Tacx Basic User Manual [de]

5 (1)

NEDERLANDS

3

DEUTSCH

21

ENGLISH

39

FRANÇAIS

57

ESPAÑOL

75

ITALIANO

93

TACX SERVICE CENTRES

111

www.tacx.nl

1

2

Inhoud verpakking

Controleer of de onderstaande onderdelen in de verpakking aanwezig zijn

-Basic computer

-Frame CycleForce Basic

-Wervelstroomrem

-Kabelset

-Handleiding

-Voeten en einddoppen

T1424.01 T1424.02

2x

2x

-T1615 Montagezakje trainer

T1402

T1408.11

T1410.02

T1410.04

T1410.06

T1423.15

1x

1x

1x

2x

1x

2x

T1424.03

T1461.19

T1465.01

T1465.08

T1615.18

2x

2x

2x

2x

1x

-T1466 Montagezakje aanpassingset unit

T1466.01

T1466.02

T1466.03

T1466.04

T1260.07

T1461.19

T2459.03

1x

1x

1x

1x

4x

4x

4x

3

NL

Inhoud

INHOUD

1

Montage Basic

 

 

Montage trainer

5

 

Aansluiten Basic computer

7

2Eenmalig instellen computer

 

Instellen snelheidsaanduiding

8

 

Instellen lichaamsgewicht

8

 

Instellen 24-uurs klok

8

3

Gebruik computer

 

 

MODE functies bij Km/h (of Mi/h)

9

 

“Resetten” functies onder de MODE toets

10

 

Functies onder de + en - knop

10

 

MODE functies bij WATT

11

 

MODE functies bij CAD

11

 

SET functie bij SLOPE (hellingsweerstand)

12

 

SET functie bij WATTprg (geprogr. vermogen)

12

 

Vermogen (Watt) = Kracht x Snelheid

13

4Trainingsadvies

 

Supercompensatie

14

 

Voorbeelden trainingsprogramma’s

14

5

Foutmeldingen

16

6Technische specificaties &

 

EU-conformiteitsverklaring

18

7

Garantiebepalingen

 

 

Procedure

19

 

Instructies voor retourzending

19

 

Service formulier

20

Symbolische aanwijzingen

Geeft een belangrijke onderwerp aan. Dus: let op!

Geeft een belangrijke tip. Goed om te weten.

4

NL

Tacx Basic User Manual

Montage Basic

1MONTAGE BASIC

De Basic Ergotrainer is opgebouwd uit het inklapbare CycleForce frame waarop je fiets gemonteerd wordt (standaard geschikt voor raceen hybride fietsen en mountainbikes met wieldiameter 630 t/m 690 mm) en de Basic computer.

Montage trainer

 

Het monteren en afstellen van de trainer is éénmalig en gaat als volgt:

10 mm

1

Druk moer A in einddop B en schuif einddop in de buis van het frame (fig.1).

13 mm (2x)

2Monteer voet C met bout D aan het frame. Draai bout D zodanig vast dat de voet nog verstelbaar is.

3Plaats frame uitgeklapt op een stevige en vlakke ondergrond. Het frame is inen uit klapbaar door greep E volledig in te knijpen (fig.1).

4Draai voet C in de juiste positie (fig.2). Draai bout D goed vast en bevestig antisliprubber F (fig.4).

5Monteer 2 rubber ringen G en afstelbus K aan hendel H (fig.3).

Monteer vervolgens de complete hendel aan het frame, schuif wervelstroomrem I in afstelbus K van de hendel en draai bout J zodanig vast dat de rem nog kan bewegen (fig.4).

6Vervang de blockage van het achterwiel van de fiets door de meegeleverde Tacx blockage X. Dit garandeert optimale klempassing en stabiliteit. Plaats vervolgens de fiets in de trainer en stel vleugelbout L van de trainer zo af dat snelspanklem M zonder al te veel kracht gesloten kan worden. Forceren kan beschadigingen veroorzaken!

7Fixeer vleugelbout L door vleugelmoer N naar binnen toe vast te draaien.

 

N

L

 

X

 

E

 

 

B

M

 

A

 

C

 

I

D

 

 

 

1

E

J

 

 

 

 

K

H

4

K

F

G

H

C

2

3

5

NL

Montage Basic

8Met hendel H kan de rol van de wervelstroomrem inen uitgeklapt worden tegen de band van de fiets (fig.5 en 6). Wanneer hendel H is ingeklapt kan met afstelknop R de druk van de rol tegen de band worden afgesteld. Let er op dat de rol stevig tegen de fietsband wordt gedrukt zodat slippen tijdens het fietsen niet mogelijk is.

H

R

5

H

6

Wijziging montage voor fietsen met afwijkende wieldiameter

Voordat de complete hendel aan het frame gemonteerd wordt dienen verhoogof verlengstrips bevestigd te worden. Zie punt 5 van de instructies.

Wieldiameter 610 - 640 mm: bevestig verhoogstrips W met 4 bouten, moeren en ringen.(fig.7). Wieldiameter 690 - 720 mm: bevestig verlengstrips Z (fig.8).

W

W

H

7

Advies

Z

Z

H

8

-Controleer voordat de CycleForce gebruikt gaat worden, of na het uitklappen van het frame, greep E volledig is teruggeveerd. Dit om beschadigingen aan het frame te voorkomen.

-Zorg er voor dat de wervelstroomrem tijdens het monteren niet valt. Er zou onbalans kunnen ontstaan die trillingen veroorzaakt.

-Zorg er voor dat de band goed hard is opgepompt (minimaal 6 atmosfeer).

-ATB-banden met geheel of gedeeltelijk glad bandenprofiel hebben de voorkeur. Een ruw profiel veroorzaakt lawaai en slippen van de band.

-Rem nooit abrupt tijdens het trainen op de CycleForce. Bij het remmen op het achterwiel draait het vliegwiel door waardoor onnodige slijtage van de achterband wordt veroorzaakt.

-Controleer regelmatig of de bouten en moeren van de trainer nog goed vast zitten.

-Testen hebben uitgewezen dat de unit bij extreme prestaties nooit oververhit kan raken. Wel kan bij langdurig en intensief gebruik de omhulling van de wervelstroomrem behoorlijk warm worden. Laat de unit na gebruik altijd even afkoelen voordat u deze aanraakt.

6

NL

Montage Basic

Aansluiten Basic computer

Nadat u de fiets in de CycleForce trainer geplaatst hebt kunt u de Basic computer als volgt aansluiten:

1Monteer de Basic computer met behulp van de twee rubberen klembandjes P op het stuur (fig.4).

2Sluit de computer met kabel Q aan op de wervelstroomrem. Let op dat de kabel zodanig hangt dat deze tijdens het fietsen niet kan worden geraakt door bijvoorbeeld uw schoen of het pedaal.

3Plaats het magneetje voor de cadans R aan de binnenkant van de linker crank (fig.5).

4Monteer de cadanssensor S aan de onderkant van de linker liggende achtervorkschede. Zorg er voor dat de sensor zich op hoogte van de magneet bevindt met een afstand van ongeveer 3 mm tussen magneet en sensor. Steek de kabel van de sensor in de wervelstroomrem. Let ook hier op dat de kabel van de sensor goed vrijloopt en niet het wiel raakt.

5Steek de stekker in het stopcontact. Controleer de ontvangst van de cadanssensor door op uw fiets achteruit te trappen. Op het display ziet u het woord CAD oplichten. De Basic is nu klaar voor gebruik.

Transpiratievocht en condens kunnen de printerplaat in de computer aantasten. Gebruik de Basic niet in vochtige ruimtes en droog het display, indien nodig, na gebruik af. Dit voorkomt beschadigingen. Bij onjuist gebruik en/of onderhoud vervalt de garantie.

S

S

R

R Q

 

5

P

 

P

4

7

NL

Eenmalig instellen computer

2EENMALIG INSTELLEN COMPUTER

Nadat u de stekker in het stopcontact heeft gestoken, licht de display kort op ter controle. Vervolgens komt u in het gewone programma (fig.6).

U zou meteen aan de slag kunnen, ware het niet dat u voor het eerste gebruik eenmalig uw lichaamsgewicht moet instellen. Standaard staat de computer ingesteld op een snelheidsaanduiding van km/u en een gewicht van 75 kg. Als snelheidsaanduiding en gewicht correct zijn, gaat u meteen door in het gewone programma.

Instellen snelheidsaanduiding

Als de snelheidsaanduiding en/of het gewicht moeten worden ingesteld, houdt dan gedurende 6 sec. tegelijk de SET en MODE toets ingedrukt. Daarna laat de display SET UP zien (fig.7). Door + of - in te drukken schakelt u over van KM/h (kilometer per uur) naar Mi/h (Eng. mijlen per uur) en terug (fig.8). Leg uw keus voor de snelheidsaanduiding vast door MODE in te drukken.

Instellen lichaamsgewicht

Vervolgens krijgt u het gewicht op 75 kg. (fig.9). Door + of - in te drukken stelt u het gewicht in met stapjes van 1 kilo (fig.10). Om de computer tijdens het fietsen het correcte vermogen te laten berekenen, is het belangrijk het juiste gewicht in te stellen. De berekening voor het vermogen is immers gekoppeld aan uw gewicht. Het gewicht is instelbaar van 40 kg t/m 120 kg.

Leg vervolgens uw gewicht vast door MODE in te drukken. Bij een volgende keer, als de computer weer wordt aangezet, zal de computer altijd uitgaan van het laatst vastgelegde gewicht.

Uiteraard kunt u door een nieuwe SET UP het gewicht veranderen, bijvoorbeeld als iemand anders op de Basic gaat trainen.

Instellen 24-uurs klok

Nadat u het gewicht heeft ingesteld kunt u desgewenst de 24-uurs klok instellen. Als u hiervan geen gebruik wilt maken gaat u, door 2 keer op de MODE toets te drukken, vanzelf naar het gewone programma. De klok komt u dan tijdens het fietsen niet tegen.

Wilt u de 24-uurs klok wel gebruiken, dan stelt u eerst de uren in met de +/- toets. Daarna drukt u op de MODE toets en kunt u met de +/- toets de minuten instellen. Door nog een keer op de MODE toets te drukken is de klok ingesteld en komt u in het gewone programma. De klok komt u nu ook tegen als u door de andere functies bladert. Bij het uitzetten van de computer zet u ook de klok uit.

Heeft u de volgende keer de klok weer nodig, dan moet u die via een nieuwe SET UP procedure instellen.

8

NL

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

6

KM/h

7

MI/h

8

KG

9

3GEBRUIK COMPUTER

Nadat de computer is ingesteld, kunt u gaan fietsen. Alle hierna beschreven handelingen kunt u tijdens het fietsen op de Basic, maar ook in stilstand, uitvoeren.

De Basic registreert drie soorten gegevens. De eerste soort heeft betrekking op uw fietssnelheid en behandelen we hieronder. Daarna komen de andere soorten (vermogen en cadans) aan de orde.

MODE functies bij Km/h (of Mi/h)

Onder de MODE toets zitten de algemene fietsfuncties. Door steeds één druk op de MODE toets te geven komt u achtereenvolgens tegen: ETM, TRP, ODO, MAX, AVS (zie blokschema). Ook de 24-uurs klok zit in dit rijtje als u die van tevoren had ingesteld.

ODO

MAX

AVS

klok

MODE

ETM (stopwatch)

U begint rechtsboven met ETM, de stopwatch (fig.11). ETM is de tijd die wordt gefietst zonder dat de computer wordt ge"reset" of afgezet. De stopwatch registreert uitsluitend de gefietste tijd. U kunt dus tussendoor een pauze inlassen, zonder dat dit de effectief gefietste tijd beïnvloedt. Zet u de computer uit, of "reset" u de computer onder het fietsen, dan begint de stopwatch weer bij 0.

TRP (ritafstand)

Door nog een keer op MODE te drukken verschijnt rechtsboven TRP, de ritafstand (fig.12). De ritafstand wordt berekend zolang de computer niet wordt ge"reset" of afgezet.

ODO (totale afstand)

Bij de volgende stap met de MODE toets verschijnt rechtsboven ODO, de totaal afgelegde weg (fig.13). De ODO telt alle ritafstanden bij elkaar op en gaat maximaal tot 99.999 km (of mijlen) en begint daarna weer bij 0 km.

Gebruik computer

KG

10

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

11

WATT

TRP

SLOPE

KM/h

12

WATT

ODO

SLOPE

KM/h

13

9

NL

Gebruik computer

MAX (maximum snelheid)

Vervolgens verschijnt met behulp van de MODE toets rechtsboven MAX, de maximum snelheid (fig.14). Dit is de maximum snelheid over de periode dat de computer niet wordt ge”reset” of afgezet.

AVS (gemiddelde snelheid)

Door een laatste keer de MODE toets in te drukken verschijnt rechtsboven AVS, de gemiddelde snelheid. De gemiddelde snelheid wordt berekend over de periode dat de computer niet wordt ge”reset” of afgezet.

KLOK

Als u ervoor gekozen had om de klok wel te gebruiken, dan kunt u na de AVS de MODE toets nog een keer indrukken waardoor de klok in beeld verschijnt.

“Resetten” MODE functies

Wilt u tijdens een trainingsrit de gegevens die onder de noemer ETM, TRP, MAX en AVS zijn opgeslagen “resetten” (weer op 0 zetten), houdt dan de benen stil, zorg er voor dat de snelheid 0 is en druk de SET en MODE toets 1 seconde tegelijkertijd in (fig.15). De ODO is niet te "resetten", deze schakelt bij een kilometerstand van 99.999 km vanzelf over op 0 km (of mijlen).

Functies onder de + en - knop

Zoals reeds eerder vermeld, registreert de Basic drie soorten gegevens:

1 gegevens die te maken hebben met uw snelheid (KM/h of Mi/h).

2gegevens die te maken hebben met het vermogen dat u levert (WATT).

3gegevens die te maken hebben met uw trapfrequentie (CAD).

Met de + en - toets kunt u de display laten switchen van snelheid naar vermogen, en van vermogen naar cadans en weer terug

(zie blokschema).

+

 

KM/h

 

WATT

 

CAD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-

WATT (vermogen)

Door de + toets in te drukken schakelt u rechtsonder over van snelheid naar WATT, het actueel geleverde vermogen (fig.16).

CAD (trapfrequentie)

Door de + toets nog een keer in te drukken schakelt u rechtsonder over van WATT naar CAD, de cadans oftewel de actuele trapfrequentie (fig.17).

10

NL

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

14

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

15

MAX

SLOPE

WATT

16

WATT

MAX

SLOPE

CAD

17

Gebruik computer

MODE functies bij WATT

Als de display het vermogen (WATT) laat zien, kunt u ook beschikken over de functies onder de MODE toets. De stopwatch (ETM) loopt uiteraard gewoon door, maar TRP, MAX en AVS betekenen tijdens de WATT-aanduiding respectievelijk ritverbruik, maximum vermogen en gemiddeld vermogen.

de term ritverbruik verdient nog wat uitleg. Zonder dat de computer is ge"reset" of uitgezet berekent de computer, op basis van de stopwatch en het geleverde vermogen, het ritverbruik in kilocaloriën (Kcal) uitgedrukt.

MODE functies bij CAD

Laat de display de trapfrequentie (CAD) zien dan betekenen TRP, MAX en AVS respectievelijk totaal aantal pedaalomwentelingen tijdens de rit, maximum trapfrequentie en gemiddelde trapfrequentie.

Door nu met de MODE knop en de + en - toets te experimenteren kunt u diverse gegevens combineren. Na een druk op de toets volgen snel en accuraat de gegevens. Op deze manier zult u vlug met de computer vertrouwd raken. Binnen tien minuten weet u die combinaties te vinden die u het prettigst of het belangrijkste vindt.

 

 

 

 

MODE

 

ETM

 

 

Stopwatch

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ritafstand

 

 

 

 

 

 

TRP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale afstand

 

 

 

 

 

 

ODO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maximum snelheid

 

 

 

 

 

 

MAX

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde snelheid

KM/h

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klok

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stopwatch

 

 

 

 

MODE

 

ETM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ritverbruik

 

 

 

 

 

 

TRP

 

 

WATT

 

 

 

 

 

 

 

 

Maximum vermogen

 

 

 

 

 

MAX

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddeld vermogen

 

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klok

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

TRP

 

 

Totaal aantal pedaal-

 

 

 

 

 

CAD

 

 

 

 

 

 

 

 

omwentelingen tijdens rit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAX

 

 

Maximum trapfrequentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemiddelde trapfrequentie

 

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klok

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

NL

Gebruik computer

SET functie bij SLOPE (hellingsweerstand)

We gaan nu een stap verder. Met de Basic heeft u ook de mogelijkheid om op een kunstmatige manier weerstand te simuleren. Dat wordt bij de Basic gedaan door middel van de hellingsweerstand (SLOPE). Deze weerstand werkt op de rol van de trainer. U moet daarbij bedenken dat naarmate de rol sneller draait het voor de computer makkelijker is om de rol af te remmen. Bij een lage snelheid en een lage trapfrequentie is het voor de Basic moeilijker om de rol af te remmen dan bij een hoge snelheid en een hoge trapfrequentie. Vandaar dat we een veertiental stappen in de SLOPE hebben aangebracht van - 4 tot en met + 9. De hellingsweerstand is voor de waarden boven 0 gewichts-afhankelijk.

Door de SET toets in te drukken gaat de hellingsweerstand (SLOPE) linksonder knipperen (fig.18), die standaard is ingesteld op 0. Met de + en - toets kunt u de hellingsweerstand variëren van - 4 tot en met + 9 (fig.19). Door daarna de MODE toets in te drukken kunt u de nieuwe hellingsweerstand vastleggen.

U zou kunnen denken dat de hellingsweerstand + 9 overeenkomt met een hellinghoek van + 9 graden en een hellingsweerstand van - 4 met een hellinghoek van - 4 graden.

U zult begrijpen dat als u de benen stilhoudt bij een hellingsweerstand van - 4, de trainer niet vanzelf doorrolt bergaf waarts. De stappen van - 4 tot en met + 9 zijn gebruikt om de trainer de juiste berekeningen en aanpassingen in weerstand te laten maken voor het geprogrammeerde vermogen.

SET functie bij WATT prg (geprogrammeerd vermogen)

Tenslotte kunt u nog een stap verder gaan. Als u na het indrukken van de SET toets en het knipperen van de hellingsweerstand (fig.20) de SET toets nog een keer indrukt, dan begint het geprogrammeerde vermogen (WATT prg) linksboven te knipperen (fig.21). Bij het geprogrammeerde vermogen probeert de computer, onafhankelijk van de getrapte versnelling en onafhankelijk van de trapfrequentie, de weerstand op de rol zodanig aan te passen, dat u altijd constant het door u geprogrammeerde en gewenste vermogen trapt. Bij een verandering van uw trapfrequentie past de computer onmiddellijk de weerstand op de rol aan, waardoor u voortdurend hetzelfde vermogen blijft leveren. Verandert u uw verzet dan doet de computer precies hetzelfde, hij past de weerstand op de rol aan.

Het geprogrammeerde vermogen kunt u instellen met de + en - toets in stappen van 10 watt (fig.22) als WATT prg

knippert. Standaard hebben wij het geprogrammeerde vermogen ingesteld op 100 watt, maar u kunt het instellen van 0 watt tot en met 990 watt. De meeste fietsers zullen echter trainen met waarden die liggen tussen 100 watt en 400 watt.

12

NL

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

18

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

19

WATT

MAX

 

KG

SLOPE

KM/h

20

WATT PRG

MAX

KM/h

21

Na het instellen van het geprogrammeerde vermogen kunt u dit vastleggen door de MODE toets in te drukken (fig.23). Als het geprogrammeerde vermogen is opgeslagen valt het SLOPE getal weg zolang u onder het kopje WATT prg blijft rijden. De computer onthoudt altijd het laatst ingestelde geprogrammeerde vermogen, ook als de computer wordt afgezet. Om uit het geprogrammeerde vermogen te komen moet u twee keer

de SET toets indrukken, waardoor u weer bij SLOPE komt.

Vermogen (Watt) = Kracht x Snelheid.

Het door u geprogrammeerde vermogen (watt) wordt door de Basic tijdens het fietsen aangepast middels de SLOPE.

Stel nu, u programmeert een vermogen van 400 watt en u wilt dit relatief hoge vermogen trappen met een relatief kleine kracht (b.v. verzet 39 x 26) en een relatief lage snelheid (biivoorbeeld trapfrequentie van 70). De SLOPE kan dan niet voor voldoende weerstand zorgen om het geprogrammeerde vermogen te halen. U zult zien dat de WATT-aanduiding rechtsonder (het actuele vermogen) niet overeenkomt met het geprogrammeerde vermogen (WATT prg).

WATT prg zal linksboven gaan knipperen (fig.24) om aan te geven dat u buiten het werkingsgebied van de computer zit. Door uw verzet (groter/zwaarder) en trapfrequentie (hoger) aan te passen, merkt u vanzelf wanneer u weer in het werkingsgebied terecht komt. WATT prg zal dan weer continu oplichten.

Omgekeerd, als u een relatief laag vermogen heeft geprogrammeerd en u probeert dat te bereiken met een relatief grote kracht (b.v. verzet 52 x 16) en een hoge snelheid (bijvoorbeeld trapfrequentie 100) dan zal het actuele vermogen logischerwijs toch boven het geprogrammeerde vermogen komen te liggen. Ook dan bent u buiten het werkingsgebied van de computer en knippert het WATT prg. logo linksboven. Pas de versnelling en de trapfrequentie zodanig aan dat u weer binnen het werkingsgebied van de computer komt.

Gebruik computer

WATT prg

MAX

KM/h

22

WATT prg

MAX

 

KM/h

23

WATT prg

MAX

 

KM/h

24

13

NL

Trainingsadvies

4TRAININGSADVIES

Er is geen sport waarbij zo langdurig zware inspanningen van de sporter worden gevraagd als bij het wielrennen. Wielrennen wordt algemeen beschouwd als een van de zwaarste sporten wat betreft de belasting van hart, longen en spieren. Voor het fietsen op de Tacx Basic ergotrainer geldt tot op zekere hoogte hetzelfde, temeer omdat u die belastingen op een hoger niveau wenst te brengen. Een uitgebreide, jaarlijkse sportkeuring bij een gespecialiseerde instantie of sportarts is daarom een eerste vereiste voordat u aan uw nieuwe fietsseizoen begint.

Een definitie voor training zou kunnen zijn: “Het systematisch toedienen van een prikkel om de prestatie te verhogen”. Trainen doen we met een doel. Een doel kan zijn gewicht kwijtraken, een cyclosportieve uit te rijden of om goud te behalen bij een kampioenschap. De “prikkel” die we toedienen kan bestaan uit lang en rustig fietsen of kort en snel fietsen. Belangrijk is dat in de opbouw van de training een systeem zit. Naar gelang het seizoen vordert gaan we langer, verder of zelfs hoger (bergen) fietsen. Variatie is het toverwoord om de prestaties daadwerkelijk te verbeteren.

Supercompensatie

Tijdens het trainen brengen we een verstoring teweeg in het lichaam; deze verstoring (hart, longen, spieren) wordt tijdens de rust hersteld en een stukje verbeterd. Dit principe noemen we supercompensatie. We worden dus niet sterker van het trainen maar van de rust daarna. Een volgende training moet komen op het moment dat de supercompensatie curve de nullijn nog net niet geraakt heeft (fig.25). Om de conditie op een hoger niveau te brengen kan worden gesteld dat minimaal drie trainingseenheden per week nodig zijn. Met twee trainingen kan men de conditie behouden en één training per week is te weinig. Een trainingsplan kan door uzelf of door een trainer/coach worden samengesteld.

Het is aan te raden om tijdens het gebruik

 

trainings-

van de Basic ergotrainer een hartslagmeter

 

 

arbeid

te gebruiken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorbeelden trainingsprogramma’s

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Begin een training altijd met een warming-up.

 

 

 

 

 

 

0

 

 

 

 

 

Even 5 tot 10 minuten losfietsen op een klein

 

 

 

 

 

 

 

verzet en een trapfrequentie van 90/110

 

 

 

 

super

 

 

omw./min. Tijdens deze warming up kan men

 

 

 

 

 

 

wat rekoefeningen doen (zelfs op de fiets).

 

 

 

 

com-

 

 

Eindig de training met een cooling-down van

 

 

 

herstel

pen-

 

 

 

 

 

satie

 

 

5 tot 10 minuten en weer wat rekoefeningen.

 

 

 

 

 

 

 

Het overslaan van een goede warming-up

 

 

 

 

 

 

 

en of cooling-down kan leiden tot blessures.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

25

De Tacx Basic is bij uitstek geschikt voor specifieke trainingen. Alvorens te beginnen

met een trainingsprogramma is het raadzaam een conditietest te doen zodat u weet welk vermogen u kunt leveren en welke hartslagen daarbij horen. Maak vervolgens, eventueel samen met een trainer/coach, een plan (jaar-, maanden weekplan) naar uw eigen doelstellingen, niveau en mogelijkheden. In het jaarplan traint u alle seizoenen op de Basic (dus niet alleen bij slecht weer). Trainen op vermogen maakt u sterker, sneller en beter. U leert klimmen, sprinten, een krachttraining afwerken (zie voorbeeld) en zelfs een tijdrit simuleren.

Met de Basic is het ook mogelijk zelf een "Conconi" test, de Astrandtest of de PWC test (Physical Work Capacity) uit te voeren. De laatste twee testen kunt u vinden op de Tacx website waar u na het invoeren van de gegevens direct de uitslag kunt ontvangen.

Trainingsadviezen en de laatste ontwikkelingen: www.tacx.nl.

14

NL

Trainingsadvies

Hersteltraining

 

tijd (min.)

slope

omw. (rpm)

verzet

bijzonderheden

 

3

1

100

kleinste

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 zwaarder

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 zwaarder

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 zwaarder

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 zwaarder

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 zwaarder

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 lichter

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 lichter

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 lichter

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 lichter

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

1 lichter

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

3

1

100

kleinste

lekker draaien/hoge snelheid

 

 

36

 

 

 

 

 

Eventueel het geheel nog eens herhalen op stand 2 met twee minuten telkens en nog eens op stand 3 met één minuut herhaling.Voor de afwisseling kunt u natuurlijk ook op 80, 90, 110 of 120 omwentelingen gaan fietsen.

Krachttraining

 

tijd (min.)

watt

omw. (rpm)

verzet

bijzonderheden

 

3

80

80/90

vrij

warming-up/rustig losrijden

 

 

4

140

100

klein

snelheid verhogen

 

 

3

180

100

klein

snelheid verhogen

 

 

2

200

100

klein

snelheid verder verhogen

 

 

1

240

90

klein

snelheid nog verder verhogen

 

 

3

80

120

klein

rustig rijden

 

 

4

180

60

groot

lage snelheid/blijven zitten

 

 

3

200

70

groter

lage snelheid/blijven zitten

 

 

2

220

80

groter

lage snelheid/blijven zitten

 

 

1

260

70

groter

staan op de pedalen

 

 

5

80

80/90

vrij

cool-down

 

 

31

 

 

 

 

 

Het vermogen is bij deze krachttraining is makkelijk aan te passen aan de individuele eisen/vaardigheden van de renner. Start niet te zwaar en werk het gehele programma af.

Heuveltraining

 

tijd (min.)

slope

omw. (rpm)

verzet

bijzonderheden

 

4

2

80/90

vrij

lekker draaien/constante snelheid

 

 

3

3

> 80

vrij

probeer snelheid hoog te houden

 

 

1

7

60

53-14

staan op de pedalen!

 

 

5

1

> 100

42-16

hoge trapfrequentie

 

 

2

5

> 80

53-15

zitten/staan om de 30" afwisselen

 

 

2

6

90/100

42-16

blijven zitten

 

 

5

1

110/130

42-16

hoge trapfrequentie

 

 

10

1

vrij

vrij

cooling-down

 

 

32

 

 

 

 

 

15

NL

Foutmeldingen

5FOUTMELDINGEN

Storing

Mogelijk probleem

Oplossing

 

 

 

Trainer

1 De opstelling van de 1 Het frame van de Basic staat

Basic wiebelt

niet vlak.

2

Het frame is niet goed

 

gemonteerd.

3

De fiets staat niet goed in

 

het frame.

4

Frame niet volledig uitgeklapt.

1 Plaats Basic op een vlakke vloer.

2Controleer of alle bouten en moeren goed vast zitten.

3Controleer of bijgeleverde blockage is gemonteerd.

4 Klap frame volledig uit.

2 Er blijft rubber

1

De bandenspanning te laag.

van de fietsband

 

 

aan de rol kleven

2

De rol is niet goed tegen de

 

 

band aangedrukt.

1 Controleer bandenspanning, min.6 atm.

2 Draai rol stevig tegen de band.

3 Er ontstaat veel

1 Er is een profielband

lawaai door het

gemonteerd.

fietsen

 

1Monteer band met geheel of gedeeltelijk glad bandenprofiel.

2 Er zit een steentje (tikken!)

2 Controleer band.

in de band.

 

Basic computer en wervelstroomrem

4 Display is slecht of

1 De omgevingstemperatuur is

niet leesbaar

te laag of te hoog.

2De zichthoek van het display is niet goed.

3De computer heeft geen goede verbinding met de wervelstroomrem.

4Zweet kan de printplaat van de computer aangetast hebben.

5De printplaat van de wervelstroomrem is doorgebrand.

1Gebruik de Basic bij een omgevingstemperatuur tussen 5º C en 35º C (40ºF en 95ºF)

2Richt het display zo, dat er loodrecht op kan worden gekeken.

3Controleer de kabel en de contacten van de stekker in de computer en de wervelstroomrem. Deze kunnen vuil, geoxideerd of verbogen zijn.

4De printplaat moet worden vervangen.

5De printplaat moet worden vervangen.

5 Foutieve waarden 1 De Basic is tijdens het weg- op display schrijven van waarden onder-

broken b.v. door uitschakelen netspanning tijdens training.

1Volledig resetten computer: Houdt gedurende 5 seconden, terwijl u de stekker onder in de computer steekt de SET toets ingedrukt en druk vervolgens tweemaal op de Mode toets.

16

NL

Foutmeldingen

Storing

Mogelijk probleem

Oplossing

 

 

 

6 U ervaart dat het 1 De wervelstroomrem heeft fietsvermogen lager geen of te weinig remwer- aanvoelt dan het king.

display aangeeft

2 De netspanning is te laag.

3Enkele magneten van de wervelstroomrem zitten los.

4De printplaat van de wervelstroomrem is doorgebrand.

1Controleer de kabel en de contacten van de stekker in de computer en de wervelstroomrem. Deze kunnen vuil, geoxideerd of verbogen zijn.

2De Basic werkt correct tussen 220-230 V/50Hz.

3De deksel van de wervelstroomrem moet vervangen worden.

4De printplaat moet worden vervangen.

7 U ervaart dat het

1

De fietsketting is versleten.

1

Vervang de ketting.

fietsvermogen hoger

 

 

 

 

aanvoelt dan het

2

De bandenspanning is te laag.

2

Zorg ervoor dat de achterband goed

display aangeeft

 

 

 

hard is opgepompt.

 

3

De wervelstroomrem is nog

3

Na ongeveer drie minuten fietsen is

 

 

niet opgewarmd.

 

de wervelstroomrem opgewarmd.

 

4

De omgevingstemperatuur is

4

Gebruik de Basic bij een omgevings-

 

 

te laag.

 

temperatuur tussen 5º C en 35º C

 

 

 

 

(40ºF en 95ºF)

 

 

 

 

 

8 De trapfrequentie 1 De cadanssensor is niet aan- blijft 0 gesloten of de magneet is uit de magneethouder gevallen.

2De sensor is buiten het bereik van de magneet gemonteerd.

3In de kabel van de cadanssensor zit een breuk.

4De stekker van de sensor zit niet goed in de aansluiting van de wervelstroomrem.

1Sluit de sensor aan of monteer een goede magneet.

2Zorg dat de afstand tussen de sensor en de magneet ongeveer 3 mm is.

3 Sluit een nieuwe sensor aan.

4Controleer of de stekker volledig in de aansluiting zit.

9 De fietssnelheid

1

De snelheidsimpulsen berei-

1

Controleer de kabel en de contacten

blijft 0

 

ken de computer niet.

 

van de stekker in de computer en de

 

 

 

 

wervelstroomrem.

 

2

Het fietswiel raakt de rol van

2

De afstelknop van de wervelstroom-

 

 

de wervelstroomrem niet.

 

rem bijstellen, zodat slippen van de

 

 

 

 

band niet mogelijk is.

 

3

De snelheidssensor in de

3

Er zal een nieuwe printplaat in de

 

 

wervelstroomrem is defect.

 

wervelstroomrem moeten worden

 

 

 

 

gemonteerd.

17

NL

Technische specificaties & EU-conformiteitsverklaring

6TECHNISCHE SPECIFICATIES

Snelheid (Km/h of Mi/h)

Trapfrequentie (cad)

Actuele snelheid

Actuele trapfrequentie (cadans)

kilometers of mijlen per uur

0-250 trapomwentelingen per minuut

0,1 tot 99,9 Km/h of Mi/h

AVS gemiddelde trapfrequentie

Stopwatch, gefietste tijd

tot 250 trapomwentelingen per minuut

capaciteit: 8 uren, 59 minuten, 59 seconden

MAX maximale trapfrequentie

TRP ritafstand

tot 250 trapomwentelingen per minuut

capaciteit 999,9 kilometers of mijlen

TRP trapomwentelingen per rit

ODO totale afstand

tot 99.999 trapomwentelingen

capaciteit 99.999,9 kilometers of mijlen

 

MAX maximum snelheid

Diversen

capaciteit 99,9 kilometers of mijlen per uur

24-uurs klok

AVS gemiddelde snelheid

23 uur: 59 minuten:59 seconden

capaciteit 99,9 kilometers of mijlen per uur

SLOPE, hellingswaarde

 

-4 tot +9 in stappen van 1

Vermogen (watt)

WATT instelbaar vermogen

Actueel vermogen

0-999 watt in stappen van 10

capaciteit 2-999 watt

Temperatuurbereik

AVS gemiddeld vermogen

5 tot 35 graden Celcius

capaciteit 999 watt

(40 tot 95 graden Fahrenheit)

MAX maximum vermogen

 

capaciteit 999 watt

 

TRP ritverbruik in Kcal

 

capaciteit 999,9 kilocalorieën

 

EU-CONFORMITEITSVERKLARING

In de zin van de EG-machinerichtlijn 93/68EEG bijlage II A.

Hiermede verklaart Technische Industrie Tacx bv, Rijksstraatweg 52, 2241 BW Wassenaar, Nederland, dat de hierna vermelde machine op grond van haar concipiëring en constructie alsmede in de door ons in omloop gebrachte uitvoering beantwoordt aan de desbetreffende veiligheidsen gezondheids voorschriften van de EG-richtlijn. Na een wijziging aan de machine die niet in overleg wordt uitgevoerd, verliest deze verklaring haar geldigheid.

Produkt:

CycleForce

Type:

Basic

Aansluitingsgegevens:

220 V AC 50 Hz

Desbetreffende EG-richtlijn:

EG-Machinerichtlijn (89/392/EEG), versie 93/68/EEG, EG-Laagspanningsrichtlijn (73/23/EU) EG-Richtlijn Electromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEG), versie 93/31/EEG.

Toegepaste geharmoniseerde normen:

EN 50081-1, EN 55022 (1993) klasse B, EN 50082-1, EN 61000-4-2; EN 61000-4-3; EN 61000-4-4; EN 61000-4-5 en EN 61000-4-6.

Door interne maatregelen is ervoor gezorgd dat de standaardapparaten steeds beantwoorden aan de eisen van de actuele EG-richtlijn en de aangewende normen.

Wassenaar, 23-09-2000

J.H.J. Tacx

18

NL

Garantiebepalingen

7GARANTIEBEPALINGEN

Tacx produkten worden vervaardigd in overeenstemming met de hoogste kwaliteitsnormen. Op Tacx produkten is voor de periode van één (1) jaar vanaf de aankoopdatum een garantie tegen produktieen materiaalfouten van toepassing. Bewaar de kassabon, want dit is uw aankoopbewijs!

De garantie vervalt indien het produkt aantoonbare sporen vertoont van:

1 gebruik voor een ander doel dan waarvoor bestemd

2onoordeelkundige gebruik, reparatie of demontage

3beschadigingen ten gevolge van ongevallen en verwaarlozing

4 aantasting van de printerplaat van de computer door transpiratievocht en/of condens 5 schade die optreedt gedurende de verzending of het vervoer van het produkt

Onderdelen die bij normaal gebruik slijtage vertonen vallen niet onder de garantie.

Verzendkosten

-verzendkosten naar de Tacx dealer of Tacx Service Centre zijn voor eigen rekening

-reparaties worden op kosten van het Tacx Service Centre retour gestuurd

Procedure

-Wanneer het produkt bij normaal gebruik om enigerlei reden niet naar behoren functioneert, breng deze dan met het bewijs van aankoop (kopie) en het ingevulde serviceformulier terug naar uw handelaar. U kunt het ook direct naar het Tacx Service Centre sturen in uw land. De Service Centres staan vermeld in de Tacx catalogus, de gebruikshandleidingen en op de Tacx website.

-Volg instructies voor retourzending. Het Tacx Service Centre kan alleen retourzendingen in behandeling nemen die vergezeld zijn van een ingevuld service formulier.

-Als wordt vastgesteld dat het produkt onder garantie valt zal het Service Centre dit binnen 30 dagen na ontvangst kostenloos repareren of vervangen.

-De vaststelling of een produkt onder garantie valt berust alleen bij de Technische Industrie Tacx bv. Wanneer het produkt niet onder garantie valt dan zal het worden gerepareerd en worden de kosten berekend. Wanneer de kosten van de reparatie hoger zijn dan 50,00 Euro ontvangt u vooraf een prijsopgave. Na ontvangst van uw antwoord wordt het produkt gerepareerd of in de oorspronkelijke staat retour gestuurd.

Instructies voor retourzending

1Stuur alleen de onderdelen, van het Tacx produkt, die voor reparatie in aanmerking komen.

2 Pak alles zorgvuldig in de originele verpakking in. Transportbeschadigingen zijn voor uw rekening. 3 Vul het serviceformulier volledig en duidelijk in.

4 Stuur een kopie van de aankoopbon mee.

5 Stuur het pakket gefrankeerd - en eventueel verzekerd - naar het Tacx Service Centre in uw land.

Aansprakelijkheid

-Technische Industrie Tacx bv behoudt zich het recht voor om de produkten zonder voorafgaand bericht aan te passen, te verbeteren of de vervaardiging ervan te beëindigen.

-Tacx bv zal niet verplicht zijn om nieuwe aspecten/elementen aan te brengen in eerder verkoch te producten, zelfs indien producten krachtens een garantie worden geretourneerd.

-Tacx bv mag defecte onderdelen vervangen door gelijksoortige onderdelen van gelijke kwaliteit indien identieke onderdelen niet beschikbaar zijn.

-Tacx bv kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor directe, incidentele of bij zondere schade die voortvloeit uit of samenhangt met het gebruik van de producten.

19

NL

Service Formulier

SERVICE FORMULIER

Lees alvorens het produkt in te sturen de foutmeldingen in de bijbehorende handleiding en loop de veelgestelde vragen op de website door. Gebruik dit formulier en vul alle gegevens duidelijk in om voor service in aanmerking te komen.

Stuur het volledig ingevulde service formulier, samen met een kopie van de aankoopbon, naar uw dichtsbijzijnde Tacx Service Centre.

Naam, voorletters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Land . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Model: Tacx Basic

Aankoopdatum ................................................................................................................................

Computer Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . .

Aankoopbon meegestuurd (kopie)?

ja

nee

Garantie verlopen?

ja

nee

Omschrijving van de klacht: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Andere mededelingen voor Tacx Service Centre: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

20

NL

Inhalt der Verpackung

Kontrollieren Sie, ob die Packung alle unten aufgeführten Teile enthält

-Basic computer

-Tacx CycleForce Basic

-Wirbelstrombremse

-Kabel und Trittfrequenzsensor

-Betriebsanleitung

-Füße und Verschlußkappen

T1424.01 T1424.02

2x

2x

-T1615 Montagebeutel Trainer

T1402

T1408.11

T1410.02

T1410.04

T1410.06

T1423.15

1x

1x

1x

2x

1x

2x

T1424.03

T1461.19

T1465.01

T1465.08

T1615.18

2x

2x

2x

2x

1x

-T1466 Montagekit für Raddurchmesser-Anpassung

T1466.01

T1466.02

T1466.03

T1466.04

T1260.07

T1461.19

T2459.03

1x

1x

1x

1x

4x

4x

4x

21

D

Inhalt

INHALT

1

Montage des Basic

 

 

Montage des Trainers

23

 

Anschließen des Computers

25

2Einmaliges einstellen des Computers

 

Ändern der Geschwindigkeitsanzeige

26

 

Einstellen des Körpergewichts

26

 

Einstellen der 24-Stunden-Uhr

26

3

Benutzung des Computers

 

 

MODE-Funktionen bei Km/h (Mi/h)

27

 

Rückstell-Funktionen mit der MODE-Taste

28

 

Funktionen mit den + und - Tasten

28

 

MODE-Funktion bei WATT

29

 

MODE-Funktion bei CAD

29

 

Set-Funktion bei SLOPE (Steigung)

30

 

Set-Funktion bei WATT prg (Programmierte Leistung)

30

 

Leistung (W) = Kraft x Geschwindigkeit

31

4Trainingsempfehlungen

 

Superkompensation

32

 

Beispiele für Trainingsprogramme

32

5

Fehlersuche

34

6

Technische Daten &

 

 

EG-Konformitätserklärung

36

7

Garantiebestimmungen

 

 

Ablauf

37

 

Instruktionen zum einschicken

37

 

Serviceformular

38

Erklärung der Symbole

Wichtig - also aufpassen

Wichtiger Tip, gut zu wissen

22

D

Montage des Basic

1MONTAGE DES BASIC

Der Ergotrainer Basic setzt sich zusammen aus dem zusammenklappbaren Rahmen, worauf Sie Ihr Fahrrad montieren (der CycleForce Trainer ist standardmäßig für Rennund Trekking-Räder geeignet, sowie für Mountainbikes mit einem Laufraddurchmesser zwischen 630 und 690 mm) und dem Basic Computer.

Montage des Trainers

10 mm

13 mm (2x)

Der Trainer braucht nur einmal aufgebaut und eingestellt zu werden; hierzu gehen Sie folgendermaßen vor:

1Drücken Sie die Mutter A in die Rohrverschlußkappe B und schieben Sie diese in das Rahmenrohr ein (Fig. 1).

2Bringen Sie den Fuß C mit der Schraube D am Rahmen an. Drehen Sie die Schraube D nur so fest, daß sich der Fuß noch verstellen läßt.

3Stellen Sie den Trainer aufgeklappt auf einen festen Untergrund. Der Trainer

läßt sich aufund einklappen, indem Sie den Handgriff E vollständig eindrücken (Fig. 1).

4Drehen Sie den Fuß C in die richtige Stellung (Fig. 2). Ziehen Sie die Schraube D fest und bringen Sie das Antirutschgummi F an (Fig. 4).

5Befestigen Sie die zwei Gummiringe G und den Bolzen K an dem Hebel H (Fig. 3). Der so vorbereitete Hebel H läßt sich nun an dem Rahmen des Heimtrainers anbringen. Schieben Sie nun die Wirbelstrombremse I auf den Bolzen K des Hebels und drehen Sie die Schraube J so fest, daß sich die Bremse noch bewegen kann (Fig. 4).

6Tauschen Sie den Schnellspanner Ihres Hinterrads gegen die mitgelieferte Tacx-Befestigung X aus. Hierdurch wird eine optimale Klemmkraft und Stabilität gewährleistet. Setzen Sie das Fahrrad in den Trainer und stellen Sie die Flügelschraube L so ein, daß sich der Schnellspanner M ohne Kraftaufwand schließen läßt. Wenden Sie keine Gewalt an, Sie könnten Schäden verursachen!

7Sichern Sie die Flügelschraube L durch Festdrehen der Flügelmutter N.

 

N

L

 

X

 

E

 

 

B

M

 

A

 

C

 

I

D

 

 

 

1

E

J

 

 

 

 

K

H

4

K

F

G

H

C

2

3

23

D

Montage des Basic

8Mit dem Hebel H läßt sich die Rolle der Wirbelstrombremse gegen den Reifen des Fahrrades klappen (Fig. 5 & 6). Ist der Hebel H zugeklappt, kann man nun über den Knauf R den Druck der Rolle auf den Reifen des Hinterrades einstellen. Achten Sie darauf, daß die Rolle straff gegen den Reifen drückt, um ein Durchrutschen des Reifens während des Trainings zu vermeiden.

H

R

5

H

6

Montageanpassung für Fahrräder mit einem anderen Laufrad-Durchmesser

Bevor die komplette Hebeleinheit an den Rahmen montiert wird (siehe Punkt 5), müssen die Kunststoff-Verlängerungs-Streifen befestigt werden.

Raddurchmesser 610 - 640 mm: befestige die Streifen W mit 4 Schrauben, Muttern und Ringen. (Fig. 7)

Raddurchmesser 690 - 720 mm: befestige Streifen Z (Fig. 8)

W

W

H

7

Hinweis

Z

Z

H

8

-Prüfen Sie, bevor Sie den CycleForce benutzen, ob der Handgriff E nach dem Aufklappen des Trainers vollständig zurückgefedert ist. Hiermit wird eine Beschädigung des Rahmens vermieden.

-Sorgen Sie dafür, daß das Gerät bei der Montage nicht auf das Schwungrad fällt. Dadurch könnte in der Achse eine Unwucht entstehen, die Schwingungen verursachen würde.

-Achten Sie darauf, daß der Reifen stark aufgepumpt ist (mindestens 6 bar).

-Bei einem ATB ist ein ganz oder fast ganz glatter Reifen vorzuziehen, denn Reifen mit Profil machen zu viel Lärm und können obendrein schlüpfen.

-Bremsen Sie beim Fahren auf dem CycleForce Basic nie abrupt ab. Das Schwungrad dreht sich dabei weiter, der Hinterreifen rutscht und würde unnötig verschleißen.

-Kontrollieren Sie regelmäßig, ob alle Schrauben und Muttern des Trainers noch gut fest sitzen.

-Zwar kann das Gerät, wie Tests gezeigt haben, auch bei extremer Belastung nicht überhitzt werden. Bei ständigem, intensiven Gebrauch kann das Gehäuse des Bremsmagneten allerdings ziemlich heiß werden. Berühren Sie es also nicht sofort nach Gebrauch, sondern lassen sie es zunächst abkühlen.

24

D

Montage des Basic

Anschließen des Computers

Nachdem Sie das Fahrrad in den Trainer montiert haben, können Sie den Computer folgender maßen anschließen:

1Bringen Sie den Computer mit Hilfe der beiden Gummiklemmbänder P an der Lenkstange an (Fig. 4).

2Schließen Sie den Computer mit dem Kabel Q ans Gerät an. Verlegen Sie das Kabel so, daß Sie es beim Fahren nicht berühren können (beispielsweise mit den Schuhen auf den Pedalen).

3Bringen Sie den kleinen Impulsmagnet R an der Innenseite der linken Tretkurbel an (Fig. 5).

4Bringen Sie den Magnetsensor S für die Impulsmessung an der Unterseite der linken Hinterradgabel an, und zwar so, daß sich der Sensor in Höhe des Magneten befindet und dabei von diesem ungefähr 3 mm entfernt ist. Stecken Sie das Sensorkabel in das Gerät ein und achten Sie darauf, daß das Kabel nicht am Hinterrad schleift.

5Stecken Sie den Netzstecker in eine Steckdose. Kontrollieren Sie den Empfang des Trittfrequenzmessers, indem Sie rückwärts treten. Auf dem Display erscheint das Wort CAD. Der Basic ist betriebsbereit.

Schweiß und Kondenswasser können die Leiterplatte im Computer angreifen. Benutzen Sie den Basic nicht in feuchter Umgebung und trocknen Sie das Display, wenn nötig, nach Gebrauch ab. Dadurch wird eine unnötige Beschädigung vermieden. Bei unsachgemäßem Gebrauch und/oder unrichtiger Pflege erlischt der Garantieanspruch.

S

S

R

R Q

 

5

P

 

P

4

25

D

Einmaliges Einstellen des Computers

2EINMALIGES EINSTELLEN DES COMPUTERS

Nachdem das Gerät eingesteckt ist, leuchtet das Display als

Prüfsignal kurz auf. Anschließend schaltet sich das normale

Programm ein (Fig. 6).

Jetzt könnten Sie auf Ihr Fahrrad steigen und sofort losfahren, wenn Sie nicht vorher einmalig Ihr Körpergewicht in das Programm eingeben müßten. Standardmäßig ist die Geschwindigkeitsanzeige auf Km/h und das Körpergewicht auf 75 kg eingestellt. Wenn Sie die Geschwindigkeitsanzeige nicht ändern wollen und Ihr Gewicht eingegeben haben, machen Sie sofort mit dem normalen Programm weiter.

Ändern der Geschwindigkeitsanzeige

Wenn Sie die Geschwindigkeitsanzeige und das Gewicht einstellen wollen, halten Sie gleichzeitig die Tasten SET und MODE 6 Sekunden lang gedrückt. Danach erscheint die Anzeige SET UP (Fig. 7). Durch Drücken der + oder - Taste können Sie von Km/h auf Mi/h (englische Meilen pro Stunde) umschalten und umgekehrt (Fig. 8). Sie speichern Ihre Wahl durch Drücken der Taste MODE.

Einstellen des Körpergewichts

Anschließend wird als Körpergewicht 75 kg angezeigt (Fig. 9). Auch hier können Sie mit den + und - Tasten den Wert ändern, und zwar in Schritten von 1 kg (Fig. 10). Die Gewichtsangabe benötigt der Computer, um die von Ihnen beim Fahren gelieferte Leistung korrekt bestimmen zu können, denn diese hängt u.a. vom beförderten Gewicht ab. Das Gewicht läßt sich zwischen 40 und 120 kg einstellen.

Nachdem Sie ihr Gewicht eingegeben haben, speichern Sie auch diesen Wert durch Drücken der Taste MODE. Der Wert bleibt auch beim Ausschalten des Ergotrainers gespeichert, so daß er vom Programm beim nächsten Mal wieder benutzt wird. Sie können den Wert jedoch jederzeit nach obiger Beschreibung ändern, beispielsweise, wenn eine andere Person den Ergotrainer benutzt.

Einstellen der 24-Stunden-Uhr

Nach dem Einstellen des Gewichts können Sie, wenn Sie wollen, die Zeitanzeige in eine 24-Stunden-Anzeige ändern. Wenn Sie dies nicht wollen, drücken Sie zweimal die MODE-Taste und kehren ins normale programm zurück. Die Zeitanzeige taucht während des Fahrens nicht mehr auf.

Wenn Sie doch die 24-Stunden-Anzeige benutzen wollen, stellen Sie mit den + und - Tasten zunächst die Stundenzahl ein, drücken dann MODE und stellen danach mit +/- Tasten die Minuten ein. Noch einmal MODE drücken, die Uhr ist eingestellt und Sie kehren ins normale Programm zurück. Wenn Sie die anderen Funktionen durchlaufen, kehrt auch die Zeitanzeige zurück.

Beim Ausschalten des Computers wird auch die Uhr ausgeschaltet, das heißt, daß sie nach dem nächsten Einschalten bei Bedarf mit der SET-UP-Prozedur wieder eingestellt werden muß.

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

6

KM/h

7

MI/h

8

KG

9

26

D

3BENUTZUNG DES COMPUTERS

Nachdem Sie die Computereinstellungen vorgenommen haben, können Sie "losfahren". Alle hiernach beschriebenen Handlungen können Sie sowohl "während der Fahrt" als auch im Stillstand ausführen.

Der Basic registriert 3 Arten von Daten: die erste bezieht sich auf die Fahrgeschwindigkeit und wird als erste besprochen, die beiden anderen, Leistung und Trittfrequenz, werden anschließend erläutert.

MODE-Funktionen bei Km/h (oder Mi/h)

Mit der MODE-Taste werden die einzelnen Fahrfunktionen aufgerufen. Jedesmal, wenn diese Taste einmal gedrückt wird, erscheinen nachein-ander: ETM, TRP, ODO, MAX, AVS

(siehe Blockdiagramm). Auch die 24-Stunden-Anzeige steckt in diesem Datenturnus, wenn Sie sie vorher eingestellt haben.

 

 

 

 

 

ODO

 

MAX

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-

 

 

 

 

 

Uhr

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MODE

ETM (Stoppuhr)

Sie fangen rechts oben mit ETM, der Stoppuhr, an (Fig. 11). ETM ist die Zeit, die gefahren wird, ohne daß der Computer rückgestellt (RESET), oder ausgeschaltet wird. Die Stoppuhr registriert nur die gefahrene Zeit. Wenn Sie zwischendurch eine Pause machen, wird diese Zeit nicht mitgezählt. Wenn Sie den Computer während des Fahrens ausschalten oder rückstellen, fängt die Stoppuhr wieder bei “0” an.

TRP (Gefahrene Strecke)

Drücken Sie erneut die MODE-Taste, dann erscheint rechts oben TRP, die gefahrene Entfernung (Fig. 12). Solange der Computer nicht rückgestellt oder ausgeschaltet wird, berechnet er die Fahrtstrecke.

ODO (Gesamtstrecke)

Nochmaliges Drücken der MODE-Taste zeigt rechts oben ODO, die insgesamt mit dem Ergotrainer “zurückgelegte Strecke”

(Fig. 13). Die ODO-Funktion addiert alle gefahrenen Strecken, und zwar bis maximal 99.999 km (oder Meilen) und fängt danach bei Null wieder an.

D

Benutzung des Computers

KG

10

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

11

WATT

TRP

SLOPE

KM/h

12

WATT

ODO

SLOPE

KM/h

13

27

Benutzung des Computers

MAX (Höchstgeschwindigkeit)

Als nächstes erscheint nach Drücken der MODE-Taste rechts oben MAX, der Betrag der erreichten Höchstgeschwindigkeit während des Zeit-raums, in dem der Computer nicht rückgestellt oder ausgeschaltet wurde.

AVS (Durchschnittsgeschwindigkeit)

Nach nochmaligem Drücken der MODE-Taste wird rechts oben AVS angezeigt, der Durchschnittswert der Geschwindigkeit. Die Durchschnittsgeschwindigkeit wird für den Zeitraum berechnet, in dem der Computer nicht rückgestellt oder ausgeschaltet war.

UHR

Wenn Sie sich entschieden hatten, die Uhr zu benutzen, dann können Sie nach AVS die MODE-Taste noch einmal drücken, wonach die Uhr-zeit angezeigt wird.

Rückstell-Funktionen mit der MODE-Taste

Wenn Sie während einer Trainingsfahrt einzelne Daten, die bei den Funktionen ETM, TRP, MAX und AVS gespeichert sind, rückstellen (d.h. wieder auf Null stellen) wollen, halten Sie Ihre Beine ruhig, achten Sie darauf, daß die Geschwindigkeit Null ist und halten Sie die SETund die MODE-Taste gleichzeitig 1 Sekunde gedrückt. Die ODO-Funktion läßt sich nicht rückstellen, sie schaltet sich bei 99.999 km (oder Meilen) von selbst auf Null.

Funktionen mit den + und - Tasten

Wie oben erwähnt, registriert der Basic drei Arten von Daten:

1Daten, die mit der Geschwindigkeit zusammenhängen (Km/h oder Mi/h).

2Daten, die mit der Leistung zu tun haben (WATT).

3Daten, die mit der Trittfrequenz zu tun haben (CAD).

Mit den + und - Tasten können Sie diese drei Datenarten nacheinander auf dem Display erscheinen lassen, (siehe lockdiagramm).

+

 

KM/h

 

WATT

 

CAD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-

WATT (Leistung)

Durch Drücken der + Taste wechselt die Anzeige rechts unten von Geschwindigkeit (km/h) auf Leistung (WATT), die zur Zeit gelieferte Leistung (Fig. 16).

CAD (Trittfrequenz)

Nach nochmaligem Drücken der + oder - Taste wechselt die Anzeige rechts unten von WATT nach CAD, der Trittfrequenz (Fig. 17).

28

D

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

14

WATT

ETM

SLOPE

KM/h

15

MAX

SLOPE

WATT

16

WATT

MAX

SLOPE

CAD

17

Benutzung des Computers

MODE-Funktion bei WATT

Wenn auf dem Display die Leistung (WATT) angezeigt wird, können Sie ebenfalls die MODEFunktionen benutzen. Die Stoppuhr (ETM) läuft selbstverständlich unverändert weiter, aber die Funktionen TRP, MAX und AVS bedeuten bei der WATT-Anzeige jeweils Gesamtleistung, maximale Leistung und durchschnittliche Leistung.

Der Ausdruck Gesamtleistung bedarf einer Erläuterung: Wenn der Computer nicht rückgestellt oder ausgeschaltet wird, multipliziert er die verstrichene Zeit (Stoppuhr) mit der insgesamt gelieferten Leistung. Das Ergebnis ist die geleistete Arbeit in Kilokalorien (Kcal).

MODE-Funktion bei CAD

Wenn Sie auf dem Display die Trittfrequenz (CAD) erscheinen lassen, dann können Sie mit den Funktionen TRP, MAX und AVS jeweils die Gesamtzahl der Tretlagerumdrehungen während der Fahrt, die maximale Trittfrequenz und die durchschnittliche Trittfrequenz sichtbar machen.

Wenn Sie jetzt mit der MODE-Taste und den + und - Tasten experimentieren, können Sie verschiedene Daten kombinieren. Auf Tastendruck erscheinen schnell und genau die Angaben. Auf diese Weise werden Sie ziemlich rasch mit der Funktionsweise des Computers vertraut und innerhalb von 10 Minuten haben Sie gelernt, wie Sie die Angaben finden können, die für Sie am interessantesten oder wichtigsten sind.

 

 

 

 

MODE

 

ETM

 

 

Stoppuhr

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gefahrene Strecke

 

 

 

 

 

 

TRP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gesamtstrecke

 

 

 

 

 

 

ODO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Höchstgeschwindigkeit

 

 

 

 

 

 

MAX

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Durchschnittsgeschwindigkeit

KM/h

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uhr

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stoppuhr

 

 

 

 

MODE

 

ETM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Während der Fahrt

 

 

 

 

 

 

TRP

 

 

WATT

 

 

 

 

 

 

 

 

umgesetzte Energie

 

 

 

 

 

 

 

 

Maximale Leistung

 

 

 

 

 

MAX

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Durchschnittliche Leistung

 

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uhr

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CAD

 

 

 

MODE

 

TRP

 

 

Tretlagerumdrehungen pro Fahrt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAX

 

 

Maximale Trittfrequenz

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Durchschnittliche Trittfrequenz

 

 

 

 

 

 

AVS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uhr

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

29

D

Benutzung des Computers

SET-Funktion bei SLOPE (Steigung)

Wir gehen jetzt zum nächsten Schritt. Das Computerprogramm des Basic bietet Ihnen außerdem die Möglichkeit, einen Fahrtwiderstand zu simulieren. Hierzu dient die Funktion SLOPE (Steigung), mit deren Hilfe eine künstliche Widerstandskraft auf die Rolle des Ergotrainers ausgeübt wird. Die ausgeübte Bremskraft hängt von der Drehzahl ab, das heißt, je schneller sich die Rolle dreht, desto leichter ist es für den Computer, die Rolle zu abzubremsen, und umgekehrt, je kleiner die Trittfrequenz und damit die Drehzahl der Rolle ist, desto schwieriger ist das Bremsen der Rolle. Daher ist die SLOPE -Funktion in 14 einzelne Stufen unterteilt worden, von -4 über den Wert 0 bis +9. Für Werte über 0 ist der Stei-gungswiderstand gewichtsabhängig.

Wenn Sie die SET-Taste drücken, beginnt die Steigungsanzeige (SLOPE) links unten zu blinken, (Fig. 18). Die Standardeinstellung ist Null. Jetzt können Sie mit den + und - Tasten den Steigungswiderstand von -4 bis +9 einstellen, (Fig. 19). Der eingestellte Wert wird durch Drücken der MODE-Taste gespeichert.

Man könnte annehmen, daß ein Steigungswiderstand von +9 einem Stei-gungswinkel von +9° und ein Steigungswiderstand von -4 einem Gefälle von 4° entsprechen. Sie werden einsehen, daß der Trainer, wenn Sie die Beine nicht bewegen, nicht wie ein Fahrrad in Wirklichkeit “bergab” von alleine weiterrollt. Die Widerstandsstufen -4 bis +9 sind angebracht worden, um den Computer die jeweiligen Berechnungen und Anpassungen an den Widerstand für die programmierte Leistung ausführen zu lassen.

SET-Funktion bei WATT prg (Programmierte Leistung)

Schließlich können Sie noch einen Schritt weiter gehen. Wenn Sie nach dem Drücken der SET-Taste und dem Blinken der Steigung (Fig. 20) die SET-Taste noch einmal drücken, beginnt die programmierte Leistung (WATT prg) links oben zu blinken (Fig. 21). In dieser Funktion versucht der Computer, unabhähngig von der benutzten Übersetzung und der Trittfrequenz, die Bremskraft auf der Rolle derartig anzupassen, daß Sie immer mit der vorher eingestellten Leistung in die Pedalen treten. Wenn Sie die Trittfrequenz ändern, paßt der Computer sofort die Bremskraft an, so daß Sie weiterhin die gleiche Leistung liefern. Wenn Sie mit einem anderen Gang fahren, reagiert der Computer sofort und ändert den Widerstand an der Rolle.

Wenn die Anzeige WATT prg auf dem Display blinkt, können Sie die programmierte Leistung mit den + und - Tasten in Stufen von 10 W einstellen, (Fig. 22). Die programmierte Leistung ist standardmäßig bereits auf den Wert 100 W voreingestellt worden, Sie können diesen Wert jedoch selbst zwischen 0 und 990 W einstellen. In der Praxis wählen die meisten Radfahrer einen Wert zwischen 100 und 400 W.

30

D

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

18

WATT

MAX

SLOPE

KM/h

19

WATT

MAX

 

KG

SLOPE

KM/h

20

WATT PRG

MAX

KM/h

21

Loading...
+ 82 hidden pages