In deze gebruikershandleiding vind je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom Rider.
Welkom bij navigatie met TomTom
We raden je aan het hoofdstuk Je Rider gebruiken te lezen als je snel de basisbeginselen wilt
doornemen. Hierin worden de installatie, het plannen van een spannende rit en alle belangrijke
functies van je navigatiesysteem beschreven. In het gedeelte Starten komen het inschakelen,
instellen en opladen aan de orde.
Vervolgens wil je waarschijnlijk verbinding maken met TomTom Services. Je kunt hier alles over
lezen in het hoofdstuk Verbinding maken met TomTom Services. Je kunt TomTom Services zelfs
gebruiken op je dagelijkse routes. Dit helpt je om vertragingen te vermijden en je bestemming
sneller te bereiken.
Tip: op tomtom.com/support vind je antwoorden op veelgestelde vragen. Selecteer je product-
model in de lijst of voer een zoekopdracht in.
Veel leesplezier en vooral veel plezier met je nieuwe Rider!
Let op: omdat het navigatiesysteem op de motor en in de auto kan worden gebruikt, wordt in
deze handleiding met de term 'rijden' zowel autorijden als motorrijden bedoeld.
6
Montage op een motor
Je Rider gebruiken
1. Bevestig de RAM™-montagekit op je motor.
2. Bevestig de houder in de montagekit en sluit de bedrading aan op de bedrading van je motor.
Belangrijk: de rode POS(+) draad moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op
een punt tussen het contactslot en de 12V-accuvoeding van de motor. De zwarte NEG(-) draad
moet worden aangesloten op de kabelboom van de motor op een punt tussen het contactslot
en de massa-aansluiting (GND) van de accuvoeding van de motor. Sluit de draad aan op een
12V-punt dat kan worden uitgeschakeld via het contactslot, zoals het circuit voor de verlichting.
Houd je aan de volgende richtlijnen wanneer je de montagekit op je motor bevestigt:
Als je niet zeker weet hoe je de montagekit moet installeren, vraag dan een bevoegd
monteur dit voor je te doen.
Als je ervoor kiest je montagekit zelf te bevestigen, moet je onthouden dat de actieve dock
een ingebouwde zekering heeft. Dit betekent dat je geen zekering hoeft toe te voegen tussen het navigatiesysteem en de accu van de motor.
Zorg ervoor dat de montagekit de bediening van je motor op geen enkele manier belem-
mert.
7
Gebruik altijd het juiste gereedschap. Als je ondeugdelijk gereedschap gebruikt, kan de
montagekit beschadigd raken of defect gaan.
Draai de moeren en schroeven niet te strak aan. Als je de moeren of schroeven te strak
aandraait, kun je onderdelen van de montagekit breken of het stuur van je motor beschadigen.
Als je de U-bout gebruikt, moet je niet vergeten de meegeleverde rubberen doppen op de
blootliggende draden te plaatsen.
Belangrijk: schade als gevolg van aanpassingen, onjuiste installatie, verkeersonveiligheid of
ongevallen, wordt niet door de garantie gedekt. Noch RAM, noch TomTom is aansprakelijk voor
eventueel letsel, verlies, directe schade of gevolgschade wegens onjuiste installatie of onjuist
gebruik van het product. Voor gebruik dient de gebruiker de geschiktheid van het product voor
het beoogde gebruik vast te stellen. Gebruik van de houder is voor risico en aansprakelijkheid
van de gebruiker.
3. Plaats je TomTom Rider in de houder.
4. Je kunt het navigatiesysteem een kwartslag draaien voor de gewenste weergave.
8
De antidiefstaloplossing gebruiken
Als je systeem is geleverd met een antidiefstaloplossing, bestaat deze uit twee onderdelen:
Een RAM-slot voor de houder.
Dit slot voorkomt dat de RAM-arm kan worden losgeschroefd van de motor.
Een slot voor de TomTom Rider zelf.
Dit slot voorkomt dat de TomTom Rider uit de dock kan worden losgekoppeld.
Belangrijk: voor beide sloten heb je een sleutel nodig, dus zorg dat je deze twee extra sleutels
altijd bij je hebt!
Ga als volgt te werk om de antidiefstaloplossing te gebruiken:
1. Bevestig de RAM-houder op je motor zoals hieronder wordt getoond.
Let op: gebruik hiervoor de lange schroeven die bij je Rider-slot zijn geleverd.
9
2. Vergrendel je TomTom Rider zodat deze niet kan worden verwijderd uit de houder. Draai de
vleugelmoer van de RAM-arm en breng het RAM-slot aan.
In de auto installeren
Als de verpakking een autohouder bevat, gebruik je de meegeleverde houder om je TomTom Rider
in je voertuig te installeren. Lees de instructies voor het positioneren van je navigatiesysteem
voordat je je Rider bevestigt.
Als de verpakking een autohouder bevat, installeer je je Rider als volgt:
1. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de houder.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je Rider. Andere
USB-kabels werken mogelijk niet naar behoren.
2. Sluit de USB-kabel aan op een van de USB-aansluitingen op de dubbele oplader en steek deze in
de voedingsbron op het dashboard.
3. Kies op de voorruit of een zijruit de beste egale plaats om je TomTom Rider te bevestigen.
10
4. Zorg ervoor dat zowel de zuignap op de houder als de voorruit schoon en droog zijn.
5. Duw de zuignap van de houder stevig vast tegen de voorruit.
6. Draai de greep bij de basis van de houder naar rechts totdat je voelt dat deze vergrendeld is.
7. Plaats je Rider in de houder en zorg er daarbij voor dat deze vastklikt.
Tip: met de snelle dubbele oplader kun je je TomTom Rider en smartphone tegelijkertijd
opladen.
Een headset aansluiten
We raden je aan een compatibele headset te gebruiken met je TomTom Rider om zo gesproken
instructies te ontvangen, handsfree te bellen en gebeld te worden, en de waarschuwingsgeluiden
van je TomTom Rider te kunnen horen. Dit zorgt voor optimale veiligheid tijdens je rit met je
TomTom Rider. Voor meer informatie en een volledige lijst met compatibele headsets ga je naar
www.tomtom.com/riderheadsets.
Hieronder lees je hoe je een Bluetooth®-headset kunt instellen. Als je bij inschakeling van je
TomTom Rider geen Bluetooth-verbinding tussen je Bluetooth-headset en je TomTom Rider hebt
gemaakt, kun je deze verbinding op elk gewenst moment als volgt tot stand brengen:
1. Schakel de headset in of uit volgens de instructies voor de headset die je gebruikt.
2. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu.
3. Selecteer Bluetooth-verbindingen.
4. Selecteer Zoek naar headset en volg de instructies om de verbinding te maken.
5. Maak je headset vast aan je helm.
Zorg ervoor dat je de microfoon goed plaatst. Voor het beste resultaat plaats je de microfoon
niet recht voor je mond, maar net iets ernaast.
11
Hieronder worden de onderdelen van een standaardheadset weergegeven:
Zoek
Selecteer deze knop als je een adres, een plaats of een Nuttige Plaats wilt
zoeken en vervolgens een route wilt plannen naar die locatie.
1. Microfoon
2. Aan/Uit-knop
3. Luidsprekers
4. LED
5. Volume lager
6. Volume hoger
7. Aansluiting voor oplader
Voordat je de Bluetooth-headset kunt gebruiken, moet je deze volledig opladen met behulp van de
meegeleverde oplader.
Belangrijk: als je een headset gebruikt, is de volumeregeling mogelijk niet beschikbaar als je
headset geen ondersteuning biedt voor volumeregeling op afstand. In dat geval kun je het volume
aanpassen met de volumeknop op de headset.
Navigatieknoppen
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
In het hoofdmenu zijn de volgende navigatieknoppen beschikbaar:
Let op: niet alle functies worden ondersteund op alle systemen.
12
Plan een
spannende route
Selecteer deze knop om een spannende route te plannen voor een
rondrit of naar een bestemming.
Mijn routes
Selecteer deze knop om je opgeslagen routes, geregistreerde routes en
geïmporteerde routes weer te geven.
Huidige
route/Huidige track
Selecteer deze knop om je geplande route te wissen of wijzigen.
Start registratie
Selecteer deze knop om de registratie van een track te starten of stoppen.
Mijn plaatsen
Selecteer deze knop om je opgeslagen plaatsen te tonen.
Benzinestation
Selecteer deze knop om benzinestations te zoeken.
Connected Services
Selecteer deze knop om de status van de internetverbinding te bekijken.
13
Ritstatistieken
Selecteer deze knop om ritstatistieken weer te geven over hoe ver,
hoelang en met welke snelheid je hebt gereden.
Een spannende route plannen
Met de knop Plan een spannende route kun je direct interessante ritten plannen. Dit is vooral
handig als je een dag wat vrije uren hebt en je gewoon op een gemakkelijke manier een spannende
rit wilt samenstellen.
Een spannende route is een rit waarin interessante wegen of wegen met uitdagingen zijn
opgenomen en waarin je zo weinig mogelijk op de snelweg rijdt. Je kunt zelf bepalen hoe kronkelig
en heuvelachtig je de rit wilt hebben.
Tip: met Plan een spannende route stel je direct routes samen die je niet kunt opslaan in Mijn
routes.
Tip: spannende routes zijn standaard rondritten, maar je kunt eventueel ook een route naar een
bestemming plannen.
Een spannende rondrit met tussenstops plannen
Als je gewoon een stukje wilt gaan rijden, kun je met Plan een spannende route een rondrit
plannen over de interessantste wegen, vanaf je huidige locatie en via de tussenstops die je zelf
kiest. Je moet minstens één tussenstop kiezen om een spannende route samen te stellen.
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer Plan een spannende route.
De kaartweergave wordt geopend.
3. Verplaats de kaart en zoom in totdat je de plaats ziet waar je doorheen wilt rijden.
4. Maak een tussenstop door snel op de kaart te tikken.
14
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstop die je hebt gekozen.
Tip: de richting van de rondrit is willekeurig. Als je minstens twee tussenstops op je route hebt
ingesteld, kun je de rijrichting veranderen door de volgorde van de tussenstops aan te passen.
De rijrichting voor de geplande route wordt aangegeven met pijlen.
5. Als je meer tussenstops aan je route wilt toevoegen, verplaats je de kaart en selecteer je de
gewenste tussenstops.
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstops die je hebt gekozen.
Tip: selecteer de pop-upmenuknop om de volgorde van je tussenstops te wijzigen.
6. Bepaal hoe kronkelig en heuvelachtig de spannende route moet zijn.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor bochten te kiezen.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor hoogteverschillen te kiezen.
Je Rider plant een spannende rondrit via de tussenstops en met de kronkeligheid en heuvelachtigheid die je hebt gekozen.
7. Als je je spannende route hebt gepland, selecteer je Rijd.
Je route wordt weergegeven in de kaartweergave en de routebegeleiding wordt gestart. Zodra
je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
Een spannende route naar een bestemming plannen
Je kunt een route naar een bestemming plannen met de kaart. De route naar je bestemming loopt
via de interessantste wegen vanaf je huidige locatie.
15
Tip: je kunt ook een route naar een bestemming plannen en Kronkelroute kiezen als het
routetype.
1. Selecteer de hoofdmenuknop om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer Plan een spannende route.
De kaartweergave wordt geopend.
3. Selecteer een locatie door ongeveer een seconde op het scherm te drukken.
4. Selecteer de bestemmingsknop.
Je Rider plant een spannende route naar je gekozen bestemming.
5. Als je meer tussenstops aan je route wilt toevoegen, verplaats je de kaart en selecteer je de
gewenste tussenstops.
Je Rider plant een spannende route naar je bestemming via de tussenstops die je hebt gekozen.
Tip: selecteer de pop-upmenuknop om de volgorde van je tussenstops te wijzigen.
6. Bepaal hoe kronkelig en heuvelachtig de spannende route moet zijn.
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor bochten te kiezen.
16
Selecteer deze knop om een van de drie instellingen voor hoogteverschillen te kiezen.
Je Rider plant een spannende route via de tussenstops en met de kronkeligheid en heuvelachtigheid die je hebt gekozen.
7. Als je je spannende route hebt gepland, selecteer je Rijd.
Je route wordt weergegeven in de kaartweergave en de routebegeleiding wordt gestart. Zodra
je begint te rijden, wordt automatisch de reisbegeleidingsweergave getoond.
Ritstatistieken bekijken
Je Rider kan aangeven hoe ver, hoelang en met welke snelheid je hebt gereden.
Als je de ritstatistieken wilt weergeven, selecteer je Ritstatistieken in het hoofdmenu.
Selecteer een van de drie tabbladen om de statistieken voor de ritten van de huidige dag, je huidige
rit en voor al je ritten weer te geven.
Tip: Totaal bestaat uit de statistieken die zijn verzameld vanaf het moment dat het navigatiesysteem voor het eerst werd ingeschakeld.
Tip: bij grote afstanden wordt een punt aan de waarde toegevoegd; zo wordt 20047,64 kilometer
weergegeven als 20.047,6 km.
Statistieken voor je huidige rit
Je kunt de statistieken weergeven voor je huidige rit door het tabblad Sinds --/--/-- te selecteren.
Als je een nieuwe rit wilt starten, selecteer je de knop Wis rit, net zoals je de kilometerteller in
een auto weer op nul instelt.
Als je je motor tot stilstand hebt gebracht en daarna niet op de knop Wis rit drukt, lopen de
statistieken gewoon door en wordt de kilometerstand hoger als je weer gaat rijden. Dit betekent
dat je nauwkeurige statistieken krijgt voor ritten die meerdere dagen beslaan of voor meerdere
ritten op één dag.
Belangrijk: als je de fabrieksinstellingen herstelt, worden de waarden op het tabblad Totaal weer
op nul ingesteld!
Snelle instellingen gebruiken
Met Snelle instellingen kun je een reeks instellingen gemakkelijker gebruiken als je handschoenen
draagt.
Met Snelle instellingen kun je:
Gesproken instructies in- of uitschakelen.
Het volume dempen.
17
Schakelen tussen lichtere en donkerdere kleuren.
Het volume van de instructies aanpassen.
Zie Overige knoppen en Volumeregeling voor meer informatie.
Belangrijk: als je een headset gebruikt, is de volumeregeling mogelijk niet beschikbaar als je
headset geen ondersteuning biedt voor volumeregeling op afstand. In dat geval kun je het volume
aanpassen met de volumeknop op de headset.
Selecteer de knop Snelle instellingen in het hoofdmenu, de kaartweergave of de reisbegeleiding-
sweergave om Snelle instellingen te gebruiken.
Je ziet dan het onderstaande scherm met grote knoppen en volumeregeling:
Tip: als je handschoenen draagt, gebruik dan de plus- (+) en minknop (-) onder de volumeregelaar om het volume aan te passen, in plaats van de volumeregelaar naar links of rechts te
schuiven.
Een track registreren
Informatie over routes en tracks
De term 'route' omvat twee typen traject van de ene plaats naar de andere:
Routes hebben een begin- en een eindpunt, en optionele tussenstops ertussenin. Je navi-
gatiesysteem berekent het gewenste type traject tussen al deze punten, bijvoorbeeld het
snelste of het meest zuinige. Je kunt een route bewerken door bijvoorbeeld tussenstops toe te
voegen of het beginpunt te verplaatsen. Routes kunnen worden geïmporteerd, maar ze kunnen
op dit moment niet uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
18
Tracks hebben ook een begin- en eindpunt, maar ze hebben geen tussenstops. Je navigatiesys-
teem bevat echter een vast, kaartafhankelijk traject tussen deze punten en je navigatiesysteem
houdt dit vaste traject zo veel mogelijk aan. Je kunt tracks alleen bewerken met hulpmiddelen
als Tyre Pro of Garmin Basecamp. Tracks kunnen in je navigatiesysteem worden geïmporteerd
en uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tip: tracks hebben een gestippelde pijl!
Een track registreren
Je kunt tijdens het rijden een track registreren, met of zonder een vooraf geplande route. Na het
registreren kun je je track exporteren zodat je deze kunt delen met vrienden of kunt bekijken op
Tyre Pro.
Ga als volgt te werk om een track te registreren:
1. Selecteer Start registratie in het hoofdmenu.
Er verschijnt een rode stip rechtsonder op het scherm, die in eerste instantie drie keer knippert
om aan te geven dat registratie plaatsvindt. De stip blijft op het scherm staan totdat je de
registratie stopt.
2. Selecteer Stop registratie in het hoofdmenu.
3. Voer een naam voor je track in of gebruik de voorgestelde combinatie van datum en tijd als
naam.
4. Selecteer Sla op.
5. Je track wordt opgeslagen in Mijn routes.
Let op: je kunt tracks exporteren als GPX-bestanden en ze opslaan op een geheugenkaart,
zodat je ze met andere motorrijders kunt delen.
19
Routes delen
Tyre Pro installeren
Je kunt Tyre Pro® gebruiken om op je computer routes te zoeken, samen te stellen en te bewerken
voordat je ze uploadt naar je TomTom Rider.
Je krijgt als volgt gratis toegang tot Tyre Pro®:
1. Ga naar tomtom.com/getstarted en selecteer je land.
2. Sluit je Rider aan op de computer, koppel je navigatiesysteem aan je account en registreer je
bij ons.
3. Je ontvangt binnen 24 uur een e-mail met een unieke Tyre-code en -URL. Gebruik deze code en
URL om de Tyre Pro®-software te activeren en downloaden.
Informatie over routes en tracks
De term 'route' omvat twee typen traject van de ene plaats naar de andere:
Routes hebben een begin- en een eindpunt, en optionele tussenstops ertussenin. Je navi-
gatiesysteem berekent het gewenste type traject tussen al deze punten, bijvoorbeeld het
snelste of het meest zuinige. Je kunt een route bewerken door bijvoorbeeld tussenstops toe te
voegen of het beginpunt te verplaatsen. Routes kunnen worden geïmporteerd, maar ze kunnen
op dit moment niet uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tracks hebben ook een begin- en eindpunt, maar ze hebben geen tussenstops. Je navigatiesys-
teem bevat echter een vast, kaartafhankelijk traject tussen deze punten en je navigatiesysteem
houdt dit vaste traject zo veel mogelijk aan. Je kunt tracks alleen bewerken met hulpmiddelen
als Tyre Pro of Garmin Basecamp. Tracks kunnen in je navigatiesysteem worden geïmporteerd
en uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tip: tracks hebben een gestippelde pijl!
Informatie over GPX- en ITN-bestanden
GPX-bestanden (GPS eXchange-indeling)
GPX-bestanden bevatten een zeer gedetailleerde registratie van waar je op je route bent geweest,
inclusief off-road locaties. GPX-bestanden worden tracks nadat ze zijn geïmporteerd.
GPX-bestanden gebruiken
Met je GPX-bestand kun je verschillende dingen doen:
Gebruik Tyre Pro om je trackbestand weer te geven.
Exporteer het bestand naar een geheugenkaart en gebruik vervolgens je computer om het
bestand weer te geven met software als Google Earth.
20
Let op: bij het bekijken van je opname kan het zijn dat je geregistreerde GPS-locaties niet
altijd overeenkomen met de wegen. Dit kan verschillende redenen hebben. Ten eerste
probeert je navigatiesysteem de bestanden klein te houden waardoor er een klein verlies aan
gegevensnauwkeurigheid kan ontstaan. Ten tweede registreert je navigatiesysteem de
daadwerkelijke gegevens van de GPS-chip voor een nauwkeurige weergave van waar je bent
geweest, en niet wat je op je scherm te zien krijgt. Ten derde kan het zijn dat de software
waarmee je de registratie bekijkt de kaarten onjuist interpreteert.
Deel het bestand met vrienden door het te exporteren naar een geheugenkaart.
Let op: tracks kunnen worden geïmporteerd en geëxporteerd.
ITN-bestanden (TomTom's eigen reisplanbestandsindeling)
Een ITN-bestand bevat minder details dan een GPX-bestand. Een ITN-bestand kan maximaal 255
locaties bevatten, en dat is voldoende om een route nauwkeurig opnieuw samen te stellen.
ITN-bestanden worden routes nadat ze zijn geïmporteerd.
ITN-bestanden gebruiken
Met je ITN-bestand kun je verschillende dingen doen:
Je kunt een ITN-bestand importeren in je TomTom Rider, zodat je dezelfde route opnieuw kunt
afleggen en navigatie-instructies kunt krijgen.
Gebruik Tyre Pro om je route weer te geven.
Let op: routes kunnen worden geïmporteerd, maar niet geëxporteerd.
Routes en tracks importeren
Informatie over routes en tracks
De term 'route' omvat twee typen traject van de ene plaats naar de andere:
Routes hebben een begin- en een eindpunt, en optionele tussenstops ertussenin. Je navi-
gatiesysteem berekent het gewenste type traject tussen al deze punten, bijvoorbeeld het
snelste of het meest zuinige. Je kunt een route bewerken door bijvoorbeeld tussenstops toe te
voegen of het beginpunt te verplaatsen. Routes kunnen worden geïmporteerd, maar ze kunnen
op dit moment niet uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tracks hebben ook een begin- en eindpunt, maar ze hebben geen tussenstops. Je navigatiesys-
teem bevat echter een vast, kaartafhankelijk traject tussen deze punten en je navigatiesysteem
houdt dit vaste traject zo veel mogelijk aan. Je kunt tracks alleen bewerken met hulpmiddelen
als Tyre Pro of Garmin Basecamp. Tracks kunnen in je navigatiesysteem worden geïmporteerd
en uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tip: tracks hebben een gestippelde pijl!
Routes en tracks importeren
Je kunt twee soorten bestanden van je vrienden of van Tyre Pro importeren:
21
GPX-bestanden - deze worden tracks nadat ze zijn geïmporteerd.
ITN-bestanden - deze worden routes nadat ze zijn geïmporteerd.
Tip: ITN-bestanden zijn TomTom's eigen reisplanbestanden. Vrienden kunnen reisplanbestanden met je delen of je kunt ITN- en GPX-bestanden downloaden uit Tyre Pro.
Ga als volgt te werk om een of meer routes en tracks te importeren:
1. Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van je TomTom Rider.
Wanneer routes worden aangetroffen, wordt dit bevestigd met een bericht.
2. Selecteer OK.
3. Selecteer een of meer routes in de lijst op je geheugenkaart om te importeren.
Tip: als je alle routes wilt selecteren of deselecteren, druk je op de pop-upmenuknop.
4. Selecteer Importeer.
Het bericht Routes worden geïmporteerd wordt weergegeven. Je routes worden geïmporteerd
naar je navigatiesysteem.
5. Als je een bericht ziet dat je routes zijn geïmporteerd, kun je de geheugenkaart verwijderen.
6. Selecteer Mijn routes in het hoofdmenu om de geïmporteerde routes en tracks weer te geven.
Tracks exporteren
Informatie over routes en tracks
De term 'route' omvat twee typen traject van de ene plaats naar de andere:
Routes hebben een begin- en een eindpunt, en optionele tussenstops ertussenin. Je navi-
gatiesysteem berekent het gewenste type traject tussen al deze punten, bijvoorbeeld het
snelste of het meest zuinige. Je kunt een route bewerken door bijvoorbeeld tussenstops toe te
voegen of het beginpunt te verplaatsen. Routes kunnen worden geïmporteerd, maar ze kunnen
op dit moment niet uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tracks hebben ook een begin- en eindpunt, maar ze hebben geen tussenstops. Je navigatiesys-
teem bevat echter een vast, kaartafhankelijk traject tussen deze punten en je navigatiesysteem
houdt dit vaste traject zo veel mogelijk aan. Je kunt tracks alleen bewerken met hulpmiddelen
als Tyre Pro of Garmin Basecamp. Tracks kunnen in je navigatiesysteem worden geïmporteerd
en uit je navigatiesysteem worden geëxporteerd.
Tip: tracks hebben een gestippelde pijl!
Tracks exporteren
Je kunt tracks exporteren als GPX-bestanden en ze opslaan op een geheugenkaart, zodat je ze met
andere motorrijders kunt delen.
Ga als volgt te werk om een of meer tracks te exporteren:
1. Selecteer Mijn routes in het hoofdmenu.
2. Druk op de pop-upmenuknop en selecteer vervolgens Exporteer tracks.
Tip: je kunt ook in de kaartweergave een route selecteren en Exporteer tracks selecteren in
het pop-upmenu.
22
3. Selecteer een of meer routes in de lijst om te exporteren.
Let op: je kunt op dit moment alleen tracks exporteren uit je Rider.
Tip: als je alle routes voor export wilt selecteren of deselecteren, druk je op de
pop-upmenuknop.
4. Selecteer Exporteer.
Het bericht Routes worden geëxporteerd wordt weergegeven.
Tip: als je geheugenkaart niet genoeg ruimte heeft of als je kaart niet goed is geformatteerd,
wordt op het scherm hulpinformatie weergegeven waarmee je het probleem kunt oplossen.
5. Als je een bericht ziet dat je routes zijn geëxporteerd, kun je de geheugenkaart verwijderen en
je routes delen met andere motorrijders.
Let op: elke geëxporteerde route wordt opgeslagen als een GPX-bestand in de map TomTom
Routes op je geheugenkaart.
Het handschoenvriendelijke toetsenbord
Overschakelen op het handschoenvriendelijke toetsenbord
Het handschoenvriendelijke toetsenbord heeft grote knoppen waarmee je gemakkelijker opties kunt
selecteren als je motorhandschoenen draagt.
Zie Zoekopdrachten invoeren voor instructies voor het selecteren van verschillende toetsenbordindelingen.
Het handschoenvriendelijke toetsenbord gebruiken
Ga als volgt te werk, met de toets 'pqrs' als voorbeeld:
1. Tik een keer op de toets 'pqrs' om de eerste letter ('p') te selecteren.
Tip: als je nog een letter op dezelfde toets wilt selecteren, bijvoorbeeld 'p' gevolgd door 'r',
wacht dan een halve seconde voordat je de tweede letter selecteert.
2. Tik twee keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de tweede letter (bijvoorbeeld 'q') te
selecteren.
3. Tik drie keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de derde letter (bijvoorbeeld 'r') te
selecteren.
4. Tik vier keer snel achter elkaar op de toets 'pqrs' om de vierde letter ('s') te selecteren.
Als je het nog steeds lastig vindt om letters te selecteren als je handschoenen draagt, kun je het
volgende doen:
1. Houd de toets, bijvoorbeeld 'def' ingedrukt.
Nadat je de toets hebt aangeraakt, wordt het eerste teken weergegeven, in dit geval de letter
'd'.
2. Wacht tot de pop-up verschijnt.
3. Selecteer het gewenste teken, bijvoorbeeld 'f', in de pop-up.
4. Het geselecteerde teken 'f' vervangt de letter 'd' die eerst werd weergegeven.
23
Beschikbare toetsen
De onderstaande toetsen zijn beschikbaar als je je TomTom Traffic gebruikt in staande en liggende
weergave.
Bluetooth-verbindingen
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Bluetooth-verbindingen.
Een headset aansluiten
Selecteer Zoek naar headset en volg de instructies.
Zie ook: Een headset aansluiten
24
Het navigatiesysteem positioneren
Starten
Ga voorzichtig te werk bij het installeren van je Rider. De Rider mag het volgende niet blokkeren of
belemmeren:
Je zicht op de weg.
De bedieningselementen in je voertuig.
Je achteruitkijkspiegels.
De airbags.
Je moet je Rider gemakkelijk kunnen aanraken zonder je ver uit te rekken of voorover te leunen. In
een auto kun je je Rider bevestigen aan de voor- of zijruit, maar je kunt ook een dashboardmontageschijf gebruiken om de houder aan het dashboard te bevestigen.
Het navigatiesysteem in- en uitschakelen
Het navigatiesysteem inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop totdat het navigatiesysteem wordt gestart. Als het navigatiesysteem was
uitgeschakeld, zie je de kaartweergave. Als het navigatiesysteem in de slaapstand stond, zie je het
laatste scherm dat je hebt bekeken.
De slaapstand inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop en laat deze weer los als je de slaapstand wilt inschakelen.
Je kunt ook langer dan twee seconden op de Aan/Uit-knop drukken, totdat de knoppen Slaapstand
en Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Slaapstand als je de slaapstand wilt inschakelen.
Tip: als je de slaapstand wilt inschakelen wanneer de USB-kabel niet is bevestigd of het
navigatiesysteem van de houder wordt verwijderd, ga je naar Batterij-instellingen in het menu
Instellingen.
Het navigatiesysteem volledig uitschakelen
Als je het navigatiesysteem volledig wilt uitschakelen, ga je op een van de volgende manieren te
werk:
Houd de Aan/Uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt, totdat de knoppen Slaapstand en
Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Schakel uit als je het navigatiesysteem wilt
uitschakelen. Selecteer de knop voor het vorige scherm als je het navigatiesysteem niet wilt
uitschakelen.
Houd de Aan/Uit-knop langer dan vijf seconden ingedrukt, totdat het navigatiesysteem wordt
uitgeschakeld.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische
apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in
vliegtuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende
situaties opleveren.
25
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module gebruik deze dan niet in de nabijheid
van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons
verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Installatie
Opmerking: de taal die je kiest, wordt gebruikt voor alle tekst op het scherm. Je kunt de taal later
altijd wijzigen in Taal en eenheden van het menu Instellingen.
Als je je TomTom Rider voor het eerst inschakelt, moet je een aantal vragen beantwoorden om het
navigatiesysteem in te stellen. Beantwoord de vragen door het scherm aan te raken.
GPS-ontvangst
Als je de TomTom Rider voor het eerst start, kan het enkele minuten duren voordat je positie wordt
vastgesteld. Na deze eerste keer wordt je positie veel sneller gevonden.
Voor een goede satellietontvangst gebruik je je Rider buitenshuis en houd je het recht. Grote
objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren.
Belangrijk: QuickGPSFix bevat informatie over satellietposities, zodat je positie sneller kan worden
bepaald op je Rider. QuickGPSfix-informatie wordt in realtime naar Always Connected-navigatiesystemen verzonden en naar Smartphone Connected-navigatiesystemen wanneer ze met
TomTom Services zijn verbonden via je smartphone. Je kunt QuickGPSFix ook updaten met MyDrive.
Informatie naar TomTom verzenden
Wanneer je je navigatiesysteem voor het eerst gebruikt of Rider opnieuw hebt ingesteld, wordt je
door de Rider gevraagd om toestemming te geven zodat het systeem wat informatie kan verzamelen
over je gebruik van het navigatiesysteem. De gegevens worden opgeslagen op de Rider totdat we ze
ophalen. We gebruiken ze anoniem om onze producten en services te verbeteren. Als je gebruikmaakt van onze services, gebruiken we ook informatie over je locatie om de services aan je te
leveren.
Je kunt op elk gewenst moment je toestemming voor het verzenden van deze gegevens intrekken
door het volgende te doen:
1. Selecteer de knop Instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Systeem.
3. Selecteer Je gegevens.
4. Selecteer de knop om het verzenden van informatie in of uit te schakelen.
Let op: als je ervoor kiest geen informatie over je locatie naar ons te verzenden, ontvang je onze
services niet meer. Dit komt doordat services de locatie van je navigatiesysteem naar TomTom
moeten verzenden om de verkeersinformatie te ontvangen voor de locatie waar je je bevindt. De
einddatum van je abonnement verandert niet, ook niet als je deze gegevens niet naar ons
verzendt.
Extra informatie
Wanneer je vermoedt dat je gegevens niet worden gebruikt voor het doel waarvoor je deze aan
TomTom hebt verstrekt, neem je contact met ons op via tomtom.com/support.
Ga voor de meest recente en meer gedetailleerde informatie naar tomtom.com/privacy.
Sleuf voor geheugenkaart
Bepaalde TomTom-navigatiesystemen hebben een sleuf voor geheugenkaarten die zich bevindt aan
de zijkant of de onderkant van het navigatiesysteem.
26
Voordat je de sleuf voor geheugenkaarten gebruikt, controleer je of je de nieuwste versie van de
applicatie hebt geïnstalleerd op je navigatiesysteem door op een computer verbinding te maken
met MyDrive.
Als je Rider up-to-date is, kun je een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte om extra
kaarten, tracks of routes toe te voegen aan je navigatiesysteem. Je kunt kaarten aanschaffen via
tomtom.com.
Navigatiesysteem start niet op
In enkele gevallen komt het voor dat je TomTom Rider niet correct start of niet meer reageert
wanneer je het scherm aanraakt.
Controleer in dat geval eerst of de batterij is opgeladen. Voor het opladen van de batterij sluit je je
Rider aan op de auto-oplader. Afhankelijk van het type navigatiesysteem kan het 3 - 5 uur duren
voordat de batterij volledig is opgeladen.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, kun je het navigatiesysteem resetten. Houd hiertoe
de Aan/Uit-knop ingedrukt totdat de Rider opnieuw wordt opgestart.
Je navigatiesysteem opladen
De batterij in je TomTom Rider wordt opgeladen wanneer je het systeem aansluit op de auto-oplader, op je computer of een USB-thuisoplader.
Je wordt gewaarschuwd wanneer het batterijniveau laag of kritiek is. Je verliest je verbinding met
sommige TomTom Services wanneer het batterijniveau laag is of de batterij bijna leeg is. Wanneer
de batterij leeg is, schakelt de Rider over naar de slaapstand.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je Rider. Andere USB-kabels
werken mogelijk niet naar behoren.
Omgaan met de Rider
Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met je navigatiesysteem:
Open onder geen enkele voorwaarde de behuizing van je navigatiesysteem. Dit kan gevaarlijk
zijn en hierdoor vervalt je aanspraak op garantie.
Veeg het scherm van je navigatiesysteem af of droog het met een zachte doek. Gebruik geen
vloeibare schoonmaakmiddelen.
27
Informatie over TomTom Services
Verbinding maken met TomTom Services
TomTom Services geeft je realtime informatie over verkeer en flitsers op je route.
Voor Smartphone Connected-navigatiesystemen wordt je huidige mobiele-data-abonnement gebruikt
voor services zoals TomTom Traffic en TomTom Flitsers door via Bluetooth® verbinding met je
smartphone te maken. Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
Voor TomTom Services op je Rider heb je de volgende items nodig:
Een Rider.
Een smartphone met een data-abonnement van een mobiele serviceprovider.
Een MyTomTom-account.
Als je TomTom Services gebruikt, betekent dit dat er via je serviceprovider gegevens worden
verzonden naar en ontvangen door je telefoon.
Belangrijk: er worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht als je internet op je telefoon
gebruikt, vooral als je je buiten het gebied bevindt dat door je gegevensabonnement wordt gedekt.
Neem contact op met je serviceprovider voor meer informatie.
Let op: TomTom Services zijn niet in alle landen of regio's beschikbaar en niet alle services zijn
beschikbaar in alle landen of regio's. Voor meer informatie over de services die in elke regio
beschikbaar zijn, ga je naar tomtom.com/services.
Smartphone Connected-navigatiesystemen
Sommige TomTom-navigatiesystemen gebruiken je telefoon om verbinding te maken met TomTom
Services, zodat je realtime verkeers- en veiligheidswaarschuwingen kunt ontvangen van TomTom.
Je telefoon moet geschikt zijn voor het navigatiesysteem en je moet beschikken over een
gegevensabonnement van een serviceprovider. Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
Als je TomTom Services gebruikt, betekent dit dat er via je serviceprovider gegevens worden
verzonden naar en ontvangen door je telefoon.
Belangrijk: er worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht als je internet op je telefoon
gebruikt, vooral als je je buiten het gebied bevindt dat door je gegevensabonnement wordt gedekt.
Neem contact op met je serviceprovider voor meer informatie.
PAN (Personal Area Network)
De internetverbinding van je telefoon wordt gedeeld via de geïntegreerde Bluetooth- en
PAN-functies (Personal Area Network) van de telefoon.
Afhankelijk van het besturingssysteem van je telefoon heeft dit netwerk (of PAN) een van de
volgende namen:
Persoonlijke hotspot
Tethering of Bluetooth-tethering
Tether of Bluetooth Tether
28
De PAN-functie maakt waarschijnlijk al deel uit van het besturingssysteem van je telefoon. Als dat
Er is geen verbinding met Bluetooth.
niet het geval is, kun je een app downloaden om een PAN te maken.
Let op: bepaalde mobiele serviceproviders staan hun gebruikers niet toe om een PAN te
gebruiken. Als je telefoon geen PAN-functie heeft, neem je contact op met je serviceprovider
voor meer informatie.
Raadpleeg de verkorte handleiding bij je telefoon als je de instellingen niet kunt vinden.
Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
Verbinding met TomTom Services maken via je smartphone
Ga als volgt te werk om Rider aan te sluiten op je telefoon:
1. Selecteer Activeer Traffic in het hoofdmenu.
2. Selecteer Activeer.
3. Als je hierom wordt gevraagd, selecteer je Ja als je ermee akkoord gaat dat er informatie wordt
verzonden naar TomTom.
Opmerking: je kunt TomTom Services alleen gebruiken als je ermee akkoord gaat dat er
informatie wordt verzonden naar TomTom.
4. Volg de instructies op het navigatiesysteem over het inschakelen van een PAN (Personal Area
Network) op je smartphone.
5. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
6. Selecteer de pijl voor het volgende scherm op je navigatiesysteem.
Er wordt gezocht naar je telefoon.
Tip: als je smartphone niet kan worden gevonden, controleer je of je smartphone nog wel
vindbaar of zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten. Selecteer Zoek naar telefoons in
het pop-upmenu om weer naar je telefoon te zoeken.
7. Selecteer je telefoon in de lijst op je navigatiesysteem.
Je navigatiesysteem maakt verbinding met TomTom Services via de internetverbinding van je
telefoon.
8. Maak een nieuw MyTomTom-account aan of meld je aan bij je MyTomTom-account.
Tip: als je al in het bezit bent van een TomTom-navigatiesysteem, raden we je aan om voor je
Rider een nieuw MyTomTom-account te openen met een ander e-mailadres.
TomTom Services zijn nu beschikbaar.
Tip: je kunt ook verbinding maken met services door Connected Services te selecteren in het
hoofdmenu, gevolgd door Traffic en Flitsers of Traffic en Gevarenzones.
Opnieuw verbinding maken met je smartphone
Je hoeft niets te doen om opnieuw verbinding te maken tussen Rider en je telefoon.
Rider onthoudt je telefoon en vindt deze automatisch wanneer je PAN (Personal Area Network) en
Bluetooth hebt ingeschakeld en je je binnen het bereik van je navigatiesysteem bevindt.
Het Bluetooth-pictogram boven aan het scherm van het hoofdmenu geeft de status van de
Bluetooth-verbinding aan:
29
Er wordt verbinding gemaakt met Bluetooth. Er wordt geprobeerd
automatisch verbinding te maken met je telefoon.
Er is verbinding met Bluetooth. Je navigatiesysteem heeft verbinding met
je telefoon.
Als je verbinding wilt maken met een andere telefoon, moet je PAN (Personal Area Network) en
Bluetooth inschakelen op die telefoon. Laat je navigatiesysteem vervolgens zoeken naar de
telefoon.
Verbinding met TomTom Services maken via een andere smartphone
1. Volg de instructies op het navigatiesysteem over het inschakelen van een PAN (Personal Area
Network) op je smartphone.
2. Schakel Bluetooth in op je smartphone.
3. Selecteer Connected Services in het hoofdmenu.
4. Selecteer Traffic en Flitsers of Traffic en Gevarenzones.
5. Selecteer de pop-upmenuknop en selecteer vervolgens Zoek naar telefoons.
Er wordt gezocht naar je smartphone.
Tip: als je smartphone niet kan worden gevonden, controleer je of je smartphone nog wel
vindbaar of zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
6. Selecteer je smartphone in de lijst met smartphones op het navigatiesysteem.
Je navigatiesysteem maakt verbinding met TomTom Services via de internetverbinding van je
smartphone.
7. Meld je aan bij je MyTomTom-account.
TomTom Services zijn nu beschikbaar.
Telefoons verwijderen
1. Selecteer Connected Services in het hoofdmenu.
2. Selecteer Traffic en Flitsers of Traffic en Gevarenzones.
3. Selecteer de pop-upmenuknop en selecteer vervolgens Verwijder telefoons.
4. Selecteer de telefoon die je wilt verwijderen.
5. Selecteer Verwijder.
Je telefoon wordt verwijderd.
Tip: als je alle verbonden telefoons wilt verwijderen, kun je geen TomTom Services meer
gebruiken.
Kan geen verbinding maken
Controleer de status van de internetverbinding door Connected Services in het hoofdmenu te
selecteren. Als de verbindingsstatus 'offline' wordt aangegeven, selecteer je Offline en volg je de
instructies.
Als je Rider geen verbinding kan maken met je telefoon of als je geen internetverbinding hebt,
controleer je ook het volgende:
Of je telefoon wordt weergegeven op je Rider.
Of Bluetooth is ingeschakeld op je telefoon.
Of het PAN (Personal Area Network) van je telefoon is ingeschakeld. (Het PAN wordt ook wel
persoonlijke hotspot, Tethering of Bluetooth-tethering genoemd.)
30
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.