In deze gebruikershandleiding vind je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom Rider.
We raden je aan het hoofdstuk Je Rider gebruiken te lezen als je snel de basisbeginselen wilt
doornemen. Hierin worden de installatie, het plannen van een spannende rit en alle belangrijke
functies van je navigatiesysteem beschreven. In het gedeelte Starten komen het inschakelen,
instellen en opladen aan de orde.
Vervolgens wil je waarschijnlijk verbinding maken met TomTom Services. Je kunt hier alles over
lezen in het hoofdstuk Verbinding maken met TomTom Services. Je kunt TomTom Services zelfs
gebruiken op je dagelijkse routes. Dit helpt je om vertragingen te vermijden en je bestemming
sneller te bereiken.
Tip: op tomtom.com/support vind je antwoorden op veelgestelde vragen. Selecteer je product-
model in de lijst of voer een zoekopdracht in.
Veel leesplezier en vooral veel plezier met je nieuwe Rider!
Let op: je kunt je navigatiesysteem zowel op de motor als in de auto gebruiken.
7
Wat is er nieuw
Nieuw in deze release
Versie 16.1
Rider 40, Rider 400, Rider 410
Handsfree bellen en gebeld worden
Je kunt nu niet alleen gebeld worden door maar ook bellen naar contactpersonen in de contactpersonenlijst van je smartphone en recente contactpersonen op je TomTom Rider. Wanneer je je
telefoon via Bluetooth verbindt met je Rider, worden je contactpersonen op je Rider weergegeven.
Ga voor meer informatie naar Een verbinding met een telefoon maken of verbreken en Handsfree
bellen in deze handleiding.
Andere bugfixes en verbeteringen
Er zijn diverse prestatieverbeteringen en bugfixes geïmplementeerd.
TomTom-video's
Op ons YouTube-kanaal vind je verschillende video's die je meer leren over je nieuwe TomTom
Rider en andere TomTom-producten. Ga naar www.youtube.com/user/TomTomOfficial/videos voor
meer informatie!
Deze video's vind je misschien wel interessant:
Tip: zoek op het YouTube-kanaal van TomTom naar video's in je eigen taal.
Zie hoe je de Rider bevestigt zonder de antidiefstaloplossing:
www.youtube.com/watch?v=w0UHEIlJ060
Zie hoe je de Rider bevestigt met de antidiefstaloplossing: www.youtube.com/watch?v=5SE8zUasp2I
Zie hoe je TomTom Traffic ontvangt via je iPhone: www.youtube.com/watch?v=HIwYh5nYAok
Zie hoe je TomTom Traffic ontvangt via je Android-smartphone:
www.youtube.com/watch?v=Wc3jkI-OeSM
De TomTom GO
Je Rider heeft alle functies van de TomTom GO. Ontdek hier meer over de GO:
2. Bevestig de houder in de montagekit en sluit de bedrading aan op de bedrading van je motor.
Belangrijk: de rode POS(+) draad moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op
een punt tussen het contactslot en de 12V-accuvoeding van de motor. De zwarte NEG(-) draad
moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op een punt tussen het contactslot
en de massa-aansluiting (GND) van de accuvoeding van de motor. Sluit de draad aan op een
12V-punt dat kan worden uitgeschakeld via het contactslot, zoals het circuit voor de verlichting.
Houd je aan de volgende richtlijnen wanneer je de montagekit op je motor bevestigt:
Als je niet zeker weet hoe je de montagekit moet installeren, vraag dan een bevoegd
monteur dit voor je te doen.
Als je ervoor kiest je montagekit zelf te bevestigen, moet je onthouden dat de actieve dock
een ingebouwde zekering heeft. Dit betekent dat je geen zekering hoeft toe te voegen tussen het navigatiesysteem en de accu van de motor.
Zorg ervoor dat de montagekit de bediening van je motor op geen enkele manier belem-
mert.
10
Gebruik altijd het juiste gereedschap. Als je ondeugdelijk gereedschap gebruikt, kan de
montagekit beschadigd raken of defect gaan.
Draai de moeren en schroeven niet te strak aan. Als je de moeren of schroeven te strak
aandraait, kun je onderdelen van de montagekit breken of het stuur van je motor beschadigen.
Als je de U-bout gebruikt, moet je niet vergeten de meegeleverde rubberen doppen op de
blootliggende draden te plaatsen.
Belangrijk: schade als gevolg van aanpassingen, onjuiste installatie, verkeersonveiligheid of
ongevallen, wordt niet door de garantie gedekt. Noch RAM, noch TomTom is aansprakelijk voor
eventueel letsel, verlies, directe schade of gevolgschade wegens onjuiste installatie of onjuist
gebruik van het product. Voor gebruik dient de gebruiker de geschiktheid van het product voor
het beoogde gebruik vast te stellen. Gebruik van de houder is voor risico en aansprakelijkheid
van de gebruiker.
3. Plaats je TomTom Rider in de houder.
4. Je kunt het navigatiesysteem een kwartslag draaien voor de gewenste weergave.
11
De antidiefstaloplossing gebruiken
Als je systeem is geleverd met een antidiefstaloplossing, bestaat deze uit twee onderdelen:
Een RAM-slot voor de houder.
Dit slot voorkomt dat de RAM-arm kan worden losgeschroefd van de motor.
Een slot voor de TomTom Rider zelf.
Dit slot voorkomt dat de TomTom Rider uit de dock kan worden losgekoppeld.
Belangrijk: voor beide sloten heb je een sleutel nodig, dus zorg dat je deze twee extra sleutels
altijd bij je hebt!
Ga als volgt te werk om de antidiefstaloplossing te gebruiken:
1. Bevestig de RAM-houder op je motor zoals hieronder wordt getoond.
Let op: gebruik hiervoor de lange schroeven die bij je Rider-slot zijn geleverd.
12
2. Vergrendel je TomTom Rider zodat deze niet kan worden verwijderd uit de houder. Draai de
vleugelmoer van de RAM-arm en breng het RAM-slot aan.
In de auto installeren
Als de verpakking een autohouder bevat, gebruik je de meegeleverde houder om je TomTom Rider
in je voertuig te installeren. Lees de instructies voor het positioneren van je navigatiesysteem
voordat je je Rider bevestigt.
Als de verpakking een autohouder bevat, installeer je je Rider als volgt:
1. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de houder.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je Rider. Andere
USB-kabels werken mogelijk niet naar behoren.
2. Sluit de USB-kabel aan op een van de USB-aansluitingen op de dubbele oplader en steek deze in
de voedingsbron op het dashboard.
3. Kies op de voorruit of een zijruit de beste egale plaats om je TomTom Rider te bevestigen.
13
4. Zorg ervoor dat zowel de zuignap op de houder als de voorruit schoon en droog zijn.
5. Duw de zuignap van de houder stevig vast tegen de voorruit.
6. Draai de greep bij de basis van de houder naar rechts totdat je voelt dat deze vergrendeld is.
7. Plaats je Rider in de houder en zorg er daarbij voor dat deze vastklikt.
Tip: met de snelle dubbele oplader kun je je TomTom Rider en smartphone tegelijkertijd
opladen.
Bluetooth-verbindingen
Je TomTom Rider gebruikt Bluetooth om verbinding te maken met je smartphone en headset.
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Bluetooth-verbindingen.
Je kunt de volgende Bluetooth-verbindingen selecteren:
Tip: om ervoor te zorgen dat je systeem makkelijker te vinden is bij het verbinden via Bluetooth,
kun je je systeem een unieke naam geven.
Headset
Met Headset kun je een Bluetooth-headset verbinden met je systeem. Selecteer Headset en
vervolgens Zoek naar headset en volg de instructies.
Zie ook: Een headset verbinden.
14
Handsfree bellen
Gebruik handsfree bellen om inkomende oproepen aan te nemen met je systeem. Selecteer
Handsfree bellen en vervolgens Zoek naar telefoon en volg de instructies.
Zie ook: Handsfree oproepen aannemen.
Netwerk
Verbind je systeem met TomTom Services via een Bluetooth-verbinding op je smartphone. Selecteer
Netwerk, selecteer vervolgens een telefoon of zoek naar een telefoon en volg de instructies.
Zie ook: Verbinding maken met TomTom Services.
Je systeem een andere naam geven
Je kunt je systeem een unieke Bluetooth-naam geven, zodat je hem makkelijk kunt vinden als je je
smartphone via Bluetooth verbindt. Je kunt je de Bluetooth-naam op de volgende manieren
wijzigen:
In het menu Instellingen
1. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Bluetooth-verbindingen.
3. Selecteer de knop voor het pop-upmenu.
4. Selecteer Wijzig naam van systeem.
Het toetsenbord wordt weergegeven op het scherm.
5. Geef de nieuwe naam op voor je systeem.
6. Selecteer Wijzig naam om de nieuwe naam op te slaan.
Wanneer je een track deelt of verzendt via Bluetooth
Wanneer je een track wilt delen of verzenden via Bluetooth, wordt de Bluetooth-naam van je
systeem weergegeven. Selecteer de Bluetooth-naam, zodat het schermtoetsenbord wordt geopend.
Voer de nieuwe naam voor je systeem in en selecteer Wijzig naam om de nieuwe naam op te slaan.
Een headset aansluiten
We raden je aan een headset te gebruiken met je TomTom Rider om zo gesproken instructies te
ontvangen, handsfree te bellen en gebeld te worden, en de waarschuwingsgeluiden van je Rider te
kunnen horen. Je kunt je headset ook gebruiken om handsfree te bellen. Dit zorgt voor optimale
veiligheid tijdens je rit met je Rider. Voor meer informatie en een volledige lijst met geschikte
headsets ga je naar Geschikte headsets.
Opmerking: als je handsfree wilt bellen, moet je verbinding maken met een headset.
Hieronder lees je hoe je verbinding kunt maken met een Bluetooth®-headset:
1. Zorg ervoor dat je headset volledig is opgeladen met de oplader die bij de headset is geleverd.
15
2. Schakel de headset in en zorg ervoor dat deze vindbaar is volgens de instructies die je bij de
headset hebt ontvangen.
3. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu.
4. Selecteer Bluetooth-verbindingen.
5. Selecteer Headset en daarna Zoek naar headset. Volg de instructies om de verbinding te
maken.
6. Maak je headset vast aan je helm.
Zorg ervoor dat je de microfoon goed plaatst. Voor het beste resultaat plaats je de microfoon
niet recht voor je mond, maar net iets ernaast.
Hieronder worden de onderdelen van een standaardheadset weergegeven:
1. Microfoon
2. Aan/Uit-knop
3. Luidsprekers
4. LED
5. Volume lager
6. Volume hoger
7. Aansluiting voor oplader
Belangrijk: als je een headset gebruikt, is de volumeregeling mogelijk niet beschikbaar als je
headset geen ondersteuning biedt voor volumeregeling op afstand. In dat geval kun je het volume
aanpassen met de volumeknop op de headset.
Een verbinding met een telefoon maken of verbreken
Je kunt je smartphone gebruiken om handsfree te bellen en gebeld te worden via je TomTom Rider.
Dit zorgt voor optimale veiligheid tijdens je rit met je Rider.
Voor de eerste keer via Bluetooth verbinding maken met je telefoon
Opmerking: als je handsfree wilt bellen, moet je verbinding maken met een headset.
1. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
16
2. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu.
3. Selecteer Bluetooth-verbindingen.
4. Selecteer Handsfree bellen.
5. Als je nog niet verbinding hebt gemaakt met een headset, selecteer je Zoek naar headset en
volg je de instructies om de verbinding tot stand te brengen.
6. Selecteer Zoek naar telefoon en volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen.
Zodra er een verbinding is met je telefoon, importeert je Rider je belgeschiedenis en de con-
tactpersonen op je telefoon.
De verbinding met je telefoon verbreken
Je kunt de verbinding met je telefoon op de volgende manieren verbreken:
Schakel Bluetooth uit op je telefoon.
Schakel je Rider uit of reset je systeem.
Selecteer Bluetooth-verbindingen in het menu Instellingen. Selecteer Handsfree bellen en
selecteer vervolgens je telefoon. Selecteer Verbreek verbinding om de verbinding tussen je
systeem en je telefoon te verbreken.
Je contactpersonen en belgeschiedenis worden tijdelijk op je Rider opgeslagen en worden 10
minuten nadat je de verbinding met je telefoon hebt verbroken, verwijderd. Als je je Rider
uitschakelt of reset, worden je contactpersonen en belgeschiedenis direct verwijderd.
Weer verbinding met je telefoon maken
Je telefoon maakt automatisch verbinding wanneer je je Rider en Bluetooth op je telefoon
inschakelt. Je Rider importeert opnieuw de belgeschiedenis en contactpersonen van je telefoon,
inclusief alle updates.
Handsfree bellen
Je kunt bellen naar en gebeld worden door contactpersonen in de contactpersonenlijst van je
telefoon en contactpersonen met wie je onlangs contact hebt gehad. Wanneer je je telefoon
verbindt met je TomTom Rider, worden je contactpersonen op je Rider weergegeven.
Als je handsfree wilt bellen, moet je eerst je headset en je telefoon verbinden met je Rider.
Een binnenkomend gesprek accepteren
Druk op het scherm op de groene knop om een oproep aan te nemen.
Tip: het duurt even voordat alle contactpersonen zijn gesynchroniseerd. Het kan daarom zijn dat
de beller-ID niet wordt weergegeven als je direct na de configuratie een oproep ontvangt.
Een inkomende oproep beëindigen of weigeren
Druk op het scherm op de rode knop om een oproep te beëindigen of te weigeren.
17
Zoek
Selecteer deze knop als je een adres, een plaats of een Nuttige Plaats wilt
zoeken en vervolgens een route wilt plannen naar die locatie.
Handsfree bellen naar een recente contactpersoon
1. Selecteer Telefoon in het hoofdmenu.
Je lijst met recente contactpersonen wordt weergegeven op je Rider.
2. Selecteer een contactpersoon in deze lijst.
De contactpersoon en het telefoonnummer worden op je Rider weergegeven.
3. Druk op de telefoonknop om je contactpersoon te bellen.
4. Druk op de rode knop om het gesprek te beëindigen.
Handsfree bellen naar een contactpersoon
1. Selecteer Telefoon in het hoofdmenu.
De lijst met contactpersonen op je telefoon wordt weergegeven op je Rider.
2. Selecteer Tik hier om contactpersonen te zoeken boven aan de lijst met recente contactper-
sonen.
De lijst met contactpersonen wordt weergegeven op je Rider.
3. Selecteer een contactpersoon in de lijst of selecteer Voer de naam van een contactpersoon in
om naar een contactpersoon te zoeken.
Opmerking: bij een zoekopdracht wordt alleen naar het eerste deel van een woord of naam
gezocht. Als je bijvoorbeeld zoekt naar 'smit', wordt 'smitveld' wel gevonden maar 'goudsmit'
niet.
De contactpersoon en het telefoonnummer worden op je Rider weergegeven.
4. Druk op de telefoonknop om je contactpersoon te bellen.
5. Druk op de rode knop om het gesprek te beëindigen.
Navigatieknoppen
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
In het hoofdmenu zijn de volgende navigatieknoppen beschikbaar:
Opmerking: niet alle functies worden ondersteund op alle systemen.
18
Plan een
spannende route
Selecteer deze knop om een spannende route te plannen voor een
rondrit of naar een bestemming.
Mijn routes
Selecteer deze knop om je opgeslagen routes, geregistreerde routes en
geïmporteerde routes weer te geven.
Voeg Thuis toe
Rijd naar huis
Selecteer deze knop om naar je thuislocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je thuislocatie in
te stellen.
Voeg Werk toe
Rijd naar werk
Selecteer deze knop om naar je werklocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je werklocatie in
te stellen.
Huidige
route/Huidige track
Selecteer deze knop om je geplande route of track te wissen of wijzigen.
Telefoon
Druk op deze knop om handsfree te bellen met je telefoon en headset.
Als je telefoon en headset niet met je systeem zijn verbonden, word je
gevraagd om de verbinding tot stand te brengen.
19
Start registratie
Selecteer deze knop om de registratie van een track te starten of stoppen.
Mijn plaatsen
Selecteer deze knop om je opgeslagen plaatsen te tonen.
Parkeren
Selecteer deze knop om parkeervoorzieningen te zoeken.
Benzinestation
Selecteer deze knop om benzinestations te zoeken.
Connected Services
Selecteer deze knop om de status van de internetverbinding te bekijken.
Ritstatistieken
Selecteer deze knop om ritstatistieken weer te geven over hoe ver,
hoelang en met welke snelheid je hebt gereden.
Het handschoenvriendelijke toetsenbord
Overschakelen op het handschoenvriendelijke toetsenbord
Het handschoenvriendelijke toetsenbord heeft grote knoppen waarmee je gemakkelijker opties kunt
selecteren als je motorhandschoenen draagt.
Zie Zoekopdrachten invoeren voor instructies voor het selecteren van verschillende toetsenbordindelingen.
20
Het handschoenvriendelijke toetsenbord gebruiken
Ga als volgt te werk, met de toets 'pqrs' als voorbeeld:
1. Tik een keer op de toets 'pqrs' om de eerste letter ('p') te selecteren.
Tip: als je nog een letter op dezelfde toets wilt selecteren, bijvoorbeeld 'p' gevolgd door 'r',
wacht dan een halve seconde voordat je de tweede letter selecteert.
2. Tik twee keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de tweede letter (bijvoorbeeld 'q') te
selecteren.
3. Tik drie keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de derde letter (bijvoorbeeld 'r') te
selecteren.
4. Tik vier keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de vierde letter ('s') te selecteren.
Als je het nog steeds lastig vindt om letters te selecteren als je handschoenen draagt, kun je het
volgende doen:
1. Houd de toets, bijvoorbeeld 'def' ingedrukt.
Nadat je de toets hebt aangeraakt, wordt het eerste teken weergegeven, in dit geval de letter
'd'.
2. Wacht tot de pop-up verschijnt.
3. Selecteer het gewenste teken, bijvoorbeeld 'f', in de pop-up.
4. Het geselecteerde teken 'f' vervangt de letter 'd' die eerst werd weergegeven.
21
Beschikbare toetsen
De onderstaande toetsen zijn beschikbaar als je je TomTom Traffic gebruikt in staande en liggende
weergave.
Een spannende route plannen
Met de knop Plan een spannende route kun je direct interessante ritten plannen. Dit is vooral
handig als je een dag wat vrije uren hebt en je gewoon op een gemakkelijke manier een spannende
rit wilt samenstellen.
Een spannende route is een rit waarin interessante wegen of wegen met uitdagingen zijn
opgenomen en waarin je zo weinig mogelijk op de snelweg rijdt. Je kunt zelf bepalen hoe kronkelig
en heuvelachtig je de rit wilt hebben.
Tip: met Plan een spannende route stel je direct routes samen die je niet kunt opslaan in Mijn
routes.
Tip: spannende routes zijn standaard rondritten, maar je kunt eventueel ook een route naar een
bestemming plannen.
Een spannende rondrit met tussenstops plannen
Als je gewoon een stukje wilt gaan rijden, kun je met Plan een spannende route een rondrit
plannen over de interessantste wegen, vanaf je huidige locatie en via de tussenstops die je zelf
kiest. Je moet minstens één tussenstop kiezen om een spannende route samen te stellen.
22
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer Plan een spannende route.
De kaartweergave wordt geopend.
3. Verplaats de kaart en zoom in totdat je de plaats ziet waar je doorheen wilt rijden.
4. Maak een tussenstop door snel op de kaart te tikken.
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstop die je hebt gekozen.
Tip: de richting van de rondrit is willekeurig. Als je minstens twee tussenstops op je route hebt
ingesteld, kun je de rijrichting veranderen door de volgorde van de tussenstops aan te passen.
De rijrichting voor de geplande route wordt aangegeven met pijlen.
5. Als je meer tussenstops aan je route wilt toevoegen, verplaats je de kaart en selecteer je de
gewenste tussenstops.
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstops die je hebt gekozen.
Tip: selecteer de pop-upmenuknop om de volgorde van je tussenstops te wijzigen.
6. Bepaal hoe kronkelig en heuvelachtig de spannende route moet zijn.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor bochten te kiezen.
23
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor hoogteverschillen te kiezen.
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstops en met de kronkeligheid en heuvelachtigheid die je hebt gekozen.
7. Als je je spannende route hebt gepland, selecteer je Rijd.
Je route wordt weergegeven in de kaartweergave en de routebegeleiding wordt gestart. Zodra
je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
Een spannende route naar een bestemming plannen
Je kunt een route naar een bestemming plannen met de kaart. De route naar je bestemming loopt
via de interessantste wegen vanaf je huidige locatie.
Tip: je kunt ook een route naar een bestemming plannen en Kronkelroute kiezen als het
routetype.
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer Plan een spannende route.
De kaartweergave wordt geopend.
3. Selecteer een locatie door ongeveer een seconde op het scherm te drukken.
4. Selecteer de bestemmingsknop.
24
Je Rider plant een spannende route naar je gekozen bestemming.
5. Als je meer tussenstops aan je route wilt toevoegen, verplaats je de kaart en selecteer je de
gewenste tussenstops.
Je Rider plant een spannende route naar je bestemming via de tussenstops die je hebt gekozen.
Tip: selecteer de pop-upmenuknop om de volgorde van je tussenstops te wijzigen.
6. Bepaal hoe kronkelig en heuvelachtig de spannende route moet zijn.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor bochten te kiezen.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor hoogteverschillen te kiezen.
Je Rider plant een spannende route via de tussenstops en met de kronkeligheid en heuvelachtigheid die je hebt gekozen.
7. Als je je spannende route hebt gepland, selecteer je Rijd.
Je route wordt weergegeven in de kaartweergave en de routebegeleiding wordt gestart. Zodra
je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
Ritstatistieken bekijken
Je Rider kan aangeven hoe ver, hoelang en met welke snelheid je hebt gereden.
Als je de ritstatistieken wilt weergeven, selecteer je Ritstatistieken in het hoofdmenu.
Selecteer een van de drie tabbladen om de statistieken voor de ritten van de huidige dag, je huidige
rit en voor al je ritten weer te geven.
Tip: Totaal bestaat uit de statistieken die zijn verzameld vanaf het moment dat het navigatiesysteem voor het eerst werd ingeschakeld.
Tip: bij grote afstanden wordt een punt aan de waarde toegevoegd; zo wordt 20047,64 kilometer
weergegeven als 20.047,6 km.
25
Statistieken voor je huidige rit
Je kunt de statistieken weergeven voor je huidige rit door het tabblad Sinds --/--/-- te selecteren.
Als je een nieuwe rit wilt starten, selecteer je de knop Wis rit, net zoals je de kilometerteller in
een auto weer op nul instelt.
Als je je motor tot stilstand hebt gebracht en daarna niet op de knop Wis rit drukt, lopen de
statistieken gewoon door en wordt de kilometerstand hoger als je weer gaat rijden. Dit betekent
dat je nauwkeurige statistieken krijgt voor ritten die meerdere dagen beslaan of voor meerdere
ritten op één dag.
Belangrijk: als je de fabrieksinstellingen herstelt, worden de waarden op het tabblad Totaal weer
op nul ingesteld!
Snelle instellingen gebruiken
Met Snelle instellingen kun je een reeks instellingen gemakkelijker gebruiken als je handschoenen
draagt.
Met Snelle instellingen kun je:
Gesproken instructies in- of uitschakelen.
Het volume dempen.
Schakelen tussen lichtere en donkerdere kleuren.
Het volume van de instructies aanpassen.
Zie Overige knoppen en Volumeregeling voor meer informatie.
Belangrijk: als je een headset gebruikt, is de volumeregeling mogelijk niet beschikbaar als je
headset geen ondersteuning biedt voor volumeregeling op afstand. In dat geval kun je het volume
aanpassen met de volumeknop op de headset.
Selecteer de knop Snelle instellingen in het hoofdmenu, de kaartweergave of de reisbegeleiding-
sweergave om Snelle instellingen te gebruiken.
26
Je ziet dan het onderstaande scherm met grote knoppen en volumeregeling:
Tip: als je handschoenen draagt, gebruik dan de plus- (+) en minknop (-) onder de volumeregelaar om het volume aan te passen, in plaats van de volumeregelaar naar links of rechts te
schuiven.
Tyre Pro installeren
Je kunt Tyre Pro® gebruiken om op je computer routes te zoeken, samen te stellen en te bewerken
voordat je ze uploadt naar je TomTom Rider.
Je krijgt als volgt gratis toegang tot Tyre Pro®:
1. Ga naar tomtom.com/getstarted en selecteer je land.
2. Sluit je Rider aan op de computer, koppel je navigatiesysteem aan je account en registreer je
bij ons.
3. Je ontvangt binnen 24 uur een e-mail met een unieke Tyre-code en -URL. Gebruik deze code en
URL om de Tyre Pro®-software te activeren en downloaden.
27
Instellingen
Bluetooth-verbindingen
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Bluetooth-verbindingen.
Je Rider kan de volgende Bluetooth-verbindingen gebruiken:
Headset - verbind een Bluetooth-headset om gesproken instructies en waarschuwingsgeluiden te
horen, en om handsfree te bellen.
Handsfree bellen - verbind een Bluetooth-headset en je smartphone zodat je handsfree kunt
bellen met je telefoon.
Netwerk - verbind je Rider met de internetverbinding van je smartphone om te profiteren van
TomTom Services.
Systeempositie vergrendelen
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk.
Selecteer Scherm.
Weergavevergrendeling
Selecteer Weergavevergrendeling om te voorkomen dat het scherm draait wanneer je je
navigatiesysteem draait.
Als deze functie UIT is (standaard), draait het scherm mee wanneer je je systeem in de staande of
liggende positie draait.
Als je het scherm in de staande of liggende positie wilt vergrendelen, draai je het systeem in de
gewenste positie en zet je de instelling op AAN om het scherm in deze positie te vergrendelen.
Kaartkleur
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk.
Selecteer Scherm.
Kaartkleur
Selecteer Kaartkleur om het contrast van de kaartkleuren te wijzigen om de kaart beter zichtbaar
te maken bij fel licht.
28
Starten
Het navigatiesysteem positioneren
Ga voorzichtig te werk bij het installeren van je Rider. De Rider mag het volgende niet blokkeren of
belemmeren:
Je zicht op de weg.
De bedieningselementen in je voertuig.
Je achteruitkijkspiegels.
De airbags.
Je moet je Rider gemakkelijk kunnen aanraken zonder je ver uit te rekken of voorover te leunen. In
een auto kun je je Rider bevestigen aan de voor- of zijruit, maar je kunt ook een dashboardmontageschijf gebruiken om de houder aan het dashboard te bevestigen.
Het navigatiesysteem in- en uitschakelen
Het navigatiesysteem inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop totdat het navigatiesysteem wordt gestart. Als het navigatiesysteem was
uitgeschakeld, zie je de kaartweergave. Als het navigatiesysteem in de slaapstand stond, zie je het
laatste scherm dat je hebt bekeken.
De slaapstand inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop en laat deze weer los als je de slaapstand wilt inschakelen.
Je kunt ook langer dan twee seconden op de Aan/Uit-knop drukken, totdat de knoppen Slaapstand
en Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Slaapstand als je de slaapstand wilt inschakelen.
Tip: als je de slaapstand wilt inschakelen wanneer de USB-kabel niet is bevestigd of het
navigatiesysteem van de houder wordt verwijderd, ga je naar Batterij-instellingen in het menu
Instellingen.
Het navigatiesysteem volledig uitschakelen
Als je het navigatiesysteem volledig wilt uitschakelen, ga je op een van de volgende manieren te
werk:
Houd de Aan/Uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt, totdat de knoppen Slaapstand en
Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Schakel uit als je het navigatiesysteem wilt
uitschakelen. Selecteer de knop voor het vorige scherm als je het navigatiesysteem niet wilt
uitschakelen.
Houd de Aan/Uit-knop langer dan vijf seconden ingedrukt, totdat het navigatiesysteem wordt
uitgeschakeld.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische
apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in
vliegtuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende
situaties opleveren.
29
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module gebruik deze dan niet in de nabijheid
van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons
verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Installatie
Opmerking: de taal die je kiest, wordt gebruikt voor alle tekst op het scherm. Je kunt de taal later
altijd wijzigen in Taal en eenheden van het menu Instellingen.
Als je je TomTom Rider voor het eerst inschakelt, moet je een aantal vragen beantwoorden om het
navigatiesysteem in te stellen. Beantwoord de vragen door het scherm aan te raken.
GPS-ontvangst
Als je de TomTom Rider voor het eerst start, kan het enkele minuten duren voordat je positie wordt
vastgesteld. Na deze eerste keer wordt je positie veel sneller gevonden.
Voor een goede satellietontvangst gebruik je je Rider buitenshuis en houd je het recht. Grote
objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren.
Belangrijk: QuickGPSFix bevat informatie over satellietposities, zodat je positie sneller kan worden
bepaald op je Rider. QuickGPSfix-informatie wordt in realtime naar Always Connected-navigatiesystemen verzonden en naar Smartphone Connected-navigatiesystemen wanneer ze met
TomTom Services zijn verbonden via je smartphone. Je kunt QuickGPSFix ook updaten met MyDrive.
Informatie naar TomTom sturen
Wanneer je je navigatiesysteem voor het eerst gebruikt of Rider opnieuw hebt ingesteld, wordt je
door de Rider gevraagd om toestemming te geven zodat het systeem wat informatie kan verzamelen
over je gebruik van het navigatiesysteem. De gegevens worden opgeslagen op de Rider totdat we ze
ophalen. We gebruiken ze anoniem om onze producten en services te verbeteren. Als je gebruikmaakt van onze services, gebruiken we ook informatie over je locatie om de services aan je te
leveren.
Je kunt op elk gewenst moment je toestemming voor het verzenden van deze gegevens intrekken
door het volgende te doen:
1. Selecteer de knop Instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Systeem.
3. Selecteer Je gegevens.
4. Selecteer de knop om het verzenden van informatie in of uit te schakelen.
Let op: als je ervoor kiest geen informatie over je locatie naar ons te verzenden, ontvang je onze
services niet meer. Dit komt doordat services de locatie van je navigatiesysteem naar TomTom
moeten verzenden om de verkeersinformatie te ontvangen voor de locatie waar je je bevindt. De
einddatum van je abonnement verandert niet, ook niet als je deze gegevens niet naar ons
verzendt.
Extra informatie
Wanneer je vermoedt dat je gegevens niet worden gebruikt voor het doel waarvoor je deze aan
TomTom hebt verstrekt, neem je contact met ons op via tomtom.com/support.
Ga voor de meest recente en meer gedetailleerde informatie naar tomtom.com/privacy.
Sleuf voor geheugenkaart
Bepaalde TomTom-navigatiesystemen hebben een sleuf voor geheugenkaarten die zich bevindt aan
de zijkant of de onderkant van het navigatiesysteem.
30
Loading...
+ 112 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.