 4-7
2. Schijflade
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de schijflade.
1
Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen
1. Laserlens
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de computer de schijflade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat de schijf plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen. Controleer of de bodem van de schijflade, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om schijf te verwijderen:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station plaatsvindt. Wacht totdat het lampje voor het optische station uit is voordat u de schijflade opent. Haal de schijf pas uit de schijflade nadat de schijf is opgehouden met draaien.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de
Gebruikershandleiding
lade voorzichtig helemaal open.
4-8
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
Φ1.0mm
1
totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig opentrekt.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun voorwerp (ongeveer 20 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Gaatje voor handmatig uitwerpen
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.

Beschrijfbare schijven

In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven.
CD's
DVD's
Gebruikershandleiding
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
4-9
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
Blu-ray™-discs
Een BD-R, BD-R DL, BD-R TL of BD-R QL kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
Een BD-RE, BD-RE DL of BD-RE TL kan meer dan eenmaal worden beschreven.

Schijven beschrijven

Met het DVD Super Multi-station of het Blu-ray™-combinatiestation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW of DVD-RAM.
Met het Blu-ray™-schrijfstation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD­RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW, DVD­RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE of BD-RE DL.
Met het Blu-ray™-schrijfstation BDXL™ kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD +RW, DVD-RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE, BD-RE DL,BD-R TL, BD-R QL of BD-RE TL.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de netadapter altijd aansluiten op een werkend stopcontact. Als gegevens worden weggeschreven bij gebruik van de accu, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven die door het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dat niet, dan kan het gebeuren dan het optische station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf­of herschrijffouten, wat kan leiden tot gegevensverlies of schade aan station of media.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende winstderving of bedrijfsschade.
Gebruikershandleiding 4-10
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Vóór schrijven of herschrijven

Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd. MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8- en 16-speed media) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media) Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media) TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2x-, 4x- en 6x-speed
media)
Gebruikershandleiding 4-11
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media) Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3x- en 5x-speed media)
BD-R:
Panasonic Corporation
BD-R DL:
Panasonic Corporation
BD-RE:
Panasonic Corporation
BD-RE DL:
Panasonic Corporation
BD-R TL:
TDK. SHARP
BD-RE TL:
Panasonic Corporation
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station. Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Gebruikershandleiding 4-12
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem. Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik
van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het beeldscherm.
Een communicatietoepassing starten. Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen. Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten, Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een optisch medium uit het optische schijfstation verwijderen nadat het schrijven is voltooid.)
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten uit de buurt van de computer.

TOSHIBA VIDEO PLAYER

Wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:

Opmerkingen betreffende het gebruik

Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 8. TOSHIBA DVD PLAYER wordt meegeleverd voor weergave van DVD-
en videobestanden. Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Gebruikershandleiding 4-13
Niet-afgesloten DVD's die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik DVD-video's met een de regiocode 'gelijk aan de standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens videoweergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven in TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer in op 'Balans'.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met TOSHIBA VIDEO PLAYER. De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand, slaapstand of afsluitmodus gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER actief is.
Schakel niet over naar de sluimerstand of de slaapstand terwijl u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt. TOSHIBA VIDEO PLAYER heeft een functie voor ouderlijk toezicht. Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print
Screen uitgeschakeld wanneer TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere toepassingen uitvoert naast TOSHIBA VIDEO PLAYER en TOSHIBA VIDEO PLAYER is geminimaliseerd. Sluit TOSHIBA VIDEO PLAYER als u de Print Screen-functie wilt gebruiken.
Installeer of verwijder TOSHIBA VIDEO PLAYER terwijl u bent aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Als u bij sommige DVD- of videobestanden het geluidsspoor wijzigt via het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-14

Beeldschermen en geluid

Als het videobeeld niet wordt weergegeven op het externe beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA VIDEO PLAYER en wijzigt u de schermresolutie. U wijzigt de schermresolutie door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen ­> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen. Video kan echter niet
worden uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt TOSHIBA VIDEO PLAYER mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.

TOSHIBA VIDEO PLAYER starten

Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
1. Plaats een DVD-video in het optische station terwijl het besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Wanneer een DVD-video in het DVD-station wordt geplaatst (voor modellen met een DVD-station), kan TOSHIBA VIDEO PLAYER automatisch starten.
2. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.

TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruiken

Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knoppen Top menu of Menu, is bediening via het touchpad of muismenu wellicht niet mogelijk.

De handleiding van TOSHIBA VIDEO PLAYER openen

De functies van en instructies voor TOSHIBA VIDEO PLAYER worden uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA VIDEO PLAYER. Voer de volgende stappen uit om de handleiding van TOSHIBA VIDEO PLAYER te openen.
Gebruikershandleiding 4-15
Druk op de toets F1 terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER is gestart en klik op de knop Help.

TOSHIBA Blu-ray Disc Player

Wanneer u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:

Opmerkingen betreffende het gebruik

Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 8. Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de computerprestaties afnemen.
Sluit alle andere toepassingen voordat u een afspeelt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt.
Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze, schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de fabrikant van de inhoud.
Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een video afspeelt.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ondersteunt de kopieerbeveiligingstechnologie AACS (Advanced Access Control System). De AACS-code die in dit product is ingebouwd, moet worden vernieuwd als u ononderbroken wilt genieten van Blu-ray Discs™. Voor verlenging is een internetverbinding vereist.
U kunt de AACS-code gratis vernieuwen gedurende 5 jaar nadat u dit product hebt gekocht. Na 5 jaar gelden er echter voorwaarden voor de vernieuwing die worden bepaald door de softwareleverancier, TOSHIBA Corporation.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een televisieprogramma opneemt Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens weergave van een video, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De sneltoets functioneert niet wanneer een BD-J-titel wordt afgespeeld.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met sommige schijven en TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
Gebruikershandleiding 4-16
De interactieve functie van Blu-ray™-discs werkt mogelijk niet, afhankelijk van de inhoud of de netwerksituatie.
Blu-ray™-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd conform de specificaties van drie verkoopgebieden. Regiocodes kunnen worden ingesteld via TOSHIBA Blu-ray Disc Player. (Klik in het weergavegebied op de knop Setting (Instelling) en klik op het menu Region (Regio)). Om problemen bij het afspelen van Blu-ray™­video's te voorkomen, dient u bij de aanschaf ervan te controleren of de disc geschikt is voor uw station.
Als u video wilt afspelen op een extern beeldscherm of een tv met TOSHIBA Blu-ray Disc Player, gebruikt u een uitvoerapparaat, zoals een extern beeldscherm of een tv, met een HDMI-poort met HDCP­ondersteuning. De video kan niet worden weergegeven op een externe monitor of tv die is aangesloten op de RGB-aansluiting.
De film op de Blu-ray Disc™ kan alleen worden afgespeeld op het interne LCD-scherm of op externe apparaten die zijn aangesloten via een HDMI-uitgang. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt TOSHIBA Blu-ray Disc Player mogelijk niet correct.
Dit product kan geen HD DVD-schijven afspelen. Voor HD-weergave zijn Blu-ray™-discs met high-definition inhoud vereist.
Deze software kan alleen MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die zijn gemaakt met de toepassingen die vooraf zijn geïnstalleerd op dezelfde computer. De weergave werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.

TOSHIBA Blu-ray Disc Player starten

Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc Player te starten.
Plaats een Blu-ray™ Disc met een film in het optische station terwijl het besturingssysteem wordt uitgevoerd.
Als een Blu-ray™ Disc met een film in het Blu-ray™-station wordt geplaatst (voor modellen met een Blu-ray™-station), kan TOSHIBA Blu-ray Disc Player automatisch worden gestart.
Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Media & entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc Player.

TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruiken

Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per Blu­ray™-video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knoppen Top Menu of Menu, is bediening via het touchpad of muismenu wellicht niet mogelijk.
Gebruikershandleiding 4-17

De handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player openen

De functies van en instructies voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player worden uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
U opent de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player als volgt.
Druk op de toets F1 wanneer TOSHIBA Blu-ray Disc Player is gestart en klik op de knop Help.

3D-weergave op een extern 3D-apparaat

3D-weergave op een extern 3D-apparaat is alleen mogelijk bij sommige modellen.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3D­apparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet worden weergegeven op het interne beeldscherm. Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een tv, moet u een beeldscherm/ tv met 3D-ondersteuning en een HDCP-compatibele HDMI-poort gebruiken.
De functie voor 3D-weergave ondersteunt de volgende resoluties: 1920x1080, 24 Hz en 1280x720, 60 Hz.
Wijzig de schermresolutie in een van de bovenstaande resoluties voordat u de 3D-weergavefunctie gebruikt.

Belangrijke veiligheidsinformatie over de 3D-functie

Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of een onaangenaam gevoel krijgt.
Kijk geen 3D-videobeelden als u last krijgt van stuiptrekkingen, een lichtgevoeligheidsreactie of hartklachten.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of ouder zijn. Kinderen en tieners zijn mogelijk meer gevoelig voor gezondheidsproblemen die te maken hebben met het kijken naar 3D en moeten in de gaten worden gehouden om te voorkomen dat ze zonder pauze langdurig kijken.
Vermijd het gebruik van de 3D-functie onder invloed van alcohol. Lees de gebruikershandleiding bij de computer zorgvuldig door
voordat u de 3D-weergavefunctie gebruikt. Het 3D-effect verschilt per persoon.
Gebruikershandleiding 4-18

Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA VIDEO PLAYER

TOSHIBA VIDEO PLAYER biedt een 3D-weergavefunctie die 3D-video­inhoud kan afspelen en 2D-homevideo's (DVD of videobestand) kan omzetten in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
Het effect van 3D kan alleen worden weergegeven op externe 3D­apparaten die zijn aangesloten op een HDMI-uitgang. Het kan niet worden weergegeven op het interne beeldscherm.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's. Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een 3D-achtige modus.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie is bedoeld om u desgewenst in 3D te kunnen laten genieten van uw eigen 2D-homevideo's en van andere 2D-inhoud die u maakt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is standaard ingesteld op de 2D-indeling. Pas als u drukt op de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie, activeert u deze functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt weergeven. TOSHIBA VIDEO PLAYER voert de functie voor 2D­naar-3D-conversie niet automatisch uit. Raadpleeg de waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot mogelijke schending van het auteursrecht en zorg dat u over de benodigde toestemming beschikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER is bedoeld om DVD-video-, DVD-VR- en videobestanden af te spelen en om 2D-homevideos's weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is gemaakt, is mogelijk toestemming van derden nodig indien de inhoud wordt beschermd door het auteursrecht. TOSHIBA hecht veel waarde aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking tot intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3D­conversie van TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Sommige functies werken niet tijdens 3D-weergave. In dat geval zijn de bijbehorende knoppen niet beschikbaar.
Gebruikershandleiding 4-19
Er kan enige vertraging optreden als u een van de volgende bewerkingen uitvoert terwijl het videoweergavevenster schermvullend wordt weergegeven.
Vensters weergeven zoals het menu van de rechtermuisknop, het instellingenvenster, [Titel/hoofdstuk zoeken], [Bestand selecteren] of een foutbericht.
Bewerkingen in Windows Bewerkingen in andere toepassingen
Zorg dat de netadapter is aangesloten wanneer de 3D­weergavefunctie wordt gebruikt.
3D-weergave kan alleen schermvullend worden uitgevoerd. Wanneer u 3D-weergave inschakelt, wordt het videoweergavevenster automatisch schermvullend gemaakt.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCP­compatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern beeldscherm via HDMI 'met 3D'.
Het 3D-effect verschilt per persoon. Kijken naar 3D-beelden kan een onaangenaam gevoel veroorzaken.
Stop in dat geval met kijken en raadpleeg een arts. Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of
dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet beperken.
Afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden van de kamer kunt u flikkeringen waarnemen wanneer u de 3D-bril draagt.
De functies voor upconvert en 3D-weergave kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als u overschakelt naar 3D-weergave terwijl upconvert wordt uitgevoerd, wordt de upconvert-functie automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van de video-inhoud kan deze mogelijk niet worden afgespeeld in 3D.
Alleen de video-indelingen Side-by-Side en Interleave 3D worden ondersteund voor weergave van 3D-video-inhoud.

Opmerkingen over 3D-weergave voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player

De 3D-weergavefunctie kan 3D-video-inhoud en 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u hebt gemaakt (DVD of videobestand) afspelen in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
De 3D-weergavefunctie kan NIET worden gebruikt om 2D-video­inhoud op een Blu-ray Disc of AVCHD in 3D af te spelen met behulp van real-time 2D-naar-3D-conversie.
Gebruikershandleiding 4-20
De 3D-weergavefunctie van de speler is alleen bedoeld voor persoonlijk gebruik thuis. Houd er rekening mee dat toepasselijke auteurswetten weergave in het openbaar kunnen verbieden wanneer u 3D-weergave van video-inhoud van derden aanbiedt aan onbekende personen of een groot publiek.
De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele algoritme om een 3D-effect toe te passen op uw eigen 2D-video's. Deze functie biedt echter niet dezelfde soort video-inhoud als een video die oorspronkelijk wordt aangeboden in 3D en maakt geen nieuwe video in de 3D-indeling, maar speelt enkel 2D-video's af in een 3D-achtige modus.
Het beeld dat wordt gegenereerd door de functie voor 2D-naar-3D­conversie is niet hetzelfde als het beeld dat wordt gemaakt voor 3D­weergave. De functie voor 2D-naar-3D-conversie gebruikt TOSHIBA’s originele algoritme om een pseudo-3D-effect toe te passen op de 2D­inhoud.
De speler is standaard ingesteld op de 2D-indeling. Pas als u drukt op de knop van de functie voor 2D-naar-3D-conversie, activeert u deze functie en geeft u aan dat u uw 2D-inhoud in 3D wilt weergeven. De speler voert de functie voor 2D-naar-3D-conversie niet automatisch uit. Raadpleeg de waarschuwingen in dit gedeelte met betrekking tot mogelijke schending van het auteursrecht en zorg dat u over de benodigde toestemming beschikt.
De speler is bedoeld om DVD-video, DVD-VR en videobestanden af te spelen en om 2D-homevideo's en andere 2D-inhoud die u zelf hebt gemaakt weer te geven in 3D. Voor 3D-weergave van video-inhoud die niet door de gebruiker is gemaakt, kan directe of indirecte toestemming van derden zijn vereist, indien dergelijke inhoud wordt beschermd door het auteursrecht, tenzij anders is toegestaan volgend de toepasselijke wetten. TOSHIBA hecht veel waarde aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Daarom benadrukt TOSHIBA dat de speler niet mag worden gebruikt op een manier die dergelijke rechten schendt. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat u geen toepasselijke wetten met betrekking tot intellectueel eigendom schendt wanneer u besluit de speler te gebruiken en met name wanneer u de functie voor 2D-naar-3D­conversie van de speler gebruikt.
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt tijdens 3D-weergave. In dat geval zijn de knoppen voor dergelijke functies mogelijk niet beschikbaar.
Gebruikershandleiding 4-21
Afhankelijk van de systeemomgeving kan de speler automatisch overschakelen naar 2D als u een van de volgende bewerkingen uitvoert tijdens 3D-weergave. Bovendien kunt u enige vertraging ondervinden wanneer de omschakeling plaatsvindt.
- Vensters of pop-upmenu's openen zoals het menu van de rechtermuisknop, het instellingenvenster, [Bestand selecteren] of een foutbericht.
- Windows-functies gebruiken.
- Andere toepassingen gebruiken. Zorg dat u de netadapter aansluit wanneer u de functie voor 3D-
weergave gebruikt. Afhankelijk van de systeemomgeving kan de 3D-weergave mogelijk
alleen worden gebruikt als het videovenster schermvullend wordt weergegeven. De 3D-weergave werkt mogelijk niet in een venster.
Als u 3D-weergave wilt gebruiken op een extern beeldscherm of een tv, moet u een beeldscherm/tv met 3D-ondersteuning en een HDCP­compatibele HDMI-poort gebruiken.
3D-video-inhoud kan alleen worden afgespeeld op een extern beeldscherm dat is aangesloten via HDMI 'met 3D'.
De 3D-instellingen kunnen worden gewijzigd in het venster 'Settings' (Instellingen), maar het wordt ten zeerste aanbevolen de standaardinstellingen te gebruiken. Als u de instellingen wijzigt, kan het stereoscopische 3D-effect sterker worden, wat kan leiden tot vermoeide ogen.
Het 3D-effect verschilt per persoon. Stop de weergave en controleer de instellingen van de apparatuur als u dubbele videobeelden ziet of het stereoscopische 3D-effect niet ziet wanneer u 3D-videobeelden kijkt. Als u het beeld nog steeds niet correct ziet, stopt u de weergave.
Kijk geen 3D-videobeelden of stop met kijken als u zich ziek voelt of een onaangenaam gevoel krijgt.
Ga recht voor het scherm zitten wanneer u 3D-videobeelden kijkt. Neem tussendoor regelmatig pauze.
Vanwege de mogelijke invloed op de ontwikkeling van het gezichtsvermogen moeten kijkers van 3D-videobeelden 6 jaar of ouder zijn.
Overweeg voordat u een kind toestaat om naar 3D-inhoud te kijken, of dit wel geschikt voor hem of haar is en of u de kijkduur moet beperken.
Deze software biedt geen kinderslot voor 3D-videoweergave. Gebruik de Windows-functies voor aanmelding met een wachtwoord als u zich zorgen maakt over het effect van 3D-weergave op het gezichtsvermogen van uw kinderen.
Gebruikershandleiding 4-22

Accu

Accutypen

Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen. Uw eigen 2D-video-inhoud die u hebt opgenomen met een videocamcorder en andere inhoud die u zelf hebt gemaakt kan worden afgespeeld in 2D of in 3D met behulp van real-time 2D-naar-3D­conversie. Voor de weergave van 3D-video-inhoud worden alleen de 3D-video-indelingen Side-by-Side en Interleave ondersteund.
Niet alle bestanden kunnen worden afgespeeld.
In dit gedeelte worden de accutypen, de omgang ermee, de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen.
Accu-eenheid
De lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.
RTC-batterij (batterij voor de real-time klok)
De RTC-batterij (Real Time Clock) voorziet de interne real-time klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigingen in het hulpprogramma BIOS Setup. Raadpleeg Problemen oplossen voor meer informatie.

Onderhoud en gebruik van de accu

Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion batterij en dient uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Gebruikershandleiding 4-23
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 35ºC. Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de accu achteruitgaan.

De accu opladen

Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu-eenheid wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN 19V) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje terwijl de accu wordt opgeladen.
Oplaadtijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (43 Wh, 4 cellen) circa 3 uur circa 6 uur
Let erop dat de oplaadtijd als de computer is ingeschakeld, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en hoe u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 35°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Gebruikershandleiding 4-24
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt. De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.

Accucapaciteit controleren

De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende bedrijfstijd uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig opgeladen zijn.

Bedrijfstijd van de accu maximaliseren

De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt van het volgende:
Processorsnelheid Helderheid van scherm Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Tijd waarna de vaste schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de vaste schijf en externe stations, zoals het optische station, gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-25
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu. De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien. Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt. De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat. Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie. De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen. Of u de functie Slaapstand en laden inschakelt.

Leeglooptijd van accu's

Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen, zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (43 Wh, 4 cellen) circa 30 uur circa 15 dagen

Gebruiksduur van de accu verlengen

U kunt de gebruiksduur van de accu-eenheid als volgt verlengen: Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
voedingsbron en gebruik het systeem op accu-energie totdat de accu­eenheid helemaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu­eenheid minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN/Accu-lampje moet oranje branden om aan te geven dat de accu-eenheid wordt opgeladen. Als het DC IN/Accu-lampje niet brandt, betekent dit dat er nog geen stroom wordt toegevoerd. Controleer de aansluitingen van de netadapter en het netsnoer.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Gebruikershandleiding 4-26
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.

Typen LAN-kabels

De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde) verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.

De LAN-kabel aansluiten

Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Doet u dat wel, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Gebruikershandleiding 4-27
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LAN-
2
1
poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-5 De LAN-kabel aansluiten
1. LAN-aansluiting 2. LAN-kabel
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.

Aanvullende geheugenmodule

U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door TOSHIBA.
Gebruikershandleiding 4-28
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de volgende omstandigheden: a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de schroefkoppen beschadigen.

Een geheugenmodule installeren

Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren :
1. Klik op Energiebeheer in de charm Instellingen en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de computer is ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS Setup wordt geladen.
Selecteer Exit -> Disable Build-in Battery en Power Off in het scherm BIOS Setup.
3. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
Gebruikershandleiding 4-29
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
2
1
Afbeelding 4-6 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
1. Schroef 2. Afdekplaatje geheugenmodule
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding 4-30
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
1
2
3
1
2
3
met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 4-7 De geheugenmodule plaatsen
1. Inkeping 3. Sleuf A
2. Sleuf B
De vormgeving van het product verschilt per model.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
Gebruikershandleiding 4-31
groeven.
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
1
2
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afbeelding 4-8 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Draai de computer om.
10. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan. Controleer of het toegevoegde geheugen wordt herkend door te klikken op Bureaublad
-> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.

Een geheugenmodule verwijderen

Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Klik op Energiebeheer in de charm Instellingen en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de computer is ingeschakeld los. Het hulpprogramma BIOS Setup wordt geladen.
Selecteer Exit -> Disable Build-in Battery en Power Off in het scherm BIOS Setup.
3. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
7. Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken. Eén uiteinde van de module komt schuin omhoog.
Gebruikershandleiding 4-32
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
1
1
1
1
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Afbeelding 4-9 De geheugenmodule verwijderen
1. Klemmetjes
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
10. Draai de computer om.
11. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan.

Geheugenmedia

Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
Gebruikershandleiding 4-33
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Afbeelding 4-10 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)

Aandachtspunten met betrekking tot geheugenkaarten

SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD­geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC­geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit. Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf goed op het logo moet letten.
Gebruikershandleiding 4-34
Het logo van een SD-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB.

Formattering van geheugenmedia

Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen. Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.

Behandeling van schijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Buig kaarten niet. Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats. Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden. Plaats de kaart na gebruik terug in de houder. De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen. Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen. Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens. Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Gebruikershandleiding 4-35
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
2
1
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC­geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.

Geheugenmedia plaatsen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt plaatsen:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf aan de voorkant van de computer.
3. Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
Afbeelding 4-11 Geheugenmedia plaatsen
1. Geheugenmediasleuf
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Gebruikershandleiding 4-36

Geheugenmedia verwijderen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te verwijderen:
1. Klik op de tegel Bureaublad en open het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Selecteer geheugenmedia.
3. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar voren komt.
4. Pak de kaart vast en verwijder deze uit de sleuf.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in de geheugenmediasleuf laat zitten.

Extern beeldscherm

U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad uitbreiden.

Een extern beeldscherm aansluiten

Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op de computer.
Sommige modellen kunnen een functie voor drie monitoren bieden, waarbij het beeld op drie monitoren onafhankelijk kan worden weergegeven.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten. Voer de volgende stappen uit om een externe analoge monitor aan te sluiten:
1. Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
Gebruikershandleiding 4-37
Afbeelding 4-12 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
2
1
1. Poort voor externe RGB-monitor 2. RGB-kabel
monitor
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2. Zet de externe monitor aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge monitor, wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte­breedteverhouding.
De HDMI-uit-poort
De HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI­compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de HDMI-poort worden aangesloten.
Als u een HDMI-compatibel apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende stappen uit:
Aangezien niet van alle HDMI-beeldschermen de werking van de poorten is gecontroleerd, werken sommige HDMI-beeldschermen mogelijk niet correct.
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI-poort, moet u een HDMI­kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort van het HDMI-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort van de computer.
3. Zet het HDMI-weergaveapparaat aan.
Gebruikershandleiding 4-38
Afbeelding 4-13 De HDMI-uit-poort aansluiten
1
2
1. HDMI-uit-poort 2. HDMI-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort, moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u minstens 5 seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het afspeelapparaat mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt
overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert
u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Standaard.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u de video afspeelt. Kies tijdens het afspelen geen ander weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Gebruikershandleiding 4-39
Terwijl er communicatie plaatsvindt.
HD-formaat selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm.
2. Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3. Klik op Beeldscherm.
4. Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen.
5. Klik op Geavanceerde instellingen.
6. Klik op Alle modi weergeven.
7. Selecteer een van de volgende modi bij Alle modi weergeven.

Draadloze weergave

Sommige modellen ondersteunen Intel Wireless Display (Intel WiDi), een draadloze technologie die Wi-Fi gebruikt om het mogelijk te maken de computer draadloos te verbinden met externe beeldschermen, met inbegrip van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Intel WiDi kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos met anderen worden gedeeld.
Als u Intel WiDi wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning van Intel WiDi.
Een extern beeldscherm met HDMI-poort en een digitale adapter met Intel WiDi.
De adapter is een apparaat dat via de HDMI-poort op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi-signalen van de computer kan ontvangen.
Typ 'Intel WiDi' in het startscherm en klik op Intel(R) WiDi. De Intel WiDi­toepassing wordt gestart en u bent gereed om de verbinding te starten.
Voor meer informatie over het voltooien van de verbinding raadpleegt u de Help van de toepassing.
Bepaalde media met kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet op externe beeldschermen worden afgespeeld via Intel WiDi.

De beeldscherminstellingen wijzigen

Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het besturingssysteem automatische de beeldscherminstellingen detecteren, identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
Gebruikershandleiding 4-40
toets ( ) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
2
1
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het interne scherm.

Beveiligingsslot

Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat u gebruikt.

Het beveiligingsslot aansluiten

Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Draai de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-14 Beveiligingsslot
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot

Optionele TOSHIBA-accessoires

U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier:
Geheugenkit DDR3/DDR3L-1600/1866-geheugenmodules
kunnen gemakkelijk in de computer worden geïnstalleerd.
Het beschikbare optionele geheugen hangt af van de TOSHIBA-autorisatie.
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te
Gebruikershandleiding 4-41
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.

Geluidssysteem en videomodus

In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.

Volume Mixer

Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door te klikken op Bureaublad, met de rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt, versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.

Microfoonvolume

Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.

DTS Studio Sound

DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een levensechte surround sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een allesomvattende surround sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen Basverbetering voor rijke lage frequenties
Gebruikershandleiding 4-42
Heldere hoge frequenties voor heldere details Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http:// patents.dts.com. Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.

DTS Sound

DTS Sound™ gebruikt geavanceerde, gepatenteerde technieken om audiocues die diep in het originele geluidsmateriaal verborgen liggen op te sporen en zo een allesomvattende surround sound te creëren, compleet met diepe, rijke bassen en kristalheldere spraak.
DTS Sound wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de volgende functies:
Allesomvattende surround sound met verbeterde bassen en spraak. Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld Verbeterde volume-uitvoer met een maximaal volume zonder
afkapping of vervorming Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen Basverbetering voor rijke lage frequenties Heldere hoge frequenties voor heldere details
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> DTS Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http:// patents.dts.com. Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.

Videomodus

De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Schermresolutie door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of als u een video afspeelt), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-43
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van bepaalde hulpprogramma's toegelicht.

Hulpprogramma's en toepassingen

In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Help­bestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie over toepassing en het gebruik.
Alle hier beschreven hulpprogramma's zijn toegankelijk via Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk).
Daarnaast kunnen sommige hulpprogramma's ook worden gestart via het startscherm of een snelkoppeling op het bureaublad.
TOSHIBA Desktop Assist
Gebruikershandleiding 5-1
TOSHIBA Desktop Assist is een grafische gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot speciale toepassingen en TOSHIBA­hulpprogramma's die het gebruik en de configuratie van de computer vereenvoudigen.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk).
TOSHIBA­weergavehulppro­gramma
TOSHIBA­wachtwoordhulppro­gramma
TOSHIBA­systeeminstellingen
Het TOSHIBA-weergavehulpprogramma omvat het hulpprogramma Tekstgrootte bureaublad, het hulpprogramma Scherm splitsen en andere instellingen. Met Tekstgrootte bureaublad kunt u de tekst op het bureaublad groter of kleiner maken op basis van uw gebruik en voorkeur. U kunt de tekstgrootte op het scherm en in de titelbalk van vensters wijzigen door de tekstschaal te wijzigen. Wanneer de schaal kleiner is, wordt meer informatie tegelijk op het scherm weergegeven, maar wordt de tekst kleiner. Wanneer de schaal groter is, wordt minder informatie tegelijk op het scherm weergegeven, maar wordt de tekst groter. U kunt het hulpprogramma Scherm splitsen zelf installeren. Met het hulpprogramma Scherm splitsen kunt u meerdere schermzones op het scherm maken en actieve vensters aanpassen binnen deze zones. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Weergavehulpprogramma.
Voor meer informatie over de hulpprogramma's Tekstgrootte bureaublad en Scherm splitsen raadpleegt u het Help-bestand.
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beperken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Wachtwoordhulpprogramma.
Met dit programma kunt u uw hardware­instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen.
Gebruikershandleiding 5-2
TOSHIBA­vasteschijfbeveiliging
TOSHIBA Vasteschijfversnelling
TOSHIBA VIDEO PLAYER
Deze functie gebruikt de ingebouwde sensor in de computer om trillingen en schokken te detecteren en automatisch de lees-/schrijfkop van de vaste schijf in een veilige stand te plaatsen. Hiermee wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken voor meer
informatie. Met het hulpprogramma TOSHIBA
Vasteschijfversnelling kunt u de toegangssnelheid van de vaste schijf verbeteren door een deel van het hoofdgeheugen van de computer als cache te gebruiken. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen -> Vasteschijfversnelling.
Deze software wordt meegeleverd voor het afspelen van DVD-video. U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Gebruikershandleiding 5-3
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecostand'. In
deze stand worden de prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de energiebesparing meetbaar.
TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen. Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma een piekverschuivingsfunctie die kan helpen het stroomverbruik tijdens piekperioden te verminderen door een deel van het stroomverbruik te verschuiven naar perioden met een lager stroomverbruik.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> eco Utility.
Voor meer informatie over TOSHIBA eco Utility raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player
Deze software wordt meegeleverd voor weergave van een Blu-ray Disc™. De speler heeft een scherminterface en -functies. U start dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc Player. Raadpleeg het Help-bestand voor meer
informatie over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+
Deze software is een multimediaspeler die kan worden gebruikt om video, muziek en foto's weer te geven.
Toshiba Media Player kan inhoud afspelen uit een lokale bibliotheek, in een thuisnetwerk of op SkyDrive.
U opent dit programma door te klikken op het pictogram Media Player op het startscherm.
Raadpleeg de zelfstudie en online Help voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 5-4
TOSHIBA-functietoets Met dit hulpprogramma kunt u bepaalde functies
uitvoeren door te drukken op de opgegeven toets, al dan niet in combinatie met de FN-toets. U stelt dit hulpprogramma in door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Functietoets.
Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
Functietoets.
TOSHIBA Service Station
Met deze toepassing kan de computer automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA­software of andere waarschuwingen van TOSHIBA die specifiek zijn voor uw computersysteem en de programma's die erop staan. Als deze toepassing is ingeschakeld, wordt regelmatig een klein aantal systeemgegevens naar onze servers verzonden. Deze gegevens worden behandeld in overeenstemming met de regels en voorschriften en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Ondersteuning & herstel -> Service Station.
TOSHIBA PC Health Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling, en informeert u over belangrijke systeemomstandigheden. Deze toepassing herkent het serienummer van het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke activiteiten bij met betrekking tot het gebruik ervan.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor.
Voor meer informatie over TOSHIBA PC Health Monitor raadpleegt u het Help-bestand.
Gebruikershandleiding 5-5
TOSHIBA Resolution +-invoegtoepassing voor Windows Media Player
Met deze invoegtoepassing kunt u wmv- en mp4­video's converteren met Windows Media Player.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van de TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor Windows Media Player.
U opent de Help door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist (op taakbalk) -> Media & entertainment -> TOSHIBA Resolution+­invoegtoepassing voor Windows Media Player - Help.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle bovengenoemde software.

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1
U opent Energiebeheer door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist (op taakbalk) -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging
-> Energiebeheer.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
*1
Vaste schijf automatisch uitschakelen
*1
Systeem automatisch in slaapstand/ sluimerstand
*1
Wachtwoord voor opstarten
Met deze functie wordt het beeldscherm van de computer automatisch uitgeschakeld als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de vaste schijf automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De vaste schijf wordt ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Gebruikershandleiding 5-6
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent automatisch de resterende accucapaciteit; de elektronische onderdelen worden beschermd tegen abnormale omstandigheden zoals extreme spanningspieken vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Energiebesparings­modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer configureren om accu-energie te besparen. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
*1
LCD
Met deze functie wordt de computer automatisch uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Automatische sluimerstand bij lage acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de sluimerstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten De gegevens worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg het gedeelte De computer uitschakelen voor meer informatie.
De functie USB­activering
Deze functie herstelt de computer uit de slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is aangesloten op een USB-poort, wordt de computer geactiveerd als u met een muisknop klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Gebruikershandleiding 5-7
Warmteverspreiding*1Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna zo nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald, werken de ventilator en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.

TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma

Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.

Gebruikerswachtwoord

U start het hulpprogramma door te klikken op de volgende items:
Bureaublad -> Desktop Assist (op taakbalk) -> Hulpprogramma's -> Wachtwoordhulpprogramma -> Gebruikerswachtwoord
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te controleren wanneer u 'TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma' gebruikt om wachtwoorden te verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Instellen (knop) Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Na het instellen
van een wachtwoord wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
Gebruikershandleiding
5-8
Loading...