Druk op een willekeurige knop om uw Suunto t6c in te schakelen. U wordt dan gevraagd
uw PERSONAL(persoonlijke) voorkeuren in te stellen: uw fysieke kenmerken en activity
class (activiteitsklasse). Het apparaat stelt een standaard METS-fitnessniveau voor, maar
als u uw werkelijke METS-fitness weet, moet u die waarde gebruiken.
OPMERKING: De maximale prestatiecapaciteit die gemeten is in een laboratoriumtest
wordt soms voorgesteld als ml zuurstof/kg/min (VO2 max). Als u de maximale
prestatiecapaciteit die door het programma in METs berekend wordt, wilt vergelijken met
uw gemeten max VO2, gebruik dan de verhouding 1 MET = 3,5 ml/min/kg.
1. Met de knoppen [Lap +] en [Light -] wijzigt u de waarden.
2. Door op de knop [Mode] te drukken, accepteert u de wijzigingen en gaat u door
naar de volgende instelling.
nl
3
3. Door op de knop [View Back] te drukken, gaat u terug naar de vorige instelling.
4. Nadat u het METS-conditieniveau ingesteld hebt, gaat u verder naar de
instellingen UNITS(eenheden) en GENERAL(algemene) instellingen, of gaat u snel
terug naar de modus TIME(tijd) door op de knop [Start Stop] te drukken.
OPMERKING: Alle PERSONAL(persoonlijke) instellingen kunnen later preciezer ingesteld
worden.
1.2 Activity class (activiteitsklasse) instellen
De activity class (activiteitsklasse) (ACT CLASS[ACT-KLASSE]) is een classificatie van uw
huidige activiteitenniveau. Gebruik de volgende classificaties om u te helpen om uw
activity class (activiteitsklasse) te bepalen.
Activity class (activiteitsklasse) 1:
Als u niet regelmatig sport in uw vrije tijd of zware fysieke inspanningen verricht, gebruik
dan 1.
Activity class (activiteitenklasse) 2 en 3
Als u regelmatig recreatief sport of fysiek zwaar werk verricht en uw wekelijkse oefening
bestaat uit:
minder dan 1 uur, gebruik dan 2.
●
meer dan 1 uur, gebruik dan 3.
●
4
Activity class (activiteitenklasse) 4-7
Als u regelmatig sport of andere fysieke activiteiten uitvoert en u wekelijks zwaar traint:
minder dan 30 minuten, gebruik dan 4.
●
30-60 minuten, gebruik dan 5.
●
1-3 uur, gebruik dan 6.
●
meer dan 3 uur, gebruik dan 7.
●
Activity class (activiteitenklasse) 7,5 - 10
Als u regelmatig traint of deelneemt aan competitieve sporten en uw wekelijkse oefening
bestaat uit:
5-7 uur, gebruik dan 7,5.
●
7-9 uur, gebruik dan 8.
●
9-11 uur, gebruik dan 8,5.
●
11-13 uur, gebruik dan 9.
●
13-15 uur, gebruik dan 9,5.
●
meer dan 15 uur, gebruik dan 10.
●
You can update your Activity Class with the Training Manager software.
OPMERKING: Als u traint zonder uw Suunto t6c, kan het programma Training Manager
vragen om uw ACT CLASS(ACT-KLASSE) te verlagen, hoewel u getraind hebt op het
aangegeven niveau. We raden u aan om altijd te trainen met uw Suunto hartslagmeter om
ervoor te zorgen dat deze u goed begrijpt en begeleidt.
nl
5
1.3 Menunavigatie
Open het menu instellingen door de knop [Mode]
ingedrukt te houden.
Scroll door de menu's en submenu's met [Lap +] en [Light
-].
Open een menu en een submenu, of accepteer een waarde
met de knop [Mode].
Ga terug naar het vorige menu met de knop [View Back].
U kunt op elk willekeurig moment het menu verlaten door
op de knop [Start Stop] te drukken.
6
1.4 Modi en weergaven
Modi
Er zijn twee modi: TIME(TIJD) en TRAINING. Wissel tussen de modi met de knop [Mode].
De indicatoren links op het scherm geven aan welke modus ingeschakeld is.
De modus TRAINING heeft twee weergaven, DISPLAY 1(WEERGAVE 1) en DISPLAY
2(WEERGAVE 2).
U kunt elke weergave van TRAINING aanpassen. In het menu instellingen, gaat u naar
DISPLAYS(weergaven). Open DISPLAY 1(weergave 1) of DISPLAY 2(weergave 2) en open
vervolgens ROW 1(rij 1), ROW 2(rij 2) of VIEWS(weergaven) om de informatie te selecteren
die u wilt weergeven.
nl
7
Weergaven
20
Elke modus heeft verschillende weergaven die aanvullende informatie bevatten, zoals
de hoogte in de modus TIME(TIJD) of calorieën in de modus TRAINING. Ga naar de
instellingen voor DISPLAYS(weergaven) om te bepalen welke weergaven getoond
worden als de modus TRAINING geopend is. Wissel weergaven in de modus TIME(tijd)
en TRAINING met de knop [View Back].
1.5 Knopvergrendeling
U kunt knoppen vergrendelen en ontgrendelen in de modus TIME(tijd) en TRAINING
door de knop [Light -] ingedrukt te houden.
8
Als de knoppen vergrendeld zijn, kunt u nog steeds van weergave wisselen en de
achtergrondverlichting activeren. Wij raden u bijvoorbeeld aan om de knoppen te
vergrendelen nadat u een trainingsessie begonnen bent of het apparaat opbergt in
een reistas.
1.6 Training Manager installeren
Voor het analyseren van de trainingsgegevens in het geheugen van uw apparaat, moet
u het programma Suunto Training Manager installeren. Het installatiepakket bevat de
softwaretoepassing en de USB-stuurprogramma's. Zie de online Help van Suunto
Training Manager na het installeren van de software, voor instructies bij het installeren
van stuurprogramma's.
Voor het installeren van het programma Suunto Training Manager, gaat u als volgt te
werk:
1. Plaats de CD-ROM van Suunto Training Manager in het station.
2. Wacht tot de installatie begint en volg de installatie-instructies.
OPMERKING: Als de installatie niet automatisch begint, gaat u naar het cd-rom-station
met gebruik van uw programma voor bestandsbeheer en dubbelklikt u op setup.exe.
OPMERKING: U kunt altijd de nieuwste versie van Suunto Training Manager downloaden
van www.suunto.com. Controleer regelmatig op updates omdat voortdurend nieuwe
functies ontwikkeld worden.
nl
9
2 TRAINEN MET UW HARTSLAGMETER
12
3
4
2.1 Uw hartslagband omdoen
Doe de band om zoals weergegeven en schakel over naar de modus TRAINING(TRAINEN)
om het meten van uw hartslag te beginnen. Maak beide contactoppervlakken (1) vochtig
met water of gel voordat u de band omdoet. Zorg dat de band gecentreerd is op uw
borstkas.
WAARSCHUWING: Als u een pacemaker, defibrillator of ander geïmplanteerd
elektronisch apparaat hebt, dan gebruikt u de hartslagband op uw eigen risico. Voordat u
deze gebruikt, raden we u aan om onder supervisie van een arts een inspanningstest te doen
met uw Suunto hartslagmeter en band. Aan inspanning zijn risico's verbonden, inj het
bijzonder voor personen die een tijd niet actief geweest zijn. We raden u sterk aan om met
uw huisarts te overleggen voordat u begint met regelmatig sporten.
10
2.2 Een trainingsessie beginnen
Als u de modus TRAINING opent, zoekt uw Suunto t6c automatisch naar signalen van
een hartslagband. Als die eenmaal gevonden zijn, wordt uw hartslag op het scherm
weergegeven. De eigenlijke trainingsessie begint als u de logboekrecorder start en
eindigt als u deze stopt.
De logboekrecorder gebruiken
Standaard wordt de logboekrecorder (CHRONO) weergegeven in de bovenste rij van
DISPLAY 1(weergave 1). U kunt de weergaven van de modus TRAINING aanpassen in de
instellingen van DISPLAYS(WEERGAVEN).
Om de logboek recorder te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. In de modus TRAINING, start u de logboekrecorder met [Start Stop]. Terwijl de
logboekrecorder loopt, kunt u trainingsrondes toevoegen met [Lap +].
2. Stop de logboekrecorder met [Start Stop].
3. Ga verder met een andere getimede sessie (ronde) door op [Start Stop] te
drukken.
Om de timer te resetten en de laatste logboeksamenvatting te bekijken, houdt u [Lap
+] ingedrukt.
OPMERKING: De logboek recorder moet worden gestopt voordat u deze kunt resetten.
11
nl
2.3 Analyseren van uw trainingsgegevens
Het logboek bekijken
Uw Suunto t6c verzamelt tijdens het uitvoeren van de logboekrecorder allerlei informatie
over de sessie, afhankelijk van uw instellingen. Deze gegevens worden opgeslagen in
het geheugen van uw apparaat.
OPMERKING: U moet de logboekrecorder stoppen voordat u de gegevens in het logboek
kunt bekijken.
Voor het bekijken van de totalen van uw laatste trainingsessies in het logboek, gaat u
als volgt te werk:
1. In de modus TRAINING, houdt u de toets [Lap +] ingedrukt om de samenvatting
van het vorige opgenomen logboek weer te geven.
2. Druk op de toets [Lap +] om door de gegevens te scrollen.
Training Manager gebruiken
U kunt uw trainingslogboeken overzetten van het geheugen van de Suunto t6c naar
Suunto Training Manager en deze uitgebreider analyseren. Suunto Training Manager
meet tot zeven lichaamsparameters uit uw trainingssessie: hartslag, EPOX, Training
effect, ademhalingsvolume, ademhalingssnelheid, zuurstofverbruik en energieverbruik.
12
Om de trainingsgegevens van Suunto t6c naar Training Manager over te zetten, gaat
u als volgt te werk:
1. Verbind uw Suunto t6c aan de USB-poort van uw computer met gebruik van de
meegeleverde datakabel.
2. Kopieer de logboekbestanden naar Suunto Training Manager aan de hand van
de instructies die gegeven worden in de online Help van Suunto Training
Manager.
nl
13
SUUNTO CUSTOMER SERVICE
SERVICE CLIENT SUUNTO, SUUNTO KUNDENDIENST, SERVICIO AL
CLIENTE DE SUUNTO, ASSISTENZA CLIENTI SUUNTO, SUUNTO
KLANTENSERVICE, SUUNNON ASIAKASPALVELU, SUUNTOS KUNDTJÄNST,
SERVIÇO AO CLIENTE DA SUUNTO, SUUNTO 客户服务, SUUNTO 客戶服務