Verbinden met internet met behulp van MyDrive Connect .............................................. 167
TomTom-account 169
Addendum 170
Kennisgevingen over copyright 176
6
Welkom bij navigatie met TomTom
In deze gebruikershandleiding vind je alles wat je moet weten over je nieuwe TomTom GO
PROFESSIONAL.
We raden je aan om het hoofdstuk Starten te lezen voor informatie over hoe je aan de slag kunt
gaan met je systeem en hoe je het in je voertuig kunt installeren.
Vervolgens wil je waarschijnlijk verbinding maken met TomTom Services. Je kunt hier alles over
lezen in het hoofdstuk Verbinding maken met TomTom Services. Je kunt TomTom Services zelfs
gebruiken op je dagelijkse routes. Dit helpt je om vertragingen te vermijden en je bestemming
sneller te bereiken.
Zodra je hebt rondgekeken in je nieuwe GO PROFESSIONAL, verbind je deze met Wi-Fi® en
controleer je of er nieuwe updates beschikbaar zijn om te installeren. We zijn altijd bezig onze
kaarten en software te verbeteren, dus controleer regelmatig op updates.
Je moet je nieuwe GO PROFESSIONAL instellen voor het type voertuig dat je rijdt. Ga naar Je
voertuigtype instellen voor meer informatie over routeplanning voor vrachtwagens, bussen en typen
voertuigen.
In Snel zoeken en Stapsgewijs zoeken staat beschreven hoe je kunt zoeken naar adressen, nuttige
plaatsen en contactpersonen. Beide zoektypen geven hetzelfde resultaat, dus kies het zoektype dat
je het gebruiksvriendelijkst vindt.
Ga naar Inhoud van het scherm voor informatie over wat je op het systeem ziet.
Om je eerste route te plannen, ga je naar Een route plannen.
Tip: op tomtom.com/support vind je antwoorden op veelgestelde vragen. Selecteer je product-
model in de lijst of voer een zoekopdracht in.
Tip: op ons YouTube-kanaal vind je verschillende video's die je meer leren over je nieuwe
TomTom GO PROFESSIONAL en andere TomTom-producten. Ga naar
www.youtube.com/user/TomTomOfficial/videos voor meer informatie!
Veel leesplezier en vooral veel plezier met je nieuwe GO PROFESSIONAL!
7
Starten
In de auto installeren
Gebruik de meegeleverde houder om je TomTom GO PROFESSIONAL in je voertuig te bevestigen.
Lees de instructies voor het positioneren van je navigatiesysteem voordat je je GO PROFESSIONAL
bevestigt.
Bevestig je GO PROFESSIONAL als volgt:
1. Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de houder. Als de houder is ingebouwd in je GO
PROFESSIONAL, sluit je de USB-kabel hierop aan.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je GO PROFESSIONAL.
Andere USB-kabels werken mogelijk niet naar behoren.
2. Sluit de USB-kabel aan op de USB-auto-oplader en steek deze in de voedingsbron op het
dashboard.
3. Kies op de voorruit of een zijruit de beste egale plaats om je TomTom GO PROFESSIONAL te
bevestigen.
Tip: als de houder is geïntegreerd in je GO PROFESSIONAL, kun je het navigatiesysteem eenvoudig draaien. Druk op de knop aan de achterkant van het navigatiesysteem om de houder los
te maken. Schuif de houder vervolgens weg. Plaats de houder terug aan de andere kant van
het navigatiesysteem.
4. Zorg ervoor dat zowel de zuignap op de houder als de voorruit schoon en droog zijn.
5. Duw de zuignap van de houder stevig vast tegen de voorruit.
6. Draai vervolgens de rubberen greep bij de basis van de houder naar rechts totdat je voelt dat
deze vergrendeld is.
7. Als je houder niet is ingebouwd in je GO PROFESSIONAL, plaats je je GO PROFESSIONAL in de
houder en zorg je ervoor dat deze vastklikt.
Zelfklevende schijven voor op het dashboard zijn als accessoire bij je GO PROFESSIONAL
verkrijgbaar. Voor meer informatie ga je naar tomtom.com/accessories.
Het apparaat positioneren
Ga voorzichtig te werk bij het installeren van je GO PROFESSIONAL. De GO PROFESSIONAL mag het
volgende niet blokkeren of belemmeren:
Je zicht op de weg.
De bedieningselementen in je voertuig.
Je achteruitkijkspiegels.
De airbags.
Je moet je GO PROFESSIONAL gemakkelijk kunnen aanraken zonder je ver uit te rekken of voorover
te leunen. In een auto kun je je GO PROFESSIONAL bevestigen aan de voor- of zijruit, maar je kunt
ook een dashboardmontageschijf gebruiken om de houder aan het dashboard te bevestigen.
8
Het navigatiesysteem in- en uitschakelen
Het navigatiesysteem inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop totdat het navigatiesysteem wordt gestart. Als het navigatiesysteem was
uitgeschakeld, zie je de kaartweergave. Als het navigatiesysteem in de slaapstand stond, zie je het
laatste scherm dat je hebt bekeken.
De slaapstand inschakelen
Druk op de Aan/Uit-knop en laat deze weer los als je de slaapstand wilt inschakelen.
Je kunt ook langer dan twee seconden op de Aan/Uit-knop drukken, totdat de knoppen Slaapstand
en Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Slaapstand als je de slaapstand wilt inschakelen.
Tip: als je de slaapstand wilt inschakelen wanneer de USB-kabel niet is bevestigd of het
navigatiesysteem van de houder wordt verwijderd, ga je naar Batterij-instellingen in het menu
Instellingen.
Het navigatiesysteem volledig uitschakelen
Als je het navigatiesysteem volledig wilt uitschakelen, ga je op een van de volgende manieren te
werk:
Houd de Aan/Uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt, totdat de knoppen Slaapstand en
Schakel uit worden weergegeven. Selecteer Schakel uit als je het navigatiesysteem wilt
uitschakelen. Selecteer de knop voor het vorige scherm als je het navigatiesysteem niet wilt
uitschakelen.
Houd de Aan/Uit-knop langer dan vijf seconden ingedrukt, totdat het navigatiesysteem wordt
uitgeschakeld.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische
apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in
vliegtuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende
situaties opleveren.
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module, gebruik deze dan niet in de nabijheid
van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons
verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Installatie
Opmerking: de taal die je kiest, wordt gebruikt voor alle tekst op het scherm. Je kunt de taal later
altijd wijzigen in Taal en eenheden van het menu Instellingen.
Als je je TomTom GO PROFESSIONAL voor het eerst inschakelt, moet je een aantal vragen
beantwoorden om het navigatiesysteem in te stellen. Beantwoord de vragen door het scherm aan te
raken.
GPS-ontvangst
Als je de TomTom GO PROFESSIONAL voor het eerst start, kan het enkele minuten duren voordat je
positie wordt vastgesteld. Na deze eerste keer wordt je positie veel sneller gevonden.
Voor een goede satellietontvangst gebruik je je GO PROFESSIONAL buitenshuis en houd je het recht.
Grote objecten, zoals hoge gebouwen, kunnen de ontvangst soms verstoren.
9
Belangrijk: QuickGPSFix bevat informatie over satellietposities, zodat je positie sneller kan worden
bepaald op je GO PROFESSIONAL. QuickGPSFix-informatie wordt gedownload wanneer je systeem is
verbonden met internet via een willekeurige methode (Wi-Fi, GPRS, smartphone of USB).
Informatie naar TomTom sturen
Wanneer je je navigatiesysteem voor het eerst gebruikt of GO PROFESSIONAL opnieuw hebt
ingesteld, wordt je door de GO PROFESSIONAL gevraagd om toestemming te geven zodat het
systeem wat informatie kan verzamelen over je gebruik van het navigatiesysteem. De gegevens
worden opgeslagen op de GO PROFESSIONAL totdat we ze ophalen. We gebruiken ze anoniem om
onze producten en services te verbeteren. Als je gebruikmaakt van onze services, gebruiken we ook
informatie over je locatie om de services aan je te leveren.
Je kunt op elk gewenst moment je toestemming voor het verzenden van deze gegevens intrekken
door het volgende te doen:
1. Selecteer de knop Instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Systeem.
3. Selecteer Je gegevens en privacy.
4. Selecteer de knop om het verzenden van informatie in of uit te schakelen.
Let op: als je ervoor kiest geen informatie over je locatie naar ons te verzenden, ontvang je onze
services niet meer. Dit komt doordat services de locatie van je navigatiesysteem naar TomTom
moeten verzenden om de verkeersinformatie te ontvangen voor de locatie waar je je bevindt. De
einddatum van je abonnement verandert niet, ook niet als je deze gegevens niet naar ons
verzendt.
Ga voor de meest recente en meer gedetailleerde informatie naar tomtom.com/privacy.
Sleuf voor geheugenkaart
Bepaalde TomTom-navigatiesystemen hebben een sleuf voor geheugenkaarten die zich bevindt aan
de zijkant of de onderkant van het navigatiesysteem.
Voordat je de sleuf voor geheugenkaarten gebruikt, controleer je of je navigatiesysteem beschikt
over de meest recente geïnstalleerde softwareversie door Updates en nieuwe items te selecteren
in het menu Instellingen.
Als je GO PROFESSIONAL up-to-date is, kun je een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte
om gedownloade kaarten of routes en tracks te bewaren op je systeem.
Belangrijk: routes en tracks kunnen niet op dezelfde geheugenkaart worden opgeslagen als kaarten,
omdat er een andere formattering van de geheugenkaart wordt gebruikt.
Systeem start niet op
In enkele gevallen komt het voor dat je TomTom GO PROFESSIONAL niet correct start of niet meer
reageert wanneer je het scherm aanraakt.
Controleer in dat geval eerst of de batterij is opgeladen. Voor het opladen van de batterij sluit je je
GO PROFESSIONAL aan op de auto-oplader. Afhankelijk van het type navigatiesysteem kan het 3–5
uur duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
Belangrijk: laad je systeem niet op via de USB-poort van je voertuig. Deze heeft niet genoeg
vermogen.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, kun je het navigatiesysteem resetten. Houd hiertoe
de Aan/Uit-knop ingedrukt totdat de GO PROFESSIONAL opnieuw wordt opgestart.
10
Je systeem opladen
De batterij van je TomTom GO PROFESSIONAL wordt opgeladen wanneer je het systeem aansluit op
de TomTom-auto-oplader, op je computer of een USB-thuisoplader.
Belangrijk: laad je systeem niet op via de USB-poort van je voertuig. Deze heeft niet genoeg
vermogen.
Je wordt gewaarschuwd wanneer het batterijniveau laag of kritiek is. Je verliest je verbinding met
sommige TomTom Services wanneer het batterijniveau laag is of de batterij bijna leeg is. Wanneer
de batterij leeg is, schakelt de GO PROFESSIONAL over naar de slaapstand.
Belangrijk: op de START 42/52, START 40/50/60 GO 51/61 wordt de helderheid van het scherm
bewust gedempt wanneer je het systeem aansluit op een computer. De helderheid van het scherm
wordt ook gedempt als je een oplader van een ander merk gebruikt die niet genoeg vermogen biedt
tijdens het opladen.
Let op: gebruik UITSLUITEND de USB-kabel die werd meegeleverd bij je GO PROFESSIONAL.
Andere USB-kabels werken mogelijk niet naar behoren.
Omgaan met de GO PROFESSIONAL
Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met je navigatiesysteem:
Open onder geen enkele voorwaarde de behuizing van je navigatiesysteem. Dit kan gevaarlijk
zijn en hierdoor vervalt je aanspraak op garantie.
Veeg het scherm van je navigatiesysteem af of droog het met een zachte doek. Gebruik geen
vloeibare schoonmaakmiddelen.
11
TomTom Services
Informatie over TomTom Services
Een GO PROFESSIONAL maakt op een van de volgende twee manieren verbinding met TomTom
Services, afhankelijk van het model:
Met een permanente verbinding, rechtstreeks vanuit je GO PROFESSIONAL. Deze navigatiesys-
temen worden 'Always Connected'-navigatiesystemen genoemd.
Met een verbinding via je smartphone. Deze navigatiesystemen worden 'Smartphone Connect-
ed'-navigatiesystemen genoemd.
Om TomTom Services op je GO PROFESSIONAL te krijgen, heb je de volgende items nodig:
Een GO PROFESSIONAL.
Een smartphone met een data-abonnement van een mobiele serviceprovider.
De TomTom MyDrive-app voor iOS of Android op je smartphone.
Een TomTom-account.
Als je TomTom Services gebruikt, betekent dit dat er via je serviceprovider gegevens worden
verzonden naar en ontvangen door je telefoon.
Belangrijk: er worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht als je internet op je telefoon
gebruikt, vooral als je je buiten het gebied bevindt dat door je gegevensabonnement wordt gedekt.
Neem contact op met je serviceprovider voor meer informatie.
Let op: TomTom Services zijn niet op alle GO PROFESSIONAL-systemen beschikbaar.
Let op: TomTom Services zijn niet in alle landen of regio's beschikbaar en niet alle services zijn
beschikbaar in alle landen of regio's. Ga naar tomtom.com/services voor meer informatie over de
services die in elke regio beschikbaar zijn.
Traffic en Flitsers
TomTom Services geeft je realtime informatie over verkeer en flitsers op je route.
Zodra je systeem verbinding heeft met internet EN je akkoord bent gegaan met de machtigingen
voor gegevens en privacy, ontvangt je systeem verkeersinformatie en updates over vaste en mobiele
flitslocaties.
Voor meer informatie over abonnementen voor Traffic en flitsers, open je het Help-scherm en
selecteer je Info.
Als je de status van je Traffic-verbinding wilt controleren, kijk je rechtsboven in het Hoofdmenu.
Als je GO PROFESSIONAL niet is verbonden met Traffic, wordt het Traffic-symbool weergegeven met
een kruis.
MyDrive
Met MyDrive heb je controle over je systeem en kun je de volgende dingen doen:
Selecteer een bestemming op je computer, tablet of telefoon en stuur deze naar je systeem.
Synchroniseer je plaatsen en routes met al je systemen.
Houd al je gegevens veilig.
12
En meer...
Raadpleeg voor meer informatie Synchroniseren met TomTom MyDrive of ga naar
mydrive.tomtom.com.
Om automatisch synchroniseren met behulp van MyDrive in te schakelen, selecteer je Instellingen
en vervolgens MyDrive. Maak verbinding met internet via een van de drie methoden en meld je aan
bij je TomTom-account.
Let op: sommige TomTom Services zijn mogelijk niet beschikbaar op je huidige locatie.
13
Verbinding maken met een smartphone
Waarom is het handig een smartphone te verbinden met mijn systeem?
Verbind je smartphone met je TomTom GO PROFESSIONAL om deze functies te gebruiken:
TomTom Services
Ontvang realtime verkeersinformatie, flitserupdates en MyDrive via de dataverbinding van je
telefoon. Deze functie verbruikt circa 7 MB aan data per maand.
Opmerking: alleen Smartphone Connected-systemen. Always Connected-systemen ontvangen
services via GPRS.
Handsfree-gesprekken
Gesprekken ontvangen en plaatsen op je GO PROFESSIONAL.
Smartphoneberichten
Sms en berichten van andere berichten-apps op je smartphone worden weergegeven op je GO
PROFESSIONAL. Je kunt berichten laten voorlezen, zodat je je ogen op de weg kunt houden.
Spraakherkenning smartphone
Krijg volledige toegang tot de spraakherkenning op je telefoon. Tik op de telefoonknop in de
kaartweergave of reisbegeleidingsweergave om met Siri of Google Now™ te praten.
Je telefoon verbinden met of zonder de MyDrive-app
Je kunt ervoor kiezen om je iOS- of Android-telefoon te koppelen met je systeem door middel van
de MyDrive-app of alleen via Bluetooth®.
Als je verbinding maakt via de MyDrive-app kun je gebruikmaken van de bovenstaande functies. Als
je alleen via Bluetooth verbinding maakt, is de functie voor smartphoneberichten niet beschikbaar.
Verbinding maken met een smartphone
Je wordt gevraagd je smartphone te verbinden wanneer je je TomTom GO PROFESSIONAL voor de
eerste keer start of nadat je je GO PROFESSIONAL hebt gereset.
Tip: je kunt meer dan één telefoon verbinden met je GO PROFESSIONAL.
Je telefoon verbinden via de MyDrive-app
1. Download en installeer de TomTom MyDrive-app op je smartphone. Ga hiervoor naar
tomtom.com/mydriveapp.
2. Open de MyDrive-app. Als je niet wordt gevraagd om je telefoon te verbinden, tik je op het
symbool van het systeem. Dit staat naast de zoekbalk op het hoofdscherm van de app.
3. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
4. Open het hoofdmenu op je TomTom GO PROFESSIONAL en selecteer Instellingen.
14
5. Selecteer Bluetooth.
6. Selecteer Voeg telefoon toe.
7. Volg de stappen in de app en op je GO PROFESSIONAL om je telefoon met je GO PROFESSIONAL
te verbinden.
De belgeschiedenis en favoriete contactpersonen op je telefoon worden geïmporteerd in je
navigatiesysteem.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt dit pictogram weergegeven
in de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Je kunt eenvoudig de telefoonfuncties die je in Bluetooth wilt gebruiken, wijzigen in het menu
Instellingen.
Verbinding maken met je telefoon met alleen Bluetooth
Als je alleen via Bluetooth verbinding maakt, is de functie voor smartphoneberichten niet
beschikbaar.
1. Schakel Bluetooth in op je telefoon en controleer of de telefoon vindbaar is.
2. Schakel Personal Area Network (PAN) in op je telefoon.
3. Open het hoofdmenu op je systeem en selecteer Instellingen.
4. Selecteer Bluetooth.
5. Selecteer Voeg telefoon toe.
6. Selecteer het vraagteken rechtsonder op het scherm.
7. Selecteer Wil je de app niet gebruiken? Volg deze instructies.
8. Ga op je telefoon naar de Bluetooth-instellingen. Wacht tot je TomTom-systeem wordt
weergegeven in de lijst op je telefoon. Tik erop om de koppeling tot stand te brengen.
9. Selecteer Koppel op je systeem om akkoord te gaan met het koppelingsverzoek van je telefoon.
Als je een iPhone hebt, moet je ook akkoord gaan met het tweede koppelingsverzoek.
10. Selecteer OK.
De belgeschiedenis en favoriete contactpersonen op je telefoon worden geïmporteerd in je
navigatiesysteem.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt dit pictogram weergegeven
in de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Een smartphone loskoppelen
Je kunt de verbinding met je telefoon op de volgende manieren verbreken:
Schakel Bluetooth uit op je telefoon.
Schakel je GO PROFESSIONAL uit of reset je systeem.
15
Selecteer Bluetooth in het menu Instellingen. Selecteer je telefoon. Selecteer Verbreek
koppeling om de verbinding tussen je systeem en je telefoon te verbreken.
Verwijder je systeem uit de lijst van met via Bluetooth gekoppelde systemen als je het
permanent wilt verwijderen.
Opnieuw verbinding maken met een smartphone
Je GO PROFESSIONAL onthoudt je telefoon en vindt deze automatisch wanneer Bluetooth op je
telefoon is ingeschakeld en de telefoon binnen het bereik van je navigatiesysteem is.
Tip: open de MyDrive-app om de functie voor smartphoneberichten te gebruiken.
Als je telefoon is aangesloten en handsfree bellen is ingeschakeld, wordt deze knop weergegeven in
de kaart- of reisbegeleidingsweergave:
Je GO PROFESSIONAL synchroniseert opnieuw je belgeschiedenis en de contactpersonen op je
telefoon.
Als er geen verbinding met je mobiele telefoon is, zie je een Bluetooth-symbool in de kaart- of
reisbegeleidingsweergave.
Kan geen verbinding maken
Ga als volgt te werk om de verbindingsstatus van je telefoon te controleren:
1. Selecteer Bluetooth in het menu Instellingen.
De functies die momenteel zijn verbonden, worden vermeld naast je telefoon.
2. Als er geen functies worden weergegeven, selecteer je de telefoon waarmee je verbinding wilt
maken.
3. Zorg ervoor dat alle schakelaars zijn ingeschakeld of selecteer de optie voor meer informatie
over hoe je verbinding moet maken.
Als je GO PROFESSIONAL geen verbinding kan maken met je telefoon of als je geen internetverbinding hebt, controleer je ook het volgende:
Of je telefoon wordt weergegeven op je GO PROFESSIONAL.
Of Bluetooth is ingeschakeld op je telefoon.
Of het data-abonnement bij je serviceprovider actief is en of je toegang tot internet hebt op je
telefoon.
PAN (Personal Area Network)
Alleen Smartphone Connected-systemen
De internetverbinding van je telefoon wordt gedeeld via de geïntegreerde Bluetooth®- en
PAN-functies (Personal Area Network) van de telefoon.
Afhankelijk van het besturingssysteem van je telefoon heeft dit netwerk (of PAN) een van de
volgende namen:
Persoonlijke hotspot
Tethering of Bluetooth-tethering
Tether of Bluetooth Tether
De PAN-functie maakt waarschijnlijk al deel uit van het besturingssysteem van je telefoon. Als dat
niet het geval is, kun je een app downloaden om een PAN te maken.
16
Let op: bepaalde mobiele serviceproviders staan hun gebruikers niet toe om een PAN te
gebruiken. Als je telefoon geen PAN-functie heeft, neem je contact op met je serviceprovider
voor meer informatie.
Raadpleeg de verkorte handleiding bij je telefoon als je de instellingen niet kunt vinden.
Ga naar tomtom.com/connect voor meer informatie.
17
Wi-Fi-verbinding
Informatie over Wi-Fi®
De eenvoudigste manier om je kaarten, software en de content van je systeem te beheren is via een
Wi-Fi-verbinding.
Je systeem kan worden bijgewerkt via Wi-Fi zonder het aan te sluiten op een computer. Je systeem
onthoudt Wi-Fi-netwerken waarmee het eerder verbinding heeft gehad, zodat het altijd up-to-date
wordt gehouden als het binnen dat netwerk is.
Zorg ervoor dat je toegang hebt tot een Wi-Fi-netwerk zonder beperkingen, zoals je persoonlijke
thuisnetwerk. Houd er rekening mee dat bijwerken via een openbaar Wi-Fi-netwerk, zoals in een
luchthaven of hotel, niet is aanbevolen omdat de updates groot kunnen zijn en de netwerkverbinding mogelijk niet stabiel is.
Tip: als je geen toegang hebt tot een Wi-Fi-netwerk of als je Wi-Fi-netwerk langzaam is of niet
stabiel, kun je ook een USB-aansluiting gebruiken om de update via MyDrive Connect op je
computer uit te voeren.
Verbinding maken met Wi-Fi
Let op: Wi-Fi-verbindingen waarvoor aanmelden in een webbrowser is vereist, worden niet
ondersteund op de GO PROFESSIONAL. Dit type Wi-Fi-verbindingen vind je regelmatig op openbare
plaatsen, bijvoorbeeld in hotels, winkels en restaurants.
Als je verbinding wilt maken met een Wi-Fi-netwerk ga je als volgt te werk:
1. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Wi-Fi.
Je ziet een lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken en opgeslagen Wi-Fi-netwerken die momenteel buiten bereik zijn.
Tip: scrol omlaag om naar de lijst met opgeslagen netwerken te gaan die buiten bereik zijn.
2. Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee je verbinding wilt maken. Als het netwerk veilig is, voer
je het wachtwoord in. Als er geen wachtwoord is vereist, wordt je meteen verbonden.
Tip: zie voor geavanceerde opties voor Wi-Fi-netwerken het gedeelte Wi-Fi in het menu
Instellingen.
3. Selecteer OK en vervolgens Maak verbinding.
Het kan even duren voordat je systeem verbonden is met het Wi-Fi-netwerk. Als het te lang
duurt, controleer je de referenties die je hebt gebruikt voor het Wi-Fi-netwerk.
Zodra je systeem verbonden is met het Wi-Fi-netwerk, wordt de status Verbonden weergegeven
onder de naam van het Wi-Fi-netwerk.
18
Een Wi-Fi-netwerk vergeten
Als je een Wi-Fi-netwerk in de lijst met beschikbare netwerken wilt vergeten, ga je als volgt te
werk:
1. Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Wi-Fi.
Je ziet een lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken en opgeslagen Wi-Fi-netwerken die momenteel buiten bereik zijn.
Tip: scrol omlaag om naar de lijst met opgeslagen netwerken te gaan die buiten bereik zijn.
2. Selecteer het Wi-Fi-netwerk dat je wilt vergeten.
3. Selecteer Wijzig en selecteer vervolgens Vergeet.
Je systeem is nu niet meer verbonden met het Wi-Fi-netwerk.
Let op: het Wi-Fi-netwerk staat nog steeds in de lijst maar je systeem maakt er niet automatisch verbinding mee.
Informatie over updates en nieuwe items
Een rood uitroepteken in de knop Instellingen geeft aan dat er updates of nieuwe items beschikbaar
zijn.
Tip: mogelijk krijg je ook een aanbod voor een systeemsoftware-update wanneer je een nieuwe
kaart toevoegt.
De volgende updates of nieuwe items worden mogelijk aangeboden:
Systeemsoftware-updates
Een Systeemsoftware-update is een software-update voor het systeem zelf. Je ziet een uitleg over
waarom de update vereist is en welke functies eventueel zijn gewijzigd of worden toegevoegd.
Als je je systeem lange tijd niet hebt gebruikt, wordt je mogelijk gevraagd een vereiste software-update te installeren wanneer je het systeem opnieuw gebruikt. Als je de update niet
installeert, kunnen zich de volgende problemen voordoen:
Je systeem kan niet op de hoogte blijven van updates en verdere updates zijn niet mogelijk.
Je systeem kan de gegevens van de vereiste software-updates niet weergeven, bijvoorbeeld
grootte, versie enz.
Je systeem kan geen kaarten toevoegen of verwijderen.
Kaartupdates
Zodra er een kaartupdate beschikbaar is, installeer je deze zo snel mogelijk, zodat je altijd met de
meest recente kaart rijdt.
De bestaande kaart wordt verwijderd voordat de update is geïnstalleerd. Als je een kaartupdate
annuleert, staat de kaart niet meer op je GO PROFESSIONAL. Als dit het geval is, ga je naar Kaarten
in het menu Instellingen en download je de kaart opnieuw.
19
Map Share-updates
Deze updates bestaan uit wijzigingen die door andere TomTom-gebruikers zijn gemaakt en gedeeld
en de volgende wijzigingen of updates bevatten:
Maximumsnelheden
Straatnamen
Straten die recentelijk zijn afgesloten of weer toegankelijk zijn
Rijrichtingen
Afslagbeperkingen
Ga voor meer informatie naar Map Share.
Flitserupdates
Wanneer er een Flitserupdate wordt aangeboden, kun je kiezen welke landen je op je kaart wilt
bijwerken.
Stemmen
Je krijgt mogelijk ook een aanbod voor het downloaden van nieuwe stemmen als update.
Updates en nieuwe items installeren
Let op: als er geen Wi-Fi beschikbaar is of deze is niet stabiel, krijg je instructies over hoe je
updates ontvangt door middel van een USB-verbinding met je computer.
Tip: wanneer je een update via Wi-Fi uitvoert, raden we je aan je systeem aangesloten te
houden op een voedingsbron.
Tip: druk op de Aan/Uit-knop om het scherm uit te schakelen om stroom te sparen bij het
downloaden van een update.
Als je updates en nieuwe items wilt selecteren en installeren, ga je als volgt te werk:
1. Selecteer Updates en nieuwe items.
De knop Updates en nieuwe items geeft aan hoeveel nieuwe updates en items kunnen worden
geïnstalleerd.
2. Selecteer de items en updates die je wilt installeren. De lijst bevat de items die je hebt
gekocht in de TomTom Shop.
3. Meld je aan bij je TomTom-account wanneer je hierom wordt gevraagd.
20
Tip: als je je aanmeldt voor het gebruik van Updates en nieuwe items, ben je ook aangemeld
voor het gebruik van TomTom MyDrive.
21
Inhoud van het scherm
De kaartweergave
De kaartweergave wordt getoond wanneer je geen route hebt gepland. Je werkelijke locatie wordt
getoond zodra je GO PROFESSIONAL je GPS-locatie heeft gevonden.
Je kunt de kaartweergave op dezelfde manier gebruiken als een traditionele papieren kaart. Je kunt
de kaart verplaatsen met behulp van aanrakingen en je kunt in- of uitzoomen met de zoomknoppen.
Belangrijk: alles op de kaart is interactief, met inbegrip van de route en de kaartsymbolen. Probeer
iets te selecteren en kijk wat er gebeurt!
Tip: als je een pop-upmenu wilt openen voor een item op de kaart, bijvoorbeeld een route of een
POI, selecteer je het item om het menu te openen. Als je een locatie op de kaart wilt selecteren,
selecteer je de locatie en houd je deze vast tot er een pop-upmenu wordt geopend.
Op de kaart worden je huidige locatie en veel andere locaties getoond, zoals je Mijn
plaatsen-locaties.
Als je geen route hebt gepland, wordt er uitgezoomd op de kaart zodat je het gebied rondom je
locatie kunt zien.
22
Als je een route hebt gepland, wordt de volledige route op de kaart weergegeven. Je kunt direct
vanaf de kaart tussenstops toevoegen aan je route. Wanneer je begint met rijden, wordt de
reisbegeleidingsweergave weergegeven.
1. De knop voor het vorige scherm. Met deze knop keer je terug naar een overzicht van de hele
route. Als er geen route is gepland, wordt je huidige locatie in het midden weergegeven.
2. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de
reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de kaartweergave actief is, draait de
kleine pijl om je reisrichting ten opzichte van het noorden aan te geven, met het noorden
boven.
3. Zoomknoppen. Selecteer de zoomknoppen als je wilt in- of uitzoomen.
4. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan. Selecteer het symbool om de locatie
aan Mijn plaatsen toe te voegen of zoek in de buurt van je huidige locatie.
Let op: als je GO PROFESSIONAL je locatie niet kan vinden, wordt het symbool grijs weergegeven.
Opmerking: je kunt het symbool voor de huidige locatie niet wijzigen.
5. Geselecteerde locatie. Druk op een locatie en houd deze ingedrukt als je een locatie wilt
selecteren op de kaart. Selecteer de knop voor het pop-upmenu als je opties wilt weergeven
voor de locatie, of selecteer de knop Rijd als je een route wilt plannen naar de locatie
6. Hoofdmenuknop. Selecteer deze knop om het hoofdmenu te openen.
7. Kaartsymbolen. Op de kaart worden symbolen gebruikt voor je bestemming en je opgeslagen
plaatsen:
Je bestemming.
23
Je thuislocatie. Je kunt je thuislocatie instellen bij Mijn plaatsen.
Je werklocatie. Je kunt je werklocatie instellen bij Mijn plaatsen.
Een tussenstop op je route.
Een locatie die is opgeslagen in Mijn plaatsen.
Een gemarkeerde locatie.
Wanneer een zoekopdracht naar POI's dicht bij een bestemming gereed is en de
resultaten op de kaart worden getoond, worden minder belangrijke POI's weergegeven als
zwarte punaises met witte kruisjes.
Symbolen voor de weergave van POI-locaties
van de community.
Selecteer een kaartsymbool om het pop-upmenu te openen en selecteer vervolgens de menuknop om een lijst weer te geven met acties die je kunt uitvoeren.
8. Verkeersinformatie. Selecteer het verkeersincident om meer informatie weer te geven.
Let op: verkeersinformatie is alleen beschikbaar als je TomTom GO PROFESSIONAL beschikt
over TomTom Traffic.
9. Je route, mits je een route hebt gepland. Selecteer de route om deze te wissen, wijzig het
routetype, voeg een tussenstop toe of sla wijzigingen in je route op.
10. Flitsers of gevarenzones op je route. Selecteer het symbool flitser of gevarenzone om meer
informatie weer te geven.
11. Selecteer de telefoonknop in de kaartweergave of reisbegeleidingsweergave om je telefoon te
activeren en handsfree-gesprekken te voeren.
12. Routebalk. De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland.
De reisbegeleidingsweergave
De reisbegeleidingsweergave wordt gebruikt om je via de route naar je bestemming te leiden. De
reisbegeleidingsweergave wordt getoond wanneer je begint te rijden. Je ziet je huidige locatie en
details van de route, zoals 3D-gebouwen in bepaalde plaatsen.
Let op: 3D-gebouwen in de reisbegeleidingsweergave zijn niet op alle systemen beschikbaar.
De reisbegeleidingsweergave is doorgaans in 3D. Je kunt een 2D-kaart weergeven waarbij de kaart
meebeweegt in je reisrichting door de 2D- en 3D-standaardinstellingen te wijzigen.
Tip: wanneer je een route hebt gepland en de 3D-reisbegeleidingsweergave wordt weergegeven,
selecteer je de rijweergaveknop om over te schakelen naar de kaartweergave en de interactieve
functies te gebruiken.
24
Als je GO PROFESSIONAL weer wordt gestart nadat het in de slaapstand heeft gestaan en je een
route hebt gepland, wordt de reisbegeleidingsweergave getoond, inclusief je huidige locatie.
1. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de
reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de reisbegeleidingsweergave actief is,
draait de kleine pijl om je reisrichting ten aanzien van het noorden aan te geven, met het
noorden boven.
2. Zoomknoppen. Selecteer de zoomknoppen als je wilt in- of uitzoomen.
Tip: op sommige systemen kun je ook een knijpbeweging maken om in en uit te zoomen.
3. Instructiekader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De richting van de volgende afslag.
De afstand tot de volgende afslag.
De naam van de volgende weg op je route.
Rijstrookadvies op sommige knooppunten.
Let op: selecteer het instructiekader om een lijst met stapsgewijze instructies voor je geplande route weer te geven.
4. Routesymbolen. Op je route worden symbolen gebruikt om je beginlocatie, je tussenstops en je
bestemming te tonen.
5. Hoofdmenuknop. Selecteer deze knop om het hoofdmenu te tonen.
6. Snelheidskader. In dit kader wordt de volgende informatie getoond:
De maximumsnelheid op jouw locatie.
Je huidige snelheid. Als je meer dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid, wordt
het snelheidskader rood. Als je minder dan 5 km/u harder rijdt dan de maximumsnelheid,
wordt het snelheidskader oranje.
25
In het kader met aankomstinformatie wordt de volgende informatie
getoond:
Tip: als je bestemming in een andere tijdzone ligt, zie je een
plusteken (+) of een minteken (-) en het tijdsverschil in hele en halve
uren in het kader met aankomstinformatie. De verwachte aankomsttijd is de lokale tijd op je bestemming.
De geschatte aankomsttijd op je bestemming.
Hoelang het duurt om vanaf de huidige locatie naar de bestemming
te rijden.
Vlak bij de bestemmingsmarkering wordt een knop van een
parkeergelegenheid getoond wanneer er in de buurt van je bestemming parkeergelegenheid is.
Als je tussenstops aan je route hebt toegevoegd, selecteer je dit kader
om te schakelen tussen informatie over de volgende tussenstop en je
eindbestemming.
In het kader met aankomstinformatie kun je kiezen welke informatie
wordt weergegeven.
Verkeersstatus - als je GO PROFESSIONAL geen verkeersinformatie
ontvangt, wordt er onder het kader met aankomstinformatie een
verkeersymbool met een kruis weergegeven.
Op de balk worden symbolen voor de volgende informatie gebruikt:
Een snellere route, als er veel verkeer op je route is.
De tussenstops op je route.
Tip: als je snel een tussenstop wilt verwijderen, selecteer je deze
in de routebalk en gebruik je het pop-upmenu.
Benzinestations die zich op de route bevinden.
TomTom Traffic incidenten.
TomTom Flitsers en Gevarenzones.
Stopplaatsen die op de route liggen.
Je kunt kiezen welke informatie wordt weergegeven op de route.
De naam van de straat waar je rijdt.
De meldknop voor flitsers of risicozones.
7. Huidige locatie. Dit symbool geeft je huidige locatie aan. Selecteer het symbool of het
snelheidskader om het snelmenu te openen.
Let op: als je GO PROFESSIONAL je locatie niet kan vinden, wordt het symbool grijs weergegeven.
Opmerking: je kunt het symbool voor de huidige locatie niet wijzigen.
8. Selecteer de telefoonknop in de kaartweergave of reisbegeleidingsweergave om je telefoon te
activeren en handsfree-gesprekken te voeren.
9. Routebalk. De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland.
De routebalk
De routebalk wordt getoond wanneer je een route hebt gepland. Boven aan de routebalk bevindt
zich een kader met aankomstinformatie en daaronder een balk met symbolen.
Tip: je kunt er ook voor kiezen een grotere routebalk weer te geven met extra informatie over de
route (niet beschikbaar op alle systemen en apps).
Opmerking: de resterende afstand die wordt weergegeven met de routebalk is afhankelijk van de
totale lengte van je route.
26
De symbolen staan in de volgorde waarin ze voorkomen op de route. Bij
verkeersincidenten geeft het symbool voor elk incident beurtelings het
type incident en de vertraging in minuten aan. Selecteer een symbool om
meer informatie weer te geven over een vertraging, een incident of een
flitser. Als er een symbool boven op een ander symbool wordt
weergegeven en je de symbolen selecteert, wordt er ingezoomd op de
routebalk om elk symbool apart weer te geven. Vervolgens kun je een
van de symbolen selecteren.
De totale vertraging als gevolg van files, het weer en andere incidenten
op de route, inclusief informatie uit de historische gegevens over
weggebruik, wordt boven de symbolen weergegeven.
Zie Verkeersincidenten voor een volledige lijst met incidenttypen.
De onderzijde van de routebalk geeft je huidige locatie aan en toont de
afstand tot het volgende incident op je route. Daarnaast kun je ervoor
kiezen om de huidige tijd weer te geven door deze instelling in te
schakelen.
Tip: om de leesbaarheid van de routebalk te verbeteren, worden sommige incidenten mogelijk
niet weergegeven. Dit zijn altijd minder belangrijke incidenten die slechts weinig vertraging
veroorzaken.
Op de routebalk staan ook berichten over de status, bijvoorbeeld Zoeken naar snelste route of
Routevoorbeeld wordt weergegeven.
Afstanden en de routebalk
De resterende afstand die op de routebalk wordt weergegeven, is afhankelijk van de lengte van je
route of de resterende afstand op je route.
Bij resterende afstanden die langer zijn dan 50 km, wordt alleen de volgende 50 km we-
ergegeven. Het bestemmingspictogram wordt niet weergegeven.
Tip: je kunt op de routebalk scrollen om de hele route te bekijken (niet beschikbaar op iOS).
Voor resterende afstanden tussen 10 km en 50 km wordt de volledige afstand weergegeven. Het
bestemmingspictogram wordt vast boven aan de routebalk weergegeven.
Voor resterende afstanden van minder dan 10 km wordt de volledige afstand weergegeven. Het
bestemmingspictogram verplaatst zich omlaag in de richting van de pijl naarmate je dichter bij
je bestemming komt.
De bovenste helft van de routebalk geeft twee keer zo veel van de afstand weer als de onderste
helft, zoals in de volgende voorbeelden:
Een resterende afstand van 50 km op de routebalk wordt opgedeeld in 34 km in de bovenste
helft en 16 km in de onderste helft.
Een resterende afstand van 10 km op de routebalk wordt opgedeeld in 6,6 km in de bovenste
helft en 3,3 km in de onderste helft.
De routebalk wordt tijdens de rit constant bijgewerkt.
Het snelmenu
Om het snelmenu te openen selecteer je het symbool voor de huidige locatie of het snelheidskader
in de reisbegeleidingsweergave.
Je kunt vervolgens een van de volgende dingen doen:
Een locatie markeren
Een nieuwe flitser melden
Een maximumsnelheid wijzigen
27
Zoek / Rijd naar
Selecteer deze knop als je een adres, een plaats of een Nuttige Plaats wilt
zoeken en vervolgens een route wilt plannen naar die locatie.
Let op: Zoek wordt gebruikt voor Snel zoeken. Rijd naar wordt gebruikt
voor Stapsgewijs zoeken.
Adres
Selecteer deze knop in het menu Rijd naar om naar een adres te zoeken
en vervolgens een route te plannen naar die locatie.
Nuttige Plaats
Selecteer deze knop in het menu Rijd naar om naar een nuttige plaats te
zoeken en vervolgens een route te plannen naar die locatie.
Lengte- en
breedtegraad
Selecteer deze knop in het menu Rijd naar om naar een lengte- en
breedtegraad te zoeken en vervolgens een route te plannen naar die
locatie.
Rijd naar huis
Selecteer deze knop om naar je thuislocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je Hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je thuislocatie in
te stellen.
Een afgesloten weg vermijden
Je huidige locatie bekijken, of de lengte- en breedtegraad als je je niet op een weg met een
naam bevindt.
Navigatieknoppen
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
Behalve de andere knoppen en symbolen zijn in het scherm van het Hoofdmenu de volgende
navigatieknoppen beschikbaar:
Let op: niet alle functies worden ondersteund op alle systemen.
28
Rijd naar werk
Selecteer deze knop om naar je werklocatie te navigeren. Als deze knop
niet in je Hoofdmenu staat, ga je naar Mijn plaatsen om je werklocatie in
te stellen.
Recente
bestemming
Selecteer deze knop om de lijst met je recente bestemmingen te openen.
Selecteer een recente bestemming om een route naar die bestemming te
plannen.
Huidige
route/Huidige track
Selecteer deze knop om je geplande route of track te wissen of wijzigen.
Mijn plaatsen
Selecteer deze knop om je opgeslagen plaatsen te tonen.
Mijn routes
Selecteer deze knop om je opgeslagen routes weer te geven.
Route vastleggen
Selecteer deze knop om de registratie van een track te starten of stoppen.
29
Stembesturing
Selecteer deze knop om stembesturing te starten.
Tip: je kunt ook de activeerzin uitspreken om stembesturing te starten.
Parkeren
Selecteer deze knop om parkeervoorzieningen te zoeken.
Benzinestation
Selecteer deze knop om benzinestations te zoeken.
Meld flitser
Selecteer deze knop om een flitser te melden.
Contactpersonen
Selecteer deze knop om het telefoonboek van je telefoon te synchroniseren met je systeem.
Opmerking: deze knop wordt alleen weergegeven als handsfree bellen
is ingesteld.
Selecteer deze knop om het menu Instellingen te openen.
Selecteer deze knop om het menu Help te openen. Het menu Help biedt
informatie over het gebruik van je GO PROFESSIONAL en andere informatie
over je navigatiesysteem, bijvoorbeeld de kaartversie, het serienummer
van het systeem en juridische informatie.
Kleinere navigatieknoppen in het hoofdmenu
Selecteer in de kaartweergave of de reisbegeleidingsweergave de hoofdmenuknop om het
hoofdmenu te openen.
Behalve de navigatieknoppen zijn in het hoofdmenuscherm de volgende knoppen en symbolen
beschikbaar:
30
Loading...
+ 146 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.