Dank u dat u Suunto t6d gekozen hebt als uw trainingsbegeleider. Suunto t6d is een
hartslagmeter met hoge precisie die is ontworpen om uw training zo nuttig mogelijk
te maken.
Suunto t6d geeft u zeer accurate feedback over uw conditie. Voordat u begint met
regelmatig trainen met Suunto t6d, moet u eerst de waarden leren van EPOC en andere
lichaamsparameters bij uw normale trainingssessies. Op deze manier leert u te bepalen
wat voor soort training u helpen zal om uw doelen te bereiken.
Enkele van de belangrijkste functies zijn:
Gepersonaliseerde trainingsfuncties
●
Logboekrecorder waarin elke trainingssessie opgeslagen wordt
●
Functionele uitbreidingen via Suunto POD's (Peripheral Observation Devices)
●
Planning en analyse van training via www.movescount.com
●
nl
5
2 OM TE BEGINNEN
2.1 Basisinstellingen
Druk op een willekeurige knop om uw Suunto t6d in te schakelen. U wordt dan gevraagd
uw PERSONAL(persoonlijke) voorkeuren in te stellen: uw fysieke kenmerken en activity
class (activiteitsklasse). Het apparaat stelt een standaard METS-fitnessniveau voor, maar
als u uw werkelijke METS-fitness weet, moet u die waarde gebruiken.
OPMERKING: De maximale prestatiecapaciteit die gemeten is in een laboratoriumtest
wordt soms voorgesteld als ml zuurstof/kg/min (VO2 max). Als u de maximale
prestatiecapaciteit die door het programma in METs berekend wordt, wilt vergelijken met
uw gemeten max VO2, gebruik dan de verhouding 1 MET = 3,5 ml/min/kg.
1. Met de knoppen [Lap +] en [Light -] wijzigt u de waarden.
2. Door op de knop [Mode] te drukken, accepteert u de wijzigingen en gaat u door
naar de volgende instelling.
6
3. Door op de knop [View Back] te drukken, gaat u terug naar de vorige instelling.
4. Nadat u het METS-conditieniveau ingesteld hebt, gaat u verder naar de
instellingen UNITS(eenheden) en GENERAL(algemene) instellingen, of gaat u snel
terug naar de modus TIME(tijd) door op de knop [Start Stop] te drukken.
OPMERKING: Alle PERSONAL(persoonlijke) instellingen kunnen later preciezer ingesteld
worden.
2.2 Activity class (activiteitsklasse) instellen
De activity class (activiteitsklasse) (ACT CLASS[ACT-KLASSE]) is een classificatie van uw
huidige activiteitenniveau. Gebruik de volgende classificaties om u te helpen om uw
activity class (activiteitsklasse) te bepalen.
Activity class (activiteitsklasse) 1:
Als u niet regelmatig sport in uw vrije tijd of zware fysieke inspanningen verricht, gebruik
dan 1.
Activity class (activiteitenklasse) 2 en 3
Als u regelmatig recreatief sport of fysiek zwaar werk verricht en uw wekelijkse oefening
bestaat uit:
minder dan 1 uur, gebruik dan 2.
●
meer dan 1 uur, gebruik dan 3.
●
nl
7
Activity class (activiteitenklasse) 4-7
Als u regelmatig sport of andere fysieke activiteiten uitvoert en u wekelijks zwaar traint:
minder dan 30 minuten, gebruik dan 4.
●
30-60 minuten, gebruik dan 5.
●
1-3 uur, gebruik dan 6.
●
meer dan 3 uur, gebruik dan 7.
●
Activity class (activiteitenklasse) 7,5 - 10
Als u regelmatig traint of deelneemt aan competitieve sporten en uw wekelijkse oefening
bestaat uit:
5-7 uur, gebruik dan 7,5.
●
7-9 uur, gebruik dan 8.
●
9-11 uur, gebruik dan 8,5.
●
11-13 uur, gebruik dan 9.
●
13-15 uur, gebruik dan 9,5.
●
meer dan 15 uur, gebruik dan 10.
●
2.3 Menunavigatie
Open het menu instellingen door de knop [Mode] ingedrukt te houden.
8
Scroll door de menu's en submenu's met [Lap +] en [Light -].
Open een menu en een submenu, of accepteer een waarde met de knop [Mode].
Ga terug naar het vorige menu met de knop [View Back].
U kunt op elk willekeurig moment het menu verlaten door op de knop [Start Stop] te
drukken.
nl
9
2.4 Modi en weergaven
Modi
Er zijn twee modi: TIME(TIJD) en TRAINING. Wissel tussen de modi met de knop [Mode].
De indicatoren links op het scherm geven aan welke modus ingeschakeld is.
De modus TRAINING heeft twee weergaven, DISPLAY 1(WEERGAVE 1) en DISPLAY
2(WEERGAVE 2).
U kunt elke weergave van TRAINING aanpassen. In het menu instellingen, gaat u naar
DISPLAYS(weergaven). Open DISPLAY 1(weergave 1) of DISPLAY 2(weergave 2) en open
vervolgens ROW 1(rij 1), ROW 2(rij 2) of VIEWS(weergaven) om de informatie te selecteren
die u wilt weergeven.
10
Weergaven
20
Elke modus heeft verschillende weergaven die aanvullende informatie bevatten, zoals
de hoogte in de modus TIME(TIJD) of calorieën in de modus TRAINING. Ga naar de
instellingen voor DISPLAYS(weergaven) om te bepalen welke weergaven getoond
worden als de modus TRAINING geopend is. Wissel weergaven in de modus TIME(tijd)
en TRAINING met de knop [View Back].
2.5 Knopvergrendeling
U kunt knoppen vergrendelen en ontgrendelen in de modus TIME(tijd) en TRAINING
door de knop [Light -] ingedrukt te houden.
nl
11
Als de knoppen vergrendeld zijn, kunt u nog steeds van weergave wisselen en de
achtergrondverlichting activeren. Wij raden u bijvoorbeeld aan om de knoppen te
vergrendelen nadat u een trainingsessie begonnen bent of het apparaat opbergt in
een reistas.
12
3 DE MODUS TIME (TIJD) GEBRUIKEN
In de modus TIME(TIJD) kunt u de tijd bekijken in twee tijdzones: de tijd op uw huidige
locatie en in een andere tijdzone (dubbele tijd). De huidige datum wordt op de bovenste
rij van het scherm weergegeven.
Gebruik [View Back] om door de volgende weergaven te bladeren:
Dag: naam van de huidige dag van de week
●
Seconden: seconden in cijfers
●
Dubbele tijd: tijd in een andere tijdzone
●
Hoogte: uw hoogte vanaf zeeniveau
●
De volgende instellingen van de modus TIME (TIJD) kunt u wijzigen in het menu
instellingen:
BeschrijvingWaardeInstelling
Alarmfunctie: aan of uit / uren en minutenon / off / 00:00alarm
Hoofdtijd: uren, minuten en secondenhours / minutes / secondstime
Huidige datum: jaar, maand en dagyear / month / daydate
Dubbele tijd: uren en minutenhours / minutesdual time
13
nl
3.1 Tijd instellen
Om de tijd in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TIME (TIJD).
2. Scroll naar TIME(tijd) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Wijzig de tijd met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met [Mode].
4. Stel de seconden terug op nul met [Light -]. Om specifieke seconden in stellen,
houdt u [Lap +] ingedrukt. De seconden beginnen te lopen. Accepteer de juiste
seconden met [Mode].
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
3.2 Dubbele tijd instellen
Om dubbele tijd in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TIME(TIJD).
2. Scroll naar DUAL TIME(dubbele tijd) met [Light -] en [Lap +] en open dit met
[Mode].
3. Wijzig de tijd met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
14
Situatie zoals die in het echt zou kunnen gebeuren: Situatie zoals die in het echt
zou kunnen gebeuren: de tijd op uw thuislocatie weten
U reist naar het buitenland en u stelt de dubbele tijd als de thuistijd in. De hoofdtijd is de tijd
van uw huidige locatie. U weet nu de lokale tijd en u kunt snel controleren hoe laat het thuis
is.
OPMERKING: Wij raden u aan de huidige tijd van uw huidige locatie als hoofdtijd in te
stellen omdat de wekker volgens de hoofdtijd afgaat.
3.3 Datum instellen
Om de datum in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TIME (TIJD).
2. Scroll naar DATE(datum) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Wijzig de dag, de maand en het jaar met [Lap +] en [Light -] en accepteer de
instelling met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
3.4 Alarm instellen
U kunt tot drie alarmen instellen op uw Suunto t6d.
Het alarm instellen:
1. Ga in het menu instellingen naar TIME (TIJD).
2. Scroll naar ALARM met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
15
nl
3. Scroll door de alarmen met [Lap +] en [Light -] en open deze met [Mode].
4. Schakel het alarm in of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met
[Mode].
5. Wijzig de alarmtijd met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met [Mode].
6. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
Als het alarm afgaat, reageert u hierop door op een willekeurige toets te drukken. Als
u niet op het alarm reageert, zal het automatisch stoppen na 30 seconden.
TIP: U kunt een apart alarm instellen voor werkdagen en andere voor weekends. U kunt
de extra alarmen ook gebruiken als herinneringen of snooze-opties.
16
4 INSTELLINGEN VÓÓR HET TRAINEN
Voordat u met trainen begint, moet u de instellingen in PERSONAL(PERSOONLIJK) en
UNITS(EENHEDEN) instellen. Om uw hoogte te kunnen meten, moet u ook de
referentiehoogte instellen. Deze instellingen garanderen u accurate metingen en
berekeningen.
U wordt de eerste keer dat u het apparaat activeert (door een willekeurige knop in te
drukken) gevraagd om de PERSONAL(PERSOONLIJKE) instellingen te bepalen. Als u meer
te weten wilt komen over deze instellingen en het aanpassen daarvan, lees dan verder.
Anders kunt u verdergaan naar Chapter 5 De modus TRAINING gebruiken.
4.1 Persoonlijke instellingen
Via de instellingen in PERSONAL(PERSOONLIJK) kunt u uw Suunto t6d afstellen aan de
hand van uw fysieke eigenschappen en activiteit. Deze instellingen worden voor veel
berekeningen gebruikt, het is dus belangrijk dat u deze waarden zo nauwgezet mogelijk
bepaalt.
BeschrijvingWaardeInstelling
kg / lbweight
cm / ftheight
Gewicht volgens de gekozen eenheden in de
instellingen in UNITS(eenheden)
Hoogte volgens de gekozen eenheden in de
instellingen in UNITS(eenheden)
17
nl
BeschrijvingWaardeInstelling
1 - 10act.class
000max hr
Voor het wijzigen van de instellingen in PERSONAL(persoonlijk), gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu Instellingen naar PERSONAL(PERSOONLIJK).
2. Scroll door de instellingen met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Met de knoppen [Lap +] en [Light -] wijzigt u de waarden.
4. Met [Mode] accepteert u de instelling en gaat u door naar de volgende instelling.
5. Herhaal stappen 3 en 4 voor de resterende instellingen.
6. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
Activity class (activiteitsklasse): 1 tot 10 slagen per
minuut
Geslacht: vrouwelijk of mannelijkmale / femalesex
Geboortejaaryearbirth year
Maximale hartslag volgens de gekozen eenheden
in de instellingen in UNITS(eenheden)
METs-conditiewaarde00.0fitness METS
4.1.1 Maximale hartslag
Vul uw maximale hartslag in, als u die weet. Anders kunt u deze berekenen met de
formule 210-(0,65 x LEEFTIJD).
18
TIP: Vraag uw coach of dokter hoe u veilig uw werkelijke maximale hartslag kunt
bepalen.
4.1.2 METs-fitnessniveau
De waarde voor METs-fitness (metabolische equivalenten) toont hoeveel energie uw
lichaam kan verbruiken in vergelijking met het energieverbruik in rust. Over het
algemeen geldt dat hoe beter uw conditie is, hoe hoger uw maximale MET-waarde is.
Suunto t6d stelt een standaard METS-fitnessniveau voor, maar als u uw werkelijke METs
weet, moet u die waarde gebruiken.
OPMERKING: De maximale prestatiecapaciteit die gemeten is in een laboratoriumtest
wordt soms voorgesteld als ml zuurstof/kg/min (VO2 max). Als u de maximale
prestatiecapaciteit die door het programma in METs berekend wordt, wilt vergelijken met
uw gemeten max VO2, gebruik dan de verhouding 1 MET = 3,5 ml/min/kg.
4.2 Instellingen van eenheden
De instellingen in UNITS(EENHEDEN) bepalen de meeteenheden en de datum- en
tijdsindeling. U kunt dit instellen volgens uw eigen voorkeuren.
BeschrijvingWaardeInstelling
Tijdsindeling: 12 uur of 24 uur12h / 24htime
19
nl
BeschrijvingWaardeInstelling
Datumindeling: dag-maand, maand-dag of dagd.m / m.d / daydate
bpm / %HR
asc
spd unit
Voor het wijzigen van de instellingen in UNITS(EENHEDEN), gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar UNITS(EENHEDEN).
2. Scroll door de instellingen voor eenheden met [Lap +] en [Light -] en wijzig de
eenheden met [Mode].
20
m / s, m / min,
m / h, ft / s, ft /
min, ft / h
Foot km / h,
min /, Bike km /
h, min /, GPS km
/ h, min /
Hartslageenheden: slagen per minuut (bpm) of
percentage van maximale hartslag
Temperatuureenheden: Celsius of Fahrenheit°C / °Ftemp
Hoogtemetingseenheden: meters of feetm/ftalti
Stijgingseenheden: meters per seconde, minuut of
uur / feet per seconde, minuut of uur
Afstandseenheden: kilometers of mijlenkm / midist
Snelheidseenheden voor Foot POD, Bike POD en
GPS POD: kilometers per uur, minuten per kilometer
of mijlen per uur, minuten per mijl volgens de
gekozen afstandseenheden
Hoogte-eenheden: centimeters of feetcm / feetheight
Gewichtseenheden: kilo's of pondenkg / lbweight
3. Vul de instellingen voor de eenheden van hoogte en gewicht in met [Mode] en
wijzig de eenheden met [Lap +] en [Light -].
4. Accepteer de eenheden voor hoogte en gewicht met [Mode].
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
4.3 Algemene instellingen
In de GENERAL(algemene) instellingen kunt u knoptonen en -pictogrammen in- of
uitschakelen, instellingen voor achtergrondverlichting veranderen en hartslagbanden
en POD's koppelen. Stel de instellingen in GENERAL(algemeen) in volgens uw eigen
voorkeuren.
BeschrijvingWaardeInstelling
pair
Bike POD, Cad POD, GPS
POD, SPD POD
on / offtones
on / officons
Opties voor het koppelen van POD'sHR Belt, HR Belt2, Foot POD,
Knoptonen: geven een geluid als een knop
ingedrukt wordt
Pictogrammen: Het pictogram van de
modus verschijnt op het scherm als een
modus geselecteerd wordt
21
nl
BeschrijvingWaardeInstelling
normal, off, night uselight
Achtergrondverlichting: normale stand
(inschakelen met de knop [Light -]), uit
(licht niet inschakelen) of nachtstand
(inschakelen met een willekeurige knop)
4.3.1 Knoptonen instellen
Als u de knoptonen inschakelt, hoort u een geluid als u een knop indrukt.
Om de knoptonen in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar GENERAL(ALGEMEEN).
2. Scroll naar TONES(knoptonen) met [Lap +] en [Light -].
3. Schakel de knoptonen in of uit met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
4.3.2 Pictogrammen instellen
Als de pictogrammen ingeschakeld zijn en u overschakelt naar een modus, wordt kort
een pictogram van de modus getoond op het scherm voordat het hoofdvenster geopend
wordt.
Bij het instellen van de pictogrammen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar GENERAL(ALGEMEEN).
2. Scroll naar ICONS(pictogrammen) met [Lap +] en [Light -].
22
3. Schakel de pictogrammen in of uit met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
4.3.3 Achtergrondverlichting instellen
U kunt de achtergrondverlichting aan of uit zetten en de instellingen wijzigen van het
beeldscherm van de Suunto t6d.
Er zijn drie instellingen voor de achtergrondverlichting:
NORMAL(normaal): Het licht gaat aan als u toets [Light -] (licht) indrukt en blijft
●
korte tijd branden na de laatste druk op een toets.
OFF(uit): Het licht kan niet ingeschakeld worden door op een toets te drukken
●
of als een alarm afgaat.
NIGHT USE(nachtgebruik): Het licht gaat aan als u een willekeurige toets indrukt
●
en blijft korte tijd branden na de laatste druk op een toets en wanneer er een
alarm klinkt. NIGHT USE (nachtgebruik) reduceert de levensduur van de batterij
significant.
De achtergrondverlichting instellen:
1. Ga in het menu instellingen naar GENERAL(ALGEMEEN).
2. Scroll naar LIGHT(verlichting) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Scroll door de instellingen met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met
[Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
23
nl
OPMERKING: Veelvuldig gebruik van de achtergrondverlichting vermindert de
levensduur van de batterij aanzienlijk. Om energie te besparen, knippert het achtergrondlicht
bij gebruik in modus TRAINING en is het niet actief bij zoeken naar HS of PODs.
4.4 De weergaven in de modus TRAINING configureren
In de modus TRAINING kunt u verschillende gegevens opnemen tijdens uw trainingsessies
en deze bekijken. Beide weergaven hebben drie instelbare rijen. Kies welke functies en
parameters u wilt laten weergeven in elke rij van de weergaven.
BeschrijvingInhoud
altitude
ascent
avg spd
24
Hoogte vanaf zeeniveau volgens de gekozen instellingen voor
eenheden in UNITS(eenheden)
Totale stijging: verticale beweging omhoog tijdens de training
volgens de gekozen instellingen voor eenheden in UNITS(eenheden)
Gemiddelde hartslag van trainingssessieavg HR
Gemiddelde snelheid tijdens trainingssessie ronde volgens de
gekozen instellingen voor eenheden in UNITS(eenheden)
Cadansgegevens (indien gekoppeld met Cadence POD)cadence
Verbrandde calorieën sinds de start van het logboekcalories
Verlopen tijd sinds de start van het logboekchrono
Huidige tijdday time
distance
descent
HR
lap dist
lap spd
speed
BeschrijvingInhoud
Afstand vanaf het starten van het logboek volgens de gekozen
instellingen voor eenheden in UNITS(eenheden)
Totale daling: verticale beweging omlaag tijdens de training volgens
de gekozen instellingen voor eenheden in UNITS(eenheden)
Geen bijkomende informatieempty
Meting van de accumulerende trainingszwaarteEPOC
Huidige hartslag volgens de gekozen eenheden in de instellingen
in UNITS(eenheden)
Huidig rondenummerlap
Verlopen tijd van huidige rondelap time
Covered distance during current lap (if paired with a wireless speed
and distance POD)
Gemiddelde snelheid bij huidige ronde (indien gekoppeld met een
draadloze speed and distance POD)
Snelheid volgens de gekozen instellingen voor eenheden in
UNITS(eenheden) (als het apparaat is gekoppeld aan een speed and
distance POD)
Training Effect, toont de totale zwaarte van een work-outTE
Huidige temperatuurtemp
nl
25
BeschrijvingInhoud
Percentage van daling/stijgingvert. spd
Om de weergaven in de modus TRAINING te configureren, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar DISPLAYS(weergaven).
2. Scroll naar DISPLAY 1(weergave 1) of DISPLAY 2(weergave 2) met de knop [Lap +]
en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Scroll naar de rij of weergave met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
4. Scroll door de functies met [Lap +] en [Light -] en schakel een functie in met
[Mode]. Er wordt een vinkje weergegeven naast de ingeschakelde functie.
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
TIP: Als u een trainingsweergave wilt uitschakelen, kiest u EMPTY(leeg) voor ROW 1(rij
1) en ROW 2(rij 2).
26
4.5 De referentiehoogte instellen
Om te zorgen dat u altijd de juiste hoogtemetingen krijgt, moet u eerst de juiste
referentiehoogte instellen. Om dit te doen, gaat u naar een locatie waarvan u de hoogte
weet, bijvoorbeeld met behulp van een topografische kaart en stelt de referentiehoogte
in om overeen te komen met de kaart.
Suunto t6d meet continu de absolute luchtdruk. Op basis van deze meting en uw laatste
hoogtereferentiewaarde, maakt het een schatting van de huidige hoogte.
OPMERKING: Wijzigingen in plaatselijke weersomstandigheden beïnvloeden de
hoogtelezingen. Als het plaatselijke weer vaak verandert, is het aan te raden om de huidige
hoogtereferentiewaarde regelmatig opnieuw in te stellen. U kunt dit bij voorkeur doen
voordat u uw reis begint, als de referentiewaarden beschikbaar zijn. Als het plaatselijke weer
stabiel is, hoeft u de referentiewaarden niet in te stellen.
Om de referentiehoogte in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar REFER(REFERENTIE).
2. Met [Lap +] en [Light -] wijzigt u de waarde.
3. Accepteer de instelling met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
27
nl
Situatie zoals die in het echt zou kunnen gebeuren: Hoogtemeting gebruiken
tijdens het trainen
U neemt deel aan een halve marathon. Voordat u de race begint, stelt u de correcte
referentiehoogte in op uw Suunto t6d. U start de logboekrecorder en begint. Tijdens het
hardlopen vergelijkt u uw huidige hoogte met de hoogte bij de start. Op een bepaald moment
merkt u dat de hoogtewaarde is afgenomen. U realiseert zich dat de rest van het traject
bergopwaarts zal gaan omdat het startpunt en het eindpunt hetzelfde zijn. U kunt uw
hardloopsnelheid aanpassen aan de hoogtewisseling.
4.6 Hartslaglimieten instellen
Het instellen van een boven- en ondergrens voor uw hartslag helpt u om met de
gewenste intensiteit te sporten. Een alarm waarschuwt u als uw hartslag boven of onder
de gestelde grens komt.
In het menu HR LIMITS(HARTSLAGLIMIETEN) kunt u de hartslaglimieten in- of uitschakelen
en de boven- en ondergrens bepalen.
BeschrijvingWaardeInstelling
Functie Hartslaglimieten: aan of uitON / OFFHR limits
000 / %High
000 / %Low
28
Bovengrens hartslag volgens de gekozen eenheden
in de instellingen in UNITS(EENHEDEN)
Ondergrens hartslag volgens de gekozen eenheden
in de instellingen in UNITS(EENHEDEN)
De instellingen voor hartslaglimieten wijzigen:
1. Ga in het menu instellingen naar TRAINING.
2. Scroll naar HR LIMITS(hartslaglimieten) met [Lap +] en [Light -] en open dit met
[Mode].
3. Schakel de hartslaglimieten in of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de
instelling met [Mode].
4. Stel de boven- en ondergrens in met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling
met [Mode].
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
OPMERKING: In het logboek is de trainingssessie verdeeld in verschillende zones
afhankelijk van uw hartslaglimieten en onafhankelijk ervan of het alarm voor de
onder-/bovengrens aan of uit is.
4.7 Logboekparameters selecteren
Voordat u begint met het opnemen van uw trainingssessie moet u het soort gegevens
kiezen dat u in uw logboek wilt opslaan of wilt weergeven tijdens uw work-out. De
29
nl
parameters die u selecteert kunnen uitgebreider geanalyseerd worden in het programma
Suunto Training Manager.
BeschrijvingWaardeInstelling
2s / 10sinter
on / offEPOC
Voor het selecteren van logboekparameters, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TRAINING.
2. Scroll naar SET LOG(logboek instellen) met [Lap +] en [Light -] en open dit met
[Mode].
30
Opname-interval: 2 of 10 seconden (niet voor R-R
waarden)
Hoogte: aan of uiton / offalti
Cadans: aan of uiton / offCad
Excess Post-exercise Oxygen Consumption
(overmatig zuurstofverbruik na trainen): aan of uit
(alleen TE en EPOC Peak worden opgeslagen)
Verbrande kilocalorieën: aan of uiton / offkcal
Hartslaginterval: aan of uiton / offR-R
Snelheid: aan of uit (niet opgeslagen)on / offspeed
Temperatuur: aan of uit (niet opgeslagen)on / offtemp
3. Scroll door de parameters met [Lap +] en [Light -] en zet de parameters aan of
uit met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
TIP: Als u hoogte-informatie opslaat tijdens uw training, kunt u de effecten van
hoogtewisselingen op uw hartslag analyseren met het programma Suunto Training Manager.
OPMERKING: Voor het opslaan van R-R (harslagintervalgegevens) is een grote
hoeveelheid geheugen nodig. Als R-R niet opgeslagen wordt, is meer geheugen vrij voor
langere logboeken. U kunt dan echter geen lichaamsparameters analyseren met de sofware
zoals bijv. de EPOC-curve
31
nl
5 DE MODUS TRAINING GEBRUIKEN
In de modus TRAINING kunt u al uw trainingsaciviteiten meten.
OPMERKING: Hoewel de Suunto t6d en de hartslagband waterdicht zijn, kan het
radiosignaal niet door water worden overgedragen waardoor in het water geen
communicatie tussen de Suunto t6d en de band mogelijk is.
5.1 Uw hartslagband omdoen
Doe de band om zoals weergegeven en schakel over naar de modus TRAINING(TRAINEN)
om het meten van uw hartslag te beginnen. Maak beide contactoppervlakken (1) vochtig
met water of gel voordat u de band omdoet. Zorg dat de band gecentreerd is op uw
borstkas.
32
WAARSCHUWING: Als u een pacemaker, defibrillator of ander geïmplanteerd
elektronisch apparaat hebt, dan gebruikt u de hartslagband op uw eigen risico. Voordat u
deze gebruikt, raden we u aan om onder supervisie van een arts een inspanningstest te doen
met uw Suunto hartslagmeter en band. Aan inspanning zijn risico's verbonden, in het
bijzonder voor diegenen die een tijd niet actief geweest zijn. We raden u sterke aan om met
uw huisarts te overleggen voordat u begint met regelmatig sporten.
5.2 Timers gebruiken
Met de intervaltimer kunt u verschillende getimede intervallen instellen en volgen.
Deze functie is handig bij het meten van intervallen tussen rustperioden en
activiteitsperioden.
33
nl
Intervaltimer:
Met de intervaltimer kunt u verschillende getimede intervallen instellen en volgen.
Deze functie is handig bij het meten van intervallen tussen uw rustperioden en
activiteitsperioden. Naast een waarschuwing bij geselecteerde tijdsintervallen, neemt
u Suunto t6d ook ronde-informatie op voor elk interval.
Warming-up timer
De warming-up is bedoeld om een aparte warming-up tijd in te stellen aan het begin
van de training. Gegevens die gemeten worden tijdens de warming-up worden in het
geheugen van het apparaat opgeslagen. Met Suunto t6d kunt u uw trainingsessie
starten met een warming-up en verdergaan met normale training of intervaltraining.
Aftellingstimer
De aftellingstimer functioneert als een starttimer. Het meet de resterende tijd en bij
het bereiken van nul krijgt u een waarschuwing dat de aftelling nul heeft bereikt en
start automatisch de timer / het logboek. Gebruik de aftellingstimer bijvoorbeeld om
de warming-upsessie uit te sluiten uit het trainingslogboek.
OPMERKING: De maximale aftellingstijd is 59 minuten en 59 seconden.
BeschrijvingWaardeInstelling
Timer voor intervaltraining00.00interval
34
BeschrijvingWaardeInstelling
Timer voor warming-up periode00.00warm up
Aftelling tot starten van timer00.00countd
Om de timers in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TRAINING.
2. Scroll naar TIMERS met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Scroll door de timers met [Lap +] en [Light -] en selecteer een timer met [Mode].
4. Zet de timer aan of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met
[Mode].
5. Wijzig de waarden met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met [Mode].
6. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
5.3 Training Effect gebruiken
Training Effect (TE) is een unieke functie van Suunto t6d die het werkelijke effect van
een work-out op uw fysieke conditie meet. Met Training Effect kunt u ervan verzekerd
zijn dat uw work-outs het gewenste resultaat hebben.
Er is een aanzienlijk verschil tussen hartslagzone (tijdelijke trainingsintensiteit) en
Training Effect (totale zwaarte van een work-out). Bij zonetraining probeert u uw hartslag
35
nl
op een bepaald niveau te houden gedurende de hele work-out. Met Training Effect
hoeft u het gewenste doel slechts eenmaal gedurende de training te bereiken.
BeschrijvingResultaatTraining Effect
Gematigd1.0-1.9
Handhaven2.0-2.9
Verbeteren3.0-3.9
4.0-4.9
OPMERKING: Het is belangrijk om op te merken dat de numerieke TE-waarden niet
betekenen dat een work-out met een lagere numerieke waarde op de een of andere manier
36
Grote
vooruitgang
Overbelasting5.0
Verbetert de herstelvaardigheid bij langere sessies
(meer dan een uur) en verbetert ook het
uithoudingsvermogen. Verbetert de aerobische
prestaties niet aanzienlijk.
Aerobische conditie handhaven. Bouwt aan de
basis voor zwaardere training in de toekomst.
Verbetert aerobische prestaties indien 2-4 maal per
week herhaald. Geen speciale herstelvereisten.
Snelle vooruitgang van aerobische prestaties indien
1-2 maal per week herhaald. Hiervoor zijn 2-3
herstelsessies (TE 1-2) per week vereist.
Extreem groot effect op aerobische prestaties als
u ruimte geeft voor adequaat herstel; mag niet vaak
gedaan worden.
minder belangrijk is dan een work-out met een hogere waarde. Beide zijn nodig bij een
gebalanceerde training.
TIP: Training Effect is een geavanceerde functie en kan u op veel manieren helpen. Meer
informatie over TE kan gevonden worden in de handleiding van Suunto Training die u kunt
downloaden op suunto.com/training.
U kunt het TE-niveau kiezen dat wordt weergegeven in de weergaven van de modus
TRAINING (zie sectie 4.4 De weergaven in de modus TRAINING configureren).
Training Effect wordt getoond in de gekozen weergaven en daarnaast met een schaal
van 1-5 op de rechterkant van het scherm.
Gebruik de calculator voor Training Effect van het programma Suunto Training Manager
om de tijd en de gemiddelde hartslag te bepalen die nodig is voor het gewenste
fysiologische training effect. Zie de online help van Suunto Training Manager voor meer
informatie.
nl
Training Effect, wordt geleverd en ondersteund door Firstbeat Technologies Ltd.
De technologie voor de analyse van hartslag, die gebruikt wordt voor het
5.4 EPOC gebruiken
EPOC (Excess Post-exercise Oxygen Consumption) geeft de hoeveelheid extra zuurstof
aan die uw lichaam nodig heeft om te herstellen na het sporten. Uw lichaam verbruikt
meer zuurstof na het sporten dan tijdens het rusten. Hoe hoger de EPOC is, hoe
37
inspannender het sporten was. EPOC is het nuttigst voor het meten van
oefeningszwaarte bij uithoudingssporten zoals rennen en fietsen.
Met Suunto t6d kunt u EPOC al tijdens het sporten voorspellen, wat het weer makkelijker
maakt om de zwaarte van de oefening en het Training Effect bij te houden.
U kunt ervoor kiezen om EPOC weer te geven in de weergaven van de modus TRAINING
(zie sectie 4.4 De weergaven in de modus TRAINING configureren).
Gebruik het programma Suunto Training Manager om uw individuele trainingsessie te
bekijken als grafiek met daarin de EPOC-waarden in verhouding met het niveau van
Training Effect Zie de online help van Suunto Training Manager voor meer informatie.
5.5 Een trainingsessie beginnen
Als u de modus TRAINING opent, zoekt uw Suunto t6d automatisch naar signalen van
een hartslagband. Als die eenmaal gevonden zijn, wordt uw hartslag op het scherm
weergegeven. De eigenlijke trainingsessie begint als u de logboekrecorder start en
eindigt als u deze stopt.
De logboekrecorder gebruiken
Standaard wordt de logboekrecorder (CHRONO) weergegeven in de bovenste rij van
DISPLAY 1(weergave 1). U kunt de weergaven van de modus TRAINING aanpassen in de
instellingen van DISPLAYS(WEERGAVEN).
38
Om de logboek recorder te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. In de modus TRAINING, start u de logboekrecorder met [Start Stop]. Terwijl de
logboekrecorder loopt, kunt u trainingsrondes toevoegen met [Lap +].
2. Stop de logboekrecorder met [Start Stop].
3. Ga verder met een andere getimede sessie (ronde) door op [Start Stop] te
drukken.
4. Om de timer te resetten en de laatste logboeksamenvatting te bekijken, houdt
u [Lap +] ingedrukt.
OPMERKING: De logboek recorder moet worden gestopt voordat u deze kunt resetten.
5.6 Tijdens het trainen
Uw Suunto t6d heeft een aantal audiovisuele indicatoren om u te begeleiden tijdens
uw training. Deze informatie kan u helpen en stimuleren.
Dit zijn enkele ideeën over wat te doen tijdens de training:
Vergrendel de knoppen om het per ongeluk stoppen van uw stopwatch te
●
voorkomen.
Wissel tussen de twee weergaven van de modus TRAINING om verschillende
●
gegevens over uw oefening te bekijken.
Zet de HR limits (hartslaglimieten) aan of uit door [View Back] ingedrukt te houden
●
in de modus TRAINING.
nl
39
5.7 Na het trainen
5.7.1 Het logboek weergeven
Uw Suunto t6d verzamelt tijdens het uitvoeren van de logboekrecorder allerlei informatie
over de sessie, zoals EPOC en verbrandde calorieën. Deze gegevens worden opgeslagen
in het geheugen van uw apparaat. De inhoud van het logboek is afhankelijk van de
parameters die u geselecteerd hebt (zie sectie 4.7 Logboekparameters selecteren). U kunt
de trainingsgegevens in het logboek bekijken.
Om logboeken weer te geven, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar TRAINING.
2. Gebruik [Lap +] en [Light -] om te scrollen naar LOGBOOK(LOGBOEK) en open dit
met [Mode]. De beschikbare vrije ruimte in het geheugen wordt kort
weergegeven voordat de logboeken geopend worden.
3. Druk op [Mode] om naar VIEW(WEERGAVE) te gaan.
4. Scroll door de logboeken met [Lap +] en [Light -] en open een logboek met
[Mode].
5. Druk op de knop [Lap +] of [Light -] om door de totale waarden van het logboek
te scrollen.
TIP: U kunt ook de samenvatting van het laatste trainingslogboek bereiken door [Lap
+] ingedrukt te houden in de modus TRAINING.
40
Om informatie uit het logboek te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
1. In LOGBOOK(logboek), scrollt u naar ERASE(wissen) met [Lap +] en [Light -] en
open dit met [Mode].
2. Scroll door het logboek dat u wilt wissen met [Lap +] en [Light -] en selecteer
het logboek met [Mode].
3. Wis het logboek met [Light -] of annuleer met [View Back].
Om alle logboekinformatie te wissen gaat u naar LOGBOOK(logboek) en kiest u ERASE
ALL(alles wissen). Wis alle logboeken met [Light -] of annuleer met [View Back].
5.7.2 Gebruik www.movescount.com
om uw trainingslogs uit het geheugen van Suunto t6d over te zetten naar
www.movescount.com en ze meer gedetailleerd te analyseren. Bij
www.movescount.com kunt u tot zeven lichaamsparameters van uw trainingssessie
meten: hartslag, EPOX, Training effect, ademhalingsvolume, ademhalingssnelheid,
zuurstofverbruik en energieverbruik.
Zo kunt u uw trainingsgegevens overzetten van Suunto t6d naar www.movescount.com:
1. Sluit uw Suunto t6d aan de USB-poort van uw computer met gebruik van de
meegeleverde datakabel.
2. Log in op www.movescount.com.
3. Breng de logfiles volgens de instructies over naar uw profiel op movescount.com.
41
nl
6 POD'S GEBRUIKEN
U kunt verschillende Peripheral Observation Devices (POD's) gebruiken bij uw Suunto
t6d. Dit zijn o.a. Foot POD, Bike POD, Cadence POD, GPS POD en generic Speed POD
(zie sectie 6.1 Een POD koppelen). Nadat u een POD met het apparaat gekoppeld hebt,
geeft Suunto t6d u extra informatie tijdens uw training.
6.1 Een POD koppelen
Om de informatie over snelheid en afstand te kunnen gebruiken, moet u eerst uw
Suunto t6d koppelen aan een Suunto POD.
Het koppelen van een POD:
1. Schakel de POD (of band) in.
2. Ga in menu instellingen naar SPD/DST of GENERAL (ALGEMEEN).
3. Scroll naar PAIR(KOPPELEN) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
4. Scroll door de POD's en banden met [Lap +] en [Light -].
5. Start het koppelen met [Mode].
6.2 Autolap(autoronde) gebruiken
Met de functie AUTOLAP(autoronde) kunt u rondes instellen in afstand in plaats van in
tijd (intervaltraining). Als autolap(autoronde) is ingeschakeld ( en uw snelheids- en
42
afstands-POD geactiveerd is), toont uw Suunto hartslagmeter uw totale afstand,
gemiddelde rondesnelheid en rondetijd voor elke ronde.
BeschrijvingWaardeInstelling
Functie Autolap(autoronde): aan of uiton / offautolap
Rondeafstand: tussen 0,0 en 99,900.00dist
OPMERKING: Bij het gebruik van de functie autolap(autoronde) is het erg belangrijk
om uw POD voor snelheid en afstand goed te kalibreren.
De functie autolap(autoronde) inschakelen:
1. Ga in het menu instellingen naar SPD/DST.
2. Scroll naar AUTOLAP(autoronde) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Schakel autolap(autoronde) in of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de
instelling met [Mode].
4. Stel de rondeafstand in met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met
[Mode].
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
6.3 Afstandsintervallen gebruiken
U kunt na het koppelen van uw Suunto t6d met een speed and distance POD
afstandsintervallen instellen voor intervaltraining. Als u de stopwatch start dan geeft
nl
43
uw Suunto t6d na elk voltooid interval een signaal bij rondetijden en slaat dit samen
met andere gegevens op.
De afstandsintervallen instellen:
1. Ga in het menu instellingen naar SPD/DST.
2. Scroll naar INTERVAL met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Schakel de intervallen in of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling
met [Mode].
4. Stel het eerste interval in met [Lap +] en [Light -].
5. Met [Mode] accepteert u de instelling en gaat u door naar het volgende interval.
6. Herhaal stappen 3 en 4 voor de resterende intervallen.
7. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
6.4 Snelheidslimieten gebruiken
U kunt snelheidslimieten inschakelen en de boven- en ondergrens voor snelheid voor
uzelf bepalen nadat u uw Suunto t6d gekoppeld hebt aan een speed and distance POD.
De functie snelheidslimieten laat het u weten als u onder of boven de limiet komt.
BeschrijvingWaardeInstelling
Functie Limieten: aan of uiton / offlimits
Ondergrens snelheid00:00lower
Bovengrens snelheid00:00upper
44
Voor het instellen van de snelheidslimieten, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar SPD/DST.
2. Scroll naar SPD LIM(snelh. lim.) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
3. Zet de limieten aan of uit met [Lap +] en [Light -] en accepteer de instelling met
[Mode].
4. Wijzig de boven- en ondergrens voor snelheid met [Lap +] en [Light -] en
accepteer de instelling met [Mode].
5. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
6.5 Autopause (autopauze) gebruiken
AUTOPAUSE(autopauze) is een functie die automatisch de logboekrecorder stopt tijdens
uw trainingsessie als een erg lage snelheid wordt gedetecteerd terwijl u uw Suunto
POD voor snelheid en afstand gebruikt. De sessie wordt opnieuw ingeschakeld als u
weer op gang bent.
Om autopause (autopauze) in te schakelen, gaat u als volgt te werk:
1. Ga in het menu instellingen naar SPD/DST.
2. Scroll naar PAUSE(pauze) met [Lap +] en [Light -].
3. Schakel autopause(autopauze) uit, of schakel het in voor één of voor alle PODs
met [Mode].
4. Druk op [Start Stop] om het menu te verlaten.
45
nl
6.6 Uw POD kalibreren
Een Suunto POD die snelheden en afstand meet, moet gekalibreerd worden om u
accurate lezingen te kunnen geven. Het kalibratieproces verschilt voor elk soort POD
en u moet de gebruikershandleiding van de POD lezen voor uitgebreide instructies.
Een eenvoudige manier om een snelle kalibratie te krijgen is het fietsen of hardlopen
van een bekende afstand met gebruik van de POD.
1. Koppel uw POD en schakel deze in.
2. Start de logboekrecorder.
3. Leg een bekende afstand af.
4. Stop de logboekrecorder.
5. Ga in het menu instellingen naar SPD/DST.
6. Scroll naar CALIBRATE(kalibreren) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
7. Scroll door de PODs met [Lap +] en [Light -] en selecteer een POD met [Mode].
8. Vervang de gemeten afstand door de werkelijke (bekende) afstand.
46
7 FOUTOPLOSSING
Suunto t6d gebruikt gecodeerde verzending om storingen te voorkomen. Er kan echter
wel storing in het signaal ontstaan door trainen vlakbij hoogspanningskabels of krachtige
magnetische of elektronische apparatuur.
Als u het signaal verliest, probeer dan het volgende:
Verlaat de modus TRAINING en open hem opnieuw.
●
Controleer of u de band juist draagt.
●
Controleer of de elektroden van de band vochtig zijn.
●
Ga uit de buurt van bronnen die storing kunnen veroorzaken.
●
Vervang de batterij van de band of de polscomputer als het probleem zich blijft
●
voordoen.
Uw hartslagband koppelen
Als u de batterij van de borstband vervangt, of problemen ondervindt met de ontvangst,
moet u misschien uw band opnieuw koppelen aan uw Suunto t6d.
Het opnieuw koppelen van de band:
1. Verwijder de batterij uit de band
2. Plaats de (nieuwe) batterij in het batterijvak met de positieve zijde naar beneden.
3. Ga op uw Suunto t6d naar het menu instellingen en open GENERAL(ALGEMEEN).
4. Scroll naar PAIR(koppelen) met [Lap +] en [Light -] en open dit met [Mode].
5. Scroll naar HR BELT(hartslagband) met [Lap +] en [Light -].
47
nl
6. Start het koppelen met [Mode].
7. Plaats de batterij terug met de positieve kant omhoog en sluit het klepje.
Dezelfde procedure kan worden gebruikt als u problemen ondervindt met de ontvangst
van het signaal van een Suunto POD.
48
8 ZORG EN ONDERHOUD
8.1 Algemene richtlijnen
Voor alle apparatuur van Suunto Training geldt het volgende:
Voer alleen de procedures uit die beschreven worden in Suunto handleidingen.
●
Maak uw apparaat niet zelf open en repareer het niet zelf.
●
Bescherm het apparaat tegen schokken, harde en scherpe voorwerpen, extreme
●
hitte en langdurige blootstelling aan direct zonlicht.
Bewaar uw apparaat op een schone, droge plek op kamertemperatuur.
●
Plaats het apparaat niet op een plaats waar het mogelijk krassen van harde
●
voorwerpen kan oplopen.
Krassen verwijderen
Gebruik Polywatch om kleine krasjes op het scherm te verwijderen. Dit is beschikbaar
bij erkende Suunto dealers, in de meeste horlogewinkels en in de Suunto Web Shop
(shop.suunto.com).
Er kan ook een plastic bescherming over het scherm geplaatst worden om krassen te
voorkomen.
nl
49
Reinigen en chemicaliën
Maak uw apparaat schoon met een vochtig doekje. Gebruik voor hardnekkige vlekken
een milde zeep. Gebruik geen benzine, oplosmiddelen, aceton, alcohol,
insectenverdelgers, verf of andere sterke chemicaliën op uw apparaat.
8.2 De batterij van de polscomputer vervangen
Vervang de batterij zoals hier is weergegeven:
50
12
3
4567
nl
TIP: Gebruik het speciale gereedschap voor het openen van het batterijvak om schade
aan het klepje te voorkomen.
51
OPMERKING: Vervang de batterij met uitermate grote zorg om te verzekeren dat uw
Suunto hartslagmeter waterbestendig blijft. Door onzorgvuldig de batterij te vervangen,
kan de garantie vervallen.
8.3 Batterij van de band vervangen
Vervang de batterij zoals hier is weergegeven:
OPMERKING: We bevelen u aan om het klepje en de O-ring tegelijkertijd met de batterij
te vervangen om ervoor te zorgen dat de hartslagmeter schoon en waterbestendig blijft.
Reserveschroefdeksels zijn beschikbaar bij de reservebatterijen.
52
9 SPECIFICATIES
9.1 Technische gegevens
Algemeen
Bedrijfstemperatuur: -20°C tot +60°C / -5 F tot +140 F
●
Opslagtemperatuur: -30°C tot +60°C / -22 F tot +140 F
●
Gewicht (apparaat): 55 g
●
Overdrachtsfrequentie (band): Compatibel met 2,465 GHz Suunto ANT,
●
compatibel met 5,3 kHz apparatuur voor de sportzaal.
Transmissiebereik: tot 10 m / 30 ft
●
Gewicht (band): 39 g
●
Waterbestendigheid (apparaat): 100 m / 330 ft (ISO 2281)
●
Waterbestendigheid (band): 20 m / 66 ft (ISO 2281)
●
Door gebruiker verwisselbare batterij: (apparaat / band) 3V CR2032
●
Levensduur batterij: ca. 1 jaar bij normaal gebruik (3 uur per week trainen met
●
HS)
Logboekrecorder
Maximaal aantal logboeken: 30
●
Maximale lengte van een logboek: 99 uur
●
Maximale rondetijd: 99 uur
●
nl
53
Ronde-/splitsingstijden: 199 per sessie (logboek)
●
Resolutie: 0,1 seconde
●
Hartslag
Beeldscherm: 30 tot 240
●
Limieten: 30 tot 230
●
Maximum voor percentage van beeldscherm: 240
●
9.2 Handelsmerk
Suunto en de productnamen, handelsnamen, handelsmerken en dienstmerken, zowel
geregistreerd als niet geregistreerd, worden beschermd door Suunto of andere
respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Firstbeat & Analyzed by Firstbeat zijn geregistreerde of niet geregistreerde
handelsmerken van Firstbeat Technologies Ltd. Alle rechten voorbehouden.
De inhoud van dit document kan op elk moment en zonder enige melding worden
gewijzigd. Suunto geeft geen expliciete of impliciete garanties, waaronder zonder
beperking dat deze informatie accuraat, volledig of zonder fouten is. De nieuwste versie
van deze informatie kan altijd van www.suunto.com worden gedownload.
9.4 CE
De CE-markering geeft aan dat het product voldoet aan de EMC-richtlijnen 89/336/ EEC
en 99/5/EEC van de Europese Unie.
9.5 FCC
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het gebruik is onderhevig aan de
volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie accepteren, inclusief
interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. Reparaties moeten door
erkend Suunto onderhoudspersoneel uitgevoerd worden. Niet-erkende reparaties
maken de garantie ongeldig. Dit product is getest om te voldoen aan de
FCC-standaarden en is bedoeld voor thuis- en kantoorgebruik.
FCC WAARSCHUWING: Door zonder uitdrukkelijke toestemming door Suunto Oy
veranderingen of wijzigingen aan het product aan te brengen, kan uw bevoegdheid dit
apparaat te bedienen onder FCC-bepalingen komen te vervallen.
55
nl
9.6 Patentnotificatie
Dit product wordt beschermd door de volgende patenten, octrooiaanvragen en hun
overeenkomstige nationale rechten: US 11/432,380, US 11/169712,US 11/808,391, US
10/523,156, US 10/515,170. Extra octrooiaanvragen zijn ingediend.
9.7 Verwijdering van het apparaat
Verwijder het apparaat op de juiste manier en behandel het als elektronisch
afval. Gooi het niet weg bij het huisvuil. U kunt desgewenst het apparaat
terugsturen naar uw dichtstbijzijnde Suunto vertegenwoordiger.
56
10 DISCLAIMERS
10.1 Verantwoordelijkheid van de gebruiker
Dit instrument is alleen voor recreatief gebruik. Hartslagmeters van Suunto mogen niet
gebruikt worden als vervanging van metingen waarvoor professionele precisie of
precisie van laboratoriumkwaliteit is vereist.
10.2 Waarschuwingen
Als u een pacemaker, defibrillator of ander geïmplanteerd elektronisch apparaat hebt,
dan gebruikt u de hartslagband op uw eigen risico. Voordat u deze gebruikt, raden we
u aan om onder supervisie van een arts een inspanningstest te doen met uw Suunto
hartslagmeter en band. Aan inspanning zijn risico's verbonden, speciaal voor personen
die een tijd niet actief geweest zijn. We bevelen u sterk aan om met uw huisarts te
overleggen voordat u begint met regelmatig sporten.